WU
íiiiiiiiiiiíii iiiMiii i, BI.0130043
W
gemeente
O
o
s
t
e
ŗ
h
o
u
t
NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente O osterhout, gehouden op dinsdag 25 juni 2013, om 19.30 uur, ten stadhuize van O osterhout.
mr. drs. S.W.Th. Huisman, Burgemeester, voorzitter J.M. Frankevijle, griffier
De raadsleden: mevrouw G. van Alphen-van den Dungen (WD), C M . Beins (WD), M.P.J.M. Bisschop (PvdA), P.J. Bogerd (GBV), mevrouw A.E. van BruchemBleijlevens (GroenLinks), mevrouw M.C.J.A. Dujardin-Rombouts (GB), H.C. van Ginneken (GBV), C.A.M. van Gooi (CDA), A. Hajjami (Oosterhout Anders), A.C.G. Hessels (PvdA), W.P.J.M. Hoosemans (GB), A.P.M. Jespers (GB), A.A. Kastelijns (GB), J. Ketting Olivier (WD), PT. de Laat (GB), mevrouw A.M.A. de Meijer (GBV), D.F.J. Melsen (WD), mevrouw G Nanda-Mangon (D66), C.J. Noltee (GrBr), :
G.A.H.M. Óomen (OF), A. van Opzeeland (PvdA), J.J.G.M. de Ridder (WD), mevrouw T.P.M. Roovers-Huijben (CDA), B.G.M. Schoenmakers (GrBr), B. Schuur (CDA), A.P.M. Strack van Schijndel (GBV), M.F. Velds (D66), M.P. Vissers (SP), W.J.W.A. van der Zanden (GroenLinks).
Tevens zijn aanwezig als wethouder: mevrouw C.P.W. Bode-Zopfi (PvdA), mevrouw M. Janse-Witte (GB), J.W.M. Peters (WD), mr. M.P.C. Willemsen (CDA) en mr. P.J. de Ridder, gemeentesecretaris.
Afwezig met kennisgeving: mevrouw M. Cömertpay (O osterhout Anders) en P.M.H. de Jong (CDA). Aldus vastgesteld in de vergadering van
f
S^p^~^*-
f
LM
Voorzitter
Raadsg riffier
Notulen raad
25-06-2013
AGENDA
D E E L A: V A S T S T E L L I N G AGENDA 1. Raadsnota BI. 0130030 Definitieve raadsagenda; 2. Raadsnota BI. 0130031 Notulen van de raadsvergadering van 21 mei 2013;
D E E L B: LIJST VAN INGEKOMEN S T U K K E N 1. Lijst van aan de gemeenteraad geadresseerde brieven; 2. Schrijven van brieven voor gevangenen;
D E E L C : OPINIËRENDE BEHANDELING 1. Raadsnota BI. 0130032 Startnotitie Jeugdzorg;
D E E L D: BESLUITVORMENDE BEHANDELING 1. Raadsnota BI. 0130033 Aanpassen Algemene Plaatselijke Verordening (APV); 2. Raadsnota BI,. 0130034 Ontwerpbegroting 2014 gemeenschappelijke regelingen; 3. Raadsnota BI. 0130035 Vaststelling Bestemmingsplan Bedrijventerrein Everdenberg; 4. Raadsnota BI. 0130036 1 Concernrapportage 2013 (peildatum april); 5. Raadsnota BI. 0130037 3 wijziging Verordening op de winkeltijden 1996. e
e
N.B. Alle ingediende amendementen en moties zijn als bijlagen opgenomen bij het verslag.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
2 van 80
De voorzitter: "Dames en heren, hartelijk welkom allemaal, ook onze belangstellenden op de tribune. De gasten van de raad en de luisteraars van de ORTS, hartelijk welkom vanavond bij deze raadsvergadering. De vergadering is geopend. Wij beginnen met het feit dat wij een jarige in ons midden hebben. Dat is mijnheer Oomen, van harte gefeliciteerd. Daar mag even voor geklapt worden. Wij gaan verder met de afmelding van enkele raadsleden, te weten mevrouw Cömertpay en de heer De Jong. We gaan door met de definitieve raadsagenda." DEEL A: VASTSTELLING AGENDA EN VERSLAGEN 1. Definitieve raadsagenda De voorzitter: "U heeft er al een mail over ontvangen dat we na de delen A, vaststellen agenda en verslagen en B lijst van ingekomen stukken, eerst doen D, besluitvormende behandeling, de raadsnota BI. 0130033 aanpassen APV en punt 2, Ontwerpbegroting 2014 gemeenschappelijke regelingen. Dat heeft te maken met, mocht u besluiten om langer dan een avond te vergaderen, ik morgenavond hier niet kan zijn omdat er een vergadering is van het Algemeen Bestuur van het Veiligheidscollege van de Politie-eenheid Zeeland - West-Brabant. Dat is in Middelburg. De vicevoorzitter zal dan gaarne de taken op zich nemen, mocht u besluiten morgen verder te vergaderen. Dat gaan we vanavond zien hoe dat precies lopen gaat. Niemand heeft gevraagd het woord te voeren over de agenda, die is bij deze vastgesteld." 2. Notulen van de raadsvergadering van 21 mei 2013 De voorzitter: "Hetzelfde geldt voor de notulen van de raadsvergadering van 21 mei 2013. Daar wenst ook niemand het woord over te voeren. Mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Ik wens er het woord niet over te voeren, maar ik wil wel een aanmerking maken op de notulen van 21 mei. Ik heb vanuit Aruba een mail gestuurd dat ik niet aanwezig kon zijn. Daar heeft u geen melding van gemaakt." De voorzitter: "Wij zullen in het verslag vermelden dat u wegens verblijf in Aruba niet aanwezig kon zijn. Dat gaan wij doen. Dan hebben wij een raadsnota die zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming kan worden aangenomen, namelijk vaststelling Bestemmingsplan Bedrijventerrein Everdenberg. Is bij deze vastgesteld. Mijnheer Vissers, Socialistische Partij, ga uw gang." De heer Vissers: "Voorzitter, ik wilde daar nog wel graag een stemverklaring bij geven. Als dat nog kan?" De voorzitter: "Hij is inmiddels al wel vastgesteld, maar wij gaan er niet lastig over doen. Doet u uw stemverklaring nog maar even." De heer Vissers: "Ik zal hem extra kort houden. Een bestemmingsplan vaststellen is prima. Wij zien in het bestemmingsplan ook de zoekgebieden voor toekomstige uitbreiding. Wij willen nogmaals aangeven dat wij geen voorstander zijn van uitbreiding van Everdenberg met Everdenberg-Oost." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Vissers.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
3 van 80
DEEL B: INGEKOMEN STUKKEN 1. Lijst van aan de gemeenteraad geadresseerde brieven De voorzitter: "Lijst van aan de gemeenteraad geadresseerde brieven. Hierover wenst geen enkele fractie het woord te voeren. Is ook vastgesteld." 2. Schrijven van brieven voor gevangenen De voorzitter: "Het schrijven van brieven voor gevangenen. Ik vraag mevrouw De Meijer van Gezond Burger Verstand om de brief voor te lezen. Gaat uw gang, mevrouw De Meijer." Mevrouw De Meiier: "Dank u wel voorzitter. Vrouwen in Egypte hebben niet dezelfde rechten als mannen. De nieuwe Grondwet van Egypte, die op 26 december 2012 is aangenomen, staat gelijkheid tussen mannen en vrouwen in de weg. Discriminatie op grond van sekse wordt niet expliciet verboden. Hoewel Egyptische vrouwen een belangrijke rol spelen in de strijd voor mensenrechten, worden ze nog grotendeels uit het openbare leven geweerd. De afgelopen maanden werden vrouwelijke demonstranten op het Tahrir Plein het slachtoffer van aanvallen waarbij zij seksueel werden belaagd. De autoriteiten hebben er weinig aan gedaan deze aanvallen te stoppen ofte onderzoeken. Veel politieke leiders in Egypte keurden het geweld tegen vrouwelijke demonstranten op het Tahrir Plein af, maar daarnaast gebruikten ze de gebeurtenissen om hun politieke tegenstanders te beschuldigen. Parlementsleden van de twee grootste partijen, de Freedom and Justice Partij en de Nour Partij, hebben zelfs vrouwelijke activisten de schuld gegeven aan het geweld tegen hen. De Agendacommissie stelt voor een brief te schrijven aan de leiders van deze twee grootste politieke partijen in Egypte. Waarin opgeroepen wordt seksueel geweld tegen vrouwen te veroordelen. Dank u." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw De Meijer. De brief zal uiteraard verzonden worden. Dan hebben we daarmee deel B van de agenda gehad. DEEL D:BESLUITVORMENDE BEHANDELING 1. Raadsnota BI.0130033 Aanpassen Algemene Plaatselijke Verordening (APV) De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota 0130033, aanpassen Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Ik vraag de vicevoorzitter het voorzitterschap over te nemen omdat het vooral zal gaan over de portefeuille die de mijne is. Dat wordt dan de facto, de tweede vicevoorzitter, de heer Oomen. Dat is toch fantastisch op uw verjaardag. Een hoogtepunt." De vicevoorzitter: "Ik geef het woord aan de heer Ketting Olivier van de W D . "
Notulen raad 25-06-2013/pagina
4 van 80
De heer Ketting Olivier: "Dank u wel, jarige voorzitter. Voorzitter, voor ons ligt de aanpassing van de APV op een aantal punten. Bij de sjabloonvragen heeft de W D vragen gesteld over een drietal onderwerpen. Gezien de antwoorden willen we daar toch kort nog bij stil staan. Het eerste punt heeft te maken met wijzigingen in de APV die niet overeenkomen met afspraken die zijn gemaakt in het convenant met de gemeente en de Oosterhoutse horeca. We begrijpen dat de wettelijke mogelijkheden die ons geboden worden, aanleiding zijn voor het college om te switchen van een bepaalde 50 procentregeling naar een 60 procentregeling. Dat wil concreet zeggen dat voor de zogenoemde happy hours er geen twee voor de prijs van één acties georganiseerd mogen worden. We begrijpen goed dat standpunt van het college dat men drankmisbruik onder jongeren wil tegen gaan. Waar de W D wel voor wil waken is dat we te betuttelend worden en dan met name in de regeltjes natuurlijk. Er mag namelijk al geen alcohol meer geschonken worden aan jongeren in dronken toestand. De leeftijdsgrens voor de verschaffing van alcohol wordt nu opgerekt naar 18. Wat de W D betreft heeft de gebruiker van het product natuurlijk ook een eigen verantwoordelijkheid. In de antwoorden op de sjabloonvragen geeft het college aan dat er met vertegenwoordigers van de horeca is gesproken en dat men niet onwelwillend tegenover deze aanpassing staat. Dat vinden wij nogal wat vaag. Aanvullende vragen wij daarom, met wie is er dan precies gesproken en wat was nu exact hun mening? Het tweede punt waarover we vragen stelden is fietsen op de Markt. De W D bemerkt een onlogisch gevoel bij de burgers. Er staat een fietsenkelder waar je niet fietsend kan komen. Het is hier al wat vaker over deze materie gegaan. Mijnheer Strack van Schijndel noemde het nog bij de Perspectiefnota, als onderdeel van een fietsrouten-netwerk. Wethouder Willemsen reageerde toen namens het college op die uitspraken en gaf aan dat zoiets wel degelijk onderzocht moest gaan worden, met name fietsen op de Markt. Namens de W D geef ik dan ook aan dat we daar erg blij mee zijn. Wij hopen dat daar natuurlijk gevolg aan gegeven gaat worden. Misschien dan een kleine suggestie, maak op de Markt een twee-drietal fietspaden vanuit de straten in andere kleuren dan de Markt zelf, bijvoorbeeld een ander soort tegeltjes. Houd natuurlijk goed rekening met de zaterdagmarkt. Het maakt de Markt in ieder geval toegankelijker en er komt wat meer leven in de brouwerij daarop de Markt. Dat kunnen we goed gebruiken. Derde punt waarover we vragen stelden was de aanpassing van de locatie van de Markt als standplaatslocatie. In de nota wordt aangegeven dat er voor de Markt geen standplaatsvergunningen meer mogen worden afgegeven omdat dit het beeldbepalende karakter van de kerk op dat plein aan zou tasten. Voor de drie vergunningen die nu afgegeven zijn, kunnen wij ons voorstellen, dat wanneer je vanuit de Kerkstraat of de Klappeijstraat de Markt betreedt, de bussen, want daar gâat het met name over, het beeld op de kerk vervuilen. Wat de W D betreft is het daarom ook een goede zaak dat de APV op dat onderdeel wordt aangepast. Aan de andere kant vraagt de W D zich af of er nu voor Oosterhoutse ondernemers, die gevestigd zijn aan het marktplein, de mogelijkheid wordt ontnomen om een standplaats aan te vragen voor hun winkel of horecazaak. Bijna alle zaken aan het plein beschikken namelijk al overeen terrasvergunning. Een standplaats, in de vorm van bijvoorbeeld een extra kraam of een barretje daar, zou wat ons betreft het beeld op die kerk of van de Markt niet aantasten. Het zorgt alleen maar voor extra sfeer en beleving. Ook voor het winkelend publiek is het wat extra's. De antwoorden op onze vragen daarover zijn eigenlijk tweeledig. Enerzijds geeft men aan dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen Oosterhoutse ondernemers en iemand die van buitenaf een vergunning aanvraagt. Daar kan ik me nog wel in vinden. Anderzijds geeft men aan dat verkoop vanaf het terras alleen kan als het voor directe consumptie is. We proeven in deze antwoorden een bepaalde remming om mee te denken met de ondernemers. We vinden allemaal hier in de raad dat we goed met
Notulen raad 25-06-2013/pagina
5 van 80
die binnenstad om moeten gaan. Het moet aantrekkelijk blijven voor winkelend publiek. We moeten leegstand tegengaan. We nemen daar ook diverse voorstellen voor aan. Denk aan de BIZ, die wij een paar jaar geleden hebben aangenomen. Aanpassing van de parkeertarieven omdat bleek dat dat niet gunstig uitpakte. Dat allemaal om mensen maar naar Oosterhout te blijven halen. Wij zijn daarom ook van mening dat er meer beleving op de Markt moet komen. Daarom willen wij het volgende amendement indienen. Ik wil daarbij graag wel even opmerken, ik heb vanmiddag naar alle fractievoorzitters een amendement toe gemaild. Dat heb ik iets wat aangepast, na overleg met de griffier. Ik zal straks uitleggen waarom ik dat gedaan heb en hoe. De overwegingen zijn, de Markt een belangrijke en aantrekkelijke plek in de stad is voor winkelend publiek,evenementen, horeca en de weekmarkt; Uitbreiding van de mogelijkheden voor activiteiten van bijvoorbeeld een kraam op het eigen terras van een ondernemer op dit moment beperkt zijn; Deze extra mogelijkheden een vergroting van de beleving voor het winkelend publiek kunnen zijn. Besluit, raadsnota BI. 0130033 vast te stellen, onder de voorwaarde dat, in het standplaatsenbeleid c.q. beleid voor terrasvergunningen, c.q. exploitatievergunningen er zodanige regels opgenomen dat er meer mogelijkheden worden gecreëerd voor ondernemers gevestigd aan de Markt, waaronder activiteiten, evenementen, kramen etc. op het eigen terras van de ondernemer. Ik noem daarbij ook graag dat dit amendement mede wordt ingediend door de heer Hoosemans van Gemeentebelangen. De aanpassing die ik gedaan heb, die komt er op neer, ten opzichte van het amendement van vanmiddag, komt er op neer dat de APV, mocht dit amendement aangenomen worden, in de huidige vorm ook aangenomen wordt. Dat er dus binnen de verschillende mogelijkheden in de APV gekeken wordt naar extra ruimte voor ondernemers op de Markt. Dit was mijn bijdrage, voorzitter." De vicevoorzitter: "Mogen wij dan het amendement even zien? Het amendement is ondertekend, maakt onderdeel uit van de beraadslagingen en krijgt de letter A." Amendement A op raadsnota BI. 0130033 van W D en Gemeentebelangen in bijlage. De vicevoorzitter: "Iemand vragen aan de heer Ketting Olivier? De heer Noltee van Groen Brabant, ga uw gang." De heer Noltee: "Dank u wel, voorzitter. Om met het laatste te beginnen, die standplaatsaanpassing. Daar heeft u het over kramen. Kunt u mij uitleggen wat u daarmee bedoelt? Een patatkraam of een viskraam? Wat bedoelt u daar nu mee?" De heer Ketting Olivier: "Bijvoorbeeld." De heer Noltee: "Bijvoorbeeld. Dus in plaats van stoelen op het terras waar mensen kunnen gaan zitten en wat kunnen drinken, zou u er dan een patatkraam willen zetten? Dat kan denkt u?" De heer Ketting Olivier: "Ik zou graag willen zien dat voor de bestaande ondernemers, gevestigd aan het marktplein, de mogelijkheid komt om op het terras wat zij nu al hebben, het gaat mij specifiek om het terras wat zij nu al hebben zodat het beeld niet vervuild wordt. Dat bijvoorbeeld bij Pooyé een extra kraampje komt waarbij ze verschillende seizoenproducten kunnen verkopen. Dat er bij ViaVia een kraam voor de deur kan komen waarbij ze lekker taarten en ijsjes kunnen verkopen.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
6 van 80
Dat er bij Fever een kraam komt te staan waar ze cocktails kunnen shaken zodat dat zorgt voor wat meer beleving op het terras. Dat zou ik graag willen." De heer Noltee: "Wat bedoelt u seizoensgebonden wat?" De heer Ketting Olivier: "Seizoenproducten." De heer Noltee: "Ik vind het heel erg vreemd hoor. Dus dat kan. Dat is de vrije markt op de dag van vandaag?" De heer Ketting Olivier: "Komt u ooit in Antwerpen of in Brussel?" De heer Noltee: "Wat zegt u?" De heer Ketting Olivier: "Komt u ooit in Antwerpen of in Brussel of in Gent?" De heer Noltee: "Die tijd is geweest." De heer Ketting Olivier: "Ik zou het u toch eens aanraden. Het is heel leuk om daar, ook al is het een druilerige, doordeweekse dag in de leuke winkelstraatjes te komen waar van alles op straat gebeurt. Dat is erg gezellig. Ook in Oosterhout zijn we van het eerst eten, mijnheer Noltee." De heer Noltee: "Toen u nog in de wieg lag, toen kwam ik al in Antwerpen." De heer Ketting Olivier: "U komt er nu toch niet meer." De heer Noltee: "Mijn vrouw die komt er nog regelmatig want dat is een Belgische. Ik vind dat maar, nee, dat staat mij eigenlijk niet zo aan. Waarschijnlijk het college ook niet." De heer Ketting Olivier: "Kunt u uitleggen waarom dat het u niet aanstaat?" De heer Noltee: "Het college ook niet. Want anders hadden ze dit wel in de APV opgenomen." De heer Ketting Olivier: "In de nota wordt specifiek gesproken over het feit dat die standplaatsen geweerd moeten worden om het beeldbepalende beeld van de kerk op de Markt niet te vervuilen. Ik heb, denk ik, in mijn amendement, in mijn bijdrage, duidelijk aangegeven dat ik dat ook niet wil. Dat ik wel wil kijken naar de mogelijkheden voor die ondernemers op de Markt. Als je het op het terras houdt, dan kan het voor mij niet beeldvervuilend zijn." De heer Noltee: "Als je nu in een winkelstraat bijvoorbeeld, de Kerkstraat of God mag weten hoe die straten allemaal heten, zou iemand die damesconfectie verkoopt, of herenconfectie, die zou volgens u ook alcohol mogen schenken daar?" De heer Ketting Olivier: "Nee, het gaat nu specifiek over de Markt." De heer Noltee: "Oh, dat mag niet." De heer Ketting Olivier: "Op locaties waar mensen, ondernemers, al een terrasvergunning hebben. Dus ze mogen daar al wat eten en drinken verkopen. Vaak
Notulen raad 25-06-2013/pagina
7 van 80
in die aanloopstraten heb je te maken met de breedte en de veiligheid. Daar moet de brandweer nog tussendoor kunnen. Bij die terrassen is daar al rekening mee gehouden. Wat u noemt dat willen wij niet. Wij willen het specifiek op die terraslocaties op de Markt." De vicevoorzitter: "Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mijnheer Bisschop van de Partij van de Arbeid." De heer Bisschop: "Dank u, mijnheer de voorzitter. Mijnheer Jasper Ketting Olivier heeft eigenlijk al gedeeltelijk een antwoord gegeven op de vraag die ik zou willen stellen van, over welke ondernemers praat u? Want op de Markt zitten natuurlijk meer dan alleen maar horecaondernemers. Je zou dan ook de niet horecaondernemers een vergunning, een standplaats willen bieden om daar een kraam of zoiets op te zetten. Ik vraag me dan af, gaat u dan niet rechtsongelijkheid plegen ten opzichte van de andere neringdoende in de stad? Niet zozeer in de Klappeijstraat als wel in de Kerkstraat. Dat iedereen zijn waren op straat gaat verkopen. Een keer in het jaar gebeurt dat op het Zuiderhout vanwege een goed doel, wordt dat gedaan. Je ziet dan dat eigenlijk niemand meer in de winkels komt, maar dat men alleen maar aan die kraampjes koopt. Ik denk niet dat dit de bedoeling is, buiten de markt die wij op zaterdag hebben, dat we dat van de markt en de stad gaan maken. Dat alles op straat komt te liggen." De vicevoorzitter: "Mijnheer Bisschop, wat is uw vraag.' De heer Bisschop: "Mijn vraag is, die heeft hij gehoord, als hij tenminste goed geluisterd heeft, mijnheer de voorzitter. De vraag is, andere ondernemers dan de horeca. Als dat zo is, loopt u dan niet het risico, wat vindt u er dan van dat er dan niet rechtsongelijkheid gaat ontstaan voor de andere neringdoenden in de stad dan alleen maar de mensen die op de markt niet horeca minded zijn. Vindt u niet dat dit dan een rommeltje gaat worden?" De vicevoorzitter: 'Mijnheer Ketting Olivier.' De heer ketting Olivier: "De laatste vraag, nee, dat denk ik niet. U geeft aan zou het rechtsongelijkheid kunnen opleveren? Dat denk ik ook niet. De ondernemers verkopen heel andere type producten natuurlijk. Bij horeca gaat het iets meer om beleving dan bij een kledingzaak. Daar gebeurt het toch wat meer binnen. Je moet wat passen, je moetje schoenen netjes voor de spiegel kunnen showen. Ik denk als je meer beleving verzorgt op de Markt dat dit Oosterhout aantrekkelijker maakt. Waardoor er uiteindelijk meer mensen naar Oosterhout komen. Dat is ook goed voor de winkels die in de winkelstraat zitten." De heer Bisschop: "Dan heeft u ook nog een punt dat u dat op de Heuvel ook kunt gaan organiseren. Want waarom zou je dat dan op de Heuvel ook niet doen? Ik heb dan nog geen antwoord op de vraag, de niet horecaondernemers die zou je dan ook een vergunning moeten geven. Zij kunnen ook best hun kledingstukken op straat kwijt, stropdassen, zakdoeken, sokken en dergelijke. Je kunt die allemaal op straat verkopen. Je hoeft daar geen winkel voor binnen te gaan. Voordat je het weet heb je een markt naast de Markt georganiseerd. Ja, dat kan niet de bedoeling zijn van u, denk ik." De vicevoorzitter: "Misschien kan de portefeuillehouder daar zo meteen nog verder op ingaan. Mijnheer Bogerd..."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
8 van 80
De heer Ketting Olivier: "Mag ik geen antwoord meer geven op deze vraag, voorzitter.' De vicevoorzitter: "Als u wilt, ja." De heer Ketting Olivier: "Goed, ik gaf net al aan dat het in winkelstraten heel anders werkt omdat je daar met de breedte zit en de veiligheid. Een brandweerauto moet er langs. Ik denk dat wij toch een heel ander beeld hebben van winkelen als het gaat om kleding kopen of als het gaat om de beleving van horeca. Wij kwamen op het idee om nu de Marktlocatie aan te pakken omdat die in de APV besproken wordt. Dus vandaar dat wij met dit amendement en met deze bijdrage komen." De vicevoorzitter: "Mijnheer Bogerd van Gezond Burger Verstand." De heer Bogerd: "Gezond Burger Verstand vindt het een heel goed voorstel. Alleen met de fietspaden, daar zijn wij een beetje huiverig voor. Datje die opnieuw moet bestraten. Want we hebben al meer wat meegemaakt op de Markt met bestraten. Daar zijn we een beetje huiverig voor." De heer Ketting Olivier: "Het was een kleine suggestie aan het college." De heer Bogerd: "Verder ziet het er goed uit." De vicevoorzitter: "Nog een korte vraag van mijnheer Noltee." De heer Noltee: "Voorzitter, ik was vergeten, niet over die standplaatsen dat is voorbij. Ik was vergeten iets te vragen over die fietspaden op de Markt die u zo graag zou willen. Ik meen me te herinneren dat er nogal wat partijen in de gemeenteraad waren die dat in hun verkiezingsprogramma hadden staan." De heer Ketting Olivier: "Toen ging uw vrouw nog naar Antwerpen, mijnheer Noltee." De heer Noltee: "Niet naar Antwerpen, alleen naar Oosterhout van links naar rechts of van rechts naar links, waaronder Groen Brabant. Ik snap dus niet, ik snap het wel, want u probeert dat nu gelezende te hebben dat verkiezingsprogramma als puntenverkoper voor de volgende verkiezing. Waarom heeft u daar de afgelopen vier jaar uw mond niet over open gedaan? Dat is de vraag. Dat is niet van vandaag of gisteren. Dat speelt bij de bevolking al zolang als die fietsenkelder onder de Markt zit." De vicevoorzitter: "Uw vraag is duidelijk, mijnheer Noltee. Mijnheer Ketting Olivier." De heer Ketting Olivier: "Ja, het klopt wat u zegt. Dit leeft allang onder de bevolking.. Wij hebben gemeend om daar nu een punt van te moeten maken." De heer Noltee: "Voor de nieuwe verkiezingen. Want vier jaar geleden wilde de bevolking dat ook hebben. Het werd u aangereikt, het college. Dus het is wel, ha haha, als u mijn lachje verstaat." De vicevoorzitter: "Dan dank ik de heer Ketting Olivier. Vraag ik naar voren de heer Hoosemans van Gemeentebelangen. Mijnheer Hoosemans, ga uw gang."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
9 van 80
-10-
De heer Hoosemans: "Dank u wel, voorzitter. Commerciële horeca en paracommerciële horeca. We zien een aanpassing van het beleid. Voor ons een afwijking van het horecaconvenant tussen NOC/NSF - KNVB en de VNG. Daar zien wij sportkantines open tot een uur na de laatste activiteit. Dat staat volgens ons in het horecaconvenant. Nu zien we dat toegestaan wordt dat er vanaf 11.00 uur tot 00.00 uur alcohol geschonken mag worden. We hebben het niet over openingstijden. We hebben over alcohol schenken. Een fikse uitbreiding van deze paracommerciële horeca. We vragen ons af, wat is de impact hiervan voor de commerciële horeca? Wat te doen, dat is de tweede vraag die wij stellen, als een vereniging een kampioenschap te vieren heeft of een ander verenigingsfeest. Houden we dan dezelfde tijden aan, ook die 00.00 uur? We horen het graag van u. Met betrekking tot het standplaatsenbeleid op de Markt, dat is al eerder gezegd, dienen we samen met de fractie van de W D een amendement in. Dan de happy hours naar 60 procent van de kosten van een drankje. Bij een normale prijs van 2 euro dan zien wij dat zo'n drankje kost 1,20 euro. Wat de fractie van Gemeentebelangen betreft een goede ontwikkeling in de richting van, het is al eerder gezegd vanavond, het alcoholmatigingsbeleid. Daar kunnen wij wel mee akkoord gaan. Wat betreft de straatmuzikanten zijn wij kritisch. Wij hebben elke maand wel een plekje in de stad en dan komen wij ook die straatmuzikanten tegen. Daar zijn wij zeer kritisch over. Er zijn winkeliers die ze niet heel graag voor hun winkeldeur hebben zitten van 09.00 tot 17.00 uur en dan twaalf uur lang hetzelfde liedje. Geef duidelijk aan waar dit toegestaan is. Laat dit niet tot overlast leiden voor de ondernemers in de binnenstad. Dit zelfde geldt voor de verspreiding van lectuur. Geef ook duidelijk aan waar dit toegestaan is. Ik zou u dan willen vragen, richt uw aandacht nog eens op het collegebesluit waarin dit is geregeld. Tot zover, voorzitter." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Hoosemans. Vragen voor mijnheer Hoosemans? Mijnheer Melsen van de W D . " De heer Melsen: "Voorzitter, u spreekt over muzikanten dat die overlast kunnen geven. Wilt u ze gaan verbieden of zegt u van, voortaan moet elke straatmuzikant een muziekdiploma hebben om te mogen spelen. Wat wilt u precies?" De heer Hoosemans: "Ze hoeven van mij geen muziekdiploma te halen. Want de muziek die zij spelen komt meestal uit het oosten van Europa. Dus het is muziek die ik niet zo goed ken. Wat ik voorstel namens de fractie van Gemeentebelangen is, wijs nu eens plaatsen aan waar die mensen muziek mogen maken en waar ze niet tot overlast dienen voor de winkeliers in de binnenstad van Oosterhout?" De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Hoosemans. Dan vraag ik nu naar voren te komen mijnheer Van Gooi van het CDA. Mijnheer Van Gooi, ga uw gang." De heer Van Gooi: Dank u wel, voorzitter. Het CDA kan zich vinden in de grote lijnen van de nieuwe Algemene Plaatselijke Verordening, maar vraagt de portefeuillehouder toch de aandacht te houden op een aantal punten. In 2012 zijn er afspraken gemaakt met de horeca, die zijn opgetekend in het horecaconvenant. Onderdeel daarvan was happy hours voortaan een tarief van 50 procent, waar dit nu, in de huidige nota, naar 60 procent gaat. Wij vragen de portefeuillehouder dit goed ook met de horecaondernemers te communiceren voor dat u gaat handhaven. De paracommercie is ook al genoemd. Wij zijn blij dat het nu ook in de APV is opgenomen. Waar het voorheen met de diverse organisaties de afspraken individueel waren, is dat nu centraal geregeld. Een goed punt. Heldere en transparante afspraken op dit onderdeel zijn van groot belang. Het is wel de vraag of
Notulen raad 25-06-2013/pagina
10 van 80
de paracommercie in bijvoorbeeld gemeenschappelijke ruimten van appartementencomplexen, flats, etc. ook hieronder gaat vallen en hoe de gemeente hierop gaat acteren. Daar waar dit aan de orde is, kan met goede afspraken wellicht al veel worden bereikt. Wat betreft het amendement van de W D , even een extra verzoek richting de portefeuillehouder. Heeft dit ook gevolgen voor de precariorechten of wordt dit allemaal onder een en dezelfde noemer geplaatst? Dat was het voorzitter." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van Gooi. Vragen aan mijnheer Van Gooi? Niemand? Dan dank ik mijnheer Van Gooi. Ik geef het woord aan de portefeuillehouder. Gaat uw gang." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik ga graag in op de weergegeven opvattingen en gedane suggesties. Er wordt door diverse raadsleden gesproken over de kwestie 50 procent korting bij happy hours en 60 procent nu in de APV. Het antwoord staat in het stuk zelf, maar ik herhaal het graag nog een keer. Dat schrijft de Drank- en Horecawetgeving voor. Daarmee wordt het 60 procent. Het heeft bovendien het voordeel dat het goed handhaafbaar is omdat je convenant, zoals u weet, geen juridische status heeft." De heer Melsen: "Voorzitter, bij interruptie. U stelt dat die 60 procent in de Drank- en Horecawet staat, maar de gemeente heeft de bevoegdheid om dat percentage te bepalen. Er staat nergens dat de gemeente 60 procent moet handhaven." De vicevoorzitter: "Zullen wij eerst de portefeuillehouder zijn betoog laten doen en dan daarop reageren? Dank u wel." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Wij sluiten aan bij dat geen wat gangbaar is, ook tussen andere gemeenten, dat het getal van 60 procent wordt vastgesteld. Dat is een wat preciezere formulering. Er heeft natuurlijk overleg over plaatsgevonden met de VNG de dergelijke. Zo komen wij uit op 60 procent. Ik zeg u eerlijk, maar dat is mijn persoonlijke mening. Wat mij betreft had het wat hoger gemogen omdat ik absoluut geen voorstander ben van happy hours. Goed, dat is hier verder niet aan de orde. 60 procent hebben wij vastgesteld. Dat is inderdaad wat strenger dan die 50 procent, maar doordat het in de APV staat kunnen wij het ook goed handhaven. Dan vraagt de heer Ketting Olivier, is er gesproken met vertegenwoordigers? Met wie en wat was hun mening? Ik weet niet precies met wie er gesproken is. Ik heb daar wel een beeld bij, maar voordat ik verkeerde namen ga noemen, doe ik dat maar niet. In elk geval was hun opvatting dat zij zich konden vinden in deze 60 procent. Zij zijn niet afwijzend. Ze staan er niet om te springen, maar begrijpen wel waar het percentage vandaan komt. Wij vinden het ook best belangrijk om happy hours niet teveel te faciliteren. Want zoals gezegd, happy hours kunnen leiden tot overmatig drankgebruik. We hebben ook heel duidelijk de invalshoek van de volksgezondheid gekozen. Wij hebben het veel over jongeren en die moet je wat dat betreft ook niet al te makkelijk maken om veel alcohol te consumeren. Dan is er gesproken over de fietsenkelder. Ik breng de suggestie over aan de portefeuillehouder, wethouder Willemsen, voorzitter. Dat zal ik doen. Enkele fietspaden in diverse kleuren. Dan de standplaatsen. Er is een amendement ingediend. Dat heb ik nog niet binnen. Het gaat over de ondernemers aan de Markt die een terrasvergunning hebben. Er werd gesproken door de heer Ketting Olivier van, ja er wordt hier onderscheid gemaakt tussen diverse vormen van ondernemers. Dat onderscheid mogen wij juist niet maken, gewoon om juridische redenen. Ik kom er graag op terug. Want er is verderop in de discussie over kramen is daar nog meer
Notulen raad 25-06-2013/pagina
11 van 80
-12-
over gezegd. Voor wat betreft de terrasvergunning. De definitie die erin zit is gewoon een hele duidelijke. Binnen de besloten ruimte van de inrichting ligt een deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. Dat is dus iets anders dan het verkopen en mee naar huis nemen. Dat kan bijvoorbeeld wel tijdens evenementen. Evenementen die wij graag stimuleren. Binnenkort hebben wij het Pruvement weer en zo zijn er andere dingen. Carnaval dan zie je ook allerlei kraampjes op de Markt staan. Dat mag dan gewoon, maar dat past binnen een evenement. Dan mag je ook een wat andere uitstraling hebben op de Markt die bij zoiets hoort. Voor de rest vreest het college heel duidelijk een verrommeling van de Markt als wij dit verder gaan toestaan. Dit is nu juist het standplaatsenbeleid, dit is nu juist ingegeven, om duidelijkheid te creëren op de Markt. We hebben een zaterdagmarkt. We hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in terrassen. Duidelijke afspraken gemaakt. Afbakeningen gemaakt van dat zijn terrassen. Terrassen zijn voor stoelen en tafels en niet voor kraampjes op allerlei dagen. Er zou inderdaad ook nog bij komen, het argument werd al genoemd, dan zou dat wel kunnen op de Markt, maar het zou niet kunnen op omliggende straten. Ik zie de reacties van de overige ondernemers al. Helaas, mijn zaak is niet gevestigd aan de Markt. Dus ik mag geen kraampjes buiten zetten. Dat lijkt me inderdaad leiden tot rechtsongelijkheid, zoals de heer Bisschop dat aangaf. Een argument wat ik ook graag overneem om dat niet te doen. Dan heb ik de evenementen inderdaad genoemd. We hebben de kramen op de Markt voor de zaterdag. Het argument dat andere straten te smal zouden zijn, van de heer Ketting Olivier, dat moet ik weerleggen. Ook de St. Janstraat is natuurlijk breed genoeg om daar kramen buiten te zetten. Wij doen dat nu juist niet om die uitstraling overzichtelijk te houden. Het amendement wacht ik nog even af, tot ik dat op schrift heb, om er nader op in te gaan. Ik heb dat voor een deel al gedaan. Mijnheer Hoosemans, ook hij spreekt over de afwijking van het horecaconvenant. Hij doelt op convenanten zoals van de NOC NSF. Dat zegt een uur voor en een uur na de laatste sportactiviteit mag er geschonken worden. Dat leidt in de praktijk tot bijzondere, onoverzichtelijke situaties. Er staan wat mensen een balletje te trappen. Dat heet dan ineens een wedstrijd. Intussen mag er door geschonken worden. Wij hebben juist gezegd we gaan alle paracommerciële instellingen gaan we gelijk stellen, waaronder de sportverenigingen ook. Dat doen wij van 11.00 uur tot 24.00 uur. Die 11.00 dat doen wij vooral aan de vroege kant. Dat heeft u ook in de beantwoording op de schriftelijke vragen gezien, als er bijvoorbeeld eens een brunch wordt gehouden of iets dergelijks en men wil alvast wat schenken, dan kan dat gewoon. Mijnheer Hoosemans zegt ook, stel nu een vereniging bestaat honderd jaar en wil graag tot 01.00, 02.00 uur door feesten, kan dat dan? Ja, dat kan. Dan kan de burgemeester daar een ontheffing voor verlenen. Waarbij uit de wettekst wel heel duidelijk blijkt dat daar terughoudend mee omgegaan zal worden. Ik denk dat wij in staat zullen zijn om daar in Oosterhout een goede balans in te vinden. Dus ja, dat is mogelijk, maar dan wel in de vorm voor een aanvraag van een ontheffing. De APV voorziet daarin. Straatmuzikanten, geef aan waar dat toegestaan is. Nu zijn wij juist bezig in het proces waarin wij enerzijds de zaken willen reguleren, maar anderzijds niet tot overregulering over willen gaan. Er is al gesproken over straatmuzikanten uit het Oostblok, die zijn er inderdaad, maar wij hebben natuurlijk ook ons prachtige orgel wat door de binnenstad rijdt. Om de zoveel tijd op een andere plaats gaat staan. Ik spreek regelmatig de orgelman die ook heel duidelijk rekening houdt met de drukte. Wij hebben de handhavers die ook weten dat er tegen straatmuzikanten gezegd wordt van, niet te lang op een plek. Want ik kan me ook wel voorstellen sommige muzikanten hebben een wat beperkt repertoire. Als dat dan urenlang voor je winkel staat, is dat ook niet alles. Ik weet van winkeliers dat zij zelf mensen er op
Notulen raad 25-06-2013/pagina
12 van 80
-13-
aanspreken en zeggen van, je hebt hier nu lang genoeg gestaan. Kun je niet een eindje verderop gaan staan? Om daar nu regels voor op te stellen, dat gaat mij persoonlijk veel te ver. Ook omdat mij niet gebleken is dat er nu echt sprake is van een fenomeen waar wij last van hebben. Dan het verspreiden van lectuur, geef aan waar toegestaan. Dat is exact hetzelfde. In de praktijk is het zo dat men zich meldt bij de gemeente en vragen of het kan. Daar wordt dan naar gekeken in relatie tot de totale drukte. Er worden duidelijke afspraken gemaakt waar men dat doet. Het opruimen van niet mee naar huisgenomen verspreide lectuur, blikjes frisdranken dan wel de verpakkingen daarvan, enzovoort, enzovoort. Als dat niet ordelijk geschiedt door diegene die dat verspreidt, dan wordt daar op gehandhaafd. Dus ook hier houden wij dat in de gaten. Het gaat om ongeveer vijftien keer per jaar, verspreid over het hele jaar. Laten wij ons zelf beheersen en daar niet allerlei regels over opstellen. Mijnheer Van Gooi spreekt ook over het convenant in relatie tot de happy hours van 60 procent. Hij zegt, ik accepteer dat, maar communiceer wel heel goed datje daarop gaat handhaven. Helemaal eens. Dat zullen wij doen langs meerdere wegen. Ook via de reguliere horeca-overleggen die wij hebben. Daar moetje natuurlijk mensen niet zomaar mee overvallen. Dat ben ik helemaal met u eens. Dat geldt sowieso ook in bredere zin voor wat de aanpassingen betreft ook naar verenigingen toe, naar snackbars, ga zo maar door. Het is nogal een brede waaier waar we het hierover hebben. Daar moeten wij goed over communiceren dat mensen zich daar niet door overvallen voelen. Ja, dan heeft u het over de gemeenschappelijke ruimten. U heeft daar ook nog een vraag over gesteld. U doelt dan op gemeenschappelijke ruimten in appartementencomplexen en dergelijke. Dat zijn privéruimten. Wij hebben niet begrepen dat daar tot nog toe een probleem mee is. De APV gaat over regels en niet over handhaving. Komen er klachten dat het ergens een liederlijke boel zou betreffen, of dat er echt handel is die onwenselijke vormen aanneemt, dan gaan we daar natuurlijk op handhaven. Ik proef een beetje uit uw bewoordingen dat het wellicht weieens voorkomt. Nu, dan zijn wij wel afhankelijk van signalen. Want handhavers gaan niet zover dat zij in appartementencomplexen gaan kijken wat daar gebeurt in gemeenschappelijke ruimten. Ik heb binnenkort weer overleg met de handhavers. Ik kan in elk geval zeggen dat u het genoemd heeft. Heeft het gevolgen voor de precariorechten? Ik zou het niet weten. Ik kan alleen maar zeggen, precariorechten staan niet in de APV. Ik kan daar geen antwoord op geven. Dan hebben wij het amendement. Mijnheer Ketting Olivier, ik heb al een aantal argumenten genoemd. U schrijft nu, in het standplaatsenbeleid c.q. beleid voor terrašvergunningen c.q. exploitatievergunningen, want daar gaat het eigenlijk om. Het gaat vooral om de exploitatievergunningen. Dat er regels opgenomen worden dat er meer mogelijkheden worden gecreëerd voor ondernemers gevestigd aan de Markt, waaronder activiteiten, evenementen, kramen e.d. op het eigen terras. Evenementen hebben we het al over gehad. Het college is best bereid om daar naar te kijken. U stelt het nu als een absolute voorwaarde, namelijk dat de regels aangepast dienen te worden. Dat gaat mij te ver. Dat gaat het college te ver. Daar kom ik eerlijk voor uit. Wij zijn graag bereid om de mogelijkheden te bestuderen, maar wij weten niet nu, op dit moment, hoe groot die consequenties zullen zijn. Dan zeg ik, maak van uw amendement de formulering zo dat u het college vraagt die mogelijkheid te onderzoeken. Dan gaan we er wat mee doen. Dan zitten we in de buurt van een motie, dat klopt. Dat zou dan ook consequenter zijn. Zoals het er nu staat en ik heb een groot aantal argumenten genoemd, vind ik het te absoluut geformuleerd. Uw voorstel leidt om te beginnen al tot rechtsongelijkheid tussen ondernemers op de Markt en ondernemers in andere straten. Wij hebben nu juist dit beleid uitgezet met het oog op de uitstraling. Geïnvesteerd in terrassen. U heeft het gezien. Ik kom hier pas vier jaar regelmatig, velen van u veel langer. Het aantal terrassen is flink toegenomen op de Markt. Dat wordt als zodanig ook heel goed beleefd. Ik moet er
Notulen raad 25-06-2013/pagina
13 van 80
-14-
niet aan denken dat diegenen die over een terras beschikken, dat zijn ook niet alle ondernemers, ineens de vrijheid hebben om daar kraampjes en andere dingen neer te gaan zetten in plaats van die overzichtelijke terrassen. Dus in deze vorm raadt het college dit amendement af. Er is voor u nog de gelegenheid om daar nog over na te denken. Dat was het, voorzitter, dank u wel." De vicevoorzitter: "Wie kan ik het woord geven in tweede termijn? Mijnheer Van der Zanden, GroenLinks." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, de burgemeester heeft het in zijn beantwoording inderdaad bij het onderwerp happy hours ook gehad over overleg met andere gemeenten. Ik denk dat dit goed is. Ik denk dat het ook met name van belang is dat ook met de directe regiogemeenten eens overlegd gaat worden. Want als we er hier in Oosterhout streng in zijn en iedereen gaat dan vervolgens naar Geertruidenberg omdat daar dat soort happy hours plaatsvinden, hebben we er natuurlijk nog weinig aan. Ik denk, voorzitter, dat dit op korte termijn moet gebeuren. Vooral met de gemeente Geertruidenberg. Dat wil ik nog even met nadruk zeggen." De vicevoorzitter: "Mijnheer Kastelijns, Gemeentebelangen." De heer Kastelijns: "Mag ik reageren op mijnheer Van der Zanden?" De vicevoorzitter: "Dat is toegestaan. Ga uw gang." De heer Kastelijns: "Mijnheer Van der Zanden, er vindt een overleg plaats hierover. Ik zit zelf in dat overleg. Dat is geïnitieerd door de Amerstreek gemeenten. Dat gaat over happy hours en over alles en nog wat. Ik ben in ieder geval bij dat overleg aanwezig. Dat is voor u misschien fijn om te weten. U kunt dan gerust gaan slapen vannacht." De vicevoorzitter: "Mijnheer Hoosemans." De heer Ketting Olivier: "Voorzitter, ik heb een ordevoorstel. Als ik mijnheer Hoosemans dan niet voor ben. Ik wil graag een paar minuutjes schorsen als dat mag?" De heer Hoosemans: "Mag ik dan wel eerst mijn tweede termijn even doen?" De vicevoorzitter: "Het lijkt me dat dat het beste is. Mijnheer Hoosemans en vervolgens is er niemand meer voor een tweede termijn? Mijnheer Hoosemans, ga uw gang." De heer Hoosemans: "Dank u wel, voorzitter. Wij zijn als fractie van Gemeentebelangen zijn wij uiterst content met uw toezegging dat wanneer er verenigingsfeesten zijn of kampioensfeesten in niet commerciële gelegenheden, met name sportkantines, dat er middels een ontheffing dat dit langer mag plaatsvinden. Daar zijn wij content mee. Wat betreft die muzikanten en die lectuur. Ik heb me toch eens laten voorlichten in de organisatie. Daar is mij verteld dat het niet geregeld is ter plaatste in de APV, maar in het collegebesluit. Mijn verzoek was dan ook in eerste termijn aan u om nog eens goed te kijken naar het collegebesluit welke plaatsen daar nu precies voor zijn aangewezen? Of dat die nog wel voldoen? Want het collegebesluit is uit 2001. Tot zover, voorzitter."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
14 van 80
-15-
De vicevoorzitter: "Dan schorsen we nu voor vijf minuten. Vijf minuten genoeg? De vergadering is geschorst." SCHORSING De vicevoorzitter: "De vergadering is heropend. Wij gaan door met de beraadslagingen. Het woord is aan de heer Ketting Olivier van de W D . " De heer Ketting Olivier: "Voorzitter, bedankt. Na een langdurig beraad met in ieder geval mijn sympathisanten, Gemeentebelangen, mijnheer Bogerd van het Gezond Burger Verstand en mijnheer Van Gooi, die ook aangaf wel sympathie te hebben voor dit amendement. Ik hoorde de burgemeester een aantal dingen zeggen. Hij is bang voor verrommeling. Hij zegt dat het in de terrasvergunning nu zo strak geregeld is dat er geen mogelijkheden zijn. Nu, die terrasvergunning is onderdeel van de APV. Daarin zijn dus aanpassingen mogelijk als dit amendement wordt aangenomen. Dat lijkt mij heel helder. We gaan voor meer beleving als raad als wij dit aannemen. Welke ondernemer bouwt nu heel zijn terras vol met kramen als hij daar geen extra omzet mee haalt? Dat zal een kraam of een barretje worden tegen de gevel van het pand aan. Dat zorgt absoluut niet voor verrommeling, maar alleen maar voor meer sfeer en beleving op de Markt. Daarom handhaven wij dit amendement. Juist ook omdat wij het college de mogelijkheid geven om te kijken binnen het standplaatsenbeleid, of het terrasvergunningenbeleid, of dat exploitatievergunningenbeleid. Vandaar dat wij er genoeg ruimte in zien om dit amendement zo te handhaven. Het college de mogelijkheid te bieden om daarna in overleg te treden met de ondernemers om tot een passende oplossing te komen binnen de mogelijkheden die zij hebben." De heer Velds: "Voorzitter, zou ik de heer Ketting Olivier een vraag mogen stellen?" De vicevoorzitter: "Ja, dat is toegestaan. Mijnheer Velds, D66." De heer Velds: "Mijnheer Ketting Olivier, geeft aan dat hij niet verwacht dat een ondernemer erop uit is om meer omzet te halen. Dat zei hij ongeveer letterlijk." De heer Ketting Olivier: "Dat heb ik niet gezegd, mijnheer Velds." De heer Velds: "Jawel, u moet de notulen maar nalezen. Dat heeft er verder niets mee te maken, maar het verbaasde mij omdat ik me afvraag hoe u denkt te voorkomen dat dit wel gaat gebeuren. Want als die ondernemer namelijk een kraam neer mag zetten en ik noem maar, hij kan daar inderdaad friet gaan verkopen terwijl hij verder niet dat soort activiteiten uitoefent. Hij kan daar dan een behoorlijke omzet mee kunnen maken. Dat zou voor die ondernemer heel interessant kunnen zijn. Dan zou je wel een effect krijgen wat u ook niet wilt. Ik vraag mij af of in uw amendement de mogelijkheid zit voor het college om het zo te regelen dat er dus geen misbruik van gemaakt kan worden. Ik ben daar nog niet helemaal zeker van eigenlijk. Misschien kan de portefeuillehouder daar zelf ook nog even op ingaan? Ik ben eerst benieuwd of u denkt of dat binnen dit amendement wel valt te regelen?" De vicevoorzitter: "Mijnheer Ketting Olivier."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
15 van 80
-16-
De heer Ketting Olivier: "Ergens snap ik uw angst wel, maar ik denk dat een ondernemer slim genoeg is. Als je je positioneert als ijsspeciaalzaak dan ga je geen friet verkopen. Als je je specialiseert in vis dan ga je geen donuts verkopen. Snapt u? Wat ik in mijn eerste opmerking bedoelde, waaruit u meende te horen dat een ondernemer niet voor meer omzet gaat, is, ik zei dat een ondernemer zijn terras niet helemaal vol bouwt met kramen als dat niet meer omzet oplevert natuurlijk. Hij gaat ervoor. Dat terras is er niet voor niets. Dat terras heeft hij, maar het is om iets extra's te bieden. Dat wil hij niet afbreken. Snapt u?" De heer Velds: "Als die frietkraam dan meer op gaat brengen als het terras, dat is mijn vraag." De heer Ketting Olivier: "Nee, de insteek van uw vraag is helemaal verkeerd, mijnheer Velds. Meerdere ondernemers op de Markt geven aan dat zij graag iets extra's zouden willen doen voor de beleving van hun klanten. Dat zij graag wat meer publiek aan zouden willen trekken voor hetgeen wat zij doen. Dus ik ben niet bang dat er bij de ijsspeciaalzaak een frietkraam voor de deur komt te staan. Daar ben ik absoluut niet bang voor. Ik heb het idee dat als de portefeuillehouder antwoord geeft op uw vraag, dat hij dan zegt, ja natuurlijk, er komt verrommeling. Ik ben daar niet zo bang voor." De heer Velds: "Waar haalt u dat vertrouwen vandaan? Want u bent het met mij eens dat die ondernemer op een gegeven moment wel voor omzet gaat. Stel nu dat inderdaad met die frietkraam die ijsboer met die frietkraam meer geld op zijn terras kan verdienen dan überhaupt met zijn ijs. Dan is het verhaal natuurlijk weg. Ik snap dan niet waar u het vertrouwen vandaan haalt dat die ondernemer dat niet doet? Dat was ook niet de vraag. De vraag was, hebt u het idee dat binnen uw amendement er mogelijkheden zijn om dat te voorkomen? Want als dat niet zo is, dan zou ik niet graag uw amendement steunen.' De heer Ketting Olivier: "Dan houd ik het kort. Ja, dat vertrouwen heb ik." De heer Bisschop: "Mijnheer de voorzitter, mag ik ook nog een vraag stellen?" De vicevoorzitter: "Mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Naar aanleiding van het amendement van de participanten. Overigens denk ik dat als men vertrouwen in de ondernemer heeft op welk gebied dan ook, dan hebben we geen APV nodig. Dan kunnen we gewoon elkaar op onze blauwe ogen geloven. Dan worden wij helemaal aan de leeuwen overgeleverd, denk ik, maar dat is mijn mening. Mijn vraag was aan u, mijnheer Jasper Ketting Olivier, omdat u de indiener bent van het amendement. Ik heb op geen enkele manier en de portefeuillehouder heeft daar ook een opmerking over gemaakt, op geen enkele manier van u antwoord gekregen op die rechtsongelijkheid. Als u in dat amendement nu zou zetten dat alle gebieden in Oosterhout, dus ook de Heuvel en ook de winkelstraten, dat daar de ondernemers ook de mogelijkheid hebben voor een kraam, dan creëer je geen rechtsongelijkheid. Zou u dat niet in uw amendement willen verruimen? Ook al hebben wij het vanavond alleen maar specifiek over de Markt. Om die rechtsongelijkheid te voorkomen zou je het amendement zo moeten maken dat iedere ondernemer dat kan doen. Dan hebben wij er nog bezwaar tegen. U bent dan wel consequenter."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
16 van 80
-17-
De vicevoorzitter: "Uw vraag is duidelijk, mijnheer Bisschop. Mijnheer Ketting Olivier, een reactie?" De heer Ketting Olivier: "Ja, ik vind dat echt niet aan de orde, mijnheer Bisschop. Ik moet het dan ook voor de bedrijventerreinen gaan doen. Ik moet het dan ook voor de brasserietjes gaan doen, ergens voor straatfeestjes. Ik denk dat dit niet aan de orde is." De heer Bisschop: "Ik snap het niet helemaal, mijnheer de voorzitter. Wij hebben het hier toch over de APV? Dāt geldt toch voor de hele stad? Waarom zou je dan een aparte APV maken voor de Marktondernemers? Dat zijn de horecaondernemers. Want daar doelt u specifiek op, de natte en de droge horeca. Niet de andere ondernemers en ook niet de andere ondernemers in de rest van de stad. Je krijgt dan twee soorten APV's." De heer Ketting Olivier: "In de APV waar u nu over praat, werd ook de Markt, puur de Markt, uitgesloten als plaats voor standplaatsvergunningen. Vandaar dat wij met dit voorstel komen. Ik heb dat net ook al een paar keer gezegd." De heer Bisschop: "Ja, maar niet voor dat uitsluitsel wat u nu per amendement indient. Dan maak je echt een uitzondering op de uitzondering." De vicevoorzitter: "Goed, u wordt het samen niet eens. Ik geef nog even het woord aan de heer Noltee van Groen Brabant." De heer Noltee: "Het is toch tweede termijn hè? Ja, precies omdat u zegt even. Ik maak gebruik van mijn recht, tweede termijn." De vicevoorzitter: "Omdat u net uw vinger pas opstak. Vandaar. Ga uw gang, mijnheer Noltee." De heer Noltee: "Ik ben altijd een beetje traag in dat soort zaken. Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Ik had een vraag voor de portefeuillehouder. Stel nu dat wij dit amendement zouden ondersteunen. Kunt u dan dadelijk in uw tweede termijn eens uitleggen wat er in die kramen wel of niet mag gebeuren? Bijvoorbeeld, is een patatkraam opzetten op het erf van de ondernemer hoort dat bij datgene wat in de APV zou kunnen of niet? Nu ja, noem het maar op. Ik verwacht graag uitleg daarover van u. Want misschien ondersteunen wij hem nog wel." De vicevoorzitter: "Dan geef ik nu het woord aan de portefeuillehouder voor zijn tweede termijn" De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Van der Zanden van GroenLinks pleit voor overleg met andere gemeenten. De vraag is eigenlijk al een beetje beantwoord door mijnheer Kastelijns. Wij doen dat ook. Zoals met alles, er is hier sprake van een nieuw regime. Stel nu dat het zo zou zijn dat Oosterhout een eiland van gestrengheid wordt, dan kunnen wij altijd nog kijken. Want ik ben het met je eens. Je moet natuurlijk ook even kijken hoe zaken regionaal liggen. Dat is ook de reden dat wij daar overleg over hebben." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, een eiland van gestrengheid. Dat doet mij toch eerder denken aan Staphorst en dat soort plaatsen."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
17 van 80
-18-
De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Je hoeft niet per se gereformeerd te zijn om streng te zijn, voorzitter. Ik heb uw opmerking in elk geval goed begrepen. Dan zegt Gemeentebelangen, kijk nog eens goed naar het collegebesluit van 2001. Dat ben ik vergeten te vermelden. Dat gaan wij uiteraard doen. Dat is helder. Dat gaan we doen. Ik pak nog even mee mijnheer Melsen, in eerste instantie zette hij mij bijna op het verkeerde been. Ik heb hier voor me de Drank- en Horecawet artikel 25 lid 1 sub. a. Daar wordt duidelijk gesproken in het kader van de happy hours, drank te vertrekken voor het gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter, lager is dan 60 procent van de prijs. Het staat dus gewoon in de Dranken Horecawet. Daar hebben wij het rechtstreeks duit overgenomen. Dan zegt mijnheer Velds, wordt er nu misbruik van gemaakt ja of nee? Daar kom ik zo meteen in wat algemenere zin op terug. Partij van de Arbeid zegt, rechtsongelijkheid, de portefeuillehouder is er niet op ingegaan. Dat verbaast me. Ik heb daar wel degelijk op gereageerd. Nee, de burgemeester ook niet, zei u." De heer Bisschop: "Ik heb gezegd naar aanleiding van de opmerking van de portefeuillehouder en van de Partij van de Arbeid over de rechtsongelijkheid, heb ik u daar niet op in horen gaan." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "U is mijnheer Ketting Olivier. Goed zo, dan is de cirkel rond. Inderdaad de APV geldt voor de gehele gemeente. Je mag natuurlijk ook bepaalde gebieden aanwijzen. Dan het amendement. Ik heb in eerste instantie gezegd, voorzitter en daar ga ik graag nog wat dieper op in. Allereerst is er geen sprake van standplaatsenbeleid. Een terrasvergunning is geen onderdeel van het standplaatsenbeleid. Dus dat zouden we eventjes uit het amendement moeten schrappen. Want dat is niet aan de orde. Standplaatsenbeleid gaat niet over terrasvergunningen. Dat moeten wij ons even realiseren. Dus dat deel zou er sowieso uit moeten. Ik heb al gezegd, terrasvergunningen bieden geen mogelijkheid om dat te doen. Waarom? Omdat terrasvergunningen gebaseerd zijn op de Dranken Horecawetgeving. Dat doen wij omdat heel veel mensen met een terrasvergunning ook een vergunning op grond van de Drank- en Horecawet hebben. Zodat wij een regime hebben. De Drank- en Horecawet, de landelijke Drank- en Horecawet, is helder. Het verbiedt andere activiteiten dan het verstrekken van drank en eten voor consumptie te plaatsen tegen vergoeding. Met andere woorden, het amendement wat u hier voorlegt is niet uitvoerbaar. Dat betekent dus en dat zeg ik richting de hele raad, dan heb ik daar ook de vraag van mijnheer Noltee mee beantwoord van wat mag er nu wel en wat mag er nu niet, er mag helemaal niets. Gelet op de bepaling van de Drank- en Horecawetgeving. Dat betekent dus als u dit amendement aanneemt, ik op grond van artikel 268 Gemeentewet het amendement zal voordragen voor vernietiging. Dank u wel, voorzitter." De vicevoorzitter: "Mijnheer Ketting Olivier." De heer Ketting Olivier: "Dat is een feitelijkheid, zegt u. U geeft aan dat de terrasvergunning een onderdeel is van de exploitatievergunning. Dat heel veel ondernemers die een terras hebben, ook een drankvergunning hebben. Dat geldt volgens mij helemaal niet voor alle ondernemers aan het plein op de Markt. Ik heb gevraagd om in overleg te treden met die ondernemers. U bent daar helemaal niet op ingegaan. U wilt helemaal niet met die mensen praten over mogelijkheden die u ze wellicht kunt bieden. U betuttelt hier gewoon de ondernemers. Ik ben het daar helemaal niet mee eens."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
18 van 80
-19-
De vicevoorzitter: "Ik denk dat wij aan het einde zijn gekomen van de beraadslaging. U houdt het amendement boven tafel." De heer Ketting Olivier: "Voorzitter, ik wil even vijf minuten schorsen." De vicevoorzitter: "De vergadering is vijf minuten geschorst." SCHORSING De vicevoorzitter: "Ik wil graag stilte in de zaal. Ik geef het woord aan de heer Ketting Olivier van de W D . " De heer Ketting Olivier: ""Voorzitter, bedankt. Wij hebben even kort overleg gehad met dezelfde mensen als net. Ik wil eigenlijk beginnen met te zeggen dat de gang van zaken ons niet echt aanspreekt. De portefeuillehouder dreigt met ter vernietiging voorleggen bij de minister. Dat vind ik nogal wat. Ik heb dat nog niet gehoord hier in de afgelopen periode. Wij hebben met goede bedoelingen een amendement ingediend. Wij snappen zijn remming daarop wel, maar het is ons inziens niet terecht. Hij heeft daarin snel een aantal toezeggingen gedaan. Hij wil graag onderzoeken om te kijken of hij in overleg met de ondernemers binnen de huidige mogelijkheden kan komen tot een oplossing. Dat heeft u toegezegd. Ik kan daar nu mondeling een motie over indienen, maar ik acht dat niet noodzakelijk. Ik denk dat het voldoende is om u aan die toezeggingen te houden. Mocht u bijvoorbeeld voor december niet met de uitwerking van die toezeggingen komen, dan zullen wij nog deze raadsperiode, met dezelfde vier partijen, komen met een initiatiefvoorstel. Waarvan we dan van tevoren nog even checken bij de minister of het niet ter vernietiging aangeboden kan worden. Want dat kunnen wij dan natuurlijk ook. Ik hoor graag van u of u dat voor ons wil onderzoeken? Of er met de ondernemers op het marktplein iets te doen is op hun eigen terras? Wat wel binnen de huidige bedrijfsvoeringen past. Dat is misschien iets waar mijnheer Velds naar op zoek was. Als u die toezegging kunt doen, dan horen wij dat graag." De vicevoorzitter: "Dan wil ik toch nog even het woord geven, een korte reactie van de portefeuillehouder. U trekt dus het amendement in?" De heer Ketting Olivier: "Ja." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Even ten eerste, ik heb nergens mee gedreigd in die positie ben ik niet. Ik ben gehouden de wet na te komen. Als een amendement wordt aangenomen wat niet uitvoerbaar is, dan ben ik gehouden dat voor te dragen voor vernietiging. Dat was dus geen dreigement. Ik heb tegen u gezegd als u uw amendement ombouwt, maar dan wordt het een motie, dan wil ik best een toezegging doen om een nader onderzoek te doen. Daar gaat u niet toe over. U trekt het amendement nu in. We kunnen wel onderzoek doen, maar wij lopen gewoon weer aan tegen de bepalingen van de Drank- en Horecawet die ik net heel duidelijk uiteen heb gezet en die wij hanteren om tot een uniform regime te komen. Dat is ook in het belang van de ondernemers zelf. Dus als het amendement ingetrokken wordt, investeren wij er verder niet in. Want wij weten waar wij tegenaan lopen, de Drank- en Horecawet die door ons consequent toegepast wordt en ook toegepast moet worden."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
19 van 80
-20-
De heer Ketting Olivier: "Dan moet ik een mondelinge motie indienen, denk ik, voorzitter. U deed in eerste termijn toezeggingen, die u nu weer intrekt. Terwijl ik aan geef...." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Nee, als u uw amendement zou aanpassen en ombouwen naar een motie. Dat heb ik er duidelijk bij gezegd." De heer Ketting Olivier: "Ja, dat zeg ik net mondeling. Dan zegt u, nee dan trek ik me nu terug, dan investeer ik er verder niet meer in. Dat vind ik wel erg flauw.' De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Nee, er is niets flauw. Als er noch een amendement of een motie is, dan hoef ik die toezegging toch ook niet te doen?" De heer Ketting Olivier: "Goed, dan dien ik graag mondeling een motie in. Kan dat nog, voorzitter?' De vicevoorzitter: "Uiteraard kunt u een motie indienen. Gaat uw gang." De heer Ketting Olivier: "De overwegingen blijven hetzelfde, voorzitter. Dan verzoeken wij het college om binnen het gemeentelijk beleid voor horecaondernemers gevestigd aan de locatie van de Markt met een terrasvergunning, te kijken naar de mogelijkheden om binnen hun huidige bedrijfsvoering op dat terras extra verkoopmogelijkheden te creëren. Ik denk dat ik dan het geheel wel vat." De heer Hoosemans: "Ik zou het woordje horecaondernemers veranderen. Ik zou het woord ondernemers nemen." De heer Ketting Olivier: "Ondernemers, ja.' De heer Bisschop: "Om hoeveel ondernemers praten wij dan?" De heer Ketting Olivier: "Een stuk of 20, denk ik." De heer Bisschop: "De horecaondernemers die kennen we, maar de andere ondernemers hoeveel zijn dat er dan?" De vicevoorzitter: "Ondernemers gevestigd aan de Markt." De heer Bisschop: "Ik ken maar een ondernemer die geen horeca is en dat is de visboer daar." De heer Van der Zanden: "Er zit ook nog een bruidsmodezaak." De heer Bisschop: "Daar zit wiet. Daar zit geen bruidsmodezaak." De heer Ketting Olivier: "Ik kijk even kort naar de griffier." De vicevoorzitter: "Dan komen we hier aan het einde van de beraadslaging. Gaan wij over tot stemming. Het amendement is ingetrokken. We gaan over tot het voorstel Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening. Wie is voor? Dat is met algemene stemmen aangenomen. Aldus besloten. Dan de mondelinge motie van de W D in samenwerking met Gezond Burger Verstand. Wie is voor? Ja, Gemeentebelangen."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
20 van 80
-21-
De heer Hoosemans: "De fractie van de W D samen met de fractie van Gemeentebelangen." De vicevoorzitter: "Dat dacht ik dat ik dat zei. Oh sorry, neem me niet kwalijk. Ik ben inderdaad een dagje ouder. Wie is voor de motie?" De heer Bisschop: "Mijnheer de voorzitter, mag ik een stemverklaring afleggen?" De vicevoorzitter: "Ja natuurlijk, mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Namens de Partij van de Arbeid stemmen wij tegen deze motie. Om redenen die wij reeds vernoemd hebben waar niet adequaat aan toegekomen is. Dat men dat veranderd heeft, de rechtsongelijkheid, de verrommeling op de markt en het feit dat wij APV maken als een gedrocht met uitzondering op uitzondering die niet uitvoerbaar is." De vicevoorzitter: "Nog meer stemverklaringen? Mijnheer Noltee, Groen Brabant." De heer Noltee: "Voorzitter, dank u wel. Wij zullen niet mee stemmen in deze motie. Wij wanen ons vanavond in de gemeenteraad van Antwerpen, waar cliëntelisme hoogtij viert. Dank u." De vicevoorzitter: Mijnheer Vissers van de Socialistische Partij." De heer Vissers: "Wij zullen ook tegen de motie stemmen met dezelfde stemverklaring als de Partij van de Arbeid." De vicevoorzitter: "Mijnheer Velds, D66." De heer Velds: "Voorzitter, wij zullen voor de motie stemmen. In het vertrouwen dat het college, terwijl ze zo angstig naar het amendement keek, er ook wel voor zal zorgen dat er niets zal gaan gebeuren wat buiten de werkelijke bedoeling van de motie valt." De vicevoorzitter: "Mijnheer Van de Zanden, GroenLinks." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, ik sluit mij ook aan bij de woorden van de heer Bisschop. Wij zullen niet meegaan met deze motie." De vicevoorzitter: "Dan stel ik voor deze motie in stemming te brengen. Wie is voor de motie? Dat zijn de stemmen van D66, Oosterhout Anders, Gezond Burger Verstand, Gemeentebelangen, CDA, W D en de Onafhankelijke Fractie. Wie is tegen? Dat zijn de fracties van de SP, GroenLinks, Groen Brabant en de Partij van de Arbeid. Motie is aangenomen met 21 stemmen voor en 8 stemmen tegen." Amendement A op raadsnota BI. 0130033 van W D en Gemeentebelangen is ingetrokken. Raadsnota BI. 0130033 is met algemene stemmen aangenomen. Motie op raadsnota BI. 0130033 is aangenomen met de stemmen tegen van: SP (1), GroenLinks (2), Groen Brabant (2) en Partij van de Arbeid (3).
Notulen raad 25-06-2013/pagina
21 van 80
-22-
De vicevoorzitter: "Wethouder Peters, komt u ook deze kant op." 2. Raadsnota BI. 130034 Ontwerpbegroting 2014 gemeenschappelijke regelingen De vicevoorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota BI. 0130034, Ontwerpbegroting 2014 gemeenschappelijke regelingen. Ik geef het woord aan de heer Melsen van de fractie van de W D . " De heer Melsen: Voorzitter, dank u wel. Voor ons liggen de Ontwerpbegrotingen 2014 van de diverse samenwerkingsverbanden waar Oosterhout aan deelneemt. Van de Veiligheidsregio tot de Regio West-Brabant. In het raadsvoorstel stelt u de raad voor deze voor kennisgeving aan te nemen, maar wel enkele zienswijzen mee te geven. We willen graag kort stil staan bij achtereenvolgens procedure, financiën en inhoud. Procedure. Voorzitter, allereerst een compliment aan het college. De meeste begrotingen zijn op tijd aangeleverd. Waar dit niet mogelijk was is de begroting tijdens een eerdere vergadering behandeld. De W D vindt het echter wel vervelend dat de begroting van de Veiligheidsregio te laat behandeld wordt. De zienswijzen van de raad van Oosterhout zijn onder voorbehoud van goedkeuring al verzonden. Dit was totaal niet nodig geweest als deze begroting in mei of bij de Perspectiefnota was behandeld. We zijn dan ook tevreden met de algemene zienswijze waarin verzocht wordt om de procedures in overeenstemming te brengen met de Nota Verbonden Partijen. Aan de andere kant kan het college ook sneller de begrotingen agenderen zodat de raad op tijd zienswijzen in kan dienen. De W D hoopt dat volgend jaar we onze bijdrage niet hoeven te starten met de procedure, maar gelijk ter zake kunnen komen op het gebied van financiën en inhoud. De inhoud telt immers. Financiën De W D is erg tevreden met de voorgestelde zienswijzen. De efficiencykortingen moeten onverkort doorgevoerd worden. Voor de komende jaren is het goed om de ontwikkeling van de begrotingen te koppelen aan het Gemeentefonds, maar met alleen deze zienswijze ben je er niet. College, zoek actief de andere gemeentebesturen op om te proberen deze zienswijze ook bij andere colleges en gemeenteraden vast te laten stellen. Alle gemeenten krijgen immers te maken met aankomende bezuinigingen. De W D heeft bij de Nota Redesign West-Brabant al stil gestaan bij de financiële ontwikkelingen. We vragen het college hier strak op te blijven sturen. De W D was duidelijk en is duidelijk, geen extra bijdragen voor het Regiofonds van de gemeenten vanaf 2015. Pak eerst de organisatie aan, schrap taken en kijk welke huisvesting nodig is. De voorstellen van Redesign moeten leiden tot voordelen die ingezet kunnen worden als voeding van het Regiofonds zonder de gemeenten om een extra bijdrage te vragen. De eerder aangenomen motie van GroenLinks onderschrijft dit betoog. College, ga hier samen met de andere gemeentebesturen mee aan de slag. Dan wil ik nu kort ingaan op de inhoud, want draait het uiteindelijk ook om. De W D is blij met de ingezette lijn voor de Regio West-Brabant. Terug naar de basis, terug naar de strategie en samen met bedrijfsleven en onderwijs uitvoering geven aan de regionale opgaven. We hopen dit komend jaar ook terug te zien in resultaten. Betrek de raad van Oosterhout actief bij de ontwikkelingen en resultaten. We denken graag mee. Pak die kans op college! De W D maakt zich wel zorgen over de ontwikkelingen binnen de Veiligheidsregio. De Inspectie van het Ministerie vraagt specifieke aandacht voor onder andere informatiemanagement, crisiscommunicatie en bevolkingszorg. In de antwoorden op onze sjabloonvragen staat letterlijk, daarnaast moet de Veiligheidsregio actief en extra investeren en meer aandacht besteden aan alarmeren en opschaling. Hierop zijn nog verbeteringen mogelijk. Einde citaat. De communicatie rond de brand bij ELD
Notulen raad 25-06-2013/pagina
22 van 80
-23-
is een voorbeeld van hoe zaken kunnen verlopen en er onduidelijkheid ontstaat. We vragen het college dit punt in te brengen bij de Veiligheidsregio en te vragen om snelle maatregelen. Dit kan en moet anders. De onderzoeken rond deze brand lopen nog, maar crisiscommunicatie is een wezenlijk onderdeel waar ook volgend jaar verbeteringen in te zien moeten zijn. Een punt dat we graag beter in de begroting en actiepunten voor 2014 verwerkt zien worden. Voorzitter, voor de rest houden we onze zorgen over WAVA/IGo. We roepen het college wederom op om aan de slag te gaan met een visie op de rol van WAVA/! Go in relatie tot de Participatiewet. In elke begroting worden maatregelen uitgesteld vanwege onduidelijkheid over de nieuwe wet. De contouren zijn duidelijk en neem nu al maatregelen om hier op voor te sorteren. We steunen het college om de aanbevelingen uit de quickscan snel in te voeren om zo de financiën op orde te brengen. Maar pak nu door en pas de organisatie aan, aan de nieuwe wet. Wacht daar niet mee, maar pak door. We wachten voorstellen van het college dan ook af. Tot slot wil de W D graag stil staan bij het REWIN, de organisatie die bemiddelt om bedrijven naar West-Brabant en dus ook Oosterhout te halen. De W D vindt het goed dat er samenwerking gezocht wordt met de BOM en Impuls maar zorg wel dat de focus blijft waar hij moet liggen, WestBrabant. Diverse logistieke bedrijven zijn met behulp van REWIN in Oosterhout gehuisvest in plaats van in Cuijk of Boxmeer. Mocht het tot een fusie komen, zorg er dan voor dat het Oosterhouts en dus het West-Brabants belang voor de ontwikkelingen van economie en arbeidsmarkt goed geankerd worden. Afrondend. De W D kan instemmen met de voorstellen. Blijf strak koersen op de financiën, zoek samenwerking met andere colleges om de besturen te overtuigen van de noodzaak van bezuinigingen, ook na 2014. Ga aan de slag met de opmerkingen over de Veiligheidsregio en WAVA/IGo. Tot zover, voorzitter." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Melsen. Vragen aan mijnheer Melsen? Mijnheer Vissers van de fractie van de SP." De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Melsen, u heeft het over de Participatiewet in het kader van WAVA/IGo. U weet ook wat de status is van de Participatiewet op dit moment?" De heer Melsen: "Ja voorzitter, de Participatiewet is onderdeel van het Sociaal Akkoord wat op dit moment ook gesloten is. Dat wordt nog verder uitgewerkt, begrijp ik. Er is wel een bepaalde richting in te zien. Wij roepen dan het college op van, als die richting toch wat duidelijker wordt, pak daar de eerste aangrijpingspunten om er daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. Wacht niet tot dat die uiteindelijk ondertekend is door de koning, maar kijk nu alvast wat er mogelijk is." De heer Vissers: "Hij moet nog wel door de Tweede en Eerste Kamer. Dus dat traject duurt nog wel even voor dat die wet er daadwerkelijk is." De heer Melsen: "Klopt, maar het Sociaal Akkoord spreekt daar toch al een bepaalde richting in uit van, ga niet die Participatiewet helemaal om zeep helpen. We willen alleen wat aanpassingen. Daar wordt al jaren over gesproken. Kijk of dat je de organisatie alvast kunt aanpassen op die wet. Zodat als hij er daadwerkelijk doorheen komt, je aan de slag kunt." De heer Vissers: "Sorry, nog een laatste vraag. Als hij er niet doorheen komt?"
Notulen raad 25-06-2013/pagina
23 van 80
-24-
De heer Melsen: "Dan is het een kwestie van stoppen met de voorbereidingen. Dan moeten wij met bewind van zaken kijken naar wat er wel mogelijk is. Goed, dat is het traject waar wij nu in zitten." De vicevoorzitter: "Mijnheer Bisschop, fractie Partij van de Arbeid." De heer Bisschop: "Ja, mijnheer de voorzitter, ik had eigenlijk dezelfde soort vraag. Ik zou dan willen refereren naar de voorgaande wet, de Wet werken naar vermogen. In de voorgaande periode, u zat toen nog niet in de raad, was dat ook al in een wet in ontwerp. Daar is toen een heleboel heibel over geweest. Dat is uiteindelijk bij de VNG met een allesomvattende motie van alle gemeenten in Nederland, behalve dan hier de W D en het CDA die tegen waren, is dat toen aan de orde geweest. Dat heeft er toe geleid eigenlijk dat die Wet werken naar vermogen in reparatie is gebracht. Voor de tweede maal bespeur ik vanavond dat de W D schuurt aan de wetgeving. Want je kunt niet een regeling maken als er nog geen wet is. U suggereert datje dan allerlei dingen al kunt besluiten in de gemeenteraad. Terwijl dat het landelijk nog niet vastgesteld is. Dat is voor uw beurt praten. Ik denk dat dit schuren is met de democratische spelregels." De heer Melsen: "Voorzitter, daar wil ik toch even afstand van nemen van deze opmerking. Wij geven alleen mee datje allerlei regelingen al klaar kunt maken als daadwerkelijk die wet ingevoerd gaat worden. Datje dan niet nog eens een keer maanden moet gaan kijken van, goh hoe gaan we dat in Oosterhout invullen. Wij willen alleen aangeven, het is een belangrijke wet. Er hangt een hele hoop mee samen, ook gezien de financiën voor de gemeente. Dus kijken we naar de mogelijkheden die de wet straks biedt en bereid alvast wat regelingen voor. Een voorbeeld is bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet. Daar kunnen gemeenten vanaf een bepaald moment zelf een besluit innemen. Oosterhout had er ook voor kunnen kiezen om zodra die wet de mogelijkheid biedt om wijzigingen aan te brengen om het dan alvast klaar te hebben. Dus als het er doorheen komt..." De heer Bisschop: "Met alle respect, mijnheer de voorzitter, maar dat is appels met peren vergelijken. Dat is een bestaande wetgeving. Ik heb het juist over de wetgeving die er nog niet is, die al vrij omstreden is. Hij wordt niet voor niets opnieuw gerepareerd in een nieuwe Participatiewet. Dan is het echt voor je beurt praten en de regels te overtreden om dan allerlei besluiten voor te bereiden. Terwijl het echte besluit van de wet er nog niet is. Ik neem daar afstand van." De heer Melsen: "Dat is dan duidelijk. Ik wil nog wel even duidelijk maken dat we natuurlijk nog geen regels kunnen gaan uitvoeren als de wet nog niet is vastgesteld. Je kunt dan wel in voorbereidende zin een hoop doen. Ook de discussie gaan voeren van, hoe zien wij de rol van WAVA/IGo. Dat willen wij dat onze raad die gaat voeren, die discussie. Niet wachten tot de wet getekend is en de inkt echt droog is." De vicevoorzitter: "Mijnheer Van der Zanden." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, ik zou toch mijnheer Bisschop even bij willen vallen in hetgeen wat hij zegt. Want wij krijgen dadelijk ook nog de discussie over de jeugdzorg. Ik heb zelf ook al gemerkt bij mijn bijdrage hoe lastig het is om iets op te stellen over iets wat feitelijk nog geen wetgeving is. Nogmaals, er kan heel veel veranderen. In de Eerste Kamer is geen meerderheid. Wie weet zit het kabinet erover een jaar niet meer. Dus ik denk inderdaad dat wij niet op de zaken vooruit moeten lopen. Het is even niet anders."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
24 van 80
-25-
De heer Velds: "Voorzitter, daarop aansluitend. Ik vraag me af of mijnheer Melsen beseft wat het gaat kosten als je wetgeving gaat voorbereiden hier binnenshuis? Hoeveel uren daarin gaan zitten? Als het dan misgaat, hoeveel geld je dan weggegooid hebt?" De heer Melsen: "Voorzitter, dat is een makkelijke vraag. Dan kunnen wij net zo goed overal mee wachten tot alles klaar is. Wat dat betreft vinden wij het juist belangrijk dat die voortvarendheid gezocht wordt." De heer Velds: "Soms is het verstandig om te wachten. Want om geld over de balk te gooien, daar zijn wij allemaal geen voorstander van." De heer Melsen: "Nee, dat begrijp ik, maar ik wil alleen aangeven dat als wij een bepaalde richting in stukken zitten, datje daar al wel op vooruit kunt lopen. Ik denk dat dat D66 ook wel aan moet spreken dat we er in ieder geval voor zorgen dat die zaakjes goed op tijd op orde zijn. Zodat, als die wet daadwerkelijk ingaat, dat we dan aan de slag kunnen en niet hier nog eens een keer heel die discussie opnieuw moeten gaan voeren." De heer Velds: "Nu spreekt u mij aan op iets en dan moet ik verwijzen naar het betoog van mijnheer Bisschop. Want dat dekt dat." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Velds. Dank u wel, mijnheer Melsen. Ik geef het woord aan de heer Kastelijns van de fractie van Gemeentebelangen. Mijnheer Kastelijns, ga uw gang." De heer Kastelijns: "Voorzitter, met de algemene zienswijze, zoals u die ons voorlegt, is Gemeentebelangen het helemaal eens. Drie keer 3 procent bezuinigen en de nullijn aanhouden. Wij willen bij deze nogmaals benadrukken dat we in financieel, barre tijden leven. Gemeenten moeten door Rijksbezuinigingen flink bezuinigen. Onze gemeenschappelijke regelingen zullen mee moeten in die beweging. Dat dit gevolgen heeft voor de dienstverlening en bijvoorbeeld personeel, snappen wij heel goed. Leg ons daarover maar keuzes voor. We hebben nog wel een vraag over de brandweerkazernes. De Veiligheidsregio nemen die niet over, maar compenseert ons ook weer niet voldoende, zo lijkt ons. Kan de portefeuillehouder ons nog eens toelichten waarom ze de kazerne niet gewoon overnemen? Kazernes horen toch niet bij het takenpakket van wat gemeenten onder moeten brengen in deze gemeenschappelijke regelingen? Tot zover, voorzitter.' De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Kastelijns. Vragen aan mijnheer Kastelijns? Geen vragen? Dan dank ik de heer Kastelijns. Geef ik het woord aan de heer Schuur van de fractie van het CDA. Mijnheer Schuur, gaat uw gang." De heer Schuur: "Dank u wel. Voorzitter, het CDA heeft de indruk dat het college goed geluisterd heeft naar de bezwaren die de afgelopen jaren door de gemeenteraad zijn ingebracht ten aanzien van de begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. Naar onze mening liggen er nu een aantal zienswijzen voor die duidelijk maken dat ongebreidelde groei van dat soort regelingen niet acceptabel is. Het CDA is erover te spreken dat er een relatie wordt gelegd met het Gemeentefonds. Ook is het CDA het van harte eens met de zienswijze 9, waarin terugbetaling wordt geëist in plaats van verrekening. Voor je het weet vormen zich bij gemeenschappelijke regelingen verschillende en onduidelijke
Notulen raad 25-06-2013/pagina
25 van 80
-26-
potjes, waaruit ontwikkelingen worden bekostigd die in strijd zijn met de afspraak. Als er extra geld nodig is moet dat maar in begrotingen en goed omkleed met redenen worden gevraagd. Kortom, het CDA kan zich vinden in de voorgestelde zienswijzen. Ze hoopt dat het college bij de opstelling van deze zienswijzen ook contact heeft gehad met de omliggende gemeenten. Als dat nog niet gebeurd is, zouden ze dat maar moeten doen. Zodat de kans dat ze ook werkelijk worden uitgevoerd met enkele tientallen procenten toeneemt. Over de gevolgen van de invoering van de Participatiewet en het Sociaal Akkoord voor de gemeente en WAVA/IGo, komen we, neem ik aan, nog uitgebreid te spreken. We voldoen daar maar even aan met wat er nu ligt aan dit soort stukken. Want eveneens zoals de heer Melsen zegt, het is goed om voorbereid te zijn op ontwikkelingen. Het gaat teveel om belangen voor onze lokale bewoners, die daarmee op hét spel staan. Tot zover." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Schuur. Vragen aan mijnheer Schuur? Dan dank ik mijnheer Schuur. Geef ik het woord aan de heer Strack van Schijndel van de fractie Gezond Burger Verstand. Mijnheer Strack van Schijndel, ga uw gang." De heer Strack van Schijndel: "Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, zoals u weet hebben de gemeenschappelijke regelingen en vooraľde financiële aspecten de aandacht van Gezond Burger Verstand. Gemeenschappelijke regelingen worden in het leven geroepen om kwaliteit te verbeteren en de kosten te verlagen, maar in de praktijk blijkt het wel eens tegen te vallen. Een paar maanden geleden, in januari als ik mij niet vergis, hebben we het gehad over de Conceptbegroting van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Daar hebben we toen in een levendige discussie vastgesteld dat er onvoldoende focus leek te zijn op het terugbrengen van de kosten. Voorzitter, Gezond Burger Verstand wil graag kwijt, dat we blij zijn met de aandacht die het college heeft voor de kosten en de efficiency van de gemeenschappelijke regelingen. Uit de begroting en de aanbiedingsbrief maken wij op dat de zorg die we hier in de raad hebben geuit, ook zijn doorgedrongen tot de nieuwe organisatie. Het gaat dan vooral over die Omgevingsdienst Midden- en WestBrabant. Daarnaast blijkt het ook, meer in algemene zin, uit de nota en de voorgestelde zienswijzen. We vragen het college om bovenop de verbetering van de efficiency en dus verlaging van de kosten te blijven zitten. De raad op de hoogte te houden van de resultaten op deze gebieden." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Strack van Schijndel. Vragen aan de heer Strack van Schijndel? Geen vragen? Dan dank ik mijnheer Strack van Schijndel. Geef ik het woord aan de heer Bisschop, fractie Partij van de Arbeid. Mijnheer Bisschop, ga uw gang." De heer Bisschop: "Dank u. Mijnheer de voorzitter, vanavond mogen we bijtijds kennis nemen van de Ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen. Ik noem met nadruk bijtijds. Dat is wel eens anders geweest. Dat doet de Partij van de Arbeid fractie deugd, dat u en op tijd en op ordentelijke wijze ons niet alleen op een aardig en geordend rijtje de raad inzage biedt in het financiële reilen en zeilen van de GR. Het zijn veel stukken tegelijkertijd en het kost ook wel wat tijd om het allemaal te doorploegen, maar dan heb je ook wat. Zo hoort het ook. Op deze wijze kan de raad oordelen en bekritiseren als het nodig is. Het laatste is wat de Partij van de Arbeid fractie betreft niet opportuun. Het college heeft keurig haar huiswerk gedaan en daar valt inclusief de zienswijzen niets op aan te merken. De GR is een adequaat antwoord op de voornemens van de regering om op regionaal en subregionaal terrein beter te gaan samenwerken. Fuseren van gemeenten en dus ook van O osterhout met omliggende of samenwerkende gemeenten is zodoende niet im frage.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
26 v an 80
-27-
Tenslotte omarmde ook de Partij van de Arbeid fractie de Nota Krachtig Bestuur van de Commissie Huijbregts, enkele raadsvergaderingen geleden en ondersteunde de aanbevelingen van het rapport van harte. Toch nog enkele kanttekeningen onzerzijds zo niet capita selecta op de GR. Allereerst de OMWB. Het is een veeg teken dat we akkoord moeten gaan met de Begroting 2014 uit de Meerjarenbegroting omdat de datum van operationaliteit niet werd gehaald. Jammer. Als dat maar geen voorteken is van moeizaam grootschalig bureaucratisch gezwoeg waar we niet op staan te wachten. Om die reden ondersteunt de Partij van de Arbeid fractie het indienen van de extra zienswijzen van harte. Tenslotte is de hoofdreden van oprichting van de OMWB te komen tot efficiënte processen, die zoals u zegt van belang zijn voor de veiligheid van de leefomgeving en dat mag niet verzanden in bureaucratisch geneuzel. Vervolgens de RAV. Het is jammer dat de efficiencykorting van 1,5 procent de afgelopen jaren, inclusief de bevriezing van de productie, wel is gehaald, maar dat het definitieve beleid ten aanzien van de ambulancezorg nog op zich laat wachten. De Partij van de Arbeid fractie gaat er van uit, tenminste dat hopen we in ieder geval, dat de opschaling van de meldkamers zich in positieve zin ontwikkelt. Hierbij valt of staat een goed functionerend patiëntveiligheidssysteem en een gedegen visie op de acute zorg. Dan de WAVA/IGo, die is al aan de orde geweest, maar ik noem het nog even extra. De Partij van de Arbeid fractie gaat vooralsnog akkoord dat de WAVA/IGo ġeëxcludeerd wordt van de 3 procent korting. Niet alleen, mijnheer Melsen, is het wachten op de implementatie van het herstructureringsplan medio 2013 en 2014, maar ook de invoering van de nieuwe Participatiewet als vervanging van de zo verguisde Wet werken naar vermogen van het vorig kabinet, speelt hierbij een rol. Dan tenslotte de Veiligheidsregio. Evenals andere fracties vindt de Partij van de Arbeid fractie het een bestuurlijk monstrum, dat de brandweer wel geregionaliseerd is,maardat de brandweerkazernes hierbij niet zijn meegenomen. Er is nogal een verschil in dit vastgoed van de regio. Oosterhout heeft zo, als wijze maagd met haar olielamp, een brandschoon nieuw gebouw afgeleverd. Tegenover vele verouderde kazernes in de regio. De verdeling van uitgaven en onderhoud lijkt ons niet gerechtvaardigd. Ook op dat punt moet men elkaar diep in de ogen kunnen blijven kijken. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, de Partij van de Arbeid fractie gaat akkoord met de nota. Het college is met de GR op de goede weg. De volgende keer zal de raad, in een nieuwe samenstelling en in een nieuwe raadsperiode, zich moeten buigen over een nog beter functionerende regionale samenwerking. De procesvorming is in ultimo dato geslaagd. Dat resultaat ligt er in ieder geval." De vicevoorzitter: Dank u wel. Vragen aan mijnheer Bisschop? Geen vragen aan mijnheer Bisschop? Dan dank ik mijnheer Bisschop. Ik geef het woord aan de heer Velds van de fractie D66." De heer Oomen: "Voorzitter, die ook spreekt namens de Onafhankelijke Fractie." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Oomen." De heer Velds: "Dat het maar gezegd is. Voorzitter, het college stelt voor kennis te nemen van de Ontwerpbegrotingen van de gemeenschappelijke regelingen 2014. Eigenlijk ben je dan snel uitgepraat, want er wordt niet expliciet gevraagd of de raad ook nog ergens mee in wil stemmen. We besluiten letterlijk om kennis te nemen van. Toch willen D66 en Onafhankelijke Fractie van de gelegenheid gebruik maken om onze instemming met de door het college geformuleerde zienswijzen uit te spreken. Waarbij we het bijvoorbeeld belangrijk vinden dat de kortingen in het gemeentefonds doorvertaald worden naar de verbonden partijen. Het is ons inziens inderdaad bittere noodzaak om de financiën bij deze verbonden partijen nauwlettend te blijven volgen.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
27 v an 80
-28-
Zoals al velen vanavond gezegd hebben. Daarnaast willen D66 en de Onafhankelijke Fractie nog de nadruk leggen op de zienswijze aangaande de OMWB. Het college vraagt nogmaals naar het plan van aanpak van efficiency en kwaliteitsverbetering, zoals die kennelijk toegezegd is na de moties die, net zo als hier, in de verschillende gemeenteraden zijn aangenomen. Wij hebben begrepen dat ook in die andere raden door het uitblijven van het plan van aanpak, ongerustheid is ontstaan, vooral ten aanzien van de gevraagde kwaliteitsverbetering. Wij hopen dus dat het college de vinger aan de pols houdt. Waarbij wij de opmerkingen van de heren Melsen en Bisschop, ten aanzien van de Veiligheidsregio, ook nog volledig kunnen onderschrijven. Dank u, voorzitter." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Velds. Vragen aan mijnheer Velds? Geen vragen? Dank u wel, mijnheer Velds. Geef ik het woord aan mijnheer Vissers van de fractie van de SP. Mijnheer Vissers, ga uw gang." De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Even vooraf, ik begrijp dat er sprake is van allerlei, enorme verbeterslagen. Dat iedereen heel blij is dat het tegenwoordig zoveel beter gaat dan vroeger. Voor mij is dit een soort van nulmeting. Dus ik wil daar wel even afstand van nemen. Voorzitter, hoe meer ik van de gemeenschappelijke regelingen te weten kom, des te droeviger word ik er van. Natuurlijk, we moeten soms samenwerken met andere gemeenten. We kunnen nou eenmaal niet alles alleen doen, dat snappen we ook wel. Een belangrijk bezwaar dat de SP heeft tegen de samenwerkingsverbanden is het gebrek aan democratisch gehalte. Hoe illustratief is het dat de zienswijzen voor 7 juni moesten worden ingediend en we er nu op 25 juni over debatteren hier in de raad. En ja, ik heb de beantwoording van de sjabloonvragen gelezen, maar die overtuigt mij allerminst dat de zienswijzen serieus genomen worden. Het is alsof we op een trein zijn gestapt waarvan we niet weten welk eindstation hij zal bereiken en via welke route de reis zal gaan. Om ons gerust te stellen komt er een machinist of conducteur uit Oosterhout mee, die gaat zorgen dat we onze eindbestemming bereiken. Tegelijkertijd komen er echter nog 10 tot 26 machinisten en conducteurs de trein binnen stappen, die vervolgens met elkaar gaan vergaderen over de route van de treinreis. Nu, dat is dus geen bijzonder verstandig reisadvies geweest. Nu die trein eenmaal aan het rijden is, is uitstappen niet echt een aangename optie, dus we zitten er aan vast. We kunnen natuurlijk aan de noodrem gaan hangen en met het gezamenlijke gewicht van de raad zou dat de trein tot stilstand brengen. De kans is echter groot dat we vervolgens uit de trein worden geknikkerd door de vele andere machinisten en conducteurs en dat we in een verlaten polderlandschap worden achtergelaten. Hoe komen we dan waar we zijn willen? Alleen kunnen we het ook niet. Voorzitter, in heel Nederland wordt geworsteld met deze situatie. Door de afstoting van taken van het Rijk en de Provincies naar de gemeenten wordt het alleen maar lastiger en complexer. Wat de SP betreft is het tijd voor een fundamentele discussie over de bestuurlijke indeling van Nederland. Allen het lijkt me niet wenselijk die discussie hier en nu te voeren, dus ik ga naar de begrotingen. Over de begroting van de Veiligheidsregio hoef ik niets meer te zeggen. Dat is naar aanleiding van de situatie bij ELD al door de heer Melsen gezegd. Ik had exact dezelfde bewoordingen. Ik wil nog wel wat zeggen over de RWB. Bij de behandeling van het Redesign van de RWB hebben wij al gezegd dat wij niet zo gelukkig waren met het feit dat geld bij moest komen in het Regiofonds. Als je een klein beetje creatief bent bij het opmaken van de begroting is het niet zo moeilijk om een redesign zelf te betalen en vervolgens voor een ander potje geld te vragen. Dat is gewoon een kwestie van budgetten heen en weer schuiven. Daar zijn we niet zo blij mee. De andere samenwerking waaraan ik nadere aandacht wil geven is natuurlijk WAVA/IGo. Ik zal beginnen met de conclusie. Deze begroting is volstrekt
Notulen raad 25-06-2013/pagina
28 van 80
-29-
onvoldoende. Hoe is het in vredesnaam mogelijk dat een organisatie die ons zoveel kost en waarover zoveel te doen is ons een Begroting 2014 toestuurt die cijfermatig bestaat uit twee A4-tjes? Dan zijn er, wat ons betreft, maar twee mogelijkheden. Of het is een stelletje prutsers, of ze geven liever niet al te veel informatie. U mag zelf invullen aan welke van deze twee mogelijkheden u de voorkeur geeft. Voor de SP zijn ze allebei onaanvaardbaar. Voorzitter, de SP maakt zich al jaren druk om wat er allemaal bij WAVA/IGo gebeurt. We zien een bijna permanente crisissituatie tussen directie en ondernemingsraad. Ook nu weer is er van alles aan de hand. De tekorten die WAVA/IGo heeft worden afgewenteld op het personeel van de groenvoorziening en de detachering. Het wagenpark van het uitvoerend personeel wordt ingekrompen. Dat betekent concreet dat SW-mensen van hun 800 of 900 euro voortaan 100 euro per maand mogen aftikken voor het eigen vervoer van en naar het werk. Bovendien wordt er bezuinigd op de veiligheid van het personeel. Ze moeten bijvoorbeeld voortaan zelf voor veiligheidsschoenen zorgen. Wat doet de toch al niet onderbetaalde top van WAVA/IGo? We weten het niet. Want zo informatief zijn die twee A4-tjes niet, maar ik vermoed dat daar het wagenpark niet wordt ingekrompen en dat daar de secundaire arbeidsvoorwaarden niet worden bijgesteld. Sterker nog, ik weet het wel zeker. Het is, wat ons betreft, onacceptabel dat dit van jaar tot jaar hetzelfde blijft. Of je nou stukken uit 2010, 2011, 2012 of die van vandaag bekijkt, elk jaar zijn er problemen. De dure top van WAVA/IGo is schijnbaar niet in staat die problemen op een goede manier aan te pakken. Dat is extra triest omdat WAVA/IGo een topzware organisatie is. Ik citeer uit het rapport van Iroko, de verhouding tussen ongesubsidieerd personeel en doelgroeppersoneel is bij WAVA/IGo ongeveer 1 staat tot 6. Landelijk ligt deze verhouding op 1 staat tot 12. Uiteraard heeft de keuze van WAVA/IGo voor deze invulling financiële gevolgen. Ik snap werkelijk niet waarom dit blijkbaar in orde is. Ik heb er eerlijk gezegd geen woorden voor dat deze situatie kan blijven bestaan terwijl er bezuinigd wordt op het allesbehalve topinkomen van de medewerkers in bijvoorbeeld de groenvoorziening. Daarom hebben wij een motie. Ik ga gelijk naar het verzoek. Want de overwegingen heb ik eigenlijk al genoemd. Wij verzoeken het college in haar rol als deelnemer aan het bestuur van WAVA/IGo aan te dringen op zodanige aanpassing van het personeelsbeleid en de organisatiestructuur dat ook voor staffuncties personeel met een SW-status kan worden ingezet." De vicevoorzitter: "De motie is ondertekend, is gedagtekend en maakt deel uit van de beraadslaging en krijgt nummer 1." Motie 1 op raadsnota BI. 0130034 van de SP in bijlage. De heer Vissers: "Ik heb ook nog een vraag aan het college. Wat is er eigenlijk terecht gekomen van het Herstructureringsplan WAVA/IGo? Dan ga ik het maar niet hebben over het feit dat de begeleiding op de werkvloer zwaar onvoldoende is. Dat het geklungel met de huur en de huisvesting ook nog steeds doorgaat. Ik wil eigenlijk helemaal niet ingaan op de term jobhunting, die doet vermoeden dat de beleidsbepalers van WAVA/IGo niet door hebben dat wij te maken hebben met een record werkeloosheid die vooralsnog alleen maar erger wordt. Waarom ga ik het daar niet over hebben? Nu, het kan namelijk zijn dat ze een beetje van het padje af zijn. Denk niet dat dit niet kan. In de Haagsche Courant stond pas geleden een artikel over een 53 jarige straatveger met de naam Harrie, die in 2010 ontslagen was in verband met bezuinigingen. Harrie is in de bijstand terechtgekomen. In het kader van re-integratie en werkervaring moet Harrie terug aan het werk om te oefenen, zeg maar. Wat doet Harrie daar sinds kort? Jawel, straatvegen, maar dan wel voor 400 euro per maand minder. Als ik Harrie was, wist ik wel waar ik die bezemsteel zou
Notulen raad 25-06-2013/pagina
29 van 80
-30-
laten. De verantwoordelijke wethouder in Den Haag durft dat beleid ook nog eens te verdedigen. Ik wil ook weieens vriendelijk zijn voor de Partij van de Arbeid dus ik zal er verder niet op ingaan dat dit een Partij van de Arbeid wethouder is. Terugkomend op de raadsnota. Wij vinden dit eigenlijk helemaal niets, maar ja, het is al, zoals ik eerder aangaf, we en dan heb ik het over de hele raad hier in Oosterhout. We hebben eigenlijk heel weinig in te brengen in al deze samenwerkingen. Als kleine oppositiepartij van deze raad, is die inbreng natuurlijk nog kleiner. Er is helaas weinig kans dat de burgmeesters van West-Brabant morgen bijeen komen in crisisberaad omdat de SP in Oosterhout gezegd heeft dat het tijd is voor een fundamentele discussie en tegen de begroting heeft gestemd. Niettemin zullen wij dat toch doen." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Vissers. Vragen aan mijnheer Vissers? Mijnheer Kastelijns, gaat uw gang.' De heer Kastelijns: "Dank u wel, voorzitter. U gebruikt heel veel woorden vandaag. Als u het over Harrie heeft, wat zou Harrie in uw ogen dan wel mogen doen?" De heer Vissers: "Straatvegen, maar dan wel voor een normaal salaris." De heer Kastelijns: "Wat is dan voor u een normaal salaris?" De heer Vissers: "Het salaris wat die mijnheer verdiende." De heer Kastelijns: "2,500 euro?" De heer Vissers: "Dat is een onzinvraag, mijnheer Kastelijns. Ik weet niet precies wat een straatveger verdient. Wat ik wel weet is dat hij er nu 400 euro op achteruit is gegaan omdat hij nu verplicht uit de bijstand zijn oude werk moet doen. Als u dat een normale situatie vindt, dan verschillen wij daar zeer ernstig van mening over." De heer Kastelijns: "Ik wil alleen aangeven dat wij eigenlijk allemaal een bijdrage aan de samenleving moeten geven. Wij zijn nu in een situatie beland waarin we allemaal, of heel veel mensen hun handje open moeten houden. Daar mag je ook wel wat voor terug doen. Dat Harrie dan toevallig de Harrie is zoals u hem schetst. Natuurlijk is er overal een weg en een middenweg, maar misschien gaat u wel op het verkeerd padje." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, met alle respect. Dan wil ik de heer Vissers toch even bijvallen. Dit is precies waar GroenLinks ook altijd voor gewaarschuwd heeft. Dat is dat mensen ontslagen worden en vervolgens in de bijstand het werk moeten gaan doen wat zij eerder deden. Dan wordt inderdaad de ploeg van bijstandsgerechtigden gezien als een bron van goedkope werkgelegenheid door gemeenten. Dan gaan we misbruik maken van mensen. Dat is iets wat in Oosterhout absoluut niet moet gaan gebeuren als het aan GroenLinks ligt." De vicevoorzitter: "Mijnheer Vissers, u mag nog antwoorden." De heer Vissers: "Ik had eigenlijk wel de wedervraag aan mijnheer Kastelijns willen stellen of hij dat een normale situatie vindt dat als iemand zijn werk kwijtraakt en dan drie jaar later datzelfde werk mag gaan doen, maar dan in de bijstand." De heer Kastelijns: "Mijnheer Kastelijns, Gemeentebelangen, vindt dat iedereen die een uitkering krijgt daarvoor een bijdrage zou moeten kunnen leveren aan de
Notulen raad 25-06-2013/pagina
30 van 80
-31-
samenleving. Het is gewoon niet anders op dit moment. Dat vindt Gemeentebelangen. Of dat nu een bezem is of iemand gaan helpen in de zorg of wat dan ook. Er zal een bijdrage geleverd moeten worden. Als uw partij het voor elkaar krijgt om die mensen gewoon door te blijven betalen op het niveau waar ze nu zitten, dan wens ik u veel succes de komende tijd." De heer Vissers: "Hoe zou u het vinden als u die straatveger was? Want u praat er wel heel makkelijk overheen, maar het is toch een volkomen onacceptabele situatie." De heer Kastelijns: "Ik heb vandaag een hele straat geveegd. Ik heb het groen tussen de stenen uit gekrabd. Ik voel me daar niets te min voor." De heer Vissers: "U geeft geen antwoord op mijn vraag." De vicevoorzitter: "Uw standpunten zijn duidelijk. Ik geef het woord aan de heer Noltee van Groen Brabant." De heer Noltee: "Ik wou toch even inhaken hierop. Het is natuurlijk een non-discussie om te zeggen van, ik heb vandaag de straat geveegd en ik heb onkruid gewied. Die man had als vak straatveger. Daar moet je je petje voor afnemen. Want als die er niet waren dan was het helemaal een zooitje in Oosterhout. Dat is het toch al haast. Om dan in het voorbeeld, ik had dat ook gelezen in de krant, om dan te zeggen datje maar in de bijstand moet gaan werken voor min 400 euro. Zeg dat ze in Den Haag 1.700 euro verdienen, een straatveger, veel meer zal het niet zijn. Dus hij werkt voor 1.300 euro. Dat vindt u normaal? Ja, net zo goed als dat u normaal vindt dat de horeca op de Markt maar gematst moet worden dat ze nog allerlei kramen kunnen zetten om nog wat meer te kunnen verdienen." De vicevoorzitter: "Dank u wel, heren. Wij gaan terug naar de gemeenschappelijke regelingen. Ik vraag de heer Peters of dat hij in algemene zin wil reageren. Het woord is in eerste termijn aan de heer Peters." Wethouder Peters: "Dank u wel, voorzitter. Ja, wij zouden na de laatste bijdrage bijna vergeten dat er ook de nodige complimenten zijn uitgesproken vanavond. Deze zal ik graag door leiden naar de afdeling en de mensen die daar een bijdrage aan hebben geleverd. De W D vraagt of het mogelijk is om volgende keer geen procedurele opmerkingen te hoeven maken. Ik begrijp de vraag. Ik kan het u niet garanderen, maar ik kan u wel verzekeren dat wij ons ervoor in zullen spannen dat dit zo snel en zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. Zoek andere gemeenten op. Dat is al gebeurd. Ik kan u wel vertellen dat er, ja, verschillend wordt aangekeken tegen de opgaven die bij de Verbonden Partijen worden neergelegd. Dat heeft er met name mee te maken dat Verbonden Partijen wel met elkaar gemeen hebben dat ze verbonden partijen zijn, maar dat de aard van de werkzaamheden van die Verbonden Partijen heel erg kunnen verschillen. Dat kan betekenen dat juist in deze tijd er onderwerpen zijn die bijzondere aandacht vragen. Datje het ene geval dus wat genuanceerder met zo'n opgave omgaat dan in een ander geval. Het kan ook datje bij bepaalde gemeenschappelijke regelingen zegt van, ja wij vinden het eigenlijk een minimale variant om 3 procent op te leggen. Wij vinden dat het in deze tijd wat minder kan omdat de omgeving van die Verbonden Partij veranderd is. Regiofonds dat is in 2014 nog niet aan de orde. Dat komt voor 2015 eventueel terug. Er is een opmerking gemaakt over de werkzaamheden van het REWIN, dat de samenwerking wordt gezocht met de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij. Zorg dat de focus ook blijft bestaan op West-Brabant. Ik hoor daar ook in, vergeet Oosterhout niet. Ik kan u
Notulen raad 25-06-2013/pagina
31 van 80
-32-
verzekeren dat hiervoor geldt onderzoek en alles tot behoud het goede. Dat de slagkracht van REWIN, een kleine club die ook voor Oosterhout al veel voor elkaar heeft gebracht, gekoesterd wordt. Ik sla een paar dingen over omdat ik denk dat de portefeuillehouder daar wel op in zal willen gaan. Met name als het gaat om de Veiligheidsregio. Het CDA roept op om te voorkomen dat er potjes worden gecreëerd waar je geen vat op hebt. Dat gebeurt hier in huis, maar dat gebeurt ook bij elke Verbonden Partij. Dus u kunt ervan verzekerd zijn dat wij daarop letten, tegelijkertijd dat ik geen Verbonden Partij ken die een agenda heeft die daar op gericht is. Gezond Burger Verstand, wees kritisch op de gemeenschappelijke regelingen. Ja, maar ik wil in dit verband wel opmerken dat het wel om onze gemeenschappelijke regelingen gaat. Het is niet een verzameling clubs die op een andere planeet aan het werk is. Waar wij liever niets mee te maken hebben, maar waar wij noodgedwongen toch een relatie mee onderhouden. Nee, het tegendeel is waar. Het zijn onze Verbonden Partijen die wij hebben opgericht en ingericht om bepaalde zaken die wij niet op eigen houtje aankunnen op een goede manier voor ons te behartigen. Omgevingsdienst, ook daar zal de portefeuillehouder wellicht nog op ingaan, denk ik. Een veeg teken dat de datum van de operationaliteit niet gehaald zou zijn. Ja, ik kan alleen maar zeggen vanuit de beginperiode dat ik hierbij betrokken ben geweest, dat u niet moet onderschatten wat een gigantische, ingewikkelde operatie het is geweest om vanuit bestaande gemeenten en Provincie een Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant te creëren. Opschaling meldkamers, daar komt de portefeuillehouder, denk ik, ook nog wel op terug. WAVA/IGo, de uitzondering drie keer drie heeft alles te maken met het feit dat eigenlijk daar een aparte Stofkam Operatie gaat plaatsvinden. Mede aangeblazen door het externe onderzoek wat al gememoreerd is. Er zijn nog wat andere zaken aangehaald waar de portefeuillehouder op in zal gaan. Dan de SP, ik moet u zeggen, mijnheer Vissers, zo ken ik u eigenlijk helemaal niet. U gaf aan, het is voor mij een nulmeting dus het is geen feest. Er is niets wat u let om ook een nulmeting tot een feestelijk begin te bombarderen. Dus dat is echt uw eigen keuze. Ja, het bezwaar van een democratische legitimatie, dat is een onderwerp wat zo oud is als de gemeenschappelijke regelingen. Ik kan hoogstens zeggen dat er in elk geval aan gewerkt wordt. Er ligt een nieuw wetsontwerp waarin aanmerkelijk meer tijd en positie voor de gemeenteraad is ingeruimd. Waarin ook wordt voorzien in lichtere samenwerkingsverbanden dan de zware gemeenschappelijke regeling die wij nu kennen. Ja, dat er veel overleg nodig is. Het is nu eenmaal een kind van het polderlandschap wat u aanhaalde en waar u zo tegenop ziet om in verzeild te raken, maar ik denk dat het niet anders is. Dan de fundamentele discussie over de bestuurlijke inrichting. Ja, die gaan wij hier niet voeren, zegt u. Ik denk aan de andere kant dat wij daar niet aan ontkomen, maar hij is buitengewoon actueel. Want er ligt een Nota Bestuur in Samenhang, die is recent besproken in de Eerste Kamer. De Eerste Kamer heeft aangegeven aan de Tweede Kamer, ja voor ons is het nog niet helemaal duidelijk voor welk probleem dit een oplossing is. Wij willen graag wat aanvullingen. Dus het is in volle gang. Ook het verhaal van krachtig bestuur heeft alles te maken met de bestuurlijke inrichting in ons land. Ik hoop dat wij vooral vanuit de inhoud blijven werken aan een goede dienstverlening in Oosterhout. Dan komen wij vanzelf op de andere niveaus die daarbij horen om te gaan samenwerken, bijvoorbeeld de Verbonden Partijen. Tot zover, voorzitter." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Peters. Dan geef ik het woord aan de heer Huisman. Mijnheer Huisman, gaat uw gang." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Dank u wel, voorzitter. Ik zal graag ingaan op de opmerkingen dan wel vragen die gesteld zijn betreffende Regio WestBrabant, de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant en de Veiligheidsregio. Er is
Notulen raad 25-06-2013/pagina
32 van 80
-33-
door diverse partijen iets gezegd over het Regiofonds. Wethouder Peters heeft er ook al iets over gezegd. Inderdaad zoals nu vanuit het rekeningresultaat het Regiofonds nog voor 2013 en 2014 gevoed kan worden, kunnen wij ermee instemmen. Wij hebben nadrukkelijk gezegd vanuit Oosterhout en wij zijn bepaald niet de enige gemeente, wij willen daar wel een fundamentele discussie over voeren, hoe het verder gaat met dit Regiofonds. Overigens moet bedacht worden dat het Regiofonds niet zelden gebruikt wordt om ook cofinanciering binnen te halen. Dus je geeft het geld niet alleen maar uit. Je haalt ook van Provinciewege, Rijkswege en Europees geld binnen via cofinanciering. Zoals gezegd, daar komen wij nog op terug. Deze discussie gaat nog gevoerd worden. Dan zijn er een aantal opmerkingen geplaatst over de Veiligheidsregio. Mijnheer Melsen van de W D is daarop ingegaan. Hij zegt van, ja, ik zie het rapport wat er ligt. Waar op zich een aantal punten goed tot zeer goed gaan. Waar aandacht gevraagd wordt voor de communicatie, bevolkingszorg en de informatievoorziening. U legt een link met de brand bij ELD. Dat kan ik me heel goed voorstellen. Dat kan ik alleen maar onderschrijven. Want u weet hoe dichtbij ik bij de gevolgen daar gestaan heb. U zegt, snel maatregelen. Ik kan u vertellen daar is reeds over gesproken. Aanstaande donderdag, 27 juni, wordt daar in het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio verder over gesproken. Niet alleen over gesproken. Er worden ook besluiten genomen. Want het is helder dat dit met voorrang opgepakt moet worden. Lokale bestuurders en daar ben ik er een van, hebben een bepaalde verantwoordelijkheid en die willen wij ook op ons nemen, maar dan moeten we er ook op kunnen rekenen dat de taken, zoals die verdeeld zijn, adequaat uitgevoerd worden. Dus ik kan uw woorden alleen maar onderschrijven. Ook andere partijen hebben daarover gesproken. Ik meen de Partij van de Arbeid en nog enkele partijen. Dan de brandweerkazernes. Mijnheer Kastelijns zegt, er heeft nog geen overname plaatsgevonden. Kazernes zouden toch niet bij de gemeente moeten zitten. Laat ik even beginnen met te zeggen dat bij de oprichting van de Veiligheidsregio, op 1 januari 2010, u daarmee ingestemd heeft dat de discussie van de kazernes nog gevoerd zou worden, die loopt thans nog. Ik zou richting de Partij van de Arbeid willen zeggen en dan moet ik even mijn aantekeningen erbij zoeken, u zegt, ja dan hebben wij hier een prachtige nieuwe kazerne neergezet. U noemde het zelfs, geloof ik, een brandschone kazerne, dat vond ik een mooie, ten opzichte van verouderde kazernes in de regio, Dat kan juist zijn, maar we moeten niet vergeten dat wij nog twee kazernes hebben binnen onze eigen gemeente, die bepaald niet gisteren gebouwd zijn. Dus laten wij voorzichtig zijn met te wijzen naar de regio. Laat onverlet en daar ga ik u nu graag over informeren, hoe dat precies zit met die kazernes. In 2010 is gezegd, de discussie over overdracht van de kazernes die parkeren wij voor het moment. Nu gaat het over materieel en personeel. Dat is geregeld. De discussie over de kazernes is het afgelopen jaar gevoerd. Er is onderzoek naar gedaan. Er is uitgekomen dat we hebben gezegd, op dit moment dragen wij die kazernes niet over en dan gebruik ik het woord vooralsnog. Dat heeft te maken met het feit dat alle kazernes in de regio en dat zijn er, ik zeg het uit mijn hoofd, 67, er nog wat verschillende constructies. Er zijn bijvoorbeeld een aantal gemeenten die hebben een gedeeld gebouw, gedeeltelijk kazerne, gedeeltelijk gemeentewerf. Er zijn kazernes gehuurd. Er is een gemeente waar voor een deel een gezondheidspost in zit. Kortom, er zijn zoveel verschillende constructies dat er voor dit moment zoveel haken en ogen aanzitten. Dus hebben wij gezegd, vooralsnog gaan wij dit niet doen. Dan is er het punt, mijnheer Kastelijns begon er met name over, van de btw problematiek. Kazernes die gebouwd zijn vanaf 2004 kunnen de daarbij behorende btw gecompenseerd krijgen gedurende een periode van tien jaar. Daar heeft het Rijk per 1 januari 2014 een einde aan gemaakt. Compensatie plaatsgevonden via de regio, maar een op een kunnen wij die btw niet meer declareren. Dat betekent dat wij een vijftal jaren van die regeling hebben
Notulen raad 25-06-2013/pagina
33 van 80
-34-
kunnen profiteren en van het bedrag van ongeveer 1 miljoen euro waar het over ging en nu nog 500.000 euro over is. Er is bij het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio eind maart afgesproken, gemeenten die met een dergelijke problematiek zitten en dat is iets meer dan de meerderheid van die 26 gemeenten, krijgen 40 procent gecompenseerd. In ons geval 200.000 euro van de 500.000 euro. Dat is het besluit wat er ligt. Aanstaande donderdag is er, zoals gezegd, weer een Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio. Daar zal een voorstel aan de orde komen om voor die gemeenten die te maken hebben met die btw problematiek en ook dus Oosterhout, toch de mogelijkheid te scheppen om die kazernes over te dragen aan de Veiligheidsregio. Als dat besluit genomen wordt, dan kunnen wij hier in Oosterhout afwegen of het goed is om dat te doen. Het heeft natuurlijk voordelen en nadelen. Wij hebben dan de kans om dat af te wegen. Ik zeg u graag toe dat ik u verder op de hoogte houd. Het is tenslotte belangrijk genoeg. Ik kijk even mijn lijstje door. OMWB kom ik zo meteen ook nog even op terug. Dan is er iets gezegd over meldkamers. Ik heb het kennelijk gemist. Wie kan dat even herhalen? Heeft iemand iets over meldkamers gezegd? Ik heb het namelijk zelf niet... ja, mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Ik heb het met name gehad over de opschaling van de meldkamers. Dat is nog steeds niet volvoerd. Het is een proces wat gaande is. Ik heb er met name een opmerking over gemaakt dat dit proces wat versneld moet worden omdat ook de hele acute zorg daarmee gemoeid is en ook die patiëntveiligheidssystemen daarmee verbonden zijn. Het duurt ons inziens te lang die opschaling." De portefeuillehouder, burgemeester Huisman: "Ja, de opschaling van de meldkamers is iets wat geïnitieerd is vanuit het ministerie. Ik wil me daarbij niet achter het Rijk verschuilen, dat moge duidelijk zijn, maar het ministerie heeft gezegd, we gaan terug naar een vermindering van een flink aantal meldkamers. Dat is inderdaad een discussie die gevoerd wordt en die enige tijd vergt. Ik denk dat het goed is dat die zorgvuldig gevoerd wordt. Intussen is het wel zo dat bestaande meldkamers gewoon blijven functioneren. Dan hebben we nog de OMWB. De heer Strack van Schijndel van Gezond Burger Verstand die zei, we zijn tevreden met de aandacht inzake de kostenbeheersing bij de OMWB. De OMWB heeft zoals u heeft gezien, het bestuur daarvan, bij de aanbieding van de Begroting 2014 een brief geschreven. Ik denk dat die heel veel duidelijkheid biedt. Houd de raad op de hoogte van de resultaten. Ja, dat heb ik in feite bij de Begroting 2013 al toegezegd. Dat vind ik belangrijk genoeg. Hetgeen een beetje voor ons gebeurt in de vorm van deze brief, waarin heel duidelijk een aantal zaken staan. Mijnheer Peters, heeft er al iets over gezegd. Het is en ik heb het bij de Begroting 2013 bij de OMWB ook al gezegd. Deze hele gemeenschappelijke regeling is onder stoom en kokend water gecreëerd. Er zijn ontzettend veel zaken die nog uitgezocht moeten worden. Dat staat in die brief op zich goed. Geen reden om achterover te leunen, maar er zijn redenen waarom je zegt van, dat proces duurt eventjes. Begin juli is er weer een Algemeen Bestuur. Dan zal ik op een aantal zaken terugkomen onder meer het plan van aanpak. Ja, zonder op te scheppen, voorzitter, de directeur van de OMWB is op een gegeven moment bij mij gekomen en die zei, je bent zo ontzettend kritisch. Wij moeten maar eens even bijpraten. Ik heb dat zelf uitgelegd als een compliment en naar u even een geruststelling dat onze kritische geluiden terdege overkomen. Ik kijk nog even of ik wat vergeten ben. Mijnheer Velds, die namens D66 en Onafhankelijke Fractie sprak voor wat betreft de OMWB over, wij hopen dat u een vinger aan de pols houdt. Nu, u mag het weten, dat doen wij zeker. Volgens mij, voorzitter, heb ik alle opmerkingen gehad. Ja, mijnheer Melsen die zei nog iets over het afstemmen bij de Veiligheidsregio van de termijnen van de behandeling van de begroting. Uiteindelijk is
Notulen raad 25-06-2013/pagina
34 van 80
-35-
het zo gegaan dat wij de vergadering van mei toch net niet haalden. Er zijn een aantal gemeenten die hebben gezegd, kan dat termijn verlengd worden tot 10 juli. Daar wil ik me even niet achter verschuilen. We hebben bewust voor deze praktische oplossing gezorgd. 27 juni is er het Algemeen Bestuur, aanstaande donderdag. Stel dat u anderszins had besloten, dan zou ik dat altijd nog over kunnen brengen. Zo heb ik dat met de directeur afgesproken. Het zou natuurlijk nog fraaier zijn als dat gewoon kan via een verzending van het besluit en niet vooruitlopend op raadsvergaderingen onder voorbehoud door goedkeuring van de raad. De facto komt het op hetzelfde neer natuurlijk, maar het zou toch chiquer zijn. Dank u wel, voorzitter." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Huisman. Dan geef ik het woord aan mevrouw Janse. Mevrouw Janse, ga uw gang." Wethouder Janse: "Dank u wel, voorzitter. In eerste instantie vond ik de discussie die zich ontspon na de bijdrage van de heer Melsen over de Participatiewet een boeiende discussie. Waarvan ik het idee had dat er niet per se reacties van het college behoefde omdat het vooral ging over meningen, statements, hoe het zou moeten worden aangepakt. De bijdrage van de SP maakt dat ik hier toch sta. Ik ga er heel kort iets over zeggen, over het eerste debat wat plaatsvond. Want ik denk dat het in het midden ligt. Een ding wat we zeker weten is dat de bijdrage die het Rijk gaat geven voor het uitvoeren van de taak sociale werkplaatsen, die gaat zakken, die is al ingerekend. Dat is een ding wat we zeker weten. Wat we niet zéker weten is hoe die Participatiewet eruit gaat komen te zien. Daar heeft u met z'n allen hartstikke gelijk in. Hij moet nog door de Tweede en Eerste Kamer. Wij hebben eerder ervaringen met wetgevingstrajecten dat er nog heel veel kan veranderen. Gezien ook het eerste kunnen wij niet stil blijven zitten en dat doen we ook niet. Dat weet u. U heeft informatie gehad over het herstructureringsplan. Dat is voor de korte termijn waar we echt mee aan de slag zijn en moeten. Voor de langere termijn zullen wij natuurlijk in de gaten houden waar dat heengaat. Als het kan anticiperen, maar ja het wetgevingstraject moet er nog komen. Een ander ding wat we zeker weten is dat het steeds belangrijker wordt dat mensen zo gewoon mogelijk mee kunnen doen in het bedrijfsleven. Dat maakt dat we in ieder geval doorzijn gegaan met investeren in werkgeversbenadering. Kijken of we afspraken kunnen maken met werkgevers en ze ook verleiden om mensen met een beperking, wat het ook moge zijn, een kans te geven in het bedrijfsleven. Dat zijn we in ieder geval wel aan het doen. Dat even als korte reactie op het debat wat hier plaatsvond. Dan de bijdrage van de SP. Kijk, wat ik dan jammer vind, als u vindt dat de begroting die voorligt dat die te mager is en niet duidelijk is, vind ik het wel jammer dat u daar geen schriftelijke vragen in de sjabloonronde, de sjabloonvragen die gesteld mogen worden. Daar had u dan ook toelichtende vragen kunnen stellen. Dat vind ik jammer dat u daar dan geen gebruik van maakt. U zegt, wat komt er terecht van het herstructureringsplan? Vandaag ligt de begroting voor niet het herstructureringsplan. U heeft gezien in de zienswijze die wij u voorleggen, dat wij u vragen iets te vinden van de begroting die voorligt. Met name het feit dat hij hetzelfde is voor een aantal jaren van waar wij weten dat juist die bijdrage, waar ik het net over had, van het Rijk dat die zakt. Dus wij vragen u daar ook een zienswijze over in te dienen. Het herstructureringsplan ligt nu niet voor, maar de uitwerking daarvan en hoe het daarmee staat kunt u volgen in de kwartaalverslagen van WAVA/IGo. Daar verwijs ik dan alvast naar toe. Dan uw motie. Dat is eigenlijk een heel mooi voorstel. Ik ben het niet met alle overwegingen eens. Dat zult u vast begrijpen. Vooral de laatste vind ik wat, daar ben ik het niet mee eens. Wat u vraagt is om te kijken of we bij de staffuncties bij WAVA/IGo ook SW mensen kunnen worden ingezet. Dat is exact de discussie die het bestuur al gevoerd heeft. Ik zou het herstructureringsplan erop na moeten slaan of het er letterlijk in staat, maar
Notulen raad 25-06-2013/pagina
35 van 80
-36-
het zou zo maar eens kunnen dat het er in staat. Dus ik vind het een goed voorstel. Ik kan heel goed leven met deze motie. Trouwens het zou een mooie springplank kunnen zijn voor mensen om door te stromen naar het bedrijfsleven. Dus in feite zou dit de snelst ingewilligde motie kunnen zijn, maar ik vraag er graag opnieuw aandacht voor binnen het bestuur." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mevrouw Janse. Wie voor een tweede termijn? Mijnheer Vissers, ga uw gang." De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Ja, even ingaand op wat wethouder Peters zei, dat hij mij niet op zo'n kritische manier kent. Dat komt omdat wij alleen maar zo kritisch zijn als het ook daadwerkelijk echt nodig is. Dat is het in dit geval naar onze mening heel erg. Daarom met alle goede wil die ik heb kan ik er ook absoluut geen feest van maken deze nulmeting voor mij. Want als het niet goed is, dan is het gewoon niet goed. Dan kan ik wel op z'n Mark Rutte's roepen dat er geen problemen zijn, maar wij zien er helaas een heleboel. Even kijken wat ik nog meer heb. Nee, op de rest is ingegaan door mevrouw Janse. Het is prima zo." De vicevoorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Strack van Schijndel, gaat u gang." De heer Strack van Schijndel: "Dank u wel, voorzitter. Wethouder Peters, maakte die opmerking bij mij niet. Dat doet me deugd. Hij verwacht dat ik kritisch ben. Hij maakte hier de opmerking bij dat het leek alsof het nu niet gepast zou zijn omdat het onze gemeenschappelijke regelingen zijn. Deze opmerking vond ik raadselachtig. Ik zou graag van de wethouder daar nog wat toelichting over hebben." De vicevoorzitter: "Verder nog iemand in tweede termijn? Mijnheer Kastelijns, fractie Gemeentebelangen." De heer Kastelijns: "Dank u wel, voorzitter. De antwoorden van de portefeuillehouder, in ieder geval over de Veiligheidsregio, die stelden ons gerust. Wij begrijpen in ieder geval dat hij wel er voor gaat als er middelen beschikbaar komen of mochten die voorhanden komen dat hij in ieder geval probeert ze binnen te halen voor Oosterhout. Wij snappen ook wel dat dit niet zo gemakkelijk zal gaan. Wij hopen in ieder geval dat hij daar z'n best voor gaat doen. Ik wil toch nog even gebruik maken van de tweede termijn om terug te komen op Harrie. Waarom? Dat is voor ons heel belangrijk als partij. Op het moment dat Harrie in de bijstand terecht is gekomen. Dat betekent dat Harrie waarschijnlijk al een uitkering heeft genoten over 2,5 jaar. Dus ik bedoel, Harrie heeft een reguliere baan gehad. Is in de WW terecht gekomen. Daarna kom je in de bijstand terecht. Op dat moment en we snappen ook wel, WAVA/IGo dat is een instantie, die doen vooral werk door de gemeenten geïnitieerd. Dus zij doen gewoon onderhoudswerkzaamheden voor de gemeente. Wij vinden echt op moment datje vanuit een situatie uiteindelijk helemaal in de bijstand bent gekomen, datje dan best wel een bijdrage aan de samenleving zou mogen leveren. Wat dat dan ook mag zijn voor je uitkering, dat willen wij in het midden laten. Daar gaan wij niet over. Dat vinden wij in ieder geval van Harrie. Het gaat er ons niet om dat hij een bezem moet pakken of wat dan ook. Op het moment dat je gewoon, zoals u schetst, Harrie heeft waarschijnlijk al 2,5 jaar een uitkering gekregen, een WW uitkering. Hij komt dan in de bijstand. Als je dan nog steeds vindt dat Harrie geen bijdrage hoeft te leveren, dan wens ik u heel veel succes met de samenleving." De heer Vissers: "Voorzitter, mag ik hier even op ingaan?"
Notulen raad 25-06-2013/pagina
36 van 80
-37-
De vicevoorzitter: "Prima, u mag hierop reageren." De heer Vissers: "Om te beginnen, mijnheer Kastelijns, heb ik niet gezegd dat Harrie geen bijdrage hoeft te leveren, maar ik heb aangegeven dat het belachelijk is dat iemand die straatveger is, 53 jaar overigens. Ik geef het je te doen om als straatveger van 53 een andere baan te vinden binnen 2,5 jaar in deze tijd, maar goed. Dat die straatveger zijn eigen werk weer moet doen voor een bijstandsuitkering. Dat is gewoon absurd. Blijkbaar vindt u dat wel in orde, maar wij vinden dat niet in orde." De vicevoorzitter: "Ik beëindig deze discussie. De standpunten zijn duidelijk. Ik nodig wethouder Peters nog uit voor een antwoord in tweede termijn." De heer Velds: "Voorzitter, dan heb ik toch even behoefte om mijn steun aan de heer Vissers te betuigen." De vicevoorzitter: "Bij deze, mijnheer Velds. Mijnheer Peters, gaat uw gang." Wethouder Peters: "Dank u wel, voorzitter. Ja, wat ik bedoel met onze gemeenschappelijke regelingen, alle Verbonden Partijen waar we het hier vanavond over hebben gehad, die vinden hun oorsprong in de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze wet is ingesteld omdat 405 gemeenten in dit land alles niet op eigen houtje kunnen. Zij moeten de samenwerking aangaan. Om daar een goed verband in aan te brengen is er een wet waarin aangegeven staat hoe je dan als gemeente, zoals dat op z'n zondags heet, verlengd lokaal bestuur kunt creëren. Dus voor al die gemeenschappelijke regelingen is er een keuze geweest. Hetzij bij de raad om die gemeenschappelijke regeling aan te gaan dan wel goed te keuren dat het college een dergelijk samenwerkingsverband aangaat. Waarbij overwogen is, is het verstandig om dat te doen? Wat verwachten wij daar precies van? Op die manier hebben wij dat afgesproken en ingeregeld. In dat opzicht zijn al die samenwerkingsverbanden, onze samenwerkingsverbanden. Waarvan wij als Oosterhout deel uit maken. Waar collegeleden deel uit maken van het Algemeen Bestuur, vaak ook van het Dagelijks Bestuur. Zich moeten verantwoorden aan de raad en nu ook een budgetrecht hebben getrapt door het in kunnen dienen van zienswijzen voor de begroting. In dat opzicht heb ik willen benadrukken dat het niet iets is waar wij geen relatie mee hebben." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, ik zou bijna mijnheer Peters het advies willen geven om mijn bijdrage uit mei 2013 over de gemeenschappelijke regeling nog eens terug te lezen. Vooral het deel waarmee ik begon." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van der Zanden. Dank u wel, mijnheer Peters. Ik breng in stemming raadsnota BI. 0130034, Ontwerpbegroting 2014 gemeenschappelijke regelingen. Is er nog behoefte aan een stemverklaring? Wie is voor deze nota? Alle fracties zijn voor met uitzondering van de fractie van de SP. De nota is aangenomen met 28 stemmen voor en 1 stem tegen. Dan breng ik in stemming motie 1 van de SP. Iemand stemverklaring? Mevrouw Van Alphen, gaat uw gang." Mevrouw Van Alphen: "Dank u wel, voorzitter. De W D is het eens met de SP. De organisatie van WAVA/IGo die moet verbeterd en gereorganiseerd worden. Wij kunnen daarom ook instemmen met de motie, mede door het antwoord van de wethouder hierop. Wij zijn echter van mening dat de nadruk moet liggen op hoe die herstructurering is. Dit is een oplossing daarin, een mogelijke oplossing daarin."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
37 van 80
-38-
De vicevoorzitter: "Dank u wel. Verder nog een stemverklaring? Mijnheer Velds." De heer Velds: "Voorzitter, wij kunnen de motie ook steunen. Dan kun je maar eens zien dat zo nu en dan de schellen van je ogen vallen. Want het is natuurlijk vreemd dat het eigenlijk niet altijd gekund heeft wat hier gevraagd wordt. Ik mag hopen dat de wethouder gelijk had dat het al geregeld is." De vicevoorzitter: "Dank u wel, mijnheer Velds. Dan breng ik deze motie in stemming. Sorry, mijnheer Kastelijns." De heer Kastelijns: "Voorzitter, wij gaan akkoord met de motie. Dat mede door de inbreng van de wethouder. Wij hopen in ieder geval dat we deze motie tot uitvoering kunnen brengen bij de WAVA/IGo, maar uiteindelijk gaan die er zelf over, denk ik." De vicevoorzitter: "Mijnheer Schuur." De heer Schuur: "Het CDA vindt dat deze motie een goed signaal is naar de leiding van WAVA/IGo om ook bij de herstructurering daarmee rekening te houden." De vicevoorzitter: "Dan breng ik deze motie in stemming. Wie is voor de motie? De motie is met algemene stemmen aangenomen." Raadsnota BI. 0130034 is aangenomen met de stem tegen van: SP (1). Motie 1 op raadsnota BI. 0130034 van de SP is met algemene stemmen aangenomen.
3. Raadsnota BI. 0130035 Vaststelling Bestemmingsplan Bedrijventerrein Everdenberg Raadsnota BI. 0130035 is zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen. ' De heer Vissers: "Voorzitter, ik wilde daar nog wel graag een stemverklaring bij geven. Als dat nog kan?" De voorzitter: "Hij is inmiddels al wel vastgesteld, maar wij gaan er niet lastig over doen. Doet u uw stemverklaring nog maar even." De heer Vissers: "Ik zal hem extra kort houden. Een bestemmingsplan vaststellen is prima. Wij zien in het bestemmingsplan ook de zoekgebieden voor toekomstige uitbreiding. Wij willen nogmaals aangeven dat wij geen voorstander zijn van uitbreiding van Everdenberg met Everdenberg-Oost." De vicevoorzitter: "Dan gaan wij nu pauzeren tot 22.05 uur. De vergadering is geschorst." SLUITING
Notulen raad 25-06-2013/pagina
38 van 80
-39-
De voorzitter: "Dames en heren, de vergadering is heropend. Mijnheer Van Opzeeland." De heer Van Opzeeland: "Voorzitter, wij willen graag een ordevoorstel doen. Dat wij vanavond in ieder geval alle besluitvormende agendapunten afhandelen. Waardoor de opiniërende behandeling, Startnotitie Jeugdzorg, dat we die naar het einde van de vergadering plaatsen." De voorzitter: "Ik heb begrepen dat er overleg over geweest is, maar als u een ordevoorstel doet dan gaan we dat gewoon inventariseren. Wie steunt het ordevoorstel? De griffier wil toch even het woord." De griffier, de heer Frankevijle: "Ik heb wel overleg gehad met de ambtenaren. Er zitten nogal wat externe mensen van buiten, die expres gekomen zijn voor het punt van de Jeugdzorg. Wij hebben in de e-mail ook afgesproken dat dit de volgorde zou zijn. Daar wil ik u even aan herinneren. Doe er uw voordeel mee, zeg ik dan altijd." De voorzitter: "U wilt een stemming over uw ordevoorstel? Ja? Wie steunt het ordevoorstel om eerst de agendapunten 4 en 5 te doen? Dat zijn twee raadsleden. Wie steunt het voorstel niet, even voor de volledigheid? Het ordevoorstel is verworpen." DEEL C: OPINIËRENDE BEHANDELING De voorzitter: "We gaan beginnen met de opiniërende behandeling. Dat betekent dat het college vanavond niet aan zet komt. U heeft uw bijdrage in eerste instantie en er mogen vragen gesteld worden." 1. Raadsnota BI. 0130032 Startnotitie Jeugdzorg De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota BI. 0130032, Startnotitie Jeugdzorg. Wij beginnen met mevrouw Van Alphen van de W D . Gaat uw gang, mevrouw Van Alphen." Mevrouw Van Alphen: "Dank u wel, voorzitter. We behandelen vandaag de Startnotitie Jeugdzorg en de W D is blij om te zien dat het college ons deelgenoot maakt van haar visie op jeugdzorg en jeugdbeleid in de gemeente. Oosterhout heeft hiervoor samenwerking gezocht met omliggende gemeentes en gezamenlijk uitgangspunten en leefregels opgesteld als basis. Naar onze mening is er een weloverwogen keuze gemaakt voor de schaal en de partners. De nota geeft een beeld van hetgeen reeds is gedaan en welke weg men op wil gaan. De weg is echter, naar de mening van de W D , nog erg kronkelig en soms ook wat onverhard. Naar onze mening had die weg inmiddels toch wat meer uitgelijnd mogen zijn. We zijn er ons zeker van bewust dat de informatie vanuit het Rijk nog niet concreet is en dat het college hiervan afhankelijk is, maar in grote lijnen is de zaak duidelijk. Naar onze mening moet er doorgepakt worden, eventueel met het maken van redelijke aannames. We willen het college graag wat richting meegeven om het pad wat duidelijk uitgelijnd te krijgen. In de eerste plaats betreft dit de generalisten. De Startnotitie is hier nog heel onduidelijk over. Wie zijn dit, waar vindt men die generalisten, aan wie rapporteren zij, is elke persoon waar iets gemeld wordt meteen
Notulen raad 25-06-2013/pagina
39 van 80
-40-
een generalist? Wat moet een docent dan als hem iets gevraagd of gemeld wordt? Of een coach van het sportteam? Het roept alleen maar vragen op en niet alleen bij ons, zo bleek uit de sjabloon vragen en ook uit de bijdrage van de heer Van Beek, van het Hanze College. Kijk goed naar de huidige professionals ėn zoek een manier om hun ervaring een positie te geven bij de verdere ontwikkelingen. Het schoolmaatschappelijk werk is een prima voorbeeld van jeugdzorg. Kijk of dit verbreed kan worden zodat er vanaf 2015 een team generalisten klaar staat. We gaan er wel vanuit dat de generalist niet de spreekwoordelijke elfde hulpverlener wordt die over de vloer komt bij een gezin. Centrum Jeugd en Gezin of O osterhouts Jongerencollectief? Het Centrum voor Jeugd en Gezin, CJG, heeft een naam opgebouwd. Is het wel zo verstandig om die nu te wijzigen in OJC? En waarom als men toch niet onder een naam naar buiten wil treden? Naar de mening van de W D is het juist zaak om wel duidelijk zichtbaar te zijn en ook duidelijk te maken aan de mensen met wie wordt samengewerkt. Dat betekent niet dat andere organisaties op moeten gaan in een groter geheel en hun naam verliezen. Het label Centrum voor Jeugd en Gezin is bekend en voor de W D is er geen reden om er nu een nieuwe term OJC op te plakken. Naar onze mening moet een inlooppunt en telefonische hulp behouden blijven. Een laagdrempelige manier om problemen tijdig te kunnen melden, zorgt er voor dat problemen snel en adequaat doorgeleid kunnen worden naar de professionals. Het is goed dat de gemeente ook participeert in de verdere ontwikkeling van het CJG. In de nota wordt echter aangegeven dat men kiest voor een model van uitbesteden. Wij kunnen instemmen met het antwoord op onze sjabloon vraag, maar vragen de wethouder er voor zorg te dragen dat de regie en controle bij de gemeente blijft. Houd de helicopterview. Wij als gemeenteraad moeten de kaders kunnen blijven stellen en blijven bepalen hoe de jeugdzorg aangeboden wordt. De W D kiest duidelijk voor een lokale aanpak, maar vindt het logisch dat voor complexere zorg samengewerkt wordt met Breda op het gebied van inkoop. Om de lokale aanpak te regelen, is het nodig dat Oosterhout zijn handen vrij houdt en de komende periode geen langdurige contracten afsluit met de gevestigde grote organisaties. Gebruik hun kennis en expertise bij de inrichting van de O osterhoutse aanpak, maar hou je handen vrij om ook met andere, kleinere en nieuwe organisaties, aanbieders in onze regio samen te werken om het beste te bereiken voor de Oosterhoutse jeugd. Daar gaat het tenslotte om. Er wordt samenwerking gezocht met diverse partners waaronder het onderwijs, maar betrek hierbij ook het WMO loket en schuldhulpverlening. Want ook daar zit een belangrijke signaalfunctie en gebruik de opgedane ervaring bij de nieuwe aanpak van de schuldhulpverlening met betrekking tot vroegtijdig signaleren en gebruikmaken van het eigen netwerk. Waar samengewerkt wordt is informatievoorziening nodig. In de eerste plaats bij dë transitie en het daarop volgende transformatieproces, maar ook daarna. Betrek hierbij ook de huisartsen in onze gemeente, aangezien zij ook als mogelijke toegang tot Jeugdzorg functioneren. We vragen de wethouder bij de besluitvormende behandeling hier meer inzicht in te geven. Verder bleek uit de antwoorden op de sjabloonvragen dat er een plan voor Burgerparticipatie wordt opgesteld. Wij vragen de wethouder erop toe te zien dat de raad hierin ook wordt betrokken en dat de wethouder in ieder geval de raadsleden regelmatig informeert over de voortgang op het gebied van de Transitie Arrangementen en het vast te stellen beleidsplan. Tot slot vragen we aandacht voor de huidige gebruikers van Jeugdzorg. In oktober moeten de Transitie Arrangementen klaar zijn die dan maximaal een jaar gelden, met uitzondering van pleegzorg. Ga hiervoor op tijd aan tafel met zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Houd hierbij ook oog voor kleine en innovatieve zorgaanbieders. Samengevat voorzitter, het is nog anderhalfjaar tot de nieuwe Jeugdwet in werking treed.Tijd om tot actie over te gaan en met een concreet plan te komen. In december
Notulen raad 25-06-2013/pagina
40 v an 80
-41-
moet er tenslotte een beleidsplan liggen om in 2014 spijkers met koppen te slaan. Dank u wel." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Van Alphen. Wie wenst, spreekster, een vraag te stellen? Mijnheer Noltee, Groen Brabant. Anderen? Niet? Mijnheer Noltee, ga uw gang." De heer Noltee: "Dank u wel, voorzitter. Mevrouw u had het over huisartsen. Bent u pp de hoogte dat steeds meer huisartsen zeer grote zorgen geuit hebben over de plannen, tussen haakje, want er ligt eigenlijk nog niets, over de plannen die nu bij de gemeenten voorliggen? Bent u daarvan op de hoogte?" Mevrouw Van Alphen: "Ja, ik ben op de hoogte dat verschillende huisartsen daar meningen over hebben geuit. Ik ben het er niet mee eens dat u zegt, er ligt nog helemaal niets. Er zijn een hele hoop gemeenten die er al wel ver mee gevorderd zijn. Kijk maar even naar het oosten van Brabant. Ik denk dat er wel degelijk meer concreet actie kan zijn." De heer Noltee: "Dat zijn er een hoop, dat zijn niet verschillende. Er zijn 17.000 mensen.." Mevrouw Van Alphen: "De huisartsen zijn niet de enigen die de toegang tot de Jeugdzorg moeten regelen." De heer Noltee: "Daar heb ik het niet over. Ik heb het alleen maar over datgene wat die huisartsen hebben geuit. Daar gaat u toch, naar onze mening, een beetje licht overheen." Mevrouw Van Alphen: "Dat is uw mening. Ik heb gezegd dat dat uw mening is." De voorzitter: "Geen andere vragenstellers? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mevrouw Van Alphen. Geef ik graag het woord aan mevrouw Dujardin van Gemeentebelangen. Ga uw gang." Mevrouw Dujardin: "Dank u wel, voorzitter. Lastig dossier. Omvang van het budget bevat nog veel onzekerheden, waardoor de gemeenten nog altijd niet weten waar ze aan toe zijn. Verantwoordelijkheden lijken nog te schuiven. Ook al is er nog veel onduidelijk. Gemeentébelangen ondersteunt het tijdsplan en is tevreden over de uitgezette koers. De volgende punten willen wij het college wel meegeven voor het komende beleidsplan. De koers gaat om, gemeenten staan aan het roer. Het is nu tijd om een betere jeugdzorg in te zetten. De juiste steun geven, op de juiste plek en voor de juiste prijs. Wat Gemeentebelangen terug wil zien in het beleidsplan is, een positief jeugdbeleid voeren en breed trekken. Niet denken vanuit problemen, maar vanuit kansen. De omgeving erbij betrekken en jongeren stimuleren om hun talenten te ontwikkelen. Zorg moet dichtbij zijn en korte lijnen. Weinig overhead. Geen dikke dossiers met open einde, maar steun en duidelijke plannen van aanpak met tijdslijnen. Geen wachttijden. Uitsluiten van het langs elkaar heen werken. Voorzitter, de gemeente is verantwoordelijk. Het beleid moet open en transparant zijn. Het Oosterhouts Jeugdcollectief, moet een goed bekend netwerkorganisatie zijn. Maak het zichtbaar en toegankelijk voor alle burgers. Voor alle jeugdigen in Oosterhout die soms steun, maar soms ook zorg nodig hebben. Vroeg signaleren kan dure zorg voorkomen. In het beleidsplan is een sleutelrol weggelegd, straks, voor het OJC, het Oosterhouts Jeugd Collectief en de generalisten. Gemeentebelangen zal de
Notulen raad 25-06-2013/pagina
41 van 80
-42-
uitwerking omtrent het beleid en uitvoering van het OJC met aandacht volgen. Graag zo concreet mogelijk uitgewerkt. De inzet van de generalisten en verdere uitwerking zal in het beleidsplan ook de nodige aandacht moeten krijgen. Wie zijn die generalisten, hoe werken ze en wie is eindverantwoordelijk? Voorzitter, we hebben het hier over transitie en dat betekent een structurele verandering die het resultaat is van op elkaar inwerkende en elkaar versterkende ontwikkelingen. Dat vraagt om een gedragsverandering. Nu is het tijd om de koers uit te zetten. Termen als civil society, sociaal opvoeden, gezinsvriendelijke wijken worden genoemd. Het komt er op neer dat de houding verandert. Niet meer ik, jij, hij, zij, maar wij. Elkaar ontmoeten en kennen, elkaar helpen, adviseren en indien nodig elkaar mogen aanspreken. Samenwerking is een sleutelwoord. Elkaar kennen en vertrouwen is dan nodig. Weten waar de verschillen, zwaktes, maar vooral sterke punten liggen en daar gebruik van maken voor ieders gewin. Voorzitter, Gemeentebelangen vindt de samenwerking met andere gemeenten een goede zaak, maar geef duidelijk aan in het beleidsplan waar de verschillen liggen. Behoud van eigenheid. Leg elkaar niet aan banden, maar maak de verantwoordelijkheden duidelijk. Zoek eikaars krachten op en bundel deze. Kijk ook waar expertise ligt en waar de ervaringen liggen. Gemeentebelangen wil het college nog meegeven dat er goed gekeken moet worden naar de kosten. Het lijkt een aardig budget ca. 11 miljoen euro. Laten we ook kijken naar het aantal jeugdigen dat steun en zorg nodig heeft. 85 procent gaat goed. 15 procent, waarvan 5 procent heeft echt zorg nodig. Dat zit zo rond de 700 jeugdigen. Kijk naar de manier van inkopen en naar de Persoonsgebonden Budgetten. Zou er op termijn niet meer betaald kunnen worden op de manier zoals leergeld dit doet? Voorzitter, ik rond af. Gemeentebelangen geeft een boodschap mee. Duidelijke uitwerking in het beleidsplan wat betreft het Oosterhouts Jeugd Collectief. Geen wachttijden. Zorg dichtbij. Weinig overhead. Korte lijnen. Vroege signalering. Geen dikke dossiers, maar plannen van aanpak. Samenwerking met goede afspraken. Het budget, collectief inkopen waar kan en maatwerk met misschien leergeldbetalingsmethode. We zien de uitwerking in het beleidsplan met belangstelling tegemoet. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Dujardin. Wie wenst een vraag te stellen? Mijnheer Vissers, Socialistische Partij, ga uw gang." De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Het is eigenlijk in alle eerlijkheid geen vraag, maar een compliment. Want het gebeurt maar zelden dat ik een verkiezingsslogan van de SP rechtstreeks terug hoor in een bijdrage. Niet ik, niet jij, maar wij. Mijn complimenten, heel goed gekozen." Mevrouw Dujardin: "Wij kijken altijd wat het beste is voor Oosterhout." De voorzitter: "Nog vragenstellers? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Schuur van het CDA. Ga uw gang, mijnheer Schuur." De heer Schuur: "Voorzitter, duidelijk is dat er nog heel veel niet duidelijk is. Toch hebben wij er als gemeente voor gekozen om na te denken over hoe zouden we met die onduidelijkheden toch om moeten gaan om klaar te zijn als het straks nodig is. Ik denk dat dat belangrijk is. Dat het goed is dat de organisatie daarmee aan de slag gaat. Eigenlijk zegt u in de in deze Startnotitie, raad dit is de wijze waarop we verder willen met de consequenties van de transitie van de jeugdzorg. Wat vinden jullie ervan? Het CDA kan die ontwikkelrichting, want zo wil ik het noemen, wel steunen. Wat we lokaal kunnen doen, doen we lokaal. Wat burgers zelf kunnen, doen ze zelf. Waar we andere gemeenten bij nodig hebben, organiseren we dat zo eenvoudig
Notulen raad 25-06-2013/pagina
42 van 80
-43-
mogelijk en met gemeenten uit de buurt. Wat we centraal moeten inkopen, omdat dit nu eenmaal te specialistisch is, besteden we uit aan Breda en nemen we via hen af. Wellicht via een Service Level Agreement of zoiets. We proberen zoveel mogelijk preventief te werken. Voorkomen is namelijk altijd beter dan genezen. We bewaken de financiële gevolgen. Tot zover eigenlijk in een notendop wat de Notitie wil, volgens ons dan. Waar we nog graag wat aandacht voor zouden willen vragen is met name die preventiekant. Denk ook aan de integratie met het jeugd- en jongerenbeleid. Met name waar het gaat om preventie, valt daar wellicht te winnen. Er zijn voldoende mogelijkheden, ook aan de kant van het onderwijs en de maatschappelijke zorg om contacten overeind te houden. Zodat je vroegtijdig weet waar problemen zich kunnen voordoen. Het CDA denkt dat het goed is, wat ook met name in het jargon cliënten heet te betrekken bij opzet. Het CDA heeft veel vertrouwen in professionals, maar ook daar komen blinde vlekken en tunnelvisies voor. In dit verband vragen we ook aandacht voor het risico van extra kosten van de juridische procedures. Vorige week in de informatieavond werd daar eigenlijk al een voorschotje opgenomen. Zoek voor een samenwerking met de andere gemeenten naar een zo eenvoudig mogelijke en zo weinig mogelijk bureaucratische samenwerkingsvorm. Het CDA zit niet te wachten op weer een gemeenschappelijke regeling, waarvan de kosten niet te beheersen zijn. Het grootste belang van de voorgestelde transitie is natuurlijk dat het voor burgers met problemen duidelijk is, waar ze terecht kunnen voor hulp. Of dat nu Centrum voor Jeugd en Gezin heet of anders, dat vinden wij niet belangrijk. Als het maar duidelijk is waar burgers voor hulp terecht kunnen. Welke hulp ze daar kunnen krijgen en hoe daar adequaat mee om wordt gegaan. Dat er één loket komt en dat er per gezin één coach is, die weliswaar eventueel nadere specialistische hulp zoekt, maar uiteindelijk verantwoordelijk blijft voor de goede zorg. Zodat het niet mogelijk wordt dat instanties, hoe goed ze het ook bedoelen, hun verantwoordelijkheid niet delen. Waardoor soms kinderen tussen wal en schip vallen en ouders soms gemangeld worden. We kennen inmiddels landelijk te veel gevallen waar dit mis is gegaan en waar kinderen dan de dupe zijn. Kortom, het CDA ziet deze richting wel zitten. Ze is eveneens bezorgd dat de financiële gevolgen voor de gemeente groter zullen zijn dan gewenst. Toch rekenen we erop dat de gemeente haar taak goed zal uitvoeren. Gezien de presentatie van vorige week, mogen we van dat laatste uitgaan. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Schuur. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Mijnheer De Ridder, W D . " De heer De Ridder: "Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Schuur, u liep enigszins gemakkelijk over de afkorting CJG, Centrum voor Jeugd en Gezin, maar denkt u niet dat die term een veel meer aansprekende vorm is dan Oosterhouts Jongerencollectief?" De heer Schuur: "Ik weet niet, bij mij is het bekend. Bij u is het bekend. Bij de raadsleden is het bekend. Of het nu overal in alle gevallen even duidelijk is, ik zou me daar op dit moment nog niet over willen uitspreken. Deze naam is genoemd als een soort werkmodel op dit moment. Of dat dit ook de uiteindelijke naam moet worden? Het zal mij niet zoveel uitmaken. Als het maar op een goed bereikbare plek is. Als er maar mensen werken die hulp bieden. Als mensen die het nodig hebben het maar weten te vinden. Dan zal mij die naam worst wezen eerlijk gezegd." De heer De Ridder: "Ja, duidelijkheid en zeker als die duidelijkheid ook nog in de omgeving is, dan is dat toch mooi meegenomen, mijnheer Schuur?"
Notulen raad 25-06-2013/pagina
43 van 80
-44-
De heer Schuur: "Wat goed is moetje niet weggooien. Ik weet het niet. We hebben in de afgelopen jaren nog niet echt een evaluatie gezien van het functioneren van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wellicht is het heel goed, maar misschien kan het beter. Ik weet het niet." De voorzitter: "Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, Geef ik graag het woord aan mevrouw De Meijer van Gezond Burger Verstand. Mevrouw De Meijer, gaat uw gang." Mevrouw De Meijer: "Dank u wel, voorzitter. In de Startnotitie en de andere stukken staat veel informatie met betrekking tot koers en aanpak. Daarnaast zijn er nog onzekerheden en financiële risico's, ook vanwege lopende cliëntentrajecten, die een groot risico vormen. Een complex verhaal, een transformatie, met vele haken en ogen. Waarbij samenwerking met andere regiogemeenten onvermijdelijk is. De Startfoto, ofwel de inventarisatie, is nog niet gereed. Waarom is het verkrijgen van cijfers bij de betrokken instanties zo tijdsintensief? Op het moment dat de Startfoto gereed is, zal er meer duidelijkheid zijn over de omvang, maar ook nog maar deels. Een concreet overzicht wordt aan de gemeente pas vrijgegeven na publicatie van de nieuwe Jeugdwet. Wij zullen daarom nu niet te diep op deze Startnotitie ingaan. Gezond Burger Verstand kan zich wel vinden in de visie, waarden en leefregels. Opgroeien en opvoeden kan gepaard gaan met problemen, kinderen puberen en zetten zich af tegen de ouders. We moeten opvoedproblemen en ander afwijkend gedrag niet onnodig problematiseren, maar waar ligt de grens? Hoe bepaal je of een opvoedprobleem uit de hand dreigt te lopen? Daar zijn ervaringsdeskundigen voor nodig. In weer andere gevallen kan het zo zijn dat er wel degelijk problemen zijn, maar dat de ouders die juist niet onder ogen willen zien. Daar kan een sociaal netwerk een belangrijke rol bij spelen. Preventie, vroegsignalering en eigen kracht moeten leiden tot een besparing op de specialistische zorg. Ook meteen de juiste zorg aanbieden bespaart geld en, nog belangrijker, is veel beter voor de cliënt, het kind. Geen specialistische zorg waar het niet echt nodig is. De in te zetten generalisten zullen van vele markten thuis moeten zijn. De keuze om een kind wel of niet door te verwijzen naar een specialist vereist deskundigheid. Gezond Burger Verstand denkt dat het moeilijk is om alleen aan de hand van een checklist te bepalen wie wel en wie niet in aanmerking komt voor specialistische zorg. Daar komt maatwerk aan te pas. Dat de generalist een beroep kan doen op een adviesteam vinden wij daarom een goede zaak. Ook vinden wij dat we moeten oppassen dat de zwaardere gevallen niet de dupe gaan worden van goedkopere zorg. De huidige instellingen die met jeugd te maken hebben, beschikken tezamen al over een behoorlijke deskundigheid op het gebied van zorg voor jeugdigen. Gezond Burger Verstand vindt dat deze bestaande expertise eerst goed in kaart gebracht moet worden. Vanwege de enorme toename van taken zal deze kennis vervolgens moeten worden verbreed. Tot slot, de inloopfunctie bij het Centrum Jeugd en Gezin. Gezond Burger Verstand hoopt dat er binnen het nieuwe Oosterhouts Jeugd Collectief toch ruimte gemaakt kan worden voor een laagdrempelige inloopfunctie, een algemeen inlooppunt voor Jeugd en Gezin. De bekende instanties, zoals consultatiebureau, schoolmaatschappelijk werk en jongerenwerk blijven bestaan en worden zoveel mogelijk fysiek bijeengebracht, konden wij lezen, maar bij bepaalde vragen zal misschien niet direct aan een van die instanties gedacht worden en zou een algemeen inlooppunt praktisch kunnen zijn. Voor sommige mensen is persoonlijk contact ook makkelijker dan bellen. Tot zover mijn bijdrage." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw De Meijer. Wie wenst, spreekster, een vraag te stellen? Mevrouw Van Alphen, W D . "
Notulen raad 25-06-2013/pagina
44 van 80
-45-
Mevrouw Van Alphen: "U had het in uw betoog erover dat er onduidelijkheid blijft bestaan. Bent u het niet met mij eens dat in feite de onduidelijkheid pas echt over zal zijn als wij in december 2014 concreet weten over hoeveel gevallen wij het hebben? Zolang moeten wij denk ik toch niet wachten?" Mevrouw De Meijer: "Nee, dat klopt. Daarom ben ik er ook wel op ingegaan, maar ik zeg al, wij kunnen ons goed vinden in de visie en grotendeels in de stukken. Ik kan alles wel gaan herhalen wat in de stukken staat." De voorzitter: "Dank u wel. Mevrouw Dujardin, Gemeentebelangen." Mevrouw Dujardin: "Ik heb eigenlijk twee vragen aan mevrouw De Meijer. Mevrouw De Meijer, u had het in uw betoog over pubers die zich afzetten. Dat zal toch geen specialistische zorg nodig hebben, heb ik begrepen, dat gaat om het sociale netwerk. Dat heb ik goed begrepen? Want het is vrij normaal dat pubers dat doen." Mevrouw De Meiier: "Blijkbaar wel. Het ging erover dat dat soort gedrag niet geproblematiseerd moet worden inderdaad." Mevrouw Dujardin: "Mijn tweede vraag gaat over de generalisten, wanneer zij denken dat er specialistische zorg nodig is. Denkt u dan toch niet meteen aan dure zorg? Dat kan dan toch, denk ik, zorg dichtbij zijn en bijvoorbeeld dat iemand op een sport gaat. Het hoeft toch niet meteen dat er een dure zorg bijkomt?" Mevrouw De Meijer: "Zeker niet, zo min mogelijk dure zorg. Als het kan inderdaad dichtbij huis. Eerst rond de tafel en dan pas bekijken wat er echt nodig is. Dus met diverse partijen rond de tafel eerst gaan." Mevrouw Dujardin: "Nee, dan hebben wij elkaar wel begrepen." De voorzitter: "Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mevrouw De Meijer. Geef ik graag het woord aan de heer Hessels van de Partij van de Arbeid. Gaat uw gang, mijnheer Hessels." De heer Hessels: "Dank u wel. De Transitie Jeugdzorg is met veel onzekerheden omgeven. De enige zekerheid lijkt te zijn dat de transitie plaats zal vinden. Volgens het Spoorboekje Transitie Jeugdzorg, met de bijzonder goed gevonden titel, dromen zijn doelen met deadlines, zal de nieuwe Jeugdwet 1 januari 2015 in werking treden. Om deze deadline ook feitelijk te kunnen halen is een strakke planning en voortvarend handelen nodig. Kunt u ons bijvoorbeeld door een tweemaandelijkse rapportage op de hoogte houden van de voortgang? Dat u ons, onder deze onzekere omstandigheden, een Startnotitie aan kunt bieden is eigenlijk al een prestatie op zich. De gekozen samenwerking met de negen gemeenten met inbegrip van de rol die daarin is weggelegd voor Oosterhout en de specifieke rol voor Breda, met name op het gebied van inkoop, heeft onze instemming. De Startnotitie is een gedegen werkstuk, niets lijkt aan het toeval te worden overgelaten. Toch, voorzitter, hoe meer wij er ons in verdiepen en zelfs na een zeer verhelderende presentatie op de informatieavond blijven er vragen en opmerkingen. We geven u een aantal aandachtspunten mee. Bureau Jeugdzorg en Centrum voor Jeugd en Gezin, zijn opgericht met dezelfde doelstellingen als het nieuwe jeugdbeleid. In de Startnotitie zou de Partij van de Arbeid graag aandacht hebben voor de lessen die uit de ervaringen met die organisaties geleerd zijn. Een belangrijke reden van de transitie
Notulen raad 25-06-2013/pagina
45 van 80
-46-
van de jeugdzorg is het verbeteren van de kwaliteit van de jeugdzorg. Uitgangspunt hierbij is dat gemeenten zelf de regie kunnen voeren. Wij gaan ervan uit dat ook onze gemeente zich op dit gebied tot een sterk regisseur zal ontwikkelen. Hierbij dient voor de Partij van de Arbeid te allen tijde de jongere zelf en diens onmiddellijke omgeving centraal te staan. Het bevorderen van zelfredzaamheid is terecht een belangrijk uitgangspunt. De kwetsbaarheid van diegenen die niet tot deze zelfredzaamheid in staat zijn, mag hierbij zeker niet vergeten worden. De huidige casemanager van Bureau Jeugdzorg wordt opgevolgd door een regisseur. Wie wordt dat, hoe wordt het profiel voor deze functie opgesteld, is het alleen een nieuw naamkaartje? Kortom, een iets duidelijkere invulling hiervan. Om in aanmerking te komen voor zorg is vaak een label nodig. Dat leidt dan weer tot negatieve gevolgen. Een anti-stigma campagne kan hierbij zinvol zijn. Ook het onderwijs zou hierin een belangrijke rol kunnen spelen. De Partij van de Arbeid heeft grote zorgen over het beschikbare budget. Er is grote onzekerheid over de hoogte van het budget. Het kan zelfs zijn dat het Rijk te weinig bij zal dragen voor zaken die de gemeente verplicht is te doen. Daar moeten wij toch over nadenken. De taak van het onderwijs, ik roep u in herinnering de gevoerde discussie met betrekking tot de voorschool en schoolmaatschappelijk werk bij de behandeling van de Perspectiefnota, is van groot belang. Misschien is het mogelijk daar bij de besluitvormende behandeling van de Startnotitie Jeugdzorg extra aandacht aan te besteden. Het is in de Startnotitie nog onvoldoende duidelijk hoe de gemeente, of het samenwerkingsverband, om dient te gaan met vrij gevestigde psychologen en therapeuten. Als laatste opmerking, er wordt terecht ingezet op goede samenwerking tussen de diverse instanties. Dit maakt overdracht van, vaak privacygevoelige, informatie nodig. Bij de start van de nieuwe jeugdzorg zal goed vastgelegd moeten worden hoe hier mee wordt omgegaan. Tot zover een aantal aandachtspunten. Ik dank u." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Hessels. Wenst iemand, de spreker, een vraag te stellen? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Van der Zanden van de fractie GroenLinks. Ga uw gang, mijnheer Van der Zanden." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, de decentralisatie van de jeugdzorg is de eerste van een drietal grote decentralisaties die de komende jaren op de gemeente af gaat komen. Uit de door het college aangeleverde stukken en de informatieavond van afgelopen dinsdag, is duidelijk geworden dat het hier gaat om een uitermate complexe materie. Zo worden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg, maar allerlei taken moeten wel verplicht regionaal geregeld worden. De gemeenten worden financieel verantwoordelijk, maar bepalen niet in alle situaties of iemand toegang krijgt tot een voorziening op het gebied van de jeugdzorg. Denk hierbij aan maatregelen die door de rechter worden opgelegd. Hoe de uiteindelijke decentralisatie van de jeugdzorg eruit gaan zien is nog niet duidelijk. Er is geen volledig beeld, de zogenaamde Startfoto, van het huidige beroep dat op de jeugdzorg gedaan wordt voor de gemeente. Als laatste, de decentralisatie van de jeugdzorg wordt door de landelijke overheid als een bezuinigingsoperatie opgezet. Waardoor het nog maar de vraag is in hoeverre we als gemeente in staat zijn om de jongeren en hun ouders echt te helpen zoals dat nodig is. Voorzitter, als centraal uitgangspunt in de notitie over de decentralisatie van de jeugdzorg wordt door dit college de eigen verantwoordelijkheid/zelfredzaamheid van burgers genomen. Op de informatieavond van afgelopen dinsdag werd door een aantal korte filmpjes zeer duidelijk gemaakt dat er bij kinderen die op welke manier dan ook begeleid worden door jeugdzorg in een aantal gevallen sprake is van stoornissen. Hierbij kan dan bijvoorbeeld gedacht worden aan stoornissen in het autistisch spectrum. Ook werd duidelijk dat problemen
Notulen raad 25-06-2013/ pagina 46 van 80
-47-
in de opvoeding met kinderen soms veroorzaakt worden door bepaalde psychische problemen bij de ouders zelf. Het gaat hier dan in bepaalde gevallen om stoornissen/problemen die er juist voorzorgen dat kinderen en of hun ouders nu maar ook later hun eigen verantwoordelijkheid simpelweg niet kunnen nemen. Datgene waar dus naar gestreefd gaat worden, zal in een aantal gevallen niet mogelijk zijn. De maakbaarheidsgedachte, die achter dit principe van eigen verantwoordelijkheid zit, zal dus soms een utopie blijven. Dat zullen we naar de mening van GroenLinks als politiek moeten erkennen. Voorzitter, hoewel er nu nog veel onduidelijk is, draait het in de jeugdzorg uiteindelijk om de manier waarop kinderen/ouders geholpen gaan worden. Bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is er de laatste jaren sprake van een tendens van individuele naar collectieve voorzieningen. Om financiële redenen moet er ook steeds vaker gekeken worden naar de goedkoopste oplossing, waarbij nog maar de vraag is of dat ook de beste oplossing is. Op pagina 13 van de Nota Jeugdzorg wordt daar iets over aangegeven. Wan daar wordt gesproken over een efficiencykorting van 15 procent. Er staat dan dat de winst gehaald moet worden uit preventie en een andere manier van ondersteuning en zorg. In het kader van de ombuigingsoperatie en ik citeer nu uit de nota, staan echter ook lopende preventieve voorzieningen, bijvoorbeeld schoolmaatschappelijk werk we hebben het daar vorige maand over gehad, onder druk. Het jeugdzorgbudget is niet toereikend om ook die vormen van preventie te realiseren. Daarbij gaat bij preventie de kost voor de baat uit. In de jeugdzorg kan de omslag jaren duren voordat de gunstige effecten van preventie op bijvoorbeeld jeugdbescherming of residentiële zorg te zien zijn. Ik denk voorzitter dat het dilemma daarbij op tafel ligt. Naar de mening van GroenLinks is het juist de gemeenteraad, die de kaders vaststelt, die ook aan zou moeten geven in hoeverre wij op individuele of collectieve voorzieningen in moeten gaan steken. We moeten ons daarbij als raad niet zelf vleugellam maken, zoals we bij de WMO hebben gedaan. Omdat daar uiteindelijk alleen nog maar zeer algemene nota's door de raad worden vastgesteld en de rest volledig bij het college ligt. We daardoor, ondanks dat we wel politiek verantwoordelijk blijven voor het beleid, eigenlijk niet meer weten wat er in de praktijk gebeurt. Voorzitter, tot slot wordt in de Nota Jeugdzorg aangegeven dat een aantal zaken regionaal geregeld zullen gaan worden. Wij snappen dat als het om hele specialistische zorg gaat dat dat gewoon moet. Misschien moet dat wel gewoon landelijk gebeuren. Het is echter niet duidelijk hoe dat gaat gebeuren. U kent, voorzitter, de kritische houding van GroenLinks met betrekking tot de gemeenschappelijke regelingen. Wij hebben het vanavond een keertje laten passeren. Het komt nog te vaak voor dat we hier als gemeente te weinig invloed op hebben, maar uiteindelijk wel de rekening moeten betalen. Wanneer er sprake is van het regionaal regelen van bepaalde taken en nogmaals dat zal in een aantal gevallen nodig zijn, moeten wij wel als gemeente Oosterhout de regie kunnen blijven bepalen. Want wij moeten toch uiteindelijk als gemeente invloed houden op de jeugdzorg die de kinderen, jongeren en ouders in de toekomst in Oosterhout zullen gaan krijgen. Voorzitter, tot zover de bijdrage van de fractie van GroenLinks." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van der Zanden. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Mevrouw Dujardin, Gemeentebelangen, ga uw gang.' Mevrouw Dujardin: "Ik vind het een heel ander betoog dan dat ik normaal van GroenLinks gewend ben. Ik vind hem nogal negatief. Voelt u zich een beetje een anker van deze Startnotitie, mijnheer Van der Zanden? Want ik hoor u weinig positieve dingen bijdragen."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
47 van 80
-48-
De heer Van der Zanden: "Kijk, voorzitter, deze reactie van mevrouw Dujardin verbaast mij ten zeerste. Het is nogal makkelijk als je een verhaal vertelt wat realistisch is en wij vinden dat, om dat dan als negatief af te doen. Er wordt tegenwoordig, ik noem dat altijd verhullend taalgebruik, nogal veel gesproken in kansen en uitdagingen om dingen die niet zo mooi zijn, mooier te maken. Dat even als inleiding. Het enige wat wij gezegd hebben, de situatie is onduidelijk. Dat hebben meerdere partijen al gezegd omdat zaken nog niet vastliggen. Wij hebben ook gezegd, het centrale uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid is in een aantal gevallen naar onze mening niet toepasbaar. Dus met andere woorden, college let daarop. Dat kan maar in beperkte mate. Wij hebben ook aangegeven dat wij natuurlijk met een bezuinigingsoperatie te maken hebben. Dat wij natuurlijk als raad goed op onze zaken moeten letten. Dat wij natuurlijk uiteindelijk wel de invloed uit moeten kunnen blijven oefenen over hoe het gaat. Dus dat is niets meer en niets minder dan een aantal algemene richtlijnen die wij het college mee willen geven. Daar zitten inderdaad ook zorgen bij. Dat zijn gewoon reële zorgen. Dus u kent GroenLinks als een reële partij en dat doen wij nu ook. Reële verhalen zijn niet altijd halleluja verhalen. Dat ben ik met u eens." Mevrouw Dujardin: "Nee, maar u bent het wel met mij eens dat wij het hier wel over de jeugd hebben. Als we goed gekeken en goed geluisterd hebben op de informatieavond, dan wordt er wel gewerkt aan de talenten die de kinderen nog hebben. Om ze daar toch zo goed mogelijk mee te helpen. Daar moeten we toch heel erg op in blijven steken. Het gaat hier wel om de jeugd." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, mevrouw Dujardin gaat nu een draai geven aan mijn woorden die ik niet bedoeld heb. Het enige wat ik heb aangegeven, laat ik dat een nuancering noemen van het begrip eigen verantwoordelijkheid, dat er in bepaalde zaken en de Notitie erkent dat ook in zekere zin, sprake is van stoornissen met bijbehorende problematiek. Waardoor dat doel van volledige eigen verantwoordelijkheid nooit haalbaar is. Dat hebben wij gezegd." Mevrouw Dujardin: "Dat ben ik wel met u eens. Dat moeten wij ook erkennen. Het staat ook in de Notitie dat 5 procent heeft gewoon voortdurende zorg nodig. Dat erkennen we allemaal." De heer Van der Zanden: "U weet, denk ik, dat wij als GroenLinks wat kritischer zijn op het begrip eigen verantwoordelijkheid, omdat er naar onze mening toch een wat ándere politieke agenda achter zit. Daarom hebben wij nogmaals willen zeggen van, dat heeft zijn grenzen. Zeker hier." De voorzitter: "Dank u wel. Zijn er nog andere vragenstellers? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Van der Zanden. Geef ik graag het woord aan mevrouw Nanda van de fractie D66, die mede zal spreken namens de Onafhankelijke Fractie. Gaat uw gang." Mevrouw Nanda: "Dank u wel, voorzitter. D66 en de Onafhankelijke Fractie vinden dat opvoeden de verantwoordelijkheid van ouders is. Als er problemen ontstaan die niet door de opvoeders kunnen worden opgelost, moet er wel professionele hulp voorhanden zijn. D66 en de Onafhankelijke Fractie vinden dat die ondersteuning altijd gericht moet worden op het versterken van de eigen kracht. Als het noodzakelijk is voor het kind, kan hulp verplicht worden opgelegd. Vanaf 2015 is Gemeente Oosterhout verantwoordelijk voor jeugdhulp. D66 en de Onafhankelijke Fractie steunen deze transitie omdat professionele hulp en preventie zo dicht mogelijk bij het
Notulen raad 25-06-2013/pagina
48 van 80
-49-
kind georganiseerd moeten zijn. Wij dringen aan op kwaliteit en duidelijkheid. Het moet glashelder zijn welke papieren een jeugdzorgmedewerker moet hebben en aan welke minimale, landelijke kwaliteits- en veiligheidseisen de hulp moet voldoen, met name op de terreinen pleegzorg en voogdij. Zo weten cliënten en gemeente waar ze aan toe zijn. Voorzitter, de Startnotitie Jeugdzorg, inclusief de bijlagen geven een goede inventarisatie van het huidig jeugdbeleid en een duidelijke begin randvoorwaarden/kaders voor de inrichting van het nieuwe jeugdzorgstelsel. Wel willen wij het volgende opmerken. Ten eerste willen D66 en de Onafhankelijke Fractie opmerken dat de jeugdzorg ook een Persoonsgebonden Budget, PGB, kent. Gemeenten zijn verplicht cliënten de keuze te bieden tussen hulp in natura of een PGB. D66 en de Onafhankelijke Fractie vinden dat het PGB moet blijven. Door de PGB-verplichting om te zetten in de mogelijkheid om een PGB in te zetten, krijgt de gemeente ruimte om te focussen. Voor welke cliënten en welke voorzieningen heeft het PGB werkelijk meerwaarde? D66 en de Onafhankelijke Fractie zijn voor een maatwerk geboden PGB. Ten tweede vragen wij ons af of het verstandig is het Centrum Jeugd en Gezin op te laten gaan in het virtuele Oosterhouts Jeugdcollectief. Worden de problemen niet groter, doordat de probleemgezinnen niet meer in het zicht zijn? Voorzitter, tot slot. D66 en de Onafhankelijke Fractie constateren dat de gemeente druk bezig is geweest om in regionaal verband afspraken over de jeugdzorg te maken, maar de echte keuzes moeten nog gemaakt en geformaliseerd worden. Het wachten is daarbij mede op de landelijke kaderstelling. De conceptwettekst en het concept van de memorie van toelichting van de Jeugdwet zijn openbaar. Wij vroegen ons af of het college al aan de hand van dit concept van de Jeugdwet zicht heeft wat er komen gaat en reeds een beeld heeft welke keuzes gemaakt gaan worden? Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mevrouw Nanda. Wie wenst, spreekster, een vraag te stellen? Mevrouw Dujardin, Gemeentebelangen, ga uw gang." Mevrouw Dujardin: "Ja, ik wil heel even doorgaan over de PGB. Bent u het niet met mij eens dat wanneer een professionele hulpinstantie gewoon in overleg gaat met degene die hulp nodig heeft, de ouders, de verzorgers, dat je daar dan samen ook uit kunt komen wat er nu precies voor hulp nodig is? Daar dan het kostenplaatje bij maakt en betaalt. Gewoon om in die PGB gewoon eventjes verandering te brengen." Mevrouw Nanda: "Volgens mij heb ik dat ook betoogd. Dat wij dus voor een maatwerk geboden PGB zijn. In eerste instantie wordt er gekeken naar het probleem. Wat ik, zeg maar, in mijn eerste alinea al aangaf, wij geloven ook in eigen kracht. Dus eerst kijken hoe het probleem opgelost kan worden, zonder financiële consequenties en dan op maatwerk PGB. De voorziening moet wel blijven." De voorzitter: "Dank u wel. Andere vragenstellers nog? Niet? Dan dank ik u voor uw bijdrage, mevrouw Nanda. Geef ik het woord aan de heer Schoenmakers van Groen Brabant. Ga uw gang. Mijnheer Schoenmakers." De heer Schoenmakers: 'Dank u wel. Op 1 januari 2015 wordt de Transitie Jeugdzorg ingezet. Er moet dan duidelijk zijn wat we doen en hoe we het doen. Deze onderliggende Startnotitie staat bol van de open deuren. Met koppen als, wij stellen ouders en jeugd centraal en we geven organisaties en professionals vertrouwen. Hiermee wordt er een verhaal verteld dat al veel vaker te horen was. De Transitie Jeugdzorg is een transitie waarin je veel goeds kunt doen en waarin je ook veel fout kunt doen. Als je het goed wil doen, moet je tijd hebben om de wet die er nog niet is en de voorstellen te kunnen lezen, bepraten en bediscussiëren. Als je het goed doet
Notulen raad 25-06-2013/pagina
49 van 80
-50-
dan moet er binnen de gemeenteraad mogelijkheden zijn tot debat en afstemming omtrent beleidskeuzes die gemaakt zullen en moeten worden. Die keuzes moeten luid en klaar zijn voor de gemeenteraad. Naar onze mening is dit niet goed te doen met een infoavondje en een opiniërende raadsvergadering. Daar komt nog bij dat zorgverleners en ouders niets zien in het plan om gemeenten zeggenschap te geven over de geestelijke gezondheidszorg voor jongeren. Gemeenten missen de deskundigheid om te bepalen wat een kind in psychische nood nodig heeft en toch zeker de gemeenteraad. U zal zeggen er zijn zoveel zaken waarvan de raad niet ofte weinig kennis heeft, maar hier gaat het over kinderen. Steeds meer artsen spreken hun grote zorgen uit over de komende veranderingen, welke de transitie van de jeugdzorg met zich mee gaat brengen. Zij en andere behandelaren zullen een groot deel van de regie over de zorg van kinderen die somatische en/of psychosociale ziektes of klachten hebben, moeten afstaan of overdragen naar de gemeente. Of dit nu zo'n goede zaak is voor de kinderen, voorzitter, is voor ons een vraag die we nu niet een twee drie kunnen beantwoorden. Resumerend, voorzitter, er dreigt chaos in de jeugdzorg. Gemeenten hebben geen idee hoe ze het moeten doen en een onafhankelijke commissie luidt de noodklok. Wij kunnen het niet mooier maken. Wellicht komt u in het najaar met een duidelijk voorstel naar ons terug. Dank u wel." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Schoenmakers. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Vissers van de Socialistische Partij. Mijnheer Vissers, ga uw gang.' De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Ik zal mijn verhaal iets wat aanpassen. Want veel dingen die ik wil zeggen die zijn al gezegd. Goed, wij maken ons net als andere partijen zorgen over de Transitie Jeugdzorg. De belangrijkste reden daarvoor is niet deze Startnotitie Jeugdzorg, die wij vandaag behandelen. Alhoewel daar ook wel wat zaken instaan waar we niet heel erg gelukkig mee zijn. Nee, onze zorgen komen vooral door de manier waarop de jeugdzorg over de schutting wordt gegooid. Nog steeds zijn er veel te veel onduidelijkheden en de gemeenten worden in een moeilijke positie gebracht. Op het moment dat het in de toekomst op enige manier mis gaat, dan zijn diezelfde gemeenten ook verantwoordelijk, zowel inhoudelijk als financieel. De Startnotitie laat duidelijk zien dat er nog veel onzekerheden zijn en dat maakt de meningsvorming moeilijk. Over de uitgangspunten an sich hebben we niet zoveel te klagen. Dat komt door een deel door wat mijnheer Schoenmakers zojuist open deuren noemde. Voor een deel ook gewoon omdat wij in principe met z'n allen ongeveer hetzelfde willen bereiken. Alleen heel anders denken over de concrete invulling. Juist over die concrete invulling daar weten wij niet zo heel veel over. Wat we wel weten is dat we er een volgend samenwerkingsverband bij krijgen. U heeft eerder kunnen horen hoe enthousiast de SP daarover is. Daar heeft GroenLinks al het een en ander over gezegd. Dus daar ga ik verder ook niet meer op in. Een tweede ding wat wij zeker weten, is zoals het tegenwoordig bij elk sociaal onderwerp gaat, er meer wordt gevraagd van de burgers zelf. Voor een deel is dat goed. Dat zeg ik met name richting mevrouw Dujardin. Voor een deel is dat ook goed dat er meer bij de burger zelf wordt neergelegd. Het benutten van kansen, het gebruiken van de kracht die de mensen hebben. Tegelijkertijd weten wij ook met z'n allen dat het een hele aangename manier is om een bezuiniging te vermommen. Want die opgelegde efficiencykorting van 15 procent, die naar onze mening overigens veel te hoog is, die korting zal tenslotte op de een of andere manier moeten worden gerealiseerd. Voorzitter, de SP, de landelijke SP, heeft eind 2012 een onderzoek gehouden onder de medewerkers in de jeugdzorg. De uitkomsten daarvan waren nogal schokkend. Twee derde van de ondervraagden staat negatief tegenover deze stelselwijziging an sich en maar liefst 97 procent van de ondervraagden, het is geen 100 procent maar
Notulen raad 25-06-2013/pagina
50 van 80
-51-
het zit er wel heel dichtbij, verwacht negatieve veranderingen in de eigen werkzaamheden, meer bureaucratie, verlies van kennis en expertise en versnippering van de zorg. Bovendien is men bang voor ongelijkheid tussen gemeenten. Waarbij de ene gemeente een ruimhartiger beleid voert dan de andere. Dat kan in de praktijk ook zijn dat het ene samenwerkingsverband een ruimhartiger beleid voert dan het andere. Voorzitter, ik kom tot een conclusie. We kunnen ons in principe vinden in de algemene uitgangspunten van de Startnotitie, maar eigenlijk is het veel te vroeg voor deze opiniërende behandeling. De stelselwijziging roept nog heel veel vragen op. We zijn allesbehalve gerust op een goede invoering ervan. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Vissers. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Wethouder Bode, behoefte aan een hele korte reactie?" Wethouder Bode: "Voorzitter, ik wil de raad bedanken voor de input. Zoals iedereen geconstateerd heeft, zijn er nog heel veel onzekerheden. Uw raad heeft in ieder geval wat kaders aangegeven die zij belangrijk vinden en waar wij mee aan de slag zullen gaan. Zoals gezegd is, waar we het eind van het jaar mee terugkomen naar uw raad, als er weer wat meer duidelijk is." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Bode. Dan hebben wij dit agendapunt in opiniërende zin besproken en afgesloten." De voorzitter: "Dames en heren, ik kijk naar de klok. Het is 23.00 uur. We hebben nog een tweetal agendapunten, beiden met vijf sprekers. Heeft u de wens om de vergadering af te maken of wenst u morgen door te gaan? De consensus is afmaken, dus gaan we door." DEEL D: BESLUITVORMENDE BEHANDELING 4. Raadsnota BI. 0130036 1 Concernrapportage 2013 (peildatum april) e
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota BI. 0130036, 1 Concernrapportage 2013, peildatum april. Ik vraag wethouder Peters naar voren te komen. Er hebben zich een vijftal sprekers gemeld. We beginnen met de heer Hoosemans van Gemeentebelangen." e
De heer Strack van Schijndel: "Voorzitter, mag ik eventjes tussendoor. Gezond Burger Verstand heeft aangegeven een bijdrage te leveren, maar dat is niet het geval." De voorzitter: "Dank u wel. Dan blijven er nog vier sprekers over. Dank u wel. Graag aandacht voor de heer Hoosemans van de fractie Gemeentebelangen. Ga uw gang." De heer Hoosemans: "Voorzitter dank u wel. Het financiële beeld in de rapportage is duidelijk. Een positief resultaat van 1,6 miljoen euro positief. We zien echter twee grote nadelen, de WWB 300.000 euro en Personele kosten ruim 87.000 euro. Bij het laatste zien we de hogere opleidingskosten en inhuur van tijdelijk personeel. Bij dat laatste houden we nu net de vinger aan de pols. Ben terughoudend met tijdelijke inhuur. In de begroting is uitgegaan van 369.000 euro en de actuele prognose is 1,1
Notulen raad 25-06-2013/pagina
51 van 80
-52-
miljoen euro. Een verschil van 747.000 euro. Er wordt wel vermeld dat dit vrijwel volledig wordt gecompenseerd door de ruimte binnen de lonen en salarissen. Toch hierbij wel de boodschap aan de portefeuillehouder, houd de vinger aan de pols en daarbij de vraag past dit alles wel binnen de afgesproken kaders van de vacaturestop. Wat de fractie van Gemeentebelangen ook zorgen baart is dat binnen de afvalinzameling een nadeel wordt verwacht van 1,1 miljoen euro. Dit bedrag wordt onttrokken aan de egalisatievoorziening afvalstoffenheffing. Als dit het werkelijke resultaat wordt dan blijft er van de egalisatievoorziening, groot 1,5 miljoen euro maar 490.000 euro over. Voorzitter, ik weet dat dit de situatie is van april 2013 en dat de evaluatie DIFTAR deze maand naar ons toekomt. Wat staat ons dan te wachten in 2014. Een verhoging van de afvalstoffenheffing of een onttrekking van de algemene reserve? De portefeuillehouder mag ons dit uitleggen. We horen graag wat zijn mening hieromtrent is. De fractie van Gemeentebelangen heeft bij de invoering van DIFTAR duidelijk aangegeven de evaluatie af te wachten en heeft daarbij een duidelijk voorbehoud gemaakt dat DIFTAR niet mag leiden tot een verhoging van de afvalstoffenheffing. Wij kijken kritisch naar de uitkomsten van de evaluatie. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Hoosemans. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Van Gooi van de fractie CDA. Gaat uw gang." De heer Van Gooi: "Dank u wel, voorzitter. Inderdaad, de Concernrapportage. Een positief beeld. De resultaten in lijn met de begroting. Er zijn wel een aantal punten waar wij even de aandacht op willen vestigen. Enerzijds is dat wat Gemeentebelangen ook aanvoerde, de DIFTAR. Ja, onze zorgen zijn er. Wij horen graag hoe we dat gaan oppakken bij de 2 Concernrapportage met mogelijk wat oplossingen. Een ander punt. De verkoop van gronden in Weststad heeft een voordeel opgeleverd, perfect, maar geeft tevens de noodzaak aan om werk te maken met de samenwerking in de Amergemeenten inzake bedrijventerreinen. We moeten zorgen dat wij hier ondernemers kunnen blijven aantrekken, dus werk maken met werk. Dank u wel, voorzitter." e
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Van Gooi. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Van Opzeeland van de Partij van de Arbeid. Gaat uw gang, mijnheer Van Opzeeland." De heer Van Opzeeland: "Dank u wel, voorzitter. Uit de rapportage die u ons heeft aangeboden, lezen wij dat we te maken hebben met een positief saldo van ruim 1,6 miljoen euro. Dit lijkt op zich een goed resultaat. U heeft duidelijk verklaard uit welke mee- en tegenvallers dit overschot is opgebouwd. De Partij van de Arbeid geeft haar complimenten voor dit resultaat en het overzicht. In een tijd waarin we naarstig zoeken hoe we als gemeente kunnen blijven investeren én de voorzieningen toekomstvast te maken, valt het niet mee om de cijfers zwart te houden. Dit lijkt te lukken maar voorzichtigheid is geboden. U stelt een drietal begrotingswijzigingen voor. Hier kan de Partij van de Arbeid zich in vinden en met het goedkeuren van de Concernrapportage stemmen we tegelijk daarmee in. We willen een aantal posten nader beschouwen. Deels vanuit een financiële invalshoek, deels vanuit een meer principiële. Allereerst de Businesscase Dienstverlening. Hierbij geeft u aan dat er in 2013 een tegenvaller is vanwege projecten die niet, volgens planning, zijn uitgevoerd in 2012. Een onderbouwing waarom dit zo is, treffen wij niet aan of hebben wij wellicht gemist. Kunt u dit alsnog kort toelichten? We vinden het van groot belang dat
Notulen raad 25-06-2013/pagina
52 van 80
-53-
projeċten waar met de raad afspraken over zijn gemaakt conform planning worden uitgevoerd en opgeleverd. In tijden waarin financiën schaars zijn, willen we dat dit college betrouwbaar is als het gaat om het uitgeven van gelden die zijn begroot. De raad heeft hier zijn goedkeuring voor verleend en wat de Partij van de Arbeid betreft geldt hierbij het credo dat gelden worden uitgegeven in jaren waarin het is begroot. Tenslotte zijn de door de raad vastgestelde prestaties hieraan gekoppeld. Betrouwbaarheid, doen wat afgesproken is, is hierbij van het grootste belang. Dan de personele kosten. In de concernrapportage meldt u dat de personele kosten dalen en dat de formatie daalt. Dat is conform de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt en u laat zien hier op te sturen. Als het gaat om het beheersen van personele kosten willen wij graag nogmaals in overweging geven om te onderzoeken welke voordelen er te halen zijn wanneer er bij de bepaling van het personele budget uit wordt gegaan van de stelling, formatie is gelijk aan bezetting. We zijn als Partij van de Arbeid benieuwd naar de reactie van de wethouder in deze. Graag horen we dat hij bereid is hier serieus naar te kijken. Wij denken dat hierdoor voordelen te halen zijn. Als laatste willen we onze zorg uiten over de verwachte tegenvaller in het programma Natuur, milieu en afval. We doelen hiermee op DIFTAR. Zonder de evaluatie te kennen, verbazen wij ons over deze grote tegenvaller. Wat is hier aan de hand? Dit is de vraag die we elkaar hebben gesteld en nog niet is beantwoord. Is er hier sprake van afval dat nog in het bezit is van onze burgers? Levert het scheiden van afval zo veel minder restafval op? Zijn er wellicht verkeerde berekeningen gemaakt? We vragen de wethouder de raad alvast mee te nemen en zijn bevindingen tot nu toe met ons te delen. Tenslotte is het eind juni en de raad is beloofd dat we in deze periode uitsluitsel zouden krijgen. Wij zijn nog steeds enthousiast over de milieueffecten van DIFTAR, maar we hopen wél dat ook de financiële gevolgen binnen de perken blijven. Voorzitter, ik ga afronden. De Partij van de Arbeid heeft een goed zicht gekregen op de stand van het huishoudboekje van Oosterhout. We kunnen ons vinden in de nota en zullen hiermee instemmen, maar vragen nog wel een reactie op de punten die we hebben genoemd." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Van Opzeeland. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan de heer Oomen van de Onafhankelijke Fractie, die mede namens de fractie van D66 zal spreken. Ga uw gang." De heer Oomen: "Dank u wel, voorzitter. De Onafhankelijke Fractie en D66 willen toch even kort het woord voeren betreffende het agendapunt Concernrapportage. Dit is een tussentijdse opname, helaas is de peildatum april, dus slechts de eerste drie, vier maanden. Heeft u eigenlijk al een idee hoe het er nu voor staat? Want in deze economisch moeilijke tijden is het van belang om de financiële ontwikkelingen strak te volgen. U lijkt er boven op te zitten, dus daarom kunnen wij met deze Concernrapportage instemmen. Bij één punt willen wij echter een uitzondering maken en we willen hier toch even bij stil blijven staan. We nemen aan, dat het u niet zal verwonderen, want we gaan namelijk helemaal niets nieuws vertellen. Het punt waar wij extra aandacht voor vragen en dat ons erge zorgen baart, betreft het hoofdstuk milieu en afval en dan in het bijzonder de afvalinzameling zoals deze geregeld is in de gemeente O osterhout onder de benaming DIFTAR. Voorzitter, wij vragen ons werkelijk af wat het uiteindelijk gaat worden. Waar het naar toe gaat of liever wat gaat het college er aan doen om te zorgen dat een en ander niet gigantisch uit de hand gaat lopen? U kunt de tarieven nu wel lekker laag houden, omdat u alles ten laste van de reserves brengt. Wij denken aan ondergrondse containers, software en verdere kosten gemoeid met de invoering van DIFTAR. Omdat Oosterhout volgens de door u aangeleverde cijfers buitensporig goed het afval weet te scheiden, hebben
Notulen raad 25-06-2013/pagina
53 v an 80
-54-
we nu nog eens 1,1 miljoen euro ten laste van die reserve nodig. De reserves zijn inmiddels opgesoupeerd. Voorzitter, wij zijn realist genoeg om te constateren dat de economische recessie eveneens debet is aan de hoeveelheid minder afval, maar gelooft u nu werkelijk dat de gemeenschap van Oosterhout in één kwartaal 900 ton minder afval heeft geproduceerd? Zijn wij als Oosterhout nou echt zo uitzonderlijk? Wij vragen het college, wat gaat nu het werkelijke tarief worden, rekening houdend met ons geweldig goed scheiden en het opruimen van her en der verspreid afval? Het antwoord zullen we vanavond waarschijnlijk niet krijgen van de wethouder. Hij zal zeggen dat het te voorbarig is om hierop in te gaan en dat hij daar graag op terug komt als de evaluatie heeft plaatsgevonden. Overigens zou die evaluatie, zoals in de Concernrapportage vermeld deze maand hebben plaats gevonden en gepresenteerd worden. Voorzitter, wij sluiten af met de woorden die heer Ollie B. Bommel sprak, die sprak als hij weer eens iets impulsiefs of ondoordachts had gedaan, Tom Poes, verzin een list! Dank u wel." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Oomen. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Geef ik graag het woord aan wethouder Peters." Wethouder Peters: "Voorzitter, er zijn een paar onderwerpen genoemd waar ik graag op in ga. De tijdelijke krachten, het personeelsbudgetsysteem. Ik denk dat het goed is om even aan te geven hoe het werkt in dit huis. Overigens het gaat om uitvoering. Dit is nu echt een aangelegenheid die het college samen met de directie regelt. U stelt de kaders. U heeft gezegd, wij willen in deze collegeperiode minimaal 10 procent ombuigen op het personeelsbudget. Dat gebeurt. Dat is gaande. We zitten prima op schema. Dat gaat dus goed. Hoe werkt dat in de praktijk? Niet, zoals mijnheer Van Opzeeland voorstelt, door formatie bezetting te laten zijn. Want dan is het net of het een foto is. Het is echt een film. Het werken in een gemeente anno 2013, dat is inspelen op ontwikkelingen op een hele flexibele manier. Zorgen datje de deskundigheid en de capaciteit op de momenten en op de plekken hebt, datje ze nodig hebt. We hebben vanavond over een transitie gesproken. Zo zijn er heel veel belangrijke ontwikkelingen die een plek moeten krijgen in de organisatie. Dat betekent datje aan de ene kant werkt met een vaste kern, maar dat je die aanvult met krachten van buiten, daar waar je die nodig hebt. Dat betekent dat het budget tijdelijke krachten veel hoger is dan gepland. Waar het om gaat dat is dat het verhaal onder de streep klopt. Dat is het personeelsbudget met als ijkpunt 2010, dat dit terug wordt gebracht in 2014 met minimaal 10 procent. Dat lukt, dat gaat. Ik denk dat het belangrijk is dat u zich realiseert dat het ook niet anders kan dan op deze manier. Dan zijn er zorgen over DIFTAR. Waar gaat het naar toe? Het loopt uit de hand? Ik stel dat het tegendeel waar is. Het gaat fantastisch met DIFTAR. Oosterhout heeft zichzelf overtroffen. Wat wij hebben afgesproken dat is dat via DIFTAR de kosten van de afvalverwerking met 1 miljoen euro worden teruggebracht. Dat gaan wij realiseren. Als wij zien hoe die zaak zich de eerste vier maanden ontwikkeld heeft. Binnenkort krijgt u de gegevens over die vier maanden, met een analyse en een externe beoordeling van het hele verhaal. Dat krijgt u aangereikt. De mensen thuis krijgen tussen nu en een week hun eigen gegevens over de eerste vier maanden gepresenteerd. De echte evaluatie, die houdt u te goed, die komt in het najaar. Dan kunnen wij antwoord geven op vragen zoals mijnheer Oomen aangeeft van, wat gaat het worden met het tarief in 2014. Nogmaals, het miljoen euro wat het minder moet gaan kosten, daar heb ik erg weinig zorgen over. Sterker nog, het scheiden gebeurt of een zodanige wijze, het scheiden van afval, dat dat er toe leidt dat er veel meer lijkt te kunnen worden omgebogen. Hoeveel dat is? Dat zal de tijd leren, maar ik denk dat er alle reden is voor groot optimisme over de wijze waarop DIFTAR zich heeft
Notulen raad 25-06-2013/
pagina 54 van 80
-55-
ontwikkeld in deze gemeente. Dan is er een opmerking gemaakt over de Businesscase Dienstverlening. Dat het niet goed zo zijn dat een investering niet gedaan is in het jaar waarin hij gepland is. U weet dat de Businesscase Dienstverlening gestart is met een lening en de toezegging dat na verloop van tijd er zoveel structureel zou worden omgebogen op de personele bezetting dat dat een grote ombuiging tot gevolg heeft. Het is een meerjarig programma. U heeft daar een budget voor beschikbaar gesteld. Dan zal in dat meerjarige programma zal dat ook worden ingezet. Dat dit soms niet in 2012, in dit geval, maar in 2013 of omgekeerd wordt ingevuld. Dat heeft alles te maken met hoe zo'n verhaal zich ontwikkelt. Het wordt in de Concernrapportage aan u kenbaar gemaakt. Per saldo gebeurt precies wat wij hebben afgesproken. Soms loopje over het jaar heen, maar dat doet niet af aan de inhoud van het verhaal dat u kunt volgen via de Concernrapportage en wat helemaal verloopt volgens de afspraken die wij gemaakt hebben. U geeft aan dat wij betrouwbaar zouden moeten zijn als college in tijden dat het geld schaars is. Ik verzeker u dat wij echt betrouwbaar proberen te zijn in alle tijden. Dit wou ik toch even gezegd hebben. Ik hoop dat ik met deze toelichting heb aangegeven hoe het werkt met die businesscase. Dan denk ik dat ik de vragen beantwoord heb. Of ik de oproep van Bommel heb gehonoreerd dat laat ik graag aan u over." De voorzitter: "Dank u wel. Tweede instantie, wie? Mijnheer Hoosemans, Gemeentebelangen, ga uw gang." De heer Hoosemans: "Dank u wel, voorzitter. De wethouder die zegt, het is uitvoering. Akkoord, wij hebben de kaders gesteld. Is het dan zo dat wij op 1-1-2014 met de tijdelijke inhuur, 10 procent bezuinigd hebben op het personeelsbudget? Dat is mijn eerste vraag. Dan met betrekking tot de afvalstoffenheffing. We komen nu 1,5 miljoen euro tekort. U zegt, we gaan 1 miljoen euro bezuinigen, dat is 2,5 miljoen euro. Kunt u mij ook uitleggen waar die vandaan komen?" De voorzitter: "Wethouder Peters, ga uw gang." Wethouder Peters: "Ik heb aangegeven dat wij vertrokken zijn in 210 met een opgave om het personeelsbudget met 10 procent naar beneden te brengen. Ik heb u toegelicht dat wij daarmee op schema zitten. Dat dit dus prima gaat. Dat kun je en zien aan het budget zelf, maar je kunt het ook zien want het hoort daar natuurlijk bij, aan het aantal formatieplaatsen wat op dit moment wordt ingevuld. Een aantal vacatures..." De heer Hoosemans: "Voorzitter, bij interruptie." De voorzitter: "Gaat uw gang." De heer Hoosemans: "Ik heb het voorbeeld hier voor me. Op lonen en salarissen is er een plus van 7,46. Op inhuur is een min van 7,47. Daar gaat het mij over. Dan komt u onderaan de streep wel op 0 uit. Mijn vraag is dan, komen we aan het eind van het jaar 1-1-2014, komen wij dan aan die 10 procent bezuiniging?" Wethouder Peters: "Ja, daar komen wij op uit omdat het communicerende vaten zijn. Naarmate je meer ruimte in je reguliere budget creëert, heb je meer geld om tijdelijke krachten in te huren. Dat is heel wijs beleid omdat dat de enige manier is om al die nieuwe dingen een plek te geven. Het tweede punt is, u bent aan het optellen. Toch even naar het vertrekpunt. Nog niet duidelijk?"
Notulen raad 25-06-2013/pagina
55 van 80
-56-
De heer Hoosemans: "Nee, het is me niet duidelijk. Het zal wel aan mij liggen mogelijk. Als u zegt op lonen en salarissen houden we 7,46 over omdat we daarop bezuinigen, maar door de tijdelijke inhuur komen we 7,47 tekort. Dan komen we onder de streep, wat u zegt, op 0 uit. Hebben wij dan die 10 procent behaald?" Wethouder Peters: "Ik geef u aan dat wij die 10 procent gewoon halen. We zitten daarmee op schema." De heer Hoosemans: "Daar hou ik u dan aan op het moment van 1 januari 2014. We zullen het kritisch volgen bij de 2 Concernrapportage en kijken hoever dat we op dat moment dan staan." e
Wethouder Peters: "U moet mij altijd houden aan afspraken. U moet mij altijd kritisch volgen. Als het anders is dan wat wij afgesproken hebben, door omstandigheden, dan zal ik u dat tijdig melden. In dit geval geen probleem. Tweede punt, u telt tekorten op. Toch maar even het vertrekpunt. In 2011 was de afvalstoffenheffing 283 euro per huishouden. Wij hebben 24.000 huishoudens in Oosterhout. Wij hebben afgesproken dat er 1 miljoen euro wordt omgebogen op de kosten voor de afvalverwerking. Dat betekent ongeveer 40 euro per huishouden. 24.000 huishoudens, 40 euro. Je gaat dan van 283 euro naar 243 euro. Daar mag u ons aan houden. Het punt is alleen dat er minder afval wordt aangeboden. Dat we van de veronderstelling zijn uitgegaan, nu als er 40 euro afgaat en wij zouden op gemiddeld 243 euro kunnen gaan koersen, dan bouwen wij een tariefstelling op die er ongeveer zo uit ziet. Wat blijkt nu in de praktijk? Dat er zo fors gescheiden wordt dat er minder dan 243 euro wordt opgebracht. Ja, dan hebben wij natuurlijk een probleem. Er staat overigens tegenover dat er ook meer inkomsten zijn, minder kosten. Als we dat allemaal in de blender gooien, dan denk ik dat wij in het najaar een beeld kunnen presenteren waarin we met elkaar vaststellen dat het en een groot succes is. Dat we wat we tekort komen dat dat niet zo erg is als die 1,1 miljoen euro die in de 1 Concernrapportage naar voren is gekomen. Hoe wij oplossen hoe wij met de inkomsten het systeem in stand kunnen houden? Ja, daar zullen wij dan afspraken over maken. De bottom line is dat u aan het college vraagt, wij willen een eigentijdse afvalverwerking. Waarbij er niet meer wordt betaald dan nodig is. Waarbij het milieu wordt gediend en waar we jaren mee vooruit kunnen. Nu, die hebben we." e
De heer Hoosemans: "Voorzitter, bij interruptie nog een keer. Wij missen 900 ton restafval. Dat is een hele berg. Mogelijk hadden we dat kunnen voorzien, maar onze zorg is en vooral de fractie van Gemeentebelangen die heeft die zorg, dat wij aan het eind van het jaar dat we dan toch een fiks bedrag tekort komen. Wij zijn bang dat in 2014 de afvalstoffenheffing voor onze burgers dan toch omhoog gaat. Dat zullen wij toch goed in de gaten houden." De voorzitter: "Helder." Wethouder Peters: "Nee, wij hebben beloofd dat er 1 miljoen euro afgaat. Dat betekent voor die 24.000 huishoudens dat zij van 283 euro naar 243 euro gaan. Ik denk dat het misschien nog wel minder wordt. Hoeveel? Dat weet ik niet, maar het systeem zal wel betaald moeten worden. De opmerking dat de afvalverwerking duurder wordt, dat is niet waar." De heer Hoosemans: "Ik en daar sluit ik het van mijn kant mee af, onze zorg is, van de fractie van Gemeentebelangen, dat de afvalstoffenheffing, als we zo doorgaan
Notulen raad 25-06-2013/pagina
56 van 80
-57-
zoals we nu doorgaan en er geen veranderingen optreden, dat die voor de burgers van Oosterhout omhoog gaan." Wethouder Peters: "Wij zullen de tarieven aan moeten passen. U kunt het mij kwalijk nemen dat ik niet heb voorzien dat zodanig afval zou worden aangeboden, dat als wij dat onder de streep allemaal optellen dat we tekort komen. Goed, ik ben ook maar een mens. Ik heb ingeschat dat het met die 40 euro eraf dat het dat wel ongeveer zou gaan worden. De tarieven die zullen worden aangepast, mijnheer Hoosemans, maar de afvalverwerking zal niet duurder worden." De voorzitter: "Zullen wij het daarmee afsluiten." De heer Hoosemans: "Aan dat laatste, daar houd ik u aan." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Oomen, Onafhankelijke Fractie." De heer Oomen: "Voorzitter, dank u wel. Het optimisme van de wethouder dat is werkelijk te prijzen. Zijn bewoordingen en zijn verklaringen richting Gemeentebelangen, ja dat zien wij dan maar als die list van Tom Poes. Ik heb maar een opmerking erover. Ik heb het al meer gezegd. De tijd zal het leren. U zult dan beamen, ja, de tijd zal het leren. Wij vrezen in ieder geval dat er veel, hogere lasten zullen komen voor de burger in 2014. Ik begrijp dat er steeds meer partijen, steeds meer raadsleden, hier in deze raad daar ook aan gaan twijfelen. Want u kunt mij nog steeds niet zeggen, wat zijn de gevolgen uiteindelijk in 2014 voor de burger? Ja, voor de minima weten wij het inmiddels. Want die gaan in ieder geval meer betalen omdat de motie niet aangenomen is. Wij zijn reuze benieuwd naar de tarieven in 2014." De voorzitter: 'Gaat uw gang." Wethouder Peters: "Hoe die worden dat weet ik nog niet, maar dat had u zelf ook wel ingeschat. Dat de motie niet is aangenomen staat niet in de weg dat ik heb beloofd dat voor de Begroting 2014 er gekeken zou worden wat een reële invulling is van die kwijtschelding. Dus wat u zegt dat het duidelijk is wat het voor de minima betekent, dat bestrijd ik. Ja, dat u vreest. Een mens lijdt het meest door lijden wat hij vreest. Dus, u doet het uzelf wel aan. Voor wat betreft DIFTAR is daar geen aanleiding voor." De heer Oomen: "De tijd zal het leren, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel. Dat waren de vragenstellers." De heer Van Opzeeland: "Voorzitter, ik had mijn vinger ook opgestoken." De voorzitter: "Mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid." De heer Van Opzeeland: "Dank u wel. Het is meteen onze tweede instantie. De wethouder is uitvoerig ingegaan op onze bijdrage. Hij heeft verklaard hoe budgetten hier tot stand komen in dit huis. Hij zegt ook, wij zijn gehouden aan die 10 procent ombuiging op personele kosten. Daar zijn wij het helemaal mee eens. Wij hebben alleen de suggestie meegegeven om te kijken van, goh mocht het misschien niet lukken dan zou je over kunnen gaan op een ander stelsel. Het is aan u. Dat begrijpen wij ook. De Businesscase Dienstverlening, daarmee hebben wij vooral willen zeggen van, hou u inderdaad aan de afspraken die u met ons gemaakt heeft. Dat doet u ook. Dat geeft wel aan dat het goed is om in deze tijden de jaargrenzen, die wij met elkaar
Notulen raad 25-06-2013/pagina
57 van 80
-58-
hebben afgesproken, goeďín de gaten te houden en daar ook strak op te sturen. Dat was vooral een steun in de rug uw kant uit. Net als Gemeentebelangen en de Onafhankelijke Fractie, maken wij ons ook zorgen over de DIFTAR. Wij hebben u ook horen zeggen, we zijn fors aan het scheiden. Blijkbaar is dat de reden waarom we nu dit tekort zien aan komen. Wij zijn ook heel benieuwd naar de evaluatie die er in het najaar aan gaat komen. Wij hebben u horen zeggen dat het voor de burger niet duurder gaat worden. Daar gaan we dan ook maar mooi vanuit." De voorzitter: "Dank u wel. Daarmee hebben wij gediscussieerd in twee instanties. Wenst iemand een stemverklaring over dit punt af te leggen? Hoofdelijke stemming? Mijnheer Hoosemans en de heer Vissers van de SP. Mijnheer Hoosemans, ga uw gang." De heer Hoosemans: "Voorzitter, toch een stemverklaring. Dat de fractie van Gemeentebelangen toch grote twijfels heeft bij de uitvoering van DIFTAR zoals dat op dit moment plaatsvindt. Nogmaals, wij benadrukken, de fractie van Gemeentebelangen heeft ingestemd met DIFTAR omdat wij daar 1 miljoen euro bezuiniging mee binnen zouden halen. Dat was de stemverklaring." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Vissers, Socialistische Partij." De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Wij zullen de Concernrapportage voor kennisgeving aannemen, maar ik wil toch ook graag in aansluiting op Partij van de Arbeid, Gemeentebelangen, Onafhankelijke Fractie, D66 en de andere partijen die toevallig niet aan het woord zijn geweest, dat wij dezelfde zorgen hebben. Wij spreken onze zorg uit over DIFTAR in 2014." De voorzitter: "Dank u wel. Andere stemverklaringen nog? Niet? Heeft iemand behoefte aan een hoofdelijke stemming? Niet? Met algemene stemmen aangenomen. Dank u wel, wethouder P eters." Raadsnota BI. 0130036 is met algemene stemmen aangenomen.
5. Raadsnota BI. 0130037 3 wijziging Verordening op de winkeltijden 1996 e
e
De voorzitter: "Ik stel aan de orde raadsnota BI. 0130037, 3 wijziging Verordening op de winkeltijden 1996. Er hebben zich vier sprekers aangemeld en een partij met een stemverklaring. Wij beginnen met de heer Melsen van de W D . Gaat uw gang." De heer Melsen: 'Voorzitter, vanaf 1 juli mogen gemeenten zelf bepalen of de winkels alle zondagen open mogen of niet. Ook Oosterhout moeťdie keuze maken, vandaar deze raadsnota. Voorzitter, in voorliggende nota wordt het huidige beleid vastgelegd, maar wordt tegelijkertijd het debat geopend voor aanpassingen in de toekomst. Als W D willen we bij drie punten stil staan, huidig beleid, nieuwe mogelijkheden en de supermarkten. Huidig beleid. Het huidig beleid met 14 koopzondagen is een succes. Uit de enquête van de Winkeliersvereniging blijkt dat 60 procent van de ondernemers in de binnenstad tevreden is met het huidig aantal koopzondagen. Slechts 7 procent wil open op alle koopzondagen. Een duidelijk signaal vanuit de binnenstad. Wat zijn nu de nieuwe mogelijkheden? Met de nieuwe mogelijke mogelijkheden kunnen wij als gemeenteraad het aantal koopzondagen helemaal vrijgeven, maar een goede
Notulen raad 25-06-2013/pagina
58 van 80
-59-
belangenafweging is daarbij wel noodzakelijk. De W D is in principe voor openstelling van winkels op zondag, maar luistert goed naar signalen van de winkeliers in de binnenstad, winkeliersvereniging en consumenten. Daarnaast staat de handtekening van de W D onder het coalitieakkoord ook onder de passage over koopzondagen. Voorzitter, de W D vindt een totale afweging van belangen en wensen van zowel consument als winkelier van groot belang. De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de regels over koopzondagen, maar stelt deze vast na een afweging te maken. De W D is tevreden met het onderzoek dat plaats gaat vinden. Een conclusie dat het huidig beleid prima is, is ook een conclusie. Een dergelijk onderzoek is nodig als onderbouwing voor de keuze die de gemeenteraad gaat maken. Een winkelstad waarbij de helft van de winkels dicht is, de consument niet meer weet wanneer de zaken open zijn, is ook niet de oplossing. Versterking van de binnenstad en duidelijkheid naar de consument is het uitgangspunt en ondernemers en consumenten zijn voor de W D de gidsen. Mocht de vraag over een of twee jaar anders komen te liggen, dan passen we de regels dan aan. We wachten de uitkomsten van het onderzoek af om te weten wat ondernemers en bezoekers van onze binnenstad willen. Met de nieuwe wet krijgen gemeenten ook meer mogelijkheden voor andere openingstijden. In het verleden is er een aanvraag geweest voor een nachtwinkel in Oosterhout. Deze is door het college afgewezen vanwege de locatie. De W D zou graag zien dat er in het onderzoek ook gekeken wordt naar openingstijden voor nachtwinkels. Als daar behoefte aan is, zou er beleid gemaakt kunnen worden zodat deze winkels ook in Oosterhout een plek kunnen vinden. In veel steden zie je deze al en we vragen ons af waarom niet in Oosterhout? Wij willen nu kort stilstaan bij de supermarkten. De openstelling van drie supermarkten op zondagmiddag tussen 16.00 en 19.00 uur is een groot succes. De ondernemers hebben allen een aanvraag gedaan, de consument wil het, zie de rijen bij de kassa. Dus gemeente maak de belangenafweging en maak het mogelijk. De W D ziet graag dat supermarkten en ook bakkers op zondag open kunnen zijn. En dan niet vanaf 16.00 uur, maar hele dag als ze dat willen. De W D ziet graag een onderzoek zodat we als gemeenteraad een goede afweging kunnen maken. Een dergelijk onderzoek is nodig als onderbouwing voor een keuze die de gemeenteraad kan maken. Per 1 december loopt de huidige loting van supermarkten af. We roepen het college dan ook bij motie, in samenwerking met Gemeentebelangen, op om het onderzoek te starten zodat we bij een positieve uitslag per 1 december a.s. elke zondag een warm brood bij de bakker kunnen halen en onze boodschappen kunnen doen. Voorzitter, het verzoek van de motie is redelijk technisch, maar dat heeft te maken met de noodzaak van een goed onderzoek zodat we als gemeenteraad op basis van voldoende informatie een keuze en belangenafweging kunnen maken. Komen we nu bij de motie. Ik zal me beperken tot het verzoek. Verzoekt het college, na onderzoek en afstemming met de markt met een voorstel naar de gemeenteraad te komen om de mogelijkheid om voor de branche winkels waar uitsluitend- of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht, de zondagsopenstelling te verruimen. Hierbij dient men rekening te houden met: de belangen van de ondernemer en de consument; de werkgelegenheid en de economische bedrijvigheid met inbegrip van het belang van de winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel; de zondagsrust; de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. En gaat over tot de orde van de dag." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Melsen. De motie is ondertekend. Gaat deel uitmaken van de discussie, krijgt het nummer 1 en zal worden vermenigvuldigd." Motie 1 op raadsnota BI. 0130037 van W D en Gemeentebelangen in bijlage.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
59 van 80
-60-
De heer Melserť'Voorzitter, het onderzoek zal wat de W D betreft zich niet moeten beperken tot de binnenstad en supermarkten. Ga actief in overleg met de ondernemers van de bouwmarkten, tuincentra, meubelboulevard en de wijkwinkelcentra. Wat willen zij, wat wil de consument? Kom met een gedegen onderzoek zodat we als gemeenteraad keuzes kunnen maken. Het liefst zo snel mogelijk zodat we misschien al per 1 december naar een nieuw regime kunnen. De drukke decembermaand is een goede maand om meer mogelijk te maken. Een extra steun in de rug en mogelijkheid voor de winkeliers. College, ga actief in gesprek met consument en winkeliers en ondernemersverenigingen. Voorzitter, de W D wacht het onderzoek met enthousiasme af. Tot zover, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Melsen. Wenst iemand de spreker een vraag te stellen? Mijnheer Vissers van de Socialistische P artij, mijnheer Van Opzeeland en mijnheer Bogerd. Mijnheer Vissers, ga uw gangľ De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Melsen, u had het erover dat de openstelling op zondag dat dat een steun in de rug zou kunnen zijn voor ondernemers. Denkt u niet dat het evengoed denkbaar is dat de omzet er niet zo zeer door stijgt, maar dat het meer verspreid wordt over zeven dagen in plaats van zes?" De voorzitter: "Gaat uw gang." De heer Melsen: "Dank u wel. U geeft aan de omzet verschuift voor een deel. Dat kan kloppen. Je ziet nu ook dat de omzet weglekt, tussen aanhalingstekens, naar Breda of andere gemeenten die de winkels ook op zondag opendoen, de supermarkt in dit geval. Wij willen proberen die omzet in ieder geval in Oosterhout te houden zodat daar ook de omzet gemaakt kan worden." De voorzitter: "Interruptie, mijnheer Van der Zanden." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, toch even op dat antwoord van de heer Melsen inhakend. Zitten wij dan eigenlijk niet in een situatie dat er landelijk gezien eigenlijk niet zoveel verandert, maar dat wij elkaar helemaal gek aan het maken zijn door allemaal op zondag open te gaan?" De heer Melsen: "Voorzitter, het landelijke is gewoon bepaald omdat het juist geen strak maatpak is van hoe we het moeten regelen. Er is gezegd, bepaal het per gemeente. Daar kan in afgewisseld worden. Oosterhout heeft zich altijd met de koopzondagen voor de supermarkten gehouden aan de wet. Het meest maximale was drie supermarkten open. Er was vraag naar meer. Wij konden dat niet doen omdat we geen toeristisch regime hadden. Nu is die mogelijkheid er wel. Wij zouden daar in ieder geval graag een onderzoek naar hebben zodat dat snel ingevoerd kan worden." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, dat onderzoek waar de heer Melsen het over heeft, is dat een onderzoek waar voor u de conclusie al vastligt? Of kan uit dat onderzoek bijvoorbeeld ook komen van, het is misschien toch niet zo'n goed idee om al die winkels op zondag open te doen. Laten wij het maar houden zoals het nu is." De heer Melsen: "Daar is het een onderzoek voor. Want anders hadden wij hier een amendement ingediend van geef alles volledig vrij. Het onderzoek is sowieso noodzakelijk om de keuze te kunnen onderbouwen. Dat is van belang inderdaad voor
Notulen raad 25-06-2013/pagina
60 van 80
-61-
de ondernemers, voor de winkeliers en de consumenten. Wij zien dat onderzoek met vertrouwen tegemoet. Wij verwachten wel dat dit positief gaat eindigen gezien het succes van de huidige regeling. Ja goed, het moet wel onderbouwd zijn. Wij staan wel open voor de resultaten. Wij kijken dan wat we ermee doen." De voorzitter: "Dank u wel. Terug naar mijnheer Vissers. Was u klaar met uw vragen?" De heer Vissers: "Ja, de vragen die ik wilde stellen heeft mijnheer Van der Zanden al gesteld. Prima zo." De voorzitter: "Dank u wel. Gaan wij door naar mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid. Mijnheer Bogerd hebben wij ook nog staan." De heer Van Opzeeland: "Dank u wel, voorzitter. Misschien nog even in het verlengde van de vraag van mijnheer Van der Zanden. In uw betoog, mijnheer Melsen, sprak u over de warme bakkers, die u graag ook heel de zondag open zou zien. Ik probeer u goed te begrijpen. Bedoelt u daarmee ook in een adem de slager, de groentewinkels, de viswinkels?" De heer Melsen: "Voorzitter, dat is het punt. De nieuwe wet geeft duidelijk aan dat je ook per branche kunt bepalen of per gebied watje vrijgeeft. Het is een redelijk ruime categorie. Dus het gaat met name inderdaad om speciaalzaken, supermarkten. Dus inderdaad een slager hoort erbij, een groentewinkel. Zij kunnen zelf de afweging maken of zij wel of niet open gaan. Dat is nu net het punt. Je kunt niet alleen supermarkten uitzonderen om te zeggen, jullie mogen wel open en de bakker niet. Dus op die manier proberen wij het toch mogelijk te maken." De heer Van Opzeeland: "Bent u dan niet bang dat u voor de kleine ondernemers eigenlijk nu gewoon een soort doodsteek brengt." De heer Melsen: "Nee, daar zijn wij niet bang voor. Mocht het wel blijken dan zal dit uit het onderzoek naar voren komen." De voorzitter: "Dank u wel. Dan de heer Bogerd, Gezond Burger Verstand, ga uw gang." De heer Bogerd: "Dank u wel, voorzitter. Vindt u het niet verstandig om in juli het gelijk in te laten gaan en gewoon alles open te gooien en niet zo moeilijk doen met onderzoeken. In Breda loopt het gewoon goed. Daar gaat het ook goed. Oosterhout is echt niet anders als Breda." De heer Melsen: "Voorzitter, dat is het meest gemakkelijke wat we zouden kunnen doen. Voor we het weten hebben wij een binnenstad waar de helft open is en de helft niet open. De vraag is of de ondernemers nu binnen een week tijd dat allemaal geregeld krijgen, de communicatie. We zeggen van, het is gewoon van belang. Het staat ook in de raadsnota dat er een goed onderzoek ligt. Dat hoeft helemaal niet zoveel tijd en geld te kosten, maar dat wij in ieder geval wel de afweging kunnen maken. Daarnaast hebben wij ook een coalitieakkoord, waar ook onze handtekening onder staat, waarin staat van dat wij de koopzondagen nu niet gaan vrijgeven. Goed, het onderzoek kan misschien wel iets anders aantonen. Zodat wij in de toekomst anders kunnen besluiten."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
61 van 80
-62-
De heer Bogerd: "In Breda ging het ook heel moeizaam in het begin. Nu is bijna alles open. Je komt er ook Oosterhouters tegen in ieder geval daar. Het zou gezelliger zijn om ze hier te zien." De voorzitter: "Mijnheer Melsen, antwoord nog?" De heer Melsen: "Het was een duidelijk statement van de heer Bogerd. Wij zijn het er niet mee eens." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Vissers, SP." De heer Vissers: "Bij interruptie, voorzitter. Ik weet niet zeker of ik het goed verstaan heb van mijnheer Bogerd, maar zei u nu Oosterhout is niet anders dan Breda?" De heer Bogerd: "Ik denk het niet nee, qua winkelend publiek niet, denk ik." De heer Vissers: "U komt weieens in Breda neem ik aan?" De heer Bogerd: "Ja, ook op zondag. Ik moet ook werken." De heer Vissers: "Dan zien wij een andere stad Breda op zondag. Ik zie dan toch een heel ander Breda dan u dan blijkbaar." De heer Bogerd: "Ik niet." De voorzitter: "Dat waren de vragen? Ik kijk nog even rond. Dan dank ik u voor uw bijdrage, mijnheer Melsen. Geef ik graag het woord aan de heer De Laat van Gemeentebelangen. Gaat uw gang, mijnheer De Laat." De heer De Laat: "Dank u wel, voorzitter. Zoals u heeft gehoord hebben wij samen met de W D de motie ingediend. Wij hebben nog wat kleine aanvullingen. Voorzitter, de fractie van Gemeentebelangen heeft een uitgesproken mening wat betreft de winkeltijden. De portefeuillehouder krijgt van ons de ruimte om zo breed mogelijk in overleg te gaan met ondernemers en andere instanties. Te komen tot een goed oordeel en dat in oktober aan de raad voor te leggen. De fractie van Gemeentebelangen is voorstander van vrije openingstijden en geeft de ondernemers de ruimte om dat naar eigen wensen inzicht te regelen en invulling daaraan te geven. Tot zover, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer De Laat. Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Niemand? Dan dank ik u voor uw bijdrage. Straks hebben wij een stemverklaring van de heer Schuur van het CDA. Nu komt aan het woord de heer Bogerd van Gezond Burger Verstand. Gaat uw gang, mijnheer Bogerd." De heer Bogerd: "Voorzitter, bedankt. Voorzitter, Gezond Burger Verstand is van mening dat je de hardwerkende ondernemers zoveel mogelijk moet steunen in deze crisistijd. Dus wat Gezond Burger Verstand betreft, geef ze de ruimte om, als zij het willen, open te zijn op zondag. Wie open wil zijn, gaat open, wie niet wil, blijft dicht. In Breda kwam het ook heel geleidelijk op gang, maar nu is bijna 75 procent van de winkels al open. De meeste ondernemers willen de zondag echt niet meer missen. Gezond Burger Verstand vindt het ook beter dat de klanten in Oosterhout blijven en meer klanten uit omliggende plaatsen zondags in Oosterhout hun inkopen komen doen. Dus om dat te motiveren laten wij het parkeren op zondag gratis houden.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
62 van 80
-63-
Gezond Burger Verstand weet ook zeker dat het weer aantrekkelijker wordt om een winkel te openen in Oosterhout. Dat is met deze leegstand ook echt wel nodig. Wat Gezond Burger Verstand zijn alle winkels gelijk. Of het nu om een supermarkt, bakker, bloemenkraam, kledingzaak, schoenenzaak, café, benzinepomp gaat, voor ons blijft het allemaal gelijk. Gelijke monniken, gelijke kappen. Dan voorzitter, nog een vraag aan de wethouder. Ten eerste, Gezond Burger Verstand is echt wel tegen discrimineren, maar vindt de wethouder ervan dat Turkse of Marokkaanse bakkers, supermarkten of kappers allang zeven dagen per week open zijn, dus ook zondags? Wat Gezond Burger Verstand betreft is dat prima, maar wij vinden wel dat iedereen die kans moet hebben daarvoor. Tot zover." De voorzitter: "Dank u wel. Wenst iemand mijnheer Bogerd een vraag te stellen? Mijnheer Bisschop, Partij van de Arbeid, ga uw gang." De heer Bisschop: 'Dank u wel, voorzitter. Ja, die vraag lag me net ook al op de lippen, maar nu stel ik hem toch maar even. Want ik denk niet dat gelijke monniken, gelijke kappen geldt voor grote supermarkten, grote winkelbedrijven met veel personeel en eenmanszaken. Dat zijn niet gelijke monniken. Dat is punt een. Punt twee is, heb ik wel erge behoefte aan een objectieve evaluatie over het succes van de winkelopening op zondag in Breda. U beweert heel boud dat iedereen prachtig vindt. Ik zou dat rapport nog graag willen hebben en aanbieden aan de wethouder om dat mee te betrekken in het onderzoek. Want wij hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Ik ga er niet zo maar zonder meer vanuit dat u gelijk heeft." De heer Bogerd: "Dat is uw mening misschien." De heer Bisschop: "U baseert dat op een boude opmerking. Zonder dat u dat staaft met statistieken etc." De heer Bogerd: "Loop een keer zondags door Breda." De heer Bisschop: "Dat is geen onderzoek. Dat is 1 is 1. U bent de enige persoon dan, de enige consument. Een onderzoek betekent gewoon datje dat grondig nakijkt. Datje dat doet met een enquête onder de winkeliers, consumenten etc. Goed, u hoeft mij dat niet te geven. Ik zou wel graag, als het onderzoek komt, dat in de omliggende gemeenten de successen daarvan ook gestaafd worden naar objectieve maatstaven en niet naar woorden van de straat." De heer Bogerd: "Ik hoop dat die onderzoeken door commerciële mensen gedaan worden dan. Dat hoop ik dan wel." De heer Bisschop: 'Het moet een onderzoek zijn, een objectief onderzoek. Dat moet niet door de winkeliers zelf, maar een objectief onderzoek zonder dat daar subjectieve belangen bij betrokken zijn, echt waarheidsgetrouw. Dan wil ik het aannemen. Het is niet zo, nogmaals, dat het gelijke monniken, gelijke kappensysteem hier geldt voor alle winkels." De heer Bogerd: "Voor mijn visie wel, maar voor u is die anders." De voorzitter: "Dank u wel. Als we daarmee alle vragenstellers hebben gehad? Dan geef ik graag het woord aan D66, mijnheer Velds, die mede namens de Onafhankelijke Fractie zal spreken. Gaat uw gang, mijnheer Velds."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
63 van 80
-64-
De heer Velds: "Dank u, voorzitter. Voorzitter,D66 en de Onafhankelijke Fractie begrijpen een paar zaken niet zo goed als het over de winkeltijden in Oosterhout gaat. We willen ze naar aanleiding van dit onderwerp vanavond toch eens duidelijk op een rijtje zetten. Punt 1. Wethouder Bode heeft bij de behandeling van de Perspectiefnota gezegd dat de gemeente verplicht was om onderzoek te doen voordat tot verruiming van de winkeltijden overgegaan kan worden. Of dat nu waar is of niet, er zijn genoeg gemeenten waar dat kennelijk allemaal keurig geregeld is. Want daar mogen de winkels vanaf 1 juli wel elke zondag open. De laatste waar we het van hoorden, was afgelopen week Roosendaal. Dat staat los van toerismebepalingen. Wij begrijpen er dus geen snars van dat de wethouder doet overkomen alsof het nog niet mogelijk is om de winkeltijden vrij te laten, terwijl al die andere plaatsen het wel doen. Loopt de gemeente Oosterhout nu zo achter? D66 en de Onafhankelijke Fractie denken dat het gewoon onwil is en dat begrijpen we niet. Punt 2. Dan vallen we weer terug op wat wethouder Bode eerder heeft gezegd. Namelijk, ik heb er absoluut moeite mee en dan zeg ik het diplomatiek denk ik, dat ik ga bepalen voor winkeliers dat zij open moeten zijn. Terwijl ze op dit moment nog steeds aangeven van wij willen niet open. Daarbij werd zij gesteund door de heer Kastelijns van Gemeentebelangen. Dat is de wereld op zijn kop. D66 en de Onafhankelijke Fractie willen helemaal niemand dwingen om op zondag open te zijn. Het is namelijk precies andersom, het college en tot nu toe altijd een meerderheid in de raad, dwingen alle winkeliers op zondag gesloten te zijn. Het enige wat wij willen is dat iedereen zelf mag bepalen wanneer ze open zijn of niet. Zoals de landelijke wetgeving mogelijk heeft gemaakt en zoals dat hier ook in de omgeving veel toegepast gaat worden. Wij begrijpen dus niet dat D66 en Onafhankelijke Fractie beschuldigd worden van dwingelandij, terwijl het college, gesteund door een meerderheid van de raad, juist zaken verbieden. Punt 3.Bij de vorige verkiezingen was het de W D die het hardst van allemaal riep dat iedereen op zondag moest kunnen winkelen. Daarin fanatiek ondersteund door de landelijke W D met posters enzovoort, maar de W D heeft geen woord gehouden. Wij vragen ons af of de W D bij de volgende verkiezingen weer zo opportunistisch van leer trekt en dan even later ook weer gaat zeggen, dat voortschrijdend inzicht ze parten heeft gespeeld. D66 en de Onafhankelijke Fractie denken eigenlijk dat de W D fractie slaafs het college volgt, zoals vrijwel steeds deze periode. Zoals nu duidelijk is willen ze dat nog wegmoffelen door een motie in te dienen die vraagt naar, nota bene, een onderzoek om alleen de supermarkten meer ruimte te geven. Vervolgens gebruikt de heer Melsen in de richting van SP en GroenLinks argumenten die wij niet beter hadden kunnen verzinnen. Wij vinden dat veel te weinig om die supermarkten de ruimte te geven en begrijpen in het licht van het dualisme, maar ook in het kader van minder regelgeving, ook een WD-stokpaardje, helemaal niets van. Punt 4.Telkens wordt aangevoerd door het college dat de binnenstad economisch gezien van levensbelang is voor Oosterhout. Toch blijft dat zelfde college met de armen over elkaar zitten als de ontwikkelingen ons dwingen tot aanpassingen in het beleid. Het beroept zich op overleg en Burgerparticipatie, maar het enige wat er van komt is uitstel. Dan hebben we het niet alleen over winkeltijden, maar bijvoorbeeld ook over het parkeren, leegstand en de stadsmanager. D66 en Onafhankelijke Fractie begrijpen niet dat een gemeente het risico wil nemen om ten opzichte van de omliggende plaatsen op achterstand gezet te worden. Zeker niet als het om ons winkelcentrum gaat. Voorzitter, de genoemde punten zijn voor ons de reden om een amendement in te dienen, waardoor het mogelijk moet worden om iedereen binnen redelijke grenzen in vrijheid te laten beslissen, of en wanneer zij hun winkel willen openen. Als deze wordt aangenomen is de motie van de W D aangaande de supermarkten overbodig geworden. Voorzitter, het amendement, dan lees ik ook maar even alleen het besluit voor in verband met de tijd. Besluit, de 3 wijziging van de Verordening op de e
Notulen raad 25-06-2013/pagina
64 van 80
-65-
winkeltijden 1996 vast te stellen, met dien verstande dat artikel 2 Zon- en feestdagenregeling als volgt wordt gewijzigd. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet, gelden niet op zon- en feestdagen en lid 2 te laten vervallen. Tot zover, voorzitter." De voorzitter: "Dank u wel, mijnheer Velds. Het amendement is ondertekend. Maakt deel uit van de discussie. Krijgt de letter A en wordt vermenigvuldigd." Amendement A op raadsnota BI. 0130037 van D66 en Onafhankelijke Fractie in bijlage. De voorzitter: "Wie wenst, de spreker, een vraag te stellen? Mijnheer Kastelijns, Gemeentebelangen en dan mijnheer Melsen. Ga uw gang." De heer Kastelijns: "Het is eigenlijk meer een reactie op de heer Velds waar hij in zijn betoog in ieder geval de heer Kastelijns noemde. De wethouder betoogde dat het merendeel van de ondernemers het niet wilde. Wij hebben inmiddels andere informatie gekregen van diezelfde ondernemers. Daar zit maar een hele korte tijd tussen. Vandaar dat wij eigenlijk met die motie zijn gekomen om het wel te onderzoeken. Want de informatie die wij nu hebben gekregen, is dat het gros van de ondernemers het wel wilt. Wie zijn wij dan om dat, zoals u zegt, tegen te moeten gaan. Dus, dat is mijn reactie op uw betoog" De heer Velds: "Mag ik u dan een vraag stellen. Want de motie die geeft niet aan dat alle winkels open zouden mogen, maar alleen een onderzoek in de richting om dat te doen en vervolgens wat duidelijker in de richting van de supermarkten. Ons amendement, dat is nog geen reden om dat te gaan steunen?" De heer Kastelijns: "Dat zullen wij zo gaan beraden als fractie." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Melsen, W D . " De heer Melsen: "Dank u wel, voorzitter. Dat was een redelijke, duidelijke aanval op ons. Dus ik wil inderdaad ook even reageren op D66. Laat ik even beginnen dat de W D een verantwoordelijkheid heeft genomen door een coalitieakkoord te sluiten met Gemeentebelangen, Partij van de Arbeid en CDA. Het is duidelijk dat wij afspraken moeten maken, geven en nemen hoort daarbij. Ik heb duidelijk aangegeven onze handtekening staat onder dat akkoord, dus ook onder de koopzondagen. Komen we nu terug op de slogan W D roept shoppen is zondagsrust. Ons principe staat nog steeds overeind. Alleen willen wij hier geen rücksichtslose besluiten nemen, maar eerst een gedegen onderzoek. Afhankelijk van die uitkomsten kunnen wij onze vervolgstappen bepalen. Ik wil wel even duidelijk zeggen, ons uitgangspunt blijft hetzelfde, maar gezien de situatie moeten wij vanavond andere besluiten nemen. Dat hoort erbij als een partij verantwoordelijkheid neemt, mijnheer Velds." De voorzitter: "Mijnheer Velds." De heer Velds: "Ik vind het leuk, mijnheer Melsen, dat u erop wijst dat uw standpunt hetzelfde blijft, maar dat u vervolgens aangeeft dat u toch vindt dat er eerst onderzoek gedaan moet worden. Ik vind het heel aardig dat u zegt, wij hebben een coalitieakkoord en als het dus om stemmen gaat dan zullen wij ons daaraan moeten houden of wij moeten door de coalitie daartoe vrijgesteld worden. Als ik zo net Gemeentebelangen hoor spreken, dan zou dat misschien mogelijk zijn. Want die
Notulen raad 25-06-2013/pagina
65 van 80
-66-
willen zich er in ieder geval over beraden. Dat zou voor u toch een schot voor open doel moeten zijn. Want dan krijgt u alsnog, met toestemming van de coalitie, de kans om uw verkiezingsbelofte, die u gewoon keihard gedaan heeft die u dus laat vallen, om die toch uit te voeren." De heer Melsen: "Voorzitter, dan wil ik toch even zeggen van erin drie, vier woorden staat. Dat wij shoppen is zondagsrust, dat is voor ons het uitgangspunt. Hoe je het dan vervolgens gaat vertalen, daar heb je een gedegen onderzoek voor nodig. Als de markt het niet wil, dan moeten wij daar zeker rekening mee houden. Meningen kunnen daarnaast ook veranderen van ondernemers. Als je ziet dat een heleboel omliggende gemeenten nu allemaal de winkels opengooien. Ja, dan kan dat betekenen dat wij in Oosterhout ook een zet moeten doen. Is het niet? Ja, dan moeten wij een andere mening volgen. Ons principe is duidelijk, maar wij zijn niet dat we maar voor onze principes blijven roepen van, gooi alles maar open. Wij willen het wel gedegen onderzocht hebben voor dat wij hier belangrijke besluiten nemen en dat het effectief voor de ondernemers is." De heer Velds: "Ik vind het interessant, voorzitter, hoe mijnheer Melsen aangeeft dat hij toch werkelijk zijn standpunt veranderd heeft. Dat hij niet zich handhaaft op zijn uitgangspunten zoals hij wel zegt. Ik heb er moeite mee om zo krom te kunnen denken, hoort u wel." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Bisschop, Partij van de Arbeid." De heer Bisschop: "Ja, mijnheer de voorzitter, ik wou toch nog eens eventjes wat nuanceringen aanbrengen op alles wat er nu gezegd is. Want ik zie hier net onder mijn ogen een onderzoek staan dat 90 procent van de MKB, dat is de middenstandsbrancheorganisatie, vindt dat de koopzondagen in de eigen gemeenten voldoende is. Het is een heel lang stuk van een onderzoek waar ik daarstraks ook al om vroeg van, laat dan dat onderzoek nu eens spreken voordat we allemaal zitten te gillen van, volgens ons werkt het goed. Volgens ons werkt het niet goed. Wat is er dan op tegen als dan door de W D in dit geval, gevraagd wordt om een onderzoek. Dan kunnen de resultaten van dat onderzoek wat hier op internet staat, kunnen dan gewoon meegenomen worden. Dat zijn onderzoeken vanuit de brancheorganisatie. Dat zijn de mensen die de winkels open moeten houden. Het blijkt dus helemaal niet dat alle winkeliers zo graag open willen zijn, integendeel." De heer Velds: "Dat heb ik ook helemaal niet beweerd, mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Ik wil alleen maar zeggen om dan rücksichtslos gewoon die winkel..." De heer Velds: "U moet mij geen dingen in de mond leggen die ik niet gezegd heb." De heer Bisschop: "U bent zo'n voorstander om tegen alle winkeliers maar te zeggen dat ze hun winkels kunnen open doen op zondag. Misschien willen ze dat helemaal niet." De heer Velds: "Nu dan hoeven ze dat niet." De heer Bisschop: "Wat is er dan op tegen dat dat nog eens een keer onderzocht wordt? Althans dat de onderzoekingen die daarover gedaan zijn, dat die meegenomen worden in die besluitvorming."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
66 van 80
-67-
De heer Velds: "Omdat wij geen enkele behoefte hebben aan dat onderzoek. Wij willen gewoon de verantwoordelijkheid leggen waar hij hoort te liggen. Dat is bij de winkeliers en de winkeliersverenigingen zelf. Ik heb niet het idee dat wij die hoeven te souffleren." De heer Bisschop: "Nee, nee, goed als de winkeliers zeggen, we willen niet open. Wat zitten we hier dan te doen om de Winkelsluitingswet te veranderen." De heer Velds: "Het is niet duidelijk. Ik hoor net van de heer Kastelijns wat anders. Dat er kennelijk verschuivingen zijn bij u. Wat is er dan makkelijker om nu te zeggen van, nu maken jullie het zelf uit. Want wij willen u als gemeenteraad niet verbieden om open te gaan." De heer Bisschop: "Dat is nu juist waar ik elke keer op stuur, dat die verschuivingen er zijn. De een zegt dat die verschuivingen er zijn. De ene zegt, hartstikke goed in Breda etc. Mijnheer Kastelijns, die kent een heleboel mensen uit de ondernemerswereld." De heer Velds: "Waarom durft hij het niet over te laten
"
De voorzitter: "Laten wij elkaar even uitpraten, alstublieft. Want dan hebben wij een overzichtelijke discussie. Mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Als nu de onderzoekingen, die ik hier op internet heb staan. Ik wil het best even voor gaan lezen voor u. Als die zegt dat 90 procent van het MKB het niet wil. Wat zijn dan de verschuivingen hier? Zijn dat andere winkeliers hier in Oosterhout dan in de rest van Nederland?" De heer Velds: "Wat is uw reden dan om die 10 procent wel te verbieden om open te gaan?" De heer Bisschop: "Nee, daar heb ik het niet over." De heer Velds: "Daar heb ik het wel over." De heer Bisschop: "Ik praat er niet eens over of dat ik vind of een winkel open moet zijn of niet. Ik praat alleen over dat als je een besluit neemt over zoiets dan moet het wel gedragen worden door de brancheorganisatie. Dat moet je dan eerst even op papier...." De heer Velds: "Ik neem helemaal geen besluit of winkels open gaan of niet." De voorzitter: "Ik ga even ingrijpen. Want we vervallen in herhaling. U weet elkaar niet te overtuigen. De standpunten zijn helder. Zijn er nog andere vragen aan de heer Velds? Ja, mijnheer Bogerd, Gezond Burger Verstand, ga uw gang.' De heer Bogerd: "Ik had eigenlijk iets voor mijnheer Bisschop. Waar maakt hij zich zo bang over? Ik snap dit echt niet.' De heer Bisschop: "Mijnheer de voorzitter, ik maak me niet bang. Ik wil graag besluiten nemen op basis van wijze onderzoeken. Niet van hiërarchie of van dingen die op straat gezet werden. Ik wil waarheidsgetrouwe gegevens hebben, waar dan op
Notulen raad 25-06-2013/pagina
67 van 80
-68-
basis daarvan ik een wijs besluit zou kunnen nemen. Dat is geen angst, dat is realiteit." De heer Bogerd: "De winkeliers hebben het hartstikke moeilijk." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, toch even bij interruptie. Ik denk dat het punt wat mijnheer Bisschop aanstipt, dat is een terecht punt. Dat zijn discussies die in veel gemeenten gevoerd worden. Je krijgt dan in feite de kleine ondernemers, het MKB, dat aan de ene kant staat en het grootbedrijf dat aan de andere kant staat. Daar gaat het over. Ik denk datje daar dan een hele goede belangenafweging van moet maken. Dat kan inderdaad, een zondagsopenstelling, dat kan gevolgen hebben voor het MKB en misschien ook hoe zich dat in de toekomst gaat ontwikkelen. Dus ik denk dat je dan heel goed als raad moet weten van, nu dit en dit zijn de gevolgen als we dat gaan doen. Dan heb je volgens ons wel een onderzoek nodig om dan op basis van feiten inderdaad een beslissing te kunnen nemen. Daar zijn dan allerlei varianten en gradaties mogelijk. Ik denk dat dat onderzoek zoals dat door Gemeentebelangen en W D wordt voorgesteld, dat dat een goede zet is. Laat het maar eens duidelijk op tafel komen." De voorzitter: "Daarmee gaan wij nu het debat afronden. De punten zijn helder. Zijn er nog andere vragen? Mijnheer de Laat." De heer De Laat: "Ik zit al een hele tijd met mijn vinger omhoog. U kijkt allemaal links en rechts en...." De voorzitter: "Als u maar over iets anders begint graag." De heer De Laat: "Ja, ik wil ook over iets anders beginnen. Kijk, het enige wat wij mee willen geven met deze motie is dat wij het er heel goed over eens zijn. Alleen wij willen de wethouder nog even een steun in de rug geven, door te zeggen van, Gemeentebelangen is voor. Dat we daar direct, als we in het besluitvormende komen, dat ze dan iets meer heeft. Dat ze dan weet hoe wij er tegenover staan. Een ding moet mij eventjes van het hart. De vorige keer toen wij het hierover hadden, hebben wij als Gemeentebelangen aangegeven om op zondag vrij te parkeren en gratis te parkeren. Toen zijn wij door een partij, die het op dit moment zelf voorstelt om te doen, eigenlijk teruggefloten. Zodoende heeft dat het toen niet gehaald. Wij vinden het een beetje vreemd dat Gezond Burger Verstand nu voor is en dat zij tegen waren toen wij het voorstelden. Anders had het nu al aan de orde geweest." De voorzitter: "Dank u wel. We gaan even niet terugkijken naar het stemgedrag bij parkeren, de moties. Het is tijd om de portefeuillehouder aan het woord te laten. Mevrouw Bode, ga uw gang. Mijnheer Velds, bedankt voor uw bijdrage." Wethouder Bode: "Dank u wel, voorzitter. Het is al de andere dag inmiddels." De voorzitter: "U heeft nog twee minuten." Wethouder Bode: "Oké, dan loopt mijn klok voor. Zoals in de nota is aangegeven gaat dit voorstel om een technische wijziging en de bestaande vrijstelling van de Winkeltijdenwet moet worden vastgelegd, anders zijn wij in overtreding. Daarna gaan wij aan de slag om eventuele uitbreiding van de winkeltijden te onderzoeken. Dat staat ook in de nota. Dat doen wij voor, mijnheer Velds en ik heb het tijdens de Perspectiefnota al aangegeven, doen wij vooral in overleg met de ondernemers.
Notulen raad 25-06-2013/pagina
68 van 80
-69-
Oftewel de ondernemers kunnen dan aan de voorkant invloed uitoefenen. Dat doen wij, voorzitter, om de volgende redenen. Mijnheer Velds trekt dat weliswaar in twijfel, maar er moet gewoon een goede belangenafweging aan ten grondslag liggen anders bestaat het risico op onderuit gaan in juridische procedures. De Tweede Kamer heeft bij wetswijziging hier al extra aandacht voor gevraagd. Zij hebben ook een initiatiefwetsvoorstel ingediend. Wat ook is ondersteund en aangenomen. Dus de gemeente Oosterhout loopt hier echt niet achter in. Misschien hebben andere gemeenten dit al eerder vastgesteld, maar wij gaan dit nog doen. Dit moet dus leiden tot beleid waarin de meerderheid zich in ieder geval kan vinden. Als we nu hals over kop een eenzijdig besluit gaan nemen, is de kans groot dat Oosterhout aansluit bij de rijtjessteden waar momenteel op zondag evenveel winkels open als dicht zijn. Wat als buitengewoon ongezellig wordt ervaren en dus absoluut geen visitekaartje is voor de stad. De consument weet het ook niet meer, voorzitter. Kleine winkeliers worden er de dupe van. Het is juist onze bedoeling om dit in goed overleg met de winkeliers te doen om onze economie in de stad niet kapot te maken. Dus kort samengevat, voorzitter, wij gaan aan de slag met de ondernemers. Zodat wij later dit jaar terug kunnen komen naar uw raad met een goed gedragen voorstel. Wij zijn hier in Oosterhout in de gunstige omstandigheid dat we maar drie winkeliersverenigingen hebben, die overigens heel goed met elkaar samenwerken. Om even een voorbeeld van Veenendaal aan te halen. Daar hebben ze er zeven. Wij gaan ook in overleg met de supermarkten, met de bouwmarkten en tuincentra. Het zou best kunnen zijn dat de supermarkten straks kiezen voor iedere zondag open en de binnenstad bijvoorbeeld niet. Dat is dus allemaal mogelijk. Volgende week komt er in het college, want ik wil even duidelijk maken dat we er echt haast mee maken, volgende week ligt er in het college een nota om aan het college voor te stellen dat we een brede discussie willen gaan voeren met de detailhandel. Ik wil proberen in ieder geval voor december, want in december lopen ook de contracten af met de supermarkten. Ik wil proberen om in oktober in uw raad terug te komen met een voorstel. Waarin alle onderzoeken zijn meegenomen. Waar de winkeliers dan ook achter kunnen staan." De voorzitter: "Dank u wel, wethouder Bode. Tweede instantie, wie? Mijnheer Bogerd, Gezond Burger Verstand, mijnheer Noltee." De heer Bogerd: "Ik had nog een vraag gesteld." De voorzitter: "Die nemen we mee, als u het goed vindt." Wethouder Bode: "Over die Turkse bakker. Ja, daar is ontheffing voor verleend destijds." De heer Bogerd: "De ontheffing was voor vrijdag zou hij dan dicht zijn, maar hij is gewoon zeven dagen open hoor." Wethouder Bode: "Wat zegt u?" De heer Bogerd: "Er was ontheffing voor, hij zou dan op vrijdag dicht zijn, maar hij is gewoon zeven dagen open." Wethouder Bode: "Dat zou ik niet weten, dat zou ik na moeten vragen. Daar weet ik niets van." De heer Bogerd: "Het is wel zo."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
69 van 80
-70-
De voorzitter: "Heeft u nog andere vragen of opmerkingen? Niet? Dan dank ik u. Mijnheer Noltee, Groen Brabant, mijnheer Velds noteer ik ook. Gaat u gang." De heer Noltee: "Voorzitter, wij hebben niets gezegd hier. Ik verwonder mij zeer met deze discussie, zo'n klein landje, zo'n klein stadje. Ik heb zo eens zitten kijken in Antwerpen op zondag alle winkels dicht. Berlijn op zondag, alle winkels dicht. Parijs op zondag, alle winkels dicht. Hier zitten wij te discussiëren over iets, nu ja het slaat gewoon nergens op. Ik vraag me een ding af, voorzitter, die motie van W D en Gemeentebelangen daar wordt iets verzocht. Ik ga het niet opnoemen want iedereen kan het lezen. Hierbij dient men rekening te houden. Mijn vraag is of dit in feite wel kan? Of datje kunt onderzoeken datgene waar men rekening mee moet houden als dat beaamt wordt door dezen of genen, dan zijn wij voor de motie. Voor deze is het nog steeds dat wij er ons bedenkingen bij hebben." De voorzitter: "Mijnheer Melsen, W D . " De heer Melsen: "Voorzitter, als ik daar even op kan reageren naar mijnheer Noltee toe. Zoals ik ook in mijn bijdrage al aangaf is dit een redelijk technisch punt. In de gemeenteraad van Eindhoven hebben ze een soortgelijke motie aangenomen. Dat heeft onder andere met die belangenafweging te maken die de gemeenteraad moet maken. Daar staan die punten in genoemd. Vandaar dat wij die hier ook netjes hebben opgesomd." De heer Noltee: "Oké, dat kan wel zijn dat ze dat in Eindhoven opgesomd hebben, maar ik bedoel is dat werkelijk onderzocht? Is daar wat meegedaan?" De heer Melsen: "Ja, dat is onderzocht. Uiteindelijk heeft de raad die punten ook mee kunnen nemen in hun afweging." De voorzitter: "Dank u wel. Dat was mijnheer Noltee. Of had u nog een vraag? Niet? Mijnheer Kastelijns, gaat uw gang, Gemeentebelangen." De heer Kastelijns: "Dank u wel, voorzitter. De wethouder gaat in op de motie, dat ze het belangrijk vindt. Ze gaat het goed onderzoeken etc., etc. Vervolgens zegt ze in diezelfde bijdrage en dan gaat ze eigenlijk in op de inhoud van het onderzoek al. Stel dat 50 procent het niet wil en de andere 50 procent. Dan zou dat slecht zijn voor de winkelstad. Dat vind ik een hele lastige wat de wethouder daar zegt. Ik vind dat de wethouder gewoon heel goed moet gaan luisteren naar de ondernemers. Hier vooral zelf eigenlijk geen mening zou moeten hebben. Het wordt dan een hele lastige omdat er een fifty, fifty zit. Wanneer doe je het dan goed? Neem dat in ieder geval goed mee. Want je stelt 50 procent teleur en 50 procent stel je niet teleur. Dat is een hele, hele lastige. Daar vindt mijnheer Velds mij in ieder geval terug." De heer Noltee: "Mijnheer Kastelijns, dat staat toch in de motie." Wethouder Bode: "Voorzitter, ik wil daar even op reageren." De voorzitter: "Even de interruptie eerst. Gaat uw gang." De heer Noltee: "Mijnheer Kastelijns, datgene wat u nu weer zegt voor de vijfde maal, dat staat toch ook in de motie of niet? Rekening te houden met de belangen van de ondernemer en de consument."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
70 van 80
-71-
De heer Kastelijns: "Luister, mevrouw Bode ging al in op het feit als er 50 procent niet en 50 procent wel meedeed. Dat zou slecht zijn voor de winkelstad. Dat zei ze, ze gaat dan in op de inhoud. Daar heb ik van gevraagd, doe dat alstublieft niet." De voorzitter: "Dank u wel. Ik had nog een vraag staan van de heer Velds. Mijnheer Velds, ga uw gang. Stel uw vraag." Wethouder Bode: "Ik wil eerst even reageren op mijnheer Kastelijns, anders vergeet ik het weer. Het is al wat later; voorzitter." De voorzitter: "Gaat uw gang." Wethouder Bode: "Ik wil even op de heer Kastelijns reageren. Want mijnheer Kastelijns die heeft het over fifty, fifty. Dat heb ik niet gezegd, maar dat maakt even niet uit. Ik heb gezegd, we gaan met de winkeliers praten. Stel nu dat er uit gaat komen dat, ik zeg nu maar even iets, 60 procent het wel wil en 40 procent niet. Dan kom ik naar uw raad en dan komen wij met een voorstel. Stel dat dat voorstel zal zijn van, dan doen wij het maar niet. Want 40 procent wil het niet. Dan is het nog aan uw raad om te besluiten of u het wel of niet wil. Ik heb alleen gezegd dat ik het belangrijk vind om degenen waar het om gaat, om daarmee in gesprek te gaan en hun aan de voorkant mee te nemen. Juist om te zorgen dat wij onze winkelstad hier niet kapot gaan maken. Ik ben het met u eens, de ene winkelier Ik heb deze week mijn oor goed te luisteren gelegd in de winkelstad. Ik heb het aan heel veel winkeliers gevraagd. Er zijn heel veel winkeliers die het niet willen. Er zijn ook winkeliers die hier in Oosterhout zitten, maar ook in Breda zitten. Zij vragen of wij het alstublieft niet willen doen omdat het in Breda geen succes is. Er zijn ook winkeliers die zeggen tegen mij, als u wilt dat er een echtscheiding komt in mijn gezin, dan moet u de winkels openhouden. Ik geef maar aan.." De heer Kastelijns: "U gaat weer in op de inhoud. Ik heb gevraagd dat niet te doen." Wethouder Bode: "Ik geef alleen maar aan dat u uiteindelijk mag besluiten, mijnheer Kastelijns.' De voorzitter: "Wij laten het hier echt even bij zitten deze discussie. Ik ga naar mijnheer Velds die nog een vraag wilde stellen. Ga uw gang.' De heer Velds: "Nee, ik wilde geen vraag stellen. Ik wil gewoon gebruik maken van mijn tweede termijn, voorzitter." De voorzitter: "Ook prima, dat is een combinatie van beide. Ga uw gang." De heer Velds: "Ik constateer namelijk dat de wethouder op dezelfde voet doorgaat als bij de Perspectiefnota. Dat is dat zij wil blijven beslissen voor andere mensen of ze open willen zijn of niet. Er worden nu zelfs al echtscheidingen bijgesleept. U weet dat ik uit de horeca kom. Daar kan ook iedere ondernemer keurig bepalen wanneer hij zelf open is en wanneer niet." De heer Ketting Olivier: "Voorzitter, bij interruptie."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
71 van 80
-72-
De heer Velds: "Dat heeft verder, volgens mij, helemaal geen enkel bezwaar om het inderdaad aan de markt over te laten. Echter de wethouder wil voor anderen beslissen. Als zij dat wil, wie ben ik dan om te zeggen dat dat niet mag?" De voorzitter: "Mijnheer Ketting Olivier." Wethouder Bode: "Voorzitter, ik wil even op mijnheer Velds reageren." De voorzitter: "Nee, mevrouw Bode. Er was een interruptie en die laat ik eerst toe. Mijnheer Ketting Olivier, ga uw gang.' De heer Ketting Olivier: "Ja, dank u wel, voorzitter, op het betoog van mijnheer Velds. Hij roept steeds de wethouder wil beslissen. De wethouder beslist helemaal niets. Dat doen wij als gemeenteraad, mijnheer Velds." De heer Velds: "Ik constateer dat de wethouder het graag wil. Want dat constateert mijnheer Kastelijns ook." De heer Ketting Olivier: "Zij geeft net duidelijk aan, tweemaal, ook naar mijnheer Kastelijns, dat wij het gaan beslissen als gemeenteraad. Ik weet niet wat u steeds probeert met mensen de woorden in de mond te leggen. Het werkt niet echt, mijnheer Velds." De heer Noltee: "De wethouder mag ook weieens wat beslissen, mijnheer Velds." De voorzitter: "Wij laten het hierbij. Wethouder Bode, ga uw gang.' Wethouder Bode: "Voorzitter, ik constateer dat mijnheer Velds het niet met mij eens is, of met het college eens is. Laat ik het zo eens even uitdrukken. Want het is uiteindelijk een collegebesluit. Mijnheer Ketting Oliver zei dat zojuist al. Mijnheer Velds ziet het dat ik beslis voor de winkeliers. Ik zie het dat hij het beslist voor de winkeliers. Dus daar worden we het niet eens." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Melsen, W D , had nog een vraag." De heer Velds: "Voorzitter, mag ik daar nog even op reageren? Want wij beslissen juist niets. Wij geven alleen maar de vrijheid." De voorzitter: "Mijnheer Melsen, W D . " De heer Melsen: "Dank u wel, voorzitter. Ik combineer mijn vraag en mijn tweede termijn, dat scheelt. Ik had in onze bijdrage nog een opmerking over de nachtwinkels. Want ook daar verruimen de mogelijkheden. Wij zijn benieuwd of het college daar medewerking aan wil verlenen aan het onderzoek? Het tweede punt. Dat is dat we de motie, u geeft zelf aan de raad beslist erover, wel overeind houden. Zodat de raad vandaag in ieder geval een uitspraak kan doen hoe ze daar verder mee wil met dit onderzoek. Voor de rest hebben wij heel veel vertrouwen in het onderzoek wat plaats gaat vinden. Wij hopen op een duidelijke uitkomst zodat wij als raad een goede afweging kunnen maken." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer De Laat nog een vraag of een opmerking?" De heer De Laat: "Wij willen graag een paar minuutjes schorsing als het kan."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
72 van 80
-73-
De voorzitter: "Ja, niet nadat wethouder Bode nog iets heeft kunnen zeggen, als zij dat wilt. Reactie op mijnheer Melsen." Wethouder Bode: "U vraagt over de nachtwinkels wat daar de mening over is. Wij gaan dat onderzoeken. Wij hebben destijds in het college besloten om geen nachtwinkels toe te staan. Dit om ons moverende redenen. Wij gaan dat onderzoeken. Want dat wordt in de motie meegenomen. Dus alles wordt meegenomen." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Van Opzeeland, Partij van de Arbeid." De heer Van Opzeeland: "Voorzitter, voordat wij overgaan tot een schorsing die net aangevraagd is, zouden wij willen vragen aan W D en Gemeentebelangen om even te kijken naar het verzoek. Want zoals wij hem lezen dan kunnen wij onderzoeken wat wij willen, maar de uitkomst wordt verruimen. Volgens mij is dat niet de bedoeling van deze motie. Wij doen een voorstel om na het woordje zondagopenstelling in het verzoek, de woorden op te nemen al dan niet te verruimen." De heer Van der Zanden: "Ik zou dat verzoek van de heer Van Opzeeland graag willen onderschrijven." De voorzitter: "Denk er even over na, W D . " De heer Melsen: "Voorzitter, wij hebben snel even gekeken. Dat is prima. Dat kunnen we doen. Zodat de uitkomst in ieder geval nog niet vaststaat, maar dat we als raad een afweging kunnen maken." De voorzitter: "Dank u wel. Dan hebben wij gediscussieerd in twee instanties. Vijf minuten schorsing voor intern overleg. Vergadering is geschorst." SCHORSING De voorzitter: "De vergadering is heropend. De schorsing was aangevraagd door de W D . Pardon, door Gemeentebelangen, mijnheer De Laat. Mijnheer De Laat. Ga uw gang. U had de schorsing aangevraagd, ga uw gang." De heer De Laat: "Ik wil graag mededelen dat Gemeentebelangen de motie boven tafel gaat en dat wij niet akkoord gaan met het amendement, dat we dat niet ondersteunen. Wij willen graag even wachten tot oktober tot de wethouder met het resultaat komt." De voorzitter: "Dank u wel. Dan hebben wij gediscussieerd in twee instanties. Mijnheer Bisschop." De heer Bisschop: "Is het mogelijk dat we nu een stemverklaring geven? Is dat de bedoeling?" De voorzitter: "Dat wou ik net gaan doen, ja. Aan u de eer om te beginnen. Wij hebben mijnheer Schuur nog staan van het CDA, eigenlijk moet die als eerste, maar begint u maar."
Notulen raad 25-06-2013/pagina
73 van 80
-74-
De heer Bisschop: "Nee, laat mijnheer Schuur maar voorgaan." De heer Schuur: "Voorzitter, wij hadden de notitie gelezen en wij zien helemaal geen heil in die motie. Want volgens mij stond er al in dat de wethouder het zou gaan uitzoeken en we er in oktober over zouden gaan praten en te horen zouden krijgen wat er dan uit zou komen. Wij hebben ook geen behoefte aan het amendement van D66. Dat vinden wij nu typisch een voorbeeld van hoe D66 tegen de samenleving aankijkt, namelijk ieder voor zich en enige solidariteit ontbreekt onder mensen onderling. Wij denken dat winkeliers een beslissende stem moeten hebben. Voor ons blijft zondagsrust nog steeds ook belangrijk. Wij zullen voor het voorstel stemmen." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Bisschop, Partij van de Arbeid." De heer Bisschop: "Wij stemmen natuurlijk ook voor het voorstel. Wat betreft de motie, die zullen wij ook ondersteunen omdat dat eigenlijk hetzelfde is wat de wethouder heeft toegezegd in de nota. Dit is een steun in de rug. Dus dat bijt elkaar niet. Dus om daar een extra steuntje te geven ondersteunen wij die. Het amendement daar staat een besluit in zoals wij dat niet in het collegeakkoord hebben afgesproken. Dus daar kunnen wij niet in mee gaan." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Melsen, W D . " De heer Melsen: "Wij sluiten wat dat betreft aan bij de wijze woorden van de heer Bisschop." De voorzitter: "Dank u wel. Ik ga het rijtje af. Andere stemverklaringen? Mijnheer Noltee, Groen Brabant." De heer Noltee: "Voorzitter, wij steunen het voorstel. Wij steunen ook die motie als steuntje van voren. Want er is al een steuntje van achter gegeven. Dus er moet ook een steuntje van voren. Want anders valt onze wethouder ondersteboven. Dat willen wij niet. Dus wij steunen die motie en ook het voorstel." De voorzitter: "Deze wethouder valt zo gauw niet om, maar hartelijk dank. Mijnheer Van der Zanden, GroenLinks, ga uw gang." De heer Van der Zanden: "Voorzitter, wij zullen het voorstel steunen. Ik denk dat het belangrijk is dat wanneer dit onderwerp een keer terugkomt op de agenda dat er dan een goede en degelijke informatie beschikbaar is om een duidelijk besluit te nemen. Wat dat besluit dan ook is. Dus daarom zullen wij voor de motie zijn en tegen het amendement." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Vissers, Socialistische Partij." De heer Vissers: "Dank u wel, voorzitter. Het is, denk ik, wel redelijk bekend dat de SP geen voorstander is van zondagopeningen. Wij zullen voor het voorstel stemmen, tegen de motie en zeker tegen het amendement." De voorzitter: "Dank u wel. Mijnheer Velds, D66." De heer Velds: "Voorzitter, wij zullen uit solidariteit zullen wij voor het amendement stemmen. Wij zullen tegen het voorstel stemmen. Uiteindelijk zullen wij voor de motie
Notulen raad 25-06-2013/pagina
74 van 80
-75-
stemmen omdat het altijd beter iets dan niets is. Solidariteit gaat ook op als je over moties stemt ten aanzien van kwijtschelding." De voorzitter: "Dank u wel. Andere stemverklaringen nog? Ik kijk nog een keer rond. Niet? Dan gaan wij nu over tot besluitvorming. Wij beginnen met het amendement. Het amendement van D66 en Onafhankelijke Fractie. Stemmen bij handopsteken. Graag handen op wie voor dit amendement is? Dat zijn de fracties van D66, Onafhankelijke Fractie en Gezond Burger Verstand. Tegen zijn de fracties van SP, GroenLinks, Oosterhout Anders, Groen Brabant, Gemeentebelangen, Partij van de Arbeid, CDA en W D . Het amendement is verworpen met 7 stemmen voor en 22 stemmen tegen. Het besluit zelve, ook met handopsteken. Wie is voor het besluit? Het besluit is aangenomen met de stemmen van D66 , de Onafhankelijke Fractie en Gezond Burger Verstand tegen. Besluit is aangenomen met 22 stemmen voor en 7 stemmen tegen. Dan de motie, wie is voor de motie? Motie is aangenomen met de stemmen tegen van CDA en SP. Motie is aangenomen met 25 stemmen voor en 4 tegen." Amendement A op raadsnota BI. 030037 van D66 en Onafhankelijke Fractie is verworpen met de stemmen voor van: D66 (2), Onafhankelijke Fractie (1) en Gezond Burger Verstand (4). Raadsnota BI. 0130037 is aangenomen met de stemmen tegen van: D66 (2), Onafhankelijke Fractie (1) en Gezond Burger Verstand (4). Motie 1 op raadsnota BI. 0130037 van W D en Gemeentebelangen is aangenomen met de stemmen tegen van: SP (1) en CDA (3). De voorzitter: "Daarmee zijn wij aan het eind van de vergadering gekomen. Hartelijk dank iedereen. Wel thuis. Wie nog na wil blijven is van harte welkom. Allemaal een prettige vakantie. De vergadering is gesloten."
SLUITING
Notulen raad 25-06-2013/pagina
75 van 80
-76-
Amendement A op raadsnota BI. 0130033 Van W D en Gemeentebelangen Ondergetekenden, J. Ketting Olivier, raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van de W D , W. Hoosemans, raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van Gemeentebelangen, dienen met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout het volgende amendement in: De raad van de gemeente Oosterhout in vergadering bijeen op 25 juni 2013 en kennis genomen hebbende van raadsnota BI. 0130033, Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening (APV); Overwegende dat: « « «
de Markt een belangrijke en aantrekkelijke plek in de stad is voor winkelend publiek,evenementen, horeca en de weekmarkt; uitbreiding van de mogelijkheden voor activiteiten van bijvoorbeeld een kraam op het eigenterras van een ondernemer beperkt zijn; deze extra mogelijkheden een vergroting van de beleving voor het winkelend publiek kunnen bewerkstelligen.
Besluit: Raadsnota BI. 0130033 vast te stellen, onder de voorwaarde dat, in het standplaatsenbeleid c.q. beleid voor terrasvergunningen, c.q. exploitatievergunningen er zodanige regels worden opgenomen dat er meer mogelijkheden worden gecreëerd voor ondernemers gevestigd aan de Markt, waaronder activiteiten, evenementen, kramen etc. op het eigen terras van de ondernemer. En gaan over tot de orde van de dag. w.g. J. Ketting Olivier (WD) W. Hoosemans (Gemeentebelangen)
Notulen raad 25-06-2013/pagina
76 van 80
-77-
Mondelinge motie 1 op raadsnota BI. 0130033 Van W D en Gemeentebelangen
Ondergetekenden, J. Ketting Olivier, raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van de W D , W. Hoosemans, raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van Gemeentebelangen dienen met verwijzing naar artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout de volgende motie in: De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 25 juni 2013 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot raadsnota BI. 0130033, Aanpassing Algemene Plaatselijke Verordening (APV); Overwegende dat: « » «
de Markt een belangrijke en aantrekkelijke plek in de stad is voor winkelend publiek.evenementen, horeca en de weekmarkt; uitbreiding van de mogelijkheden voor activiteiten van bijvoorbeeld een kraam op het eigen terras van een ondernemer beperkt zijn; deze extra mogelijkheden een vergroting van de beleving voor het winkelend publiek kunnen bewerkstelligen.
Verzoekt het college: Om binnen het gemeentelijk beleid voor ondernemers, gevestigd aan de locatie van de Markt met een terrasvergunning te kijken naar de mogelijkheden, om binnen hun huidige bedrijfsvoering, op dat terras extra verkoopmogelijkheden te creëren. En gaan over tot de orde van de dag. w.g. J. Ketting Olivier (WD) W. Hoosemans (Gemeentebelangen)
Notulen raad 25-06-2013/pagina
77 van 80
-78-
Motie 1 op raadsnota BI. 0130034 Van de SP Ondergetekende, M.P. Vissers, raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van de SP, dient met verwijzing naar artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout, de volgende motie in: De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 25 juni en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot raadsnota BI. 0130034 Ontwerpbegrotingen gemeenschappelijke regelingen en meer in het bijzonder de ontwerpbegroting van WAVA/IGo; Overwegende dat: » « » »
WAVA/IGo een organisatiestructuur hanteert waarbij enkel regulier personeel wordt ingezet op staffuncties; Andere WSW bedrijven in Nederland voor staffuncties ook gebruik maken van personeel met een SW-status; de keuze van WAVA/IGo voor de huidige structuur leidt tot een hoger bedrag aan personeelskosten voor de staffuncties; WAVA/IGo nu met bezuinigingsvoorstellen komt die vooral de werkvloer raken terwijl de staf buiten schot lijkt te blijven.
Verzoekt het college: in haar rol als deelnemer aan het bestuur van WAVA/IGo! aan te dringen op zodanige aanpassing van het personeelsbeleid en de organisatiestructuur dat ook voor staffuncties personeel met een SW-status kan worden ingezet. En gaat over tot de orde van de dag. w.g. M.P. Vissers (SP)
Notulen raad 25-06-2013/pagina
78 van 80
-79-
Amendement A op raadsnota BI. 0130027 Van D66 en Onafhankelijke Fractie Ondergetekenden M.F. Velds en G.A.H.M.Oomen, raadsleden van de gemeente Oosterhout voor de fracties D66 en de Onafhankelijke Fractie, dienen met verwijzing naar artikel 36 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout volgende amendement in: De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 25 juni 2013 en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot agendapunt BI. 0130037 3 Wijz:iging Verordening op de Winkeltijden+ e
Overwegende dat: » » « « «
er geen enkele reden meer bestaat om ondernemers te verbieden om hun winkel ook op zondag te openen juist landelijke wetgeving is vastgesteld, waardoor het mogelijk is gemaakt dat ook openstelling op zondag een keuze van de ondernemer zelf is; in vele omliggende plaatsen de winkeltijden naar aanleiding van de veranderde landelijke wetgeving wel veranderd worden; het daarom uit concurrentieoverwegingen voor de Oosterhoutse binnenstad onverstandig zou zijn om de mogelijke openstelling op zondag te blijven verbieden; er altijd een grote meerderheid van de consumenten aangeeft voor ruimere openingstijden te zijn.
Besluit: «
»
De 3 wijziging van de Verordening op de winkeltijden 1996' vast te stellen, met dien verstande dat artikel 2 Zon- en feestdagenregeling als volgt wordt gewijzigd: "De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid onder a en b van de wet, gelden niet op zon- en feestdagen"; Lid 2 te laten vervallen. e
En gaan over tot de orde van de dag. w.g. M.F. Velds (D66) G.A.H.M. Oomen (Onafhankelijke Fractie)
Notulen raad 25-06-2013/pagina
79 van 80
-80-
Motie 1 op raadsnota BI. 0130037 Van W D en Gemeentebelangen Ondergetekende, D.F.J. Melsen, raadslid van de gemeente Oosterhout voor de fractie van de W D , dient mede met W. Hoosemans van de fractie Gemeentebelangen en met verwijzing naar artikel 37 van het Reglement van Orde voor de gemeenteraad van Oosterhout de volgende motie in: De raad van de gemeente Oosterhout, in vergadering bijeen op 25 juni en gehoord hebbende de beraadslagingen met betrekking tot raadsnota BI. 0130037 3 wijziging Verordening op de winkeltijden 1996; e
Overwegende dat: « gemeenten per 1 juli 2013 ruimere mogelijkheden hebben voor zondagsopening; » er op dit moment drie supermarkten zijn die een ontheffing hebben om op zondag vanaf 16.00 uur op te zijn; « alle supermarkten in Oosterhout mee geloot hebben voor deze ontheffing; « de consument heeft aangetoond de openstelling van deze branche op zondag erg te waarderen. Verzoekt het college: Na onderzoek en afstemming met de markt met een voorstel naar de gemeenteraad te komen om de mogelijkheid om voor de branche 'winkels waar uitsluitend- of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht' de zondagsopenstelling te verruimen. Hierbij dient men rekening te houden met: » »
»
de belangen van de ondernemer en de consument; de werkgelegenheid en de economische bedrijvigheid (met inbegrip van het belang van de winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel); de zondagsrust;
»
de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde.
En gaan over tot de orde van de dag. w.g. D.F.J. Melsen (WD) W. Hoosemans ( Gemeentebelangen)
Notulen raad 25-06-2013/pagina
80 van 80