I A L GE M E NE BE P A L I N GE N
begripsbepalingen In deze voorschriften wordt verstaan onder: het plan het bestemmingsplan "Molenveld en De Ooi" van de gemeente Doesburg vervat in de plankaart in 3 deelkaarten met bijbehorende verklaring met tekeningnummer 9724f en deze voorschriften met bijlagen; aanbouw een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; aan huis gebonden bedrijf een bedrijf, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt; aan huis gebonden beroep een beroep op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, (ontwerp)technisch of kunstzinnig gebied, dat door de gebruiker van een woning in die woning of een bijbehorend bijgebouw wordt uitgeoefend, waarbij de woning in hoofdzaak de woonfunctie behoudt; aanlegvergunning een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; ander-werk a een werk, geen bouwwerk zijnde; b een werkzaamheid; bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde; bedrijf het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen; bedrijfs-/dienstwoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bestemd voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; bestemmingsgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een bestemmingsvlak; bestemmingsvlak een op de plankaart door bestemmingsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangegeven met eenzelfde bestemming; bijgebouw een al dan niet vrijstaand gebouw, dat architectonisch zowel als functioneel ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en ten dienste staat van dat hoofdgebouw;
1 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 1
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
2
bouwgrens een op de plankaart aangegeven lijn, die niet door bebouwing mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen; bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; bouwperceel een aaneengesloten stuk grond waarop krachtens de bepalingen van het plan bebouwing met één bouwwerk of bij elkaar behorende bouwwerken is toegestaan; bouwvlak een op de plankaart als zodanig aangegeven oppervlak binnen welke grenzen (bouwgrenzen) bepaalde in het plan aangegeven bouwwerken zijn toegestaan; bouwwerk elke constructie van enige omvang welke, hetzij direct of indirect, met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; gebouw elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; geluidgevoelige functie bewoning of andere geluidsgevoelige functie, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; hoofdgebouw een gebouw dat, gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt; horecabedrijf een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; kantoor een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi-) overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen; nadere eis een nadere eis als bedoeld in artikel 15, eerste lid sub b van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; prostitutiebedrijf een inrichting of instelling gericht op het tegen betaling doen plaatsvinden van seksuele omgang met prostituees op een naar buiten toe kenbare wijze, zoals een bordeel of escortservice; seks- en/of pornobedrijf een inrichting of instelling gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van erotische en/of pornografische aard dan wel voor detailhandel in seks- en/of porno-artikelen, zoals een seksbioscoop, seksclub, seksautomaat of sekswinkel;
artikel 2
wijze van meten Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: bebouwingspercentage de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen op een bouwperceel, in procenten van de oppervlakte van het terrein; bouwhoogte van een bouwwerk van het hoogste punt van een bouwwerk tot aan de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse; voor wat betreft gebouwen worden antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen hierbij niet meegerekend; goothoogte van een gebouw van de bovenkant van de goot dan wel de druiplijn, het boeiboord of een gelijk daaraan te stellen constructiedeel, tot aan de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse. Indien op een gebouw een of meer dakkapellen voorkomen, waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak, wordt gemeten vanaf de goothoogte van de dakkapel(len); oppervlakte van een gebouw tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidsmuren.
artikel 3
werking van bouwgrenzen De bouwgrenzen mogen in afwijking van de plankaart en het bepaalde in hoofdstuk II van deze voorschriften uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen beho-
3 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
staat van bedrijfsactiviteiten de als bijlage bij deze voorschriften gevoegde en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen; staat van horeca-activiteiten de als bijlage bij deze voorschriften gevoegde en daarvan onderdeel uitmakende lijst van horeca-activiteiten; uitbouw een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; voorgevel de gevel van een gebouw, die is gekeerd naar de weg, waarop het bouwperceel overwegend georiënteerd is; vrijstelling een vrijstelling als bedoeld in artikel 15 lid 1 sub a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; wijziging een wijziging van het plan als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; woning een (gedeelte van een) gebouw dat krachtens zijn indeling geschikt en bestemd is voor permanente bewoning van één huishouden.
rende stoepen, stoeptreden, trappen, hellingbanen, funderingen en andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,5 m.
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
4
I I BE S T E M MI N GS BE P A L I N GE N
1 1
2
wonen bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “wonen” aangewezen gronden zijn bestemd voor a woningen in de categorieën: V vrijstaande woningen; D dubbele woningen; R rijwoningen; G gestapelde woningen; daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven b aan huis gebonden beroepen; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven. Het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het op het tijdstip van het van kracht worden van het plan aanwezige aantal dan wel het op de plankaart als zodanig aangeduide aantal.
2
bouwvoorschriften a Hoofdgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen worden gebouwd zowel in als buiten het bouwvlak en dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 de goothoogte en bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen is maximaal 2,7 m respectievelijk 5,5 m; 2 de goothoogte en bouwhoogte van aan- en uitbouwen is maximaal 3 m respectievelijk 5,5 m. c Het bebouwingspercentage van het bouwperceel is maximaal 50. d De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
3
nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering en afmeting van bijgebouwen teneinde een onevenredige aantasting van het woongenot op nabijgelegen percelen te voorkomen.
4
vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 jo. artikel 27 voor het toestaan van een aan huis gebonden bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
5 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 4
het ten behoeve van het aan huis gebonden bedrijf in gebruik te nemen vloeroppervlak bedraagt maximaal 40% van de gezamenlijke oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijgebouwen met een maximum van 50 m2; 2 het aan huis gebonden bedrijf mag geen onevenredige hinder voor het woonen leefmilieu opleveren en mag geen onevenredige afbreuk doen aan het karakter van de buurt; 3 het aan huis gebonden bedrijf mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot een onevenredige parkeerdruk; 4 (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf.
1
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
6
artikel 5
tuin
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “tuin” aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen woningen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
artikel 6
bijzondere woonvormen
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “bijzondere woonvormen” aangewezen gronden zijn bestemd voor woningen alsmede wooneenheden (zorgwoningen) in een bijzondere groepering of samenstelling, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maatschappelijke voorzieningen, tuinen en erven.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
3
vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het toelaten van de woonfunctie, onder voorwaarden dat: 1 vrijstelling wordt verleend voor maximaal vier woningen;
2
1 1
2
3
centrum bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “centrum” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a detailhandel; b (boven)woningen uitsluitend op de verdiepingen; c horecabedrijven, uitsluitend overeenkomstig de op de plankaart aangegeven categorieën van de staat van horeca-activiteiten; d zakelijke en maatschappelijke dienstverlening; e verblijfsgebied; f ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen; g tuinen en erven; h voorzieningen van openbaar nut; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden. De op de plankaart voor “centrum” aangewezen gronden met de aanduiding “aanvullende regeling als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder 2” zijn bestemd voor: a de in lid 1 onder 1 sub b tot en met sub h genoemde doeleinden; b detailhandel als vermeld onder milieucategorie 1 in de staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend op de begane grond, met dien verstande, dat daar waar dat op de plankaart met de aanduiding "Su" is aangegeven een supermarkt is toegestaan; c bedrijven als vermeld onder milieucategorie 1 in de staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend op de begane grond; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden. Het aantal (boven)woningen mag niet meer bedragen dan het op het tijdstip van het van kracht worden van het plan aanwezige aantal dan wel het op de plankaart als zodanig aangeduide aantal.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken 1 gebouwd binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
3
vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 onder 2 sub b en c voor: a detailhandel of bedrijven die niet zijn vermeld in de staat van bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
7 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 7
er wordt voldaan aan de door de gemeente gehanteerde parkeernorm.
de detailhandel of het bedrijf dient voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld te kunnen worden aan de detailhandel of bedrijven behorende tot milieucategorie 1 van de staat van bedrijfsactiviteiten; 2 de aard en de activiteiten van de detailhandel of het bedrijf mogen ook overigens niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving; b detailhandel of bedrijven als vermeld onder milieucategorie 2 van de staat van bedrijfsactiviteiten, met inachtneming van de voorwaarde, dat de aard en de activiteiten van de detailhandel of het bedrijf niet mogen leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving. 1
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
8
artikel 8 1 1
2
maatschappelijke voorzieningen bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “maatschappelijke voorzieningen” aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke instellingen en voorzieningen in de categorieën: A medische, sociaal-culturele, religieuze en openbare dienstverlenende instellingen; Bu buurthuis; Sc school; Me medische diensten; Sp sport; Re religieuze instellingen; Ve verenigingsgebouw; daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeer- en groenvoorzieningen. Het aantal dienstwoningen mag niet meer bedragen dan het op het tijdstip van het van kracht worden van het plan aanwezige aantal.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m; 3 een kerktoren/minaret bij een religieuze instelling 20 m.
3
vrijstelling Burgemeester en wethouder kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het toelaten van een andere instelling of voorziening dan ingevolge de ter plaatse geldende categorie is toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a de instelling of voorziening mag geen geluidgevoelige functie betreffen;
b de aard en de activiteiten van de instelling of voorziening mogen niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving.
1 1
2
bedrijf bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “bedrijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven in de categorie: Sb schildersbedrijf; met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven en onbebouwde gronden. Dienstwoningen zijn niet toegestaan.
2
bouwvoorschriften a Bedrijfsgebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken 1 gebouwd binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
3
wijziging Burgemeester en wethouders kunnen het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wijzigen voor wat betreft het op de plankaart als zodanig aangeduide perceel voor het toelaten van een ander ambachtelijk bedrijf, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a de aard en de activiteiten van het ambachtelijk bedrijf mogen niet leiden tot een onevenredige inbreuk op het woon- en leefklimaat in de omgeving; b advies is verkregen van Staatsbosbeheer en van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
artikel 10 1 1
2
2
detailhandel bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “detailhandel” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a detailhandel; b één dienstwoning per vestiging; een en ander met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en onbebouwde gronden. Het aantal dienstwoningen mag niet meer bedragen dan het op het tijdstip van terinzagelegging van het plan aanwezige aantal bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte;
9 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 9
3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal bedragen: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
10
artikel 11 1 1
2
kantoren bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “kantoren” aangewezen gronden zijn bestemd voor kantoren, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeer- en groenvoorzieningen en onbebouwde gronden. Dienstwoningen zijn niet toegestaan, uitgezonderd daar waar de aanduiding ‘dienstwoning toegestaan’ is opgenomen, waarbij per aanduiding één dienstwoning is toegestaan.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 bouwwerken gebouwd vóór (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 1 m; 2 bouwwerken gebouwd achter (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw 2,7 m.
3
wijziging Burgemeester en wethouders kunnen het plan overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wijzigen voor wat betreft het op de plankaart als zodanig aangeduide perceel “wijzigingsgebied I” in de bestemming “wonen”, met inachtneming van de volgende voorwaarden: a het aantal woningen bedraagt maximaal 2; b bij de wijziging moeten de zichtlijnen op de Lage Linie worden hersteld en/of gewaarborgd.
artikel 12 1 1
2
2
begraafplaats bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “begraafplaats” aangewezen gronden zijn bestemd voor de teraardebestelling en instandhouding van graven, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en wegen en verhardingen en onbebouwde gronden. Dienstwoningen zijn niet toegestaan. bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak;
de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,7 m. 2 3
1 1
2
2
artikel 14
sport bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “sport” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a de buitensportbeoefening; b een eetcafe, daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangegeven; c een cafetaria, daar waar dat als zodanig op de plankaart is aangegeven; met bijbehorende bebouwing , waaronder een tribune, en onbebouwde gronden. Dienstwoningen zijn niet toegestaan. bouwvoorschriften a Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 de gebouwen dienen geheel binnen de bouwvlakken te worden gebouwd, met dien verstande dat binnen het bouwvlak, nader aangeduid met “T”, uitsluitend een overdekte tribune is toegestaan met een maximale hoogte van 5 m; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 2,5 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten en ballenvangers maximaal 15 m mag bedragen.
natuur
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “natuur” aangewezen gronden zijn bestemd voor a de bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden; b een eco-duiker, daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,5 m.
3
aanlegvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende andere-werken uit te voeren: a het vergraven en egaliseren van gronden; b het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters; c het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; d het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken; e het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
1
11 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 13
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
12 2
3
artikel 15
f het ophogen van gronden en aanleggen van geluidswallen; g diepploegen, zijnde het extra diep –ca. 0,4 m of meer– omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd; h werken en werkzaamheden die wijzigingen van de waterhuishouding of waterstand beogen of tengevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten. Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 3 onder 1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van het ander-werk dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de natuurwaarden van het gebied, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen. Geen aanlegvergunning is vereist voor: a andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; b andere-werken, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
natuur met cultuurhistorische waarden
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “natuur met cultuurhistorische waarden” aangewezen gronden zijn bestemd voor a de bescherming en ontwikkeling van natuurwaarden; b de bescherming van cultuurhistorische waarden; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,5 m.
3
aanlegvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning de volgende andere-werken uit te voeren: a het vergraven, egaliseren en ophogen van gronden; b het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters; c het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; d het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen en kolken; e het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur; f diepploegen, zijnde het extra diep –ca. 0,4 m of meer– omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd; g werken en werkzaamheden die wijzigingen van de waterhuishouding of waterstand beogen of tengevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten. Een aanlegvergunning als bedoeld in lid 3 onder 1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door de uitvoering van het ander-werk dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt
1
2
artikel 16
groen
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “groen” aangewezen gronden zijn bestemd voor plantsoenen, groenstroken, (fiets-)paden, uitritten, bermen met beplanting, waterpartijen en speelvoorzieningen, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,5 m, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 6 m mag bedragen.
artikel 17
water
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “water” aangewezen gronden zijn bestemd voor: een A-watergang, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en onbebouwde gronden, waaronder de oevers.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,5 m, met dien verstande dat waterbouwkundige kunstwerken zijn toegestaan met een hoogte van maximaal 4 m.
artikel 18
verkeer
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “verkeer“ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a een rotonde, rijbanen, voet- en fietspaden, bermen en parkeervoorzieningen; b een eco-duiker, daar waar dat op de plankaart als zodanig is aangegeven; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is maximaal 2,5 m, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 10 m mag bedragen.
13 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
3
gedaan aan de natuur- en cultuurhistorische waarden van het gebied, en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen. Geen aanlegvergunning is vereist voor: a andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; b andere-werken, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
artikel 19 1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “verblijf” aangewezen gronden zijn bestemd voor: a wegen en straten, wandel- en fietspaden met een functie voornamelijk gericht op verblijf; b parkeer-, groen- en speelvoorzieningen; met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan voor wegaanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer is maximaal 2,5 m.
14 s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
verblijf
artikel 20
parkeren
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “parkeren“ aangewezen gronden zijn bestemd voor parkeerdoeleinden, een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,5 m, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 10 m mag bedragen.
artikel 21
primaire waterkering
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “primaire waterkering” aangewezen gronden zijn bestemd voor de waterkering alsmede voor verkeersdoeleinden, een en ander met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a Gebouwen mogen niet worden gebouwd. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 2,5 m, met dien verstande dat de hoogte van lichtmasten maximaal 10 m mag bedragen.
artikel 22
nutsvoorziening
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor “nutsvoorziening” aangewezen gronden zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen, waaronder de op de plankaart aangeduide gsm-mast, met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en onbebouwde gronden.
2
bouwvoorschriften a De gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak;
de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte. b De hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal: 1 buiten het bouwvlak 1 m; 2 binnen het bouwvlak 2,5 m; 3 de op de plankaart als zodanig aangeduide gsm-mast 30 m. 2 3
garageboxen
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor "garageboxen" aangewezen gronden zijn bestemd voor stallingsruimten voor auto’s met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2
bouwvoorschriften Gebouwen dienen te voldoen aan de volgende kenmerken: 1 gebouwd binnen het bouwvlak; 2 de goothoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven goothoogte; 3 de bouwhoogte is maximaal de op de plankaart aangegeven bouwhoogte.
s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 23
15
I I I D U B BE L BE ST E M MI NGE N
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
16 artikel 24
zone bescherming watergang
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor "zone bescherming watergang" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming en het beheer van de watergang, een en ander met inachtneming van de keur van het waterschap, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
2
bouwvoorschriften In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd. Gebouwen mogen niet worden gebouwd. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 3 m is.
1 2 3
3 1
2
4 1
2
3 4
vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen. Vrijstelling wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de watergang. aanlegvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a het ontgronden, afgraven, vergraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen, draineren en ophogen van gronden; b het aanplanten van bomen en/of houtgewas en het aanbrengen van diepwortelende beplantingen; c het aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen van overige oppervlakteverhardingen; d het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen, waterpartijen; e het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur. Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de watergang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen. Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat vooraf advies is verkregen van de beheerder van de watergang. Geen aanlegvergunning is nodig voor werken en werkzaamheden die:
a het normale onderhoud en beheer betreffen; b in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitge-
voerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.
artikel 25
beschermingszone primaire waterkering
1
bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor "zone bescherming waterkering" aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals duikers, keerwanden en merktekens.
2
bouwvoorschriften In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd. Gebouwen mogen niet worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is maximaal 3 m.
1 2 3
3
vrijstelling Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in lid 1 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van beheerder van de waterkering.
4
aanlegvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a het ontgraven, afgraven, vergraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen van gronden; b het aanleggen van ondergrondse en/of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en alle daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; c het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; d het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage; e het verwijderen van diepwortelende beplanting. Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk of de werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van het waterkering en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen. Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de beheerder van de waterkering. Geen aanlegvergunning is nodig voor: a andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer; b andere-werken, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
1
2
3 4
s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
17
I V O VE R I GE BE P A L I N G E N
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
18
artikel 26
toegestane bebouwing Uitsluitend die bebouwing is toegestaan, welke behoort bij de functies zoals omschreven in de per bestemming gegeven doeleinden, met inachtneming van de per bestemming gegeven bouwvoorschriften.
artikel 27 1 2
3
4
artikel 28
gebruiksvoorschriften Het is verboden de grond en bebouwing te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming. Onder verboden gebruik in alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan: a een gebruik van de onbebouwde grond als stort- en opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud; b een gebruik van grond en bebouwing ten behoeve van een seks- en/of pornobedrijf en/of prostitutiebedrijf. Onder verboden gebruik in de bestemming "bedrijf" wordt tevens verstaan: a een gebruik voor detailhandel, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel in ter plaatse vervaardigde goederen; b een gebruik voor bedrijven, zoals vermeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer. Burgemeester en Wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in het eerste lid, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
vrijst ellin gsbevoegdh eden Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de voorschriften van het plan, ten behoeve van: a het afwijken van de voorgeschreven goothoogte, hoogte en oppervlakte van gebouwen, percentages en overige maatvoering, eventueel met overschrijding van de bebouwingsgrenzen, mits deze afwijkingen niet meer bijdragen dan 10% van de in het plan voorgeschreven maatvoering; b het afwijken van bouwgrenzen en overige aanduidingen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, op de plankaart, indien en voor zover deze afwijkingen noodzakelijk zijn in verband met de uitmeting van het terrein dan wel indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond gewenst is, mits de afwijking ten opzichte van hetgeen op de plankaart is aangegeven, niet meer dan 2,5 m bedraagt; c het oprichten van antennes alsmede masten ten behoeve van waarschuwingssystemen met een grotere hoogte dan ten aanzien van bouwwerken, geen gebouw zijnde, is toegestaan, voor zover deze grotere hoogte noodzakelijk is in verband met het beoogde gebruik, mits dit met het oog op het ruimtelijk beeld aanvaardbaar is.
dubbeltelbepaling Grond welke eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
artikel 30 1
2
3
4
5
artikel 31 1
2
artikel 32 1
2
overgangsbepaling voor bouwwerken Een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat, dan wel nadien wordt gebouwd of kan worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, en dat afwijkt van dit plan (bestemming en/of voorschriften) mag, behoudens onteigening, gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd. Bij een gedeeltelijke vernieuwing en/of verandering als bedoeld in lid 1 mag geen nieuwe afwijking van het plan ontstaan noch een bestaande afwijking naar de aard en de omvang worden vergroot. In geval van tenietgaan van een bouwwerk door een calamiteit mag het bouwwerk in afwijking van het bepaalde in lid 1 en lid 2 geheel worden vernieuwd, mits: a de bouwaanvraag binnen 1½ jaar na de calamiteit is geschied; b de bouwgrens aan de wegzijde zo mogelijk in acht wordt genomen. De bouwvergunning kan slechts worden geweigerd in verband met onteigening, indien de gemeenteraad voor de dag waarop de aanvraag is ontvangen, een onteigeningsbesluit heeft genomen. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 en lid 2 voor wat betreft de vergroting van de inhoud van de afwijkende gebouwen van 10% van de oorspronkelijke inhoud op het in lid 1 genoemde tijdstip en met inachtneming van het overige in dit artikel bepaalde, mits deze vergroting niet reeds eerder krachtens deze overgangsbepaling heeft plaatsgevonden.
overgangsbepaling voor het gebruik Een gebruik van de onbebouwde grond en/of de opstallen, dat op het tijdstip van het van kracht worden van het plan bestond en dat afwijkt van de bestemming en/of de voorschriften mag worden voortgezet en/of gewijzigd, mits het gewijzigde gebruik naar de aard in mindere mate gaat afwijken van het plan. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
procedurevoorschriften Op de voorbereiding van een besluit op grond van een in het plan aan burgemeester en wethouders toegekende wijzigingsbevoegdheid is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing. Op de voorbereiding van een besluit op grond van een in het plan aan burgemeester en wethouders toegekende vrijstellingsbevoegdheid is de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure van toepassing.
19 s•a•b• | bestemmin gsp lan molenve ld en d e ooi |
artikel 29
artikel 33
Overtreding van het bepaalde in: − artikel 14 lid 3 onder 1; − artikel 15 lid 3 onder 1; − artikel 24 lid 4 onder 1; − artikel 25 lid 4 onder 1; − artikel 27 lid 1; wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a onder 20 van de Wet op de economische delicten.
20 s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l an m o l e n v e l d e n d e o o i |
strafbare feiten
artikel 34
titel Het plan kan worden aangehaald als bestemmingsplan "Molenveld en De Ooi” van de gemeente Doesburg.
B I J L A GE 1
categorie 1: “aan de detailhandelsfunctie verwante lichte horeca” • automatiek; • broodjeszaak; • cafetaria; • croissanterie; • koffiebar; • lunchroom; • ijssalon; • snackbar; • tearoom; • traiteur. categorie 2: “overige lichte horeca” • bistro; • restaurant; • hotel/pension. categorie 3: “middelzware horeca” • bar; • bierhuis; • biljartcentrum; • café; • proeflokaal; • dansschool; • zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen. categorie 4: “zware horeca” • dancing; • discotheek; • nachtclub; • partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek/dansevenementen.
1 s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l a n m o l e n ve l d e n d e o o i | o n t w e r p |
staat van horeca-activiteiten
B I J L A GE 2
s • a • b • | be s t e m m i n g s p l an g l in d e - h o o il a n d | e e rs t e c on c e p t |
2
staat van bedrijfsactiviteiten (categorie 1 en 2) sbi
omschrijving
cat.
1593 t/m 1595
vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: - v.c. < 2500 kg meel/week vervaardiging van wijn, cider en andere niet gedistilleerde, gegiste dranken
2 2
18 182
vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont vervaardiging van kleding en –toebehoren (excl. van leer)
2
20 205
houtindustrie en vervaardiging artikelen van hout, riet, kurk e.d. kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
2
22 221 2222.6 2223 2223 2224 2225 223
uitgeverijen, drukkerijen en reproductie van opgenomen media uitgeverijen (kantoren) kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen grafische afwerking binderijen grafische reproductie en zetten overige grafische activiteiten reproductiebedrijven opgenomen media
1 2 1 2 2 2 1
24 2442
vervaardiging van chemische producten farmaceutische productenfabrieken: - verbandmiddelenfabrieken
2
15 1581
33 33
vervaardiging van medische en optische apparaten en instrumenten fabrieken voor medische apparaten en instrumenten, orthopedische artikelen, optische instrumenten en uurwerken
36 362 363
vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. fabricage van munten, sieraden e.d. muziekinstrumentenfabrieken
50 501, 502, 504 5020.4 5020.5 503, 504 505
handel/reparatie van auto's, motorfietsen; benzineservicestations handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven autobeklederijen autowasserijen handel in auto- en motorfietsonderdelen en –accessoires benzineservicestations: - zonder lpg
2
2 2
2 1 2 2 2
51 511 5121 5122 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7
omschrijving
cat.
5156 5162 517
groothandel en handelsbemiddeling handelsbemiddeling (kantoren) grth in akkerbouwproducten en veevoeders grth in bloemen en planten grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen grth in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren, spijsoliën en -vetten grth in dranken grth in tabaksproducten grth in suiker, chocolade en suikerwerk grth in koffie, thee, cacao en specerijen grth in overige voedings- en genotmiddelen grth in overige consumentenartikelen grth in vuurwerk - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag tot 50 ton - consumentenvuurwerk, onverpakt, opslag tot 2 ton grth in overige intermediaire goederen grth in machines en apparaten overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
52 52 5211, 5212, 5246,5249 5222, 5223 5224 5231, 5232 5249 527
detailhandel en reparatie t.b.v. particulieren detailhandel voor zover n.e.g. supermarkten, warenhuizen, hypermarkten, bouwmarkten en tuincentra detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel apotheken en drogisterijen detailhandel in vuurwerk reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
1 2 2 2 1 1 1
60 6022
vervoer over land taxibedrijven, taxistandplaatsen
2
61, 62 61, 62
vervoer over water/door de lucht vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
1
63 6321 6322, 6323 633 634
dienstverlening t.b.v. het vervoer autoparkeerterreinen, parkeergarages overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) reisorganisaties expediteurs, cargadoors (kantoren)
2 1 1 1
64 641 642 642
post en telecommunicatie post- en koeriersdiensten telecommunicatiebedrijven tv- en radiozendstations
2 1 2
65, 66, 67 65, 66, 67
financiële instellingen en verzekeringswezen banken, verzekeringsbedrijven, beurzen
2
1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l a n m o l e n ve l d e n d e o o i | o n t w e r p |
sbi
sbi
omschrijving
cat.
70 70
verhuur van en handel in onroerend goed verhuur van en handel in onroerend goed
1
71 711 714
verhuur van transportmiddelen, machines, andere roerende goederen personenautoverhuurbedrijven verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
2 2
72 72
computerservice- en informatietechnologie computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d.
1
73 731 732
speur- en ontwikkelingswerk natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
2 1
74 74 7481.3 7484.4
overige zakelijke dienstverlening overige zakelijke dienstverlening: kantoren foto- en filmontwikkelcentrales veilingen voor huisraad, kunst e.d.
1 2 1
75 75
openbaar bestuur, overheidsdiensten, verplichte sociale verzekeringen openbaar bestuur (kantoren e.d.)
2
85 8511 8512, 8513 8514, 8515 853
gezondheids- en welzijnszorg ziekenhuizen artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven consultatiebureaus verpleeghuizen
2 1 1 2
91 9111 9131
diverse organisaties bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) kerkgebouwen e.d.
2 2
92 921, 922 9213 9232 9234 9234.1 9251, 9252 9261.2 9261.2 9261.2 9262
cultuur, sport en recreatie studio's (film, tv, radio, geluid) bioscopen theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhallen muziek- en balletscholen dansscholen bibliotheken, musea, ateliers, e.d. bowlingcentra golfbanen kunstskibanen schietinrichtingen: - binnenbanen: boogbanen - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen sportscholen, gymnastiekzalen casino's
s • a • b • | be s t e m m i n g s p l an g l in d e - h o o il a n d | e e rs t e c on c e p t |
4
9262 9271
2 2 2 2 2 1 2 1 2 1 2 2 2
omschrijving
cat.
9272.1
amusementshallen
2
93 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9303
9304 9305
overige dienstverlening chemische wasserijen en ververijen wasverzendinrichtingen wasserettes, wassalons kappersbedrijven en schoonheidsinstituten begrafenisondernemingen: - uitvaartcentra - begraafplaatsen badhuizen en saunabaden persoonlijke dienstverlening n.e.g.
e.d. n.e.g.
De gebruikte afkortingen zijn: en dergelijke niet elders genoemd
5 2 2 1 1 1 1 2 1
s • a • b • | b e s t e m m i n g s p l a n m o l e n ve l d e n d e o o i | o n t w e r p |
sbi
SAMENVATTING EN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN OP HET ONTWERPBESTEMMINGSPLAN MOLENVELD EN DE OOI indiener zienswijze
N.J.A. van den Hemel, mede namens 64 andere insprekers p/a Esdoornlaan 3 6982 BC Doesburg
samenvatting
1a.
In het ontwerpbestemmingsplan wordt vermeld dat er reeds een bestemmingsplan voor het realiseren van een appartementencomplex op het voormalige Texaco-terrein op de hoek van de Esdoornlaan en de Looiersweg bestaat. Dit is onjuiste en misleidende informatie.
beantwoording
1a.
wijziging bestemmingsplan
De constatering, dat ten onrechte in het ontwerpbestemmingsplan wordt vermeld dat er reeds een bestemmingsplan voor deze locatie bestaat, is juist. Van misleiding is echter geen sprake. Voor het bouwplan op de hoek Looiersweg/Esdoornlaan wordt een aparte planologische procedure gevolgd. Mede om die reden wordt de locatie van het voormalige Texacoterrein buiten de plangrenzen van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” gelaten. Reden hiervoor is dat, naar aanleiding van de zienswijzen op de bestemmingsplan- en vrijstellingsprocedure, de planvorming nog in ontwikkeling is. Dit om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de ingediende zienswijzen van omwonenden. Anderzijds mag de (separaat gevoerde) vrijstellingsprocedure niet leiden tot een verdere vertraging van het (overwegend) consoliderende bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi”.
1a.
Toelichting: de tekst op pagina 10, 13, 19, 21, 24 en 25 ten aanzien van de hoek Esdoornlaan / Looiersweg wordt aangepast waarmee deze locatie uit het bestemmingsplan wordt beschreven. Voorschriften: de bestemming “wonen, uit te werken vervalt”. Dit heeft ook consequenties voor het hoofdstuk “wijze van bestemmen”. Plankaart: de bestemming “wonen, uit te werken” vervalt. Het voormalige Texacoterrein wordt buiten de begrenzing van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” gelaten.
1b.
De gemeente vermeldt in verschillende rapporten dat op het voormalige Texaco-terrein woningen zijn gepland, maar noemt daarbij telkens een ander aantal woningen. De getallen genoemd in het ontwerpbestemmingsplan wijken af van het geldende getal 12 uit het ISV rapport.
1b.
Het aantal van 12 uit het ISV-programma was destijds een inschatting van het benodigde aantal. De vraag naar woningen in het algemeen is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Een belangrijke doelgroep in het kwalitatieve woonbeleid zijn starters en senioren. De laatste groep wordt in Doesburg onder andere vertegenwoordigd door de vereniging Groepswonen Doesburg. In overleg tussen de gemeente, Woonservice IJsselland en de hiervoor genoemde vereniging is gekozen voor het voormalige Texaco-terrein.
1b.
Zie wijzigingen onder 1a.
1c.
Het in de toelichting gestelde, dat het appartementencomplex moet passen in het straatbeeld wordt in de voorschriften volledig tegenovergesteld ingevuld. Zo meldt de toelichting op bladzijde 10 dat de woningen voor wat betreft hoogte, verschijningsvorm en kapvorm moeten passen in het straatbeeld. Een appartementencomplex met 6 bouwlagen en een maximale hoogte van 16 m past niet in het straatbeeld. Hierbij wordt aangesloten op de visie van de Provincie Gelderland. De optredende horizonvervuiling door oprichting van een appartementencomplex op het voormalige Texaco-terrein is onaanvaardbaar.
1c.
Voor het bouwplan op de hoek Looiersweg/Esdoornlaan wordt een aparte planologische procedure gevolgd. Mede om die reden wordt de locatie van het voormalige Texacoterrein buiten de plangrenzen van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” gelaten. Reden hiervoor is dat, naar aanleiding van de zienswijzen op de bestemmingsplan- en vrijstellingsprocedure, de planvorming nog in ontwikkeling is. Dit om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de ingediende zienswijzen van omwonenden. Anderzijds mag de (separaat gevoerde) vrijstellingsprocedure niet leiden tot een verdere vertraging van het (overwegend) consoliderende bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi”.
1c.
Zie wijzigingen onder 1a.
1d.
Een appartementencomplex met 6 bouwlagen haalt de natuurbeleving bij de Lage Linie en de dode arm van de Oude IJssel volledig onderuit.
1d.
Zie beantwoording bij 1a/1c.
1d.
Zie wijzigingen onder 1a.
1e.
De welstandsnota Doesburg 2003 stelt in de overzichts- en toetsingskaarten, dat het voormalige Texaco-terrein behoort tot “natuurgebied en uiterwaarden”. Beide kavels behoren hier tot de ecologische hoofdstructuur. Op een dergelijke kavel
1e.
Zie beantwoording bij 1a/1c.
1e.
Zie wijzigingen onder 1a.
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 1 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
kan geen appartementencomplex worden opgericht. Tevens stelt de welstandsnota voor dit gebied dat nieuwe bouwplannen moeten passen in de omgeving. Ook past het appartementencomplex niet binnen de op de structuurplankaart aangegeven aanduiding “ecologische structuur”. 1f.
In het rapport “Ontwikkelingsprogramma Doesburg is de locatie op het voormalig Texaco-terrein aangewezen voor 12 woningen.Voor 12 woningen op deze locatie is geen hoogbouw noodzakelijk, terwijl een invulling met hoogbouw onevenredige hinder en beperkingen oplevert voor nabijgelegen bestemmingen.
1g.
De op korte termijn vrijkomende huidige locatie van Woonservice IJsselland is uitermate geschikt voor het realiseren van een woonvoorziening voor de vereniging Groepswonen Doesburg. Hier is sprake van een ideale locatie voor senioren.
1h.
Ondanks het feit dat het bij de gemeente tot in detail bekend is wat er gebouwd gaat worden op het voormalige Texaco- terrein, is in het ontwerpbestemmingsplan een uit te werken woonbestemming opgenomen. De gemeente is voornemens een artikel 19 WRO-procedure te volgen voor het oprichten van het appartementengebouw en deze procedure af te ronden vóór het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” definitief is vastgesteld. Insprekers achten het ontoelaatbaar dat de gemeente de artikel 19-procedure bewandelt teneinde de bouw van het appartementencomplex sneller te kunnen realiseren.
1f.
Zie beantwoording bij 1a/1c.
1f.
Zie wijzigingen onder 1a.
1g.
Gezien de directe beschikbaarheid van het Texaco-terrein en de urgente vraag vanuit de Vereniging Groepswonen Doesburg komt naar onze mening de locatie op de hoek Esdoornlaan-Looiersweg op dit moment het meest in aanmerking voor realisatie van deze woonvoorziening.
1g.
-
1h.
Het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi is in beginsel consoliderend van aard. Voor de ontwikkelingen in het plangebied wordt bij voorkeur een aparte procedure, buiten het bestemmingsplan om gevolgd, zodat deze procedure het proces van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” niet vertraagt. Een dergelijke gang van zaken is juridisch mogelijk en zelfs gebruikelijk.
1h.
Zie wijzigingen onder 1a.
1i.
Zie wijzigingen onder 1a.
Bij een artikel 19 WRO-procedure kunnen ook zienswijzen worden ingediend en vindt eveneens een zorgvuldige afweging plaats (o.a. ruimtelijke onderbouwing). In deze ruimtelijke onderbouwing zal aandacht worden besteed aan onder andere de financiële haalbaarheid van het project. Voor het overige wordt verwezen naar de beantwoording bij 1a/1c.
1i.
De bestemmingsgrenzen van het bestemmingsvlak van de bestemming “nader uit te werken” op het voormalige Texaco-terrein zijn op de plankaart niet eenduidig aangegeven. Bovendien ontbreken de gegevens voor het bestemmingsvlak (zoals maximale (goot)hoogte, aantal woningen). Dit maakt het onmogelijk een volledig oordeel te vormen met betrekking tot de voornemens van de gemeente Doesburg.
1i.
Zie beantwoording bij 1a/1c.
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 2 van 16
indiener zienswijze
Creatieve werkplaats Doesburg Verhuellweg 3 6984 AA Doesburg
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
1j.
Insprekers maken bezwaar tegen artikel 7 lid 4 van de voorschriften, waarin is vermeld, dat burgemeester en wethouders vrijstelling kunnen verlenen van het in artikel 7 lid 3 vereiste, dat niet mag worden gebouwd alvorens een uitwerkingsplan van kracht is geworden.
1j.
Zie beantwoording bij 1a/1c. Deze bepaling vervalt.
1j.
Zie wijzigingen onder 1a.
2a.
Het gebouw De Bongerd moet behouden blijven. Dit gebouw is een veel betere locatie om de aspecten uit het Kleine Stedenbeleid (zoals ontmoetingsruimten, jongerenparticipatie, activiteiten voor doelgroepen etc.) te realiseren gezien de centrale ligging, de multifunctionele ruimte, zowel binnen als buiten het gebouw. De Bongerd is architectonisch gezien een monument, ontworpen door de Doesburgse architect Vervoort en tot stand gekomen tegelijk met een groot deel van de wijk.
2a.
Op dit moment is het onzeker of de huidige bebouwing al dan niet gehandhaafd kan blijven. Met name de verdiepingsvloeren van het gebouw vertonen gebreken en mogen hierdoor niet te zwaar belast worden. Een technisch/bouwkundig onderzoek moet uitwijzen of behoud van het pand zinvol is. Bij dit onderzoek wordt in ieder geval antwoord gegeven op de vraag wat voor voorzieningen en/of maatregelen er minimaal moeten worden getroffen voor (tijdelijke) huisvesting van maatschappelijke en culturele instellingen en het voortgezet gebruik als peuterspeelzaal én welke investeringen hiermee gemoeid zijn. Uitgangspunt is in ieder geval dat het gebouw in zijn geheel voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit.
2a.
-
2b.
De locatie aan de Armgardstraat moet geen woonbestemming krijgen, maar zijn maatschappelijke functie behouden.
2b.
Naar aanleiding van de zienswijze wordt de wijzigingsbevoegdheid om ter plaatse van De Bongerd de bestemming “maatschappelijke doeleinden” en “groen” te wijzigen in de bestemmingen “wonen, “groen” en “verkeer” geschrapt.
2b.
Toelichting: de tekst op pagina 12 onderaan ten aanzien van De Bongerd wordt geschrapt. Voorschriften: artikel 26 wordt geschrapt. Dit heeft ook consequenties voor het hoofdstuk “wijze van bestemmen”.
Plankaart: het wijzigingsgebied rondom de school De Bongerd vervalt. 2c.
De Bongerd moet worden bestemd tot een multifunctioneel kunst- en cultuurcentrum waarin zo veel mogelijk mensen, groepen, scholen en instellingen samenkomen, actief zijn en een plek vinden.
2c.
Met de huidige bestemming (maatschappelijk) is een invulling als multifunctioneel kunst- en cultuurcentrum mogelijk.
2c.
-
De Bongerd heeft op die manier een meerwaarde voor de wijken Molenveld en De Ooi (woensdagmiddagactiviteiten voor kinderen, vergaderingen wijkraad, cursussen), voor de inwoners van Doesburg (organisaties voor kunst en cultuur, zangkoren, kookclubs, tentoonstellingen, filmhuis etc.) en voor de stad Doesburg (Doesburg Cultuurstad krijgt een gezicht, activiteiten worden gebundeld).
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 3 van 16
indiener zienswijze Stichting Bij i.o.
samenvatting 3a.
Marjolein Zwiers Emmastraat 16 6981 EZ Doesburg Ellen de Jong Van Brakellaan 29 6981 JK Doesburg
Stichting Wijkraad Noordelijk Molenveld
4a.
Edy Riewald Van Brakellaan 46 6981 JM Doesburg
beantwoording
Verzocht wordt om de bestemming “maatschappelijk” voor De Bongerd voorlopig te handhaven en in een later stadium wellicht te combineren met de bestemming “wonen”. Stichting Bij is voornemens een gebruikersovereenkomst voor een periode van 2 à 3 jaar in de dienen bij de gemeente om het pand te kunnen exploiteren aan diverse organisaties op maatschappelijk gebied. Na deze periode hoopt de Stichting de tijdelijke huurders ondergebracht te hebben op andere locaties, zoals bijvoorbeeld De Linie.
3a.
Het bestuur van de wijkraad wil een definitieve bestemming op de school “De Bongerd”, zonder een wijzigingsbevoegdheid en waarbij er geen sprake is van woningbouw op dit terrein.
4a.
Voor De Bongerd blijft de bestemming “maatschappelijk” inderdaad gehandhaafd. Wel wordt de wijzigingsbevoegdheid om ter plaatse van De Bongerd de bestemming “maatschappelijke doeleinden” en “groen” te wijzigen in de bestemmingen “wonen, “groen” en “verkeer” geschrapt.
wijziging bestemmingsplan 3a.
Toelichting: de tekst op pagina 12 onderaan ten aanzien van De Bongerd wordt geschrapt. Voorschriften: artikel 26 wordt geschrapt. Dit heeft ook consequenties voor het hoofdstuk “wijze van bestemmen”. Plankaart: het wijzigingsgebied rondom de school De Bongerd vervalt.
Aan deze zienswijze wordt tegemoet gekomen door de wijzigingsbevoegdheid om ter plaatse van De Bongerd de bestemming “maatschappelijke doeleinden” en “groen” te wijzigen in de bestemmingen “wonen, “groen” en “verkeer” te schrappen.
4a.
Toelichting: de tekst op pagina 12 onderaan ten aanzien van De Bongerd wordt geschrapt. Voorschriften: artikel 26 wordt geschrapt. Dit heeft ook consequenties voor het hoofdstuk “wijze van bestemmen”. Plankaart: het wijzigingsgebied rondom de school De Bongerd vervalt.
4b.
De wijkraad betreurt het feit dat zij niet is betrokken bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan.
4b.
Het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi is opgesteld volgens de in de WRO en Awb geregelde procedure en de wijkraad heeft hierin (kunnen) participeren. Door middel van brieven is de wijkraad steeds op de hoogte gehouden van de stand van zaken en verdere procedure rondom het onderhavige bestemmingsplan.
4b.
-
5a.
-
Bij een ontwikkeling zoals die op de Kraakselaan 113-115 zijn omwonenden, waaronder de wijkraad, overigens nadrukkelijk betrokken.
Stichting Wijkraad Noordelijk Molenveld Edy Riewald Van Brakellaan 46 6981 JM Doesburg
5a.
Het bezwaar van de Stichting is gericht tegen het voornemen om de speelruimte achter de Kraakselaan 113-115 te bebouwen.
5a.
Bij de voorbereiding van de plannen voor de locatie Kraakselaan 113-115 zijn omwonenden, waaronder de wijkraad, voldoende betrokken. Bij de ontwikkeling van het terrein is ervoor gekozen om het gebouw loodrecht op de Kraakselaan te zetten in plaats van in de lengte van deze straat. Dit om voldoende afstand te bewaren tot de belendende percelen. Deze keuze heeft tot gevolg dat de speelruimte/groene ruimte van het binnenterrein kleiner is dan wanneer de bebouwing evenwijdig aan de Kraakselaan gerealiseerd zou worden. Tevens is er nadrukkelijk voor gekozen een koppeling te leggen tussen het bouwplan en een opknapbeurt voor de openbare ruimte,
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 4 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
waaronder het trapveldje. Weliswaar wordt de speelruimte enigszins verkleind (van ± 2.100 naar 1.700 m2): door de ontwikkeling van het terrein komen middelen vrij om het terrein op te knappen en het terrein kwalitatief een beter aanzien te geven. De gebruiksruimte zal dus in kwalitatief opzicht verbeteren. Wij zijn van mening dat de wijze waarop het bouwplan nu gesitueerd een verbetering is ten opzichte van hetgeen het geldende bestemmingsplan mogelijk maakt. Voor het bouwplan Kraakselaan 113-115 is door het college vrijstelling verleend op 15 juni 2004. Ter uitvoering van dit vrijstellingsbesluit zijn op de plankaart ter plaatse van deze locatie de bestemmingen “centrum” en “groen” opgenomen. De grond met de bestemming “centrum” zijn hier bestemd voor (boven)woningen uitsluitend op de verdiepingen (maximaal 13 nieuwe woningen), zakelijke en maatschappelijke dienstverlening, verblijfsgebied, ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven, voorzieningen van openbaar nut en detailhandel en bedrijven als vermeld in milieucategorie 1 van de staat van bedrijfsactiviteiten, uitsluitend op de begane grond. De grond met de bestemming “groen” is bestemd voor plantsoenen, groenstroken, (fiets-)paden, uitritten, bermen met beplanting, waterpartijen en speelvoorzieningen. Door de initiatiefnemers is overigens nog geen bouwvergunning aangevraagd. Realisatie van het bouwplan laat nog op zich wachten. 5b.
5c.
Tevens wordt bezwaar gemaakt tegen de wijzigingsbevoegdheid voor het terrein van De Bongerd aan de Armgardstraat. Door het realiseren van woningen op deze locatie wordt volledig voorbijgegaan aan het sociale aspect. Verzocht wordt om een definitieve bestemming op de school De Bongerd zonder een wijzigingsbevoegdheid. Dit impliceert een nadere studie in gezamenlijk overleg over dit gebied waar een ieder zich in vinden kan. De wijkraad betreurt het feit dat zij niet is betrokken bij de ontwikkelingen.
5b.
Het is onacceptabel dat met de bebouwing van het terrein achter de Kraakselaan 113-115 en het gebruik van het terrein van De Bongerd voor woningbouw alle speelruimtes voor kinderen in de wijk verdwijnen. Op deze manier wordt niet zorgvuldig omgegaan met open ruimten.
5c.
Aan deze zienswijze wordt tegemoet gekomen door de wijzigingsbevoegdheid om ter plaatse van De Bongerd de bestemming “maatschappelijke doeleinden” en “groen” te wijzigen in de bestemmingen “wonen, “groen” en “verkeer” te schrappen.
5b.
Toelichting: de tekst op pagina 12 onderaan ten aanzien van De Bongerd wordt geschrapt. Voorschriften: artikel 26 wordt geschrapt. Dit heeft ook consequenties voor het hoofdstuk “wijze van bestemmen”. Plankaart: het wijzigingsgebied rondom de school De Bongerd vervalt.
Door de ontwikkeling van het terrein Kraakselaan 113-115 verdwijnt de speelruimte hier niet, deze wordt alleen kleiner, maar kwalitatief beter.
5c.
-
Uit het bestemmingsplan ‘Molenveld en De Ooi’ blijkt geenszins dat het volledige terrein in de toekomst benut zal worden voor
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 5 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
Gepleit wordt om de kinderen in de wijk meer speelruimte te geven.
Vogelwerkgroep Stad en Ambt Doesborgh
wijziging bestemmingsplan
woningbouw. Het terrein van De Bongerd is in dit bestemmingsplan voorzien van de bestemming “Maatschappelijke voorzieningen” en “Groen”. De huidige bestemming van het speelterrein bij De Bongerd blijft dus gehandhaafd. De in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheid is uit het plan geschrapt.
5d.
De wijkraad heeft een ander idee voor de invulling van De Bongerd. De activiteiten van De Creatieve Werkplaats sluiten uitstekend aan bij de wens van de wijkraad om een multifunctionele ruimte in de wijk te realiseren.
5d.
Zie beantwoording bij 2c.
5d.
-
5e.
Insprekers begrijpen niet dat het kinderdagverblijf en de naschoolse opvang moesten verdwijnen uit de school De Bongerd en verplaatst zijn naar IJsselzicht. De oorspronkelijke recreatieruimte van IJsselzicht is ten koste gegaan van bovengenoemde faciliteiten. Te zijner tijd zal er echter een nieuwe recreatieruimte achter het complex worden gebouwd. Verzocht wordt om deze ontwikkeling terug te draaien. Dit scheelt extra bebouwing aan IJsselzicht en geeft meer parkeerruimte voor dit complex. Dit mede gezien in het licht van de nieuwbouw van de 24 verpleegunits aan de Hessengracht.
5e.
Op verzoek van de Stichting Attent heeft de gemeente meegewerkt aan een wijziging van de bestemming voor de vestiging van een kinderdagverblijf in IJsselzicht. De vrijstellingsen bouwvergunningsprocedure is afgerond.
5e.
-
6a.
De bestemming “natuur” moet overeen komen met het antwoord van de Provincie Gelderland op de mening van de gemeente Doesburg over de Ecologische Verbindingszone in het streekplan.
6a.
De begrenzing, zoals door de provincie aangegeven in het kader van de Wav, is globaler dan de uitwerking die hier door de gemeente aan is gegeven. Bovendien is de begrenzing niet consequent en logisch aangegeven, aangezien de Lage Linie gedeeltelijk wel, en gedeeltelijk niet bij de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is ingedeeld. Bovendien loopt de begrenzing zoals door de provincie aangegeven op sommige plaatsen dwars door tuinen of maken wegen en woningen geheel deel uit van de EHS.
6a.
-
In het kader van de procedure voor het nieuwe streekplan Gelderland 2005 heeft de provincie, naar aanleiding van de vraag van de gemeente Doesburg met welke grenzen t.a.v. de EHS nu rekening moet worden gehouden, aangegeven dat de EHS zoveel mogelijk volgens logische grenzen is aangegeven. Bij een strikte hantering van de begrenzing van de provincie vallen echter belangrijke delen buiten de begrenzing van de bestemming “natuur met cultuurhistorische waarden”, hetgeen ook niet de bedoeling kan zijn. Anderzijds kan niet zomaar de bestemming “natuur” of “natuur met cultuurhistorische waarden” op
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 6 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
andermans (woon-)perceel worden gelegd. Het verdient dus de voorkeur om logische grenzen te hanteren. Op 29 maart 2001 heeft de gemeenteraad van Doesburg ingestemd met de begrenzing van het zoekgebied voor de Ecologische Verbindingszone Oude IJssel. Daarbij is tevens besloten deze zone planologisch veilig te stellen, met inachtneming van het uitgangspunt, dat de Lage Linie een meer cultuurhistorische betekenis krijgt. Op de in 2001 vastgestelde begrenzing van het zoekgebied is het voormalige Texaco-terrein buiten het zoekgebied gelaten. De begrenzing van de EVZ, zoals deze door de provincie wordt gehanteerd, is daarom enigszins aangepast om logische grenzen aan te kunnen houden. Dit is onder meer gedaan bij de Esdoornlaan, waar de EVZ door de tuinen van de woningen liep. Hier is de oever aangehouden als begrenzing. Overigens is er een convenant afgesloten tussen het Waterschap Rijn en IJssel, de Oude IJsselgemeenten, de provincie Gelderland en diverse bij de Oude IJssel betrokken belangenorganisaties. In het convenant is vastgelegd dat de betrokken partijen zich samen zullen inspannen voor de inrichting van de ecologische verbindingszone Oude IJssel. Tevens is opgenomen dat de realisatie van de ecologische verbindingszone op vrijwillige basis plaatsvindt. Daarnaast wordt gesteld dat de Oude IJssel, naast haar ecologische functie, diverse andere functies vervult, die andere eisen en randvoorwaarden stellen aan de inrichting, het gebruik en het beheer, welke niet in alle gevallen verenigbaar zijn. 6b.
Nogmaals wordt voorgesteld om het plangebied uit te breiden met de oostelijke hoek die ligt tussen de N317 en de oude loop van de Oude IJssel (omgeving van het huidige zwembad). Een bestemming ‘natuur’ zou hier naadloos aansluiten bij het ernaast liggende moerasgebied “Vierkante Gat”.
6b.
Het beschreven gebied zal van een passende bestemming worden voorzien in het op te stellen bestemmingsplan voor het landelijk gebied. Het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” omvat uitsluitend de gelijknamige woonwijken, waarbij de begrenzing is aangepast ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan uit 2002. De gemeente is van oordeel dat met de gekozen begrenzing een duidelijke eenheid in de plangebieden kan worden aangebracht, te weten de historische binnenstad en zijn omgeving, de woonwijken (Molenveld en De Ooi en Beinum), de bedrijventerreinen (Verhuellweg en Beinum) en het landelijk gebied.
6b.
-
6c.
Verzocht wordt het plangebied uit te breiden met het deel van de Lage Linie en de aanliggende moeras/natuurgebieden tussen de Looiersweg en de Barend Ubbinkweg. Het groene gebied bij de Koppelweg sluit naadloos aan bij de Lage Linie,
6c.
Voor het ontwikkelingsgebied Koppelweg e.o. wordt in eerste instantie een aparte planologische procedure gevoerd.
6c.
-
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 7 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
waarmee een natuurbestemming voor de hand ligt. 6d.
De Lage Linie is een onlosmakelijk onderdeel van de ecodelta en moet bestemd worden als “natuur”. Het beheer van de Lage Linie wordt door Staatsbosbeheer verzorgd en de bestemming “natuur” staat dit geenszins in de weg.
6d.
In de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi is reeds aangegeven dat is besloten om het beleid ten aanzien van de Lage Linie aan te laten sluiten bij het beleid dat is geformuleerd in het beeldkwaliteitplan Doesburg Oude Stad deel 2: de vestinggordel en het Groenstructuurplan. Hierbij wordt ernaar gestreefd om het beheer van de natuurwaarden aan te wenden voor het versterken van de cultuurhistorische waarden van de Lage Linie. Door de beheerder is besloten om de overwoekerende begroeiing zoveel mogelijk te verwijderen, zodat de gladde aarden wallen weer goed zichtbaar worden. De gemeente onderschrijft deze maatregelen. Het betreft hier echter een beheersaspect waarvoor de verantwoordelijkheid bij de beheerder, Staatsbosbeheer, ligt. Overigens heeft Staatsbosbeheer aangegeven de natuurdoelen ten aanzien van de Lage Linie niet te halen.
6d.
-
De bestemmingsregeling voor dit gebied is echter dusdanig dat de werkzaamheden die vanuit beheersoverwegingen worden uitgevoerd, mogelijk zijn. Bovendien wordt hiermee het raadsbesluit van 29 maart 2001 gevolgd dat de Lage Linie een meer cultuurhistorische betekenis dient te krijgen. De Lage Linie moet hoofdzakelijk worden gezien als een stedelijk uitloopgebied, binnen zekere grenzen, met een cultuurhistorische-, recreatieve en groene functie, maar bevat ook zeker natuurwaarden. Dienovereenkomstig is de bestemming “groen met cultuurhistorische waarden” ons inziens op zijn plaats. Deze bestemming staat het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden overigens niet in de weg. Overigens is er in het bestemmingsplan een onderscheid gemaakt tussen de Lage Linie en de daarvoor liggende laaggelegen delen (moeras), welke voorzien zijn van een natuurbestemming. 6e.
Her en der zou de cultuurhistorische bestemming ervoor moeten zorgen dat de gebieden van Staatsbosbeheer vrij van begroeiing gemaakt kunnen worden, met uitzondering van het Vogeleiland. Dit in verband met het “vrije schootsveld” dat vanuit cultuurhistorisch perspectief van belang geacht wordt. Uitzondering hierop vormt het zogenaamde “Vogeleiland”.
6e.
Verwezen wordt naar voorgaande antwoord. Over het zogenaamde “Vogeleiland” wordt opgemerkt, dat het beheer hiervan een zaak is van de eigenaar. Wel achten wij het logischer om het Vogeleiland te bestemmen als “natuur met cultuurhistorische waarden” in plaats van “groen met cultuurhistorische waarden”.
6e.
Op de plankaart wordt het Vogeleiland bestemd tot “natuur met cultuurhistorische waarden” in plaats van “groen met cultuurhistorische waarden”.
6f.
Verzocht wordt om de gehele oever van de oude loop van de Oude IJssel aan de Esdoornlaan de bestemming “natuur” te geven in plaats van de bestemming “groen” en te zijner tijd ook als zodanig in te richten.
6f.
Het Waterschap Rijn en IJssel heeft in een advies inzake het voormalige Texaco-terrein aangegeven dat de dode arm van de Oude IJssel en haar oevers zijn aangewezen als natte ecologische verbindingszone. Doelstelling voor dit gebied is de ontwikkeling en bescherming van een rijke, gevarieerde en natuurlijk
6f.
-
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 8 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
karakteristieke aquatische natuur. Het waterschap stelt dat dit voor de oever van de dode arm van de Oude IJssel minimaal betekent: handhaving van de huidige oever. De bestemming “groen” staat handhaving hiervan niet in de weg. 6g.
Het ontwerpbestemmingsplan bevat geen onderbouwing van de oprichting van een appartementencomplex op de hoek Esdoornlaan/Looiersweg. De bestemming “wonen, uit te werken” is te vrijblijvend. Een bestemming “natuur” zou, ook conform de structuurvisie, passender zijn.
6g.
Voor het bouwplan op de hoek Looiersweg/Esdoornlaan wordt een aparte planologische procedure gevolgd. Mede om die reden wordt de locatie van het voormalige Texacoterrein buiten de plangrenzen van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” gelaten. Reden hiervoor is dat, naar aanleiding van de zienswijzen op de bestemmingsplan- en vrijstellingsprocedure, de planvorming nog in ontwikkeling is. Dit om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de ingediende zienswijzen van omwonenden. Anderzijds mag de (separaat gevoerde) vrijstellingsprocedure niet leiden tot een verdere vertraging van het (overwegend) consoliderende bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi”.
6g.
Toelichting: de tekst op pagina 10, 13, 19, 21, 24 en 25 ten aanzien van de hoek Esdoornlaan / Looiersweg wordt aangepast waarmee deze locatie uit het bestemmingsplan wordt beschreven. Voorschriften: de bestemming “wonen, uit te werken vervalt”. Dit heeft ook consequenties voor het hoofdstuk “wijze van bestemmen”. Plankaart: de bestemming “wonen, uit te werken” vervalt. Het voormalige Texacoterrein wordt buiten de begrenzing van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” gelaten
6h.
De bestaande sportvelden zijn als zodanig bestemd. Inspreker gaat ervan uit dat deze bestemming gehandhaafd blijft.
6h.
Deze zienswijze wordt voor kennisgeving aangenomen. Op dit moment zijn er geen concrete plannen voor de sportvelden, waardoor er geen aanleiding is deze terreinen anders te bestemmen dan de huidige functie.
6h.
-
7a.
Aangenomen wordt dat de gemeente haar verantwoordelijkheid ten aanzien van de natuur niet uit de weg gaat. Verzocht wordt dan ook de suggesties van de Vogelwerkgroep van Stad en Ambt Doesborgh in hun zienswijze van 3 november 2005 op hun waarde te schatten.
7a.
Deze zienswijze wordt voor kennisgeving aangenomen. Verwezen wordt naar de beantwoording van de zienswijze van de Vogelwerkgroep Stad en Ambt Doesborgh.
7a.
-
De heer E. Lam De Kilder 53 6983 HK Doesburg
8a.
Deze zienswijze komt inhoudelijk nagenoeg overeen met de zienswijze van de Vogelwerkgroep Stad en Ambt Doesborgh.
8a.
Verwezen wordt naar de beantwoording van de zienswijze van de Vogelwerkgroep Stad en Ambt Doesborgh.
8a.
-
Das Rechtsbijstand Postbus 5337 6802 EH Arnhem
9a.
De panden Oranjesingel 2-4 en de daarbij behorende panden Oranjesingel 6-8 en 10, welke nu nog één geheel vormen, zijn feitelijk wegbestemd omdat er in het plan is voorzien in een drietal vrijstaande panden. Onduidelijk is waarom de bestemming is aangepast. Daarvoor is geen grond aanwezig. Het gebruik van de Oranjesingel 4 als kantoor is in strijd met de nieuwe bestemming. Dit gebruik zal slechts op basis van het overgangsrecht kunnen worden voortgezet.
9a.
Het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat de panden Oranjesingel 2-4 en 6-8 worden voorzien van de bestemming “kantoor”. Dit aangezien geconstateerd is dat de bestemming “wonen” het huidige gebruik inderdaad niet geheel dekt. De activiteiten die er in de huidige situatie plaatsvinden zijn niet geheel te scharen onder een ‘aan huis gebonden beroep’, maar hebben een meer zakelijk karakter doordat onder andere gebruik wordt gemaakt van personeel van buiten. Omdat binnen de kantoorbestemming geen dienstwoningen toegestaan zijn, maar deze in de huidige situatie wel aanwezig zijn, wordt op de plankaart een aanduiding opgenomen, waarbij geldt dat per aanduiding één dienstwoning is toegestaan.
9a.
Op de plankaart worden de panden Oranjesingel 2-4 en 6-8 voorzien van de bestemming “kantoor”. Tevens wordt een aanduiding opgenomen, warbij geldt dat per aanduiding één dienstwoning is toegestaan. Ook de voorschriften en wijze van bestemmen wordt hierop aangepast.
Vogelwerkgroep IVN De Oude IJsselstreek G. ter Heijne Koepeloven 4 7011 VK Gaanderen
namens H.B.G. Hendriks, Pastoor Blaisseweg 1 en L.H.M. Hendriks, Oranjesingel 2
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 9 van 16
indiener zienswijze
samenvatting 9b.
Bezwaar wordt gemaakt tegen het maken van onderbrekingen in het thans bestaande gebouw om doorzichten op de Lage Linie te creëren. Het slopen van een gedeelte van de bebouwing leidt tot aanzienlijke schade aan de bestaande bebouwing. Bovendien zou er een aanzienlijk deel van het bestaande gebouw buiten gebruik moeten worden gesteld.
beantwoording 9b.
De opgenomen bouwvlakken, waarbij doorzichten naar de Lage Linie zijn gecreëerd, impliceren niet dat bestaande bebouwing gesloopt moet worden. Het geeft alleen aan dat wanneer binnen de planperiode sloop en nieuwbouw plaatsvindt, deze nieuwbouw binnen de geprojecteerde bouwvlakken gerealiseerd moet worden. Bij het bepalen van de oppervlakte van de bouwvlakken is de bestaande oppervlakte als uitgangspunt genomen.
wijziging bestemmingsplan 9b.
-
9c.
-
Aangezien het de komende 10 jaar (de planperiode van dit plan) niet voor de hand ligt dat sloop en nieuwbouw daadwerkelijk zal plaatsvinden, worden de in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen doorzichten nabij de percelen Oranjesingel 2-4 en 6-8 losgelaten. De percelen zullen weer samengevoegd worden in één bouwblok, zonder onderbrekingen, waarbij de bouwgrens strak om de bestaande bebouwing wordt gelegd. Wel wordt middels een wijzigingsbevoegdheid de mogelijkheid geboden de kantoorbestemming te wijzigen in een woonbestemming, waarbij als voorwaarde wordt opgenomen dat doorzichten op de Lage Linie mogelijk worden gemaakt.
Ten slotte kunnen er in de ruimte tussen en achter de gebouwen bomen en struiken worden geplant die, evenals het dijklichaam achter de gebouwen, het zicht op de Linie (blijven) ontnemen.
Ten aanzien van het beleid voor de Lage Linie wordt aangesloten bij het beleid dat is geformuleerd in het beeldkwaliteitplan Doesburg Oude Stad deel 2: de vestinggordel en het Groenstructuurplan. Hierbij wordt ernaar gestreefd om in het beheer de cultuurhistorische waarden van de Lage Linie te versterken. Door de beheerder is besloten om de overwoekerende begroeiing zoveel mogelijk te verwijderen, zodat de gladde aarden wallen weer goed zichtbaar worden. De gemeente onderschrijft deze maatregelen. Het betreft hier echter een beheersaspect waarvoor de verantwoordelijkheid bij de beheerder ligt. Door het opnemen van de voorwaarde bij de wijzigingsbevoegdheid inhoudende het creëren van doorzichten op de Lage Linie wordt het cultuurhistorisch belang gediend. Wel is het zo dat de gemeente particulieren niet via het bestemmingsplan kan verbieden om bomen te planten binnen de woonbestemming. 9c.
Met de voorgenomen beperking van het bouwoppervlak en de veel lagere bouwhoogte dan elders in de omgeving worden insprekers aanmerkelijk in hun belang geschaad.
9c.
Het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” is consoliderend van aard. Het doel is om de verouderde bestemmingsregelingen te actualiseren en een nieuwe regeling op te nemen die recht doet aan de bestaande situatie. Het conformeren aan de woningbouw in de rest van de straat zou betekenen dat het zicht op de Lage Linie wordt verminderd, daar waar nu sprake is van een geleidelijke overgang (qua bouwhoogte) naar de Lage Linie. Om bovenstaande reden wordt de maximaal toegestane hoogte niet aangepast. Wel wordt het bouwblok van de percelen
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 10 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
Oranjesingel 2-4 en 6-8 aangepast, waarbij deze percelen weer één bouwblok vormen. Het creëren van doorzichten op de Lage Linie zal uitsluitend mogelijk zijn na wijziging van dit bestemmingsplan.
De heer J.W.H.M. Koers, Oranjesingel 6-8 Postbus 32 6980 AA Doesburg
9d.
Met een hoger woongebouw met 4 tot 6 bouwlagen, waardoor een groter aantal woningen zou kunnen worden gebouwd, is er sprake van een hoger rendement van de grond dan in het nu voorgestelde plan.
9d.
Deze suggestie komt niet overeen met de doelstelling van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi”, te weten het bestemmen van de huidige, feitelijke situatie en eveneens niet met de doelstelling ten aanzien van de Lage Linie.
9d.
-
10a.
Het argument dat het ‘huidige gebruik van de percelen Oranjesingel 2-4 en 6-8, te weten een accountants- en advocatenkantoor met dienstwoningen, niet past binnen de bestemming “maatschappelijke doeleinden” gaat niet op. De panden worden conform de bestaande bestemming gebruikt. Er is geen noodzaak tot verandering.
10a.
Wij kunnen ons vinden in deze reactie. Het bestemmingsplan wordt zodanig aangepast dat de panden Oranjesingel 2-4 en 6-8 worden voorzien van de bestemming “kantoor”. Dit aangezien geconstateerd is dat de bestemming “wonen” het huidige gebruik inderdaad niet geheel dekt. De activiteiten die in de huidige situatie plaatsvinden zijn niet geheel te scharen onder een ‘aan huis gebonden beroep’, maar hebben een meer zakelijk karakter. Omdat binnen de kantoorbestemming geen dienstwoningen toegestaan zijn, maar deze in de huidige situatie wel aanwezig zijn, wordt op de plankaart een aanduiding opgenomen, waarbij geldt dat per aanduiding één dienstwoning is toegestaan. Dit betekent dat op het perceel Oranjesingel 2-4 één dienstwoning is toegestaan en op het perceel Oranjesingel 6-8 één dienstwoning is toegestaan.
10a.
Op de plankaart worden de panden Oranjesingel 2-4 en 6-8 voorzien van de bestemming “kantoor”. Tevens wordt een aanduiding opgenomen, warbij geldt dat per aanduiding één dienstwoning is toegestaan. Ook de voorschriften en wijze van bestemmen wordt hierop aangepast.
10b.
Doordat in het ontwerpbestemmingsplan is gekozen voor de bestemming “woondoeleinden” is de overweging dat het bestaande gebruik in strijd zou zijn met de bestemming “maatschappelijke doeleinden” niet meer relevant.
10b.
Zie beantwoording bij 10a.
10b.
-
10c.
Het ligt niet voor de hand het kantorencomplex c.q. dienstencentrum (met bijkomend ook een woonfunctie) in te perken tot slechts een woonbestemming. In Doesburg is er nauwelijks ruimte om kantoren te vestigen. Ook binnen de stadsgrenzen moet ruimte blijven voor dit soort activiteiten. Bovendien heeft de voorgenomen inperking van de bestemmingsmogelijkheden gevolgen voor de waarde van de locatie.
10c.
Zie beantwoording bij 10a. De woonbestemming zal worden gewijzigd in de bestemming “kantoor”.
10c.
Zie wijzigingen onder 10a.
10d.
Door een afwijkende bestemming te hanteren ten opzichte van het geldende bestemmingsplan wijkt het ontwerpbestemmingsplan af van zijn eigen doel: de bestaande situatie in Molenveld en De Ooi juridisch-planologisch vast te leggen en voor deze
10d.
Actualisatie van het geldende bestemmingsplan betekent niet alleen het overnemen van slechts het vigerende bestemmingsplan, maar het bestemmen van de feitelijke situatie. Met de bestemming “kantoor”, waarbij tevens één dienstwoning is toegestaan, wordt de bestaande situatie zo getrouw mogelijk vastgelegd. In die zin
10d.
Zie wijzigingen bij 10a en 10c.
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 11 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijken de vigerende bestemmingsplannen te actualiseren. Er zou sprake zijn van een consoliderend bestemmingsplan.
wijziging bestemmingsplan
voldoet het bestemmingsplan aan haar doelstelling.
10e.
Het aantal te bouwen woningen is ten onrechte gemaximeerd. Op basis van de huidige bestemming is in beide panden (Oranjesingel 6 en Oranjesingel 8) een combinatie van wonen en werken mogelijk. Door de bestemmingswijziging wordt het slechts mogelijk om binnen het totale bebouwingsvlak nog maar één woning te realiseren.
10e.
Met dit bestemmingsplan wordt de huidige situatie bestemd. Om die reden is voor de percelen Oranjesingel 2-4 en 6-8 opgenomen dat ter plaatse van zowel de Oranjesingel 2-4 één dienstwoning is toegestaan, alsook ter plaatse van de Oranjesingel 6-8.
10e.
Zie wijzigingen bij 10a en 10c.
10f.
Inspreker voelt zich beperkt in zijn mogelijkheden doordat er slechts één woning gebouwd mag worden met een maximale bouwhoogte van 6 m. Qua bouwhoogte zou geconformeerd moeten worden aan de woningbouw in de rest van de straat waar een maximale goot- en bouwhoogte geldt van 6 m, respectievelijk 10 m.
10f.
Het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” is consoliderend van aard. Het doel is om de verouderde bestemmingsregelingen te actualiseren en een nieuwe regeling op te nemen die recht doet aan de bestaande situatie. Het conformeren aan de woningbouw in de rest van de straat zou betekenen dat het zicht op de Lage Linie wordt verminderd, daar waar nu op de hoek Oranjesingel/Halve Maanweg/Looiersweg sprake is van een geleidelijke overgang (qua bouwhoogte) naar de Lage Linie.
10f.
-
10g.
In verband met de doorzichten op de Lage Linie mag niet meer over de volle perceelsbreedte gebouwd worden. Inspreker is van mening dat, gezien het feit dat er slechts in één bouwlaag gebouwd mag worden, de huidige perceelsbreedte volledig gehandhaafd dient te blijven voor het kunnen realiseren van tenminste twee of meerdere woningen met een voldoende perceelsbreedte en achtertuin.
10g.
Het realiseren van tenminste twee of meerdere woningen ter plaatse is in strijd met het consoliderende karakter van het bestemmingsplan. Wel is het bouwblok van de percelen Oranjesingel 2-4 en 6-8 aangepast tot de huidige perceelsbreedte. De percelen worden weer samengevoegd in één bouwblok, zonder onderbrekingen, waarbij de bouwgrens strak om de bestaande bebouwing wordt gelegd.
10g.
Op de plankaart wordt het bouwblok van de percelen Oranjesingel 2-4 en 6-8 samengevoegd tot één bouwblok, waarbij de bouwgrens strak om de bestaande bebouwing wordt gelegd.
In tegenstelling tot het creëren van doorzichten op de Lage Linie, wordt er aan de Oranjesingel 12 een bouwvlak opgenomen, waarbij de bestaande zichtlijn tussen het pand Oranjesingel 10 en Oranjesingel 12 volledig van het zicht op de Linie wordt afgesloten. De redenatie ten aanzien van de zichtlijnen richting Lage Linie zijn niet consequent doorgevoerd.
10h.
De plankaart wordt zodanig aangepast dat het bouwvlak tussen Oranjesingel 10 en 12 (voormalige gebouw postduivenvereniging) wordt verwijderd. Tevens wordt hier de bestemming ‘groen’ op gelegd.
10h.
10h.
Het bouwvlak ter plaatse van de Oranjesingel 12 wordt op de plankaart teruggebracht tot de contouren van de huidige bebouwing. Ook wordt de maximale bouwhoogte aangepast tot 7 meter. Hiermee wordt de bebouwing bestemd conform de huidige situatie.
De huidige aanwezige bouwkeet betreft geen permanente bebouwing. Het betreft een bouwwerk van tijdelijke aard, dat in strijd met de wettelijke bepalingen op de grensafscheiding is geplaatst. 10i.
Bezwaar wordt gemaakt tegen de toegestane bouwhoogte op het perceel Oranjesingel 12, te weten een goot- en bouwhoogte van 10 m. Het gaat hierbij om een bouwvlak op, c.q. tegen de
In de voorschriften is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij het creëren van zichtlijnen één van de voorwaarden is.
10i.
Zie antwoord onder 10h. Met een eventuele uitbreiding van de bebouwing op het perceel Oranjesingel 12 wordt in het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi geen rekening gehouden. Een eventuele uitbreiding komt aan
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Op de plankaart wordt het gebouw van de postduivenvereniging ‘wegbestemd’. Het perceel wordt voorzien van de bestemming ‘groen’ (zonder bouwvlak).
Het bouwvlak ter plaatse van de Oranjesingel 12 wordt teruggebracht tot de contouren van de huidige bebouwing en de maximale hoogte wordt aangepast naar 7 m.
10i.
Zie wijzigingen bij 10h.
Pagina 12 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
erfafscheiding, waarbinnen tot 10 m hoogte gebouwd mag worden en dat direct uitzicht verschaft op de achtertuin van inspreker. Dit terwijl de percelen Oranjesingel 2 tot en met 10 maar tot maximaal 6 m hoogte mogen bouwen.
Koers & Romviel Advocaten Namens de heer en mevrouw Riewald Oranjesingel 14 6981 GX Doesburg
wijziging bestemmingsplan
de orde in een separate (vrijstellings)procedure. Om die reden wordt de plankaart zodanig aangepast dat het bouwblok op het perceel Oranjesingel 12 wordt teruggebracht tot de contouren van de huidige bebouwing. Ook de maximale bouwhoogte wordt teruggebracht naar 7 meter.
10j.
Inspreker behoudt zich het recht voor om bij een totstandkoming van voorliggend ontwerpbestemmingsplan eventuele planschade te vorderen.
10j.
Het staat inspreker vrij om een eventueel verzoek tot planschade ex artikel 49 WRO te richten aan het college van burgemeester en wethouders.
10j.
-
11a.
De zeer ruime bestemming van het pand Oranjesingel 16a wordt ingeperkt tot slechts het enkele gebruik als (schilders)bedrijf. Hiermee vervalt de mogelijkheid tot het oprichten van een kantorencomplex of dienstwoning. Ook een combinatie wonen/werken is hiermee onmogelijk.
11a.
Op het perceel Oranjesingel 16a is een schildersbedrijf gevestigd. Dit bedrijf is niet toegestaan op basis van de geldende bestemming “openbare en/of bijzondere gebouwen”, maar is altijd gedoogd. Conform de doelstelling van het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” is in dit bestemmingsplan de feitelijke situatie bestemd. Handhaven van de geldende of “oude” bestemming zou betekenen, dat het schildersbedrijf nog steeds in strijd met het bestemmingsplan zou zijn.
11a.
-
11b.
De voorkeur wordt gegeven aan een ruimere omschrijving van het schildersbedrijf, te weten: “(schilders)bedrijf c.q. soortgelijk ambachtelijk bedrijf met dienstwoning.
11b.
In het bestemmingsplan “Molenveld en De Ooi” is het schildersbedrijf specifiek bestemd gezien de ligging in een overwegende woonomgeving. Wel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van het omschakelen naar een ander ambachtelijk bedrijf. Hierbij is als criterium opgenomen dat advies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en Staatsbosbeheer moet worden ingewonnen.
11b.
-
11c.
-
Met deze regeling bestaat de mogelijkheid om een gelijksoortig bedrijf te vestigen, maar staat het burgemeester en wethouders vrij hier een afweging over te maken, waarbij ook andere belanghebbenden (Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg) moeten worden betrokken. 11c.
Ten onrechte wordt de mogelijkheid onthouden om het pand Oranjesingel 16a te gebruiken als schildersbedrijf met dienstwoning, terwijl in het verleden contractueel is overeengekomen dat de gehele locatie niet anders dan overeenkomstig de bestemming schildersbedrijf met dienstwoning te worden gebruikt op straffe van een geldboete van fl. 50.000,Verzocht wordt om de mogelijkheid om een dienstwoning met een goothoogte van 6 m en een nokhoogte van 10 m te realiseren op het perceel Oranjesingel 16a.
11c.
In het koopcontract tussen Riewald sr. en de gemeente is destijds opgenomen, dat er bij het schildersbedrijf een dienstwoning hoorde. Dit was in eerste instantie de woning aan de Oranjesingel 16 (toendertijd Oranjesingel 8). Vervolgens heeft de gemeente meegewerkt aan het realiseren van een tweede dienstwoning voor Riewald jr. Deze woning staat nu bekend onder Oranjesingel 14. De eerste dienstwoning, te weten de woning aan de Oranjesingel 16, is vervolgens met instemming van de raad door de heer Riewald senior verkocht als woonhuis. Kortom, de situatie ten aanzien van het schildersbedrijf en de dienstwoning is nog steeds in overeenstemming met het koopcontract. Het is alleen niet meer nodig om de woning aan de Oranjesingel 14 apart te bestemmen als dienstwoning.
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 13 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
11d.
Bezwaar wordt gemaakt tegen het bouwvlak aan de Oranjesingel 12, waarbij de bestaande zichtlijn tussen het pand Oranjesingel 10 en Oranjesingel 12 volledig wordt afgesloten. Deze locatie was tot op heden niet in gebruik voor permanente bebouwing.
beantwoording
11d.
De plankaart wordt zodanig aangepast dat het bouwvlak tussen Oranjesingel 10 en 12 (voormalige gebouw postduivenvereniging) wordt verwijderd. Tevens wordt hier de bestemming ‘groen’ op gelegd.
wijziging bestemmingsplan
11d.
Zie wijziging onder 10h.
12a.
Op de plankaart wordt het bouwblok van de percelen Oranjesingel 2-4 en 6-8 samengevoegd tot één bouwblok, waarbij de bouwgrens strak om de bestaande bebouwing wordt gelegd.
Met een eventuele uitbreiding van de bebouwing op het perceel Oranjesingel 12 zal in het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi geen rekening worden gehouden. Een eventuele uitbreiding komt aan de orde in een separate (vrijstellings-)procedure. Om die reden wordt de plankaart zodanig aangepast dat het bouwblok op het perceel Oranjesingel 12 wordt teruggebracht tot de contouren van de huidige bebouwing. Ook de maximale bouwhoogte wordt teruggebracht naar 7 meter.
J.C. Bakx en J.E.H. Gelpke Oranjesingel 10 6983 HA Doesburg
12a.
Bezwaar wordt gemaakt tegen de voorgestelde zichtlijnen, de maximering tot één woning per bouwvlak en de beperking van één bouwlaag met kap met een maximum hoogte van 6 m. Er zouden minimaal twee bouwlagen mogelijk moeten zijn.
12a.
Het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi betreft een overwegend consoliderend bestemmingsplan. Het doel is om de verouderde bestemmingsregeling te actualiseren en een juridische regeling op te nemen die recht doet aan de bestaande situatie. Het conformeren aan de woningbouw in de omgeving (aan de overzijde van de Oranjesingel is wel sprake van bebouwing in twee lagen met kap) zou betekenen dat het zicht op de Lage Linie wordt verminderd daar waar nu sprake is van een geleidelijke overgang (qua bouwhoogte) van de bebouwing op de hoek van de Oranjesingel naar de hier achter gelegen Lage Linie. Nogmaals benadrukken wij dat in dit consoliderende bestemmingsplan de huidige situatie/hoogte maatgevend is.
In de voorschriften is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij het creëren van zichtlijnen één van de voorwaarden is.
Om de cultuurhistorische waarde van de Lage Linie te versterken en beter beleefbaar te maken achten wij het creëren van zichtlijnen op de Lage Linie van belang. Aangezien deze ontwikkeling in de planperiode van dit plan (tien jaar) niet te verwachten is, zijn de bouwblokken teruggebracht tot een aaneengesloten geheel, conform de huidige situatie. Wel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, waarbij het creëren van zichtlijnen in de toekomst, na wijziging van het bestemmingsplan, één van de voorwaarden is. 12b.
Bezwaar wordt gemaakt tegen de vergroting van het bouwoppervlak van het bouwvlak Oranjesingel 12, waarbij gebouwd kan worden tot op de erfafscheiding, terwijl voor insprekers een beperking van 3 m geldt.
12b.
De plankaart wordt zodanig aangepast dat het bouwvlak tussen Oranjesingel 10 en 12 (voormalige gebouw postduivenvereniging) wordt verwijderd. Tevens wordt hier de bestemming ‘groen’ op gelegd.
12b.
Zie wijziging onder 10h.
Met een eventuele uitbreiding van de bebouwing op het perceel Oranjesingel 12 zal in het bestemmingsplan Molenveld en De Ooi geen rekening worden gehouden. Een eventuele uitbreiding komt aan de orde in een separate (vrijstellings)procedure. Om die reden
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 14 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
wijziging bestemmingsplan
wordt de plankaart zodanig aangepast dat het bouwblok op het perceel Oranjesingel 12 wordt teruggebracht tot de contouren van de huidige bebouwing. Ook de maximale bouwhoogte wordt teruggebracht naar 7 meter. 12c.
Door bovengenoemde aspecten wordt er ongelijkheid gecreëerd ten opzichte van de woningen/gebouwen in de omgeving en is het onmogelijk het pand in dezelfde staat te herbouwen bij verlies door bijvoorbeeld brand. Gevreesd wordt dat bovengenoemde aspecten de waarde van het pand en het perceel nadelig zullen beïnvloeden.
12c.
In artikel 33 van de voorschriften (overgangsbepaling) is bepaald dat een bouwwerk, dat op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaat, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd waarbij geen nieuwe afwijking van het plan mag ontstaan, noch een bestaande afwijking naar de aard en omvang mag worden vergroot. Wanneer een bouwwerk door een calamiteit, zoals brand, wordt verwoest, mag het bouwwerk in afwijking van het bovenstaande geheel worden vernieuwd, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: de bouwaanvraag moet binnen 1,5 jaar na de calamiteit geschieden; de bouwgrens aan de wegzijde moet zoveel mogelijk in acht worden genomen.
12c.
Zie wijziging onder 10h.
Overigens wordt de plankaart zodanig aangepast dat het pand Oranjesingel 12 wordt bestemd conform de huidige situatie. Dit houdt in dat het bouwvlak wordt verkleind en de maximale hoogte wordt teruggebracht naar 7 meter.
N.C.G. van Hassel en M.A.M.G. Kleine Punte Oranjesingel 16 6981 GZ Doesburg
Buwalda bna De heer J.P. Buwalda Forsythiastraat 21 6982 BA Doesburg
13a.
Verzocht wordt de huidige rooilijnen aan de straat en oostzijde te handhaven opdat insprekers in de toekomst de praktijkruimte uit kunnen breiden door het huidige slaapgedeelte te verbouwen tot praktijkruimte en het slaapgedeelte onder te brengen in een verdieping die op (een gedeelte van) het lagere, vierkante middendeel geplaatst is. Ook zijn insprekers voornemens om een garage op de op de tekening aangegeven locatie te bouwen. Het huidige slaapgedeelte, dat onderdeel van de hoofdbebouwing uitmaakt, mag niet buiten de rooilijn vallen.
13a.
Het huidige slaapgedeelte maakt onderdeel uit van de hoofdbebouwing. Het bouwvlak zal dienovereenkomstig aangepast worden. Ten aanzien van het realiseren van een (gedeeltelijke) verdieping kan worden gesteld dat dit ingevolge het bestemmingsplan mogelijk is, mits de maximale goot- en bouwhoogte niet wordt overschreden. Op grond van het bestemmingsplan is ten slotte de bouw van een garage mogelijk. Hiervoor hoeft het bouwvlak niet te worden aangepast aangezien bijgebouwen zowel binnen als buiten het bouwvlak gerealiseerd mogen worden. Hierbij geldt wel dat het bebouwingspercentage van het bouwperceel maximaal 50 bedraagt.
13a.
De plankaart wordt dienovereenkomstig aangepast, waarbij de maximale goot- en bouwhoogte wordt gesteld op beide 7 m, in plaats van respectievelijk 6 en 10 m.
13b.
Verzocht wordt om het werkelijke bouwvlak van het perceel op de kaart op te nemen. Het hoofdgebouw is als geheel gebouwd en heeft er altijd zo gestaan.
13b.
Zie beantwoording bij 13a.
13b.
Zie aanpassingen bij 13a.
14a.
De hoofdstructuur van De Ooi leent zich voor een verrijking van de gevels. Met inachtneming van de permanente hoofdstructuur zou ter plaatse van de doorgaande glaspuien andere elementen kunnen
14a.
Voor wat betreft de uiterlijke verschijningsvorm verwijzen wij graag naar de welstandsnota van deze gemeente. Hierin wordt aangegeven dat er terughoudend omgegaan moet worden met gevelwijzigingen en dat aansluiting gezocht moet worden bij de
14a.
-
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 15 van 16
indiener zienswijze
samenvatting
beantwoording
worden ingebracht die tegemoet komen aan het huidige rommelige beeld en armoedige uitstraling. Daarbij valt te denken aan een erker op de begane grond (waarop al dan niet een balkon), een erker over twee verdiepingen, een erker met luifel boven de voordeur o.i.d. Om te voorkomen dat deze elementen ieder op eigen wijze worden vormgegeven en gedetailleerd, ligt het voor de hand om daarvoor standaard elementen te ontwikkelen, in samenhang met de bestaande vormgeving en detaillering. 14b.
In bestemmingsplannen zouden breedte, diepte, gerelateerd aan de gevelbreedte en eventueel voortuindiepte, moeten worden opgenomen.
wijziging bestemmingsplan
bestaande stijl en volgens bestaande details. Geen wijziging van de vorm en gebaar in het profiel en de rooilijn. Dat impliceert al dat wij geen voorstander zijn van individuele wijzigingen aan de voorgevel. Uitzondering maken voor een beperkt aantal woningen binnen het gehele gebied van het bestemmingsplan ligt niet voor de hand. Bij gezamenlijke initiatieven met een verhoogde meerwaarde voor de omgeving kan afgeweken worden van de standaard beoordeling en voorschriften van het bestemmingsplan. Een dergelijk initiatief moet dan wel iets toevoegen aan de omgeving. 14b.
Met de erfbebouwingsregeling is aansluiting gezocht met reeds bestaande regelgeving voor de wijk Beinum. Deze regelgeving heeft uitgewezen in de behoefte te voorzien. Hierdoor ontstaat uniforme regelgeving waardoor controle en handhaving eenvoudiger worden. De bebouwing relateren aan het perceelsoppervlak is duidelijker dan relateren aan erfafscheiding. De perceelsoppervlakten zijn kadastraal ingemeten en vastgelegd.
14b.
-
Voorgesteld wordt de uitbreiding van bebouwd oppervlak in percentage te relateren aan het oorspronkelijk bebouwd oppervlak en de lengte van de erfafscheiding met de buren. N.J.A. van den Hemel Esdoornlaan 3 6982 BC Doesburg
15a.
De bouwgrenzen zoals weergegeven op plankaart 2 ten aanzien van het perceel Esdoornlaan 3 komen niet overeen met de feitelijke situatie.
15a.
De bouwgrenzen ten aanzien van het perceel Esdoornlaan 3 worden op de plankaart aangepast conform de huidige situatie.
15a.
De bouwgrenzen ten aanzien van het perceel Esdoornlaan 3 worden op de plankaart aangepast conform de huidige situatie.
Stichting Menno van Coehoorn Mariaplaats 51 3511 LM Utrecht
16a.
Verzocht wordt om de tekst van artikel 16, lid 3, sub 2 zodanig aan te vullen dat een aanlegvergunning niet alleen moet worden geweigerd indien aan de natuurwaarden afbreuk wordt gedaan, maar ook wanneer aan de cultuurhistorische waarden afbreuk wordt gedaan.
16a.
Akkoord, artikel 16, lid 3 sub 2 wordt dienovereenkomstig aangepast.
16a.
In de voorschriften wordt artikel 16 lid 3 sub 2 zodanig aangepast dat een aanlegvergunning ook moet worden geweigerd wanneer aan de cultuurhistorische waarden afbreuk wordt gedaan.
Rijksdienst voor de Monumentenzorg Postbus 1001 3700 BA Zeist
17a.
Geeft aan, dat het ontwerpbestemmingsplan is aangepast conform de inspraakreactie van de dienst op het voorontwerp. Geen aanleiding om gebruik te maken van de gelegenheid om een zienswijze in te dienen.
17a.
De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen.
17a.
-
Samenvatting en beantwoording zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan Molenveld en De Ooi december 2006.doc
Pagina 16 van 16
Ingekomen post - 9381
~rovincie G ELI~ERLAN D . De Raad van de gemeente Doesburg Postbus 100 6980 AC DOESBURG 7 augustus 2007 - zaaknr. 2007-001932 Bestemmingsplan Molenveld en De Ooi Brief d.d. 26 januari 2007 van burgemeester en wethouders 1`~9, Ixr. ( ~iu~ter 4~~ ~ ",~°" 1 3 Ä~6. 2~f7 kla~a. nr - / 3 ~= ~? / Archlveren ja nee Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND met betrekking tot de goedkeuring van vorenvermeld bestemmingsplan. PLANBESCHRIJVING Het bestemmingsplan beoogt een actueel beleidskader te vormen voor de wijken Molenveld en De Ooi. Omdat het huidige bestemmingsplanregime gedateerd is, is besloten tot een gehele herziening van het plangebied. Om de planvorming niet te vertragen is gekozen om ontwikkelingen niet in dit bestemmingsplan op te nemen. Het plangebied ligt aan de oostzijde van de kern Doesburg. Het noordelijke deel van het plangebied wordt vooral gevormd door de wijk Molenveld die wordt begrensd door de N 317. Het zuidelijke deel omvat de wijk De Ooi. Beide wijken worden gescheiden door het deel van de voormalige vestingwal dat bekend staat als de "Lage Linie". PLANPROCEDURE Het bestemmingsplan is vastgesteld bij besluit van 21 december 2006 van de Raad van de gemeente Doesburg. Het plan heeft na de vaststelling gedurende zes weken ter inzage gelegen met ingang van 18 januari 2007 BEDENKINGEN Er zijn tijdens de terinzageligging van het vastgestelde plan bij ons college bedenkingen ingebracht door: nr. naam/adres reclamant 1 de heer K.L.M. Riewald en mevrouw F.M.W. Riewald-Tempel; Oranjesingel 14, 6981 GZ Doesburg; 2 de heer N.J.A. Van den Hemel, Esdoornlaan 3, 6982 BC Doesburg, namens 69 bewoners van de wijk De Ooi; 3 DAS Rechtsbijstand, mr. Th.W.M. Juta, Postbus 5337, 6802 EH Arnhem, namens de heer L.H.M. Hendriks en de heer H.B.G. Hendriks eigenaren van Oranjesingel 2 en 4 te Doesburg. verz~nden 10 augustus 2007 code: 00342444.doc
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 1 van 9
Ingekomen post - 9381
~rovincie G ELI~ERLAN D SAMENVATTING EN BEOORDELING VAN.DE BEDENKINGEN De heer K.L.M. Riewald en mevrouw F.M.W. Riewald-Tempel, Oranjesingel 14, 6981 GZ Doesburg. SAMENVATTING A Wijzigingsbevoegdheid Reclamanten hebben een schildersbedrijf aan de Oranjesingel 16A. Ter plaatse heeft de raad een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 9, lid 3) voor het'-toelaten van een ander ambachtelijk bedrijf. Bij de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen dat eèn advies moet worden verkregen van Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Reclamanten zien graag dat deze verplichting om advies te verkrijgen wordt geschrapt omdat de diensten geen belanghebbende zijn bij een eventuele andere bestemming of gebruik van het perceel. B Dienstwoning Tevens willen reclamanten graag de mogelijkheid in het bestemmingspian zien opgenomen dat een dienstwoning kan worden opgericht. Dit omdat een dienstwoning is gekoppeid aan het hebben van een schilderbedrijf op het betreffende perceel, zoals is opgenomen in de verkoopovereenkomst van de gemeente. BEOORDcLING A Wijzígingsbevoegdheid Gezien de ecologische waarden van de voormalige vestingwal de Lage Linie, heeft Staatsbosbeneer als zijnde beheerder de verantwoordelijkheid voor het beh;eer van de Lage Linie. Daarom achten wij Staatsbosbeheer wel degelijk belanghebbende bij een eventuele wijziging van het betreffende perceel. Omdat voor de lage line de Monumentenwet van toepassing, zoals in de plantoelichting is aangegeven, is de Rijksdiehst voor de Monumeritenzorg (thans de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap èn Monumenten) wettelijk gezien belanghebbènde. Daarom kunnen wij ook insternmen met dàtgene wat de gemeenteraad in ds, zienswijzennofa ~ten aanzien van de betrPffénde zienswijze heéft aán~egeven: $ Dienstwoning Rectamanten hébben een woonbestemming vóor de Oranjestraat 14: Reclamanten wonén hiër eh hebben het schildersbedrijf op Oranjestraat 16a. Wat oák zij van de privaatrechtelijke o~iereenkomst, reclamanten kunnen de woning nabij het bedrijf gebruiken als diensiwoning. Wij hebben kennisgenomen van en kunnen instemmen met datgene dat de gemeente als reactie heeft gegeven op de inspraakreacties, namelijk dat "het toevoegen van een extra woning vanuit ruimteli;k oogpunt niet wenselijk wordt geacht". Een extra woning is geaien de cultuurhistorische en natuurlijkewaarden van de Lage Linie niet gewenst. Waarbij wij ons ook afvragen waarcm èen dienstwoning noodzakelijk zou zijr bij een schildersbedrijf. Immers er is geen levende have aan wezig u~.elke toezicht vereist buiten normafe werktijden. Ten oveïv!loede geven wij aan dat Gédeputeerde Staten conform de Wet op de Ruimtelijke Ordening all~en de bevoegdheid toekomt dat goedkeuring wordt gegevén of onthouden aan (delen var,) een ,vastgesteld bestem~ningsplan. Daarom kunnen wij niet iets toevoegen aan het vastgestelde bestemmingsplan om tegemoet te komen aan het verzoek ván reclamanten. w De bedenkingén geven, gelet op hét vorenstaande, geen aa~lèid;ng aan enig dèel van het bestemmingsplan goedkeuring te or3thouden.
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 2 van 9
Ingekomen post - 9381
_ . ~r~vincie . .. ~ . ~ GELD~RLeAND: 2 de heer N.J.A. Van den Hemef, Esdoornlaan 3, 6982 BC Doesburg, namens 69 bewoners van de wijk De Ooi. SAMENVATTING Reclamant geeft aan dat 69 bewoners van de wijk De Ooi schriftelijk verklaard hebben bezwaar te hebben tegen het appartementencomplex op de hoek van de Looiersweg en de Esdoornlaan te Doesburg. Tevens hebben 21 bewoners van de wijk de Ooi schrifte~lijk verklaard bezwaar te hebben tegen de groenstrook voor zover deze gesitueerd is op hun in eigendom zijnde perceel. Deze bewoners onderschrijven de bedenkíngen, wefke zijn opgesteld door reclamant. Op ons verzoek heeft de heer Van den Hemel de handtekeningen verzameld van de overige bewoners, zodat de bedenkingen daadwerkelijk namens de 69 respectievelijk 31 bewoners zíjn ingédiénd. Tevens merken wij op dat wij de nader door reclamanten opgevoerd~e stukken (brief d,d. ?_1 februari 2007 en 27 april 2007) bij de samenvatting hebben betrokken. A Hef fEr inzage gelegde bestemrningsplan wijkt af van het vastgeste,~de plarr De gemeenteraad van Doesburg heeft enkele wijzigingen aangebracht in het ter inzage gelegde plan ten opzichte van het vastgestelde bestemmíngsplan (abusievelijk spreken reclamanten over het goedgekeurde plan, zoals reclamanten schriftelijk hebben bevestigd (brief d.d. 27 april 2007)). Het is reclamanten onduidelijk welke wijzigingen het allemaal betreft. Reclamanten zijn van mening dat het ter inzage gelegde plan confprm het vastgestelde plan dient te zijn. Daarom maken reclamanten bezwaar ten aanzien van de wijzigingen. 8 Appartemenfencompíex Met narrie hebben de reclamanten bezwaar tegen een wijzigíng van de plangrens waardoor de beoogde locatie van appartementencomplex op de hoek van dé Looiersuveg en de Esdoornlaan buiten het bestémmingsplan is komen te vallen. Reclamanten geven aan dat de bedenkingen zich voornamelijk richtén tegen het ontwerpplán aangezien daár het appartementencompléx in , was opger~omen. Ter onde~bouwing van de bedènkinger, wordt een citaat met bet~ekking fot de hoógboûw~óp het voormalige Téxacoterreiri uit de artikel 10 Bro reactie van de próvincíe~ ~angehaald. Vervólgens wordén diversé momenten in de planVorming'naar voren gehaald, zoals 12 januari 2006 waarop de gemeentelijke nota "samenvatting en beantwoording zienswijaen op , het ontwerpbestemmingsplan Moleriveld en De Obi verschijnt. Daarin deelf de géme~ènte mede dat voor het apparteméntQncomplex een artikel 19, lid 2; procedure zal worden gevolgd. Vervolgéns wa~dt in september via een persbericht aangégeven dat het gebouw niet zes maar vijf bouwlagen zal krijgen. . . Reclama~ten me~ken ook op dat de gemeente bezwaarmakende burgers verkeèrde informatié geeft. De gemeente heeft aangegevén dat ten tijde van de vastste!ling van het plarr; nog niet duidelijk was wat op de onderhavíge locatie zou worden gepland. De gemeents heeft op 29 januari 2007 de ruimtelijke onderbouwing voor de artikel 19, lid 2 WRO-procedure voor het appartementencomplex in het kader van artikel 10 Bro overleg aan dé provincie gestùurd. Rec!amanién gévén aan dat hetgeen de gemeente toen heeft opgestuurd, nauwelijks afwijkt van het ~geboùw zoals dat in het ontwérp-bestemmingsplan (d.d. 29 rrtaart 2005) was opgenomen. Reclamanten maken bezwaar tegen dezé misinformatie, welke de onderbouwing vormt van de ~eden waàr~rri het appartementencomplex uiteindelijk buiten het bestemmingsplan is gehouden. C ~ ~ Vrijstellingsprocedûre Reclarüanten béstríjdén dat de gemeente bevoegd is om zelfstándig vrijstelling te verlenen omdat niet voldaán is aan de algerüene voorwaarden behorende bij de vrijste!fingslijst ex a;tíkel 1 J, 1id 2 WRO. ~ ~ . 3
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 3 van 9
Ingekomen post - 9381
~rovincie G ELDERLAN D D Groenstrook Reclamanten geven aan het oniogisch te vinden dat de groenstrook langs de Dode arm van de Oude IJssel, ter hoogte van Esdoornlaan 1a, eindigt en niet doorloopt tot aan de Looiersweg. Het valt op dat het weggelaten deel van de groenstrook langs het appartementencomplex loopt. Reclamanten zien hierin een verband. Gezien het kronkelige en grillige verloop van de groenstrook is het niet mogelijk exact de situering te bepalen van de groenstrook ten opzichte van de (woning)percelen. Reclamanten maken bezwaar tegen de groenstrook voor zover mocht blijken dat die over de genoemde percelen leopt. Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan was de gemeenteraad per abuis in de veronderstelling dat deze groenstrook over grond van Vllaterschap Rijn en IJssel loopt. E Termijn tussen voorontwerp en het vaststellen van het bestemmingsplan Reclamanten geven aan dat op 25 april 2002 het voorontwerpplan ter ànzage werd gelegd en het plan pas op ?_1 december 2006 werd vastgesteld (abusievelijk is "goedgekeurd" genoemd). Deze termijn van vier jaar en acht maanden achten reclamanten ontoelaatbaar. Ook de provincie acht maximaal één jaar tussen beide plannen acceptabel. F Termi,Tnoverschrijding van vaststelling Reclamanién geven aan dat op 29 septemt:er 2005 het ontwerpplan ter ínzage werd gel~gd en het plan pas op 21 december 2006 werd vastgesteld. Dít is een fe~míjn van 15 maanden terwíjl wettefijk 4 maanden is voorgeschreven. G Weggelaten zin Reclamanten geven in hun bedenkingen aan tegen het weglaten van dè zinsnede "ook zullen de woninge,n voor wat betreft hoogte, verschijningsvorm en kapvorm moeten passen in het straatbeeld"(op pagina 10 vari de toelichting m.b.t. woningbouw) te zijn, v H Status ~ ' Reclamanten verzoeken Gedeputeerde Staten aan te geven welke status de gevoerde correspondentie heeft. Zij vragen zich af of de betreffende stukken worden toegevoegd aan de bedenkin~en in het kader van de goedkeuring van onderhavig béstémmlngsplari? 1 . Hoo;zittin,g , - . . ~ v . Reciamänten vrägen zich af of er alvorens'Gedeputeerde Státètï èarí uitspráék doén, nog een hoorzitting gehouden wordt. SEOORDELING ßij de beant~NOOrding~ ~~an de beden!~ingen hebben wij de nader door reclamanten: opgevoerde stukken (briéf d.d. 21 februari 2007 en 27 april 2007) betrokken. A Het ter inzage gelegde bestemminSysplan wijkt af van het vastgestelde plän Wíj stellen vast dat de raad bij de vaststelling diverse wíjzígíngen hea~ft dcorgevoerd ten opzíchte van hét' ontwerpplan. Daarbij merken wij op dat het de gemeen~eraad vrij staat om het besterümirígspian gewijzigd vast te stellen. Immers anders kan een gemeenteraad ook niet tegemoet komen aan zienswijzen. Daarbij merken wij op dat deze wijzigingen opgenomen zijn in de publicatie van het vastgestelde plan. Daarnaast maakt de publicatie nog melding van enkele ambtshàlve wijzigingén. De ambtshalVe wijzigingen zijn opgenomen in de bijtage van de toelichtirtg en : íjn ter inzage gelegd. ..
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 4 van 9
Ingekomen post - 9381
~rovincie GELDERLAND Wij constateren dat dewopmerkingen van reclamanten zich vooral richten op de door de gemeenteraad aangebrachte wijzigingen. Daarnaast constateren wij dat de opmerkingen van de reclamanten ook al in de zienswijzennota aan bod zijn gekomen. Afgezien van deze opmerkingen, onderbouwen de reclamanten niet welke verschillen er bestaande, tussen het vastgestelde en het ter inzage gelegde plan. Voor het overige hebben wij geen verschillen geconstateerd en gaan ervan uit dat er ook geen verschillen bestaan tussen het vastgestelde plan (inclusief de vastgestelde wijzigingen) en het ter inzage gelegde plan, anders niet dan de al benoemde verschillen, zijnde de ambtshalve wijzigingen. Navraag bij de gemeente géeft aan dat dit correct is. Tevens geeft de gemeente aan dat de reclamanten van mening zijn dat in het stuk dat ter vaststelling voorligt bij de gemeenteraad, alle (voorgenomen) wijziginge~ moeten zijn verwerkt. Bij de vaststelling lag het ontwerpbestemmingsplan en de zienswijzennota voor. Omdat de gerneenteraad ook nog wijzigingen kan aanbrengen in het bestemmingsplan, is gekozen voor de gèvolgde procedure. Immers anders moèt hét plan twee keer aangepast worden indien de gemeentèraad anders beslist over het pla~ èn de voorgenomen wijzigingen. De eerste keer worden de voorgenomèn wijzigingen verwerk! in het ontwerp en na de vaststelling een tweede keer met de door de gemeenteraad gemaakte andere keuzes. B ' Appartamentencomplex Met de reclamànten stellen wij vast dat het gebied waarop de bedenkingen betrekking hebben, niet in `het onderh2vigo bestemmingsFlan is opgenomen. Voor wat de begrenzing van f·~et plan betreft merken wij op dat het de gemeenterasd vrij staat om voor (de!en van) het gr ondgebied in de gemeente bestemmingsp!annen vast te stellen. Het voorliggende bestemmir~gsplan kent een eigen - naar ons oordeel verantwoorde - belangenafweging. Wat ook zij van de bedenkingen ván de reclamanten ten aanzien van het appartementencomplex, aàngezien dé locatie hoek Loóiersweg-Esdoornlaan buiten de grenzen van het bestemmingsplan ïs gelaten, vallen ook de bedenkingen ten aanzien van de betrefferide locatie buiten de orde van deze procedure. Bovendien achten wij de locatie voor het appartementencomplex nièt onlosmakelijk verbonden rriet het thans vborliggende plan. Ten ~overvloéde merken wij op dat wij van gemeentewege hebben verriomen dat reclamantèn van hun rechten gèbruikt hebben g2maakt óm in het kader van de artikel 19, lid 2 WROprocedure ten aanzien van het Appartementencomplex Looierwég-Esdoornlaari te rea~eren. Ook de próvinciale diensten hebben op verzoek van het' colÎége van 13u·gemeester ~en Wethouders een 'advies afgegeven ten aanzien de ruir~telijke onderbouwing voor het apparterrrentencomplèx. C VrüsteÍlingsprocadure Ten aànzien van -de vraag of de gemeente dé vrijstellingsprocedure' mag vóèren citeren wij graag het diensteriadvies (d.d. 27 april 2007, zaàknr. 2007-002220) ih het kader van:artikel 10 Bro ten aanzien van dè Ruimtelijke onder5oûwinc~ ván het Appartementencoi~r~~lex~~~ierswegEsdeornfaan. "De lócatia Tigt in bebouwd gebied 2000 van het Sfreekplan Geldèrland 2005 en bin.nen de contour Nroningb~uw van het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen. Confo,·m de sturin~sfilosofie zoals verwoord in het Streekplan Gelderland 2005, kan de gemee.nté gebruikmaken van de Provinciale vrijstellingslijst. Het pro;'ect past binnen categorie f van de urijstéllingslijst: (bouin;~projecten voor woonfuncties, mits niet gesitueerd op een bedrijventerrein. De gQmeente is voornemens hiervan gebruik te makan, maar heeft gezien de nabijheid van de ecologische verbindingzone Oude IJssel het plán in hef kader varl aitikel 10 van hét Besluif op de Ruimtelijke Órdenir.g ingezonden. 5
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 5 van 9
Ingekomen post - 9381
~rovincie G ELDERLAN D Zoals genoemd ligt het plangebied in Bebouwd gebied 2000 conform het streekplan. Ook het naast gefegen gebied van de Dode arm van de Oude IJssel ligt, gezien de globaliteit van het streekplan in Bebouwd gebied 2000. Dit in tegenstelling tot hoe de gemeente het, gezien het convenant "Samenwerking Ecologische Verbindingszone Oude IJssel" bestemd heeft als Natuur met cultuurhistorische waarden (8estemmingsplan Molenveld en de Ooi, vastgesteld d.d. 21 dec. 2006). Omdat het dus geen provinciale ecologische verbindingzone is, is er bij de Dode Arm van de Oude IJssel geen provinciaal belang in het geding. De Oude IJssel zelf heeff in het streekplan we! een ecologische functie. Gezien de afstand van het onderhavige plan tot de Dude IJssel van circa 250 m verwachten wij geen effecten op de ecologische functie van de Oude IJssel. Ten overvloede merken wij nog op dat we kennisgenomen hebben van het advies van Waterschap Rijn en IJssel (d.d. 22 februari 2007 met nummer 07-0211): Hierin geeft het waterschap aan dat "het plan voldoende ruimte en potentie biedt voor de versterking van de uifgangspunten voor de EVZ model Rietzanger, zijnde van toepassing op de oevérzone van de dode arm van de Oude IJssel. De geplande ontwikkelingen vormen onzes inziens geen belemmering voor de ontwikkeling van de ecologische verbindingzone". In de ruimtelijke onderbouwing wordt opgemerkt dat het plangebied ,niet in de nabijheid ligt van een Vogelrichtlijn- of Habitatgebied. Wij maken u opmerkzaam dat o~p een afstand van circa 800 m het Vogelrichtlijngebied De IJssel ligt. Echter gezien de afstand en de functie van het tussenliggende gebied, de geringe cmvang van de ontwikkeling (17 appartementen voor sénioren). en de zeer nabij gelegen Lage Linie welke dienst kan doen als uit!oopgebied voor de appartementsn, verwachten de diensten geen effecten op de te beschermen natuurwaarden in het Vogelcichtlijngebisd. Voor het overige hébben wij gezisn de sluringsfilosofie van het streekplan geen opm`erkingen. Immer s cntwi.kkelingen binnén de bebouwde kom, voor zo ver geen prwinciale belangen in het geding zijn, achtén Gedeputeerde Staten ee7 verantwoordelijkheid van de gemeente. We hebben kennisgenomen van het diensténadvies, waarvan de heer Van dén Hemei een afschrift heeft onNangen, en onderschrijven dit. Nu er geen provinciaal belang meer in het geding is; is op basis van de ruimtelijke onderbouwing, de gemeente de mogelijkheid gegeven gebruik te máken van de artikel 19, lid 2, voor de realisatie van het apparte~entencomplex. D Groenstrook Abusievelijk is de groenstrook niet doorgetrokken ter hoogte van het buiten het plangebied gelaten appartementencomplex. De bedoelde strook heeft zelfs geen bestemming gekregén. Enkel een dubbelbestemming ziet op de onderhavige locatie. Conform het Bro dienen alle gebieden binnen het plangebied bestemd te worden. Daar is hier op de bedoelde locatie geen sprake van. Daarom zal goedkeuring worden onthouden aan het niet bestemde gébied. Navraag bij de gemeente geeft aan dat bij de toepassing van de vrijstelling>gezocgd .zat=wc~#sera vöor een pass2nde invulling waarbij de onderhavige strook op een juisie~F ~rijz~~~~l v~en uitgevoerd. Uit de stukken (brief van de heer Smit, d.d. 19 december 2006) en uit navraag bij de gémeente blijkt dat de béstemming "groen" inderdaád gesitueerd is op eigendommen van burgers: Het betreft voornamelijk oever en water van de Dode arm van de Oude IJssel. Er is gekozen voor de bestèmming "groen" omdat deze recht doet aar~ de h;~idige situatie en geen bouwmogelijkheden voor bijhorehde geboûwen van de bestemming "wonen" geeft. Dit omdat dergelijke bouwwerken o~gewenst zijn op Qevér van de Dode arm van de Oude IJssel gézien de cuttuurhis'orische- en natuurwáarden: 6
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 6 van 9
Ingekomen post - 9381
-~ro~vincie GELDERLAND Dergelijke bouwwerken zijn echter ook al uitgesloten door, de dubbelbestemming "zone bescherming watergang", waardoor de bestemming "groen" ter plaatse overbodig is. Echter omdat de eigenaren met de bestemming "groen" ook niet extra in hun rechten worden beperkt ten opzichte van de bestemming "wonen" met de dubbelbestemming "zone bescheming watergang", achten wij de bestemming "groen" niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. E Termijn tussen voorontwerp en het vaststellen van het bestemmingsplan De wet heeft geen (fatale) termijn verbonden aan de periode tussen het ter inzage leggen van een vooror.twerp en de vaststelling van een bestemmingsplan. Daarnaast is het ons niet duidelijk waarop reclamanten hun standpunt stoelen dat de provincie een period~e van maximaal één jaar acceptabel acht. F Termijnoverschrijding van vaststelling In artikel 25 van de WRO is een termijn genoemd voor de vaststelling van een bestemmihgsplan. Zoals onder andere uit de jurisprudentie blijkt betreft het hier een termijn van orde die alleen conseauenties heeft voor het eventueel verlenen van bouwvergunning~n (de aanhoudingsplicht vervalt bij overschrijding van de termijn). G lNeggelaten zin Wat ook zij van het weglaten van de betreffende zin, de toelichting heeft geen formele status. Zij vormt de toelichting op de voorschriftén en de plankaart van een bestemmingsplan. Daarom kunnen wij geen gevolgen verbinden aan de bedenkingen. Wel dient een plan conform de WRO te voldoen aan de een goede ruimtelijke ordening. Wij achten de gemeenteraad wel in staat om te komen tot een goede ruimtelijke ordening. ,4 Sta!us Gédeputeerde~ Staten hebben bij de beantwoording van de bedenkingen de aanvullende stukken mee in ovérweging ger~omen. , I Hoorzifting Na de wetswijziging is per 1 juli 2005 de verplichting voor het houden van een hoorzitting verdwenen. Nu de bedenkingen voor ons voldoende duidelijk zijn hebben wij het houden van een hoorzittirig achterwege gelaten. _' De bedenkingen geven, gelet op het vorenstaande, aanleiding om aarnäe niet van een (primaire) béstemming voorziende strook langs de Dode arm van de Oude IJssel, ter hoogte van het appartementencomplex op de hoek van de Looiersweg-Esdoornlaan, goedkeuring te onthouden. Voor het overige geven dé bedenkingen, gelet op het vorenstaande, geen aanleiding om aan enig deel van het bestemmingsplan goedkeuring te onthouden. w DAS rechtsbijstand, Th.W.M. Juta, Postbus 5337, 6802 EH Arnhe~;-nar~~ns~-tls~véer L:H.M. Hendriks en de heer H.B.G. Hendriks, eigenaren var~ Orar~si~ge~>2 eri 4 te Doesburg SAMENVATTING Koppéling vari percelen Reclamanten geven in hun bedenkingen aan tegen het koppelen van Oranjestraat 2 en 4 te zijn en dat er slechts één bedrijfswoning mogelijk wordt gemaakt voor beide percelen. Natuur in plaáts vari groen Reclamanten betùvisfen~ dat er enige noodzaak bestaat om het groén planológisch te wíjzigen riáar natuur. ' ' 7
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 7 van 9
Ingekomen post - 9381
~ro~rincie G EL©ERLAN D Gezien de overlast en hinder van vallend blad en takken op het dak van de berging en schade aan geparkeerde auto, zouden bomen in de bestemming "natuur met cultuur- historische waarden" gekapt dienen te kunnen worden. Bouwhoogtes aanpassen Reclamanten vinden het onbegrijpelijk, onjuist en ogenschijnlijk willekeurig dat de bouwhoogtes bij een wijziging niet verhoogd kunnen worden. Reclamanten hebben hiertoe een plan naar voren gebracht dat is afgewezen. Tevens verwijzen reclamanten naar plannen in de omgeving waar wel appartementencomplexen zijn voorzien. BEOORDELING Koppeling van percelen De gemeenteraad heeft in het bestemmingsplan alleen de best~ande situatie bestemd. Ontwikkelingen, zoals het appartementencomplex op de hoek Looiersweg-Esdoornlaan zijn buiten het bestemmingsplan gehouden, om onnodige vertraging van het consoliderende plan te voorkomen. Indien de gemeenteraad per perceel één dienstwoning toestaat, betr®ft het een uitbreiding van bestaande mogetijkheden die niet ovéreenkomt met de doelstelling van het bestemmingsplan "Mplenveld en De Ooi" te weten het bestemmen van de huidige, feitelijke situatie en eveneens niet met cultuurhistorische en ecologische waarden van de Lage Lin;e. Momenteel heeft de r~emeenteraad het mogelijk gemaakt dat er twvee diensfwoningen zijn, conform de bestaande situatie. Het maximals aantal woningen in de wijzigingbevoegdheid heeft de gemeenteraad gesteld op twee. Tevens is bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid het creëren van doorzichten op de Lage Linie als voorwaarde opgenomen. Gezíen de cultüurhistorische waárden van de Lage Linie heeft de gemeenteraad het aantal woningen beperkt gehouden, zodat er nog ruimte is voor doorzichten naar de Lage Linie. Het nu mogelijk ri~aken van in totaal 4 dienstwoningen op de adressen Oranjesingel 2, 4, 6 en 8, indièn meegegaan wordt met het verzoek van reclamanten, creëert een situatie d'ie strijdig is met de voorvvaarde voor maxímaal twee woningen in de wijzigingsbevoegdheid. Hierbij vragen wij ons overigens af waarom extra dienstwoningen noodzakelijk zouden üjn bij dé kantoorfunctie. Immers er is geen levénde have aanwezig welke toezicht vereist buit~en normale ~werktijden. ,` Natûur in plaats van grcen De gemeanteraad heeft een weloverwogen keuze gemaakt door de bestemming "groen met cultuurhistorische waarde" in het onhnrerpplan bij de vaststelling te wijzigen in "nàtuur met cultüurhistorische' waarden". Wij achten deze bestemming zeér we4 in lijn met de aanwezige ecologische en cultuurhistorische waarden en in het geheel niet in strijd met een goede ruímtefijke ordening. Bouwhoógtes aanpassen Gezien de cultuurhistorische waardsn vaw de Lage Linie, zijn de bouwmogelijkheden in de wijzigingsbevoegdheid gering gehouder,. De raad heeft híerbíj explicíet de doorzichten naar de Lage Linie als voorwaardé opgenomen in de wijzigingsbevoegdheid. Wij hebben kennisgenomen van hetgeen de gemeenteràad bij de weerlegging van de zienswïjze tei~ aanzien van de onderhavige reclamanten hee`t opgenomen en kunnen dit anderschrijven. Dat er in de ómgeving apparter~èntencomplexen zijn voorzién, doet niets af aan het feit dat de onderhavige locátié deéi uitmaakt van de Lage Linie en de gemeenteraad daar op de voorgestélde wijze mee om wil gaan. , 8
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 8 van 9
Ingekomen post - 9381
~rovin~ie GELDERLAND Het beleid om zo veel mogelijk in te breiden, ontslaat de gemeenteraad er niet van een afweging te maken al waar inbreidingsmogelijkheden worden benut en waar niet, gezien bijvoorbeeld cultuurhistorische waarden. Wij achten de wijzigingsbevoegdheid nièt onbegrijpelijk, onjuist, willekeurig, noch in strijd met een goede ruimtelijke ordening. De bedenkingen geven, gelet op het vorenstaande, geen aanleiding aan enig deel van het bestemmíngsplan goedkeuríng te onthouden. PLANBEOORDELING Het bestemmingsplan geeft wat betreft de plankaart, de voorschriften, de uitvoerbaarheid noch anderszins aanleiding daaraan goedkeuring te onthouden. ADVISERING Wíj he5ben overeenkomstig het bepaalde ín artíkel 28, lid 2, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening de Subcommissie Vastgestelde Plannen van de Provinciale Comrnissie voor de Fysieke Leefomgeving gehoord. OVERLEG Ter 'voldoening aan artikel 10:30 van de Algemene wet bestuursr2cht is de gemeenteraad gelegenheid tot overlèg geboden. De gemeenteraad heeft van deze mogelijkheid afgezien. ßFSLISSING Wij hebben, gelet op artíkel 28 van de Wet op de Ruimtelijke Ordeníng en het vorenstaande ín aanmerking nemende, goedkeuring onthouden aan: - het niet bestemde gebied langs de Dode arm van de Oude IJssel ter hoogte van het appartementericomplex op de hoek Looiersweg-Esdoorlaan; ' ~ ' en het bestemmingspian voor het overige goedgekeurd. Wij bepalen - gelet op artikel 11, lid 7, van meergenoemde wet - voorts dat besluiten tot wijzigen als bedoeld in artikel 9, lid 3 en artikel 11, lid 3, van de voorschriften van vorenbedoeld pl~n behaudens de'in daf wetsartíkel vermelde uitzonderíng - níet ter goédkeuríng aan ons collége behóeven te worden voorgelpgd. ~ " Gedeput2erde Staten van Gelderland 1 ~,i 4. .. r nd. Ccmmissa~%8-~j van dë lConingin bijlagen 1 . ,. , .
<SCANSEQUENCE> - Scanpagina 9 van 9