idealen | MAASTRO | 2015
2015
Van links naar rechts:
Professor Philippe Lambin
De zes(!) hoogleraren van MAASTRO clinic
Leerstoel radiotherapie
Professor Marc Vooijs Leerstoel signaling in the tumor microenvironment
Professor Liesbeth Boersma Leerstoel radiotherapie, in het bijzonder het mammacarcinoom
Professor Frank Verhaegen Leerstoel stralingsfysica en beeldvorming
Professor André Dekker Leerstoel clinical data science
Professor Dirk de Ruysscher Leerstoel respiratoire oncologie
4
MAASTRO 2015 | 5
Vraag een willekeurige organisatie naar wat ze doen en je krijgt een vloeiend antwoord. Vraag hoe ze het doen en ze vertellen het je. Maar vraag je waarom ze doen wat ze doen, dan blijft het opvallend vaak stil. Tja, waarom werk je als organisatie dag in dag uit keihard aan, noem eens wat: het maken van frisdrank of het verkopen van een hypotheek? Wij van MAASTRO hoeven over het antwoord op die vraag niet lang na te denken: wij willen kanker genezen en liefst nog zonder bijwerkingen. Dat is ons ideaal.
Idealen zitten in je hart en in je hoofd, in je dromen en in je daden. Ze geven richting, bepalen de doelen en soms ook de routes.
idealen
Vaak zijn ze groot, groter, grootst. Maar desalniettemin, en misschien wel juist daarom, zeer aantrekkelijk: wereldvrede, stop de milieuvervuiling en honger én kanker de wereld uit. Idealen zijn persoonlijk, soms heel klein. Maar elk ideaal wordt concreet en bereikbaar als je ambities, capaciteiten en doorzettingsvermogen bundelt. Samen worden we steeds slimmer en dus ook steeds beter in wat we toch al goed doen: geïndividualiseerde radiotherapeutische behandelingen van kanker en niet aflatend onderzoek naar hoe het beter kan.
Idealen - zowel de grote als de kleine, zowel de gezamenlijke als de individuele - staan niet elke dag op de voorgrond. Af en toe duiken ze weer op. We vegen het stof eraf, houden ze tegen het licht en we weten onmiddellijk weer waarom we doen wat we doen. Uit liefde voor het leven!
MAASTRO 2015 | 7
11
24
Maria Jacobs
Marc Vooijs
Geert Bosmans en Maria Jacobs
“De koers is helder: excellent onderzoek leidt tot excellente patiëntenzorg”
André Dekker
“Protonentherapie in Limburg? Het duurt even, maar dan heb je ook wat”
“Best wel een goed jaar eigenlijk!”
“Basaal onderzoek blijft essentieel voor de ontwikkeling van betere kankertherapieën”
31
40
John Paulissen en Huub Lux “Heeft nitroglycerine een positief effect op de behandeling van kanker? Dat is de grote vraag!”
43
De MAASTRO Research Award 2015
Kasper Rouschop
14
Jan Theys
16
Liesbeth Boersma “We willen de oncologische zorg in de regio verder verbeteren, onder andere met ons onderzoek”
De MAASTRO clinic Award 2015
Frank Verhaegen “Opvallend veel eerste keren in 2015”
37
Bart Reymen
28 18
Iverna Nijsten en Mia Brouns “We willen die structurele uitkomstenregistratie allemaal heel erg graag”
Het Clostridiumverhaal van Jan Theys: “En van mijn collega’s en onze partners”
46
34 21
Dirk De Ruysscher
Philippe Lambin
“Vereenvoudiging is een heel belangrijk punt, juist in de heel complexe zaken”
“Onze aanpak gaat de inefficiëntie van onderzoek doorbreken”
Debby Tissen en Kim Baltussen Maria Jacobs (foto links boven) Balanceren tussen verschillende belangen
49
Maria Jacobs | Raad van Bestuur
52 Al onze onderzoeken op een rij 56 Highlights 60 Kerncijfers 97 Jaarrekening 98 Balans per 31 december 2015 1 00 Resultatenrekening over 2015 102 Kasstroomoverzicht over 2015 104 Toelichting op de balans en de resultatenrekening 139 Overige gegevens 139 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 139 Statutaire regeling resultaatbestemming 139 Resultaatbestemming 139 Gebeurtenissen na balansdatum 140 Controleverklaring
10
“De koers is helder: excellent onderzoek leidt tot excellente patiëntenzorg”
SINDS 1 FEBRUARI 2015 IS MARIA JACOBS DE ENIGE BESTUURDER. DAT VROEG OM EEN AANTAL VERANDERINGEN IN DE DAGELIJKSE LEIDING VAN MAASTRO CLINIC . ZO TREKKEN LIESBETH BOERSMA (ALS DIRECTEUR PATIËNTENZORG) EN ANDRÉ DEKKER (ALS MANAGER ONDERWIJS EN ONDERZOEK) NU SAMEN MET MARIA OFFICIEEL DE MAASTRO-KAR. MARIA PRIJST ZICH RIJK MET HAAR NIEUWE TEAM: “ALLES KOMT OP TAFEL EN WE VOEREN GOEDE EN CONSTRUCTIEVE GESPREKKEN. WE KOMEN ER OOK ALTIJD UIT. DAT IS HEEL PLEZIERIG WERKEN.”
MAASTRO 2015 | 11
“DE KOERS IS HELDER” Zo is er, onder andere, gesproken over de koers van MAASTRO voor de komende jaren: MAASTRO wil elke patiënt de voor hem of haar best mogelijke behandeling bieden. Die koers is niet nieuw, maar wel afgestoft. Een aantal zaken is duidelijk naar elkaar toe uitgesproken. Eén: de patiëntenzorg is onze kerntaak. Twee: ons wereldwijd gekende en erkende onderzoek moet zoveel mogelijk dienend zijn aan onze patiëntenzorg. Drie: we gaan de wereld - te beginnen in Limburg, bij onze verwijzers en patiënten - vertellen dat onze patiëntenzorg veel meer dan ‘gewoon goed’ is. DAT MOESTEN WE MAAR EENS VERTELLEN Maria legt uit dat MAASTRO geen standaard radiotherapiecentrum is. “Nooit geweest, en dat zal het ook nooit worden. Wij combineren de bestraling van onze patiënten al sinds jaar en dag met onderzoek en onderwijs. Onderzoek is ons paradepaard, daarin excelleren we op wereldniveau en daar zijn we trots op. De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) gaf eerder het onderzoek van MAASTRO het predicaat ‘excellent’. In 2015 konden we onze academische staf uitbreiden tot zes hoogleraren. Dit vormt het overtuigende bewijs dat we op academisch niveau tot de top behoren. Maar vaak worden we toch nog gezien als een gewoon radiotherapeutisch instituut. Waarschijnlijk omdat we niet altijd voldoende duidelijk maken wat we allemaal doen.”
“Per zorglijn heeft onze medische staf nu geïnventariseerd wat de laatste ontwikkelingen in het vakgebied zijn en vergeleken met onze manier van werken. Daar was ik echt van onder de indruk. Op vrijwel alle zorglijnen doen onze medewerkers werkelijk fantastische en vernieuwende dingen in die ‘gewone, dagelijkse patiëntenzorg’. Maar de belangrijkste mensen, onze patiënten en hun verwijzers, weten niet dat wij veelbelovende resultaten van ons onderzoek zo snel mogelijk doorvoeren in de kliniek. Ze weten niet dat wij niet onderzoeken om het onderzoeken zelf, maar om de dagelijkse behandelingen steeds beter te maken. ‘Gewoon goed’, worden we genoemd. Maar onze dagelijkse patiëntenzorg is niet gewoon, ook niet gewoon goed, maar minstens zo excellent als ons onderzoek. Het wordt hoog tijd dat we dat eens gaan vertellen. Zodat een verwijzer ook weet wat hier gebeurt en hoe goed dat gebeurt. En de patiënt ook.” ZELFSTURENDE TEAMS IN OPRICHTING Over het formeren van vier multidisciplinaire, zelfsturende teams wordt, nu nog steeds, veel gepraat. Het lijkt een logische en bovendien goed gemotiveerde keuze: elk team optimaliseert zijn eigen behandelproces, maakt eigen protocollen en stelt specifieke onderzoeksvragen om het dagelijks werk te optimaliseren met klinisch onderzoek. Maar zo’n andere manier van werken, vraagt opnieuw veel van de mensen. Gemakkelijk gaat dat traject dan ook niet altijd (lees het verhaal op pagina 49).
HET AANSTAANDE PROTONENCENTRUM VAN MAASTRO Zorgverzekeraars, potentiële financiers, de provincie, de gemeente, leveranciers en hun financiers, ambtenaren van het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de architect, alle deelprojectteams… Allemaal schuiven ze regelmatig aan de grote tafel op Maria’s kamer aan om te praten over de voortgang van het ZuidOostNederland ProtonenTherapieCentrum, afgekort tot ZON-PTC. Maria schat dat zij minstens de helft van haar tijd besteedt aan het realiseren van een van de vier centra voor protonentherapie in Nederland. Vrijwel alle interne betrokkenen - en dat is straks vrijwel iedereen binnen MAASTRO - werken aan ZON-PTC naast het gewone dagelijkse werk.
WE NOEMEN ‘M HIX! Tja, tussen al dat ‘geweld’ lijkt het bijna of het vrijwel op tijd en binnen budget van start gaan van het elektronisch patiëntendossier (HIX) een tussendoortje was. Maar dat gelooft natuurlijk geen mens. Ook dat was weer ‘zo’n groot ding dat uiteindelijk aardig goed is afgerond’. “Het was een huzarenstukje,” duidelijker kan Maria het niet zeggen, “het functioneert en het functioneert goed. Maar klaar zijn we er nog niet mee, de nazorg zal er nog wel een tijdje blijven. En het kan altijd nog beter, toch?” Het jaar 2015 heel kort samengevat: druk, spannend, veeleisend, heftig, maar desondanks - en misschien wel juist daardoor - met enorm veel energie, en heldere en lonkende perspectieven.
* Met de benoemingen van Liesbeth Boersma en André Dekker tot hoogleraar en de terugkeer van radiotherapeut-oncoloog Dirk De Ruysscher werken er bij MAASTRO nu zes hoogleraren (zie de foto en de toelichting op pagina 4).
Maria: “Het grote, complexe project vraagt enorm veel van ons allemaal. Het is pittig, maar tegelijkertijd werken we er graag aan vanwege het lonkende perspectief.”
‘Gewoon goed’, worden we genoemd. Maar onze dagelijkse patiëntenzorg is niet gewoon, ook niet gewoon goed, maar minstens zo excellent als ons onderzoek.
12
MAASTRO 2015 | 13
VOOR MEDEWERKERS DIE UITZONDERLIJK GOEDE PRESTATIES LEVEREN, NAAST HUN DAGELIJKS WERK. ER ZIJN TWEE AWARDS TE WINNEN DIE TIJDENS DE NIEUWJAARSBIJEENKOMST WORDEN UITGEREIKT: DE MAASTRO RESEARCH AWARD EN DE MAASTRO CLINIC AWARD.
De MAASTRO Research Award 2015 Kasper Rouschop 14
De MAASTRO Research Award is niet de eerste award die onderzoeker en projectleider Kasper Rouschop wint, en het zal hopelijk ook niet de laatste zijn. Zo won hij in 2014 de prestigieuze internationale ESTRO-Varian Juliana Denekamp Award: bedoeld voor een jonge top-onderzoeker waar veel van verwacht wordt in de toekomst. Die verwachtingen maakt hij waar door steeds weer opnieuw met originele onderzoeken te komen. En daarom staat naast die ESTRO Award op zijn werkkamer nu ook de MAASTRO Research Award. TEAMPRESTATIE “Of het een verrassing was? Toen twintig minuten voor de start van de Nieuwjaarsbijeenkomst iemand kwam informeren of ik eigenlijk wel naar die bijeenkomst zou gaan, had ik al een klein vermoeden, haha. Ach, iedereen vindt het leuk om een schouderklopje te krijgen. Ik ook. Ik vind het vooral fijn dat iemand de moeite heeft genomen om mij voor te dragen. Daaruit spreekt de waardering voor de dingen die ik doe. Nee: die wé doen. Ik blijf erbij dat het een teamprestatie is. Dat gold voor de ESTRO Award en dat geldt voor deze zeker ook.” GOEDE FEEDBACK De jury roemt Kasper vooral om zijn originele onderzoeken; het binnenhalen van financiering en zijn toppublicaties. Maar Kasper zelf wordt juist blij van een wat ‘kleiner’ compliment: “O, wat leuk: ik zie hier in het jurylijstje staan: altijd constructief en geeft feedback. Dat probeer ik inderdaad, ja. Met het gevaar dat mensen je een ontzettende bemoeial vinden. Ik ben blij dat mijn feedback blijkbaar gewaardeerd wordt.”
ZUURSTOFARME KANKERCELLEN Tot slot lezen we in het juryrapport dat de onderzoeken die Kasper in het lab leidt, de basis vormen voor twee belangrijke klinische trials. “Daar ben ik inderdaad het meest trots op. Daar doe je het tenslotte allemaal voor. Als onderzoeker hoop je uiteindelijk een steentje bij te dragen aan een verbetering van de patiëntenzorg. Ik ben geen onderzoeker geworden om alleen maar onderzoeken te doen die ergens op een plank blijven liggen. Dus ik ben blij dat onze bevindingen om zuurstofarme gebieden in tumoren te verminderen, nu in de praktijk worden toegepast op patiënten met een kwaadaardig gezwel in de hersenen of een kleincellig longcarcinoom.” “In het lab hebben we namelijk ontdekt dat kankercellen kunnen overleven door delen van zichzelf op te eten wanneer ze in een zuurstofarme omgeving terechtkomen. Cellen in zo’n zuurstofarm gebieden zijn daardoor ongevoelig voor radiotherapie. Door dit mechanisme te blokkeren, raak je deze therapieresistente kankercellen kwijt en reageert de rest van de tumor beter op de bestraling. Ik ben heel benieuwd wat er uit die klinische studies komt. Daar ben ik nog maar zijdelings bij betrokken, maar ik word natuurlijk wel op de hoogte gehouden van de uitkomsten. Stel dat klinisch blijkt dat het net zo goed werkt als bij ons in het lab, dan spring ik wel even op een stoel voor een juichmomentje, ja. Dat zou voor mij veel meer waard zijn dan welke award dan ook.”
MAASTRO 2015 | 15
Toen radiotherapeut-oncoloog Bart Reymen een telefoontje van Maria Jacobs kreeg om te vertellen dat hij de MAASTRO clinic Award had gewonnen, wist hij niet goed hoe hij moest reageren. Een paar maanden later zit dat dubbele gevoel er nog steeds een beetje. Hij legt uit waar dat vandaan komt. “DEZE AWARD IS VAN ONS ALLEMAAL” Het juryrapport is helder: Bart heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de inrichting en oplevering van het elektronisch patiënten dossier (epd). Als arts sloeg hij een brug tussen de inhoud en de techniek; hij zette zich in voor de scholing van collega’s en ondersteunde hen na de start van het epd met veel geduld. Volgens de jury waren Barts losheid en humor onmisbaar in het proces naar de oplevering van het epd. Van die losheid was echter geen sprake toen hij de award in ontvangst nam: “Ik wist echt niet hoe ik moest reageren. Ik ben oprecht blij dat de rol die ik gespeeld heb gewaardeerd wordt. Maar ik ken nog heel veel andere mensen in ons projectteam die die award net zo hard verdiend hebben als ik. Bovendien hebben mijn collega-artsen me de kans gegeven om in alle rust aan het epd te werken door me tijdelijk uit de kliniek te laten stappen. Ik wil daarom graag nog een keer benadrukken dat deze award eigenlijk voor ons allemaal is.” TAART Op de vraag waarom het belangrijk is dat een arts meedenkt in zo’n groot ict-project, antwoordt Bart: “Het epd vormt de basis van ons klinisch werk. Als daar fouten in zitten, kan het zwaar mis lopen. En als het goed draait, heb je juist meer overzicht over je werk en is de kans op fouten kleiner. Ik zie het als mijn verantwoordelijkheid als arts om ervoor te zorgen dat zo’n systeem goed aansluit bij de inhoud van ons werk. Ik weet hoe klinische mensen denken, waar ze behoefte aan hebben, wat ze stoort. Dat heb ik proberen te vertalen naar het epd. En dat doe ik nog steeds, want we zijn er nog niet. Ik schat dat we 80% gerealiseerd hebben: we hebben een prima taart, maar de kers moet nog komen.”
16
SLAPELOZE NACHTEN “Het moment van ‘live’ gaan - in juli 2015 - zal ik niet snel vergeten. We waren degelijk voorbereid; hadden duizenden details in de gaten gehouden; hadden getest wat er getest kon worden; maar 100% zeker kun je nooit zijn. We kenden de krantenberichten over zorginstellingen die dagen plat lagen nadat hun epd live was gegaan. Net als de andere projectleden heb ik tijdens het project heel wat uurtjes wakker gelegen, piekerend over bugs die we misschien over het hoofd hadden gezien. Toen we live gingen, en de calamiteiten uitbleven, konden we die spanningsboog - die maandenlang heel strak had gestaan - eindelijk heel voorzichtig loslaten.” HUMOR Het juryrapport verwijst ook naar de humor in de dagelijkse updates van Bart. “Dat heb ik bewust gedaan. Mensen hebben nu eenmaal geen zin om te wennen aan een nieuw systeem. En toch werden ze dagelijks gebombardeerd met nieuwe informatie waar ze eigenlijk niet op zaten te wachten. Met een beetje humor zorg je ervoor dat die taaie informatie beter verteerbaar is en makkelijker blijft hangen. Tegelijkertijd is zo’n tekstje schrijven met wat rare opmerkingen erin natuurlijk ook een prima manier om je stress af te reageren.”
VOOR MEDEWERKERS DIE UITZONDERLIJK GOEDE PRESTATIES LEVEREN, NAAST HUN DAGELIJKS WERK. ER ZIJN TWEE AWARDS TE WINNEN DIE TIJDENS DE NIEUWJAARSBIJEENKOMST WORDEN UITGEREIKT: DE MAASTRO RESEARCH AWARD EN DE MAASTRO CLINIC AWARD.
De MAASTRO clinic Award 2015 Bart Reymen
TROTSE KINDEREN Daar waar Bart zelf niet goed wist wat hij van de gewonnen award moest denken, waren zijn kinderen bij thuiskomst heel trots: “Ze hebben op school verteld dat hun papa een goede dokter is. De MAASTRO Award heeft dus in elk geval gezorgd dat ik indruk heb gemaakt op mijn kinderen, en dat is ook wat waard!”
MAASTRO 2015 | 17
Iverna Nijsten en Mia Brouns projectmanagers
Dit verhaal gaat over het project structurele uitkomstenregistratie. MAASTRO wil bijzonder graag structureel de resultaten van alle
“We willen die structurele uitkomstenregistratie allemaal heel erg graag”
behandelingen registreren. Het woord structureel is essentieel: dáár ligt de klemtoon op. Dat is nieuw, dat is anders en daardoor is het een heel grote uitdaging voor de twee projectmanagers Mia Brouns en Iverna Nijsten.
Beoogd eindresultaat project: Via dashboards/rapporten actuele uitkomstengegevens in beeld voor al onze patiënten: • • • • • •
18
twee, vijf en tien jaar overleving twee, vijf en tien jaar locoregionale controle twee, vijf en tien jaar ziektevrije overleving twee, vijf en tien jaar kwaliteit van leven acute toxiciteit (tot ca. 6 maanden na bestraling) late toxiciteit (vanaf ca. 6 maanden na bestraling)
HOT ITEM De combi werkt wonderwel. Mia heeft heel veel ervaring aan de klinische kant, Iverna aan researchzijde. Iverna is van de modellen en de structuren, de kleurtjes, de pijltjes enzovoort. En Mia? “Mia heeft overal touwtjes waar ze aan kan trekken,” aldus Iverna. Het registreren van de uitkomsten, oftewel ‘wat is het resultaat van onze behandelingen?’ is een hot item in de gezondheidszorg in het algemeen en in de oncologiewereld in het bijzonder. Maar echt goed, echt consequent, echt structureel gebeurt het nog nauwelijks. Er zijn amper landelijke normen en richtlijnen. Voor radiotherapie wordt wel hier en daar aan registratie gedaan, maar dan veelal als project. WE WILLEN HET WETEN En dat terwijl de behoefte aan kwalitatieve - lees: betrouwbare - cijfers juist heel groot is. Patiënten, artsen, zorgverzekeraars, de BV Nederland… iedereen wil weten wat de resultaten van de eigen én elkaars behandelingen zijn. Is het goed genoeg of valt de behandeling wellicht nog te verbeteren? Wat is de kwaliteit van leven van de patiënt tijdens en na de behandeling? En uiteindelijk moeten alle geregistreerde gegevens resulteren in een antwoord op de essentiële vragen die elke patiënt zichzelf én zijn arts stelt: wat is, voor mijn specifieke situatie, de beste behandeling en waar krijg ik die? Dat het antwoord op die vraag ook voor de zorgverzekeraar interessant en relevant is, mag duidelijk zijn. EXTRA HORDES Registratie van uitkomsten kent in de oncologie nog wat extra hordes. Zo ben je als radiotherapeutisch oncoloog slechts zelden de hoofdbehandelaar van je patiënt. Als de bestraling achter de rug is, gaat de patiënt weer terug naar de doorverwijzend arts. Bovendien bestaat het behandeltraject steeds vaker uit een combinatie van opereren, radiotherapie, chemo en andere medicijnen. Dat betekent veel, heel veel gegevens registreren van veel, heel veel verschillende in- en vooral externe bronnen.
MAASTRO 2015 | 19
Van wie willen we wat weten? WE GAAN HET ZELF DOEN MAASTRO neemt met dit grote, belangrijke project - Mia: “Staat in de top tien van MAASTRO-projecten!” - het heft in eigen hand en is gestart met de structurele uitkomstenregistratie van de gegevens van alle nieuwe patiënten. Het grootste voordeel van het voortouw nemen, is dat je het precies zo aanpakt als je eigen organisatie het wil. Maar aan pionieren kleven ook nadelen: zo komt ook al het voorwerk voor eigen rekening. Inclusief benchmark, inclusief verkennende gesprekken, inclusief vallen, inclusief opstaan. Het is de combinatie van factoren - cijfers, in alle soorten, in alle maten: heel breed, heel divers, intern verzameld en/of verkregen van externe bronnen - die het project ingewikkeld én interessant maken. CHECK! Stapsgewijs worden de lijstjes afgevinkt, het project ligt goed op koers. Hebben alle teams de eerste vragenlijsten voor de patiënten aangeleverd? Check! Dubbele vragen eruit halen? Ietsje compacter maken? Check! Afstemmen met de interne ICT’ers, overleggen met Limburgse ziekenhuizen over aanleveren van informatie, slimme(re) oplossingen bedenken voor het verwerven en opslaan van externe informatie, afstemmen met IKNL voor het gebruiken van gegevens, MDO’s en regiocontacten vragen hoe informatie aan MAASTRO te leveren, maandelijks een voortgangsrapportage maken voor het projectbureau, elke twee weken bijpraten met de interne opdrachtgevers Liesbeth Boersma en André Dekker. Check, check en nog eens check!
20
• P atient Reported Outcome Measures (PROMS*): oncologische uitkomst + kwaliteit van leven + toxiciteit/bijwerkingen. Via vragenlijsten, tijdens de behandeling en tot vijf jaar daarna (voor patiënten met borstkanker is de termijn tot 10 jaar). • D octor Reported Outcome Measures (DROMS*): oncologische uitkomst + toxiciteit/bijwerkingen. Zowel van onze eigen mensen (artsen, doktersassistenten enz.) als van de doorverwijzende artsen in de Limburgse ziekenhuizen. We registreren alle beschikbare informatie uit epd’s . Ook hier geldt: tijdens en na het behandeltraject. Het elektronisch patiënten dossier (HIX) van MAASTRO wordt een belangrijk verzamelpunt van al deze gegevens. * PROMS is een bekend begrip in de gezondheidszorg. De afkorting DROMS is door Mia en Iverna bedacht.
SLIM COMBINEREN! ‘Picture this’: 2017, wachtkamer MAASTRO. De patiënt komt tien minuutjes eerder naar het spreekuur van de arts om op een tablet een vragenlijst in te vullen: hoe voelt u zich, zijn er bijwerkingen? De arts ziet in één oogopslag waar de knelpunten zitten en kan het volledige consult wijden aan die zaken die er voor deze patiënt, op dat moment echt toe doen. Een ideale combinatie van maatwerk, klantgerichtheid én efficiënt werken. En de antwoorden worden natuurlijk ook gebruikt om de database van de structurele uitkomstenregistratie aan te vullen.
Dirk De Ruysscher radiotherapeut-oncoloog, hoofd divisie Klinische trials en hoogleraar in zowel Maastricht als Leuven
“Vereenvoudiging is een heel belangrijk punt, juist in de heel complexe zaken”
MAASTRO 2015 | 21
Dirk De Ruysscher is terug ‘op het nest’ en hij is van harte welkom! De ervaren radiotherapeut-oncoloog heeft namelijk een groot onderzoekshart en dat maakt hem de ideale persoon om de samenwerking tussen onderzoek en patiëntenzorg optimaal te maken. De afgelopen drie en een half jaar werkte Dirk aan de Universiteit in Leuven en in het Universitair Ziekenhuis aldaar. Die ervaringen - onder andere bij het opzetten van een protonencentrum, maar ook de andere manier van werken én een paar heel aantrekkelijke onderzoeken - neemt hij mee terug naar Maastricht. DIRK, ONGETWIJFELD DE MEEST GESTELDE VRAAG DE AFGELOPEN TIJD: WAAROM BEN JE TERUGGEKOMEN? “Ik heb met veel plezier in Leuven gewerkt, laat me dat benadrukken. Maar de klinische belasting is er zo hoog, dat er te weinig tijd overblijft voor de academische invulling. Dat is bij MAASTRO clinic traditiegetrouw anders en dat was voor mij de belangrijkste reden om ‘ja’ te zeggen tegen het verzoek om terug te keren. In Leuven was protonentherapie een van mijn projecten, daar zijn ze al begonnen met de bouw. In Maastricht concentreren we ons iets meer op onderzoek met beeldvorming, terwijl in Leuven wat meer experimenteel fysicaonderzoek wordt gedaan.”
DE DIVISIE KLINISCHE TRIALS IS NIEUW, ALTHANS ALS DIVISIE. HOE GA JE HET AANPAKKEN? “Het doel van de divisie is om de klinische trials beter op elkaar af te stemmen. Er zijn zoveel interessante studies, dat je alles wel wilt doen. Maar dat is onmogelijk en bovendien ben je daardoor ook sneller geneigd om af te dwalen. In Leuven kunnen ze, ondanks de zware klinische belasting, toch nog het nodige aan onderzoek doen, omdat in de basis, aan het begin, heel bewuste keuzes gemaakt zijn. Vanuit de gedachte dat je je beter kunt focussen op iets dan dat je van alles een beetje doet, concentreren we onze studies vanaf nu dan ook op enkele thema’s die we gemeenschappelijk gaan bepalen. De ontwikkelingen gaan heel snel: is deze studie over drie, vier, vijf jaar als je resultaten gaat krijgen, nog steeds interessant? We gaan dus keuzes maken. In plaats van de breedte, kiezen we voor de diepte. En voor een terugkeer naar de eenvoud.”
“Vereenvoudiging is een heel belangrijk punt, juist in de heel complexe zaken. Soms kan het niet eenvoudig, maar dan kun je wel de interface eenvoudig maken. Een elektrische auto bijvoorbeeld heeft zeer ingewikkelde techniek, maar voor de gebruiker maak je die techniek heel gemakkelijk toegankelijk.”
22
Focus! 1. Verbetering overleving: we zitten heel goed in de lijn van immuuntherapie en hypoxie (zuurstoftekort in de tumor) 2. Beperking bijwerkingen: beeldvorming en protonen
WAT BEDOEL JE MET EENVOUD? “Je ziet dat in veel radiotherapeutische instituten: technisch kan er heel veel, dus we doen ook alles. Maar ik pleit voor terugkeren naar het eenvoudige. Pas op, eenvoudig wil niet zeggen simplistisch. En als het minder eenvoudig moet omdat het dan betere resultaten oplevert, dan zij het zo. Maar je moet je wel regelmatig afvragen of het niet anders, niet eenvoudiger kan. Het is goed om soms een stapje terug te doen, van een afstand te bekijken en objectief te evalueren: doen we dit wel op de allerbeste manier? In de waan van alledag kan dat een uitdaging zijn, maar het moet. En het levert je altijd iets op. Zelfs al besluit je om niks te veranderen, dan nog weet je dat het goed zit.”
HET THEMA VAN HET JAAR 2015 IS IDEALEN. WAT IS JOUW IDEAAL? “Ik zou van radiotherapie een behandelingsmodaliteit willen maken die niet alleen de lokale controle verbetert maar die in samenspraak met medicamenten de afstandsmetastasen kan aanpakken. Wat ik voor mij zie - al weet ik niet of ik dat nog ga meemaken - is dat we patiënten een heel lage dosis bestraling geven, vergelijk het met het principe van een allergietest. Binnen 24 uur moeten we weten of deze patiënt - gezien de reactie van diens unieke eiwitten in het bloed - baat kan hebben bij deze behandeling. In zo’n test komen alle deeltjes van de puzzel, die we nu nog aan het zoeken zijn, bij elkaar. Genetica onder andere, maar lang niet alleen genetica. Ook omgevingsfactoren als microben spelen een rol, en leefgewoonten, zoals bijvoorbeeld roken. De belangrijkste risicofactor voor patiënten met borstkanker om littekenvorming te krijgen bij een borstsparende behandeling is roken. Of gerookt hebben. Wist je dat? Wel acht tot negen keer belangrijker dan genetica. Het zal heel complex zijn en ook al weten we al veel, we weten nog lang niet alles. Vandaar dat onderzoek zo belangrijk is.”
Dirk De Ruysscher: “Klinische studies wereldwijd: zoveel verschillende, zoveel publicaties, massa’s literatuur, zoveel complexiteit… We zijn de helft van onze tijd kwijt aan het proberen bij te houden van al die informatiestromen, maar het lukt je toch niet. Dát zou ik zo graag veranderd zien. Maar ja, dat is cafépraat. Op wereldniveau kan ik daar niks aan veranderen, maar hier bij MAASTRO wel.”
MAASTRO 2015 | 23
Geert Bosmans | projectdirecteur ZON-PTC Maria Jacobs | bestuurder
“Protonentherapie in Limburg? Het duurt even, maar dan heb je ook wat”
24
Zes essentiële hordes moesten nog genomen worden na het toekennen van de vergunning door het Ministerie van VWS. Al die puzzelstukjes vallen langzaam maar zeker op hun plek. Het afvinken gaat minder snel dan verwacht, niemand van alle betrokken partijen - van banken tot ziekenhuizen, van zorgverzekeraars tot de architect en ook wij zelf - heeft immers ooit eerder een protonentherapiecentrum gebouwd. Stapje voor stapje komen we waar we zijn moeten: een definitief ‘ja’. Nu begint het echte werk! DE FINANCIERING De financiering van ZON-PTC (investering is 40 miljoen euro) is een bijzonder complexe aangelegenheid, maar liefst acht partijen zijn erbij betrokken: MAASTRO investeert zelf vier miljoen euro, daarvoor ontvingen we onlangs de goedkeuring van het Waarborgfonds. Blijft over: 36 miljoen euro, op te brengen door twee Nederlandse banken, het LIOF, de Provincie Limburg, Maastricht UMC+ en de leverancier van de protonenversneller. Maria Jacobs: “De grootste uitdaging is om alle partijen op een lijn te krijgen: een kleine verandering in de voorwaarden van de ene partij, moet met de andere betrokkenen worden afgestemd.
2015/2016 Zouden we ons in dit jaarverslag beperken tot het jaar 2015, dan was dit verhaal over ons protonentherapiecentrum ZON-PTC (ZON staat voor Zuid Oost Nederland) allang weer achterhaald. Elke dag is er immers nieuws. Mei 2016: alle financiers hebben recent samen gezeten om met elkaar af te stemmen en starten nu het finale besluitvormingsproces, met een duidelijk positieve insteek. Het technisch ontwerpteam (architect, constructeur, leverancier) is al begonnen met het realiseren van het definitief ontwerp. Kortom; alles staat in de steigers en wacht op het langverwachte groene licht: helaas te laat om mee te nemen in dit jaarverslag.
MAASTRO 2015 | 25
DE TARIEFBESCHIKKING VAN DE NZa? De Nederlandse Zorgautoriteit heeft bepaald dat we gaan werken met maximale tarieven en dat tarief is inmiddels ook vastgesteld. Elk van de vier locaties voor protonentherapie die nu in Nederland worden gebouwd, is uniek. Zowel in de opzet als in de kostenstructuur. Dat is de reden dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor elk centrum een eigen maximaal tarief heeft vastgesteld. De volgende stap is nu concrete afspraken maken met de zorgverzekeraars over de echte prijs. WAT DOEN DE ZORGVERZEKERAARS? Maria Jacobs vertelt dat de onderhandelingen met de zorgverzekeraars niet gemakkelijk gaan: “We horen dat ook van de andere protonencentra. Met CZ zijn we het verst gevorderd. We willen alle zorgverzekeraars - Zilveren Kruis-Achmea, CZ etc. - al in een vroeg stadium bij de plannen betrekken. Protonentherapie is voor ons allemaal een nieuw specialisme, de vergunning is verleend, we gaan er mee werken… Het is in ons aller belang om de toegevoegde waarde van protonentherapie optimaal te gaan benutten en dat betekent dat er goed moet worden samengewerkt. Nu het maximale tarief bekend is, hopen we snel concrete afspraken te gaan maken.”
DE ONDERNEMINGSSTRUCTUUR VAN ZON-PTC? ZON-PTC is een zelfstandige BV, maar de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht is dezelfde als bij MAASTRO. De tweekoppige directie bestaat uit een medisch directeur (Liesbeth Boersma, tevens medisch directeur bij MAASTRO clinic) en een algemeen directeur die op korte termijn aangesteld zal worden. Geert: “De medische staf ondersteunt de directie met een protonenexpertgroep die bestaat uit een arts, een fysicus en een radiotherapeutisch laborant.” WIE LEVERT DE PROTONENVERSNELLERS? Geert Bosmans legt uit dat je als particulier bedrijf - ZON-PTC is een BV, voor de meerderheid in eigendom van MAASTRO clinic - niet verplicht bent om Europees aan te besteden: “Maar we hebben wel gekozen voor een ‘gewoon’ aanbestedingstraject. De leverancier is inmiddels bekend: het Amerikaanse Mevion Medical Systems kwam als beste optie uit de aanbesteding. De protonenversnellers van MEVION draaien inmiddels op vijf klinische sites. Wist je dat wij als een van de weinige protonencentra deze aanbesteding hebben doorstaan zonder juridische procedures…”
VAN WIE KOMEN ONZE PATIËNTEN? MAASTRO betrekt alle oncologische commissies van de ziekenhuizen uiteraard nauw bij de voorbereidingen. In deze fase nog met algemene informatie en een regelmatige update, maar de informatievoorziening en de samenwerking wordt natuurlijk steeds concreter van inhoud. Geert: “Voor welke patiënten heeft protonentherapie meerwaarde? Dat is de meest gestelde vraag van het moment. Als we eenmaal begonnen zijn zal ook die vraag concreter worden: heeft deze patiënt baat bij protonentherapie? We gaan uiteraard ook verschillende onderzoeks-programma’s opzetten. Ook daarbij rekenen we op een prettige samenwerking met de ziekenhuizen, net zoals dat nu al gebeurt bij de huidige vormen van radiotherapie. Ook met Radboud UMC hebben we overigens afgesproken om inhoudelijk te gaan samenwerken: voor beide partijen is dat interessant.”
NIEUWS: ZON-PTC komt toch inpandig! Bijkomend voordeel van de MEVION-versneller is het compacte formaat vergeleken met de andere versnellers: je hebt slechts een vloeroppervlak nodig van slechts 12 x 10 meter (wel van drie verdiepingen hoog). Geert: “We hebben het niet meegenomen in de besluitvorming, maar toen het MEVION bleek te worden, zijn we natuurlijk meteen gaan kijken of er mogelijkheden waren om de versneller toch inpandig te plaatsen. Wij zien protonentherapie immers als vierde behandelmogelijkheid: naast de al bestaande fotonentherapie, brachytherapie en stereotactische radiotherapie. Praktisch is het natuurlijk ook interessant: letterlijk alles om de hoek. Toch is het niet de gemakkelijkste oplossing: we krijgen minder opslagruimte, we moeten een van de huidige fotonenversnellers verplaatsen, van de acht huidige bunkers moeten we er anderhalve afbreken en op die plek een wat grotere opbouwen waar de protonenversneller komt te staan… en dat allemaal terwijl het dagelijks werk gewoon doorgaat.” Maria kaart aan dat het jammer is dat de nieuwe locatie veel minder in het zicht ligt dan de locatie waar ZON-PTC oorspronkelijk gebouwd
Laatste nieuws? zou worden, namelijk aan de rand van de Brightlands Maastricht Health Campus: “Daar hadden we ook al ruimte gereserveerd
Dat vertellen we u graag! voor een eventuele tweede protonenversneller. Maar mocht dat er ooit nog van komen, dan is het wellicht verstandiger om die te
www.maastro.nl en bouwen op een meer centrale locatie in het land.”
www.zonptc.nl
26
MAASTRO 2015 | 27
Liesbeth Boersma | directeur patiëntenzorg
“ We willen de oncologische zorg in de regio verder verbeteren, onder andere met ons onderzoek” “Er is wel wat veranderd sinds vorig jaar,” lacht Liesbeth Boersma. En niet zo’n beetje ook. Zo is dr. Boersma sinds oktober 2015 professor Boersma. En sinds begin 2016 is ze directeur patiëntenzorg bij MAASTRO. Het managementteam patiëntenzorg (Jeroen Buijsen, Martien van Bussel, Huub Backes en Bas Nijsten) nam steeds meer de dagdagelijkse zaken over. Zodat Liesbeth zich meer kon concentreren op “de grote lijnen” én op de intensievere samenwerking binnen de regio. TUMORSPECIFIEK MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG ARTSEN Het belangrijkste doel van haar bijzondere praktijkleerstoel (radiotherapie, in het bijzonder het mammacarcinoom) - niet helemaal toevallig ook haar persoonlijk streven - is het verder verbeteren van de oncologische zorg in de regio. Het Oncologisch netwerk Zuid-Oost Nederland gaat daar een stevige rol in spelen: “Samen onderzoek doen, innoveren, onderwijs geven aan aanstormende talenten... Hoog op mijn persoonlijke wensenlijstje staat onder andere het nog verder realiseren van tumorspecifieke besprekingen (MDO’s): alle relevante medisch specialisten met expertise op dat specifieke aandachtsgebied zoeken samen naar het beste, geïndividualiseerde behandelplan voor die ene patiënt.”
28
KEUZEHULPEN VOOR DE PATIËNT “De strategie van MAASTRO clinic is sinds jaar en dag gericht op geïndividualiseerde behandeling. Daarom steken we veel tijd en energie in het actief ontwikkelen van keuzehulpen, onder andere voor prostaat- en borstkanker. We zien het als onze taak om de patiënt van overzichtelijke, betrouwbare en individuele informatie te voorzien. Daarvoor verzamelt onder andere collega André Dekker behandelresultaten van over de hele wereld, waarmee we betrouwbare voorspellingsmodellen ontwikkelen. De patiënt zal daarmee een indicatie van de kans op overleving en bijwerkingen krijgen en kan dan, samen met de arts en op basis van persoonlijke afwegingen, een weloverwogen keuze maken.”
Professor dr. Liesbeth Boersma Inaugurele rede op 2 oktober 2015, Universiteit Maastricht
Kwaliteit in borstkankerzorg: O.K. & T.O.F.?! De vijf belangrijkste aspecten van kwaliteit van oncologische zorg: O = Overlevingskansen zo hoog mogelijk K = Kwaliteit van leven, zo weinig mogelijk bijwerkingen T = Tevreden patiënten O = Organisatie van zorg, goede afstemming tussen de verschillende zorgverleners F = Foutloos www.maastro.nl/nl/news/1/61/128/prof-dr-liesbethboersma-hield-vrijdag-2-oktober-2015-haar-oratie-aan-deuniversiteit-maastricht.aspx
MAASTRO 2015 | 29
2015 in vogelvlucht: Met stip op één: het nieuwe elektronische patiëntendossier. Liesbeth: “Het bijbehorende workflowmanagementsysteem is een enorme stap voorwaarts. Het werkt zoals het klinkt: overzichtelijk, met voor alle betrokken collega’s opeenvolgende ‘to-dolijstjes’. Je kunt in een oogopslag zien wie wat nog moet doen voor die ene patiënt. In 2016 ronden we de introductie van het epd helemaal af: sneller, completer en nog overzichtelijker.” • Aangepaste controleprocedures ook ingevoerd bij gastro enterologie en hoofd-/hals • Kwaliteit en veiligheid: kwaliteitscontroleprotocollen zo goed als klaar, veel projecten en projectjes, internationale audit (uitkomst: prima!) • Multidisciplinaire zelfsturende teams: sinds 1 januari 2016 • Project structurele uitkomsten registratie • Hercertificering veiligheidsmanagementsysteem • Internationale Site Visit Patiëntenzorg • Kwaliteitstraject brachy, afgerond met een geslaagde fysica audit • DGRT wordt DGART (Dose Guided Adaptive Radiotherapy): nu we aardig goed kunnen meten of de geplande dosis daadwerkelijk daar komt waar die moet komen, wil je met die kennis natuurlijk ook de behandeling aanpassen. Hiervoor moeten we beslisprotocollen ontwikkelen: bij welke afwijking maak je een nieuw bestralingsplan? • Beter intekenen doelgebied voor de bestraling door de MRI-scan te matchen met de CT-scan
30
GEWOON, GEWOON GOED OF EXCELLENT? De meeste doorverwijzende Limburgse specialisten vinden MAASTRO clinic ‘bijzonder plezierig om mee samen te werken’. “Daar zijn we uiteraard blij mee, maar dat we worden gezien als ‘gewoon’ en ‘gewoon goed’, viel ons toch wat tegen. Ons onderzoek is in 2014 door de KNAW als excellent beoordeeld, maar kennelijk weten onze doorverwijzers dat niet. MAASTRO steekt veel energie in het continu opdoen van nieuwe kennis en in het verbeteren van de zorg. En steeds opnieuw zijn er nieuwe en bepaald niet geringe projecten: het vervangen van alle apparatuur en het bouwen van een nieuwe dependance in Venlo in 2012, het doorlopend vertalen van onderzoeksresultaten naar de behandelingen in de kliniek, en - niet te vergeten - de voorbereidingen voor ZON-PTC, onze nieuw te bouwen protonenkliniek.” MEER NAAR BUITEN TREDEN Liesbeth beaamt dat MAASTRO in de regio eigenlijk ook nooit met zoveel woorden verteld heeft over al dat excellente onderzoek: “We gaan de komende jaren onze onderzoeksresultaten meer kenbaar maken aan onze patiënten en de medebehandelaars in de regio. En dan vooral laten zien hoe dit leidt tot nog betere patiëntenzorg. Zo kan de patiënt optimaal profiteren van nieuwe ontwikkelingen.” Concreet betekent dat: meer en beter communiceren met de verwijzende artsen en met de patiënten, actiever meepraten bij de MDO’s, niet alleen radiotherapiecongressen bezoeken maar ook actief deelnemen aan multidisciplinaire congressen. Liesbeth: “Ook gaan we verwijzende artsen eerder en beter betrekken bij het onderzoek van MAASTRO. Vaak weet men niet eens wat er bij ons speelt en hoe veelbelovend sommige onderzoeken zijn. Misschien leven er wel heel specifieke wensen in de regio op het gebied van onderzoek. Of duikt er bijzondere expertise op bij een van onze doorverwijzers waarvan ook wij nog niet op de hoogte waren.”
André Dekker | manager onderwijs en onderzoek, hoofd divisie Knowledge Engineering én hoogleraar clinical data science
“Best wel een goed jaar eigenlijk!” Dat is een understatement van jewelste van André Dekker. Typisch voorbeeld van ‘wie zaait, zal oogsten’. Nooit eerder werden er zoveel grants voor onderzoek binnengehaald! Ook zijn eigen vakgebied kreeg een stevige impuls. Zo werd André per 1 december 2015 hoogleraar clinical data science aan de Universiteit van Maastricht en is er meer interesse dan ooit voor de MAASTRO-manier van het delen van data: namelijk zonder dat die data het ziekenhuis verlaten (zie kader over CAT/EuroCAT). André: “Het begint aardig te worden wat we, toen we zeven jaar geleden de eerste ideeën hierover op papier zetten, voor ogen hadden.”
Mijn ideaal André: “Als je bijvoorbeeld een jonge moeder bent, met vier kleine kinderen, dan staat overleving waarschijnlijk bovenaan. Ook al betekent dat dat je met een zuurstoftank in een rolstoel belandt. Maar stel, je bent in de tachtig en je enige kleindochter gaat binnenkort trouwen. Dan vind je het misschien veel belangrijker dat je je haar behoudt. Iedereen heeft andere wensen, andere idealen. Dat achterhalen en meenemen in de opties die we hebben, dat is mijn ideaal. Mijn onderzoeken zitten helemaal op de ideale behandeling voor die ene patiënt.”
STRATEGISCHE KEUZE Data brengen, data halen en daarvan leren. Dat is de simpele samenvatting van wat clinical data science inhoudt. Hoe meer data over patiënten en hun behandelingen, hoe liever. Want zo maak je de behandelvoorspelmodellen steeds betrouwbaarder: voor deze individuele patiënt, met al z’n specifieke kenmerken, leren we uit de behandel- en overlevingscijfers van veel, heel veel, vergelijkbare patiënten, dat deze (combi)behandeling de meeste kans op overleving geeft. Ga je nog een stap verder, dan kun je de patiënt een aantal behandelopties voorleggen. Met wellicht dezelfde kans op overleving, maar elke behandeling heeft weer andere consequenties qua bijwerkingen. En het is de patiënt zelf, ondersteund door zijn behandelend arts, die kiest: wat is voor mij het meest relevant? Voor MAASTRO is dit een strategische keuze: hier gaan wij voor, we gunnen onze patiënten die persoonlijke afwegingen en keuzes.
MAASTRO 2015 | 31
“EEN VAN DE LEUKE BIJKOMSTIGHEDEN VAN HET HOOGLERAAR ZIJN, IS DAT IK NU OOK VEEL BIJ HET MUMC+ BETROKKEN BEN BIJ DIT SOORT VRAGEN. HOE KUNNEN WE DATA UIT HET EPD IMPLEMENTEREN EN DELEN MET ANDEREN? WAT BETEKENT DAT VOOR DE IT-INFRASTRUCTUUR? BIJ MAASTRO IS DE BEWUSTE KEUZE GEMAAKT OM OOK DE IT-AFDELING TE ACADEMISEREN, HET MUMC+ HEEFT INMIDDELS DE VRAAG GESTELD OF DIT OOK NIET BIJ HET MUMC+ MOET GEBEUREN?"
ONZE VISIE DELEN Het mag duidelijk zijn dat je om zo’n behandeladvies te kunnen geven, veel betrouwbare gegevens bij elkaar moet zien te krijgen. Dat is inmiddels geen probleem meer. Sterker nog: de lijst van klinieken uit binnen- en buitenland die heel graag willen aanschuiven, groeit met de dag. Nieuw dit jaar is dat ook in Nederland wat meer aandacht is. “Ons CAT/EuroCAT idee is een beetje ongemerkt gebrand met iets dat de ‘personal health train’ heet. Dat heeft een leuke, duidelijke animatie opgeleverd (zie YouTube) maar veel belangrijker: er is nu ook interesse van instituten die helemaal niet met kanker bezig zijn, maar bijvoorbeeld met Alzheimer, Parkinson of cardiologie. De KNAW heeft ons gevraagd om mee te denken over wat er in 2025 op het gebied van ICT-infrastructuur voor life science moet staan. Samen met Groningen, Amsterdam en Leiden hebben we een visie geschreven voor de KNAW en dat is inclusief - jawel - onze EuroCAT!” MOOI ONDERZOEK SAMEN MET CZ FONDS Ook bij zorgverzekeraar CZ is er veel interesse in een ‘samen beslissen’ programma, ‘mybesttreatment’ genaamd. Ze kwamen bij MAASTRO terecht omdat hier de modellen voor longkanker het meest geavanceerd zijn, omdat ze erg patiëntspecifiek zijn. “We gaan voor CZ onderzoeken of de uitkomst van een shared decision gesprek tussen arts en patiënt, daadwerkelijk anders wordt als we mogelijke behandelopties met de positieve en negatieve consequenties goed op een rijtje zetten. Mocht blijken dat het merendeel van de patiënten toch gewoon ‘doet wat de dokter zegt’ - wat we overigens niet verwachten - dan heeft het allemaal geen zin. Maar als het overzichtelijk presenteren van alle opties wel degelijk van invloed blijkt te zijn op het maken van een individuele keuze, dán wordt het pas echt interessant. Want dan neemt CZ gezamenlijke besluitvorming mee in de zorginkoop bij de Nederlandse ziekenhuizen. De extra tijd die een dergelijk gesprek de arts kost, wordt dan vergoed. En dat is wat we - met onze data, met onze EuroCAT en met onze modellen - steeds voor ogen hebben gehad. Dan zijn we waar we zijn willen!”
32
CAT/EuroCAT CAT staat voor Computer Assisted Theragnostics. Door de gegevens van veel, heel veel patiënten klinische data, biologische en genetische data, data van de beeldvorming en uiteraard data van hun behandelingen én de resultaten daarvan - uit de hele wereld met elkaar te vergelijken, streven we naar het ultieme decision supportsysteem.
Nog meer spannende ontwikkelingen • N aast interesse van ziekenhuizen en onderzoeksinstituten begint ook het bedrijfsleven zich te melden. Ondernemers hebben 1001 ideeën hoe ze al die informatie aan patiënten kunnen aanbieden. • André pleit voor een ‘modelbibliotheek’: een onafhankelijk, betrouwbaar, degelijk instituut of orgaan dat de verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit van de modellen en de data. Dat misschien wel een soort van keurmerk ontwikkelt. Want als je hiermee gaat werken, dan moet je natuurlijk wel 100% zeker weten dat de modellen en de data kloppen.
MAASTRO 2015 | 33
Philippe Lambin | Hoofd divisie Translationeel Onderzoek en hoogleraar
Translation gaps
“Onze aanpak gaat de inefficiëntie van onderzoek doorbreken”
1. Van lab (of softwareontwikkeling) naar kliniek:
Onderzoekers moeten geduldige mensen zijn. Of in elk geval: geduld hebben. De route die elke nieuwe behandeling, elk medicijn aflegt van lab naar kliniek is immers lang. Tien, vijftien jaar is geen uitzondering. Bovendien kent de route twee grote hobbels, ook wel ‘translation gaps’ genoemd (zie hiernaast). Frustrerend vaak stoppen veel in potentie goede vindingen steeds op die momenten. Onder aanvoering van rasonderzoeker en hoogleraar Philippe Lambin gaat de nieuwste MAASTRO-divisie Translationeel Onderzoek die twee ’translation gaps’ bij vijf zorgvuldig geselecteerde projecten overbruggen.
traditioneel een van de specialiteiten van MAASTRO. Maar toch: moeilijk, moeizaam, ingewikkeld, veel regels, duur, vaak moet je middelen laten maken door een speciaal lab, toestemming nodig van de medisch ethische commissie, je hebt niet altijd alle benodigde kennis in huis en eigenlijk altijd gebrek aan mankracht.
2. Van klinische studie naar routine: businessplannen, certificering, marketing… niet het vakgebied van de gemiddelde onderzoeker en ook niet de corebusiness van een doorsnee radiotherapeutisch instituut.
De hordes van translationeel onderzoek Molecular Cells
Preclinical in vivo
First in human
Clinical Phase I-III
Routine care
VEEL GRANTS! Philippe is in zijn element. Translationeel onderzoek nieuwe stijl van MAASTRO werpt z’n vruchten af: “Veertien miljoen euro! Nooit eerder zijn we erin geslaagd om zoveel subsidies en grants voor onderzoek binnen te halen. Van die veertien miljoen euro is negen miljoen euro geworven in samenwerking met onze start ups in Maastricht.” WE GAAN HET ANDERS DOEN Start ups. Het woord komt tijdens het gesprek vaak terug. “Inefficiënt” noemt Philippe de situatie dat slechts een op de twintig subsidieverzoeken voor de financiering van onderzoek wordt gehonoreerd. En: “Zonde van de tijd die we erin steken.” De twee traditionele ‘translation gaps’ hebben duidelijke overeenkomsten: ze kosten geld en er moet enorm veel geregeld worden. De oplossing die voor de doorbraak gaat zorgen: start ups, bedrijfjes, oprichten die toegang geven tot de speciale subsidies voor technology transfer. ‘We zijn iets nieuws op het spoor waarmee we een stap dichterbij kunnen komen om kanker te genezen, we creëren banen voor hoogopgeleide onderzoekers én we verbeteren de lokale economie’ klinkt immers een stuk aantrekkelijker dan ‘we hebben geld nodig voor een volgende publicatie’.
?
Translationeel onderzoek kent vijf opeenvolgende stappen. Opvallend veel onderzoeken worden stopgezet omdat ze de stap naar fase 3 of naar fase 5 niet gemaakt krijgen.
34
MAASTRO 2015 | 35
Frank Verhaegen | Hoofd Fysica Research
De actuele projecten van de divisie Translationeel Onderzoek Gap 1: van lab naar kliniek 1. Behandeling met genetisch gemodificeerde anaerobe bacteriën 2. Klinische studie ‘Hypoxia Activated Prodrug’ (HAP): therapieresistenties hypoxische cellen verdwijnen 3. Klinische studie met Chloroquine, een autofagie inhibitor, in glioblastoma (H): therapieresistenties EGFRv3 cellen verdwijnen 4. Klinische studie met stereotactische radiotherapie en L19-IL2, een immunocytokine, in patiënten met oligometastasen Gap 2: van klinische studie naar patiëntenzorg 1. Radiomics, beeldenanalyse met speciale software 2. Clinical grade gecertificeerde versie van software voor patiëntselectie protonentherapie 3. Genetische signature voor radiogevoeligheid van normale weefsels
36
WIN-WIN-WIN- WIN… SITUATIE Voor alle duidelijkheid: die start up bedrijfjes zijn over het algemeen niet van MAASTRO zelf, noch van MAASTRO-medewerkers: dat betekent geen risico’s noch belangenverstrengeling voor MAASTRO. Toch profiteert MAASTRO direct en indirect van deze bedrijfjes, onder andere door vindingen in licentie te geven, waarmee ooit, als alles gaat zoals het zou moeten gaan, nog leuke royalty’s te verkrijgen zijn. Philippe ziet mogelijke financiële winst echter als slechts één van de drijfveren: “In eerste instantie doen we dit om te voorkomen dat veelbelovende ontdekkingen voortijdig stranden. Via deze route kunnen we toch verdere stappen zetten. Dankzij de extra ‘valorisatiesubsidies’ kunnen we goede mensen werven en Postdoc onderzoekers aan ons binden, die we anders niet zouden kunnen betalen. We krijgen meer publicaties, meer academische uitstraling. Winst aan alle kanten dus.”
“Opvallend veel eerste keren in 2015” Voor het eerst begeleidde Frank Verhaegen een hoogzwangere promovenda en eindelijk kon hij een (andere) promovendus nog drie jaar behouden door hem een baan als Postdoc aan te bieden om - ook voor het eerst - de mogelijkheden voor DGRT (dose guided radiotherapy) te onderzoeken bij inwendige bestraling oftewel brachytherapie. Verder kocht hij voor het eerst een robotarm voor onderzoek en het was de eerste keer dat het aantal gepubliceerde papers van zijn team begon met een 2 (20 stuks om precies te zijn). Ook richtte hij zijn eerste bedrijfje op en - eindelijk - mag hij vertellen over het echografieproject samen met de medische industrie waar een deel van zijn team met hart en ziel aan werkt…
DGRT BIJ BRACHY Frank: “MAASTRO is al sinds jaar en dag bezig met DGRT: door middel van beeldvorming bij de versneller kun je achterhalen hoeveel dosis de patiënt echt heeft gekregen. Dat vergelijken we met wat gepland is, en zo nodig pas je de dosering aan. Bij brachytherapie - waar de straling komt uit inwendig geplaatste stralingsbronnen - zou dat ook moeten kunnen. Het is een project dat zowel door de fysici als door de artsen met veel enthousiasme is opgepakt. Promovendus Gabriel Fonseca - “die heel goed is met brachy” blijft als Postdoc: de komende drie jaar voert hij het project ‘DGRT voor brachy’ uit.
Frank: “Door onze voorgeschiedenis en jarenlange ervaring met DGRT durf ik best te zeggen dat wij de enige in de wereld zijn die dit kunnen. Voor brachy moesten veel en heel tijdrovende experimenten gedaan worden en dat wilden we zo efficiënt mogelijk oppakken. Daarom hebben we een robotarm gekocht die heel snel, heel precies en langdurig achter elkaar manipulaties kan doen in een ruimte waar straling is. Het kostte een beetje extra tijd, maar we hebben ook veel lol gehad met onze ‘RAMBO’ en je wil niet weten hoeveel nieuwe ideeën hieruit aan het ontstaan zijn. In plaats van een statisch fantoom dat maar één ding kan, kan zo’n robot iets vastnemen, het zo neerzetten als je wilt, zo vaak veranderen als je wil, hij kan roteren, je kunt er bijvoorbeeld een ballon aan bevestigen die opblaast en leegloopt zodat het lijkt op een bewegend orgaan… Zo gaan we van 2D dosimetrie in één stap naar 4D of zelfs 5D! Die paar duizend euro investering hebben we er al lang uit.”
MAASTRO 2015 | 37
SUPERPROJECT! Over het nieuwe project mag Frank eindelijk iets zeggen: “Sinds twee jaar ontwikkelen we samen met een externe medisch industriële partner die de allerbeste echoapparatuur maakt, de volgende generatie 4D echo beeldapparatuur, bediend door een automatisch systeem. In tegenstelling tot CT-scans zijn echobeelden stralingsvrij en ook nog eens relatief goedkoop te maken; al met al een interessante optie in de radiotherapie. Gebruik van de CT-scan samen met 4D-echografie is complementair: wat je niet goed kunt zien op een scan zie je soms wel heel goed op echo en vice versa. Tegelijkertijd bestralen én een CT-scan maken kan niet. Bestralen en echografie gaan juist prima tegelijkertijd. Zo kun je mooie dingen ontdekken: we weten nu dat de prostaat veel meer beweegt dan we dachten. En dat is toch aardig essentiële informatie als je zo precies mogelijk wil bestralen…” Vooralsnog focust het team van Frank zich op de prostaat. Binnen nu en een paar jaar zal de 4D echo in de kliniek worden gebruikt. Daarna ligt de weg open voor andere toepassingsgebieden en als dat allemaal is uitgezocht dan lonken de mogelijkheden voor 4D echo met protonentherapie… Frank geniet duidelijk: DGRT staat al jaren op het lijstje van de fysici, steeds een andere toepassing, steeds een nieuwe invalshoek en nu dit grote, spannende superproject.
Drie promoties in 2015. Drie promoties dit jaar, net zoals het jaar daarvoor. Stuk voor stuk mooie onderzoeken, stuk voor stuk gedegen werk. De complimenten voor Skadi van der Meer (de hoogzwangere promovenda uit de inleiding), voor de Ierse Shane White en voor Braziliaanse Gabriel Fonseca die er een dubbel doctoraat van wist te maken door zowel in Maastricht als in thuisstad Sao Paolo te promoveren. Dat promovendi na hun promotie naar elders vertrekken, is voor Frank al jaren een doorn in het oog: je leidt ze op, je leert ze alles wat je weet en dan vertrekken ze, niet zelden naar een concurrent. Gabriel daarentegen, blijft nog even!
38 38
Ondernemen of niet ondernemen? De fysici - “In goede samenwerking met MAASTRO LAB,” zo benadrukt Frank - hebben in de loop der jaren toch aardig wat vindingen op naam van MAASTRO gekregen. Zo worden de dosisreconstructiemethoden van MAASTRO samen met Varian gepatenteerd. En ook de verkoop van SmART-software (Small Animal Radiation Therapy) is in licentie gegeven aan een commerciële partij. Het leek toen de beste oplossing: MAASTRO is immers een radiotherapeutisch instituut en geen commercieel bedrijf. Frank: “Begrijpelijk dat MAASTRO ervoor kiest om commerciële risico’s te vermijden, maar tegelijkertijd laten we dus kansen liggen om geld binnen te halen dat we kunnen investeren in onderzoek.” En zo werd de hoogleraar ondernemer. SmART Scientific Solutions BV wil het preklinisch onderzoek ondersteunen, onder andere met softwareoplossingen. “Het is een vrij brede missie, maar dat komt omdat er zich zoveel interessante mogelijkheden aandienen. Startup bedrijfjes als het onze hebben toegang tot een heel ander soort van financiering. Ik wil eigenlijk persoonlijk tot een situatie komen waarbij ik geen klassieke grantaanvragen meer moet schrijven, die zo weinig rendement hebben en die zoveel frustratie opwekken. Met ons bedrijf nemen we niet iets weg van MAASTRO, we voegen er juist iets aan toe. Het is een soort van extra kanaal dat je creëert waardoor nieuwe kennis, nieuwe ideeën - en geld - kan terugvloeien. Niet onbelangrijk: start ups bieden werkgelegenheid aan goede, slimme mensen die je anders kwijt zou zijn.”
MAASTRO MAASTRO 2014 2015 | 39 | 39
Marc Vooijs | hoofd MAASTRO LAB en hoogleraar
“ Basaal onderzoek blijft essentieel voor de ontwikkeling van betere kankertherapieën” Traditioneel antwoordt Marc Vooijs, hoofd van MAASTRO LAB, op de vraag hoe het gaat met de lopende onderzoeksprojecten, dat de voortgang van basaal en translationeel onderzoek niet zo snel gaat dat je jaarlijks grote stappen vooruit te melden hebt. Máár, als je hem vraagt naar wat er sinds 2010 is gebeurd, dan zegt hij: “We hebben bereikt wat we gezegd hebben dat we gingen doen: betere modellen ontwikkeld waarmee we op een nauwkeurigere manier tumorgroei kunnen volgen.” De beklimming van de Alpe d’Huez door collega Jan Theys (zie pag. 46) komt ter sprake. Marc beklom ‘zijn berg’ drie jaar geleden al in Marokko. Ander land, andere omgeving, andere mensen maar met een vergelijkbaar doel (internationaal onderzoek naar kanker) vanuit een soortgelijke intrinsieke motivatie en ideaal: “Kijk je naar de historie van kankerbehandeling, dan is er nog steeds gebrek aan basale kennis. Het is en blijft een van mijn stokpaardjes: basaal onderzoek - of het nou op gebied van biologie of wiskunde of Nederlands of wat dan ook is - hebben we nodig voor vooruitgang. Maar de trend neigt steeds meer naar toepassing.”
40
Desgevraagd geeft Marc een globaal - “bij lange na niet compleet” - overzicht van 2015. Stuk voor stuk verhalen op zich, maar hier noodgedwongen kort samengevat. De ‘common denominator’ van MAASTRO LAB is tumorcellen met zuurstofgebrek, oftewel hypoxische tumorcellen. Patiënten met hypoxische tumoren hebben immers een slechtere uitkomst en ze reageren slechter op therapie. De rode draden zijn de betere modellen en het onderzoek in normaal weefsel. Er is hard gewerkt: op elke publicatie volgen steevast veel reacties.
Wat als we… Marc hoorde onlangs een verrassend geluid. “Een radiotherapeut-oncoloog met specialisatie borstkanker gaf aan dat we bijna op het maximum zitten van mogelijkheden met bestraling. Wellicht is er nog 2% aan verbetering mogelijk, de meeste patiënten genezen wel. Maar waar we nog veel winst kunnen behalen is het beperken van de schade aan de borst door de behandeling. Dan praat je dus over kwaliteit van leven. Interessante visie.”
MAASTRO 2015 | 41
Project 1 Remmers van de Notch-signaleringsroute blijken inderdaad de gevoeligheid voor straling en chemotherapie in breinkanker in dier- en celmodellen te verbeteren.
Project 2 Collega Kasper Rouschop won de MAASTRO Research Award niet voor niets (zie het verhaal op pagina 14): hij ontdekte met zijn groep het molecuul dat een belangrijke rol speelt bij het afscheiden van ‘blaasjes’ door hypoxische cellen. Die ‘blaasjes’ komen via het bloed door het hele lijf terecht. Welke rol spelen zij bij het ontstaan van nieuwe tumoren elders in het lijf? Zijn ze wellicht potentiële biomarkers die we kunnen gebruiken?
John Paulissen | physician assistant Bart Reymen | radiotherapeut-oncoloog Huub Lux | deelnemer klinische studie nitroglycerine
“ Heeft nitroglycerine een positief effect op de behandeling van kanker? Dat is de grote vraag!”
Project 3 Philippe Lambin zet vol in op immunotherapie, een enorm interessant nieuw gebied. Wereldwijd worden met immunotherapie - de kankercellen worden dankzij de immunotherapie meer zichtbaar voor het immuunsysteem - successen geboekt in de kankerbehandeling. In combinatie met radiotherapie biedt dat een nieuwe niche. “Het is supersnel gegaan hier: nog dit jaar behandelen we de eerste patiënt in de kliniek.”
Project 4 De groep van Ludwig Dubois en Philippe Lambin heeft afgelopen jaar een mooi succes geboekt met medicijnen (met name TH302) die specifiek geactiveerd worden in hypoxische cellen. Alleen in cellen waar het zuurstofniveau heel laag is, verandert TH302 in een soort chemotherapeuticum, dat de cel doodmaakt. Het team heeft er een heel mooie studie over geschreven: in labmodellen en in vitro hebben ze laten zien dat TH302 samen met radiotherapie beter is dan radiotherapie alleen. Als je TH302 geeft, dan is de veronderstelling en dat is ook aangetoond, dat de hypoxische cellen verwijderd worden uit de tumor en dat de minder resistente tumorcellen worden gedood. Het therapeutische effect is daardoor beter.
Project 5 Marc zelf werkt met zijn team met daarin onder andere twee PhD-studenten vanuit het internationale project RADIATE (zie jaarverslag vorig jaar), aan het kweken van cellen van longen van patiënten in een soort drie-dimensionaal systeem, dat lijkt op een menselijke luchtpijp. “De stap die dit jaar gezet moet worden, en waar we afgelopen jaar naar toe hebben gewerkt, houdt in dat we in het lab uit die patiëntcellen stamcellen willen kweken, waarvan we denken dat die belangrijk zijn voor regeneratie. Waarom dat belangrijk is? Als we de long be-stralen, dan ontstaat schade. Als je die schade niet kunt repareren dan is de schade blijvend. Maar als we begrijpen wat het mechanisme is van die regeneratie, dan kunnen we de ontstane schade wellicht repareren of misschien wel voorkomen. Dat betekent dat je een patiënt een hogere dosis kunt geven of langer bestralen, omdat je de bijwerkingen kunt minimaliseren. Hierdoor zal het effect van de behandeling op de kanker groter zijn en de patiënt kan een langer en beter leven hebben. Dat is belangrijke winst.”
42
Twee mannen aan tafel. Ze vertellen over de nitroglycerinestudie waar ze allebei bij betrokken zijn. De een, John Paulissen, is physician assistant bij de Trial Poli van MAASTRO. Hij begeleidt patiënten die meedoen aan klinische studies. De ander is Huub Lux, een van de patiënten die door John werd begeleid in het kader van de nitroglycerinestudie. Maar er zijn meer overeenkomsten. WAAR BEN IK AAN BEGONNEN? Dat onderzoek belangrijk is in de strijd tegen kanker, hoef je beide heren niet meer uit te leggen. Huub zei in juli 2014 ‘ja’ op de vraag om mee te doen aan de studie. “Je grijpt elke mogelijkheid tot genezing aan. En zou het bij mij niks opleveren, dan kon ik er misschien iemand anders mee helpen.” De twee scandagen van het vooronderzoek vond hij zwaar. Het hoofd vol van gedachten en emoties, de eerste schok van het ziek zijn nog aan het verwerken… IS NITROGLYCERINE DE OPLOSSING? De nitroglycerinestudie van radiotherapeutoncoloog Bart Reymen (zie foto op pag. 17) loopt bij MAASTRO sinds november 2011.
De grote vraag is of de stof - onder andere bekend van ‘het pilletje onder de tong’ dat hartpatiënten gebruiken - ook goed bruikbaar is voor het genezen van kanker. Nitroglycerine verwijdt tijdelijk de bloedvaten. Door wijdere bloedvaten kan meer bloed stromen. Aangezien in bloed ook zuurstof zit, stroomt er dus meer zuurstof door de bloedvaten. In tumoren zitten eveneens bloedvaten en ook daarvoor geldt: meer bloed, is meer zuurstof, is minder zuurstoftekort (hypoxie) in de tumor. En dat is weer gunstig voor behandeling, want tumoren met veel hypoxie zijn nu eenmaal veel minder vatbaar voor behandeling.
BEETJE BIJ BEETJE Kleine stappen, zoals gezegd. John: “Bij de huidige fase 2 klinische studie volgen we 60 geselecteerde patiënten (criteria: niet-kleincellige longkanker, geen hartproblemen) twee jaar lang. We willen bewijzen dat zij de pleister met nitroglycerinecrème zonder noemenswaardige bijwerkingen kunnen verdragen.” Bart Reymen vult aan: “Daarnaast hopen we een mogelijke overlevingswinst aan te tonen ten opzichte van historische controles en subgroepen te identificeren die meer baat hebben bij de behandeling met nitroglycerine dan anderen. Op basis van de resultaten besluiten we of er nog een vervolg komt.”
MAASTRO 2015 | 43
OVER IDEALEN GESPROKEN… JOHN IS HARDLOPER. ZOWEL IN 2015 ALS IN 2016 DEED HIJ MEE MET DE ESTAFETTELOOP ROPARUN. 26 COLLEGA’S (RENNERS PLUS VERZORGERS) VAN MAASTRO GINGEN MEE OP DE TOCHT VAN PARIJS NAAR ROTTERDAM: 500 KILOMETER! IN TOTAAL DEDEN MAAR LIEFST 334 TEAMS MEE OM GELD IN TE ZAMELEN VOOR VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN PALLIATIEVE PATIËNTEN. HET MOTTO VAN DE ROPARUN: “LEVEN TOEVOEGEN AAN DE DAGEN, WAAR VAAK GEEN DAGEN MEER KUNNEN WORDEN TOEGEVOEGD AAN HET LEVEN.”
44
MET ARGUSOGEN De insteek mag dan wel zijn ‘verdraagt men de pleister?’, het spreekt voor zich dat zowel patiënten als onderzoekers de vorderingen met argusogen volgen. Twee jaar lang worden alle deelnemers extra gemonitord. Alle details worden genoteerd en verzameld. Een beetje hoofdpijn is de meest gehoorde klacht en dat is in de meeste gevallen op te lossen met een ‘paracetamolletje’. ZOEK DE VERSCHILLEN! Vóór de behandeling worden twee keer twee scans gemaakt. De eerste dag brengt een perfusiescan de doorbloeding van de tumor in beeld en laat een HX4-scan de hypoxie in de tumor zien. Een paar dagen later komt de patiënt terug en wordt een pleister met nitroglycerine opgeplakt, waarna de beide scans opnieuw worden gemaakt. De eerste resultaten lijken alvast bemoedigend: door de nitroglycerine is er in bepaalde tumoren inderdaad meer doorbloeding te zien en bij de zuurstofarme tumoren neemt het zuurstofgehalte globaal ook toe. John: “Wat dat op de langere termijn doet, weten we nog niet. Maar de eerste bevindingen zijn zo interessant dat we ze ook al op congressen hebben gepresenteerd.”
Als je Huub Lux twee jaar geleden had verteld wat hij in september 2016 gaat ondernemen, had hij je voor gek verklaard. Longkanker, een behandeling van chemotherapie en bestraling tegelijkertijd, gevolgd door een operatie waarbij een deel van zijn rechterlong werd weggenomen Desalniettemin: in september hoopt hij de Mont Ventoux op te fietsen. Om geld in te zamelen voor onderzoek. Na de diagnose stopte hij noodgedwongen met roken en begon hij met bewegen. Zijn fysiotherapeut had hem immers verteld dat ‘Hoe fitter je aan je behandelingen begint, hoe fitter je eruit komt’. Vanwege zijn beperkte longcapaciteit moet hij rustig beginnen en goed doseren, maar als ‘het dieseltje’ eenmaal loopt, dan komt het goed. De conditie die hij nu heeft, heeft hij nooit eerder gehad. Hij voelt zich goed. “De Mont Ventoux… het gaat heel heftig worden, dat weet ik nu al. Er zijn veel mensen die dit doen, maar ik realiseer me heel goed dat er ook heel veel mensen zijn die het niet meer kunnen doen.”
HUUB, VOORJAAR 2016: “VLAK NA DE OPERATIE IN DECEMBER 2014 VERTELDE DE CHIRURG NOG DAT DE SNIJVLAKKEN VAN DE OPERATIEWOND NIET SCHOON WAREN. MAAR NU, BIJNA TWEE JAAR NA DE EERSTE DIAGNOSE EN NA VIJF DRIEMAANDELIJKSE CONTROLES, IS ER NIETS TERUG TE VINDEN. DE LONGARTS FELICITEERDE ME: ‘U BENT KANKERVRIJ.’ JA, NATUURLIJK VRAAG IK ME WELEENS AF OF DAT DOOR DE NITROGLYCERINE KOMT. IK MAG DAN GEEN ARTS OF WETENSCHAPPER ZIJN, MAAR IK SLUIT HET BESLIST NIET UIT.”
MAASTRO 2015 | 45
Jan Theys | onderzoeker MAASTRO LAB
Jan: “Eerlijk is eerlijk: toen ik hier in 1996 in Leuven
Het Clostridiumverhaal van Jan Theys: “En van mijn collega’s en onze partners”
mee begon, met Philippe Lambin als co-promotor, hadden we gedacht dat het wellicht iets sneller zou gaan. Kennelijk hoort dit project zo te gaan.”
Onderzoek is vrijwel altijd een kwestie van lange adem. Daar weet onderzoeker Jan Theys alles van. ‘Zijn’ Clostridiumverhaal - waaraan hij tijdens zijn PhD-tijd in Leuven, 15-20 jaar geleden begon - stevent na jaren vallen en opstaan hard op een grote doorbraak af. ZO ZIT HET Jan legt uit dat sommige tumoren regio’s hebben met dode cellen. Deze zogenaamde necrotische gebieden zijn niet vatbaar voor welke vorm van therapie dan ook, en zijn geassocieerd met een slechtere prognose. Zou je de necrose in de tumor kunnen ‘opruimen’ dan krijgen patiënten met veel necrose een betere prognostische verwachting. Clostridium is een anaerobe bacterie die heel goed gedijt in een necrotische omgeving maar die op zichzelf niet heel veel kan betekenen. Door Clostridium te versterken, te bewapenen met een enzym die een prodrug* kan omzetten in een chemotherapeuticum, ontstaat er een soort van chemotherapiefabriekje: heel lokaal, precies op de plek(ken) binnen de tumor waar de dode cellen zich bevinden. De zeer lokale werking (nitroreductase) maakt hoge doses chemotherapie mogelijk, zonder dat gezonde weefsels bijwerkingen ondervinden. Dit in tegenstelling tot wanneer chemotherapie systemisch wordt toegediend.
Bijkomend voordeel van nitroreductase is dat daarmee stoffen zichtbaar gemaakt kunnen worden met de PET-scan. Je kunt bij patiënten Clostridium toedienen (is op zichzelf niet ziekteverwekkend en dus ongevaarlijk) en via de PET-scan kun je vervolgens controleren of er ook daadwerkelijke activiteit plaatsvindt. Zo ja, dan is deze patiënt geschikt voor deze behandeling en kun je de behandeling starten. Zo nee, dan bespaar je de patiënt een zinloze behandeling. EINDELIJK FASE 1 KLINISCHE STUDIE DANKZIJ SUBSIDIE VAN KWF Dat het Clostridiumverhaal van Jan (en zijn collega’s en zijn partners) opnieuw in het jaarverslag staat (in 2011 ook al) is te danken aan de KWFsubsidie van 2,1 miljoen euro om de volgende stap - een fase 1 klinische studie naar de kansen van Clostridium/prodrug/nitroreductase/PETbeeldvorming - te realiseren.
* Een prodrug is een niet werkzame stof die na omzetting in het lichaam het actieve geneesmiddel vrijgeeft. 46
MAASTRO 2015 | 47
Hardlopen Alpe d’HuZes Jan verdedigde deze grant voor een panel van experts én mensen van MOOIE SAMENWERKING “Typisch staaltje van samenwerking. Dit kan op weinig andere plaatsen zoals hier bij MAASTRO, vanwege de samenhang tussen lab en kliniek. MAASTRO mag dan de kartrekker zijn van dit veelbelovende project, we werken al sinds jaar en dag samen met Clostridium-onderzoekers uit Nottingham en met Nieuw-Zeelandse experts op het gebied van prodrugs en imaging aids. MAASTRO ‘levert’ de kankerexpertise, de beeldvorming en nu ook de klinische onderzoeksmogelijkheden.” Binnen nu en vijf jaar zien we Jan & co met hun Clostridiumverhaal part III weer terug in het jaarverslag. En in de vaktijdschriften uiteraard. Ondertussen gaat de zoektocht door en worden hier en daar mogelijk interessante zijpaden verkend. Een tipje van de sluier wil Jan wel oplichten: “Stel, er is geen necrose in de tumor. Wat als je die necrose opwekt door lokaal een relatief hoge dosis bestraling te geven om vervolgens Clostridum plus de prodrug gebruiken om de tumor meer vatbaar te maken voor radiotherapie?”
patiëntenverenigingen. Dat maakte indruk. “Het geld van het KWF dat gebruikt wordt voor dit onderzoek, is bijeengebracht door talloze patiënten, ex-patiënten, hun familieleden en vrienden. Dat schept een verplichting: je moet er dus vol voor gaan en dat geld goed gebruiken. Ik geloof hierin, ik wil dat patiënten hiervan profiteren, ik wil op die manier iets betekenen voor iemand die dat heel hard nodig heeft.”
Debby Tissen en Kim Baltussen | leden Ondernemingsraad
Balanceren tussen verschillende belangen
In juni stond Jan met vele duizenden anderen aan de start van de Alpe d’HuZes. Het geld dat hij inzamelde met hardlopen, komt straks ook ergens terecht voor onderzoek. “Ik ga ervan uit dat die onderzoekers
“Ik wil iets betekenen voor iemand
net zo gedreven zijn en net zo vol met idealen zitten als wij hier.”
die dat heel hard nodig heeft”
48
MAASTRO MAASTRO 2015 2015 | 49 | 49
Als je je als ambitieuze organisatie voortdurend wil blijven ontwikkelen, is het belangrijk om een goede ondernemingsraad te hebben. Een OR die op een constructieve manier meedenkt en weet wat er op de werkvloer leeft. In 2015 bereidde MAASTRO een belangrijke organisatieontwikkeling voor: de introductie van multidisciplinaire teams die langzamerhand meer zelfsturend worden. De voordelen voor patiënten en medewerkers zijn groot, maar de praktische struikelblokken in de uitvoerende fase helaas ook. Juist op zo’n moment is een goede OR goud waard.
Maria Jacobs | bestuurder
“En gelukkig hebben we zo’n OR”
50
“Zeker bij dit soort organisatieontwikkelingen heb je als management behoefte aan een goede sparringpartner. En dat is deze OR absoluut. Onze vertrouwensrelatie is zo goed dat ik al in een vroeg stadium mijn eerste ideeën met ze kan delen. Zij kijken vanuit een ander perspectief naar zo’n plan en dat kan heel verhelderend werken. Door samen goed te sparren, krijgt een idee steeds verder vorm. Dat vind ik een prettige manier van samenwerken: niet te procedureel. Het is een club mensen die - beter dan ik - weet wat er op de werkvloer speelt. Als ik niet weet dat er iets aan de hand is, kan ik er ook niets aan veranderen. Dankzij deze OR weet ik dat wel en kan ik er rekening mee houden. Die brug tussen werkvloer en management is in 2015 heel belangrijk geweest.” PATIËNTENZORG NOG CENTRALER In 2015 werden namelijk de voorbereidingen getroffen voor een organisatieontwikkeling die op 1 januari 2016 van start is gegaan. Om de patiëntenzorg nog centraler te stellen in de bedrijfsprocessen werkt MAASTRO sinds 1 januari met vier multidisciplinaire teams die langzamerhand meer zelfsturend worden. Elk team is gespecialiseerd in een overzichtelijk aantal patiëntengroepen en maakt in samenspraak met de hoogleraren een plan om de zorg voor hun patiënten in de toekomst verder te verbeteren. Zo wordt de verbinding tussen onderzoek en patiëntenzorg sterker. Binnen een team delen artsen en laboranten de verantwoordelijkheid voor een vaste groep patiënten. Ze overleggen dagelijks over de te behandelen patiënten. Dat maakt het gemakkelijker om een behandeling te individualiseren. Het zelfsturende karakter van de teams geeft medewerkers meer regelvermogen. Kortom: de organisatieverandering heeft op termijn voordelen voor patiënten en medewerkers. Maar voordat het zover is, zorgt zo’n verandering ook voor wat praktische problemen in de aanloopfase.
OR MAASTRO, Debby Tissen en Kim Baltussen: SNEL ACTIE ONDERNEMEN “Op zo’n moment zit je als OR in een lastige positie,” vindt OR-lid Debby Tissen. “Je kent de strategische achtergronden; weet dat het belangrijk is voor de organisatie om deze koers te volgen en hebt daarom als OR ‘ja’ gezegd tegen de grofstructuur. Zonder dat je op dat moment al zicht had op de concrete invulling van die structuur. Het is vervelend als je vervolgens geconfronteerd wordt met praktische problemen in de uitvoering, want die zorgen voor veel onrust bij medewerkers. De nieuwe teamkamers waren op 1 januari bijvoorbeeld nog niet klaar en de werkroosters werden plotseling aangepast, wat sommige medewerkers privé in de problemen bracht. Ik begrijp heel goed dat die nadelen op zo’n moment voor medewerkers zwaarder wegen dan de voordelen die ze later in dit traject zullen ervaren. We merkten op een bepaald moment dat er bij veel medewerkers weerstand ontstond tegen het complete plan. In zo’n geval moet je snel handelen, en dat hebben we gedaan door Maria in te seinen. Ze heeft onze signalen prima opgepikt en is meteen met de medewerkers gaan praten en heeft voor de mensen die niet blij waren met hun nieuwe rooster een passende oplossing laten zoeken.” BEIDE BELANGEN BEHARTIGEN Ook OR-lid Kim Baltussen vindt de rol van de OR niet altijd even makkelijk: “Je hebt voldoende achtergrondinformatie om de voordelen op termijn voor patiënten én medewerkers te zien. Maar tegelijk spreken medewerkers jou erop aan als ze niet blij zijn met de praktische consequenties van zo’n verandering. Als de sentimenten hoog oplopen, voelt dat niet prettig. Als OR ben je er om de belangen van medewerkers te behartigen, maar medewerkers
“We zijn er nog lang niet en blijven als OR dus ook dit jaar heel alert. Maar het begin is er, en dat is mooi.”
zien niet altijd dat zo’n strategische beslissing ook in hun eigen belang is. We balanceren vaak tussen de verschillende belangen van medewerkers en management. Dat is best ingewikkeld. Je wil constructief meedenken met het management, zónder dat medewerkers het gevoel hebben dat je te veel aan de kant van het MT staat. We doen ons best om beide belangen goed te behartigen.” GROTE STAPPEN VOORWAARTS Inmiddels zijn we een paar maanden verder en ervaren medewerkers de eerste voordelen van de nieuwe werkwijze. “Als team behandel je minder patiënten, dus je bent vanzelf nauwer betrokken bij hun behandeling en je hebt meer overzicht,” vertelt Kim, die zelf laborant in een van de multidisciplinaire teams is. “Als laborant spreek je de arts dagelijks aan het begin van de dag. De drempel om even snel iets te overleggen is laag waardoor je de werkzaamheden voor die dag gemakkelijk kunt prioriteren. Nu medewerkers die eerste voordelen zelf ervaren, merk je dat ze snel grote stappen vooruit willen zetten. Maar dat kan nog niet. De invulling moet voor een deel nog worden uitgewerkt.
MAASTRO 2015 | 51
Al onze onderzoeken op een rij
Strottenhoofd LaDecA
Een beetje onderzoek? Nee. Als we het doen, doen we het goed. Op deze pagina’s de 31 in 2015 lopende onderzoeken. Niet alle onderzoeken zijn door MAASTRO zelf geïnitieerd, regelmatig werken we mee met de onderzoeken van andere internationale centra. En andersom natuurlijk ook: wij doen ook regelmatig een beroep op onze collega’s in binnen- en buitenland. Vulva GROINSS-V II: GROningen Study on Sentinel nodes in Vulvar cancer Observationele, internationale studie naar een nieuwe behandelingsstrategie voor patiënten met vroeg stadium vulvacarcinoom. Doel: Wat is de toegevoegde waarde voor patiënten als de poortwachtersklier/schildwachtklier bestraald wordt in plaats van verwijderd?
Baarmoeder PORTEC 4 Landelijke fase III studie naar de waarde van brachytherapie (inwendige bestraling) en de optimale dosis daarvan bij patiënten met baarmoederkanker. Doel: Verkleint de huidige standaard toepassing van drie inwendige bestralingen de kans op plaatselijke terugkeer? Of is het beter om patiënten onder observatie te houden en alleen behandeling te geven aan de kleine groep vrouwen waarbij de kanker daadwerkelijk terugkeert? Daarnaast wordt de standaard dosis van inwendige bestraling vergeleken met een iets lagere dosis: gekeken wordt naar zowel het resultaat van de behandeling als naar de bijwerkingen en de kwaliteit van leven. 52
Vulva Vulvastudie
Hoofd-hals ARTFORCE
Werkzaamheidsstudie, Fase II studie naar afdoende radiochemotherapie bij lokaal vergevorderd plaveiselcelcarcinoom van de vulva
Een gerandomiseerde studie tussen standaard of adaptieve hoge dosis bestraling met Cisplatinum chemotherapie bij hoofd-/halskanker.
Doel: Kunnen we met een combinatiebehandeling van bestraling en chemotherapie en soms een beperkte operatie, voorkomen dat we een grote operatie moeten uitvoeren met een stoma of uitgebreide plastische chirurgie als consequentie? Wat zijn de bijwerkingen, zowel op de korte als de lange termijn, en hoe verdragen de patiënten de behandeling?
Doel: Is adaptieve hoge bestraling beter dan de huidige standaardbehandeling?
Baarmoederhals HX4 Cervix Niet-invasieve beeldvorming van baarmoederhalskanker met HX4 PET scan. Doel: Kunnen we het zuurstoftekort in tumoren bij patiënten met baarmoederhalskanker zichtbaar maken met een PETCT scan waarbij een licht radioactief middel (HX4) wordt toegevoegd?
Hoofd-hals HX4 Hoofd-Hals Niet-invasieve beeldvorming van HX4 met PET voor hoofd-/halskanker. Doel: Kunnen we het zuurstoftekort in tumoren bij patiënten met hoofd-/halskanker zichtbaar maken met een PETCT scan waarbij een licht radioactief middel (HX4) wordt toegevoegd?
Hoofd-hals Pijnstudie patiënten hoofd-/halskanker Gerandomiseerde studie, samen met het MUMC+ naar de effectiviteit twee verschillende medicamenten tegen pijn. Doel: Is methadon voor de pijnbestrijding bij deze patiëntengroep effectiever dan fentanyl?
Evaluatie van de besluitvormingsbehoeften van patiënten met strottenhoofdkanker. Doel: Evalueren van een beslishulp voor patiënten met strottenhoofdkanker, die is ontwikkeld door MAASTRO clinic en het Nederlands Kanker Instituut.
Borstkanker IRMA
• of de extra okselklierbehandeling veilig achterwege gelaten kan worden; • of we door overbehandeling van de oksel te voorkómen, de kans op bijwerkingen (door de extra okselklierbehandeling) verkleinen en de kwaliteit van leven positief beïnvloeden.
Prostaat en darm OncoActief
Borstkanker BOOG 2013-08
Doel: We weten bewegen een positieve invloed heeft op de negatieve effecten van kanker en de bijbehorende behandeling. Er is behoefte aan effectieve, laagdrempelige, beweegprogramma’s die niet alleen sporten, maar ook bewegen in het dagelijks leven stimuleren. OncoActief is een online en schriftelijk advies-op-maat beweegprogramma voor patiënten met prostaat- of darmkanker.
Een internationaal, gerandomiseerd fase III onderzoek beperkte bestraling borstkanker.
Okselklierstagering met/zonder behandeling versus afwachtend beleid bij borstkanker patiënten met een negatieve poortwachtersklier die een borstsparende therapie hebben gekregen.
Doel: Geeft een verkorte en gedeeltelijke bestraling van de borst in een periode van één week even goede resultaten als de standaard bestraling van de gehele borst? Voor patiënten die een borstsparende behandeling ondergaan, en die een laag risico hebben op een lokaal recidief.
Doel: Gerandomiseerde Nederlandse multicenter studie waarbij onderzocht wordt of het achterwege laten van een schildwachtklier-procedure leidt tot vergelijkbare recurrence cijfers vergeleken met de huidige procedures voor borstkanker patiënten met negatieve klieren.
Borstkanker BOOG 2013-07
Sarcoom DoReMy
Toegevoegde waarde okselklierbehandeling bij patiënten met borstkanker die een borstamputatie ondergaan.
Dosisreductie van preoperatieve radiotherapie bij het myxoid liposarcoom.
Doel: De standaardingreep in de oksel bij borstkankerpatiënten bestaat uit een schildwachtklierprocedure. Als een uitzaaiing wordt gevonden in de schildwachtklier, volgt standaard een extra okselklierbehandeling: de lymfeklieren worden uit de oksel verwijderd of de oksel wordt bestraald. Deze studie onderzoekt:
Doel: Is een lagere bestralingsdosis effectief ? En leidt dit tot minder toxiciteit? Ook bestuderen we de biologische effecten van een lagere dosis, onder andere op de doorbloeding van de tumor.
Gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit van een op het individu toegespitste computerinterventie ter bevordering van fysieke activiteit bij (voormalige) protstaatkankerpatiënten.
Prostaat ProDecA Beslishulpen voor gezamenlijke besluitvorming bij prostaatkanker. Doel: Evalueren van behoeften besluitvorming voor het ontwikkelen van een beslishulp voor patiënten met prostaatkanker.
Diverse LPRO1 Hoe verdraagt de oudere patiënt een uitgebreide bestraling? Doel: Met vragenlijsten en verschillende fysieke testen inzicht krijgen in hoe ouderen, sommigen kwetsbaar, met borst-, long-, prostaat-, endeldarm-, slokdarmkanker en kanker in de halsstreek een uitgebreide bestralingsbehandeling? MAASTRO MAASTRO 2013 2015| |5353
Diverse DEXA
laat zien op de PET-scan die voorafgaand aan de behandeling wordt gemaakt
Diverse L19-IL2
Neurologie Meningeoma studie
Neurologie Pilot WBRT versus SRT
Baarmoederhals EMBRACE
Effect van dexamethason op het optreden van kortdurende toename van pijn na bestraling bij patiënten met pijnlijke botuitzaaiingen
Long Chloroquine I-III
Fase I studie over combinatie van (hoge-dosis) radiotherapie en L19-IL2 bij patiënten met oligometastasen van een solide tumor.
Fase II en observationele studie naar adjuvante postoperatieve hoge dosis radiotherapie voor patiënten met een atypisch of maligne meningeoom.
Gehele schedelbestraling (WBRT) of een stereotactische bestraling (SRT).
Een Europese studie naar MRI-gestuurde inwendige bestraling voor baarmoederhals-kanker.
Doel: Kan dexamethason de tijdelijke toename van pijn na bestraling van botuitzaaiingen verminderen door het tegengaan van vochtophopingen in het bestraalde gebied?
Zie het verhaal op pagina 34. Fase I studie naar het gebruik van Chloroquine om autofagie te blokkeren tijdens bestraling bij stadium I-III kleincellige longkanker (SCLC) patiënten.
Doel: Meten van de kwaliteit van leven na bestraling van uitzaaiingen in de hersenen De kwaliteit van leven kan verschillend zijn afhankelijk van het feit of patiënten een gehele schedelbestraling (WBRT) of een stereotactische bestraling (SRT) – hoge dosis, heel plaatselijk - hebben ondergaan.
Doel: Evalueren van het gebruik van MRI bij inwendige bestraling van cervix-tumoren.
Long Nitroglycerine (Op pagina 43 staat het hele verhaal achter deze studie) Fase II studie naar nitroglycerine als sensibilisator in de behandeling van niet kleincellige longkanker. Doel: Verbetert de overleving door toevoeging van nitroglycerine aan de huidige standaardbehandeling? Bijkomend doel is om na te gaan wat het effect is van nitroglycerine op het tekort aan zuurstof in de tumor zoals dat zichtbaar wordt op medische beeldvorming.
Long PET Boost
Doel: Het vinden van de hoogste dosis Chloroquine die veilig en met aanvaardbare bijwerkingen toegediend kan worden bij een behandeling met chemotherapie en bestraling tijdens de bestralingsreeks.
Long Chloroquine IV Fase I studie naar het gebruik van Chloroquine om autofagie te blokkeren tijdens bestraling bij patiënten met stadium IV kleincellige longkanker. Doel: Idem als hierboven bij Chloroquine I-III, alleen bij een andere patiëntengroep.
Gerandomiseerde fase II studie: verhoging van de bestralingsdosis op de longtumor gebaseerd op een PET-scan bij patiënten met een stadium IB, II of III nietkleincellig longcarcinoom
Long Vermoeidheid na PCI
Doel: Door een hogere bestralingsdosis wordt de kans op het terugkomen van de longkanker verkleind. In deze studie onderzoeken we of de dosisverhoging op de hele tumor moet gebeuren of alleen op het gedeelte dat de meeste activiteit
Doel: Nagaan wanneer deze vermoeidheidsklachten - een belangrijke bijwerking van de behandeling - optreden en hoe de ernst verandert in de tijd.
54
Vermoeidheid na profylactische schedelbestraling bij patiënten met kleincellige longkanker.
Doel: Kan L19-IL2 na voorafgaande (hoge-dosis) radiotherapie met aanvaardbare bijwerkingen toegediend worden?
Long en prostaat REQUITE Validatie van voorspellende modellen en biomarkers voor radiotherapie-gerelateerde toxiciteit om bijwerkingen te verminderen en de levenskwaliteit van patiënten met longof prostaatkanker te verbeteren. Doel: Proberen te voorspellen welke patiënten een verhoogde kans hebben op het krijgen van bijwerkingen na bestraling.
Doel: Hebben patiënten met een niet volledig verwijderde tumor voordeel van een hogere bestralingsdosis. Een betere tumorcontrole wordt afgewogen tegen een hoger risico op bijwerkingen door de behandeling.
Neurologie Behandelprotocol LWNO voor intracraniële kiemceltumoren Verzamelen van informatie over de behandeling van volwassen patiënten met een intracraniële kiemceltumor volgens het protocol van de Landelijke Werkgroep NeuroOncologie (LWNO).
Neurologie CODEL
Doel: Een gedegen evaluatie van het protocol.
Fase III intergroepstudie: radiotherapie, temozolomide alleen of radiotherapie met gelijktijdig en aanvullende temozolomide voor patiënten met anaplastisch glioom met gecombineerd 1p-/19q- verlies (neurologie).
Neurologie Behandelprotocol LWNO Medullablastoma
Doel: Verbetert de toevoeging van behandeling met temozolomide gedurende en na afloop van de radiotherapie de resultaten van de behandeling? In vergelijking tot behandeling met alleen radiotherapie en om de effectiviteit te bestuderen van behandeling met alleen temozolomide.
Verzamelen van informatie verzamelen over de behandeling van volwassen patiënten met een medulloblastoom volgens het protocol van de Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO).
Slokdarm ART DECO Onderzoek naar het verhogen van de bestralingsdosis tijdens de behandeling van patiënten met een nietoperabel slokdarmkanker. Doel: Verbetert een verhoging van de bestralingsdosis de uitkomst van de behandeling van slokdarmkanker voor de patiënt?
Alvleesklier PREOPANC Gerandomiseerd fase III onderzoek operatief verwijderbare of mogelijk verwijderbare alvleesklierkanker: voorbehandeling met bestraling en chemotherapie gevolgd door een operatie versus alleen operatie.
Doel: Een gedegen evaluatie van het protocol. Doel: Is voorbehandeling met chemotherapie en radiotherapie voorafgaande aan de geplande operatie beter dan de operatie alleen?
MAASTRO 2015 | 55
Negen promoties in 2015! PROMOTOR PHILIPPE LAMBIN
PROMOTOR FRANK VERHAEGEN
PROMOTOR MARC VOOIJS
1 juli 2015 Jeroen Buijsen Rectal Cancer: Steps towards tailored treatment
26 maart 2015 Davide Fontanarosa Evaluation of speed of sound aberration and correction for ultrasound guided radiation therapy
25 september 2015 Marco Schaaf Autophagy in hypoxia and radioresistance: Regulation and Functional implications
9 juli 2015 Sarah Peeters The hypoxic tumor microenvironment: from imaging to targeting
23 september 2015 Gabriel Paiva Fonseca Monte Carlo modelling of the patient and treatment delivery complexities for high dose rate branchy therapy 18 november 2015 Shane White Application of Monte Carlo algorithms to the calculation of dose and RBE for low energy 2 december 2015 Skadi van der Meer Image-Guided and Adaptive Radiation Therapy with 3D Ultrasound Imaging
56
9 oktober 2015 Roger Habets Notch receptor regulation: mechanism and new therapeutic approaches 15 oktober 2015 Sanaz Yahyanejad Preclinical validation of Notch therapeutics for cancer treatment
Veilige toepassing medische technologie De wet vereist het met het oog op veiligheid: een up-to-date overzicht van elk gebruikt medisch apparaat. Klinisch fysicus Esther Martens heeft het in 2015 allemaal keurig in kaart gebracht: welke toestellen gebruiken we allemaal, waar kunnen de gebruikers vinden wanneer welk onderhoud gepleegd is, enzovoort. De basis ligt er nu, maar vereist uiteraard wel de discipline om deze goed bij te houden. Overigens: de meeste fouten worden niet gemaakt doordat een apparaat niet goed onderhouden zou zijn, maar doordat de mens een apparaat verkeerd gebruikt!
Slimmigheidje bij bestraling prostaat Door het inbrengen van een ‘ballonnetje’ gevuld met fysiologisch zout creëer je afstand tussen rectum en prostaat, waardoor het rectum bij bestraling gemakkelijker wordt ontzien. Een veelbelovend slimmigheidje dus! Met de zorgverzekeraars moeten nog afspraken gemaakt worden over de financiering hiervan.
Kwaliteit en veiligheid In 2008 was MAASTRO de eerste gezondheidszorginstelling met een gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem. Lange tijd waren we zelfs de enige! In 2015 nam Dekra het stokje over van Lloyds dat de eerste drie keer de certificering verzorgde. Conclusie: het certificaat is opnieuw verlengd.
MAASTRO 2015 | 57
MAASTRO opnieuw één van de beste werkgevers in cure and care Voor de tweede keer in successie behoort MAASTRO clinic tot de beste werkgevers in de gezondheidszorg. Het Top Employers Institute certificeert wereldwijd uitmuntendheid in de voorwaarden die werkgevers creëren voor hun medewerkers. Optimale arbeidsomstandigheden zorgen ervoor dat de medewerkers zichzelf kunnen ontwikkelen op persoonlijk en professioneel vlak. Maria Jacobs, bestuurder van MAASTRO: “Wederom is dit een kroon op ons personeelsbeleid. Ons strategisch opleidingsplan biedt steeds meer ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van medewerkers, het ontdekken van talenten en het professionaliseren van ons personeel.”
58
Maria Jacobs: “Dit jaar zag een eigen MAASTRO Academy het licht, een leeracademie, die ons weer een fase verder zal brengen. We willen voorop blijven lopen en continu in ontwikkeling zijn voor onze patiënten.”
kerncijfers
Kerncijfers MAASTRO CLINIC 2015
Verkorte balans per 31 december 2015
x € 1.000
2015 2014
Verkorte winst- en verliesrekening over 2015 x € 1.000
31-12-15
31-12-14
Opbrengsten zorgprestaties
Productie Aantal behandelingen - waarvan brachy - waarvan teletherapie
4.520
4.348
258
194
4.262
4.154
2014
28.103
27.648
Activa
Subsidies
1.794
1.201
Materiële vaste activa
38.567
Overige bedrijfsopbrengsten
3.454
2.058
-
-
Som der bedrijfsopbrengsten
33.351
30.907
36.248
38.567
Financiële vaste activa
Totaal vaste activa
36.248
Personeelskosten
18.146
16.351
Aantal medewerkers in dienst (op 31 december) 293 268
Onderhanden werk uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten
3.990
4.038
Aantal fte's (op 31 december)
247,1 231,7
Vorderingen uit hoofde van financieringstekort
Ziekteverzuim (excl. zwangerschap)
2,9% 2,3%
Debiteuren en overige vorderingen
Personeel
Onderzoek Aantal wetenschappelijke publicaties
107
73
-
Afschrijvingen op materiële vaste activa
47
-
8
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa
-
-
6.130
5.046
Overige bedrijfskosten
9.061
7.772
6.707
7.921
Som der bedrijfslasten
31.197
28.161
Totaal vlottende activa
12.884
12.975
Totaal activa
49.132
51.542
Bedrijfsresultaat
Liquide middelen
2.154
2.746
Financieel
Passiva
Financiële baten en lasten
Algemene en overige reserves
11.198
10.137
Totaal eigen vermogen
11.198
10.137
Resultaat boekjaar
Resultaatratio (resultaat / totale opbrengsten) Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit (eigen vermogen / totale opbrengsten)
3,2% 4,9% 1,3
1,2
33,6% 32,8%
Voorzieningen
3.633
24.227
27.056
Overige kortlopende schulden
9.733
10.716
Totaal kortlopende schulden
9.733
10.716
49.132
51.542
Totaal passiva
-1.094 1.060
-1.219 1.527
3.974
Langlopende schulden
60
2015
MAASTRO 2015 | 61
maatschappelijk verslag
hoofdstuk 1 |
Algemene informatie MAASTRO clinic
De strategie van MAASTRO clinic wordt weergegeven in het ’MAASTRO huis 2012-2016’
Bezoekadres Dr. Tanslaan 12, 6229 ET Maastricht / Tegelseweg 210, 5912 BL Venlo Postadres Postbus 3035, 6202 NA Maastricht Algemeen telefoonnummer 088 - 44 55 666 Algemeen faxnummer 088 - 44 55 667 Kamer van Koophandel nr. 41070330 Algemeen e-mail adres
[email protected] Website www.maastro.nl
PATIENT INDIVIDUALIZED RADIATION ONCOLOGY BEST SURVIVAL AND QUALITY OF LIFE SHORTEST WAITING TIME, BEST SAFETY, LOWEST COST
DISCOVER
STATE OF THE ART RADIATION ONCOLOGY
We want to be a “Thought” leader in Radiation Oncology: create & implement vision that is new and different
64
MORE PATIENTS (GROWTH)
DECISION SUPPORT SYSTEMS
PATIENT FLOW
INTERNATIONALISATION
DATA DRIVEN DECISIONS
EMPOWERMENT
eLEARNING IN RADIATION ONC.
HIGHLY MOTIVATED & INVOLVED MULTINATIONAL EMPLOYEES
DOSEGUIDED RADIOTHERAPY
LUNG & RECTUM CANCER
PROTONS
CT PET GUIDED RADIOTHERAPY
(Notch, Hypoxia, Acidosis…)
MAASTRO clinic is een categorale instelling en verzorgt de radiotherapie voor kankerpatiënten. Daarnaast wordt er binnen MAASTRO clinic klinisch onderzoek gedaan binnen de radiotherapie. MAASTRO clinic werkt daarnaast samen met de vakgroep Radiotherapie en met de onderzoeksschool GROW van het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC+) aan een verdere optimalisatie van de behandeling van kankerpatiënten via onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. MAASTRO clinic kent alleen publieke activiteiten conform het bepaalde in de Wet Toelating Zorginstellingen.
TUMOR MICROENVIRONMENT
In 1974 werd het Radiotherapeutisch Instituut Limburg opgericht te Heerlen met als doel zorg te verlenen in de ruimste zin van het woord en meer in het bijzonder door middel van radiotherapie aan oncologische patiënten in Midden en Zuid-Limburg. Per 1 januari 2003 is de naam van de stichting Radiotherapeutisch Instituut Limburg officieel gewijzigd in stichting MAASTRO clinic. Sinds het voorjaar van 2006 ontplooit MAASTRO clinic haar activiteiten op haar locatie in Maastricht en daarnaast sinds 1 juli 2012 in een nieuw opgerichte dependance te Venlo. Daarmee is het adherentiegebied van MAASTRO clinic uitgebreid naar geheel Limburg.
APPLY
MAASTRO clinic is gericht op het geven van de beste behandeling. Dat is behandeling volgens de laatste nieuwe inzichten en technieken, die de beste kans op overleven en de beste kwaliteit van leven biedt. MAASTRO clinic heeft wetenschappelijk aangetoond dat hierdoor de tweejaarsoverleving voor veel long- en hoofdhalskankerpatiënten fors is gestegen, soms wel met meer dan 30%. Maar elke patiënt is anders, en elke tumor is anders. Om de beste behandeling te kunnen bieden houden we dan ook rekening met de biologische en genetische kenmerken van een tumor en de kenmerken van een patiënt. Minstens zo belangrijk is rekening houden met de wensen van de patiënt (de ene patiënt vindt bijwerkingen bijvoorbeeld tot op bepaalde hoogte meer acceptabel dan een andere patiënt) en het betrekken van de patiënt bij de besluitvorming. Alleen dan kunnen we zorg bieden die ‘het beste’ is in de ogen van de individuele patiënt. Deze behandeling op maat is het centrale doel van MAASTRO clinic. Door de toepassing van geavanceerde medische technieken en wetenschappelijk onderzoek wil MAASTRO clinic de behandeling van de patiënt steeds beter laten aansluiten op zijn klinische, biologische en genetische kenmerken. Maar voorspellen welk effect, in een individueel geval, een behandeling heeft, is moeilijk. Dus is het kiezen van de beste behandeling niet eenvoudig. Daar doen we in MAASTRO wetenschappelijk onderzoek naar, waarbij we op basis van zoveel mogelijk gegevens van zo veel mogelijk patiënten proberen te voorspellen wat er met een nieuwe patiënt zal gebeuren. We proberen de voorspelling ook beter te maken door nieuwe gegevens te verzamelen bij patiënten zoals door middel van innovatieve beeldvorming. Dat doen we niet alleen vóór een behandeling, wij volgen de reactie van de patiënt en de tumor tevens gedurende de behandeling, die vaak enkele weken duurt. Op dit moment behoren we tot de wereldtop bij de behandeling van longen rectumkanker, bij andere vormen van kanker behandelen we volgens
MAASTRO 2015 | 65
de allerlaatste stand der wetenschap en zijn we actief in grote klinische studies. Om de best mogelijke behandeling daadwerkelijk te kunnen geven, nu en in de toekomst, investeren we in de nieuwste bestralings- en beeldvormingsapparatuur en in de combinatie van bestraling met nieuwe tumorspecifieke medicatie. In MAASTRO clinic wordt gewerkt volgens het Raad van Toezicht / Raad van Bestuur-model. De leiding van MAASTRO clinic werd tot 1 maart 2015 gevormd door een collegiale Raad van Bestuur, bestaande uit hoogleraardirecteur Prof. Dr. P. Lambin (voorzitter) en de directeur bedrijfsvoering drs. M.J.G. Jacobs. Per 1 maart 2015 heeft er een wijziging plaatsgevonden naar een éénhoofdige Raad van Bestuur en is drs. M.J.G. Jacobs de enige bestuurder. Zij wordt geadviseerd door een Directie-AdviesTeam bestaande uit de titulaire directeur patiëntenzorg en de manager onderzoek & onderwijs. De taken en bevoegdheden van de toezichthouders en van de bestuurder zijn geborgd in de statuten en de reglementen Raad van Toezicht en Raad van Bestuur en zijn in lijn met de zorgbrede governance code. Voor een overzicht van functies en nevenfuncties van de bestuurder en Raad van Toezicht wordt verwezen naar onze website en naar de website www.jaarverslagenzorg.nl (digiMV). De toezichtstructuur en verantwoordelijkheden zijn conform de Zorgbrede Governance Code vastgelegd in de reglementen van de Raad van Bestuur en van de Raad van Toezicht. Transparantie en benchmarking staan daarbij hoog in het vaandel. De missie en visie van de organisatie worden bij MAASTRO clinic jaarlijks vertaald in een beleidsplan en naar concrete doelen omgezet door middel van Balanced Score Cards (BSC), waardoor het werken van MAASTRO clinic transparant wordt gemaakt voor de omgeving. Deze Balanced Score Cards zijn voor iedereen openbaar. De resultaten hiervan worden weergegeven middels dashboards op de website van MAASTRO clinic. 66
De hoofddimensies van de Balanced Score Card waarover verantwoording wordt afgelegd zijn: patiëntenzorg innovatie, informatisering en services, fysica innovatie, business control, facilitair en inkoop, HR, communicatie, en discipline overstijgende zaken. Als zorginstelling heeft MAASTRO clinic een bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is dan ook van groot belang dat onze patiënten en andere maatschappelijke stakeholders vertrouwen kunnen hebben in MAASTRO clinic als organisatie en in haar medewerkers. Dat was voor MAASTRO de reden om in 2012 een aantal zaken vast te leggen in een integriteitscode. De integriteitscode fungeert als een kapstok voor bestaande beleidstukken over gedrag en integriteit zoals de gedragscode inkoop en de richtlijn social media. Tevens is in 2012 een klokkenluidersregeling opgesteld.
VERANTWOORDING DECLARATIES ZORGBESTUURDERS In december 2015 is door de besturen van de brancheorganisaties besloten om de Zorgbrede Governancecode te herijken en stevig te hernieuwen. Transparantie en bijdragen aan maatschappelijk vertrouwens zijn daarbij leidende principes. Zorgmiddelen dienen doelmatig en doeltreffend aangewend te worden. Over declaraties werd besloten om een specifieke regeling op te nemen in de nieuwe governancecode, die in 2016 tot stand moet komen. De kern van de nieuwe regeling is dat onkostenvergoedingen aan bestuurders altijd plaatsvinden volgens een door de Raad van Toezicht vastgesteld beleid. Dit beleid wordt in 2016 openbaar gemaakt en de Raad van Toezicht ziet toe op de naleving hiervan. Jaarlijks wordt in het jaarverslag verantwoord welke bedragen op grond hiervan zijn uitgegeven.
Vooruitlopend op de verwachte nieuwe regelgeving is in dit jaarverslag reeds een specificatie opgenomen van de onkostenvergoedingen aan de bestuurder. De kosten kunnen als volgt worden geclassificeerd: M. Jacobs Representatiekosten 862 Reiskosten binnenland 1.251 Reiskosten buitenland 3.723 Overige kosten 4.057 Bij de maatschappelijke verantwoordelijkheid die zorgorganisaties hebben, hoort een passende verantwoording en transparantie met betrekking tot declaraties, met name voor bestuurders in de zorg maar zeker ook organisatiebreed voor alle medewerkers van een zorgorganisatie. In het licht hiervan zijn er enkele wijzigingen aangebracht in de declaratieregeling van MAASTRO clinic, omdat op bepaalde onderdelen de transparantie verbeterd kon worden.
RAAD VAN TOEZICHT De Raad van Toezicht toetst of de Raad van Bestuur bij haar beleidsvorming en de uitvoering van haar bestuurstaken oog houdt op het belang van de organisatie van de stichting in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting en een zorgvuldige en evenwichtige afweging heeft gemaakt van de belangen van allen die bij de Stichting betrokken zijn. In 2015 heeft zes maal overleg plaatsgevonden tussen de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht, waarbij bij twee van de zes vergaderingen de Raad van Toezicht vooraf een korte bijeenkomst heeft gehad voor alleen de leden van de Raad van Toezicht. De volgende onderwerpen zijn in vergaderingen van de Raad van Toezicht besproken danwel goedgekeurd.
Onderwerp
Besproken Goedgekeurd
Jaarrekening Cancer Foundation (2014)
X
X
Begroting Cancer Foundation (2016)
X
X
Geconsolideerde jaarrekening Stichting MAASTRO (2014)
X
X
Jaarrekening Innovations BV 2014
X
X
Begroting Innovations BV 2016
X
X
Beleidsplan 2015
X
X
Balanced Score Card 2015
X
X
Begroting 2016
X
X
Liquiditeitsbegroting 2016
X
X
Wijziging bestuurlijke structuur
X
X
Aangaan van contracten en langdurige samenwerkingsverbanden
X
X
Vacature Raad van Toezicht & bindende voordracht door CR
X
X
Klasse-indeling WNT
X
X
Oncologisch network
X
Valorisatie / groepsstructuur
X
Organisatiestructuur en financieel beheer onderzoek
X
Normenkader ABR
X
Tactisch kader 2016
X
Regionale ontwikkelingen oncologie
X
Jaarverslag 2014
X
Accountantsrapport/actieplan interim rapportage/management letter
X
Relatie met MUMC (ook in relatie tot protonen)
X
Veiligheid en kwaliteit binnen MAASTRO clinic (ERM)
X
VMS certificering
X
Jaarverslag 2014: Klachtencommissie voor de patiëntenzorg
X
Jaarverslag 2014: Ondernemingsraad
X
z.o.z.
MAASTRO 2015 | 67
Het organigram van MAASTRO clinic ziet er als volgt uit:
Stand van zaken rondom ZON-PTC, onder andere governance, investering, voorfinanciering, aandeelhoudersovereenkomst, bepaling waarde aandelen, aanvraag bij Waarborgfonds, koopovereenkomst aandelen, medezeggenschapsorganen (OR, MS, CR), klachtrecht, begroting 2016, aanbesteding, vergoeding
Het is het beleid van MAASTRO clinic om, als onderdeel van Good Governance, gestructureerd en transparant risicomanagement uit te voeren met het doel te verzekeren dat de mate waarin de strategische en operationele doelen van de organisatie worden gehaald steeds bekend is, de rapportage van de organisatie betrouwbaar is en van toepassing zijnde wet- en regelgeving wordt nageleefd.
Raad van Bestuur
MAASTRO Scientific Staff
Medische Staf Ondernemingsraad Cliëntenraad
Stafdiensten:
X
Het risicomanagement beleid van MAASTRO kent de volgende Business analyses (kwartaal en maand) X uitgangspunten: Feedbacksysteem patiënten X • bij het onderkennen en beheersen van risico’s heeft het voorkómen Samenwerkingsverbanden Samenwerking in de Radiotherapie X van schade aan patiënten steeds de hoogste prioriteit; Zelfevaluatie Raad van Toezicht X • het risicomanagement proces wordt gemodelleerd volgens het EPD: stand van zaken X COSO-ERM-raamwerk; Hoogleraarschappen L. Boersma en A. Dekker X • het MAASTRO Veiligheids Management Systeem (MVMS) is een Overheveling onderzoek naar UM X onderdeel van enterprise riskmanagement; WBSO – wetenschappelijk onderzoek X • het risicomanagement proces wordt zoveel mogelijk geïntegreerd Crisiscommunicatieplan X in de normale zorgpraktijk van MAASTRO; risicomanagement Teamvorming X is een integraal onderdeel van de verantwoordelijkheid van het Benchmark 2014 X lijnmanagement; MRA Varian contract X • teneinde risico’s die generiek in MAASTRO voorkomen Medewerkerstevredenheidsonderzoek X op effectieve en efficiënte wijze te kunnen beoordelen en Patiënttevredenheidsonderzoek X beheersen worden organisatiebrede beoordelingsmethodes en Enquête sociale veiligheid X beheersingsmaatregelen (procedures, protocollen, standaard Enquête Medische staf X processen en systemen) vastgesteld, die gebaseerd zijn op best Aanpassing statuten X practices. Terugkoppeling afhandeling en opvolging incident (brachy) X Voortgang tri-partite-overeenkomst X Voortgang Balanced Score Card 2015
Raad van Toezicht
Auteur: D. Vogten, bestuurssecretaris, d.d. mei 2015
- Bestuurssecretaris - HR & Communicatie - Business Control - Inkoop & Facility Management - Receptie - Secretariaat RvB - Man. Kwaliteit & Veiligheid - Informatiemanager
X
Informatisering & Services: - ICT - Software development team
DIRECTEUR PATIËNTENZORG
Manager onderzoek en opleiding & onderwijs
Stafmedewerkers Onderzoek en O&O (tevens stagebureau)
DCM
Management Patiëntenzorg en Innovatie Medisch Manager
Manager Bedrijfsvoering Patiëntenzorg
Manager Innovatie
Hoofd Fysica Innovatie
PZ Staf MAASTRO
MAASTRO RESEARCH
Trials
Physics
School
Knowledge Engineering
Research Laboranten
PhD’s Post-docs
PhD’s Post-docs
PhD’s Post-docs
Fysici Research
KE Research
Specialist eLearning
- Capaciteitsplanner - Maatschappelijk werk - Secretariaat Management PZ - Mouldroom - Instrumentmakerij - Praktijkbegeleiding (functioneel in MAASTRO School
Cluster Coördinatoren
Besproken Goedgekeurd
CLUSTER 1 - Radiotherapeut Oncologen, PA’s - Radiation Technologists - Ondersteuning (planners, DA’s) - Fysica formatie patiëntenzorg
Cluster Coördinatoren
Onderwerp
CLUSTER 2 - Radiotherapeut Oncologen, PA’s - Radiation Technologists - Ondersteuning (planners, DA’s) - Fysica formatie patiëntenzorg
Fysica Innovatie Klinisch Technoloog Technical Innovation & Quality Control Zorglijnen innovatie Projectbureau
RTO’s Research = beleidsvoorstellen vanuit zorglijnen naar innovatiemanagement
68
MAASTRO 2015 | 69
Op 31 december 2015 werkten in totaal 293 medewerkers (95 mannen / 198 vrouwen) in MAASTRO clinic (247,1 fte). In 2014 bedroeg dit aantal 268 (92 mannen / 176 vrouwen). Het aantal fte bedroeg 231,74. In 2013 bedroeg dit aantal 262 (89 mannen / 173 vrouwen). Het aantal fte bedroeg 226,53. De gemiddelde leeftijd in MAASTRO clinic bedraagt 39,7 jaar en de gemiddelde lengte van het dienstverband bedraagt 8,44 jaar. In totaal wordt door 139 personen in deeltijd gewerkt, hetgeen neerkomt op circa 47% van het totale personeelsbestand. In MAASTRO clinic werken 15 mannen (16%) en 124 vrouwen (63%) in deeltijd. Het gemiddelde verzuimpercentage (exclusief zwanger-schapsverlof) van 2015 bedroeg 2,9%.
ONTWIKKELINGEN 2015
ALGEMEEN De eerste helft van 2015 stonden de implementatie, de scholing van personeel en de ingebruikname van het elektronisch patiëntendossier HIX van Chipsoft prominent op de agenda. Met slechts enkele weken vertraging heeft MAASTRO op 3 juli 2015 het nieuwe EPD in gebruik genomen. De nazorg van HIX vroeg in de tweede helft van 2015 nog de nodige resources. In 2015 is verder gegaan met omvangrijke voorbereidingen van het protonenproject. Na uitspraak van de NZA tegen gezamenlijke contractering door de zorgverzekeraars is het project weer in volle vaart gestart. De realisatie van ZON-PTC zal in 2016 en de komende jaren een van de grootste, zo niet het grootste, project zijn. De impact van dit project zal overal in de organisatie haar beslag leggen. Begin 2015 is de Raad van Bestuur van MAASTRO clinic gewijzigd naar een éénhoofdige Raad van Bestuur. Tegelijkertijd is research en opleiding duidelijker georganiseerd en gepositioneerd naast patiëntenzorg en is het management van resources voor onderzoek en opleiding beter ingeregeld. Een belangrijke interne ontwikkeling was tevens de vervolgstap in het organisatie-ontwikkeltraject, de vorming van multidisciplinaire zelfsturende teams in de patiëntenzorg welke in 2016 ingevoerd zal worden. Uitkomstregistratie blijft een van de belangrijkste aandachtspunten bij MAASTRO clinic zodat er zicht is op de kwaliteit van de behandelingen en deze objectief vergeleken kunnen worden met andere instituten. Vanuit de klinische fysica is een werkgroep gestart met de opdracht om een strategische keuze voor te bereiden voor nieuwe imaging apparatuur.
70
In 2015 waren de prioritaire projecten: • • • • • • • • •
Nieuw EPD Kwaliteit & Veiligheid Uitkomstregistratie Dose Guided Radio Therapy (DGRT) Enterprise Content Management (Sharepoint) Flow Organisatie-ontwikkeltraject IMProve RESearch Support (IMPRESS) Verbijzondering interne allocatie van kosten via Time Driven Activity Based Costing model (segmentatie financiering patiëntenzorg - research) • Huisvesting: Implementatie van Het Nieuwe Werken + extern huisvesten • Protonenproject In de Balanced Score Card 2015 zijn tevens voor de dimensies Patiëntenzorg Innovatie, Informatisering & Services, Fysica Innovatie, Business Control, Facilitair & Inkoop, HR, Communicatie & PR concrete doelstellingen geformuleerd.
PATIËNTENZORG In 2015 is het aantal radiotherapiebehandelingen gegroeid ten opzichte van 2014. In 2015 zijn 4.520 nieuwe behandelingen gestart, ten opzichte van 4.348 in 2014. Hierbij geldt evenals vorig jaar dat de teletherapie volumes toenemen, maar dat de brachy productie volumes negatief beïnvloed zijn door het gewijzigde verwijspatroon voor prostaatpatiënten. De toename van het aantal behandelingen in 2015 heeft voor een deel te maken met een wijziging in de registratieregels. De maximale doorlooptijd van een DBC is beperkt tot 120 dagen, met als gevolg dat DBC’s met een lange doorlooptijd gesplitst zijn in meerdere DBC’s. De eerste twee physician assistants in MAASTRO hebben in 2015 hun diploma behaald en werken nu zelfstandig op het gebied van mammacarcinoom en palliatieve behandelingen. Twee nieuwe Physician Assistants in opleiding zijn gestart. De palliatieve poli is verder uitgebreid en ook in Venlo zijn palliatieve poli plekken gecreëerd. Hierdoor zijn de doorstroomcijfers voor palliatieve behandelingen nog verder verbeterd. Het grootste project dat in 2015 is voltooid is de oplevering en invoering van HIX, het nieuwe elektronische patiëntendossier. Dit heeft veel tijd en inspanning gekost van vrijwel alle afdelingen binnen MAASTRO. Bijzonder is dat het workflow management systeem hierin geïntegreerd is. De invoering is succesvol verlopen en de patiëntendoorstroom is grotendeels stabiel gebleven. In het kader van verdere optimalisatie van de patiëntendoorstroom is veel energie gestoken in het aanpassen van de controleprocedures van bestralingsplannen door laboranten. Dit heeft geleid tot een lijst die nu 15 controle punten omvat in plaats van 80.
MAASTRO 2015 | 71
Op het gebied van kwaliteit en veiligheid is de dosimetrie van kleine velden gecontroleerd en zijn de protocollen op dit gebied aangescherpt. Bij een reguliere internationale dosimetrie audit waren de uitkomsten zeer goed met afwijkingen kleiner dan 3%. De nieuwe Varian apparatuur voor de brachytherapie is in gebruik genomen en alle standard operating procedures (SOP’s) van de brachybehandelingen zijn aangepast en geactualiseerd. Het brachyteam is in september 2015 gevisiteerd door een internationale commissie en kreeg hierbij een zeer goede beoordeling en slechts enkele verbeterpunten, die opgepakt gaan worden. Om te voldoen aan het convenant “veilige toepassing van medische technologie” is alle medische apparatuur geregistreerd. De verdere stappen die nodig zijn om aan dit convenant te voldoen worden momenteel uitgewerkt. Een ander belangrijk project waar vooral door het Data Centrum van MAASTRO (DCM) hard aan gewerkt is, is de structurele registratie van de behandelresultaten. Zo is het aantal zorglijnen waarvoor vragenlijsten worden verstuurd om door de patiënt gerapporteerde behandeluitkomsten (PROMS) te verkrijgen uitgebreid tot 10. Het elektronisch dossier is in gereedheid gebracht om ziektevrije en totale overleving te registreren. De toxiciteit die tijdens de behandeling wordt geregistreerd door de arts is per zorglijn beschikbaar gesteld in een dashboard. Achter de schermen is in 2015 veel tijd besteed aan het voorbereiden van de overgang van de organisatiestructuur naar zelfsturende multidisciplinaire teams in de kliniek. Vanaf 2016 zal in 4 teams gewerkt gaan worden, die georganiseerd zijn rondom zorglijnen en waarin laboran-ten en radiotherapeuten nog nauwer gaan samenwerken. Doelen van deze reorganisatie zijn een hogere kwaliteit door nog verder gepersonaliseerde behandeling (adaptive), hogere kwaliteit van arbeid door meer regelvermogen en lagere ervaren werkdruk, vergroten van de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen en het in staat stellen om verbeteringen sneller door te voeren. 72
Multidisciplinair werken in de oncologie was al van groot belang en wordt de komende jaren alleen maar belangrijker. Enerzijds komt dit doordat er steeds meer verschillende behandelmodaliteiten beschikbaar komen en er per patiënt steeds meer maatwerk mogelijk en noodzakelijk is, anderzijds wordt dit gestuurd door politieke ontwikkelingen en kwaliteitsnormen. Dit heeft in de regio al geleid naar het opzetten van het Oncologisch Netwerk Zuidoost Nederland (OncoZON). Voor MAASTRO is het van essentieel belang dat onze kennis en expertise gedeeld wordt in de regio en hiermee ervoor zorgen dat onze verwijzers goed geïnformeerd zijn over de mogelijkheden van radiotherapie, maar ook om onze algemene kennis over oncologische zorg te delen. Daarnaast wordt het steeds belangrijker om mee te praten over ziekenhuisoverstijgende normen, bijvoorbeeld op het vlak van doorstroomtijden. Tenslotte is veel tijd en energie besteed aan de voorbereidingen voor protonentherapie in Maastricht. De aanbestedingsprocedure heeft plaatsgevonden en de keuze voor een leverancier is gemaakt. In de loop van 2016 zal definitief duidelijk worden of we daadwerkelijk kunnen starten met protonenbehandeling in ZON-PTC.
KWALITEITSSYSTEEM Het jaar 2015 is gebruikt om het in 2015 gekozen nieuwe normkader van ISO 9001: 2015 uit te zetten binnen MAASTRO clinic. In dit jaar zijn er meerdere presentaties verricht over dit te implementeren kwaliteitssysteem en het nieuwe normkader. Hieronder volgt een overzicht van de meest opvallende positieve ontwikkelingen met betrekking tot het KMS. • Kwaliteitsdoelstellingen zijn benoemd voor 2015 en samengevoegd met het document veiligheidsdoelstellingen; • Het convenant veilige toepassing medische technologie voor MAASTRO is verder uitgerold; • Meerdere interne audits zijn uitgevoerd waaronder hand en kledinghygiëne, scopenreiniger, inkoop, dierproevenproces; • Kwaliteit prestatie indicatoren (KPI’s) zijn vastgesteld conform kwaliteitssysteem; • Kwaliteitsmanagementbeoordeling over het jaar 2015 verricht door Raad van Bestuur; • Interne auditplanning opgesteld voor het jaar 2016.
VEILIGHEIDSSYSTEEM Sinds 2008 heeft MAASTRO een gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem (VMS) door Lloyds Register getoetst tot en met 2014. Op 30 april 2015 heeft DEKRA het certificeringstraject overgenomen van het VMS. Op 11 en 13 mei 2015 heeft een hercertificering plaats gevonden met onderstaand positief resultaat:
Beoordelingsresultaat: MAASTRO clinic wordt gekenmerkt door een vooruitstrevende bedrijfscultuur waar patiëntveiligheid door alle lagen van de organisatie op de voorgrond treedt. In de bedrijfsvoering heeft men de Lean filosofie doorgevoerd. Hierdoor zijn de bedrijfsprocessen geoptimaliseerd en staat patiëntveiligheid nog meer in de spotlights. Er heerst een sterke meldingscultuur waarbij door alle disciplines dagelijkse meldingen worden gemaakt van procesafwijkingen. Deze worden consequent als procesverbetermogelijkheden gezien. Er is sprake van een doordachte structuur van beoordeling en behandeling van deze meldingen. Drang om continu te verbeteren lijkt een DNA kenmerk van de organisatie te zijn. De audit stond in het kader van de implementatie van een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) dat voldoet aan de eisen van de NTA 8009:2011. Daarnaast is ook dit jaar integraal risicomanagement (oftewel Enterprise Risk Management (ERM)) verricht binnen MAASTRO waarbij onder andere door het bestuurlijk management team de bedrijfsrisico’s in kaart zijn gebracht en waarbij interventies zijn benoemd. Hierin is MAASTRO ook een van de eerste zorginstellingen en daarmee ook voorbeeld stellend. In de radiotherapie, zowel nationaal als internationaal, speelt MAASTRO een grote rol in het uitdragen van risico en veiligheid in de vorm van het geven van cursussen en ondersteuning. In 2015 zijn onder andere bijdragen geleverd aan een meerdaagse ROSIS/ESTRO training (Radiation Oncology Safety Course, “minimising the impact of incidents in radiotherapy”) in Dublin en is een college verzorgd aan de master opleiding Healthcare Policy, Innovation and Management van Universiteit Maastricht. Tevens wordt door MAASTRO clinic de Belgische implementatie van het meldingssysteem PRISMA binnen het radiotherapieverband PRISMA-RT ondersteund in de vorm van scholingsbijeenkomsten welke ook gelden voor de Nederlandse PRISMA-RT.
MAASTRO 2015 | 73
Op het gebied van kwaliteitsindicatoren worden door diverse instanties indicatoren uitgevraagd. Vele indicatoren zijn echter toegespitst op ziekenhuiszorg en niet op radiotherapeutische instituten. Over 2015 zijn gegevens aangeleverd aan de IGZ, Zichtbare Zorg, NVRO, NVKF, NABON en IKNL.
CALAMITEITENMELDING INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG (IGZ) In 2015 is géén calamiteit in de patiëntenzorg gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
PATIËNTTEVREDENHEID In de wachtkamers van MAASTRO clinic (zowel in Maastricht als in Venlo) staan meldzuilen voor patiënten. Dit laagdrempelige feedback systeem werkt met behulp van groene, gele en rode kaarten. Door middel van een groene kaart kan een patiënt aangeven ‘dit is goed’, een gele kaart geeft aan ‘dit kan beter’ en een rode kaart geeft aan ‘dit kan echt niet’. Binnen een week wordt vervolgens contact opgenomen met de patiënt die een gele of rode kaart heeft gegeven om samen te kijken of en hoe het probleem dat gemeld wordt kan worden opgelost. De gele en rode kaarten worden geanalyseerd op basis van subcategorieën. Grofweg is er een indeling te maken in kaarten die betrekking hebben op facilitaire zaken en kaarten die betrekking hebben op het primaire proces. Deze categorieën zijn weer verder onderverdeeld in subcategorieën. Deze onderverdeling maakt het mogelijk om in de tijd ontwikkelingen preciezer aan te duiden. Maandelijks wordt een terugkoppeling van de kaarten aan belanghebbenden binnen de organisatie gestuurd, daarnaast worden er kwartaal- en jaaranalyses gemaakt.
74
In 2015 zijn er in totaal 160 groene kaarten binnengekomen (79 in Maastricht, 81 in Venlo), 38 gele kaarten (24 in Maastricht, 14 in Venlo) en 58 rode kaarten (40 in Maastricht en 18 in Venlo). Het aantal groene kaarten zowel in Maastricht als in Venlo is significant minder dan voorgaande jaren (totaal 160 in 2015 t.o.v. 249 in 2014). Tevens is er een significant grotere proportie rode kaarten in 2015 (58 in 2015 t.o.v. 45 in 2014). Naar aanleiding van de ontvangen gele en rode kaarten zijn er diverse acties uitgezet, waaronder verbetering van de informatievoorziening aan de patiënt in geval van lange wachttijden en de ontwikkeling van een serviceconcept 2.0 voor patiënten (met onder andere een nieuw plan voor inrichting van centrale hal en wachtkamers). Patiënten hebben naast bovenstaande de mogelijkheid om een klacht ter beoordeling voor te leggen aan een door de zorgaanbieder ingestelde klachtencommissie. In het verslagjaar werd en vier nieuwe klachten bij de commissie ingediend. De ingediende klachten hadden betrekking op medisch inhoudelijke zaken en organisatorische / administratieve aspecten. De vier klachten werden in het verslagjaar afgesloten, waarvan 1 met een uitspraak na een hoorzitting en 3 door bemiddeling. In de hoorzitting werd 1 klachtonderdeel behandeld en dit werd gegrond verklaard. Er kwam de commissie geen enkel voorval ter kennis dat aanleiding zou vormen een melding bij de inspectie te doen.
FYSICA INNOVATIE De groep Fysica Innovatie heeft zich in 2015 verder gefocust op projecten die in het teken staan van Kwaliteit en Veiligheid. Er is een interventiematrix opgesteld voor hoog-risico apparatuur om na onderhoud of storingen geprotocolleerd QA uit te voeren en apparatuur weer klinisch vrij te geven. Daarnaast zijn QA-procedures voor brachytherapie met LDR en HDR geïmplementeerd en is voor de complexe bestralingstechniek Volumetric Modulated Arc Therapy een regulier QA-programma opgesteld. Binnen de groep Fysica Innovatie zijn alle kwaliteitsdocumenten gecentraliseerd binnen een documentbeheersysteem (SharePoint) en is hard gewerkt aan de implementatie van het Medische Convenant binnen MAASTRO. Deze implementatie houdt onder andere in dat alle medische apparatuur en hulpmiddelen zijn geregistreerd in het centrale incidentmeldingssysteem (TopDesk) met bijbehorende handleidingen, onderhoud en incidenten. Vanuit het Medische Convenant is ook gewerkt aan bewustwording van de organisatie, duidelijkere verantwoordelijkheidsstructuren op het gebied van medische technologie en het vastleggen van bekwaamheid van gebruikers: een groot project dat volop doorloopt naar 2016. In 2015 zijn daarnaast ook verschillende audits uitgevoerd, o.a. op brachytherapie en VMAT/IMRTtechnieken.
Op het gebied van Dose Guided Radiation Therapy (DGRT) is het gebruik van kV Cone Beam CT (CBCT) scans binnen de bestaande workflow geïmplementeerd en is de nauwkeurigheid getest voor longbestralingen. In 2016 zal deze nieuwe geautomatiseerde dosisverificatiemethode klinisch worden vrijgegeven. Daarnaast zijn de klinische meetmethodes binnen DGRT uitgebreid met het gebruik van zogenaamde leaf trajectory log files van de versnellers waardoor niet altijd EPID-dosimetrie mogelijk hoeft te zijn voor dosisverificatie bij patiënten. In 2016 zal ook deze meetmethode klinisch worden vrijgegeven. Binnen het valorisatietraject van 2D en 3D DGRT met Varian Medical Systems heeft uitgebreide kennisoverdracht plaats gevonden en binnen MAASTRO clinic is de herimplementatie van alle klinische DGRTworkflows door het Software Development Team gestart. Dit laatste is nodig om het klinische beheer van DGRT te kunnen overdragen van de groep Fysica Innovatie naar de groep I&S, en om robuustheid en performance van DGRTworkflows te verbeteren.
In 2015 is een aanschaftraject gestart voor de vervanging van de huidige imaging apparatuur (twee CT-scanners en een CT/PET-scanner). Verder zijn twee 6DoF-bestralingstafels aangeschaft die in februari 2016 geïnstalleerd worden op de Amsterdam en Berlijn versnellers. Met deze tafels kunnen twee extra patiëntrotaties worden uitgevoerd waardoor intekenmarges uiteindelijk verkleind kunnen worden.
Tenslotte is de nieuwe apparatuur van Varian Medical Systems voor brachytherapie klinisch in gebruik genomen voor alle bestralingsindicaties. Het implementatieproject voor HDR bij prostaatpatiënten is opnieuw opgestart en de eerste patiënt wordt in 2016 hiermee behandeld.
Ook is gewerkt aan een tweetal andere fysisch uitdagende projecten om de kwaliteit van complexe bestralingstechnieken met kleine velden te kunnen garanderen: het kleine velden dosimetrieproject en het opzetten van filmdosimetrie.
De integratie van klinisch fysisch medewerkers (TiQc) en klinisch fysici is verder vorm gegeven in 2015 door het samen werken aan projecten, toekennen van gemeenschappelijke aandachtsgebieden en het integraler uitvoeren van diensten. Daarnaast zijn fysieke afstanden verkleind door de invoering van flexwerken en het mengen van functies op de werkplek.
MAASTRO 2015 | 75
In 2015 is de samenwerking tussen de groep Fysica Innovatie en de onderzoeksdivisie MAASTRO physics versterkt. Klinisch fysici en klinisch fysisch medewerkers zijn gekoppeld aan onderzoekslijnen en andersom wordt MAASTRO physics betrokken bij de uitvoer van klinisch fysische projecten. Dit laatste is ook belangrijk om al in een vroeg stadium de publiceerbaarheid van projecten te onderzoeken. Aan het einde van 2015 is vastgesteld dat het speerpunt van de groep Fysica Innovatie voor de komende jaren Dose Guided Adaptive Radiation Therapy (DGART) moet zijn waarin de ontwikkelingen van concepten voor Adaptive Radiation Therapy (ART) en de verdere klinische toepassing van DGRTmethodes de belangrijkste onderdelen zijn.
INFORMATISERING & SERVICES Nadat in 2014 de servicemanagement tool TOPdesk ge-update en verder ingericht is, is in 2015 verder gegaan met het verbeteren en uitbreiden van de servicemanagementprocessen. Professionalisering van de afdeling is gerealiseerd door het verder inrichten van de ITIL processen, te weten change-, release- en incidentmanagement, servicedesk en operationeel beheer. Het verder implementeren van releasemanagement, het standaardiseren van testen en bijbehorende rapportages en de professionalisering van het Change Advisory Board zitten nog in de pijplijn. De voorbereiding op de komst van het nieuwe EPD (HiX) van Chipsoft is in 2014 reeds gestart. 2015 was het jaar van de daadwerkelijke implementatie. Er is voor I&S meer tijd in dit project gaan zitten dan begroot, onder andere doordat HiX niet goed overweg kon met de complexe datastructuur en werkwijzen en de strikte koppeling met de Varian software (ARIA) voor een goede integratie van de radiotherapie workflow. Toch is slechts twee weken later dan gepland, live gegaan. 76
Applicatiebeheer is in 2014 gecentraliseerd binnen I&S. In de eerste helft van 2015 lag de focus op de inrichting van HIX. De tweede helft van jaar heeft Applicatiebeheer zijn handen vol gehad aan het uitvoeren van de aanpassingen die de organisatie vroeg toen men eenmaal met het systeem aan het werk was. Dat is een normaal verschijnsel na de implementatie van een groot systeem maar kost veel tijd en moeite om te realiseren. De tijdsdruk is vaak ook hoog omdat gebruikers gemotiveerd moeten blijven om de geboden functionaliteit in het nieuwe systeem te gebruiken. Tegelijk met de invoering van HIX werd de organisatie van applicatiebeheer binnen I&S grondig aangepast. Releasemanagement en testprocedures kregen een voorname plaats, 1e lijnsondersteuning, onderhoudstaken en technische handleidingen werden geoptimaliseerd. Ook is een solide Functioneel Beheer ingericht wat een grote stap voorwaarts is in het op een professionele manier beheren van een dergelijke cruciale applicatie. Het is van groot belang dat de business begrijpt dat een applicatie niet van ICT is, maar dat zij vooral zelf bepaalt hoe ze wenst te werken met een applicatie en dat ICT hierin een faciliterende en adviserende rol speelt. Het lukt hoe langer hoe beter om op deze manier nauw samen te werken met de business.
In 2015 is uitgebreid aandacht besteed aan het bedenken van oplossingen om ervoor te zorgen dat de combinatie van behoeften in onze infrastructuur niet voor grote problemen gaat zorgen. De balans vinden is een uitdaging aangezien de kliniek behoefte heeft aan stabiliteit en voldoen aan wet- en regelgeving. Deze uitgangspunten gelden zeker ook voor onderzoek, alleen is daar vooral de intrinsieke behoefte om dingen met grotere vrijheid uit te proberen. Dit werkt niet altijd goed samen in één infrastructuur. De onderzoekers van MAASTRO hebben samen met de klinisch informaticus i.o. van I&S een omgeving bedacht die aan hun behoeftes voldoet en minder belastend voor de klinische omgeving zal zijn. Dit concept is in een projectaanvraag gegoten voor 2016. Het DataWareHouse (DWH) is in 2014 flink uitgebreid en het gebruik ervan heeft een grote vlucht genomen. De data aanvragen namen toe en het aantal rapporten groeide gestaag. Deze trend heeft zich doorgezet in 2015. Zowel Onderzoek, Administratie als de Kliniek hebben hoe langer hoe meer behoefte aan data en informatie uit data. Dit zowel voor het doen van onderzoek als het sturen op de vergaarde informatie. Hierbij is een goede kwaliteitscontrole op de gegevensinvoer en de data-extractie van groot belang. In 2015 hebben de medewerkers van Business Intelligence / Data Ware House er veel tijd in gestoken om het aangekochte DWH van Chipsoft te doorgronden. Onze BI specialisten zijn tot de conclusie gekomen dat het DWH van Chipsoft niet voldoet aan de eisen die Maastro eraan stelt. In 2016 zal er een project worden opgestart om zelfstandig een nieuw DWH op te bouwen dat MAASTRO volledig kan faciliteren in haar groeiende informatiebehoefte. Onder begeleiding van adviseur Baker Tilly Berk is er een start gemaakt met het werken aan een betere alignment van de business en de ondersteunende diensten. Door beter inzichtelijk te maken wat de ondersteuning doet, kan er beter afgestemd worden wat de business kan vragen en waar ze de
ondersteuning in kan betrekken en dus op mag afrekenen. De ondersteuning wil beter de rol van business partner innemen dan tot nu toe het geval is. Een ICT strategie, meerjarenplannen en de ontwikkeling van een Product Diensten Catalogus (PDC) zullen op strategisch, tactisch en operationeel niveau voor meer transparantie zorgen. Dit traject wordt in 2016 verder uitgewerkt en geïmplementeerd. In 2014 is een projectgroep begonnen aan het uitwerken van de richtlijnen van het Convenant Medische Technologie . Het doel van het convenant is om de verantwoordelijkheden rondom het veilig invoeren, gebruiken en afstoten van medische technologie te verankeren in het integraal beleid van MAASTRO clinic. In 2015 is hier flinke vooruitgang geboekt, maar ook in 2016 is het project nog zeker actueel. Onder medische technologie wordt zowel apparatuur (hardware) als software verstaan. De borging van het convenant op het gebied van de veilige toepassing van medische informatica is binnen I&S belegd bij de klinisch fysicus. Het Software Development team heeft in 2015 gewerkt aan het aanpassen van de DGRT-software zodat deze in een voor I&S beheersbare versie wordt opgeleverd in 2016. De aanpassingen worden gedaan op basis van technologie die op meerdere fronten kan worden gebruikt in de organisatie, met name voor het efficiënt laten verlopen van datastromen ten behoeve van onderzoek. Voor diverse onderzoeken heeft het Software Development team ondersteunende software ontwikkeld. Tot slot zijn in 2015 de voorbereidingen gestart voor het ZON-PTC protonencentrum. Er moet nog een aantal keuzes worden gemaakt voor wat betreft apparatuur en locatie die zullen beslissen hoe het project er precies uit zal gaan zien. In 2016 zal, na het definitieve akkoord, daadwerkelijk worden begonnen met de benodigde werkzaamheden. Het uitgangspunt hierbij is dat ZON-PTC zoveel mogelijk gebruik maakt van
MAASTRO 2015 | 77
de huidige infrastructuur, zoals het EPD, de beeldopslag en mogelijk het ARIA record-and-verify systeem. In landelijk verband wordt - in eerste instantie vanuit een onderzoekssetting - nauw samengewerkt met de andere drie protonencentra, academische partners en belangrijke medische bedrijven om een nationale infrastructuur op te bouwen voor de verplichte registratie van de (lange termijn) effecten van de protonenbehandelingen.
BUSINESS CONTROL De afdeling Business Control is onder andere verantwoordelijk voor de zorgadministratie. In dit kader is in 2015 veel aandacht uitgegaan naar de implementatie van het nieuwe EPD HiX. Het nieuwe EPD vormt de bronregistratie van de zorgactiviteiten en is de basis voor de registratie, declaratie en controle van de DBC-zorgproducten. Bij de inrichting van HiX zijn verbeteringen en maatregelen doorgevoerd op het vlak van compliant registreren en declareren. Daarnaast is in 2015 veel aandacht uitgegaan aan het project ZON-PTC. Business Control is intensief betrokken in het opstellen van de financiële business case en in het financieringsproces van het protonencentrum. In voorgaande jaren is gestart met het automatiseren van een aantal transactieverwerkende processen. In 2015 is daar vervolg aan gegeven met het automatiseren van de onkostendeclaraties. Verder is een verbeterproces van de projectadministratie en project control van start gegaan.
78
FACILITAIR & INKOOP In 2015 heeft de afdeling Inkoop inhoud gegeven aan het uitwerken van de actiepunten van het Purchasing Excellence Model. Dit ontwikkelingsmodel zorgt voor het in kaart brengen van de huidige inkoop situatie met daarnaast de gewenste inkoop situatie. Door dit model in nauw overleg met interne gebruikers toe te passen ontstaat een concreet beeld van de door de organisatie gewenste en benodigde ontwikkelrichting hetgeen een concreet actieplan oplevert. De uitvoer van dit actieplan staat gepland voor 2015-2016. De implementatie van het actieplan zal in 2016 verder doorgevoerd worden. Daarnaast is in 2015 uitgesproken dat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen uitgewerkt en geïmplemen-teerd dient te worden. In 2016 zal dit verder opgepakt worden. Eind 2015 is een afstemmingstraject opgestart onder leiding van Baker Tilly Berk om de samenwerking tussen lijn en stafafdelingen alsook het gewenste kwaliteitsniveau in kaart te brengen. De uitkomsten van dit traject zullen in hoge mate bepalend zijn voor toekomstig afdelingsbeleid. Binnen de afdeling Facility Management wordt geprofessionaliseerd op basis van het Facility Excellence Model. Ook dit model brengt de huidige en gewenste situatie in beeld. De uitwerking van het model heeft in 2014 grotendeels on-hold gestaan vanwege grote projecten op huisvestingsgebied (interne verhuizing, inkooptraject Het Nieuwe Werken, voorbereiding ZON-PTC). Huisvesting is in 2015 een dominant thema geweest op facilitair gebied. Het offertetraject voor inhuur van een adviesbureau voor inventarisatie en implementatie van Het Nieuwe Werken is afgerond. Vanwege het project ZON-PTC en de daarmee samenhangende onzekerheden over huisvesting is besloten om Het Nieuwe Werken na opstart van ZON-PTC op te pakken, op zijn vroegst in 2017.
In 2015 is besloten om van de functie Preventie-medewerker een fulltime functie te maken. Het standaard wettelijke takkenpakket is aangevuld met enkele specifieke facilitaire taken zoals het (patiënt) veiligheidssysteem. De kwaliteit van het gebouw in Maastricht is nog steeds goed. Het gebouw is oorspronkelijk neergezet in 1996 en grondig verbouwd in 2006. In 2014 zijn een aantal zaken standaard opgenomen in het onderhoud en schoonmaakschema: periodiek reinigen van (patiënten)stoel, zachte vloerbedekking, PVC en marmoleum vloeren, reinigen gevels en garage. De meerjarenonderhoudsplanning opgesteld voor de periode 2009 t/m 2024 is in 2014 aangepast op basis van de geconstateerde onderhoudstoestand. De termijn voor vervanging van de zachte vloerbedekking en voor het schilderen van patiëntengebieden is verkort. Tevens is de hoogte van vervanging van de elektrische en werktuigbouwkundige installatie verlaagd. Daarnaast wordt ieder jaar onderhoud gepleegd aan het gebouw met betrekking tot vloeren, vast timmerwerk, schilderwerk, toegangsbeheer en hang en sluitwerk. Tevens is voor alle technische installaties (zoals o.a. luchtbehandeling, warm watervoorziening, CV, pompen, koelwater) een conditiegestuurd contract afgesloten met een externe leverancier. De jaarlijkse rapportages van dit conditiegestuurd onderhoud worden gebruikt voor een eventuele bijstelling van de meerjarenonderhoudsplanning.
HR EN COMMUNICATIE In 2015 is het personeelsbeleid van MAASTRO voor de derde keer door een extern bureau beoordeeld en gecertificeerd waardoor MAASTRO het TopEmployers certificaat in 2016 kan behouden. De normen worden ieder jaar strenger en de thema’s spitsen zich toe op duurzame inzetbaarheid, employability en boeien en binden van medewerkers. Samen met de medezeggenschapsorganen ontwikkelde de afdeling HR beleid hierop. Omdat MAASTRO haar medewerkers wil stimuleren en faciliteren om zich voortdurend verder te ontwikkelen, is er een strategisch opleidingsplan opgesteld. Hierbij maken we gebruik van de subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg van het ministerie VWS. Onder leiding van HR heeft een werkgroep van medewerkers uit de hele organisatie meegedacht over de inhoud van het Strategisch Opleidingsplan. De werkgroep bestond uit elf personen: medewerkers van de stafafdelingen Informatisering en Services (I&S), Human Resources (HR) en communicatie, de afdeling Research, de afdeling Innovatie, en van de afdeling Patiëntenzorg een vertegenwoordiging van de radiotherapeutisch laboranten, radiotherapeut-oncologen en praktijkbegeleiding- en coördinatie. Daarnaast hadden nog twee leden van het Management Team zitting in de werkgroep. Centraal in het strategisch opleidingsplan staan: persoonlijke ontwikkeling, carrière-ontwikkeling en talent management. HR wil management en medewerkers ondersteunen om zelfstandig de verantwoordelijkheid en benodigde stappen in hun functioneren en carrière te kunnen nemen. Dit is onder andere vormgegeven door het toevoegen van een uitgebreid persoonlijk ontwikkelingsplan aan de jaargesprekken, meer transparantie aanbrengen in carrièremogelijkheden en het opzetten van een systeem voor talentmanagement.
MAASTRO 2015 | 79
Om duurzame inzetbaarheid te stimuleren en om rekening te houden met de wensen en behoeften van medewerkers in verschillende levensfasen heeft een werkgroep met daarin vertegenwoordigers van de ondernemingsraad en HR een ‘Levensfasebewust Personeelsbeleid’ geformuleerd en ingevoerd. In 2015 is de divisie MAASTRO school geprofessionali-seerd, deze divisie zorgt voor een integrale missie en visie op opleiden, trainen en onderwijzen. De naam van de divisie is medio 2015 gewijzigd in MAASTRO ACADEMY. Meer dan voorheen heeft ACADEMY ook een externe functie in het aanbieden van trainingsmodules in de radiotherapie. Om dit te realiseren is een meerjarenplan opgesteld voor MAASTRO ACADEMY. Innovatieve benaderingen zoals e-learning, blended learning, werkplekleren en leren on en off the job worden ingezet. Verder ondersteunt MAASTRO ACADEMY bestaande en nieuwe traineeships. In MAASTRO ACADEMY zijn alle opleidingsfunctionarissen vertegenwoordigd, zoals de opleiders voor de artsen in opleiding tot specialist (aios), klinisch fysici in opleiding, physician assistants in opleiding en de radiotherapeutisch laboranten in opleiding. Verder de praktijkbegeleiders, de specialist e-learning, het stagebureau, het skillslab en afdeling HR.
Research
Op het vlak van communicatie zijn er in 2015 voor de patiënten voor elk aandachtsgebied specifieke voorlichtingsbrochures gedrukt en in de routine patiëntenzorg in gebruik genomen. Daarnaast is er een website ontwikkeld voor de e-books van MAASTRO clinic. Hier is onder andere het boek en interviews over 100 jaar radiotherapie in Limburg te bekijken (www.ebooks.maastro.nl).
hoofdstuk 2 |
Met betrekking tot externe communicatie is MAASTRO regelmatig in de pers gekomen. Tevens is in 2015 de social media regelmatig ingezet en is er een content-jaarkalender opgesteld. In 2015 is de groep mensen die middels social media verbonden is met MAASTRO sterk uitgebreid en worden er regelmatig recensies door patiënten geplaatst.
Een recordaantal van 9 PhD-studenten hebben succesvol hun proefschrift verdedigd.
Voor de onderzoeksdivisies van MAASTRO clinic, te weten MAASTRO Translationeel Onderzoek, MAASTRO Klinisch Onderzoek, MAASTRO Knowledge Engineering, MAASTRO Physics Research en MAASTRO Lab was 2015 buitengewoon succesvol.
Uitzonderlijk is ook de hoeveelheid onderzoeksgeld dat is binnengehaald. Met maar liefst 14 toegekende projecten met een totaalwaarde van 13.4 miljoen euro zijn de onderzoeksdivisies binnen MAASTRO onbetwist succesvol. Projecten variëren van grote Europese projecten en samenwerkingen met de zorgverzekeraar tot unieke, innovatieve exploraties en samenwerkingen met start-up bedrijven. Er zijn ook successen behaald bij de valorisatie van de onderzoeksresultaten, zoals de oprichting van SMART Scientific Solutions, welke als missie heeft het ondersteunen van onderzoek in beeldgeleide precisiebestraling voor preklinisch onderzoek en een subsidie “SME phase II”’ van 2,4 miljoen voor ptTheragnostic. In 2015 is één patent toegekend waarbij MAASTRO clinic betrokken is. Daarnaast zijn er 3 lopende patentaanvragen in samenwerking met MAASTRO clinic. Binnen de divisie van het klinisch onderzoek is Professor Dirk de Ruysscher aangesteld als hoofd van de divisie. Zijn internationale netwerk en expertise als arts en onderzoeker zal de innovatiekracht van MAASTRO zeker ten goede komen. Het totaal aantal wetenschappelijke publicaties was 107 in 2015. Op de ESTRO (European Society for Radiotherapy and Oncology), het Europese congres gericht op Radiotherapie en Oncologie, was MAASTRO vertegenwoordigd met maar liefst 45 bijdrages. Meer informatie over het onderzoek van MAASTRO clinic is ook te bekijken via animaties op Youtube: www.youtube.com/user/MaastroClinic/videos.
80
MAASTRO 2015 | 81
In 2015 waren er 40 studies open voor inclusie: 2 pilot/haalbaarheidsstudies, 3 fase I, 8 fase II, 8 fase III, 8 cohort studies, 2 registratie studies, 2 Biobank studies, 2 studies naar vetpercentage en knijpkracht en 5 Umbrella studies (studies met een gestandaardiseerde set gegevens). Van de 40 studies open voor inclusie in 2015, waren er 18 opgezet door MAASTRO zelf (Investigator Initiated Trials). In 2015 werden 3.114 patiënten gescreend door de Trialpoli om te bepalen of zij in aanmerking kwamen voor trialdeelname. In totaal kwamen 1.038 patiënten in aanmerking hiervoor, 234 patiënten deden uiteindelijk mee. Dit is 7,5% van het totaal aantal gescreende patiënten, en maar liefst 22,5% van het aantal patiënten dat in aanmerking kwam voor deelname. Daarnaast werden 1.526 patiënten geïncludeerd in een registratie, Biobank of Umbrella studie. 548 patiënten werden geïncludeerd in de Biobank studie, 177 van deze patiënten gaven speeksel, de overige patiënten gaven bloed; 30 patiënten gaven zelfs beide. De trialpoli is ook in 2015 onmisbaar geweest in de uitvoering van complexe klinische studies en de identificatie van patiënten die in aanmerking komen voor deelname aan een trial.
82
De KWF accreditatie van het Data Centre MAASTRO (DCM) heeft het mogelijk gemaakt dat in 2015 datamanagement werd verricht voor twee grote multicenter trials van externe organisaties (namelijk het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC) en het Radboud UMC. Daarnaast is gestart met de projectcoördinatie en opzet van de logistiek voor het datamanagement van een grote Alpe d’Huzes studie naar de optimale behandeling voor oudere longkankerpatiënten.
percentage
KLINISCH ONDERZOEK In 2015 zijn de plannen van MAASTRO op het gebied van klinisch onderzoek regelmatig in de media belicht. De uitvoering van deze plannen is voortvarend opgepakt. Een fase 1 studie naar de veiligheid van bestraling gecombineerd met immuuntherapie bij patiënten met gemetastaseerde tumoren is in 2015 van start gegaan. Een fase 2 studie naar de het effect van het toevoegen van Chloroquine aan bestraling bij hersentumoren is in opzet. Datzelfde geldt voor een multicenter fase 3 studie naar de kwaliteit van leven van patiënten met hersenmetastasen die met gehele schedelbestraling of stereotaxie behandeld worden. Voor die laatste studie is in 2015 een pilotstudie uitgevoerd.
Figuur 1: Het percentage geïncludeerde trial patiënten en patiënten in de Biobank. Vanaf 2014 worden deze Figuur 1: Het percentage geïncludeerde trial patiënten en patiënten in de Biobank. percentages op een andere manier berekend met behulp van cijfers uit de Trialpoli. Vanaf 2014 worden deze percentages op een andere manier berekend met behulp De terugloop in inclusie van patiënten in 2015 heeft te maken met de tijdelijke sluiting van enkele studies van cijfers uit de Trialpoli. vanwege verbouwing van onderzoeksfaciliteiten bij het Maastricht Universitair Medisch Centrum. Daarnaast heeft de organisatie veel resources gestoken in de implementatie van het nieuwe elektronisch patiënten dossier, waardoor de aandacht voor klinische studies tijdelijk minder was. Tot slot zijn enkele grote De terugloop in inclusie van patiënten in 2015 heeft te maken met de tijdelijke registratiestudies gesloten en opgevolgd door kleinschaligere fase 1 studies. sluiting van enkele studies vanwege verbouwing van onderzoeksfaciliteiten bij De KWF accreditatie van het Data Centre MAASTRO (DCM) heeft het mogelijk gemaakt dat in 2015 het Maastricht Universitair Medisch Centrum. Daarnaast heeft de organisatie datamanagement werd verricht voor twee grote multicenter trials van externe organisaties (namelijk het Maastricht Universitair Medisch in Centrum (MUMC) en het Radboud UMC. Daarnaast is gestart met de veel resources gestoken de implementatie van het nieuwe elektronisch projectcoördinatie en opzet van de logistiek voor het datamanagement van een grote Alpe d’Huzes studie naar patiënten dossier, waardoor de aandacht voor klinische studies tijdelijk de optimale behandeling voor oudere longkankerpatiënten. minder was. Tot slot zijn enkele grote registratiestudies gesloten en opgevolgd Een aantal lopende activiteiten van 2014 liepen door in 2015, zoals het project “Structurele Outcomedoor kleinschaligere fase 1 studies. registratie”. In het kader van dit project wil MAASTRO het effect van de radiotherapeutische behandeling op korte en lange termijn nagaan. Het gaat dan om het effect op overleving, progressie, bijwerkingen en kwaliteit van leven. Hiervoor wordt per tumorlocatie een overzicht opgesteld van welke klinische data er verzameld moet worden. Daarnaast worden er vragenlijsten ontwikkeld waarmee ook de ervaren uitkomst door de patiënt kan worden gemeten. In 2015 werden vragenlijsten opgesteld voor alle tumorgroepen en zijn voorbereidingen getroffen om de logistiek van de gegevensverzameling in de organisatie te integreren. Knowledge Engineering De in 2010 opgerichte divisie Knowledge Engineering heeft als doel medische informatica als onderzoeksdiscipline binnen MAASTRO te realiseren. Het onderzoek richt zich op het ontwikkelen van wereldwijde IT infrastructuren om grote hoeveelheden klinische data te delen met andere instituten. ‘Machine
Een aantal lopende activiteiten van 2014 liepen door in 2015, zoals het project “Structurele Outcome-registratie”. In het kader van dit project wil MAASTRO het effect van de radiotherapeutische behandeling op korte en lange termijn nagaan. Het gaat dan om het effect op overleving, progressie, bijwerkingen en kwaliteit van leven. Hiervoor wordt per tumorlocatie een overzicht opgesteld van welke klinische data er verzameld moet worden. Daarnaast worden er vragenlijsten ontwikkeld waarmee ook de ervaren uitkomst door de patiënt kan worden gemeten. In 2015 werden vragenlijsten opgesteld voor alle tumorgroepen en zijn voorbereidingen getroffen om de logistiek van de gegevensverzameling in de organisatie te integreren.
KNOWLEDGE ENGINEERING De in 2010 opgerichte divisie Knowledge Engineering heeft als doel medische informatica als onderzoeksdiscipline binnen MAASTRO te realiseren. Het onderzoek richt zich op het ontwikkelen van wereldwijde IT infrastructuren om grote hoeveelheden klinische data te delen met andere instituten. ‘Machine learning’ technieken worden ingezet om modellen uit deze data te leren die het verwachte resultaat (tumor controle, bijwerkingen) van een therapie kunnen voorspellen.
In 2015 zijn weer belangrijke stappen gezet zoals het succesvol afronden van het SeDI project waar technologie is ontwikkeld waarmee beeldinformatie veel beter beschikbaar komt om van te leren. Het vervolgproject CloudAtlas gaat deze technologie toepassen om radiotherapie op wereldwijde schaal sneller en vooral beter te krijgen. Het netwerk van centra die dezelfde visie hebben en data willen delen met elkaar is wederom vergroot en beslaat nu meer dan 20 centra wereldwijd. Nieuwe en betere voorspellende modellen zijn met deze data geleerd voor long- en rectumkanker en publiek gemaakt op www.predictcancer.org. In 2015 is er ook een samenwerking met CZ zorgverzekeraar overeengekomen om de modellen voor longkanker nu echt in te zetten in de kliniek: In het “My Best Treatment” programma worden MAASTRO modellen gebruikt om samen met de patiënt te beslissen welke behandeling het beste aansluit zijn of haar wensen. Op het gebied van ICT technologie onderzoek zijn er twee belangrijke nieuwe initiatieven. Het eerste betreft het STW Perspectief “Radiomics” programma welke een nationale infrastructuur beoogt op te leveren voor het op grote schaal “minen” van beelden. Het tweede is de Personal Health Train (www. personalhealthtrain.nl); een nieuw initiatief tezamen met vele partners in Nederland die tot doel heeft de patiënt/burger veel meer dan nu te betrekken bij “big data” onderzoek zodat we van elkaars data kunnen leren, zonder dat we de controle verliezen. Tenslotte is in 2015 divisieleider Andre Dekker benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit Maastricht met als leerstoel “Clinical Data Science”.
MAASTRO 2015 | 83
PHYSICS ONDERZOEK In 2015 werd een volledig nieuw project gestart om de patiëntveiligheid in brachytherapie te verhogen. Kennis over EPID beeldvormingspanelen wordt ingezet om informatie te verzamelen over de positie en bestralingstijden van brachytherapiebronnen binnen in de patiënt. De fotonen die deze bronnen uitsturen kunnen door het EPID paneel worden opgevangen, om zo de behandeling te verifiëren. In DGRT werd een recordaantal publicaties gezien, met als hoogtepunten de Jack Fowler Award voor PhD-student Mark Podesta en een patent voor tijdsafhankelijke pre-treatment dosimetrie. Uit de publicaties bleek het nut van EPID dosimetrie, maar er werden ook beperkingen vastgesteld, wat verder onderzoek nodig maakt vooraleer EPID dosimetrie zijn volle klinische potentieel bereikt. Er werd bij MAASTRO een prototype geïnstalleerd van een 4D echo-apparaat, ontwikkeld door Philips. Dit onderging technische testen en werd geoptimaliseerd. De eerste resultaten laten aanzienlijk betere beelden zien dan vorige generaties echoapparatuur. Het apparaat is nu klaar voor klinische testen bij prostaatkankerpatiënten. Onderzoek naar Computed Tomography (CT) beeldvorming leverde de eerste resultaten op van dynamische CT acquisitie om de perfusie in tumoren en gezond weefsel te meten en verder is ook gewerkt aan duale energie CT. Deze vorm van beeldvorming kan functionele informatie van organen opleveren en ook de weefselcompositie beter detecteren. Voor SmART (Small Animal RadioTherapy) onderzoek werd, samen met het Lab, onderzoek verricht naar bruikbaarheid van bioluminescentie-beeldvorming om groei van tumoren te monitoren. Een methode om precisiestralingsbundels te optimaliseren werd toegevoegd aan het planningssysteem SmART-Plan. Dit laatste had een substantieel commercieel succes voor MAASTRO in 2015, er werden 7 softwarepakketten verkocht aan andere instituten.
84
Er werd ook een studie afgerond naar de nauwkeurigheid van dosisberekening voor kleine stralingsvelden, wat liet zien dat er mogelijk problemen zijn bij moderne radiotherapie (VMAT) waar een grote fractie van de dosis wordt afgegeven met kleine veldjes. Tevens werd ontdekt dat veel van de dosis wordt afgegeven met een lager dosistempo dan tot hiertoe was aangenomen. Tenslotte zijn er 3 nieuwe Doctors uit de fysica onderzoeksgroep voortgekomen in 2015.
TRANSLATIONEEL ONDERZOEK De divisie Translationeel Onderzoek bundelt kennis en expertise binnen onderzoeksdivisies, internationale onderzoekscentra, ziekenhuizen en bedrijven. Uit deze manier van samenwerken komen waardevolle verbeteringen die het gat dichten van preklinisch onderzoek naar klinisch onderzoek, alsmede van klinisch onderzoek naar de patiëntenzorg. Het onderzoek richt zich voornamelijk op Radiomics, speciale software die scans van patiënten analyseert op zoek naar universele eigenschappen van een tumor die relevant zijn voor het doen van betrouwbare voorspellingen. De scans die worden gebruikt voor de analyse maken standaard deel uit van de behandeling, waardoor er geen extra belasting is voor de patiënt. Radiomics gaat ons helpen beter te kunnen voorspellen welke behandeling effectief zal zijn, zodat iedere patiënt de behandeling krijgt die het beste aansluit. Een Engelstalig Radiomics filmpje is te bekijken via: www.radiomics.org/ Nieuw in 2015 is de toekenning van het STW programma Radiomics STRaTegy. In dit project wordt een software platform ontwikkelt waarbij standaard scans uit het behandeltraject worden gebruikt zoals CT, PET en MRI. Iedere scan geeft andere informatie en door deze scans te combineren kan het scala aan beeldinformatie volledig geëxploiteerd worden. Radiomics luidt een nieuw tijdperk in waarbij behandeling op maat steeds meer kan worden toegepast, onder meer door het integreren van datamodellen en biologische waarden.
Op het gebied van beslishulpmiddelen heeft de Europese Unie de studie BD2Decide toegekend, een baanbrekende Europese samenwerking onder leiding van MAASTRO clinic. Deze studie integreert epidemiologische-, gedrags-, pathologische-, klinische- en beeldvormingsgegevens om een voorspellingsmodel te maken voor een van de dodelijkste vormen van kanker: hoofd- en halskanker. Gedurende de validatie wordt extra aandacht gegeven aan de kwaliteit van leven van de patiënt en implementatie in de kliniek. Uniek is ook de start van een Alpe d’Uzes studie waarin een medische variant van een antibioticum Clostridium vector wordt gemaakt die zichtbaar is via Positron Emissie Tomografie (PET). Door deze vector te traceren biedt het mogelijkheden om tumornecrose in kaart te brengen en te gebruiken als therapeutische indicator. De divisie Translationeel Onderzoek werkt oook samen met start-up bedrijven zoals, PtTheragnostic. Dit bedrijf biedt tools om persoonlijke radiotherapie in de praktijk te brengen. Eén van de speerpunten is het gebruik van mitochondriale biomarkers om het therapeutisch effect van behandeling te kunnen voorspellen en behandeling effectiever te kunnen inzetten. Een Engelstalig filmpje is te bekijken via: https://vimeo.com/118588530?lite=1. Tenslotte zijn er drie promoties geweest onder (gezamelijke) supervisie van Prof. dr. Philippe Lambin.
MAASTRO LAB 2015 was een succesvol jaar voor MAASTRO lab met veel publicaties, grants en promoties. In totaal waren er 24 onderzoekers werkzaam waarvan 13 PhD studenten, 5 postdocs en 6 analisten. Gedurende het jaar waren er 8 stage studenten van de Bachelor en Masters Biomedische wetenschappen. Begin 2015 werd de vaste formatie van Maastro Lab uitgebreid met dr Arjan Groot, werkzaam als full-time postdoc in de NOTCH groep. In 2015 waren er 28 publicaties, waarvan enkele toppublicaties vanuit het lab in Clinical Cancer Research (3) the “green journal” Radiotherapy and Oncology (5) and “red journal” International Journal of Radiation Oncology, Biology and Physics (2) journal. Er waren ook samenwerkingen die leiden tot publicaties in belangrijk tijdschriften zoals Structure (Cell Press) en Nature Genetics. In 2015 waren er vier promoties: Sarah Peeters, Marco Schaaf, Roger Habets en Sanaz Yahyanejad verdedigden met succes hun proefschriften kregen de doctors titel en werken momenteel als postdoc op verschillende instituten in België, de UK en Canada. In 2015 werd de Varian Denekamp award voor talentvolle en succesvolle jonge onderzoekers toegekend aan dr. Ludwig Dubois tijdens de Wolfsberg meeting on Molecular Radiation Biology in Ermatingen en Dr. Kasper Rouschop won de MAASTRO Research Award. Dr. Ala Yaromina won de belangrijke ESTRO ACCURAY Award die in 2016 zal worden uitgereikt. MAASTRO Lab heeft ook dit jaar weer een bijdrage geleverd naar translatie van het basale en preklinische onderzoek naar de kliniek. Zo werd in het lab gevonden dat als tumoren worden bestraald dit de immunogeniciteit verhoogt en door tumor targeting van immunocytokine IL-2 een zeer sterke anti-tumor veroorzaakt wat resulteerde in genezing in meerdere tumormodellen.
MAASTRO 2015 | 85
Dit concept van Radio-Immunnotherapie wordt nu in een fase 1 studie door MAASTRO clinic bij kankerpatiënten toegepast. MAASTRO lab ontving ook subsidie om een patiëntenstudie te starten om het therapeutisch effect van Chloroquine (CQ) in patiënten met Glioblastoom uit te voeren. MAASTRO labonderzoek had eerder aangetoond dat CQ behandeling therapie-resistentie verlaagd en dat dit met name effectief was bij een subgroep van patiënten met mutaties in de EGFR signalering dat frequent voorkomt. 2015 was een zeer succesvol jaar voor het binnenhalen van externe subsidies door alle onderzoeksteams. Er werd bijna 4 miljoen euro binnen gehaald. Bijvoorbeeld van KWF Alpe d’Huzes. Unieke kansen voor het ontwikkelen van een veilige bacteriestam die in de therapieresistente tumoren lokaal geneesmiddelen kan activeren om hiermee de effecten van radio- en chemotherapie in patiënten te versterken. Getracht wordt dit binnen afzienbare tijd in patiënten te gaan onderzoeken. Er werden ook subsidies verleend vanuit KWF en andere bronnen voor het onderzoek naar de rol van extracellulaire blaasjes die door tumorcellen worden afgescheiden en op afstand tumorgroei kunnen bevorderen doordat ze signaalmoleculen meenemen, het effect van statines op therapierespons en de rol van mitochondrieel DNA als biomarker voor de voorspelling van radiotherapie op effecten op het gezonde weefsel. Er werd ook met behulp van een subsidie van het Marie Curie H20220 programma samen met de universiteiten van Leuven, Oxford, Dresden, Essen, Parijs en Zurich een International Training Netwerk (ITN) opgezet (RADIATE) waarbij 14 promovendi in verschillende laboratoria zullen roteren en nauw zullen samenwerken op het gebied van basaal en translationeel radiotherapie onderzoek bij kanker.
86
In 2015 werden belangrijke modellen voor brein- en longkanker en normale weefselbestraling ontwikkeld in nauwe samenwerking met het fysicaonderzoek in MAASTRO clinic onder leiding van Prof. Frank Verhaegen. Door een combinatie van beeldvorming en precisiebestraling voor proefdieren is het nu mogelijk om gelijk aan dat in patiënten proefdiermodellen te bestralen. We verwachten dat dit zal leiden tot een betere voorspelling van preklinische modellen voor de resultaten in patiënten. Er werden ook belangrijke stappen gemaakt in de ontwikkeling en toepassing van alternatieve modellen voor het screenen van medicijnen in combinatie met radiotherapie door het gebruiken van tumorspheroids. Tenslotte werden er nieuwe patenten verkregen voor hypoxia cytotoxins en werden modellen ontwikkeld om normaal longweefsel direct uit patiënten in vitro te kweken voor de bestudering van therapie-effecten.
hoofdstuk 3 |
Financiële informatie
FINANCIËLE RESULTATEN Het verslagjaar 2015 wordt afgesloten met een positief resultaat van € 1.060.000. Dit is een afname van € 466.000 (-31%) ten opzichte van het resultaat over 2014, maar € 310.000 (+41%) beter dan de interne begroting 2015. De totale bedrijfsopbrengsten van MAASTRO clinic zijn in 2015 met € 2.445.000 (+8%) gegroeid tot € 33.352.000. Hiervan heeft € 455.000 betrekking op de opbrengsten uit zorgprestaties, dat wil zeggen de omzet uit DBC-zorgproducten. Verder zijn de subsidieopbrengsten toegenomen met € 593.000. De grootste groei (+ € 1.396.000) heeft plaatsgevonden bij de overige bedrijfsopbrengsten. Dit betreft voornamelijk een sterke toename van de opbrengsten die gegenereerd worden met onderzoeksprojecten (+ € 1.055.000).
Tegenover de 8% groei van de bedrijfsopbrengsten staat een 11% stijging van de totale bedrijfslasten. De bedrijfslasten nemen in 2015 met € 3.035.000 toe tot € 31.197.000. Belangrijke ontwikkelingen en gebeurtenissen daarbinnen zijn de volgende: • I n totaal nemen de personeelskosten met € 1.795.000 (+11%) toe tot € 18.146.000. De belangrijkste oorzaak van deze groei is de uitbreiding van de personeelsformatie met 7%. Daarnaast bestaat deze groei uit cao effecten en de dotatie aan de PLB voorziening. • De overige bedrijfskosten nemen met € 1.289.000 (+17%) toe tot € 9.061.000. Deze toename is voor het grootste deel toe te schrijven aan onderzoeksprojecten. Het aantal lopende onderzoeksprojecten heeft in 2015 een sterke ontwikkeling doorgemaakt, wat niet alleen heeft geleid tot een toename van de opbrengsten, maar ook van de kosten. De financiële lasten zijn in 2015 € 124.000 lager dan in 2014. Dit hangt samen met de reguliere aflossingen op de leningenportefeuille.
MAASTRO 2015 | 87
FINANCIËLE POSITIE In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de belangrijkste financiële ratio’s samengevat. 2015 2014 Resultaatratio Resultaatratio (netto resultaat / totaal opbrengsten) 3,2% 4,9% Resultaat boekjaar (x € 1.000) 1.060 1.527 Totaal opbrengsten (x € 1.000) 33.352 30.907 Solvabiliteit Solvabiliteit (eigen vermogen / balanstotaal) 22,8% 19,7% Eigen vermogen (x € 1.000) 11.198 10.137 Balanstotaal (x € 1.000) 49.018 51.542 Vermogensratio (eigen vermogen / totaal opbrengsten) 33,6% 32,8% Eigen vermogen (x € 1.000) 11.198 10.137 Totaal opbrengsten (x € 1.000) 33.352 30.907 Liquiditeit 1,3 1,2 Current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) Vlottende activa (inclusief liquide middelen) (x € 1.000) 12.884 12.976 Totaal kortlopende schulden (x € 1.000) 9.733 10.716 De financiële ratio’s laten over de gehele breedte een verdere verbetering zien en duiden op een solide financiële positie.
hoofdstuk 4 |
Risicoparagraaf
In MAASTRO clinic wordt sinds 2010 risicobeheersing als integraal en gestructureerd proces middels integraal risicomanagement uitgevoerd, ook vaak aangeduid als ‘enterprise risk management’ (ERM). Zorginstellingen die op effectieve wijze ERM implementeren kunnen beter hun integriteit, deskundigheid, integere bedrijfsvoering, financiële zekerheid en transparantie waarborgen. Risicobeheersing als integraal en gestructureerd proces is relatief nieuw, zeker voor de zorgsector. Integraal risicomanagement wordt vaak aangeduid als ‘enterprise risk management’ (ERM). Het managementteam van MAASTRO clinic identificeert risico’s aan de hand van ongeveer 45 portfolio-items. Jaarlijks worden de items heroverwogen. Per trimester wordt de stand van zaken hiervan verwerkt in een overzichtelijk ERM-document. In 2015 zijn er 65 risico’s geïdentificeerd waarvan 17 als kritisch waren aangegeven. Voorbeelden van kritische risico's zijn budgetdruk via prestatiebekostiging en bezuinigingen overheid, de wet m.b.t. limitering aantal tijdelijke contracten en het effect op PhDcontracten, het effect van het EPD op operationele processen en onvoldoende capaciteitsgroei. Voor ieder risico zijn verbetermaatregelen uitgezet. Acties die niet in het jaar 2014 waren afgerond zijn meegenomen naar 2015. ERM is besproken met de Raad van Toezicht.
Patiëntveiligheid is in MAASTRO sinds 2002 geborgd via het veiligheidsmanagement-systeem (VMS) waarin verschillende risicoassessments en tools zijn geïntegreerd. Het VMS is sinds 2008 gecertificeerd door Lloyds register en in 2015 heeft de firma DEKRA dit overgenomen. Het jaar 2015 is gebruikt om een verdere invulling te geven aan de invoering van het kwaliteitssysteem (KMS) waarbij in 2015 besloten is om de nieuwe ISO 9001: 2015 norm te volgen in plaats van de eerder gekozen NEN 15224. Hieronder volgt een opsomming van een aantal verschillende kwaliteits- en veiligheidselementen die systematisch worden ingezet in MAASTRO clinic: site visits/visitaties/ audits, cliënttevredenheidonderzoeken waaronder het kaartensysteem en de patiëntenenquête, serviceconceptontwikkeling, klachtenmanagement, documentenbeheer, cliëntenraad, wachttijdenregistratie, projectenbureau, rapportages Inspectie, veiligheidsmanagement, complicatiebespreking, HR, onderhoud en kwaliteitscontroles apparatuur, NEN 3140, BHV, leveranciersbeoordelingen, informatiebeveiliging en de jaarlijkse managementbeoordeling van het VMS en KMS. Tevens is MAASTRO aan de slag gegaan met de invulling van het convenant “veilige toepassing medische technologie” met als uitgangspunt inrichting voor 2016.
KASSTROMEN EN FINANCIERING In 2015 is sprake van een sterk positieve operationele kasstroom van € 3.687.000 positief. Rekening houdende met de kasstroom uit investerings- en financieringsactiviteiten is de kasstroom over heel 2015 per saldo € 1.214.000 negatief. Eind 2015 beschikt de stichting over voldoende liquiditeiten.
88
MAASTRO 2015 | 89
hoofdstuk 5 |
Maatschappelijke aspecten van ondernemen
ALGEMENE MAATSCHAPPELIJKE ASPECTEN Met belanghebbenden en hun vertegenwoordigers (patiënten, werknemers, samenwerkingspartners, omgeving/maatschappij) is structureel overleg ingevuld, waarmee hun invloed in toekomstig beleid verwerkt kan worden.
MAATSCHAPPELIJKE DOELEN Voor MAASTRO clinic is het belangrijk dat er voor onderzoek naar kanker voldoende middelen ter beschikking zijn. MAASTRO clinic maakt zich daarom sterk voor fondsenwerving ten behoeve van de Stichting Cancer Foundation en daarnaast ook voor de Health Foundation Limburg. Verder participeert MAASTRO clinic in de SIM (Samenwerkende Industriële partners Maastricht), waarmee samen met andere partners in de omgeving vragen worden opgepakt die vanuit de samenleving op hen afkomen.
DEELNAME MAASTRICHT - BEREIKBAAR Naast participatie in een van de werkgroepen van Maastricht-Bereikbaar heeft MAASTRO clinic als een van de betrokken partijen het regioconvenant Maastricht-Bereikbaar mede ondertekend en heeft zich eraan gecommitteerd om een bijdrage te leveren in het opvangen van 10% groei van automobiliteit in de spits tussen 2010-2016. MAASTRO clinic heeft in 2015 haar deelname voortgezet. Een sprekend voorbeeld is de deelname aan het project Slimmer Werken waarbij in samenspraak met Maastricht-Bereikbaar telewerkmogelijkheden worden
90
ingezet om medewerkers 1 dag per week uit de spits te halen of structureel de spits te mijden door bijvoorbeeld eerst thuis te werken alvorens naar het werk te vertrekken. Daarnaast wordt in de patiëntenzorg in twee ploegen gewerkt waardoor de directe zorgverleners ook veelal buiten de spits kunnen reizen. Op facilitair gebied wordt MVO reeds langere tijd gepraktiseerd. Zo is er een plicht tot energiemonitoring. Energiebesparende maatregelen worden standaard ingevoerd als ze een terugverdientijd van 3-5 jaar hebben. Er is een lijst van maatregelen die reeds in 2015 genomen zijn en een overzicht van acties die in 2016 doorgevoerd worden. Tot slot is er een aantal goede doelen waarvoor MAASTRO haar medewerkers de ruimte geeft om zich tijdens werktijd voor in te zetten. Dit zijn onder anderen de Roparun en de Samenloop voor Hoop.
MILIEUASPECTEN MAASTRO clinic, de Universiteit Maastricht en het Academisch Ziekenhuis Maastricht hebben in 2006 een milieuconvenant afgesloten en hebben gezamenlijk een complexvergunning Milieu aangevraagd en gekregen. Vier tot zes keer per jaar komen de milieucoördinatoren bij elkaar. De Raden van Bestuur van de betrokken organisaties komen jaarlijks bij elkaar. In de complexvergunning zijn alle milieugerelateerde zaken geëxpliciteerd en daarmee toetsbaar gemaakt: afvalstromen, afvalwater, geluidsproductie, verkeersfrequentie en type, gevaarlijke stoffen, opslag stoffen en
energieverbruik. Ook wordt gezamenlijk conform het gestelde in de complexvergunning een milieu jaarverslag opgesteld en ingeleverd bij de Gemeente Maastricht. In 2014 is, samen met de partners van de complexvergunning, het Milieubeleidsplan 2015-2017 opgesteld. Implementatie van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een actiepunt dat direct door MAASTRO clinic overgenomen dient te worden. De afdeling Inkoop zal in het op te stellen inkoopbeleid concrete MVO doelstellingen en actiepunten benoemen. Tevens vindt afstemming plaats op dit punt met de afdeling HR.
BRANDVEILIGHEID In 2015 hebben geen wijzigingen plaatsgevonden in de procedures en/of technische installaties rondom brandveiligheid. In het kader van brandveiligheid wordt ook gekeken naar de organisatie rond brandveiligheid en naar beheer en borging. De brandveiligheid binnen het gebouw wordt door vier onderdelen geborgd: 1. totaal detectie in combinatie met digitaal brandmeldpaneel; 2. brandcompartimentering; 3. calamiteitenorgansiatie; 3. controle brandmeldsysteem en brandwerende sparingen. Iedere ruimte binnen MAASTRO clinic is voorzien van een brandmelder welke aangesloten is op een achter de centrale receptie geplaatst digitaal brandmeldpaneel. Dit brandmeldpaneel is verbonden met de 24 uur-post van het naastgelegen academische ziekenhuis Maastricht en daarmee ook met de brandweer Maastricht. Bij een brandmelding is de brandweer binnen 3 minuten aanwezig. Binnen alle compartimenten worden middels A3 borden de vluchtwegen aangeduid.
Het gebouw bestaat uit drie bouwdelen welke brandtechnisch gezien gecompartimen-teerd zijn, dit geldt ook voor de twee trappenhuizen en twee noodtrappenhuizen in het gebouw. In totaal zijn dus per verdieping zeven brandcompartimenten aanwezig. Deze brandcompartimenten worden jaarlijks gecontroleerd en dan vooral het correct sluiten van de branddeuren (aangestuurd door het brandmeldpaneel) en het intact zijn van de brandwerende sparingen. MAASTRO clinic heeft een eigen ontruimingsplan en participeert in de calamiteiten-organisatie van het azM. De calamiteitenorganisatie van het azM is 24 uur per dag, 7 dagen per week aanwezig en inzetbaar. MAASTRO clinic beschikt over veertien opgeleide BHV’ers.
VOORBEREIDING OP RAMPEN EN CRISIS IN DE REGIO Om in de regio een adequaat beleid te kunnen voeren, moet er inzicht zijn in de aanwezige risico’s, zowel in de regio als daarbuiten (15 km). Dit regionaal risico profiel bestaat uit een risico-inventarisatie en een risicoanalyse, waarbij de inventarisatie input is voor de analyse. Het risicoprofiel beoogt de bestuurders inzicht te verschaffen in voor de regio specifieke veiligheidsrisico’s alsmede de wijze waarop deze zich ten opzichte van elkaar verhouden qua impact en waarschijnlijkheid. In 2011 is afgesproken met de vertegenwoordiger van het azM dat MAASTRO clinic zich door het azM in de Veiligheidsregio Zuid-Limburg laat vertegenwoordigen.
MAASTRO 2015 | 91
Ondernemingsraad Door de Ondernemingsraad werd instemming verleend aan de voorstellen betreffende de ‘Herziene valorisatieregeling’ en het ‘Anti-agressieprotocol’, Advies werd verstrekt over ‘ de inrichting en oprichten van MAASTRO Academy‘, ‘een wijziging van de bestuurlijke structuur’, ‘teamvorming’, ’de benoeming van nieuwe leden van de Raad van Toezicht’ en het ‘beleidsplan en de begroting 2016’. Belangrijke aandachtspunten uit het verslagjaar betreffen de interne en externe ontwikkelingen, de oprichting van ZON-PTC, de teamvorming, 9 uur werken per dag in de Patiëntenzorg, en de aanpak van de Linac capaciteit. Cliëntenraad De cliëntenraad heeft in 2015 negen keer vergaderd. Er hebben vier overlegvergaderingen met de Raad van Bestuur plaatsgevonden. In 2015 is advies uitgebracht over de calamiteitenprocedure, de input van patiënten met betrekking tot de beoordeling van radiotherapeut-oncologen, wijziging van de bestuurlijke structuur, de teamvorming en het beleid plus begroting 2016.
Opleiding en Onderwijs
De cliëntenraad wordt al in een vroeg stadium door de Raad van Bestuur geïnformeerd over interne en externe ontwikkelingen met betrekking tot MAASTRO clinic. De leden zijn uitvoerig geïnformeerd en hebben input geleverd over: • De invoering van HIX en de plannen voor de inrichting van een zorgportaal voor patiënten; • De ontwikkelingen met betrekking tot Zon-PTC; • Het project Outcome Registratie; • De ontwikkelingen op het gebied van patiëntveiligheid; • Het project Serviceconcept; • Het kaartensysteem voor patiënten.
hoofdstuk 6 |
Leden van de cliëntenraad waren in 2015 actief betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe informatiebrochures voor patiënten en bij bepaalde onderdelen van het project Serviceconcept.
1. EIGEN MEDEWERKERS
OPLEIDING EN ONDERWIJS MAASTRO Academy is de opleidings- en ontwikkelingsafdeling binnen MAASTRO. Zij draagt bij aan de uitvoering van excellente zorg door onderwijs en training. Academy verzorgt onderwijs en training voor drie doelgroepen, te weten: 1) eigen medewerkers, 2) gesubsidieerde leertrajecten (AIO’s, KLIFIO’s, PAIO’s, leerling laboranten (duaal)), 3) studenten aan het universitair onderwijs (o.a. Geneeskunde, Biomedical Engineering).
Skills In het kader van de Kwaliteitsimpuls ziekenhuizen (subsidie van het Ministerie van VWS) en als gevolg van de voortdurende focus van MAASTRO op excellente en veilige zorg, is Academy samen met de afdeling Patiëntenzorg gestart met op een dieper niveau vastleggen van vakinhoudelijke en generieke skills van diverse groepen medewerkers en het verder verbeteren ervan. Leer Management Systeem (LMS) De skills zullen, samen met diverse beroepsregistraties en voorbehouden/ risicovolle handelingen, verwerkt worden tot opleidingsprofielen en in een Leer Management Systeem (LMS) worden ingevoerd. Dat systeem is eind 2015 gekocht. Het systeem stelt de medewerker in staat gemakkelijk inzicht te krijgen in de eigen opleidingen, die zelfstandig bij te houden, te plannen en te registreren. Het LMS wordt in 2016 in twee fasen uitgerold en zal naast eerder genoemde elementen ook een digitale opleidingsbibliotheek gaan bevatten. Medisch convenant Eind 2015 zijn de trainingen die medewerkers genoten hebben om medische
92
apparatuur te bedienen in kaart gebracht. Dit gebeurde in een project tussen Academy en de afdeling Fysica. Bekendheid Academy Academy heeft zich in 2015 duidelijk op de kaart gezet bij medewerkers en leidinggevenden. Dit deed ze niet alleen door een kick-off bijeenkomst te organiseren, maar ook door voortdurende communicatie met medewerkers. Er is een klankbordgroep opgericht, waarin ideeën worden uitgewisseld en voorgenomen beleid wordt besproken. E-learning Op het gebied van e-learning zijn diverse modules ontwikkeld. De matching modules zijn uitgebreid voor laboranten in de doelgebieden long, hoofd en hals, cervix/endometrium en blaas. In 2015 werd er een nieuw EPD in gebruik genomen, onder de naam HIX. Daarvoor werd eveneens een e-Learning module ontwikkeld voor de doktersassistenten. Verder werden er voor de TrueBeam basisskills door middel van e-learning-toetsen en observatielijsten ontwikkeld ter evaluatie van het geleerde. 2. GESUBSIDIEERDE LEERTRAJECTEN: AIO’S/KLIFIO’S/LEERLINGEN MAASTRO heeft een opleidingserkenning voor het opleiden van AIOS, KLIFIO’s, duale leerlingen MBRT, inservice leerlingen radiotherapeutisch laborant en physician assistants. AIOS Binnen het cluster MAASTRO-Catharina Ziekenhuis Eindhoven zijn 10 artsen in opleiding tot radiotherapeut (AIOS). In 2015 heeft 1 AIOS haar opleiding MAASTRO 2015 | 93
afgerond en is een nieuwe AIOS gestart met de opleiding binnen het cluster. In 2015 is het lokale opleidingsplan geüpdate; in de nieuwe versie is meer aandacht voor de individualisering van de opleiding en de beoordeling van bekwaamheid (zogenaamde bekwaamheidsniveau-kaarten) en van competenties (zogenaamde lijnlerenkaart). De docentprofessionalisering van de opleidingsgroep heeft verder vorm gekregen. Inmiddels hebben alle leden de cursus Basic Clinical Teaching gevolgd en wordt gekeken naar de introductie van MCTQ (Maastricht Clinical Teaching Questionnaire). Dit is een tool om de kwaliteit van het klinische onderwijs door opleiders aan AIOS te meten. KLIFIO’s In 2015 is er één opleiding succesvol afgerond, en in oktober is er een nieuwe Klinisch Fysicus In Opleiding (KLIFIO) begonnen, zodat er weer 2 KLIFIO’s in opleiding zijn (verwachte afronding opleiding 2017 en 2019). Ook is er binnen het cluster met het Catharina Ziekenhuis Eindhoven een uitwisseling van langere stages geweest, projecten waar naast klinisch resultaat ook wetenschappelijke output uit voort kwam. Vanuit de beroepsvereniging NVKF is een herstructurering van de opleiding tot klinisch fysicus gestart, MAASTRO heeft deelgenomen aan de taskgroup die hiermee belast was. De aanbevelingen van deze taskgroup worden de komende tijd uitgewerkt, en MAASTRO blijft middels haar opleider hierbij betrokken. Het in het kader van deze hervorming op te zetten cluster in ZuidOost Nederland wordt door structureel overleg steeds verder vormgegeven, hetgeen onder andere heeft geresulteerd in de toename van de gezamenlijke onderwijsmomenten, en het samen volgen van meer gevorderde teach-theteacher cursussen. Op deze wijze worden de vakgebieden radiotherapie, audiologie, radiodiagnostiek, nucleaire geneeskunde en algemene klinische fysica met elkaar in contact gebracht. Radiotherapeutisch laboranten in opleiding Binnen de radiotherapeutisch laborantengroep is er één inservice leerling
94
die de opleiding in 2015 heeft afgerond. Begin volgend jaar volgt de tweede. Twee voltijdstudenten MBRT zijn na hun afstudeerperiode als gediplomeerd laborant in dienst getreden. Daarnaast zijn er vier nieuwe gediplomeerde laboranten gestart en zij hebben het inwerktraject gevolgd volgens het voorhanden zijnde scholings,- toetsings,- en evaluatiesysteem, om zich zo bewust te bekwamen tot allround laboranten. Vanwege het brede karakter van de duale en voltijds MBRT studie ten opzichte van inservice opleiden, waar stralingsdeskundigheid 4B niet in het curriculum van de opleiding is opgenomen, is er besloten, om in 2015 twee duale leerlingen te laten starten en te stoppen met inservice opleiden. Structureel worden er daarnaast maximaal 8 stagiaires per jaar vanuit de MBRT voltijd opleiding geselecteerd, om hun 20 weekse stage te lopen binnen MAASTRO clinic. Als gecertificeerd opleidingsinstituut worden naast de structureel terugkerende stagiaires van Fontys ook individuele korte stageperiodes gefaciliteerd voor collega’s van andere radiotherapie afdelingen, zowel nationaal als internationaal. Hiervoor zijn er in 2014 samenwerkingsverbanden opgezet met onder andere het Instituut Verbeeten Tilburg en VU medisch centrum Amsterdam, met als doelen te leren met en van elkaar op het gebied van kennisdeling, opzet van praktijkbegeleiding, lean werken en de opzet van het skills-lab. 3. UNIVERSITAIR ONDERWIJS Tussen MAASTRO clinic en de Universiteit Maastricht en de TU/e Eindhoven bestaat al jaren een goede samenwerking op het gebied van onderwijs. Binnen MAASTRO clinic wordt meer dan 1 fte aan onderwijs gegeven in verschillende onderwijsblokken op het gebied van geneeskunde en biomedische wetenschappen. Daarnaast biedt MAASTRO mogelijkheden om stage te lopen op wetenschappelijk en klinisch gebied. Nieuw in 2015 is de ontwikkeling van MAASTRO Academy als centraal aanspreekpunt voor stages en andere onderwijszaken waardoor aanvragen gericht en effectief kunnen worden behandeld.
hoofdstuk 7 |
Toekomst
MAASTRO clinic is inmiddels met name op het vlak van biologisch en translationeel onderzoek één van de drijvende krachten in de radiotherapie. In de behandeling op maat zijn grote stappen gemaakt, zowel in het wetenschappelijk onderzoek als in de vertaling van onderzoeksresultaten naar toepassing in de kliniek. Dit is niet beperkt gebleven tot een lokaal succes van MAASTRO, maar is ook een internationaal succes, bijvoorbeeld met de website www.predictcancer.org. Er is echter nog een lange weg te gaan. Behandeling op maat blijft ons doel, maar nog meer dan voorheen willen we binnen de radiotherapie-oncologie voortrekker zijn in het ontdekken van nieuwe kennis over de behandeling én deze kennis ook toepassen in de dagelijkse bestralingsbehandeling. Het is deze snelle translatie van wetenschap naar toepassing die ons zo uniek en succesvol maakt. De komende jaren staan, naast translationeel onderzoek, in het teken van samenwerking in een oncologisch netwerk in Zuidoost Nederland. Wij werken verder met onze verwijzers aan de uitbouw van de oncologische zorg volgens het concept van het comprehensive cancer center en incorporeren daarbinnen de eisen aan de oncologische zorg zoals geformuleerd door de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Uitkomstregistratie blijft een van de belangrijkste aandachtspunten zodat we zicht hebben op de kwaliteit van onze behandelingen en deze ook objectief kunnen vergelijken met andere instituten. Dosisgeleide Radiotherapie (DGRT)
is een van onze belangrijkste doelen in het strategieplan 2013-2017, hier hebben we nog niet bereikt wat we willen bereiken, dit blijft voor de klinisch fysici een belangrijke ambitie. In de groep fysica onderzoek wordt er gewerkt aan een systeem dat de veiligheid van brachytherapie verder moet verhogen, door middel van gebruik van een dosisgevoelig beeldvormingspaneel. Tevens wordt er onderzoek gedaan naar een nieuwe beeldvormende techniek voor prostaatpatiënten; 4D echografie. Op het gebied van preklinisch onderzoek werken de groepen fysica onderzoek en MAASTRO lab samen aan proefdieronderzoek om combinaties van geneesmiddelen en straling te onderzoeken bij nieuwe tumormodellen. Tevens blijft MAASTRO zich, in 2016 en de komende jaren, inzetten om onderzoeks- en innovatieresultaten te valoriseren om deze beschikbaar te krijgen voor alle kankerpatiënten. Het Nieuwe Werken, invoering van een nieuwe manier van plaats onafhankelijk werken in een nieuw kantoorconcept: dit project bestaat uit twee fases: de voorbereidende fase (2016) en de uitvoeringsfase (2017 en volgende jaren). De impact die een nieuw kantoorconcept heeft op het gedrag van mensen en de manier van sturen door managers is groot. ICT en digitaal werken zijn randvoorwaardelijk.
MAASTRO 2015 | 95
Office365 en SharePoint; Gefaseerde implementatie van SharePoint voor Document Management en Procesondersteuning in de vorm van bijv. Zoeken & Vinden, Digitaal Samenwerken en Kennismanagement. De Cloud-oplossing van Office365 en SharePoint vervangt in 2016 intranet en de fileshare en alle medewerkers kunnen plaats onafhankelijk werken met alle Office applicaties in de Cloud. Teamvorming: de volgende stap in het organisatie-ontwikkeltraject is werken in kleinere multidisciplinaire samenwerkingsverbanden. Deze stap heeft als doel om betere voorwaarden te scheppen voor het oplossen van de problemen, door: betere onderlinge samenwerking/ beter afstemmen van de processen op elkaar en een andere stijl van leidinggeven. In de tweede helft van 2015 is de fijnstructuur verder ingevuld en in 2016 zal op geleidelijke wijze steeds meer op de nieuwe manier gewerkt gaan worden. Met het kwaliteitsmanagementsysteem is in 2015 vooruitgang geboekt en is op de belangrijkste kwaliteitsdocumenten een automatische revisiecyclus geplaatst. In 2016 wordt SharePoint ingevoerd en zullen we het kwaliteitsmanagementsysteem laten toetsen. Momenteel vindt heroverweging plaats met betrekking tot het toetsingskader (mogelijk de ISO NEN 15224), mede op advies van de lead auditor van DEKRA die dit jaar het VMS heeft gecertificeerd.
96
In 2016 gaat MAASTRO clinic volop verder met de realisatie van een centrum voor protonentherapie in Maastricht. Met de leverancier van protonen-apparatuur, de Provincie, het Liof en banken wordt in 2016 gezocht naar de beste financieringsmogelijkheden. Naar verwachting wordt in de tweede helft van 2016 gestart met de bouw en kan de eerste patiënt eind 2018 worden behandeld. De realisatie van ZON-PTC zal in 2016 en de komende jaren een van de grootste, zo niet het grootste, project zijn. De impact van dit project zal overal in de organisatie haar beslag leggen.
jaarrekening
Balans per 31 december (na voorgestelde resultaatbestemming)
2015
Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) Activa
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa
Vlottende activa Onderhanden werk uit hoofde van DBC's/ DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Debiteuren en overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Passiva
98
Eigen vermogen Algemene en overige reserves Totaal eigen vermogen
DBC-zorgproducten Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Debiteuren en overige vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Ref. 6 7 8 9 10 11
Ref. 12
31-dec-15 € 36.248.046 1 36.248.047 0 46.634 6.130.285 6.707.201 12.884.120 49.132.168
31-dec-15 € 11.197.633 11.197.633
31-dec-14 € 38.566.927 0 38.566.927 0 8.400 5.045.897 7.921.241 12.975.538 51.542.465
Passiva
Eigen vermogen Algemene en overige reserves Totaal eigen vermogen Voorzieningen
Langlopende schulden
Kortlopende schulden Overige kortlopende schulden
Totaal passiva
9 10 11
Ref. 12 13 14 15
46.634 6.130.285 6.707.201 12.884.120 49.132.168
31-dec-15 € 11.197.633 11.197.633 3.974.534 24.226.958 9.733.043 49.132.168
8.400 5.045.897 7.921.241 12.975.538 51.542.465
31-dec-14 € 10.137.246 10.137.246 3.632.960 27.055.782 10.716.477 51.542.465
31-dec-14 € 10.137.246 10.137.246
4 MAASTRO 2015 | 99
Som der bedrijfsopbrengsten
Resultatenrekening
over 2015
Resultatenrekening over 2015 Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten zorgprestaties Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
Financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat boekjaar 100
Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen op materiële vaste activa Overige bedrijfskosten Ref. 17 18 19 20 21 22
23
2015 € 28.102.646 1.794.427 3.454.492 33.351.565 18.146.048 3.989.644 9.061.105 31.196.797
2.154.768
(1.094.381) 1.060.387 1.060.387
2014 €
27.647.588 1.200.992 2.058.052 30.906.632
16.350.795 4.038.128 7.772.469 28.161.392
2.745.240
(1.218.679)
1.526.561
1.526.561
Som der bedrijfslasten Bedrijfsresultaat
Financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat boekjaar
Resultaatbestemming
23
Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging: Algemene en overige reserves
20 21 22
33.351.565 18.146.048 3.989.644 9.061.105 31.196.797 2.154.768 (1.094.381) 1.060.387 1.060.387
2015 €
1.060.387 1.060.387
30.906.632 16.350.795 4.038.128 7.772.469 28.161.392
2.745.240
(1.218.679)
1.526.561
1.526.561
2014 €
1.526.561 1.526.561
MAASTRO 2015 | 101
Kasstroomoverzicht
Kortlopende schulden (excl. schulden aan banken)
over 2015
Kasstroomoverzicht over 2015
Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: Afschrijvingen en overige waardeverminderingen Mutatie voorzieningen
Veranderingen in werkkapitaal: Onderhanden werk uit hoofde van DBC's/ DBC- zorgproducten Vorderingen Vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging
Kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
102
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa
Ref.
€
3.989.644 341.574
0 -1.084.388
-38.234
-696.196 25.785 -1.120.166 0 (1.751.744)
2015 € 2.154.768 4.331.218
-1.705.085 4.780.900 -1.094.381 3.686.520
€
4.038.128 795.136
195.004 -125.718
4.890.838 3.806.094
Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
2014 €
Kasstroom uit operationele activiteiten
2.745.240
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
4.833.264
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Mutatie geldmiddelen
8.766.218 16.344.722 22.244 -1.211.350 0 -1.189.106 15.155.616 (1.059.983)
Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: Stand per 1 januari Stand per 31 december Mutatie geldmiddelen
11
-696.196 3.806.094 -1.705.085 8.766.218 16.344.722 4.780.900 25.785 22.244 -1.120.166 -1.211.350 0 0 -1.094.381 -1.189.106 3.686.520 15.155.616 (1.751.744) (1.059.983) 80.883 92.992 (1.670.861) (966.991) 0 0 (3.229.699) (3.875.077) (3.875.077) (3.229.699) 10.313.548 -1.214.040
7.921.241 6.707.201 -1.214.040
(2.392.307) 7.921.241 10.313.548
6
MAASTRO 2015 | 103
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING 1. ALGEMENE TOELICHTING 1.1. Algemeen MAASTRO clinic is een categorale instelling en verzorgt de radiotherapie voor kankerpatiënten. Daarnaast vindt in MAASTRO clinic klinisch onderzoek binnen de radiotherapie plaats en wordt samen met de afdeling Radiotherapie van het academisch ziekenhuis Maastricht en met GROW, een onderzoeksschool van de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht, gewerkt aan een verdere optimalisatie van de behandeling van kankerpatiënten via onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. MAASTRO clinic kent alleen publieke activiteiten conform het bepaalde in de Wet Toelating Zorginstellingen. 1.2. Vestigingsplaats De stichting is statutair (en feitelijk) gevestigd te Maastricht, op het adres Dr. Tanslaan 12. 1.3. Continuïteitsveronderstelling Naar het oordeel van de Raad van Bestuur zijn er geen gebeurtenissen of omstandigheden waardoor gerede twijfel zou kunnen bestaan om de bedrijfsactiviteiten in continuïteit voort te zetten. De stichting kent een solide financiële positie met een adequate solvabiliteit, liquiditeit en toegang tot financiële middelen en kredietfaciliteiten. Derhalve is deze jaarrekening opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. 1.4. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. De cijfers voor 2014 zijn, waar nodig, geherrubriceerd om vergelijkbaarheid met 2015 mogelijk te maken.
104
Stelselwijziging presentatie opbrengsten De presentatie van de opbrengsten in de resultatenrekening met inbegrip van de vergelijkende cijfers (waar mogelijk) is aangepast in overeenstemming met Ontwerp Richtlijn 655 Zorginstellingen (versie 2016). Naar onze mening geeft de nieuwe presentatie beter inzicht in de herkomst en aard van de opbrengsten. Stelselwijziging eigen vermogen De presentatie van het eigen vermogen in de balans met inbegrip van de vergelijkende cijfers is aangepast aan het gewijzigde model van de Richtlijn 655 Zorginstellingen. Naar onze mening geeft de nieuwe presentatie beter inzicht in de herkomst en aard van de opbrengsten. 1.5. Consolidatie en verbonden rechtspersonen Onder toepassing van de consolidatievrijstelling vanwege de te verwaarlozen betekenis voor het geconsolideerde geheel wordt geen geconsolideerde jaarrekening opgesteld van MAASTRO clinic en haar groepsmaatschappijen. Op grond van artikel 2: 407 lid 1 sub a BW is derhalve de volgende entiteit buiten de consolidatie gebleven: • M AASTRO Innovations B.V. te Maastricht (eigen vermogen per 31-12-2015 € 18.372 negatief; resultaat over 2015 € 1.619 negatief); • ZON-PTC B.V. te Maastricht (eigen vermogen per 31-12-2015 € 1; resultaat over 2015 € 0). Verder is op grond van artikel 7, lid 5 en 6, van de Regeling verslaggeving WTZi de volgende stichting buiten de consolidatie gebleven: • Stichting MAASTRO Cancer Foundation te Maastricht (eigen vermogen per 31-12-2015 € 117.528; resultaat over 2015 € 347.939 negatief).
1.6. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat Raad van Bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. 1.7 Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van MAASTRO clinic en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. 1.8. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.
1.9. Specifieke aandachtspunten jaarrekening 2015 medisch specialistische zorg Inleiding De landelijke onzekerheden voor instellingen voor medisch specialistische zorg (ziekenhuizen, UMC’s en ZBC’s) zijn de afgelopen jaren verder verminderd. De resterende in de jaarrekening 2015 van toepassing zijnde (landelijke) aandachtspunten voor MAASTRO clinic hebben betrekking op: 1. Afwikkeling rechtmatigheidscontroles MSZ 2014; 2. Rechtmatigheidscontroles MSZ 2015; 3. Toerekening van de contractafspraken met de zorgverzekeraars op schadejaar aan het boekjaar; 4. De afwikkeling van het FB-systeem geldend tot en met 2011. Bij de omzetbepaling van de DBC zorgproducten en overige zorgproducten heeft MAASTRO clinic de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd zoals opgenomen in de paragrafen 1, 2, 3 en 4 van deze jaarrekening. Hierbij is de “Handreiking Rechtmatigheidsonderzoek 2015 Medisch Specialistische Zorg” gevolgd. Toelichting (landelijke) onzekerheden jaarrekening 2015 De van toepassing zijnde (landelijke) aandachtspunten in de jaarrekening 2015 zijn (inclusief de status hiervan) hierna toegelicht voor MAASTRO clinic: 1. Afwikkeling rechtmatigheidscontroles MSZ 2014 Er heeft nog geen finale verrekening met de zorgverzekeraars plaatsgevonden ten aanzien van de rechtmatigheidscontroles over 2014. De verwachte uitkomsten van deze verrekening zijn verwerkt in de jaarrekening 2015. Naar verwachting van de Raad van Bestuur kan de finale verrekening leiden tot nietmateriële, nagekomen baten of lasten.
MAASTRO 2015 | 105
2. Rechtmatigheidscontroles MSZ 2015 De NFU, NVZ en ZN hebben in december 2015 een Handreiking Rechtmatigheidsonderzoek MSZ 2015 gepubliceerd. Door de NZa is niet bevestigd dat deze handreiking in overeenstemming is met publiekrechtelijke regelgeving, waarmee een inherent risico blijft bestaan. Deze rechtmatigheidscontroles worden beoordeeld door de representerende zorgverzekeraars. Op basis van dit oordeel zullen alle verzekeraars gezamenlijk over de rechtmatigheid van de facturatie 2015 concluderen. MAASTRO clinic heeft op basis van een risicoanalyse onderzoek verricht naar de risico’s die voor de stichting materieel zijn. In deze risicoanalyse zijn de uitkomsten van eerder uitgevoerde aanvullende omzetonderzoeken en beschikbare overige in- en externe controles betrokken. Ook is een inschatting gemaakt van de DCM-controles over 2015 op basis van schattingen. De voorlopige uitkomsten zijn betrokken bij het opstellen van deze jaarrekening en het inschatten van de risico’s die voortvloeien uit geconstateerde onjuiste registraties en/of declaraties, rekening houdende met de contractafspraken met zorgverzekeraars. Doelmatigheidscontroles over 2015 zullen door de zorgverzekeraars nog uitgevoerd worden. MAASTRO clinic gaat er van uit dat dit geen financieel effect met terugwerkende kracht heeft. De NZa heeft in het landelijk overleg echter niet bevestigd dat dit een terechte aanname is, dus deze onzekerheid blijft vooralsnog bestaan. Privaatrechtelijk heeft MAASTRO clinic geen afspraken terzake gemaakt met verzekeraars, anders dan verwerking van de aandachtspunten zoals opgenomen in het landelijke omzetonderzoek en het bepalen van de toekomstige handelswijze op nieuwe doelmatigheidsaspecten. De uit de genoemde werkzaamheden en controles voortvloeiende beste inschatting van het financieel effect op de omzet en daarmee samenhangende posten is verwerkt in deze jaarrekening.
106
3. Toerekening van de contractafspraken met de zorgverzekeraars op schadejaar aan het boekjaar MAASTRO clinic heeft met de grootste zorgverzekeraars voor 2015 schadelastafspraken op basis van plafondafspraken gemaakt. Toerekening van de schadelastafspraken aan het boekjaar 2015 heeft plaatsgevonden op basis van een beste schatting van het voortgangspercentage ultimo 2015 in lijn met de Handreiking omzetverantwoording, rekening houdend met de verwachte effecten van het rechtmatigheidsonderzoek. Deze correcties zijn conform de Handreiking omzetverantwoording op de omzet 2015 in mindering gebracht en waar nodig verwerkt in de waardering van het onderhanden werk ultimo 2015. De uiteindelijke uitkomsten zullen later blijken uit de afrekeningen met zorgverzekeraars. In deze jaarrekening is de beste inschatting van het financieel effect op de omzet en daarmee samenhangende posten verwerkt. 4. Afwikkeling FB tot en met 2011 De NZa heeft met circulaire d.d. 4 juli 2014 de uitgangspunten voor finale afwikkeling FB kenbaar gemaakt zoals deze in overleg met de veldpartijen tot stand zijn gekomen. De koepels ZN, NVZ en NFU hebben een convenant gesloten over de procedure van afwikkeling. MAASTRO clinic heeft de jaren tot en met 2011 definitief afgewikkeld, inclusief de effecten van materiële controles en de aanpassing van het onderhanden werk ultimo 2011. Over de ultimo 2015 opgenomen post nog in tarieven te verrekenen bedragen in de balans is overeenstemming over de omvang en wijze van afwikkeling bereikt. Het verschil met de ultimo 2014 opgenomen vordering ten bedrage van € 38.234 is ten gunste van het resultaat 2015 gebracht. Conclusie Raad van Bestuur De Raad van Bestuur heeft ten behoeve van de bepaling van het resultaat en de financiële positie de best mogelijke schattingen gemaakt op basis van de beschikbare informatie, onder andere met betrekking tot bovenstaande
aspecten van de omzetverantwoording. De Raad van Bestuur is van mening dat, met voornoemde toelichting, de jaarrekening het vereiste inzicht geeft in het resultaat en de financiële positie van MAASTRO clinic op basis van de ons nu bekende feiten en omstandigheden.
2. ALGEMENE GRONDSLAGEN 2.1. Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi, de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder RJ 655 inzake de jaarverslaggeving door zorginstellingen, en Titel 9 Boek 2 BW (met uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12). Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Voor zover niet anders vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de resultatenrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. 2.2. Leasing Operationele leasing Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de stichting ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract.
2.3. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de resultatenrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Overige financiële verplichtingen Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieverentemethode. 2.4. Grondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de stichting zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
MAASTRO 2015 | 107
3. GRONDSLAGEN VAN WAARDERING VAN ACTIVA EN PASSIVA 3.1. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen: 2 %. • Machines en installaties: 5% - 10%. • Andere vaste bedrijfsmiddelen: 10% - 20%. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen. 3.2. Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij het kunnen uitbrengen van 20% of meer van de stemrechten. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan
108
deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de desbetreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Deelnemingen waarop geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een duurzame waardevermindering vindt waardering plaats tegen deze lagere waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de resultatenrekening. De leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder het kopje Financiële Instrumenten. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende post. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder de financiële baten en lasten. 3.3. Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van
een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren. 3.4. Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. 3.5. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten Het onderhanden werk uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten wordt gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde. De waarde van het onderhanden werk is gebaseerd op een percentage van de verwachte opbrengst, in lijn met de voortgang (de realisatie) per balansdatum van de DBC's/DBC-zorgproducten. Op het onderhanden werk worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht, evenals de aan het verslagjaar toegerekende verwachte overschrijding van de met zorgverzekeraars afgesproken omzetplafonds. 3.6. Vorderingen De eerste waardering van vorderingen is tegen reële waarde, inclusief transactiekosten. (Door toepassing van de effectieve rentemethode worden transactiekosten als onderdeel van de amortisatie in de winsten verliesrekening verwerkt). De vervolgwaardering van vorderingen is tegen geamortiseerde kostprijs (indien geen sprake van agio/disagio of transactiekosten dan geamortiseerde kostprijs gelijk aan nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid.
3.7. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 3.8. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening groot onderhoud De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van panden, installaties, e.d., gebaseerd op een meerjaren onderhoudsplan. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. Voorziening onderhoud versnellers Voor uitgaven voor onderhoud van de versnellers wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over de economische levensduur van de apparatuur.
MAASTRO 2015 | 109
Voorziening persoonlijk budget levensfase De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening uit hoofde van een CAO verplichting in het kader van de overgangsregeling 45+. Het persoonlijk budget levensfase kwalificeert als een beloning met opbouw van rechten. De voorziening betreft de nominale waarde van de in de toekomst eenmalig uit te keren PBL-uren. De berekening is gebaseerd op de CAO-bepalingen, blijfkans en leeftijd. Voorziening jubileumverplichtingen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de nominale waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. 3.9. Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
110
4. GRONDSLAGEN VAN RESULTAATBEPALING 4.1. Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. 4.2. Bedrijfsopbrengsten De omzet van DBC's/DBC zorgproducten, de Rijksbijdrage of daarmee gelijk te stellen middelen zijn berekend aan de hand van de voorschriften voor bekostiging of subsidiëring. De overige opbrengsten zijn gebaseerd op het gefactureerde of doorberekende bedrag voor geleverde goederen en diensten. 4.3. Overheidssubsidies Overheidssubsidies worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de stichting zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door de stichting gemaakte kosten worden systematisch als opbrengsten in de winst-en-verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden gemaakt. Subsidies ter compensatie van de groep voor de kosten van een actief worden systematisch in de winst-en-verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief. Een krediet afgesloten tegen een lagere rente dan de marktrente, wordt als schuld in de balans opgenomen waarbij waardering plaatsvindt zoals opgenomen onder Financiële instrumenten. Het verschil tussen het hogere ontvangen bedrag van het krediet en de boekwaarde bij eerste verwerking betreft het voordeel als gevolg van de lagere rente. Dit voordeel wordt verwerkt als overheidssubsidie.
4.4. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers respectievelijk de belastingautoriteit. 4.5. Pensioenen De stichting heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij de stichting. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. MAASTRO clinic betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2015 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 95%. Het pensioenfonds voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. MAASTRO clinic heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De stichting heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.
4.6. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden en groepsmaatschappijen ontvangen (te ontvangen) en aan derden en groepsmaatschappijen betaalde (te betalen) interest. Tevens is hieronder opgenomen het aandeel van de stichting in het resultaat van de op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen danwel ontvangen dividenden van deelnemingen waarin geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid wordt uitgeoefend en waardeveranderingen van financiële vaste activa en effecten.
5. FINANCIËLE INSTRUMENTEN De instelling maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen. De instelling handelt niet in financiële derivaten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen grotendeels vorderingen op zorgverzekeraars. Het kredietrisico van deze vorderingen wordt als zeer laag geschat.
MAASTRO 2015 | 111
kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instellingen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico’s. Renterisico en kasstroomrisico Kredietrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen grotendeels vorderingen op zorgverzekeraars. Het opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast kredietrisico van deze vorderingen wordt als zeer laag geschat. rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om Renterisico en kasstroomrisico geenrenterisico afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) Het is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven rentefluctuaties te beheersen. leningen. Bij deze leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. De instelling heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële Reële waarde instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen en kortlopende Reële waarde De reële waarde de meeste ervan. in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, schulden, benadertvan de boekwaarde liquide middelen en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. 6. MATERIËLE VASTE ACTIVA 6. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Bedrijfsgebouwen en terreinen 17.828.600 18.315.746 Machines en installaties 3.090.683 3.425.715 Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve 14.939.111 16.173.791 uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op 389.652 651.577 materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa 36.248.046 38.566.829
112
Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt:
Machines en installaties Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt: Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt: Bedrijfs gebouwen en Machines en terreinen installaties € € BedrijfsMachines en Stand per 1 januari 2015 Aanschafwaarde 23.138.911 6.700.580 Cumulatieve herwaarderingen 0 0 Cumulatieve 4.823.165 3.274.865 afschrijvingen Boekwaarde 18.315.746 3.425.715 Mutaties in het boekjaar Investeringen Afschrijvingen Reclassificaties Overboekingen Desinvesteringen Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Per saldo Mutaties
0 617.606 130.460 0
Stand per 31 december 2015
0 0
(487.146)
(335.032)
3.425.715
16.173.791
651.577 38.566.829
Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaAndere vaste lingen op bedrijfs- materiële vaste middelen activa € € Andere vaste Vaste bedrijfs 35.430.385 651.577 0
0
19.256.594 16.173.791
0 335.032 0 0 0 0
3.090.683 14.939.111 389.652 36.248.046
0 3.037.006 1.883.209 386.812
(305.929) 80.883
(1.234.680)
Totaal € Totaal
65.921.453
14
0
0 651.577
27.354.624 38.566.829
0 0
(305.929) 80.883
1.751.744 0 (2.013.669) 0
(261.925)
suzanne van den hom…, 23-5-2016 10:32 Met opmaak: Inspringing:Eerste regel: 1,25 cm
1.751.744 3.989.644 0 386.812
(2.318.781)
MAASTRO 2015 | 113
Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
4.823.165 18.315.746
Mutaties in het boekjaar Investeringen Afschrijvingen Reclassificaties Overboekingen Desinvesteringen Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen Per saldo Mutaties
3.274.865 3.425.715
0 617.606 130.460 0
0 0
(487.146)
0 335.032 0 0
Stand per 31 december 2015 Aanschafwaarde 23.269.371 Cumulatieve 0 herwaarderingen Cumulatieve 5.440.771 afschrijvingen Boekwaarde 17.828.600
114
Afschrijvingspercentage
19.256.594 16.173.791
2% - 10%
0 0
(335.032)
0 3.037.006 1.883.209 386.812
6.700.580 0
3.609.897 3.090.683
0 651.577
5,0%
(305.929) 80.883
(1.234.680)
1.751.744 0 (2.013.669) 0
36.926.782 0
21.987.671 14.939.111
27.354.624 38.566.829
10% - 20%
0 0
(261.925)
1.751.744 3.989.644 0 386.812
369.652 0
0 369.652
0,0%
(305.929) 80.883
7. FINANCIËLE VASTE ACTIVA 7. Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:
(2.318.781)
67.286.387
0
31.038.339 36.248.046
15
31-dec-15 € 1 1
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Totaal financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari Kapitaalstortingen Verstrekte gelden Waardeverminderingen Boekwaarde per 31 december
2015 € 0 1 242.811 (242.811) 1
31-dec-14 € 0 0
2014 € 0 0 0 0 0
Toelichting De financiële vaste activa hebben betrekking op de 100% deelneming in ZON-PTC B.V. In 2015 heeft MAASTRO Toelichting clinic voor een bedrag van € 242.811 aan deze entiteit uitgegeven. Uit oogpunt van voorzichtigheid zijn deze De financiële vaste activa hebben betrekking op de 100% deelneming in uitgaven voorzien. ZON-PTC B.V. In 2015 heeft MAASTRO clinic voor een bedrag van € 242.811 aan deze entiteit uitgegeven. Uit oogpunt van voorzichtigheid zijn deze 8.uitgaven Onderhanden werk uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten voorzien. De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Onderhanden werk DBC's/DBC-zorgproducten B-segment 3.840.472 4.155.377 Af: ontvangen voorschotten (3.840.472) (4.155.377) Totaal onderhanden werk 0 0 De specificatie per onderhanden werk is als volgt weer te geven:
MAASTRO 2015 | 115
Toelichting De financiële vaste activa hebben betrekking op de 100% deelneming in ZON-PTC B.V. In 2015 heeft MAASTRO clinic voor een bedrag van € 242.811 aan deze entiteit uitgegeven. Uit oogpunt van voorzichtigheid zijn deze uitgaven voorzien. 8. ONDERHANDEN WERK UIT HOOFDE VAN DBC'S/DBC-ZORGPRODUCTEN 8. Onderhanden werk uit hoofde van DBC's/DBC-zorgproducten De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Onderhanden werk DBC's/DBC-zorgproducten B-segment 3.840.472 4.155.377 Af: ontvangen voorschotten (3.840.472) (4.155.377) Totaal onderhanden werk 0 0 De specificatie per onderhanden werk is als volgt weer te geven: Gerealiseer- Stroom DBC's/DBC- de kosten en Af: Af: toegereken- verwerkte ontvangen zorgproducten de winst verliezen voorschotten € € € Onderhanden projecten met 3.840.472 0 (3.840.472) debetsaldo Totaal (onderhanden werk) 3.840.472 0 (3.840.472)
Saldo per 31-12-2015 € 0 0
Toelichting Per balansdatum bedraagt de bevoorschotting door de zorgverzekeraars ter financiering van het onderhanden Toelichting werk € 5.584.432. De voorschotten zijn per verzekeraar in mindering gebracht op het onderhanden werk en, Per balansdatum bedraagt de bevoorschotting door de zorgverzekeraars ter voor zover van toepassing, vervolgens op de post nog te factureren omzet en op de debiteurenpositie. financiering van het onderhanden werk € 5.584.432. De voorschotten zijn per verzekeraar in mindering gebracht op het onderhanden werk en, voor zover van toepassing, vervolgens op de post nog te factureren omzet en op de debiteurenpositie.
116
16
9. VORDERINGEN UIT HOOFDE VAN FINANCIERINGSTEKORT EN SCHULDEN UIT HOOFDE VAN FINANCIERINGSOVERSCHOT 9. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2012 na 2012 totaal € € € Saldo per 1 januari 8.400 0 8.400 Financieringsverschil boekjaar 0 0 0 Correcties voorgaande jaren 38.234 0 38.234 Betalingen/ontvangsten 0 0 0 Subtotaal mutatie boekjaar 38.234 0 38.234 Saldo per 31 december 46.634 0 46.634
Stadium van vaststelling (per erkenning): a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa
Waarvan gepresenteerd als: - Vorderingen uit hoofde van financieringstekort - Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Totaal
c
31-dec-15 € 46.634 0 46.634
31-dec-14 € 8.400 0 8.400
Toelichting Toelichting Na verwerking van de definitieve afwikkeling FB tot en met 2011 is eind 2015 nog € 46.634 te ontvangen uit hoofde van financieringstekorten. Na verwerking van de definitieve afwikkeling FB tot en met 2011 is eind 2015 nog € 46.634 te ontvangen uit hoofde van financieringstekorten.
MAASTRO 2015 | 117
Toelichting Na verwerking van de definitieve afwikkeling FB tot en met 2011 is eind 2015 nog € 46.634 te ontvangen uit hoofde van financieringstekorten. 10. OVERIGE VORDERINGEN 10. Overige vorderingen De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Vorderingen op debiteuren 3.672.143 1.025.749 Nog te factureren omzet DBC's/DBC-zorgproducten 0 1.061.197 Vorderingen uit hoofde van transitieregeling 0 1.154.521 Overige vorderingen: Vorderingen op groepsmaatschappijen en gelieerde entiteiten 277.749 271.784 113.733 0 Belastingen en sociale premies Vooruitbetaalde bedragen: 17 - Vooruitbetaalde exploitatiekosten 1.030.157 270.000 Nog te ontvangen bedragen: - Nog te ontvangen bedragen projecten 662.276 655.615 - Overige nog te ontvangen bedragen 374.227 607.031 Totaal overige vorderingen 6.130.285 5.045.897
118
Toelichting De debiteurenpositie heeft voor 85% betrekking op vorderingen op zorgverzekeraars uit hoofde van de Toelichting reguliere zorgverlening. De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 72.796 (2014: € De debiteurenpositie heeft voor 85% betrekking op vorderingen op 72.000). zorgverzekeraars uit hoofde van de reguliere zorgverlening. De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 72.796 11. Liquide middelen (2014: € 72.000). De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Bankrekeningen 6.705.778 7.920.544 Kassen 1.423 697 Totaal liquide middelen 6.707.201 7.921.241
Toelichting De debiteurenpositie heeft voor 85% betrekking op vorderingen op zorgverzekeraars uit hoofde van de reguliere zorgverlening. De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt € 72.796 (2014: € 72.000). 11. LIQUIDE MIDDELEN 11. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Bankrekeningen 6.705.778 7.920.544 Kassen 1.423 697 Totaal liquide middelen 6.707.201 7.921.241 Toelichting
Toelichting In de liquide middelen zijn voor een bedrag van € 1,5 miljoen deposito's begrepen, die na 31 dagen opeisbaar In de liquide middelen zijn voor een bedrag van € 1,5 miljoen deposito's begrepen, die na 31 dagen opeisbaar zijn. zijn. De overige liquide middelen zijn vrij beschikbaar. De overige liquide middelen zijn vrij beschikbaar.
12. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:
Algemene en overige reserves
Totaal eigen vermogen
Algemene en overige reserves Het verloop is als volgt weer te geven: Algemene en overige reserves Totaal algemene en overige reserves
Saldo per 1-jan-2015 € 10.137.246 10.137.246
31-dec-15 € 11.197.633 11.197.633
Resultaat- bestemming € 1.060.387 1.060.387
31-dec-14 €
10.137.246 10.137.246
Saldo per 31-dec-2015 € 11.197.633 11.197.633
Toelichting In overeenstemming met het gewijzigde model van de Richtlijn 655 Zorginstellingen is de reserve aanvaardbare kosten is gepresenteerd als algemene reserve.
MAASTRO 2015 | 119
6.707.201
Totaal liquide middelen
7.921.241
Toelichting In de liquide middelen zijn voor een bedrag van € 1,5 miljoen deposito's begrepen, die na 31 dagen opeisbaar zijn. De overige liquide middelen zijn vrij beschikbaar. 12. EIGEN VERMOGEN 12. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-15 31-dec-14 € € Algemene en overige reserves 11.197.633 10.137.246 Totaal eigen vermogen 11.197.633 10.137.246 Algemene en overige reserves
Het verloop is als volgt weer te geven: Algemene en overige reserves Totaal algemene en overige reserves
Saldo per 1-jan-2015 € 10.137.246 10.137.246
Resultaat- bestemming € 1.060.387 1.060.387
Saldo per 31-dec-2015 € 11.197.633 11.197.633
Toelichting In overeenstemming met het gewijzigde model van de Richtlijn 655 Zorginstellingen is de reserve aanvaardbare Toelichting kosten is gepresenteerd als algemene reserve. In overeenstemming met het gewijzigde model van de Richtlijn 655 Zorginstellingen is de reserve aanvaardbare kosten is gepresenteerd als algemene reserve.
120
18
13. VOORZIENINGEN 13.
Voorzieningen
Het verloop is als volgt:
Voorziening negatief eigen vermogen deelneming Voorziening onderhoud gebouwen Voorziening onderhoud versnellers Voorziening jubileumverplichtingen Voorziening levensfasebudget Totaal voorzieningen
Saldo per
1-jan-2015 € 0 529.163 1.914.967 181.830 1.007.000 3.632.960
Dotatie
€
18.383 138.000 970.000 64.188 482.000 1.672.571
Onttrekking
€
0 142.742 1.103.655 21.600 63.000 1.330.997
Vrijval
€ 0 0 0 0 0 0
Saldo per 31-dec2015 €
18.383 524.421 1.781.312 224.418 1.426.000 3.974.534
Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moet worden beschouwd: 31-dec-2015 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 1.272.650 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 2.701.884 Hiervan langlopend (> 5 jr.) 528.722 Toelichting Negatief eigen vermogen deelneming Toelichting MAASTRO clinic heeft in 2015 een 100% belang in Maastro Innovations B.V. te Maastricht verkregen. Voor het Negatief eigen vermogen deelneming negatieve vermogen van de deelneming is een voorziening getroffen. MAASTRO clinic heeft in 2015 een 100% belang in Maastro Innovations B.V. te Maastricht verkregen. Voor het negatieve vermogen van de deelneming is een voorziening getroffen. 14. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Schulden aan banken 24.602.689 27.457.388 Overige langlopende schulden (375.731) (401.606)
MAASTRO 2015 | 121
Toelichting Negatief eigen vermogen deelneming MAASTRO clinic heeft in 2015 een 100% belang in Maastro Innovations B.V. te Maastricht verkregen. Voor het negatieve vermogen van de deelneming is een voorziening getroffen. 14. LANGLOPENDE SCHULDEN 14. Langlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-15 31-dec-14 € € Schulden aan banken 24.602.689 27.457.388 Overige langlopende schulden (375.731) (401.606) Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 24.226.958 27.055.782 Het verloop van de schulden aan banken is als volgt weer te geven: Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen Stand per 31 december
Af: aflossingsverplichting komend boekjaar Stand langlopende schulden per 31 december
2015 €
30.687.087 0 3.229.699 27.457.388
2.854.699 24.602.689
2014 €
34.562.164 0 3.875.077 30.687.087 3.229.699 27.457.388
Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd:
122
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.) (aflossingsverplichtingen) Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar) Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 Lening-
Totale
2.854.699 24.602.689 16.196.267
Werke-
Aflossings
19 3.229.699 27.457.388 18.151.008
Gestelde
Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.) (aflossingsverplichtingen) Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Hiervan langlopend (> 5 jaar)
Overzicht langlopende schulden ultimo 2015 Leninggever
1 2 3 4 5 6 7 8 9
Datum
ABN Amro ABN Amro NWB NWB ASN Bank BNG Bank BNG Bank BNG Bank BNG Bank Totaal
Restschuld 31-dec-2014 1 2
€
1.150.787 625.000
Hoofdsom
3-sep-04 31-mrt-06 14-sep-07 1-apr-08 1-apr-08 31-mrt-10 3-mei-10 21-aug-12 15-mrt-13
€
€ 0 0
2.854.699 24.602.689 16.196.267
Totale Werkeloop- Soort lening lijke tijd rente
Aflossings -wijze
3.229.699 27.457.388 18.151.008
Gestelde zekerheden
%
4.242.845 23 5.000.000 10 7.500.000 10 16.000.000 40 6.000.000 20 484.000 10 914.000 10 7.000.000 10 3.800.000 10
Nieuwe leningen in 2015
Aflossing in 2015 €
59.899 500.000
onderhands onderhands onderhands onderhands onderhands onderhands onderhands onderhands onderhands
4,530% 3,690% 4,460% 4,450% 4,310% 3,237% 3,120% 2,090% 1,975%
Restschuld 31-dec-2015 €
1.090.888 125.000
Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair
Restschuld over 5 jaar €
866.267 0
WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek
Resterende looptijd in jaren eind 2015 13 2
Aflossing 2016
€
59.899 125.000
MAASTRO 2015 | 123
5 6 7 8 9
ASN Bank BNG Bank BNG Bank BNG Bank BNG Bank Totaal Restschuld 31-dec-2014
1-apr-08 31-mrt-10 3-mei-10 21-aug-12 15-mrt-13
Nieuwe leningen in 2015
6.000.000 484.000 914.000 7.000.000 3.800.000
Aflossing in 2015
20 10 10 10 10
onderhands onderhands onderhands onderhands onderhands
Restschuld 31-dec-2015
4,310% 3,237% 3,120% 2,090% 1,975%
Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair
Restschuld over 5 jaar
WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek WFZ hypotheek
Resterende looptijd in jaren eind 2015
Aflossing 2016
€ € € € € € 1 1.150.787 0 59.899 1.090.888 866.267 13 59.899 2 625.000 0 500.000 125.000 0 2 125.000 3 2.062.500 0 750.000 1.312.500 0 3 750.000 4 13.400.000 0 400.000 13.000.000 11.000.000 34 400.000 5 4.050.000 0 300.000 3.750.000 2.250.000 14 300.000 6 290.400 0 48.400 242.000 0 6 48.400 7 548.400 0 91.400 457.000 0 6 91.400 8 5.425.000 0 700.000 4.725.000 1.225.000 8 700.000 9 3.135.000 0 380.000 2.755.000 855.000 8 380.000 30.687.087 0 3.229.699 27.457.388 16.196.267 2.854.699 Toelichting De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. De verstrekte zekerheden voor Toelichting de door WfZ geborgde leningen bestaan uit hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen en De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. pandrecht op de machines en installaties. De reële waarde van de leningen is € 31,5 miljoen (2014: € 32 De verstrekte zekerheden voor de door WfZ geborgde leningen bestaan uit miljoen). hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen en pandrecht op de machines en installaties. De reële waarde van de leningen is € 31,5 miljoen (2014: € 32 miljoen).
124
20
15. OVERIGE KORTLOPENDE SCHULDEN 15. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt:
Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld Vakantiedagen Overige schulden: - Schulden aan groepsmaatschappijen en gelieerde entiteiten - Vooruitgefactureerd/te betalen aan verzekeraars Vooruitontvangen opbrengsten: - Vooruit ontvangen bedragen Overige overlopende passiva: - Overige overlopende passiva Totaal overige kortlopende schulden
31-dec-15 € 1.554.631 2.854.699 968.302 22.986 7.399 635.202 103.600 402.283 2.605.839 0 578.103 9.733.043
31-dec-14 €
1.254.500 3.229.699 529.895 49.851 5.049 583.440 75.500 384.593 3.245.457 933 1.357.560 10.716.477
Toelichting De kredietfaciliteit in rekening-courant bij de kredietinstelling bedraagt per 31 december 2015 € 5 miljoen Toelichting (2014: € 11,6 miljoen). De verstrekte zekerheden voor de langlopende schulden gelden tevens voor de De kredietfaciliteit in rekening-courant bij de kredietinstelling bedraagt per 31 december 2015 € 5 miljoen (2014: € 11,6 miljoen). opgenomen kredietfaciliteit in rekening-courant en luiden: De verstrekte zekerheden voor de langlopende schulden gelden tevens voor de opgenomen kredietfaciliteit in rekening-courant en luiden: • hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen; • hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen; • pandrecht op de machines en installaties. • pandrecht op de machines en installaties. 16. Niet in de balans opgenomen regelingen Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrument Het macrobeheersinstrument kan door de minister van VWS ingezet worden om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg en bij instellingen voor curatieve geestelijke gezondheidszorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing
MAASTRO 2015 | 125
16. NIET IN DE BALANS OPGENOMEN REGELINGEN Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrument Het macrobeheersinstrument kan door de minister van VWS ingezet worden om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg en bij instellingen voor curatieve geestelijke gezondheidszorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg, respectievelijk Aanwijzing Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg. Ook voor instellingen in andere sectoren kan een Aanwijzing Macrobeheersinstrument van toepassing zijn. Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd.
Bij het opstellen van de jaarrekening 2015 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond over 2014 en 2015. MAASTRO clinic is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans van de stichting per 31 december 2015.
De heffingsgrondslag Macrobeheersinstrument is als volgt opgebouwd: Tariefopbrengst van DBC’s, DBC-zorgproducten en overige zorgproducten in zowel het A- als het B-segment Verrekenbedrag op grond van de beleidsregel Transitie bekostigingsstructuur Mutatie in het onderhanden werk Totaal heffingsgrondslag
126
Voor 2015 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op € 20.297,6 miljoen (prijsniveau 2014).
2015 € 28.416.063
0 (313.417) 28.102.646
2014 € 26.087.872
0 1.559.716 27.647.588
Operationele leases Gedurende het verslagjaar zijn € 304.562 (2014: € 282.208) aan kosten uit hoofde van operationele leases in de winst- en verliesrekening verwerkt. De verplichtingen ultimo boekjaar uit hoofde van operationele leases
28.416.063 26.087.872 zorgproducten in zowel het A- als het B-segment € € Verrekenbedrag op grond van de beleidsregel Transitie 0 0 bekostigingsstructuur Tariefopbrengst van DBC’s, DBC-zorgproducten en overige Mutatie in het onderhanden werk (313.417) 1.559.716 28.416.063 26.087.872 zorgproducten in zowel het A- als het B-segment Totaal heffingsgrondslag 28.102.646 27.647.588 Verrekenbedrag op grond van de beleidsregel Transitie 0 0 bekostigingsstructuur Operationele leases Mutatie in het onderhanden werk (313.417) 1.559.716 Gedurende het verslagjaar zijn € 304.562 (2014: € 282.208) aan kosten uit hoofde van operationele leases in de winst- en Operationele leases Totaal heffingsgrondslag 28.102.646 27.647.588 verliesrekening verwerkt. De verplichtingen ultimo boekjaar uit hoofde van operationele leases (betreffende gebouwen en Gedurende het verslagjaar zijn € 304.562 (2014: € 282.208) aan kosten uit hoofde van operationele leases in de vervoersmiddelen) zijn als volgt te specificeren: winst- en verliesrekening verwerkt. De verplichtingen ultimo boekjaar uit hoofde van operationele leases (betreffende gebouwen en vervoersmiddelen) zijn als volgt te specificeren: Operationele leases Gedurende het verslagjaar zijn € 304.562 (2014: € 282.208) aan kosten uit hoofde van operationele leases in de Te betalen: 31-dec-2015 winst- en verliesrekening verwerkt. De verplichtingen ultimo boekjaar uit hoofde van operationele leases binnen één jaar 304.464 (betreffende gebouwen en vervoersmiddelen) zijn als volgt te specificeren: 1.228.662 tussen één en vijf jaar meer dan vijf jaar 3.945.518 Te betalen: 31-dec-2015 5.478.644 binnen één jaar 304.464 tussen één en vijf jaar 1.228.662 Obligo Waarborgfonds meer dan vijf jaar 3.945.518 Obligo Waarborgfonds ten aanzien van het Waarborgfonds voor de Zorgsector bedraagt maximaal 3% De obligoverplichting van de 5.478.644 De obligoverplichting ten aanzien van het Waarborgfonds voor de Zorgsector bedraagt maximaal 3% van de boekwaarde boekwaarde van de door het Waarborgfonds geborgde leningen. van de door het Waarborgfonds Obligo Waarborgfonds geborgde leningen. De obligoverplichting ten aanzien van het Waarborgfonds voor de Zorgsector bedraagt maximaal 3% van de 17. Opbrengsten zorgprestaties boekwaarde van de door het Waarborgfonds geborgde leningen. De specificatie is als volgt: 2015 2014 OPBRENGSTEN ZORGPRESTATIES 17. € € 17. Opbrengsten zorgprestaties Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) 28.102.646 27.647.588 De specificatie is als volgt: 2015 2014 Totaal 28.102.646 27.647.588 € € 28.102.646 27.647.588 Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) Totaal Subsidies 28.102.646 27.647.588 18. 2015 2014 De specificatie is als volgt: € € 18. Subsidies Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS De specificatie is als volgt: 2015 2014 - Beschikbaarheidsbijdrage medische vervolgopleidingen 1.528.671 1.017.911 € € - Overige regelingen (Kwaliteitsimpuls) 265.756 183.081 1.794.427 1.200.992 Totaal Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS
MAASTRO 2015 | 127
Opbrengsten zorgverzekeringswet (exclusief subsidies) Totaal
18. SUBSIDIES 18. Subsidies De specificatie is als volgt:
Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS - Beschikbaarheidsbijdrage medische vervolgopleidingen - Overige regelingen (Kwaliteitsimpuls) Totaal
19. Overige bedrijfsopbrengsten 19. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN
De specificatie is als volgt:
Research Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel) Totaal
128
Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten: - Overige personeelskosten Subtotaal
2015 €
1.528.671 265.756 1.794.427
2015 €
2.493.832 960.660 3.454.492
20. Personeelskosten De specificatie is als volgt:
28.102.646 28.102.646
2015 €
13.635.173 1.901.520 1.143.746 1.204.547 17.884.986
27.647.588 27.647.588
2014 €
1.017.911 183.081 1.200.992
22 2014 €
1.439.109
618.943 2.058.052
2014 €
12.624.350 1.511.803 1.228.118
820.680 16.184.951
Research Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend Research personeel) Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend Totaal personeel)
Totaal 20. PERSONEELSKOSTEN 20. Personeelskosten 20. Personeelskosten De specificatie is als volgt: De specificatie is als volgt:
Lonen en salarissen Sociale lasten Lonen en salarissen Pensioenpremies Sociale lasten Andere personeelskosten: Pensioenpremies - Overige personeelskosten Andere personeelskosten: Subtotaal - Overige personeelskosten Personeel niet in loondienst Subtotaal Totaal personeelskosten Personeel niet in loondienst
Totaal personeelskosten Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van fulltime eenheden Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van fulltime eenheden
Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is 21. Afschrijvingen op materiële vaste activa 21. AFSCHRIJVINGEN OP MATERIËLE VASTE ACTIVA 21. Afschrijvingen op materiële vaste activa De specificatie is als volgt: De specificatie is als volgt: Afschrijvingen: - materiële vaste activa Afschrijvingen:
Totaal afschrijvingen - materiële vaste activa Totaal afschrijvingen 22. Overige bedrijfskosten 22. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: De specificatie is als volgt:
2.493.832 2.493.832 960.660 3.454.492 960.660 3.454.492
2015 € 2015
€ 13.635.173 1.901.520 13.635.173 1.143.746 1.901.520 1.143.746 1.204.547 17.884.986 1.204.547 261.062 17.884.986 18.146.048 261.062
18.146.048 244 0 244
0
2015 € 2015 €
3.989.644 3.989.644 3.989.644 3.989.644 2015 € 2015 €
1.439.109
1.439.109 618.943 2.058.052 618.943 2.058.052
2014 € 2014
€ 12.624.350 1.511.803 12.624.350 1.228.118 1.511.803 1.228.118 820.680 16.184.951 820.680 165.844 16.184.951 16.350.795 165.844
16.350.795 228 0 228 0
2014 € 2014 €
4.038.128 4.038.128 4.038.128 4.038.128
2014 € 2014 €
MAASTRO 2015 | 129
Subtotaal Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen Huur en leasing Totaal overige bedrijfskosten Dotaties en vrijval voorzieningen
22. OVERIGE BEDRIJFSKOSTEN 22. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt:
Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiëntgebonden kosten Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud - Energiekosten gas - Energiekosten stroom - Energie transport en overig Subtotaal Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen
Totaal overige bedrijfskosten
23. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt:
130
Rentebaten Subtotaal financiële baten Rentelasten Resultaat deelnemingen Overige financiële lasten Subtotaal financiële lasten
Totaal financiële baten en lasten
2015 €
362.318 5.003.798 2.265.011 545.912 165.101 176.198 98.286 985.498
304.562 139.918 9.061.104 2015 €
25.785 25.785 (1.089.483) 0 (30.683) (1.120.166)
(1.094.381)
2014 €
469.427 3.219.635 2.756.817 534.125 110.901 169.791 97.789 912.696 273.894 140.000
7.772.469
(1.218.679)
Totaal overige bedrijfskosten 23. FINANCIËLE BATEN EN LASTEN Financiële baten en lasten 23. 23. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: De specificatie is als volgt: Rentebaten Subtotaal financiële baten Rentebaten Subtotaal financiële baten Rentelasten Resultaat deelnemingen Rentelasten Overige financiële lasten Resultaat deelnemingen Subtotaal financiële lasten Overige financiële lasten
Subtotaal financiële lasten Totaal financiële baten en lasten
Totaal financiële baten en lasten 24. Honoraria accountant 24. HONORARIA ACCOUNTANT 24. Honoraria accountant De honoraria van de accountant over 2015 zijn als volgt:
2014 €
22.244 22.244 (1.211.350) 0 (29.573) (1.240.923)
De honoraria van de accountant over 2015 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 2 Controle van de jaarrekening 1 Overige controlewerkzaamheden (w.o. regeling AO/IC en 2 nacalculatie)) Overige controlewerkzaamheden (w.o. regeling AO/IC en 3 Fiscale advisering nacalculatie)) 4 Fiscale advisering Niet-controlediensten 3 Totaal honoraria accountant 4 Niet-controlediensten
Totaal honoraria accountant
9.061.104 139.918 9.061.104 985.498 304.562 139.918 304.562
2015 € 2015
€ 25.785 25.785 25.785 (1.089.483) 0 (1.089.483) (30.683) 0 (1.120.166) (30.683)
(1.120.166) (1.094.381) (1.094.381) 2015 € 2015
€ 37.004 37.004 22.690 14.190 22.690 16.384 14.190 90.268 16.384 90.268
912.696 273.894 140.000 273.894
7.772.469 140.000 7.772.469
2014 € 2014
€ 22.244 22.244 22.244 (1.211.350) 0 (1.211.350) (29.573) 0 (1.240.923) (29.573) (1.240.923) (1.218.679) (1.218.679)
2014 € 2014
€ 33.638 33.638 5.203 31.701 5.203 0 31.701 70.542 0 70.542
25 25
MAASTRO 2015 | 131
Leidinggevende topfunctionarissen 25. TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de instelling, haar deelnemingen en hun bestuurders en leidinggevende functionarissen. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag. De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 26.
Functie(s) Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris? Echte of fictieve dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Individueel WNT-maximum
26. WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE EN SEMIPUBLIEKE SECTOR (WNT) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de op MAASTRO clinic van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor de zorg, totaalscore 9 en klasse G. Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor MAASTRO clinic is € 188.660. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van de Raad van Toezicht: dit bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum. De bezoldiging van de functionarissen die over 2015 in het kader van de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) verantwoord worden, is als volgt.
132
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Motivering indien overschrijding: Gegevens 2014 Functie(s) in 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014
Drs. M.J.G. Jacobs Raad van Bestuur 1/1 - 31/12 1,0 nee ja n.v.t
Prof. Dr. P. Lambin Raad van Bestuur 1/1 - 31/1 0,7 nee ja n.v.t.
188.660
10.235
182.772 0 10.723 193.495 0 193.495 zie toelichting
16.249 0 910 17.159 0 17.159 zie toelichting
Lid Raad van Bestuur 1/1 - 31/12 1,0
Voorzitter Raad van Bestuur 1/1 - 31/12 0,7
177.220 0 19.257 196.477 188.660
185.934 48 32.404 218.386 128.289
MAASTRO 2015 | 133
Gewezen topfunctionarissen
Functie(s) Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris? Echte of fictieve dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Motivering indien overschrijding: Gegevens 2014 Functie(s) in 2014 Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (in fte) Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014
134
Toezichthoudende topfunctionarissen Prof. Dr. P. Lambin Hoogleraar 1/2 - 31/12 0,7 ja ja n.v.t.
Functie(s) Duur dienstverband Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -\- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging
106.238
178.744 0 10.007 188.751 0 188.751 zie toelichting
Voorzitter Raad van Bestuur 1/1 - 31/12 0,7
185.934 48 32.404 218.386 128.289
Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014
Toelichting Het contract van mevr. Jacobs en het oorspronkelijke contract van dhr. Lambin zijn afgesloten vóór 6 december 2011 en vallen daarmee onder het overgangsrecht van de WNT. In 2015 is de functie van dhr. Lambin gewijzigd van Voorzitter Raad van Bestuur naar Hoogleraar radiotherapie, waarbij de beloning is vastgesteld op basis van marktconformiteit en de zwaarte van de functie.
Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014
Dijk Voorzitter 1/1 - 31/12
Cobbenhagen Vice-voorzitter 1/1 - 31/12
Teunissen Lid 1/1 - 31/12
Bartelink Lid 1/1 - 31/12
28.299
18.866
18.866
18.866
11.250 0 0 11.250 0 11.250
9.375 0 0 9.375 0 9.375
7.500 0 0 7.500 0 7.500
7.500 0 0 7.500 0 7.500
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
7.686 0 0 7.686 10.612
5.000 0 0 5.000 9.433
5.000 0 0 5.000 9.433
5.000 0 0 5.000 9.433
MAASTRO 2015 | 135
Toezichthoudende topfunctionarissen
Functie(s) Duur dienstverband
Bezoldiging niet-topfunctionarissen Van Attekum Lid 1/9 - 31/12
Janssen Lid 1/9 - 31/12
Rutgers n.v.t. n.v.t.
6.289
6.289
n.v.t.
Functie(s) Duur dienstverband in 2015
Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal -\- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging Gegevens 2014 Duur dienstverband in 2014
2.500 0 0 2.500 0 2.500
2.500 0 0 2.500 0 2.500
750 0 0 750 0 750
n.v.t.
n.v.t.
1/1 – 30/9
0 0 0 0 nvt
0 0 0 0 nvt
5.625 0 0 5.625 7.500
Bezoldiging 2014 Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging 2014 Individueel WNT-maximum 2014
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Individueel WNT-maximum bezoldiging Motivering overschrijding
Afdelingshoofd/ medisch specialist 1/1 - 31-12
Medisch specialist
178.329 0 10.706 189.035 178.000 zie toelichting
40.142 0 1.812 41.954 29.667 zie toelichting
1/11 - 31/12
Toelichting De maximale bezoldigingsnorm is niet van toepassing op niet-topfunctionarissen. De beloning van de niet-topfunctionarissen die het WNT bedrag overschrijden, is vastgesteld op basis van marktconformiteit en de zwaarte van de functie.
Toelichting Dhr. Rutgers is in 2014 afgetreden als voorzitter van de Raad van Toezicht. Ten behoeve van een zorgvuldige overdracht heeft dhr. Rutgers t/m begin 2015 advieswerkzaamheden verricht voor de Raad van Toezicht en daarvoor een vergoeding ontvangen.
136
MAASTRO 2015 | 137
ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS
OVERIGE GEGEVENS
Maastricht, 18 mei 2016
Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De Raad van Bestuur van stichting MAASTRO clinic heeft de jaarrekening 2015 vastgesteld in de vergadering van 18 mei 2016. De raad van Toezicht van stichting MAASTRO clinic heeft de jaarrekening 2015 goedgekeurd in de vergadering van 18 mei 2016.
Raad van Bestuur Drs. M.J.G. Jacobs w.g.
Statutaire regeling resultaatbestemming In de statuten is geen bepaling omtrent de resultaatbestemming opgenomen.
Raad van Toezicht Drs. G.C.P. Dijk RA Voorzitter w.g.
Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling zoals vermeld bij de resultatenrekening.
Prof. Dr. J.W.C.M. Cobbenhagen Vicevoorzitter w.g.
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum.
Prof. Dr. G.M.M. Bartelink Lid w.g.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina.
C.P.M. Teunissen Lid w.g. Drs. L. Janssen RA Lid w.g. Mr. F.A.H.M. van Attekum Lid w.g.
138
MAASTRO 2015 | 139
140
MAASTRO 2015 | 141
Een uitgave van MAASTRO clinic Dr. Tanslaan 12 Postbus 3035 6202 NA Maastricht T 088 - 44 55 666 F 088 - 44 55 667
[email protected] www.maastro.nl Tekst interviews Co>meander, Silvia van de Put, Suzanne Knoben Redactie Co>meander, Silvia van de Put | Maria Jacobs | Danny Vogten | Ellen Dekkers Fotografie Clea Betlem Grafisch ontwerp Maas & van den Homberg, Paul Maas | Suzanne van den Homberg Bindwerk en zeefdruk Sjra Marx printmaker Drukwerk binnenwerk Drukkerij Walters