Financial Newsletter Februari 2015
Inhoud In een notendop
1
Economie
2
Een klein beetje muntoorlog
Nieuwe Griekse regering wil schuldherschikking
Aandelenmarkten 3 ECB geeft vleugels
Obligatiemarkten
5
Wisselmarkten Grondstoffen Verklarende woordenlijst
7 7 8
Zeepbel in een jas van staal
In een notendop Een klein beetje muntoorlog
In 2010 riep de Braziliaanse minister van Financiën dat er een muntoorlog dreigde. De dollar verzwakte als bijproduct van de Amerikaanse versoepelingsmaatregelen, maar vooral de koppeling van de Chinese yuan aan de dollar werd niet goed onthaald. Een handvol munten zoals de euro, de yen en een aantal groeimarktmunten werden daardoor immers flink duurder. Bij een muntoorlog leveren landen een concurrentiestrijd door een muntdevaluatie. Een goedkopere munt tegenover het buitenland wordt daarom beschouwd als een verdoken importtaks of een exportsubsidie. Het gevaar bestaat dat dit de poort is tot een giftig opbod van devaluaties, met stokkende wereldhandel en recessie tot gevolg, net als in de jaren 30 van vorige eeuw. De discussie laaide weer op toen de Japanse centrale bank eind 2012 de yen fors lager stuurde via
massale obligatieaankopen. Sinds kort vervoegt ook de ECB het groepje van centrale banken die door het openen van de geldkraan de inflatie en de groei wil aanvuren. Dat blijft niet zonder gevolgen. Amerikaanse bedrijven wijten (te pas, maar ook te onpas) hun lagere resultaten aan de duurdere dollar. Scandinavische centrale banken hakken in op de eigen rente, net als in Canada en Singapore. In Denemarken wordt er ronduit paniekvoetbal gespeeld. De Deense centrale bank verlaagde haar centraal tarief tot 3 keer toe in 10 dagen tijd, nadat Zwitserland recent de in 2011 ingevoerde muntkoppeling met de euro liet varen en vervolgens weer probeerde in te voeren. Voorlopig lijkt dat een klein beetje op een muntoorlog. De geschiedenis leert dat alleen een globaal muntakkoord de rust op de wisselkoersmarkten kan doen terugkeren.
Economie
Nieuwe Griekse regering wil schuldherschikking Het extreemlinkse Syriza vormt een regering met een ideologische tegenstander. Een vreemde combinatie met als bindmiddel het einde van de besparingen onder Europese curatele. De financiële onrust op de beurs van Athene sloeg niet over naar de rest van de wereld. Griekse banken, belangrijk voor de financiering van de overheid, zagen 11 miljard euro aan spaardeposito’s verdwijnen. Griekenland wil de eenheidsmunt niet opgeven, maar hoopt wel een schuldherschikking af te dwingen. Harde taal tegenover de Europese geldschieters maakt weinig indruk en veel rek op de bestaande voorwaarden is er niet. De Grieken betalen sinds de schuldherschikking van 2012 zeer lage coupons op lang uitstaande schulden en de Griekse banken worden overeind gehouden door een financiële noodlijn met de ECB. Zelfs zonder rekening te houden met dure verkiezingsbeloftes, heeft de regering al snel vers geld nodig om bestaande schulden te herfinancieren. Het is uitgesloten dat dit geld wordt opgehaald bij private beleggers en met een radicale onderhandelingsagenda dreigt een nul op het rekest bij de Europese leiders.
ruim 3.000 euro per inwoner van de eurozone. Het kredietrisico is hoofdzakelijk voor de nationale centrale banken, maar dat kon de meeste beleggers niet deren, want de omvang van de maatregelen overstijgt alle verwachtingen. Dit is ook het einde van de salamipolitiek van de ECB, want ze engageert zich het programma uit te voeren tot de inflatieverwachtingen verbeteren. Peter Praet, de Belgische hoofdeconoom van de ECB, verklaarde vooraf al dat de vrije val van de olieprijzen een belangrijke factor zou zijn bij deze historische beslissing. De rente gaat opnieuw fors lager. En de euro? Die zakte verder naar het laagste niveau in 11 jaar. Chinese groei verzwakt
Kredietbeoordelaar S&P geeft Rusland rommelstatus Met een knip in de kredietwaardigheid is de Russische staatsschuld na 10 jaar door S&P opnieuw verlaagd naar een junkstatuut. De slechte groeivooruitzichten, zorgen over het financiële systeem, haperende fiscaliteit en de spectaculaire daling van de roebel zijn de voornaamste redenen voor deze beslissing. Ook de monetaire politiek is een zorg. De massieve renteverhoging op 15 december en de daling van diezelfde basisrente een maand later doen de wenkbrauwen fronsen.
Grafiek 1 (Gegevens op 31/01/2015)
Economische vooruitzichten
Amerikaanse consumentenvertrouwen piekt De Amerikaanse gezinnen zijn nog nooit zo optimistisch geweest na de crisis als nu. Met 70% van het BBP, is de consumptie de belangrijkste motor van de Amerikaanse economie.
Chinese groei onder officiële groeinorm van 7,5% Industrielanden dromen van een Chinees groeicijfer van 7,4% voor 2014. De groei is bijna in lijn met de vooropgestelde groeinorm door de regering van 7,5%. Maar op kwartaalbasis oogt de groei minder goed. De expansie van 1,5% tijdens het laatste kwartaal van 2014 is aanzienlijk lager dan voorheen. De verschuiving naar een consumptiegeleide economie, hoge private schulden, dalende huizenprijzen, industriële overcapaciteit en afnemende competitiviteit zullen de Chinese leiders aanzetten tot de herziening van de groeinorm. Meer monetaire en fiscale stimuli zullen daarbij niet ontbreken.
Olie smeermiddel voor nog soepeler beleid De ECB kondigt haar aankoopprogramma aan. Tussen maart van dit jaar en september 2016 koopt ze 1.140 miljard euro. Dat is 60 miljard euro per maand aan overheidsobligaties en verpakte kredieten en 2
Economische groei (jaarlijkse evolutie van het BBP)
Inflatie (jaarlijkse evolutie van de consumentenprijzen)
2015
2016
2015
2016
Wereld
2,8%
3,0%
2,1%
2,7%
Eurozone
1,1%
1,6%
0,2%
1,2%
Duitsland
1,3%
1,7%
0,5%
1,6%
Frankrijk
0,8%
1,4%
0,3%
1,2%
België
1,2%
1,4%
0,6%
1,5%
Verenigd Koninkrijk
2,6%
2,4%
0,9%
1,9%
Verenigde Staten
3,2%
2,8%
0,9%
2,2%
Japan
1,0%
1,4%
1,4%
1,5%
Rusland
-4,0%
0,5%
12,9%
6,9%
Brazilië
0,6%
1,8%
6,5%
5,8%
China
7,0%
6,8%
1,9%
2,5%
India
5,5%
6,3%
6,6%
6,0%
Zuid-Afrika
2,3%
2,5%
5,0%
5,9%
Tabel 1 (Gegevens in %, op 31/01/2015)
Aandelenmarkten ECB geeft vleugels Europa en de VS De Europese beurzen begonnen het jaar met een vliegende start: de Eurostoxx 50 steeg meteen meer dan 6% in januari. Betere macrocijfers en het toenemende beleggersvertrouwen zorgden voor de nodige aandrijving. Daarenboven had het Europese Hof van Justitie geen wettelijke bezwaren tegen ondersteunende maatregelen van de ECB, waardoor de weg open lag voor het ECB-powershot van meer dan 1.000 miljard euro. De beurzen kregen vleugels; de onzekerheid over Griekenland en de Zwitserse flash crash - na de beslissing van de centrale bank van het Alpenland om de muntkoppeling met de euro op te geven – konden nauwelijks voor enige tegenwind zorgen. De Amerikaanse referentie-index S&P 500 eindigde echter 3,1% lager. Redenen waren enerzijds de moeizame start van het Amerikaanse resultatenseizoen en anderzijds de notulen van de FED die blijk gaven van een geplande renteverhoging later dit jaar, ondanks de afnemende inflatie.
Azië De Chinese A-share markt zette haar klim van de vorige maanden niet verder. De Chinese overheid legde de mogelijkheid aan banden om met geleend geld aandelen te kopen. Ze deed dat om oververhitting tegen te gaan, waardoor de Chinese binnenlandse beurs prompt meer dan 7% lager dook. De fut was er ook uit op de Japanse markt, ondanks relatief goede economische cijfers. De stijging van de yen tegenover zowel de dollar als de euro hield de exportgevoelige Nikkei 225 aan de grond. Evolutie van de aandelenmarkten
EUROZONE - Positief + De verwachte winstgroei voor Europese aandelen blijft nog steeds in de buurt van 15% voor 2015. De lagere olieprijs en de verzwakking van de euro tegenover de dollar zijn ondersteunende factoren. + Het groter dan verwachte aankoopprogramma van de ECB kan de risicobereidheid aanwakkeren. + De winstherzieningen van Europese aandelen evolueren de voorbije weken gunstiger dan van aandelen uit de meeste overige regio’s. + Europese bedrijven hebben een gezonde balans met een aanvaardbare nettoschuld en een grote cashpositie. Bovendien zijn zij nog steeds goedkoper gewaardeerd dan de Amerikaanse tegenhangers.
- Na vijf jaren van koers-winstexpansie zal de winstgroei de enige motor zijn voor de verdere koersstijging van Europese aandelen. - Politieke risico’s in Griekenland en spanningen met Rusland kunnen voor volatiliteit zorgen.
Munt
1 maand
Sinds 01/01/2015
Wereld
USD
-0,62%
-0,62%
10,70%
13,60%
Eurozone
EUR
6,52%
6,52%
11,20%
11,52%
Duitsland
EUR
9,1%
9,1%
14,9%
18,3%
Frankrijk
EUR
7,8%
7,8%
10,5%
11,8%
België
EUR
7,5%
7,5%
22,1%
17,0%
Verenigd Koninkrijk
GBP
2,8%
2,8%
3,7%
5,9%
Verenigde Staten
USD
-3,1%
-3,1%
11,9%
15,0%
Japan
1 jaar
3 jaar
JPY
1,3%
1,3%
18,5%
26,2%
Groeilanden
USD
0,55%
0,55%
2,68%
-1,93%
Rusland
RUB
18,0%
18,0%
13,3%
2,9%
Brazilië
BRL
-6,2%
-6,2%
-1,5%
-9,4%
China (Hong Kong)
CNY
3,8%
3,8%
11,2%
6,3%
India
INR
6,1%
6,1%
42,3%
19,3%
Zuid-Afrika
ZAR
2,6%
2,6%
11,1%
14,3%
Tabel 2 (Gegevens in %, op 31/01/2015)
3
VERENIGDE STATEN - Neutraal + De VS blijven de belangrijkste groeimotor voor de wereldeconomie. De economische groei is afgezwakt van 5% in Q3 naar 2,6% in Q4. Dat was minder dan verwacht, maar het herstel blijft duidelijk aanwezig. + De dalende olieprijs is ook goed nieuws voor de Verenigde Staten, want deze ‘belastingverlaging’ kan een bijkomende stijging van de economische groei van 0,4% betekenen.
- Door de betere groei komt een renteverhoging in de VS steeds dichterbij. Het open markt comité van de Amerikaanse centrale bank geeft aan dat die niet voor juni moet verwacht worden en dat verdere verhogingen gematigd zullen zijn. De impact zal zich echter laten voelen in de wereldeconomie. - De duurdere dollar weegt op de resultaten van multinationals. - Met een verwachte koers-winstverhouding van 16,98 (tegenover een 10-jaargemiddelde van 14) voor 2015 en een dividendrendement van maar 2,33% zijn Amerikaanse aandelen in historisch opzicht vrij duur gewaardeerd. JAPAN - Neutraal + Zwakke olieprijzen zijn een pluspunt voor Japan. Lagere prijzen voor olieproducten zorgen voor een betere koopkracht en voor een overschot op de handelsbalans. + De Japanse yen steeg in januari met 9% tegenover de euro, maar blijft globaal gezien op een heel laag niveau noteren. Tegenover de dollar wordt een verdere verzwakking verwacht. Dat zorgt voor ademruimte bij een aantal Japanse bedrijven. + Japan is de enige regio binnen de G7 met positieve winstherzieningen. + De centrale bank is standvastig over het verdere verloop van de stimuleringsmaatregelen. Als de inflatie blijft dalen, zal de Bank of Japan deze nog meer breiden.
+ De verschuiving van vastgoedbeleggingen naar aandelen in
China wijst op meer aandacht van binnenlandse beleggers voor risicovolle beleggingen. + Vooral Aziatische gezinnen en bedrijven genieten van lagere olieprijzen. Sommige overheden vermijden dure energiesubsidies.
- Door de Amerikaanse rentestijging en de dollarsterkte is er een muntrisico. Vooral beleggingen van landen met tekorten op de handelsbalans kunnen minder liquide zijn. - De geopolitieke spanningen met Rusland houden aan, waardoor de ruimte voor een Russisch beursherstel onbestaande is, ondanks de extreem lage waardering. - China legt de binnenlandse aandelenhandel met geleend geld aan banden uit vrees voor een oververhitting en India noteert na de rally van de laatste maanden met 17 keer de verwachte winsten niet langer goedkoop. Europese aandelen starten het jaar goed
Grafiek 2 (Gegevens op 31/01/2015)
De rally op de Chinese A-share markt wordt (voorlopig) afgeblokt
- De daling van de olieprijzen zorgt voor een daling van de inflatie. - Abenomics, of de hervormingspolitiek van de Japanse regering, heeft voorlopig weinig structurele vorderingen gerealiseerd. Zo is de reële loongroei die nodig is voor consumptie negatief. - Om de waardering van Japanse aandelen te doen stijgen, is een hogere winstgevendheid voor de Japanse bedrijven noodzakelijk, een proces dat heel moeizaam verloopt. GROEILANDEN - Neutraal + De groeilanden als geheel blijven de goedkoopste regio met een koers-winstverhouding van 11,09 (op basis van de winstverwachtingen voor de komende 12 maanden) en een winstgroei op lange termijn van 12,25%.
4
Grafiek 3 (Gegevens op 31/01/2015)
Obligatiemarkten Zeepbel in een jas van staal
Drie jaar na de beperkte aankopen tussen 2010 en 2012 start de ECB met een langdurig en groot inkoopprogramma. Obligaties worden daardoor alleen maar duurder, ook al noteert één vierde van de Europese overheidsobligaties vandaag al met een negatief toekomstig rendement. Zo is ook de rentevergoeding negatief voor 55% van het uitstaande volume van de Belgische staatsobligaties. Zwitserse staatsobligaties bieden zelfs een negatief rendement op looptijden tot en met 15 jaar. Vanuit een ander perspectief bekeken: een langlopende Duitse staatsobligatie op 30 jaar heeft over de laatste 5 jaar 110% opgebracht. Vreemd genoeg presteerden inflatiegelinkte obligaties, die een indekking bieden tegen het risico op inflatie, het beste met een stijging van ongeveer 3%. Reden: de rente daalt sneller dan de inflatieverwachtingen.
ECB-actie laat zich ook voelen buiten Europa Een verrassing die zou kunnen voortkomen uit de ECB-actie is een goede prestatie van de Amerikaanse obligaties, ondanks de verwachte rentestijging later in het jaar. De ECB en de nationale centrale banken zullen immers een pak van de euro-obligaties met een goede kredietkwaliteit opslorpen, waardoor er minder handel mogelijk is, maar waardoor ook de rentevergoeding blijft smelten als sneeuw voor de zon. Andere obligatiemarkten zoals de Australische, Canadese, Britse, maar zeker ook de Amerikaanse markt, worden door hun hogere rentevergoeding dan weer relatief aantrekkelijker voor obligatiebeleggers uit de eurozone. Ook groeimarktobligaties uitgegeven in dollar zullen zo eventueel weer op meer interesse kunnen rekenen.
Interestvoeten
3 maanden
2 jaar
10 jaar
Eurozone
0,03%
-0,19%
0,31%
Duitsland
-
-0,2%
0,3%
Frankrijk
-
0,1%
0,5%
België
-
0,1%
0,6%
0,3%
0,5%
1,7%
0,%
0,4%
1,3%
0,1%
0,0%
0,3%
Rusland
-
6,3%
5,1%
Brazilië
-
12,5%
12,0%
China
-
3,2%
3,5%
India
-
7,8%
7,7%
Zuid-Afrika
-
6,1%
7,1%
Verenigde Staten Verenigd Koninkrijk Japan
Tabel 3 (Gegevens in %, op 31/01/2015)
Skyline van Frankfurt, thuishaven van de ECB
Munt
1 maand
3 maand
Sinds 01/01/2015
1 jaar
3 jaar
Overheidsobligaties eurozone
EUR
2,3%
5,1%
2,3%
13,9%
9,3%
Overheidsobligaties Verenigde Staten
USD
3,0%
4,0%
2,9%
7,6%
2,4%
Internationale geïndexeerde obligaties
EUR
0,8%
0,0%
0,6%
3,5%
2,6%
Bedrijfsobligaties van goede kredietkwaliteit
EUR
7,9%
11,0%
7,4%
23,0%
9,2%
Hoge rendementsbedrijfsobligaties
USD
6,7%
7,4%
6,2%
18,6%
12,6%
Groeilanden harde valuta
USD
1,0%
-1,3%
0,9%
8,9%
6,0%
Groeilanden lokale valuta
USD
0,0%
-7,5%
0,3%
-1,4%
-2,0%
Evolutie van de obligatiemarkten
Tabel 4 (Gegevens op 31/01/2015)
5
OVERHEID - Neutraal + Inflatieverwachtingen blijven aan de lage kant en zijn nog steeds een rem voor een spectaculaire stijging van de obligatierendementen in de nabije toekomst. + De ECB verraste met de omvang en de looptijd van het aankoopprogramma. Door dit programma zullen de rentes op staatsobligaties nog voor geruime tijd op een laag niveau blijven. + De heropflakkering van de crisis in Griekenland heeft de Europese obligatiebeleggers weinig zorgen gebaard en het besmettingsgevaar blijft momenteel beperkt.
BEDRIJVEN HIGH YIELD - Neutraal + Door lage rendementen op uitgiftes met goede krediet kwaliteit (nl. 2%) zoeken beleggers naar extra rendement in high yield (6%). + De ECB-obligatieaankopen en de lage olieprijzen bieden zuurstof aan de economie en stimuleren de risicobereidheid. + De risicovergoeding op euro high yield oogt billijk gezien de relatief hoge kredietkwaliteit in de Europese markt tegenover de Amerikaanse markt. + Fundamenteel gezonde bedrijven en verbeterde kredietkwaliteit.
- Beleggers verwachten een eerste renteverhoging van
- Lage of negatieve inflatie verzwakt de financiële positie van
de Amerikaanse centrale bank in 2015. Door de lage renteniveaus in Europa worden obligaties uit andere regio’s aantrekkelijker, zodat beleggers de Europese obligatiemarkten zouden kunnen verlaten. - Het kredietrisico wordt binnen het nieuwe inkoop programma van de ECB grotendeels gedragen door de nationale centrale banken. Dat kan de druk verhogen op bepaalde landen als er financiële onzekerheid ontstaat. BEDRIJVEN GOEDE KREDIETKWALITEIT - Positief + De zeer lage inflatieverwachtingen op middellange termijn voor de eurozone vormen een rem voor een spectaculaire stijging van de obligatierendementen in de nabije toekomst. + Europese bedrijven hebben nog steeds een gezonde balans in historisch perspectief. Bovendien zijn de macroeconomische omstandigheden (lage energiekosten, zwakke euro, gunstige herfinanciering) goed voor Europese bedrijven. + De extreem lage rentevoeten op staatsobligaties doen beleggers het rendement zoeken bij bedrijfsobligaties.
- De rendementen op bedrijfsobligaties noteren momenteel aan historisch lage niveaus.
bedrijven met een hoge schuldgraad.
- De lagere kredietkwaliteit binnen deze obligatiecategorie wordt onvoldoende vergoed tegenover het verliesrisico door faillissementen. - Een verstrakking van het Amerikaanse geldbeleid en de blootstelling aan de energiesector verhogen het risico op volatiliteit. - De verhandelbaarheid van de lagere kredietcategorieën wordt moeilijker. GROEILANDEN - Negatief + De Europese en Japanse geldverruiming zorgt voor een zoektocht naar hoger rendement in obligaties uit de VS en de opkomende markten. + De verwachte renteverhoging in de VS zal milder zijn, bijgevolg zal de stijging van de dollar eerder vertragen of zelfs stabiliseren. + Na de marktcorrectie van eind vorig jaar bieden groeilandobligaties aantrekkelijke rendementen (boven 5%) vergeleken met die van staatspapier van G7-landen. + Ondanks de forse muntdepreciatie zijn vele groeilanden en hun bedrijven dankzij hun hoge deviezenreserves in staat hun schulden in dollar af te lossen.
- Ook de risicopremies op bedrijfsobligaties zijn laag. Het
- Zwakkere groei, voornamelijk in China, pleit voor
potentieel voor verdere spreadvernauwing is dan ook beperkt en het risico op een zeepbel neemt toe. - De liquiditeit op de obligatiemarkten wordt een steeds nijpender probleem en dat is ook het geval voor bedrijfsobligaties.
voorzichtigheid (meer gebruik van dekkingsstrategieën in de markt). - Het risico op muntdepreciatie blijft bestaan door de zwakkere yen/euro, de afnemende grondstoffenprijzen en de lagere productiviteit van de lokale bedrijven. - Toenemend kredietrisico voor steeds meer emittenten, vooral in het segment van hoogrentende bedrijfsobligaties.
6
Wisselmarkten Evolutie
Type
Laatste Wisselkoers
1 maand
3 maand
Sinds 01/01/2015
1 jaar
Verenigde Staten
EUR/USD
1,13
6,3%
10,5%
6,3%
19,8%
Verenigd Koninkrijk
EUR/GBP
0,75
4,5%
4,3%
4,5%
10,7%
Rusland
EUR/RUB
78,18
-9,3%
-30,5%
-9,3%
-38,7%
Noorwegen
EUR/NOK
8,73
4,4%
-2,8%
4,4%
-2,6%
Japan
EUR/JPY
132,7
9,0%
7,3%
9,0%
3,0%
Brazilië
USD/BRL
2,68
-0,9%
-10,4%
-0,9%
-10,2%
China
USD/CNY
6,25
-0,7%
-2,1%
-0,7%
-3,0%
India
USD/INR
61,87
2,3%
-0,8%
2,3%
1,1%
Zuid-Afrika
USD/ZAR
11,6
0,3%
-4,9%
0,3%
-3,2%
Sinds 01/01/2015
1 jaar
Wisselkoersen
Tabel 5 (Gegevens op 31/01/2015)
Grondstoffen Evolutie
Grondstoffen
Laatste koers (USD)
Grondstoffen
218,84
-4,2%
-19,5%
-4,2%
-22,8%
50,77
-8,8%
-40,1%
-8,8%
-52,6%
Goud
1.283,78
8,0%
9,4%
8,0%
3,2%
Zilver
17,25
9,5%
6,8%
9,5%
-10,8%
369,36
-0,6%
-7,8%
-0,6%
-1,2%
Brent olie
Voeding Tabel 6 (Gegevens in USD op 31/01/2015)
7
1 maand
3 maand
Verklarende woordenlijst Centrale bank: instelling die van een land of monetaire unie de opdracht krijgt het monetaire beleid te voeren, toezicht te houden op de prijsstabiliteit, te waken over de solvabiliteit van de banken en hun respect voor de reglementering. In geval van economische crisis speelt die instelling de rol van ‘geldschieter in laatste instantie’. Depreciatie/appreciatie van een munt: vermindering/ vermeerdering van de waarde van de munt van een land (of monetaire unie) ten opzichte van andere munten.
15.02.2015 - Verantwoordelijke uitgever: Bart Beeusaert, Delta Lloyd Bank nv, Sterrenkundelaan 23, 1210 Brussel - FSMA 025573 A
Hard & local currency: beleggingen kunnen worden uitgedrukt in sterke deviezen (hard currency) zoals de dollar (of zelfs de euro) maar ook in lokale deviezen (local currency) zoals de Braziliaanse real, de Chinese yen, de Thaïse baht, de Koreaanse won ... Inflatie/deflatie: algemene stijging/daling over meerdere maanden van de prijzen van goederen en diensten van een land (of monetaire unie). Groeimarkten/-landen: landen waarvan de economie uit de onderontwikkeling stapt en met een groot economisch groeipotentieel, meestal gelegen in Azië (met uitzondering van Japan), Oost-Europa, het Midden-Oosten, LatijnsAmerika of Afrika. Obligaties met een hoog rendement (‘High Yield’): obligaties uitgegeven door emittenten (bijvoorbeeld ondernemingen) die een risico vertonen hun verbintenissen (zoals het betalen van het nominale bedrag op de vervaldag en de coupons) niet na te komen. Dat soort obligaties biedt in het algemeen een hogere coupon dan obligaties met een goede kredietkwaliteit, vandaar ook de naam ‘met hoog rendement’.
Obligaties met een goede kredietkwaliteit (‘Investment Grade’): obligaties uitgegeven door emittenten (bijvoorbeeld ondernemingen) die een laag risico vertonen hun verbintenissen (zoals het betalen van het nominale bedrag op de vervaldag en de coupons) niet na te komen. Risicopremie: het extra rendement dat de belegger eist ter compensatie van een hoger risico. Spread: het verschil tussen twee interestvoeten (bijvoorbeeld tussen de interestvoet op korte en op lange termijn, de Amerikaanse en Europese interestvoeten ...). De ‘credit spread’ is het verschil tussen de interestvoet van een obligatie (bijvoorbeeld van een bedrijf) en de interestvoet van een staatsobligatie ‘zonder risico’ (bijvoorbeeld de Duitse staatsobligaties). Small caps/mid caps/large caps: de beurskapitalisatie van een bedrijf wordt berekend door de prijs van het aandeel te vermenigvuldigen met het aantal aandelen in omloop. Bedrijven met een kleinere beurskapitalisatie noemen we ‘small caps’, bedrijven met een grotere beurskapitalisatie ‘large caps’. ‘Mid caps’ zijn de bedrijven met een gemiddelde beurskapitalisatie. Basisrentevoeten: rentevoeten vastgelegd door de centrale bank van een land of monetaire unie (ECB, Fed). Deze rentevoeten geven private bankinstellingen de mogelijkheid om op korte termijn geld (uit) te lenen bij/ aan hun centrale bank.
Deze nieuwsbrief is opgesteld met de nodige zorg, mede op basis van zorgvuldig uitgekozen bronnen, maar zonder garantie dat de opgenomen informatie in alle omstandigheden actueel, nauwkeurig, volledig, juist en geschikt is. De opgenomen informatie kan steeds wijzigen zonder mededeling hiervan. De inhoud van deze nieuwsbrief kan geenszins beschouwd worden als financieel of beleggingsadvies, noch als juridisch of fiscaal advies, noch als een aanbod van bank- en/of verzekerings producten en/of -diensten. De inhoud van deze nieuwsbrief is louter informatief en de afnemer van de informatie is zelf verantwoordelijk voor elk eventueel gebruik ervan. Delta Lloyd Bank is niet verantwoordelijk voor eventuele fouten of vergissingen en ook niet aansprakelijk (direct of indirect) (1) voor het niet-verwezenlijken van verwachtingen of voor enige beslissing of handeling die de lezer al dan niet zou nemen of stellen op basis van deze nieuwsbrief, (2) noch voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade (incl. winstderving of verlies van opportuniteit) als gevolg daarvan bij hem of derden. Niemand mag deze nieuwsbrief kopiëren of verspreiden voor eender welk doel, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Delta Lloyd Bank nv. Hebben meegewerkt aan dit nummer: Erik Brans, Jan Bronselaer, Olivier Colsoul, Cindy De Cauwer, Rik Dhoest, Antoine Mahieu, Pascale Nachtergaele, Levi Sarens, Karl Suykerbuyk, Stijn Vanvuchelen, Lies Lekeux, Marjorie Hoyaux, Niels Costermans, Ronald Elskens en Vincent Bours.