inbraakpreventie Wat kan je doen om ongewenst bezoek buiten te houden?
inhoud VOORWOORD
P1
1. INLEIDING
P2
1.1 WIE ZIJN DE INBREKERS
P1
1.2 HOE GAAT EEN INBREKER TE WERK
P1
1.3 WANNEER WORDT ER MEESTAL INGEBROKEN?
P1
2. BEVEILIG JE WONING
P3
2.1 ORGANISATORISCHE MAATREGELEN
P4
2.2 FYSISCHE OF BOUWKUNDIGE MAATREGELEN
P8
2.3 ELEKTRONISCHE MAATREGELEN
P25
2.4 MELDINGSMAATREGELEN
P26
3. GRATIS TECHNOPREVENTIEF ADVIES
P28
voorwoord De kans om slachtoffer te worden van een inbraak is klein, maar helaas niet onbestaand. Niemand kan immers garanderen dat je woning of appartement gevrijwaard blijft van een inbraak. Inbrekers zijn van alle tijden en zullen wellicht ook altijd blijven bestaan. Om te verkomen dat je slachtoffer wordt van inbraak kun je ook een aantal zaken zelf doen. Veel hangt natuurlijk af van je leefgewoonten, de inboedel, de degelijkheid van het hang en sluitwerk en het correct gebruik ervan. Heel wat bewoners schatten de kans om slachtoffer te worden van een inbraak vrij hoog in. Toch blijkt dat weinig personen zelf de nodige maatregelen treffen om hun woning of appartement te beveiligen. Heel wat bewoners maken het de inbreker zelfs heel gemakkelijk, door ramen of deuren open te laten. Nochtans kan het nemen van enkele eenvoudige maatregelen de kans op een inbraak een stuk verkleinen. Het is niet de bedoeling om van je huis een versterkte burcht te maken, het moet immers nog leefbaar blijven. Maar met een paar extra maatregelen kun je al een wereld van verschil krijgen. Met deze infowijzer ‘Inbraakpreventie’ proberen we je alvast te helpen om een weg te vinden doorheen heel wat organisatorische en bouwkundige maatregelen. Veel leesplezier!
1
1. Inleiding 1.1. wie zijn de inbrekers Inbrekers zijn in de eerste plaats gewone mensen zoals jij en ik. Heel vaak zijn inbrekers gelegenheidsdieven die alleen toeslaan als de gelegenheid zich voordoet. Meestal gaat het om kleinere woninginbraken. Anderzijds kennen we de zogenaamde rondtrekkende dadergroepen. Dit zijn veelal professionelen die zich verenigen in bendes om verspreid in het land hun slag te slaan. Zij houden zich onder andere bezig met inbraak, ramkraken, ladingdiefstallen, car- en homejackings, …
1.2. hoe gaat een inbreker te werk? Meestal zal een inbreker de woning waar hij zijn oog heeft op laten vallen een tijdje observeren. Hij houdt rekening met enkele belangrijke zaken: - - - - -
aanwezigheid van bewoners >< leegstaande woning; licht en lawaai >< donker en stil; kleine straten >< grote toegangs- en vluchtwegen; goed beveiligd >< niet goed beveiligd; …
Het materiaal om de woning binnen te dringen is vaak heel eenvoudig. Een tang, koevoet of schroevendraaier zijn ideale instrumenten; ze wegen niet veel en kunnen onopvallend worden meegenomen. Ze worden gebruikt om ramen en deuren te forceren. Een inbreker kiest heel vaak voor de achterzijde van een woning. De sociale controle is er meestal niet zo goed en bovendien is de beveiliging daar vaak het zwakst. Ook de kelder en het dak zijn mogelijke toegangswegen. 1.3. wanneer wordt er meestal ingebroken? Vroeger gebeurden de meeste inbraken ’s avonds of ’s nachts. Tegenwoordig wordt er ook overdag evenveel ingebroken. Het tijdstip van een inbraak is dus heel moeilijk te voorspellen.
2
2. beveilig je woning Nu we al iets meer weten over de achtergrond van de inbreker, kunnen we ons buigen over de maatregelen die we kunnen nemen om het hem zo moeilijk mogelijk te maken. Deze maatregelen worden gebundeld in een OFEM-beveiligingsplan. Organisatorische maatregelen = veilige leefgewoonten Fysische (bouwkundige) maatregelen = kwalitatief hang- en sluitwerk Elektronische maatregelen = detectie- en alarmsystemen Melding = nauwkeurige aangifte van de inbraak BELANGRIJK We spreken pas over een beveiligde woning wanneer alle bovenstaande maatregelen met elkaar gecombineerd worden. Het heeft geen zin om het perfecte hang- en sluitwerk te installeren in je woning en het dan achteraf niet op de gepaste manier te gebruiken. OPGELET Het volledig voorkomen van inbraken in woningen is onmogelijk! Het is ook niet evident om voor elke woning een ideale oplossing te vinden. Niet iedere woning kan op dezelfde manier beveiligd worden; bovendien beschikt niet iedereen hiervoor over hetzelfde budget. De markt van beveiligingsproducten is overigens constant in evolutie en ook de inbraaktechnieken passen zich telkens aan. Daarom spreken we over beveiliging op maat. Het doel is niet om van je woning een versterkte burcht te maken, maar wel om een gelegenheidsinbreker te ontmoedigen en ervoor te zorgen dat hij zijn inbraakpoging vlug opgeeft.
3
2.1. organisatorische maatregelen Een eerste essentiële stap in de beveiliging van je woning begint met het aannemen van enkele veilige leefgewoonten. Deze maatregelen zijn vrijwel kosteloos en zo eenvoudig dat ze vaak worden vergeten. Toch zijn ze heel nuttig; ze kunnen inbrekers misleiden en afschrikken. Vermijd openstaande toegangen - Gebruik bestaande sluitingen. Ook al ben je slechts eventjes weg, laat geen deuren en ramen openstaan. Vergeet daarbij vooral de achterdeur niet! Het volstaat niet om de deur achter je dicht te trekken. In dat geval gebeurt de vergrendeling alleen via de dagschoot die gemakkelijk te forceren is. Gebruik daarom steeds de nachtschoot van de deur en draai de sleutel één of meerdere keren om1. - Laat geen klap- en/of valraampjes op een kier. Klap- en valraampjes zijn aantrekkelijk voor inbrekers en gemakkelijk te forceren. - Neem steeds je muggenramen weg, ook op het eerste verdiep (plat dak). Muggenramen houden enkel muggen en andere insecten tegen, geen inbrekers. Zorg voor een goed sleutelbeheer - Laat geen sleutel achter onder mat, in de bloempot of in de brievenbus. Deze zogenaamde geheime plaatsen zijn ook door de inbreker gekend. - Leen enkel sleutels uit aan personen waarvan je denkt ze te kunnen vertrouwen. Zorg ervoor dat je deze wel steeds terug krijgt. - Hang geen naamplaatje aan je sleutels. Bij verlies weet men direct waar je woont. Je laat best meteen ook je cilinders vervangen, ook als je de woning huurt. - Gebruik gelijksluitende cilinders. Alle deuren kan je dan openen en sluiten met één en dezelfde sleutel. Dit maakt het leven heel wat gemakkelijker en ook veiliger (bij brand). - Laat geen sleutels aan de binnenkant van de ramen en deuren zitten. Dit kan de vluchtweg van de inbreker vergemakkelijken. 1
4
Zie onderdelen van het slot pagina 10
Vermijd tekenen van afwezigheid - Creëer een bewoonde indruk. Gebruik eventueel instelbare schakelklokken of timers om afwisselend een lichtje te laten branden in je woning. Leg eventueel goedkoop speelgoed in de tuin. - Laat regelmatig de brievenbus leeghalen. Opstapeling van post trekt de aandacht en toont aan dat je er niet bent. - Laat ook de overgordijnen en rolluiken regelmatig openen en sluiten. Zeker tijdens vakantieperiodes steken verduisterde ramen overdag duidelijk af tegenover de andere woningen. - Laat geen boodschap achter aan de deur of het raam. Ook een afwezigheidsmelding op je antwoordapparaat of op internet kan gevaarlijk zijn. Ook inbrekers kunnen dit te weten komen. Breng de mensen liever mondeling op de hoogte van je afwezigheid. Zoek een evenwicht tussen privacy en veiligheid - Stop uw woning niet weg. Let op voor te hoge hagen of muurtjes. Een overdaad aan struikgewas geeft de inbreker de kans om zich daarachter te verschuilen. Buren en voorbijgangers zien niets en de inbreker kan ongestoord te werk gaan. Privacy is leuk, maar veiligheid is ook belangrijk. - Hou de straatzijde open. Een duidelijk zichtbare voordeur is minder aantrekkelijk om te manipuleren. - Voorkom “etaleren”. Vestig niet te veel aandacht op je kostbaarheden en geef niet te veel informatie over je bezittingen.
5
Berg waardevolle goederen op - Hou een minimum aan waarden in huis. Laat alleen het strikt nodige geld in huis. Wees voorzichtig met personeel, laat geen geld en bezittingen zomaar rondslingeren. - Bewaar niet al je kostbaarheden op één plaats. Eén greep en alles is weg. Verdeel geld, juwelen, … op verschillende plaatsen. Hoe meer tijd de inbreker verliest, hoe groter de kans dat hij ervandoor gaat. - Gebruik geen geldkoffertje. Ofwel neemt de inbreker het gewoon mee, ofwel breekt hij het ter plaatse open. Gebruik liever een stevig verankerde kluis (in de muur of grond) of geef je goederen ter bewaring in een bankkluis. Merk, registreer en fotografeer - Hou het serienummer van voorwerpen zorgvuldig bij. Laat dit ook steeds op de factuur noteren. - Noteer nauwkeurig de specifieke kenmerken van voorwerpen zonder serienummer. In dit geval breng je best een eigen markering aan. Hiervoor kan je gebruik maken van stiften met onuitwisbare inkt, UV-pennen, kraspennen, enz. - Van waardevolle voorwerpen zoals juwelen en kunstvoorwerpen, maak je best een digitale kleurenfoto. Plaats een meetlat naast het voorwerp om de grootte te bepalen. Neem een close-up foto van de bijzondere kenmerken zoals krassen, zodat je achteraf aan de politie kan bewijzen dat deze voorwerpen wel degelijk jouw eigendom zijn.
6
Geef de dief geen materiaal - Geef de dief geen opklimmogelijkheden. Tuinmeubelen en ladders kunnen gebruikt worden om koepels, dakvensters en ramen op de eerste verdieping te bereiken. Berg ze daarom op of leg ze vast in de tuin. - Beveilig ook je tuinhuis. Een tuinhuis bevat vaak ideaal inbrekersmateriaal (koevoet, schroevendraaier, hamer, boren, e.d.). - Maak een elektrisch stopcontact aan de buitengevel stroomloos. Een tussenschakelaar kan dit probleem oplossen. Plaats eventueel veiligheidsverlichting - Licht schrikt bepaalde inbrekers af. Je kunt daarom ervoor opteren om op bepaalde strategische plaatsen rondom je woning te kiezen voor plots oplichtende of permanente verlichting.
OPGELET (Schrik)verlichting is pas nuttig wanneer er voldoende sociale controle aanwezig is. Verlichting bij een afgelegen woning zonder buren kan integendeel een extra voordeel zijn voor de inbreker. Indien je dan toch kiest voor (schrik)verlichting, zorg er dan voor dat het schriklicht vandalismebestendig is, hoog genoeg hangt en dus niet gesaboteerd kan worden.
7
2.2. fysische of bouwkundige maatregelen Bouwkundige maatregelen zijn, in tegenstelling tot organisatorische maatregelen, niet kosteloos. Veelal betekent dit investeren2 in goed hangen sluitwerk3 . Het gebruik van bouwkundige maatregelen is echter wel noodzakelijk! De meeste inbraken gebeuren door het forceren van een deur of raam, maar ook andere gevelopeningen, zoals een kelderrooster, een lichtkoepel, e.d., zijn interessante toegangen en worden wat verder in deze infowijzer behandeld.
2.2.1. Deuren Veel inbrekers handelen zoals iedereen: het liefst verschaffen ze zich gewoon via de deur een toegang tot het huis. Ze maken daarbij gretig gebruik van de zwakke plekken van een deur. Deuren kunnen geforceerd worden door: - het gebruik van een koevoet of ander materiaal om de deur open te wrikken; - het gebruik van valse sleutels; - het manipuleren van de dagschoot; - het afbreken of uitboren van de cilinder; - het afrukken van beslag rondom de cilinder; - het vervormen van de sluitplaat; - het uitlichten of losrukken van de scharnieren; - het breken of demonteren van de beglazing.
Voor bepaalde investeringen is het mogelijk om een premie of belastingsvermindering te verkrijgen. Meer informatie hierover kun je verkrijgen in de preventiedienst. 3 Goed hang- en sluitwerk wordt meestal aangeduid met een bepaalde normering. In Nederland gebruikt men de SKG-normering. SKG is een onafhankelijke certificatie organisatie die o.a. beveiligingsloten keurt tegen inbraak. Deze normering wordt ook in België vaak gebruikt. Op het vlak van bouwkundige beveiliging zijn er in België nog geen echte kwaliteitsnormen van toepassing. De VSU (Vlaams Slotenmakers Unie) heeft in 2010 het S3-label in het leven geroepen met als doelstelling het verhogen van de kwaliteit van het hang -en sluitwerk van gevelelementen. 2
8
2.2.1.1. Deurmateriaal en deurkozijn Er bestaan verschillende soorten materialen waaruit deuren kunnen vervaardigd worden. De meest gebruikte zijn hout, aluminium en PVC. Houten deuren moeten vervaardigd zijn uit vol hout (minimum 6 cm dik) en dus zeker niet van het type binnendeur. Een deur van minderwaardige kwaliteit zal gemakkelijk opengerukt of zelfs kapot gestampt kunnen worden. De inbreker kan hiervoor een koevoet of ander materiaal gebruiken. Ook de kwaliteit van het kozijn is belangrijk, evenals de manier waarop dit bevestigd is in de muur. Zo mag er geen kier ontstaan tussen de deur en deurkozijn. In de handel zijn er metalen profielen en inbraakwerende strips verkrijgbaar om deze kieren te dichten. Zo kun je vermijden dat de inbreker er zijn koevoet tussen krijgt.
BELANGRIJK Appartementsdeuren kan je doorgaans vergelijken met binnendeuren en hebben dus geen hoge veiligheidswaarde. Het is belangrijk om je appartementsdeur te beveiligen als een buitendeur4. Eventueel kan er gekozen worden voor een veiligheidsdeur of gepantserde deur. Een gepantserde deur bevat in het deurblad enkele staalplaten en is omringd door een deurkozijn uit hard staal.
Opgelet: bij branddeuren mag men niet extra gaan boren. De brandveiligheid kan op die manier in het gedrang komen.
4
9
2.2.1.2. Het slot Voor buitendeuren kies je best voor cilindersloten5 met veiligheidscilinders en cilinderbescherming. Een goed slot is vervaardigd uit een stevig materiaal en heeft een voorplaat van massief of gelaagd staal en een nachtschoot van 2 à 2,5 cm. voorplaat
slotkast
tuimelaar of noot
dagschoot
nachtschoot
patentgaten
cilinder of sleutelgat
De vroegere bontebaardsloten zijn enkel geschikt voor binnendeuren en zijn helemaal niet inbraakveilig. 6 Er bestaan zowel oplegsloten met of zonder cilinderslot. 7 Meerdere enkelvoudige sloten kunnen het principe van een meerpuntsluiting nabootsen. Het is dus perfect mogelijk om een bestaand slot aan te vullen met extra insteeksloten om de deur op meerdere plaatsen te vergrendelen 5
10
Enkelvoudige sloten Er bestaan verschillende soorten sloten. Zo zijn er insteek- en oplegsloten. Een insteekslot wordt in de deur gemonteerd, oplegsloten6 worden op de deur bevestigd. In tegenstelling tot insteeksloten zijn oplegsloten enkel van binnen de woning te bedienen.
Meerpuntsluiting Nog beter dan een enkelvoudig slot7 is een meerpuntsluiting. Dit is een insteekslot en vergrendelt de nachtschoten van de deur met één centraal geplaatste cilinder op meerdere plaatsen (3 of 5 sluitpunten). De nachtschoten kunnen verschillende vormen aannemen. Zo bestaan er meerpunt-sluitingen met haakschoten, schoten in pinvorm, blokschoten of een combinatie van voorgaande. Voor veiligheidsdeuren in appartementen bestaat er een zware veiligheids-meerpuntsluiting.
11
OPGELET Het is belangrijk om in geen enkel geval te kiezen voor rolnokken. Rolnokken werden vroeger gebruikt om de deuren recht in het kozijn te houden, maar hebben geen enkele inbraakpreventieve waarde. Ze kunnen heel gemakkelijk geforceerd worden.
Deuren in aluminium of PVC zijn smaller en vergen vaak een ander type slot dan houten deuren.
Het systeem van de meerpuntsluiting kan ook gemotoriseerd worden. Er bestaan tevens elektronische sloten waarvan, zelfs bij een stroomonderbreking, de nachtschoten automatisch vergrendelen.
12
2.2.1.3. De sluitplaat – sluitkom Even belangrijk als het slot is de sluitplaat of sluitkom. Er zijn sluitplaten in de vorm van een schild, een hoekbeslag of een sluitkom. Een klassieke sluitplaat wordt op het deurkozijn gemonteerd en is meestal te dun en heeft te korte schroeven. Deze sluitplaat biedt met andere woorden geen enkele weerstand bij een inbraak. Een sluitkom is vervaardigd uit gehard staal en is voorzien van schootkasten die de nachtschoot volledig omringen. Een sluitkom wordt met lange schroeven door het deurkozijn tot in het metselwerk bevestigd.
13
2.2.1.4. Veiligheidscilinder Veiligheidscilinders zijn heel belangrijk in de mechanische beveiliging. In tegenstelling tot klassieke cilinders zijn veiligheidscilinders gemaakt uit gehard staal en zijn ze beschermd tegen het uitboren of uittrekken van de rotor. Veiligheidscilinders beschikken bovendien over een sleutelcertificaat. Een sleutelcertificaat is een eigendomscertificaat en voorkomt dat sleutels kunnen gekopieerd worden. Daar waar het niet nodig is om van buitenaf toegang te hebben tot een woning, volstaat het om een halve cilinder aan te brengen langs de binnenzijde van de deur. Aan de buitenkant kan de opening eventueel afgedekt worden met een “blind schild”. Er bestaan cilinders met sleutelbediening langs één zijde en cilinders met sleutelbediening langs beide zijden waarbij de deur van buitenaf kan geopend worden, zelfs als de sleutel op de deur is gebleven8. Alle cilinders kunnen gelijksluitend gemaakt worden met het hoofdslot. Alle cilinders kan je dan met één en dezelfde sleutel bedienen. Dit maakt dat je niet nodeloos veel sleutels nodig hebt en is bovendien veiliger in panieksituaties.
De vele bestaande cilinders en sleutels kunnen, mits enkele aanpassingen, in een elektronisch systeem geïntegreerd worden. De bediening van de cilinder kan gebeuren door elektronische sleutels, een codeklavier, een badge, … Bij een draadloos systeem hoeft men zelfs geen rekening te houden met bekabeling, wat zorgt dat er achteraf geen breekwerk bij te pas komt.
8
14
Simultane toegang via omkeerbare sleutels of sleutels met een “gevaarfunctie”
2.2.1.5. Cilinderbescherming Een cilinder mag niet meer dan 2 mm uitsteken en mag niet meer dan 1 mm zijwaarts kunnen bewegen. Een cilinderslot dat uitsteekt aan de buitenzijde van de deur kan met eenvoudig gereedschap worden vastgeklemd en afgebroken, waarna men het slot gemakkelijk kan openen. Een cilinder beschermen kan je door het plaatsen van een veiligheidsrozet of veiligheidsbouwbeslag. Veiligheidsrozet Een veiligheidsrozet is een stalen plaatje dat aan de buitenzijde op de deur rond de cilinder wordt bevestigd en ervoor zorgt dat de cilinder opnieuw vlak komt te zitten. Een rozet wordt van binnenuit vastgeschroefd met lange schroeven. Er zijn dus geen schroeven zichtbaar aan de buitenzijde van de deur. Voor deuren uit aluminium of pvc zijn er verschillende soorten veiligheidsrozetten voorzien. Bij houten deuren kan een rozet enkel geplaatst worden als het bestaande slot voorzien is van de nodige openingen (patentgaten) die het plaatsen van de bevestigingen van de rozet toelaten. Voor oudere sloten, die vaak niet voorzien zijn van deze patentgaten, bestaan er heel wat alternatieven zoals een rozet met schroeven die geen patentgaten vereisen of een opschuifrozet.
zonder kernbeveiliging
met kernbeveiliging
15
Veiligheidsbouwbeslag Bij een veiligheidsbouwbeslag is niet alleen de cilinder maar ook de kruk in het beslag geïntegreerd. Veiligheidsbouwbeslag is een lang stalen schild dat, net zoals een veiligheidsrozet, langs binnen is vastgeschroefd en belet dat de cilinder te ver uitsteekt.
OPGELET Kies bij voorkeur voor cilinderbescherming waarbij de contouren van de cilinder niet zichtbaar zijn, maar enkel de gleuf waar de sleutel in past. Let er dus op dat je kiest voor cilinderbescherming met kernbeveiliging!
16
2.2.1.6. Scharnierbescherming Bij deuren die naar buiten draaien, bevinden de scharnieren zich aan de buitenzijde. Scharnieren kunnen gemakkelijk geforceerd worden. Als bescherming kunnen in dit geval dievenklauwen gebruikt worden. Dievenklauwen zijn veiligheidspinnen die ervoor zorgen dat de deur niet uit zijn scharnieren kan worden gelicht. Ze kunnen al op voorhand in de scharnieren geïntegreerd worden. Ze kunnen ook in bestaande deuren worden toegevoegd door ze apart te monteren tussen het deurblad en het deurkader aan de scharnierzijde9 . Bij naar buiten opendraaiende deuren zorgen ze er tevens voor dat men bij afslijpen van de scharnieren aan de buitenzijde, met bijvoorbeeld een slijpschijf, het deurblad niet kan verwijderen.
9
Meestal 3 dievenklauwen, gespreid over de volledige deurbladhoogte.
17
2.2.1.7. Toegangscontrole In het beveiligen van de woning tegen inbraak, is ook de toegangscontrole een belangrijk niet te vergeten aspect. Een deurspion, een deurketting/ kierstandhouder of een (video)parlofoon zal de inbreker niet tegenhouden en een inbraak voorkomen, maar helpt wel te voorkomen dat iemand zomaar bij jou binnen gaat nadat je de deur al opende. Er is dus meer sprake van een bepaald gebruikscomfort dan van een daadwerkelijke beveiliging.
BELANGRIJK Toegangscontrole is uitermate belangrijk in appartementsgebouwen. Dit vormt al een eerste barrière en afschrikking voor de inbreker.
18
2.2.2. Ramen Net zoals deuren zijn ook ramen inbraakgevoelige plaatsen. Ook hier maken inbrekers gretig gebruik van de zwakke plekken van het raam. Daarbij hanteren ze enkele frequent gebruikte methodes: - het openwrikken van het raam en het uit elkaar drijven van de vensterdeuren; - het uitlichten of losrukken van de scharnieren; - het uitboren van de afsluitkruk; - het raam stukslaan; - het raam uitsnijden of demonteren.
2.2.1.1. nieuwe ramen Nieuwe ramen worden best uitgerust met een meerpuntsluiting met stalen paddenstoelnokken10 en bijhorende sluitplaten. Deze paddenstoelnokken haken in een U-vormige sluitplaat waardoor een grotere stevigheid wordt bekomen. Geef ook de voorkeur aan vergrendelbare raamkrukken11 in plaats van gewone raamkrukken zonder slot. Ook hier kunnen de scharnieren extra beveiligd worden door middel van dievenklauwen.
10 11
Minimum 4 paddenstoelnokken per m² Raamkruk met cilinderslot
19
OPGELET Kies ook hier in geen enkel geval voor rolnokken. Rolnokken hebben geen enkele inbraakwerende functie, ze bevorderen enkel de stevigheid van het raam. Ramen met gewone rolnokken kunnen eenvoudig uit hun kozijn gelicht worden. BELANGRIJK Indien het niet noodzakelijk is om in een bepaalde ruimte een raam te hebben dat geopend kan worden, kies je best voor een vast raam met eventueel een ventilatiestrook12. Op die manier is dit raam beter beschermd tegen inbrekers en kan je de ruimte toch verluchten. Bestaande opengaande ramen kunnen ook vast gemaakt worden met behulp van ééntoerschroeven13.
Het gebruik van vaste ramen met een ventilatiestrook is in bepaalde gevallen verplicht bij nieuwbouw 13 Eéntoerschroeven kunnen alleen worden vastgedraaid. Ze dienen ook voor het vastmaken van grendels, koepels, traliewerk, ... en worden uitzonderlijk nog gebruikt voor het vastmaken van de glaslatten die zich aan de buitenzijde van de woning bevinden. 12
20
2.2.1.2. Bestaande ramen In bepaalde gevallen kunnen de bestaande rolnokken gemakkelijk vervangen worden door paddenstoelnokken. Dit is echter niet altijd mogelijk of gewenst.
worden.
Een oplegslot is ook hier een goede oplossing om bestaande ramen extra te beveiligen. Opbouwsloten moeten stevig bevestigd
Enkelvoudige beglazing kan vervangen worden door dubbel of gelaagd glas, maar dan controleer je best of het raamwerk daaraan aangepast kan worden. Soms is het goedkoper om de ramen volledig te vervangen.
2.2.1.3. Schuiframen Ook voor schuiframen bestaan er heel wat mogelijkheden. Zorg ervoor dat het schuifraam niet kan worden opgelicht. Daarvoor voorzie je best een meerpuntsluiting met zwenkschoten in haakvorm. Een raamkruk met eventueel een cilinder14 en/of een bijkomend oplegslot houdt het schuifraam op zijn plaats. Je kunt het openschuivend gedeelde van het schuifraam ook blokkeren door een balk in de geleider te leggen over het profiel heen. Dit is een vrijwel kostenloze manier van beveiligen, maar toch heel efficiënt! Indien een schuifraam niet als ingang wordt gebruikt, kan er hier ook gewerkt worden met een halve cilinder. Op die manier is de cilinder onbereikbaar en is er ook geen kruk aan de buitenzijde.
14
21
2.2.1.4. Dakramen en klapraampjes Dakramen zijn meestal snel geopend wanneer ze gemakkelijk toegankelijk zijn (regenafvoerpijpen, dakgoten, plat dak, …). De juiste materiaalkeuze kan veel ellende voorkomen. Er kunnen tevens oplegsloten worden geplaatst om de veiligheid te verhogen. Klapraampjes worden vaak in toiletten en badkamers geïnstalleerd. Vaak worden ze open gelaten om de kamer te verluchten. Deze ramen kunnen natuurlijk ook door de inbreker gebruikt worden om het huis binnen te dringen. Een ijzeren valbeugel voorkomt het uitbuigen van dit soort ramen in open toestand. In gesloten toestand kan hier ook voor een extra oplegslot gekozen worden.
2.2.1.5. Gelaagd glas Gelaagd glas is een veiligheidsbeglazing samengesteld uit twee of meer glaslagen waartussen een aantal polyvinylbutyral folies15 (PVB) zijn geïntegreerd. Gelaagd glas bemoeilijkt de toegang voor inbrekers omdat zij een grote hoeveelheid glassamenstelling en PVB-lagen moeten breken wat heel veel lawaai maakt. Gelaagd glas heeft een goede schokweerstand, na breuk is er toch nog steeds een bescherming van de beglazing. Gelaagd glas kan gecombineerd worden met zonnewerend glas. OPGELET Een alternatief voor het vervangen van de ramen door gelaagd glas is het gebruik van een ‘safety film’. Dit is een soort polycarbonaatfolie die aan de binnenzijde van de ramen wordt bevestigd. Deze methode is weliswaar goedkoper dan gelaagd glas, maar wel minder duurzaam. De folie bestaat ook in verschillende diktes.
Gelaagd glas wordt steeds langs de binnenzijde van de ruit geplaatst en wordt pas als inbraakwerend beschouwd indien het voorzien is van 4 folies
15
22
2.2.1.6. Rolluiken Rolluiken zijn geen beveiliging op zich, maar vormen wel een bijkomende hindernis. Rolluiken kunnen beveiligd worden tegen het oplichten door rolluikpinnen of een automatisch vergrendelingssysteem dat in de rolluikkast is ingebouwd.
2.2.2. Andere gevelopeningen 2.2.2.1. Kelderroosters Kelderroosters worden vaak vergeten in de beveiliging van een woning. Meestal zijn kelderroosters gemakkelijk te forceren omdat ze niet goed vastgehecht zijn. Beveilig daarom het rooster door in de kelder een ketting of stang met hangslot te installeren16. De ketting of stang moet zo strak en zo laag mogelijk gespannen zijn en zeker niet bereikbaar van buitenaf.
De basisvoorwaarde is dat het rooster zelf uit een stevig materiaal bestaat en dat de mazen niet te groot zijn
16
23
2.2.2.2. Lichtkoepels Lichtkoepels zijn hoofdzakelijk vervaardigd uit acrylaten en kunnen dus gemakkelijk stukgeslagen of ingetrapt worden. Om dit te voorkomen bestaan er enkele maatregelen. Zo kan je onder de koepel een inbraakrooster plaatsen of een plaat uit polycarbonaat. Het is echter praktischer om meteen een polycarbonaatkoepel17 te installeren. Meestal is de koepelbeveiliging een zwak punt. De schroeven kunnen vrij eenvoudig worden losgedraaid, waarna de koepel wordt verwijderd. Het volstaat om een deel van de bevestigingsschroeven te vervangen door ééntoerschroeven (groot formaat) of door schroeven met een blinde kop. Ook koepels die nooit opengaan, kun je op die manier definitief vastmaken.
2.2.2.3. Garagepoorten Sectionale garagepoorten Gemotoriseerde sectionale garagepoorten zijn uitgerust met een afsluitingsmechanisme in de looprail. Bij het afsluiten vergrendelt de poort automatisch. Door deze automatische drukbeveiliging is het oplichten van de poort vrijwel onmogelijk. Meestal blijft het mechanisch sluitsysteem ook werken bij stroomonderbreking.
Je kunt eventueel ook ervoor opteren om de binnenzijde van de bestaande koepel te bekleden met een polycarbonaatfolie.
17
24
Kantelpoorten Kantelpoorten zijn met relatief eenvoudige maatregelen te beveiligen. Zo is het doorgaans voldoende om de loopwieltjes te blokkeren door achter de wieltjes (in gesloten toestand), door de geleiders heen, een gaatje te boren en er een stalen pen of hangslot in aan te brengen18. Let vooral ook op de bescherming van de eventuele aanwezige cilinders. Hiervoor gelden dezelfde beveiligingsmaatregelen als voor een buitendeur. Tenslotte kan je ook ervoor opteren om een meerpuntsvergrendeling19 met 3 sluitpunten te installeren.
2.3. ELEKTRONISCHE MAATREGELEN Het aanbod aan allerlei elektronische beveiligingssystemen is heel groot. De meest gebruikte zijn alarmsystemen en camerabewaking. Een elektronisch beveiligingssysteem detecteert en meldt ongewenst bezoek, maar is geen beveiliging op zich. Geen enkel alarmsysteem of camera kan beletten dat er ingebroken wordt, maar het vormt wel een aanvulling op de organisatorische en bouwkundige maatregelen. Alle elektronische beveiligingsystemen zijn gereglementeerd en moeten voldoen aan de wettelijke bepalingen. Deskundig advies is zeker aan te raden! Meer informatie over alarmsystemen vind je in onze ‘infowijzer alarminstallaties’. Deze is gratis te verkrijgen bij de preventiedienst van de stad Brugge (contactgegevens achteraan in deze infowijzer).
Dit systeem kan enkel gebruikt worden wanneer er een andere deur is om de garage te verlaten. 19 2 zijdelingse sluitpunten aan de onderzijde van de poort en 1 sluitpunt aan de bovenzijde. 18
25
2.4. MELDINGSMAATREGEL 2.4.1. Slachtoffer van inbraak Ondanks de genomen maatregelen bestaat er toch nog een kans dat je slachtoffer wordt van een inbraak. Meestal gebeurt een inbraak tijdens je afwezigheid. In uitzonderlijke gevallen gebeurt een inbraak terwijl je thuis bent. Als je verdachte geluiden hoort, volstaat het meestal om het licht aan te steken of lawaai te maken om de inbreker op de vlucht te doen slaan. Hij heeft er geen voordeel bij om herkend te worden. Indien er toch een confrontatie zou plaatsvinden: - - - - - - - -
probeer kalm te blijven; geef of doe wat er gevraagd wordt; vermijd een gevecht met de inbreker aan te gaan; probeer de inbreker goed te observeren om een goede persoonsbeschrijving te kunnen geven; probeer het vluchtmiddel en de vluchtrichting te onthouden; verwittig zo vlug mogelijk de politie; maak een lijst op van je gestolen goederen; breng je verzekeringsmaatschappij zo vlug mogelijk op de hoogte.
Gelukkig komt een confrontatie zelden voor. Meestal stellen mensen bij hun thuiskomst vast dat er is ingebroken. Dan is het belangrijk om zo weining mogelijk aan te raken. Mogelijk hebben de inbrekers een aantal sporen nagelaten. Laat dus alles liggen zoals het lag. Ga liefst niet ver in de woning, contacteer direct de politie (101 of 112) en wacht op hun komst. Beperk de verdere schade! Laat bij diefstal van krediet- of bankkaarten deze onmiddellijk blokkeren. Bij diefstal van je sleutels laat je de cilinders best direct vervangen.
26
2.4.2. Handel snel na het misdrijf Hoe vlugger je na een misdrijf de politie contacteert, hoe groter de kans op een oplossing. Dikwijls blijkt na een inbraak dat de betrokkene geen goede beschrijving kan geven van de vermiste goederen of zelfs helemaal niet weet wat er verdwenen is. Een opsporing van de gestolen goederen is hierdoor heel moeilijk. Heel wat goederen, die na arrestatie in beslag zijn genomen, kunnen niet terugbezorgd worden aan de eigenaar. Met een duidelijke aangifte kan je de kans vergroten dat je de goederen terug krijgt. Daarom juist kunnen we het belang van merken, registreren en fotograferen niet genoeg benadrukken! Deze eenvoudige maatregel kan je achteraf heel wat ellende besparen.
27
3. GRATIS TECHNOPREVENTIEF ADVIES Benieuwd hoe het bij jou thuis is gesteld op het gebied van inbraakbeveiliging? Zou je graag nog meer informatie ontvangen over welke maatregelen je kunt nemen om je beter tegen een inbraak te beschermen? Heb je dus met andere woorden interesse in een technopreventief advies? Maak dan een afspraak met de technopreventief adviseur van de preventiedienst Brugge en krijg een uitgebreid en gratis advies op maat van je eigen woning of appartement! Of heb je bouw- of verbouwplannen? Kom dan gerust eens langs bij ons op kantoor en we bekijken samen je bouwplan. Dit alles is ook geheel vrijblijvend en zonder enige verplichting! Natuurlijk blijft ons technopreventief advies niet beperkt tot particulieren. Ook zelfstandigen, bedrijven en openbare gebouwen kunnen een beroep doen op onze dienst om zich te laten adviseren. Samen met de lokale politie Brugge en eventueel andere partners proberen we een zo goed mogelijk beveiligingsplan voor te stellen zodat jij heel vlug aan de slag kunt. Veel succes!
28
Contact: stad brugge preventiedienst afdeling inbraakpreventie l. coiseaukaai 2, b-8000 brugge t 050 44 88 86 f 050 44 88 09
[email protected] www.brugge.be/preventie 29