Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
24 januari 2002
nr 7
*
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
dertiende jaargang
Eredoctores 2002: Carla Del Ponte, openbaar aanklager Joegoslavië-Tribunaal
“Ik doe gewoon mijn job, punt uit”
2 Forum
Open brief aan de besluit vormers inzake wetenschappelijk onderzoek
Ludo Meyvis
Het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag straalt de gestrengheid uit die van zo’n gebouw verwacht mag worden. De veiligheid wordt er bijzonder ernstig genomen. Op straat al word je door een a gent gemonsterd. Dan wordt je identiteitskaart opgevorderd. Pas na de bagagecontrole én een beurt met de metaaldetector mag je de lobby in. Daar lopen tientallen bijzónder gespierde en gewapende veiligheidsagenten af en aan. Zien wij er dan zo verdacht uit?
3 Wetenschappers in de Lumumbacommissie
“Alleen onze gazons hebben ervan te lijden gehad” 4 MATRIX opent deuren
Mevrouw Del Ponte heeft het druk . “Pas de temps”, zegt ze eerst, terwijl ze me straal voorbijloopt. Uw dienaar staat even perplex, maar wordt er door een secretaresse gelukkig op attent gemaakt dat ze dat niet echt meent. Een paar minuten later komt ze inderdaad terug, vol bereidwilligheid. Gedurende het grootste deel van het gesprek houdt ze een pakje sigaretten vast, maar ze steekt er geen op. “Ik ben aan het stoppen”, glimlacht ze na afloop. “Ik gun er mezelf nog vijf per dag. Met Nieuwjaar wil ik er volledig mee kappen, maar het valt niét mee.” Blijkbaar wil ze van het etiket ‘ketting-
rookster’ af, dat ze in de pers gekregen heeft. Haar kantoor is niet opvallend groot, wel kraaknet. Op haar werktafel ligt Le Monde, geflankeerd door een woordenboek. Engels is haar vierde taal, maar ze heeft slechts occasioneel een Frans woord nodig om zich uit de slag te trekken. Aan de muur hangen een reeks onderscheidingen en een rijtje foto’s: Del Ponte met George W. Bush, met Kofi Annan ... In d e hoek staat een joekel van een brandkast met, vermoeden we, unieke procesdocumenten. En naast de deur een Amerikaanse poster met de kopstukken uit de Balkan-oorlog: Milosevic, Karadc ic, Mladic. De foto van Milosevic is ostentatief met de hand doorkruist, met een dikke rode stift. Die zit. Stem van de slachtoffers
Het eredoctoraat van de K.U.Leuven is haar eerste, zegt ze. “Het verraste me volkomen, maar ik vind het natuurlijk schitterend: Leuven is over de hele wereld bekend, dus zo’n eredoctoraat stelt wel wat voor. Voor mij bewijst het dat het werk dat we hier doen, niet alleen door de pers gevolgd wordt, maar ook door de universitaire wereld. Dat is
heel belangrijk. Mensenrechten en oorlogsmisdaden kúnnen nooit genoeg aandacht krijgen, en ze zijn jammer genoeg altijd actueel.” In september 1999 werd Del Ponte door de Veiligheidsraad benoemd tot openbaar aanklager in het Joegoslaviëén het Arusha-Tribunaal, voor de berechting van de oorlogsmisdaden en genocides in het voormalige Joegoslavië en Rwanda. “Het was de Zwitserse overheid die me vroeg om mijn kandidatuur te mogen indienen. Ik had er eigenlijk geen rekening mee gehouden dat ik de job ook effectief zou kunnen krijgen. Zwitserland staat in internationale organisaties immers nogal aan de zijlijn. Maar ik heb het gevoel dat het precies daardoor was dat mijn kandidatuur de nodige aandacht kreeg.” “Toen Kofi Annan mij meedeelde dat ik de job had, voelde ik me eigenlijk vooral slécht. Het ging per slot van rekening om een enorme verantwoordelijkheid. Kon ik die wel aan? Kon ik wel aan een job beginnen waar de wereldgemeenschap zoveel van verwachtte? Maar dat gevoel verdween. En als ik toen geweten had wat ik nu weet, had ik me veel minder slecht gevoeld: het is een verschrikkelijk drukke job, maar wel één die veel voldoening geeft.” vervolg op pagina 6
Documentatiecentrum Nieuwe Muziek krijgt eigen huis 5 Leven na de universiteit
Dries Sel, intendant VRO en VRK 7 Gesprek met Domenico Lenarduzzi
Eredoctoraat voor een stille werker
8 Bart Van Daele, hoofd UZ
“Structureel ondergefinancierd” 9 Gezondheidszorg in Burkina Fa so
Naar een multistakeholdership 11 Vormingskrant 16 Cultuur
Nieuwe reeks UURKULtUUR, en de start van STUK 19 Partnership & Academic Development
Strategische zoektocht naar partners voor de K.U.L euven 20 Gesprek met Karel Vinck, voorzitter Alumni Lovanienses
Labo Inspanningsfysiologie helpt wielersport een handje
21 Alumni-nieuws 24 Gemengde gevoelens omtrent Semeks?
“Geef mij toch maar de korte pijn”
Johan Museeuw, Richard Virenque, Axel Merckx en hun collega’s van de Domo-ploeg zijn kind aan huis in het Sportkot, waar ze begeleid worden om tot nog betere prestaties te komen. Niet als proefkonijn, laat dat duidelijk zijn. Professor Bart Van den Eynde: “Wielrennen is interessant omdat het op het vlak van prestaties een vrij ee rlijke sport is. Inspanningsfysiologisch gezien heb ik persoonlijk het meeste respect voor wielrenners. ” Interview op pagina 10 foto: ingezonden
FORUM
24 januari 2002 Campuskrant
Open brief aan de besluitvormers inzake wetenschappelijk
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven Redactie
onderzoek in België en Vlaanderen
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen
Louis Ronse De Craene, voormalig postdoctoraal onderzoeker aan de K.U. Leuven
Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 8 4
[email protected] Adreswijzigingen
Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15/10
[email protected] Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven (t) 016 32 41 84 (f) 016 32 40 1 4
[email protected] Aan dit nummer werkten mee
Vincent Agten, Gert Gielen, Erik Gobin, Marcel Kerff, Geert Op De Beeck, Klaartje Proesmans, K ristien Vermoesen Stuurgroep Campuskrant
Ronny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens, Bernard Boonen, Jan De Vuyst, Jan Elen, Erik Gobin, Els Heylen, Bernard Himpens, Bert Overlaet, Isabel Penne, Paul Thurman, Myriam Van Acker, Jos Vaesen, Jan Verhaeghe Ontwerp lay-out
Total Design Belgium Foto’s
Rob Stevens, Sam Rentmeester Cartoons
Joris Snaet Reclameregie
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 8 4 Oplage
38.500 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan kunnen overgenomen worden mits toestemming van de red actie. Het volgende nummer verschijnt op 14 februari. Suggesties voor artikels of interviews zijn welkom op het redactieadres.
Op deze pagina is ruimte voor uw lezersbrief of opiniestuk, in te z enden via www.kuleuven.ac.be/ ck/opinie.htm. De inhoud van de hier gepubliceerde stukken is voor rekening van de auteur. De deadlines voor de volgende nummers vindt u onderaan op deze pagina.
Ik reageer geërgerd op de recente triomfalistische verklaringen van onze minister voor Wetenschappelijk Onderzoek. Het betreft de selectie van een Belgisch astronaut om deel te nemen aan Russische ruimtevaartexperimenten. Prachtig voor die man, die zijn droom waar kan maken. Maar hoeveel Belgische wetenschappers delen in zijn geluk? Als men weet dat het project een prijskaartje heeft van ettelijke miljoenen, die geschonken worden door het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. En dat ditzelfde geld veel beter kan besteed worden op lange termijn. Er wordt dikwijls over geklaagd dat de grijze m aterie België verlaat ... Dat kan misschien in bepaalde gevallen te maken hebben met een beter salaris in het buitenland. De belangrijkste reden is echter dat er in ons land geen onderzoekspolitiek is op lange termijn. Hoeveel veelbelovende onderzoekers hebben volledig afgehaakt na hun doctoraat? En hoeveel anderen, die reeds ver staan in hun car rière, worden rond hun veertigste gedwongen een gelijkwaardige job te vinden in het buitenland? Na de vaststelling dat ze de leeftijdslimiet overschreden hebben om aanspraak te maken op onderzoeksbeurzen, en dat er geen vacante plaats is aan universiteiten. Wat een geld- en talentverspilling stelt dat niet voor? De selectie om fondsen te bekomen of om personeel te benoemen wordt steeds meer afhankelijk van criteria die los staan van de wetenschappelijke waarde van het onderzoek, omdat het aanbod van goede kandidaten uit sterk verschillende richtingen groter is dan de beschikbare middelen. Universiteiten worden meer en meer afhankelijk van de industrie of korttijdige maatschappelijke noden om het onderzoek te financieren. Met het gevolg dat niet winstgevende richtingen moeite hebben om te overleven of opgedoekt worden. Het is niet voldoende om meer dan vijftig publicaties te hebben in internationaal gewaardeerde tijdschriften. Men moet kunnen publiceren in toptijdschriften, zoals Science en Nature, hoewel iedereen weet dat zulke tijdschriften op sensationeel en vulgariserend nieuws uit zijn, waarbij elk type van fundamenteel, niet-sensationeel onderzoek uitgesloten is. Hoe kan de wetenschappelijke waarde van een plantensystematicus vergeleken
Elektronische agenda
Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
11 18 april (AB) 10 april
8 14 februari 6 februari
12 8 mei (woensdag!) 30 april (dinsdag!)
9 7 maart (AB) 27 februari
13 30 mei (AB) 22 mei
10 28 maart 20 maart
14 20 juni 12 juni
Bijdragen dienen ons de dag van de deadline te bereiken, vóór 12u sti pt.
LEZERSBRIEF Eredoctoraat Prins Filip
Als oud-student van de faculteiten TW (‘75) en TEW (‘88) is het voor mij een k aakslag dat een eredoctoraat wordt verleend aan de heer F ilip Van Saksen-Coburg en dit enkel en alleen omdat zijn verdienste is dat hij een feodaal erfgoed heeft ontvangen, namelijk het recht om staatshoofd te worden gewoon omdat zijn vader het is. In ‘68 waren er tal van professoren in Leuven die toen streefden om de stad Leuven en de Vlaamse studenten te geven waarop ze recht hadden, namelijk een volledig Nederlandstalige universiteit in een Vlaamse stad. U zal zich nog herinneren dat dit streven toen gedwarsboomd werd door alle notabele Belgische instellingen: de toenmalige regering VDB, de kerk en het paleis. Blijkbaar zoveel jaren later, terwijl het paleis zich nog steeds gedraagt als een wereldvreemd instituut, vindt de top van de KUL, nochtans mensen met een groot aanzien, het nodig om een instelling die jarenlang de ontvoogding van de Vlamingen heeft tegengehouden, in de bloemetjes te zetten. U begrijpt mijn ontgoocheling, temeer omdat de KUL één van de belangrijkste instituten is in de algemene ontwikkeling van de Vlaamse bevolking. Is dit nu e cht nodig? Patrick Mertens Oud-student TW en TEW
Patroonsfeest 2002
Verschijningsdata Campuskrant 2002 AB = met alumnibijlage
worden met die van een medisch oncoloog? Het wetenschapsbeleid in België valt samen met de termijn van een politiek mandaat. Als er veel geld voor het onderzoek naar voor wordt getoverd, dan dient dit om het aantal onderzoeksbeurzen op te schroeven voor jonge beginnende onderzoekers. Maar wat als ze hun doctoraat behaald hebben? België ligt ver achter inzake financiering van het wetenschappelijk onderzoek in Europa, en de visies van een Vlaamse of een Waalse regering op lange termijn zijn even kortzichtig. België is een klein land, waarom moet dat altijd met kleinzieligheid gepaard gaan?
Onder agenda.kuleuven.bevindt u de nieuwe elektronische Agenda K.U.Leuven. In deze database worden voortaan alle evenementen aan de K.U.Leuven verzameld die buiten het gewone academisch onderwijs vallen. Het betreft zowel congressen, symposia en studiedagen, doctoraatsseminaries en -verdedigingen, als cultuur-, sport- en studentenevenementen. Personeel, studenten én alumni kunnen activiteiten invoeren, met behulp van hun paswoord en user-ID. Evenementen kunnen via datum, periode, organisator en rubriek opgezocht worden. De Dienst Communicatie selecteert evenementen uit deze agenda voor de wekelijkse eNieuwsbrief, voor artikels in Campuskrant en voor de opmaak van de Congresbrochure die tweemaal per jaar uitgegeven wordt.
Op maandag 4 februari viert de K.U.L euven haar Patroonsfeest. De plechtigheid begint om 9.30u met een eucharistieviering, waarin kardinaal Godfried Danneels voorgaat en de homilie houdt. Om 11u volgt een academische zitting in de Pieter De Somer-aula. Rector Oosterlinck reikt het eredoctoraat uit aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip, Hertog
van Brabant, Prins van België, aan Mevrouw Carla Del Ponte, openbaar aanklager van het Internationaal Tribunaal voor voormalig Joegoslavië, aan The Lord Browne of Madingley, Group Chief Executive BP plc, en aan de heer D omenico Lenarduzzi, eredirecteur-generaal Onderwijs en Cultuur, Europese Commissie. Tijdens deze academische zitting zal ook de Damien-Dutton Award 2001 uitgereikt worden aan professor dr. em. Michel F. Lechat (UCL-K.U.L euven). Het Patroonsfeest wordt om 20.30u afgesloten met een optreden van kamerorkest Prima la Musica in de Pieter de Somer-aula. Meer info hierover vindt u op de cult uurpagina, p. 17.
Campuskrant vindt u ook op internet: www.kuleuven.ac.be/ck/
2 CAMPUSKRAN T 2 4 .1 .2002
Voor interviews met Carla Del Ponte en Domenico Lenarduzzi, zie pagina’s 10 en 11.
NIEUWS
NIEUWSFLITS Geen vijfde jaar voor taalstudies
Wetenschappers in de Lumumba-commissie
“Alleen onze gazons hebben ervan te lijden gehad” Ludo Meyvis
Luc De Vos en Manu Gerard zijn als historici verbonden aan het De partement Politieke Wetenschappen. De afgelopen twee jaar kwamen beide hoogleraren geregeld in het nieuws met hun sleutelrol in de Lumumbacommissie, waarin het parlement de precieze betrokkenheid van de B elgische overheid nagaat in de troebele tijden rond de moord op de Kongolese premier Patrice Lumumba.
Op het moment dat u dit leest, worden hopelijk - de conclusies van het lijvige Lumumba-rapport voorgesteld aan het parlement. Het werk van de wetenschappelijke experts zit erop. Slaken zij nu een zucht van verlichting? Vrijheid
“Niet bepaald,” zeggen ze als uit één mond. “Het is een heel intense periode geweest, met héél veel werk, maar we zijn er allebei eigenlijk een beetje rouwig om dat het afgelopen is. Daar zijn verschillende redenen voor.” “Beleidsgericht onderzoek staat soms in een wat vervelend daglicht. Het valt moeilijk te ontkennen dat daar wel eens een soort sturende factor bij komt kijken. Je wordt dan als wetenschapper ‘omkaderd’ door politici of ambtenaren, en dat kàn leiden tot conclusies die niet altijd volledig wetenschappelijk onderbouwd
zijn. In ons geval was dat zeker anders. Het was van meet af aan duidelijk dat het onderzoek volledig gedragen zou worden door de experts. Die werden natuurlijk wel vooraf gescreend door de Staatsveiligheid - per slot van rekening zouden we met heel gevoelig materiaal in aanraking komen - maar dat was de enige vorm van controle die we ondervonden hebben. Oorspronkelijk waren er vijftig kan didaten voor vier mandaten. Het mag wel eens gezegd worden dat het niet evident was dat er uiteindelijk twéé mensen van Leuven geselecteerd werden - plus een collega van Luik en de vroegere directeur van het CRISP, het Centre de Recherche et d’Information Socio-politiques. Op zichzelf suggereert die keuze al dat het niét om een gepolitiseerde zaak gaat.” “De waardering van de commissieleden voor het werk van de experts is bijzonder groot gebleken. We hebben de leden regelmatig tussentijdse resultaten voorgelegd, en die
werden met zéér veel aandacht gelezen en becommentarieerd - maar nooit geamendeerd.” Hallo, hier een huurmoordenaar
“We hebben altijd kunnen werken in totale vrijheid, en met middelen waar je normaal als wetenschapper niet over
uitvoeren door experts. Dat is wel een grondig verschil met bijvoorbeeld de dioxine- of de Dutroux-commissie. Daar waren natuurlijk ook wel experts bij betrokken, maar veeleer in de marge. Het onderzoek in
“Het is wel vreemd hoor, wanneer je voor je research een beroep kunt doen op de federale politie, huiszoekingen. Wij waren het bijvoorbeeld niet gewoon anonieme telefoontjes te krijgen over huurmoordenaars.” beschikt. De commissie had de bevoegdheid van een onderzoeksrechter, en daar konden wij op terugvallen. Het is wel vréémd hoor, wanneer je voor je research een beroep kunt doen op de federale politie, op huiszoekingen ... Natuurlijk gebeurde dat uitzonderlijk. De meeste documenten, ook van private aard, werden ons op eenvoudig verzoek overhandigd, wellicht ook omdat we er altijd zorg voor gedragen hebben dat we het vertrouwen van onze informanten konden winnen. We hebben kunnen werken met onontgonnen en normaal ontoegankelijke archieven, met getuigen die onder Prof. Luc De Vos eed stonden, met overheidsdiensten enzovoort. Af en toe kwamen daar ook wat meer spectaculaire dingen bij kijken. Wij waren het bijvoorbeeld niet gewoon anonieme telefoontjes te krijgen over huurmoordenaars. En we waren al evenmin thuis in de sfeer van geheime fondsen, moordpogingen enzovoort. Maar dat aspect mag je zeker niet overroepen. Ons werk was vooral opgevat als een historische bronnenstudie. Precies omdat het zo’n technische aanpak impliceerde, over een domein waar nie-
die commissies werd uitgevoerd door politici, niet door wetenschappers.” “De sfeer waarin we hebben kunnen werken, was echt een verrassing voor ons. Men zei ons wel eens dat er wel met onze bronnen geknoeid zou zijn, dat er archiefstukken weggezuiverd zouden zijn of zo, maar daar hebben we bijzonder weinig van ondervonden. Je ziét het, hé, als een archief ‘bewerkt’ is. We hebben eerder het tegendeel mogen ervaren. We hebben toegang gekregen tot archieven die normaal ontoegankelijk blijven: de correspondentie van het Hof, de geheime archieven van de Union Minière ... We hebben dossiers van de Staatsveiligheid doorgenomen, notulen van de Minis terraad, noem maar op. Heel wat auteurs van d ie documenten leven nog, en dat leverde soms verrassende confrontaties op. Men heeft ons wel gezegd dat we, door die ongehinderde toegang, méér van de m aterie weten dan de meeste hoofdrolspelers van veertig jaar geleden.”
Een vijfde opleidingsjaar is niet aan de orde voor jongeren die talen of wijsbegeerte studeren. De minister van Onderwijs, Marleen Vanderpoorten, ziet zo’n studieduurverlenging niet zitten. Hoewel ze het niet uitsluit voor alle opleidingen. Vanderpoorten reageerde vrijdag op het pleidooi van de zes decanen Letteren en Wijsbegeerte van de Vlaamse universiteiten (DS 10 januari). Die schreven een gezamenlijke brief naar de minister om een extra opleidingsjaar te bepleiten voor de opleidingen in hun faculteit. Volgens de decanen is dat nodig opdat Vlaamse diploma’s in het buitenland naar waarde geschat zouden worden. De minister is het daar niet mee eens, ze vindt h et een vrij conservatief standpunt. Vanderpoorten: “Het is niet de kwantiteit die telt, maar de kwaliteit. En het Vlaamse hoger onderwijs kan concurreren met andere landen, ook al duren studies daar langer.” De Standaard, 12.1.2002
Eredoctoraat
“De kwestie van het eredoctoraat voor prins Filip wordt totaal overschaduwd door het politieke debat over de rol van de monarchie dat de jongste weken woedde,” zegt Andreas De Leenheer, rector van de Universiteit Gent. Ook zijn collega’s in Antwerpen en Brussel lopen om de Leuvense hete brij. De drie rectoren van de Antwerpse, Gentse en Brusselse universiteit hoeden er zich voor hun Leuvense collega’s voor het hoofd te stoten. (...) In theorie is prins Filip ook voor de andere Vlaamse universiteiten een perfect valabele kandidaat voor een eredoctoraat. Wetenschappelijke verdiensten zijn geen noodzaak. Elke universiteit kent intussen de traditie om ook eminente persoonlijkheden te eren als die een internationale uitstraling hebben en een algemene verdienste op maatschappelijk, cultureel of humanitair vlak kunnen voorleggen. (...) Eigenlijk is prins Filip nu een beetje slachtoffer van de omstandigheden. Rector De Leenheer: “Dit dossier wordt overschaduwd door het politiek debat van de jongste weken. Ofwel ging het over dotaties aan de koninklijke familie, ofwel over de beperking van de rol van de monarchie. Daardoor is dat eredoctoraat van Filip toch wel bezwaard. Tien, twintig jaar geleden was daar nooit discussie over geweest.” Het Nieuwsblad, 16.1.2002
Advocaten bedanken voor strafrecht
Steeds minder jongeren kiezen voor de studies rechten en nog veel minder kiezen voor een loopbaan als strafpleiter. Dat zorgt er nu al voor dat openstaande vacatures moeilijk ingevuld geraken. De romantiek van het strafpleiten heeft plaatsgemaakt voor de zekerheid van werkuren en centen. Weinig studenten willen nog strafpleiter zijn, en van degenen die er dan toch aan beginnen, haken velen af. Strafpleiten is zeer arbeidsintensief, je bent zelden op kantoor en avonden en weekends bestaan ook al niet. Je bent ofwel op de griffie, ofwel in de gevangenis, ofwel pleit je. Je moet dus een portie geluk hebben om in het milieu terecht te komen, waardoor je nieuwe en goede zaken krijgt. Als je dan tenminste wordt betaald, want vooral in het strafrecht zie je als advocaat niet altijd centen. Gazet van Antwerpen, 16.1.2002
Twee jaar lang niks gedaan
Prof. Manu Gerard
mand echt in gespecialiseerd is, achtte het parlement het aangewezen het onderzoek volledig te laten
“Als individueel onderzoeker kàn je zo’n werk niet aan, de hindernissen zijn te groot, en te veel deuren blijven gesloten. Maar met de ruggensteun van een parlementaire commissie kan dat dus wel. We vinden dan ook dat we twee jaar lang in uitzonderlijke wetenschappelijke condities hebben kunnen leven en werken, en die luxe moeten we nu noodgedwongen achter ons laten.” “Als je aan je a cademische carrière begint, heeft praktisch niemand nog de kans zich op zo’n intense manier in een
onderzoeksthema te storten. Er komen zoveel andere taken op je af - een hoop colleges, een overvloed aan administratie, fondsenwerving, evaluaties, noem maar op -, dat voor de meeste onderzoekers in de humane wetenschappen geldt dat zij met heimwee terugkijken naar de jaren van hun doctoraat. Wij hebben de luxe gehad een soort tweede doctoraat te kunnen maken.” “De omstandigheden waarin we hebben kunnen werken, hebben zeer mooie en degelijke wetenschappelijke resultaten mogelijk gemaakt. Ons r apport stààt er, en tot nu toe hebben we alleen maar positieve reacties mogen ontvangen.” vervolg op pagina 7
24.1.2002 C A M P U S K R A N T
3
NIEUWS
Documentatiecentrum MATRIX opent deuren
Nieuwe Muziek in de Minderbroedersstraat Karla Venken
In mei 2000 ging de Afdeling Musicologie van start met een info- en documentatiecentrum voor naoorlogse Nieuwe Muziek. Hoewel niet werd stilgezeten, leidde het centrum met de naam MATR IX een wat onzichtbaar bestaan in haar volgestouwde kantoortje in de Facult eit Letteren. Uitzicht op adequate behuizing kwam er toen de universiteit een aantal gebouwen in de Minderbroedersstraat aankocht, tussen de oude ziekenhuisauditoria en de Kapucijnenvoer. Sinds vorige week vrijdag heeft MATRIX alles om het trefpunt voor Nieuwe Muziek in Vlaanderen te worden.
Wie Leuvense musicologie zegt, hoort polyfonie. Maar ook met haar onderwijs en onderzoek van twintigsteeeuwse compositietechnieken heeft de afdeling een internationale reputatie verworven. Het naoorlogse serialisme, met componisten als Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, John Cage en Karel Goeyvaerts, is het studieterrein van professor Mark Delaere. Hij nam het initiatief voor een centrum Nieuwe Muziek, in de eerste plaats om de bibliotheekcollectie versneld te kunnen uitbouwen.
Minderbroedersstraat, een vijftiende-eeuws pand, aangekocht en gerenoveerd. Coördinator van het centrum is Marie Decannière - zij is nu wel met bevallingsverlof, en wordt zolang vervangen door Lieve van Isterdael. Componisten en andere bezoekers die gebruik willen maken van de muzieksoftware, kunnen op begeleiding rekenen van Peter Swinnen, ATP-medewerker en computerdeskundige van onze afdeling. MATRIX is minimaal 24 uur per week open voor het publiek, en wordt dan bemand door jobstudenten, uiteraard ook van musicologie, en overigens een heel toffe ploeg.”
Inhaalbeweging
Delaere: “Musicologie is een bijzonder kleine afdeling, met slechts twee voltijdse docenten. De bibliotheekcollectie en infrastructuur concentreren zich dan ook op wat, van bij de o prichting in 1942, het specialisme van de afdeling is geworden: de Nederlandse polyfonie, de Renaissance-periode dus. Het onderzoek van de opeenvolgende professoren, en collega Ignace Bossuyt nu, is wereldwijd een referentie. Met onze zeer geringe budgetten zou het ongetwijfeld ook een viertal generaties professoren met interesse voor Nieuwe Muziek vergen, om daarrond een vergelijkbare collectie uit te bouwen.” “Om dat met één enkele inhaalbeweging te kunnen realiseren, hebben we een privé-partner gezocht, en gevonden in CERA Foundation. Die stichting sponsort maatschappelijk interessante projecten in de socio-culturele sector, en zal voor MATR IX gedurende een vastgelegde periode de aankopen en personeelskosten financieren. Vandaar ook de keuze voor een publiek toegankelijk documentatiecentrum, met een veel ruimere actieradius dan enkel onze afdeling. Onder diezelfde voorwaarde hebben we trouwens ook subsidies van de Stad Leuven en de Provincie Vlaams-Brabant verkregen. Maar uiteraard biedt MATRIX tegelijk nieuwe opportuniteiten en faciliteiten voor de studenten musicologie.” “De andere partner in de vzw MATR IX is de K.U.Leuven, die zich garant stelt voor huisvesting en exploitatie. De universiteit heeft het gebouw in de
Dure partituren
Op het gelijkvloers van het centrum vind je een lee s- en luisterruimte. Hier kan je partituren, tijdschriften, muziekanalyses, monografieën van componisten en andere naslagwerken doornemen, en gratis cd’s en platen komen beluisteren. Ontlenen of kopiëren kan evenwel niet, vanwege auteursrechten en de ‘kwetsbaarheid’ van documenten als partituren. In de bibliotheek staat voorlopig weinig meer dan de bescheiden collectie die uit Letteren werd verhuisd, maar MATRIX werkt volop aan de uitbouw van een exhaustieve verzameling partituren, cd’s en een basis bibliotheek over Nieuwe Muziek sinds 1950. Alleen daardoor al zou MATRIX een unieke positie in Vlaanderen verwerven. Delaere: “Van de grote binnen- en buitenlandse componisten willen we het volledige oeuvre in huis halen, van de anderen een representatieve selectie. Sinds 1995 al beheert de Afdeling Musicologie de artistieke nalatenschap van Karel Goeyvaerts. Zijn manuscripten, schetsen en brieven bevinden zich in het centrale Archief van de universiteit. We hebben net het volledige werk van Xenakis gekocht, zo’n t achtig partitur en. Partituren van hedendaagse muziek zijn zéér duur. Het gebruik van niet-conventionele notitiesystemen maakt de uitgave ervan niet eenvoudig, en bovenal zijn de auteursrechten op werk van levende componisten hoog. Van hedendaagse componisten vind je slechts weinig partituren in België, en bovendien verspreid over een groot aantal instellingen. Muziek-uitgeverijen zullen MATRIX hopelijk beschouwen als ‘steunpunt’ en ons partituren schenken, maar daarnaast beschikken we ook over een mooi aankoopbudget.” Computerlabo
MATRIX volgt ook de ontwikkelingen op het vlak van elektronische muziek en muzieksoftware. Achter de bibliotheek is een kleine werkruimte voor gastcomponisten, met een digitaal klavier, een muziekinstallatie, en een pc uit gerust met compositieprogramma’s. Delaere: “Zelfs de componist met de grootste pc-fobie maakt vandaag gebruik van “MATRIX is een veelbelovende cultur ele parel, die moet bijdragen tot een bete- dergelijke programma’s, al was het re verspreiding van de muziek van de Bachs en Beethovens van vandaag”, zei maar om partituren te noteren. De algemeen beheerder Vic Goedseels bij de p lechtige opening, vrijdag 18 januari. meeste componisten ontwikkelen hun De Leuvense schepen van cultuur Saïd El Khadraoui plaatste MATR IX in het eigen programma, en daaraan kunnen rijtje van succesvolle culturele initiatieven van stad en universiteit, verwees ze hier ook werken. Op zolder hebben daarbij naar het pas heropende STUK en de museumsite, en bevestigde de we een tweede computerlabo ingeplannen voor een centrum voor hedendaagse beeldende kunst. richt, met acht pc’s waarop het Vlnr: Matthieu Vanhove (Cera Holding), prof. Vic Goedseels (algemeen beheer- Unisono-programma draait, d idactider K.U.Leuven), Rik Donckels (Cera Holding) en prof. Marc Vervenne (vicesche software voor gehoorvorming rector K.U.Leuven en voorzitter van MATR IX). die onze afdeling ontwikkeld heeft.
4 CAMPUSKRAN T 2 4. 1. 2002
Muziekstudenten, of bijvoorbeeld ook dirigenten in opleiding, kunnen daarmee akkoorden, intervallen en ritmische structuren inoefenen, instrumenten leren herkennen, fouten in partitur en leren detecteren, enzovoort. Dankzij MATRIX wordt dat Unisono-project van onze afdeling bestendigd.” Het seminarielokaal op de eerste verdieping is evenmin enkel bedoeld voor de studenten musicologie. MATRIX zal er onder meer initiatielessen, lezingen en workshops voor andere geïnteresseerden houden. Zo verzorgde het al een inleiding op het concert van de Amerikaanse pianist-componist Frederic Rzewski voor het Cultureel C entrum Leuven. Delaere hoopt dat ook muziekverenigingen en koorfederaties de weg naar MATRIX zullen vinden om bijvoorbeeld samen studiedagen te organiseren. Activiteiten, kortom, die de muziekliefhebber over de streep moet halen voor de als moeilijk bestempelde hedendaagse ‘klassieke’ muziek. Moeilijkheidsgraad
Het centrum voerde ondertussen al een aantal opdrachten uit voor het Muziekcentrum Vlaanderen. Dat is één van de zogenaamde steunpunten die de minister van cultuur in het leven riep bij zijn hervorming van de socio-culturele sector. Delaere: “We hebben voor het Muziekcentrum een databank van Vlaamse componisten na 1950 sam engesteld. We inventariseren en catalogiseren alle door de Vlaamse overheid gesubsidieerde composities en opnamen van nieuwe muziek - dat zijn ze ongeveer allemaal en stellen die hier ook beschikbaar. Van een dertigtal Vlaamse componisten hebben we al uitgebreide infofiches klaar, die je op onze website kan raadplegen. De samenwerking met de componisten loopt goed, MATRIX fungeert op deze manier voor hen ook als een doorgeefluik. Ensembles, koren enzovoort kunnen hier ideeën opdoen voor uitvoeringen.” “Daarnaast hebben we in opdracht van het Muziekcentrum ook een gestandaardiseerde muziekdatabank ontwikkeld, met uitgebreide zoekmogelijkheden en interne en externe links. Een eenvormige elektronische catalogus voor muziekmaterialen is onder meer interessant voor bibliotheken van muziekconservatoria, voor de amateursector, koorfederaties en dergelijke. Die hebben nood aan specifieke zoekparameters, zoals bijvoorbeeld de moeilijkheidsgraad van werken. Deze muziekcatalogus wordt samen met het Libis/Amicus/Librivision-team verder ontwikkeld (Amicus is het nieuwe bibliotheeksysteem dat het huidige Libis zal vervangen, -red.) en zal vanaf het najaar online zijn. Tot dan zijn onze bestanden raadpleegbaar via Libis.” “We hebben het voorbije anderhalf jaar inderdaad niet stilgezeten, en sinds vorige week vrijdag kunnen we met dat werk ook naar buiten komen.” MATRIX, Minderbroedersstraat 48, 3000 L euven, (t) 016 33 20 42, in
[email protected], www.MATRIX.mu
LEVEN NA DE UNIVERSITEIT Dries Sel, intendant Vlaams Radio Orkest en Vlaams Radio Koor
“Muziek is tweerichtingsverkeer” Kristien Vermoesen Musicoloog én manager is Dries Sel. En tegelijk ook een bee tje wereldverbeteraar als hij zegt: “Een orkest moet met zijn beide voeten in de maatschappij staan.” Als intendant van het Vlaams Radio Orkest en Vlaams R adio Koor combineert hij zijn liefde voor muziek met de artistieke en zakelijke werking van het orkest, het koor en de muziekbibliotheek van de openbare omroep. “Ik heb altijd op een ambigu spoor gezeten tussen organisatie en wetenschappelijk werk”, zegt Dries Sel. “Na mijn studie musicologie in Leuven ben ik voor een jaar naar de universiteit van Keulen getrokken om een doctoraat voor te bereiden. Toen ik terugkwam, was Jan Caeyers hier het Nieuw Belgisch Kamerorkest aan het oprichten - tegenwoordig is dat de Beethoven Academie. Samen met hem heb ik dat uit de grond gestampt. Ik heb het wetenschappelijke werk laten vallen en ben manager geworden. Eerst voor de Beethoven Academie, daarna voor I Fiamminghi en nu iets meer dan drie jaar voor het Vlaams Rad io Orkest en het Vlaams Radio Koor. Wat niet betekent dat ik niet meer met muziek bezig ben. Ik teken voor de artistieke invulling van orkest en koor bijvoorbeeld, en dan heb je die achtergrond als musicoloog wel nodig. Voor het zuivere managementaspect van mijn functie heb ik niets aan mijn opleiding. Ik heb wel een postgraduaat management, maar mijn generatie cultuurmanagers heeft het vak toch voornamelijk al doende geleerd.” Tegenstrijdige belangen
CK: Moet een cultuuropleiding als musicologie meer aandacht besteden aan management? “Nee, dat zijn twee totaal verschillende dingen. Je merkt wel dat opleidingen cultuurmanagement enorm veel succes hebben bij studenten. Voor een posthogeschoolvorming in Gent heeft men de inschrijvingen zelfs moeten stopzetten omdat er zo massaal op gereageerd werd.
De universiteit moet wel ruimte creëren voor een volwaardige opleiding cult uurmanagement, vind ik, maar musicologie staat daar volledig los van.” CK: Moet je niet vaak tegenstrijdige belangen zien te verzoenen? “Voortdurend! Als intendant ben je - dat is mijn visie - in de eerste plaats verantwoordelijk voor het uitvoeren van een artistiek hoogwaardig project. Je bepaalt je missie: welk repertoire brengen we, welke dirigenten komen dat uitvoeren, in welke artistieke format brengen we dat, enzovoort. Daarrond zitten alle zakelijke componenten. Ik moet de twee in evenwicht brengen: ik ben evengoed verantwoordelijk voor de keuze van de dir igenten als voor het budget.” CK: Uit het programma van het Vlaams Radio Orkest en het Vlaams Radio Koor blijkt dat jullie serieuze inspanningen leveren om een groot publiek aan te spreken. Het orkest toert met Madredeus, er is een avond geprogrammeerd rond liefde en ee n ‘hot & spicy’ programma met LatijnsAmerikaanse muziek. Hoe combineer je kwaliteit met een groot publiek? “Toen we een paar jaar geleden de kans kregen om een nieuwe missie uit te tekenen voor het orkest, hebben we die met twee handen gegrepen. We wilden opnieuw het grote symfonische repertoire uit de twintigste eeuw brengen: we hebben daar het apparaat voor, we hebben onze voorgeschiedenis en het is onze taak. Mensen associëren klassieke muziek met een aantal grote namen die vooral achttiende- of negentiende-eeuws zijn: Mozart, Haydn, Beethoven, Brahms, ...
Dries Sel: “Een orkest mag niet meer vanuit een ivoren toren naar de maatschappij kijken en verwachten dat het publiek vanzelf komt opdagen.”
Onze taak ligt dichter in onze tijd. Dan vonden we dat we, als we wilden moderniseren, moesten nadenken over het concert als format. Het concert is een negentiende-eeuwse vorm. We willen concerten presenteren in een vorm die een jong publiek aanspreekt. Niet het ouderwetse, typische bourgeoismodel van een concert. Tenslotte moet een orkest met zijn twee voeten in de maatschappij staan. Het mag niet meer vanuit een ivoren toren naar die maatschappij kijken en verwachten dat het publiek vanzelf komt opdagen. Nee, het verkeer moet in twee richtingen gebeuren. Vandaar dat we ook socio-culturele projecten een plaats geven.” Uit het dal
drastische deed de RTBF: die schafte haar orkest gewoon af, in ’91 was dat. Het Vlaams Radio Orkest is zeer diep gegleden, door een verlies aan focus. In de jaren ’40 en ’50 had je nog Paul Collard, één van de belangrijkste musicologen die België ooit gehad heeft én een man van de radio. Hij was bevriend met de grote componisten van toen: Bartok, Stravinsky, Poulenc, Honneger. Die mensen kwamen door hem met het orkest in contact, ze dirigeerden er hun eigen werk. Daardoor bouwde het Vlaams Radio Orkest vanuit Studio 4 van het Flageygebouw een fantastische reputatie op. Toen Collard stierf, verdween die focus en kwamen dirigenten van slecht niveau, er zat geen lijn in het programma - operette of symfonische stukken, het orkest presenteerde alles door elkaar.” “De VRT, die de laatste tien jaar meer gedwongen wordt om marktgericht te werken, vroeg de Vlaamse regering om een oplossing te zoeken: ‘Wij kunnen met dat orkest niets meer doen. En we hebben de laatste vijfentwintig jaar bewezen dat we niet de competentie in huis hebben om het te managen.’ In ’96 beslist de Vlaamse regering dan om het orkest te verzelfstandigen. Omwille van
CK: Van theaterzijde hoor je dat die inspanningen heel weinig resultaat opleveren. Het Toneelhuis geeft openlijk toe dat zij er niet in slagen een gemengd publiek in de zaal te krijgen. Wat zijn jullie troeven? “Muziek overstijgt de taal, dat is een groot voordeel. De contacten die we bijvoorbeeld in Brussel hebben met allochtone groepen, verlopen vrij gemakkelijk: de activiteit waar het om gaat, is muziek. We proberen niet op een belerende manier op te treden, zeker in de confronta“We hebben vandaag in Vlaanderen geen goede tie met andere cultuconcertzaal. Elke grote Nederlandse stad heeft een ren. We hebben een zaal voor minstens tweeduizend toeschouwers, mét aantal contacten met een heel goede akoestiek. Wij spelen zelf nog het Afrikaanse en Aziatiliefst in het Paleis voor Schone Kunsten, in Brussel, sche componisten. maar ook dat is geen fantastische zaal.” Het is ongelooflijk boeiend hoe die mensen vanuit hun roots het symfonisch het prestigieuze verleden en van het orkest benaderen. Ze vinden dat interespotentieel wilden ze het nog een kans sant, maar ze zeggen: ‘wij kunnen daar geven. Ik ben dan g evraagd om het te leieen stuk van onze eigen cultuur aan toeden, en zo zijn we vertrokken.” voegen’. Tan Dun, een Chinees compoCK: Een nieuw concertgebouw in Brugge. nist die zeer creatief bezig is, heeft het Vlakbij het muziekforum van Gerard Morsymfonisch orkest helemaal in de vintier in Gent. Er rijst de laatste tijd kritiek gers, maar vanuit zijn cultuur. Bij de herop het overaanbod aan muziekcentra. Zijn opening van het Paleis voor Schone Kuner te veel mensen met muziek bezig in sten in Brussel heeft hij het orkest geleid, Vlaanderen? hoewel hij geen dirigent is. Hij deed dat “Helemaal niet. Als je het vergelijkt met op een onwaarschijnlijk accurate manier. onze buurlanden, dan denk ik dat er juist De Morgen schreef toen: ‘Het Vlaamse een grotere injectie symfonische cult uur Radio Orkest lijkt het juk van jaren te nodig is. Het probleem is net dat we vanhebben afgelegd’.” daag in Vlaanderen geen goede concertCK: Hoe komt het dat het Vlaams Radio zaal hebben. Klank is de projectie van Orkest op een bepaald moment zo is weggeluid in een bepaalde ruimte: akoestiek gekwijnd? is cruciaal. Hoe moet je in godsn aam een “Dat is niet toevallig, en tekenend voor publiek opbouwen als je geen goede coneen evolutie in heel Europa. Waarom zijn certzaal hebt? Elke grote Nederlandse de radio-orkesten ontstaan? In de jaren stad heeft een eigen zaal voor minstens ’30 werden overal in Europa radiostations tweeduizend toeschouwers, mét een heel opgericht en die hadden natuurlijk goede akoestiek. Wij spelen zelf nog het muziek nodig. Dus creëerden ze een liefst in het Paleis voor Schone Kunsten, symfonisch orkest. En ze deden er nog in Brussel, maar ook dat is geen fantastieen koor bij. En later nog wat ensembles. sche zaal - internationaal bekeken In zijn topjaren had de BRT maar liefst bevindt die zich net boven de middelzes eigen ensembles voor zijn uitzendinmaat. Ik hoop dat het nieuwe concertgegen: jazz, big band, een kamerorkest ... bouw in Brugge akoestisch een goede zaal Maar de muziekwereld evolueerde. Door wordt. We zullen het binnenkort weten, de komst van de LP kon er hoogwaardige want we treden er zelf een paar keer op in muziek op antenne worden gespeeld. het kader van Brugge 2002. En w at Gent Dan kwam de cd, en d ie was helemaal de betreft, ik kan ook d ie stad alleen maar doodsteek voor radio-orkesten in Europa. een goede concertzaal toewensen.” Daarop zag je verschillende soorten oplossingen ontstaan: van uitbouw tot Programma-info op (t) 016 29 41 91, afbouw. De BBC bijvoorbeeld heeft tot
[email protected] of Martelarenplein 12, vandaag vijf radio-orkesten. Duitsland Leuven, www.vro-vrk.be heeft er ook nog een paar. Het meest
2 4.1.2002 C A M P U S K R A N T
5
EREDOC TORATEN 2002
Carla Del Ponte, openbaar aank lager Joegoslavië-Tribunaal
“Toen ik Milosevic ontmoette, voelde ik niéts, geen emotie” vervolg van pagina 1 “Voor mij persoonlijk is het contact met de slachtoffers het belangrijkste. Ze zijn niet alleen vaak een essentiële bron van informatie, maar het is eigenlijk ook voor hen dat je het allemaal doet. Ze zijn de motor van het Hof. Er is een enorme nood aan gerechtigheid in Joegoslavië en Rwanda, en ik hoop dat ik daar iets toe kan bijdragen.” “Als mijn agenda het toelaat, stel ik het bijzonder op prijs om zelf met de slachtoffers van oorlogsmisdaden of hun nabestaanden te praten. Ik probeer een beetje hun stem te zijn. De regels van het Hof staan niet toe dat ze zich burgerlijke partij stellen. Ik heb geprobeerd om daar wat aan te doen, maar formeel kan dat niet. Het minste dat je dan kunt doen, is hun stem vertolken.” Semtex
vroeger deed. Het blijft gaan om gerechtelijke vervolging, en mijn vroegere ervaring helpt me echt wel. Ik geloof niet dat je dit werk zou aankunnen als je daar nog niet over beschikt.” “Ook al is de t aak van het JoegoslaviëTribunaal niet eenvoudig, er kan héél wat. Toen het opgericht werd, geloofde eigenlijk niemand echt dat het mogelijk zou zijn om ooit een staatshoofd op de beklaagdenbank te brengen. Maar sinds juni 2001 zit Slobodan Milosevic hier in de gevangenis. Toen ik hem voor het eerst ontmoette, voelde ik eigenlijk niéts, geen emotie. Misschien was dat wel de ervaring die meespeelde? Heel langzaam begint hij een beetje mee te werken, maar il se croît toujours président. In de gevangenis wordt hij niet speciaal behandeld, hij heeft dezelfde rechten en plichten als iedere andere gevangene.”
“Voor ik naar Den Haag kwam, was ik federaal openbaar aanklager in Zwitserland. Gaandeweg kreeg ik veel te maken met de georganiseerde misdaad, ook internationaal. Ik werkte onder meer samen met Giovanni Falcone, de Italiaanse onderzoeksrechter die later door de maffia vermoord werd. Ik ben vaak bij hem op bezoek geweest. Op een bepaalde dag was ik bij hem thuis, toen de carabinieri ons hoogdringend kwamen evacueren. Ze hadden ontdekt dat er in de kelder van zijn woning vijftig kilo semtex aangebracht was ...” “Het verschil tussen de georganiseerde misdaad en oorlogsmisdaden is natuurlijk nogal groot, maar ook de daders zijn heel anders. Een maffioso is zelden een intelligent persoon. Hij heeft maar één doel voor ogen: geld. Oorlogsmisdadigers zitten complexer in elkaar. Ze zijn vaak wél behoorlijk intelligent, ze zijn ideologisch gedreven, en ze zijn niet te beroerd om hun theorieën te blijven verkondigen. Maar ondanks die verschillen zijn er heel wat overeenkomsten tussen mijn huidig werk en wat ik
“Uiteraard reageer ik ook als méns op d ie confrontatie met oorlogsmisdaden en op de vele berichten in de pers. Misschien lijkt het moeilijk om dat te verzoenen met het principe van de presumption of innocence, maar eigenlijk is dat een probleem voor de rechter, niet voor de aanklager. Ik heb er overigens alle vertrouwen in dat een ervaren rechter die menselijke reactie naast zich neer kan leggen zodra hij de toga draagt en moet beslissen of een beklaagde al dan niet schuldig is volgens de wet. Dan gelden er andere normen en regels, en ik ben er stellig van overtuigd dat een rechter in dit tribun aal even onpartijdig en niet vooringenomen is als een rechter eender waar.” “Bewijzen leveren met betrekking tot oorlogsmisdaden is niet eenvoudig. Getuigen zijn een belangrijke bron van informatie, maar daarnaast richt ik me vooral op officiële bronnen, archiefstukken dus. Het probleem is dat je die moet vastkrijgen. Het Tribunaal moet daarvoor een beroep doen op de goodwill van
Recht en politiek
6 CAMPUSKRAN T 2 4. 1. 2002
andere landen. Dat is niet altijd eenvoudie elke magistraat nodig heeft, om bindig. De autoriteiten in Belgrado bijvoornen het kader van de wet een dossier op beeld waren niet bepaald inschikkelijk te stellen en een aank lacht hard te om hun archieven open te stellen. Dat maken.” heeft geleid tot een aanvaring tussen pre“Politiek en recht zijn twee verschilsident Kostunica en mezelf, maar ik heb lende dingen. In de politiek moét je diser alle vertrouwen in dat de nodige docucretionair optreden, je moet keuzes menten wel zullen opduiken. Je mag in maken, het ene laten vallen voor het zo’n situatie nooit opgeven, nooit afhaandere. In het recht mag je dat juist niét ken. Wanneer je als procureur iets nodig doen. Het is niet omdat een bepaalde hebt, is het je plicht om alles op alles te rechtszaak politieke implicaties heeft, dat zetten, zoals een hond die zijn kluif nooit je ze daarom moet laten vallen. Neem zal afgeven ...” bijvoorbeeld die Belgische wet die ver“Oorlogsmisdaden zijn een joint crivolging van buitenlandse staatshoofden minal enterprise, en het is de taak van de en regeringsleiders mogelijk maakt, een aanklager om daarin de individuele verschitterend initiatief trouwens. Dat er antwoordelijkheid van een persoon aan diplomatieke moeilijkheden door kunte tonen. Het “Een maffioso is zelden een intelligent persoon. Hij heeft gaat er niet maar één doel voor ogen: geld. Oorlogsmisdadigers zitten om of die of die beklaagde complexer in elkaar. Ze zijn vaak wél behoorlijk intelligent, eigenhandig ze zijn ideologisch gedreven, en ze zijn niet te beroerd om iemand hun theorieën te blijven verkondigen.” gedood heeft de meeste beklaagden hebben dat trounen ontstaan, begrijp ik wel, maar dat is wens nooit gedaan - maar wel of hij er de geen reden om die wet niet uit te voeren. verantwoordelijkheid voor draagt. We Als je dat doet, wordt recht politiek - en volgen de chain of command, en probedat is altijd verkeerd. Ook de oprichting ren de verantwoordelijkheid van de top van het Internationaal Strafhof moet je in en de subtop aan te tonen. Het klassieke die context zien. Het is niet omdat de excuus dat iemand alleen maar orders Verenigde Staten niet meedoen, en de uitvoerde, wordt niet aanvaard. Ook oprichting dus politieke consequenties politieke excuses mogen nooit aanvaard zal hebben, dat je ermee moet stoppen.” worden tegenover misdaden. Het is niet omdat de president of de partij of de staat Toekomst iets oplegt, dat daardoor de fundamentele “Wat ik na D en Haag ga doen, weet ik normen van menselijkheid plots niet niet. Ik heb wel een planning opgemaakt meer zouden gelden.” voor de afwikkeling van de processen, “Ik heb veel te maken met internatiomaar dat is iets anders. Ik werk van dag nale politici - ik ben zo’n beetje een piltot dag, en we zien wel wat er komt. Zo is grim geworden de laatste tijd, ik reis de het mijn hele leven gegaan, en zo zal het hele wereld rond. Maar ik blijf mezelf wel blijven. Ik ben in deze wereld eerst en vooral beschouwen als jurist en terechtgekomen door een fascinerende als magistraat, en ik hoop ook dat mijn prof strafrecht, vele jaren geleden, door gesprekspartners me zo zien. Ik ben geen toeval dus. En ook de reden waarom ik diplomaat, geen politicus, want dat zou mijn werk met enthousiasme blijf doen, mijn werk sterk hinderen. Ik heb de vrijmoet je niet te ver gaan zoeken. Ik vind heid van handelen en van spreken nodig het altijd verdacht als mensen spreken over een ‘missie’ of een ‘roeping’, en ik laat me daar zeker niet toe verleiden. Ik heb de idee dat ik iets goeds doe voor de gemeenschap, en dat ik redelijk goed ben in mijn werk. Dat is meer dan voldoende motivatie om te blijven doen wat ik doe. Ik hou niet van zware woorden: ik doe gewoon mijn job, punt uit.” “Mijn contact met allerlei vormen van zware misdaad heeft me, denk ik, niet veranderd. Je zal er mis schien wel een speciaal karakter voor moeten hebben. Maar ik sta niet toe dat het me emotioneel raakt. Het enige moment van emotie heb ik in contacten met getuigen en slachtoffers, maar niét in het Hof, en zelfs niet bij massagraven. Als je dat mentale evenwicht niet kunt opbrengen, heb je geen joie meer in je werk en ga je e r aan kapot. Dat mag niet. Dat heb ik geleerd van Giovanni Falcone. Toen hij gedood werd, heeft dat me nog méér gemotiveerd. Je moét doorgaan met wat je doet, altijd, welke consequenties dat ook kan hebben.”
EREDOCTORATEN 2002
Gesprek met Domenico Lenarduzzi
Eredoctoraat voor een stille werker Marcel Kerff “Waaraan ik deze onderscheiding heb verdiend? Dat vraag ik mij ook dikwijls af. Ik heb gewoon mijn werk gedaan, als ambtenaar mij ten dienste gesteld van de Europese burger. In een functie als de mijne is het alleen hierop dat je beoordeeld moet worden: heb ik genoeg gedaan om die Europese burgers de kans te g even hun talenten volop te ontplooien?” Met Domenico Lenarduzzi praten, is luisteren naar een verhaal over een leven en een carrière waarbij hij zijn eigen inbreng voortdurend relativeert. Tegenover mij zit een bescheiden man, die na al die jaren meer dan wie ook beseft dat alleen samenwerking en solidariteit het Europese gedachtegoed een kans kan geven. Als Directeur-Generaal bij de Europese Commissie tekende Lenarduzzi de krijtlijnen uit voor programma’s waarvan de namen nu iedereen vertrouwd in de oren klinken, maar waarvan nauwelijks vijftien jaar geleden geen sprake was: Erasmus, Socrates, Leonardo da Vinci .... Voor wie op de één of andere manier met onderwijs verbonden is, zijn deze programma’s begrippen geworden. Dat beseft Lenarduzzi, maar hij beklemtoont onmiddellijk dat het succes ervan op de eerste plaats te danken is aan de overtuiging, de wilskracht en de inzet van duizenden mensen uit de landen die erin participeren. Domenico Lenarduzzi vertelt. Vragen stellen of tussenbeide komen, hoeft nauwelijks. Zijn gedr evenheid zorgt ervoor dat de woordenvloed niet stilvalt. “Het is alsof iedereen gewacht heeft op mijn pensioen om mij onderscheidingen te geven! Ik steek niet weg dat mij dat plezier doet, maar veel belang hecht ik er eigenlijk niet aan. Met de onderscheiding die de K.U.Leuven mij nu geeft, ligt het anders. Weet je: ik ben eigenlijk altijd een kind van Leuven gebleven. Het is mijn universiteit, waar ik heb gestudeerd politieke wetenschappen en aan het ‘commerce-kot’- en waarvoor ik een blijvende sympathie heb. Het doet mij heel veel deugd dat ‘mijn’ instelling mij dit
eredoctoraat geeft. Ik heb nog veel vrienden in Leuven en ook in L ouvain-la-Neuve: mensen met wie ik heel n auw heb samengewerkt, w aardoor er banden voor het leven zijn gegroeid.” “In mijn loopbaan heb ik de kans gehad om heel veel universiteiten te bezoeken, in Europa en ook erbuiten. Het Leuvense model, waarin stad en universiteit in elkaar vloeien, blijft volgens mij zorgen voor een extra dimensie. Er zijn maar weinig universiteiten die nog op die manier zijn geconcipieerd. Grote campussen, ver van het echte leven ... daar zou ik niet willen studeren. In Leuven wel, toen en ook nu. Het heeft mij in mijn carrière ook veel plezier gedaan dat ik altijd op de K.U.Leuven heb mogen rekenen om de dingen die ik belangrijk vond voor het hoger onderwijs, te kun nen realiseren. De universiteit van Leuven heeft snel de impact van internationalisering beseft. Dat was niet vanzelfsprekend: als ik terugga in de tijd, n aar de periode waarin de Europese programma’s zijn begonnen, dan zagen we toen universiteiten die sterk op zichzelf waren teruggeplooid. Gesloten bastions dikwijls, voor wie uitwis selingsprogramma’s absoluut geen prioriteit waren. Iedereen was bezig met zijn eigen onderwijs en onderzoek; samenwerkingsverbanden zoeken of studenten de mogelijkheid bieden om elders ervaring op te doen en tegelijkertijd meer mens te worden: dat was niet aan de orde. In mijn eigen gezin ben ik geconfronteerd geweest met een situatie die de toestand van toen typeert: één van mijn dochters wilde hier in België van universiteit veranderen, maar dat kon gewoon niet. Hoge
muren, gesloten deuren...” Burger
“Ik ben blij dat ik mijn steentje heb kunnen bijdragen om binnen Europa een mentaliteitswijziging op gang te brengen. Het doet deugd om te denken aan de tienduizenden studenten en academici die in beweging zijn gebracht door onze programma’s. De wereld is er zeker niet wezenlijk door veranderd, maar ik denk dat we al deze mensen toch een andere kijk op die wereld hebben gegeven. Natuurlijk besef ik dat die wijziging in mentaliteit er voor een groot deel gekomen is omdat Europa veel geld “Eén vijfde van de Europese jongeren verlaat de had, en geld laat deuren school zonder formeel diploma; bijna de helft van zoveel makkelijker de 15- tot 24-jarigen heeft maximaal lager opengaan ... Weet je onderwijs gedaan ... Mag ik dan tevreden zijn met waar ik misschien wel wat ik heb verwezenlijkt?” het meeste trots op ben? Dat we erin geslaagd zijn om niet alleen aan de uniren is natuurlijk ook van een andere orde versiteiten dingen in beweging te krijdan afspraken maken op bijvoorbeeld het gen, maar ook in andere echelons van het vlak van de economie. Om de Europese onderwijs. We hebben universiteiten en burgerzin aan te wakkeren, zal het onderandere vormen van hoger onderwijs wijs een cruciale rol spelen. We hebben al dichter bij elkaar gebracht; we hebben dingen gerealiseerd maar er blijft nog een dingen kunnen doen voor het secundair lange weg. Eén vijfde van de Europese onderwijs en we zijn ook de beroepsopjongeren verlaat de school zonder forleidingen niet vergeten. Europa kan meel diploma; bijna de helft van de 15alleen iets betekenen als het een Europa tot 24-jar igen heeft maximaal lager van de Burger is, waarin iedereen kansen onderwijs gedaan. Mag ik dan tevreden krijgt. Schrijf ‘Burger’ maar met hoofdzijn met wat ik heb verwezenlijkt? Een letter, want dat is echt het kernwoord retorische vraag ... De toekomst zal uitvan alles wat ik gedaan heb.” wijzen hoe de zaken zullen evolueren. Ik “Europa heeft al hard gewerkt om in blijf er in elk geval in geloven dat alleen een aantal domeinen met één stem te meer samenwerking ons kan leiden tot spreken, maar op het vlak van burgerzin een eerlijkere wereld.” zijn we nog lang niet zover. Dat realise-
Wetenschappers in de Lumumba-commissie vervolg van pagina 3 “Natuurlijk zal er ook wel kritiek op komen, omdat we ons nu eenmaal in een mijnenveld begeven hebben. Daar zijn we niet bang van. Wat ons wél een beetje dwarszit, is dat we in de ogen van de meetsystemen van de universiteit eigenlijk twee jaar stilgezeten hebben ... Ons onderzoek levert hooguit één nummertje op, één ‘boek’. En misschien zelfs dàt niet, want onze namen staan niet op de titelpagina. Het is, formeel gezien, het rapport van drie parlementsleden. Het format van een parlementair onderzoeksrapport bestaat wetenschappelijk gezien niet. Als we een stuk of tien artikels geschreven zouden hebben, zou dat veel beter geweest zijn voor ons cv. Dat klopt toch niet helemaal, vinden we. Zeker in de humane wetenschappen zou een boek, en bij uitbreiding ook een onderzoeksrapport zoals dit, veel h oger aangeslagen moeten worden dan nu het geval is. In de positieve of biomedische wetenschappen schrijft men nauwelijks boeken - een handboek niet te na gesproken, maar dat is dan weer geen oorspronkelijk werk. We begrijpen die toestand wel, maar wat ons dwarszit, is dat het ‘model’ dat in de positieve wetenschappen normaal geworden is, geëxporteerd is naar de humane wetenschappen. We hopen natuurlijk dat zo’n onderzoeksrapport óók universitaire en bibliometrische waardering krijgt.”
“Afgezien van de inhoudelijke conclusies van ons rapport kan je zeg gen dat ons werk toch wel belang heeft voor de toekomst van het wetenschappelijk onderzoek in het algemeen. Het is voor het eerst dat politici een verhitte discussie echt door wetenschappers laten oplossen. In haar rapport doet de commissie de aanbeveling dat in de toekomst vaker een beroep zou worden gedaan op onafhankelijke academische expertise. Het is ook opvallend dat een diepgaand wetenschappelijk onderzoek zich moet laten evalueren niet door de klassieke peers, dus andere wetenschappers, maar door de media, door politici, het bedrijfsleven, zelfs buitenlandse overheden. Het zou een beetje raar zijn om te beweren dat we, doordat we niet de klassieke peer-review ondergaan hebben, dààrom onwetenschappelijk gewerkt zouden hebben. Je zou zelfs kunnen zeggen dat we gewerkt hebben in een sfeer die héél wat competitiever was dan gebruikelijk is in wetenschappelijke kringen.” “Het was ook voor het eerst dat wetenschappelijk onderzoek af te rekenen kreeg met mogelijke rechtstreekse gevolgen voor derden. Ons werk had toch een semi-gerechtelijke invalshoek. Daardoor konden we veel meer realiseren dan een onderzoeker in gewone omstandigheden, maar anderzijds is het niet ondenkbeeldig dat sommige personen die we ondervraagd hebben, daar-
voor de rekening gepresenteerd zullen krijgen. Ook dat geeft een heel eigenaardig gevoel. Wetenschappelijk werk heeft natuurlijk wel vaker morele consequenties, maar in ons geval werden we daar wel heel nadrukkelijk mee geconfronteerd.” “We kenden elkaar natuurlijk al heel goed voor we aan ons werk voor de Lumumba-commissie begonnen. Zo’n intensieve samenwerking zou best gevaarlijk kunnen zijn voor de vriendschap, maar dat is helemaal niet gebleken. Het enige nadeel was dat we het werk naast ons gewone werk moesten doen. Dat waren dus dagen van 30 uur, met alle gevolgen vandien voor het privéleven. Over de staat van onze gazons hoeven we je zeker niets te vertellen?”
24.1.2002 C A M P U S K R A N T
7
De toekomst van de universitaire ziekenhuizen
Spitsgeneeskunde in de verdrukking Ludo Meyvis Onze universitaire ziekenhuizen hebben het niet onder de markt. Dr. Bart Van Daele, voorzitter van het Directiecomité, plaatst de actuele ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de zi ekteverzekering in een ruimer perspectief. Uiteraard heeft hij bijzondere aandacht voor de situatie van de UZ, d ie in moeilijke omstandigheden hun specifieke taken moeten realiseren. “Universitaire ziekenhuizen hebben, behalve alle functies van een gewoon ziekenhuis, een aantal bijkomende opdrachten. De UZ zijn h et ziekenhuis ‘van de laatste kans’, waar de allerzwaarste pathologieën terechtkomen. Verder vervullen ze een hoofdrol in de opleiding van onze toekomstige artsen. En de UZ zijn ook niet weg te denken uit nieuwe topklinische ontwikkelingen.” Structurele onderfinanciering
“Niemand zal ontkennen dat de UZ groot belang hebben, met heel eigen taken. De kost daarvan wordt echter onvoldoende verrekend in wat ons budgettair mogelijk gemaakt wordt. Een recente interne studie toont aan dat onze medische staf ongeveer dertig procent van zijn tijd besteedt aan opleiding en wetenschappelijk onderzoek. Geredeneerd vanuit onze ziekenhuistaak leidt dat onherroepelijk tot bepaalde ‘inefficiënties’, die echter noodzakelijk zijn voor de opleiding van onze toekomstige artsen en voor de vooruitgang van de medische wetenschap. Om beide takenpakketten naar behoren te kunnen realiseren, mag je rekenen dat we twintig procent meer zouden moeten ontvangen dan niet-universitaire ziekenhuizen. We ontvangen slechts vier tot acht procent meer, wat dus neerkomt op een structurele onderfinanciering.” “We hebben lange tijd het hoofd boven water kunnen houden door harder te werken, en doordat we een relatief jonge en dus goedkopere staf hadden. Dat effect blijft niet eeuwig duren. Bovendien kunnen ook wij ons niet onttrekken aan de tendens tot onthaasting. Daar heb ik op zich geen moeite mee, maar het is lastig om dat te rijmen met onze nood aan extra inspanningen. Voeg daar nog de gevolgen van de numerus clausus bij, die leidt tot een daling in het aantal afgestudeerden en dus ook in het aantal assistenten, en dùs tot een stijging van de permanente staf. En de financiële verlokkingen van sommige perifere ziekenhuizen, die voelbaar beginnen te worden. Tel dat allemaal samen, en het lijkt me niet overdreven om te vrezen dat we de komende jaren voor een enorme uitdaging staan, tenzij onze subsidies, die al chronisch te laag waren, eindelijk een belangrijke inhaalbeweging zullen ondergaan.” “Nu weet ik natuurlijk wel dat de volledige gezondheidszorg kampt met financiële moeilijkheden. Dat maakt onze positie extra moeilijk: in tijden van schaarste wordt er immers eerst gedacht aan consolidatie van het bestaande, en wordt er dus minder of slechts mondjesmaat geïnvesteerd in nieuwe ontwikkelingen. Dat is echter een probleem, niet alleen voor de universitaire ziekenhuizen, maar voor de gezondheidszorg in haar geheel. Door de veroudering van onze bevolking, de bestaande techniciteit van de geneeskunde en de kritische houding van de patiënt, die meer en beter wil, is er
immers nood aan méér gezondheidszorg van geavanceerde aard. Dat leidt tot een moeilijke discussie. In de huidige omstandigheden lijkt het onvermijdelijk dat er bijzonder pijnlijke keuzes gemaakt zullen moeten worden. We zullen ofwel een substantieel hogere bijdrage van de patiënt moeten vragen, ofwel zullen er lange wachtlijsten ontstaan, ofwel zullen we bepaalde behandelingen eenvoudig moeten stopzetten. Op dat vlak zijn er al heel concrete bijna-drama’s gebeurd. Neem bijvoorbeeld het geval van pulmonale hypertensie, bloeddrukproblemen in de longen. Die kunnen behandeld worden, maar dat is een dure en lange behandeling, die bovendien vaak herhaald moet worden. De ziekteverzekering betaalt die behandeling slechts voor een klein gedeelte terug. We hebben al vergaderingen gehad met de patiënten erbij. Die horen dan door pleitende artsen en weigerachtige ambtenaren over hun eigen leven praten in termen van budgetproblemen. Dat geeft een bijzonder kil gevoel, hoor. Nu, we hebben die mensen tot nu toe kunnen helpen, zij het met administratief kunst- en vliegwerk, maar we zitten echt aan onze limiet.” Discussie op vier vlakken
“Het probleem is dat zulke discussies te veel geïsoleerd behandeld worden. We zijn ons er te weinig van bewust dat de hele gezondheidszorg op een erg fundamentele manier in een heel breed maatschappelijk debat gewikt en gewogen zou moeten worden. Als we bij ons het woord ‘fundamenteel’ gebruiken, denken we dat we met ‘wegwerken van misbruiken’ de zaak oplossen. Wel, dat is dus duidelijk onvoldoende. Akkoord, er schort iets aan het voorschrijfgedrag van sommige artsen, en niet alle klinische ingrepen zijn nodig. Maar daarmee worden de budgettaire problemen en keuzes in de ziekteverzekering niet opgelost. De vork tussen wat de sector nodig heeft en wat het Riziv van de overheid vraagt, zal daar lang niet voldoende door verkleind worden. Bovendien kan je zulke misbruiken ook maar één keer de wereld uithelpen. De noden van de sector, en dus van de patiënten, zullen er niet permanent door gelenigd worden.” “Eigenlijk hebben we een discussie nodig die zich op vier vlakken situeert. De belangrijkste, maar ook de moeilijkste, is het gesprek waar we nog lang niet aan toe zijn, namelijk dat van de plaats van de medische sector als geheel. We gaan altijd uit van de veronderstelling dat geneeskunde àlles moet kunnen, dat er geen limieten zijn aan wat een patiënt mag vragen en wat een arts mag aanbieden. Dat is een vertekening, die alleen in het Westen geloofd wordt. De vraag rijst dan of we eigenlijk niet zouden moéten nadenken over beperkingen, een zo rechtvaardig mogelijke verdeling in een situatie die onherroepelijk met schaarste rekening zal moeten hou-
Bart Van Daele: “Als mijn kinderen ziek worden, wil ik voor hen het onderste uit de kan, betaalbaar of niet. Maar als bestuurder van een ziekenhuis moet ik de vraag stellen naar de haalbaarheid.”
8 CAMPUSKRAN T 2 4. 1. 2002
den. Pas op, als individu vind ik dat een verschrikkelijke uitspraak: als mijn kinderen ziek worden, wil ik voor hen het onderste uit de kan, be taalbaar of niet. Maar als bestuurder van een ziekenhuis moet ik de vraag stellen naar de haalbaarheid. Als we zelf niet kiezen, zal er voor ons gekozen worden ... En eigenlijk doen we dat al, zij het op een onopvallende manier, bijvoorbeeld door beslis-singen te nemen over welke patiënt verwezen wordt naar het laatste Intensief bed. Uiteraard is die vraag naar een beperking van de geneeskunde een heel ethisch geladen en uiterst complex onderwerp. We praten er momenteel niet over - maar de vraag is hoelang we dat debat nog kunnen uitstellen.” “Een tweede niveau van de discussie is gesitueerd op dat van de Belgische gezondheidszorg. De besluit vorming is vandaag veel te veel versnipperd tussen verschillende ministeries en kabinetten, waarbij ‘beleid’ veel te veel tot stand komt als een compromis tussen verschillende belangengroepen, en niet als een rationeel uitgebouwde visie op lange termijn. Met alle respect overigens voor minister Vandenbroucke, die binnen deze moeilijke budgettaire en politieke constellatie tenminste probéért om een aantal visies en keuzes te realiseren.” “Het derde luik van de dis cussie gaat over de plaats van de universitaire ziekenhuizen in het budget van de gezondheidszorg. Ik heb het al gezegd: een UZ heeft per definitie deeltaken die zorgen voor inefficiënties in vergelijking met andere ziekenhuizen, en op dit ogenblik worden die onvoldoende verrekend. De Leuvense universitaire ziekenhuizen doen het, in vergelijking met buitenlandse UZ, zeker niet slecht. Qua wetenschappelijke output, en qua niveau van zorgverstrekking tegenover beschikbare bestaffing spelen we mee aan de Europese top. Maar als men ons financieel echt pijn doet, en daar begint het op te lijken, zullen we gedwongen zijn om af te bouwen, allicht eerst op onze meest universitaire en dus minst ‘efficiënte’ activiteiten. Dat zou op vrij korte termijn echter rampzalig zijn voor onze volksgezondheid. Ik hoop dat men dat nu eens klaar en duidelijk beseft.” “En het vierde niveau heeft te maken met onze eigen Leuvense situatie. Onze financiële problemen uit 1997 zijn voldoende bekend, maar al sinds 1999 en 2000 hebben we een beperkt positief resultaat kunnen voorleggen. Wat nog belangrijker is, is dat we nu beschikken over een modern en alert beheersysteem. Dat is uiteraard niet zonder moeite gegaan. We hebben een ingrijpende herstructurering ondergaan, en we hebben de hospitalisatiecapaciteit verminderd, met ongeveer 250 bedden. Dat voél je. Maar het resultaat is er, en dat is voor een groot stuk te danken aan de medewerking van iedereen. Dat mag ook wel eens gezegd worden.” “Je ziet dat onze gezondheidszorg als geheel stof levert voor een uiterst complexe en gelaagde discussie. Maar ik denk dat het hoog tijd wordt dat we die discussie voeren, of dat we er ons tenminste van bewust worden dat die discussie nodig is. Wat op het spel staat, is té belangrijk. We mogen ons niet laten verleiden tot de illusie dat het allemaal wel zal overwaaien. Dat zal het niet.”
MA AT SCHAPPI J
Aidspatiëntenorganisaties en de verbetering van de gezondheidszorg in West-Afrika
“Pour des personnes infectées ou affectées par la maladie” Karla Venken Toegang tot een adequate gezondheidszorg staat al meer dan vijftig jaar geboekstaafd als een universeel mensenrecht, maar is voor een groot deel van de wereldbevolking nog steeds dode letter. Tijdens haar EU-voorzitterschap bracht de Belgische regering beleidsmakers, specialisten, ngo’s en de farmaceutische industrie samen voor een internationale conferentie, ‘Health Care for All’. Thema was onder meer hoe de internationale initiatieven in de strijd teg en aids, t uberculose en malaria ook de gezondheidssystemen van de getroffen landen kunnen verbeteren en versterken. Een toegankelijke en efficiënte gezondheidszorg is niet enkel nodig om die infectieziekten onder controle te krijgen, maar ook essentieel in de armoedebestrijding, socioeconomische ontwikkeling en politieke stabiliteit. Volksgezondheid is dan ook één van de prioritaire thema’s van de B elgische ontwikkelingssamenwerking. Het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) is samen met andere universitaire instellingen betrokken in beleidsvoorbereidend onderzoek terzake, met name over de organisatie van de gezondheidszorg in West-Afrika. Campuskrant sprak met professor Patrick Develtere over de rol van patiëntenorgansiaties en sociale economie in de verbetering van de toegang tot gezondheidszorg in Burkina Faso. Multistakeholdership
In 1978 lanceerde de Wereldgezondheidsorganisatie van de VN het concept gedecentraliseerde basisgezondheidszorg. Alle leden ondertekenden toen de hooggestemde Verklaring van Alma Ata, Health for all by the year 2000, met een strategie die ook in ontwikkelingslanden een betaalbaar en toegankelijk gezondheidssysteem moest mogelijk maken. Develtere: “Tot eind jaren ’70 ging men ervan uit dat nationale overheden de gezondheidszorg het best volledig zelf organiseerden. De internationale steun ging dus ook naar de overheden, om een geëchelonneerd systeem uit te bouwen met gezondheidsposten in de dorpen, dispensaria in de distr icten, klinieken en hospitalen in de steden. In de meeste Afrikaanse landen is die overheid echter duidelijk inefficiënt gebleken en het systeem verre van toegankelijk, en was er
daarnaast ook de vaststelling dat mensen in dezelfde mate een beroep bleven doen op andere vormen van gezondheidszorg. In de jaren ’80 werd een soort van fiscalisering bepleit: mensen kostendekkend laten betalen voor de gezondheidsdiensten waarvan ze gebruik maken. Verwacht werd dat de bevolking daardoor de diensten meer naar waarde zouden schatten, en dat de cost recovery voor de overheden een stimulans zou zijn om de effi ciëntie van het systeem te vergroten. Maar ook dat heeft niet gewerkt.” “Wie betaalt de gezondheidszorg in Afrika nu? Volgens studies van de Wereldbank dragen de patiënten 43 procent van de kosten; 37 procent komt van de overheid en de resterende 20 procent van donors zoals ngo’s en internationale organisaties. Het model dat door recent internationaal onderzoek naar voren wordt geschoven, houdt nadrukkelijk rekening met die verschillende actoren. Sinds een aantal jaren organiseert er zich zoals bij ons een soort van middenveld of intermediaire structuren: er ontstaan patiëntenverenigingen, lokale gezondheidscomité’s en andere non-profitorganisaties, die druk uitoefenen op de politiek en de gezondheidsdiensten, en zelf initiatieven nemen om de toegankelijkheid en de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren. Op die manier zou de gezondheidszorg ook in ontwikkelingslanden kunnen evolueren naar een multistakeholdership, waarin alle belanghebbenden hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Taak van de internationale ontwikkelingssamenwerking is die actoren en hun onderlinge relaties te ondersteunen, veeleer dan in hun plaats te willen treden. Er bestaat ondertussen een grote consensus over dit model, en onder meer in Burkina Faso begint het zich duidelijk af te tekenen.”
“Zieken worden in vele Afrikaanse landen naar onze normen weinig vriendelijk en zelfs slecht behandeld. Ziekte ligt delicaat, is vaak omringd met bijgeloof. Patiëntenorganisaties en lokale comité’s spelen een alsmaar belangrijker rol in gezondheidsvoorlichting en preventie.”
Microverzekeringssystemen
Van de overheid wordt verwacht dat zij een algemeen beleid van sociale bescherming en preventie voert, en dat zij de kwaliteit en de echelonnering van de gezondheidszorg bewaakt. Dat zal hoedanook een verhoging van de middelen voor volksgezondheid vergen. Met 6 procent van het totale overheidsbudget haalt Burkina Faso niet de 10 procent-norm die de WGO voor ontwikkelingslanden stelt. Gezondheidsdiensten moeten vertrekken van de behoeften van de lokale gemeenschappen en een zorgaanbod op districtsniveau uitbouwen - de decentralisatie die Alma Ata bepleitte. Develtere: “Naast een goede basisk waliteit moet ook werk gemaakt worden van proximité - nabijheid - en accueil - ontvangst: gezondheidszorgen moeten voor de bevolking in de rurale g ebieden even ‘bereikbaar’ zijn als voor de inwoners van de steden, en de opvang van patiënten moet worden geprofessionaliseerd. Zieken worden in vele Afrikaanse landen naar onze normen weinig vriendelijk en zelfs slecht behandeld. Ziekte ligt delicaat, is vaak omringd met bijgeloof. Patiëntenorganisaties en lokale comité’s spelen een almaar belangrijker rol in gezondheidsvoorlichting en preventie. Ze zoeken mee naar oplossingen voor een betaalbare gezondheidszorg. Sommigen sluiten met de plaatselijke gezondheidsdienst een akkoord over de terugbetalingen - denk aan de conventie tussen artsen en ziekenfondsen bij ons - of richten met de mensen van het dorp een ziekenfonds op. Die microverzekeringssystemen zijn soms ‘multifunctioneel’ en dekken verschillende ‘risico’s’, zelfs evenementen in het dorp. Soms financiert men huwelijken of begrafenissen.” Taboe
De prevalentie van HIV-besmetting in Burkina Faso bedraagt ongeveer tien procent, het aantal gedetecteerde seropositieven 400.000. Er stierven al 40.000 mensen aan aids, 160.000 kinderen zijn wees. En er zijn 4 4.000 nieuwe infecties per jaar. Op aids rust nog altijd een zwaar taboe. Wie de ziekte heeft, houdt dat angstvallig verborgen uit vrees voor uitsluiting. Aids-patiëntenorganisaties zijn bijzonder belangrijk om de ziekte bespreekbaar te maken en zieken te mobiliseren. Op een tweedaags symposium van de Belgische onderzoekspartners, eind vorig jaar in Leuven, was één van de g astsprekers Augustin Sankara, van de aidspatientenorganisatie Association Vie Positive in de hoofdstad Ouagadougou. Develtere: “Dat is een voorbeeld van de verenigingen die halfweg de jaren ’90 des personnes infectées ou affectées par la maladie samenbrachten, op wijk- of
dorpsniveau, op de werkplaats of in studentengemeenschappen. Aanvankelijk deden die enkel aan preventie en sensibilisering, ondertussen nemen ze ook eerstelijnshulpverlening op zich. Ze bezoeken zieken thuis en in het hospitaal, bieden psycho-sociale ondersteuning, begeleiden familie en vr ienden ... Hoe groot het taboe op aids nog altijd is, bewijst d e ‘eed van discretie’ die deelnemers aan de praatgroepen afleggen: iedereen kan en mag in de groep zijn angsten en vragen kwijt, maar niets daarvan wordt aan de buitenwereld doorverteld.” “Wie seropositief blijkt, wordt meestal ontslagen.Om uitsluiting tegen te gaan, zet de patiëntenorganisatie onder meer inkomensgenererende activiteiten op. Sankara gaf het voorbeeld van de koffiekiosken in de straten, en een naai-atelier voor aidsweduwen. Andere actiepunten zijn de beschikbaarheid van generische geneesmiddelen, en van testen. In heel het land zijn tot vandaag slechts een paar hospitalen waar aidstesten uitgevoerd worden ... De aidspatiëntenorganisaties vragen de overheid om dat te decentraliseren en om de testen ook goedkoper te maken, en proberen zelf ook netwerken uit te bouwen om testen en aidsremmers vast te krijgen. Met die netwerking tussen de verschillende aidsactiegroepen en patiëntenassociaties wil het voorlopig niet echt lukken, organisaties in stedelijke en rurale gebieden werken al helemaal los van elkaar. Daar zijn zeer pragmatische en praktische redenen voor, zei Sankara. De meeste van die organisaties overleven dankzij buitenlandse steun, en vrezen die te verliezen wanneer ze in een groter verband zouden opgaan. De medewerkers zijn ook bijna allemaal vrijwilligers, die nu al tijd en handen te kort komen voor de dagelijkse problemen van aidspatiënten, zeg maar de eerstelijnshulpverlening. De Belgische ontwikkelingssamenwerking zou bijvoorbeeld budgethulp of ondersteuning kunnen bieden om een nationaal platform voor aidspatiëntenassociaties te creëren, dat de dialoog met de politiek en de gezondheidsdiensten kan voeren. Oeganda heeft al bewezen dat een goede interactie tussen die drie verschillende actoren resultaten oplevert. Het aantal seropositieven daalt er voor het eerst. Er is rond de ziekte eindelijk een publieke opinie gecreëerd.” L’émergence de pratiques d’économie sociale en matière de financement de la santé au Burkina Faso. Bénédicte Fonteneau et Hans Bruyninckx, HIVA, K.U.Leuven, 2000. Member-based Organisation for Social Protection in Health in De veloping Countries. Patrick Develtere and Bénédicte Fonteneau, HIVA, K.U.Leuven, 2001.
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Sonja Honsia-De Groote, administratief medewerker van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, geboren te Knokke op 17 februari 1949 en overleden te Leuven op 13 december 2001. Maurice De Vroede, emeritus gewoon hoogleraar aan de F aculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, geboren te Mechelen op 31 mei 1922 en overleden te Oostende op 8 januari 2002.
2 4.1.2002 C A M P U S K R A N T
9
ONDERZOEK Labo Inspanningsfysiologie helpt wielersport een handje
Domo-ploeg traint op zijn Leuvens Gert Gielen
Uw en mijn gedachten zijn wellicht zelden minder academisch getint dan wanneer we van achter de beeldbuis Johan Museeuw de Bosberg opschreeuwen of op café omstandig betogen waarom Richard Virenque een minstens even grote klimmer is als Marco Pantani. Toch zijn er aan onze universiteit serieuze wetenschappers die zich inspannen om de heren renners net dat ietsje sneller te laten fietsen.
Prof. Vanden Eynde neemt een bloedstaal af van Cindy Pieters, Belgisch kampioene 1999
plaats bedoeld om wetenschappelijke ontdekkingen te doen, maar wel om de wielersport in België een dienst te bewijzen. Bart Vanden Eynde: “De begeleiding is in de eerste plaats een uithangbord voor de faculteit. Er gebeurt natuurlijk wel onderzoek naar wat een optimale training inhoudt, en de resultaten daarvan worden, indien ze interessant zijn, in de praktijk toegepast. Maar dat onderzoek zelf staat min of meer los van de wielerbegeleiding. Financieel gezien wordt enkel het labo er beter van. Het contract met de
haarfijn te vertellen hoe haar lichaam reageert op de inspanning. Haar weinig benijdenswaardige opdracht: trappen tot ze niet meer kan ... Training op maat
CK: Wat meten jullie precies en hoe wordt dat vertaald in trainingsadvies? Vanden Eynde: “Allereerst gaan we de lichaamssamenstelling na. Op basis van Het Laboratorium Inspanningsfysiologie een onderwaterweging en de meting van en Biomechanica van de Faculteit LO & een twaalftal huidplooien wordt het perKine meet al een k warteeuw de prestaties centage lichaamsvet berekend. Mijn collevan talentvolle ga Marina Goris heeft “Wielrennen is op het vlak van prestaties een eerlijke sport. Of ‘onze’ sportlui en biedt daarvoor een formule op renners wat doping betreft honderd procent zuiver zijn, weet ik niet. Ik hen suggesties tot punt gesteld. Aan de hand hoop het, maar uiteindelijk heb ik daar geen controle over.” verbetering. Vijf daarvan kan al een ee rste jaar geleden werd trainingsdoelstelling besloten om voor één bepaalde sport, Domo-ploeg bepaalt dat er materiële en geformuleerd worden. De Domo-renners wielrennen, over te gaan tot een meer financiële steun gegeven wordt, die de moesten bijvoorbeeld zorgen dat ze in intensieve begeleiding. De renners krijgen labowerking en het onderwijs ten goede deze periode minder dan tien procent niet alleen een verslag van hun f ysieke komt.” lichaamsvet hadden. Dat kunnen ze bereiprestaties tijdens de testen, maar ontvanHet lokaal waar de inspanningstesten ken door een aangepaste combinatie van gen bovendien een gedetailleerd trainings- gebeuren, ziet er piekfijn uit en is voorzien voeding en training.” schema. De resultaten mochten er blijkvan hypertechnisch materiaal, zoals dat “Het belangrijkste luik vormen de baar zijn, want toen twee jaar geleden de hoort voor een laboratorium. Het enige inspanningstests. Daarbij wordt gemeten profploeg Domo werd opgericht, deed de ongewone: de zwetende jongedame op wat het vermogen van de renner is bij een ploegleiding een beroep op professor Bart een fiets in het midden van de ruimte. De bepaald niveau van intensiteit. Die resulVanden Eynde en zijn collega’s. dame in kwestie is Cindy Pieters, één van taten worden vervolgens vergeleken met de beste Belgische wielrensters (nationaal de gemiddelden en daaruit kan men afleiUithangbord kampioene in 1999, en negende in de Giro den of er bijvoorbeeld meer gewerkt moet Voor alle duidelijkheid: Museeuw en zijn Femminile in 2001). Om de dr ie minuten worden aan de uithouding op lange duur collega’s fungeren niét als proefkonijnen. krijgt ze een blijkbaar pijnloze prik die de dan wel aan de intensieve uithouding of vervolg op pagina 15 De wielerbegeleiding is niet in de eerste wetenschappers in staat moet stellen om
10 C A M P U S K R A N T 2 4 . 1 . 2 0 0 2
vervolg van pagina 10 aan snelheid of kracht. Voor andere sporten houdt het daar ongeveer op, maar voor de wielrenners die wij begeleiden worden die gegevens vertaald in een gedetailleerd trainingsschema, waarbij zelfs rekening gehouden wordt met de persoonlijke agenda van de sporter.” CK: Waarom die uitgesproken keuze voor het wielrennen? Vanden Eynde: “Wielrennen is interessant omdat het op het vlak van prestaties een vrij eerlijke sport is. De conditie van het moment heeft een directe weerslag op het resultaat. Ik test bijvoorbeeld ook regelmatig voetballers, maar deze groep is voor trainingsbegeleiding minder interessant omdat daar ook veel techniek aan te pas komt; het ploegspel is ook veel belangrijker en maskeert dikwijls belangrijke individuele fysieke tekorten.” “Inspanningsfysiologisch gezien heb ik persoonlijk het meeste respect voor wielrenners, die soms in weer en wind zeven uur op de fiets trainen. Los van het feit dat zij de eersten zijn die geassocieerd worden met doping, natuurlijk. Dat is volgens mij trouwens ook niet terecht. Ik denk dat er ook in het voetbal veel misloopt, maar dat komt minder in de actualiteit. Of de r enners die wij testen honderd procent zuiver zijn, weet ik ni et. Ik hoop het, maar uiteindelijk heb ik daar geen controle over.”
“Uiteraard spelen ook bij het wielrennen talloze andere factoren een rol. De beste wielrenner is uiteindelijk die met het meeste talent, die intelligent is in de koers en die omringd is door de beste mensen. Wat hier getest wordt, kan nooit meer dan een - weliswaar belangrijk deel van het geheel zijn. Wel is het de bedoeling zoveel mogelijk rekening te houden met een aantal technische aspecten van de fietsinspanning. Het zou zeker interessant zijn, mocht in dit l abo de ideale houding op de fiets bepaald kunnen worden, maar daarvoor is wel een samenwerking nodig met ingenieurs en medici. Waar bij de renners al wel op gewezen wordt, is het belang van een voldoende hoge trapfrequentie, iets wat onder de aandacht is gekomen door het fenomeen Lance Armstrong, maar waar voorlopig nog niet echt een wetenschappelijke basis voor is.”
hun carrière nog hun trainingsgewoonten volledig veranderen. Virenque zegt bijvoorbeeld dat de testverslagen hem ‘ideeën geven’. Uiteindelijk is het aan de renner zelf om uit te maken wat hij doet met ons advies.” “Ik probeer de mensen die ik begeleid - en dan vooral de amateurs, die meestal nog niet gericht trainen - er wel van te overtuigen dat onze trainingsmethode en -systematiek een product zijn waar ik voor honderd procent achter sta. Als een jonge renner van zijn trainer bijvoorbeeld op zijn twintigste absoluut niet aan
krachttraining mag doen, en ik ben e rvan overtuigd dat dat juist een grote stap vooruit zou kunnen betekenen, dan zal ik die trainer wel in vraag stellen. Er bestaan verschillende goede trainingsconcepten, maar het trainingsresultaat wordt vaak verknoeid doordat de renner op eigen houtje verschillende schema’s, waaronder het mijne, probeert te combineren. Als het dan misloopt, krijg ik g ewoonlijk de schuld. Ik neem dan ook liever de volledige verantwoordelijkheid voor wat ik aanbied, dan in zo’n tweeslachtige situatie te verzeilen.”
Museeuw weet het beter
Het leek ons niet vanzelfsprekend dat de mening van een stel wetenschappers in het wielerwereldje au sérieux genomen wordt, maar dat blijkt goed mee te vallen. Vanden Eynde: “De ene renner zal de adviezen en schema’s natuurlijk al letterlijker opvolgen dan de andere. Van ervaren renners als Museeuw, die jarenlang succes gehad hebben met een bepaalde trainingsmethodiek, kun je natuurlijk niet verwachten dat ze op het einde van
Johan Museeuw in het zweet. “In deze periode mogen renners niet meer dan tien procent lichaamsvet hebben.”
IN BEELD
Het café met de
STUK imponeert
allures van een balzaal, bin-
De kanjers van letters laten er geen twijfel meer over bestaan: kunstencentrum STUK palmt de top van de Naamsestraatheuvel in. Achter de gerenoveerde gevel van het Arenberginstituut, de voormalige Laboratoire de chimie générale, gaat een monumentaal complex van zes bouwblokken rond een patio schuil. U mag best onder de indruk zijn. N aast een ruime foyer en geëigende zalen voor theater, muziek, dans en film, zijn er ook productiefaciliteiten voor artiesten en ensembles. En uiteraard een nieuwe STUKbar, nu mét eetkaart.
nenskamers al de Leuvense ‘Vooruit’ gedoopt.
foto’s: Rob Stevens
De verlichte hangende trap naar het café is de blikvanger in de ruime foyer
Alleen die-hards zullen in de prachtige filmzaal weemoedig herinneringen ophalen aan de houten STUC-bankjes van weleer.
2 4.1.2002 C A M P U S K R A N T
15
CULTUUR
Vanaf 13 februari
Breek opnieuw je week met een gratis UUR KULtUUR
Na de semesterexamens is er weer wekelijks - tot aan de paasvakantie - een UUR KULtUUR op woensdag van 13.10u tot 14u, en om 22u op de eerste woensdag van de maand. De laatste woensdag van de maand is er teg elijk een middag-UUR KULtUUR in Heverlee en in L euven.
Programma voorjaar • 20 febr., 13.10u, Iva Bittová, KADOC-kapel, Vlamingenstraat 39 • 27 febr., 13.10u, La Bonne Chanson van G. Fauré, gebracht door Jan Vandercrabben (bariton) en Inge Spinette (piano), STUK, ens emblezaal, Naamsestraat 96 en Myra Quelle, Museum Theo Vanderwaeteren, MTM, Kasteelpark, Heverlee
Folkconcert met AmoRRoma
Vorig jaar liet kwartet AmoRRoma voor het eerst van zich horen met Op voyage, een cd die meteen op veel belangstelling kon rekenen. Initiatiefnemer Jowan Merckx is zowel thuis in Keltische en Galicische muziek als in tal van andere volkse en oude genres. Hij bespeelt zelf fluiten en doedelzak en met Gwénaël Micault (bandoneon en klarinet), Vincent Noiret (contrabas) en Bert Van Reeth (gitaar) wil hij eigentijdse folk brengen. De groep creëert eigen composities waarbij wordt teruggegrepen naar onder meer Franse, Ierse, Zweedse, Galicische en Balkanmuziek. De arrangementen getuigen van invloeden uit folk, oude muziekstijlen, Oosterse muziek, flamenco, salsa, merengue, musette, zelfs jazz en rock. Muziek, grillig als het leven zelf. Woensdag, 13 februari, 13.10u, KADOC-kapel, Vlamingenstraat 39
• 6 mrt, 22u, muziek en poëzie, Pierrot Lunaire van Schönberg en Giraud Op 20 februari is Iva Bittovà te gast tijdens UUR KULtUUR.
Zing mee met personeelskoor
Nieuw project Capella Academica De Capella Academica, het personeelskoor van de K.U.Leuven, start op 29 januari een nieuw project, ‘Engelse Anthems’, onder leiding van Sebastiaan van Steenberge, kapelmeester van de kathedraal van Antwerpen. Het project zal in oktober afgesloten worden met een concert. Personeelsleden en/of hun familie zijn van har te welkom op de kennismakingsrepetitie. Dinsdag 29 januari van 20u tot 22u, SintMichielsstraat 6, Maria-Theresiacollege, lokaal 02.20. Contactpersoon: Ariane Titeca, (t) 016 32 38 09, www.kuleuven.ac.be/capellac/
• 13 mrt, 13.10u, theater Survival of the fittest • 20 mrt, 13.10u, jazzconcert met pianist Fred Van Hove • 27 mrt, 13.10u, Pré-Ithaka met BruXel in Leuven en Bart Moeya ert in Heverlee Het volledige UUR KULtUUR-programma vindt u in het Cultuurboekje K.U.Leuven-voorjaar, dat op 4 februari verschijnt en op de website: www.kuleuven.ac.be/cultuur/Uurkult uur.htm Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, Naamsestraat 96, (t) 016 32 03 40,
[email protected].
AmoRRoma opent op 13 februari de nieuwe reeks UUR KULtUUR.
SEMTEX onder de semeks!
STUK gaat explosief van start De verhuis naar het prachtig verbouwde Arenberginstituut goed en w el verteerd, kan kunstencentrum STUK weer als vanouds culturele meerwaarde creëren. Een greep uit het programma van de komende weken. Muziekfestival SEMTEX
In de drukke voorjaarsagenda worden drie weken uitgetrokken om heel wat muziek te presenteren. Van maandag 21 januari tot vrijdag 8 februari, niet toevallig de drukke semesterexamentijden. Naar analogie van de succesvolle reeksen terrasfilms tijdens de juni-examens, wordt het laatavondprogramma in festivalformule gepresenteerd. De hoofdact begint steevast om 22u. Een ideale verademing om de dag af te sluiten. Alle genres komen aan bod. De vaak onbekende voorprogramma’s zijn zeker het ontdekken waard. Zoals de titel suggereert, kan worden gerekend op een explosief mengsel. SEMTEX, 24 jan., 20.30u, Flexa Lyndo & Millionaire; 27 jan., 21.30u, Solex; 28 jan.,
21.30u, Marc Ribo t; 31 jan., 20.30u , Kopna Kopna & Boo!; 6 feb r., 20.30u, November & Howe Gelb; 7 febr.,20.30u, Caravan Cockpit & Sunzoo Manley; 8febr., 20u, opname StuBru Collage. Alle optredens vinden plaats in STUK, Soetezaal, Naamsestraat 96, Leuven. Rosas danst Small Hands
Als artistiek tegengewicht voor haar grootschalige creaties zoekt Anne Teresa De Keersmaeker geregeld de concentratie en intimiteit op van het duet. Dat geeft haar de mogelijkheid een stukje nieuwe bewegingstaal in alle vrijheid te exploreren. Partner voor Small Hands (Out of the lie of no) is Cynthia Loemij, die tot de ‘harde kern’ van Rosas-dansers behoort. In dit nieuwe duet zijn stilte en leeg te Rosas danst op 7, 8 en 9 februari ‘Small Hands’ in STUK. foto: ingezonden de centrale dragers. Voor het eerst sinds lang is er geen formeel uitgangs- Anne Teresa De Keersmaeker & Rosas, 7,8,9 februari, 20.30u, Brabanthallen. punt voor de beweging. Minder is Info: STUK Kunstencentrum vzw, Naamsestraat 96, 3000 L euven, (t) 016 32 03 20, meer. Dat inzicht levert een zoektocht
[email protected], www.stuk.be op naar de essentie, naar wat puur is.
16 C A M P U S K R A N T 2 4 . 1 . 2 0 0 2
CULTUUR
NIEUWS
Religie H/T
Denken over God(sdienst)
Patroonsfeestconcert met Prima la Musica Op maandag 4 februari wordt het Patroonsfeest afgesloten met een optreden van kamerorkest Prima la Musica, dat dit seizoen zijn tienjarige bestaan viert. Op het feestelijke programma staat werk van Mendelssohn (Ouverture Die Hebriden), het eerste pianoconcerto van Chopin, met als soliste Eliane Rodrigues en de eerste symfonie in C van Bi zet. Maandag 4 februari, 20.30u, Pieter De Somer-aula, Deberiotstraat 2 4, 3000 Leuven. Prijzen: 6 euro (studenten en jongeren (-18))/ 8 euro (personeel en alumni K.U.Leuven)/ 10 euro. Reservaties: (t) 016 32 03 40, cult
[email protected], Naamsestraat 96, 3000 L euven.
“Godsdienst is geen evidentie in deze tijd - of lijkt het tenminste niet”, zegt professor Paul Cortois, die samen met zijn collega’s Herman De Dijn en Ar nold Burms het nieuwe initiatief ‘Religie H/T’ draagt. “Kritiek op de geïnstitutionaliseerde godsdienst, argwaan en misprijzen zijn ‘normaal’. Tegelijkertijd stellen we echter ook een heel andere ontwikkeling vast. In vele kringen is religie in een bredere zin weer ‘in’. Er is een min of meer vaag omschreven, min of meer op individuele maat gesneden zoektocht naar zingeving aan de gang, naar een kader dat de moderne en postmoderne morele en religieuze scepsis zou overstijgen. Voor velen blijft het daarbij, anderen voelen ook aan dat religie en bijvoorbeeld morele praxis niet louter de allerindivideelste expressie van de allerindividueelste emotie zijn. Men zoekt dan aansluiting bij een overgeleverde praktijk, al is dat vaak niet die uit de eigen traditie, en al blijf t dat vaak een niet te realiseren drang.” “Tegelijk met de secularisering groeit de belangstelling voor de realiteit van specifieke religieuze tradities, voor de betekenis van rit uelen, voor mystiek en spiritualiteit. Om die paradoxale situatie te duiden en reflectie erover te stimuleren, werd het project Religie H/T opgestart, in een samenwerkingsverband tussen de K.U.L euven (Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, in samenspraak met Faculteit Theologie) en de Ufsia/UA, met financiële steun van de Cera Foundation. Dat project omvat vier luiken.” “In de eerste plaats worden sprekers uitgenodigd die zich vanuit hun persoonlijke religieuze betrokkenheid, christelijk of niet-christelijk, tot een breed publiek kunnen richten. In dit onderdeel Publiekslezingen komen voor het lopende werkjaar vier sprekers uit christelijke hoek aan bod.” “Het tweede luik bestaat uit een gespecialiseerd seminarie. We nodigen internationale deskundigen uit om theologische en filosofische reflectie over religie te stimuleren en om onderzoek daarover te bevruchten. Dit jaar wordt professor John Milbank (Cambridge / Virginia University), grondlegger en belangrijkste vertegenwoordiger van de theologische stroming Radical Orthodoxy, uitgenodigd om in het kader van de colleges Philosophy of God (Internationaal Programma van het HIW) een reeks gespecialiseerde lezingen en seminaries te geven.” vervolg op pagina 18
24.1.2002 C A M P U S K R A N T
17
NIEUWS
vervolg van pagina 17
Denken over God(sdienst) “Verder zal jaarlijks, afwisselend aan de K.U.L euven en de Ufsia/UA, een symposium georganiseerd worden waarin voornamelijk menswetenschappelijke benaderingen van bepaalde aspecten van de religie op de voorgrond staan. Dit jaar wordt gefocust op het thema Heilige Plaatsen. Op het programma staan lezingen over Jeruzalem, Lourdes en shopping malls ...” “En ten slotte zijn aan dit p roject ook publicaties verbonden. Enerzijds zullen bijdragen van professoren van beide organiserende universiteiten gebundeld worden, teksten waarin zij hun persoonlijke standpunten en reflecties aangaande religie of de plaats en het belang van religieuze thema’s bondig uiteenzetten. Anderzijds zullen de symposiumbijdragen gebundeld worden uitgegeven.”
Publiekslezingen
• Dr. Antoine Bodar (kunsthistoricus en priester) spreekt op 14 februari over Vervreemding tussen Kerk en kunst. • Op 7 maart spreekt professor John Milbank over The Last of the Last: Theology, Authority and De mocracy. • De bekende Nederlandse schrijver Willem Jan Otten heeft het op 21 maart over Nicodemus, Harvey Keitel en de vroedman. • En als apotheose spreekt Kardinaal Jean-Marie Lustiger (aartsbisschop van Parijs) op 18 april over Le Christianisme en Europe. Patrimoine spirituel et moral. U bent welkom om deze (gratis) donderdagavondlezingen bij te wonen in de Promotiezaal van de Universiteitshallen, Naamsestraat 22, telkens om 18u stipt.
18 C A M P U S K R A N T 2 4 . 1 . 2 0 0 2
Gespecialiseerde lezingen De gespecialiseerde lezingen van prof. Milbank vinden plaats in het HIW, Kardinaal Mercierzaal, op 25, 26 en 27 februari, en op 5 maart, telkens van 18 tot 20u. Inschrijving (via mevr. I. Lombaerts, HIW, Kardinaal Mercierplein 2, 3000 Leuven; (t) 016 32 63 28; ingr
[email protected]) is verplicht. Symposium Het symposium ‘Heilige Plaatsen’, met dr. Barbara Baert (K.U.Leuven, kunsthistorica), prof. Piet Leupen (V.U. Amsterdam, historicus), prof. Jo Tollebeek (K.U.L euven, historicus) en prof. Walter Weyns (Ufsia/UA, socioloog), vindt plaats op 27 april van 13.30u tot 17.30u in het HIW, Kardinaal Mercierplein 2, 3000 L euven. Inschrijving (via mevr. I. Lombaerts, cf. supra) is verplicht.
PARTNER S
Mecenaat wordt Partnership & Academic Development
Strategische zoektocht naar partners voor de K.U.Leuven Karla Venken
Het vergt veel geld om, met Bologna-hervormingen en de immer groeiende onderzoeks- en onderwijsbehoeften, de reputatie van topuniversiteit te bewaren. De gevoelige inkrimping van de overheidstoelagen voor universiteiten doet ook de Alma Mater nadrukkelijker richting privé-sector kijken. Midden vorig jaar werd op voorstel van de Senaat K.U.Leuven een dienst opgericht die zich exclusief met institutionele fondsenwerving bezighoudt. Er wordt niet met de pet rondgegaan.
Directeur Yannick Boes, tot voor deze job zelf actief in de privé-sector, deelt deze visie met professionele fondsenwervers: people don’t give to institutions who have needs, but who meet needs. Op het ogenblik van het interview heeft hij net een seminarie fundraising in het Schotse Edinburgh achter de rug. De Angelsaksische topuniversiteiten hebben, net als de Scandinavische en bijvoorbeeld het Nederlandse Leiden, een jarenlange traditie inzake externe privéfondsenwerving. In Vlaanderen moet wat dat betreft nog pionierswerk verricht. Boes: “De brug tussen universiteit en bedrijfsleven moet permanent verstevigd worden. Een deel van het wetenschappelijk werk vindt weliswaar zijn weg naar de markt via contractonderzoek of spinoffs, terwijl ander en maatschappelijk minstens even interessant onderzoek in de spreekwoordelijke ivoren toren blijft. Eén van de stellingen op het seminarie in Edinburgh was: fondsenwerving moet vertrekken van de noden van de markt, eerder dan oplossingen voor die noden op de markt verkopen. Dat vraagt een professionele aanpak en duidelijke strategie, niet dat je met de pet rondgaat. Uit de contacten met collega’s van Angelsak-
sische universiteiten heb ik alvast geleerd: het is een heus beroep, net als bijvoorbeeld pr of marketing.” Tweerichtingsverkeer
“Partnerschappen en langetermijnrelaties met privé-bedrijven bieden een antwoord op de interne noden van de universiteit en de externe behoeften van de markt. Die interne noden zijn groot: Leuven wil haar Bologna-ambities kunnen waarmaken. Om de reputatie van topuniversiteit te behouden, moeten onder meer de centres of excellence in faculteiten en departementen verder uitgebouwd worden, en dat vergt hoe dan ook bijkomende middelen. Het ligt voor de hand dat de privé-sector op zijn beurt door de samenwerking met een universiteit voordeel kan halen uit het fundamenteel en toegepast onderzoek, én uit het onderwijs. Waarom zouden bedrijven bijvoorbeeld niet geïnteresseerd zijn in het mee helpen financieren van nieuwe interfacultaire of multidisciplinaire opleidingen? Ze verwachten van universitairen immers steeds vaker dat ze over ruimere kennis dan hun louter vakgebied beschikken.” De naam van de dienst onderstreept
het beoogde tweerichtingsverkeer: een privépartnerschap moet de academische ontwikkeling ten goede komen. Dat impliceert voor Boes vanzelfsprekend ook dat de academische autonomie en vrijheid te allen tijde bewaard moeten blijven. Alumni
Stafmedewerker Isabel Penne coördineerde in haar vorige functies de evenementen naar aanleiding van het jubileumjaar ‘575 jaar Universiteit Leuven’, en de dienst Alumni Lovanienses. Geknipte ervaring, zo blijkt. Penne: “Voor jubileumprojecten zoals de dubbeltentoonstelling Kennis Maken / Aller Retour met Louvain-laNeuve, zijn we ook op zoek moeten gaan naar privé-partners. En eigenlijk hebben we die verrassend gemakkelijk gevonden. Het ging weliswaar om zuivere logosponsoring, maar er is de v aststelling dat bedrijven graag hun naam verbinden aan een universiteit met uitstraling. Een sponsor bedankte ons achteraf ook uitdrukkelijk voor de bereikte doelgroep.” “Op deze nieuwe dienst fondsenwerving zal ik niet meer de vraag moeten beantwoorden: hoeveel miljoenen heb je al? (lacht). Een zakelijke relatie moet je opbouwen, dat vraagt tijd. We gaan onder meer de faculteiten en alumni-verenigingen aanspreken om onze dienst bekend te maken. We zijn ervan overtuigd dat heel wat ‘invloedrijke’ Leuvense alumni, in de bedrijf swereld en andere sectoren, aanspreekbaar zijn om de kwaliteit van ‘hun’ universiteit te helpen bewaren. We denken dat hun contacten een goed vertrekpunt zijn.” Leerstoelen
Zowel financiering van zorgvuldig geselecteerde projecten als langetermijnrelaties zijn opties. Contractonderzoek en de
Yannick Boes (l): ‘Fondsenwerving is een beroep, net zoals pr of marketing.’
spin-offs vallen buiten het partnerschap; dergelijke commercialisering van onderzoek is het domein van K.U.L euven Research & Development. De nieuwe dienst kreeg daarnaast ook een interne coördinatieopdracht. Boes: “We moeten immers niet van nul beginnen. Er zijn in de f aculteiten heel veel docenten met een traditie van goede contacten, die privé-partners vinden om onderzoek of projecten op het gebied van kennisoverdracht te financieren. Ik denk bijvoorbeeld aan het Sagalassos-project van de Afdeling Archeologie, de opgravingen van en rond de antieke stad in Turkije die internationaal veel weerklank kregen. De inspanningen van met name professor Marc Waelkens maakten hiervan hét succesverhaal inzake fondsenwerving van de afgelopen jaren, wat meteen ook bewijst dat niet alleen ‘marktgerichter’ faculteiten als Toegepaste Wetenschappen de belangstelling van privé-partners wekken. En dan heb je het fenomeen van de leerstoelen, waarvan er ondertussen meer dan vijftig w erden opgericht, het merendeel aan de Faculteit Geneeskunde. Drijvende kracht daar was professor emeritus Marc Verstraete, die met succes de leerstoelen-op-naam naar Angelsaksisch model introduceerde - hij leidt nu samen met de Vlaamse financiële topmannen Piet van Waeyenberge en Jos Daniëls het comité Fondsenwerving van de Senaat K.U.L euven. Die traditie van persoonlijke initiatieven en contacten willen we zeker behouden, maar onze dienst kan hierin ondersteuning bieden en ook de interne communicatie op zich nemen, om bijvoorbeeld te vermijden dat faculteiten of departementen met aangrenzende onderzoeksdomeinen los van elkaar bij eenzelfde bedrijf aank loppen.” K.U.Leuven Partnership & Academic Development, Eygen Heerd, Minderbroedersstraat 5, 3000 Leuven, (t) 016 32 41 14
Rechtzetting
Onderzoekskalender
In Campuskrant nr. 6 van 13 december 2001 verscheen het artikel ‘Filosofie voor beginners’ over het boek Fundamentele Wijsbegeerte van Jos Decorte, Toon Braeckman, Bart R aymaekers en Benjamin Steegen. Jammergenoeg werd de uitgever niet vermeld. Dat zetten we hierbij graag recht: dit boek werd uitgegeven door de Universitaire P ers Leuven, op het web te vinden onder www.upl.be.
Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan contact opnemen met Karine Aert van de Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 L euven, t(016)32 40 53, f(016)32 41 98 ,
[email protected].
2 4.1.2002 C A M P U S K R A N T
19
A L U M N I L O VA N I E N S E S
Karel Vinck, voorzitter Alumni Lovanienses
“Communicatie is essentieel” Ludo Meyvis Vier jaar na zijn eerste verkiezing tot voorzitter van Alumni Lovanienses begint Karel Vinck, Chief Executive Officer van Umicore - het vroegere Union Minière -, aan een nieuw mandaat. Hoog tijd om bij te praten, vonden wij. Karel Vinck hoort bij de industriële top van dit lan d. Het gesprek wordt even onderbroken door een telefoontje, waarin over en weer gebabbeld wordt over héél wat miljoen dollar. Maar voor Alumni en Campuskrant maakt hij graag tijd vrij. Verwezenlijkingen
“Ik herinner me van je eerste bezoek nog dat ik toen gezegd heb dat ik voorzitter wilde worden op voorwaarde dat ik ook effectief wat kon doen. We zijn nu vier jaar later, en ik heb het gevoel dat er toch wel wat veranderd is. Ik heb daar misschien een steentje toe bijgedragen, maar het is natuurlijk vooral het werk van degenen die het dagelijkse reilen en zeilen van Alumni voor hun rekening nemen. Al mijn appreciatie gaat dus naar Isabel Penne en Erik Gobin en hun medewerkers, en naar het Alumni-comité met de professoren Verbakel en Lerut, en vroeger professor Geysen en Van Gerven.” “Een belangrijke realisatie vind ik de stijging van het aantal betalende leden. Ons streefdoel, 25.000, hadden we al na t wee jaar bereikt. Maar natuurlijk zou dat aantal nog flink kunnen stijgen. Vergeet niet dat we ongeveer 100.000 alumni in onze database hebben, potentieel dus vier keer meer dan het huidige aantal betalende leden. Ik zou er onze kandidaat-Alumnileden op willen wijzen dat er belangrijke voordelen verbonden zijn aan het lidmaatschap. Ik denk bijvoorbeeld aan de toegan gskaart
voor de bibliotheek, aan de vele conferenties die georganiseerd worden, aan de toegang t ot ongeveer 15.000 e-mailadressen waar ze, onder bepaalde voorwaarden, gebruik van kunnen maken.” “Maar je wordt niet alleen lid voor die praktische voordelen. De universiteit realiseert zich meer en meer dat de alumni een essentieel onderdeel uitmaken van haar werking en strategie, en dat zouden ook onze alumni goed moeten beseffen. In de Senaat van de universiteit wordt er daadwerkelijk actie gevoerd om de alumni een stem te geven die doorklinkt tot in de universitaire top. Onze alumni zijn de eerste vormgevers van het imago van de universiteit en van de mani er waarop de universiteit gepercipieerd wordt. Ook qua fundraising zijn alumni sleutelfiguren. Dat is tot nu toe een iets te weinig ontgonnen terrein, maar het stemt me tevreden dat de universiteit dat nu wat krachtdadiger gaat aanpakken.” (zie ook artikel op pagina 19 - red.) “Waar ik de volgende jaren graag werk van zou maken, is een betere structuur van de alumniwerking. Het Leuvense alumninetwerk is één van de minst gestructureerde van Vlaanderen. Daar zit dus nog flinke ruimte voor verbetering. Dat zeg ik niet zomaar. Er staan
de universiteit te bestendigen en liefst nog sterk te verbeteren. Ik vind niet dat de universiteit slécht communiceert, maar wel dat ze dat te weinig doet. Ik ben al heel de universiteit belangrijke tijden te wachten. De europe- wat decennia geleden afgestudeerd aan Cornell anisering van ons onderwijslandschap zal leiden tot een University, maar ik krijg ook nù nog bijna wekelijks post. sterk toegenomen concurrentie. Als de K.U.Leuven in Hoe vaak krijgen Leuvense alumni iets in de bus?” dat landschap terecht een leidende positie ambieert, “Communicatie is een investering op lange termijn moet dat natuurlijk eerst en vooral geconcretiseerd worte weinig communicatie leidt onherroepelijk tot grote den via onderzoek en onderwijs van de bovenste plank. problemen. De universiteit zou daar meer aandacht aan Maar daarmee is de kous niet af. Concurrentie heeft ook kunnen besteden. Dat bedoel ik zowel wat de positieve te maken met perceptie. De buitenwereld moet zien en als wat de minder positieve aspecten betreft. Ik heb bijhoren en erkennen dat je de beste bent. Dat is niet alleen voorbeeld het gevoel dat er te weinig gebruik gemaakt een rationele kwestie. Een belangrijke factor daarin is de wordt van de ‘succesnummers’. Daar moét je mee uitmanier waarop onze alumni zich opstellen. Vaak is dat pakken. Maar ook het minder leuke nieuws moet nog te veel als, bijvoorbeeld, afgestudeerde-van-biologie gebracht worden. Transparante communicatie ligt of afgestudeerde-van-rechten, en te weinig als afgestunatuurlijk een beetje gevoelig. In een bedrijf moét je deerde-van-Leuven. Dié tegenwoordig op een open ‘De universiteit realiseert zich meer en reflex, en dié fierheid, zoumanier communiceren, den meer in de hand meer dat de alumni een essentieel omdat je er eenvoudig toe gewerkt moeten worden. verplicht wordt door de overonderdeel uitmaken van haar werking en Dat veronderstelt een attituheid en de aandeelhouders. strategie, en dat zouden ook onze alumni dewijziging bij onze afgeEen universiteit daarentegen goed moeten beseffen.’ studeerden, maar het is ook communiceert alleen transpaiets wat door de universiteit gestimuleerd kan en moet rant als ze dat wil. Toch zijn ook daar geloofwaardigheid, worden. Dat kan onder meer door onze eigen alumnitransparantie en coherentie in de communicatie van emiwerking minder particularistisch op facultaire leest te nent belang. Vroeger kon een universiteit nog rekenen op schoeien. Uiteraard blijven de facultaire alumnikringen bepaalde automatismen: de ouders, de confessionele van het grootste belang, maar daarnààst zou de overkoeband enzovoort, volstonden ruim om de co ntinuïteit in pelende gedachte, dus alumni-van-L euven, meer aande werving en de uitstraling te garanderen. Dat is niet dacht moeten krijgen. Volgens mij moet dat bevorderd langer het geval. D us moet je op een andere manier te werk gaan, eerst en vooral door over je goede én je zwakkere kanten te communiceren. Ik merk een bepaalde wil om dat te doen, maar er is zeker nog ruimte voor groei.” “Communicatie is een belangrijk asp ect van de centrale leiding, zowel in een bedrijf als in de universiteit. Zeker in een gedecentraliseerde structuur als de universiteit is het onmisbaar dat de top zich bewust is van dat centrale, institutionele belang. Die decentrale structuur betekent immers helemaal niet dat de universiteit als gehéél niet aan communicatie zou moeten doen, integendeel. De K.U.L euven zou meer als geheel moeten spreken, als instelling. Dat zou uiteraard ook een belangrijke factor zijn in de band tussen de alumni en de universiteit. Ik begrijp wel dat dat niet altijd eenvoudig is, maar het lijkt me onmisbaar.” “De impact van de alumni op de toekomst van de universiteit is zeer groot. De associatievorkunnen worden door de werking van de overkoepelende ming, de Bologna-implementatie enzovoort zullen ertoe organisatie Alumni Lovanienses meer onder de aandacht leiden dat de universiteit hoe langer hoe meer te maken te brengen.” krijgt met de buitenwereld. Ze doet er goed aan om gebruik te maken van de vele ambassadeurs die ze daar al Het belang van communicatie hééft - en d at zijn de alumni . Ik heb dus alle hoop dat er “Dat betekent dat je véél aandacht moet schenken aan voor Alumni Lovanienses, en daardoor ook voor mezelf, communicatie, om de betrokkenheid van de alumni bij nog heel wat essentieel werk te leveren valt.”
20 C A M P U S K R A N T 2 4 . 1 . 2 0 0 2
A L U M N I L OVA N I E N S E S
Koepelnieuws Met Alumni Guatemala
naar
Mexico
Plantkunde en Dierkunde en
Het Alumni-reiscomité plant de eerste helft van oktober 2002 een vijftiendaagse cultureel-historische r eis naar Mexico en Guatemala. Tijdens de rondreis door Mexico, het ‘Egypte van de Nieuwe Wereld’, staan verschillende archeologische vindplaatsen (Teotihuacan, Palenque, ...) en Spaanse koloniale steden (Puebla, Oaxaca, ...) op het programma, naast folkloristische markten en prachtige landschappen. Ook Guatemala, de bakermat van de Maya-beschaving, herbergt prachtige archeologische sites (Tikal), fascinerende koloniale steden (Antigua) en adembenemende landschappen. Guatemala is bovendien een authentiek land, waar je de Indianen met hun rijke klederdracht en hun kleurrijke markten kan ontmoeten. Info en inschrijvingen bij Erik Gobin, Alumnisecreta ri aat, Atrechtcol le ge, Naamsestraat 63, 3000 Leuven , (t) 016 32 40 02. Als u uw naam, adres en telefoonnummer vermeldt, krijgt u meer details toegestuurd. Voor de reis zijn minimaal 25 deelnemers vereist.
Kringnieuws Leuvens Alumni Orkest
Op zaterdag 27 april brengt het Leuvens Alumni Orkest onder het thema ‘De Russische Klankkleur’ Kamarinskaya van Glinka, de derde symfonie van Borodin, de Rococo Variaties, opus 33 van Tshaikovsky met als cello-solist Stijn Kuppens, en het Capriccio Espagnol van RimskyKorsakov. Dirigent is Ivo Venkov. Zaterdag 27 april, 20.15u, Aula Pieter de Somer, De Bériotstraat 24, Leuven. Kaarten aan 9 euro / 7,5 euro (alum nileden, personeelsleden) / 6 euro (studenten) / 5 euro (- 18 jaar) via www.lao.be. Info: Jan De Vilder, voorzitter LAO, (t/f) 016 22 43 28, e-mail:
[email protected]. KULAK-Alumni
Op 16 maart organiseert KULAKAlumni een terugkomdag. Het praatcafé opent zijn deuren om 16u; later op de avond staan onder meer een misviering, een barbecue en een fuif op het programma. Zaterdag 16 maart vanaf 14u. Info: (t) 056 24 62 53 of (t) 0476 270 666 (buiten de kantooruren). Voor het volledige programma en info over andere activiteiten: www.kulak.ac.be/alumni.
De Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde organiseert op zaterdag 23 februari een museu m b ez o ek aan het KBIN in Brussel, en op maandag 20 mei een familiale uitstap in Kanne. Voor meer info en het volledige j aarprogramma van PDL: www.kuleuven.ac.be/pdl
ma Oost-Europese Talen en Culturen. Op 24 maart houdt VOSTOK haar Algemene Vergadering in de Groene Waterman in Antwerpen. Die start om 11u met een brunchvergadering, om 14u gevolgd door een activiteit met een Slavisch tintje. Voor inschrijvingen en info over beide a ct iv i teiten: vostokvostok@hotmail. com.
Cijfers Alumni Lovanienses • Koepelvereniging voor 30 facultaire alumniverenigingen • Aantal alumni in het centrale adressenbestand: 110.500 • Aantal betalende leden: 25.030 • Aantal mailings vanuit het alumnisecretariaat: meer dan 60.000
Geneesheren-Alumni
Op woensdag 20 f ebruari is er in het UZ Gasthuisberg een infobeurs over ‘M e di sche Ontw ik kelings hu l p’ , gevolgd door een symposium rond hetzelfde thema. De infobeurs, met standen van ngo’s en andere v erenigingen die in de sector werkzaam zijn, start om 14u. Het symposium loopt van 16u tot 18u, met onder meer een rondetafelgesprek over ‘Ontw ik kelingshulp en lippendienst? Kritische reflecties, Prospectieve acties’. UZ Gast hu i sb erg, Onderwijs en Navorsing, inkomhal (infob eu rs ) , auditorium GA3 (symposium).
VRG
Op 15 maart heeft de Alumnidag van VRG plaats. Die gaat van start met twee sessies voordrachten, en vervolgens wordt op de traditionele academische zitting de VRG-Alumniprijs uitgereikt aan Jean-Louis Duplat, onder meer erevoorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Brussel en van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen. Prof. em. Walter Van Gerven houdt de laudatio. Nadien wordt gefeest op een receptie annex wandelbuffet in het Huis der Rechten. Voor het vol le dige prog ra m ma: w w w. law. ku leuven. a c. b e / a l u m n i /
FarmaLeuven
De jaarlijkse farmacologische dag, dit jaar op 16 maart, heeft als onderwerp ‘Nieuwe geneesmiddelen anno 2002: Herceptine, Plavix, medicinaal gebruik van cannabis, Acetylcholinesterase remmers (dement ie ) ’ . UZ Gast hu i sb erg, Onderwijs en Navorsing, auditorium GA1. Voor meer info, en voor een overzicht van de postunivers i ta i re cursus in het najaar: www.farmaleuven.be. Geologen
Op zaterdag 16 maart organiseert de Beroepsvereniging Leuvense Geologen, samen met de pedagogische Begeleidingsdiensten Aardrijkskunde, een studiedag rond de ‘ Nieuwste ontwikkelingen in de gesteenteleer’. Voor de middag zullen drie voordrachten handelen over sedimentaire, magmatische en tektonometamorfe gesteenten. Na de middag wordt een oefenzitting georganiseerd rond de determinatie van enkele typegesteenten. Info: www.kuleuven.ac.be/geologie/ BVLG/ Slavische Talen en Oost-Europakunde
Op 9 maart is het Abituriëntendag op de Faculteit Letteren. VOSTOK verzorgt het onderdeel ‘werkgelegenheid’. Alumni zijn welkom om geïnteresseerde laatstejaars uit de humaniora info te verschaffen over de jobmogelijkheden van het diplo-
Leuvense kunsthistorici, archeologen en musicologen
Op zondag 24 maart om 14u organiseren de Kunsthistorici, Archeologen en musicologen een bezoek aan het Diamantmuseum. Die dag zal er ook een Algemene Ledenvergadering plaatshebben. Meer info volgt later.
Identificatiefiche Alumni Lovanienses alumninummer:.................................................................... naam:................................................................................. (meisjesnaam voor gehuwde dames) voornaam:.......................................................................... (officiële voornaam, geen roepnaam) geboortedatum:................................................................... Adresgegevens Alumnus straat + nr:.......................................................................... postcode:...........gemeente:.................................................. landcode:...........land:......................................................... tel:..................................................................................... fax:.................................................................................... e-mail:................................................................................ (geeft toelating om dit e-mailadres op te nemen in het e-adressenbestand op internet) Studiegegevens Alumnus promotiejaar:...................................................................... diploma 1:.......................................................................... diploma 2:.......................................................................... specialisatie 1:.................................................................... specialisatie 2:....................................................................
Ekonomika-Alumni
Dit jaar worden nog vier colleges gehouden in de reeks 8 om te horen: 11 mrt i.p.v. 18 febr., Ecologische productnormering: Belgische en Europese ontw ik kelingen, prof. Kurt Deketelaere 4 mrt, Marktstrategie voor technologische bedrijven en markten, prof. Piet Vanden Abeele 25 mrt, Het Europese antidumpingbeleid: een goede zaak?, prof. Hylke Vandenbussche 13 mei, Stress-management, grenzen en mogelijkheden, prof. Marc Buelens De lessen hebben plaats in het Hogen Heuvel College van de F. E. T. E. W. , Naamsestraat 69, 3000 Leuven en zijn zowel voor leden als voor nietleden toegankelijk. Een les volgen kost 15/20 euro, vier lessen 50/60 euro. Het programma begint om 20u, voorafgegaan door ontvangst met drankje en broodje (19.30u) en sluit af met een drink (21. 45u). Meer info op www.ekonomika.be
Huidige werkkring Alumnus firma:................................................................................. straat + nr:.......................................................................... postcode:...............gemeente:.............................................. landcode:...............land:..................................................... telefoon:............................................................................. fax:.................................................................................... e-mail:................................................................................ functie:............................................................................... Bent u bereid om werkzoekende studenten en/of alumni te informeren over uw werkterrein ? Ja 0 Neen 0 Terug te bezorgen aan Alumni Lovanienses vzw, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (f) 016 32 41 90. U vindt deze fiche ook op de internetpagina’s van Alumni Lovanienses, www.kuleuven.ac.be/alumni/
24.1.2002 C A M P U S K R A N T
advertentie
21
A D VA LVA S http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Vacante mandaten van a ssisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2001-2002, 13de lijs t
De rector van de K.U.Leuven maakt bekend dat de onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren voor één van deze functies, dient u C3-formulieren in te vullen; die kan u aanvragen op de Dienst Academisch Personeel, (t) 016 32 40 88, op he t administratief secretariaat van de faculteit of via onze website. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten vóór 7 februari 2002 teruggestuurd worden naar de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmerking te komen, dienen de kandidaten zich tijdens hun universitaire studies bij voorkeur onderscheiden te hebben. Als u solliciteert voor de functie van doctor-assistent, dient u een gedetailleerd curriculum met geactualiseerde publicatielijst en een omschrijving van het voorgestelde onderzoeksproject bij te voegen. Inzake haar benoemingen voert de K.U.Leuven een gelijke-kansenbeleid. Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen Kenmerk: 00200213 - 50022253 Project: PBOA/51/109 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden tot 30 september 2003 Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur in beleidsinformatica, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA Opdracht: meewerken in de onderzoeksgroep Bedrijfseconomie en strategie, aan de studie die onderzoekt of netwerking effectief leidt tot een hogere innovatieperformantie in ondernemingen; dit project omvat o.a. een grondige analyse m.b.t. de karakteristieken van technologische allianties met identificatie van de potentiële voordelen en directe gevaren van de betrokkenheid in de allianties; ook niet-technologische allianties worden onderzocht; daarna zal impact van de allianties gemeten worden. Kenmerk: 00200213 - 50022254 Project: Universities & Firms Functie: 100% wetenschappelijk medewerker (of bursaal), Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat economische wetenschappen/ toegepaste economische wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur in beleidsinformatica, GGS Economische Wetenschappen/Toegepaste Economische Wetenschappen, MBA Opdracht: onderzoeken van 6 themata: 1) measuring educational performance & behavior; 2) compa-
ring corporate & university governance ; 3) funding rules, R&D and organizational behavior; 4) human resources, technology & globalization; 5) focus & quality: strategic management in for-profit and nonprofit institutions; 6) market competition, contractual relations & organizational strategies.
Faculteit Wetenschappen Kenmerk: 00200213 - 50006146 Project: STWW/980367 (A4359) Functie: 100% wetenschappelijk medewerker (barema doctor-assistent), Afdeling Fysiologie en Bioche mie der Planten, vanaf heden tot 30 augustus 2003, eventueel hernieuwbaar Diploma: doctor in de wetenschappen, groep biologie of biochemie Opdracht: groepsleider, ontwikkeling van een nieuwe genomische technologie voor gist met behulp van technieken van moleculaire genetica en recombinantDNA technologie.
Faculteit Toegepaste Wetenschappen Kenmerk: 00200213 - 50004844 Functie: 100% (80% doctor-assistent + 20% externe financiering), Centrum voor Industrieel Beleid, vanaf 1 maart 2002 voor 3 jaar Diploma: burgerlijk ingenieur, GGS industriële bedrijfskunde, doctor toegepaste wetenschappen Opdracht: theoretisch onderzoek in logistieke optimalisatie, met bedrijfscontacten (data, praktische relevantie). Kenmerk: 00200213 - 50007223 Functie: 100% doctor-assistent, Departement Elektro -
22 C A M P U S K R A N T 2 4 . 1 . 2 0 0 2
techniek, vanaf 1 maart 2002 voor 2 jaar Diploma: doctor toegepaste wetenschappen Opdracht: onderzoek op het gebied van de modellering en analyse van elektrische netten; ontwikkeling van didactische gevalstudies; projectopvolging.
Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen Kenmerk: 00200213 - 50009247 Project: Onderzoeksfondsen Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Labo voor Voedingsleer, vanaf 15 februari 2002 voor 1 jaar, hernieuwbaar met 2 jaar Diploma: bio-ingenieur, licentiaat biologie, dierenarts Opdracht: medewerking aan onderzoek over de problematiek van PCB’s in de dierlijke en humane voeding. Kenmerk: 00200213 - 50022252 Project: L.R.D. Functie: 100% bursaal, Centrum voor Microbiële en Plantengenetica, vanaf heden voor 1 jaar Diploma: bio-ingenieur met achtergrond in biochemie/microbiologie/celkweek/immunologie/moleculaire biologie Opdracht: bestuderen van moleculaire interacties tussen lactobacilli, pathogene bacteriën en epitheelcellen (standaard moleculair biologische, microbiologi sche en biochemische technieken zoals PCR, Northern, Southern en Western blot analyse, DNA en RNA isolatie, DNA restrictie, gel elektroforese, bacterie transformatie, celkweek, microscopie ...); dynamisme, doorzettingsvermogen, sterke motivatie, communicatief, teamgeest en ervaring met informatica en databanken strekt tot aanbeveling.
Faculteit Geneeskunde Kenmerk: 00200213 - 50008282 Project: Facultaire Pers.saldi Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Afdeling Fysiologie, vanaf heden voor 2 jaar Diploma: arts, bio-ingenieur, apotheker, licentiaat wetenschappen/biochemie, biomedische wetenschappen Opdracht: onderzoek van de fysiologische processen die de basis vormen van inter- en intracellulaire Ca2+ golven in celpreparaten via confocale laser microscopie en het gebruik van fluorescente indicatoren.
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen Kenmerk: 00200213 - 50003310 Functie: 50% praktijkassistent, Dienst voor Geneesmiddelenkennis, vanaf 1 maart 2002 voor 2 jaar Diploma: apotheker Opdracht: beheer vaardigheidsapotheek; medewer-
king communicatieoefeningen werkcollege Geneesmiddelenkennis; begeleiding zelfstudiepakket ‘Methodologie van de beroepspraktijk’; ondersteuning van didactische gegevensbanken; medewerking elektronische toetsen ‘Fytofarmaca’; ondersteuning practica ‘Geneeskrachtige planten overzicht en herkenning’; aanbreng en beheer van voorschriften voor het examen ‘Casuïstiek in de farmaciepraktijk’; praktijkgerichte ondersteuning in de optie ‘Farmaceutische zorg’ van het nieuwe curriculum van de apothekersopleiding.
Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie Kenmerk: 00200213 - 50015067 Project: Steunpunt ‘Sport, beweging & gezondheid’ Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Departement Sport- en Bewegingswetenschappen, vanaf heden tot 31 december 2006 Diploma: licentiaat lichamelijke opvoeding of een ander universitair diploma met ruime ervaring in wetenschappelijk onderzoek over sport, beweging en gezondheid en/of ervaring in leidinggevende functies Opdracht: dagelijks management (directeur) van het Steunpunt; coördinatie van de onderzoeksprojecten, planning en ondersteuning van de dataverzameling, rapportering van de resultaten en de beleidsrelevantie ervan.
Academisch Vormingsinstituut voor Leraren (AVL) Kenmerk: 00200213 - 50022028 Project: 35I-WERKG4-P1999 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Academisch Vormingsinstituut voor Leraren, vanaf heden voor 3 jaar Diploma: licentiaat of doctor; diploma academische lerarenopleiding; ervaring met lerarenopleiding (detachering uit het H.O. kan overwogen worden) Opdracht: inhoudelijke en organisatorische onder steuning bieden aan het AVL; de activiteiten betreffen de K.U.Leuven, de Associatie K.U.Leuven-hogescho len en buitenlandse zusterinstellingen; ondersteunen en ontwikkelen van volgende thema’s: wetenschappelijke versterking van de vakdidactiek, kwaliteitszorg lerarenopleiding en aanvangsbegeleiding, cur riculumontwikkeling, internationalisering en e-leren; er wordt deskundigheid verwacht in het ruime gebied van lerarenopleiding inclusief het onderzoek; sociale vaardigheden, mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid (ook Engels en Frans) verantwoordelijkheidszin, samenwerkingsbereidheid en organisatorische vaardigheden zijn noodzakelijke vereisten.
A D VA L VA S
Doctoraten De rubriek ‘Doctoraten’ is gebaseerd op de databank ‘Agenda K.U.Leuven’ die u vindt onder http://agenda.kuleuven.be
12 dec.: Colette Grégoire, Toegepaste Wetenschappen, Fracture Characterisation by Ground Penetrating Radar, prom. prof. L. Halleux en prof. A. Vervoort. 12 dec.: Frederique Vanneuville, Godgeleerdheid, Jesus and ‘the Jews’ in John 8:31-59. An Interdisciplinary Investigation into the Problem of Anti-Judaism in the Gospel of John, prom. prof. R. Bieringer en prof. D. Pollefeyt. 19 dec.: Yves Gee rts, Toegepaste Wetenschappen, Design of High-Performance CMOS Delta-Sigma A/D Converters, prom. prof. M. Steyaert en prof. W. Sansen. 20 dec.: Geert Van der Plas, Toegepaste Wetenschappen, A Computer-Aided Design and Synthesis Environment for Analog Integrated Circuits, prom. prof. W. Sansen en prof. G. Gielen. 11 jan.: Hans Coppenolle, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Statistical Methodologies to Model Human Quality D ecision Processes. Quality A ssessment of Chicory: A Case Study, prom. prof. E. S chrevens. 22 jan.: Koenraad De Backer, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Multinational Firms and Industry Dynamics in Host Countries: The Case of Belgium, prom. prof. L. Sleuwaegen. 8 febr.: Ward Rommel, Sociale Wetenschappen, Darwins ‘gevaarlijke idee’ in de sociologie. Op zoek naar het nut van de evolutietheorie voor de sociologie, prom. prof. J. Verhoeven.
Benoemd of onderscheiden Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek ‘Benoemd of onderscheiden’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/benoemd.htm. Professor Frans De Schryver, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen, werd aangesteld als gasthoogleraar aan de Universiteit van Stellenbosch, ZuidAfrika. Profesor Eric Dirix, buitengewoon hoogleraar aan de Rechtsfaculteit, is benoemd tot lid van de Visitatiecommissie van de Nederlandse Rechtsfaculteiten (onderzoeksvisitatie 1995-2000). Professor Georges Evers, hoogleraar aan de Faculteit Geneeskunde, werd op 14 november 2001 in Indianapolis, USA, verkozen en geïnstalleerd als lid (Director) van de Raad van Bestuur van de International Honor Society of Nursing Sigma The ta Tau. Deze organisatie verenigt ruim 200.000 universitair geschoolde verpleegkundigen in voornamelijk Noord-Amerika. Sinds twintig jaar zijn ook in de andere continenten afdelingen ontstaan. Professor Georges Gielen, hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, ESAT van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, is verkozen tot Fellow van het Institute of Electrical and Electronic Ingenieurs (IEEE) voor zijn onderzoeksbijdragen voor de automatisatie van het ontwerp van analoge en gemengd analoogdigitale geïntegreerde micro-elektronische schakelingen. Deze eer valt aan minder dan één procent van de leden van het IEEE te beurt omwille van hun uitzonderlijke prestaties in het domein.
voor Moleculaire en Vasculaire Biologie, ontving de Boehringer Ingelheim Prijs voor zijn werk Molecular mechanisms responsible for mild and moderate hemophilia A. Deze prijs werd eveneens toegekend aan doctor Cécile Oury, ook werkzaam in het Centrum voor Moleculaire en Vasculaire Biologie. Zij kreeg de prijs voor haar werk over de Role of the ATP-gated P2X1 ion channel in platelet activation. Doctor Bart Maes en doctor Takaaki Koshiba, verbonden aan de Afdeling Transplantatieheelkunde, wonnen tijdens het tiende congres van de European Society for Organ Transplantation (ESOT) door Biotest Pharma GmbH beschikbaar gestelde prijzen. Doctor Eric Van den Kerckhove, verbonden aan het Departement Revalidatiewetenschappen, Afdeling Locomotorische aandoeningen, kreeg op 14 september 2001 de tweejaarlijkse prijs voor de beste PAM (Professions Allied to Medicine) lezing op het Europese Brandwondencongres te Lyon, met de lezing Technical comparison of six different stockings in the treatment and prevention of hypertrophic scars. Doctor Bart Van der Bruggen, verbonden aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen, Chemische Ingenieurstechnieken, Afdeling Milieutechnologie, ontving de Textile Innovation Award van de federatie van de Vlaamse textielindustrie Centexbel voor zijn doctoraatsthesis Removal of organic components from aqueous solution by nanofiltration. Doctor Philip Verwimp, onderzoeker aan het Departement Economie, werd benoemd tot Research Fellow aan het Genocide Studies Program, Yale University.
Doctor Marc Jacquemin, werkzaam in het Centrum
Korte berichten 15 febr.: Jean-Christophe Verstraete, Letteren, Interpersonal Grammar and Clause Combining in English, prom. prof. L. Dr aye.
Publicaties Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek ‘Publicaties’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/publicatie.htm. Humane Wetenschappen H. Heynen, A. Loeckx, L. De Cauter, K. Van Herck (red.), ‘Dat is architectuur’. Sleutelteksten uit de 20ste eeuw, ISBN 90-6450-3 15-X, Rotterdam, 010, 2001, 892 p. Deze omvangrijke uit gave biedt een overzicht van de belangrijkste teksten over architectuur uit de twintigste eeuw. Opgenomen zijn invloedrijke manifesten, programmatische geschriften en theoretische teksten van zowel architecten als filosofen of andere intellectuelen. De meer dan honderdvijftig teksten worden ontsloten via een uitgebreid apparaat van thematische commentaarteksten en een geïntegreerd register.
Beurzen voor China
Via het Europese programma EUChina Junior Managers Training Programme kunnen geïnteresseerden een beurs krijgen om een academische en praktische opleiding te volgen in China. De opleiding bestaat onder meer uit workshops, een taalcursus, seminaries en stages, en neemt elf tot vijftien maanden in beslag. De beurs omvat opleidingskosten, accommodatie en levensonderhoud. Aanvragers moeten EU-burger zijn, tussen midtwintig en eind-dertig, over een universitair diploma beschikken,
vlot Engels praten en enige beroepservaring hebben. Aanvragen indienen kan tot 26 april 2002; een eerste selectie gebeurt in mei 2002, in juni volgt de definitieve. De opleiding start in Beijing op 1 september 2002. Meer info vindt u op de website van de coördinator, de Häme Polytechnic uit Finland, www.hamk.fi/ip.euchina, of u kan mailen naar
[email protected]. Gezocht: vrijwilligers klinische studies
Het Centrum Klinische Farmacolo-
M. Taeymans en J. Dumortier, Informaticarecht, ISBN 2-8044-0852-3, Gent, Uitgeverij Larcier, 2001, 150 p. Dit themawetboek biedt als eerste een complete verzameling van wetgevende teksten over informaticarecht, met inbegrip van de meest recente wetten die in 2001 in voege zijn getreden. De teksten zijn verrijkt met annotaties. De thematische indeling, samen met het chronologisch register en het trefwoordenregister, dragen bij tot vlot opzoekwerk. L. Van Molle en P. Heyrman, eds., Vrouwenzaken - Zakenvrouwen. Facetten van vrouwelijk zelfstandig ondernemerschap in Vlaanderen, 18002000, 90-766686-08-4, G ent-Leuven, Provinciebestuur Oost-Vlaanderen i.s.m. KADOC Leuven, 2001, 304 p., 23 ,55 euro Het clichématige historische beeld van de socio-economische verhouding tussen de geslachten wordt in dit boek grondig bijgesteld. Zowel de collectieve verbeelding als de werkelijkheid van het vrouwelijk ondernemerschap in Vlaanderen/België, van ongeveer 1800 tot 2000, komen aan bod. Uit het onderzoek blijkt hoe omvangrijk én veelzijdig het vrouwelijk ondernemerschap was: in de periode 1846-2000 werd minstens 20 tot 30% van alle o ndernemingen in de nijverheid en de handel door vrouwen geleid.
2 4.1.2002 C A M P U S K R A N T
23
gie van het UZ Gasthuisberg zoekt dringend vrijwilligers (mannen, niet-rokers, tussen 18 en 45 jaar) voor deelname aan klinische studies met belangrijke nieuwe geneesmiddelen. De studies zijn goedgekeurd door het Ethisch Comité van de Universitaire Ziekenhuizen. Er is een billijke vergoeding voorzien. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met het centrum op (t) 016 34 86 02/04 of via Centrum. Klinische Farmacologie@ uz. kuleuven. ac.be
DE DENKTANK
Geen Dogma, alstublieft In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, L euven.
films van Lars von Trier en zijn volgelingen fel te bejubelen. Maar wij, nuchter-empirische geesten van de Denktank, hebben daar toch een iéts andere mening over. Aangespoord door die lovende kritieken en allerhande Gouden Palmen zijn we immers een paar keer met de voltallige Denktank naar zo’n Dogma-filmavondje getrokken, en sindsdien willen we zoiets zelfs onze erg-
De onverwachte vrijspraak van een aantal Anderlechtse veehandelaars, beschuldigd van dierenmishandeling, beroerde flink wat lezers van Campuskrant, zo bleek. “Schandalig! Uit protest eet ik in de Alma voortaan alleen nog f rieten en volledig vleesvrij dessert”, schrijft ons bijvoorbeeld economiestudent Toon Van Kesbeeck. “Ik hoop dat de Denktank hierover een even duidelijk standpunt wil innemen.” Trouwe lezers kennen ons uiteraard: de Denktank g aat geen enkel heikel standpunt uit de weg, en dat zal ook deze week niet anders zijn. Waarmee we hier eigenlijk alleen maar willen zeggen dat we in deze zaak voluit de rechter steunen. Niet dat we niet willen toegeven dat die Gaia-beelden vreselijk om te zien waren, integendeel, we hebben dat in deze kolommen overigens al eerder gezegd: ze waren ronduit afschuwelijk! Slecht belicht, belabberd camerawerk, onbestaande montage, groezelig decor en ronduit luizige zondagsacteurs met een scenario waarin ze elkaar alleen maar oneliners als “Ju! Ju, zeg ik!”, “Vort, Bella!”, “Stom rund” en “Loempe meutte” toesnauwen. En dat dan acht uur lang. Geen wonder dat die arme rechter het daar danig van op zijn heupen kreeg en niet de gefilmden maar de amateur-cineasten van Gaia streng toesprak. Nu weten we ook wel dat het bij sommige critici en cultuurdragers bon ton is om de gelijkaardige Dogma-
ste vijanden niet meer toewensen. Een camera die drie uur lang van voor n aar achter, van boven naar onder en van links naar rechts zwiert, acteurs die constant Deens u leest het goed: Deens - praten en Bruce Willis of Arnold Schwarzenegger die in geen velden of wegen te bekennen zijn om alles uiteindelijk toch nog goed te laten aflopen. En dan die regisseurs achteraf maar klagen dat het slecht gaat met de Europese film! Maar goed, we willen hiermee dus alleen maar zeggen dat we die rechter zeer goed kunnen volgen. Bovendien heeft Gaia die filmpjes over heel de wereld verspreid en zijn ze tot overmaat van ramp op all e mogelijke televisiestations uitgezonden. Kan je n agaan welk dramatisch beeld ze in het buitenland nu hebben van onze vaderlands cinematografisch kunnen. Stijn Coninx en Dominique Deruddere mogen hierdoor ongetwijfeld definitief een kruis over hun Hollywood-ambi-
ties maken. Bovendien vond de wijze rechter het ook absoluut niet kunnen dat Gaia alles met een verborgen camera gefilmd had, vanwege inbreuk op de privacy. Zeer terecht, menen wij. Want die veehandelaars stiekem filmen, tot daar aan toe, m aar vroeg Gaia die runderen vooraf wel of zij bereid waren de hoofdrol in hun filmpjes te vertolken? Was het portretrecht van Bella geregeld? Was Sabam betaald? Driewerf neen, en dat dan voor een organisatie die de dierenrechten hoog in het vaandel zegt te voeren. Bovendien opent deze uitspraak bijzonder interessante perspectieven voor de juristen onder onze lezers, want dit betekent dus dat al die peuters, kleuters en kinderen die in Videodinges keihard uit schommels donderen, tegen deuren lopen en in leegstaande zwembaden vallen hun nu nog trots filmende grootouders later genadeloos kunnen vervolgen. Ook wijzelf hebben meteen van dit precedent gebruik gemaakt. Toevallig zijn enkele leden van ons gezelschap vorige week nog door een verborgen verkeerscamera geflitst, zogezegd omdat wij met de Denktank-dienstwagen de snelheidslimieten overschreden. Wat uiteraard complete onzin was, wij wilden gewoon op de Bondgenotenlaan even wetenschappelijk uittesten of die Lamborghini echt wel in 8 seconden van 0 tot 170 per uur kan optrekken, zoals ze in hun reclame altijd beweren. De juridische cel van De Denktank heeft dan ook geen moment geaarzeld Steve Stevaert hemzelve wegens deze inbreuk op onze privacy voor het gerecht te slepen. Wij beloven hierbij Gaia, de veehandelaars en onze lezers van de verdere ontwikkelingen in deze zaak op de hoogte te houden. Namens De Denktank, Pr of. B. Vanbeirendonck (hoofd werkgroep audiovisueel recht) en G. Op d e Beeck (secretaris-klerk)
STUDEN TEN
Gemengde gevoelens omtrent Semeks
“Geef mij toch maar de korte pijn” Vincent Agten Deze dagen worden de studenten voor de eerste keer geconfronteerd met de semesterexamens. Campuskrant legde zijn oor te luisteren aan de vooravond van de allereerste echte januarizittijd. Even aanpassen? Contra
Steven zit in de eerste licentie Criminologie: “Vanwege de semesterexamens ben je nu gedwongen om de stof vanaf oktober bij te houden. Dat vond ik niet evident na drie maanden vakantie. Ik heb het erg moeilijk om me aan h et nieuwe systeem aan te passen - vroeger dacht ik pas rond Pasen aan de examens. Nu moest ik mezelf in december al dwingen om uit de buurt van de O ude Markt te blijven ...Dit systeem is als je het mij vraagt niet bepaald bevorderlijk voor het Leuvense uitgaansleven!” “Bovendien worden er vaak allerlei kunstgrepen uitgevoerd om het semesterexamensysteem te kunnen toepassen. In mijn jaar is de spreiding van de vakken over de twee semesters bijvoorbeeld heel ongelijk. Aangezien men per jaar slechts over tien vakken mag examineren, hebben ze bepaalde vakken simpelweg samengevoegd, waardoor de studiedruk een pak groter wordt. Net het tegenovergestelde van wat men wil bereiken. Op die manier worden de problemen gewoon verschoven.” Bij de idee dat het nieuwe systeem een gunstige invloed zal
hebben op de slaagpercentages in eerste kan heeft Steven zijn twijfels: “Volgens mij is dat niet zo vanzelfsprekend. Eerstekanners hebben nu examens nog voor ze de kans hebben gehad om zich aan te passen aan hun nieuwe leven en aan de vrijheid in Leuven. In het oude systeem hadden de partiële examens een signaalfunctie, nu is het meteen erop of eronder. Volgens mij moeten eerstejaarstudenten meer tijd krijgen ...” Dat zal Eline (eerste kan handelsingenieur) volmondig beamen: “Omdat je met het nieuwe systeem het hele jaar door je vakken moet bijhouden, kan je je tijd ook veel minder zelf indelen. Dan kan je net zo goed naar Diepenbeek gaan, vind ik. Een belangrijk doel van een universitaire opleiding is in mijn ogen toch dat je zelfstandig leert werken.” Pro
Toch is niet iedereen gekant tegen de semesterexamens. Lieselotte (eerste lic psychologie) noemt zichzelf absoluut een voorstander van het nieuwe systeem: “Ik begrijp niet goed waar al die kritiek op de semesterexamens vandaan komt. Het
24 C A M P U S K R A N T 2 4 . 1 . 2 0 0 2
heeft toch alleen maar voordelen als vakken worden geëxamineerd wanneer de stof nog vers in het geheugen zit? Na het afronden van een vak volgt het examen. Prima voor mij!” An (tweede lic. Germaanse): “Volgens mij heeft het systeem vooral voordelen in de kandidaturen, waar je normaal gesproken het grootste aantal vakken hebt. Semesterexamens kunnen dan de druk wat van de ketel halen. Maar in de licenties heb je zelden meer dan tien vak-
ken per jaar en dan zijn semesterexamens volgens mij overbodig.” Al ziet An ook daar wel de voordelen: “In het oude systeem moest je tijdens de paasvakantie al blokken, en daardoor had je praktisch geen tijd meer om op adem te komen voor de junizittijd. D at is nu wel beter geregeld. Maar als ik het voor het zeggen had, zou ik toch voor één enkele zittijd op het einde van het jaar kiezen. De korte pijn, weet je wel?”