ALGEMENE INHOUD ALGEMENE INHOUD
BAND 1 I. PUBLIEK RECHT IA. STAATSRECHT IA.1. Grondwet Gecoördineerde Grondwet ......................................................................................
IA.1.-1
IA.5. Hervorming instellingen Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen .................
IA.5.-1
Bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen
IA.5.-5
Gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen .....................
IA.5.-10
Wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap .............................................................................................................
IA.5.-15
IA.10. Financiering instellingen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten ........................................................................................
IA.10.-1
Wet van 23 januari 1989 [betreffende de in artikel 110, §§ 1 en 2, van de Grondwet bedoelde belastingsbevoegdheid] ............................................................................
IA.10.-10
IA.15. Wetgevende macht Wet van 3 mei 1880 op het parlementair onderzoek .............................................
IA.15.-1
Wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de Ministers, gewezen Ministers en Ministers van staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende kamers ..............
IA.15.-5
Wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen ....
IA.15.-10
Wet van 13 juni 1961 betreffende de coördinatie en de codificatie van wetten .
IA.15.-15
IA.20. Provinciale en gemeentelijke instellingen
11
Provinciewet ...............................................................................................................
IA.20.-1
Nieuwe Gemeentewet ...............................................................................................
IA.20.-5
Organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ..............................................................................................................
IA.20.-10
Decreet van 24 juli 1991 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de handelingen betreffende tucht- en sommige ordemaatregelen genomen ten opzichte van het gemeentepersoneel bedoeld in de nieuwe gemeentewet .................................................................................................
IA.20.-25
Decreet van 28 april 1993 houdende regeling, voor het Vlaamse Gewest, van het administratief toezicht op de gemeenten ................................................................
IA.20.-30
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 1
ALGEMENE INHOUD Decreet van 22 februari 1995 tot regeling van het administratief toezicht op de provincies in het Vlaamse Gewest ...........................................................................
IA.20.-35
Koninklijk besluit van 17 september 1987 betreffende de procedure voor de bestendige deputatie in de gevallen waarin deze een rechtsprekende taak vervult
IA.20.-40
Koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de aantekeningen in het register voor de bekendmaking van de reglementen en verordeningen van de gemeenteoverheden ......................................................................................................
IA.20.-45
IA.25. Arbitragehof Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof .......................................
IA.25.-1
IA.30. Raad van State Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State ....................
IA.30.-1
Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State ..................................................
IA.30.-5
Besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot vaststelling van de formaliteiten en de termijnen inzake cassatieberoep tegen de arresten van de Raad van State
IA.30.-10
Koninklijk besluit van 2 april 1991 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State inzake de dwangsom ......................
IA.30.-15
Koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State ................................................................................
IA.30.-20
IA.35. Rekenhof Wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof ..............................
IA.35.-1
IA.40. Rechtsgedingen Besluit van de Vlaamse regering van 11 december 1985 tot aanwijzing van de leden van de Vlaamse regering ten verzoeke waarvan de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest worden gevoerd ......................
IA.40.-1
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 25 januari 1990 houdende delegatie van bevoegdheid betreffende de procedures voor de gerechten
IA.40.-5
IB. BESTUURSRECHT IB.1. Algemene beginselen van bestuur Wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid .................................
IB.1.-1
Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen ................................................................................................................
IB.1.-5
Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur .......................
IB.1.-10
Wet van 12 november 1997 betreffende de openbaarheid van bestuur in de provincies en gemeenten ................................................................................................
IB.1.-15
Decreet van 15 juli 1997 houdende invoering van een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in adviesorganen ..............................
IB.1.-25
Decreet van 18 mei 1999 betreffende de openbaarheid van bestuur ..................
IB.1.-30
Decreet van 18 mei 1999 houdende een meer evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de beheers- en bestuursorganen van de instellingen, ondernemingen, vennootschappen of verenigingen van de Vlaamse overheid .
IB.1.-35
Inhoud – 2
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
12
ALGEMENE INHOUD IB.10. Bevolkingsregister, vreemdelingenregister, identiteitskaart Wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen .....................................................................................
IB.10.-1
Koninklijk besluit van 29 juli 1985 betreffende de identiteitskaarten .................
IB.10.-5
Koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister ...............................................................................................
IB.10.-10
Koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het recht op toegang tot de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister en betreffende het recht op verbetering van deze registers ...............................................................................................
IB.10.-15
IB.15. Instellingen van openbaar nut Wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut ..............................................................................................................
IB.15.-1
IB.20. Monumenten en landschappen Decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten .....................................................................................................................
IB.20.-1
Ordonnantie van 4 maart 1993 inzake het behoud van het onroerende erfgoed
IB.20.-5
Decreet van 16 april 1996 houdende bescherming van de landschappen ...........
IB.20.-10
IB.25. Onteigeningen ten algemenen nutte Wet van 26 juli 1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte ....................................................
IB.25.-1
Decreet van de Vlaamse Raad van 13 april 1988 tot bepaling van de gevallen en de modaliteiten waarbij de Vlaamse regering kan overgaan tot onteigeningen ten algemenen nutte inzake de gewestelijke aangelegenheden .................................
IB.25.-5
Decreet van de Vlaamse Raad van 13 april 1988 tot bepaling van de gevallen en de modaliteiten waarbij de Vlaamse regering kan overgaan tot onteigeningen ten algemenen nutte inzake de culturele, persoonsgebonden en onderwijsaangelegenheden .....................................................................................................................
IB.25.-10
Ordonnantie van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad van 22 februari 1990 betreffende de onteigeningen van openbaar nut doorgevoerd of toegestaan door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve ....................................................................
IB.25.-15
IB.30. Overheidsopdrachten, aannemers van werken Wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten ...........................
IB.30.-1
Koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken .........................................................................................................................
IB.30.-5
Koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken .........................................................................................................................
IB.30.-10
IB.35. Persoonlijke levenssfeer
5
Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ..............................................
IB.35.-1
Koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens ................................................................................
IB.35.-5
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 105 (30 juni 2001)
Inhoud – 3
ALGEMENE INHOUD IB.40. Rijksregister Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen .....................................................................................................................
IB.40.-1
IB.45. Ruimtelijke ordening en stedenbouw Ordonnantie van 29 augustus 1991 houdende organisatie van de planning en de stedebouw ...................................................................................................................
IB.45.-1
Decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening
IB.45.-5
Besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is .....................................
IB.45.-10
Besluit van de Vlaamse regering van 28 april 2000 betreffende de administratieve geldboete voor het overtreden van een bekrachtigd stakingsbevel ....................
IB.45.-15
Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de berekening en de betaling van de meerwaarde ....................................................................................
IB.45.-20
Besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 betreffende de transactiesom inzake ruimtelijke ordening .....................................................................................
IB.45.-25
IB.50. Taalgebruik bestuurszaken Wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken ..............
IB.50.-1
IB.55. Vluchtelingen, vreemdelingen Internationaal verdrag van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen
IB.55.-1
Protocol van 31 januari 1967 betreffende de status van vluchtelingen ...............
IB.55.-5
Wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .....................................
IB.55.-10
Wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk ..............................................................................................................................
IB.55.-13
Koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen ...............
IB.55.-15
Koninklijk besluit van 19 mei 1993 tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen .............................
IB.55.-20
Koninklijk besluit van 5 januari 2000 betreffende de samenstelling en de werking van de Commissie voor regularisatie en houdende de uitvoering van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk .........
IB.55.-25
Inhoud – 4
FBW afl. 105 (30 juni 2001) – Kluwer
6
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit van 9 juli 2000 houdende bijzondere procedureregeling inzake geschillen over beslissingen betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen .......................................
IB.55.-30
IC. MILIEURECHT IC.1. Afvalstoffen Wet van 22 juli 1974 op de giftige afval – Vlaams Gewest ...................................
IC.1.-1
Wet van 22 juli 1974 op de giftige afval – Brussels Hoofdstedelijk Gewest .......
IC.1.-5
Decreet van de Vlaamse Raad van 2 juli 1981 [betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen] ...........................................................................................
IC.1.-10
Wet van 9 juli 1984 betreffende de invoer, de uitvoer en de doorvoer van afvalstoffen .........................................................................................................................
IC.1.-15
IC.5. Bodemsanering Decreet van de Vlaamse Raad van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering ...............................................................................................................................
IC.5.-1
IC.10. Grondwater Decreet van de Vlaamse Raad van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer ...............................................................................................
IC.10.-1
IC.15. Milieubeleid Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
IC.15.-1
IC.20. Milieu-effectrapport Besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1989 houdende organisatie van de milieu-effectbeoordeling van bepaalde categorieën van hinderlijke inrichtingen
IC.20.-1
Besluit van de Vlaamse regering van 23 maart 1989 houdende bepaling voor het Vlaamse Gewest van de categorieën van werken en handelingen, andere dan hinderlijke inrichtingen, waarvoor een milieu-effectrapport is vereist voor de volledigheid van de aanvraag om bouwvergunning ..............................................
IC.20.-5
IC.25. Milieu-informatie Ordonnantie van 29 augustus 1991 inzake de toegang tot informatie met betrekking tot het milieu in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest ................................
IC.25.-1
IC.27. Milieumisdrijven Ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake leefmilieu ..................................
IC.27.-1
IC.30. Milieuvergunning
9
Decreet van de Vlaamse Raad van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning ..............................................................................................................................
IC.30.-1
Ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen ......................
IC.30.-5
Besluit van de Vlaamse regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I) ..................
IC.30.-10
Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) .......................................................
IC.30.-15
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 101 (13 januari 2001)
Inhoud – 5
ALGEMENE INHOUD IC.35. Oppervlaktewateren Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging – Vlaams Gewest .................................................................................
IC.35.-1
Wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging – Brussels Hoofdstedelijk Gewest .....................................................
IC.35.-5
Wet van 24 mei 1983 betreffende de algemene normen die de kwaliteitsobjectieven bepalen van oppervlaktewater bestemd voor welbepaalde doeleinden ......
IC.35.-10
IC.40. Vorderingsrecht leefmilieu Wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake bescherming van het leefmilieu ..............................................................................................................
IC.40.-1
ID. INTERNATIONALE ORGANISATIES, MENSENRECHTEN ID.1. Internationale instellingen Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap ......
ID.1.-1
Verdrag van 7 februari 1992 over de Europese Unie ............................................
ID.1.-5
ID.5. Rechten van de Mens – Verenigde Naties Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten ........................................................................................................................
ID.5.-1
Facultatief Protocol van 19 december 1966 behorend bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ....................................................
ID.5.-5
Internationaal Verdrag van 19 december 1966 inzake economische, sociale en culturele rechten ........................................................................................................
ID.5.-10
Verdrag van 20 november 1989 inzake de rechten van het kind .........................
ID.5.-15
Inhoud – 6
FBW afl. 101 (13 januari 2001) – Kluwer
10
ALGEMENE INHOUD ID.10. Rechten van de Mens – Raad van Europa Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden ............................................................................................
ID.10.-1
Aanvullend protocol van 20 maart 1952 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden .............................................
ID.10.-5
Vierde protocol van 16 september 1963 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, tot het waarborgen van bepaalde rechten en vrijheden, die niet reeds in het Verdrag en in het eerste Aanvullend Protocol daarbij zijn opgenomen ...............................................................
ID.10.-10
Europees Sociaal Handvest van 18 oktober 1961 ..................................................
ID.10.-15
BAND 2 II. BURGERLIJK RECHT II.1. Burgerlijk Wetboek ............................................................................................
II.1.-1
II.5. Aansprakelijkheid Decreet van 2 oktober 1795 betreffende de politie van de gemeenten ................
II.5.-1
Wet van 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor produkten met gebreken .......................................................................................................................
II.5.-5
II.10. Afstamming Wet van 31 maart 1987 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende de afstamming ...................................................................................................................
II.10.-1
II.15. Echtscheiding vreemdelingen Wet van 27 juni 1960 op de toelaatbaarheid van de echtscheiding wanneer ten minste één van de echtgenoten een vreemdeling is ................................................
II.15.-1
II.17. Elektronisch handtekening Wet van 9 juli 2001 houdende vaststelling van bepaalde regels in verband met het juridisch karakter voor elektronische handtekeningen en certificatiediensten ...
II.17.-1
II.20. Erfpacht en opstal Wet van 10 januari 1824 over het recht van erfpacht ..............................................
II.20.-1
Wet van 10 januari 1824 over het recht van opstal ..................................................
II.20.-5
Wet van 14 mei 1955 betreffende de erfpachten ......................................................
II.20.-10
II.25. Geesteszieke Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke ..............................................................................................................................
II.25.-1
II.30. Huishuur
13
Wet van 20 februari 1991 houdende wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek inzake huishuur ....................................................................................
II.30.-1
Wet van 1 december 1995 betreffende de verlenging van bepaalde huurovereenkomsten .........................................................................................................................
II.30.-5
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 7
ALGEMENE INHOUD II.35. Hypothecair krediet Wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet ..............................................
II.35.-1
II.40. Internationale koop Verdrag der Verenigde Naties van 11 april 1980 inzake Internationale Koopovereenkomsten betreffende Roerende Zaken ..............................................................
II.40.-5
II.45. Jeugdrecht Wet van 15 juli 1960 tot zedelijke bescherming van de jeugd ................................
II.45.-5
Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming .........................................
II.45.-10
Decreten van 4 april 1990 inzake bijzondere jeugdbijstand ...................................
II.45.-15
II.50. Kleine nalatenschappen Wet van 16 mei 1900 tot erfregeling van de kleine nalatenschappen ....................
II.50.-1
II.60. Landbouwbedrijven – erfrecht Wet van 28 december 1967 betreffende een uitgesteld loon in land- en tuinbouw
II.60.-1
Wet van 29 augustus 1988 op de erfregeling inzake landbouwbedrijven met het oog op het bevorderen van de continuïteit ...............................................................
II.60.-5
II.65. Landpacht Wet van 4 november 1969 tot beperking van de pachtprijzen ...............................
II.65.-1
II.70. Namen en voornamen Decreet van 23 augustus 1794 waarbij het iedere burger verboden wordt een andere naam of voornamen te voeren dan deze vermeld in zijn akte van geboorte
II.70.-1
Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen ..................................
II.70.-5
II.75. Nationaliteit Wetboek van 28 juni 1984 van de Belgische nationaliteit .......................................
II.75.-1
II.80. Notarisambt Wet van 16 maart 1803 tot regeling van het notarisambt .......................................
II.80.-1
II.85. Onderhoudsplicht Verdrag van 24 oktober 1956 nopens de wet welke op onderhoudsverplichtingen jegens kinderen toepasselijk is ...................................................................................
II.85.-1
Koninklijk besluit van 22 augustus 1989 betreffende de voorschotten op en invordering van onderhoudsgelden verschuldigd aan kinderen ...............................
II.85.-5
II.87. Oneerlijke bedingen Wet van 3 april 1997 betreffende oneerlijke bedingen in overeenkomsten gesloten tussen titularissen van vrije beroepen en hun cliënten .....................................
Inhoud – 8
II.87.-1
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
14
ALGEMENE INHOUD II.90. Testament Wet van 2 februari 1983 tot invoering van een testament in de internationale vorm en tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het testament .......
II.90.-1
II.95. Veldwetboek Veldwetboek van 7 oktober 1886 ..............................................................................
II.95.-1
II.100. Verbintenissen uit overeenkomst Verdrag van 19 juni 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst .........................................................................................................
II.100.-1
II.105. Verenigingen zonder winstoogmerk – instellingen van openbaar nut Wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend ......
II.105.-1
II.110. Wettelijke rentevoet Wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest .........................................
II.110.-1
II.115. Woningbouw Wet van 9 juli 1971 tot regeling van de woningbouw en de verkoop van te bouwen of in aanbouw zijnde woningen .................................................................................
II.115.-1
III. GERECHTELIJK RECHT III.1. Gerechtelijk Wetboek Gerechtelijk Wetboek .................................................................................................
III.1.-1
III.5. Taalgebruik gerechtszaken Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken ...........................
III.5.-1
III.10. Tenuitvoerlegging buitenlandse uitspraken Verdrag van 10 juni 1958 over de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken .......................................................................
III.10.-1
Verordening (EG) nr. 44/2001 van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en in handelszaken .............................................................................................
III.10.-5
III.15. Vergoedingen [Koninklijk besluit van 30 november 1970 tot vaststelling van het tarief van de invorderbare kosten bedoeld in artikel 1022 van het gerechtelijk wetboek] .......
III.15.-1
III.20. Benelux-Gerechtshof Verdrag van 31 maart 1965 betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof ...........................................................................................................
15
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
III.20.-1
Inhoud – 9
ALGEMENE INHOUD IV. STRAFRECHT IV.1. Strafwetboek Strafwetboek ................................................................................................................
IV.1.-1
IV.5. Strafvordering Wetboek van strafvordering .......................................................................................
IV.5.-1
IV.10. Beroepsverbod Koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934 [waarbij aan bepaalde veroordeelden en aan de gefailleerden verbod wordt opgelegd bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen en waarbij aan de rechtbanken van koophandel de bevoegdheid wordt toegekend dergelijk verbod uit te spreken] ......................
IV.10.-1
IV.15. Bossen Boswetboek – Vlaams Gewest ...................................................................................
IV.15.-1
Boswetboek – Brussels Hoofdstedelijk Gewest ......................................................
IV.15.-5
Bosdecreet van 13 juni 1990 .......................................................................................
IV.15.-10
IV.17. Doodstraf, afschaffing Wet van 10 juli 1996 tot afschaffing van de doodstraf en tot wijziging van de criminele straffen ..................................................................................................................
IV.17.-1
IV.25. Dronkenschap Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap ..............................................................................................................................
IV.25.-1
IV.27. Gedetineerde, hoger beroep Wet van 25 juli 1893 betreffende de verklaringen van hooger beroep of van voorziening in verbreking van de gedetineerde of geïnterneerde personen ................
IV.27.-1
IV.30. Gedetineerde, strafvordering Koninklijk besluit nr. 236 van 20 januari 1936 tot vereenvoudiging van sommige vormen van de strafvordering ten opzichte van de gedetineerden .......................
IV.30.-1
IV.35. Hormonen Wet van 15 juli 1985 [betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of produktiestimulerende werking] .......
IV.35.-1
IV.40. Huiszoeking Wet van 7 juni 1969 tot vaststelling van de tijd gedurende welke geen opsporing ten huize of huiszoeking mag worden verricht ........................................................
IV.40.-1
IV.45. Opdecimes Wet van 5 maart 1952 betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten ..................................................................................................................................
Inhoud – 10
IV.45.-1
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
16
ALGEMENE INHOUD IV.50. Opschorting, uitstel en probatie Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie ......
IV.50.-1
IV.55. Politieambt Wet van 5 augustus 1992 op het politieambt ............................................................
IV.55.-1
IV.60. Racisme, xenofobie en ontkenning van genocide Wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenophobie ingegeven daden ..........................................................................................................
IV.60.-1
Wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd ..................................
IV.60.-5
IV.65. Recht tot antwoord Wet van 23 juni 1961 betreffende het recht tot antwoord ......................................
IV.65.-1
IV.70. Rechtshulp in strafzaken, uitlevering Europees Verdrag van 13 december 1957 betreffende uitlevering .......................
IV.70.-1
Europees Verdrag van 20 april 1959 aangaande de wederzijdse rechtshulp in strafzaken .....................................................................................................................
IV.70.-5
Verdrag van 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden ...................................................................................................
IV.70.-10
Overeenkomst van 26 mei 1989 tussen de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen betreffende de vereenvoudiging en de modernisering van de wijze waarop verzoeken om uitlevering worden verzonden ............................................
IV.70.-15
Uitleveringswet van 15 maart 1874 ............................................................................
IV.70.-20
IV.80. Schadevergoeding gewelddaden Wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen .........................
IV.80.-1
Koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden ...............................................................
IV.80.-5
IV.85. Overbrenging gevonniste personen Wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van de gevonniste personen .......................................................................................................................
IV.85.-1
IV.90. Overtreding algemene verordeningen Wet van 6 maart 1818 betreffende de straffen uit te spreken tegen de overtreders van algemene verordeningen of te stellen bij provinciale of plaatselijke reglementen ..........................................................................................................................
IV.90.-1
IV.95. Sociaal verweer [Wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormalen, gewoontemisdadigers en plegers van bepaalde seksuele strafbare feiten] ...........
13
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 101 (13 januari 2001)
IV.95.-1
Inhoud – 11
ALGEMENE INHOUD IV.100. Spel Wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers ...............................................................................................................
IV.100.-1
IV.105. Strafbemiddeling Koninklijk besluit van 24 oktober 1994 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de procedure voor de bemiddeling in strafzaken ....................................................
IV.105.-1
IV.110. Verdovende middelen Wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van de giftstoffen, slaapmiddelen en verdoovende middelen, ontsmettingsstoffen en antiseptica ............
IV.110.-1
Koninklijk besluit van 31 december 1930 omtrent den handel in slaap- en verdoovende middelen .....................................................................................................
IV.110.-5
Koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot reglementering van sommige psychotrope stoffen .................................................................................................................
IV.110.-10
IV.115. Verzachtende omstandigheden Wet van 4 oktober 1867 op de verzachtende omstandigheden ..............................
IV.115.-1
IV.120. Voorlopige hechtenis Wet van 13 maart 1973 [betreffende de vergoeding voor onwerkzame voorlopige hechtenis] ......................................................................................................................
IV.120.-1
Wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis .....................................
IV.120.-5
IV.125. Voorwaardelijke invrijheidstelling [Wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen bij de wet van 1 juli 1964
IV.125.-1
Koninklijk besluit van 10 februari 1999 houdende uitvoeringsmaatregelen inzake de voorwaardelijke invrijheidstelling.........................................................................
IV.125.-5
IV.130. Wapens Wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op den handel in munitie .........................................................................
IV.130.-1
Koninklijk besluit van 20 september 1991 tot uitvoering van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie .........................................................................................................
IV.130.-5
Koninklijk besluit van 20 september 1991 betreffende de wapens die wijzigingen hebben ondergaan .......................................................................................................
IV.130.-10
Ministerieel besluit van 3 januari 1986 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder automatische oorlogsvuurwapens en verweerwapens in de categorie van jacht- of sportwapens worden ingedeeld ..................................................................
IV.130.-15
IV.135. Wegverkeer Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer .....................
Inhoud – 12
IV.135.-1
FBW afl. 101 (13 januari 2001) – Kluwer
14
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit van 10 juni 1959 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het alcoholgehalte en tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de wet van 15 april 1958 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering, van de wet van 1 augustus 1899 houdende herziening van de wetgeving en van de reglementen op de politie van het verkeer en van de besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap ..................
IV.135.-5
Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer .........................................................................................
IV.135.-10
Koninklijk besluit van 7 april 1976 tot aanwijzing van de zware overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer ....................................
IV.135.-15
[Koninklijk besluit van 10 juni 1985 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen van de wet betreffende de politie over het wegverkeer en haar uitvoeringsbesluiten] ................................................
IV.135.-20
Koninklijk besluit van 11 oktober 1997 tot aanwijzing van de overtredingen waarvan de vaststelling gesteund op materiële bewijsmiddelen die door onbemande automatisch werkende toestellen worden opgeleverd, bewijskracht heeft zolang het tegendeel niet bewezen is .....................................................................................
IV.135.-35
Koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs .............................
IV.135.-40
Koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het gehalte van andere stoffen dan alcohol die de rijvaardigheid beïnvloeden ..................................................................................................................
IV.135.-45
Koninklijk besluit van 19 juli 2000 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige inbreuken inzage het vervoer over de weg .................................................................................................................................
IV.135.-50
BAND 3 V. HANDELS- EN ECONOMISCH RECHT VA. HANDELSRECHT VA.1. Wetboeken Wetboek van Koophandel ..........................................................................................
VA.1.-1
Wetboek van Vennootschappen van 7 mei 1999 ......................................................
VA.1.-5
VA.5. Boekhoudrecht Wet van 17 juli 1975 met betrekking tot de boekhouding […] van de ondernemingen .................................................................................................................................
VA.5.-1
Koninklijk besluit van 12 september 1983 tot uitvoering van de [wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen] ...................................................
VA.5.-10
Koninklijk besluit van 4 augustus 1996 betreffende de sociale balans ..................
VA.5.-20
VA.10. Cheque Wet van 1 maart 1961 betreffende de invoering in de nationale wetgeving van de eenvormige wet op de cheque en de inwerkingtreding van deze wet ...................
VA.10.-1
VA.15. Concessies van alleenverkoop Wet van 27 juli 1961 betreffende de eenzijdige beëindiging van de voor onbepaalde tijd verleende concessies van alleenverkoop ......................................................
17
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
VA.15.-1
Inhoud – 13
ALGEMENE INHOUD VA.20. Faillissement, gerechtelijk akkoord Wet van 17 juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord ....................................
VA.20.-1
Faillissementswet van 8 augustus 1997.......................................................................
VA.20.-5
Verordening (EG) nr. 1346/2000 van 29 mei 2000 van de Raad betreffende insolventieprocedures .........................................................................................................
VA.20.-10
VA.25. Giraal geld Koninklijk besluit nr. 56 van 10 november 1967 tot bevordering van het gebruik van giraal geld ..............................................................................................................
VA.25.-1
VA.27. Handelsagentuur Wet van 13 april 1995 betreffende de handelsagentuurovereenkomst .................
VA.27.-1
VA.30. Handelsregister Gecoördineerde wetten van 20 juli 1964 betreffende het handelsregister ...........
VA.30.-1
VA.35. Inpandgeving handelszaak – Endossement factuur Wet van 25 oktober 1919 [betreffende het in pand geven van een handelszaak, het endossement van de factuur, alsmede de aanvaarding en de keuring van de rechtstreeks voor het verbruik gedane leveringen] ..........................................................
VA.35.-1
VA.45. Vennootschappen Wetboek van Vennootschappen van 7 mei 1999 ......................................................
VA.45.-0
Koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen ...............................................................................................................
VA.45.-1
Ministerieel besluit van 14 februari 1994 betreffende de bekendmakingskosten van akten en stukken van vennootschappen en ondernemingen ..........................
VA.45.-5
VA.50. Verzekeringen Wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen ....
VA.50.-1
Wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen ..........................................................................................
VA.50.-5
Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst ..................................
VA.50.-10
Wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen ........................................................................................................
VA.50.-15
Koninklijk besluit van 16 december 1981 houdende inwerkingstelling en uitvoering van de [artikelen 79 en 80] van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen ...............................................................................
VA.50.-20
Koninklijk besluit van 12 oktober 1990 betreffende de rechtsbijstandsverzekering .................................................................................................................................
VA.50.-25
Koninklijk besluit van 13 februari 1991 houdende de inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen ..............................................................
VA.50.-30
Koninklijk besluit van 24 december 1992 betreffende de verzekering tegen brand en andere gevaren wat de eenvoudige risico’s betreft ............................................
VA.50.-35
Inhoud – 14
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
18
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit van 24 december 1992 [tot uitvoering van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst] ............................................................
VA.50.-40
VB. ECONOMISCH RECHT VB.1. Expansiewetgeving Wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen ............
VB.1.-1
Ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest .......................................................
VB.1.-5
Decreet van 15 december 1993 tot bevordering van de economische expansie in het Vlaamse Gewest ....................................................................................................
VB.1.-10
VB.5. Mededinging Gec.W. van 1 juli 1999 tot bescherming van de economische mededinging .........
VB.5.-1
Koninklijk besluit van 15 maart 1993 betreffende de procedures inzake bescherming van de economische mededinging ...................................................................
VB.5.-5
VB.10. Prijsreglementering Wet van 22 januari 1945 [betreffende de economische reglementering en de prijzen] ................................................................................................................................
VB.10.-1
Ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen ...........................................................................................................................
VB.10.-5
VB.15. Vestiging Programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap ...................................................................................................................
VB.15.-1
VC. CONSUMENTENRECHT VC.1. Ambulante activiteiten Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten ............................................................................
VC.1.-1
Koninklijk besluit van 3 april 1995 tot uitvoering van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten .......................................................................................................
VC.1.-5
VC.5. Consumentenkrediet Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet ...................................................
VC.5.-1
VC.10. Handelspraktijken Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument .....................................................................................
VC.10.-1
Koninklijk besluit van 5 december 2000 waarbij sommige bepalingen van de Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, van toepassing worden verklaard op financiële instrumenten, effecten en waarden .....................................................................................
VC.10.-5
VC.20. Reiscontract Wet van 16 februari 1994 tot regeling van het contract tot reisorganisatie en reisbemiddeling .................................................................................................................. 19
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
VC.20.-1 Inhoud – 15
ALGEMENE INHOUD VD. FINANCIEEL RECHT VD.1. Effecten overheidsschuld Wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium .....................................................
VD.1.-1
VD.3. Euro Verordening (EG) nr. 1103/97 van 17 juni 1997 van de Raad over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro ................................................................
VD.3.-1
Verordening (EG) nr. 974/98 van 3 mei 1998 van de Raad over de invoering van de euro ...........................................................................................................................
VD.3.-5
Wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro .........................................................
VD.3.-10
Wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet
VD.3.-15
Wet van 30 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de Wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet
VD.3.-20
Wet van 10 december 2001 betreffende de definitieve omschakeling op de euro
VD.3.-23
Decreet van 14 juli 1998 betreffende de euro ..........................................................
VD.3.-25
Ordonnantie van 11 maart 1999 betreffende de euro .............................................
VD.3.-30
VD.5. Financiële transacties – Beurswetboek Wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten
VD.5.-1
Wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs ...
VD.5.-5
VD.10. Kredietinstellingen Koninklijk besluit nr. 185 van 9 juli 1935 op de bankcontrole en het uitgifteregime voor titels en effecten ..................................................................................................
VD.10.-1
Wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen
VD.10.-5
Koninklijk besluit van 7 juli 1999 over het openbaar karakter van financiële verrichtingen ......................................................................................................................
VD.10.-10
Wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren ..................................................................................................................................
VD.10.-15
VD.15. Openbaarmaking belangrijke deelnemingen Wet van 2 maart 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen en tot reglementering van de openbare overnameaanbiedingen ...............................................................................................
VD.15.-1
Koninklijk besluit van 10 mei 1989 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen ...........................................
VD.15.-5
Koninklijk besluit van 8 november 1989 op de openbare overnameaanbiedingen en de wijzigingen in de controle op vennootschappen ............................................
VD.15.-10
VD.20. Thesauriebewijzen Wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen
VD.20.-1
VD.25. Verlies van titels Wet van 24 juli 1921 op de ongewilde buitenbezitstelling van de titels aan toonder Inhoud – 16
VD.25.-1
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
20
ALGEMENE INHOUD VE. INTELLECTUELE RECHTEN VE.1. Auteursrecht Wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten ........
VE.1.-1
Wet van 30 juni 1994 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van computerprogramma’s .......................................................................................................................
VE.1.-5
Wet van 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 4 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken ...
VE.1.-10
Internationaal Verdrag van 26 oktober 1961 inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties ......
VE.1.-15
Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst van 9 september 1886, aangevuld te Parijs op 4 mei 1896, herzien te Berlijn op 13 november 1908, aangevuld te Bern op 20 maart 1914, herzien te Rome op 2 juni 1928, te Brussel op 26 juni 1948, te Stockholm op 14 juli 1967 en te Parijs op 24 juli 1971 ...............................................................................................................................
VE.1.-20
Richtlijn nr. 2001/29/EU van 22 mei 2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij ............................................
VE.1.-25
VE.5. Industriële eigendom Verdrag van Parijs van 14 juli 1967 tot bescherming van de industriële eigendom
VE.5.-1
VE.10. Merken Wet van 1 april 1879 betreffende de fabrieks- en handelsmerken ........................
VE.10.-1
Eenvormige Beneluxwet van 19 maart 1962 op de merken ...................................
VE.10.-5
Eerste richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de aanpassing van het merkenrecht der Lid-Staten .....................................................
VE.10.-10
Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het gemeenschapsmerk .........................................................................................................
VE.10.-15
VE.15. Octrooien Verdrag van 5 oktober 1973 inzake de verlening van Europese octrooien – (Europees octrooiverdrag) ...................................................................................................
VE.15.-1
Wet van 8 juli 1977 houdende goedkeuring van volgende internationale akten: 1. Verdrag betreffende de eenmaking van enige beginselen van het octrooirecht, opgemaakt te Straatsburg op 27 november 1963; 2. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Washington op 19 juni 1970; 3. Verdrag betreffende de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag), Uitvoeringsreglement en vier Protocollen, opgemaakt te München op 5 oktober 1973; 4. Verdrag betreffende het Europees octrooi voor de Gemeenschappelijke Markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Luxemburg op 15 december 1975 .................................
VE.15.-5
Wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien ................................................
VE.15.-10
VE.20. Tekeningen of modellen
21
Koninklijk besluit nr. 91 van 29 januari 1935 houdende regeling van de maatregelen betreffende de bescherming van de nijverheidstekeningen en -modellen
VE.20.-1
Eenvormige Beneluxwet van 25 oktober 1966 inzake tekeningen of modellen ..
VE.20.-5
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 17
ALGEMENE INHOUD BAND 4 VI. FISCAAL RECHT VIA. INKOMSTENBELASTINGEN VIA.1. Wetboek en uitvoeringsbesluit Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ...........................................................
VIA.1.-1
Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ........................................................................................
VIA.1.-5
VIB. BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE VIB.1. Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde Wet van 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde .............................................................................................................
VIB.1.-1
VIB.5. B.T.W. – Administratieve formaliteiten Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde ...............................
VIB.5.-1
Koninklijk besluit nr. 10 van 29 december 1992 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 5, derde lid, en 25ter, § 1, derde lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde ..........
VIB.5.-5
Koninklijk besluit nr. 23 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53quinquies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ....................................................................................................
VIB.5.-10
Koninklijk besluit nr. 31 van 29 december 1992 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de handelingen verricht door niet in België gevestigde belastingplichtigen ........
VIB.5.-15
VIB.10. B.T.W. – Aftrekregeling Koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde ........
VIB.10.-1
Ministerieel besluit nr. 1 van 2 september 1980 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde ........
VIB.10.-5
VIB.15. B.T.W. – Ambtelijke aanslag Koninklijk besluit nr. 9 van 12 maart 1970 met betrekking tot de ambtelijke aanslag inzake belasting over de toegevoegde waarde .................................................
VIB.15.-1
VIB.20. B.T.W. – Attesten subsidies Koninklijk besluit nr. 39 van 17 oktober 1980 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 93duodecies van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde .........................................................................................................
VIB.20.-1
VIB.25. B.T.W. – Betaling van belasting Koninklijk besluit nr. 24 van 29 december 1992 met betrekking tot de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde .........................................................
Inhoud – 18
VIB.25.-1
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
22
ALGEMENE INHOUD VIB.30. B.T.W. – Geldboeten Koninklijk besluit nr. 41 van 30 januari 1987 tot vaststelling van het bedrag van de proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ......................................................................................................................
VIB.30.-1
Koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ....................................................................................................
VIB.30.-5
VIB.35. B.T.W. – Intracommunautaire levering of verwerving van goederen Koninklijk besluit nr. 46 van 29 december 1992 tot regeling van de aangifte van de intracommunautaire verwerving van vervoermiddelen en van de betaling van de ter zake verschuldigde BTW ......................................................................................
VIB.35.-1
Koninklijk besluit nr. 48 van 29 december 1992 met betrekking tot de levering van nieuwe vervoermiddelen in de zin van artikel 8bis, § 2, van het Wetboek, verricht binnen de voorwaarden van artikel 39bis van het Wetboek ..................................
VIB.35.-5
Koninklijk besluit nr. 50 van 29 december 1992 tot regeling van de toepassingsmodaliteiten van artikel 53sexies, § 1, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ....................................................................................................
VIB.35.-10
Koninklijk besluit nr. 51 van 14 april 1993 met betrekking tot de vereenvoudigingsregeling voor intracommunautaire verwervingen van accijnsprodukten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ..........................................
VIB.35.-15
Koninklijk besluit nr. 52 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen, alsook betreffende intracommunautaire verwervingen van goederen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ....
VIB.35.-20
VIB.40. B.T.W. – Invoer, uitvoer Koninklijk besluit nr. 7 van 29 december 1992 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde ......
VIB.40.-1
Koninklijk besluit nr. 18 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde .....
VIB.40.-5
Ministerieel besluit nr. 6 van 4 maart 1993 waarbij uitstel wordt verleend voor de voldoening van de ter zake van de invoer van goederen verschuldigde belasting over de toegevoegde waarde ......................................................................................
VIB.40.-10
VIB.45. B.T.W. – Maatstaf van heffing
23
Koninklijk besluit nr. 2 van 7 november 1969 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde ...........................................................................................................................
VIB.45.-1
Koninklijk besluit nr. 35 van 28 december 1999 tot invoering van een forfaitaire maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde op de winstmarge van reisbureaus ................................................................................................
VIB.45.-5
Koninklijk besluit nr. 42 van 29 december 1992 tot vaststelling van de toe te passen wisselkoers indien gegevens voor het bepalen van de maatstaf van heffing van de belasting over de toegevoegde waarde voor handelingen andere dan het invoeren van goederen, zijn uitgedrukt in een vreemde munteenheid ....................
VIB.45.-10
Koninklijk besluit nr. 53 van 23 december 1994 met betrekking tot de bijzondere regeling van belastingheffing over de winstmarge voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten ..................
VIB.45.-15
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 19
ALGEMENE INHOUD VIB.50. B.T.W. – Onroerende goederen Koninklijk besluit nr. 5 van 27 december 1977 met betrekking tot de diensten die verband houden met een uit zijn aard onroerend goed, inzake belasting over de toegevoegde waarde ....................................................................................................
VIB.50.-1
Koninklijk besluit nr. 14 van 3 juni 1970 [met betrekking tot de vervreemdingen van gebouwen, de vestigingen van een zakelijk recht op een gebouw en de overdrachten en wederoverdrachten van dergelijk recht overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 of in artikel 44, § 3, 1°, a, tweede streepje of b, tweede streepje, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde] ................................
VIB.50.-5
Koninklijk besluit nr. 15 van 3 juni 1970 tot regeling van de schattingsprocedure waarin artikel 59, § 2 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde voorziet ............................................................................................................
VIB.50.-10
Koninklijk besluit nr. 30 van 29 december 1992 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de onroerende financieringshuur ...............................................................................................................................
VIB.50.-15
Koninklijk besluit nr. 40 van 30 december 1980 met betrekking tot de vervreemding van gebouwen door beroepsoprichters overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, § 3, eerste lid, 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ...........................................................................................................................
VIB.35.-20
Ministerieel besluit nr. 13 van 4 maart 1993 met betrekking tot de verplichtingen waartoe een belastingplichtige, eigenaar van een voor hypotheek vatbaar goed of van een gedeelte ervan of houder van een zakelijk recht op een dergelijk goed of op een gedeelte ervan, gehouden is ...........................................................................
VIB.50.-25
VIB.55. B.T.W. – Openbare instellingen Koninklijk besluit nr. 26 van 2 december 1970 met betrekking tot het onderwerpen van de openbare instellingen aan de belasting over de toegevoegde waarde
VIB.55.-1
VIB.65. B.T.W. – Tarieven Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven ..............................................................................................
VIB.65.-1
VIB.70. B.T.W. – Teruggave Koninklijk besluit nr. 4 van 29 december 1969 met betrekking tot de teruggaven inzake belasting over de toegevoegde waarde .........................................................
VIB.70.-1
Ministerieel besluit nr. 9 van 22 februari 1999 met betrekking tot de teruggaaf aan de belastingplichtigen van het creditsaldo van de ter voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde geopende rekening-courant .....................................
VIB.70.-5
VIB.75. B.T.W. – Vervoer, vervoermiddelen Koninklijk besluit nr. 6 van 27 december 1977 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van internationaal vervoer, zee- en binnenschepen en luchtvaartuigen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ............................
VIB.75.-1
Koninklijk besluit nr. 47 van 25 februari 1996 tot regeling van de controle van de voldoening van belasting over de toegevoegde waarde verschuldigd ter zake van de levering, intracommunautaire verwerving en invoer van vervoermiddelen, in de zin van artikel 8bis, § 2, 1°, van het Wetboek ......................................................
VIB.75.-5
VIB.80. B.T.W. – Vrijstellingsregeling Koninklijk besluit nr. 19 van 29 december 1992 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen .................... Inhoud – 20
VIB.80.-1
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
24
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit nr. 22 van 15 september 1970 met betrekking tot de bijzondere regeling voor landbouwondernemers inzake belasting over de toegevoegde waarde ...........................................................................................................................
VIB.80.-5
Koninklijk besluit nr. 54 van 25 februari 1996 met betrekking tot de andere regeling van entrepot dan douane-entrepot bedoeld in artikel 39quater van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde ...............................................
VIB.80.-10
VIB.85. B.T.W. – Zelfstandige groeperingen Koninklijk besluit nr. 43 van 5 juli 1991 met betrekking tot de vrijstelling op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde ten aanzien van de door zelfstandige groeperingen van personen aan hun leden verleende diensten .............
VIB.85.-1
VIC. SUCCESSIERECHTEN VIC.1. Wetboek der successierechten Wetboek van 31 maart 1936 der successierechten ...................................................
VIC.1.-1
Koninklijk besluit van 31 maart 1936 houdende algemeen reglement van de successierechten ................................................................................................................
VIC.1.-5
VID. REGISTRATIERECHTEN VID.1. Wetboek der registratie-, hypotheek en griffierechten Wetboek van 30 november 1939 der registratie-, hypotheek- en griffierechten ................................................................................................................
VID.1.-1
VIE. MET HET ZEGEL GELIJKGESTELDE TAKSEN VIE.1 Wetboek van de met het zegel gelijkgestelde taksen Wetboek van 2 maart 1927 van de met het zegel gelijkgestelde taksen ................
VIE.1.-1
VIF. MET DE INKOMSTENBELASTING GELIJKGESTELDE BELASTINGEN VIF.1 Wetboek van de met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen Wetboek van 23 november 1965 van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen ....................................................................................................................
VIF.1.-1
BAND 5 VII. SOCIAAL RECHT VIIA. ARBEIDSRECHT VIIA.1. Arbeidsbemiddeling, beroepsopleiding, outplacement
25
Wet van 5 september 2001 tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers .............................................................................................................
VIIA.1.-0A
Decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest ....................................................................................................
VII.A.1.-0
Besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding ...............................................
VIIA.1.-1
Besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 2000 tot uitvoering van het decreet van 13 april 1999 met betrekking tot de private arbeidsbemiddeling in het Vlaamse Gewest ......................................................................................................................
VII.A.1.-3
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 21
ALGEMENE INHOUD Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 51 van 10 februari 1992 betreffende de outplacement .....................................................................................................................
VIIA.1.-5
VIIA.5. Arbeidsduur, zondagsrust, nachtwerk Arbeidswet van 16 maart 1971 ...................................................................................
VIIA.5.-1
Wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen .......................................................................................................
VIIA.5.-5
Wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van werkgelegenheid en kwaliteit van het leven ................................................................................................
VIIA.5.-7
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen ..............................................
VIIA.5.-10
VIIA.10. Arbeidsinspectie Wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie .................................
VIIA.10.-1
VIIA.15. Arbeidsovereenkomsten Wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ..................................
VIIA.15.-1
Wet van 6 april 1995 betreffende de aanvullende pensioenen ...............................
VIIA.15.-5
Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde ...................................
VIIA.15.-7
Koninklijk besluit van 28 augustus 1963 betreffende het behoud van het normaal loon van de werklieden, [de dienstboden,] de bedienden en de werknemers aangeworven voor de dienst op binnenschepen, voor afwezigheidsdagen ter gelegenheid van familiegebeurtenissen of voor de vervulling van staatsburgerlijke verplichtingen of van burgerlijke opdrachten ...............................................................
VIIA.15.-10
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis van 26 februari 1979 tot aanpassing van de C.A.O. nr. 12 van 28 juni 1973 betreffende het toekennen van een gewaarborgd maandloon aan de werklieden in geval van arbeidsongeschiktheid ingevolge ziekte, ongeval van gemeen recht, arbeidsongeval of beroepsziekte, aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten ..........................................
VIIA.15.-15
VIIA.20. Arbeidsreglementen Wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen ..............................
VIIA.20.-1
VIIA.25. Brugpensioen Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen ..........................................................................
VIIA.25.-1
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties .....................................................................
VIIA.25.-5
VIIA.30. Collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités Wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités .....................................................................................................
VIIA.30.-1
VIIA.35. Collectief ontslag Koninklijk besluit van 24 mei 1976 betreffende het collectief ontslag ..................
VIIA.35.-1
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 10 van 8 mei 1973 betreffende het collectief ontslag ...........................................................................................................................
VIIA.35.-5
Inhoud – 22
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
26
ALGEMENE INHOUD Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 24 van 2 oktober 1975 betreffende de procedure van inlichting en raadpleging van de werknemersvertegenwoordigers met betrekking tot het collectief ontslag ..........................................................................
VIIA.35.-10
Wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling ...........................................................................................................................
VIIA.35.-15
VIIA.40. Deeltijdse arbeid Programmawet van 22 december 1989 .....................................................................
VIIA.40.-1
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht ten aanzien van de deeltijdse arbeid ............
VIIA.40.-5
VIIA.45. Educatief verlof Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen ...............................
VIIA.45.-1
Koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 – toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers – van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen ...........................................................................................................
VIIA.45.-5
VIIA.50. Feestdagen Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen ..................................................
VIIA.50.-1
Koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen ........................
VIIA.50.-5
VIIA.55. Geldboeten Wet van 30 juni 1971 betreffende de administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op sommige sociale wetten .........................................................
VIIA.55.-1
VIIA.60. Gelijkheid man – vrouw Wet van 7 mei 1999 op de gelijke behandeling van mannen en vrouwen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces en de promotiekansen, de toegang tot een zelfstandig beroep en de aanvullende regelingen voor sociale zekerheid .................................................................................................
VIIA.60.-1
VIIA.65. Jongeren – alternerende tewerkstelling Koninklijk besluit nr. 495 van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor de jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren ...............................................................
VIIA.65.-1
VIIA.70. Loon
27
Wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers
VIIA.70.-1
Wet van 22 mei 2001 betreffende de werknemersparticipatie in het kapitaal en in de winst van de vennootschappen .............................................................................
VIIA.70.-3
Koninklijk besluit van 5 maart 1986 houdende nadere regelen betreffende de uitbetaling van het loon in giraal geld en de overdracht van of het beslag op het tegoed van de bank- of de postcheckrekening waarop het loon van de werknemer wordt overgeschreven .................................................................................................
VIIA.70.-5
Koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van ’s lands concurrentievermogen ..........................................
VIIA.70.-10
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 23
ALGEMENE INHOUD VIIA.75. Loopbaanonderbreking, tijdskrediet Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen ...............................
VIIA.75.-1
Koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan ............
VIIA.75.-5
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 van 29 april 1997 tot instelling van een recht op ouderschapsverlof ........................................................................................
VIIA.75.-15
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking ........................................................
VIIA.75.-20
VIIA.80. Minimum maandinkomen Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen ............................................................................................................
VIIA.80.-1
VIIA.85. Ondernemingsraden Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven ............
VIIA.85.-1
Wet van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de kandidaat-personeelsafgevaardigden ....................................................................................................
VIIA.85.-5
Wet van 5 maart 1999 met betrekking tot de sociale verkiezingen .......................
VIIA.85.-7
Koninklijk besluit van 27 november 1973 houdende reglementering van de economische en financiële inlichtingen te verstrekken aan de ondernemingsraden .
VIIA.85.-10
Koninklijk besluit van 21 mei 1991 tot vaststelling van de berekenings- en betalingsmodaliteiten van de bijkomende vergoeding verschuldigd aan de personeelsafgevaardigde of de kandidaat-personeelsafgevaardigde in het kader van de procedure tot erkenning van een dringende reden .................................................
VIIA.85.-15
Koninklijk besluit van 7 april 1995 betreffende de voorlichting van de ondernemingsraden inzake tewerkstelling .........................................................................
VIIA.85.-20
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden ...................................
VIIA.85.-25
Koninklijk besluit van 25 mei 1999 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk ..................................................
VIIA.85.-27
VIIA.90. Overgang van onderneming Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 32bis van 7 juni 1985 betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij wijziging van werkgever ingevolge de overgang van ondernemingen krachtens overeenkomst en tot regeling van de rechten van de werknemers die overgenomen worden bij overname van activa na faillissement of gerechtelijk akkoord door boedelafstand .....................................
VIIA.90.-1
VIIA.95. Sluiting van ondernemingen Wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen ..................................................
VIIA.95.-1
Wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers .............
VIIA.95.-5
Inhoud – 24
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
28
ALGEMENE INHOUD
29
Wet van 12 mei 1975 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers .............
VIIA.95.-10
Wet van 12 april 1985 waarbij het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting der ondernemingen ontslagen werknemers belast wordt met de uitbetaling van een overbruggingsvergoeding .............................................................................
VIIA.95.-15
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 108-109 (1 januari 2002)
Inhoud – 24a
ALGEMENE INHOUD
Inhoud – 24b
FBW afl. 108-109 (1 januari 2002) – Kluwer
30
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit van 6 juli 1967 ter uitvoering van artikel 6 van de wet van 30 juni 1967 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers ..............................
VIIA.95.-20
Koninklijk besluit van 20 september 1967 tot uitvoering van de artikelen 3, vierde lid, 5, 15, tweede lid, en 17 van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen
VIIA.95.-25
Koninklijk besluit van 4 juli 1975 getroffen in uitvoering van artikel 2 van de wet van 12 mei 1975 tot verruiming van de opdracht van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers ....................
VIIA.95.-30
Koninklijk besluit van 17 juli 1985 tot uitvoering van artikel 11 van de wet van 12 april 1985 waarbij het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van onderneming ontslagen werknemers belast wordt met de uitbetaling van een overbruggingsvergoeding ...........................................................................................
VIIA.95.-35
VIIA.100. Sociaal abonnement Wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden ...................................
VIIA.100.-1
Koninklijk besluit van 28 juli 1962 tot vaststelling van het bedrag en de wijze van betaling van de werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen ingevolge de uitgifte van abonnementen aan werklieden en bedienden ..............................................................................
VIIA.100.-5
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991 tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 van 26 maart 1975 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19bis van 7 juni 1988 ...............................................................................................................................
VIIA.100.-10
VIIA.110. Syndicale afvaardiging Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardiging van het personeel der ondernemingen ..................
VIIA.110.-1
VIIA.115. Syndicale vrijheid Wet van 24 mei 1921 tot waarborging der vrijheid van vereeniging .....................
VIIA.115.-1
VIIA.120. Taalgebruik in de ondernemingen Decreet van 19 juli 1973 tot regeling van het gebruik van de talen voor de sociale betrekkingen tussen de werkgevers en de werknemers, alsmede van de door de wet en de verordeningen voorgeschreven akten en bescheiden van de ondernemingen ...........................................................................................................................
VIIA.120.-1
VIIA.125. Tijdelijke arbeid – Uitzendarbeid – Terbeschikkingstelling Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers ........................
VIIA.125.-1
Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 58 van 7 juli 1994 tot vervanging van de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 47 van 18 december 1990 betreffende de na te leven procedure en de duur van de tijdelijke arbeid .....................................
VIIA.125.-5
VIIA.130. Veiligheid en gezondheid werknemers Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ..................................................................................................
9
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 105 (30 juni 2001)
VIIA.130.-1
Inhoud – 25
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ................................................
VIIA.130.-10
Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk .......................................................................................
VIIA.130.-15
Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk ...........................................................................
VIIA.130.-20
Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk .......................................
VIIA.130.-25
Koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de bescherming van de jongeren op het werk ........................................................................................................................
VIIA.130.-30
VIIA.135. Vreemde werknemers Wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers ...............................................................................................................................
VIIA.135.-1
Koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers .......................
VIIA.135.-5
VIIA.140. Vrouwenarbeid, moederschapsbescherming Koninklijk besluit van 24 december 1968 [betreffende de vrouwenarbeid] .........
VIIA.140.-1
Koninklijk besluit van 2 mei 1999 inzake moederschapsbescherming ..................
VIIA.140.-5
VIIA.145. Werving en selectie Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 38 van 6 december 1983 betreffende de werving en selectie van werknemers .........................................................................
VIIA.145.-1
Wet van 13 februari 1998 houdende bepalingen tot bevordering van de tewerkstelling ...........................................................................................................................
VIIA.145.-5
VIIB. SOCIAAL ZEKERHEIDSRECHT VIIB.1. Algemene beginselen – maatschappelijke zekerheid Besluit van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders .......................................................................................................................
VIIB.1.-0
Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders .........................................
VIIB.1.-1
Wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers .........................................................................................................
VIIB.1.-5
Wet van 11 april 1995 tot invoering van het “handvest” van de sociaal verzekerde
VIIB.1.-10
Koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders ........................................................................
VIIB.1.-15
Wet van 11 juli 1973 tot verbetering van de toestand van de bezoldigde [ouder] die tijdelijk ophoudt onderworpen te zijn aan de maatschappelijke zekerheid in sommige regelingen van de maatschappelijke zekerheid .......................................
VIIB.1.-20
Koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels ....................................................................................
VIIB.1.-25
Inhoud – 26
FBW afl. 105 (30 juni 2001) – Kluwer
10
ALGEMENE INHOUD VIIB.5. Arbeidsongevallen Wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen .......................................
VIIB.5.-1
Koninklijk besluit van 21 december 1971 houdende uitvoering van sommige bepalingen van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 .......................................
VIIB.5.-5
Koninklijk besluit van 21 december 1971 betreffende de bijslagen en de sociale bijstand verleend door het Fonds voor arbeidsongevallen .....................................
VIIB.5.-10
Koninklijk besluit van 10 december 1987 houdende vaststelling van de wijze en voorwaarden van de bekrachtiging van de overeenkomsten door het Fonds voor Arbeidsongevallen .......................................................................................................
VIIB.5.-15
VIIB.10. Beroepsziekten Gecoördineerde wetten van 3 juni 1970 betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten .............................................................................................................
VIIB.10.-1
VIIB.15. Bestaansminimum – gewaarborgd inkomen Wet van 20 juli 1971 tot instelling van een gewaarborgde gezinsbijslag ...............
VIIB.15.-5
Wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum .
VIIB.15.-10
Wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen ..
VIIB.15.-13
Koninklijk besluit van 25 oktober 1971 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag ..........................................................
VIIB.15.-20
Koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende algemeen reglement betreffende het bestaansminimum ............................................................................................
VIIB.15.-25
Koninklijk besluit van 27 maart 1987 houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum tot personen die de Belgische nationaliteit niet bezitten ...........
VIIB.15.-30
Koninklijk besluit van 20 december 1988 houdende uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum tot de zwangere minderjarigen ..................................................
VIIB.15.-35
Koninklijk besluit van 23 mei 2001 tot instelling van een algemeen reglement betreffende de inkomensgarantie voor ouderen .....................................................
VIIB.15.-40
VIIB.20. Gehandicapten Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten
VIIB.20.-1
Koninklijk besluit van 6 juli 1987 [betreffende de inkomensvervangende tegemoetkoming en de integratietegemoetkoming] .......................................................
VIIB.20.-5
Koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden ...............................................................................................................
VIIB.20.-10
VIIB.25. Jaarlijkse vakantie
11
Gecoördineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers .............................................................................................................
VIIB.25.-1
Koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie [van de werknemers] ..............................................................................................................................
VIIB.25.-5
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 105 (30 juni 2001)
Inhoud – 27
ALGEMENE INHOUD VIIB.30. Kinderbijslag [Samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders] .....................................................................................................
VIIB.30.-1
VIIB.35. Kruispuntbank Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid ...................................................................................
VIIB.35.-1
VIIB.40. Pensioenen Koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers ................................................................................
VIIB.40.-1
Wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn ..........................................................................................................
VIIB.40.-5
Koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels .......................
VIIB.40.-10
Koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers .................
VIIB.40.-15
Koninklijk besluit van 14 oktober 1983 tot uitvoering van artikel 10bis van het Koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers ................................................................................
VIIB.40.-20
Koninklijk besluit van 4 december 1990 tot uitvoering van de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, en tot wijziging van sommige bepalingen inzake werknemerspensioenen ................
VIIB.40.-25
Koninklijk besluit van 21 maart 1997 tot uitvoering van de artikelen 4, § 2, tweede lid, 7, § 1, tiende en elfde lid en 8, § 7, vierde lid van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers ...........................
VIIB.40.-30
Koninklijk besluit van 21 maart 1997 tot uitvoering van het artikel 4, § 2, vijfde lid van het koninklijk besluit van 23 december 1996 tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels .................
VIIB.40.-35
VIIB.45. Verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen Gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen ................................................................
VIIB.45.-1
Koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ...................................................................................................
VIIB.45.-5
VIIB.50. Werkloosheidsreglementering Koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering .............................................................................................................................
VIIB.50.-1
Ministerieel besluit van 26 november 1991 houdende de toepassingsregelen van de werkloosheidsreglementering ...............................................................................
VIIB.50.-5
Koninklijk besluit van 1 februari 1984 betreffende het recht op werkloosheidsuitkeringen van bejaarde werknemers ..........................................................................
VIIB.50.-10
Inhoud – 28
FBW afl. 105 (30 juni 2001) – Kluwer
12
ALGEMENE INHOUD Koninklijk besluit van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen ..........................................................................................................
VIIB.50.-17
Koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen ............................
VIIB.50.-20
Koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen .........
VIIB.50.-25
VIIB.55. Zelfstandigen
13
Koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen ..................................................................................................
VIIB.55.-1
Koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen .............................................................................
VIIB.55.-5
Wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen .........................................................................................................................
VIIB.55.-10
Koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie ..................................................................
VIIB.55.-15
Wet van 29 maart 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen ..............
VIIB.55.-20
Koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen .........................................................................
VIIB.55.-25
Koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen ......................................
VIIB.55.-30
Koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen .....................................
VIIB.55.-35
Koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen ....................................................................................
VIIB.55.-40
Koninklijk besluit van 25 april 1997 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie ..............................................................................................
VIIB.55.-45
Koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd .......................
VIIB.55.-50
Fundamentele Belgische Wetgeving – FBW afl. 105 (30 juni 2001)
Inhoud – 29
ALGEMENE INHOUD
Inhoud – 30
FBW afl. 105 (30 juni 2001) – Kluwer
14