Verenigingsverslag over het jaar 2005 1.
Inleiding Net als in het voorafgaande jaar was 2005 voor het internal audit beroep wereldwijd een intensief jaar met snelle ontwikkelingen. Het in 2003 door het bestuur geformuleerde beleidsvoornemen om te groeien, zowel in ledenaantal als activiteiten, kwam dit jaar tot uitvoering met goede resultaten. Voor de leden werd het aanbod van mogelijkheden tot het opdoen van vaktechnische kennis en kwaliteit van de beroepsuitoefening uitgebreid. Ook in de externe profilering van het beroep werden concrete stappen gezet. Deze verbreding van activiteiten kon worden gerealiseerd door de inzet van vele vrijwilligers alsmede een uitbreiding van de bureaustaf. Het financiële resultaat was positief en legde de basis voor de mogelijkheid van verdere groei.
2.
Externe ontwikkelingen Eind december 2004 werd de Nederlandse corporate governance code (ook wel de Tabaksblat code genoemd) wettelijk verankerd en aangewezen als gedragscode. Vlak daarvoor was een Monitoring Commissie Corporate Governance Code ingesteld - naar haar voorzitter ook wel de Commissie-Frijns genoemd – met de taak de actualiteit en bruikbaarheid van de Tabaksblat code te bevorderen en de naleving ervan door de Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen te bewaken. Op 20 december 2005 is het eerste rapport van de Monitoring Commissie aan het kabinet overhandigd. Deze rapportage had betrekking op het boekjaar 2004, het eerste boekjaar waarin naleving van de Code voor Nederlandse beursgenoteerde vennootschappen verplicht is. De Commissie was positief over de naleving van de Code, met name bij de AEX- en AMX-fondsen. Het overwegend positieve beeld ten aanzien van de naleving wil niet zeggen dat op een aantal punten geen verbeteringen mogelijk zijn: in het rapport kwamen deze punten expliciet aan de orde. Internal audit kwam in de rapportage echter niet of nauwelijks aan de orde. e
In september 2005 werd door het Europees Parlement de 8 Richtlijn goedgekeurd (ook wel “EuroSOx” genoemd) die het antwoord diende te zijn op de Europese beursschandalen. Deze Directive moest het vertrouwen van investeerders herstellen, zonder onnodig gecompliceerde regels te stellen voor accountants en bedrijven. Overigens laat de richtlijn de specifieke regels voor corporate governance over aan de lidstaten en werd de wens om een audit committee verplicht te stellen dus ook doorverwezen. In Nederland leed de invoering van de nieuwe Wet toezicht accountants (Wta) steeds weer uitstel en in het kielzog daarvan ook het inzicht over de uitvoering van het toezicht (specifiek door de Autoriteit Financiële Markten). Dat was met name voor het NIVRA erg lastig, omdat die haar eigen regelgeving hierop moest aansluiten. Gedurende het hele jaar was bij het NIVRA de commissie Pluriformiteit actief om het NIVRA als pluriforme organisatie te herdefiniëren, enerzijds in het licht van de publiekrechtelijke taak (met als leidraad de Wta) en anderzijds als dienstverlener met privaatrechtelijk karakter, waarbij alle verschillende groeperingen onder de leden zich in de organisatie dienden te herkennen. Een eerste concept werd via ledenraadplegingen getoetst. Het eindrapport “Sterk en Divers” werd in december door de NIVRAledenvergadering goedgekeurd en vormt de basis voor een nadere herinrichting in 2006. Daarbij zal INTAC een zwaardere rol krijgen.
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 1 van 9
Bij IIA Inc. werd ook een nieuw beleidsplan aangenomen waarin voor de periode 2005– 2007drie hoofddoelen werden vastgelegd: - To be the recognized voice for the internal audit profession; - To develop and sustain the internal audit profession globally through appropriate infrastructure, coordination, support and communication; - To provide exceptional service to IIA members. De missie werd hergedefinieerd als: The mission of The Institute of Internal Auditors is to provide dynamic leadership for the global profession of internal auditing. Activities in support of this mission will include, but will not be limited to: - Advocating and promoting the value that internal audit professionals add to their organizations; - Providing comprehensive professional educational and development opportunities; standards and other professional practice guidance; and certification programs; - Researching, disseminating, and promoting to practitioners and stakeholders knowledge concerning internal auditing and its appropriate role in control, risk management, and governance; - Educating practitioners and other relevant audiences on best practices in internal auditing; and - Bringing together internal auditors from all countries to share information and experiences. 3.
Bestuur en commissies Het bestuur bestond in de eerste helft van het jaar uit Thijs Smit (voorzitter), Frans Wolf (vice-voorzitter), Heiko van der Wijk (secretaris), John Zeeman (penningmeester), Peter Bartholomeus, Sytske Breedveld-Krans, Jan Grooten, Henk Post en Lex Steenbergen Bij de algemene ledenvergadering op 26 mei te Utrecht trad Lex Steenbergen af. In diezelfde vergadering werden Ron Alsen en Fred Steenwinkel als nieuwe bestuursleden benoemd en werden Peter Bartholomeus, Sytske Breedveld-Krans, Jan Grooten en Thijs Smit voor een nieuwe (tweede) termijn benoemd. Naar aanleiding van het in de buitengewone ledenvergadering op 24 november genomen besluit tot voorbereiding van een algehele integratie met de VRO, werd besloten om met ingang van december het voltallige VRO bestuur uit te nodigen de vergaderingen van het algemeen bestuur bij te wonen. Aanvullend werden Arie Bast en Guus van Gameren betrokken bij het dagelijks bestuur (tot dan toe bestaande uit voorzitter, vice-voorzitter, secretaris en penningmeester). In 2005 is er een reorganisatie doorgevoerd van de bestuursstructuur. Door het concreet benoemen van secties voor de relevante aandachtsgebieden, met een linking pin vanuit het bestuur per commissie, wordt beter tegemoetgekomen aan het vrijwilligersaspect van de vereniging en wordt de schaarse tijd van bestuurs- en commissieleden naar verwachting optimaal benut. De reorganisatie zal na enige tijd worden geëvalueerd. Operationele verenigingszaken worden behandeld in het dagelijks bestuur van de vereniging, met periodiek een korte terugkoppeling aan het algemeen bestuur. Het Algemeen Bestuur vergaderde 8 maal, op wisselende locaties. In de maandelijkse vergaderingen van het Dagelijks Bestuur werden de lopende operationele zaken behandeld en de vergaderingen van het Algemeen Bestuur voorbereid. Ook de bestuurssecties op de terreinen Communicatie, Educatie en Vaktechniek vergaderden enkele malen. In april vond de jaarlijkse beleidsbijeenkomst van het bestuur plaats. Hierin werd diepgaand gediscussieerd over een aantal beleidszaken, zowel voor het beroep als de implicaties voor IIA, met het oog op de middenlange termijn (3 jaar). De daaruit voorgekomen kernthema’s werden als input aan de commissies meegegeven voor de
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 2 van 9
opzet van de jaarplannen 2006. Begin november vond een bijeenkomst plaats van het bestuur met alle commissievoorzitters waarin alle afzonderlijke beleidsplannen voor 2006 zijn besproken en afgestemd. Het werd en wordt , met de gestage groei van leden vanuit de Rijksoverheid, van groot belang geacht dat de overheid in alle commissies voldoende vertegenwoordigd is, om te zorgen dat de wisselwerking tussen internal audit(ors) in de publieke en private sector binnen IIA een structureel karakter krijgt. De Commissie Overheid oordeelde zelf dat dit voldoende was belegd zonder haar inbreng en hief zichzelf op; de bestuurssectie vaktechniek streeft ernaar in 206 de commissie nieuw leven in te blazen. Nadat in 2004 de Werkgroep Trainingen verzelfstandigde, is in 2005 die zelfde weg ook ingeslagen door de Werkgroep Congressen. Voor de organisatie van de trainingen, congressen en seminars bestaan nu drie aparte commissies. Aan het begin van het jaar werd, met de afronding van de inventarisatie van de taakstelling en herindeling van de bestaande commissies, besloten een nieuwe Commissie Relatiebeheer op te richten waarin alle relaties – zowel intern (met en tussen de leden) als extern (sponsors, klanten, stakeholders) – worden beheerd en bewaakt. Gedurende het jaar werd de commissie ingericht en een beleidsplan opgesteld dat in 2006 zijn vruchten zal gaan afwerpen In augustus werd onder auspiciën van de CPD een brainstormsessie georganiseerd waaraan dit jaar vertegenwoordigers van alle commissies en bestuurssecties deelnamen, om gezamenlijk te komen tot een coherent jaarprogramma voor 2006. Uitgangspunt van deze brainstormsessie waren de door het bestuur geformuleerde kernthema’s. Bureau De personele bezetting van het Bureau werd in 2005 uitgebreid en bestond uit Nanning van der Hoop (directeur), Milka Lesparre (communicatie en marketing) en Carolina Elferink (administratie). Door het toenemende aantal taken en een verzwaring van reeds bestaande activiteiten, alsmede de snelle groei van het aantal leden en deelnemers aan (een eveneens flink groeiend aantal) evenementen, nam de administratieve druk sterk toe. Daarom besloot het bestuur om te investeren in uitbreiding van het aantal werknemers en kwam er aan het eind van het jaar opnieuw een vacature, voor een management assistent. Ook in 2005 zetelde het Bureau in het gebouw van het Koninklijk NIVRA en maakte daar dankbaar gebruik van de faciliteiten (bureau- en vergaderruimte), ondersteunende logistieke diensten (postverzorging, IT, financiële administratie en catering) en systemen (leden- en evenementenadministratie, onderhoud website). Hoofdtaken van het bureau bleven: - ledenadministratie, - correspondentie, - voorlichting, - (ondersteuning van de) organisatie van evenementen en CIA-examens, - ondersteuning van bestuur en commissies, administratief en beleidsmatig, - verzorging van de uitingen en externe contacten. Daarnaast ging in 2005 extra aandacht uit naar de begeleiding van de voorgenomen integratie met de VRO en het onderzoek naar mogelijkheden van verzelfstandiging van het bureau. Leden Het ledental groeide in 2005 van 1.013 naar 1.427, een groei van zo’n 41%. IIA Inc. e verwelkomde begin 2005 het 100.000 lid en groeide gedurende het jaar door naar ongeveer 115.000 leden. De groei in Nederland is vooral te danken aan de toenemende belangstelling in het afsluiten van groepslidmaatschappen. Eind 2005 viel 54% van de leden onder één van de 14
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 3 van 9
groepslidmaatschappen. De auditdiensten die in 2005 een overeenkomst sloten voor het groepslidmaatschap waren die van Akzo Nobel, CZ Actief in Gezondheid, De Nederlandsche Bank en DSM. Eind 2005 meldden zich voor een groepslidmaatschap in 2006: Ministerie van Binnenlandse Zaken, Ministerie van Financiën, Ministerie van Justitie en Rabobank (inclusief dochterondernemingen de Lage Landen en Robeco). Per 31 december waren 784 personen gewoon lid (55%), 621 personen geassocieerd lid (44%), 20 personen gepensioneerd (1%), en had IIA één erelid. Van deze leden voerden 675 personen de RA-titel, 171 de RO-titel, 230 de RE-titel en 295 de CIA-titel (op een totaal aantal van meer dan 50.000 wereldwijd). Combinaties van deze titels komen veel voor, maar zijn niet in deze cijfers meegenomen. Er werd in 2005 twee keer een ledenvergadering gehouden, op 26 mei te Utrecht en op 24 november te Amsterdam. In de ledenvergadering van mei werden de jaarcijfers van 2004 goedgekeurd en de begroting en de contributietarieven voor 2005 vastgesteld; ook werd de intentie van het bestuur tot een volledige integratie met de VRO uitgesproken. In de ledenvergadering van november waren de belangrijkste onderwerpen de ontvlechting met het NIVRA en het voornemen tot integratie met de VRO, dat unaniem werd goedgekeurd. Financiën De contributie voor 2005 werd in de ledenvergadering in mei definitief vastgesteld op 140,- voor zowel gewone als geassocieerde leden. Gepensioneerden betaalden een contributie van 48,-. De staffel voor de berekening van de contributie voor groepslidmaatschappen bleef ongewijzigd. Het resultaat over 2005 is ten opzichte van 2004 gestegen en uitgekomen op een winst van 92.324. Dit is het gevolg van meevallende opbrengsten op het gebied van de contributies door ledengroei en trainingen, waarvoor de animo veel groter was dan gehoopt. In de kostensfeer zijn er geen tegenvallers te melden, met uitzondering van een toevoeging ad 10.000 aan de voorziening voor dubieuze debiteuren. Een deel van de vorderingen zal door tijdsverloop naar verwachting niet kunnen worden geïncasseerd. In 2006 wordt nog een laatste poging ondernomen om zoveel mogelijk bedragen te incasseren. Leden waaraan in de voorgaande periode contributiefacturen zijn gestuurd, maar die kennelijk geen prijs stellen op een (betaald) lidmaatschap, zullen worden geroyeerd en de vorderingen zullen worden afgeboekt ten laste van de voorziening. Flankerend is het debiteurenbeheer sterk verbeterd en het is niet aannemelijk dat de debiteurenproblematiek opnieuw tot deze omvang kan oplopen. Ten laste van het resultaat over 2005 is een voorziening gevormd van 35.000 voor de extra kosten die de verzelfstandiging met zich mee brengt. Tevens is een voorziening van 10.000 gevormd in verband met de extra kosten van de voorgenomen integratie met de VRO. Het eigen vermogen van de vereniging nam toe tot 235.605 per 31 december 2005. Het streven van het bestuur om het weerstandsvermogen van de vereniging op het niveau van één maal de contributieomvang te brengen is daarmee geëffectueerd. Vervolgens zal nu gestreefd worden om dit weerstandsvermogen te koppelen aan de bruto salariskosten over één jaar van de bureaustaf. Sponsoring In 2005 werd het hoofdsponsorschap van Deloitte met een nieuw driejarig contract verlengd. Overige sponsors van IIA in 2005 waren KPMG, PricewaterhouseCoopers, Robert Half Management Resources en BWise. Vanuit het sponsorschap verzorgde Deloitte een column in Audit Magazine. In samenwerking met BWise werd, samen met Wolters Kluwer, een productdag georganiseerd. Aan het eind van het jaar werden gesprekken aangeknoopt over nieuwe sponsorcontracten met Ernst & Young, Jefferson Wells en Protiviti.
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 4 van 9
In november werd in Kasteel Maurick te Vught weer een President’s Dinner georganiseerd, waar naast externe belangrijke relaties alle actieve commissieleden met hun partners waren uitgenodigd om hen te bedanken voor hun inzet. In totaal namen er 135 personen deel. Jefferson Wells sponsorde het diner. Relaties met andere beroepsgroepen en -organisaties Voor de toegenomen contacten met de internationale organisatie en affiliates word verwezen naar paragraaf 13. VRO De publicatie van de position paper “De internal auditor in Nederland”, waar in het voortraject ook intensief overleg plaatsvond met de gelieerde beroepsorganisaties leidde tot nader bestuurlijk overleg tussen IIA en VRO, gericht op evaluatie van de bestaande samenwerking en de intensivering daarvan. In de samenwerkingsovereenkomst van najaar 2002 werd al gerept van het streven naar een uiteindelijke integratie en beide besturen kwamen tot de conclusie dat de externe ontwikkelingen vroegen om een duidelijk standpunt. Vanaf begin zomer vond er een maandelijks overleg hierover plaats tussen bestuursdelegaties (Thijs Smit en Frans Wolf enerzijds met Guus van Gameren en Arie Bast anderzijds) en werd er een werkgroep opgericht die alle issues voor een integratie in kaart bracht en stuksgewijs begon uit te werken; deze werkgroep bestond uit Arie Bast, Sander van Oosten, Sander Weisz en John Zeeman. Voor de buitengewone ledenvergaderingen van beide verenigingen die rug aan rug plaatsvonden op 24 november werd door deze werkgroep een discussiestuk voorbereid dat leidde tot de vraag aan de leden of zij tot volledige integratie bereid waren. In beide vergaderingen werd deze unaniem positief beantwoord. Dit leidde tot een verdere uitwerking van de benoemde issues. Het streven is om eind 2006 een mogelijke integratie definitief aan de leden voor te leggen. Vanaf december werd de communicatie hierover aan de gezamenlijke leden gestructureerd – zowel via de websites als een gezamenlijke maandelijkse nieuwsbrief. NIVRA Gedurende de tijd waarin het NIVRA haar eigen pluriforme opzet aan het evalueren en herijken was – sinds voorjaar 2004 – heeft het bestuur van IIA daar op diverse momenten inbreng bij geleverd om een aanzet te geven tot gezamenlijke mogelijkheden in een nieuwe structuur. Het NIVRA had meer tijd nodig dan gehoopt en kon nog geen concrete invulling geven aan een nauwere samenwerking. In haar ledenvergadering in december 2005 werd het (intern gerichte) rapport van de NIVRA-commissie Pluriformiteit door de ledenvergadering goedgekeurd en toegezegd dat in de eerste helft van 2006 daaraan concrete uitwerking zou worden gegeven in samenspraak met alle omliggende organisaties waaronder IIA. Geheel los van de gewenste intensivering van de inhoudelijke samenwerking had het bestuur eveneens al langere tijd het voornemen de operationele huisvesting van het bureau te evalueren. IIA had vanaf het eerste begin dankbaar gebruik gemaakt van de huisvesting en dienstverlening van het NIVRA en zonder de goede zorgen van het NIVRA had zeker de eerste jaren IIA hoogst waarschijnlijk niet kunnen uitgroeien tot de krachtige beroepsorganisatie die zij inmiddels is. Nu IIA en ook het bureau een sterke groei vertonen was een inventarisatie van het groeiscenario naar een beroepsorganisatie met een sterk eigen profiel en de daarbij behorende wensen op zijn plaats. Het bestuur installeerde in februari een task force voor dit onderzoek. Deze force heeft zowel gekeken naar de strategische en relationele overwegingen als naar de praktische (met name financiële) implicaties van een eventuele complete verzelfstandiging. Naast zuiver rationele factoren speelden logischerwijs ook emotionele overwegingen een rol in het onderzoek. De uitkomst van het onderzoek was dat, hoewel vanuit zuiver financieel oogpunt minder aantrekkelijk, een verzelfstandiging van het groeiende bureau om een aantal redenen toch was aan te bevelen.
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 5 van 9
Op basis hiervan en overwegend dat er in 2007 met de international Conference in Amsterdam zo veel op de organisatie afkomt dat daar geen andere majeure operaties bij kunnen komen, besloot het bestuur om voorbereidingen te treffen die een zelfstandige huisvesting van het bureau in 2006 mogelijk zouden maken. Tegelijk werd nogmaals met nadruk gestreefd de samenwerking op vakinhoudelijk gebied te intensiveren. INTAC Aan het begin van het jaar werd met INTAC intensief samengewerkt aan de voltooiing van de position paper en leidde ook de opzet van de kwaliteitstoetsing tot geregeld overleg. Met het aftreden van Lex Steenbergen uit het algemeen bestuur, in mei, verviel ook zijn rol als linking pin en deze werd niet direct weer ingevuld; de enige blijvende link lag bij Nanning van der Hoop die als secretaris van INTAC bleef fungeren. Dat kon tot spijt van beide partijen niet voorkomen dat het inhoudelijk contact tussen IIA en INTAC minder intensief werd. Dat werd versterkt door de onzekerheid over de toekomstige rol van INTAC binnen de pluriforme organisatie van het NIVRA, die pas aan het eind van het jaar helder werd. In de ledenraadplegingen van het NIVRA over de pluriformiteit werden overigens wel enige specifieke vragen aan de groep voorgehouden over IIA in vergelijking tot het NIVRA. NOREA Het contact met NOREA speelde zich vooral af op het niveau van geregeld overleg tussen de bureaudirecteuren en een enkele maal tussen de voorzitters. Met 230 RE’s onder de IIA-leden én het feit dat de helft van NOREA’s leden in interne auditdienst werkt lag een dergelijk contact zeker voor de hand. Er werd afgesproken vooral op het gebied van publicaties nauw contact te onderhouden. Tevens gaf NOREA te kennen op termijn voor de in interne dienst werkende RE’s aan te willen sluiten bij de kwaliteitstoetsing van IIA. Big Four In 2005 werden met alle op internal audit gerichte contactpersonen van de Big Four – en ook enkele nieuw opgerichte organisaties in dezelfde sector, zoals Jefferson Wells en Protiviti – enkele gesprekken gevoerd, die niet alleen op de bestaande of nieuwe sponsorovereenkomsten waren gericht, maar juist vooral het vakgebied en eventuele mogelijkheden tot gezamenlijke vakinhoudelijke projecten. Ook werd natuurlijk vooruitgekeken naar (de landsgrensoverschrijdende) mogelijkheden tijdens de internationale conferentie in Amsterdam in 2007. Internationale relaties De internationale contacten werden in 2005 om diverse redenen geïntensiveerd. Vanouds is en bleef IIA Nederland relatief erg sterk vertegenwoordigd in de diverse internationale commissies van IIA Inc.: - Herman Baars in het International Conference Committee - Jeanot de Boer in het Government Relations Committee - Hans Nieuwlands in de Board of Research and Education Advisors - Thijs Smit in het Professional Issues Committee - Fred Steenwinkel in het Academic Relations Committee - Piet Vrolijk in het Ethics Committee Daarnaast speelden ook het vicevoorzitterschap van Hans Nieuwlands bij de EC-IIA en het feit dat zowel hij als Herman Baars sinds eind 2004 tot Ambassadors van The IIA waren benoemd een positieve rol. Het feit dat IIA Nederland als belangrijke speler wordt gezien werd bevestigd door de actieve rol die Thijs Smit aan het eind van het jaar in de internationale benoemingscommissie werd toebedeeld. Natuurlijk heeft de steeds intensiever wordende voorbereiding van de International Conference in 2007 in Amsterdam niet alleen de organisatiecommissie, maar in het verlengde heel IIA-Nederland internationaal in de kijker gezet. Dat IIA-Nederland als voorbeeld wordt gezien moge blijken uit een aantal verzoeken vanuit Europa om uitleg van en ondersteuning bij het opzetten van een succesvol verenigingsapparaat. Met betrekking tot de conferentieorganisatie werd vooral het logistieke deel in steeds meer detail vastgelegd, met advies en ondersteuning van ICS, de Professional Conference
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 6 van 9
Organiser. Daarnaast werden de contouren van het gewenste programma neergezet door een langzaam op volle sterkte gerakende commissie, terwijl ook het marketingbeleid in de steigers werd gezet en er al verkennende gesprekken met potentiële sponsors werden gevoerd. Het programma voor de social delegates en het sociale programma (vooral het grote feest in de Beurs van Berlage) waren aan het eind van het jaar al grotendeels rond. Het budget werd meerdere malen bijgeschaafd en tot in detail doorgenomen. Daarbij werd de organisatie min of meer gestuurd door het internationale Conference Manual en de daarin voorgeschreven rapportagemomenten, tijdens de internationale conferentie in Chicago (juli) en de Mid-year meeting in Orlando (december). Een spannend extra moment was het inspectiebezoek dat wij in april ontvingen van een delegatie van het hoofdbureau en bestuur van IIA Inc. De zeer positieve terugkoppeling mocht leiden tot de conclusie dat de organisatie op de goede weg zat. Van dat bezoek werd ook gebruik gemaakt voor een overleg tussen bestuur en delegatie om de beleidsactiviteiten van IIA-Nederland te bespreken. Op stafniveau werd de in 2004 voorzichtig ingezette intensivering van de internationale contacten uitgebreid. Nanning van der Hoop nam deel aan enkele meetings met zijn internationale counterparts en deed daarbij veel nuttige tips op. Hoofdonderwerpen waren kwaliteitstoetsing, internationale verhoudingen tussen affiliates en IIA Inc., gezamenlijke producten en research en de modernisering van de CIA-examens. Ook in Europees verband werd het overleg tussen de diverse affiliates geïntensiveerd, vooral over contacten met en regelgeving vanuit de EU. Vaktechniek De commissie Vaktechniek werkte gestaag aan een nieuwe samenstelling en nieuwe projectmatige aanpak. In 2005 werden een paar oude projecten nieuw leven ingeblazen en een aantal nieuwe opgezet. De basis bleef gelegen in het internationale Professional Practices Framework, waarbij gestreefd werd de projectplannen zo in te richten dat er vooraf concrete producten werden gedefinieerd. De in gang gezette projecten waren: • Rol internal auditor bij het beheersen van outsourcing-risico’s d.m.v. SAS70; • Compliance; • COSO II; • Interne beheersing en in-control verklaring. Tevens werden reacties geformuleerd op een aantal externe documenten. Voorts werd een begin gemaakt met een systematische manier om de website meer vakinhoudelijke inhoud te geven. Aan de exercities voor het internationale benchmarkinstrument GAIN (Global Auditing Information Network) namen in 2005 een record aantal van 50 Nederlandse auditdiensten mee, verdeeld over de drie subgroepen overheid, financiële industrie en handel, industrie en dienstverlening. Met dit aantal was Nederland buiten de VS de grootste deelnemer; belangrijker was dat deze aantallen een waardevolle nationale benchmark mogelijk maakten. De intensieve overleggen voorafgaand aan en naar aanleiding van de rapportages bleken voor de meeste deelnemers de moeite van de uitgebreide invuloefening meer dan waard. Ook in 2005 werd het platform SOx voortgezet, waarin vertegenwoordigers van Nederlandse bedrijven met een notering aan de New York Stock Exchange (en dus SOxplichtig) met grote regelmaat ervaringen en oplossingen met elkaar uitwisselden. De groep breidde zich gedurende 2005 uit met personen die voor hun bedrijf bezig waren met de implementatie van de code-Tabaksblat. Aan het eind van het jaar werd de aanzet gegeven om vanuit het platform ook guidance te gaan verzorgen en best practices naar buiten brengen. Kwaliteit Na alle voorbereidende werk aan het reglement en de handleiding voor toetsers werd in het voorjaar van 2005 overgegaan tot daadwerkelijke pilottoetsingen. Er vonden er in de loop
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 7 van 9
van 2005 vijf plaats bij bedrijven in diverse sectoren. Deze bleken, zeker in het begin, veel tijd en inspanning te kosten van zowel de toetsers als de commissie, maar leverden ook waardevolle informatie op over (in)efficiëntie van procedures en documenten. Op basis van de eerste pilots werd in juni van het NIVRA-CTK een voorlopige accreditatie verkregen om als koepel te fungeren voor de toetsing van alle RA’s in interne auditdienst. In een vervolggesprek in het najaar bleek echter dat het CTK alle accreditaties had ingetrokken en zich aan het herbezinnen was over een andere vorm van samenwerking en delen van verantwoordelijkheid voor de toetsing. Los daarvan had het bestuur op basis van de eerste evaluaties van de operationele kant van de pilots al besloten te onderzoeken of de uitvoering in een aparte entiteit (meest waarschijnlijk een stichting) kon worden ondergebracht, onder andere vanwege de zware wissel die – ondanks de kostenneutrale uitvoering - op de liquide middelen van de vereniging werd getrokken en de zwaarwegende aansprakelijkheidsissues. Daarbij gold de inmiddels met groot succes draaiende opzet van de Franse zusterorganisatie als mooi voorbeeld. Er werd besloten een dergelijke onafhankelijke inrichting in 2006 op te zetten. Certificering De stijgende lijn in het aantal deelnemers aan de examens voor de Certified Internal Auditor (CIA) titel werd in 2005 voortgezet. In totaal behaalde net als vorig jaar 54 personen de CIA-titel.
MEI NOV
Deelnemers Aantal Titel/Deel behaald Aantal Titel/Deel behaald
134 28 179 26
Part I 82 40 (49%) 113 57 (50%)
Part II 64 33 (52%) 87 56 (64%)
Part III 50 22 (44%) 62 36 (58%)
Part IV 18 12 (67%) 27 20 (74%)
Er blijkt eveneens een toenemende belangstelling te bestaan voor deelname aan de “speciality exams” voor de titels van Certification in Control Self Assessment en Certified Financial Service Auditor (die er bestaat in “smaken” voor banken en voor verzekeringsmaatschappijen). Zeven Nederlandse deelnemers slaagden. Kennisuitwisseling 2005 bleek een zeer succesvol jaar met betrekking tot kennisuitwisseling door middel van het congres en de seminars. Er werden 5 verschillende seminars georganiseerd. De keuze van onderwerpen en sprekers bleek in de meeste gevallen een schot in de roos. Drie van de seminars werden vanwege grote belangstelling meerdere keren herhaald. Met name voor het seminar Projectauditing (door Hans Strikwerda) was veel belangstelling. Met ingang van 2005 wordt er nog maar één congres per jaar georganiseerd. Het jaarcongres op 21 april had de titel “Auditor of Adviseur, een onmogelijke combinatie of een gezond spanningsveld” en werd zeer goed bezocht. Voor 2005 sloot IIA een licentieovereenkomst met IIA Inc. voor het geven van meerdaagse trainingen. Voor deze trainingen verzorgt IIA Inc. inhoudelijk het lesmateriaal. De trainingen worden gegeven door Nederlandse trainers en ook de organisatie ligt in handen van de commissie trainingen. Dit concept bleek zeer goed aan te slaan. In totaal werden er 7 verschillende trainingen gegeven, waarvan er 6 zelfs twee keer. In 2004 was door de commissie onder geïnteresseerden een inventarisatie gemaakt en daaruit op basis van belangstelling, ervaring en educatieve competenties een groep van trainers samengesteld (in combinatie met de beschikbare trainingen). Hieruit werd in 2005 dankbaar en met succes geput. Eind 2005 werd ook besloten tot een licentieovereenkomst met Avans+ die het IIA in 2006 mogelijk maakt meerdaagse CIA trainingen aan te bieden. Deze training is géén typische examentraining met alleen tips & tricks voor het maken van multiple choice vragen, maar de
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 8 van 9
deelnemers krijgen ook de brede achtergronden en de achterliggende methodieken nader uitgelegd. Uitingen en communicatie De IIA website (www.iia.nl) bleef groeien en het aantal maandelijkse bezoekers steeg in 2005 van 2.390 bezoekers ( 68,509 hits) naar 3.111 bezoekers (116.316 hits). In 2005 lag een piek in de bezoekers in de maand april. De redactie en Dialoog uitgevers gaven het Audit Magazine in 2005 een metamorfose. Vanaf het decembernummer werd het magazine in full colour uitgegeven en werd extra aandacht besteed aan foto’s en afbeeldingen. Het bureau vervulde hierbij, met het verzorgen van enige vaste rubrieken, een belangrijke rol. De stijgende lijn in de advertentieverkoop werd voortgezet waarmee het magazine ook een economisch succes blijkt. In de ledenvergadering in juni werd opnieuw een jaarboek gepresenteerd, waarin naast nieuws uit de vereniging en een ledenregister vooral ook alle relevante regelgeving (waaronder prominent de Standards) was opgenomen. Al sinds het commentaar dat IIA in 2003 gaf op de (toen nog concept-)code Tabaksblat werd de noodzaak gevoeld om de positie, taak en rol van internal audit in Nederland met name naar groepen en personen buiten de beroepsgroep te expliciteren. Daartoe werd eind 2003 een werkgroep ingesteld waarin ook bijgedragen werd vanuit INTAC en de overheidsauditors. In het voorjaar van 2004 werd een Studierapport opgeleverd, waarvan de inhoud zeer goed werd geacht om binnen de beroepsgroep zelf de taak en rol helder te maken. Op basis van dit document werd een versie opgesteld voor extern gebruik. Bij de inspraakrondes bleek dat het binnen de beroepsgroep – met veel gedetailleerde maar vaak afwijkende meningen en standpunten –niet gemakkelijk is om tot een eensgezind standpunt te komen. Toch lukte dat en werd in oktober 2004 een eindconcept aan de leden en omliggende beroepsorganisaties voor commentaar voorgelegd. Na de laatste overlegrondes (waarbij met name van de omliggende organisaties nog nuttig commentaar werd verkregen, werd de Position Paper paper “De internal auditor in Nederland” tijdens het congres op 21 april door Thijs Smit uitgereikt aan Jan ten Hoope, ondervoorzitter van de vaste Kamercommissie Financiën. Vervolgens werd het ,behalve aan de leden, breed verspreid aan leden van Raden van Bestuur, Raden van Commissarissen en Audit Committees. Slot Dit verenigingsverslag moge blijk geven van het feit dat IIA Nederland een dynamische vereniging is met vele activiteiten om de kwaliteit van het beroep van internal audit in Nederland te verhogen en dat in 2005 weer een aantal stappen werden gezet om te groeien in omvang en activiteiten.
Maart/april 2006 Heiko van der Wijk (secretaris) Nanning van der Hoop (directeur) Milka Lesparre (communicatie en marketing)
IIA Nederland, verenigingsverslag over 2005, pagina 9 van 9