J.P.Siebelink
Office 2003
ICT
ICT 01
Voordat je begint met het maken van een tekst
moet je weten wat het toetsenbord kan
Wat ga je doen? Door deze kaarten allemaal te maken weet je zeker dat je goed genoeg met Word kunt werken als je op het voortgezet onderwijs komt en verder… Je gaat zelf één voor één de kaarten maken. Na een aantal kaarten maak je een toets. Om deze toets goed te maken moet je de dingen die je tot nu toe hebt geleerd ook gebruiken. Doe je dit goed, dan mag je verder met de volgende kaart. Als je helemaal klaar bent kun je deze kaarten gebruiken om nog snel even iets op te zoeken dat je vergeten bent.
Hier een korte uitleg over het toetsenbord In Word gebruik je vooral de ge8 wone letters 1 en cijfers. Er 9 zijn echter 7 1 nog een paar 3 3 belangrijke 4 5 6 5 4 toetsen. Deze zijn met rode cijfers aangegeven. 1 Tab: Hiermee spring je verder in een regel. Scheelt een heleboel spaties. 2 Caps Lock: Door de Caps Lock toets in te drukken wordt alles in hoofdletters getypt. 3 Shift: Hiermee kun je hoofdletters maken en de dingen boven de cijfers typen: 5 of % 4 CTRL: Control: Speciale toets om speciale dingen op te roepen. 5 Alt: Speciale toets om extra dingen op te roepen. CTRL + ALT + 5 = € (tegelijk indrukken) 6 Spatiebalk: Hiermee voeg je spaties (lege ruimte) tussen woorden in. 7 Enter: Je gebruikt de Enter toets om een alinea of tekst af te sluiten. 8 Backspace: Hiermee wis je de tekst die links van de cursor staat. 9 Delete: Hiermee wis je de tekst die achter de cursor staat.
ICT 02
Voordat je begint met het maken van een tekst eerst wat spelregels
ICT 03
Als je een tekst wilt typen en opslaan, kan dat met een heleboel programma’s. Wij gaan dat vooral in het programma Word doen. Om te kunnen typen heb je natuurlijk wel een plek nodig waar je kunt typen.
Voordat je een tekst gaat maken moet je nadenken voor wie je de tekst gaat maken. Is het een korte tekst voor jezelf, dan zijn de eisen heel anders dan wanneer je een tekst maakt voor een spreekbeurt of een boodschappenlijstje. Maar voor elke tekst gelden de volgende regels: -
Zorg ervoor dat jouw tekst er rustig uit ziet. Veel verschillende kleuren en lettertypes door elkaar gebruiken werkt erg storend. Gebruik maximaal 2 of 3 lettertypes in jouw werk. Denk goed na waarom je bepaalde kleuren gebruikt. Na elk woord druk je 1 keer op de spatiebalk. Dit zorgt ervoor dat jouw “woordennietaanelkaar” geschreven worden. Na elke zin komt een punt. Die zet je direct na het laatste woord. Na de punt komt een spatie. Dit geldt ook voor de , ? !. Elke zin begint met een hoofdletter. Houd de shift-toets ingedrukt en type dan de letter. Je krijgt nu een hoofdletter. Houd de uitlijning rustig. Ga niet van links naar rechts en dan weer centreren. Gebruik aan het einde van een alinea of de tekst de Enter-toets. Als je veel op moet schuiven, zoals hier na de streepjes, gebruik dan de tab-toets. Gebruik geen “kwetsende taal”. Dat zijn grove woorden, scheldwoorden en discriminerende teksten.
Start het programma Word op. Normaal gesproken vind je deze via: “START”, “PROGRAMMA’S”, “MICROSOFT OFFICE”. Daar vind je het programma Microsoft Office Word.
Als je een nieuwe brief, een nieuw werkstuk of iets anders wilt maken, heb je een nieuw leeg document nodig. Je kunt op drie manieren een nieuw document maken. Manier 1: werkbalk Klik op Manier 2: menubalk Klik op 'Bestand' Klik op 'Nieuw...' Manier 3: sneltoetsen Druk de toetsen [Ctrl]+[n] tegelijk in. Opdracht: Probeer al deze drie manieren uit en kijk welke jij het prettigst vindt.
ICT 04
Een stuk tekst bewerken kan alleen als je ook laat zien welk stuk tekst je bedoelt. Je zult dat stuk moeten selecteren...
ICT 05
Je kunt
de grootte
van de
Vaak wordt de 12
tekst aanpassen.
grootte
punten
.
gebruikt
Tip: Gebruik niet teveel verschillende groottes op 1 pagina
Als je tekst selecteert, wordt die tekst blauw of zwart gemarkeerd. Als je een ander lettertype wilt of tekst wilt kopiëren, dan moet je de tekst eerst selecteren. Daarna kun je bijvoorbeeld een lettertype kiezen of de tekst kopiëren. Je kunt tekst selecteren met de muis en met het toetsenbord. Manier 1: Tekst selecteren met het toetsenbord. Druk de [Shift] toets in. Gebruik de pijltjes om te tekst te selecteren. Je kunt extra snel selecteren als je de tips gebruikt voor het verplaatsen van de cursor. Kijk bij tekst typen voor alle tips voor het snel verplaatsen van de cursor. Manier 2: Tekst selecteren met de muis. Ga met de muis naar het begin van de tekst die je wilt selecteren. Druk de linker muisknop in en houd die ingedrukt. Beweeg de muis over de tekst. Als alle tekst die je wilt selecteren blauw/zwart is, dan laat je de muis los. dubbelklik op een woord klik 1 x als het muispijltje voor de regel staat klik 2 x als het muispijltje voor de regel staat klik 3 x als het muispijltje voor de regel staat of [Ctrl] + [a]
hele woord selecteren hele regel selecteren hele alinea selecteren hele document selecteren
Pas de grootte van een stuk tekst aan. Dat kan op de volgende drie manieren: Manier 1: werkbalk Selecteer de tekst die je groter of kleiner wilt maken. Klik met je muis op het pijltje naast de grootte. Klik op de grootte die je wilt, of typ zelf een waarde in. Manier 2: menubalk Selecteer de tekst die je groter of kleiner wilt maken. Klik op 'Opmaak' in de menubalk. Klik op Lettertype. Je krijgt het venster 'Lettertype' te zien. Selecteer de grootte die je wilt. Klik op 'Ok'. Manier 3: snelmenu Selecteer de tekst die je groter of kleiner wilt maken. Wijs met je muispijltje (= cursor) in de geselecteerde tekst Druk op je rechter muisknop. Klik op Lettertype in het snelmenu. Je krijgt het venster 'Lettertype' te zien. Selecteer de grootte die je wilt. Klik op 'Ok'.
ICT 06
Je hebt een stuk tekst geselecteerd en de lettergrootte aangepast.
Maar met letters kun je nog veel meer doen...
ICT 07
Je gaat nu een stuk tekst Vet drukken (bold), schuin zetten (italic) en onderstrepen (underline). Type eerst een stukje tekst. Het maakt niet veel uit wat er staat. Selecteer een stuk tekst. Klik dan op de B. Je krijgt nu een tekst die Bold (Vetgedrukt) is. Selecteer een ander stukje tekst. Klik nu op de I. Je krijgt nu een tekst die Italic staat (Schuingedrukt). Selecteer nog een ander stukje tekst. Klik nu op de U Je krijgt nu een stuk tekst met een Underline (Onderstrepen). Je kunt dit ook doen door op Opmaak, Lettertype te klikken, of door op CTRL + b, CTRL + i en CTRL + u te drukken.
Toets 1: Open in Word een nieuw document. Type acht regels lang jouw voor- en achternaam. Alle regels staan standaard in Times New Roman en grootte 12. Controleer dit en zorg er eventueel voor dat het zo is. De eerste regel moet in lettergrootte 16. De tweede regel moet onderstreept worden. De derde regel moet vet gedrukt worden. De vierde regel moet je schuin zetten (Italic) De vijfde regel: Je voornaam moet op 10 en je achternaam op 16. De zesde regel verander je niet. De zevende regel: Verander wat je wilt. De achtste regel: Zorg dat hier nog één keer je naam staat. Sla dit document nu op onder de naam: “toets spatie WORD spatie 1 spatie jouw naam spatie + eerste letter van je achternaam” Heet je bijvoorbeeld Martine Greven, dan wordt de naam: ”toets WORD 1 martine g” Meld bij je juf of meester dat het af is.
ICT 08
Het is soms makkelijk om een stuk tekst te kunnen kopiëren, zodat je niet steeds de hele tekst hoeft te typen… Het is soms makkelijk om een stuk tekst te kunnen kopiëren, zodat je niet steeds de hele tekst hoeft te typen… Het is soms makkelijk om een stuk tekst te kunnen kopiëren, zodat je niet steeds de hele tekst hoeft te typen… Het is soms makkelijk om een stuk tekst te kunnen kopiëren, zodat je niet steeds de hele tekst hoeft te typen… Het is soms makkelijk om een stuk tekst te kunnen kopiëren,
ICT 09
De tekst kan links staan, de tekst kan rechts staan, de tekst kan in het midden staan of de tekst kan “uitgevuld” worden.
Het is handiger om tekst te kopiëren dan opnieuw in te typen. Je kunt tekst kopiëren van de ene plaats naar een andere plaats in een document. Ook kun je tekst kopiëren van het ene document naar het andere document. Tekst die je op internet tegenkomt, kun je ook kopiëren. Dat gaat allemaal op dezelfde wijze. Manier 1: werkbalk Selecteer de tekst die je wilt kopiëren. Klik op . Zet je cursor op de plek waar je de tekst wilt plakken. Klik op. Manier 2: menubalk Selecteer de tekst die je wilt kopiëren. Klik op 'Bewerken' in de menubalk. Klik op 'Kopiëren'. Zet je cursor op de plek waar je de tekst wilt plakken. Klik op 'Bewerken' in de menubalk. Klik op 'Plakken'. Manier 3: snelmenu Selecteer de tekst die je wilt kopiëren. Wijs met je muispijltje in de geselecteerde tekst. Druk op je rechter muisknop. Klik op 'Kopiëren' in het snelmenu. Wijs met je muiscursor op de plek waar je de tekst wilt plakken. Klik op je rechter muisknop. Klik op 'Plakken' in het snelmenu.
Tekst kun je centreren of rechts uitlijnen. Je kunt de tekst weer links laten beginnen. Dit heet links uitlijnen. Selecteer de tekst die je links op de pagina wilt hebben. Klik op de knop in de werkbalk. Selecteer de tekst die je in het midden van de pagina wilt hebben. Klik op de knop in de werkbalk. Selecteer de tekst die je rechts op de pagina wilt hebben. Klik op de knop in de werkbalk. Selecteer de tekst die je wilt uitvullen. Uitvullen betekent dat je links en rechts een rechte lijn krijgt, omdat de regels uitgerekt worden tot het einde. Klik op de knop in de werkbalk. Blablabla bladebla babbeldebabbel babbel roddel klets klets en oh ja babbeldebabbel de babbel bla bla bla bla bla klets klets klets babbel de klets babbel blablabla en babbel en ook nog inderdaad enzo je weet wel
ICT 10
SOMS is het
leuker
om andere letters en kleuren te gebruiken... ICT 11
Stukken tekst moet je kunnen bewaren en weer kunnen gebruiken...
Er zijn heel veel lettertypes die je kunt gebruiken. Veel gebruikte lettertypes zijn Times New Roman, Arial, Comic Sans en Courier. Manier 1: werkbalk Selecteer de tekst die je een ander lettertype wilt geven. Klik met je muis op het pijltje naast het Lettertype. Klik op het lettertype dat je wilt gebruiken. Manier 2: menubalk Selecteer de tekst die je een ander lettertype wilt geven. Kies op 'Opmaak' in de menubalk. Klik op . Klik op het lettertype dat je wilt gebruiken. Toets [Enter] of klik op 'OK' Manier 3: snelmenu Selecteer de tekst die je een ander lettertype wilt geven. Wijs met je muispijltje in de geselecteerde tekst. Druk op je rechter muisknop. Klik op in het snelmenu. Klik op het lettertype dat je wilt gebruiken. Klik op 'OK' De kleur veranderen: Selecteer het stuk tekst dat je van kleur wilt laten veranderen. Klik dan op . Als je op de A klikt, dan krijgt de tekst de kleur die onder de A staat. Hier dus zwart. Wil je die kleur veranderen, klik dan op het driehoekje ernaast. Je krijgt dan een vak waar je jouw kleur kunt kiezen. Klik hierop en kijk wat er met de kleur onder de A gebeurt. Klik nu op de A en de tekst verandert steeds in de nieuwe kleur.
Een nieuw document (brief, werkstuk, uittreksel, etc.) in Word kun je het beste direct opslaan. Stel dat de computer vastloopt en je niets hebt opgeslagen! Dan ben je alles kwijt. Stap 1 Klik op in de menubalk. Klik op 'Opslaan als...' Je ziet het venster waarmee je jouw document kunt opslaan. Stap 2 Klik op bij 'Opslaan in:' Hier kun je kiezen waar je het bestand op wilt slaan. Vraag aan je leerkracht waar je het op moet slaan. Selecteer de map, waarin je het document wilt opslaan. Typ de naam die je aan het bestand wilt geven bij 'Bestandsnaam:' Klik op Als je dit een keer gedaan hebt kun je tussendoor gemakkelijk de veranderingen opslaan door op te klikken of de toetsen: CTRL en S tegelijk indrukken. (S van save = opslaan)
ICT 12
ICT 13
Nu gaan we er een plaatje bij zetten.
J.P.Siebelink
Opdracht: Open in Word een nieuw document. Type de volgende tekst over. Zorg dat alles er precies zo uitziet. Het betreffende lettertype / grootte staat erachter tussen haakjes.
Sla dit document nu op onder de naam: “toets spatie WORD spatie 2 spatie jouw naam spatie + eerste letter van je achternaam” Heet je bijvoorbeeld Martine Greven, dan wordt de naam: ”toets WORD 2 martine g” Meld bij je juf of meester dat het af is.
In Word zitten plaatjes/illustraties die je kunt gebruiken. Zet de cursor op de plaats waar je het plaatje wilt invoegen. Klik op “Invoegen” in de werkbalk. Ga naar “Afbeelding”. Klik op “Illustratie”. Type nu een trefwoord in, zodat hij kan zoeken naar geschikte plaatjes. Hier het woord appel. Klik dan op “Starten”. Onderaan komen nu alle plaatjes te staan die iets met “appel” te maken hebben. Sleep nu het plaatje van jouw keuze naar de plek waar je hem hebben wilt. (Slepen doe je door de muis op het plaatje te zetten, de linker muisknop in te drukken en ingedrukt te houden en dan de muis naar een plek bewegen waar je het plaatje hebben wilt. Je laat de linker muisknop pas los als je plaatje op de juiste plek staat.)
ICT 14
Soms is een plaatje te groot,
soms te klein...
ICT 15
Soms dwars heen staat weg. wat
loopt de tekst door een plaatje en het plaatje erg in de Ook hier kun je aan doen...
Een afbeelding moet je op maat maken, zodat het goed in jouw werkstuk past. Als je een afbeelding in je tekst hebt gezet, zie je op alle hoeken een vierkantje. Als je hier met de muis op komt, zie je dat hij verandert. Als je de muisknop nu indrukt en sleept, kun je het formaat aanpassen.
Met het groene rondje middenbovenaan kun je de afbeelding draaien.
Nu ga je ervoor zorgen dat het plaatje op de juiste manier op de juiste plaats komt te staan. Klik twee keer snel op het plaatje. Je krijgt nu een nieuw venster. Klik dan op het tabblad “Indeling”. Kies nu de indeling die je wilt. Wil je dat het plaatje op een regel komt, dan “In tekstregel”. Probeer de andere mogelijkheden ook eens uit.
ICT 16
Het is natuurlijk nog leuker als je jouw eigen plaatjes in de tekst kunt plakken.
ICT 17
Je gaat nu jouw eigen plaatjes invoegen. Zet de cursor op de plaats waar je het plaatje wilt invoegen. Klik op “Invoegen” in de werkbalk. Ga naar “Afbeelding”. Klik op “Uit Bestand” Zoek dan de map waar jouw plaatjes staan. Dubbelklik hierop en het plaatje wordt ingevoegd. Of klik er één keer op en klik dan op “Invoegen”.
Open Word. Type de volgende tekst over, net als bij toets 2, dus ook de kleuren en alles aanpassen. Als je slim bent open je gewoon toets 2. Dat scheelt typen...
Voeg nu een foto van Anne Frank in. Je mag zelf weten waar en hoe groot. Sla het resultaat op als “toets spatie WORD spatie 3 spatie jouw naam spatie + eerste letter van je achternaam” Heet je bijvoorbeeld Martine Greven, dan wordt de naam: ”toets WORD 3 martine g” Meld bij je juf of meester dat het af is.
ICT 18
Handige toetsencombinaties
ICT 19
Er zijn stukken tekst die je niet helemaal links wilt laten beginnen. Je kunt dan een heleboel spaties gebruiken, maar er is ook iets voor verzonnen: De TAB
Om dit te gebruiken moet je vaak de CTRL, ALT of SHIFT toets gebruiken. Druk die eerst in en houd die ingedrukt om dan de andere toets in te drukken. € = CTRL + ALT + 5 Datum = ALT + SHIFT + D Kopiëren = CTRL + C Plakken = CTRL + V Knippen = CTRL + X Ongedaan maken = CTRL + Z (Als je per ongeluk op een verkeerde toets hebt gedrukt, dan kun je het op deze manier ongedaan maken / verbeteren.)
Alles selecteren = CTRL + A Vet = CTRL + B, Cursief = CTRL + I, Onderstrepen = CTRL + U Naar het begin van de tekst = CTRL + HOME (Zit rechts naast de enter) Naar het eind van de tekst = CTRL + END (Zit rechts naast de enter) Opslaan = CTRL + S Op een nieuwe bladzijde beginnen = CTRL + ENTER
Boven het vak waar de tekst in komt zie je de liniaal. Als je die niet ziet, klik dan op: “Beeld” , “Liniaal”.
Als je niets hebt veranderd dan zal de cursor elke keer dat je op de TAB-toets drukt 1 opschuiven. De kantlijn zit op 0, de eerste tab op 1, de volgende op 2, enzovoort.
Je kunt ook zelf bepalen waar de tab moet komen te staan. Ga met je muis op de balk staan waar de tab moet komen. Klik 1 keer links en je hebt een aangepaste tab gemaakt. Hier is 1 keer op de 2 geklikt. Dat is nu nog de eerste tab geworden. Links zie je nog 2 tabs erbij staan. Stel je voor dat je een tab hebt gemaakt die niet goed is, dan kun je die gewoon verschuiven of verwijderen. Ga op het hoekje staan dat je wilt verplaatsen. Houdt de linker muisknop ingedrukt en sleep die nu naar de juiste plek. Loslaten en je tab staat nu goed. Verwijderen doe je door op het hoekje te gaan staan en de muis ingedrukt houden terwijl je met de muis naar beneden gaat. Je sleept hem nu van de balk af en hij is dus verdwenen.
ICT 20
Inhoudsopgave Kaart 1: Het toetsenbord Kaart 2: Spelregels bij het maken van een tekst Kaart 3: Een nieuw bestand openen Kaart 4: Tekst selecteren Kaart 5: Lettergrootte aanpassen Kaart 6: Vet, cursief en onderstrepen Kaart 7: Toets 1 Kaart 8: Kopiëren en plakken Kaart 9: Uitlijning Kaart 10: Lettertype en kleur veranderen Kaart 11: Openen en opslaan Kaart 12: Toets 2 Kaart 13: Plaatjes invoegen
ICT 21
Voor de leerkracht
Kaart 14: Formaat plaatje aanpassen Kaart 15: Indeling van het plaatje aanpassen Kaart 16: Eigen plaatjes invoegen Kaart 17: Toets 3 Kaart 18: Handige toetscombinaties Kaart 19: De tab liniaal Kaart 20: Inhoudsopgave Kaart 21: Voor de leerkracht
J.P.Siebelink Deze kaarten heb ik gemaakt omdat er bij mij in de klas 4 computers staan. Er zitten maximaal 4 kinderen per keer bij de computer, die vaak uitleg nodig hebben. We hadden daar een methode voor, maar daar kwamen we vaak niet door. Ik ben toen op zoek gegaan naar een manier om een naslagwerk te maken, een soort atlas. Er is toen een project gestart met het Dollard College en het SLO. In samenspraak met Wim Willemsen heb ik deze kaarten gemaakt. De kinderen bij mij op school werken zelfstandig met de computer. Als ze een vraag hebben, kijken ze eerst in de kaarten of daar het antwoord staat. Ik als leerkracht krijg nauwelijks nog vragen en de kinderen kunnen zelfstandig doorwerken. Eventuele aanpassingen zijn gratis te downloaden op www.bouwte.nl. Dubbelzijdig afdrukken, lamineren en bijsnijden en je hebt weer een set. Ik heb het gratis gehouden in de hoop dat zoveel mogelijk scholen hier plezier aan kunnen beleven. Voor aanvullingen, vragen en/of opmerkingen:
[email protected] Veel plezier met dit materiaal, Jan Paul Siebelink, o.b.s. De Bouwte te Midwolda In 2011 gaat de Bouwte over in de brede school Midwolda/Oostwold. De naam van die school is nog niet bekend