nr. 20 I oktober 2009
Hypotheken terug naar normale proporties → Interview Hans Hoogervorst
16 miljoen toezichthouders
→ Consument zet sector aan beter haar best te doen
De AFM moet meer communiceren
→ De meningen van Jan Maarten Slagter en Simon Lelieveldt
InZicht is het relatiemagazine van de Autoriteit Financiële Markten
INHOUDSOPGAVE Over InZicht InZicht is het relatiemagazine van de Autoriteit Financiële Markten. Het magazine gaat naar alle instellingen die bij de AFM onder toezicht staan. De oplage is 14.000 exemplaren. De artikelen in InZicht worden, tenzij anders vermeld, geschreven door AFMmedewerkers. De AFM is geïnteresseerd in uw mening. Heeft u vragen of opmerkingen over één van de artikelen, dan kunt u die mailen naar:
[email protected]. Vergeet daarbij niet de titel van het artikel te noemen.
7
Interview
De tekst in deze publicatie is met zorg samengesteld en informatief van aard. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Door besluiten of wet geving op nationaal en internationaal niveau is het mogelijk dat de tekst niet langer actueel is, wanneer u deze leest. De Autoriteit Financiële Markten (AFM), de schrijvers en de redacteuren aanvaarden géén aansprakelijkheid voor (gevolgen van) eventuele onvolkomenheden of fouten in deze publicatie.
OP KOP
Op kop
3
Kortom
4
Over wetten en regels
6
Interview Hans Hoogervorst
7
Werkwijze
11
Zaak X
12
5 Vragen aan Sjoerd van Keulen
14
At risk
16
Richtingaanwijzer
17
Europese ontwikkelingen
18
16 miljoen toezichthouders
20
Opinio
22
Beeldcolumn
23
Colofon Medewerking: Teunis Brosens, Wim van Santen, Felix Flinterman, Danny van Dijk, Hendrien de Vries, Daniëlle de Jong, Martijn Pols, Paul van Dijk Redactie: Karina Raaijmakers, Edo Lubbers, Wilte Zijlstra, Eelco van den Ing Eindredactie: Imre de Roo Hoofdredactie: Ina Sok Vormgeving: Proforma ontwerpers en adviseurs BNO, Rotterdam Fotografie: Ilona Kamps, fotograaf, Rotterdam Beeldcolumn: Mike Ottink, kunstenaar, Amsterdam
De AFM zal steeds met een relatief beperkt aantal mede werkers zo effectief en efficiënt mogelijk toe zicht moeten houden
Wellicht is uw oog dit najaar gevallen op een media-campagne van de AFM, gericht op versterking van onze positie op de arbeidsmarkt. U heeft zich misschien afgevraagd waarom de AFM dat juist op dit moment doet. Hebben recente ontwikkelingen in de financiële sector niet tot gevolg dat het voor de AFM een ideale tijd is om zonder veel inspanningen goede medewerkers aan te trekken? De AFM is uit de groei maar heeft nog wel vacatures. Het klopt dat wij als werkgever de gevolgen van de crisis op de arbeidsmarkt merken. De uitstroom van AFM-ers is dit jaar veel lager dan in voorgaande jaren. En in aantallen gemeten nemen de reacties op onze wervingsinspanningen toe. Wij werken nu toch aan versterking van onze positie op de arbeidsmarkt, omdat wij dit niet alleen beschouwen als een inspanning voor het lopende jaar. Het is vooral ook een inspanning voor onze wervings positie als over enige tijd de arbeidsmarkt weer krapper wordt. De AFM zal steeds met een relatief beperkt aantal medewerkers zo effectief en efficiënt mogelijk toezicht moeten houden op een financiële marktsector waarin een veelvoud van die medewerkers werkzaam is. Recente ontwikkelingen in de financiële wereld maken duidelijk hoezeer toezichthouders zijn aangewezen op de kwaliteit van het optreden van hun medewerkers. Het stelt hoge eisen aan AFM-ers om de juiste signalen op te pikken, om goed te onderzoeken, om doortastend en zorgvuldig op te treden, en om een zo groot mogelijk positief effect in de markt te realiseren.
Wij willen alle kansen benutten om medewerkers met het optimale profiel te werven en te behouden. Daarom gaan wij dit najaar voor het eerst ook van start met werving van trainees. Deze nieuwe medewerkers werken in een periode van twee jaar aan drie verschillende projecten, in drie verschillende afdelingen en doorlopen een intensief opleidingstraject. Zo mikken wij erop de AFM verder te versterken met mensen die in korte tijd een goed overzicht hebben gekregen, die doordrongen zijn van het belang van goede samenwerking en die zelfstandig, slim en gemotiveerd meewerken aan het bereiken van de toezichtdoelen; bevorderen van eerlijke en transparante finan ciële markten
•
Harman Korte AFM directeur
KORTOM De bank, de klant, de regels en de toezichthouder Ten tijde van de samenstelling van deze InZicht was het faillissement van DSB nog maar net uitgesproken. De AFM onderzoekt als gedragstoezichthouder al enige tijd de dienstverlening van DSB. Dit leidde onder meer in 2009 tot twee boetes voor de bank voor niet passende adviezen en tekortschietend beleid ter voorkoming van overkreditering. Nadat op maandag 12 oktober de noodregeling van De Nederlandsche Bank (DNB) van kracht werd, heeft de AFM bekendgemaakt dat ze doorgaat met nog lopend onderzoek naar DSB, vooral naar de verkoop van koopsompolissen.
Tegelijkertijd is een nieuw onderzoek aangekondigd naar de rol van (voormalige) bestuurders van DSB. Dat onderzoek voert de AFM samen met DNB uit. AFM-voorzitter Hans Hoogervorst heeft besloten niet betrokken te zijn bij dit onderzoek en de besluitvorming hierover. Dit om iedere schijn van vooringenomenheid te voorkomen, gezien het feit dat hij in het verleden nauw samenwerkte met enkelen van hen. Minister Bos van Financiën laat tegelijkertijd een onafhankelijk onderzoek uitvoeren naar de gang van zaken bij DSB, de regelgeving die op de bank van toepassing was en het toezicht door AFM en DNB op deze bank. De AFM vindt het goed dat er een evaluatie komt om mogelijk lessen uit te trekken voor de toekomst. Aandacht voor klanten met klachten De afgelopen maanden hebben enkele duizenden klanten van DSB zich verenigd om een oplossing af te dwingen voor de klachten die ze hebben over DSB. In de komende periode zullen klanten van DSB kritisch moeten kijken naar te bespreken oplossingen. De AFM vindt dat er niet alleen aandacht moet zijn
voor mensen met (dreigende) betalingsproblemen maar ook voor (andere) mensen ten opzichte van wie DSB de zorgplicht niet goed is nagekomen. Provisies Naast nog lopend onderzoek bij DSB naar koopsompolissen, is de AFM op dit gebied al langer actief. Begin 2009 heeft de AFM een inventarisatie gedaan onder de zes grootste aanbieders en samenstellers van koopsompolissen (kredietbeschermers en woonlasten verzekeringen), over de hoogte van de provisies die zij betalen aan de adviseurs/bemiddelaars die deze producten aan de consument verkochten. De provisies bij kredietbeschermers bij consumptief krediet aan (drie van de zes partijen) bleken in 2008 te variëren van 25% tot 86 % van de koopsom. Het gros van de provisies lag rond de 80% van de koopsom. Bij woonlastenbeschermers bij hypothecair krediet liep de provisie op tot 71% van de koopsom. De gemiddelde provisie lag rond de 42%. De gemiddelde koopsom bij woonlastenbeschermers ligt veelal hoger dan bij kredietbeschermers; het verzekerde krediet is hoger. De AFM gaf aan dat het bestaande wettelijk instrumentarium niet toereikend was om buitensporige provisies adequaat aan te pakken. Inmiddels heeft de wetgever de regels voor passende provisie en transparantie (zoals vastgelegd in het Bgfo) vanaf 1 januari 2010 ook van toepassing verklaard op betalings beschermers, de categorie waar de koopsompolissen veelal onder vallen. (Zie uitgebreide toelichting elders in dit magazine) De AFM heeft sinds juli 2008 de mogelijkheid om bemiddelaars aan te spreken op de betalingsbeschermers, waaronder de koopsompolissen. Vóór die tijd
AFM in het nieuws
waren adviezen over deze producten in combinatie met een krediet vrijgesteld van de adviesregels en had de AFM geen grondslag om de adviezen hierover te onderzoeken. De AFM adviseerde in haar marktbrede onderzoek naar hypotheekadviezen van 2007 de wetgever om de vrijstelling voor deze verzekeringen op te heffen, en dus de regelgeving aan te scherpen. Dat is per 1 juli 2008 gebeurd. De AFM kondigde al eerder aan dat de controle op de naleving van deze nieuwe regels een speerpunt is in het toezicht. Dit zal mogelijk leiden tot formele maatregelen, zoals boetes. De AFM benadrukt dat een beperkt aantal bemiddelaars grootschalig koopsompolissen tegen hoge provisies bemiddelden. Vertrouwen Hoewel ten tijde van de samenstelling van dit magazine de ontwikkelingen nog vers zijn, staat één ding buiten kijf: de ontwikkelingen rond DSB Bank maken nog eens overduidelijk dat een bank niet zonder het vertrouwen van klanten kan. En dat dit de verantwoordelijkheid voor een bank met zich meebrengt om de klanten echt centraal te stellen
•
→ (Elsevier, 25 juli) AFM onderzoekt variabele rente De Autoriteit Financiële Markten (AFM) stelt een onderzoek in naar de variabele hypotheekrente van financiële instellingen zoals banken en verzekeraars. De toezichthouder bekijkt of de informatie in brochures en algemene voorwaarden voldoende is voor consumenten om een goede keuze te kunnen maken tussen variabele rente of vaste rente. De AFM wil niet oordelen over de hoogte van de rente, maar wil weten hoe de rente tot stand komt en of de schriftelijke informatie aan de consument voldoende is
→ (Algemeen Nederlands Persbureau, 3 september) AFM doet onderzoek naar Van der Moolen De Autoriteit Financiële Markten (AFM) doet onderzoek naar handelshuis Van der Moolen. De AFM kon verder niets zeggen over het onderzoek. Vorige maand moest Van der Moolen uitstel van betaling aanvragen omdat het bedrijf de rekeningen niet meer kon betalen. Een maand eerder was topman Richard den Drijver afgetreden wegens tegenvallende resultaten
•
•
AFM spreekt Toespraak AFM-bestuursvoorzitter Hans Hoogervorst op het jaarlijkse internationale congres van accountantsorganisatie DFK ‘Looking back, it is clear that the whole economy had become a huge pyramid of debt, that at some point inevitably had to come tumbling down. Even more surprisingly, banks were allowed to build up debt levels that were 25, 30 or even more times their tangible common equity. What were we thinking? Was no one aware that a mere 2 or 3% decline of the asset value of banks would be enough to wipe out their entire equity? This is a question that can be asked to supervisors, but also to preparers and auditors. ….. Still, auditors might have seen more if they had concentrated more on the big picture and less on technical detail. Also, it is highly recommendable that auditors and prudential regulators intensify their communication in the future. If auditors cannot raise their concerns in public, they should be able to do so with the regulators’
•
Toespraak Hans Hoogervorst op een conferentie van de International Accounting Standards Board (IASB) over de internationale financiele verslaggevingsregels IFRS te Milaan. ‘The majority of assets of most banks consist of their loan-portfolio. The loanportfolio is still valued at amortized cost and is not subject to fair value accounting. Consequently, there can be no undershooting of the value of these assets as a result of mark-to-market accounting. Quite the opposite, markets are worried that loan portfolios contain hidden losses which will inevitably be incurred as a result of the recession. It is difficult to assess the net result of the possible underestimation of risk in the loan portfolio and the possible overshooting of risks in assets measured at fair value. Overall, it does not seem likely that bank assets are being hugely undervalued. Most probably, the opposite has been the case. The stress tests by the Federal Reserve of the American banking sector showed clearly that traditional loan assets still have a huge loss potential in the coming years’
•
AFM agenda November
→ 4 November Hans Hoogervorst Amsterdam Academic Conference Theodor Kockelkoren Strategieplatform Banken & Verzekeraars → 11 November René Maatman Eye on Asset management Ernst & Young → 12 November Hans Hoogervorst bijeenkomst Recofa over toezien op toezicht → 12 November René Maatman seminar Simmons & Simmons → 19 November Steven Maijoor congres Beleggen in gebakken lucht → 25 November Steven Maijoor accountantsdag NIVRA → 27-28 November Hans Hoogervorst bijeenkomst Holland Financial Center → 28 November Hans Hoogervorst Dag van de Belegger
December
→ 1 December Hans Hoogervorst KPMG-roundtable → 2 December Hans Hoogervorst Federation of European Securities Exchanges → 2 December Theodor Kockelkoren congres NIBE-SVV → 4 December Harman Korte Interbancair Vertegenwoordigd Overleg → 7 December Hans Hoogervorst Conference for European Companies → 8 December Hans Hoogervorst Nationaal Compliance Congres → 10 December Theodor Kockelkoren Meijer Registermakelaars in Assurentiën → 15 December Steven Maijoor Better markets conference ICAEW
OVER WETTEN EN REGELS
(INTERVIEW)
Selectie nieuwe regelgeving
→ Wet implementatie richtlijn betaaldiensten
→ Wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2010
De wet treedt in november 2009 in werking.
In augustus 2009 is het wetsontwerp bij de Tweede Kamer ingediend. Beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2010.
Doel van de wet: • bijdragen aan de harmonisatie van de interne (Europese) markt voor betaaldiensten. Met deze wet wordt de Europese richtlijn over betaaldiensten in de Wet op het financieel toezicht en het Burgerlijk Wetboek geïmplementeerd; belangrijke aanpassingen van deze wetgeving zijn, dat: • de markttoegang voor betaaldienstverleners tot de interne markt door middel van de introductie van een vergunningenstelsel wordt geregeld; • regels zijn vastgesteld die betrekking hebben op de relatie tussen de betaaldienstverlener en de consument
•
Doel van het wetsvoorstel: • het wegnemen van, door de toezichthouders en marktpartijen in de Wet op het financieel toezicht, gesignaleerde knelpunten. Het wetsvoorstel bevat voornamelijk wijzigingen van technische aard. Er zijn echter enkele belangrijke beleidsmatige wijzigingen, zoals: • ‘Wildwestbordje’ (de verplichte vermelding dat activiteiten zijn vrijgesteld). De gevallen waarin een vrijstelling moet worden vermeld worden uitgebreid. Ook wordt de mogelijkheid gecreëerd (voor de AFM) om voorschriften te verbinden aan de vorm en inhoud van deze vermeldingen. • ‘Vrijwillig toezichtregime beleggings instellingen’. Deze wijziging strekt ertoe om bepaalde (beheerders van) beleggingsinstellingen de mogelijkheid te bieden om zich vrijwillig te onderwerpen aan wettelijk toezicht
•
Hypotheken terug naar normale proporties Afgelopen voorjaar viel bijna iedereen over AFM-voorzitter Hans Hoogervorst heen, toen hij aankondigde paal en perk te willen stellen aan de ‘tophypotheek’. Volgens sommigen zou het beperken van de tophypotheek de doodsteek zijn voor de huizenmarkt. In september publiceerde de AFM uitgewerkte voorstellen. Waar draait het allemaal om? ‘Huizenbezitters lopen twee risico’s’, legt AFM-voorzitter Hans Hoogervorst uit. ‘Ten eerste het betalingsrisico. Dit is het risico dat de huizenbezitter, door bijvoorbeeld inkomensdaling of rentestijging, niet meer aan de maandelijkse hypotheeklasten kan voldoen. Ten tweede het restschuldrisico. Het huis is het onderpand voor de hypothecaire lening. Een daling van de huizenprijs betekent dat het onderpand minder waard wordt. Op papier vermindert dan het netto-vermogen. Er kan zelfs een negatief vermogen ontstaan. Op het moment dat het huis verkocht wordt, verandert het papieren verlies in een levensechte restschuld.’
Nederland buitenbeentje Op dit moment wordt iedere nieuwe hypotheek getoetst aan de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF). Deze stelt een maximum aan de hypotheek, afhankelijk van het inkomen en de rentestand. Dit beperkt het betalingsrisico. Maar de GHF toetst niet op het restschuldrisico. Dat is immers afhankelijk van de verhouding tussen de hypotheek en de waarde van het huis (de loan to value-ratio ofwel LTV). De waarde van het huis is geen onderdeel van de GHF. In het buitenland is de LTV vaak aan een maximum gebonden. En dat maximum ligt vaak ruim onder de 100%. De gemiddelde LTV van nieuwe hypotheken ligt internationaal gezien iets onder de 80%. Wil je als consument meer dan dat lenen, dan worden in veel landen aanbetalingen, aanvullende garanties of verzekeringen geëist. Door niet de hele waarde van het huis te belenen, ontstaat een buffer. Als de huizenprijzen dalen, ontstaat er niet direct een negatief vermogen. Alleen in Nederland is het heel gebruikelijk om het huis volledig te belenen. Sterker nog, de kosten koper worden er vaak ook nog bijgeleend. ‘Dit kreeg ik mijn internationale collega-toezichthouders niet uitgelegd’, vertelt Hoogervorst. ‘Zeventig of tachtig procent is in het buitenland vaak het maximum. En in Nederland gaan we rustig tot 112 procent, of nog hoger. Er zijn zelfs gevallen bekend waar de hypotheek 180 procent van de huiswaarde bedroeg. Alleen in IJsland ligt de LTV gemiddeld nog hoger dan in Nederland. Maar die vergelijking is op dit moment niet erg geruststellend!’
Cultuurverandering Om het restschuldrisico te beperken, stelt de AFM voor om de hypotheek tot honderd procent van de huiswaarde te beperken. Dat betekent dat starters de kosten koper zelf moeten financieren. ‘Ja, dat is een belangrijke verandering ten opzichte van de huidige situatie. Maar toen ik begin jaren ’90 een huis kocht, was het heel normaal om eigen spaargeld in te brengen. In het buitenland is dat nog steeds zo,’ stelt Hoogervorst. Deze maatregelen worden niet van vandaag of morgen ingevoerd. ‘Dit zijn veranderingen waar mensen zich op moeten kunnen voorbereiden’, vindt de AFM-voorzitter. ‘Als eerste stap willen we daarom een overgangsmaatregel invoeren. Per 1 januari 2011 moet het gedeelte van de hypotheek dat boven de waarde van het huis uitstijgt, binnen 5 tot 7 jaar worden afgelost. In 2013 gaan we deze overgangsmaatregel evalueren.’
oogervorst toe. ‘Maar het belangrijkste is dat we alle huizenH kopers hiermee beschermen tegen te grote restschuldrisico’s.’
Door deze geleidelijke invoering schat de AFM dat de effecten op de huizenprijs beperkt zijn. ‘Natuurlijk zullen er individuele gevallen zijn waar de maatregel vervelend uitpakt’, geeft
Weinig negatieve bij-effecten De AFM heeft ook de afgelopen jaren al scherp gelet op de kwaliteit van hypotheekadvisering. Zo is in 2007 het rapport ‘Kwaliteit advies en transparantie bij hypotheken’ uitgebracht. Uit dit en verder onderzoek bleek dat ongeveer een derde van de hypotheken de normbedragen uit de GHF overschreed. Dit mag als daar een goede motivatie aan ten grondslag ligt. Helaas schoot de motivatie bij tweederde van de overschrijdingen tekort. Dit betekent dat één op de vijf hypotheken uit het onderzoek niet verantwoord verleend was. Dit is voor de AFM aanleiding om de motivatie van overschrijdingen aan strengere eisen te onderwerpen.
Hier komt bij dat in Nederland een groot deel van de hypotheeksom aflossingsvrij is. Dit betekent dat het hypotheekbedrag ook tijdens de looptijd hoog blijft. Het restschuldrisico dat bij zo’n hoge hypotheek hoort, is niet gering. De AFM heeft becijferd dat mensen met een hoge LTV een restschuldrisico lopen van 20.000 euro tot 45.000 euro, afhankelijk van hoe de huizenprijs zich ontwikkelt. Deze restschuld ontstaat wanneer mensen hun huis gedwongen moeten verkopen, bijvoorbeeld als zij door langdurige werkloosheid de hypotheeklasten niet meer op kunnen brengen. Daarnaast zet de restschuldproblematiek ook een rem op de mobiliteit in de woningmarkt. Een eventuele restschuld zal mensen ontmoedigen om te verhuizen. Bij vrijwillige verkoop wordt de eventuele restschuld ook niet gedekt door de Nationale Hypotheekgarantie. Ongeveer een half miljoen huishoudens kan zo in zijn mobiliteit beperkt worden.
Waarom is er niet eerder ingegrepen? Voor mensen die al een hypotheek hebben, worden de risico’s niet verminderd. ‘Maar er is wel degelijk gewaarschuwd in de voorbije jaren’, stelt Hoogervorst. De Nederlandsche Bank heeft herhaaldelijk gewezen op de risico’s van tophypotheken en beperkingen van de LTV voorgesteld. Maar dit vond weinig weerklank. De voortdurend stijgende huizenprijzen zorgden ervoor dat restschuldrisico’s binnen enkele jaren wegsmolten. Bovendien was het aantal mensen dat in betalingsproblemen kwam in Nederland bijzonder laag. Risico’s op de hypotheekmarkt leken daarom lang een ver-van-mijn-bed-show. Met de kredietcrisis zijn we ruw wakker geschud.
Afgelopen voorjaar deden de voorstellen van de AFM nog veel stof opwaaien. Maar Hoogervorst verwacht dat de uiteindelijke invoering weinig negatieve bij-effecten zal hebben. ‘De overgangstermijnen zijn ruim en iedereen kan zich daardoor goed voorbereiden. Bovendien zijn banken gezien de crisis sowieso al voorzichtiger geworden bij het verstrekken van hypotheken. Onze voorstellen sluiten goed aan bij deze praktijk’
•
‘Voorstel AFM zwijgt over groot aandeel aflossingsvrije hypotheken.’ Ron Bavelaar Algemeen directeur De Hypotheekshop Zittend op een brug over een van de grachten in Leiden voer onder mij door een OVW-bootje, zoals een andere terrasgenoot plastisch uitdrukte. ‘Een wat voor bootje?’ vroeg ik. Een overwaarde-bootje, was het antwoord. In Nederland varen, rijden en staan heel wat OVW-goederen. Goederen die, met de eigen woning als onderpand, via de hypotheek betaald worden. Is hier bezwaar tegen? Op zich niet, tenzij hierdoor een onverantwoord restschuldrisico ontstaat. Nu het economisch klimaat tegenzit en de huizenprijzen dalen wordt in ieder geval dit laatste risico steeds groter en dat geldt ook voor starters met tophypotheken. Op zich is het dan ook niet verkeerd om starters zelf de ‘kosten koper’ te laten betalen; dat was in het verleden namelijk ook al zo. En wanneer dit met een ruime overgangsregeling wordt ingevoerd kunnen de effecten voor de huizenmarkt beperkt zijn. Zuur is wel dat die ‘kosten koper’ voor het grootste gedeelte door de overdrachtsbelasting veroorzaakt worden. Afschaffing van de overdrachtsbelasting voor in ieder geval starters zou een prima uitruil kunnen zijn. Daarnaast pleit ik er voor dat hypotheken weer gaan doen waarvoor ze oorspronkelijk bestemd zijn, namelijk voor de financiering van de eigen woning. Een te groot gedeelte aflossingsvrij veroorzaakt uiteindelijk dezelfde problematiek als die aan de tophypotheken wordt toegedicht. Het voorstel zwijgt hierover
•
Mike Ottink
Krijgt een consument daadwerkelijk wat hij denkt dat hij koopt? Wordt hij niet misleid met een tarief of een rendement dat te mooi is om waar te zijn? En klopt wat in de financiële bijsluiter, het prospectus en de offerte staat eigenlijk wel? En wat er in een advertentie staat? Het team Toezichtinformatieverstrekking van de afdeling Trans parantietoezicht van de AFM houdt hier toezicht op.
[WERKWIJZE]
‘Het consultatie document zou op een aantal punten een conse quentere toepassing mogen hebben.’ Jan-Paul Hendriks Directeur hypothecair debiteurenbeheerder Novalink
10
‘Mijns inziens heeft de AFM de juiste conclusies getrokken na de analyse van de problematiek. Een meer gedifferentieerde opzet en striktere toepassing van de inkomensnorm en een beperking van het restschuldrisico zijn goede verbeteringen. Immers, de huidige economische recessie leert in het domein van het hypothecair debiteurenbeheer dat de financiële risico’s groot en langdurig zijn; restschulden van meer dan 50.000 euro zijn tegenwoordig meer regel dan uitzondering. Ook gaat een gedwongen verkoop veelal gepaard met een sociale ontwrichting, mede door de beperkte alternatieven op de huizenmarkt vanwege een gebrek aan betaalbare huurwoningen. Het beperken van deze risico’s is een terechte aanpak door de AFM. Het consultatiedocument zou naar mijn mening op een aantal punten een consequentere toepassing mogen hebben. Bijvoorbeeld: waarom een onderscheid tussen wel en geen NHG? En waarom is wel een ‘tijdelijk’ hogere financieringslast toegestaan als er extra wordt afgelost? Daarboven zou een uitwerking van de zorgplichtregelgeving in geval van (naderende) betalingsachterstanden een ver betering zijn gelet op de toenemende problemen nu op dit terrein. Het voorgestelde normenkader is al met al een stap voorwaarts in de goede richting. Er blijft echter wel een sterke fiscale tegenstroom. Wellicht zou de AFM ook kunnen lobbyen voor een beperking van de hypotheekrenteaftrek ten gunste van een (tijdelijke) subsidie op het aflossen van hypotheken
•
Voorstellen en vervolgtraject De AFM heeft begin september voorstellen gepubliceerd om het toetsingskader voor hypothecaire kredietverstrekking aan te scherpen. De voorstellen behelzen globaal het volgende: 1. De huishoudsamenstelling moet worden meegenomen bij het toetsen van de betaalbaarheid van de hypotheek; 2. De mogelijkheden om af te wijken van de normen worden beperkt; 3. De normen voor hypothecair en consumptief krediet moeten beter op elkaar worden afgestemd. 4. Er wordt een LTV-ratio (zie begrippenlijst) geïntroduceerd in het toetsingskader. Uitgangspunt is 100 procent van de aankoopwaarde van het huis; 5. Om negatieve effecten voor de woningmarkt te beperken, stelt de AFM een overgangsmaatregel voor. Er mag tot 112 procent LTV geleend worden, wanneer het deel boven de 100 procent in maximaal 5 à 7 jaar wordt afgelost of als extra vermogen wordt opgebouwd. Belanghebbenden konden tot 21 oktober commentaar leveren op de voorstellen. Begin 2010 verwacht de AFM een reactie te geven op de ontvangen commentaren. De voorgestelde aanpassingen zullen vervolgens op 1 januari 2011 inwerking treden.
Begrippenlijst GHF: Gedragscode Hypothecaire Financieringen. Deze gedragscode hebben verstrekkers van hypothecair krediet met elkaar afgesproken. De code bevat onder andere normbedragen voor de maximale hypotheek, afhankelijk van het inkomen en de rentestand. LTI: Loan to income. Dit is de verhouding tussen de hoogte van de hypothecaire lening en het bruto jaarinkomen. De GHF staat, afhankelijk van inkomen en rentestand, een maximale LTI toe van 3,5 bij een hoge rente en een laag inkomen tot 6,1 bij een lage rente en een hoog inkomen. LTV: Loan to value. Dit is de verhouding tussen de hoogte van de hypothecaire lening en de waarde van het huis. Banken rekenen meestal met de executiewaarde van het huis, dat wil zeggen de prijs bij veiling. Deze ligt in de regel aanzienlijk lager dan de prijs die bij vrije verkoop verkregen wordt. De AFM rekent in zijn voorstellen met de aankoopwaarde van het huis.
What you see…..is what you get! Voor Tom Smiers, manager Toezichtinformatieverstrekking, staat als een paal boven water waarom zijn werk belangrijk is: ‘De consument moet eenvoudig kunnen achterhalen wat de risico’s, kosten, rendementen zijn en wat de werking is van het financiële product waarin hij geïnteresseerd is. Wij houden doorlopend toezicht op bijvoorbeeld reclames, maar daarnaast proberen wij ook de overige informatievoorziening naar een hoger plan te tillen. Het gaat dan bijvoorbeeld om offertes voor hypotheken, brochures van spaar- en beleggingsproducten en informatie over bijvoorbeeld levensverzekeringen. Deze informatie voor de consument moet ‘overduidelijk’ duidelijk zijn.’ Het toezicht bestaat uit twee verschillende onderdelen: het doorlopend toezicht, waar het reclametoezicht het belangrijkste onderdeel van is, en het meer projectmatige toezicht op overige informatieverstrekking. Handelingssnelheid staat hoog in het vaandel van de afdeling, vooral bij het doorlopend toezicht. Omdat reclames meestal een beperkte looptijd hebben is snelheid vaak geboden. ‘Het gaat ons er primair om kwalijke uitingen te stoppen en de schade die daardoor mogelijk ontstaat zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te beperken’, zegt toezichthouder Jannette van
der Veen-Schouten. Net als de rest van de AFM staat de afdeling daarvoor een scala aan maatregelen ter beschikking. Maar meestal pakken de medewerkers eerst de telefoon. ‘Het gaat ons erom wat het meest efficiënt werkt’, aldus van der Veen. ‘Daarom bellen wij ook vaak eerst. Op die manier spreek je personen aan, in plaats van bedrijven. Negen van de tien keer is het probleem dan meteen opgelost. Als dat niet lukt dan zetten we andere middelen in, bijvoorbeeld een aanwijzing. Daarnaast kunnen we een normoverdragend gesprek voeren of – bij zware overtredingen zoals misleidingeen boete op leggen.’ ‘Voor ons is het belangrijk dat instellingen veel aandacht besteden aan begrijpelijke en volledige productinformatie. ‘Overduidelijk’ duidelijke en niet misleidende informatieverstrekking zorgt er immers voor dat de consument ook daadwerkelijk centraal komt te staan’, vult Smiers aan. Om tot een goede beoordeling van de informatievoorziening te komen, moet de toezichthouder natuurlijk precies weten hoe een product werkt. Wij zijn constant bezig met het up-to-date brengen van onze productkennis en het stellen van de goede vragen. Het recente onderzoek naar de informatieverstrekking rondom de variabele hypotheekrente is hier een goed voorbeeld van. De verschillen die wij in
de markt constateerden waren voor ons aanleiding om hier vragen bij te stellen en uit te zoeken wat deze verschillen veroorzaakt. Om te bepalen waarnaar onderzoek wordt gedaan, wordt vooral gekeken naar de impact die het product heeft op de markt of op de consument. Zo onderzocht het team recent de informatieverstrekking over hypotheken. Het kopen van een huis is een belangrijk moment in het leven van een consument. In veel gevallen is dit ook het moment waarop een consument zich voor een hele lange periode aan een financieel product bindt. Alle reden om ervoor te zorgen dat de consument krijgt wat hij denkt dat hij koopt! Een groot deel van de partijen die door het team worden gebeld reageren positief. ‘Sommige partijen zijn verbaasd wat wij allemaal zien en het is lang niet altijd onwil. Een snelle reactie van ons heeft vaak een snelle reparatie tot gevolg’. Het team daagt de markt dan ook uit om er voor te zorgen dat financiële productinformatie voor consumenten doet wat zij behoort te doen: What you see……. is what you get!
•
11
ZAAK X
Ontduikingsconstructies AFM heeft ontduiken vergunningseisen scherp in het vizier
12
De AFM onderzoekt verschillende constructies die zijn opgezet om vergunningeisen te ontduiken. Dit soort constructies, zoals illegale onderbemiddeling door freelancers, zijn funest voor het vertrouwen in de financiële markten. Een consument moet er op aan kunnen dat alle financiële dienstverleners betrouwbaar en deskundig zijn. Het vergunningstelsel is daarbij het fundament van ons toezicht.
personen die zich uitgeven als bestuurder daadwerkelijk als zodanig zijn geregistreerd (in het register bij de AFM of bij de KvK). De AFM bestrijdt stromanconstructies onder meer door vergunningen in te trekken, betrokkenen onbetrouwbaar te verklaren of persoonlijk te beboeten en publiek te waarschuwen voor bepaalde personen.
De AFM verstrekt een vergunning niet zomaar. Een financieel dienstverlener moet eerst aantonen dat het bestuur betrouwbaar is en bovendien de juiste diploma’s in huis heeft. Er worden dan ook hoge eisen gesteld aan de persoonlijke integriteit. Betrokkenheid bij faillissementen, fraude of strafzaken kan voor de AFM reden zijn om een bestuurder te weigeren. Iedere poging daar onderuit te komen is onacceptabel. Helaas komen er veel vormen van ontduiking voor.
Diplomaverhuur: de casus Op de populaire website Marktplaats.nl wordt voor € 1500 per maand een diploma van Stichting Erkend Hypotheekadviseur aangeboden. Er wordt landelijke dekking beloofd en bovenal ‘geen inmenging in de dienstverlening’. Wanneer de AFM contact opneemt met de adverteerder blijkt dat ‘inmenging in de dienstverlening’ wel degelijk mogelijk is. Het basispakket bestaat uit de kale inhuur van het diploma. Voor een meerprijs van € 100 per stuk kunnen adviesdossiers worden aangeleverd om de deskundigheid te laten zien.
Stromanconstructies: de casus De AFM heeft een vergunningaanvraag ontvangen van de heer Nagel. Bij controle blijkt dat hij in het verleden zonder vergunning betrokken is geweest bij het aantrekken van gelden. Mede naar aanleiding van een aangifte door DNB is hij persoonlijk failliet verklaard. Hij voldoet niet aan de betrouwbaarheidsvereisten en heeft daarom zijn echtgenote naar voren geschoven als bestuurder. De echtgenote geeft in een gesprek met de AFM aan dat haar man de onderneming eigenlijk leidt. In de vergunningaanvraagprocedure wordt de echtgenote vervolgens teruggetrokken en wordt een nieuwe bestuurder, de heer Wijnsma, opgevoerd. Hij heeft een onderneming in de metaalnijverheid en geen ervaring met financiële dienstverlening en ook geen relevante diploma’s. De heer Nagel treedt in loondienst en formeel worden alle bestuurlijke activiteiten door de heer Wijnsma verricht. In de praktijk heeft de heer Nagel de touwtjes echter stevig in handen. De AFM twijfelt niet zomaar aan iemands betrouwbaarheid. In de gevallen dat dit wel gebeurt, is het zeer onwenselijk dat consumenten met hen of hun onderneming in aanraking komen. Er is sprake van een stromanconstructie als een financiële dienstverlener in de praktijk door iemand anders wordt geleid dan de bij de AFM geregistreerde bestuurder. Deze persoon blijft bewust uit het zicht, omdat hij weet of vermoedt dat de AFM twijfelt aan zijn betrouwbaarheid. De AFM adviseert daarom altijd te controleren of
De AFM constateert dat bepaalde financiële dienstverleners die niet (langer) voldoen aan de deskundigheidseisen, deze proberen te ontduiken door een diploma in te huren. Gevolg is dat op papier de deskundigheid in orde is, maar dat er geen werkzaamheden worden verricht om deze veronderstelde deskundigheid ook waar te maken. Dossiers worden ‘blind’ afgetekend of summier steekproefsgewijs beoordeeld. Dit gaat duidelijk ten koste van het klantbelang en doet bovendien afbreuk aan eerlijke concurrentieverhoudingen. De AFM heeft de afgelopen maanden onderzoek gedaan naar diplomaverhuur en met name het aanbod van diploma’s op internet. Als gevolg van dit onderzoek zijn talrijke advertenties op Marktplaats.nl verwijderd en diverse websites uit de lucht gehaald.
Inkooporganisaties: de casus Holland Hypobank komt er achter dat financieel dienstverlener Veldman Persoonlijk Advies een offerte ‘namens de klant’ heeft getekend, om het aanvraagproces voor een hypotheek te versnellen. Holland Hypobank zegt de overeenkomst met Veldman Persoonlijk Advies onmiddellijk op, omdat zij niet wil samenwerken met een financiële dienstverlener die valsheid in geschrifte pleegt. Maar Veldman Persoonlijk Advies slaagt er daarna in om bij Inkooporganisatie XS via een omweg producten van Holland Hypobank te verkopen. Inkooporganisatie
XS vindt dat het vanwege haar zorgvuldige aanstellingsbeleid niet nodig is om aan aanbieders door te geven met welke financieel dienstverleners zij in zee gaat. Doordat Inkooporganisatie XS een samenwerkingsverband heeft met de Holland Hypobank, kan Veldman Persoonlijk Advies zo alsnog zaken blijven doen met de Holland Hypobank zonder dat deze het door heeft of er iets tegen kan doen. De AFM richt zich niet alleen op illegale constructies, maar ook op legitieme constructies die onwenselijk uitpakken. Inkooporganisaties kunnen bijvoorbeeld door financiële dienstverleners worden misbruikt om uit het zicht te blijven bij aanbieders. Sommige inkooporganisaties maken uit commerciële overwegingen niet bekend welke financiële dienstverleners bij hen zijn aangesloten. Hierdoor kan de aanbieder niet zien met welke financiële dienstverlener hij uiteindelijk zaken doet; hij ziet alleen de inkooporganisatie. Hierdoor lukt het aanbieders niet om effectief de verkoop van hun producten door niet integere financiële dienstverleners een halt toe te roepen. De AFM heeft daarom in overleg met marktpartijen een best practice beschreven waarbij transparantie binnen de keten kan worden bereikt. Deze wordt binnenkort gepubliceerd.
Franchising rdienen? en/hypotheVeel geld ve van krediet er op rk ve als rest! Geen Aan de slag , wij doen de en op rk ve een en! ken etc? All leen verkop nodig e.d. al is n en /k en papier e mensen! commerciël Wij zoeken 77 6 81 34 49 Bel ons op 0
Samenwerking met de markt Alleen met een brede aanpak in samenwerking met de markt kan de AFM ontduiking structureel verminderen. De AFM vraagt daarom uw hulp. Hoewel elke ontduikingsconstructie haar eigen specifieke kenmerken heeft, zitten ontduikers niet vast aan één specifieke constructie. Zij kunnen wisselen van de ene naar de andere constructie (of meerdere constructies combineren) en zo uit het zicht blijven van de AFM. Vaak zijn ontduikingsconstructies voor marktpartijen eerder te herkennen dan voor de AFM. Meld ze dus aan de AFM. Dit kan ook anoniem. De AFM nodigt marktpartijen ook uit met voorstellen te komen om ontduikingsconstructies – al dan niet gezamenlijk met de AFM – tegen te gaan. De AFM benadrukt dat recent diverse onderzoeken succesvol zijn afgerond, mede dankzij meldingen. Schroom dus niet contact op te nemen via
[email protected]
•
13
woordigers en vertegen Agenturen rdienen? / Veel geld ve n kredieten verkoper va s al ag sl Aan de etc? hypotheken rest! Geen , wij doen de en op en! rk ve Alleen leen verkop nodig e.d. al is n en /k en papier e mensen! commerciël Wij zoeken 77 6 81 34 49 Bel ons op 0
Commotie over advertenties Het Assurantie Magazine schreef in september in een kritisch artikel: ‘In de kolommen van De Telegraaf roept een bemiddelingsbedrijf al dagenlang hard om mensen die veel geld willen verdienen door krediet- of verzekeringsproducten te verkopen. Alsof de Wet financieel toezicht niet bestaat, luidt de wervende tekst: ‘Alleen verkopen, wij doen de rest! Geen papieren/kennis nodig e.d. alleen verkopen’.’ Uit de toon van het artikel zelf en uit (het merendeel) van de reacties, blijkt dat er in de markt veel weerstand is tegen dergelijke advertenties. De AFM maakt hieruit op dat de wil groot is om het imago van de branche hiertegen te beschermen.
KOP ZORGEN
Interview met Sjoerd van Keulen, voorzitter van Holland Financial Centre (HFC). HFC is een samen werkingsverband tussen de overheid en de financiële sector en is opgericht in juli 2007.
De speerpunten van HFC: Waarom Nederland er volgens HFC toe doet als financieel centrum: 1. Retirement Management: HFC ziet in Nederland een Pensioen Kampioen. Nu veel landen vergrijzen, de behoefte aan kapitaalgedekte pensioenvoorzieningen overal in de wereld toeneemt en een ontwikkeling op gang is gekomen naar één Europese markt, is Nederland uitstekend gepositioneerd om uit te groeien tot het leidende centrum voor Retirement Management in Europa.
‘Ik ben ervan overtuigd dat deze crisis juist veel kansen biedt voor Nederland.’ 14 Holland Financial Centre (HFC) richt zich op de ontwikkeling van een sterke Nederlandse financiële sector en de internationale positionering van Nederland als aantrekkelijke plek om financiële zaken te doen. De financiële crisis heeft nog eens duidelijk gemaakt dat een goed werkende financiële sector voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid van cruciaal belang is. HFC heeft de komende tijd dus een belangrijke, maar lastige taak te vervullen.
1
De ambitie van HFC is om van Nederland een gespecialiseerd financieel centrum te maken. Is deze ambitie door de kredietcrisis niet onderuit gehaald? Ik ben ervan overtuigd dat deze crisis juist veel kansen biedt voor Nederland. Oud-Hollandse koopmanswaarden als degelijkheid, betrouwbaarheid en zuinigheid zijn ineens weer zeer aantrekkelijk. Deze waarden zijn uitstekend te
combineren met de gekozen speerpunten van HFC. Neem bijvoorbeeld ons speerpunt Retirement Management. Het pensioenstelsel in Nederland behoort tot de meest betrouwbare stelsels van de wereld. Hier zijn veel landen jaloers op. Ook op het gebied van Financial Logistics is Nederland koploper. Een zeer belangrijk deel van de wereldwijde ecommerce transacties wordt verwerkt door organisaties die gevestigd zijn in Nederland. De uitdaging is om naar wegen te zoeken om die verworvenheden om te zetten in nieuwe business en in nieuwe werkgelegenheid. Deze voorbeelden illustreren dat de Nederlandse financiële sector zeker (nog) niet voorbij is gestreefd door andere landen. Maar we moeten wel alert blijven en zorgen dat partijen hun krachten op de juiste manier bundelen. Het wordt zo langzamerhand weer tijd voor onze handelsgeest, voor durf en ondernemerschap, voor een nieuwe visie op onze toekomst en een nieuw elan. Want het buitenland zit niet stil.
2 Moeten toezichthouders extra streng zijn om een zo goed mogelijke kwaliteit van de markt te realiseren, of moeten zij juist soepel zijn om klanten te trekken? HFC heeft toezicht altijd als een kracht gezien en niet als concurrentienadeel. Nederland heeft met zijn open economie en internationale oriëntatie een groot belang bij een vitale en internatio naal georiënteerde financiële sector. Hierbij hoort een goed, strikt internationaal toezichtkader dat bijdraagt aan het goed functioneren van de financiële sector en dat zorgt voor een Europees level playing field. Het Angelsaksische ‘high risk/high reward’ model heeft aan aantrekkelijkheid ingeboet. Het is van belang dat Nederland zich goed positioneert. We moeten niet te strikt zijn en onszelf als vestigingsland uit de markt prijzen, maar we moeten ook voor
2. Financial Logistics: HFC wil de Nederlandse innovatiekracht op het gebied van betalingsen transactieverkeer internationaal positioneren door onder meer acties te ondernemen om de fiscale behandeling van betalingsverkeer in Europa te harmoniseren en kennis te cultiveren en te vergroten. 3. Sustainability & Finance: HFC richt zich op de kansen die de overgang van fossiele brandstof naar duurzame brandstof creëert voor de economie. Hierbij gaat het onder andere om duurzaam beleggen en de handel in CO2 emissierechten. 4. Amsterdam Trading Venue: De Amsterdamse beurs is de oudste ter wereld en heeft aan de basis gestaan van het eerste grensoverschrijdende Europese beurzeninitiatief: Euronext. Nederland is volgens HFC dan ook de vestigingsplaats bij uitstek voor verschillende beurzen.
komen dat we door de dynamiek in het Europese speelveld onze regels naar beneden toe aanpassen en in een ‘race to the bottom’ worden meegezogen.
3
Zowel in Nederland als internationaal roept de politiek om meer en strengere regels voor de financiële sector. Maar is meer regelgeving wel de oplossing voor het beteugelen van de kredietcrisis? Het toezicht heeft zich in de afgelopen jaren steeds meer ontwikkeld tot microtoezicht. Hierdoor heeft een vergaande juridisering plaatsgevonden. Niet de bankiers waren verantwoordelijk voor hun zaken, maar advocaten en accountants en een eindeloze rij compliance officers. Risicomanagement kon uitbesteed worden aan Rating Agencies. Iedereen weet nu waartoe dat heeft geleid. Meer macro-toezicht, geschoeid op een internationale leest, is noodzakelijk. Daarnaast vind ik dat we hier in Nederland moeten ophouden met ‘de bankiers’ over één kam te scheren en daarmee de hele beroepsgroep van hoog tot laag te stigmatiseren als dé grote boosdoeners. De oorzaken van de huidige crisis zijn complexer. Om uit de crisis te komen, hebben we deze mensen en hun kennis en vaardigheden hard nodig.
4
Het toezicht in Europa is nu nog erg verbrokkeld. Is dat geen struikelblok bij het werk van HFC? Struikelblok vind ik een te groot woord. Nederland heeft veel kennis en wil deze kennis en kunde graag ter beschikking stellen aan de internationale markt. Het woud aan regelgeving hindert ons hierbij. Het toezicht moet zo worden ingericht dat de activiteiten van financiële instel-
lingen gericht kunnen zijn op het leveren van betrouwbare financiële dienstverlening aan burgers en bedrijven op basis van acceptabele en transparante risico’s. HFC probeert door middel van haar speerpunten en het organiseren van verschillende activiteiten te realiseren dat Nederland hierin in Europa een voortrekkersrol kan vervullen. Een in het oog springende activiteit is het Amsterdam Financial Forum eind november. Hier wordt door sprekers en deelnemers van wereldformaat gediscussieerd over de toekomst van de wereldwijde financiële sector.
5
Wat is de toegevoegde waarde van HFC voor de financiële dienstverlener ‘op de hoek’ en de consument? De financiële sector is van levensbelang voor de Nederlandse economie. Deze sector biedt veel hoogwaardige en schone werkgelegenheid waar ook de financiële dienstverlener op de hoek van de straat en de consument bij gebaat zijn. Vergeet niet dat de financiële sector in Nederland in ruime zin meer dan 600.000 mensen werk biedt. HFC zal zich blijven inzetten voor het verbeteren van de internationale concurrentiepositie van de financiële sector in Nederland. Door alle partijen om tafel te krijgen en te houden kunnen we Nederland als gespecialiseerd financieel centrum verder uitbouwen
•
In de rubriek Kopzorgen legt de InZichtredactie een externe partij vijf prikkelende vragen voor.
15
AT RISK
ZAAK X
RICHTING AANWIJZER →
Banken op weg naar bestemming Klant Centraal? Iedereen die zich dit jaar heeft uitgelaten over de toekomst van banken, realiseert zich dat de klant meer centraal moet komen te staan. Het was een leidend principe in het rapport ‘Naar herstel van vertrouwen’ van de Adviescommissie Toekomst Banken (commissie-Maas). Het uitgangspunt is toegejuicht door minister Bos van Financiën en door de Autoriteit Financiële Markten. En ook de Code Banken van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) geeft aandacht aan het klantbelang. Maar zijn de banken daarmee aangekomen op de eindbestemming ‘De Klant Centraal’?
1616
In de risicoverklaring bij het jaarverslag 2008 noemde de AFM onvoldoende klantgerichtheid als een van de risico’s in de financiële sector. De AFM was dan ook blij dat het rapportMaas de klant weer centraal stelde. ‘Dit biedt perspectief op een cultuuromslag, en wordt dus van harte toegejuicht.’ De AFM reageerde vanuit haar eigen perspectief als gedrags toezichthouder, gericht op de klantgerichte dienstverlening aan consumenten. Minister Bos wees erop dat de zorgplicht van banken ten opzichte van hun klanten in diverse (wettelijke) normen in weten regelgeving is verankerd. Daar zijn de banken dus zelf aan zet; zij moeten voldoen aan de wettelijke eisen. De AFM ziet erop toe dat banken volgens de regels in het belang van hun klanten werken. De AFM constateerde echter met enige teleurstelling dat de Commissie Maas het uitgangspunt niet verder uitwerkte. Inmiddels is er een Code Banken, die op verschillende plekken wijst op het belang van de klant. Zo moeten bankbestuurders een ‘moreel-ethische verklaring’ ondertekenen, waarin zij beloven bij de afweging van belangen het belang van de klant centraal te stellen en de klant zo goed mogelijk in te lichten. De code bepaalt ook dat er een productgoedkeuringsproces moet zijn. De toelichting stelt dat ‘belangen van de verschillende betrokken partijen integraal dienen te worden afgewogen, maar ook dat klanten te allen tijde zorgvuldig worden behandeld en dat de zorgplicht jegens de klant in de cultuur van de bank wordt verankerd.’
Integrale verbeterprogramma’s Minister Bos heeft aangekondigd het aspect van klantbelang in overleg met de AFM en de financiële sector nader onder de loep te nemen. Als het aan de AFM ligt, moeten de banken integrale verbeterprogramma’s ontwikkelen voor klantgerichte productontwikkeling, distributie en advisering. Daarin moet bijvoorbeeld aandacht zijn voor het waarborgen van deskundigheid en integriteit van adviesmedewerkers. Ook moeten adviseurs beloond worden op de kwaliteit van hun advies in plaats van op aan omzet gerelateerde doelstellingen. De AFM constateert dat de kwaliteit van de adviezen in de markt nog maar langzaam verbetert. Niet alleen banken maar ook financiële adviseurs hebben hier dus nog stappen te zetten. In de ogen van de AFM zijn ingrijpende veranderingen nodig. De banken zullen daarvoor hun businessmodel moeten aanpassen. Bovendien vergt het een fundamentele mentaliteitswijziging en heroriëntatie van het bankwezen. Het topmanagement van de banken moet dan ook voor een Iangere periode de hoogste prioriteit geven aan deze cultuuromslag. Zij moeten zo snel mogelijk op het klantgerichte spoor: ‘De Klant Centraal’
•
→ Ook beloning voor betalings beschermers moet transparanter Meerdere verzekeraars betalen hoge provisies aan adviseurs/bemiddelaars van betalingsbeschermers tegen koopsom. Dat blijkt uit recent onderzoek van de AFM. De provisies voor betalingsbeschermers (arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, werkloosheids verzekeringen en overlijdensrisicoverzekeringen) lopen op tot 86 procent van de koopsom voor betalingbeschermers die worden afgesloten bij een consumptief krediet. Bij woonlastenverzekeringen (hypothecair krediet) lopen de provisies op tot 71 procent van de koopsom.
rovisie die hij ontvangt van de aanbieder. Een percentage p alleen is niet genoeg. De hoogte van de provisie moet bovendien tijdig én schriftelijk worden gegeven, om de cliënt in staat te stellen een weloverwogen beslissing te nemen of hij de betalingsbeschermer of uitvaartverzekering wel of niet wil afnemen. Ook als de financiële dienstverlener een vergoeding in de vorm van een advies- of bemiddelingsfee in rekening brengt bij de cliënt, moet deze uiteraard inzichtelijk worden gemaakt. De door de cliënt te betalen vergoeding voor de dienstverlening is immers een essentieel onderdeel van de dienstverlening die wordt overeengekomen. Het spreekt voor zich dat de cliënt daarvan op de hoogte moet zijn voordat hij de dienst eventueel afneemt. De informatie over de hoogte van de fee moet daarom vóór het overeenkomen van de advies- of bemiddelingsdienst worden verstrekt, zodat de (potentiële) cliënt gedegen kan afwegen of hij de financiële dienst – tegen deze vergoeding – wil afnemen. Provisie in verhouding tot werkzaamheden De provisie die de financiële dienstverlener van de aanbieder ontvangt, moet in verhouding staan tot de werkzaamheden die hij hiervoor verricht. Dit is de zogenaamde ‘passende provisieregel’. Deze is uitgewerkt in de ‘Leidraad passende provisie financiële dienstverleners’, die op de website van de AFM is te vinden.
Mede naar aanleiding van dit onderzoek heeft het Ministerie van Financiën aangekondigd dat per 1 januari 2010 betalingsbeschermers en (natura)uitvaartverzekeringen ook onder de regels voor provisiebetaling en beloningstransparantie worden gebracht. Dit geldt niet alleen voor koopsomverzekeringen, maar ook voor premiebetalende verzekeringen. Wat betekent dit voor financiële dienstverleners?
De financiële dienstverlener moet aannemelijk kunnen maken dat de provisie in verhouding staat tot de werkzaamheden die hij hiervoor heeft verricht. Uit een enquête onder ruim 300 adviseurs bleek dat de gemiddelde adviseur bij een kredietadvies maximaal drie uur extra besteedt aan een passend advies voor een betalingsbeschermer (inclusief doorlopende werkzaamheden). Dit zou betekenen dat de provisie voor die laatste categorie niet meer zou mogen bedragen dan drie keer het uurtarief van de betrokken adviseur.
Ontvangen provisie en bemiddelingsfee transparant De financiële dienstverlener moet de cliënt voorafgaand aan het afsluiten van een betalingsbeschermer of uitvaartverzekering informeren over de daadwerkelijke hoogte van de
De AFM hecht eraan dat de provisieregels op correcte wijze worden nageleefd en zal hier strikt op toezien. Kijk op www.afm.nl/provisie voor meer informatie over de regels voor provisiebetaling en beloningstransparantie
•
17
TOEZICHT INTERNATIONAAL
Europese ontwikkelingen Europese toezichtstructuur aangepast, hedge fondsen onder toezicht
Op Europees niveau zijn de afgelopen periode als gevolg van de kredietcrisis verschillende initiatieven ontplooid die grote invloed kunnen hebben op de Nederlandse financiële markt. Zo heeft de Europese Commissie twee belangrijke voorstellen gedaan die de afgelo-
18
pen maanden veel media-aandacht hebben gekregen. De Commissie wil ten eerste de Europese toezicht structuur verbeteren. Ook heeft zij een voorstel gedaan om hedge fondsen te reguleren.
Aanpassing toezichtstructuur De Europese Commissie heeft op 23 september een belangrijk pakket wetgevingsvoorstellen gepresenteerd om het toezicht op de financiële sector in de Europese Unie te versterken. Niet alleen stelt de Commissie voor de financiële stabiliteit in de gehele EU op duurzame wijze te versterken, ook de aanwezige systeemrisico’s moeten in een vroeg stadium worden onderkend. Daarnaast streeft de Commissie ernaar dat overal in de EU gelijke technische regels gelden en worden toegepast. Het doel van de voorstellen is ook te zorgen voor betere en efficiëntere samenwerking tussen de nationale toezichthouders, onder meer in noodsituaties en bij onderlinge meningsverschillen.
Doel van de voorstellen is betere en efficiëntere samenwerking tussen de nationale toezichthouders.
De voorstellen voorzien in het instellen van een nieuw Europees comité voor systeemrisico’s, de European Systemic Risk Board (ESRB). Dit comité moet de risico’s opsporen die het financiële stelsel als geheel raken en nationale toezichthouders en overheden hierop wijzen, zodat die op tijd actie kunnen ondernemen. Dit comité zal bestaan uit afgevaardigden van de Europese Centrale Bank (ECB), de nationale centrale banken, drie nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten en nationale toezichthouders. Daarnaast stelt de Commissie voor een Europees systeem van financiële toezichthouders op te richten, het European System of Financial Supervisors (ESFS). Dit systeem is samengesteld
uit de nationale toezichthouders die gaan samenwerken binnen drie nieuwe Europese toezichthoudende autoriteiten (European Supervisory Authorities). Het bankwezen, effectenbedrijf, verzekeringen en bedrijfspensioenen worden verenigd in respectievelijk de European Banking Authority (EBA), de European Securities and Markets Authority (ESMA) en de European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA). Deze toezichthoudende autoriteiten komen in de plaats van de huidige Europese samenwerkingsverbanden CEBS, CESR, en CEIOPS. Op grond van de voorstellen van de Commissie krijgen deze nieuwe organisaties de bevoegdheid op specifieke terreinen bindende technische standaarden vast te stellen en bindende besluiten te nemen over nationale toezichthouders en/of financiële instellingen. De Commissie stelt voor een van deze Europese organen het toezicht op credit rating agencies (CRAs) te laten uitvoeren. Hiervoor moet de huidige EU-Ver ordening voor CRAs worden aangepast. Op grond daarvan zullen de toezichtcolleges het toezicht uitoefenen. De toezichtcolleges bestaan uit toezichthouders uit het vestigingsland en uit de landen waar een CRA daarnaast ook actief is. Voor Nederland betekent dit dat de AFM lid wordt van ESMA. De Nederlandsche Bank (DNB) zal als prudentiële toezichthouder deelnemen aan EBA en EIOPA. Het is de bedoeling dat de nieuwe structuur in werking treedt op 1 januari 2011. Dit vereist echter een voorspoedige behandeling van de voorstellen door de Europese raad en het Europees Parlement. Het ministerie van Financiën voert namens Nederland de onder handelingen in Brussel. Zij onderhoudt hierbij nauwe contacten met de AFM en DNB. Vanzelfsprekend oefent de AFM ook via CSEZR haar invloed uit. Regulering hedge fondsen De afgelopen maanden hebben de financiële pagina’s van kranten ook vol gestaan over het voorstel voor een nieuwe Europese richtlijn voor hedge funds. De emoties lopen hierbij af en toe hoog op. Er wordt zelfs gesproken over een ‘monstervoorstel’ of over een pact van Frankrijk en Duitsland tegen het Verenigd Koninkrijk. Mede gelet op alle kritiek wordt het voorstel waarschijnlijk nog sterk gewijzigd. Naar verwachting treedt regulering voor hedge fondsen op zijn vroegst per 2012 in werking.
Het voorstel zal grote impact hebben op de Europese en Nederlandse markt voor beleggings instellingen. Het huidige voorstel zal een grote impact hebben op de Europese en daarmee de Nederlandse markt voor beleggingstellingen. Het toepassingsbereik van het voorstel gaat veel verder dan alleen hedge fondsen, zoals soms wordt gesuggereerd. Het voorstel voorziet in een vergunningplicht voor álle beheerders van beleggingsinstellingen die worden aangeboden aan professionele beleggers. Deze zogenoemde ‘inter-professionele markt’ staat op dit moment helemaal niet onder toezicht. De kredietcrisis heeft echter aangetoond dat ook voor veel professionele beleggers een vorm van bescherming zinvol is. Voor Nederland (en daarmee ook voor de AFM) betekent het voorstel dat alle beheerders van beleggingsfondsen verplicht onder toezicht komen, ongeacht of de beleggers in deze beleggingsinstellingen ‘zeer’ professioneel zijn. De huidige uitzonderingen of vrijstellingen verdwijnen waarschijnlijk. Om deze beleggers te beschermen zullen eisen worden gesteld aan de deskundigheid van de bestuurders, het risicobeheer en vermogenscheiding van het vergunningplichtige fonds. Ook zullen er transparantieregels van toepassing zijn om, indien nodig, op te kunnen treden als er grote risico’s voor de finan ciële stabiliteit worden gesignaleerd. Fondsen moeten zo, volgens het voorstel van de Commissie inzicht gaan geven in de belangen die zij hebben in bedrijven(activistische aandeelhouders). Het voordeel voor de inter-professionele markt is dat beleggingsfondsen van buiten de EU (als de voorstellen doorgaan) voortaan veel sneller grensoverschrijdend in Europa mogen werken met het zogenoemde Europees paspoort. Dit is een groot voordeel voor alle marktpartijen
•
19
ZICHT OP CONSUMENT
16 miljoen toezichthouders Consument zet sector aan beter haar best te doen
20
Een goed geïnformeerde consument kijkt kritischer naar het aanbod. Hij weet beter welke zaken voor hem of haar relevant zijn. Een bewuste consument durft voldoende vragen te stellen en draagt daarmee bij aan een beter functionerend adviesgesprek en zo indirect aan een beter functionerende retailmarkt voor financiële dienstverlening. Naarmate consumenten zelf een actievere rol spelen is er minder toezicht nodig. Consumentenvoorlichting is voor de AFM dan ook een belangrijke manier om ervoor te zorgen dat consumenten ook hun eigen verantwoordelijkheid (kunnen) nemen wanneer zij een hypotheek afsluiten of een beleggingsfonds uitkiezen. Gelukkig blijkt steeds vaker dat consumenten aan het veranderen zijn en zich bewuster en kritischer opstellen. Dit houdt financieel dienstverleners scherp, maar helpt hen ook om hun werk goed te kunnen doen. Want een consument die goed zijn huiswerk heeft gedaan kan sneller schakelen en beter een beslissing nemen. Daarmee kan de consument ook zijn eigen rol in de ‘zorgplicht’ vervullen.
Gebrek aan ervaring
Consumenten schaffen maar een paar keer in hun leven een aantal belangrijke financiële producten aan als een hypotheek of een levensverzekering. Er treden dan ook weinig leereffecten op. Veel financiële producten zijn ‘ervaringsgoederen’ waarvan de kwaliteit vaak pas op lange termijn zichtbaar wordt. Daarnaast is het aanbod van financiële producten en diensten zeer divers en uitgebreid. Dit maakt het moeilijk om überhaupt een keuze te maken. Het feit dat veel consumenten financiële onderwerpen als saai en moeilijk ervaren komt de betrokkenheid ook niet ten goede. Dit geeft ook aan dat financieel dienstverleners een grote verantwoordelijkheid dragen in hun advies richting consumenten. En dat het belangrijk is om consumenten qua voorlichting goed te ondersteunen, zodat ze echt weten wat ze aanschaffen en wat dit op langere termijn voor hen betekent.
Signalen van consumenten
Consumenten hebben voor de AFM een belangrijke signaleringsfunctie. Zij zijn belangrijke tipgevers. Ongeveer 60 tot 70 procent van de meldingen uit de markt die bij de AFM binnenkomen, zijn afkomstig van oplettende consumenten die een misstand signaleren en zich verantwoordelijk voelen om dit door te geven aan de AFM. Die gebeurt bij het Meldpunt Financiële Markten. Klanten van financieel dienstverleners dragen met hun oren en ogen dus zelf ook bij aan een eerlijke en transparante financiële markt. Het aantal meldingen dat het Meldpunt Financiële Markten bereikt is de afgelopen jaren flink gestegen, steeds meer consumenten weten de AFM op dit gebied te vinden.
Hypotheek tool
In september heeft de AFM de interactieve checklist hypotheekgesprek gelanceerd voor consumenten. De tool is voor financieel dienstverleners interessant om te gebruiken in hun hypotheekadvisering. In het gesprek is dan minder uitleg nodig waarom bepaalde vragen worden gesteld of waarom bepaalde informatie nodig is. Consumenten kunnen via een vragenlijst bekijken of de hypotheekadviseur alles heeft besproken wat aan de orde zou moeten komen. Zij krijgen bovendien een persoonlijke ‘boodschappenlijst’ met onderwerpen die mogelijk nog aandacht verdienen. De interactieve checklist is gebaseerd op vragen die de AFM gebruikt bij onderzoek naar hypotheekadvisering. Hij geeft geen oordeel over de inhoud van het hypotheekadvies. Deze tool is te vinden op de website van AFM.
Heb jij je geldzaken goed geregeld? Klik en start hier de financiëlechecklist www.financielechecklist.nl
www.checkjehypotheekgesprek.nl
Samenwerking Nibud & AFM: Groter bereik met gesloten beurs Onlangs hebben Nibud en AFM samen www.financielechecklist.nl geïntroduceerd. Via hele praktische tips en vragen helpt het consumenten om hun geldzaken op orde te brengen. Ook maakt het mensen attent op mogelijke risico’s die ze onvoldoende hebben afgedekt. Deze samenwerking is nieuw. Complementair In haar consumentenvoorlichting werkt de AFM niet alleen. We maken onderdeel uit van het platform CentiQ van het ministerie van Financiën. We zijn daarnaast een direct samenwerkingsverband aangegaan met het Nibud. In de praktijk blijkt namelijk dat de informatie van het Nibud en de AFM elkaar mooi aanvult en dat onze doelgroepen deels complementair zijn. Positionering Het Nibud positioneert zich net als AFM op één financieel thema, bij het Nibud is dit ‘het voorkomen van financiële problemen door planmatig met je geld om te gaan’ en bij AFM consumentenvoorlichting is dit het voorkomen van ‘onnodige financiële risico’s’. De informatie is op diverse terreinen complementair aan elkaar. Nibud houdt zich bezig met de huishoudfinanciën en AFM informeert over de aanschaf van (complexere) financiële producten voor de wat langere termijn. Minder versnippering Doordat informatie voor consumenten met elkaar in verband wordt gebracht en logisch in het verlengde van elkaar ligt, ontstaat er een duidelijker aanbod en minder versnippering. Door samen te werken creëren we een veel groter bereik van onze informatie met een gesloten beurs. Beide merken hebben ook een zeer positief imago bij consumenten
•
21
OPINIO [OPINIO]
De AFM wil zo transparant mogelijk zijn maar heeft ook een wettelijke geheimhoudingsplicht. Moet de AFM meer communiceren? En zo ja, waarover?
[BEELDCOLUMN]
Het communicatiebeleid is nog steeds in ontwikkeling. Uitgangspunten zijn de wenselijkheid van transparantie en de wettelijke eisen. En het let nauw, want ondernemingen kunnen zich bij de rechter verzetten tegen bijvoorbeeld de publicatie van boetes.
De AFM wil binnenkort ook het communicatiebeleid zelf meer inzichtelijk maken. We vroegen alvast twee betrokkenen te reageren op de stelling:
Moet de AFM meer communiceren? 22
Simon Lelieveldt Hoofd Toezicht en Financiële Markten, Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) ‘Ook de Nederlandse Vereniging van Banken vindt dat de AFM gerichter en daardoor nog méér kan communiceren. Zo is er winst te boeken door de status van wettelijke eisen (inclusief open normen), beleidsregels en leidraden te verduidelijken. Want ‘the devil is in the detail’, zoals blijkt als u de derde alinea van de inleiding van de leidraad ‘ passende provisie beleggingsondernemingen’ leest. De tekst in die alinea is verwarrend doordat de synoniemen: inducementregels, open normen en wettelijke eisen afwisselend worden gebruikt. Terwijl de kernboodschap is: De AFM houdt toezicht op de provisieregels uit en krachtens de Wft. De leidraad in dit document dient ter inspiratie en ter informatie. Let op: u houdt als BO de eigen ruimte zoals onder de open normen systematiek van de Wft de bedoeling is. Wij handhaven niet op het al dan niet voldoen aan deze leidraad maar op het voldoen aan de wettelijke eisen. Kortom: wat de NVB betreft kan de AFM gerichter en daardoor méér communiceren. En waar mogelijk trekken we daarin graag samen op. ‘
Jan Maarten Slagter Directeur, Vereniging van Effectenbezitters (VEB)
23
‘Beleggers melden zich geregeld bij de AFM met klachten. Zij maken echter ook melding van gesignaleerde ongeregeldheden in de markt, het vermoeden van het lekken van voorwetenschap of geconstateerde dubieuze praktijken. De AFM reageert altijd, zij het doorgaans met de gestandaardiseerde mededeling: ‘dank voor uw opmerkzaamheid, we zullen het onderzoeken’. Vervolgens verneemt de belegger er of nooit meer iets van of blijkt uit de media dat de AFM in het specifieke geval handhavend optreedt. Onzekerheid is dan troef bij de belegger. Dat moet beter kunnen. De AFM kan de aanbrenger van de informatie aanmerken als belanghebbende en vervolgens met hem communiceren. De enkele mededeling ‘het onderzoek loopt nog’ vergroot de betrokkenheid van de belegger bij de werkzaamheden van de AFM, maakt dat beleggers ook in de toekomst opmerkzaam blijven omdat ze weten dat de AFM serieus werkt maakt van meldingen en het verstevigt draagvlak van de AFM in de financiële markt. Daar komt bij dat marktpartijen weten dat de AFM niet zomaar loslaat als ze beet heeft•’
Mike Ottink
‘In the middle of every difficulty lies opportunity.’ Albert Einstein
Autoriteit Financiële Markten Postbus 11723 | 1001 GS Amsterdam t 020 797 20 00 | f 020 797 38 00
[email protected] | www.afm.nl