Nederlands
Home
BRIO-matrix
BRIO
Home > BRIO-matrix > FICHE - Inburgeringsbeleid
Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand Download FICHE Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand
1. Situering Met zo’n 60% van de bevolking geboren in het buitenland is Brussel, na Dubai, de meest diverse stad ter wereld (International Organisation of Migration, 2015). In de Vlaamse Rand is 32,6% van de inwoners van vreemde herkomst (Studiedienst van de Vlaamse Regering, Cijferboek Vlaamse Rand, 2015). De inherente culturele en taaldiversiteit plaatst de lokale samenleving voor belangrijke uitdagingen op het vlak van sociale cohesie. Vanuit de Vlaamse Overheid werd, net als in verschillende andere Europese landen, een inburgeringsbeleid uitgewerkt waarvan taallessen een belangrijk onderdeel vormen. Waar Vlaanderen sinds 2003 een inburgeringsdecreet heeft, is er sinds 2015 ook een princiepsakkoord binnen de Brusselse Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie over een Brusselse versie. Eind maart 2016 ging een eerste Brussels-Franstalige inburgeringsantenne van start in Schaarbeek. In de Brusselse gemeenten zal, naast de huidige vrijblijvende Vlaamse variant ook door de Federatie Wallonië een eigen traject worden aangeboden. Behalve twee parallelle trajecten in Brussel is ook de doelgroep verdeeld. Bij de nieuwkomers kan men een onderscheid maken tussen diegenen met een EU-nationaliteit en de anderen. Door het recht op vrij verkeer van personen en gelijke toegang tot bepaalde sociale voorzieningen voor alle EU-burgers, kan de overheid een dergelijk traject enkel voor andere nationaliteiten opleggen. Dit betekent concreet dat er voor een groep nieuwkomers een verplicht inburgeringsbeleid bestaat en EU-burgers hieraan vrijwillig kunnen deelnemen. Voor de eerste groep nieuwkomers zou deze verplichting binnenkort ook binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gelden, met dien verstande dat zij daar de keuze hebben tussen een traject in het Nederlands of het Frans.
2. ‘Oorspronkelijke bevolking’ en ‘nieuwkomers’ In welke samenleving moeten deze nieuwkomers ‘inburgeren’? Wie kan het etiket ‘oorspronkelijke bevolking’ claimen? Hiertoe combineren we twee elementen: enerzijds het feit op een bepaald grondgebied geboren en getogen te zijn, anderzijds de thuistaal van deze inwoners. Op basis van het taalbarometeronderzoek in Brussel en de Vlaamse Rand (Janssens 2013, 2014) geeft tabel 1 een overzicht van de taalachtergrond waarin deze inwoners opgroeiden.
TBB 2001
TBB 2013
TBR 2014
Frans
62,8%
41,7%
10,1%
Nederlands
7,0%
3,3%
76,6%
Fra/Ned
15,7%
23,9%
10,8%
Fra/andere
9,9%
19,8%
1,8%
Andere
4,8%
11,3%
0,6%
Totaal % bevolking
47,4%
48,6%
34,1%
Geboren en getogen
Tabel 1. Thuistaal/talen geboren en getogen inwoners van Brussel (kolom 1-2) en Rand (kolom 3)
Zowel op basis van de gegevens van 2001 als van 2013 blijkt dat bijna de helft van de Brusselaars er ook geboren zijn. Wel valt de verschuiving qua thuistaal op. Het Frans blijft duidelijk de dominante thuistaal met ruim 85% van de geboren Brusselaars die thuis in het Frans opgroeiden, maar de meerderheid van hen combineerde het Frans met een andere taal. Ook het Nederlands is voor 27% van deze Brusselaars een thuistaal, al valt de stijging ten opzichte van vorige taalbarometers uitsluitend op het conto van de traditioneel tweetalige gezinnen te schrijven. Zowel de eentalig Franstalige gezinnen als de eentalig Nederlandstalige gezinnen vormen samen een minderheid binnen de groep van geboren en getogen Brusselaars. Opvallend is ook de stijging van het aantal inwoners die in Brussel zijn geboren en thuis noch Nederlands noch Frans spreken. Het contrast met de Rand is groot. De inwoners die in de Rand geboren zijn komen voor ¾ uit een eentalig Nederlandstalig gezin. De groep die een andere taal spreken dan het Nederlands of het Frans is verwaarloosbaar. Wie zijn nu de nieuwkomers? Omdat het omgaan met taaldiversiteit zich stelt ongeacht de nationaliteit, wordt in tabel 2 geen onderscheid gemaakt naar het land van herkomst.
Geboren en getogen
TBB 2001
TBB 2013
TBR 2014
Frans
17,9%
12,9%
7,1%
Nederlands
3,2%
1,2%
9,5%
Fra/Ned
0,8%
1,2%
2,3%
Fra/andere
14,5%
16,1%
16,8%
Andere
63,7%
68,6%
64,3%
Totaal % bevolking
26,4%
37,4%
21,5%
Tabel 2. Thuistaal/talen nieuwkomers in Brussel (kolom 1-2) en Rand (kolom 3)
In Brussel-19 stijgt het aandeel van de nieuwkomers onder de bevolking, hetgeen tegelijk een aangroei betekent van diegenen die van huis uit noch Nederlandstalig noch Franstalig zijn. In de Vlaamse Rand komen significant meer mensen met het Frans als thuistaal wonen dan het Nederlands, maar ook hier spreekt 2/3 van thuis uit noch Nederlands noch Frans.
3. Uitdagingen voor het inburgeringsbeleid Het inburgeringsbeleid is geënt op het gemeenschapsdenken, dat uitgaat van een verbeelde gemeenschap van mensen met een gedeelde affiniteit op basis van een gemeenschappelijk verleden, waarden en cultuur (Anderson, 1983). Een inburgeringstraject leidt in Vlaanderen tot integratie in een Nederlandstalige gemeenschap, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in ofwel een Nederlandstalige dan wel een Franstalige gemeenschap. De Brusselse bevolking is evenwel danig veranderd sinds de politieke structuren van de Belgische samenleving vorm kregen als resultaat van het pacificatieproces tussen beide taalgroepen. Brussel werd een ‘majority-minority city’ waarin beide traditionele gemeenschappen eigenlijk zelf een minderheid zijn. De geijkte structuren waarop ook het integratiebeleid wordt geënt,maken de realisatie van sociale cohesie verre van evident. De vergelijking tussen de oorspronkelijke inwoners en de nieuwkomers leert ons dat deze laatste meestal slechts tijdelijk in de Rand wonen. Bij deze zogenaamde expats blijkt de behoefte om Nederlands te leren zeer klein. Deze nieuwkomers kunnen de media van het land van herkomst blijven consulteren, sociale contacten in de thuistaal onderhouden, en ook voor dagelijkse handelingen op het werk en bijvoorbeeld bij het winkelen is de kennis van de streektaal vaak niet noodzakelijk. In beide gevallen is het eveneens oppassen om geen verdere tweedeling te creëren tussen de rijkere migranten uit de EU die niet onderworpen zijn aan de verplichte inburgering en ook weinig geneigd zijn om vrijwillig een inburgeringstraject te volgen, en de veelal armere migranten van buiten de EU die dat wel moeten doen. Net als de inburgeringstrajecten van de Vlaamse Gemeenschap, voorziet ook het Brussels-Franstalige initiatief zowel taalcursussen als lessen in burgerschap. Met het oog op de aangekondigde verplichte inburgering in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dient het bestaande aanbod aan inburgeringstrajecten er gevoelig te worden uitgebreid. De Vlaamse gemeenschap plant een bijkomende 2.400 plaatsen in Brussel-19, bovenop de huidige 3.000. Aan Franse kant kunnen 2.000 nieuwkomers al terecht in de nieuwe inburgeringsantenne in Schaarbeek en evenveel kandidaat inburgeraars zouden in 2016in een nog te openen antenne in Molenbeek een traject kunnen starten. Gezien de grote instroom vanuit het buitenland, is het bestaande aanbod in het geval van een verplichte inburgering dus zeker ontoereikend. Aan Vlaamse kant werd het inburgeringsdecreet recent verruimd, waardoor een grotere groep nieuwkomers wordt bereikt. Ook werden sinds begin 2015 alle onthaalinitiatieven van de Vlaamse overheid in Vlaanderen en Brussel ondergebracht in een zogenaamde EVA, een Extern Verzelfstandigd Agentschap, Integratie en Inburgering. Het aantal inburgeraars steeg in 2015 met 10% in vergelijking met 2014.
2014
2015
Stad Antwerpen
4.491
4.679
Brussels Hoofdstelijk Gewest
3.139
3.351
Stad Gent
1.298
1.278
Provincie Limburg
1.776
1.969
Provincie Oost-Vlaanderen
1.322
1.325
Provincie Antwerpen
2.168
2.400
Provincie Vlaams-Brabant
1.427
1.862
Provincie West-Vlaanderen
1.995
2.271
17.619
19.458
totaal
Tabel 3. Aantal inburgeraars per werkingsgebied, in het Vlaams Gewest en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2014 en 2015. BRON: Vlaams Parlement, Schriftelijke vraag nr. 314, 2016.
Rudi Janssens, april 2016
Referenties Anderson B. (1983). Imagined Communities. Reflections on the origin and spread of nationalism. London: Verso. International Organisation of Migration (2015). World Migration Report 2015. Migrants and Cities: New Partnerships to Manage Mobility. Geneva: IOM (pdf). Rudi Janssens, Taal en identiteit in de Rand, Een analyse van de taalsituatie in de Rand rond Brussel op basis van de BRIO-Taalbarometer, Brussel, VUBPRESS, 2014. Rudi Janssens, Meertaligheid als cement van de stedelijke samenleving. Een analyse van de Brusselse taalsituatie op basis van taalbarometer 3, Brussel, VUBPRESS, 2013. Studiedienst van de Vlaamse Regering (2015). Vlaamse Rand. Cijferboek 2015. Brussel: SVR. Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2015 (2016), Brussel: SVR.
RECENTE EDITIES 'BRIO in Brief': BRIO in BRIEF 35 - Fri, 22 Jan 2016 15:50:02 +0100 BRIO in BRIEF 34 - Tue, 15 Dec 2015 16:00:02 +0100
Home
BRIO-matrix