op initiatief van:
en redactie: ntwerp:
In de verlenging
Terugblik op de eerste termijn 2009-2012 en vooruitblik op de tweede termijn 2013-2016 van het dubbellectoraat ‘Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie’, o.l.v. dr.Ineke Delies
p
p
p
p
Naar idee en op initiatief van: Ineke Delies, lector Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie, Alfa-college & Stenden Hogeschool
Samenstelling en redactie: Kirsten Otten, Groningen
p
Concept en ontwerp: PeopleLikeFrank.nl, Gijs Bekenkamp en Dion ten Heggeler, Groningen
p Drukwerk: Kempers waterloos offset, Aalten
Ineke Delies, lector Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie, Alfa-college & Stenden Hogeschool Kirsten Otten, Groningen People Like Frank, Gijs Bekenkamp en Dion ten Heggeler, Groningen Kempers waterloos offset, Aalten
\\ Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van e, microfilm of op welke andere manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming s.
Emmen, 2013 \\ Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere manier dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de makers.
p
p
p
– In de Verlenging –
Inhoud p.05
Voorwoord
p.06 H.1 Inleiding
p.07 H.2 Doelstellingen, werkterrein en visie
Plaats in de organisatie en werkterrein • Een complex domein • Strategische relaties • Preferente relaties met de regio’s en andere Schools van de twee onderwijsinstellingen • Onderzoekseenheden en Kenniskring • Verbinding met Sectorplan Noord • Verbinding met het wetenschappelijk onderwijs Visie op de plaats van het lectoraat in haar omgeving • Plaats binnen het werkveld • Plaats binnen de onderzoekswereld • Plaats binnen het onderwijs
p.11
2.1
p.12
2.2
p.14 H.3 Inrichting en werkwijze
p.18 H.4 Terugblik op de eerste periode 2009-2012 p.19 4.1 Opvallende prestaties • • • • • • • •
p.20
4.2
Juiste speerpunten Real-life learning mbo en hbo Afstemming Alfa-college en Stenden Hogeschool Diverse tempi bij kerntaken Leerervaringen Bron van innovatie Corporate Marketing, communicatie en PR onvoldoende benut Euregio onderbelicht Middenmanagement moeizaam in positie te krijgen
p.22 H.5 Resultaten eerste lectoraatsperiode p.22 5.1 Kwantitatieve resultaten
p.24 5.2 Kwalitatieve resultaten
p.24 H.6 Ambities en plan voor de tweede lectoraats periode p.25 6.1 Meerjarenplan
p.15 3.1 Werkwijze
• De Kenniskring en Multidisciplinaire Ketens • Samenwerkingsformat
p.26 H.7 Wat is er al gedaan, wat gaan we doen
p.16 3.2 Onderzoeksagenda
p.26 7.1 De tweede lectoraatsperiode
en -methodiek • Onderzoeksmethodiek en setting
p.17 3.3 Financiering
• Basisfinanciering • Projectenfinanciering
versus de eerste
p.30 7.2 Werk in uitvoering Bijlagen
• Netwerken • Partners uit bedrijven en overheden
– In de Verlenging –
Voorwoord In de zomer van 2012 kwam de toekomst van dit lectoraat aan de orde in een van de halfjaarlijkse voortgangsgesprekken die ik had met mijn opdrachtgevers: Christien de Graaff, lid College van Bestuur Alfa-college en Klaas Wybo van der Hoek, lid College van Bestuur Stenden Hogeschool. Elk lectoraat in Nederland is immers eindig en heeft in principe een tijdelijke opdracht: met inzet van de expertise van de lector aanjagen van onderzoek, onderwijsinnovatie en kennisdeling binnen de hogeschool/het ROC op thema’s die deel uitmaken van de strategische meerjaren-agenda van beide instellingen. In 2009 ben ik geïnstalleerd als lector en in 2012 zou ik dus weer af moeten treden. Maar als de opdrachtgevers vinden dat er nog een lectoraatsperiode aan vast geplakt moet worden, dan kan dat! U zult begrijpen dat dat gesprek in juni 2012 een mooi gesprek was. We waren eensgezind en hadden alle drie de wens om door te gaan met dit lectoraat. Het onderwerp was nog steeds zeer actueel: samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven door regionaal co-makership. De gekozen thema’s waren in 2012 wellicht actueler dan ooit: Zorg&Wonen – de oudere mens die langer thuis blijft wonen –, en Toerisme/Vrije Tijd – de toerist die in de regio komt en blijft. De partners uit het bedrijfsleven waren en zijn trouw en zeer actief betrokken. Naast voorlopers meldden zich meer en meer volgers aan uit het MKB. We hebben een uitzonderlijk actieve, sterke en kleurrijke Kenniskring die ‘Practice what you preach’ hoog in het vaandel heeft staan en zo een (h)erkende expertgroep geworden is. We hebben betrokken en leergierige docenten en studenten aan ons weten te verbinden en we zitten in het hart van innovaties binnen het beroepsonderwijs: een ‘leven-lang-leren’, nieuwe combi’s van Leren&Werken (denk aan de InnovatieWerkPlaatsen die we in toenemende mate samen met onze partners uit de bedrijven en brancheorganisaties vormgeven), formeel en informeel leren, real-life learning, regionale, nationale en internationale projecten enzovoort. Er is veel ontwikkeld. Dat kunt u lezen in deze uitgave en er is nog veel meer te ontwikkelen. Onze core-business is in essentie het leren en het verwerven/ toepassen van kennis en kunde. Vooral als dat zich afspeelt op innovatiethema’s die per definitie in dynamisch zijn, is dat niet altijd even vlot te realiseren. Dat vraagt tijd, geduld en doorzettingsvermogen. Dit heeft de beide Colleges van Bestuur doen besluiten tot nogmaals een volle periode van vier jaar en die even sterk te blijven financieren. Daarna moest ik wel een uitermate uitgebreid en formeel Verlengingsformat invullen en zo officieel een aanvraag tot verlenging doen. Dat formele document hebben we vertaald naar een publieksversie voor onze partners. Dit boekje heeft u nu in handen. Het is op 6 juni 2013 tijdens de eerste Zomerschouw gepresenteerd aan al onze partners; aan u dus. U bent voor ons onmisbaar, want co-makership is moeilijk maar mooi en noodzakelijkerwijs wederzijds. Ineke Delies, lector
p.6
H.1
– In de Verlenging –
– In de Verlenging –
p.7
Inleiding De Stenden Hogeschool en het Alfa-college: twee grote onderwijsinstellingen met vestigingen in voornamelijk de drie noordelijke provinciën. Het dubbellectoraat van lector dr. Ineke Delies is verbonden aan deze beide onderwijsinstellingen en focust zich op de provincie Drenthe, en daarbinnen op de regio’s rondom Emmen en Hoogeveen. Juist daar willen beide onderwijsinstellingen hun verbinding met de regionale partners versterken. Wij – de twee instellingen en dit lectoraat – zijn trots op onze verbinding met deze regio’s en willen daar het beste uit halen. Voor studenten, voor docenten én voor de regionale economie. Om dat te bereiken moet het onderwijs innoveren in samenwerking met bedrijven uit de regio. Dat heet in vaktermen: ‘Verankeren in de regio, door duurzaam samen te werken met het bedrijfsleven op het gebied van kennisinnovaties in de regionale kenniseconomie.’ Dat gaat niet zomaar van de ene dag op de andere, daar heb je mensen en tijd voor nodig. De tijd: dat zijn de afgelopen en de komende vier jaar. Want er is al heel veel bereikt, maar er is ook nog heel veel te doen. De mensen: dat zijn wij, de mensen van het lectoraat van Ineke Delies en alle betrokken partners in diverse netwerken. Onder onze vleugels ontstaan nieuwe combinaties van leren en werken, van disciplines en van onderwijsniveaus. Door ongewone verbanden te leggen ontstaan de mooiste innovaties, die de economie van de regio versterken en het onderwijs verbeteren! Welke samenwerkingsformule het meest geschikt is voor die combinaties en op welke manier die tot welke kennisinnovaties leiden, dát is de ‘centrale onderzoeksvraag’. Naast een centrale vraag (zie p. 16), is er ook een groot aantal ‘decentrale vragen’ losgekomen uit het bedrijfsleven uit de regio (zie p. 17). Bedrijven zagen en zien meer en meer kansen om studenten (en docenten) te betrekken bij onderzoek naar en innovatie in hun bedrijven. Dus zo zijn er een centrale onderzoeksagenda en een decentrale onderzoeksagenda, gezamenlijk een groot onderzoeksterrein. Een onderzoeksterrein bovendien dat tijd nodig heeft. Want elkaar leren kennen kost tijd; kennis verwerven en samen ontwikkelen ook. We beschouwen de resultaten van de eerste lectoraatsperiode daarom als een eerste stand van zaken, waarbij we verwachten dat naarmate we langer samenwerken en meer oefenen met de formule in de bedrijven en het onderwijs, we kwantitatief en kwalitatief meer resultaat zien. Dat gekoppeld aan het complexe karakter van de samenwerkingsrelaties, maakt dat dit een terrein in beweging is, waar praktijkonderzoek actieonderzoek is, participerend en longitudinaal.
Visie binnen het lectoraat op innovatie
1. Kennisinnovatie is relationeel: elkaar kennen en vertrouwen is de basis. 2. Innovaties komen door nieuwe combinaties van oude of reeds bestaande items en zijn diagonaal. 3. Kennisinnovatie is grensoverschrijdend, multidisciplinair en multi-level. 4. Nieuwe samenhangen worden ontdekt door generalisatie en niet door specialisatie. 5. (Samenwerking op) kennisinnovatie is duurzaam. 6. Innovatie is reflectie.
Een eerdere uitgave van dit lectoraat heet Halverwege. Hierin wordt de stand van de samenwerking halverwege de eerste lectoraatsperiode
gepresenteerd. Later bleek dat we niet halverwege, maar op een kwart van het lectoraat zaten! In de zomer van 2012 besluiten de Colleges van Bestuur (CvB’s) van het Alfa-college en de Stenden Hogeschool namelijk dat het dubbellectoraat met vier jaar mag worden verlengd. Vandaar deze uitgave: In de Verlenging, de publieksversie van het officiële ‘verlengingsdocument’ waarmee lectoraatsverlenging is aangevraagd. Hierin wordt niet alleen het reilen en zeilen van het lectoraat in de eerste lectoraatstermijn beschreven, maar ook de uitgestippelde koers voor de komende jaren. We gaan verder met verbeteren én uitvoeren van wat we al die tijd hebben uitgedragen, want ook voor ons geldt natuurlijk: Practice what you preach! In de tweede lectoraatstermijn zal meer aandacht worden besteed aan de zogenaamde cross-overs tussen de thema’s Toerisme en Zorg&Wonen. Ook gaat het lectoraat nauwer samenwerken met de Euregio Osnabrück en wordt de voorlopers/volgers-methode nader onderzocht. Emmen blijft de standplaats en naast de twee grote Multidisciplinaire Ketens komen er enkele kleinere ketens rondom specifiekere subthema’s. Die Subketens komen direct onder leiding van de Kenniskringleden te staan. Wat deze ontwikkelingen behelzen, leest u verderop in de tekst. De begrippen multidisciplinair, multi-level, regionale thema’s, co-makership, leven-lang-leren, al-doende-leren en ‘klein beginnen’, clusters van mkb-bedrijven en leren op de werkplek zullen in de tweede lectoraatsperiode nog vaker aan bod komen; ze staan centraal in dit lectoraat. Rondom deze concepten ontstaan kennisinnovaties in nieuwe combinaties van Leren&Werken, die vooral zijn en worden toegepast op de volgende economisch-sociale thema’s: ‘De toerist die in de regio komt en blijft’ en ‘De oudere mens die thuis blijft wonen’ Deze thema’s zijn in de loop van de eerste lectoraatsperiode steeds belangrijker geworden; de expertise werd steeds groter en door de verbinding tussen beide thema’s kwamen ook cross-overs (bijvoorbeeld: gezondheidstoerisme) in beeld bij beide onderwijsinstellingen en betrokken bedrijven. Die werden ook onderdeel van de meerjarige strategische speerpunten van de Stenden Hogeschool en Alfa-College.
Onderwijs Om vraagstukken over deze thema’s te tackelen, zijn er combinaties gemaakt van vier kennisdomeinen: Economie, Onderwijskunde, ‘Leven-lang-leren’ en Kennismanagement. De kennisdomeinen komen samen in een duurzame publiek-private samenwerking in regionale kennisnetwerken. In de praktijk werken beroepsonderwijs (hbo en mbo) en clusters van bedrijven samen aan innovatiethema’s uit de regionale economie en ze doen dat in een multidisciplinaire en multi-level context, met nieuwe combinaties van Leren&Werken (zie p. 24 voor de betrokken opleidingen).
Bedrijven Een breed scala aan bedrijven heeft zich aan dit lectoraat verbonden. Het gaat voornamelijk om mkb-bedrijven in toerisme-, leisure-, zorg-, welzijn- en wonen- gerelateerde branches, maar ook daarbuiten. Het werkveld ziet het lectoraat enerzijds als een bron van vakspecifieke expertise, vooral door de vakkundige inbreng van de individuele Kenniskringleden. Anderzijds biedt het lectoraat het
werkveld veel kennis op het gebied van samenwerking tussen onderwijs en bedrijven in de regio, die op een concrete en succesvolle manier vorm krijgt in co-makership, communities of practice, multidisciplinaire ketens, multi-level mbo-hbo-combinaties, regionale ontwikkeling, real-life en life-long learning. De werkwijze trekt ook andere werkvelden aan, bijvoorbeeld: Kunst & Cultuur, regiogeschiedenis, bedrijfsopvolging, gebiedsontwikkeling, coöperaties rondom erfgoed, burgerparticipatie, ziekenhuis- en hotelketens, hospitality bij zorginstellingen en technische bedrijven.
De voorlopers/volgers-methode
De voorlopers/volgers-methode is ontstaan op verzoek van onze partners uit het Drentse MKB. Het idee is: laat eerst een paar erkende, ervaren en iets grotere MKB’s uit onze kring de innovaties ontwikkelen en voordoen, dan zullen de kleinere en minder ervaren MKB-partners makkelijker volgen. Oftewel: ‘De kat uit de boom kijken’, maar ook ‘goed voorbeeld doet goed volgen’. Dit beviel ons allen zo goed, dat we deze
H.2
methodiek ook zijn gaan toepassen binnen het onderwijs. In de tweede lectoraatsperiode zullen we de ontwikkeling van kennis en vooral de kennisdeling met nieuwe partners ook op deze manier gaan vormgeven. Daarbij wordt de methodiek onderzocht op twee aspecten: Hoe leren (in) netwerken? En: Hoe verbinden informeel en formeel leren zich met elkaar?
Doelstellingen, werkterrein en visie Aanleiding tot dit lectoraat is het streven van de twee betrokken onderwijsinstellingen – het Alfa-college en de Stenden Hogeschool – naar een zo sterk mogelijke verankering in de regio Drenthe. Dit willen zij bewerkstelligen door gezamenlijk nieuwe vormen van duurzame samenwerking met het bedrijfsleven te ontwikkelen op het gebied van kennisinnovaties in de regionale kenniseconomie. Doel is het onderwijs zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de actuele ontwikkelingen in het regionale beroepenveld waar beide instellingen voor opleiden.
Een ander streven is de werkgelegenheid in de regio te vergroten en zo studenten en docenten in en voor de regio te behouden. Beide onderwijsinstellingen willen daarbij deskundige partners zijn voor elkaar én de bedrijven op het gebied van leven-lang-leren. Het lectoraat speelt o.a. door middel van grotere en kleine onderzoeken, het ontwerpen van samenwerkingsmethodieken, het ontwikkelen van onderwijsinnovaties en het opzetten van multidisciplinaire en multi-level ketens een grote rol in deze ontwikkelingen.
p.8
– In de Verlenging –
Column
Ineke Delies juni 2009, Hoogeveensche Courant
Een leven lang leren Er zijn mensen die bij bovenstaande woorden de schrik om het hart slaat en er zijn mensen bij wie het hart sneller gaat kloppen. Uit de schoolbanken aan het werk en nooit meer een boek openslaan? Vroeger kon dat nog, maar wie nu aan het werk wil blijven, zal voortdurend moeten bijleren. Want kennis veroudert snel en ook het werk verandert veel vlugger dan vroeger. Goed geschoolde werknemers worden steeds belangrijker. Kennis speelt een veel grotere rol in onze maatschappij dan we ooit gewend waren. Je bent nooit te oud om te leren en dat is maar goed ook, want wie bij wil blijven en vooruit wil komen, zal werk en leren moeten combineren. En die combinatie geldt voor iedereen: oud, jong, laag- of hoogopgeleid. Of we het nu willen of niet: bijleren moet, ons hele werkzame leven lang. En dat is niet altijd even eenvoudig. Toen ik een paar jaar geleden de redactieruimtes van de Hoogeveensche Courant betrad, om mijn activiteiten als columnist voor die krant door te spreken, kwam ik binnen via de afdeling Expeditie. Dit was een grote ruimte met veel lange tafels boordevol verse kranten. Op de achtergrond doemde de enorme drukpers op, waar de extra dikke huis-aan-huis-edities voor de woensdag voortdurend uit stroomden. Heel veel mensen waren druk aan het werk met het vouwen en samenvoegen van de krant. Het was er zo krap dat ik me er met moeite doorheen kon wurmen. De locatie was niet echt berekend op de extra mensen die via Alescon een handje hielpen, maar de werksfeer was desalniettemin prima: men had er lol in om aan het werk te zijn, dat zag je. Ik heb groot respect voor deze werknemers, lang niet allemaal piepjong meer, die bij moesten leren om dit werk te kunnen (blijven) doen en daar de kans voor hebben gekregen. Via de afdeling Expeditie kwam ik langs de kantoren waar men de opmaak van de krant deed: écht niet meer met loden letters of zetmachines hoor, maar met moderne computers waarvan de programmatuur razendsnel verandert en men vaak naar cursussen moet om bij te leren om bij te kunnen blijven in het vak, gedurende het hele werkende leven. Een leven lang leren is een hele uitdaging, niet alleen voor werknemers maar ook voor het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven! Scholen en bedrijven zullen veel meer moeten samenwerken dan ze gewend waren. Ze hebben de maatschappelijke opdracht om vorm te geven aan nieuwe combinaties van Leren&Werken voor leerlingen én werknemers. Er is namelijk scholing nodig die ‘bij de tijd is’ en past bij het veranderende beroepenveld in ZuidoostDrenthe. Die samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven is van groot belang voor deze regio en die kan nog veel beter dan die nu (al) is.
Een leven-lang-leren
Omdat kennis in de huidige samenleving snel veroudert, is kennisvernieuwing van groot belang. Wil je up-todate vakkennis, dan moet die voortdurend worden bijgesteld, aangeleerd en toegepast. Scholing stopt niet na het behalen van een diploma. Zowel mensen als organisaties moeten blijven bijleren. In het geval van organisaties spreekt men van een ‘Lerende Organisatie’, in het geval van individuen spreekt men van leven-lang-leren, een beroepsleven lang.
Hoogeveen en omstreken kennen gelukkig een behoorlijk actief bedrijfsleven met oog voor innovaties en scholing. Op 7 mei 2009 ben ik geïnstalleerd als lector van het ROC Alfa-college en de Stenden Hogeschool om samen met de bedrijven uit Hoogeveen en Emmen die aansluiting te verbeteren. Sindsdien heb ik heel wat bedrijven bezocht om na te gaan waar we samen vernieuwingen aan kunnen brengen in de combinatie van scholing en werk voor goed gekwalificeerd personeel. Wij, dat wil zeggen: de gemeentes Hoogeveen en Emmen, de provincie Drenthe, het regionale bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. En uiteraard geldt ook voor mij dat ik een leven lang moet leren: zoals tijdens dit lectorschap – vóór 2009 had ik nog nooit iets dergelijks gedaan. Ook het schrijven van columns doe ik nu voor het eerst in mijn leven. ‘Al doende leren’ is de enige manier om verder te komen en we zijn nooit te oud om te leren.
p.9
p.10
p.11
2.1
Veelgebruikte afkortingen binnen dit lectoraat: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
AD: Associate Degree, de eerste 2 jaar van het bachelorprogramma hbo Ad-niveau: Opleidingsniveau na/boven niveau 4 (hoogste niveau binnen mbo) en onderdeel van niveau 5 (het basisniveau binnen het hbo) BA: Bachelor BA-niveau: Niveau 5 binnen het hbo, met aansluiting naar de masteropleidingen en met toegang tot de wetenschappelijke niveaus aan de universiteiten CoE Zorg: Centre of Expertise Zorg (hbo) CoP-T: Community of Practice Tourism CvB: College van Bestuur ETFI: European Tourism Futures Institute, kenniscentrum van Stenden hogeschool HLH: Healthy Lifestyle Hospitality HPBO: Het Platform Beroepsonderwijs, landelijk innovatieplatform voor mbo en hbo HRM: Human Resource Management L&W: Leren en Werken MA-niveau: Master-niveau MDK: Multi-Disciplinaire Keten MDSK’s: Multi-Disciplinaire Sub-Ketens (afgeleid van de MDK’s en hun thematiek) MKB: Midden- en Klein Bedrijf PhD: Philosophiae doctor; doctor in de letteren, wijsbegeerte of andere alfa- en gammawetenschappen ReCoMa-lab: Regionaal Co-Makership Laboratorium L&T: Leisure en Tourism (school vergelijkbaar met een faculteit) binnen Stenden hogeschool UCF: Universiteitscampus Fryslân WO: Wetenschappelijk Onderwijs Z&W: Zorg en Wonen
Doelstelling van dit lectoraat:
Hoofddoel van dit lectoraat is het creëren van duurzame samenwerking van Stenden Hogeschool en Alfa-college met het regionale bedrijfsleven in met name (Zuidoost-)Drenthe volgens een gezamenlijk ontwikkeld model. De volgende begrippen staan voorop: multidisciplinariteit, multi-leveling, regionale thema’s, co-makership, clusters van MKB-bedrijven en leren op de werkplek. Vanuit deze doelstelling is een drieledige lectoraatsopdracht geformuleerd.
Opdracht:
1. Ontwikkel en onderzoek een adequate samenwerkings methodiek/-formule om tot duurzame innovatie te komen in regionale clusters bestaande uit mbo (Alfa college)/hbo (Stenden Hogeschool) en bedrijfsleven (met name MKB) in de provincie Drenthe. 2. Onderzoek de transfermogelijkheden van deze methodiek/formule naar andere regio’s (met name de euregio rondom Osnabrück). 3. Ontwerp daartoe multidisciplinaire en multi-level ketens, waar, binnen regionale clusters van bedrijven en beroepsonderwijs, nieuwe combinaties van Leren& Werken op de werkplek ontwikkeld worden voor zittende en aanstaande werknemers.
Dit lectoraat sluit aan bij de missie van de Stenden Hogeschool ‘Unleashing potential in our students, staff and surrounding communities’ en visie ‘Serving to make it a better world’. Bij het Alfa-college sluit het lectoraat aan op de missie ‘Laat je talent groeien’, en op de volgende visies: 1. Wij staan voor de kwaliteit van ons onderwijs, zodat elke deelnemer zijn talent kan laten groeien. 2. Wij tonen bezielend leiderschap: we inspireren, verbinden en coachen. 3. Wij werken met bevlogen en professionele medewerkers. 4. Wij geven ons onderwijs vorm in dialoog met onze partners in de regio. 5. Wij kiezen bij de inzet van onze middelen voor de kwaliteit van ons onderwijs. De lectoraatsmissie is: ‘Ontwikkelen en onderzoeken van duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie door co-makership tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven.’ De visie van het lectoraat luidt: ‘Verbindingskracht en combinatievermogen zijn de sleutels tot het vinden van innovatieve combinaties die leiden tot succesvolle samenwerking.’
De essentie van het lectoraat is het leggen van sterke verbindingen en het maken van nieuwe combinaties binnen en tussen het beroepsonderwijs en bedrijven. Vanuit deze visies wordt kennis ontwikkeld op het gebied van bedrijfskunde en onderwijskunde. Het beroepsdomein is een combinatie van diverse opleidingen uit de sectoren Zorg&Welzijn, Leisure, Techniek en Economie, verbonden aan drie inhoudelijke en multidisciplinaire ketens die aansluiten op de in de regio Zuidoost-Drenthe relevante bedrijvigheid. Ook binnen het werkterrein worden nieuwe verbindingen gelegd.
Een complex domein: Het werkterrein bestrijkt vier kennisdomeinen en maar liefst zestien opleidingsdomeinen. Binnen die kennisdomeinen – Economie, Onderwijskunde, Toerisme, Zorg&Wonen – wordt op zoek gegaan naar samenwerking in regionale kennisnetwerken op grond van co-makership tussen beroepsonderwijs (hbo en mbo) en clusters van bedrijven op innovatiethema’s Toerisme en Zorg&Wonen, met cross-overs daartussen. Daarnaast worden nieuwe combinaties gemaakt tussen diverse opleidingsdomeinen en niveaus. Bij de Stenden Hogeschool gaat het om nieuwe combinaties bij Leisure en Tourism, Hotel/Hospitality, Commerce,
Plaats in de organisatie en werkterrein Business, ICT/Social Media, Techniek/ Werktuigbouw en Procestechniek. Bij het Alfa-college gaat het om combinaties bij Toerisme en Recreatie, Facilitaire Dienstverlening, Economie, Zorg, Welzijn, Techniek/Bouw&Engineering/ Procestechniek en ICT/Domotica. Hieronder vindt u een overzicht van de nieuwe combinaties die binnen dit complexe domein worden gelegd.
Strategische relaties De lector gaat namens de CvB’s van het Alfa-college en de Stenden Hogeschool strategische relaties aan met partners uit het bedrijfsleven. Op verzoek woont zij directie-overleggen van beide instellingen bij, maar maakt er niet structureel deel van uit. Daarnaast heeft zij toegang tot de kennisnetwerken van beide onderwijsinstellingen. Het CvB van de Stenden Hogeschool heeft de lector een extra taak meegegeven met betrekking tot het Sectorplan Noord: de ontwikkeling van een CoE Zorg onder leiding van de Hanzehogeschool die ook verbonden zal worden met de University Campus Fryslân (UCF). Bij het Alfa-college heeft de lector een extra taak in het ontwikkelen van het strategische speerpunt Healthy Lifestyle.
Verbinding met Sectorplan Noord Het lectoraat is binnen het Alfa-college vooral verbonden aan de provincie Drenthe en heeft van daaruit een preferente verbinding met de regio Noordoost-Overijssel. Het lectoraat is daar nauw verbonden met de onderdelen Toerisme en Recreatie, Economie, Techniek en Zorg. Binnen de Stenden Hogeschool is het lectoraat sterk verbonden met Drenthe en in mindere mate met Friesland, met een
preferente relatie met de Schools of Leisure &Tourism, School of Social Work and Art Therapy, Hotelschool en ook met School of Commerce en School of Technology. De lector werkt samen met de volgende lectoraten binnen de Stenden Hogeschool: • • • • •
Binnen Leisure&Tourism: Toekomstscenario’s van A. Postma en Marine Wetlands van H. Revier Binnen Hospitality: Duurzame Dienstverlening van E. Cavagnaro en Gastronomy van P. Klosse Binnen Commerce: Innovatie en ondernemerschap van J. Waalkens Binnen Techniek: PRE van R. Folkersma en Social Media van J. Slevin Binnen Educatie: Het lectoraat van C. Wigmans
Onder zoekseenheden en Kenniskring Het lectoraat is binnen het Alfa-college rechtstreeks en uitsluitend aan het CvB verbonden en heeft daar een eigen kleine onderzoeks- en onderwijsinnovatie-eenheid, gevormd door de Kenniskring en enkele gasten. Binnen de Stenden Hogeschool is het
p.12
p.13
aangehaakt bij de head of schools Leisure &Tourism. Daar participeert het lectoraat binnen de onderzoekseenheid van die schools, als een van de vier lectoraten. Het lectoraat brengt daar haar expertise met betrekking tot regionale samenwerking/ co-makership met het MKB en werkt samen met het kenniscentrum ETFI. Het lectoraat zal zich in dat kader binnen haar multidisciplinaire aanpak meer profileren op het terrein van toerisme/vrije tijd en de cross-over met Zorg&Wonen, en in een nauwere verbinding met de Ad-, BA- en Master-opleidingen van deze schools. Binnen de onderzoekseenheid wordt door de lectoraten gewerkt volgens het uitgangspunt dat onderzoek meer is dan de optelsom van de lectoraten. Hiervan maakt ook de (verbinding met de) onderzoeklijnen in en met de opleidingen deel uit. Voor de Leisure-opleidingen sluit het dubbellectoraat met haar expertise aan op de daar gehanteerde visie dat studenten opgeleid worden tot duurzame regisseurs die concepten ontwikkelen voor Leisure. Met name draagt ze bij aan de expertise rondom multidisciplinaire samenwerking op basis van co-makership en de rol van hbo-werknemers in dergelijke duurzame kennisnetwerken. Speciale aandacht is er voor onderzoek en onderwijsinnovatie in regionale real-life-learning-settings bij het MKB in deze sector. Voor de Tourism-opleidingen sluit het lectoraat aan bij de insteek dat de opleidingen en studenten zichtbaarder moeten zijn binnen en buiten het onderwijs en de grote rol die HRM daarbij speelt. Het lectoraat draagt met haar expertise op het gebied van leven-lang-leren (ook voor docenten) en haar specifieke methodiek van regionaal co-makership in clusters van bedrijven
2.2
en opleidingen (in combinatie met het Alfa-college) bij aan de zichtbare deskundigheid van en binnen deze school. De bijdrage van de lector aan de hbo-BA en de ontwikkeling van/verbinding met universitaire opleidingen zal op deze punten zo mogelijk versterkt ingezet worden (zie de volgende paragrafen). De Kenniskringleden komen zowel uit het onderwijs als uit het bedrijfsleven. Samen vormen zij voor wat betreft het onderwijs één gezamenlijke Kenniskring met één gezamenlijke opdracht (maar met individuele accenten). De lector is functioneel leidinggevende van de Kenniskringleden v.w.b. hun taken binnen het lectoraat.
Wonen, alsmede de verbinding met het mbo door het specifieke karakter van dit dubbellectoraat met Alfa-college. Door de heads of school van Stenden Hogeschool wordt overwogen om inzet van de Stenden Hogeschool-coördinatoren voor 50% door het CvB en voor 50% door de eigen school te laten betalen, aangezien de inzet zowel een schoolals een corporate belang dient. In geval van dit lectoraat is de inzet voor deze taak, door de lector uitgevoerd, benoemd als ‘project’ en wordt als zodanig ondergebracht in de begroting van de tweede lectoraatsperiode.
Verbinding met Sectorplan Noord
Verbinding met het wetenschappelijk onderwijs
De lector is vanaf 1 juni 2012 coördinator voor het speerpunt Toerisme, waar Stenden Hogeschool de trekker van is. Namens de Stenden Hogeschool is zij lid van de werkgroep Healthy Ageing, waar de Hanzehogeschool de trekker van is. Het coördinatorschap Toerisme is juist aan dit lectoraat gekoppeld vanwege de daar aanwezige visie, expertise en ervaring met multidisciplinaire en regionale samenwerking tussen beroepsonderwijs en het MKB in de toeristische en aanverwante branches. Het lidmaatschap van de werkgroep Healthy Ageing is van belang voor het thema Zorg en
De verbindingen met verwante onderzoeksagenda’s zijn in de loop der tijd versterkt en geformaliseerd. Dit geldt o.a. voor de verbinding met de onderzoeksgroepen van de Open Universiteit van prof. dr. M. de Laat (Lerende Netwerken en Informeel Leren) en prof. dr. L. Nieuwenhuis (Werkplekleren); maar ook voor de verbinding met de onderzoeksgroep Liveability Fryslan van prof. dr. Strijker (via de University Campus Fryslân met de RuG) en met de onderzoeksgroep Steden-netwerken van prof. dr. Kloosterman (Universiteit van Amsterdam/VU) (zie ook p. 13).
Visie op de plaats van het lectoraat in haar omgeving Plaats binnen het werkveld Dit lectoraat heeft door haar taakstelling en casuïstiek een plaats verworven binnen diverse branches van het MKB. Het werkveld blijkt bijzonder geïnteresseerd in een lectoraat met expertise in zulke diverse
vakdisciplines, vooral op het gebied van Toerisme en Zorg&Wonen. Tegelijkertijd ziet het werkveld dit lectoraat als expert op het gebied van nieuwe vormen van samenwerking tussen onderwijs en bedrijven in de regio. Deze erkenning wordt sterk gestimuleerd door de, als succesvol en concreet ervaren, wijze waarop de ontwikkelde samenwerkingsformule in de praktijk gebracht wordt binnen het werkveld. Ook andere werkvelden tonen inmiddels interesse, denk aan Kunst&Cultuur, regiogeschiedenis en coöperaties rondom erfgoed,
maar ook burgerparticipatie, ziekenhuis- en hotelketens en technische bedrijven. Omdat de werkwijze van het lectoraat zowel bij specifieke vakgebieden als bij bredere gebieden ingezet (en in te zetten) is, wordt dit lectoraat meer en meer gezien als expert op dit gehele terrein. Het beschikt dan ook over een uitgebreid netwerk binnen mbo, hbo, bedrijfsleven en overheden op zowel onderzoeks- als onderwijsinnovatie, zowel regionaal als internationaal (zie p. 34 voor een overzicht van de netwerken). Over de diverse aspecten van de lectoraatsopdracht en het expertisegebied wordt regelmatig gepubliceerd.
Plaats binnen de onderzoekswereld De sterke verbinding met de thema’s Toerisme en Zorg&Wonen en de nauwere samenwerking met het kenniscentrum ETFI van de Schools of L&T, hebben in de eerste lectoraatsperiode geleid tot een groeiende expertise op deze twee gebieden. Beide thema’s zijn binnen de beide onderwijsinstellingen meegenomen als dragende factor voor hun meerjarige strategische speerpunten: Healthy Ageing (bij het Alfa-college) en Toerisme (bij de Stenden Hogeschool). De lectorale verbinding tussen beide onderwijsinstellingen heeft als resultaat dat ook de cross-overs tussen deze twee speerpunten (zoals gezondheidstoerisme) onderdeel zijn geworden van beide strategische speerpunten. De overheden hebben de opgedane cross-overkennis ingepast in hun strategische innovaties, bijvoorbeeld in de ontwikkeling van Healthy Lifestyle Hotels bij de provincie Drenthe en in de opzet van Communities of Practice Toerisme bij de gemeente Emmen. Binnen de onderzoekswereld is zowel nationale als internationale belangstelling voor de formule en de casuïstiek van dit lectoraat. De lector is diverse malen als expert of keynote speaker uitgenodigd, bij o.a. de Europese Commissie voor Onderwijs in Brussel, de Hochschule Osnabrück, de Mbo- en Hbo-Raad, het Platform Beroepsonderwijs Nederland (HPBO), het Expertisecentrum
Beroepsonderwijs (ECBO) en de Universiteit van Twente. Verder werkt zij samen met het LOOK (Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek) van de Open Universiteit, in o.a. de onderzoeksagenda van prof. dr. M. de Laat met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek naar lerende netwerken en informeel leren. Samen zullen diverse PhD-trajecten worden begeleid. Met hetzelfde instituut participeert het lectoraat in de onderzoeksagenda van prof. dr. L. Nieuwenhuis met betrekking tot ‘Leren op de werkplek’ en ‘Vernieuwend Vakmanschap’.
Plaats binnen het onderwijs Het lectoraat heeft een opdracht en een visie (zie p. 16) die beide strategisch van aard en in essentie schooloverstijgend zijn. Daarom is het lectoraat aan de CvB’s gekoppeld bij beide instellingen en ook aan de head of schools van de Stenden Hogeschool. Verder heeft het zijn plaats binnen diverse opleidingen, met een basispositie bij Leisure&Tourism en Zorg&Welzijn. Binnen de opleidingen heeft het zijn plaats op raakvlakken, grensgebieden, combinaties tussen opleidingen in relatie tot het MKB in de regio. De co-makership-werkwijze leidt tot real-life-opdrachten en multidisciplinaire leerbedrijven en stageplaatsen voor studenten en docenten, zo mogelijk in multi-level teams van mbo en hbo.
Verbindende functie Dit lectoraat heeft een verbindende functie tussen en binnen beide onderwijsinstellingen. Niet alleen op het gebied van onderzoek en onderwijsinnovatie, maar ook op dat van strategische positionering in de regio ten opzichte van het MKB en andere beroepsonderwijsinstellingen. De lector wordt daarom regelmatig betrokken bij strategische ontwikkelingen in beide instellingen en vervult ook een belangrijke rol bij het aspect ‘lerende organisatie’ op alle drie organisatieniveaus.
p.14
– In de Verlenging –
Vernieuwend Vakmanschap Voor beide instellingen is de lector verbonden aan het Healthy Ageing Netwerk Noord-Nederland vanwege het strategische speerpunt Healthy Lifestyle bij het Alfa-college en het accent Sociale Innovatie bij de Stenden Hogeschool. Verder participeert de lector voor het CvB van de Stenden Hogeschool in het Sectorplan Noord op de speerpunten Toerisme (sinds kort als coördinator) en Healthy Ageing (als participant namens de Stenden Hogeschool). Met ingang van september 2012 dient het lectoraat als proeftuin voor een HRM-project over kwaliteit en doorstroom van docenten met betrekking tot lectoraten en personele combinaties van docenten tussen het Alfa-college en de Stenden Hogeschool. Dit in het kader van kennisdeling en de versterking van Vernieuwend Vakmanschap samen met het bedrijfsleven. Ook wordt een aanzet gedaan om tot nieuwe vormen van leerbedrijven te komen die gestoeld zijn op de formule van het lectoraat.
Verbinding met de opleidingen van de Stenden Hogeschool Bij de Stenden Hogeschool is het lectoraat gekoppeld aan een van de heads of schools, op grond van het voornaamste toepassingsgebied van de opdracht, namelijk Leisure&Tourism (met cross-overs naar Zorg&Wonen). De lector is als kwartiermaker betrokken geweest bij de invulling van het European Tourism Futures Institute (ETFI, voorheen ETI). Het lectoraat is actief betrokken bij de oprichting en
H.3
p.15
inrichting van de AD-programma’s Leisure&Tourism in Drenthe en verbonden met de BA-opleidingen Leisure en de pilots met betrekking tot Eventmanagement en het Leisure Lab. Binnen de regio Drenthe is het lectoraat betrokken bij de opleidingen Tourist Eventmanagement, Hotelopleidingen, Marketing en International Trade van de School of Commerce en de opleidingen Techniek, met name Werktuigbouw en Domotica, van de School of Technology. Bij de opleidingen van de School of Business is het lectoraat betrokken bij de minor Sociale Innovatie via het Kenniscentrum Sociale Innovatie. De lector begeleidt op dit moment binnen haar Kenniskring vier promovendi, mede als co-promotor. Twee promovendi komen uit de Schools of Leisure&Tourism, een uit de School of Commerce en een via de UCF. Er wordt gepromoveerd bij drie verschillende universiteiten.
Verbinding met de opleidingen van het Alfa-college
3.1
Werkwijze
Het samenwerkingsformat van het dubbellectoraat wordt uiteraard ook toegepast op de eigen inrichting en werkwijze. Dit vanuit de visie en missie: Practice what you preach. De opdracht is in co-makership tussen onderwijs en bedrijven ontwikkeld en de thema’s zijn gekozen samen met bedrijven die het
lectoraat en elkaar kenden. Bedrijven die geloven in innovaties door middel van samenwerking op kennisontwikkeling via onderzoek, onderwijsinnovatie, kennisdeling en publicaties. Een voorlopergroep van deze bedrijven heeft samen met het lectoraat regionale economiethema’s gekozen die relevant en actueel zijn.
Bij het Alfa-college is het lectoraat betrokken bij de opleidingen HOM en Leisure/Hospitality en een mbo-plus-variant van Toerisme; bij de opleidingen Bouwkunde en ICT is het lectoraat verbonden met de opleiding Domotica; bij de opleidingen Zorg&Welzijn bij combinatieklassen tussen Zorg, Wonen en Techniek, Zorg en Dienstverlening, Welzijn en Zorg. Voor de opleidingen Zorg&Welzijn en Toerisme/Vrije Tijd gaan nauwere relaties ontwikkeld worden met de regio Noordoost-Overijssel en de Euregio. Het accent wordt gelegd op de combinaties met het bedrijfsleven die tot nieuwe Healthy Lifestyle-concepten gaan leiden. De lector begeleidt binnen haar Kenniskring drie docenten die de master Learning&Innovation doen.
Inrichting en werkwijze Het lectoraat is qua inrichting en organisatie een tamelijk complex geheel. Dat heeft te maken met het grote aantal partners én de opdracht. De multidisciplinaire werkwijze heeft een verbinding met maar liefst achttien disciplines opgeleverd, en een samenwerking met ongebruikelijk veel (zestien) opleidingen. Daarnaast wordt op multi-level niveau gewerkt (mbo en hbo, en daarbinnen vijf niveaus – drie in hbo en twee in mbo), met clusters van bedrijven (rond de veertig voorlopende bedrijven met daarnaast een groeiend aantal volgers), regionaal-economische thema’s (drie) en verbindingen vanuit de standplaats met vijf onderwijslocaties (twee van de Stenden Hogeschool en drie van het Alfa-college).
Dat betekent dat de Kenniskringleden en de bedrijven uit diverse organisaties, opleidingsteams, niveaus en opleidingslocaties komen. Het vergt een strakke organisatie en duidelijke inrichting om tot een adequate manier van werken te komen Een van de manieren om het lectoraat in goede banen te leiden is door zeer regelmatig overleg te voeren. Zo is donderdag ‘lectoraatsdag’. Alle Kenniskringleden zijn op die dag uitgeroosterd voor andere taken dan lectoraatstaken; in Emmen wordt op die dag overlegd. Ook de projecten en Multidisciplinaire Ketens worden volgens een strak jaarplan ingepland op donderdagmiddagen.
Regionale economiethema’s binnen het dubbellectoraat • Vergrijzing en de oudere mens die thuis blijft wonen: Zorg&Wonen • Vrijetijdseconomie en de toerist die in de regio komt en blijft: Toerisme • Kunststoffen en polymeren voor producten: Duurzame Technieken (voorheen Kunststoffen)
p.16
p.17
De Kenniskring en Multidisciplinaire Ketens Op basis van de regionale economiethema’s (zie kader) is de Kenniskring ingericht. Vervolgens zijn de clusters van bedrijven en opleidingen samengesteld en hebben we de werkwijze, geënt op de ervaring en expertise van de lector, gekozen om gezamenlijk innovatievraagstukken te kunnen markeren, uit te zetten in projecten en opdrachten, en te verbinden met het onderwijs en de beroepspraktijk in de bedrijven. We werken in clusters op thema’s uit de regio; we leren al doende en beginnen klein; we doen (veel) aan kennisdeling onderling; we werken volgens het voorlopers/volgers-principe; we werken in een real-life-learning-context en combineren leren en werken. Deze werkwijze geldt ook voor de andere geledingen, zoals de stuurgroep, de klankbordgroep, de buddy’s, de docenten- en studententeams en de partners in de projecten. Er is vervolgens samen met de bedrijven bepaald welke multidisciplinariteit er nodig is om de innovatievraagstukken te kunnen ontwikkelen en welke clusters van bedrijven en opleidingen van het Alfa-college en de Stenden Hogeschool er nodig waren. Op basis daarvan zijn de Multidisciplinaire Ketens (MDK’s) gevormd. Deze zijn gekoppeld aan multidisciplinaire en multi-level docenten- en studententeams. De innovatieprojecten die zijn voortgekomen uit de samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs zijn ook volgens het principe van ‘al-doende-leren’ en ‘klein beginnen’ ontwikkeld. We zijn gestart met kleine en veelal eenvoudige proefprojecten met enkele ketenpartners en vervolgens zijn er grotere, complexere projecten ontwikkeld met meer ketenpartners (zie p. 23) voor een overzicht van de oude en nieuwe projecten binnen het lectoraat). Bij alle projecten zijn zo mogelijk docenten en studenten uit de beide onderwijsinstellingen betrokken. De teams (zoveel mogelijk multidisciplinair en multi-level) werken op de locaties
3.2
van de aangesloten bedrijven in samenwerking met zoveel mogelijk medewerkers. Omwille van de duurzaamheid wordt geprobeerd om alle projecten een vervolg te geven, in het onderwijs, bij de bedrijven en zo mogelijk ook in nieuwe projecten. Hierbij wordt in alle settingen de voorlopers/volgers-methode gehanteerd.
Samenwerkingsformat Het lectoraat werkt met het bedrijfsleven en het onderwijs samen volgens dit samenwerkingsformat: • Multidisciplinair • Multi-level • Regionale clusters rond economische thema’s • Complementaire ketens, geen supply-chains • Co-makership van meet af aan op alle organisatieniveaus • Partners die elkaar rechtstreeks kennen en vertrouwen • Leren van elkaar, ‘klein beginnen’ en al-doende-leren • Docentenstages en gastcolleges • Voorlopers/volgers-principe • Onderzoek en onderwijs • Ontwikkelen en aanbieden nieuwe combinaties L&W op de werkplek Van partners wordt het volgende verwacht: bereidheid tot kennisdeling, regionale verankering, enige ervaring hebben met en visie op innovatie, over voldoende mind-set beschikken om over eigen grenzen en belangen heen te kijken, plezier hebben in elkaars gezelschap en de combinaties die het lectoraat voorstaat, (van elkaar) willen leren, expertise op de disciplines van enige omvang, geven en nemen/halen en brengen, duurzame partners in ontwikkeling willen zijn.
Onderzoeksagenda en -methodiek Op grond van de CvB-opdracht is in 2009 een centrale onderzoeksagenda opgesteld. Een decentrale onderzoeksagenda is voortgekomen uit de innovatieopdrachten die rechtstreeks uit de Multidisciplinaire Ketens met bedrijven voortkwamen. In de loop van 2013 zal er een boek uitgebracht worden door het lectoraat waarin dieper ingegaan wordt op de opzet, werkwijze en resultaten van beide onderzoeksagenda’s. Daarom in deze uitgave een zeer summiere vermelding van dit onderdeel van het lectoraat. De centrale onderzoeksopdracht luidt: Ontwikkel m.b.v. toegepast onderzoek de methodiek om tot duurzame innovatie te komen door strategische kennisallianties tussen Alfa-college, Stenden Hogeschool en het regionale bedrijfsleven voor de regio Drenthe en onderzoek deze methodiek op transfer naar andere regio’s.
ketens (de MDK’s). De centrale elementen in de centrale agenda zijn: regio, samenwerkingsrelaties en kennisinnovaties. De individuele thema’s zijn daaromheen gegroepeerd en als individueel theoretisch thema door de diverse Kenniskringleden uitgewerkt. Er is zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek verricht bij ruim 250 betrokkenen. De decentrale onderzoeksagenda: De decentrale onderzoeksagenda staat onder leiding van de Kenniskringleden en de basis wordt gevormd door onderzoeksopdrachten die (in co-makership tussen Kenniskringlid en bedrijf) zijn ontwikkeld op grond van probleemstellingen uit de actuele werkpraktijk van een of meer bedrijven die zich aangesloten hebben bij de Multidisciplinaire Ketens en de projecten van het lectoraat. Deze onderzoeksvragen hebben een hoog ‘real-life-learning’ gehalte, zijn minder complex van aard dan die uit de centrale onderzoeksagenda en worden door mbo- en hbo-studenten onder leiding van hun docenten uitgevoerd op de werkplek in het bedrijf. Deze onderzoeksvragen zijn zoveel mogelijk multidisciplinair en multi-level van aard en nadrukkelijk verbonden met het lectoraatsproject ReCoMa-lab van het HPBO. Er worden per jaar ongeveer twintig onderzoeksopdrachten uitgevoerd.
De centrale onderzoeksagenda staat onder leiding van de lector en wordt zowel gezamenlijk als individueel door de Kenniskringleden uitgevoerd op grond van casuïstiek uit de multidisciplinaire
De onderzoeksgroep heeft zowel participerende, reflecterende, empirische en longitudinale onderzoeksmethodes als casestudies moeten toepassen. Het onderzoeksmodel is gezamenlijk vormgegeven, waarbij prof. dr. A. F. M. Nieuwenhuis en enkele collega-lectoren uit de Stenden Hogeschool gediend hebben als klankbord en reflectiepartners. De lector heeft, om de centrale onderzoeksagenda te kunnen uitvoeren, diverse aspecten van de onderzoeksvariabelen in de vorm van individuele theoriethema’s verdeeld over de Kenniskringleden. Verder zijn de onderzoeksdata op diverse wijze verzameld: d.m.v. persoonlijke interviews met bedrijven, empirisch onderzoek via schriftelijke enquêtes, expertmeetings met overheden en ketenbijeenkomsten. De verzameling van de data is pas later uitgezet, voornamelijk in de tweede helft van de lectoraatsperiode, omdat er eerder nog geen resultaten gemeten konden worden. Het onderzoek gebeurt in een setting die op vele fronten innovatief en nog ongebruikelijk is. Ook het onderzoeksonderwerp zelf is nog steeds redelijk onbekend. Het onderzoek is uitgevoerd door een verhoudingsgewijs grote researchgroep, die bestond uit leden afkomstig van zowel het mbo als het hbo, uit diverse disciplines en die uiteenlopende onderzoekservaringenn hadden.
Het feitelijke onderzoeksveld valt uiteen in diverse deelsettingen die als volgt werden ‘ingericht’: 1. Het opzetten en onderhouden van de samenwerkings relaties/-clusters in en tussen het onderwijs, in en tussen bedrijven en de combinatie daarvan, evenals het verkennen daarbij van de drie casuïstiek gebieden. 2. Het in co-makership signaleren, markeren en formuleren van de innovatievraagstukken. 3. Het inbedden van die vraagstukken in de Kenniskring,
3.3
De centrale probleemstelling luidt: Hoe ziet de methodiek eruit om d.m.v. succesvolle (d.w.z. duurzame) samenwerkingsrelaties van mbo en hbo met bedrijven, te komen tot nieuwe combinaties van Leren&Werken die aansluiten bij de regionale kenniseconomie? De hoofdvraag voor het onderzoek luidt vervolgens: Wat is het verband tussen de (gekozen) manier van samenwerken binnen combinaties van mbo/hbo- instellingen en clusters van regionale bedrijven en de ontwikkeling van kennisinnovaties op het gebied van Leren&Werken die goed aansluiten op de regionale kenniseconomie?
Onderzoeksmethodiek en setting
Het lectoraat kent een bijzondere manier van co-makership voor wat betreft de financiering. De scholen betalen elk de helft van de kosten voor de lector en enkele ondersteunende zaken. Daarnaast betalen ze elk voor zich de Kenniskringleden uit hun organisatie. De begroting kent twee financieringtypen: die met betrekking tot een basisfinanciering en die met betrekking tot een projectenfinanciering (de laatste heeft soms ook nog een onderverdeling van co-financiering en
in projectstructuren en in de reguliere organisatie van het onderwijs. 4. Het vormgeven van de uitvoering van de innovaties en het leren van elkaar door kennisdeling. 5. Het signaleren van de effecten van de innovaties op leercontexten, competenties en curricula, in precies deze volgorde van ontwikkeling. 6. De verduurzaming en het effect op de regio.
Financiering subsidie). Voor een compleet overzicht van de financiering van het lectoraat, zie de publicatie Meerjarenplan in het kader van de verlenging van het dubbellectoraat: ‘Duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie’ van Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college per 2013.
Basisfinanciering De basisfinanciering staat vast voor de gehele lectoraatsperiode, maar wordt jaarlijks op onderdelen bijgesteld op grond van werkelijk gemaakte kosten. De basisfinanciering wordt los gezien van de tweede en derde geldstroom die geworven worden in dit lectoraat.
p.18
– In de Verlenging –
De lector en enkele voorzieningen/diensten worden gezamenlijk bekostigd met een vaste verdeelsleutel (50%-50%) tussen beide onderwijsinstellingen. Bij het Alfa-college komt die bekostiging uit de CvB-gelden, gekoppeld aan de eigen innovatiebudgetten. Voor de Stenden Hogeschool komt de bekostiging uit de lumpsumgelden voor lectoraten in het hbo.
De financiering van projecten gebeurt op een voor dit lectoraat karakteristieke wijze: tweede en in veel mindere mate derde geldstromen worden gegenereerd door de inzet van de basisfinanciering te gebruiken
H.4
Hoogtepunten per jaar
De projectenfinanciering varieert uiteraard per project en bron. Voor het projectendeel is afgesproken dat de kosten en baten via dezelfde verdeelsleutel worden gefinancierd/verdeeld, uiteraard gerelateerd aan de geleverde inzet. De projecten en opdrachten worden door de lector en/of de Kenniskringleden geworven. In voorkomende gevallen wordt de lector door subsidieverstrekkers zelf verzocht om een project in te dienen (zoals in het geval van CoP-T door de gemeente Emmen en bij het ReCoMa-lab door het HPBO) en vaak ook bieden de bedrijven uit de MDK’s ons opdrachten aan.
partners en publicaties 2009-2011, lectoraat dr. ineke Delies, een bloemlezing
Projectenfinanciering
v
halverwege
In de basisfinanciering is ook vastgelegd wat er financieel wordt vrijgemaakt voor de Kenniskringleden. Dit wordt echter door de twee onderwijsinstellingen per Kenniskringlid afzonderlijk en voor eigen rekening ingebracht. De inzet van de Kenniskringleden gebeurt op verzoek van de lector aan het betreffend management en kan per jaar gewijzigd worden, al naar gelang het oordeel van de lector.
als cofinanciering. De basisfinanciering blijft ongewijzigd, de projectgelden variëren al naar gelang de binnengehaalde extra gelden. De projectfinanciering wordt grotendeels ingezet voor de bij de projectafspraken betrokken docenten van de opleidingen en een deel voor het betrokken projectmanagement, niet voor de financiering van het lectoraat. De basisfinanciering die het lectoraat bekostigt, is als het ware het ondernemersbudget voor het lectoraat om extra gelden te verwerven voor hun partners in het onderwijs. Deze werkwijze heeft ruim € 700.000,00 extra financiering opgeleverd.
p.19
2
obh ne obm ,taarotcellebbuD nee si tiD ni roov neDlez raam gon tmok taD ne , ni rotcel egine eD neb ki .DnalreDen ezeD tem neDnets nav maetnerotcel teh kjilekkurDan si taarotcel teh .eitanibmoc neemeg enielk tkeoz ne thcireg laanoiger njiz netarotcel etseem eD ,po neppahcs lectoraat stenden hogeschool, alfa-college en aoc terra tsnim n’z po fo kjileDnal ,laanoitanretni tDrow taar otcedelies l tiD .thcireg laaicnivorp \\ nummer 2 uit de reeks ‘verbinden en combineren’, publicaties van het lectoraat ineke fjirDeb teh tem naa fa teem nav kjilrettel nejitrap eiD ljiwret ,nevegegmrov nevels .neDrow ’tkaahegnaa‘ retal sap latseem nemas si kapnaa nav nalp teh nav Duohni eD elanoiger nav neruetceriD latnaa nee tem rap nem ne Dleebroovjib Dletsegpo nevjirDeb nav gnirksinnek eD ni teercnoc la un treepicit tein njiz taarotcel tiD jib netneDuts .taarotcel tiD tsthcer eiD negnilreel/netneDuts elenoitiDart eD eb teh raan sjiwreDno tezegtroov teh tiunav skeer tem sremenkrew raam ,naageg njiz sjiwreDnospeor gnilohcsan fo-jib eiD sreganam neDDim ne naab nee negnilreel peorg esraahcs gon nee si tiD .neveoheb ron laameleh tein :motrok .sjiwreDnospeoreb teh ni ?tferteb rotcel eD taw :etsnimnet ,taarotcel tiD ,laam ne .nerenibmoc ne neDnibrev :si eDer ezeD nav ameht teh rev ekjilekiurbegno :eoD ki taw nav nrek eD kjilnegie si taD njim nav .nekkeDtno seitanibmoc ewuein ne neggel negniDnib Dreeleg ki beh oinohtna leirbag rotcel-agelloc eDnaatsnaa ej sla tDrow rekrets negnerb tliw revo ej eiD pahcsDoob eD taD noveg ki beh Dleeb taD ne .Dleeb Dneffert nee tem tnuetsreDno eiD partners eD jib gaz en raajpublicaties girov ki taD 692009-2011 81 tiu vostensav rotciv nav ’.teirDrev ne eDguerv nav slegov‘ jireDlihcs teh :neD ne muesum regninorg teh ni sejkoorps ehcsissur gnilletsnootnet lectoraat dr. ineke delies, tem jireDlihcs toorg nee si teh .etkaam em po kurDni ekjiletegrevno nee een bloemlezing ov flah / wuorv flah eiD snezew eewt nav gniDleebfa eveisserpxe reez nee ,rekav Dleeb taD ki gaz retal( saw wuein jim roov eiD eitanibmoc nee ,njiz leg tiu tsonokla ne niris slegovsjiDarap ehcsigolohtym eD njiz teh .)taD taag oz lepsroov tsmokeot eD nesnem eD eiD ,sirgit eD ne taarfue eD nessut Deibeg teh eg snem enoweg eD roov saw raam ,tsmokeot eD negilieh eDlepsroov niris .neD ,Dog nav liw eD eDreeifinosrep tsonokla .gnoz ioom kjileDielrev ez taDmo kjilraav rooD neppahcsDoob mo eDraa eD raan fa smos eDlaaD ne sjiDarap teh ni eDnoow ov iebella njiz teh ,raakle jib kjilekkurDan ez neroh jireDlihcs tiD ni .neveg et rev eD aiv ,neDnobrev neDrow ez .loopneget sraakle koo ne sinnek nav sleg tkier ne eDraa eD ni tletrow eiD moob eD tem ,nettiz po ez raaw nekkat eDnellihcs ‘ :eDer ezeD nav ameht teh roov loobmys jim roov naats ez .lemeh eD raan tiD nav netcepsa latthca nee jib naats lits laz ki .’nerenibmoc ne neDnibrev -onoce eD- ,sjiwreDnospeoreb teh nav lor eDnereDnarev eD-:taarotcel njim - ,eitavonnisinnek po eisiv eDreetnaheg eD- ,gnilohcs ne sisirc ehcsim rev emazruuD - ,oiger eD ni gnireknarev - ,thcarDpo etskjirgnaleb nibrev- ,snetek erianilpicsiDitlum ni nekrew ne nerel - ,negniDnib nospeoreb nav lor eDnereDnarev .netarotcel ereDna tem gniD jippahcstaam eD eimonocesinnek eD ni nevelsfjirDeb ne sjiwreD ehcsimonoce-laaicos ellens rooD leetnemom hciz tkremnek .tleeps lor ekjirgnaleb nee sinnek jibraaw ,negnireDnarev ceriD ,gooloicos eD rooD njiz naats negnireDnarev ezeD goohstietisrevinu ne uaerubnalp leerutluc ne laaicos ruet tem tavegnemas )0002 ,lebanhcs( lebanhcs luap raarel ,gnirevisnetni ,gniresilamrofni :netew et ,’s’i 5 eD‘ pirgeb teh auDiviDni ne gniresilanoitanretni ,gniresitamrofni raam ,treDnarev jippahcstaam eD neella tein .gniresil sla .neDehgiDnatsmokrew eD ne krew teh koo ereDna koo re neDrow ,treDnarev krew teh taD mo sremenkrew eD naa Dletseg nesie .nereov nennuk et tiu krew eDreDnarev :Dgaarveg seitnetepmoc ereDna neDrow re reDerb tDrow peoreb teh nav Duohni eD krew nav seitanibmoc ewuein rooD gnigrozrev ne gnigelprev( neDlev koo Djitrekjileget ne )groz ne eigolonhcet fo ,Dleebroovjib eiD seitasilaiceps rooD rellams Dnabrev ni neDrow Dgaarveg negniwueinrev ellens tem tsaan .secorp fo tcuDorp ni neDrow ehcsiteroeht ehcsitkarp reem koo neDehgiDraavspeoreb taam ne Dgaarveg raav ekjileppahcs eD :sla neDehgiD ,DiehgiDraav elaicos ,Diehthciregtnalk gnikrewnemas .neDehgiDraav mulucirruc teh :treDnarev neDrow negniDielpo esreviD nav neleDreDno neD re .neDobegnaa Dretsulceg rekavl teh ni \\ duurzame innovatie in de regionale kenniseconomie:
Terugblik op de eerste periode 2009-2012 Het lectoraat heeft bij zijn aanloop veel tijd besteed aan het concretiseren van de lectoraatsopdracht, op een dusdanige manier dat de meerwaarde voor de middellange termijn gewaarborgd was. De inhoudelijke en organisatorische inrichting van het lectoraat is gebaseerd op de wensen van de partners en de mogelijkheden van de lector. Het lectoraat is en blijft echter een complex geheel, en vaak voor ‘aanhakers’ lastig te doorgronden. Met name de lector heeft veel tijd en aandacht besteed aan het geven van toelichtingen in allerlei vormen. Het bleek dat het thema, de werkwijze en de sterkte van de relaties steeds beter gezien werden. Veel partijen hebben zich aangesloten bij het lectoraat of zich als volger gemeld. De combinatie van reflectie en concreetheid werd gewaardeerd, evenals de zeer actieve en trouwe verbindingen van de bedrijven met het lectoraat. Vaak betrof dit wel voorlopende of op innovatie gerichte MKB-bedrijven.
2009:
Concretiseren van de lectoraatsopdracht in samenwerking met diverse partners; nauw betrokken als lector bij de opstart van het kenniscentrum ETI; Kenniskring ingericht; samenwerkingsvormen binnen de multi-level en multidisciplinaire Kenniskring geformuleerd; concretiseren van de onderzoeksagenda, vormgeven van de relatie met bedrijven en multidisciplinaire ketens; veel accent op bekendmaken van het lectoraat intern en extern.
2011:
2010:
Focus op de afronding van de dataverzameling voor de centrale onderzoeksagenda; analyse en presentatie van onderzoeksgegevens; versterken van het multidisciplinaire karakter van de samenwerking; verduurzaming van de ingezette innovatieprocessen; acceptatie van de verlengingsaanvraag voor vier jaar; goedkeuring van twee grote innovatieprojecten: Community of Practice Toerisme (CoP-T) en Regionaal Co-makership Laboratorium (ReCoMa-lab); versterking en formalisering van de samenwerking met de verbonden hoogleraren; eerste Nieuwsbrieven; voorbereiding van Zomerschouw en Winterschouw 2013.
Talloze gastcolleges, presentaties, workshops etc. om bekendheid te geven aan het lectoraat; start achtweekse leergang voor het betrokken middenmanagement van de Stenden Hogeschool en het Alfa-college; verbinding met de kenniscentra Sociale Innovatie en (toen nog) European Tourism Institute wordt gelegd; voorbereidingen voor de hbo-opleidingenvariant ‘Associate Degree’ bij de opleiding Toerisme, Leisure en Hotelmanagement aan de Stenden Hogeschool; onderzoek naar inpassen van onderwijsinnovatie in mbo; start buddy-groep; inrichting van de casuïstiek bij de drie thema’s Zorg&Wonen, Toerisme en Duurzame Techniek.
4.1
Thema Duurzame Techniek valt af; het lectoraat verhuist van Hoogeveen naar Emmen; de eerste decentrale onderzoeksvragen (afkomstig uit de aangesloten bedrijven) worden geformuleerd; Lectoraatslaboratorium wordt opgezet; accent op empirisch onderzoek (data verzamelen); publicatie Halverwege.
2012:
Opvallende prestaties
Juiste speerpunten
Real-life learning mbo en hbo
Gebleken is dat de thema’s, de werkwijzen en de sterkte van de relaties steeds beter gezien worden. Met als gevolg dat veel partijen zich hebben aangesloten bij het lectoraat, of zich als volger hebben aangemeld. De combinatie van reflectie en concreetheid wordt gewaardeerd, evenals de zeer actieve en trouwe verbindingen van de bedrijven met het lectoraat. Vaak betrof dit wel voorlopende of op innovatie gerichte Midden- en Kleinbedrijven. De echt kleine MKB’ers en zij die niet zo innovatief zijn, kwamen in deze periode minder goed aan bod. We hebben daarom een start gemaakt met het voorlopers/ volgers-principe, dat goed aanslaat in Drenthe.
De combinatie van mbo en hbo heeft een zeer stimulerende werking gehad op real-life learning potentieel van de onderwijsinnovaties, maar heeft het de lector soms moeilijk gemaakt om de onderzoeksagenda goed in te richten en uit te voeren. De kwaliteit, onderzoekstraditie en netwerkervaringen lagen soms ver uiteen bij de diverse Kenniskringleden en binnen de onderwijsinstellingen. De onbekendheid en onontwikkelde positie van een lectoraat binnen het mbo speelde daar ook een rol bij. De gekozen route om één agenda in een groep als deze uit te voeren, was mede daardoor moeilijk, maar heeft zeer veel kennisdeling en leermomenten binnen de Kenniskring en met de opleidingen opgeleverd. De Kenniskring was gedurende de gehele lectoraatsperiode een ‘school’-voorbeeld van de inspiratie en innovatie
p.20
p.21
die multidisciplinair, multi-level en in clusters werkende innovatieteams te bieden hebben. De Kenniskringleden hebben zich als geweldige ambassadeurs van kennisinnovatie ontpopt en worden ook als zodanig meer en meer gezien door het MKB en de regio. De werkwijze en formule van het lectoraat komen duidelijk tegemoet aan een (grote) behoefte bij het bedrijfsleven. De wisselwerking en het contact met het bedrijfsleven verliep vooral in de eerste jaren boven verwachting goed en stukken beter dan die met het onderwijs.
Diverse tempi bij kerntaken
Afstemming Alfa-college Stenden Hogeschool Bij de start van het lectoraat bleken de beide onderwijsinstellingen elkaar op strategisch niveau minder goed te kennen dan werd aangenomen. Dat leverde aanloopproblemen op bij het regionaal gericht, multidisciplinair en multi-level inrichten van relaties met het onderwijs en de positie in de regio op onderwijsaanbod en uitvoeringslocaties. Zo heeft het Alfa-college wél bouwopleidingen in de regio maar de Stenden Hogeschool niet; heeft de Stenden Hogeschool wél Leisure&Tourism, maar niet in Emmen, en het Alfa-college juist wel. Hotelopleidingen zijn er alleen bij de Stenden Hogeschool, maar dan weer niet in Emmen. En het Alfa-college heeft Zorgopleidingen, de Stenden Hogeschool niet. Verder had de Stenden Hogeschool in
4.2
Emmen vooral een verbinding met het Drenthe College, maar niet met het Alfa-college, en had het Alfa-college in Hoogeveen vooral een verbinding met de Hanzehogeschool in Groningen en Windesheim in Zwolle, maar niet met de Stenden Hogeschool. Dit alles maakte efficiënt werken voor zowel docenten als studenten soms moeilijk. Maar hoewel het niet vanzelf ging, zijn in die eerste lectoraatsperiode belangrijke verbindingen gelegd.
De drie kerntaken van elk lectoraat (onderzoek, innovatie en kennisdeling) zijn bij dit dubbellectoraat in diverse volgordes en tempi ingezet en ontwikkeld; niet lineair maar cyclisch. Ook hier is het principe practice what you preach toegepast. Eerst zijn we begonnen met kennisdeling en netwerken, toen met onderzoek en innovatie en vervolgens met onderwijsrelaties. We hebben veel aandacht besteed aan concrete verbindingen met het onderwijs, mede vanwege de praktische instelling van het mbo. Verder lag de focus op reflectie op Vernieuwend Vakmanschap, de invloed van het hbo en ook op real-life learning. Onderzoeksinput is vooral van de lector en haar netwerken gekomen. In de volgende periode moet vooral aan de inbedding daarvan meer aandacht geschonken worden. We hebben in deze lectoraatsperiode ‘aan den lijve’ ondervonden hoe inspirerend multidisciplinair en multi-level werken is in nieuwe combinaties van Leren&Werken – bij onszelf én bij het overgrote deel van onze relaties en partners.
Leerervaringen
In de loop van de eerste lectoraatsperiode zijn de samenwerkende partners steeds dichter tot elkaar gekomen en de band tussen hen groeit nog steeds. De samenwerkingsformule van het lectoraat heeft daaraan bijgedragen, ook door het gezamenlijk aangaan van innovaties in co-makership. Wat aan het begin van de periode als moeilijk werd ervaren, wordt op dit moment vooral gezien als een sterk punt: door verbindingskracht en combinatievermogen komen tot nieuwe verbindingen geldt ook voor ons in dit onderwijsgeval.
daar is hoegenaamd geen aandacht aan besteed op corporate niveau. Dat is door zowel de lector als de CvB’s en de head of schools ervaren als een groot gebrek. In de volgende lectoraatsperiode zal hier meer aandacht voor zijn.
Bron van innovatie
Euregio onderbelicht
Het lectoraat is een bron van veel innovaties geworden. Voor de tweede lectoraatsperiode zijn er nog heel wat onbenutte mogelijkheden tot onderzoek en onderwijsinnovaties. Persoonlijk vond de lector het onderzoeksgedeelte het meest complexe element van de lectoraatsopdracht, naast het werken in twee onderwijsculturen die niet altijd aansloten. Aan het laatste is hard gewerkt. Die complexiteit is sterk afgenomen doordat het lectoraat nu aangesloten is bij de head of schools Leisure&Tourism en nauw verbonden wordt door het CvB van het Alfacollege. In 2011 verhuisde het lectoraat van Hoogeveen naar Emmen; hierdoor is de zichtbaarheid van het lectoraat sterk verbeterd. De complexiteit van de onderzoeksagenda moet in de komende periode nog meer teruggebracht worden en de kwaliteit van de Kenniskringleden moet nauwgezetter bepaald worden alvorens plaatsing in de Kenniskring. Het lectoraat heeft hierin samen met de onderwijsinstellingen en vooral ook de individuele Kenniskringleden al hele mooie stappen gezet. Zo is een van de Kenniskringleden uit de Stenden Hogeschool zelf lector geworden; een van zijn collega’s gaat een PhD-traject in (op een thema uit de onderzoeksagenda) en twee nieuwe Kenniskringleden zitten al in een soortgelijk PhD-traject. Twee Kenniskringleden van het Alfa-college zijn projectleider geworden van twee grote meerjarige projecten voor beide onderwijsinstellingen samen; twee andere Kenniskringleden van het Alfa-college doen een Master op onderzoeksthema’s uit de lectoraatsagenda. Gezamenlijk wordt een HRM-pilot ingericht. De interesse om mee te doen en mee te blijven doen aan dit lectoraat is overweldigend groot. Het succes van de formule van samenwerking wordt erkend en verbonden met New Faculty in het Alfa-college middels de speerpunten Healthy Lifestyle, HRM/Vernieuwend Vakmanschap en in de Stenden Hogeschool middels New Faculty samen met ETFI, en naar aanleiding van het Sectorplan Noord ook aan de speerpunten Toerisme en Healthy Ageing. In UCF-verband is vooral de verbinding met het WO van belang. De twee grote projecten geven het nodige cachet (financieel en qua externe erkenning) aan de lijn van het dubbellectoraat en hebben al geleid tot aanzetten van verdere verduurzaming in andere projecten. Er zijn nieuwe, ook internationale, projecten in voorbereiding.
Corporate Marketing, communicatie en PR onvoldoende benut Een opvallende leerervaring – voor zowel de lector als de CvB’s –, is dat de inzet van Corporate Marketing, communicatie en PR te weinig zijn ingezet in de eerste lectoraatsperiode. Het dubbellectoraat is een unique selling point voor beide onderwijsinstellingen, maar
De taakstelling voor wat betreft de Euregio is minder ver gevorderd dan bij de start van het lectoraat werd ingeschat en heeft zich beperkt tot het leggen van diverse eerste verbindingen, vooral met Osnabrück. Deels heeft dit te maken met een inzicht dat gedurende de eerste lectoraatsperiode is ontstaan: zo dichtbij maar zo anders! Daarnaast was er in die drukke, hectische eerste lectoraatsperiode simpelweg te weinig tijd om volop voor de euregio te gaan. De taak zal in de tweede lectoraatsperiode zeker meer aandacht krijgen.
Middenmanagement moeizaam in positie te krijgen Een betrokken en actief middenmanagement is van groot belang voor het lectoraat en het onderwijs, dat is van meet af aan duidelijk geweest. Lange tijd was het echter lastig, bij zowel het Alfa-college als de Stenden Hogeschool, om middenmanagers in positie te brengen. Dit blijft een punt van zorg, waar de lector de steun van de CvB’s blijvend nodig heeft (en krijgt).
p.22
H.5
– In de Verlenging –
p.23
Resultaten eerste lectoraatsperiode De laatste helft van 2012 stond in het teken van de afronding en presentatie van de resultaten van de onderzoeksagenda in de eerste lectoraatsperiode. In het derde boek in de lectoraatsreeks, Op onderzoek uit (eind 2013 verwacht), kunt u uitgebreid lezen over
de behaalde resultaten van dit dubbellectoraat tot nu toe. Op deze plek is slechts ruimte voor een opsomming van kwantitatieve en kwalitatieve resultaten.
Kenniscirculatie – netwerken – 20 plenaire kenniskringbijeenkomsten 3 evaluatiegroepen 3 agendacommissies 3 multidisciplinaire ketens MKB 20 ketenbijeenkomsten MKB 8 buddy-bijeenkomsten In 70 bedirjven actief In 50 netwerken participerend
5.1
Kwantitatieve resultaten
4 stuurgroepen – lectorennetwerken – 1 MBO netwerk 3 lectorennetwerken intern Stenden 3 HBO lectorennetwerken landelijk – publicaties – 5 boeken
Onderwijsinnovatie 9 projecten afgerond, 28 projecten in uitvoering of voorbereiding 50 reallife learning omgevingen 300 studenten 40 docenten 20 opdrachten uiy MKB 30 studentenstages 16 docentenstages 12 Events 10 innovatieve leerbedrijven 2 innovatiewerkplaatsen 14 gastcolleges 2 leergangen voor managers 2 minoren io
20 interviews
1 combiklas Zorg en Techniek Berokken bij 19 opleidingen
9 bijdragen aan uitgaves anderen
1 HRM pilot
20 kenniskringleden
15 columns
– Centrale onderzoeksagenda –
1 strategische stuurgroep
4 papers
10 multidiscipliniare en multilevel docententeams
4 onderzoeksdocumenten
1 klankbordgroep
26 artikelen
2 onderzoekslijnen
8 gasten binnen kenniskring
– presentaties –
10 individuele thema’s
26 buddy’s
20 workshops
30 interviews
12 onderwijsmanagers
49 lezingen
250 enquetes
40 docenten
3 keynotes
6 expertmeetingen
300 studenten Alfa en Stenden
7 inleidingen
350 onderzoekspolulatie
18 studenten Osnabruck
7 congresbijdrages
8 adviestrajecten aan externe beleidsvoerenden
– Centrale onderzoeksagenda –
10 medewerkers divers
3 radiouitzendingen
4 strategische werkgroepen
30 opdrachten uit bedirjven Verbonden met 4 universiteiten en 5 hoogleraren
4 promovendi
2 rondreizen/ kennisdelingsreizen met MKB leden
1 beoordelingscommissie
Verbonden met 6 lectoren binnen en 8 lectoren buiten Stenden, en met 4 MBO lectoren
19 opleiidngen betrokken
10 onderzoeksnetwerken
9 overheden
40 participerende bedrijven
12 overige organisaties
Onderzoek
Algemeenbetrokken partijen
3 masteropleiding-studenten/kenniskring 70 bedrijven
Geldstroom Globaal totaal (betreffende subsidiedeel of bijdrages vanuit projecten): ongeveer € 700.000.
20 multidiscipliniare en multilevel studententeams
Strategische positie Alfa / Stenden
10 adviesnotities 4 denktanks 2 klankbordgroepen 1 Raad van Advies-lidmaatschap 1 jurylidmaatschap
p.24
– In de Verlenging –
5.2
Kwalitatieve resultaten
Naast de bovenvermelde kwantitatieve resultaten, zijn er ook kwalitatieve resultaten geboekt. Op het gebied van onderwijs zijn er o.a. multidisciplinaire en multi-level stageplaatsen gerealiseerd, masterclasses georganiseerd en docenten- en studententeams opgezet. De aantallen studenten en docenten die via onze contexten in de regio leren en werken op real-life thema’s zijn groter dan ooit en nemen nog altijd toe. Ook zijn er maar liefst 29 projecten van start gegaan (zie o.a. p. 24) waarin onderwijs en bedrijfsleven aan elkaar gekoppeld worden. Deze projecten zijn grotendeels met de tweede of derde geldstroom bekostigd. Er is een zeer sterke Kenniskring ontwikkeld die de twee Multidisciplinaire Ketens uitgebouwd heeft tot tien Multidisciplinaire Subketens (zie p. 23) en er zijn tien nieuwe onderzoekslijnen ingericht en ontwikkeld. Deze zijn gekoppeld aan vier nieuwe promotieplaatsen binnen ons lectoraat. De eerste stappen richting een euregionale
H.6
Kenniskring in/met Osnabrück zijn gezet en diverse boeiende gasten hebben zich aangesloten bij de en onze projecten. Verder is er grote aandacht – ook op strategisch niveau – binnen de beide onderwijsinstellingen voor de expertise en de rol van de docent bij innovaties en er zijn vele adviestrajecten met opleiders en externe partijen over onze visie en werkwijze. Ook de drie P’s doen het goed: het aantal Partners is enorm toegenomen (zie p. 34), er zijn al legio Publicaties voortgekomen uit het lectoraat en er zijn talloze lectoraat-gerelateerde Presentaties gehouden. Het grootste kwalitatieve resultaat is echter de verlenging van het lectoraat met nog eens vier jaren op nagenoeg dezelfde opdracht: het onderwerp is actueler dan ooit tevoren!
Ambities en plan voor de tweede lectoraatsperiode De activiteiten in de eerste lectoraatsperiode zijn uiteraard geëvalueerd met alle betrokken partijen – met de bedrijven en de CvB’s, met de head of school waarmee de lector binnen Stenden Hogeschool is verbonden en natuurlijk intern. Op basis van die evaluaties is een nieuwe rode draad voor de tweede lectoraatsperiode uitgezet. Ook is een uitvoerig meerjarenplan opgesteld.
Het bleek dat het thema, de werkwijze en de sterkte van de relaties steeds beter gezien werden. Veel partijen hebben zich aangesloten bij het lectoraat of zich als volger gemeld. De combinatie van reflectie en concreetheid werd gewaardeerd, evenals de zeer actieve en trouwe verbindingen van de bedrijven met het lectoraat. Vaak betrof dit wel voorlopende of op innovatie gerichte MKB-bedrijven.
Rode draad voor de tweede lectoraatsperiode 1. Ingezette lijn verder uitrollen en verdiepen.
De focus blijft liggen bij publiekprivate co-makership tussen beroepsonderwijs en MKB in de regio op economische innovatievraagstukken. Deze opdracht is zo wezenlijk actueel en ook complex dat er nog makkelijk vier jaar aan verder gewerkt kan/moet worden, waarbij een zwaarder accent gelegd wordt op de voorlopers/volgers-methodiek.
2. Bijgestelde casuïstiek en meer focus.
Er zal meer aandacht zijn voor de cross-overs tussen Toerisme en Zorg&Wonen en voor één euregio: Osnabrück.
3. Real-life learning moet verder versterkt door bij de casuïstiek meer in te zetten op combinaties van leren en werken. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus van Stenden Hogeschool en niveau 4 van het Alfa-college.
4. Hbo als uitvalsbasis.
De relatie hbo – wetenschappelijk onderwijs (naast de relatie mbo – hbo) krijgt een grotere plaats in het onderzoek. De lector zal kernlector worden bij de Schools of Leisure&Tourism.
p.25
5. Valoriseren van de resultaten publiceren en zichtbaar maken.
In de vorm van nog meer publicaties.
6. Meer accent op corporate/strategisch karakter van het lectoraat bij beide onderwijsinstellingen.
7. Samenwerking Stenden Hogeschool/ Alfa-college strategisch nog verder versterken op diverse punten.
Er zal een gezamenlijk HRM-beleid worden opgezet met betrekking tot de aanlevering van deskundigheid aan het lectoraat.
6.1
Meerjarenplan De hoofdlijnen van de ontwikkeling van deze uiterst dynamische lectoraatsomgeving, met veel partners en een onrustige regio-economische context, zijn als volgt over de vier jaren verdeeld.
In 2013 Onderzoek:
Herinrichten onderzoeksagenda’s naar individueel niveau; inrichten MDSK’s; centrale onderzoeksagenda koppelen aan externe onderzoeksgroepen (RUG, OU, UvT, HH); PhD en Master onderzoeksopdrachten concretiseren.
Onderwijs:
afronding, presentatie en verduurzaming projecten CoP-T en ReCoMa-lab.
Kennisdeling:
Gasten in Kenniskring en onderzoek; start innovatieproef met CoP-T, verbreden duo’s docenten en studenten in het kader van ReCoMa-lab; congressen en symposia op resultaten onderzoek en innovatie Kenniskringleden gastcolleges door bedrijven; HRM-pilot verbinden met grotere groep; proeven met Social Media en Lerende Netwerken.
In 2015 Onderzoek:
Verbinding resultaten uit de MDSK’s aan die van de centrale onderzoeksagenda; versterken input van studenten hierbij; verbinding met onderzoekslijnen MA uitvoeren met hun studenten; meer aandacht voor WO; versterkte deelname aan wetenschappelijke onderzoeksgroepen collegiaal.
Intensiveren ReCoMa-lab-formule; participatie in BA-opleidingen Leisure; ontwikkelen pilots leerbedrijven; 1 parapluproject ontwikkelen (HLH).
Onderwijs:
Kennisdeling:
Kennisdeling:
Proef HRM; contacten Euregio; participatie in Sectorplan Noord en UCF versterken; CoE-Zorg; Zomer- en Winterschouwen; try out; kennisdeling via ICT en Nieuwsbrief.
In 2014 Onderzoek:
Beschrijven MDSK’s; inzetten verdieping longitudinaal onderzoek naar de samenwerkingsrelaties; inrichten voorlopers/ volgers-onderzoek; verbinding voorbereiden met onderzoeksgroep Osnabrück; voorbereiden participatie BA-opleiding Toerisme; publiceren van artikelen door Kenniskringleden en lector over lerende netwerken en MDSK’s; PhD’s en Master- input in Kenniskring versterken; voorbereiding verbinding met MA L&T.
Onderwijs:
Verduurzamen inzet onderwijs in CoP-T; voorlopers/volgers-methode ook voor onderwijs; duo-trajecten mbo/hbo op cross-over Toerisme en Z&W; gastcolleges voor/door bedrijven; voorbereiding,
Uitruil studenten en docenten Onabrück-Emmen/Hoogeveen; onderzoekslijnen inbedden in BA-opleidingen; verbinding met MA-opleidingen L&T.
Evaluatie MDSK’s en herschikking clusters; HRM-project herijken; ReCoMa-lab en CoP-T publiceren en resultaten zichtbaar maken, ook voor de niet geprioriteerde regio’s van Alfa-college en Stenden Hogeschool.
In 2016 Onderzoek:
De verbinding met het WO BA L&T versterken.
Onderwijs:
Cross-overs tussen Toerisme en Zorg&Wonen vormgeven in Plus-, Doorstroom- en Minor-trajecten waarbij de formules van multidisciplinariteit, multi-leveling, co-makership en regionale clusters centraal staan.
Kennisdeling:
Zomer- en Winterschouwen organiseren; euregionale studieprogramma’s op cross-overs organiseren; gasten van Kenniskringleden, lector en MDK’s betrekken bij volgende periode; inzet op HRM-proef duurzaam maken.
p.26
H.7
– In de Verlenging –
p.27
Wat is er al gedaan, wat gaan we doen? Zowel onder de noemer ‘centrale onderzoeksagenda’ als onder de ‘decentrale onderzoeksagenda’ is in de eerste lectoraatsperiode al een indrukwekkende hoeveelheid werk verricht. Zo zijn er alleen al 29 projecten van start gegaan. Vanaf p. 26 worden enkele van deze projecten uitgelicht onder het kopje ‘Werk in uitvoering’. Ten opzichte van de eerste periode zullen er in de tweede periode op diverse onderdelen veranderingen optreden. De belangrijkste aanvullingen, weglatingen en andersoortige ontwikkelingen staan in onderstaand schema.
De inrichting
periode gaat een andere leerfase in voor de Kenniskringleden. Ze zullen zelfstandig verantwoordelijk zijn voor hun eigen onderzoeksagenda, die aantoonbaar deel uitmaakt van de centrale agenda, waarbij ze de casuïstiek ontlenen aan een eigen Multidisciplinaire Subketen die ook onder hun individuele leiding staat. Hierbij zal speciale aandacht zijn voor de voorlopers/volgers-systematiek.
Onderwijsinnovatieprojecten De verbinding tussen onderzoek en (onderwijs)innovatie vindt in het lectoraat voornamelijk plaats in projecten maar ook door presentaties, colleges en door de concrete verbinding van de Kenniskringleden met de betrokken opleidingen. Dit gebeurt via de buddy-werkwijze, congressen en symposia en met name door
real-life learning and research in de werkpraktijk van de bedrijven uit het lectoraat. Er zal in de tweede lectoraatsperiode meer aandacht besteed worden aan het zichtbaar maken van de inbreng van de expertise van het lectoraat in concrete onderdelen binnen het curriculum. Een voorbeeld hiervan is het Regionaal Co-makership laboratorium (ReCoMa-lab), dat in augustus 2012 van start is gegaan (zie p. 32). Het doel van dit laboratorium is om samen met studenten, docenten en organisaties te komen tot een innovatief onderwijsmodel gericht op de thema’s Toerisme en Zorg&Wonen in Zuid-Drenthe. Werken in multidisciplinaire en multi-level teams zijn hierbij belangrijke uitgangspunten
De inrichting van het lectoraat blijft grotendeels hetzelfde, zo ook de centrale onderzoeksagenda (zie p. 16). Accenten binnen de drie onderdelen worden wel anders gelegd, mede vanwege de bijgestelde lectoraatsopdracht. In de tweede lectoraats-
7.1
Kenniskringleden • Margriet de Jonge (vanaf sept 2010) – Stenden Hogeschool, Commerciële Economie • Judith Veldman (vanaf sept 2009) – ROC Alfa-college, Zorg en Welzijn • Bert Pathuis (vanaf jan 2010) – Bedrijfsleven, CEO Coresta groep • Anna Veeneman (vanaf sept2011) – ROC Alfa-college, staf CvB/ leven-lang-leren
Thema Toerisme
Thema Duurzame Techniek
Ondersteuning
Lector
De tweede lectoraatsperiode versus de eerste Thema Zorg en Wonen
• Jan Berends (vanaf sept 2010 tot jul2011) – ROC Alfa-college Techniek/Bouwkunde • Hilde Rotmensen (vanaf maart 2012) – ROC Alfa-college Zorg • Joyce Walstra (van sept 2009 tot aug 2010) – Stenden Hogeschool, Lumius
• • • • •
Margriet Weerman Stenden Hogeschool, Commerciële Economie Judith Veldman – ROC Alfa-college, Zorg en Welzijn Bert Pathuis – Bedrijfsleven, Coresta groep Ruud Slot – Bedrijfsleven, Zorgzaak Anna Veeneman – ROC Alfa-college, staf/leven-lang-leren
• Jan Zantinge – ROC Alfa-college Techniek/Bouwkunde en ICT • Hilde Rotmensen – ROC Alfa-college Zorg • Chris van Heerewaarden – Stenden Hogeschool Social Work and
Art Therapy
• Johan Kasper (van sept 2009 tot maart 2012) – Stenden Hogeschool, Toerisme en later ETFI • Cigdem Zantingh (vanaf sept 2009) – ROC Alfa-college, Toerisme en Economie • Meidina Oldenziel (vanaf jan 2011) – Bedrijfsleven, Manager P&O DierenPark Emmen • Mieke Malda (vanaf jan 2010 tot dec 2010) – Bedrijfsleven, directie DierenPark Emmen • Paula Karsten (vanaf sept 2011) – Stenden Hogeschool, ESO/lerende organisatie • Rudy Folkersma (vanaf sept 2010) – Stenden Hogeschool Techniek • Jurjen Jagersma (vanaf sept 2011) – ROC Alfa-college Techniek
• • • • • • • •
Johan Kasper – Stenden Hogeschool Toerisme en Leisure Cigdem Zantingh – ROC Alfa-college, Toerisme en Economie Steffen Fokkema – Stenden Hogeschool, Toerisme en Leisure Hein Klompmaker – Bedrijfsleven, Hunebedcentrum Meidina Oldenziel – Bedrijfsleven, DierenParkEmmen vac – Stenden Hogeschool, Techniek/PRE Petra Bartelds – ROC Alfa-college, staf/Kwaliteitszorg Edou Hilverda – Stenden Hogeschool Toerisme en Leisure
• Rudy Folkersma (vanaf sept 2009 tot aug 2010) – Stenden Hogeschool, Techniek werktuigbouw/procestechniek • Nap Bollemeijer (vanaf sept 2009 tot aug 2010) – ROC Alfa-college Procestechniek/Werktuigbouw • Martin Smit (van jan 2010 tot aug 2010) – Bedrijfsleven, directeur Hunesus en KEI Werken/C2C Borger
(vanaf 2010 ondergebracht bij de andere twee thema’s)
• Monique Pestman (van 2011) – Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college, secr. lector • Jolanda Westerhof (vanaf 2012) – Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college, secr. projecten • Sander van der Tol – ROC Alfa-college, controller, cöordinerend, Alfa college • Wilmar de Munnik – Stenden Hogeschool, controller Stenden Hogeschool
• Monique Pestman – Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college, secr. lector • Jolanda Westerhof – Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college, secr. projecten • Sander van der Tol – ROC Alfa-college, controller, cöordinerend, Alfa college • Wilmar de Munnik – Stenden Hogeschool, controller Stenden Hogeschool
• Ineke Delies – Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college
• Ineke Delies – Stenden Hogeschool en ROC Alfa-college
Multidisciplinaire ketens (MDK’s) en Multidisciplinaire subketens (MDSK’s) Thema Zorg en Wonen
• MDK Techniek • MDK Zorg&Wonen • MDK Toerisme
• MDK Zorg&Wonen
En daarbij: • MDSK Zorg en Vrije Tijd/Healthy Lifestyle Hospitality o. l. v. J. Veldman • MDSK Zorg en Techniek o. l. v. J. Zantinge • MDSK Wonen, Welzijn en Zorg o. l. v. H. Rotmensen • MDSK Marketing van MDK’s o. l. v. M. Weerman • MDSK Welzijn en (informele) zorg olv C. van Heerewaarden • MDK Toerisme En daarbij: • MDSK Noaberschap o. l. v. J. Kasper • MDSK Euregio o. l. v. C. Zantingh • MDSK Toerisme en Stedenkringen o. l. v. S. Fokkema • MDSK lerende netwerken o. l. v. E. Hilverda/S. Fokkema
2009-2012 2013 >
p.28
p.29
Lectoraatsopdracht 1 Ontwikkel en onderzoek een adequate samenwerking smethodiek/-formule om tot duurzame innovatie te komen in regionale clusters mbo(Alfa)/HBO(Stenden Hogeschool) en bedrijfsleven(MKB met name) in de regio (Drenthe).
1 Onderzoek en verdiep de reeds ontwikkelde samenwerkingsformule voor regionaal co-makership tussen beroepsonderwijs-bedrijfsleven en onderzoek de voorlopers/volgers-systematiek daarbij.
2 Onderzoek de transfermogelijkheden van deze methodiek/formule naar andere regio’s (met name de euregio rondom Osnabrück)
2 Onderzoek de transfermogelijkheden van deze methodiek/formule naar de euregio rondom Osnabrück.
3 Ontwerp daartoe multidisciplinaire en multilevel-ketens, waar-
3 Verbeter de reeds ontwikkelde multidisciplinaire en multilevel ketens met nieuwe combinaties van Leren&Werken en onderzoek cross-overs binnen de casuïstiek van Toerisme en Zorg&Wonen.
binnen regionale clusters van bedrijven en beroepsonderwijs nieuwe combinaties van leren en werken op de werkplek ontwikkeld worden voor zittende en aanstaande werknemers (zijnde studenten van beide instellingen).
Betrokken opleidingen HBO Stenden Hogeschool
MBO ROC Alfa-college
Tourism Leisure Commerce Business Hotel ICT Social Works
Techniek/Duurzaamheid
Tourism Leisure Commerce Business Hotel ICT Social Works
Techniek/Duurzaamheid Social Work and Art Therapy Business Commerce Educatie
Toerisme Fac Dienstverlening Economie Zorg
Welzijn Techniek Bouw&Engeneering ICT
Toerisme Fac Dienstverlening Economie Zorg
Welzijn Techniek Bouw&Engeneering ICT
2009-2012 2013 > Project en eigenaar (deels of geheel door externen meegefinancierd) Afgerond Doorloop
(2009) Ketens en ZODAT, Gemeente Hoogeveen (2011) Woonhorizon, Coresta Group (2011) Vaktaal Duits multidisciplinair, DierenPark Emmen
(2010) Onderzoek toeristen, gemeente Emmen (2012) Schakelpropedeuse, Roelof van Echten College (2012) Leergang KSI, KSI Stenden
• IK Toerisme en Recreatie (CoP-Toerisme), Gemeente Emmen • ReCoMa-lab, Alfa-college, waarbinnen ongeveer 15 kleinere
• CoP-Toerisme, Gemeente Emmen • ReCoMa-lab, Alfa-college • Noaberschap 2.0, Hunebedcentrum
projecten resorteren (zoals: Zorgvilla, of Gildeborg hotel) • Domotica en Zorg, Technische Unie/Gira
Nieuw
• Lerende Netwerken/informeel leren, Open Universiteit • InnovatieWerkPlaats Kwaliteit van Leefomgeving,
Stenden Hogeschool • 18 Holes, MKB • InnovatieWerkPlaats Gezondheidstoerisme, Ondernemersplein en EDR • Ondersteuning lectoraatsprojecten Zorg en Techniek door Calibris en Kenteq, MKB • Informele Zorg, ZorgZaak • 4 Stars, MKB
• • • • • •
ZCN Noorderboog, Alfa-college Healthy Lifestyle Hospitality EDR, Stenden Hogeschool IWP Healthy Ageing Hospitality Vervolg op Noaberschap 2.0, Hunebedcentrum of Recreatieschap Biochron, Geopark Hondsrug HRM en kwalitatief doorstroom-perspectief docenten, Alfa-college en Stenden Hogeschool • Euregio-verband visiting professorship met Osnabrück, Stenden Hogeschool/Alfa-college
p.30
– In de Verlenging –
7.2
Werk in uitvoering Column
Ineke Delies, november 2010, Hoogeveensche Courant
Samen ter Meervaart ‘Ja met Bert, zit je al in de trein?’ In de stiltecoupé fluister ik in mijn mobiele telefoon terug: ‘Ja, tuurlijk. Ben bijna in Assen, zit in de eerste coupé van het eerste treinstel.’ ‘Dan stap ik daar ook in.’ ‘Prima, tot zo.’ In Meppel en Zwolle voegden zich nog twee mensen bij dit gezelschap. En zo begon een mooie reis van vier mensen naar Amsterdam en terug. Drie directeuren van bedrijven uit de regio Hoogeveen en één lector, ook uit die contreien. Op weg naar een internationale conferentie over een leven lang leren binnen het hbo en het regionale bedrijfsleven. Wij waren gevraagd om iets te vertellen over onze manier van samenwerken in Hoogeveen en de redenen voor Captains of Industry om hier in te investeren.
I
Project:
HRM Pilot ‘Perspectief op Excellent Vakmanschap’
Sinds:
2012
Betrokken onderwijs: P&O van Stenden Hogeschool en Alfa-college (hbo/mbo) Deze pilot biedt medewerkers binnen beide onderwijsinstellingen perspectief op Excellent Vakmanschap door interessante loopbanen te ontwikkelen die passen bij de talenten van de werknemer en de organisatie. Deze loopbanen karakteriseren zich door aspecten als: multidisciplinariteit, verbondenheid met het beroepenen werkveld, multilevel verbindingen tussen mbo en hbo en toekomstgerichtheid. De werkwijze wordt o.a. gekarakteriseerd door al-doende-leren, ‘klein beginnen’ en duurzame en langdurende procesgang hanteren, met mensen die voorlopers willen zijn en plezier hebben in het ontwikkelen van deze pilot. Redenen voor mbo en hbo om juist hierin samen te werken: • Doorlopend loopbaanperspectief van hun medewerkers; • Ontwikkelen van combifuncties mbo-hbo; • Al doende leren van elkaar; • Teambuilding m.b.t. real-life learning en co-makership met bedrijfsleven; • Voorbereid zijn op multidisciplinaire en multilevel innovaties in het beroepenveld dat zowel mbo- als hbo-gericht is; • Versterking van elkaars functiebouwwerk en kwalificaties structuur; • Doorlopende leer- en werklijnen, niet alleen voor studenten maar ook voor docenten; • Gezamenlijk inrichten van (innovatieve) werkleerbedrijven.
Daar zaten we dan op een mooie doordeweekse dag samen in de trein. We hadden nog nooit samen een presentatie gegeven en het moest ook nog in het Engels! We moesten ons gezamenlijke optreden toch nog wel even oefenen. In de stiltecoupé bespraken we heel zachtjes de presentatie nog eens en wie wat hoe zou zeggen. Maar wat is dát ongemakkelijk en lachwekkend om samen als Nederlandstalige Engels met elkaar te spreken. Voor het goede doel dan maar. Het werd een hilarische en leerzame heenreis. Toen we station Amsterdam Centraal naderden begonnen de mannen opeens écht serieus te worden en stil hun spiekbriefjes herlezend zich te concentreren op hun bijdrage straks in de Meervaart. Ik schreef ook nog gauw wat aantekeningen achterop de presentatie. Het taxiritje naar het congrescentrum duurde langer dan we dachten, en het gebouw leek ons akelig leeg. Heel ver achter in het gebouw hoorden we gelukkig toch stemmen: de Engelstalige lezingen waren al in volle gang. We liepen naar de zaal waar wij geacht werden te presenteren en installeerden ons alvast, in afwachting van het publiek. De drie zakenmannen namen plaats achter een grote tafel met een zwart kleed en keken de zaal in, ik moest direct achter het spreekgestoelte staan. Al gauw kwamen de eerste toehoorders binnen. We haalden diep adem: Tja, waarom vonden we ook alweer ‘een leven lang leren’ zo belangrijk en hoe kwam het ook alweer dat we zo goed samenwerkten daar in Hoogeveen (the city of Highveen…?). Het liep echter wonderwel. De een na de ander hield een puntig, humoristisch en overtuigend verhaal over onze versie van A Life Long Learning in Zuidoost-Drenthe, the South East of the Dutch Provence of Drenthe. Paula Karsten beet de spits af, zij introduceerde de Stenden Hogeschool en gaf aan hoe belangrijk actuele kennis is voor huidige en toekomstige beroepsbeoefenaars. Gé Bax presenteerde vervolgens zijn bedrijf ‘RUMA Rubber’ en vertelde over de noodzaak van investeren in kennis voor bedrijfsinnovatie en wat hij met voortdurende bijscholing van zijn werknemers voor elkaar heeft gekregen. Bert Pathuis lichtte ‘de CorestaGroup’ toe en gaf aan dat de zogenaamde kloof tussen onderwijs en bedrijfsleven niet alleen door het onderwijs zou moeten worden overbrugd, maar ook actief door het bedrijfsleven. Hij illustreerde dit met zijn inzet voor hbo-stages en onderzoeksopdrachten. Joost Bogers stond stil bij zijn bedrijf ‘Hoomark’ en de motiverende werking die er voor de werknemers uitgaat van het bijhouden van een goede opleiding door een leven lang te leren. Ik gaf een toelichting op de manier van samenwerking in Hoogeveen tussen bedrijven en het lectoraat en sloot af met enkele concrete resultaten in deze regio. We zagen tot onze verbazing dat er buiten ons geen enkele combinatie onderwijs-bedrijven aanwezig was, wel waren er veel beleidsmensen uit ministeries en onderwijs. ‘Onze’ drie Captains of Industry waren eenzame vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Jammer, maar wel mooi dat ze nou nét uit Hoogeveen e.o. kwamen! En niet verwonderlijk eigenlijk dat het hbo en bedrijven in Ierland (evenals enkele hogescholen in Limburg en Amsterdam) graag zo spoedig mogelijk met ons willen samenwerken, liefst dit jaar al. We zien wel, we will see. In de tussentijd kunnen we onze Engelse spreekvaardigheid nog bijschaven, ook een kwestie van een leven lang leren.
p.31
p.32
– In de Verlenging –
Column
Ineke Delies, oktober 2010, Hoogeveensche Courant
Levensloopbestendig wonen Mooi wonen, riant wonen, veilig wonen, thuis wonen, buiten wonen… allemaal variaties op het begrip ‘Wonen’ waar we ons iets bij voor kunnen stellen. Nu we weer terug zijn van vakantie, van tijdelijk wonen, is de één heel blij weer in zijn eigen huis te wonen en was de ander was nog graag even in de vakantiewoning gebleven. Maar: heimwee naar de levensloopbestendige woning, neeeee daar hoor je niet veel mensen over. En toch, toch zal het niet meer zo lang duren dat u de eerste mens tegenkomt met dát gevoel.
II
Project:
Hotel- en wooncomplex De Gildeborg in Meppel
Sinds:
2009 en vervolg in 2012
Betrokken bedrijven: 1 maatschappelijke vastgoedorganisatie in
Zorg&Welzijn; 1 theater- en cultuurinstelling; (particuliere) woningbouw; 1 bouwondernemer; 1 huisarts- en fysiotherapiegroepspraktijk; 1 hoteluitbater.
Betrokken onderwijs: Lectoraat Stenden Hogeschool en Alfa-college (hbo/mbo); 1 werkleerbedrijf
op locatie van het hotel; docenten en studenten uit de opleidingen Techniek, Economie, Toerisme en Leisure, Hotel, Zorg en Welzijn.
Door levensloopbestendige verbouw en combinatie van bestaande woon- en bedrijfspanden en het koppelen van diverse, reeds in aanleg aanwezige publieke (woon en zorg) en private (theater en hotel en restaurant) voorzieningen, komen tot nieuwe concepten van woon/logeercombinaties voor mensen die langer of korter willen verblijven in een complex waar gebruik gemaakt kan worden van de (grotendeels reeds bestaande) diensten en structuur van elkaars organisaties waardoor beter dekkende dienstverlening geleverd kan worden voor gasten die langer of korter hier willen wonen/verblijven en geïnteresseerd zijn in een kwalitatief goede leefomgeving met accent op stad en cultuur.
Nu we meer en meer te maken krijgen met krimp en vergrijzing van de bevolking, wordt de kwaliteit van leven en leefomgeving steeds belangrijker. De woonsfeer zal sneller veranderen dan we denken: er zullen binnenkort meer ouderen en minder jongeren zijn, het platteland loopt leeg en de meeste voorzieningen zullen geconcentreerd zijn in de steden. Hoe langer hoe meer oudere mensen moeten goed gehuisvest worden en jongere mensen moeten een uitdagende en tegelijkertijd geborgen leefomgeving hebben. Dit maakt dat gemeentes, woningbouwverenigingen, maatschappelijke organisaties (waaronder het onderwijs) en eigenlijk alle burgers zich moeten bezinnen op wonen. Hoeveel woningen moeten we nog nieuw bouwen, moet er eigenlijk wel nieuwbouw komen, moeten we meer verzorgingshuizen bouwen, hoe houden we jongeren ook op het platteland, waar willen we graag (blijven) wonen en hoe krijgen we dat voor elkaar? Eigenlijk wonen we allemaal graag in een omgeving waar we ons mee verbonden voelen en dan het liefste in een prettig en persoonlijk huis dat ons past. Velen van ons hebben het eigen gezin of ouders verhuisd naar een andere woning terwijl we wellicht veel liever op de oude stek hadden willen blijven. Maar vaak kon dat niet omdat het huis niet meer geschikt was (te maken) voor het gezin dat uitbreidde, of voor de ouders die steeds moeilijker ter been werden. Met pijn in het hart besefte men, vooral bij verhuizingen van oudere mensen, dat het te laat was om de woning nog zó te verbouwen dat men er kon blijven wonen Het huis was niet levensloopbestendig. Levensloopbestendige huizen zijn huizen die mee bewegen met de levensloop van de bewoners. Dat klinkt griezeliger dan het is. Huizen moeten op het moment dat het gezin uitbreiding verwacht groter gemaakt kunnen worden. Zijn de kinderen de deur uit en/of wordt men minder mobiel, moet het huis kleiner gemaakt kunnen worden of van hulpmiddelen worden voorzien. Misschien moeten er wel huizen aan elkaar gekoppeld (kunnen) worden voor een woongemeenschap van oudere mensen of van alleenstaanden of studenten… Het huis moet aanpasbaar zijn aan de levensloop van de bewoner, van jong tot oud. Hoe beter een huis aangepast kan worden aan de noden en wensen van de bewoner, hoe levensloopbestendiger dat huis is. En dat is niet alleen goed voor de bewoner maar ook voor de buurt of wijk. Want ‘levensloopbestendig wonen’ houdt niet alleen in dat er een geschikt huis is waar men het hele leven lang kan blijven wonen, het houdt ook in dat de woonomgeving kwaliteit van leven biedt. Men blijft samen wonen in dezelfde straat, buren blijven ook. Er zijn zowel ouderen als jongeren, men kent elkaar en zorgt zo goed en kwaad als dat gaat voor de ander, er zijn scholingsfaciliteiten en men geeft om de woonomgeving. En dat kan alleen als bewoners zich bewust zijn van hun woontoekomst en daar actief een rol in willen spelen. De Coresta-groep, een organisatie voor zorg, welzijn en wonen, heeft een prijs gekregen van de provincie Drenthe voor hun project Woonhorizon, dat ze onder andere samen met de gemeente Borger Odoorn en het lectoraat uitvoeren. In dat project wordt samen met bewoners uit die gemeente en studenten van de twee scholen onderzocht hoe en welke bestaande huizen en wijken levensloopbestendig kunnen worden gemaakt. De wensen en mogelijkheden van de huidige bewoners en hun toekomst worden momenteel gepeild en ze worden actief verbonden met (eigen) huis- en wijkvernieuwing. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken hoe we met en van elkaar kunnen leren. Voor kwaliteit van leven, nu en straks. Voor onze ouders, voor onszelf en voor onze kinderen.
p.33
p.34
– In de Verlenging –
Column
Ineke Delies april 2011, Hoogeveensche Courant
De moderne Jules Verne Wat was het mooi weer dit weekeinde toen we in ons vakantiehuisje waren in het Teutoburger Wald. En wat een schitterende lentebloesems hebben we gezien. Ik voelde me wel een toerist van niks trouwens daar, nog geen 200 kilometer van huis in een omgeving die ik eigenlijk van haver tot gort ken. Als kind kampeerden we al met het hele gezin in de stacaravan van tante Fem op de camping Bocketal in Brochterbeck. Mijn zusje en ik vonden het heel erg buitenland vanaf de grensovergang bij Nieuw Schoonebeek. Mijn vader is in de buurt geboren (Georgsdorf), we logeerden er vaak en hebben daar heel wat kilometers gefietst. Tegenwoordig huren we daar een huisje en ik geniet enorm. Kneuterigheid ten top. Niks Reis om de wereld in 80 dagen. Wie kent het boek van Jules Verne niet? Met Phileas Fogg in de hoofdrol als Razende Roeltje de wereld rond en dat in 1872. Ik ken het boek zeker wel, kreeg het in de zestiger jaren cadeau van mijn ouders. Die Jules Verne was een toerist van het zuiverste water! Dat voelde ik aan terwijl ik professor Ian Yeoman nog niet eens kende. Nu wel, nu ken ik hem zelfs persoonlijk. Hij is ’s werelds enige scenarioplanner en futuroloog op het gebied van Toerisme en in die hoedanigheid verbonden aan het European Tourism Future Institute (ETFI). Ian Yeoman is de leidende professor daar voor wat betreft toekomstscenario’s voor Toerisme. Ik ben maar een amateurtje die probeert in de regio Hoogeveen en Emmen een Kenniskring in de benen te houden met een stuk of vijftien toeristische bedrijven uit die regio die samen met het beroepsonderwijs nieuwe werkwijzen willen ontwikkelen om de toerist in de regio te krijgen én te houden.
III
Project:
Noaberschap 2.0
Sinds:
2012
Betrokken bedrijven:
Hunebedcentrum, Geopark Hondsrug, Drents Landschap, Recreatieschap Drenthe, Wedeka/Emco
Betrokken onderwijs: Stenden Hogeschool en Alfa-college Betrokken overheden: Gemeente Borger Odorrn en provincie Drenthe In dit project wordt gezocht naar nieuwe samenwerkingsverbanden, koppelingen van producten en diensten en ontwikkelingen van nieuwe producten en diensten tussen bedrijven en instellingen in Drenthe. Het doel is om in vijf zogenaamde Naoberschapssessies met de partners tot samenwerking te komen op een aantal multidisciplinaire projecten. Een van de uitkomsten tot nu toe is de ontwikkeling van een gezamenlijk distributiesysteem voor post, producten etc. Een ander project uit deze koker is het opzetten van een centraal archief van presentatiemateriaal voor publiek, aangeleverd door bedrijven en instellingen in Drenthe. Leden kunnen dat materiaal hergebruiken. Ook is er een Drentse ‘regio-fictiekring’ opgericht. Hier zijn inmiddels al veertien schrijvers bij aangesloten, geflankeerd door de Kenniskring ‘Schrijven van regio-fictie’. Bijzonder is de deelname van Wedeka/Emco in dit project. Dit reïntegratiebedrijf hoopt in samenwerking met de partners werkervaringsplekken en concrete werkplekken te vinden voor haar personeel.
Yeoman heeft een heel interessant boek geschreven over de toerist van de toekomst, getiteld Tomorrow’s Tourist: Scenarios & Trends, uitgegeven bij Elsevier in 2008. Hij beschrijft hoe het toerisme, dat in 4000 voor Christus al begon bij de Babyloniërs die het geld uitvonden en vanwege de handel veel reisden, eigenlijk niet echt anders is geworden. Men wil nog steeds graag iets beleven. De schaal is wel erg veranderd: die is wereldwijd. In 1950 hielden 25 miljoen mensen een internationale vakantie; in 2030 (schat Yeoman) zullen 1,9 biljoen mensen dat doen. Niet eens zozeer met andere invullingen van hun vakantie, maar meer op andere en meerdere plaatsen in de wereld en daarbuiten. Hij voorspelt dat het toerisme in 2030 met 129% is toegenomen ten opzichte van 2005 en zich uitspreidt over de gehele aardbol en outerspace. Daarbij voorspelt hij dat in 2030 China en de USA de grote winnaars (lees: verdieners) zijn en Europa de grote verliezer is met een afname van 13 % van het huidige aandeel in de Toerismemarkt. Hij noemt tien trends, onze moderne Jules Verne. Ik zal ze kort vrij voor u vertalen omdat ze interessant en soms verrassend zijn. Bovendien zitten we in een regio met Toerisme als speerpunt, dus wie weet zit er nog iets bij waar we ons voordeel mee kunnen doen. Vanwege het feit dat onze maatschappij snel vergrijst en we gezonder ouder (willen) worden, is Zorg en Gezondheidstoerisme naar India (o.a. plastische chirurgie) trend nr. 1 in 2030. Mede door de vergrijzing, gaan familiestructuren er anders uit zien en zullen er meer reizen van opa en oma met kleinkinderen plaatsvinden, merken ze nu al in USA: trend nr. 2. Diezelfde ouderen willen graag een tweede huisje in aangename klimaten: Italië en de Adriatische kust worden heel populair, met name bij (golf)ressorts, dit is trend nr. 3. Duurzaam en ‘groen’ toerisme is de vierde trend; winkelen (denk aan Dubai) is de vijfde trend die Yeoman ziet, naast het singletoerisme all over the world als trend nr. 6. Men wil ‘echte en betekenisvolle’ belevenissen, zoals een verblijf in Wildlife-lodges in Afrika: trend nr. 7. Ruimtetoerisme – outerspace-reizen – is eigenlijk de enige echt volstrekt nieuwe trend: nr. 8. Gokken is trend nr. 9, waarbij Las Vegas wordt overtroffen door Macao in 2030. Culturele reizen blijven in, met name die waar sterk aan zelfexpressie en creativiteit wordt gedaan, zoals naar het carnaval in Rio: trend nr. 10. Yeoman sluit de inleiding van zijn boek, waar dit allemaal in staat, af met een verwijzing naar www.tomorrowstourist.com. De moderne Jules Verne van Hoogeveen? Ik ben graag een toerist die ook recreëert, tot zichzelf wil komen. En dat kan in outerspace, maar ook zeker vlak zeker bij huis! Zal dat trend nr. 11 worden in 2031?
p.35
p.36
– In de Verlenging –
IV
Project:
Community of Practice – IK Toerisme en Recreatie en Kennisplatform Drenthe, Toerisme en Recreatie.
Sinds:
2012
Betrokken bedrijven:
Voorlopers: Van der Valk Hotels, Parc Sandur, Dierenpark Emmen, Geopark de Hondsrug, Zoo Osnabrück (Osnabrück), Terra Vita (Osnabrück), Touristenverband (Osnabrück). En 15 volgers (MKB-bedrijven).
Betrokken onderwijs: Stenden Hogeschool en Alfa-college (hbo/mbo) Betrokken overheden: Gemeente Emmen en provincie Drenthe Het project Community of Practice Toerisme (later ‘IK Toerisme en Recreatie’) is onderdeel van het Kennisplatform Onderwijs en Overheid binnen de gemeente Emmen: een netwerk van voorlopende MKB-bedrijven en volgers, gericht op regionale innovatievraagstukken binnen het thema Toerisme. Binnen het project worden in co-makership nieuwe samenwerkingsconcepten ontwikkeld op grond van veranderde gastprofielen, werk-profielen en kennisnetwerken tussen euregionale partners (20 bedrijven en 2 onderwijsinstellingen) in Emmen en Osnabrück. De betrokkenen vanuit de bedrijven en het onderwijs komen elke twee à drie weken samen, onder leiding van projectleider Cigdem Zantingh: ‘De mbo- en hbo-studenten gaan aan de slag met de vragen die uit deze bijeenkomsten naar voren komen. Ze hebben allemaal dezelfde rol in de groep – ze leren van elkaar. Mbo’ers leren onderzoeksvaardigheden van hbo’ers en hbo’ers leren van mbo’ers hoe je veldwerk uitvoert. Zo is het leereffect het grootst…’
Column
Ineke Delies, oktober 2012, emmen.nu.
Gezondheidstoerisme Gezondheidstoerisme, een woord dat de laatste tijd veel gebruikt wordt in onze omgeving aan de van Schaikweg 94 te Emmen. Tenminste: op de begane grond bij de Kamer van Koophandel, op de vierde verdieping bij het lectoraat van de Stenden Hogeschool en het Alfa-college, maar ook op het gemeentehuis, bij het Ondernemersplein en zelfs op het Provinciehuis te Assen. Maar vooral: bij een stuk of negen enthousiaste ondernemers MKB uit ZuidoostDrenthe. Alles goed en wel, maar wat betekent dat woord nu eigenlijk en waarom hebben ze het er zo vaak over? Bedoelen we daarmee dat allerlei toeristen die naar ons mooie Zuidoost-Drenthe komen nu hun tent, caravan of camper neerzetten op de parkeerplaats van het Scheperziekenhuis? Of dat de afdeling Cardiologie daar een toeristische attractie is? Of dat alle toeristen een facelift willen in NieuwDordrecht of naar de Kibbelkoele trekken omdat ze daar, net als in Lourdes, geneeskrachtig water verwachten? Nou nee, dat niet echt.
V
Project:
Healthy Lifestyle Hospitality
Sinds:
2013
Betrokken bedrijven: 5 hotels in Nederland en 3 in Duitsland, 2 restaurants in Nederland en 1 in
Duitsland, 2 ziekenhuizen, 2 verzorgingshuizen, 1 thuiszorgorganisatie, 1 camping, 1 bungalowpark, 1 of 2 golfbanen, KvK en IHK, 1 Healthy Ageingnetwerk, 2 gemeentes, 2 provincies, 1 in Nederland en 1 in Duitsland.
Betrokken onderwijs: Stenden Hogeschool en Alfa-college (hbo/mbo), diverse werkleerbedrijven
en fieldlabs op locatie van de bedrijven, mbo- en hbo-docenten en studenten uit de opleidingen Economie, ICT, Marketing,Toerisme en Leisure, Hotel, Facilitymanagement, Zorg, Internationale Handel, Social Work and Art Therapy. Euregionale uitwisselingsprogramma’s met beroepsonderwijs en bedrijfsleven, docenten- en studentenstages.
Ouderen (in de rol van o.a. gast/bewoner/patiënt) zijn ondernemender dan ooit tevoren. De toeristische branche (incl. de horeca) wil op deze trend inspringen en moet daarvoor een manier vinden om zo goed mogelijk om te gaan met zorgvragen en zorgvragenden. Andersom willen de zorgorganisaties graag leren van de horeca en toerisme-organisaties hoe gastgerichtheid en gastvrijheid kan bijdragen aan een gezonde levensstijl. Met behulp van elkaars expertise wil men tot betere en sterkere dienstverlening komen. De rode draad is: de kwaliteit van de diensten staat voorop en moet door de partners individueel en gezamenlijk geleverd worden. Deze trend stopt uiteraard niet bij de landsgrenzen. Van samenwerking met de euregio is al sprake en die wordt verder ontwikkeld.
In onze kringen richten we ons op: dié toeristen die tijdens hun verblijf extra aandacht willen besteden aan hun gezondheid, een gezonde levensstijl, of die enige zorg nodig hebben. We helpen de hotels, bungalowparken, restuarants, fitnesscentra, zorginstellingen enzovoort hun diensten beter af te laten stemmen op die ‘nieuwe’ toerist: de alsmaar ouder wordende mens. Dat is iemand die zowel langer actief is en op reis blijft gaan als ook vaker enige vorm van zorg nodig heeft op vakanties, kort of langer. Een gast die daar waarde aan hecht, heeft een iets andere dienstverlening nodig dan we gewend zijn. Deze gasten willen zowel gezond eten, hebben wellicht dieetwensen, hebben zorg op maat nodig, willen sporten of ontspannen en dat in een vrijetijdsomgeving waar kwaliteit zichtbaar is. Gastvrijheid voor hen gaat meer inhouden dan alleen heerlijk frisse lakens op een goed bed. Er moet meer en meer door de gastgevers gelet worden op service ook met betrekking tot zorg en gezondheid. En nou denken de ondernemers en wij van het lectoraat dat we de handen ineen moeten slaan om zo samen nieuwe combinaties van dienstverlening en scholing te maken om die gasten vooral in Emmen te onvangen. Dat kunnen we al goed en ze zijn zeer welkom, die grijze panters. Emmen is nét wat voor hen zo. Een volgende keer berichten we meer over wat we dan bedacht hebben aan nieuwe arrangementen om de toerist in de regio te krijgen en te houden.
p.37
p.38
– In de Verlenging –
Column
Ineke Delies, september 2009, Hoogeveensche Courant
Delen is vermenigvuldigen U zou vast verbaasd staan, als uw kind in dit nieuwe schooljaar thuis zou komen met bovenstaande huiswerkopdracht. Geen juf of meester haalt het in het hoofd om dit te onderwijzen. Maar wat op het eerst gezicht klinkklare onzin lijkt, is echter een waarheid als een koe in het geval van Kennis. Uw kennis neemt namelijk toe als u die deelt met een ander.
VI
Project:
ReCoMa-lab
Sinds:
2012
Betrokken onderwijs: 5 hotels in Nederland en 3 in Duitsland, 2 restaurants in Nederland en 1 in
Duitsland, 2 ziekenhuizen, 2 verzorgingshuizen, 1 thuiszorgorganisatie, 1 camping, 1 bungalowpark, 1 of 2 golfbanen, KvK en IHK, 1 Healthy Ageing netwerk, 2 gemeentes, 2 provincies, 1 in Nederland en 1 in Duitsland.
Betrokken instanties:
LOOK (Wetenschappelijk Centrum Leraren Onderzoek), Maarten de Laat en Loek Nieuwenhuis, Open Universiteit
In het ReCoMa-lab (Regionaal Co-Makership Laboratorium) ontwikkelt en test het lectoraat een onderwijsmodel voor het mbo als het hbo, gebaseerd op co-makership met clusters van regionale bedrijven. Ook wordt onderzoek gedaan naar het leren in netwerken op de werkplek en hoe docenten daarbij (informeel) leren.
Het vermeerderen of vernieuwen van kennis is heden ten dage van groot belang om bij te kunnen blijven in de kenniseconomie. Maar hoe doé je dat? Juist hier komt de raadselachtige formule uit de titel van deze column goed van pas: dat doe je door kennis te delen. Kennisuitwisseling is de basis van (alle) vernieuwing, dat is zelfs wetenschappelijk bewezen. Als impliciete kennis omgezet wordt in expliciete kennis, ontstaat kennisinnovatie. Dit zal ik kort toelichten. De mens beschikt over ten minste twee soorten kennis: impliciete en expliciete. Impliciete kennis ontstaat door bijvoorbeeld intuïtie, routine, ervaring en is moeilijk onder woorden te brengen omdat het heel persoonlijk is. Expliciete kennis ontstaat doordat meerdere mensen dezelfde zaken ongeveer op de zelfde wijze onder woorden gaan brengen, het gaat hierbij om zaken als bijvoorbeeld: gebruiksaanwijzingen, recepten, evaluaties, geschiedenissen, handleidingen, omschrijvingen. Deze kennis kan makkelijker aan anderen doorgegeven worden dan de impliciete kennis omdat men elkaars ‘taal’ spreekt. Vernieuwing van kennis ontstaat door persoonlijke ervaringen uit te wisselen met anderen. Dat kunt u doen door uw collega te laten zien hoe u een oplossing hebt gevonden, of u vraagt of toont uw buurman hoe iets werkt, u informeert bij uw schoonmoeder naar een recept, u tekent een grafiekje voor uw dochter, u gaat samen met een ander bedrijf aan een project werken, u haalt er een tijdschrift of studieboek bij, u leest de krant… de Hoogeveensche Courant. Kennisdeling kan eigenlijk alleen maar plaatsvinden door wederzijdse communicatie, of die nou mondeling of schriftelijk is. Of dat geschiedt door middel van het gesprek aan tafel, de mobiele telefoon, de computer, door het luisterboek (wordt populair tegenwoordig) of de televisie, door de krant, dat maakt niet uit. Wel zijn er minstens twee partijen voor nodig. De Hoogeveensche Courant is een belangrijke partij bij de uitwisseling van kennis in en over de regio. Wilt u als Hoogeveener uw kennis over de (kansen in de) regio vergroten, houd dan deze krant in ere! Echt regionale kranten zijn zeldzaam aan het worden. Ze kunnen de concurrentie met Internet bijna niet meer aan. In dit digitale tijdperk is de regionale krant een belangrijke bron van kennis voor en door mensen uit Hoogeveen en omstreken. Koester uw Hoogeveensche Courant en deel uw kennis ook met andere lezers. Misschien bent u eens net zo gelukkig als ik en vult u ook een vaste column. Ik ben Jan Koers dankbaar voor deze mooie gelegenheid om kennis te delen met betrekking tot mijn lectoraat over regionale samenwerking tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven. Mocht u dat geluk niet ten deel vallen, dan kunt u altijd nog een ingezonden brief sturen of een interview aanvragen met de krantredactie. Mocht u daar geen behoefte aan hebben, en hoe dan ook: deel uw kennis en u vergroot uw kennis. Blijf leren, onderhoud die mooie eigenschap van mensen, blijf nieuwsgierig. U vergroot daardoor niet alleen uw kansen in de kenniseconomie, maar u houdt ook uw levendigheid en sociale contacten in stand: een levenlang leren is ook leren voor het leven.
p.39
– In de Verlenging – – Bijlagen –
Netwerken • • • • • • • •
Lid Raad van Advies Healthy Ageing Network Noord Nederland Lid Raad van Advies De Gildeborg (Zorg Wonen en Welzijn) Lid begeleidingscommissie Woonhorizon (levensloopbestendig wonen) afgerond 2011 Adviseur project Kennis in de buurt/kennis aan tafel Lid netwerk mbo-lectoren Nederland en Mbo-Raad Lid netwerk HANNNlectoren Lid netwerk hbo sectorplan Noord Healthy Ageing Kwartiermakend lector European Tourism Institute Stenden Hogeschool, beëindigd 2011 • Participerend lector voorbereiding Kenniscentrum Kunststoffen Emmen Stenden Hogeschool, beëindigd 2010 • Participerend lector Kenniscentrum Sociale Innovatie Stenden Hogeschool • Verbonden via kenniscentrum Arbeid Hanzehogeschool met H. van Lieshout op Leven-lang-leren en Co-makership, met B. Emans op HRM en Innovatie • Verbonden via kenniscentrum Ondernemerschap Hanzehogeschool met F. Donders • Eigenaar LectoraatsKenniskring Toerisme in de regio met 25 bedrijven • Eigenaar LectoraatsKenniskring Zorg&Wonen met 15 bedrijven • Eigenaar LectoraatsKenniskring Duurzame innovatieve technieken en toepassingen met 6 bedrijven, in 2001 ondergebracht bij de andere 2 lectoraatskringen • Trekker voorbereidingsgroep deelonderzoek ‘Leren, werken en leven’ bij sociale cohesie en kennisnetwerken. van de Fryske Academie en RUG, beëindigd 2011 • Lid Voorbereidingsgroep ‘werkplekleren voor volwassenen en de invloed van regionale economie hierop’ met Universiteit van Tilburg, beëindigd 2011 • Samenwerkingsverband met onderzoeksgroep van voorheen Ruud de Moor Instituut, nu LOOK van Open Universiteit Heerlen • Participant voorbereidingsgroep samenwerking ‘leren en werken’ met Fachhochschule Osnabruck en Berufsacademie Emsland, gestopt in 2011 • Participant verdere uitwerking uitwisseling Berufsschule, Hochschule en universiteit Osnabruck en lectoraat • Lid begeleidingscommissie Innovatief Actie-programma Drenthe (IAD) Provincie Drenthe • Lid ontwikkelgroep Zorgeconomie Provincie Drenthe • Adviseur Krimpagenda Provincie Drenthe • Participant programma Geopark De Hondsrug • Participant Drents Actieprogramma Recreatie en Toerisme (DART) Provincie Drenthe • Adviserend lid ‘Triple O’ gemeente Hoogeveen, beëindigd 2011 • Adviseur gemeente Apeldoorn met betrekking tot kennisallianties beroepsonderwijs bedrijfsleven • Adviseur gemeente Heerenveen met betrekking tot kennisallianties beroepsonderwijs bedrijfsleven MKB
• Adviseur gemeente Den Bosch met betrekking tot Brainport en multidisciplinair werken Lid voorbereidingsgroep Kennisnetwerken en parkmanagement Hoogeveen, beëindigd in 2011 • Lid LEIDO-academie met betrekking tot Associate Degree • Kernlid InnovatieProgramma ATALANTA Emmen/Werkgroep DEIK, beëindigd in 2011 • Trekker ontwikkellijn ‘Communities of Practice’ • Lid stuurgroep CoP-’s Emmen • Trekker ‘Expertgroep Toerisme’ binnen werkgroep DEIK • Lid voorbereidingsgroep DPE Next van DierenparkEmmen en 2 CvB’s betrokken bij lectoraat • Adviseur Toeristisch en Recreatief Overleg Platform Emmen • Adviseur Toeristisch en Recreatief Overleg Platform Hoogeveen • Participant Agenda voor de Veenkoloniën beëindigd in 2011 • Lid redactieraad tijdschrift Profiel (mbo) beëindigd in 2011 • Columnist Hoogeveensche Courant • Columnist emmen.nu • Partner Y4 internationaliseringsproject met Portugal/Finland en Duitsland met betrekking tot kennisnetwerken, beëindigd in 2011 • Partner (met betrekking tot onderzoek) in Schakelpropedeuse VO mbo hbo • Partner uitwisseling Euregio en EDR op Lifestyle en HANNN • Lid voorbereidingscommissie congressen Healthy Ageing • Lid platform Humane Zorg • Lid kenniscafé Emmen • Lid Ondernemersplein-kring Emmen • Adviseur Nabershof • Beoogd lid stuurgroep Commissaris Gaarlandt Park Emmen • Lid Noorderboog Academie Meppel io en partner in ontwikkelplan Noorderboog 2020 • Lid advies groep Calibris • Lid strategisch overleg Stenden Hogeschool Emmen • Coördinator Toerisme bij Sectorplan Noord • Werkgroeplid Healthy Ageing bij Sectorplan Noord • Lid groep kennisnetwerk Innovatieplatform Nederland • Lid onderzoeksgroep Lerende netwerken • Lid stuurgroep speerpunt Healthy Ageing Alfa-college • Lid platform Innovatie en Kennis gemeente Emmen • Lid lectorenteam mbo • Lid lectorenteam school of Leisure&Tourism • Lid lectorenteam Centraal Stenden Hogeschool • Lid lectorenteam Healthy Ageing Noord Nederlandse hogescholen • Lid voorbereidingsgroep Euregio Stenden Hogeschool • Lid 4stars groep MKB Zuidoost-Drenthe
Partners uit bedrijven en overheden Bij MDK Zorg&Wonen: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Alescon Avics Beter Thuis Wonen Buurtsupport Emmen Calibris Coresta Friesland college Gemeente BorgerOdoorn Gemeente Coevorden Gemeente Emmen Gemeente Hoogeveen Gemeente Meppel GGZ Drenthe Gildeborg Gira Healthy Ageing Netwerk Noord-Nederland IDMM IK Platform Emmen Kenteq Leveste Care
• MKB • Ondernemersplein • Stichting Zorg-
erven Drenthe • Tangenborgh • Technische Unie • Van Boeijen • Vitalinq • Woonconcept • Woonservice • ZCNoorderboog • Zorgpalet • Zorgvilla • Zorgzaak
Bij MDK Toerisme: • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
ANWB Calibris Center Parcs De Huttenheugte Center Parcs Parc Sandur DierenPark Emmen Drenthse golfbaan Assen Drents Landschap EDR Gelpenberg golfbaan Aalden Gemeente Osnabruck Gemeente Emmen Gemeente Coevorden Gemeente Hoogeveen Gemeente BorgerOdoorn Gemeente Meppel Geopark De Hondsrug Golfbaan Green Meet’s Hampshire Zuid-Drenthe Havickshorst Hof van Saksen
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Hotel Lubbelinkhof Hotel Ten Cate Hunebedcentrum IVN Kenteq Kenwerk KvK Landal Orvelte Marke Marketing Drenthe MKB Ondernemersplein Osnabrück Marketing und Tourismus, Recreatieschap Drenthe Terra Vita, Theater de Muzeval Van der Valk Hotel Emmen Veenpark Voilá Advies Wedeka EMCO Zandpol Zoo Osnabrück