VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 10
Onderwerp: Zuiver Afvalwater – visie en strategie voor het zuiveringsbeheer
Nummer: 320903
In D&H: In Cie:
ir. A.J. Menkveld (030) 634 5906 Strategie en Innovatie
In AB: Portefeuillehouder:
10-05-2011 BMZ 24-05-2011 SKK 29-06-2011 Reerink
Steller: Telefoonnummer: Afdeling: Geheim:
ja
nee
Voorstel Stelt het college u voor om In te stemmen met de visie en strategie voor het zuiveringsbeheer zoals vastgelegd in de bijgevoegde notitie ‘Zuiver afvalwater’. De visie is: Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft een wettelijke zorgplicht voor het zuiveren van het afvalwater. Wij streven als eigenaar en beheerder van de zuiveringstechnische werken naar de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen. Daarom zuiveren wij afvalwater, op een maatschappelijk verantwoorde wijze, transparant en zichtbaar voor belanghebbenden, op technologisch bijdetijdse wijze, door een professionele bedrijfsvoering met het oog op de toekomst.
BMZ SKK Advies commissie Doorgeleiden van de notitie Zuiver Afvalwater- visie en strategie voor het zuiveringsbeheer door het college, met de door het college gewenste aanpassingen naar aanleiding van opmerkingen van de commissie. Reactie college op advies commissie Bijna alle vragen van de commissie zijn tijdens de behandeling van het stuk al door de portefeuillehouder beantwoord. Hieronder worden de vragen beantwoord waar de portefeuillehouder van heeft toegezegd ze te zullen nazoeken. 1. Harde criteria zoals terugverdientijd en betere prestaties tegen lagere kosten worden gemist bij paragraaf 4.2 van het stuk. Reactie college: De doelmatigheidsafwegingen bij een investering die leidt tot lagere exploitatiekosten (door aanpassingen in het beheer en onderhoud, verminderd chemicaliëngebruik of energiebesparingen) worden gemaakt door het opstellen van een businesscase. Ons waterschap rekent met een terugverdientijd van 15 jaar (de afschrijvingstermijn van de elektrotechnische en mechanische systemen). In de businesscase wordt gebruikgemaakt van de NettoContanteWaarde-methodiek. In de nota is hier nu een expliciete passage over opgenomen. 2. Geconstateerd wordt dat van de 17 rwzi’s er 8 op eigen water lozen. Voor de andere moet lozingsheffing worden betaald. Het kiezen van andere lozingspunten zou moeten worden overwogen. Reactie college: Onze visie is dat het effluent wordt geloosd op de plaats die de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten geeft. De strategie is dat bij elke nieuwe investering verschillende varianten voor zuiveringsaanpassing en/of verplaatsing van het lozingspunt goed met elkaar vergeleken worden (zie pagina 26 van de notitie). 3. De koolstofdioxide-emissie wordt gemist in de beschrijving van het zuiveringsproces. Reactie college: De emissie van koolstofdioxide die vrijkomt bij het zuiveringsproces behoort tot de zogenaamde korte-kringloop-CO2 en draagt niet bij aan het broeikasgaseffect (bron STOWA-rapport 201008). De CO2-emissie is daarom niet opgenomen in de beschrijving van de emissies van broeikasgassen uit rwzi’s op pagina 14 in de notitie. In de nota is op dit punt een extra toelichtende tekst toegevoegd.
320903
-1-
INLEIDING In de commissie BMZ van 12 januari 2010 is aangegeven dat er behoefte is aan een visie op de zuiveringstaak. Daarbij is aangegeven dat het belangrijk is dat het waterschap zelf zo’n visie opstelt. Het college heeft daartoe op 16 november 2010 een notitie Zuiveringsvisie aan de commissie voorgelegd. Tijdens de behandeling van deze notitie op 16 november heeft de commissie aangeven meer inzicht te willen hebben in zowel de lange termijn visie, als de strategie voor de komende vier jaar. Dit voorstel geeft een invulling aan deze wens. De periode 2011-2014 is zo gekozen, dat er een nieuwe visie wordt opgesteld als er meer bekend is over de kwaliteitseisen van de Kaderrichtlijn Water. De notitie heeft de volgende doelen: Scheppen van een bestuurlijk kader om investeringen in de zuiveringstaak te kunnen afwegen tegen alternatieven. Richting geven aan het dagelijks handelen van de organisatieonderdelen die de zuiveringstaak uitvoeren. Anticiperen op relevante ontwikkelingen voor de zuiveringstaak in de nabije toekomst. De notitie is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 2 geeft eerst een beschrijving van het zuiveringsproces. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de bestaande bestuurlijk vastgelegde afspraken op het gebied van zuiveren. Hiermee ligt het bestuurlijk kader voor de visie reeds deels vast. Hoofdstuk 4 begint met de algehele visie voor het zuiveringsbeheer. Daarna volgen de deelaspecten van visie en de toelichting hierop. Bij elke deelvisie is aangegeven wat de strategie voor de komende 4 jaar is.
ARGUMENTEN Eigenaar en beheerder Zuiveren van afvalwater is een industrieel proces met een concreet eindproduct. De afwegingen zijn daardoor veel minder politiek van aard. Dit is waarom er soms stemmen opgaan is om het zuiveringsbeheer op afstand te plaatsen. Het waterschap is desondanks van mening dat de zuiveringstaak integraal onderdeel uitmaakt van het gehele watersysteem en daardoor een belangrijke taak van het waterschapswerk vormt. Door de financiële en organisatorische omvang is de zuiveringstaak ook voor het bestaansrecht van het waterschap van groot belang. Ook binnen de waterschapsorganisatie is bedrijfsmatige aansturing van dit maatschappelijk relevante industriële proces goed geborgd. Tegen de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen Zuiveren van afvalwater is een kostbare aangelegenheid. Het waterschap wil op allerlei manieren proberen de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden. Dit kan onder andere door het water precies zover te zuiveren als nodig is voor het ontvangende water, het terugdringen van schoon water uit de riolering en bij strengere lozingsnormen af te wegen of lozen op oppervlaktewater met meer draagkracht niet goedkoper is dan het aanpassen van de zuiveringstechniek. Door goed asset management wordt actief gewerkt aan kostenbesparingen door het optimaliseren van de levensduur van installaties. Ook door schaalvergroting kan bespaard worden. Bij iedere nieuwe investering wordt integraal afgewogen of het mogelijk is om schaalvoordelen te behalen door zuiveringstechnische werken samen te voegen afgezet tegen hogere transportkosten. Daarnaast wordt in het kader van WINNET afgetast of het mogelijk is meer samen met de gemeenten beheer en onderhoud uit te voeren. Op een maatschappelijk verantwoorde manier Het waterschap werkt aan de optimale balans tussen people, planet en profit (mens, milieu en maatschappij). We hebben oog voor de mens: de veiligheid van de medewerkers, welzijn van de omwonenden en kennisdeling naar ontwikkelingslanden. We werken actief aan verbeteringen in het milieu. Het waterschap werkt aan reduceren van energiegebruik én het opwekken van elektriciteit met als doel uiterlijk 2020 energieneutraal te zuiveren. Daarnaast proberen we zo min mogelijk afvalstoffen te veroorzaken en zo veel mogelijk energie en grondstoffen uit het afval te produceren. Bij
320903
-2-
investeringsafwegingen voor duurzame maatregelen bekijken we de totale maatschappelijke kosten en baten. Dit sluit aan bij onze waterschapsbrede visie, zoals verwoord in het Waterbeheerplan. Transparant en zichtbaar voor de belanghebbenden Burgers en bedrijven betalen voor de zuivering van hun afvalwater. Het is daarom belangrijk om transparant te zijn over wat wij voor dat geld doen. Zuiveringstechnische werken zichtbaar maken, het geven van rondleidingen en via persberichten toelichten van het gebruik van nieuwe duurzame processen zijn hier voorbeelden van. Op technologisch bijdetijdse wijze Het waterschap wil een maatschappelijke voorbeeldrol vervullen op het gebied van zuiveringsprestatie en innovatie. Zo zoeken we actief om het bereik van het zuiveringsproces te vergroten, bijvoorbeeld bij het verwijderen van hormonen en medicijnresten. Wij werken hier actief aan door in te zetten op kennisontwikkeling, het uitvoeren van proeven op industriële schaal (eventueel samen met marktpartijen) en samenwerken met andere waterschappen en ketenpartners. Door een professionele bedrijfsvoering Het zuiveren van afvalwater is een industrieel proces. Hierbij past een professionele bedrijfsvoering, waarin continu gezocht wordt naar procesoptimalisaties met hoge eisen aan kwaliteit en rendement. Wij maken hierbij gebruik van de methodiek van het INK-managementmodel. Met het oog op de toekomst De ontwikkelingen in de maatschappij gaan steeds sneller, daarom is het belangrijk vooruit te blikken naar de toekomst. In de toekomst zal er nog meer aandacht zijn voor samenwerking in de afvalwaterketen, maar ook de zuiveringstechniek zelf kan sterk veranderen. Misschien heeft elke burger in 2050 zijn wel eigen individuele zuivering. De Stichtse Rijnlanden volgt de ontwikkelingen op de voet en werkt mee aan de verdere ontwikkeling daarvan.
RELATIE MET ORGANISATIEMISSIE, COLLEGEPROGRAMMA OF ANDERE BELEIDSDOCUMENTEN Het zuiveren van afvalwater valt onder de kerntaak “Schoon water”. In het zuiveringsproces komen de kernwaarden van het waterschap: duurzaamheid, kwaliteit, resultaatgerichtheid, innovativiteit en efficiency aan bod. Hier is in de notitie uitgebreid aandacht voor. In hoofdstuk 3 van de notitie is een overzicht gegeven van alle bestuurlijke afspraken die een relatie hebben met het zuiveringsbeheer.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES Dit voorstel bevat geen directe financiële consequenties. Voorstellen die voortvloeien uit deze visie en bijzondere implicaties hebben zullen afzonderlijk aan het bestuur worden voorgelegd.
KANTTEKENINGEN (niet van toepassing)
UITVOERING Deze notitie is maatgevend voor de uitvoering van de zuiveringstaak. Dit betekent dat in de meerjarenplanning, aanpassingen of uitbreidingen van zuiveringstechnische werken en aanpassingen in de procesvoering, invulling wordt gegeven aan de aspecten uit deze notitie.
COMMUNICATIE Deze notitie is bedoeld om een kader te scheppen voor het bestuur én richting te geven aan het dagelijks handelen van de organisatieonderdelen die verantwoordelijk zijn voor het zuiveringsbeheer. Zij zijn daarmee de belangrijkste doelgroepen waar naar deze visie en strategie gecommuniceerd wordt. De notitie kan echter ook gebruikt worden om andere interne en externe partijen toe te lichten wat onze visie is op het zuiveren van afvalwater en wat onze strategie is voor de komende 4 jaar.
320903
-3-
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk Zuiver Afvalwater - visie en strategie voor het zuiveringsbeheer (DM 307855)
TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman
320903
-4-
Zuiver afvalwater Visie en strategie voor het zuiveringsbeheer
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden
Zuiver afvalwater Visie en strategie voor het zuiveringsbeheer
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden DM: 307855 Versie 2 mei Behorende bij bestuursvoorstel 320903
2
Samenvatting van de visie ....................................................................................................4 1
Wat staat wel en niet in dit visie en strategie document? ......................................6 1.1 1.2 1.3
2
Wat is zuiveren? .........................................................................................................8 2.1 2.2 2.3 2.4
3
Waarom zuiveren we afvalwater?.....................................................................8 Hoe zuiveren we het afvalwater?......................................................................8 Welke partijen zijn bij het zuiveren betrokken?...............................................12 Welke ontwikkelingen zijn van belang om te volgen?.....................................13
Wat voor afspraken zijn er al gemaakt? .................................................................18 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
Doel ..................................................................................................................6 Afbakening........................................................................................................6 Leeswijzer.........................................................................................................7
Afspraken op gebied van klimaat en energie..................................................18 Afspraken op gebied van samenwerking in de keten .....................................19 Afspraken op het gebied van emissies ...........................................................20 Afspraken uit het Waterbeheerplan Water Voorop! ........................................21 Afspraken op gebied van efficiency ................................................................22
Wat is onze visie op de zuiveringstaak en welke strategie volgen we daarbij? .23 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Eigendom én beheer bij het waterschap ........................................................23 Laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten .............................................23 Maatschappelijk verantwoord zuiveringsbeheer .............................................26 Transparant en zichtbaar voor belanghebbenden ..........................................27 Met moderne technologie ...............................................................................28 Professionele bedrijfsvoering..........................................................................28 Met het oog op de toekomst ...........................................................................29
3
Samenvatting van de visie Schoon water is een kerntaak van het waterschap. Het zuiveren van afvalwater is hiervan een belangrijk onderdeel. Met de zuiveringsvisie geeft het waterschap aan wat we met de zuiveringstaak willen bereiken. De zuiveringsvisie geeft het streefbeeld voor de lange termijn weer en geeft richting en inspiratie aan de organisatie. Tegelijk met de visie is ook een strategie opgesteld die aangeeft wat we moeten doen om de visie te verwezenlijken. De strategie neemt de huidige situatie als vertrekpunt en geeft aan welke doelen op de korte en middellange termijn worden gesteld en hoe deze bijdragen aan het realiseren van de visie. De visie luidt: Het waterschap heeft een wettelijke zorgplicht voor het zuiveren van het afvalwater. Wij streven als eigenaar en beheerder van de zuiveringstechnische werken naar de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen. Daarom zuiveren wij afvalwater, op een maatschappelijk verantwoorde wijze, transparant en zichtbaar voor belanghebbenden, op technologisch bijdetijdse wijze, door een professionele bedrijfsvoering met het oog op de toekomst. Toelichting van de elementen uit de visie: Eigenaar en beheerder Zuiveren van afvalwater is een industrieel proces met een concreet eindproduct. Het waterschap is van mening dat de zuiveringstaak integraal onderdeel uitmaakt van het gehele watersysteem en daardoor een belangrijke taak van het waterschapswerk vormt. Door de financiële en organisatorische omvang is de zuiveringstaak ook voor het bestaansrecht van het waterschap van groot belang. Ook binnen de waterschapsorganisatie is bedrijfsmatige aansturing van dit maatschappelijk relevante industriële proces goed geborgd. Tegen de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen Zuiveren van afvalwater is een kostbare aangelegenheid. Het waterschap wil op allerlei manieren proberen de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden. Dit kan onder andere door het water precies zover te zuiveren als nodig is voor het ontvangende water, het terugdringen van schoon water uit de riolering en bij strengere lozingsnormen af te wegen of lozen op oppervlaktewater met meer draagkracht niet goedkoper is dan het aanpassen van de zuiveringstechniek. Door goed asset management wordt actief gewerkt aan kostenbesparingen door het optimaliseren van de levensduur van installaties. Ook door schaalvergroting kan bespaard worden. Bij iedere nieuwe investering wordt integraal afgewogen of het mogelijk is om schaalvoordelen te behalen door zuiveringstechnische werken samen te voegen afgezet tegen hogere transportkosten. Daarnaast wordt in het kader van WINNET afgetast of het mogelijk is meer samen met de gemeenten beheer en onderhoud uit te voeren. Op een maatschappelijk verantwoorde manier Het waterschap werkt aan de optimale balans tussen people, planet en profit (mens, milieu en maatschappij). We hebben oog voor de mens: de veiligheid van de medewerkers, welzijn van de omwonenden en kennisdeling naar ontwikkelingslanden. We werken actief aan verbeteringen in het milieu. Het waterschap werkt aan reduceren van energiegebruik én het opwekken van elektriciteit met als doel uiterlijk 2020 energieneutraal te zuiveren. Daarnaast proberen we zo min mogelijk afvalstoffen te veroorzaken en zo veel mogelijk energie en
4
grondstoffen uit het afval te produceren en waar mogelijk zelf her te gebruiken. Bij investeringsafwegingen voor duurzame maatregelen bekijken we de totale maatschappelijke kosten en baten. Dit sluit aan bij onze waterschapsbrede visie, zoals verwoord in het Waterbeheerplan. Transparant en zichtbaar voor de belanghebbenden Burgers en bedrijven betalen voor de zuivering van hun afvalwater. Het is daarom belangrijk om transparant te zijn over wat wij voor dat geld doen. Zuiveringstechnische werken zichtbaar maken, het geven van rondleidingen en via persberichten toelichten van het gebruik van nieuwe duurzame processen zijn hier voorbeelden van. Op technologisch bijdetijdse wijze Het waterschap wil een maatschappelijke voorbeeldrol vervullen op het gebied van zuiveringsprestatie en innovatie. Zo zoeken we actief om het bereik van het zuiveringsproces te vergroten, bijvoorbeeld bij het verwijderen van hormonen en medicijnresten. Wij werken hier actief aan door in te zetten op kennisontwikkeling, het uitvoeren van proeven op industriële schaal (eventueel samen met marktpartijen) en samenwerken met andere waterschappen en ketenpartners. Door een professionele bedrijfsvoering Het zuiveren van afvalwater is een industrieel proces. Hierbij past een professionele bedrijfsvoering, waarin continu gezocht wordt naar procesoptimalisaties met hoge eisen aan kwaliteit en rendement. Wij maken hierbij gebruik van de methodiek van het INKmanagementmodel. Met het oog op de toekomst De ontwikkelingen in de maatschappij gaan steeds sneller, daarom is het belangrijk vooruit te blikken naar de toekomst. In de toekomst zal er nog meer aandacht zijn voor samenwerking in de afvalwaterketen, maar ook de zuiveringstechniek zelf kan sterk veranderen. Misschien heeft elke burger in 2050 zijn wel eigen individuele zuivering. De Stichtse Rijnlanden volgt de ontwikkelingen op de voet en werkt mee aan de verdere ontwikkeling daarvan.
5
1 Wat staat wel en niet in dit visie en strategie document? Voor u ligt de visie en strategie op het zuiveringsbeheer van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De visie geeft kaders voor de lange termijn. De strategie is opgesteld voor de periode 2011-2014.
1.1 Doel Dit beleidsdocument heeft de volgende doelen: Scheppen van een bestuurlijk kader om investeringen in de zuiveringstaak te kunnen afwegen tegen alternatieven. Richting geven aan het dagelijks handelen van de organisatieonderdelen die de zuiveringstaak uitvoeren. Anticiperen op relevante ontwikkelingen voor de zuiveringstaak in de nabije toekomst.
1.2 Afbakening De zuiveringstaak omvat het transporteren en zuiveren van afvalwater en heeft als hoofddoel het garanderen van een goede waterkwaliteit. De zuiveringstaak van het waterschap is gekoppeld aan de rioleringstaak van de gemeente, zoals onderstaand schema laat zien. De rioleringstaak heeft een ander hoofddoel, namelijk het garanderen van de volksgezondheid in de stedelijke leefomgeving. Op het overnamepunt tussen riool en transportstelsel, draagt de gemeente water en organische stof over aan het waterschap. Het overgedragen afvalwater bevat vaak weinig warmte meer door de uitwisseling van het rioolstelsel met haar omgeving. Op een zuiveringsinstallatie wordt het afvalwater gezuiverd (wettelijke taak) en kan uit de organische stof energie en fosfaat worden geproduceerd (afhankelijk van de visie van het waterschap). Figuur 1.1 Taakverdeling waterschap en gemeente in de afvalwaterketen bij regenval (5% van de tijd)
continu (droog en nat weer)
afvalwater (warmte, water, organische stof) verlies aan de bodem (warmte, water)
inzameling riolering
regenwaterlozing (water, organische stof bij gemengd riool)
Lokaal water
afvalwater (water, organische stof)
taak gemeente
transport
taak waterschap
afvalwater (water, organische stof) lozing effluent (water) voldoen aan wettelijk norm
rwzi Regionaal water
organische stof (fosfaat, energie) terugwinning, hergebruik? duurzaamheidsafwegingen op basis van business case gericht op terugwinning fosfaat en productie energie (people, planet, profit in balans)
6
Zuiveren kan vanwege het bovenstaande niet los worden gezien van andere aandachtsgebieden, zoals energiebesparing, maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) en samenwerking in de afvalwaterketen. Om deze visie kernachtig en beknopt te houden zijn visies op de andere aandachtsgebieden terug te vinden in andere beleidsstukken (zie Tabel 1.1) Tabel 1.1 Elementen die niet in deze visie terugkomen
Niet in dit stuk: Visie op de rol van het waterschap op de energiemarkt Visie op samenwerking in de afvalwaterketen tussen riool- en zuiveringsbeheerder Visie op de vermindering van emissies naar de lucht, chemicaliënverbruik, energieverbruik
Waarin dan wel: In 2011 wordt de energievisie opgesteld.
Wordt opgesteld door samenwerkingsverband WINNET waarin ook alle rioolbeheerders deelnemen. Naast diverse landelijke trajecten. Maakt onderdeel uit van het traject maatschappelijk verantwoord ondernemen.
De volgende aandachtsgebieden maken wél deel uit van deze visie: De doelmatigheid van de zuiveringstaak; De organisatie van de zuiveringstaak; De wijze waarop omgegaan wordt met de belanghebbenden bij de zuiveringstaak; De schaalgrootte waarop de zuiveringstaak wordt uitgevoerd; De toegepaste technologie op de zuiveringsinstallaties; De effluentlozing op het oppervlaktewater (kwaliteit, plaats van lozing); De wijze van bouwen en de inpassing in de omgeving van de zuiveringswerken; De bijdrage aan duurzaamheid van de zuiveringstaak, in het bijzonder de productie van energie en de terugwinning van fosfaat.
1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt eerst een beschrijving gegeven van de werking van het zuiveringsproces. Dit hoofdstuk is vooral bedoeld voor de lezer die eerst de achtergrond van het zuiveringsproces wil begrijpen alvorens de visie te lezen. Dit hoofdstuk bevat ook een overzicht van belangrijke ontwikkelingen in het zuiveringsbeheer. Hoofdstuk 3 geeft een overzicht van de al bestaande en bestuurlijk vastgelegde afspraken op het gebied van zuiveren. Dit is van belang, omdat het bestuurlijk kader hiermee al deels vastligt. Het hoofdstuk bevat zowel landelijke en regionale afspraken, als besluiten vanuit ons eigen bestuur. Dit hoofdstuk geeft dus een inkadering van de visie, maar kan ook gebruikt worden als naslagwerk voor alle bestuurlijke besluiten tot 2010, die genomen zijn voor de zuiveringstaak. Hoofdstuk 4 bevat de visie en strategie op de zuiveringstaak. Het hoofdstuk begint met de algehele visie op het zuiveren van afvalwater, deze visie is opgebouwd uit verschillende aandachtsgebieden. Bij elk aandachtsgebied is in dit hoofdstuk ook de strategie beschreven voor de komende vier jaar. Hoofdstuk 4 kan onafhankelijk gelezen worden van hoofdstuk 2 en 3.
7
2 Wat is zuiveren? 2.1 Waarom zuiveren we afvalwater? Het zuiveren van afvalwater valt onder de kerntaak “Schoon water”. Het gezuiverde afvalwater heeft geen drinkwaterkwaliteit, maar voldoet wel aan de milieueisen voor lozing op oppervlaktewater. In de jaren ’70 was veel oppervlaktewater vervuild door het geloosde ongezuiverde afvalwater. Hierdoor werd de ecologie sterk ontregeld en dit leidde o.a. tot massale vissterfte. Door de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (Wvo) moest de vervuiler gaan betalen en werd het mogelijk om steeds beter te gaan zuiveren. Het gezuiverde water dat nu geloosd wordt, heeft veel minder nadelige effecten op het oppervlaktewater. In totaal zijn er 17 rwzi’s in beheer bij De Stichtse Rijnlanden. Deze zuiveren het afvalwater van 1,15 miljoen mensen (2009). Elke dag wordt er ongeveer 156 miljoen liter huishoudelijk en circa 56 miljoen liter industrieel afvalwater naar de rwzi’s getransporteerd. Daarnaast komt er ook rioolvreemd water naar de rwzi’s. Dit is grondwater dat indringt via lekke riolen en oppervlaktewater dat bij hoge waterstanden over de overstortdrempels het riool instroomt.
2.2 Hoe zuiveren we het afvalwater? 2.2.1 Beschrijving van het zuiveringsproces Het water uit een huishouden of bedrijf wordt via de riolering, door persleidingen en druk van rioolgemalen naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie getransporteerd. Hoeveel water er naar de rwzi komt wordt vastgelegd in een afvalwaterakkoord tussen de gemeente en het waterschap. In de rwzi ondergaat het vuile water (influent) een zestal stappen: 1. Het drijfvuil, zoals plastic flessen en takken, wordt verwijderd met behulp van grofvuilrooster. 2. In een voorbezinktank komt het water tot rust en bezinken de overgebleven vaste stoffen (zand, slib en vet), waarna ze verwijderd worden 1 . 3. Het water gaat naar de beluchtingstank, waar het wordt gemengd met actief slib en intensief belucht. In deze stap wordt het organisch materiaal (o.a. fecaliën) door micro-organismen afgebroken tot hoofdzakelijk koolstofdioxide, stikstofgas en nieuw celmateriaal. Dit proces heet de aërobe zuivering. 4. In de nabezinktank zinkt het slib naar de bodem en wordt hiermee gescheiden van het gezuiverde afvalwater. 5. Het gezuiverde water (effluent) wordt geloosd op het oppervlaktewater. Het water moet voldoen aan de lozingseisen die zijn opgelegd door de beheerder van het oppervlaktewater (zie Tabel 2.2). Voor elke rwzi afzonderlijk is een lozingseis voor biochemisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV), stikstof (N) en fosfaat (P) opgenomen in de Wvo-vergunning. 6. Het slib dat ontstaat bij de zuivering, wordt ingedikt. Vervolgens wordt het van de kleinere zuiveringen 2 naar de rwzi’s van Utrecht en Nieuwegein vervoerd. Op deze rwzi’s wordt het slib vergist 3 , waarbij er biogas vrijkomt. De resten na gisting worden ontwaterd en het slib wordt afgevoerd naar Slibverwerking Noord-Brabant in Moerdijk voor de eindverwerking (verbranding). 1
Niet alle rwzi’s beschikken over een voorbezinktank. Alleen op rwzi De Meern wordt het eigen slib vergist en vervolgens voor ontwatering naar Nieuwegein vervoerd. 3 Het is ook mogelijk andere afvalstoffen toe te voegen bij de vergisting, zogenaamde co-vergisting. De energieproductie zal hierdoor toenemen. Hiervoor moet het waterschap actief op zoek bij marktpartijen voor afvalstoffen. Dit is oneigenlijke concurrentie met marktpartijen die afval verwerken. Een andere mogelijkheid is om eigen biomassa, zoals maaisel toe te voegen bij vergisting. Hiervoor moeten echter investeringen worden gedaan die zich niet of nauwelijks terugverdienen. 2
8
Figuur 2.1 Schematische weergave van het zuiveringsproces
2.2.2 Beheer van meer dan alleen een rioolwaterzuiveringsinstallatie In de vorige paragraaf is het zuiveringsproces beschreven. De rioolwaterzuiveringinstallatie is het meest in het oog springende element, maar behalve de 17 rwzi’s beheert De Stichtse Rijnlanden ook 52 rioolgemalen en 140 kilometer persleidingen. Daarnaast beheren we ook de kantoren, magazijnen en werkplaatsen die op een aantal rwzi-terreinen staan. Rioolgemalen Het verzamelen van afvalwater is een taak van de gemeente. De gemeente verzamelt het afvalwater en brengt het naar een centraal punt, waar het waterschap het overneemt (het zogenaamde overnamepunt). Voor het transport van dit water naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie maken wij gebruik van pompinstallaties die wij rioolgemalen noemen. Hiervan zijn er 52 in beheer van het waterschap. IBA’s Woningen in afgelegen gebieden, waarvoor aansluiting op de riolering onevenredig hoge kosten met zich meebrengt, worden voor de behandeling van het afvalwater uitgerust met een kleine zuiveringsinstallatie. Dit wordt een IBA genoemd, wat staat voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Het beheer en onderhoud van 40 van deze installaties in ons gebied ligt bij het waterschap. Dit beheer is uitbesteed aan een externe aannemer. Persleidingen De persleidingen zijn een belangrijk onderdeel voor het transport van afvalwater naar de zuiveringsinstallaties. De grond waarin de leidingen liggen, is vaak niet het eigendom van het waterschap. Daardoor is inspectie niet eenvoudig. Op dit moment zijn er weinig lekkages of persleidingbreuken. Meestal worden dergelijke incidenten veroorzaakt door graaf- of boorwerkzaamheden of zetting van grond. Met de aanleg van de riolering in de jaren 70 zijn ook de meeste persleidingen aangelegd. De afschrijvingstermijn is 40 jaar. Het is waarschijnlijk dat dit decennium in Nederland grootschalige vervangingen nodig zullen zijn. De komende jaren verkennen we samen met andere waterschappen en kennisinstituten, zoals STOWA en Rioned, wat de beste manier is om met deze vervangingen om te gaan. Bedrijfsgebouwen en terreinen De terreinen van de rwzi’s van Utrecht en Nieuwegein hebben een regiofunctie. Hier zijn kantoren, magazijnen en een werkplaats aanwezig. Deze worden ook gebruikt door de medewerkers van de afdelingen Uitvoering, Muskusrattenbestrijding en Vergunningverlening en Handhaving (zie ook paragraaf 3.5). Alle rwzi’s hebben de beschikking over extra grond, zodat uitbreidingen mogelijk zijn.
9
Vervangingsinvesteringen Om de bedrijfszekerheid van de zuiveringstechnische werken op een acceptabel niveau te houden is het noodzakelijk onderdelen van de installaties periodiek te vervangen. Hiervoor heeft de afdeling Zuiveringsbeheer een “Raamplan (vervangings)investeringen zuiveringstechnische werken” (Rvzw) opgesteld. Dit raamplan bevat de technische kenmerken en het theoretische vervangingjaar 4 van de installaties. Twee jaar voor het verstrijken van deze termijn wordt door middel van een uitvoerige inspectie bepaald of het onderdeel langer of korter in bedrijf kan blijven. Tabel 2.1 Overzicht economische levensduur installatieonderdelen
Installatieonderdeel Automatisering Werktuigbouwkundige onderdelen Electrotechnische onderdelen Civiele onderdelen Persleidingen
Economische levensduur 10 jaar 15 jaar 15 jaar 30 jaar 40 jaar
Aan de hand van het Raamplan en de uitgevoerde inspecties wordt bepaald welke installaties in de komende vijf jaar voor vervanging of renovatie in aanmerking komen. Deze installaties worden opgenomen in het Meerjaren projectenplan, waarin vermeld staat: welke installaties op een bepaalde rwzi worden vervangen, in welk jaar de vervanging plaats moet vinden en wat de projectkosten zijn. Dit Meerjaren projectenplan wordt jaarlijks bijgesteld, dan worden alle objecten opnieuw beoordeeld. Er wordt zo efficiënt mogelijk gepland. Als een installatie moet worden uitgebreid, worden geplande vervangingen gelijk hierbij meegenomen. Op dit moment (begin 2001) zijn de aanpassingen op de rwzi’s Bunnik, Woerden en Nieuwegein in de afrondende fase. Dit jaar wordt ook gestart met het aanpassen van de rwzi’s van Wijk bij Duurstede en Leidse Rijn. Na deze aanpassingen zijn alle rwzi’s ingericht om te voldoen aan de vastgestelde lozingseisen. Voor Utrecht wordt een masterplan opgesteld waarin bepaald wordt welke maatregelen noodzakelijk zijn voor de nieuwe lozingseisen (deze gelden vanaf 2013).
2.2.3 Beschrijving van operationele werkzaamheden Rol personeel Aan het zuiveringsproces werken mensen van verschillende afdelingen. Bij de opdrachtgevende afdeling Zuiveringsbeheer werken 10 medewerkers. Zij maken de planningen (zoals de het Raamplan en het Meerjaren projectenplan). Ook zijn zij bezig met lange termijn ontwikkelingen, zoals de Energiefabriek. Bij het Ingenieursbureau werken 8 personen aan de zuiveringstaak. Zij maken de bestekken voor het groot onderhoud of nieuwbouw van zuiveringstechnische werken en begeleiden het werk van de aannemer. Bij de afdeling Uitvoering voeren ongeveer 40 medewerkers het dagelijks beheer en onderhoud aan de zuiveringstechnische werken. Zij zijn verantwoordelijk voor het goed lopen van het zuiveringsproces: ze monitoren dat en sturen bij waar nodig. Storingsafhandelingen Het beheergebied is voor de zuiveringstaak onderverdeeld in twee regio’s (oost en west). Per regio is er buiten kantoortijden een wachtdienst. Er wordt dusdanig gestuurd op de 4
Het theoretische vervangingsjaar is afhankelijk van het bouwjaar in combinatie met de boekhoudkundige afschrijvingstermijn. De economische afschrijvingstermijn heeft het algemeen bestuur in september 2008 vastgesteld in de “verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden” (08.AIZ.97)
10
onderhoudstoestand van zuiveringstechnische werken, dat er maximaal 4 storingen per week optreden tijdens de wachtdienst. Automatisering Alle rwzi’s en rioolgemalen zijn uitgerust met een procesautomatiseringssysteem. Ze zijn hierdoor per onderdeel controleerbaar en bedienbaar op afstand (BOA). Storingen worden automatisch via een semafoonmelder aan de wachtdienst doorgeven. Via het BOA worden procesgegevens verzameld en doorgegeven aan het Zuiverings-informatiesysteem (Zuis). Het huidige BOA is eind jaren negentig gekozen en in de jaren 2000-2004 ingevoerd op alle zuiveringstechnische werken. Ondertussen is dit systeem meer dan tien jaar oud en verouderd. Bij de selectie van een nieuw systeem worden criteria als compatibiliteit met andere systemen, zoals storingsmeldingen vanuit het watersysteembeheer en managementrapportagesystemen meegenomen. De gegevens in het Zuiverings-informatiesysteem (Zuis) worden gebruikt voor proces- en vergunningstechnische rapportages. Ook vormen zij de basis voor de managementrapportages. In het najaar van 2009 is door alle 26 waterschappen besloten tot de aanschaf van een nieuw systeem, waardoor het vergelijken van prestaties gemakkelijker wordt. De invoering van dit nieuwe systeem start nog dit jaar. Voor het dagelijkse onderhoud gebruikt de afdeling Uitvoering het Onderhoudsbeheerssysteem (OBS). In dit systeem wordt het preventieve onderhoud gepland. Ook wordt vastgelegd welke onderhoudswerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Deze informatie is nodig voor het asset management. Inspecties Jaarlijks worden de installaties geïnspecteerd. Er wordt met name gelet op de installaties die volgens het raamplan in de komende 2 jaar gepland staan om te worden vervangen. De inspecties worden uitgevoerd door medewerkers van de afdelingen Zuiveringsbeheer, Ingenieursbureau en Uitvoering. In bepaalde gevallen wordt een extern bureau ingeschakeld. Tijdens deze inspecties wordt de bedrijfszekerheid van de installaties op de volgende aspecten bepaald: de hoogte van de onderhoudskosten van de achterliggende jaren; (toename van) energieverbruik in relatie met het energieverbruik van een nieuwe installatie; de technische staat; mate van slijtage; het voldoen aan de functionele eisen; verwachte restlevensduur. De bevindingen van de inspectie worden vastgelegd in een inspectierapport. In het Raamplan (vervangings)investeringen zuiveringstechnische werken wordt zonodig het theoretische vervangingsjaar aangepast.
11
2.3 Welke partijen zijn bij het zuiveren betrokken? G em R iool e entelij G em k aal
Het waterschap zuivert het afvalwater. Burgers en bedrijven betalen voor het zuiveren van hun afvalwater. Dit noemen we de zuiveringsheffing rioolwaterzuiveringsinstallatie en de hoogte wordt bepaald door het aantal persleiding vervuilingseenheden (v.e.). De riolering wordt beheerd door de gemeenten en zij heffen hier zelf belasting voor. Afvalwater wordt via het gemeentelijke rioolstelsel aangevoerd naar de zuiveringsinstallaties. Het waterschap maakt Taak gemeente Taak waterschap met elke gemeente afspraken over de aan te overnamepunt leveren hoeveelheid. De basis voor die afspraken ligt vast in de “Richtlijnen Overname Afvalwater” uit 2001 van het waterschap en de beleidsnota “Samen verder in de afvalwaterketen” uit 2010 (zie voor beide hoofdstuk 3). Het water dat naar de rioolwaterzuivering getransporteerd wordt, bestaat uit drie componenten: Droogweerafvoer. Dit is het “echte” afvalwater van huishoudens en bedrijven; Regenwater. Dit water komt van regen die valt op verharde oppervlakten die aangesloten zijn op het riool; Rioolvreemd water. Dit is water dat niet thuis hoort in het riool. Het bestaat voornamelijk uit grondwater dat indringt via lekke riolen en oppervlaktewater dat het riool instroomt over een overstortdrempel bij hoge oppervlaktewaterstanden. Huis aansluiting
Hoofd Riool Gemaal
dr u kri ole
g idin
rin g
le nt lue eff
riolering
oppervlakte water
Huis in buitengebied met drukrioolgemaaltje
Het effluent moet voldoen aan bepaalde lozingseisen. Deze worden vastgesteld door de oppervlaktewaterbeheerder. Deels zijn wij dit zelf, maar we lozen ook op water dat in beheer is bij Rijkswaterstaat of het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. Handhavers van de beheerders kijken of er aan de lozingseisen voldaan wordt. Tabel 2.2 Het oppervlaktewater waarop elke rwzi loost en wie de beheerder is
Rwzi: rwzi Houten rwzi Wijk bij Duurstede rwzi Breukelen rwzi Leidsche Rijn rwzi Maarssenbroek rwzi De Bilt rwzi Montfoort rwzi Oudewater rwzi Bunnik rwzi Driebergen rwzi De Meern rwzi Lopik
Het gezuiverde water komt terecht in: Amsterdam-Rijnkanaal Amsterdam-Rijnkanaal
De oppervlaktewaterkwaliteitbeheerder is: Rijkswaterstaat Utrecht Rijkswaterstaat Utrecht
Amsterdam-Rijnkanaal Amsterdam-Rijnkanaal Amsterdam-Rijnkanaal Biltse Grift Hollandse IJssel Hollandse IJssel Kromme Rijn Langbroekerwetering Leidsche Rijn Lek
rwzi Nieuwegein
Lek
rwzi Rhenen
Nederrijn
rwzi Woerden rwzi Utrecht rwzi Zeist
Oude Rijn Vecht Zeister Grift
Rijkswaterstaat Utrecht Rijkswaterstaat Utrecht Rijkswaterstaat Utrecht De Stichtse Rijnlanden De Stichtse Rijnlanden De Stichtse Rijnlanden De Stichtse Rijnlanden De Stichtse Rijnlanden De Stichtse Rijnlanden Rijkswaterstaat Oost-Nederland Rijkswaterstaat Oost-Nederland Rijkswaterstaat Oost-Nederland De Stichtse Rijnlanden Amstel, Gooi en Vecht De Stichtse Rijnlanden
Burgers kunnen ook belanghebbend zijn, omdat ze in de buurt van een zuiveringstechnisch werk wonen. Slibtransportbewegingen blijken geen klachten op te leveren. Bij storingen kan
12
soms (stank)overlast ontstaan voor omwonenden. Bij bouwwerkzaamheden aan een zuiveringstechnisch werk worden omwonenden op de hoogte gesteld als verwacht wordt dat zij hiervan hinder kunnen ondervinden. Samengevat zijn er de volgende belanghebbenden bij het zuiveren van afvalwater: Burgers Bedrijven Gemeenten Vergunningverleners Handhavers Omwonenden Daarnaast zijn er ook nog andere partijen die een bijdrage leveren aan het zuiveringsproces zoals leveranciers, adviseurs en aannemers.
2.4 Welke ontwikkelingen zijn van belang om te volgen? Het is van belang nu al vast na te denken over ontwikkelingen in de toekomst. De investeringen in nieuwe installaties zijn kapitaalintensief en de installaties gaan lang mee. Niemand kan de toekomst echt voorspellen: we hebben tenslotte geen glazen bol om in te kijken. Wat wel kan helpen is het denken in scenario’s. Een landelijke werkgroep heeft 4 scenario’s voor het zuiveringsbedrijf bedacht. Het zuiveringsbedrijf kan kiezen zich te richten op de collectieve of de individuele burger en daarbij gebruik maken van voorloper of volger technologie. De conceptuele uitwerking van elk type zuiveringsbedrijf staat in het intermezzo toekomstscenario’s. Figuur 2.2 Landelijke scenario’s voor het zuiveringsbedrijf
13
Intermezzo Toekomstscenario: 4 fictieve zuiveringsbedrijven
Youtility.com
MaxSus
•Klant centraal •Webapplicatie •Flexibele servicegerichte medewerkers
•Duurzaamheid centraal •Milieunutsbedrijf •Nieuwste technologieën •Creatieve,verantwoordelijke medewerkers
Old timer
€-control
•Goedkoopste bewezen technologie •Assetmanagement verlengt levensduur •Medewerkers zijn goed in onderhoud en kostenbeheersing
•Alleen afvalwater •Lean&mean: standaardproduct, gemiddelde kwaliteit •Medewerkers veel technische vakkennis
Bron: Concept voorstudierapport afvalwaterketen, Unie van Waterschappen
Deze scenario’s zijn opgesteld om inzicht te krijgen in mogelijke ontwikkelingen in de toekomst. Het is niet waarschijnlijk dat een van deze scenario’s in zijn geheel de toekomst vormt. Maar door het nadenken in scenario’s zijn de waterschappen wel beter in staat om nu beslissingen te nemen die duurzaam zijn voor de toekomst. Duurzaam en klimaatbestendig In de maatschappij is steeds meer aandacht voor duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Rioolwaterzuiveringen moeten steeds efficiënter met de energie omgaan. De waterschappen zijn daarom aan de slag gegaan met het concept van de Energiefabriek (zie ook hoofdstuk 3). Maar behalve energie kunnen rioolwaterzuiveringen ook schoner water en nutriënten produceren (zie intermezzo rwzi 2030). Op dit moment wordt al op beperkte schaal fosfaat teruggewonnen uit het slib van de rwzi Nieuwegein. Het streven is dit uit te breiden. Ook is er steeds meer aandacht voor de ecologische voetafdruk; daarom is er door STOWA onderzoek gedaan naar de emissies van broeikasgassen (lachgas en methaan) vanuit rwzi’s. De STOWA concludeert in dit onderzoek dat de emissie van koolstofdioxide die vrijkomt bij het zuiveringsproces behoort tot de zogenaamde korte-kringloop-CO2 en niet bijdraagt aan het broeikaseffect. Over de vorming van lachgas (N2O) is nog weinig bekend. In het onderzoek op drie rwzi’s zijn hele grote variaties gemeten, die mogelijk ontstaan door veranderende aanvoer van afvalwater of de buitentemperatuur. Maatregelen om deze emissie te verminderen kunnen pas genomen worden, als er meer bekend is over het ontstaan van lachgas. Methaan (CH4) ontstaat vooral in de riolering en bij slibgisting. Uit vervolgonderzoek moet blijken welke emissiebeperkende maatregelen effectief zijn.
14
Intermezzo rwzi 2030: Waterfabriek? Energiefabriek? Nutriëntenfabriek? In een landelijke werkgroep is nagedacht over de rwzi van de toekomst. Zij hebben 3 scenario’s bedacht. Nu wordt effluent geloosd op oppervlaktewater, maar (eventueel met een extra zuiveringsstap) het kan ook gebruikt worden als: • Koelwater • Landbouwwater • Proceswater • Recreatiewater • Drinkwater De rwzi wordt hiermee een waterfabriek. Nu gebruikt een rwzi nog veel energie, maar met technische aanpassingen kan het energie gaan produceren. Dit gebeurt door de verwerking slib, eventueel aangevuld met andere afvalstromen, op te werken naar: • Biogas o.a. voor auto’s • Biogas opwerken tot aardgas, o.a. voor huizen en auto’s • Elektriciteit o.a. naar het net • Warmte o.a. voor huizen of het eigen processen De rwzi wordt hiermee een energiefabriek. Er ontstaat wereldwijd steeds meer schaarste aan fosfor. Fosfaaterts is namelijk een eindige grondstof. Uit afvalwater kan fosfaat en andere nutriënten gewonnen worden: • Fosfaat • Stikstof • Kalium Deze nutriënten kunnen worden verkocht voor gebruik in de landbouw/industrie. De rwzi wordt hiermee een nutriëntenfabriek. Bron: Op weg naar de rwzi 2030, STOWA
Ook het zuiveringsproces krijgt te maken met klimaatveranderingen. Bij heftiger buien is een andere sturing nodig om te voorkomen dat teveel (relatief schoon) regenwater naar de zuiveringen wordt afgevoerd. Daarnaast is het mogelijk dat in de toekomst strengere eisen worden gesteld aan de lozingen, zoals het verwijderen van hormoonverstorende stoffen vanuit medicijnresten. De Kaderrichtlijn Water eist dat er specifieke normen gaan gelden voor stikstof en fosfaat afhankelijk van de draagkracht van het oppervlaktewater waarop effluent geloosd wordt (zie ook hoofdstuk 3). De ruimte in Nederland wordt steeds schaarser. Voor rwzi’s wordt daarom gekeken naar zo effectief mogelijk ruimtegebruik en technieken die minder ruimtevragend zijn. En het oog wil ook wat: op plekken waar rwzi’s en rioolgemalen zichtbaar zijn, is meer aandacht voor esthetiek nodig. Voorloper technische ontwikkelingen De technologische ontwikkelingen in de maatschappij gaan steeds sneller. Dit vraagt om flexibeler concepten. Hierdoor kan sneller van nieuwe technieken gebruik gemaakt worden. Ook automatisering speelt een steeds grotere rol. Door bijvoorbeeld te anticiperen op weersverwachtingen kan het proces beter gestuurd worden.
15
Met oog voor de kosten van het collectief én individu De samenleving wordt steeds individueler en mondiger. Ze eist een hoog niveau van hygiëne en vindt gezondheid belangrijk. Daarnaast wordt ze steeds kostenbewuster en eist van de overheid een transparante en doelmatige aanpak. Het waterschap moet kunnen verantwoorden dat het belastinggeld efficiënt besteed wordt. Door het afvalwater collectief te zuiveren kan het goedkoper. Maar het water schoonhouden of lokaal zuiveren kan ook besparingen opleveren (zie kopje nieuwe sanitatie en lokaal zuiveren).
Intermezzo Nieuwe sanitatie en lokaal afvalwater zuiveren Nieuwe sanitatie en lokaal afvalwater zuiveren Innovatie van de afvalwaterketen richt zich ook op scheiden aan de bron. Dit is doelmatiger, omdat dan gerichter gezuiverd kan worden en het afval deels als grondstof benut kan worden. Vanuit een huishouden komen meerdere stromen water die nu gezamenlijk in de riolering belanden: o Geel water (urine) o Zwart water (feces en urine) o Grijs water (water uit bad/douche, wasmachine en keuken) o Blauw water (regenwater vanaf het dak en de straat)
Deze stromen zouden ook gescheiden ingezameld en verwerkt kunnen worden (voor toelichting per stroom zie bijlage 1). Hiervoor zijn wel aanpassingen in huizen en de riolering nodig. Dit soort systemen lenen zich daarom vooral voor nieuwbouwwijken. Voor de duurzame wijk Rijnenburg wordt nagedacht over toepassing van deze systemen. Bron: Nieuwe Sanitatie Rijnenburg – Kennisscan en mogelijke scenario’s, Brightwork
Ook door samenwerking in die afvalwaterketen met gemeentes zijn besparingen mogelijk 5 (zie intermezzo optimalisatiestudie Nieuwegein en toelichting van het begrip optimalisatiestudie in hoofdstuk 3.2). En de opkomst van marktwerking speelt een rol. Door innovatieve manieren van uitbesteden aan de markt kan goedkoper gewerkt worden. Zo kunnen publiek-private samenwerkingen worden aangegaan voor het ontwikkelen van nieuwe technieken. 5
N.B. in ons beheergebied is het meeste “laaghangende fruit” al geplukt. Alleen bij de optimalisatie van de afvalwaterketen in de stad Utrecht kunnen mogelijk nog grote besparingen bereikt worden. In de optimalisatiestudies nieuwe stijl worden geen grote besparingen op de huidige uitgaven verwacht.
16
Intermezzo Optimalisatiestudie Nieuwegein bespaart burger miljoenen In 2006 is een studie gedaan naar optimalisatie in de afvalwaterketen van Nieuwegein. Het waterschap en de gemeente Nieuwegein moesten allebei investeren in onderdelen van de afvalwaterketen. De gemeente moest, om te voldoen aan de basisinspanning voor rioolstelsels, een aantal rioolverzwaringen uitvoeren en twee bergbezinkvoorzieningen aanleggen. Het waterschap moest de hydraulische capaciteit van de rwzi Nieuwegein uitbreiden om aan haar afnameverplichting jegens de gemeente te voldoen. Gemeente en waterschap hebben gezamenlijk studie laten verrichten naar de maatschappelijk meest verantwoorde wijze om deze verplichtingen in te vullen. In de studie bleek dat de investeringen op de rwzi niet nodig waren door slimme sturing van gemeentelijke rioolgemalen, waardoor de capaciteit van het rioleringsstelsel maximaal wordt benut. Totaal bespaarden de gemeente en het waterschap hiermee gezamenlijk 7,6 miljoen, deze zijn gezamenlijk verdeeld. BRON: persbericht op www.hdsr.nl op 31-01-2007
17
3
Wat voor afspraken zijn er al gemaakt?
Voordat de ambitie van Stichtse Rijnlanden voor de komende 4 jaar bepaald kan worden, is het van belang te weten welke afspraken er al vastliggen. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van deze afspraken. Daar waar het een bestuursbesluit betreft is het documentnummer 6 weergegeven.
3.1 Afspraken op gebied van klimaat en energie Meerjaren afspraken 3 (MJA-3) energie-efficiency 2008 Collegebesluit 24 juni 2008
In 2008 heeft het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden zich, samen met de overige waterschappen, gecommitteerd aan de MJA-3 Zuiveringsbeheer. Dit is een convenant met het ministerie van Economische zaken waarin de waterschappen toezeggen tot 2020 een verbetering van de energie-efficiency op het zuiveren van afvalwater te realiseren van 30% met als peiljaar 2005. In 2009 is het energie-efficiencyplan 2009-2012 (EEP) opgesteld. De maatregelen in dit plan leiden tot een energiebesparing van ruim 12% in 2012. Klimaatakkoord UvW – Rijk 2010 De Unie van Waterschappen heeft op 12 april 2010 een klimaatakkoord met de rijksoverheid ondertekend. Hierin leggen de waterschappen hun klimaatambities vast. De ambities zijn: 30% energie – efficiënter en zuiniger werken tussen 2005 en 2020 40% zelfvoorzienend door eigen duurzame elektriciteitsproductie in 2020 30% minder uitstoot van broeikasgassen tussen 2005 en 2020 100% duurzame inkoop in 2015 Het Groene Akkoord 2009 Op initiatief van het ministerie van VROM versnellen elf waterschappen hun investeringen in duurzame rioolwaterzuiveringsinstallaties en andere groene projecten voor een totaalbedrag van 68 miljoen euro. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft in het kader van Het Groene Akkoord drie projecten in de planning naar voren gehaald: Vervanging puntbeluchters door energiezuinige bellenbeluchting op rwzi Leidsche Rijn. Dit levert een energiebesparing van ongeveer 30% op. Realiseren van een deelstroombehandeling voor geconcentreerde reststromen op rwzi Nieuwegein. Hierdoor worden op energiezuinige wijze nutriënten uit het afvalwater verwijderd. Creëren van een omzetting van biogas naar aardgas op rwzi Nieuwegein: Het aardgas is kwalitatief beter dan biogas en kan voor meer verschillende doeleinden worden gebruikt: terugleveren aan het aardgasnet of gebruiken als brandstof. Energiefabriek Waterschap Aa en Maas heeft met het concept van de Energiefabriek de ideeënwedstrijd vanuit Waterwegen gewonnen. Diverse waterschappen werken nu samen aan de uitwerking van dit idee. De Stichtse Rijnlanden wil rwzi Nieuwegein (budgetneutraal) omvormen tot een energiefabriek, waarbij 200% energie geproduceerd wordt. Hiervan is 100% nodig voor het zuiveringsproces, de overige 100% kan als elektriciteit aan het net geleverd worden. Op dit moment wordt onderzocht welke technieken hiervoor voor handen zijn. De resultaten van deze onderzoeken worden ook meegenomen bij de plannen voor de nieuwbouw of verbouw van rwzi Utrecht. 6
De bestuursvoorstellen tot 2009 hebben een nummer zoals 07.ZBA/073, vanaf 2009 wordt gewerkt met DMnummers
18
3.2 Afspraken op gebied van samenwerking in de keten Bestuursakkoord afvalwaterketen 2007 (BWK-2007) Met het bestuursakkoord afvalwaterketen uit 2007 geven de Vereniging Nederlandse Gemeenten en Unie van Waterschappen gezamenlijk een extra impuls aan de ontwikkeling van een meer doelmatige en transparante afvalwaterketen. Het zuiveringsbeheer wordt verbreed tot een integraal afvalwaterketenbeheer (rioleringsbeheer en zuiveringsbeheer gecombineerd). Door de samenwerking binnen WINNET (het water-innovatienetwerk in de provincie Utrecht, waaraan bijna alle gemeenten in de provincie, het waterschap en de provincie deelnemen) is hiermee een stap gezet. Ook deelnemen aan bedrijfsvergelijkingen is een afspraak die volgt uit het bestuursakkoord afvalwaterketen. Het doel hiervan is de doelmatigheid en transparantie te verhogen. Het uitvoeren van optimalisatiestudies en het vastleggen van afvalwaterakkoorden is opgenomen in het BWK-2007. Het bestuursakkoord eindigt in 2011. De speerpunten voor dit BWK-2007 zijn samenwerking, benchmarking, inzicht in kosten, innovatie en betrokkenheid van de burger. In het concept-bestuursakkoord Water met Vuur 7 wordt geconcludeerd dat voor deze speerpunten in de regio een goede basis is gelegd voor de veranderingen die de komende jaren in het kader van doelmatig beheer in de waterketen nodig zijn. Samen verder met de afvalwaterketen 2010 AB-besluit 28 april 2010 (DM 272508 en 270711)
In het voorstel Samen verder met de afvalwaterketen staat de uitwerking van een aantal afspraken vanuit het Waterbeheerplan die relevant zijn voor deze zuiveringsvisie: Met alle gemeenten in het beheergebied zijn vóór 1 januari 2013 afvalwaterakkoorden gesloten om permanente samenwerking te verankeren. Eind 2010 is met een derde van de gemeenten al een afvalwaterakkoord afgesloten. Studies uitvoeren naar de herkomst van rioolvreemd water voor alle 17 rwzi’s. Uitvoeren van eventuele maatregelen in samenwerking met gemeenten. Uitvoeren van aanbevelingen van studie centrale sturing rwzi en riolering De studie heeft een aantal waardevolle bevindingen opgeleverd om een aantal zuiveringskringen te verbeteren. Maar uit deze studie blijkt niet direct dat centrale sturing in de afvalwaterketen grote voordelen heeft. (DM 298228). Vormen van visie op duurzame sanitatie en zuiveringsconfiguratie (inspelen op eisen aan de afvalwaterketen van de toekomst) als we kiezen voor duurzame sanitatie gaan we niet verder met het realiseren van nieuwe rwzi’s. Onderzoeken van mogelijkheden en uitvoering van aanbevelingen voor samenwerking bij beheer rioolgemalen zit bij WINNET. Afvalwaterakkoord en afnameverplichtingen Voor de invoering van de Wabo 8 werd in een aansluitvergunning bepaald hoeveel water een gemeente mocht afvoeren naar de rwzi. Deze vergunning is nu vervallen en wordt vervangen door het afvalwaterakkoord. Het afvalwaterakkoord is een gezamenlijk document van de gemeente en het waterschap, waarin alle afspraken over de afvalwaterketen in zijn opgenomen. Een van deze afspraken is de afnameverplichting. Op basis van kengetallen over het aantal liters afvalwater per inwoner en per verhard oppervlak wordt bepaald hoeveel afvalwater de gemeente naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie mag afvoeren. Als de gemeente een nieuwe woonwijk of industriegebied ontwikkelt, gaat het waterschap onderhandelen met de gemeente over het afkoppelen van verhard oppervlak elders binnen de gemeente. Hierdoor hoeft de rwzi niet bij elke stedelijke uitbreiding vergroot te worden. Als in 2013 met alle gemeentes in ons beheergebied afvalwaterakkoorden gesloten zijn, vervallen de lozingsvergunningen vanuit de Wvo. 7 8
Versie 4.1 van het concept-bestuursakkkoord Water met Vuur, 4 maart 2011 Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht met bijbehorende Omgevingsvergunning per 1 oktober 2010
19
Richtlijnen Overname Afvalwater 2001 (DM 201122)
De notitie 'Richtlijnen Overname Afvalwater' behandelt de taakafbakening tussen het waterschap en de gemeente bij overname van afvalwater op het aansluitpunt dat in de aansluitvergunning wordt vastgelegd. Optimalisatiestudies In een optimalisatiestudie onderzoeken gemeente en waterschap samen of er besparingen mogelijk zijn op te nemen investeringen in de afvalwaterketen. De meeste gemeentes voldoen nu aan de basisinspanning en hoeven voorlopig niet meer te investeren. Waarschijnlijk komt er nog wel een optimalisatiestudie voor de gemeente Utrecht. Deze gemeente voldoet nog niet aan de basisinspanning en wij moeten nog investeren om aan de zuiveringseisen voor de rwzi Utrecht te voldoen (zie verderop in dit hoofdstuk). Bij de optimaliseringsstudie voor de gemeente Utrecht kunnen dus door samenwerking besparingen gerealiseerd worden.
3.3 Afspraken op het gebied van emissies Kaderrichtlijn Water (KRW) AB-besluit 28 oktober 2009 (09.S&I.030)
Het effluent van de rwzi’s bevat veel nutriënten en mogelijk andere verontreinigende stoffen. Met name op plaatsen waar geloosd wordt op relatief kleine regionale wateren, hebben deze lozingen een impact op de aquatische ecologie. Uit modelonderzoek is gebleken, dat het voorlopig alleen zin heeft om de rwzi’s van De Bilt en Zeist te verbeteren. In de overige ontvangende wateren is de bijdrage vanuit de landbouw vergelijkbaar of groter dan van de rwzi. Saneren van het effluent levert in deze situatie geen wezenlijke bijdrage aan de verbetering van de ecologie. Op termijn kunnen desondanks maatregelen op de rwzi’s nodig zijn. Alle rwzi’s lozen immers op waterlichamen en de effluenten bevatten nutriëntconcentraties en mogelijk ook microverontreiningen die het bereiken van de goede ecologische toestand in de weg kunnen staan. In de komende periode wordt voor de regionale wateren bepaald welke normen voor fosfaat en stikstof nodig zijn om het ecologisch doel te halen. Deze normen worden in 20122013 vastgelegd 9 . Vanaf 2015 worden dan maatregelen genomen om in 2027 aan de nutriëntnormen te voldoen. Nota emissiebeleid 2008-2010 AB-besluit 17 september 2008 (08.SPK/117)
Deze nota is een actualisatie van het emissiebeleid 2007-2009 vanwege de eisen vanuit de Kaderrichtlijn Water. In de nieuwe nota zijn de volgende twee beleidsuitgangspunten relevant voor het zuiveringsproces: o Het is doelmatig om rwzi's bij grootschalige renovaties te voorzien van betere zuiveringstechnieken. Met deze technieken wordt met dezelfde inspanning een beter resultaat gehaald. Het is dus efficiënter en duurzamer. o Aanvullend zuiveren boven het wettelijk vereiste is pas zinvol als andere bronnen ook gesaneerd zijn. Indien andere vervuilingsbronnen het bereiken van de gewenste nutriëntenconcentraties in de weg staan, is het doelmatiger om eerst deze bronnen te saneren. Aanvullend zuiveren is immers een permanente kostenverhoging die niet verantwoord is als er geen milieuwinst tegenover staat. De nota is op 17 september 2008 vastgesteld door het AB. In 2011 wordt een nieuwe nota opgesteld.
9
De rwzi Utrecht loost een significante hoeveelheid water op de Vecht. Deze emissie heeft een zodanig effect dat de oppervlaktewaterbeheerder Waternet besloten heeft de lozingsnormen strenger te maken. De huidige lozingsvergunning verloopt mei 2013. In de nieuwe lozingsvergunning worden de strengere eisen opgenomen.
20
Nieuwe wetgeving: Waterschapswet en Waterwet (DM 253432)
De belangrijkste veranderingen bij het van kracht worden van deze nieuwe wetgeving voor het zuiveringsproces zijn: De gemeente wordt bevoegd gezag voor alle lozingen op de riolering. Bedrijven die eerst op grond van het Besluit aanwijzing van soorten van inrichtingen Wvo een vergunningplicht hadden, vallen niet meer onder de bevoegdheid van het waterschap. Het waterschap krijgt voor alle lozingen op de riolering een adviesrecht, dat bindend is als de doelmatige werking van de rwzi of het bereiken van de waterkwaliteitsdoelstelling in het geding zijn. De voormalige verontreinigingsheffing is gewijzigd in een zuiveringsheffing en een nieuwe verontreinigingsheffing. De zuiveringsheffing wordt opgelegd aan een ieder die op een zuiveringstechnisch werk is aangesloten. Deze heffing wordt opgelegd door het waterschap en is geregeld in de Waterschapswet. De verontreinigingsheffing wordt opgelegd aan iedereen die vervuiling loost op oppervlaktewater en is geregeld in de Waterwet. Voor het effluent dat wij lozen, betalen we dus een verontreinigingsheffing aan de oppervlaktewaterkwaliteitsbeheerder (zie Tabel 2.2), behalve als we zelf de oppervlaktewaterkwaliteitsbeheerder zijn. Nieuwe milieuregels voor grote rwzi’s. De rwzi’s van Utrecht en Nieuwegein vallen vanwege hun omvang onder de IPPC-richtlijn. Deze installaties moeten daarom aan aanvullende milieuregels voldoen, met gevolgen voor het dagelijkse beheer van deze installaties. De nieuwe regels zijn opgenomen in de milieu- en lozingsvergunning voor de installaties. De benodigde aanpassingen zijn in uitvoering. Bij structurele overschrijdingen van de normen uit de vergunning wordt een boete opgelegd. Afschaffing “anti-afhaaksubsidies” per 17 juli 2012. Sinds 2002 kunnen waterschappen subsidies verstrekken aan bedrijven door middel van een vrijstelling van verontreinigingsheffing. Waterschappen doen dit om te voorkomen dat deze bedrijven hun eigen afvalwater gaan zuiveren. Hierdoor kan er grote overcapaciteit ontstaan op de rwzi, wat kan leiden tot hogere tarieven voor andere bedrijven en consumenten. Landelijk wordt nagedacht wat voor afspraken de afhaaksubsidies kunnen vervangen. De Stichtse Rijnlanden sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen op dit gebied
3.4 Afspraken uit het Waterbeheerplan Water Voorop! AB-besluit 28 oktober 2009 (09.S&I.030)
Herontwikkelen rwzi Utrecht In het waterbeheerplan 2011-2014 Water Voorop! staat het vernieuwend project Herontwikkelen rwzi Utrecht. In deze periode wordt bekeken wat de beste methode is voor de rwzi: elders herbouwen of de huidige verbouwen om aan de nieuwe lozingseisen (die ingaan in 2013) te kunnen voldoen. Ondertussen is gebleken dat verplaatsing geen maatschappelijke meerwaarde biedt. Ondertussen is gekozen voor herbouw op de huidige locatie. Ontwikkelen van een slibstrategie Op dit moment wordt al het slib verzameld op de rwzi’s Nieuwegein en Utrecht, waar het wordt ontwaterd. Daarna wordt het slib afgevoerd naar Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). Dit contract loopt eind 2012 af. Na besluitvorming over de rwzi Utrecht en resultaten uit de proeven voor de energiefabriek wordt een nieuwe strategie voor verwerking van het slib opgesteld.
21
Rijnenburg De gemeente Utrecht ontwikkelt de nieuwe wijk Rijnenburg waarin 7000 woningen gebouwd worden. In de configuratiestudie zijn voor het verwerken van het afvalwater van deze nieuwe woonwijk een drietal opties aangegeven: Verwerken van dit afvalwater op de rwzi de Meern; Verwerken van dit afvalwater op de rwzi Nieuwegein; Verwerken van dit afvalwater op een nieuwe rwzi. Inmiddels wordt door het Klimaatatelier Rijnenburg onderzocht op welke andere duurzame wijze het afvalwater gezuiverd kan worden. Daardoor ontstaat nog een vierde mogelijkheid: Verwerken van dit afvalwater in lokale zuiveringssystemen om zo de waterkringloop zo veel mogelijk te sluiten (decentrale sanitatie). Beleid internationale samenwerking 2009-2012 AB-besluit 29 oktober 2008 (08.SP/120)
In het zevende millenniumdoel is vastgelegd, dat het percentage mensen zonder toegang tot veilig drinkwater én sanitaire voorzieningen in 2015 gehalveerd moet zijn ten opzichte van 1990. De Stichtse Rijnlanden is actief in projecten in Nicaraqua (Matagalpa), Kenia (Kisumu) en Egypte (Fayoum). Het waterschap draagt bij aan het millenniumdoel door: Inbreng van kennis en ervaring; Hulp bij de opbouw van een goed stroomgebiedbeheer; Verbetering van de plaatselijke afvalwaterzuivering; Het opzetten van een doelmatige beheer- en onderhoudsorganisatie; Opleiding en training van plaatselijke beleidsmakers en technici.
3.5 Afspraken op gebied van efficiency Integratie huisvesting buitendiensten College-besluit 21 april 2009 (09.MRB/062)
In mei 2009 is de notitie “integratie huisvesting buitendiensten” vastgesteld. In deze notitie worden voorstellen gedaan om de huisvesting van de buitendiensten van de afdelingen Uitvoering en Muskusrattenbestrijding waar mogelijk te integreren, opdat er optimaal en efficiënt gebruik gemaakt wordt van de bestaande zuiveringsterreinen. Configuratie zuiveringstechnische werken 2007 AB-besluit 4 juli 2007(07.ZBA/073)
In 2007 heeft het algemeen bestuur gevraagd of het niet goedkoper is om rwzi’s te centraliseren in plaats van relatief grote investeringen te doen in kleinere rwzi’s. Op grond van kosten- en milieukwaliteitsaspecten zijn een groot aantal scenario’s bekeken op haalbaarheid. Hieruit bleken voor de volgende installaties mogelijkheden te zijn: Rwzi Montfoort opheffen en afvoeren naar de rwzi Nieuwegein vanwege het milieuvoordeel wat hieruit te behalen valt (verplaatsen lozingspunt). Bij de keuze waar het afvalwater van Rijnenburg behandeld moet gaan worden, gaan we ook de toekomst van de rwzi Montfoort bepalen. Rwzi Bunnik opheffen en afvoeren naar de rwzi Zeist. Hierbij is ook milieuwinst te behalen vanwege de lagere energiekosten. In 2007 was nog sprake van grootschalige woningbouw in Bunnik. Doordat later bleek dat de omvang van de woningbouw in het verzorgingsgebied van de rwzi Bunnik beperkt blijft, is in 2009 besloten de rwzi te renoveren in plaats van op te heffen. De renovatie was nodig om te voldoen aan het afvalwaterakkoord. Rwzi Maarssenbroek opheffen en afvoeren naar de rwzi Leidsche Rijn of Utrecht. Over de toekomst van de rwzi Maarssenbroek kan worden beslist, nadat over de toekomst van rwzi Utrecht duidelijkheid is ontstaan.
22
4 Wat is onze visie op de zuiveringstaak en welke strategie volgen we daarbij? De visie van het waterschap op de zuiveringstaak luidt: Het waterschap heeft een wettelijke zorgplicht voor het zuiveren van het afvalwater. Wij streven als eigenaar en beheerder van de zuiveringstechnische werken naar de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen. Daarom zuiveren wij afvalwater, op een maatschappelijk verantwoorde wijze, transparant en zichtbaar voor belanghebbenden, op technologisch bijdetijdse wijze, door een professionele bedrijfsvoering met het oog op de toekomst. Dit hoofdstuk is als volgt opgebouwd: Elke paragraaf bevat een element uit de visie, na beschrijving van deze deel-visie wordt deze toegelicht. Bij elk element uit de visie is ook aangegeven welke strategie de komende vier jaar wordt gevolgd om de visie te realiseren.
4.1 Eigendom én beheer bij het waterschap VISIE De zuiveringstaak vormt een belangrijk onderdeel van de waterschapsorganisatie. Wij zijn én blijven daarom zelf eigenaar en beheerder van de zuiveringstechnische werken. Het beheer van zuiveringstechnische werken kunnen wij ook voor gemeenten en bedrijven uitvoeren. TOELICHTING De zuiveringstaak maakt integraal onderdeel uit van het gehele watersysteem en vormt daardoor een belangrijke taak van het waterschapswerk. Door de financiële en organisatorische omvang is de zuiveringstaak ook voor de kritische massa van het waterschap van groot belang. Ook binnen de waterschapsorganisatie is bedrijfsmatige aansturing van dit industriële proces geborgd. Het beheer van de leidingen en gemalen gaan goed samen met andere activiteiten van het waterschap in het gebied en bevordert de doelmatigheid. Het zuiveringswerk vormt dus een belangrijk deel van de waterschapsorganisatie. Wij zijn eigenaar en beheerder van de zuiveringsinstallaties en willen deze taak en activiteiten in het kader van het rioolbeheer ook voor andere partijen verzorgen. STRATEGIE Bij ontwikkelingen rond samenwerking in de afvalwaterketen (aangejaagd vanuit WINNET en vanuit de landelijke afspraken hierover in het bestuursakkoord water) is uitgangspunt dat het zuiveringsbeheer onderdeel is van de waterschapsorganisatie. Integratie van (delen van) het zuiveringsbeheer met rioolbeheer om redenen van doelmatigheid sturen wij bij voorkeur aan vanuit onze eigen organisatie.
4.2 Laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten We vinden het belangrijk ons werk te doen tegen de laagst mogelijke maatschappelijk aanvaardbare kosten. Onze visie hierop bestaat uit een zestal verschillende elementen: Niet verder (en niet minder)zuiveren dan noodzakelijk voor het ontvangende oppervlaktewater. Niet meer water zuiveren dan nodig is. Het beheer van de installaties mogelijk uitbreiden met zuiveringstechnische werken van andere partijen. Nieuwe investeringen baseren op principes van asset management. Afwegen bij nieuwe investeringen of er goedkoper gezuiverd kan worden door schaalvergroting of -verandering
23
Effluent lozen op die plek die de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten geeft. Deze zes visie-elementen worden bij elke investering, die tot lagere exploitatiekosten leidt, uitgewerkt in een businesscase. Het waterschap rekent in zo’n businesscase met een terugverdientijd binnen de afschrijvingstermijn van de investering. De businesscase wordt opgesteld volgens de Netto-Contante-Waarde methodiek. VISIE Het afvalwater wordt niet verder gezuiverd dan volgens de geldende normen noodzakelijk is voor het ontvangende oppervlaktewater. TOELICHTING Het zuiveren van afvalwater kost de maatschappij veel geld, 45% van de waterschapsbegroting 2011 is bestemd voor het zuiveringsproces (43,9 miljoen euro). In principe is het mogelijk om het afvalwater zo schoon als drinkwater te maken, maar de kosten hiervoor zijn maatschappelijk niet verantwoord. Daarom wordt het afvalwater niet verder gezuiverd dan nodig is voor het ontvangende oppervlaktewater (vastgelegd in de norm door de oppervlaktewaterbeheerder). STRATEGIE De zuiveringsinstallatie moet minimaal tot aan het einde van zijn afschrijvingstermijn voldoen aan de waterkwaliteitsnorm voor het oppervlaktewater waarop het effluent geloosd wordt. Dit betekent dat er ook rekening moet gehouden worden met normverhogingen in de (verre) toekomst. De installaties gaan namelijk minstens 30 jaar mee. De toekomstige waterkwaliteitsnormen zijn vaak niet bekend en zullen dus deels moeten worden ingeschat. Als de onzekerheden over de normstelling in de toekomst groot zijn, kan gekozen worden voor een installatie met een kortere afschrijvingstermijn zodat flexibiliteit ontstaat. De kosten worden beschouwd over de hele economische levensduur van de installatie volgens de systematiek van de kosten-baten analyse. Daarbij worden kosten en baten voor andere partijen dan het waterschap meegewogen. VISIE We zuiveren niet meer water dan nodig is. De juiste hoeveelheid afvalwater wordt bepaald in gezamenlijk overleg tussen waterschap en gemeente, waarbij gestreefd wordt naar de laagste maatschappelijke kosten. TOELICHTING De hoeveelheid afvalwater is een bepalende factor voor de kosten van de afvalwaterketen. Als minder water het riool instroomt, kunnen de kosten van de rioolstelsels en de zuiveringsinstallaties dalen doordat deze een lagere capaciteit krijgen. Deze daling is zeer geleidelijk, aangezien de kosten vooral vast zijn en er lange afschrijvingstermijnen gelden voor zowel riolen als zuiveringen. De hoeveelheid afvalwater wordt altijd opgesplitst in drie delen. Het eerste deel is de ‘droogweerafvoer’ dat alle organische stof uit huishoudens en bedrijven bevat en continu naar de zuivering stroomt. Het tweede deel is de ‘regenweerafvoer’ die ontstaat als het regent en waarmee (bij gemengde en verbeterd gescheiden rioolstelsels) regenwater gemengd met huishoudelijk afvalwater naar de rwzi wordt afgevoerd. De regenweerafvoer is begrensd door de geïnstalleerde pompcapaciteit op de eindgemalen. Deze capaciteit wordt vastgesteld in overleg met de rioolbeheerder die deze component af moet kunnen voeren omdat anders teveel vuilwater geloosd wordt via de riooloverstorten. Het derde deel noemen we ‘rioolvreemd water’ en omvat al het water dat in het riool stroomt terwijl het daar niet thuishoort. Bekendste twee voorbeelden zijn instromend oppervlaktewater dat bij te hoog peil instroomt in de riolen via de overstortdrempels en instromend grondwater in lekkende riolen. Beide voorbeelden illustreren ook dat rioolvreemd water zowel door het handelen van gemeente als waterschap kan ontstaan.
24
STRATEGIE Uitgangspunt is het ‘beleid gemeentelijke watertaken‘ van het waterschap. Dit beleid is het kader voor de afspraken over capaciteit met de rioolbeheerder. Daarbij zijn maatschappelijke kosten leidend en niet de kosten voor de taak van het waterschap alleen. Bij het constateren van rioolvreemd water en bij capaciteitswijzigingen door nieuwbouw of herstructurering voeren waterschap en gemeente doelmatigheidsstudies uit, de zogeheten OAS (optimalisatie afvalwatersysteem). De afspraken die het resultaat zijn van een dergelijke studie, worden vastgelegd in een afvalwaterakkoord. VISIE Het beheer van de zuiveringstechnische werken kan worden uitgebreid met het beheer van soortgelijke installaties van andere partijen, als een dergelijke samenwerking maatschappelijke meerwaarde heeft. TOELICHTING Op dit moment beheren we alleen onze eigen zuiveringstechnische werken inclusief een aantal IBA’s 10 . Zuiveringen in beheer bij andere partijen, zoals grote bedrijven of rioolgemalen in beheer bij gemeenten, zijn qua opzet en beheerslast vergelijkbaar met de eigen installaties. Het is daarom denkbaar dat uit efficiencyoverwegingen voor dergelijke zuiveringstechnische werken het beheer door het waterschap wordt verzorgd. De kosten hiervoor worden verrekend met de overnamepartij. STRATEGIE Wij zetten in op meerdere sporen, voor gemeenten via WINNET (de samenwerkingsorganisatie voor de afvalwaterketen) en voor bedrijven via individuele contacten. VISIE Beslissingen om installaties en/of onderdelen te vervangen worden gebaseerd op de principes van asset management. TOELICHTING Asset management is één van de middelen die het waterschap ter beschikking heeft om zijn doelstellingen te realiseren. Het doel van asset management zelf is om de waarde van elke euro die in assets wordt geïnvesteerd, te maximaliseren. Het draait bij asset management om het bewerkstelligen van een optimum tussen asset gerelateerde prestaties, risico’s en kosten. De asset behoort hiervoor in de noodzakelijke conditie te zijn. Asset management houdt in dat in beeld gebracht wordt welke kosten gemaakt dienen te worden over de gehele levenscyclus en hoe hierin bewuste keuzes kunnen worden gemaakt. STRATEGIE De kosten van de zuiveringstaak worden grotendeels bepaald door investeringsbeslissingen. De exploitatielast volgt uit eerder genomen investeringsbeslissingen. Aanleiding voor nieuwe investeringen in de zuiveringstaak van het waterschap zijn: Verbetering: nieuwe (wettelijke of eigen) eisen aan de kwaliteit van het effluent, aan de veiligheid, de duurzaamheid of aan de emissies naar de omgeving; Uitbreiding: toename van de capaciteit van afvalwater aangeboden door de gemeente; Vervanging: einde van de economische of technische levensduur van de installatie.
10
Installatie voor Individuele Behandeling van Afvalwater
25
Het asset management systeem wordt in 2011 verder uitgebouwd en toegepast ter onderbouwing van vervangingsbeslissingen.
VISIE Bij nieuwe investeringen, zowel als gevolg van vervanging, uitbreiding of verbetering wordt steeds een integrale afweging gemaakt of er goedkoper gezuiverd kan worden door schaalvergroting of - verandering. TOELICHTING In 2007 is onderzoek gedaan naar een aantal mogelijke scenario’s om schaalvergroting door te voeren (zie hoofdstuk 3). Het blijkt dat echt kleine zuiveringen (<15.000 i.e.) niet kosteneffectief zijn. Dit soort zuiveringen zijn niet meer aanwezig binnen het beheergebied van De Stichtse Rijnlanden. Door nieuwe ontwikkelingen, zoals decentraal zuiveren, kan het ook zijn dat er schaalverandering plaatsvindt. Op dit moment speelt dit nog niet in ons beheergebied, maar dit zou in de toekomst wel een actueel thema kunnen worden. STRATEGIE Verdere schaalvergroting leidt momenteel niet tot hogere kosteneffectiviteit. Doordat de bepalende factoren in deze afweging kunnen veranderen (kosten energie, kosten als gevolg nieuwe lozingseisen, etc.) maken wij bij nieuwe investeringsbeslissingen een integrale afweging volgens de kosten-baten systematiek op basis van de netto contante waarde, waarbij omliggende installaties betrokken worden. Nieuwe ontwikkelingen zoals zuiveren op locale schaal volgen wij op de voet. Mocht hierdoor schaalverandering noodzakelijk zijn, dan nemen wij hiervoor tijdig maatregelen. VISIE Effluent wordt geloosd op de plaats die de laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten geeft. TOELICHTING De waterkwaliteitsnorm en de vergunningseis kunnen verschillen afhankelijk van de plaats waar de lozing plaatsvindt. Het aanpassen van de zuivering, zoals aanleg van een zandfilter, kost geld, maar ook de verplaatsing van het lozingspunt kan extra kosten vergen. Het aanleggen van een lange persleiding is een kostbare zaak. Als er geloosd wordt op oppervlaktewater van een andere beheerder moeten we lozingsheffing betalen. STRATEGIE Bij elke nieuwe investering worden verschillende varianten voor zuiveringsaanpassing en/of verplaatsing van het lozingspunt goed met elkaar vergeleken. De kosten worden beschouwd over de hele economische levensduur van de installatie volgens de systematiek van kostenbaten analyses. Daarbij worden kosten en baten voor andere partijen dan het waterschap meegewogen.
4.3 Maatschappelijk verantwoord zuiveringsbeheer VISIE De Stichtse Rijnlanden werkt aan energiebesparing en energieomzetting 11 om zo kosten te besparen en duurzaam te werken. We hebben hiervoor ambitieuze doelen afgesproken met het Rijk (zie hoofdstuk 3).
11
Energie kan niet geproduceerd worden. De enige bron van energie is de zon. Energie kan wel omgezet worden van de ene in een andere vorm, bijvoorbeeld chemische energie in thermische. Energie kan ook worden opgeslagen in energiedragers zoals biogas, dieselolie, enz.
26
TOELICHTING Het zuiveren van afvalwater kost nu nog veel fossiele energie. Daarom zijn we voor al onze processen continu op zoek naar energiebesparing. Hiervoor volgen we actief nieuw beschikbare energiezuinige technieken in de wereld. Ook proberen we de transportafstanden zo kort mogelijk te houden. STRATEGIE Als deze nieuwe technieken niet tot een verhoogd kostenniveau leiden, passen we deze direct toe bij nieuwbouw en/of vervanging. Daarbij kijken we actief naar externe geldstromen van o.a. subsidieverstrekkers. We hebben ons gecommitteerd aan het MJA-3 (zie hoofdstuk 3.1). Maar onze ambitie is groter dan deze afspraak: We willen uiterlijk 2020 energieneutraal al het afvalwater zuiveren. VISIE Het waterschap wil zo min mogelijk zuiveringsslib afvoeren. Daarom streven we naar de grootste volumereductie van het slib tegen de laagste kosten. Voordat het slib als afval wordt afgevoerd, halen we er zo veel bruikbare energie, grondstoffen en water uit als op doelmatige wijze mogelijk is. TOELICHTING Vanuit de duurzaamheidsgedachte, maar ook vanuit kostenefficiëntie, is het wenselijk om zo min mogelijk slib af te voeren. Slib bevat nog allerlei bruikbare stoffen en energie. Dit kan worden hergebruikt. Hierdoor hoeft ook minder slib te worden afgevoerd en dit scheelt in ook in transportbewegingen. Daarom volgt het waterschap de landelijke ontwikkelingen op de voet om zo veel mogelijk slib te kunnen hergebruiken. STRATEGIE Het slib wordt op iedere rwzi voorontwaterd, voordat het getransporteerd wordt naar de twee grote locaties (Nieuwegein en Utrecht), waar het slib efficiënter ontwaterd kan worden. Dit centrale ontwateren op grote schaal geeft mogelijkheden om nutriënten doelmatig uit het slib te verwijderen. Het doel is zo veel mogelijk water en bruikbare stoffen/energie uit het slib te halen voor het op transport gaat naar de eindverwerking. Specifiek zetten wij de komende jaren in op besparing van energie, maximalisatie van de energieproductie en terugwinning van fosfaat. Bij investeringen op rwzi’s kijken we naar de mogelijkheden om dit aspect integraal mee te nemen. De afweging is daarbij gebaseerd op een kosten-baten analyse, waarbij de maatschappelijke baten van de afzet van fosfaat en de productie van energie meegenomen worden. Standaard wordt uitgegaan van een maximale terugverdientijd van 15 jaar.
4.4 Transparant en zichtbaar voor belanghebbenden VISIE Het zuiveringswerk van het waterschap moet zichtbaar zijn. Het waterschap kiest voor actieve communicatie over het zuiveringswerk en zet hierbij ook de installaties zelf in. Het waterschap besteedt aandacht aan esthetica om zo de rioolgemalen en rwzi’s zichtbaar en herkenbaar te maken, passend bij de omgeving waarin ze staan. TOELICHTING Het zuiveren van afvalwater is een belangrijk proces, waar bovendien veel geld mee gemoeid is. Het is daarom belangrijk om te laten zien wat je doet, want onbekend maakt onbemind. We meten regelmatig via een Klanttevredenheidsonderzoek hoe we het doen. We sturen op de tevredenheid van belanghebbenden en door het werken aan meer bekendheid van de zuiveringstaak. STRATEGIE
27
Wij doen dit door het geven van rondleidingen op rwzi’s en het communiceren via de pers over nieuwe, vaak duurzame, ontwikkelingen. De rioolgemalen en rioolwaterzuiveringsinstallaties zelf kunnen ook worden benut als communicatiemiddel. Bij nieuwbouw of verbouw van de installaties wordt, op locaties waar dat nuttig is, passend bij de omgeving meer aandacht besteed aan esthetica. Hierbij wordt rekening gehouden met belanghebbenden. Wij streven naar zo min mogelijk klachten. Mochten er klachten zijn, dan handelen wij die zorgvuldig en kordaat af.
4.5 Met moderne technologie VISIE Wij willen een maatschappelijke voorbeeldrol vervullen op het gebied van zuiveringsprestatie en innovatie. TOELICHTING Het zou een veilige keus zijn om steeds te kiezen voor het bouwen of vervangen met behulp van bestaande technieken. Hier ligt echter niet de voorkeur. Wij kiezen ervoor om te blijven horen tot de beste zuiverende waterschappen én op dat niveau innovatief te zijn. Wij kiezen er dus voor technologisch vernieuwend te zijn om zo een belangrijke bijdrage te leveren aan de vooruitgang in de zuiveringstechnologie. STRATEGIE Wij zoeken hier actief naar door in te zetten op kennisontwikkeling, het bezoeken van congressen, het uitvoeren van proeven op industriële schaal (eventueel samen met marktpartijen) en samenwerken met andere waterschappen en ketenpartners.
4.6 Professionele bedrijfsvoering VISIE Wij streven naar een professionele aanpak volgens de filosofie van het INKmanagementmodel. TOELICHTING Hieronder verstaan we het geven van duidelijke opdrachten aan interne en externe opdrachtnemers. Hierbij wordt gestuurd op de aspecten Kwaliteit, Tijd, Geld, Functionaliteit en Scope. Dit doen wij volgens de aanbestedingsregels, met aandacht voor vergunningen en binnen het geldende beleid. Onze opstelling is professioneel en zakelijk. STRATEGIE Resultaatgerichtheid meten wij door het volgen van de Plan-Do-Check-Act (PDCA)-cyclus, waarbij beoordeeld wordt of het afgesproken resultaat gehaald is tegen de afgesproken tijd en kosten. We zijn continue bezig met het verbeteren van onze werkprocessen. Dit doen we volgens de filosofie van het INK-managementmodel. De focus ligt daarbij op: leren van eigen ervaringen (PDCA-cyclus) en van die van anderen (bedrijfsvergelijking met andere waterschappen, Vereniging van Zuiveringsbeheerders); kritisch eerdere keuzes te blijven evalueren; voldoen aan de eisen voor Kwaliteit, Arbo en Milieu, o.a. de wet Milieubeheer die eisen stelt aan veiligheid voor de omgeving; houden van calamiteiten oefeningen; de werkprocessen zo lean mogelijk houden; actief asset management, gericht op het verlengen van de levensduur van de installaties; aanhalen van samenwerkingsverbanden met bedrijven op aanpalende gebieden, zoals drinkwaterbedrijven, energiebedrijven voor toeleveren van elektriciteit en
28
sturen op goede samenwerking tussen de medewerkers van de voor het zuiveringsbeheer relevante afdelingen (ZB, UV, IB, V&H, P&A), door gezamenlijke bijeenkomsten te organiseren; goed leiderschap door goede overdracht van informatie, sturing op kennis, minder op regels, terugkoppeling op afspraken en competenties en de mogelijkheid voor medewerkers om door te groeien; het leggen van de verantwoordelijkheden op een zo laag mogelijk niveau in de organisatie; streven naar een goede werksfeer met weinig verzuim.
4.7 Met het oog op de toekomst VISIE Wij willen goed voorbereid zijn op ontwikkelingen die gevolgen kunnen hebben voor onze zuiveringstaak. Zowel om kansen te benutten als om bedreigingen op tijd te onderkennen en tegen te gaan. TOELICHTING In hoofdstuk 2 zijn een aantal toekomstige ontwikkelingen beschreven, zoals rwzi van de toekomst, nieuwe sanitatie, hormoonverstorende stoffen uit medicijnresten en emissies van broeikasgassen uit rwzi’s. Deze ontwikkelingen vragen nog meer onderzoek maar zijn wel van richtinggevend belang bij de ontwikkeling van de zuiveringstaak. STRATEGIE Wij houden belangwekkende nieuwe ontwikkelingen nauwlettend in het oog en houden hier rekening mee bij het nemen van investeringsbeslissingen.
29
Bronvermelding Externe Rapporten 12 Nieuwe Nuts: Duurzaam ontlasten - Naar lokaal gebruik van Afvalwater, Rapport in opdracht van InnovatieNetwerk, opgesteld door: Dr.ir. A. (Adriaan) Mels, Lettinga Associates Foundation (LeAF), Wageningen ISBN: 978 – 90 – 5059 – 361 – 8 Rapportnr. 08.2.182, Utrecht, juli 2008. Nieuwe Sanitatie Rijnenburg – Kennisscan en mogelijke scenario’s – Brightwork 2010 in opdracht van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. DM 298731 Op weg naar de rwzi 2030, STOWA, maart 2010, STOWA rapportnummer 2010-11, Utrecht ISBN 978.90.5773.473.1 Emissies van broeikasgassen van rwzi’s, STOWA, STOWA rapportnummer 2010-08, Utrecht ISBN 978.90.5773.461.8 Concept Voorstudierapport Afvalwaterketen, Unie van Waterschappen, versie 22 april 2010, uitgereikt op symposium Afvalwaterketen 27 april 2010
12
Voor de interne rapporten is een verwijzing opgenomen naar het nummer van het bestuursvoorstel en/of het nummer van het documentmanagementsysteem (DM).
30
Bijlage 1: Nieuwe sanitatie, het scheiden en zuiveren van meerdere afvalstromen
Geel water scheiden via het Nieuwe Plassen en omvormen tot een meststof Het Nieuwe Plassen houdt in dat urine gescheiden ingezameld wordt via speciale toiletten Veel waterschappen hebben interesse in het Nieuwe Plassen, omdat deze aanpak de emissies van probleemstoffen (medicijnresten, hormonen) naar het oppervlaktewater aanzienlijk kan reduceren. Ongeveer 70-90% van de medicijnen wordt via de urine uitgescheiden. Rioolwaterzuiveringsinstallaties kunnen veel van deze stoffen niet of niet volledig uit het afvalwater verwijderen. Een ander voordeel van urinescheiding is dat er veel energie bespaard kan worden in rioolwaterzuiveringsinstallaties. Daarnaast blijkt ook dat No Mix-toiletten gebruikers bewuster maken van de afvalwaterketen. Dit is iets wat past bij de huidige beleidsvoornemens in de Europese Kaderrichtlijn Water. De verzamelde urine kan vervolgens gebruikt worden als meststof in de landbouw. Dit wordt in Zweden al gedaan. Zwart water scheiden via een Vacuüm Toilet en er lokaal energie uit opwekken Vacuümtoiletten die we kennen uit treinen en vliegtuigen, kunnen nu ook een plaats krijgen in nieuw te bouwen woningen. Deze toiletten gebruiken maar 1 liter water per spoeling. Doordat de afvoer kleiner is en onder druk plaatsvindt, hoeft het toilet niet meer dichtbij de hoofdafvoer van een huis geplaatst te worden. Een ander voordeel van deze wijze van afvoer in geconcentreerde vorm is dat energiewinning mogelijk is door vergisting en productie van biogas. Een proefproject in Sneek zamelt toiletwater en grijswater apart in. Het zwartwater verandert na enkele dagen vergisting in opgewerkt biogas. Grijs water scheiden en lokaal zuiveren Meer dan 70 procent van het huishoudelijk afvalwater is grijswater. Dit water bevat veel minder afval- en voedingsstoffen dan zwartwater. Het apart zuiveren van dit grijze water, bijvoorbeeld in een helofytenfilter, kan daardoor veel goedkoper. Dit kan in een open omgeving in de woonwijk worden gerealiseerd, waarbij een zeer hoge waterkwaliteit wordt gehaald. De benodigde oppervlakte voor de filters is goed in een woonwijk in te passen. Dit gebeurt bijvoorbeeld in Lanxmeer in Culemborg. Bovendien ontstaat door de lokale behandeling van grijswater, lokaal een nieuwe extra bron van water die gebruikt kan worden voor lokale waterpartijen of verdrogingsbestrijding. Blauw water scheiden Regenwater is in principe schoon en wordt in nieuwe wijken niet meer afgevoerd via de riolering. In bestaande wijken zijn verschillende mogelijkheden om het hemelwater af te koppelen van de riolering. In gebieden met een lage grondwaterstand is lokale infiltratie goed
31
mogelijk. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van waterdoorlatende bestrating, lokale infiltratie door wadi’s of infiltratieputten en begroeide daken. In gebieden met een hoge grondwaterstand is een apart hemelwaterriool vaak geschikter (een zogeheten ‘gescheiden stelsel’ of ‘verbeterd gescheiden stelsel’). Deze laatste maatregel komt pas in beeld als er vervangingen aan de riolering gedaan moeten worden.
32