Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Jaargang 25 Nr. 97
April 2016
In dit nummer: Pagina
Tussenbalans fusie 7-10 De toekomst van de kerk 11-12 Eeuwig onveranderlijk? 13-14 Actief
5
Profiel
15-16
Markant
4
Geraakt
17
Gouden man
22
Uittocht opnieuw 19-20 Koko
18
Malle Kerk
21
Gedicht
24
2
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
REDACTIONEEL
STIL
Aarzeling
Lijden, dood kan geen reden zijn tot spektakel. Uittocht, bevrijding, een nieuw begin mag je uitbundig vieren. Nooit meer staren naar een blinde muur, weten dat het warrelt van vogels in de lucht. Waarover schrijven of dichten we? Over de man die van de zee hield, de jongen met z’n viool, de skiër boven het dal. Over de geleerde die luisterde. Over mensen die zich inzetten. Doen wat zij kunnen. Hun mogelijkheden voor hun gemeenschap. Waar dan ook, in een buitenwijk tijdens de Vasten, of in een bouwval in een bijna vergeten dorp, in het Rietland waar de zweep regeert of in een noodkamp bij de haven in Mokum. Welkom, wanneer en waar zijn we dat? Ook onder elkaar? De ander zien en niet negeren? Een drempel over-
Wees in ons leven
stappen, eng, schaamte, opluchting, voorzichtig een lach? Waarheid, zeker weten, hoe weten we dat, kan dat, kun je er ook anders naar kijken? We hebben geaarzeld, zullen we wel of zullen we niet? Of: hoe wel en hoe niet? Voors en tegens, wikken en wegen, geschreven en herschreven. We vinden dat u en jij op de hoogte moet zijn, feiten en achtergronden moet kennen. En zelfs wat daarachter ligt, een voorgeschiedenis. Dat helpt — hopen we — bij het zelf vormen van een oordeel. Daarom bieden we onze lezers in dit nummer een lange special van p. 7 tot en met 16. En bij alle ernst is er toch de nar uit het Fien de la Mar met zijn grollen en grappen: Hoe meer zielen…
Martin Nieboer (hoofdredacteur)
Op 4 april 2016 zou pastor Dirk ten Dam 78 zijn geworden. We zijn hem niet vergeten, hij blijft bij en in ons aanwezig, de levenden. Zijn graf op het R.K. Kerkhof aan de Hereweg in Groningen ligt bewust niet op het apart voor priesters gereserveerde gedeelte, gewoon tussen de andere stervelingen. Er is nu een bijzondere ‘steen’ geplaatst.
‘Wat de grafsteen betreft: de combinatie van
glas en steen vond ik gewoon mooi. Ik wilde daarop graag iets persoonlijks van Dirk aanbrengen: de tekst Vrede en alle goeds is een (bekende) wens van Dirk naar ons toe en ook van ons naar hem. De boom als symbool van leven en de mensen die de takken en bladeren vormen, gaven – naast zijn geloof – de zin aan zijn leven. Een mevrouw die ik onlangs ontmoette op het kerkhof en die Dirk ook heeft gekend zei: ‘Dirk was een beetje van ons allemaal.’ Wij zullen altijd in liefde aan hem denken. Hartelijke groet, José
’
Wees in ons leven wat adem is voor een mens, het bloed in onze aderen, de ziel van ons bestaan. Wees Gij het leven dat wij in vrede delen, waarin we geborgen zijn voor tijd en eeuwigheid. Houd ons vurig gaande, wanneer de weg ons lang valt; Licht ons bij, wanneer de einder betrekt. Sterk ons vertrouwen, wanneer het visioen verbleekt. Laat ons vlammen wanneer het vuur dooft. Gij diep in ons, Gij met ons op weg.
Veel leesplezier.
Na 2 jaar
Wees in ons leven wat de hemel is voor een vogel, de wortel voor een boom, het gist in het deeg.
(ingezonden door Jan Dol)
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Colofon Groene Blad Onafhankelijk liberaal-katholiek kwartaalblad vanuit de Walfriedparochie Groningen 25e jaargang nr. 97 — April 2016 Vrijwillige bijdrage graag op giro NL04 INGB 0001 2688 05 t.n.v. Stichting Vrienden van de Emmaus, Groningen o.v.v. GROENE BLAD
Bestuur & PZG in brief:
PAROCHIENIEUWS
‘Behoefte aan oprechte
dialoog tussen bisschop en parochianen’
Redactieadres: Isebrandtsheerd 51, 9737 LH Groningen, tel. 050 541 1985 E-mail:
[email protected] Redactie: Frans de Smit, Ineke Siersema, Hiltje van Gijssel, Anita van Nimwegen, Mark Brugmans, Martin Nieboer (eindredactie) Fotografie: Bob Bouchier Lay-out: Martin Nieboer De redactie staat open voor suggesties en tips omtrent bij ons blad passende onderwerpen. Voor actuele berichten (bijv. mededelingen / oproepen voor activiteiten) verwijzen we naar de bladen Rotonde en Vierkant of de website. Ons eerstvolgende nummer verschijnt eind juni 2016 Kopijdatum 1 mei 2016
Inspirerend
De eerste drie maanden van het nieuwe jaar zijn al weer voorbij als u dit leest. Maanden waarin we als bestuur en PZG weer het nodige hebben gedaan. Half januari was er op een zaterdag een bijeenkomst georganiseerd door de stuurgroep van de fusie voor de huidige parochiebesturen, werkgroepen en pastores van de vier parochies. Het was een inspirerende bijeenkomst waarin sprekers uit reeds gefuseerde parochies uit Harlingen e.o. en Bolsward e.o. ons mee hebben genomen in hoe hun fusieproces is verlopen. Nadat de sprekers hun verhaal hadden gedaan, is er in twee groepen doorgepraat over wat we geleerd hebben van hun verhalen en wat we willen meenemen in ons fusieproces. Elke werkgroep (communicatie, (on) roerende goederen, financiën, secretariaat & ledenadministratie) heeft een lijst meegekregen van punten die in deze twee groepen als belangrijk zijn benoemd om mee te nemen.
Onder protest Walfried ‘Walfried’ betekent ‘kracht door vrede’. Dus niet: vrede door kracht! Zo’n naam spreekt ons aan, het is de wereld omgekeerd. Walfried (± 1000 n. Chr.) liep elke dag naar Groningen om in de Sint Maartenkerk te bidden. Hij probeerde waarden als vergeven, verzoenen, vriendschap door te geven. Vikingen hebben hem en zijn zoon gedood. Hij wordt afgebeeld als iemand die een schop in de grond steekt. Pastor Jan Oosterwegel (†) heeft speciaal voor onze parochie een stempel ontworpen.
In november is er een bijeenkomst geweest waarin u als parochiaan o.a. bent bijgepraat over het besluit van het parochiebestuur en PZG om niet meer onder twee gedaanten de communie uit te reiken. Pastor Hilda van Schalkwijk heeft heel duidelijk uitgelegd wat de redenen hiervoor zijn. U hebt het besluit gerespecteerd, maar wel het verzoek neergelegd bij het bestuur en de PZG om de bisschop te laten weten dat het onder protest wordt gerespecteerd. Inmiddels is een brief hierover naar de bisschop gestuurd. We hebben de bisschop uitge-
nodigd om met ons in gesprek te gaan. We hebben aangegeven geen behoefte te hebben aan uitleg, maar aan een oprechte dialoog tussen bisschop en parochianen. Zodra we een reactie van de bisschop hebben ontvange, zullen we u dit laten weten.
Vormsel
Als bestuur en PZG zijn we heel erg blij dat we u kunnen melden, dat er een hele enthousiaste groep van acht jongeren is vanuit de Walfriedparochie die zich voorbereid op het vormsel. Op vrijdagavond 8 april in de Salvator Mariakerk zullen de jongeren samen met een groep jongeren uit de Salvator Mariaparochie en de Nicolaasparochie uit Haren het vormsel ontvangen. We zouden het fijn vinden als we daar vanuit de Walfriedparochie met een grote groep parochianen bij aanwezig zijn. Dus: komt allen!
Goede Week
Voor het Paasfeest zijn de voorbereidingen in volle gang. Net als de afgelopen tientallen jaren vieren we de Goede Week samen met PKN Damsterboord. Voor de tijdstippen van de vieringen kunt u onze website, Rotonde of Vierkant raadplegen. Wij wensen u een zalig Paasfeest! Anita van Nimwegen
3
4
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Individueel
Luisteren in de bergen Een paar weken geleden op wintersport vertelde mijn vrouw dat er nogal wat verschillen waren tussen hoe zij vroeger samen met haar ouders de wintersport doorbracht en wij nu. Vooral de manier waarop je berg-op gebracht werd, is anders. Vroeger werd je met een sleeplift naar de top getrokken. Op de top was je dan eigenlijk al ‘kapot’. Tegenwoordig zit je comfortabel in een stoeltjeslift zit, al dan niet in een soort cabine met of zonder stoelverwarming.
In tel
Vooruitgang is eigenlijk in allerlei vormen in ons dagelijks leven terug te vinden. ‘Vooruitgang’ is onontkoom-
baar, het hoort bij ons, we ontwikkelen ons, als mensheid en individueel. Ik heb al eerder geschreven dat we als mensen graag tot een groep willen behoren. En dat we de cohesie binnen zo'n groep graag bewaren. Al geruime tijd is er echter een relatief nieuwe ontwikkeling gaande: we willen ook als individu gezien, als mens gekend worden binnen onze groep. We willen als afzonderlijk persoon in tel zijn en zelf ons leven zin geven en zo ons geloof inhoud geven. Jezus gaf ook aan dat ieder mens meetelt, en dat er dus plaats is voor een ieder aan tafel.
Keuze
Dirk heeft het in zijn vieringen vaak gezegd: ‘Jullie allen – hier aanwezig – bent uitgenodigd om mee te communiceren.’ Tijdens de voorbereiding van de eerste communie van onze kinderen vroeg ik hem ernaar of dat niet alleen voor mensen was die ook daadwerkelijk de eerste communie hadden gedaan. Hij reageerde als volgt: ‘Als je een bewuste keuze hebt gemaakt om met onze gemeenschap mee te doen, dan ben je welkom bij alles wat daar bij hoort.’
Ik heb daar lang over nagedacht. Rituelen kunnen je geloof versterken. Ik denk dat Dirk wilde zeggen dat het belangrijker is hoe je zo’n ritueel beleeft dan of zo’n ritueel wel exact volgens allerlei regeltjes uitgevoerd wordt. Volgens mij bestaat er geen mooier ‘geloven’, omdat jij dat zelf zo voelt. Vrede hebben met jezelf en met God.
Praktijk
De vooruitgang gaat binnen onze kerk wel heel erg langzaam en luisteren naar wat het individu wil, is bepaald niet een van haar sterkste kanten. Toch denk ik juist, dat het luisteren naar individuele mensen ons kan helpen, net zo goed als dat we maar steeds opnieuw moeten proberen om het tot ons door te laten dringen wat die Jodenman uit Nazareth ons wil vertellen. En daar dan iets van in de praktijk brengen in ons eigen leven. Dan krijgt zijn aansporing een extra betekenis: Blijft dit doen om mij te gedenken. Mark Brugmans
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
25 jaar Soberheidsmaaltijden in de Emmaus
ACTIEF
V.l.n.r.: Henk Scholten, Garrelt Mellema en Jan Klasens
Veertigdagentijd voor Pasen samen beleven Aan tafel zitten de mannen van bijna het eerste uur. Ik praat met Garrelt Mellema en Henk Scholten. De derde man Jan Klasens is afwezig, maar op een ander moment spreek ik ook hem. Aanleiding: de soberheidsmaaltijden in de Vastentijd of Veertigdagentijd voor Pasen. ‘Zijn wij er echt al 25 jaar mee bezig?!’
elkaar elke week een groepsmaaltijd. Dat werd boerenkool, pasta en snert en een opgerolde pannenkoek, en yoghurt of vla na. Jan Klasens wist uiteraard precies hoeveel hij voor de maaltijden nodig had. De pannen kwamen van de gehandicaptenzorg De Zijlen in Lewenborg. Garrelt Mellema dekte de tafel en Henk Scholten zorgde voor de organisatie.
Begin
Sober?
Ds. Dick Vanhaelen (1942-2001) begon ooit met soep koken en wat brood erbij. Naast het dominee-zijn (19882001) in de toen nog gereformeerde wijkgemeente Lewenborg, was hij ook graag kok. De dominee maakte de soep en zijn vrouw Ester vertelde er een verhaal bij. De gereformeerde gemeente hield drie keer in de Vastentijd zo’n maaltijd. De naam soberheidsmaaltijden is toen ontstaan. Het idee erachter was om de veertig dagen voor Pasen wat meer onder de mensen te brengen, wat meer te beleven met elkaar.
Vaste ploeg
Het werd Dick Vanhaelen na een aantal jaren te veel en toen kwamen de drie mannen in beeld om het over te nemen. Garrelt Mellema was koster van de gereformeerden in de Emmauskerk, Jan Klasens was vanuit Stadskanaal naar Groningen gekomen. Hij was daar kok in het ziekenhuis geweest en kon goed koken. Henk Scholten was bevriend met Jan Klasens. Ze klusten veel en toen hun medewerking gevraagd werd, zeiden ze ja. In de Vasten drie weken achter
Van katholieke zijde kregen ze nogal eens de opmerking dat de maaltijden niet sober waren. Jan Klasens: Veel gezinnen waren de hele dag in touw geweest en konden dan samen eten in de kerk. Deze mensen zet je niet iets te sobers voor. Wel eenvoudig, voedzaam en genoeg. Desnoods nog een tweede keer opscheppen. Daarna eet je toch niet meer als je thuis bent.
Anekdote
Jan was een keer ziek en toen moesten Henk en Garrelt de grote pan boerenkool afgieten. Dat waren ze niet gewend: alles ging ernaast de gootsteen in. De mensen die kwamen eten, hebben het gelukkig niet gemerkt!!!
VVKL
Op een gegeven moment werden de maaltijden ‘onder de paraplu gebracht’ van de Vereniging van Kerken Lewenborg en deed de Walfriedparochie ook mee. Het voorlezen van een verhaal kreeg uitbreiding met een vesperviering ter afsluiting. In de tekstgroep, die toen ontstond zitten of zaten o.a. Joke van Dijken, Frans de
Smit, Antoinet Dunning, Annie Mellema, Lidy van Duijn, Mieke de Vries, Teun Koops (†), Herman en Petra Wever. De voorbereiders proberen een rode draad te vinden als thema bij alle maaltijden. Per keer verzorgen steeds twee personen het openingsgebed, het verhaal met een moraal en tenslotte de vesper. En er wordt tegenwoordig ook een inzameling voor de vastenactie gehouden ‘voor mensen die het minder hebben dan wij’. Dat maakt volgens Jan Klasens zo’n maaltijd nóg meer de moeite waard. Dit keer is de actie voor de mensen in Katakwi, in Oeganda, een geldelijke ondersteuning voor het produceren van voedsel in een droog gebied. De kookploeg is door de jaren heen steeds dezelfde gebleven, later met ondersteuning van de familie Janssens. De maaltijden bestaan echter steevast uit boerenkool, pasta en snert.
Welkom
Jullie doen als van oorsprong gereformeerden/hervormden volwaardig mee met de Walfriedparochie! ‘Ja, wij hadden in het begin gekscherend een keer gezegd dat in onze kerk de banken zo hard waren om op te zitten. Het enige wat Pastor Dirk ten Dam opmerkte, was: ‘Dan kom je toch bij ons?’ ‘Iedereen is welkom in de kerk’, zei hij óók tegen ons. ‘We voelen ons heel erg verbonden met de Emmauskerk. Hoe pastor Dirk de oecumene benaderde, was voor ons heel prettig. Welkom, altijd.’ Ineke Siersema
5
6
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
PAROCHIENIEUWS
LAATSTE NIEUWS
Noordelijk realisme Op 14 mei 2016 wordt mgr. Gerard de Korte officieel geïnstalleerd als bisschop van Den Bosch. Zijn komst is alom toegejuicht, ook door de Mariënburgvereniging van kritische katholieken.
Vastentijd 2016
(Boven): eerste van drie wekelijkse soberheidsmaaltijden; (Onder v.l.n.r.): pastor mw. Van Schalkwijk, mw. Esther Vanhaelen die samen met haar man 25 jaar geleden het initiatief nam en vele jaren verhalen voorlas, en Joke van Dijken
OPROEP
Kerkschoonmaak Zaterdag 9 april willen wij de kerk weer eens een grote schoonmaakbeurt geven. Graag willen wij zoveel mogelijk vrijwilligers uitnodigen om op die zaterdag de handen uit de mouwen te steken. Vele handen maken licht werk niet waar. Het is de bedoeling dat wij met zijn allen om 10 uur, na het nuttigen van een kop koffie of thee, de kerk weer in al zijn glorie laten glimmen. We vragen de deelnemers om wat schoonmaakspullen zoals een emmer e.d. mee te nemen. Ik hoop veel schoonmakers te treffen op zaterdag 9 april. Met vriendelijke groet Nico van der Laan
Inlichtingen: 06 4427 7029
[email protected]
De vreugde komt vooral voort uit de frustratie over ‘kerksluitingen, parochiefusies en een striktere naleving van de kerkregels voor de viering van de eucharistie’ (NOS, 5 maart 2016) onder zijn voorganger mgr. Hurkmans. De Korte zelf zinspeelde op mogelijke koerswijzigingen, maar temperde tegelijk de verwachtingen door te wijzen op zijn verantwoordelijkheid om als bisschop ‘de inhoud van het katholieke geloof te beschermen.’ Op een persconferentie kondigde de hij aan: ‘Na een periode van inwerken zal ik een visie ontwikkelen.’ Uit die laatste woorden mag overigens niet worden afgeleid dat hij niet al beschikt over een uitgewerkte visie. Juist in Brabant is hij daar vier jaar geleden heel openhartig over geweest. Mgr. De Korte hield toen aan de Tilburgse universiteit (20 januari 2012) een pleidooi voor een orthodoxe kerk. Als motto en titel koos hij: Helder & Hartelijk.* Hij zei bij die gelegenheid: ‘Het klinkt misschien dramatisch, maar soms heb ik het gevoel dat alleen een groot catechetisch offensief het katholicisme in ons land kan veilig stellen. Zonder dat lijkt de geloofskracht verder te verzwakken en worden katholieken meer en meer religieuze humanisten voor wie belangrijke aspecten van het klassieke katholicisme vreemd zijn geworden.’ Ons artikel over een tussenbalans (zie p. 7 e.v.) is op de eerste plaats geschreven voor parochianen in en om de stad Groningen, maar misschien dragen onze ervaringen in de alledaagse praktijk hier ook een beetje bij aan een wat realistischer kijk bij onze zuidelijker vrienden. We hopen dat deze benoeming alle betrokkenen in Brabant zal inspireren om samen een nieuwe start te maken en een wezenlijk ander beleid te ontwikkelen. Dat kan alleen lukken wanneer er een actieve participatie mogelijk is van mensen en groepen die de afgelopen jaren in het Bossche buiten spel kwamen te staan. [Red.] * De hele tekst vindt u op: http://www.katholiek.nl/opinie/mgr-de-kortedoet-pleidooi-voor-heldere-hartelijke-kerk/
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
VERAF & DICHTBIJ KADER De Walfriedparochie in Groningen – de bakermat van ons blad – gaat per 1 januari 2017 deel uitmaken van de fusieparochie Hildegard van Bingen. Alle voorbereidingen zijn in een versnelling gebracht: ze dienen op 1 november 2016 te zijn afgerond. Tegelijk gaan in het seculiere (nietkloosterlijke) deel van de Nederlandse kerkprovincie de ontwikkelingen verder. Deze zijn het bondigst te karakteriseren zijn als een restauratie-offensief en waarvan kardinaal Eijk de meest uitgesproken exponent is. In welke mate zijn ze ook in het noordelijke bisdom merkbaar? Raken ze ook onze parochie? Komt wat lange tijd ver weg leek, dichterbij?
Aanzet voor een tussenbalans over koers en keuzes in het Groningse
Wat is en komt en komen zal Belofte
Allereerst de fusie. Ruim vier jaar geleden (eind november 2011) maakte de nu vertrekkende Groningse bisschop mgr. Gerard de Korte op een bijeenkomst in Drachten bekend dat hij koos voor fusies van parochies. Andere mogelijkheden, zoals een federatie, wees hij af. Hij erkende dat een deel van de mensen ‘beducht was voor een verlies aan betrokkenheid en aan identiteit.’ Maar hij stelde hen gerust. ‘Het gaat om bestuurlijke fusies. Zo’n grote parochie heeft één bestuur, maar dat moet ruimte geven. We willen niet frustreren maar stimuleren. Ons motto is: decentraal wat kan, centraal wat moet.’ 1
Utrechtse valkuilen
Inmiddels bereikten ons steeds meer alarmerende berichten over rigoureuze reorganisaties in het midden, oosten en zuiden van ons land, die gepaard gingen met vele kerksluitingen, verplichte centrale vieringen in een eucharistisch centrum, massaal afha-
kende parochianen en drastisch teruglopende financiële bijdragen. In het noorden lijkt daarentegen van 2008 tot 2016 een totaal ander beleid gevoerd te zijn, waar gedupeerden uit het Brabantse en Utrechtse met enige jaloezie over spraken. Bij ons geen kerksluitingen, als het even kan. Voor alle zekerheid hebben we in een eerdere editie van ons blad (eind 2014) in de aanloop naar de eigen fusiebesprekingen de negatieve ervaringen in het aartsbisdom op een rij gezet. We beschreven ze als Tien valkuilen om te vermijden. 2
Verzekering
Op de laatste nieuwjaarsreceptie van het bisdom Groningen heeft de bisschop de vicevoorzitter van ons parochiebestuur nog uitdrukkelijk deze verzekering gegeven: ‘Als de fusie op 1 januari komend jaar een feit is, zijn jullie één parochie. Maar zorg dat de verbondenheid met jullie eigen plaatselijke geloofsgemeenschap in tact blijft! De parochianen hebben hun ei-
Tot nu toe zijn we met ons blad bewust op de achtergrond gebleven. Het lijkt echter nuttig om in onze eigen lokale gemeenschap een tussenbalans op te maken van beide processen. Wij kunnen daartoe alleen een aanzet geven door u zo goed en betrouwbaar mogelijk te informeren over de stand van zaken. [Red] gen geloofsgemeenschap en die moet je bewaren.’ Dat zijn hartelijke en bemoedigende woorden. Zijn uitspraak is in lijn met zijn initiële geruststelling en tevens een teken van gedeelde zorg.
Bestuurlijk
In dat klimaat voltrekt zich nu de fusie tussen een viertal parochies in en om de stad Groningen. Na een aanloopperiode van verkenning en voorzichtige samenwerking is op 1 januari 2015 het fusietraject gestart met de instelling van een stuurgroep. Elke ‘oude’ parochie heeft daarin één vertegenwoordiger. Er zijn werkgroepen gevormd die op een reeks bestuurlijke terreinen de werkwijzen op elkaar moeten laten aansluiten: financiën (penningmeesters), beheer & onderhoud, secretariaat en ledenadministratie, en communicatie. Alle betrokkenen zijn keihard bezig, het gaat om ‘grondwerk’ dat misschien niet altijd (Vervolg op pagina 8)
7
8
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
VERAF & DICHTBIJ spectaculair is maar wel absoluut noodzakelijk. Al hun inventarisaties worden samengevoegd tot één overzicht als uitgangspunt voor de fusie. De belangrijkste conclusie lijkt dat, na aanvankelijke irritaties over en weer, het overleg over dit soort praktische zaken nu in een goede, constructieve sfeer verloopt. Voor zover het gaat om een bestuurlijke fusie zijn er geen onoverkomelijke problemen te verwachten. Wel blijft het de komende maanden èn in de jaren erna een uitdaging en opdracht om vooral behoedzaam en respectvol – en dat is iets anders dan dulden en gedogen – om te gaan met elkaars eigenheid en de manier waarop die vorm heeft gekregen.
Kanteling
Dat brengt ons als vanzelf bij de tweede, landelijke ontwikkeling, die in de kern een inhoudelijke kanteling beoogt. In zijn Drachtster fusiespeech sprak mgr. De Korte eind 2011 over zijn beleidsvoornemens. Hij zag de nieu-
we parochies het liefst als ‘eucharistische en lerende gemeenschappen die zich niet in zichzelf opsluiten maar zich open en dienend opstellen naar de wereld. Samen met christenen van andere tradities en een plek, waar jongeren zich graag aan zullen binden.’(1) Op lokaal parochieel niveau wordt dat streven overal merkbaar in aangekondigde activiteiten, in brochures en affiches en – voor doorsnee parochianen doorgaans onbekend – ook binnen pastorale teams waarin een pastoor en pastoraal werker(s) regelmatig heel verschillende accenten leggen en over een aantal zaken wezenlijk anders kunnen denken. Momenteel buigen beleidsmakers en bestuurders in onze parochie(s) zich in elk geval over drie inhoudelijke kwesties die een uitvloeisel zijn van het restauratieve beleid van het episcopaat. Deze drie punten verkeren in een verschillend stadium van ‘behandeling’: er kunnen eerste opmerkingen gemaakt zijn, een beleidsvoornemen aangekondigd of vast omlijnde plannen bestaan, er kan sprake zijn van een briefwisseling (een schriftelijke uitwisseling van stand-
punten of toelichting daarop), etc. Voor alle onderstaande onderwerpen geldt dat er – bij het ter perse gaan van dit artikel – nog geen definitieve afloop bekend is. Twee kwesties hebben betrekking op de invulling van vieringen, maar ze zullen – afhankelijk van de gekozen koers – uiteindelijk een veel bredere strekking hebben voor de vier gemeenschappen (ik gebruik dat woord liever dan ‘locaties’) en voor de persoonlijke beleving van de individuele parochianen. Het eerste discussiepunt staat bekend als de kwestie van communie onder twee of één gedaante (brood & wijn, of alleen brood). Het tweede betreft de Goede Week. Een derde netelige zaak gaat niet over de vieringen, maar over publiciteit. De uitkomst van die discussie zal een eerste ijkpunt zijn voor de nieuwe grote parochie. Wat voor een inhoudelijke start wil je maken? Op alle drie een korte toelichting.
Communie
Priesters mogen geen wijn meer consecreren voor pastoraal werkers en – werksters en lekenvoorgangers. De wijn is voortaan gereserveerd voor priesters. De facto komt zo een eind aan de jarenlange praktijk in de Walfriedparochie en dat leidde daar tot ontstemde reacties van parochianen. Onze pastor gaf in een artikel in het gemeenschappelijke parochiemagazine Vierkant, uitleg over deze kwestie en stelde daarbij ook enkel vragen, in de hoop een open gesprek op gang te brengen Ze stelde in een artikel in ons eigen Groene Blad de vraag of er verschillende visies op eucharistie vanuit wederzijds respect naast elkaar zouden kunnen bestaan. Ze belichtte daarbij – op ons verzoek- de theologische en kerkhistorische achtergronden. Tijdens een parochieberaad (22 november 2015) hebben zo’n 50 parochianen na de viering zich gebogen over o.m. deze ontwikkeling. Aanwezigen voelden zich voor een voldongen feit gesteld en uitten daarover hun verontrusting en ongenoegen. In het verlengde van dat beraad heeft het parochiebestuur van de Walfried eind februari een indringende brief gestuurd aan de bisschop en aangegeven graag met hem in gesprek te willen gaan over deze en andere zaken.
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Goede Week
In de Goede Week mogen op Witte Donderdag en met de Paaswake uitsluitend eucharistievieringen gehouden worden. De officiële katholieke leer interpreteert immers het Laatste Avondmaal als de instelling van de eucharistie door Jezus zelf, priesters zijn opvolgers van de apostelen. Dat er in enkele parochies tot nu toe een andere opvatting en praktijk bestond, wekte al lang grote irritatie op in orthodoxe kring. De vicaris heeft te verstaan gegeven dat het met ingang van volgend jaar (2017) afgelopen moet zijn. Indien dit inderdaad z’n beslag krijgt, zal de consequentie zijn dat andersoortige vieringen (onder leiding van pastoraal werkers, diensten onder leiding van parochianen of oecumenische diensten) dan verleden tijd zijn. Alle gelovigen worden verwacht in de eucharistievieringen die – voorlopig in afwijking van het Utrechtse regime – nog niet per se op één plek geconcentreerd hoeven worden. De Goede Week is het scharnierpunt van het kerkelijk jaar. De vieringen zijn in de Walfried onderling op elkaar afgestemd en vormen een grotere liturgische eenheid die al begint met Aswoensdag en de wekelijkse vespers na elke soberheidsmaaltijd in de Veertigdagentijd. Als het onmogelijk wordt om aaneensluitend te vieren, dan breek je de lokale geloofsgemeenschap af.
Publiciteit
De bisschop heeft bezwaren geuit tegen twee artikelen in het nieuwe gemeenschappelijke parochieblad. Het ene is het stuk over de communie3 het tweede betreft een uit het Groene Blad overgenomen publicatie over het Ierse grondwettelijk referendum.4 Twee-derde van de Ierse bevolking stemde in met de al door regering en parlement aangenomen grondwetswijziging dat het huwelijk voortaan open zou staan voor twee mensen ongeacht hun geslacht. Een parochieblad is, zo meent mgr. De Korte, bedoeld voor geloofsverkondiging, niet voor artikelen die afwijken van de officiële leer. Hij sprak over wijziging van het re-
dactiestatuut. Denkt hij aan de mogelijkheid van censuur? Dat is niet ondenkbaar. Het bisschoppencollege wil graag grip houden op wat er geschreven wordt. Zo heeft de uitgeverij Adveniat voor haar uitgaven op het gebied van geloofseducatie (parochiecatechese) de toestemming van de bisschoppen nodig en dat is ook te merken aan haar uitgaven die traditioneler zijn dan voorheen. Wat de artikelen in Vierkant betreft, in beide gevallen gaat om zorgvuldige, evenwichtige en goed gedocumenteerde beschouwingen over twee actuele onderwerpen voor volwassen, hedendaagse Nederlandse katholieken. Behalve deze drie huidige hangijzers staan er op iets langere termijn nog meer ontwikkelingen op stapel.
Priesterkerk
De katholieke kerk zal ook in NoordNederland steeds meer een priesterkerk worden. Er zijn signalen: de bisschop benadrukt keer op keer het belang van de eucharistie. En daarmee ook het belang van de priester. Bovendien krijgt deze de opdracht zoveel mogelijk voor te gaan. De vrees bestaat dat de vieringen onder leiding van parochianen geleidelijk zullen verdwijnen. 50 Jaar geleden werd tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, geschraagd door nieuwe theologische onderzoeken en inzichten, een heel ander visie ontwikkeld: priesters en andere voorgangers zijn de dienaars van Gods volk onderweg. Zij horen zich te verdiepen in de realiteit van hun leven en de kerk moet weer aansluiting vinden bij de eigen tijd (het aggiornamento als opdracht), de volkstaal gebruiken, een zoekende kerk zijn. Priesters die in het voetspoor van deze zoekende kerk zijn opgeleid, hebben die vernieuwende visie samen met de mensen in hun noordelijke parochies gestalte gegeven, in grote openheid en met instemming van hun toenmalige bisschop. Pastor Dirk ten Dam (2014†) was een van hen; zijn beleid was dus geen on-
VERAF & DICHTBIJ realistische eenmansactie. De theologisch hoogopgeleide pastoraal werkers zijn destijds verwelkomd als nieuwe pastores. Actieve en creatieve participatie door betrokken en deskundige leken werd eveneens toegejuicht.
Vrouwen
De positie van vrouwen wordt verder teruggedrongen. Dat treft de vrouwelijke pastoraal werkers en — eveneens goedgeschoolde en ervaren — lekenvoorgangers. In het verleden zijn de huidige bisschop en zijn staf bij diverse gelegenheden gewezen op het negeren of anders bejegen van vrouwelijke pastores. In de praktijk leidt dat niet tot een andere houding, wanneer het gaat om officiële mededelingen op papier of op een website. Een voorbeeld daarvan is het recente persbericht van het bisdom over een dubbele overplaatsing naar een nieuwe standplaats. Beide pastores zijn academisch gevormd en hebben al een staat van dienst. Van beiden wordt hun academische titel (drs.) vermeld alsmede in welke nieuwe functie ze zijn benoemd (resp. pastoraal werkster en pastoor). Hij is echter als ‘pastor … werkzaam geweest in …’ terwijl bij de vrouwelijke pastor die titel ontbreekt: ‘Mevrouw is nu nog …’. Verder wordt zij een keer met alleen haar voornaam aangeduid, bij hem is het dan pastor plus achternaam.5 Verschil moet er zijn.
Oecumene
In een deel van de huidige parochies is in tientallen jaren een traditie opgebouwd van regelmatige samenwerking met protestanten. Die zal sterk beperkt worden. Sinds begin dit jaar is het in de Walfried al zo dat de maandelijkse oecumenische vieringen anders van karakter zijn wanneer er een priester voorgaat: een gebedsdienst zonder communie / tafel.
Belang van vieringen
Vieringen zijn essentieel voor het opbouwen van een gevoel van gemeenschap. Daar zie je de mensen met wie je je verbonden voelt. Als je je echter niet meer thuis voelt, bijvoorbeeld omdat je naar een andere plek moet waar je diezelfde mensen niet meer tegen komt, dan blijf je zelf ook weg. Vormsel en eerste communie
9
10
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
VERAF & DICHTBIJ (Vervolg van pagina 9)
worden al gecentraliseerd. Enerzijds zijn daar begrijpelijke praktische redenen voor: vanwege de kleine aantallen jongeren die zich melden kun je de voorbereiding beter gezamenlijk doen. Aan de andere kant hoor je de uiteindelijke presentatie toch eigenlijk te doen ten overstaan van je eigen lokale gemeenschap. En de eucharistieviering in de orthodoxe variant? De priester dient overal in zijn eucharistievieringen het missaal te gebruiken. Sluit zo’n viering aan bij de realiteit van het leven dat mensen leiden? Kunnen mensen uit de voeten met de taal die ze horen? Voel je je aangesproken door de inhoud? Kun je eraan wennen? Of gaat het steeds meer wringen en merk je dat de kloof tussen jouw eigen visie en de officiële leer steeds groter wordt? Mensen kunnen nu nog denken: O maar er zijn alternatieven. Er is nu nog een redelijke balans en afwisseling tussen de zo ingevulde eucharistievieringen, woord- en communievieringen met pastoraal werkers en diensten onder leiding van parochianen. Je kunt nu nog kiezen waar je naar toegaat. Dat verandert zodra die balans verschuift. Dat hoeft niet eens heel lang te duren, want wat zal er gebeuren wanneer de beide pastoraal werkers met pensioen gaan? En wat betekent het voor de balans als uiterlijk 2020 de Martinusparochie met twee kerkgebouwen zich komt aansluiten, zoals de secretaris-kanselier van het bisdom op 9 april 2015 aan de pers meldde? 6
Vitaliseren?
Als de inhoud van de vieringen zodanig verandert dat je je niet meer aangesproken voelt, leidt dit tot afhaken. Het grote doel van fusies in de visie van de bisschop was het ‘vitaliseren van de geloofsgemeenschap’, maar in de praktijk dreigt zich het omgekeerde voor te doen: een vitale, levendige en gemêleerde parochiegemeenschap
waar iedereen welkom was, valt uit elkaar, raakt versplinterd. Wie neemt dat voor zijn rekening? Wat valt eraan te doen? Wat zijn de mogelijkheden als je uitgaat van je eigen kracht?
Intentieverklaring God wil wonen in onze woorden en daden
Wie en waarom?
Als mensen van de Walfriedparochie willen wij het evangelie van Jezus van Nazareth handen en voeten geven: Jezus die als geen ander ons op het spoor zet naar God, de bron van ons bestaan. We willen, in dit gedeelte van de stad, Hem zichtbaar maken door er te zijn voor elkaar.
Decentraal wat kan, centraal wat moet – geldt dat motto alleen voor bestuurszaken en niet voor inhoudelijke kwesties? Het (nieuwe) parochiebestuur gaat over zakelijke aangelegenheden. Als het gaat om het wel en wee van de plaatselijke geloofsgemeenschap, dus ook om de eigenheid en identiteit daarvan, dan is ongetwijfeld de zgn. locatieraad (en op dit moment nog het parochiebestuur) verantwoordelijk om – in goed overleg met de parochianen – de situatie te bespreken en actie te ondernemen. Een andere mogelijkheid is natuurlijk: gewoon accepteren dat volgens de hiërarchische organisatiestructuur in de katholieke kerk de pastoor alles te zeggen heeft.
God, die liefde is en gerechtigheid, wil onder mensen wonen. Daar waar mensen openheid, gastvrijheid en liefde ervaren, dáár gebeurt God. Wij, willen ruimte scheppen voor ontmoeten. Ruimte waarin je God en elkaar tegenwoordig weet en waar we luisteren naar datgene wat we met elkaar willen delen.
Inclusief
Hier is, bij uitstek, de plek waar de Naam van God ter sprake komt in de verhalen van het Oude en het Nieuwe Testament. In die verhalen, geloofsverhalen, worden we geroepen om naar elkaar om te zien en oog te krijgen voor het lijden, dichtbij en veraf, en te groeien in mededogen, vergevingsgezindheid en bevrijdend handelen.
De Walfriedparochie is een zgn. inclusieve parochie. Ook in dit opzicht zijn we géén einzelgänger, we maken deel uit van een internationaal verschijnsel. In de Engelstalige wereld (Amerika, Canada, Engeland, Ierland, Australië) staan verwante geloofsgemeenschappen bekend als inclusive of welcoming churches. ‘We sluiten niemand uit, iedereen is welkom’, zo staat het in de Intentieverklaring van de Walfried. Niemand zou er moeite mee hebben als er naast moderne vieringen af en toe een ouderwetse mis is. De huidige en komende ontwikkelingen horen echter stuk voor stuk thuis in een exclusief 7 kerkmodel. En dan dringt zich onvermijdelijk de vraag op: loopt de identiteit van deze parochie in de kern gevaar?
We willen een plek bieden, waar het leven gevierd kan worden en waar we belangrijke momenten rond leven en dood verbinden met de God van leven. Dit doen we met behulp van sacramentele symbolen, rituelen en gebed. Zó willen wij Gods aanwezigheid – uniek en onmiskenbaar in onze wereld – zichtbaar laten zijn in woorden en daden van onze tijd, opdat wij kunnen zeggen: “Hier gebeurt God”.
Martin Nieboer
1 2
3 4 5 6 7
Walfried, Dec. 2011 / Jan. 2012, p. 5 Zoals verwoord door Ad de Groot (voorzitter Bezield Verband Utrecht) tijdens een lezing in Joure, in: Walfried, Dec. 2014 / Jan. 2015 , p. 4-5 Vierkant, September 2015, p. 27-28 Vierkant, Juli / Augustus 2015, p. 9-10 http://bisdomgl.nl/? s=nieuwe+benoeming Dagblad van het Noorden (9 april 2015) inclusief: insluitend, omarmend exclusief: uitsluitend, onderscheidend
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
TOEKOMST VAN DE KERK OFFICIËLE
Eed van trouw
TEKST
Uitspreken van de geloofsbelijdenis met 3-voudige toevoeging:
Eed van trouw gevaar voor geloofwaardigheid
‘Alleen als de Kerk open durft te spreken, zal er toekomst zijn voor het geloof’ Half februari werden de twee pastores gepresenteerd (zij) respectievelijk geïnstalleerd (hij) als het nieuwe pastoresteam van de H. Claraparochie (Drachten, Oosterwolde, Gorredijk, Zorgvlied). Het gebeurde in de kerk van Drachten en ik wilde er graag bij zijn, omdat ik beide collega’s ken. Het voelde vertrouwd om daar weer te zijn. Indertijd was het een open parochie, geleid door Franciscanen. In Drachten ben ik katholiek geworden. De kerk was vol, er was een koor en het was een goede viering. Wat mij schokte: de eed van trouw die mijn mannelijke collega aflegde met zijn hand op het Evangelieboek. Het bracht mij terug naar de zomer van 2004. In dat jaar is deze eed van trouw ingevoerd in ons bisdom. Ik wilde weten wat het inhield en toen me dat duidelijk werd, benam het mij de adem. De eed voelde zó verstikkend dat ik
me ernstig afvroeg of ik in een kerk wilde werken die een dergelijke eed vroeg van haar naaste medewerkers (de priesters). Hen werd in feite gevraagd hun eigen geloof en geweten in te leveren. Ik heb toen zowel schriftelijk als mondeling aangegeven waarom deze eed niet ingevoerd moest worden. Ik had geen bezwaar tegen een eed van trouw of de ambtelijke taal ervan, maar wel tegen déze eed die geen enkele ruimte en nuancering toelaat. Ik zocht steun bij collega’s, maar hun reactie was: ‘Waar maak je je druk om? Neem het niet zo zwaar op.’ Enkele maanden nadat dit in alle heftigheid speelde (voor mij dan), kreeg ik te maken met ernstige ziekte in mijn naaste omgeving en kwam deze zaak daardoor op de achtergrond. Toen de rust was teruggekeerd in mijn persoonlijke leefsituatie, hoorde ik er niet meer over. Tót dus zondag 14 februari. Ik had eigenlijk gedacht (gehoopt) dat men
- (a) Eveneens geloof ik met vast geloof alles wat vervat is in het geschreven of overgeleverde woord van God, en wat door de kerk, hetzij door een plechtig oordeel, hetzij door het gewoon en universeel leergezag als van Godswege geopenbaard te geloven voorgehouden wordt. - (b) Vast aanvaard ik ook en houd mij aan alle uitspraken en elke uitspraak afzonderlijk die met betrekking tot de leer over geloof en zeden door haar definitief worden gedaan. - (c) Bovendien aanvaard ik met religieuze volgzaamheid van wil en verstand de leerstellingen die hetzij de Paus, hetzij het Bisschoppencollege naar voren brengen wanneer zij hun authentieke leergezag uitoefenen, ook al hebben zij niet de bedoeling deze bij definitieve act af te kondigen. Hierna volgt nog de ambtseed
de eed in de la had gelegd, omdat ik er nooit meer over gehoord had, maar nee. De priester wordt dus wel degelijk gevraagd om deze eed af te leggen, in alle openheid. M.i. kun je deze eed niet volledig voor je rekening nemen en zul je een innerlijk voorbehoud maken (zie hieronder), maar wat mij die zondag het meest verbijsterde was dat de eed aflegging plaatsvindt met de hand op het Evangelieboek. Voor mij is de eed absoluut niet in de geest van Jezus Christus. – De oudpastoor van Drachten die naast me zat, mompelde: ‘Dat zou ik nooit beloven.’ – Wat maakt de zaak zo ernstig? Welke consequenties heeft deze eed? Zomer 2004 De pastores en de parochiebesturen kregen een brief (3 juni 2004), waarin werd meegedeeld dat er een eed van trouw werd ingevoerd voor priesters (Vervolg op pagina 12)
11
12
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
(Vervolg van pagina 11)
die een ambt aanvaarden, waaronder dat van pastoor (en een belofte van loyaliteit voor pastoraal werk(st)ers bij zending door de bisschop). De tekst was bijgevoegd. Uitleg waarom deze eed van trouw werd ingevoerd, werd niet gegeven. Omdat het voor mij niet duidelijk was hoever die eed (om te geloven wat paus en bisschoppen zeggen) ging, heb ik de toelichting gelezen van de Congregatie van de Geloofsleer. Kardinaal Ratzinger (de latere paus Benedictus XVI) gaf daarin aan de hand van een aantal voorbeelden aan wat de eed (zie kadertekst) inhoudt.
Toelichting
Degene die de eed aflegt, moet: (bij a.) met vast geloof geloven: de dogma’s over Christus en over Maria, de stichting van de kerk door Christus’ wil; de leer over de erfzonde etc. etc. (bij b.) vast aanvaarden: de leer over de onfeilbaarheid van de paus; de leer over de priesterwijding (alleen aan mannen voorbehouden). Uitspraken over geloof en zeden: het verbod op euthanasie, de zondigheid van homoseksualiteit, de onverbreekbaarheid van het huwelijk etc. etc. Deze instemming dient onvoorwaardelijk en onherroepelijk te zijn, omdat die instemming berust op het Woord van God en op het geloof in de bijstand van de Heilige Geest en op de leer over de onfeilbaarheid van het leergezag. (bij c.) instemmen met religieuze volgzaamheid van verstand en wil. Daarvan noemt Ratzinger geen voorbeelden. (Ik begrijp daaruit dat dit open is en kan worden ingevuld door de desbetreffende bisschop naar eigen inzicht)
Bescherming?
Bisschop Eijk gaf in zijn brief geen reden waarom hij deze eed wilde invoeren, maar paus Johannes Paulus II schreef in zijn Apostolische Brief dat hij deze bepalingen invoerde: ‘om het geloof van de katholieke Kerk te beschermen tegen dwalingen opkomend van de kant van sommige christengelovi-
gen, vooral van hen die de wetenschappen van de heilige theologie bestuderen.’ Mij lijkt een dergelijke eed van trouw een slecht middel en wel om de volgende redenen:
Geloof bescherm je niet door dwang Geloof bescherm je door goede catechese, door ervaringen van mensen serieus te nemen en in te gaan op hun vragen. Als je pastores verplicht een eed af te leggen dat ze alles zullen geloven wat paus en bisschoppen zeggen, is er dan nog ruimte om zèlf na te denken en is er nog ruimte om met parochianen die zoekende zijn, in gesprek te gaan? De pastores worden verplicht een leer te verkondigen die ver afstaat van de werkelijkheid waarin mensen van vandaag de dag leven. Daarbij komt dat de Kerk heel stellige uitspraken doet over God. Woorden die in tegenspraak lijken met ervaringen van mensen in onze tijd, die God veel meer ervaren als een verborgen God, een God die er is, maar die je alleen tastend en zoekend kunt vinden. Bovendien zijn uitspraken van de Kerk vaak a-historisch en stroken ze niet altijd met de huidige exegetische inzichten. Het lijkt of de Kerk greep wil houden op het geloof en zelfs op God. Maar dat kan toch niet?
Geloofwaardigheid
De eed van trouw brengt de geloofwaardigheid van de Kerk in gevaar. Veel van de mensen die in de Kerk een ambt vervullen, zullen de leer in grote lijnen onderschrijven, maar ze zullen op bepaalde punten daarvan afwijken of er een andere uitleg aan geven. Deze eed van trouw vraagt van mensen de volledige leer van de
kerk inzake geloof en zeden (dus ook over de onverbreekbaarheid van het huwelijk, het verbod op voorbehoedsmiddelen, het verbod op abortus en euthanasie onder alle omstandigheden) te onderschrijven. Dat zal pastores ertoe brengen een afweging te maken: - de eed van trouw niet afleggen en dan moeten stoppen met hun werk (werk dat ze met hart en ziel doen) of - hun werk in de parochie het zwaarst laten wegen en dus de eed afleggen en daarbij een innerlijk voorbehoud maken (‘ik zeg dit nu wel, maar je moet het niet al te serieus nemen’). Of - ze zullen noodgedwongen de woorden van de eed anders uitleggen dan ze bedoeld zijn, maar dat komt hun geloofwaardigheid en daarmee de geloofwaardigheid van de kerk niet ten goede.
Zwijgen
Het is m.i. nog ernstiger. Deze eed schept een klimaat van gehoorzaamheid. In dat klimaat wordt gezwegen over heikele kwesties (‘We spreken niet over de wijding van vrouwen!’), zaken worden niet openlijk benoemd. Het is mijn overtuiging dat alléén als de Kerk open durft te spreken, er toekomst zal zijn voor het geloof. Laten wij als gelovigen geen genoegen nemen met een Kerk die zwijgt, maar haar uitdagen tot een dialoog!! pastor Van Schalkwijk
Professio Fidei
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Of waarheid die we nog moeten doen
Blinde fabrieksmuur met wemeling van een vlucht ganzen, moderne muurschildering door Aaron Li-Hill (Secaucus NJ, bij Manhattan NYC)
Eeuwig onveranderlijke waarheid? Konijnen
Van tijd tot tijd komen er vanuit Kazachstan geluiden die enig opzien baren. Was het in 2015 Thomas Peta, de aartsbisschop van Astana, die de ‘rook van Satan’ meende waar te nemen tijdens de gezinssynode, nu is het mgr. Athanasius Schneider, zijn hulpbisschop, die een bijdrage levert. Het Katholiek Nieuwsblad van 2 februari jl. meldt dat mgr. Schneider meent dat de katholieke kerk is geïnfiltreerd door ‘laffe konijnen’. Hij ziet
mgr. Athanasius Schneider (hulpbisschop)
Joseph Dietzgen (Duits filosoof)
een samenzwering van hoogleraren theologie, religieuze superieuren, priesters en zelfs bisschoppen en kardinalen die niet in de volheid van het katholieke geloof geloven. Doordat zij strategische posities in de kerk innemen, veroorzaken zij de crisis in de kerk. De hulpbisschop raadt de gewone katholieken aan het geloof te bewaren door vast te houden aan de ‘onveranderlijke katholieke waarheden, die ons aangereikt werden door onze voorouders die we terugvinden in de traditionele catechismussen en bij de Vaders en Leraren van de Kerk.’ ‘Onveranderlijke katholieke waarheden’? Het bestaan van een onveranderlijke katholieke leer die de eeuwige Waarheid in zich bergt, is een gedachte Alfred North Whitehead die binnen orthodoxe (Amerikaans kringen van onze kerk filosoof)
wordt aangehangen en die in de persoon van aartsbisschop Willem Eijk een fervente verdediger vindt. Hij wil de eeuwige onveranderlijke leer behoeden en verdedigen door alle tijden en culturen heen.
Ontdekken
Eeuwig en onveranderlijk? De arbeider-filosoof Joseph Dietzgen (18281888) bedacht, naast zijn werk in de leerlooierij, een voor zijn tijd uiterst moderne ken-theorie. Hij dacht na over hoe mensen de wereld waarnemen, hoe zij konden onderscheiden wat waar is en wat niet. Alles om ons heen is in een staat van voortdurende verandering. De waarheid is er, maar die moet een mens in zijn leven voortdurend ontdekken, steeds weer. Want als je een wetmatigheid hebt gevonden, wordt je alweer voor een volgende vraag gesteld die uit de gevonden waarheid voortvloeit. Het leven is een zoektocht naar kennis, naar waarheid zonder dat je ooit de volledige waarheid zult kennen, want de mens is een eindig wezen in een oneindige kosmos. Is dat erg?
13
14
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Nee, zegt Dietzgen, dat is nu juist het avontuur. Stel je voor dat we alles zouden weten, alles in de kosmos zouden begrijpen, alles wat er is, dan is het weten alles en is er geen object meer om te onderzoeken. Wetenschap en niets te weten! Licht, en niets te zien! Dan zal het zijn zoals het eertijds was toen er nog Niets was: daar was alles woest en ledig. Dietzgen was een materialist die de stap naar de erkenning van de aanwezigheid van God in de kosmos niet kon of wilde maken, hoewel hij daar soms dichtbij was.
de werkelijkheid van God te betreden en deze handen en voeten te geven.
Procestheologie
In de eerste helft van de vorige eeuw was het de wiskundige, natuurkundige en filosoof Alfred North Whitehead (1861-1947) die deze stap wel maakte. Hij zag, net als Dietzgen, dat de wereld in een voortdurende staat van verandering verkeerde. Elk proces dat je bestudeert gaat op in een nieuw proces dat je vervolgens weer zal moeten onderzoeken, het dialectisch proces dat Dietzgen reeds beschreef. Vanuit de natuurkunde wist Whitehead dat alles in de wereld in een voortdurende staat van beweging is, waar moleculen niet meer bewegen is er niets. Na de Tweede Wereldoorlog werkte Whitehead zijn gedachten met o.a. Hartshorne, Cobb en Griffith uit tot de procestheologie. De basisgedachte daarin is dat alles in beweging en verandering is. De Schepping gaat nog steeds voort. God is groter dan zijn schepping, hij valt er niet mee samen, in die zin is God onveranderlijk. Maar tegelijkertijd is Hij in heel zijn schepping aanwezig en verandert Hij mee mèt zijn schepping. In dit denken is een eeuwig onveranderlijke waarheid, die vooraf volledig voor een mens beschikbaar is, een onmogelijkheid.
Doen
Recent verscheen bij de uitgeverij Skandalon onder redactie van hoogleraar en predikant Wouter Slob een bundel essays onder de titel: Liberaal Christendom, ervaren, doen, denken. Slob schrijft in zijn essay over Waarheid dat de theologie maar al te vaak gepoogd heeft haar waarheid te bewijzen. God móest bestaan. Genesis was de juiste beschrijving van de oorsprong van de wereld. De opstanding en de maagdelijke geboorte waren werkelijke gebeurtenissen. De theologie maakte zich afhankelijk van een feitelijke waarheid. Geloven is geloven geworden dat ‘iets in werkelijkheid gebeurd is’. Maar, schrijft Slob, wie het bestaan van God meent te moeten bevestigen, stelt hem tegelijkertijd ter discussie. En maakt hem afhankelijk van het menselijk oordeelsvermogen. Slob wijst op een ander, bijbels perspectief van ‘geloven in’. Het gaat dan niet om een waarheid die al of niet kan worden vastgesteld, maar om de betekenis van datgene wat ons wordt aangereikt. Een waarheid die op ons afkomt en die we niet zelf kunnen bedenken, maar die juist onszelf ter discussie stelt. Dit is een waarheid die ons wil veranderen, opdat ons doen en laten overeenstemt met datgene wat ons wordt aangezegd. Zo’n waarheid kan niet getoetst worden, omdat het geen feit is. Het is een waarheid die nog gedaan moet worden. Het gaat er om
Zoeken
Paus Johannes Paulus II schrijft in zijn encycliek Fides et Ratio uit 1998 (over de verhouding van geloof en rede): ‘De mens is in staat om met behulp van zijn beperkte historische taal waarheden tot uitdrukking te brengen die boven het verschijnsel taal uitgaan. De waarheid kan nooit beperkt worden tot tijd en cultuur: ze wordt binnen de geschiedenis gekend, maar ze stijgt boven de geschiedenis uit.’ De waarheid wordt echter altijd uitgedrukt in de taal, opvattingen en cultuur van de tijd waarin mensen leven. Dit was zo in Palestina, het Romeinse rijk, de Middeleeuwen en in onze tijd, want elke keer weer dienen wij ons de vraag te stellen hoe de waarheid, die ons in de Schrift wordt aangereikt, vertaald en waargemaakt moet worden. Want elke tijd stelt haar eisen en mogelijkheden, spreekt haar eigen taal. In de wereld van deze tijd zul je moeten zoeken naar Waarheid, zoeken naar God. Dat is tenslotte de levensopgave waar ieder van ons voor staat, dat is het fascinerende avontuur dat we mogen aangaan. Frans de Smit
* Dialectisch = (hier) het voortdurend bijstellen van ons denken (theorie) door goed te kijken naar de steeds veranderende werkelijkheid (praktijk)
Changing worlds
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
INSPIRATIEBRONNEN VAN DIRK TEN DAM
PROFIEL
Schillebeeckx (1914-2009): geleerde die vragen van zoekende mensen verwoordde
‘Niet priester maar gelovige gemeenschap doet consecratie’
Zoals u weet neem ik u in deze reeks van artikelen mee in de inspiratiebronnen van Dirk ten Dam. Tijdens de uitvaart van Dirk ten Dam benoemde pastor Frans van Schaik er drie: Huub Oosterhuis, Pater Jan van Kilsdonk en Edward Schillebeeckx. Oosterhuis en Van Kilsdonk heb ik in de vorige edities van het Groene Blad besproken. Ditmaal staat Schillebeeckx centraal. Edward Schillebeeckx is geboren op 12 november 1914 in Antwerpen. Het geloof bestond voor hem als kind uit dat wat zijn vader en moeder vóórleefden, de eucharistieviering en het lof. De paus en bisschoppen waren een ver van zijn bed show. De jonge Edward deed het gymnasium bij de Jezuïeten in Turnhout. Hij trad echter niet bij hen in. In 1934 trad hij toe tot de Dominicanen en in 1941 is hij als Dominicaan tot priester gewijd.
Edward Schillebeeckx O.P. (theoloog) (1914-2009)
Dominicus Guzman Stichter van de orde v.d. predikheren (1170-1221)
Dominicus
Dominicus sprak hem enorm aan. Dominicus stond voor enorme vrijheid en weinig tot geen regels. Er waren alleen grote vuistregels voor de leefwijze van de Dominicanen. Pas de opvolger van Dominicus heeft een constitutie geschreven. Dominicanen leggen de nadruk op autonomie en willen onderdeel zijn van het wereldlijke gebeuren. Daarom huisvestten Dominicanen zich ook niet in een klooster ver buiten de bewoonde wereld in de natuur, maar wonen ze tussen de mensen. Ze hebben zich bij voorkeur gevestigd in universiteitssteden: contact met de mensen maar tegelijk was ook de theologie van groot belang. Edward Schillebeeckx heeft herhaaldelijk verteld hoe hij als net gewijd priester thuiskwam voor het eten. Zoals gewoonlijk wilde zijn vader de zegen uitspreken voor het middagmaal, maar moeder maakte met een hoofdknik in de richting van zoon Edward duidelijk dat dit nu voortaan zijn taak was. Maar vader sprak bars: Hier in huis ben ík de priester. Het vormde voor Schillebeeckx, de theoloog, het begin van een fundamenteel Jezus van Nazareth nieuw denken over sacrament en pries(geschilderd door terschap. Rembrandt)
Onderzoek
In 1958 werd hij aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen benoemd tot hoogleraar Fundamentele Theologie en Dogmatiek. In die functie durfde Schillebeeckx voor zijn vakgebied ‘nieuwe’ problemen aan de orde te stellen die naar zijn mening om onderzoek vroegen. Hij verwoordde de vragen van zoekende mensen, gelovigen die het keurslijf van de katholieke traditie te nauw werd en die zelf gingen nadenken over God, Jezus van Nazareth en de zin van het leven. Hij schreef over de ontoereikendheid van de antwoorden die de kerk bood aan bewuste gelovigen. Die zagen zich immers geconfronteerd met oorlog en geweld, met nieuwe verworvenheden van de wetenschap en met de zogenaamde wonderen van de techniek. Zij vroegen zich ernstig af: was God nog wel nodig? Waarom geloven we en waartoe? Durven we nog wel hopen?
Raadgever
Velen erkenden hem als een belangrijke vernieuwer van theologie en geloofsbeleving. Om die reden heeft Kardinaal Alfrink hem gevraagd om mee te gaan naar het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). De aanwezigheid van Schillebeeckx in zijn functie als officiële raadgever leverde hem wereldwijde bekendheid op. Zijn theologische opvattingen vielen echter niet altijd goed in het Vaticaan. Meerdere malen is hij in de jaren na (Vervolg op pagina 16)
15
16
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
(Vervolg van pagina 15)
het concilie ter verantwoording naar Rome geroepen. Maar tot een veroordeling kwam het nooit.
Theoloog op breukvlak
Als theoloog was Schillebeeckx steeds bezig op het breukvlak van voorbije en nieuwe tijden. Steeds benadrukt hij dat God ‘niet los verkrijgbaar is’: als mensen dragen we een eigen verantwoordelijkheid voor onze geschiedenis. Een verantwoordelijkheid die we waar moet maken in solidariteit met anderen en vooral met de meest noodlijdenden onder hen. De grootste theologische werken van Schillebeeckx verschenen in de jaren zeventig en tachtig: Jezus, het verhaal van een Levende (1973), Gerechtigheid en Liefde, Genade en Bevrijding (1977). Mensen als verhaal van God (1989), Studies over het ambt (serie artikelen rond 1980), etc. Deze — voor leken overigens zeer moeilijk leesbare — werken zijn tot stand gekomen door zijn wetenschappelijke verkenningen van en deelname aan ‘vitale bewegingen’ in kerk en wereld. Hij vestigde de aandacht op belangrijke ontwikkelingen binnen die bewegingen: mensen toonden een grotere zelfstandigheid op het punt van hun geloof en hun ethisch denken, positief achtte hij ook de wereldwijde opkomst van bevrijdingstheologieën en van basisgemeenten in de kerk.
Grond
Schillebeeckx stond ook bekend om zijn kritische uitlatingen over de manier waarop gezagsdragers binnen de officiële katholieke kerk hun gevestigde posities (paus, bisschoppen, priesters) trachten te behouden en andere, nieuwe functies probeerden te
blokkeren. In Jezus, het verhaal van een levende (p. 493) zei Schillebeeckx: ‘Er moet voor alles wat we denken over Jezus van Nazareth, grónd aanwezig zijn geweest in de historische menselijkheid van deze jodenman (waar anders?).’ Volgens hem worden in de leer van de kerk de traditionele ambten ten onrechte teruggevoerd op Jezus zelf. Wanneer daarvoor de historische fundering ontbreekt, is er zijns inziens sprake van ‘ideologisering en mystificering.’
Veranderende wereld
Op de vraag of oude teksten uit de bijbel de mensen van vandaag nog wel iets kunnen zeggen, zou je simplistisch kunnen antwoorden dat ze géén waarde meer hebben in deze tijd of dat ze alleen waarde hebben als we weer net zo gaan leven als in die vervlogen tijden. Schillebeeckx ziet dit anders: de geschiedenis zelf moet je zien als bron bij het theologisch nadenken. Deze geschiedenis moet je meenemen in de veranderingen die nodig zijn. De onderlaag, de bijbel, blijft geldig maar de geschiedenis moet je wél hiermee verbinden en zo antwoorden vinden in een steeds veranderende wereld. Zo zegt Schillebeeckx dat de ontwikkelingen in de geschiedenis leren dat niet de priester maar de aanwezige gelovigen, de gemeenschap, de consecratie doen. Wat van belang is volgens Schillebeeckx is de emotie die God en het geloof bij mensen oproepen. Het gaat niet om de feitelijkheden. Het gaat volgens hem niet om het feit of Jezus feitelijk is opgestaan, maar het gaat om hoe de apostelen dit ervaarden en voelden. Het gaat om jouw persoonlijke relatie met God en hoe jij dat voelt. Deze stellingname vormde een van de redenen dat hij zich in Rome moest verantwoorden,
want dit ging natuurlijk veel te ver – vond men.
Groter
Schillebeeckx promootte ook de samenwerking tussen diverse geloven. Want, aldus Schillebeeckx, God is zo rijk aan waarheid dat God niet door één bepaalde godsdienst geheel vertolkt kan worden. Onze kennis van God is zelfs niet te vatten in het beste van alle religies bij elkaar. Want God is elk ogenblik nieuw en groter dan alle godsdiensten tezamen. Anita van Nimwegen
BRON Parochies in licht van nieuw kerkbeeld
Kerk en ambt In 2007 stuurden de Nederlandse dominicanen een boekje naar alle parochies en naar de Nederlandse bisschoppen. Kerk en ambt luidt de titel. Zij willen een discussie op gang brengen om de toekomst van vitale parochies minder afhankelijk te maken van de beschikbaarheid van ‘geldig’ gewijde voorgangers. Ze omschrijven het wezen van de eucharistie als ‘een broederlijk en zusterlijk delen van brood en wijn, waarbij Jezus in ons midden is.’ De dominicanen pleiten ervoor dat parochies uit hun eigen midden hun voorgangers kiezen, die dan – hopelijk – door de bisschop door handoplegging kunnen worden bevestigd. Mocht deze weigeren, dan mogen de parochies er niettemin op ‘vertrouwen, dat zij toch echt en waarachtig eucharistie vieren wanneer zij biddend brood en wijn delen.’ U kunt deze brochure gratis downloaden op de site van de dominicanen. http://www.dominicanen.nl/2008/01/ kerk-en-ambt/
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
GERAAKT
Maria van Oosterwijtwerd was toevluchtsoord in angstige tijden
Stil welkom zonder vragen
Wonderlijk, hoeveel middeleeuwse kerkjes en kerken er zijn op het Groninger land. De meeste gebouwd op wierden (opgeworpen hoogten) vanwege het gevaar van overstromingen. Bij tal van stormvloeden brak immers altijd wel ergens een dijk door en werden hele stukken land overspoeld of door de woedende zee verzwolgen. Ook het kleine Oosterwijtwerd, tussen Loppersum en Appingedam, werd eeuwenlang zo door het water bedreigd. Maar de wierde was in zulke angstige tijden een toevluchtsoord en in de kerk kon je schuilen.
Hart
De Mariakerk werd gebouwd in 1175. Ruim 400 jaar was zij katholiek en kende zelfs een bijzondere Mariaverering; men ging ernaar toe ‘op bedevaart’. Welk verhaal daarbij hoort weten we niet. Het moet wel van enig belang zijn geweest, want naast de kerk stond een pelgrimshuis en ook een kloosterboerderij van de Johannieterorde. De kerk werd in de 17e eeuw protestant, maar bleef Mariakerk heten. De volgende 400 jaar bleef zij het hart van de dorpsgemeenschap; er werd getrouwd, gedoopt, gerouwd, er werden dorpsvergaderingen gehouden. Bij de bevrijding in 1945 lag het dorp in het schootsveld van Canadezen en Duitsers en kwamen de dorpelingen in de kerk bijeen, om vandaar naar buurdorp Leermens te vluchten. De laatste decennia nam de kerkelijke belangstelling af en de bouwvalligheid toe. En rond 1990 droeg de hervormde gemeente de kerk over aan de Stichting Oude Groninger Kerken (SOGK). Daarna was hij meestal ge-
sloten, behalve voor Monumentendag of een enkele De Kerstvloed in 1717 eiste 2100 mensenlevens dorpsactiviteit. Er kwam een beheerscommissie (de SOGK heeft een trappistin uit Berkel-Enschot (nu voor elke kerk een zogenaamde in Oosterbeek). Bij deze ‘Moeder ‘plaatselijke commissie’) die zorgde Gods van de Tederheid’ brandt bijna voor het noodzakelijke onderhoud, altijd een lichtje, want vaak stappen maar verder was het een stil monu- mensen even van hun fiets of uit hun mentje geworden. auto om de kerk te bezoeken. Op de oude Avondmaalstafel brandt Ingrijpend dag en nacht een Vredeskaars. In het Elf jaar geleden was deze kerk voor koor hangen ook de rouwborden van mij een van de redenen om in Ooster- de invloedrijke middeleeuwse familie wijtwerd te gaan wonen, geraakt als Ripperda. Zo is de kerk te ‘lezen’ als ik was door de kracht van deze stille, een geschiedenisboek. in onbruik geraakte plaats. Lang verhaal kort: de plaatselijke commissie heeft de afgelopen jaren Woordloos heel veel georganiseerd om nieuwe Het is een plek van gastvrijheid geaandacht voor de kerk op te wekken. worden. Achterin vindt de bezoeker En de kerk werd elke dag openge- een thermoskan met heet water voor steld. Verrassend, hoeveel mensen thee en oploskoffie. Ieder is welkom van overal vandaan zo’n plek dan voor een moment van rust. Even uitweten te vinden! In 2015 kregen we blazen, buiten, met de blik op de horide wind onder de vleugels en kwam zon, of binnen, voor een moment van er geld voor een ingrijpende restaura- gebed of stilte, een kaars… even ertie. Een jaar lang werd het interieur zijn zonder dat er iets moet. onderhanden genomen. Houtworm en Kostbaar toch, zo’n stille plek waar je rot hadden het meubilair aangetast, zonder vragen wordt verwelkomd, ouderdom en aardbevingen de muren waar alles woordloos spreekt van het doen scheuren. Met grote vakkundig- geloof dat hier achthonderd jaar is heid gingen de aannemer, schilder, beleden en beleefd, en waar ook jij stukadoor, meubelmaker en anderen als bezoeker opnieuw kunt worden aan het werk om de kerk te herstellen, geraakt. maar wel de oude sfeer te behouden. Voor wie belangstelling heeft, ben ik Open graag bereid om een kleine pelgrimaNu is de kerk weer elke dag open. ge te organiseren (bijv. vanaf LopperWie binnenkomt, wordt getroffen sum, 5 km te voet of op de fiets) naar door de stille sfeer. Acht eeuwen lief Maria van Oosterwijtwerd. Laat het en leed, oorlog en vrede, zorg en ver- gerust weten. trouwen zijn hier intens beleefd. In Marika Meijer het koor hangt een Maria-icoon, spe(pastoraal werkster) ciaal voor deze kerk geschilderd door
[email protected]
17
18
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
ÓÓK PAROCHIE
Hel en vuur (Heleen Levano,
1978)
Koko In 1978, bijna 10 jaar na de invoering van de woonwagenwet, ondervond de overheid dat het concentreren van Roma en Sinti in grote centra niet werkte. De omvang en massaliteit ervan maakten ze onoverzichtelijk en onbestuurbaar. Met andere woorden, men was niet zo gelukkig met deze maatregel. Via een wetswijziging verplichtte de overheid de gemeenten om kleinere locaties van maximaal 15 standplaatsen aan te leggen. Veel gemeenten maakten niet zoveel haast met de aanleg van zulke standplaatsen en bezwaren van inwoners vertraagden dit proces nog meer. Een aantal grotere locaties mochten blijven bestaan en werden gerenoveerd. Dit gold onder meer voor Nijmegen, ’sHertogenbosch, Maastricht en Zeist. De onderliggende doelstelling van de overheid bleef ongewijzigd: aanpassing van de reizende bevolking aan de burgersamenleving.
Teruggemept
In de periode waarin de overheid overwoog de grote centra op te heffen, trok een groep zigeuners ons land binnen. Zij waren uit de Balkan afkomstig, werden niet als vluchteling gezien en al snel teruggestuurd. Maar de Roma’s bleven ons land binnenkomen. Begin 1977 verbleven ongeveer 500 buitenlandse Roma en Sinti in Nederland. Ongeveer 235 Roma die in Assen en Hardenberg bivakkeerden, werden naar de Franse grens gebracht, daar door de Franse oproerpolitie weer teruggemept waarna zij zich aan de Basisweg in het westelijk havengebied van Amsterdam vestigden. Deze situatie bracht een bijzonder mens op het toneel: ‘Koko’ Petalo. Koos ‘Koko’ Petalo werd in 1942 in Amsterdam geboren. De familie Petalo kwam in 1944 in het kamp Westerbork terecht om hen van daaruit naar het vernietigingskamp Auschwitz te sturen. Maar ze kwamen vrij omdat zij in het ZuidAmerikaanse Guatemala hadden gewoond en daardoor de Guatemalteekse nationaliteit bezaten, althans, de
‘Stel hun weg in het nieuwe leven voor hen open en verlos hen van de banden van verdriet’ (ontleend aan dodengebed uit de zigeunercultuur)
Duitsers vermoedden dat. Guatemala was tijdens de 2e Wereldoorlog een bondgenoot van Duitsland en dat was voor de bezetter blijkbaar voldoende om hen vrij te laten.
‘Koning’
In de 60’er en 70’er jaren van de vorige eeuw presenteerde Koko Petalo zich als de woordvoerder, de ‘koning’ van de zigeuners. Hij was een van de initiatiefnemers van de plaatsing van een monument voor de in de Tweede Wereldoorlog omgekomen Roma en Sinti. Dit bronzen beeld van een man, vrouw en twee kinderen, vluchtend voor oplaaiend vuur werd in 1978 op het museumplein in Amsterdam geplaatst. Bekender is Koko Petalo door zijn inzet voor standplaatsen en verblijfsvergunningen voor illegaal in Nederland verblijvende Sinti en Roma. Hij bleek een gedreven en bedreven onderhandelaar met de overheid. In een gesprek met de staatssecretaris Zeevalking eind augustus 1977 kreeg hij van de bewindsman de toezegging dat deze op korte termijn met de zigeuners rond de tafel zou gaan zitten.
Eén plaats
Samen met vertegenwoordigers van Justitie en het departement van CRM zou bekeken worden of legalisering van de op dat moment in Nederland verblijvende buitenlandse Roma en Sinti mogelijk was. Op 2 september vond dat gesprek plaats waarbij de staatssecretaris toezegde dat gedurende het overleg tussen de verschillende instanties binnen de overheid, de illegaal verblijvende Roma en Sinti ongemoeid zouden blijven. Uiteindelijk
viel het besluit dat zij konden blijven, maar Nederland zou Nederland niet zijn als daar niet allerlei voorwaarden aan verbonden werden. Je moest je laten registreren via — voor vervolgde mensen doodenge dingen — foto’s laten nemen met een genummerde kaart op je borst en je vingerafdrukken laten afnemen. Daarnaast kom je pas voor een uitkering in aanmerking als je je wagen laat staan en je sedentair (letterlijk: zittend, op één plaats) wilt vestigen. Het is allemaal gebeurd, maar het heeft veel voeten in aarde voor de groep gehuisvest is. Niet elke gemeente was er voor te vinden om voor hen een plaats in te ruimen.
Herinnering
Met Koko Petalo liep het niet zo goed af. In 1986 kreeg hij problemen met justitie over oplichting van verzekeringsmaatschappijen. In 1993 liet hij nog luidkeels van zich horen toen hij bij de behandeling van de vreemdelingenwet de VVD-woordvoerder Jan -Kees Wiebenga van af de publieke tribune een racist noemde. Koko werd onder veel kabaal van de publieke tribune verwijderd Ondanks alles blijft hij in de herinnering als de Roma die als een gewiekst onderhandelaar met succes voor de hier illegaal verblijvende Roma en Sinti opkwam. Koko Petalo overleed ten gevolge van een hartaanval in 1996 op de leeftijd van 53 jaar. Hij is begraven in het familiegraf op de begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam. Frans de Smit
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
ZIN & BEELD
De Tien Geboden
zie omslag
In kleur: http://www.wikiart.org/en/marc-chagall/moses-with-the-burning-bush-1966 Mozes voor het brandende bosje (1966) (Museum Nice) door Marc Chagall
Uittocht telkens opnieuw
Niet de dood, maar het leven Een kleur is voor hem een speelveld, een vlak om zijn verhaal te vertellen, zijn fantasie, zijn droom, zijn heimwee, zijn roots. Wat los lijkt, ver weg lag of verloren, lief en leed, het krijgt een plaats, de kleur houdt alles bijeen: één kleur en toch nergens hetzelfde.
Overlever
[1966] Marc Chagall loopt al tegen de 80 als hij dit doek schildert in zijn atelier in de heuvels bij Nice. Het maakt hem niet uit, hij is nog even jong als toen hij nog Mosje Shagal heette in de sjtetl, het stadje waarvan de tsaar vond dat zijn volk, chassidische sjlemielen, alleen daar mocht wonen, aan de rand van zijn rijk. Pal daarna de bolsjewieken die hem verwelkomden maar al gauw te modern noemden, en daarna de nazi’s die zijn kunst verboden, verbrandden en hemzelf bijna uitgeleverd kregen van Pétain. De overlever, steeds beducht om te moeten vluchten, bewaart alles in zijn hoofd. En in zijn werk. Hoog
of diep in die kleur die tegelijk ruimte is, vliegen of zweven of duikelen de beelden die hij nooit kwijtraakt: vogels, muzikanten, een viool of menorrah. Al begin jaren ’30 had een kunsthandelaar/uitgever hem in Parijs het voorgesteld: de hele Tenach illustreren. Onverwacht. Hij? Waarom? Hij is in Amsterdam gaan kijken, wilde met eigen ogen de etsen zien die meester Rembrandt van Rijn maakte van de bijbel. Hij liep rond in Palestina, het voelde als een thuiskomst, keerde toch terug en begon, schetsen, litho’s (steendruk), meer dan 60 tot de oorlog uitbrak. Het nieuws over de verschrikkingen in Europa drong tot hem door in zijn New Yorkse ballingsoord. Pas halverwege de 50’er jaren vond hij de moed de lange reeks af te maken. En nog eens 10 jaar later een serie levensgrote schilderijen, olieverf op canvas, een voltooiing die alles samenvat, heel het lot van zijn volk en van alle mensen en alle tijden.
Noodkreten
Wat hij als jongen hoorde met Pesach in de sjoel, de zeven lezingen van Shemot Parashah, het eerste stuk van Exodus. Ook in de christelijke wereld klinkt het verhaal elk jaar met Pasen, de lange tweede lezing over het wegtrekken uit slavernij, farao die het volk niet wil laten gaan, de achtervolging tot op de droge bedding van de Rietzee, de aanrollende vloedgolf die zijn leger verzwelgt. Op Chagalls schilderij staan, net als op een middeleeuws drieluik, alle gebeurtenissen die ná elkaar plaats vinden, er verlopen vele tientallen jaren. Het laat zich lezen als een joods boek, van rechts naar links. Mozes weidt de schapen van zijn schoonvader in Midjan, het land waarnaar hij uitweek sinds het Egyptische hof hem zocht. Voorbij de wildernis, aan de voet van de berg, ziet hij een bosje branden, de vlammen verteren het niet. Dan klinkt de stem van zijn God. Eerst slaat de jongeman zijn hand voor zijn ogen, (Vervolg op pagina 20)
19
20
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
durft niet te kijken, dan doet hij zijn sandalen uit, gaat erheen en hoort zijn opdracht: Ik heb de noodkreten van mijn volk gehoord, ik heb ze verstaan. Ga naar farao, spreek namens Mij, eis: Laat mijn volk gaan.
Bosje
‘De vertelling komt eerst, de symboliek’ – zegt Chagall – ‘ontdek je altijd later.’ Letterlijk lezen is een heidense dwaling, deze teksten zijn geen verslagen van een ooggetuige. Rabbi Günther Plaut verzamelde vele joodse commentaren op dit verhaal. Een greep daaruit. Wat het begin lijkt: ‘herder voorbij de wildernis’ is een beeld voor wat Mozes’ rol zal worden voor zijn volk. Uit een doornige braamstruik kun je je hand niet zonder pijn terugtrekken: eerst ben je welkom in Egypte, maar dan proberen ze met alle geweld je vast te houden. Zo gaat het eeuwig en overal in de diaspora. Het vuur is de onderdrukking, de vervolging, het volk lijdt, maar het gaat niet ten onder, zoals de takken en bladeren niet verteren. Is dat niet mal? Zo’n onooglijk bosje zo centraal op een schilderij? ‘Nee, juist niet’ zegt een rabbi erover – en Chagall benadrukt dat door zijn compositie – ‘de Eeuwige kan overal aanwezig zijn.’ On top of all that, dit is het echte moment van de omslag, waar al het oude wijkt voor het nieuwe.
Naam en opdracht
Eerst de onthulling van wie de god van Israël is en wil zijn. Gods naam JHWH kun je vertalen als Ik ben die ik ben. Voor wie dat te statisch vindt: een dynamische vertaling is ook mogelijk: Ik zal er zijn voor jou. En zelfs een personaal causale vorm: Hij die de oorzaak is dat … — En naar fundamenteel joods inzicht bestaat God pas, als wij zelf die naam waarmaken in wat wij doen. Mozes krijgt deze opdracht: Leid jouw volk weg uit hun slavenbestaan en ga op pad, die lange tocht door de woestijn voor je komt in het land van belofte, van melk en honing. – Die utopie die mensen in alle tijden doet overleven als ze wanhopen. Mozes’ opdracht wordt een dubbele: Bevrijder en Wetgever. Links zijn beide al zichtbaar: de muur van water die de achtervolgers tegenhoudt en bovenaan de twee stenen tafelen met de Tien Woorden, die we ken-
nen als de Tien Geboden. Nergens en nooit eerder waren zulke morele regels het uitgangspunt geweest voor het dagelijks handelen van een volk. ‘Tot op heden het fundament van de westerse beschaving. De moderne mens is dankzij Mozes van het besef doordrongen dat het verboden is te stelen, dood te slaan en valse getuigenis tegen de naaste af te leggen’, schreef Martin van Amerongen.
Historisch?
Is dit dan historisch? Toen iedereen nog dacht van wel, wisten historici zelfs wanneer het zich allemaal afspeelde, rond 1250 voor onze jaartelling. Andere details bleken lastiger. Ging de doortocht eigenlijk wel door de Rode Zee? Was het de Rietzee (en waar lag die dan)? Langs welke route voerde de tocht naar Kanaaän: noordelijk (kustroute), centraal of zuidelijker? Is de berg Horeb dezelfde als de Sinaï? Welke wildernis (Shur, Zin, Paran)? Was het één massale volksverhuizing onder één sterke leider of gingen ze in kleinere groepen, elk met een eigen organisatietalent, zoals eind 20e eeuw bij de Vietnamese bootvluchtelingen? De Vijf boeken van Mozes waar Exodus er een van is, zijn gebaseerd op 2 belangrijke bronnen uit de 7e of 6e eeuw. Ze zijn geschreven in een tijd dat het voortbestaan van de joodse natie heel onzeker was en moesten het gevoel van eigen identiteit versterken: dáár komen wij vandaan, dát is onze voorgeschiedenis.
Verschijning?
Waarom is het onderdeel van de christelijke paasliturgie? De evangelieschrijvers ná Marcus trekken allerlei paralellen tussen Mozes en Jezus als nieuwe Mozes (van Herodes als nieuwe farao annex kindermoordenaar, tot de Bergrede als nieuwe wetgeving op de berg. Maar het allereerste bericht komt van Paulus (± 54 n. Chr.). Hij vertelt hoe Jezus aan hem ‘verscheen’ op de weg naar Damascus, waardoor hij van vervolger volgeling werd. Opvallend is dat hij het niet heeft over een lijfelijk uit de dood teruggekeerde persoon, zoals anderen dat later zijn gaan doen. Dat Paulus dat niet doet, zou wel eens kunnen betekenen dat we met het centrale christelijke leerstuk over de fysieke verrijzenis al vroeg op een vreemd en onbedoeld spoor terecht zijn gekomen. In
zowel de katholieke als protestantse kerken hebben theologen en kunstenaars daar vervolgens vele eeuwen op verder gebouwd en dat bepaalt onze collectieve beeldvorming… Vind dan maar eens de weg terug. Het woord dat we nu vertalen met ‘verschijnen’ was ‘ophte’ en dat betekent eerder zoiets als ‘kristal helder worden voor je’. In het Engels zou je zeggen: It became manifest to him of eenvoudiger: Suddenly it came to him (Plots snapte hij het). Opmerkelijk: ditzelfde woord wordt gebruikt bij de vertaling uit het Hebreeuws van de Exoduspassage over Mozes en het brandende braambos. Er ligt dus een rechtstreekse terugverwijzing, een poging om aan te tonen hoezeer Jezus in de joodse traditie staat. Maar wat betekent het dan? Bij Mozes? En voor ons Pasen? Een indringende ervaring beschrijven we altijd met onze eigen taal, beelden en ideeën. Iemand uit een andere tijd en cultuur zal het anders duiden. De gevonden woorden en beelden (boven de vlammen van de braamstruik uit zweeft een engel) sloten voor luisteraars van toen volstrekt aan bij hun belevingswereld. Het zou nogal typisch zijn als we drieduizend jaar later in onze heel wat minder magische wereld onze wetenschappelijke inzichten ineens compleet zouden moeten uitschakelen. Dat geldt ook ten aanzien van het opstandingsverhaal, al zullen we behoorlijk wat tijd nodig hebben om een andere visie te koppelen aan de ervaring van Paulus. Misschien helpt de wenk bij het lege graf, in die volgende vroege passage (bij Marcus): Waarom zoek je hem onder de doden? Ga naar Galilea, waar alles begon. [2016] En weer gaan grote stoeten mensen op weg, te voet – de zee houdt hen niet tegen – achter zich zien ze nog de met wapens zwaaiende strijders van de dood. Met onder hun zwarte vlag weer die extreme wreedheid die alles verwoest zoals het ooit ging bij farao – daarom wilden ze, moesten ze weg. Maakt dat hen en ons niet wezenlijk anders dan wie alleen afbreekt en dood en verderf zaait? Als we onze wereld opbouwen, elk met zijn mogelijkheden en talenten, maken we een keus. Niet de dood, maar het leven. Martin Nieboer
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
DIE MALLE KERK
Humor in de kerk
Kent u ook leuke anekdotes of roomse grapjes, stuur ze op. Ineke Siersema (
[email protected])
Drie kleine kettertjes
Wandeling Een pater, die met pensioen was, ging wonen in een klooster. Aan de ene kant van uitgestrekte landerijen stond het klooster, aan de andere kant lag een grote vijver. Dagelijks maakte de pater een meditatieve wandeling van het klooster tot aan de vijver. Op een dag bij de vijver aangekomen, trof hij daarin tot zijn verbazing een groep poedelnaakte jonge meiden aan. Zo gauw de vrouwen hem in de gaten kregen, lieten ze zich tot hun nek in het water zakken en riepen: ‘Ouwe viezerik! We komen er pas uit als jij weggaat!’ ‘Oude viezerik?, oude viezerik??, ik een oude viezerik?’, reageerde de pater schijnbaar verontwaardigd. ’Dames, het enige wat ik hier elke dag kom doen is krokodillen van voedsel voorzien.’
Priester
Jongelui, ik ben de nieuwe kapelaan. Ik ben een late roeping. Je kunt tegenwoordig ook priester worden als je volwassen bent. Neem me niet kwalijk, ik ben pas gewijd. Ik ben nog in mijn witte boordsweken. Fons Jansen, uit: Hoe meer zielen hoe meer vreugd (1965-1968)
Drie kleine kettertjes wilden beweren Wij geloven alle drie niet in de hel Maakte de bisschop natuurlijk bezwaren Schreef ie een brief over grote gevaren dus u begrijpt het wel: Daar stond geschreven in heilige lettertjes Pas op voor de kettertjes Drie kleine kettertjes bleven beweren Wij geloven alle drie niet in de hel Dat is de paus toen ter ore gekomen Moesten de kettertjes spoorslags naar Rome Dus u begrijpt het wel: Zo – zei de paus – dat komt er nou van Kettertjes gaan in de ban Drie kleine kettertjes bleven beweren Wij geloven alle drie niet in de hel Nu werd de toestand hoe langer hoe slechter Alle drie moesten ze toen voor de rechter Dus u begrijpt het wel: Verder geen spoor van de kettertjes want Kettertjes worden verbrand Drie kleine kettertjes kwamen bij Petus Wij geloven alle drie niet in de hel Foei – zei Petrus – wel alle donder Dat men u ketters noemt is niet zo’n wonder Nee dat begrijp ik wel: Hoe kon de hel volgens u niet bestaan U komt er zo-even vandaan!!!! Liedje van Fons Jansen, uit: Hoe meer zielen hoe meer vreugd (1965-1968)
21
22
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
HET RIJKE ROOMSE LEVEN
In Memoriam Jan Schellekens †
Een gouden man Jan Schellekens was een gouden man. De Brabantse Groninger was hier helemaal thuis, hoewel hij zijn ‘thuis’ graag ergens anders had gezien. Jan was een man die de wereldzeeën heeft bevaren en daar goede herinneringen aan had. Eenmaal aan wal was er tijd voor vrouw en kind.
Hart
Als jongetje had hij het niet gemakkelijk, maar hij sloeg zich door alles heen, standvastig. Hij sloot het katholieke zuiden in zijn hart, ook al gebeurden er zaken die niet helemaal door de beugel konden, zoals hij zich later realiseerde, toen er aandacht voor misstanden in de kerk kwam.
Thuiskomst
Jan was zorgzaam voor zowel zijn vrouw als voor zijn dochter, die later apotheker werd in het zuiden van het land, terwijl haar paarden in het noorden bleven. Met zijn vrouw aan zijn zijde ging Jan jaren en jaren achtereen iedere dag naar de paarden om deze te verzorgen. Hij had alles voor zijn dochter over, maar het was wel een zware taak op den duur. Toen de dochter ook naar Groningen kwam, kon hij de zorg van de paarden haar in handen geven en dat betekende dat een droom mogelijk werd: een lange reis op een vrachtschip naar zijn ge-
liefde Singapore. De stad voelde als thuis komen. Vroeger had hij zich daar senang gevoeld en nu bleek weer hoezeer hij van die stad hield. Praktische bezwaren weerhielden hem van een definitief verblijf daar. Samen met Mieke maakte hij nóg een paar reizen, geboekstaafd in mooie fotoboeken, die hem terugbrachten naar zee en verte toen zijn gezondheid steeds meer afnam.
Koppig
Voor het Groene Blad is hij van grote waarde geweest. Heel precies, zich houdend aan regels die waren afgesproken, leidde hij de redactievergaderingen gedurende lange tijd. Hij was niet gemakkelijk in het loslaten van de regels en herinnerde de redactieleden geregeld aan de afspraken. Meestal ging het goed in de communicatie, maar hij kon ook heel koppig zijn, wat een enkele keer tot conflicten leidde. Maar je wist: hij doet het voor het goede doel. Tijdens elke vergadering had hij een grappig stukje of een gedicht in een Brabants dialect dat hij aan ons voorlas.
Verzamelaar
Hij genoot van die roomse verhalen en van de heiligenlevens die hij verzameld had in mooie boeken. Hij was een verzamelaar: zijn huis stond vol
Skyline van Singapore Jan Schellekens was op de route naar Singapore en Hong Kong vele jaren boordwerktuigkundige op de vrachtschepen van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. Op de inzetfoto draagt hij trots een stropdas met het beeldmerk van de RL. Door zijn contacten in de scheepvaartwereld konden we voor Gronings-Vietnamese families hun redders opsporen: de bemanning van de Largs Bay. [MN]
prachtige Mariabeelden, in de mappen plaatjes van heiligen en in de laatjes van zijn kastje waren honderden rozenkransen. Ik heb er ooit nog één gekregen voor mijn toen honderdjarige tante die haar rozenkrans was kwijtgeraakt. Hij werd daar blij van.
Trouw
Door de komst van nieuwe redactieleden gingen er zaken veranderen en dat vond Jan moeilijk te accepteren. Hij verzette zich en trok zich uiteindelijk terug. Dat deed hem pijn, het blad lag hem na aan het hart, maar hij kon niet anders. Het blad bleef verschijnen en het was een goed blad of werd wellicht nóg beter. Jan zag dat. Hij kon het schrijven niet laten en na een verzoek stuurde hij zijn verhalen over heiligen, oude gewoonten in het katholieke zuiden weer in. Zo bleef hij het blad trouw, gaf hij zijn kennis over het roomse verleden door tot ieders vermaak en lering. Trouw…. een woord dat bij Jan past. Half december kwam er een einde aan zijn leven. Een gouden man ging heen. Clary Kortmann-Graafsma
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
CHARLEY BROWN & SNOOPY
KORT
Stilte-uur Mariahoekje Binnen onze parochie zijn mensen die in de kerk een devotieplek missen.
Vieringen voor ouderen Sinds 2015 voortaan steeds op de 2e vrijdag in de maand om 9.45 uur in de kapel op de 3e etage Pastores: Ale Bakker, Marika Meijer Ook ouderen uit de wijk zijn van harte welkom
VERHUIZEN? — LAAT JE KENNEN! Gemeentes in Nederland lichten de parochies niet meer in bij verhuizing. Geef daarom zelf uw verhuizing door aan de parochiële ledenadministratie. U kunt dat doen op de volgende manieren. Stuur een e-mailtje naar onze ledenadministratie:
[email protected] of stuur een briefje of verhuiskaart aan: Parochie Ledenadministratie De Vlasakker 28 9781 LG Bedum Dank voor uw medewerking!
Een plaats waar je in alle rust bij Maria een kaarsje kunt ontsteken, bidden of in stilte mediteren.
Kennismakingsexemplaar? Kent u iemand die ook interesse in ons blad heeft? Wij sturen graag een kennismakingsexemplaar. Geef naam en adres door aan Ineke Siersema
[email protected] of
[email protected]
Elke donderdagmorgen van 10—12 uur is de kerkzaal daartoe geopend en ingericht. U bent welkom op dat stilte-uur. Als u daar behoefte aan hebt, is er ook gelegenheid om met iemand te praten. Frans de Smit
Bezorging Vrijwilligers doen hun uiterste best om u allemaal op tijd het nieuwe nummer van Walfried te bezorgen. Mocht dat in uw geval niet gelukt zijn, neem dan contact op met Ineke Siersema
[email protected]
BOEKENLEGGER: NOG STEEDS VERKRIJGBAAR Deze stijlvolle, kleine boekenlegger (degelijk geplastificeerd) is nog steeds verkrijgbaar voor €5 per stuk. Voorzijde uitgevoerd in kleur. Op achterzijde een langer citaat van Dirk ten Dam: de laatste zinnen uit zijn laatste artikel voor ons blad. Een opdracht om verder te gaan. Voor het goede doel: financieel steunen van de Groningse Walfriedparochie. Mooie, kleine attentie voor een van uw kinderen of kleinkinderen, jarige buurvrouw of collega.
Doortocht door de ‘Rode Zee’, detail van: Mozes voor het brandende braambos (1966), olieverf op doek (195 x 312 cm) geschilderd door Marc Chagall Musée national Message Biblique Marc Chagall, Nice (France) Zie artikel op p. 19-20 Goede reproductie in kleur: http://www.wikiart.org/en/marcchagall/moses-with-the-burning-bush1966
23
24
Groene Blad — jrg. 25 nr. 97 April 2016
Ga hem tegemoet Is er een mens die je treft, ontroert, verrukt, aarzel niet, wend je niet af, spreek van geluk. Geef je bloot, ga hem tegemoet, onomwonden – zo machtig en zo kwetsbaar als je maar bent. Noem z'n naam, ontdek z'n gezicht, vier z'n bestaan – koste wat het kost, kome wat komt.
Alameddin, een 13-jarige Syrische jongen, speelt op zijn viool als hij samen met andere vluchtelingen langs een politiebarricade loopt bij de grens tussen Turkije en Griekenland