Ik deug + jij deugt =
IEDEREEN DEUGT?!
Hoe houd je kinderen op het goede spoor PETRA VAN NOORD
Inhoud Voorwoord 1 Voor wie is dit boek bedoeld? 2 Inleiding 3 Uit de praktijk 4 Waarom door een deugdenbril$ kijken? 5 Gedrag en wie je werkelijk bent 6 Wat is eigenwaarde? 7 Wat is een deugd? 8 Het DeugdenprojectTM 9 Uitgangspunten 10 Deugdentaal in woorden en daden 11 Ontvangen 12 Uit de praktijk (vervolg) 13 Je rol als volwassene 14 Kracht 15 Onthechting 16 Luisteren 17 Actief aandacht bieden 18 Richt je op eigenwaarde 19 Uit de praktijk (vervolg 2) 20 Persoonlijke grenzen 21 Grenzen en samen-leven 22 De soms lastige dagelijkse praktijk 23 Gedrag spiegelt deugden 24 Van crisis naar kans 25 Spiegelen 26 Eigentijdse kinderen 27 Omgaan met gevoelens 28 Pubers & zo
9 11 14 19 22 27 33 38 41 46 52 60 64 68 75 83 87 92 100 107 113 119 129 136 142 149 156 164 174
29 30 31 32 33 34 35
Disbalans Uit de praktijk (afloop) De Jeugd Deugt En de ondeugden dan? Zo oud als de weg naar Kralingen Minicursus positief opvoeden Dankwoord
Bijlagen 1 Hoe geef je een deugdenbevestiging of -erkenning? 2 De Nederlandse Deugden Top 15 3 Actief aandacht bieden in 7 stappen Geraadpleegde Bronnen
181 186 190 196 199 203 205
208 210 212 214
2 Inleiding Elk mens is vanbinnen als een diamant; schitterend, onbetaalbaar en geweldig. Brandon Bays
Ze zeggen wel eens dat een kat in het nauw rare sprongen maakt. Dit betekent dat iemand die in een benarde situatie zit en geen uitweg ziet, soms onvoorzien kan handelen ofwel vreemde dingen kan doen. Mensen kunnen raar, storend of soms onuitstaanbaar gedrag vertonen. Door de buitenwereld wordt men op dat gedrag aangesproken. Het gedrag is wat andere mensen van je zien. Het is je buitenkant. Vaak word je op deze buitenkant be- of zelfs veroordeeld. Dat gaat over het algemeen vanzelf. Bekritiseren is ons meestal met de paplepel ingegoten. We hebben al snel iets aan te merken op alles en iedereen. ‘Wat een suffe autorijder, hij rijdt 60 terwijl je hier 80 mag!’ ‘Dat meisje is zo irritant, ze bemoeit zich overal mee.’ Vanuit deze beperkte waarneming, die gericht is op wat niet goed is, geven en krijgen we negatieve kritiek. Deze negatieve focus sterkt eenieder in de overtuiging dat we niet goed (genoeg) zijn en dat brengt absoluut niet het beste in ons naar boven. De wet van aandacht Be careful what you wish for it might be given to you. Natuurlijk is het fijn om te krijgen wat je hebben wilt, behalve als het gaat om minder aangename dingen. Wat je aandacht geeft groeit, dat is een wetmatigheid die door vele wijzen is verspreid. Het is door Bobby McFerrin mooi verwoord in de eenvoudige song: Don’t worry be happy. Hij zingt: ‘In every life we have some
-14-
trouble, when you worry you make it double.’ Alles dat gemaakt is, wordt hierdoor beïnvloed. Het is de wet van aantrekkingskracht. Deze wet leert ons dat we naar ons toehalen waar we ons op concentreren. Dit gaat ook op bij gedrag. Als we de nadruk leggen op negatief gedrag, wordt dit versterkt en zul je er steeds meer van krijgen. In dit boek wil ik je uitnodigen door gedrag heen te prikken, verder te kijken dan je neus lang is en een kijkje te nemen achter het gedrag van de mensen om je heen en (je) kinderen in het bijzonder. Ook wil ik je uitnodigen anders naar je eigen gedrag te gaan kijken, want iedereen is meer dan wat hij doet. Ook al gedraagt iemand zich vervelend of opstandig of is zijn manier van doen egoïstisch, agressief of zelfs misdadig te noemen, achter dat gedrag schuilt:
Een fantastisch mooi mens boordevol goede eigenschappen. Dat is wie je werkelijk bent. Vanuit deze ‘diamant’, deze kern heeft elk mens een natuurlijke drang zich positief te ontwikkelen. Wij kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van onszelf en anderen door te focussen op de innerlijke kwaliteiten. De uitdaging is aandacht te geven aan dat wat goed is. Nu is het over het algemeen niet moeilijk om de positieve eigenschappen van een baby te zien, maar naarmate kinderen groter worden, is het soms moeilijk te geloven dat achter een nee-zeggende peuter, een druk kind of een onhandelbare puber toch ook een mens schuilgaat dat beschikt over prachtige eigenschappen. Een mens dat alles in zich heeft wat wij als goed en belangrijk zien. Als iedereen zich voorbeeldig gedraagt, zal het nog wel lukken om het positieve in de mens te zien. Maar hoe kun je blijven geloven in het goede in de mens als er geen aanleiding toe lijkt te zijn? Zodra je te maken krijgt met een vervelend kind, een irritante collega of een onuitstaanbaar familielid wordt het al een stuk lastiger. En dan heb ik het nog niet eens over mensen die nog veel extremere dingen doen. De deugdenbril: een wereld van verschil Ik wil je in dit boek uitnodigen om in het dagelijks leven door een deugden-
-15-
bril$ te gaan kijken. Het is een bril waardoor je kijkt naar de goede eigenschappen ofwel innerlijke kwaliteiten in anderen en jezelf. In dit boek worden de positieve eigenschappen veelal deugden genoemd, in navolging van het door Linda en Dan Kavelin-Popov ontwikkelde DeugdenprojectTM. Door een deugdenbril$ zie je moed, eerlijkheid, begrip, betrouwbaarheid en nog veel meer deugden bij elkaar. Deze deugden zijn universele waarden. Het zijn eigenschappen die iedereen, ongeacht geloofsovertuiging of culturele achtergrond, belangrijk vindt in een mens. Ze zijn in potentie in iedereen aanwezig. Als je kijkt door een deugdenbril$ zie je een wereld van verschil. Met aandacht voor deze goede eigenschappen ontwikkel je karakter en zelfvertrouwen. Het is juist het gemis aan het toekennen van deze waarden aan jezelf dat negatief gedrag in de hand werkt. Wanneer iemand zich waardeloos voelt komt dat ook tot uitdrukking in zijn gedrag. Iemand die zichzelf de moeite waard vindt, gaat zich vanzelf ook goed gedragen. Zoals Psychiater Lietje van Blaaderen4 zei: ‘Kinderen zijn niet lastig, als ze zich goed voelen, gedragen ze zich ook goed.’ Ik voel de behoefte hierover te schrijven omdat ik zowel vanuit persoonlijke ervaring alsook vanuit mijn ervaring als coach en cursusleider heb gezien wat er met kinderen gebeurt die zich buitensporig gedragen. En dan bedoel ik letterlijk dat zij niet in het spoor kunnen lopen waarin de meeste andere kinderen lopen. Er ontstaat vaak een negatieve spiraal doordat de focus steeds meer komt te liggen op de problemen en tekortkomingen in plaats van op de mogelijkheden en kwaliteiten. En het is moeilijk om te blijven geloven in de goedheid van mensen en kinderen wanneer er moeilijkheden zijn. Negatief gedrag wordt dus juist veroorzaakt doordat iemand zijn eigen ‘goedheid’ niet meer ziet. Zo iemand heeft een negatief zelfbeeld en kent zijn eigen-waarde niet. Hij weet niet dat hij in zijn kern toch goed is, ook al gedraagt hij zich slecht. Je zult begrijpen dat we deze persoon niet verder helpen door een negatieve benadering, door hem te veroordelen of etiketten op hem te plakken. Op deze manier bevestigen we diegene alleen maar in zijn negatieve zelfbeeld.
-16-
Waar we hem wel mee ondersteunen is door hem te laten inzien dat in elk mens goede eigenschappen aanwezig zijn en dat elk mens zich van nature positief wil ontwikkelen. Wij kunnen bijdragen aan deze ontwikkeling door ons te focussen op wat goed is. Zo geven we iedereen de kans maximaal tot bloei te komen. Ook al doet iemand vervelend, druk, irritant of koppig, elk mens is in zijn kern gewoon goed. Ook al ben je niet perfect, handel en presteer je niet volgens de norm, je bent toch goed om wie je vanbinnen bent. Mensen handelen uit (aangeboren) aanleg en (aangeleerde) patronen. Doordat je van alles meemaakt onder uiteenlopende omstandigheden word je tot wie je bent en van daaruit handel je bewust of onbewust op een bepaalde manier. Jij deugt We willen allemaal goede ouders zijn. De band met je kind is intens en je wilt het allerbeste voor ze. Toen het met mijn eigen kinderen niet op rolletjes liep, ontdekte ik dat het lijkt alsof we pas goede ouders zijn als het met onze kinderen goed gaat. Als het niet voorspoedig verloopt geef je jezelf daarvan al snel de schuld. Je wijst jezelf af. Het welslagen van onze kinderen is de graadmeter van onze eigen-waarde. Maar het is belangrijk je te realiseren dat je al goed genoeg bent. Jij deugt. Dat hangt niet af van externe factoren. Pas als je de druk van het ‘moeten bewijzen als goede ouder’ van het opvoeden kunt afhalen, kun je je echt richten op de positieve ontwikkeling van je kind. Je helpt je kind uiteindelijk het beste door ook te geloven in jezelf. Door met de deugdenbril$ naar jezelf te kijken zie je jouw eigen-waarde(n) en daardoor ben je ook beter in staat naar deugden in anderen, en vooral ook je eigen kinderen, te kijken en het beste in hen te (h)erkennen. Het positieve in anderen kunnen zien blijkt in de praktijk meestal bij jezelf te beginnen. Woorden en daden Wil je het goede in anderen en jezelf zien zodat eenieder zich positief kan ontwikkelen? Wil je op basis van een gezonde eigenwaarde gelukkig en succesvol zijn? Wacht dan niet maar voeg de daad bij het woord. Neem een boekje of schrijf in je dagboek regelmatig een deugd die je die dag bij jezelf hebt herkend. Beschrijf daarbij de situatie waar deze deugd betrekking op had. Meestal pak ik de betreffende deugden- of reflectiekaart5 erbij om de
-17-
Kennis is van geen waarde, tenzij je hem in de praktijk brengt. Heber J. Grant
betekenis ervan goed tot me door te laten dringen. Op deze kaarten staan deugden omschreven. Ze geven je de gelegenheid om over de deugden na te denken en ze bewust toe te passen. Als je hier een gewoonte van maakt (het hoeft niet veel tijd te kosten) dan leer je over eigenschappen in jezelf en anderen.
$Ik zie mij Ik bewonder mijn power, ik blijf doorgaan en ik ben vastberaden om mijn doelen te bereiken. Ik ga ervoor en niets of niemand kan me ervan afhouden.
Deugdenhanger Overal in dit boek heb ik, net als hierboven, bij de deugdenbril$ voorbeelden opgenomen van deugdenerkenningen die ik mezelf en anderen heb gegeven. Dit om je te inspireren en te stimuleren. Ook een deugdenhanger kan je helpen herinneren het goede in jezelf en anderen te zien. Deze hanger bestaat uit een aantal lintjes waarop deugden zijn gedrukt en is gemakkelijk te bevestigen aan je tas, je broek of je jas. Draag deze hanger bij je op een opvallende plaats waar je hem steeds weer tegenkomt, zodat je niet kunt vergeten door een deugdenbril naar anderen en jezelf te kijken. Deze gadget deugt aan alle kanten want je geeft er niet alleen de vrouwen in Brazilië die hem produceren een eerlijk inkomen mee, maar je steunt er ook nog eens de projecten van De Jeugd Deugt2 in Nederland mee. Je kunt de deugdenhanger kopen op www.iedereendeugt.nl. Hier vind je ook andere verkoopadressen. In dit boek gebruik ik veel voorbeelden, enerzijds in de hoop dat je jezelf erin herkent en ze als steuntje in de rug ervaart, anderzijds om je praktische en concrete handvatten aan te reiken voor je eigen situatie. De voorbeelden hebben zowel betrekking op mijn eigen ervaring als ook op de ervaringen van vrienden, cursisten en cliënten. Alle namen van personen zijn veranderd om ze onherkenbaar te maken. In het volgende hoofdstuk wil ik beginnen met een verhaal uit de praktijk. Dit praktijkverhaal loopt als een rode draad door dit boek en laat zien hoe raar de sprongen van een kat in het nauw kunnen zijn. Hoe kun je blijven geloven in het goede in de mens als alles fout lijkt te lopen?
-18-
3 Uit de praktijk The world is full of sadness and we must learn to smile ‘Cos sadness never ends Labi Siffre – I will always love you
Voor de zomervakantie leek het allemaal nog doodgewoon en onschuldig. Isa maakte haar laatste werkstuk op de basisschool. Het ging over roken en ze beschreef erin hoe slecht dit voor je was. Ze was ervan overtuigd dat ze er zelf nooit aan zou beginnen. Voor haar 12e verjaardag en het afscheid van de basisschool was er een klassenfeestje met alle jongens en meiden van groep 8. Onzeker over zichzelf en de jongens, giechelen, cola en veel chips en snoep. Daarna kreeg ze ‘verkering’ met de leukste jongen van de klas. Hij was weliswaar bijna een kop kleiner dan zij, maar lief en onschuldig. Verkering was handje vasthouden, een zoentje en schuifelen op het klassenfeest, meer niet. In de Musical, die ze ter afsluiting van hun basisschoolperiode maakten, was het begonnen. Ze moesten elkaar daar een zoen geven. Vanaf het vakantieadres in Spanje werd er veel ge-sms’t en ook regelmatig gebeld. Na de zomer maakte Isa het echter plotseling uit. Hij was te kinderachtig en een belemmering voor andere contacten. Ze wilde vrij zijn. Na de vakantie ging ze naar een nieuwe school en daar ging het langzaam maar zeker mis, of eigenlijk al heel snel. In een half jaar tijd was alles waar elke ouder bang voor is aan de orde. Roken, blowen, drank en ‘foute’ vrienden. Maar ja, evengoed vonden andere ouders Isa misschien wel een foute vriendin voor hun kind. De mobiele telefoon met abonnement, die ze voor haar verjaardag kreeg,
-19-
bleek niet zo’n slimme zet, want 25 euro beltegoed was bij lange na niet genoeg. Willens en wetens overschreed ze dit met 20, 40 euro of zelfs meer. Ze wilde altijd weg, naar vriendinnen en op straat rondhangen, zoveel ze de kans kreeg. Het draaide steeds meer om liegen, stelen en bedriegen. Soms zei ze dat ze naar dansen ging en dan bleek achteraf dat ze daar helemaal niet was geweest. Ze was dan samen met vriendinnen en ze hadden samen geblowd. Daarna kwam ze veel te laat thuis, omdat ze niet wilde dat haar ouders zouden merken dat ze onder invloed was. Ook op school ging het niet goed: te laat komen, spijbelen en een grote mond tegen leerkrachten en klasgenootjes. Die waren in haar ogen allemaal baby’s. Isa zag er uit als 16, voelde zich zo en gedroeg zich ernaar. Kortom een angst van haar ouders werd waarheid: Isa ontspoorde. Ze voelden zich machteloos. Angst, verdriet en schuldgevoel overmeesterden hen. Allerlei gedachten, gevoelens en emoties beheersten steeds meer hun leven. Wat deden ze fout? En hoe konden ze deze situatie keren? Alles leek averechts te werken. Ze stonden erbij en keken ernaar hoe Isa steeds meer ‘foute’ keuzes leek te maken. Ze voelden zich onzeker en het leek alsof ze alle grip verloren. Angstvallig probeerden ze de teugels aan te trekken, grip te krijgen. Isa moest toch naar hen luisteren, zij waren immers de ouders. Maar niets leek te werken. Eigenlijk werkte alles alleen maar averechts en bijna elke dag gebeurde er wel iets dat de vorige keer overtrof. Op school waren er steeds vaker gesprekken met Isa en haar ouders. De mentor, de teamleider en ook de schoolpsycholoog werden erbij betrokken, maar het veranderde allemaal niet zoveel. Na het zoveelste conflict, volledig in het nauw gedreven en vol angst dat ze van school gestuurd zou worden, bedreigde Isa op zeker moment een leraar, gelukkig ‘alleen maar’ verbaal, maar het leverde haar wel een officiële waarschuwing op. En het ergste was nog dat Isa totaal geen besef leek te hebben van goed en kwaad. Als ze aangesproken werd op veel te laat thuiskomen, geld stelen van haar ouders of wat dan ook, stond ze met een ongeïnteresseerde houding voor Francien, haar moeder. Ze schoof de schuld af op anderen, ook al wist haar moeder het zeker en kon ze zelfs bewijzen dat zij het had gedaan. Maar altijd was het de schuld van alles en iedereen en kon het haar allemaal niets schelen. Op zeker moment stond ze voor haar ouders, nadat ze véél te laat was thuis
-20-
gekomen en zei: ‘Ik heb het wel gehad met jullie, ik wil ergens anders wonen, jullie doen me niks’. Haar ouders stonden perplex. Hoe kan je nu zoiets met een stalen gezicht zeggen? Natuurlijk ging er achter die houding iets anders schuil, maar niettemin raakte het haar ouders diep. Vlak voor de zomervakantie, aan het einde van het eerste brugjaar, kwam het bericht dat Isa na de zomer niet terug op school mocht komen. Ze was onhandelbaar. Leerkrachten konden haar niet aan, ze ondermijnde hun gezag en klasgenootjes waren bang voor haar. En er werd meteen maar bij vermeld dat ze met deze geschiedenis ook niet op een andere school zou worden toegelaten. Daar sta je dan als ouders. Je kind, net 13 jaar, wordt aan het einde van haar eerste middelbare schooljaar van school gestuurd. Het voelde voor Isa’s ouders alsof ze zelf werden afgewezen. Ze voelden zich enorm falen als ouder. Hoe kon het zover komen, wat deden ze fout en: wat moesten ze doen? Straffen, huisarrest, verbieden, praten, het had allemaal geen enkel effect. Het dreef hen alleen maar verder uit elkaar. Isa schreeuwde haar ouders toe dat zij haar leven verpestten, dat ze niets mocht en dat het allemaal door hen kwam. In de zomervakantie mocht ze met een vriendin mee naar het huis van haar ouders in Italië. Het was een erg lastige beslissing, konden haar ouders haar zomaar laten gaan? Maar volgens de ouders van haar vriendin konden de meiden daar geen kant op en zouden ze hen wel onder controle houden. Ergens hoopten Francien en haar man Joerie, dat een tijdje afstand het hele gezin goed zou doen. Bij terugkomst was er alle lof over Isa. Ze zag er goed uit en was enthousiast. De vakantie was fantastisch geweest. Isa was behulpzaam, vriendelijk en enthousiast en had zich prima gedragen en vermaakt. Geen vuiltje aan de lucht en geen onvertogen woord was er gevallen. Van de lastige, brutale, liegende Isa was geen sprake geweest. Hoe was dat mogelijk?
-21-