Toespraak naar aanleiding van het symposium "30 jaar CITES", de handel in met verdwijning bedreigde dieren en planten: een terugblik op 30 jaar toepassing van het CITES in België en in de EU en een blik op de toekomst, maandag 3 maart 2014 - 9.15 u Dames en heren, Ik heet u allen van harte welkom op deze bijzondere dag. We vieren vandaag niet alleen de "World Wildlife Day", waarbij we hulde brengen aan de wereldwijde bescherming van de flora en fauna, maar we grijpen tevens de gelegenheid aan om ook en vooral de 30e verjaardag van het CITES-verdrag in België waardig te vieren. Daarom stellen we u voor om vandaag een blik op het verleden te werpen en een overzicht van de uitvoering van CITES in België en op internationaal vlak te geven, maar ook om aan de toekomst te denken. Op het gevaar af te choqueren, zou ik willen beginnen met te stellen dat in de ideale wereld een instelling als CITES niet zou moeten bestaan. Wanneer een soort op een bijlage van CITES verschijnt, betekent dat immers dat het vijf vóór twaalf is voor zijn overleven, en dat we er om diverse redenen niet in geslaagd zijn om hem te vrijwaren en een duurzame toekomst te bieden. En niets frustreert meer dan soorten van de bijlagen van CITES te moeten zien verdwijnen, niet omdat hun toekomst verzekerd is, maar omdat ze niet meer bestaan. In de werkelijke wereld waarin we leven is CITES absoluut noodzakelijk en draagt het elke dag ertoe bij om die kloof tussen de reële en de
ideale wereld te dichten, en dit al gedurende 40 jaar op internationaal vlak, en 30 jaar in België. België ondertekende immers in 1984 het Verdrag van Washington dat de met uitsterven bedreigde dieren en planten beoogt te beschermen door hun verhandeling strikt te reglementeren. Dat verdrag beschermt vandaag meer dan 34.000 soorten die eenvoudigweg dreigen te verdwijnen, waaronder 5000 dieren en 29.000 planten. In 30 jaar zijn er vele fasen doorlopen om tot een almaar meer duurzame en verantwoordelijke handel te komen. Toch moet we jammer genoeg vaststellen dat er nog veel moet gebeuren om de met uitsterven bedreigde soorten te beschermen en om de smokkel te bestrijden. Om maar één voorbeeld te geven: nee, niet de pandas, ik denk aan de ivoorsmokkel en de daarmee gepaard gaande stroperij van olifanten en neushoorns is een echte plaag die we dagelijks moeten bekampen. Op wereldvlak is België maar een klein landje, en het herbergt die soorten niet, maar toch speelt het een belangrijke rol. Het lag immers mee aan de basis van het monitoringsysteem dat het illegaal slachten van olifanten volgt. Eén van de sprekers zal er in de loop van de dag dieper op ingaan. Daarnaast oefenen België en andere lidstaten van de Europese Unie op internationaal vlak onophoudelijk zware druk uit om de stroperij te doen stoppen en om de meest betrokken landen te sensibiliseren. Ons land zet zich ook sterk in om het toezicht op de handel in en de identificatie van de soorten te verbeteren. Ik denk hierbij aan de schildpadden, waar het tot een beter toezicht op die soorten heeft geleid. We hebben ook zwaar ingezet op de informatisering door in 2014 een nieuwe CITES-gegevensbank op te richten, waardoor we de aanvragen sneller zullen kunnen behandelen en ook doelgerichter zullen kunnen controleren.
Met betrekking tot de communicatie zullen we het brede publiek en de gespecialiseerde sector blijven informeren, via brochures die de producenten en handelaars in roofdieren, papegaaien, reptielen en amfibieën aan de regelgeving herinneren. U kunt die informatie in de inkomhal raadplegen. We zullen ook de toeristen blijven herinneren dat ze niet om het even wat als souvenir mogen meebrengen. Ik profiteer ervan om de uitstekende folder "Een zeldzaam dier is geen souvenir" aan te prijzen, of de campagne "Think twice" van de vereniging IFAW, waarvan de samenwerking erg gewaardeerd wordt, net als die van Traffic Europe, en die hier vandaag het woord zullen nemen. België bewaakt niet alleen zijn eigen grenzen of informeert niet alleen zijn inwoners over de inzet van CITES en over de risico's die men loopt wanneer men daarop een inbreuk begaat. Ons land weegt ook op het Europees en internationaal beleid. Op internationaal vlak neemt België actief deel aan de Conferenties van de partijen, en het verdedigt daar ambitieuze en realistische standpunten. De laatste bijeenkomst van het CITES-verdrag in Bangkok, in 2013, maakte een relatief positieve balans op. De haringhaai, de witpunthaai, 3 soorten hamerhaaien en de reuzenmanta zouden voortaan beter beschermd worden. Er zullen beschermingsmaatregelen worden opgelegd om de illegale handel in ivoor van Afrikaanse olifanten en van het hoornpoeder van neushoorns te bestrijden. Verschillende schildpadden-, planten- en exotische houtsoorten zijn aan de lijst van de beschermde soorten toegevoegd. Het enige maar wel grote minpunt is dat er geen enkele overeenstemming werd bereikt om de ijsbeer beter te beschermen, die ongewild het symbool is geworden van de inzet, niet alleen van CITES, maar ook van de klimaatveranderingen die het geleidelijk verdwijnen van zijn natuurlijke habitat veroorzaken. Het is dus verre van eenvoudig, en bij het aanhoren van de verschillende sprekers van vandaag zult u gemakkelijk
begrijpen dat de materies waarop CITES werkt complexer zijn dan ze op het eerste gezicht lijken. Nog maar voorwaarden aan de handel opleggen is immers niet altijd een wondermiddel. Lokale bevolkingen zijn soms afhankelijk van de natuurlijke bronnen van hun omgeving. We moeten er dus voor zorgen dat ze duurzaam worden benut, zodat de handel het overleven van de soort niet bedreigt en waarbij de lokale bevolkingen in hun behoeften kunnen voorzien. Maar we moeten het niet verhullen: vooral de illegale handel bedreigt de soorten in hun voortbestaan. De zeer winstgevende illegale handel bestrijden is een moeilijk opgave, en ook een gevaarlijke, want de smokkel van bedreigde soorten en afgeleide producten is dikwijls met criminele netwerken verbonden die de overheden zeer ernstig moeten nemen. Bijgevolg zou ik u vandaag mijn voornemen willen bekendmaken om de Verenigde Staten, China en Frankrijk binnenkort een sterk teken te geven door onze voorraad in België inbeslaggenomen ivoor te vernietigen. De boodschap die we daarmee willen geven is dat de stroperij van olifanten een plaag is die we moeten uitroeien, en dat de ivoorsmokkel die daarvan het gevolg is tot mislukken is gedoemd omdat de inbeslaggenomen voorraden nooit zullen worden geregulariseerd. Het is tegelijk een boodschap van vastberadenheid en van solidariteit met de Afrikaanse landen om de ivoorcriminaliteit te bestrijden, en de wilde fauna en flora te beschermen die een uniek en waardevol goed is voor die landen en voor de mensheid. Voor ik afsluit zou ik er graag aan herinneren dat CITES ook de vrouwen en mannen zijn die zich dagelijks voor die zaak inzetten. Ik wil hen allemaal bedanken: ik denk aan de douanediensten, die straks het woord zullen nemen, het FAVV, de politie en natuurlijk aan de dienst CITES van de FOD Volksgezondheid, zonder wie deze dag niet had plaatsgevonden.
Ik wens u allen een bijzonder interessante dag, en ik dank u nogmaals voor uw deelname, die het belang van CITES alleen maar bevestigt.