HUUROVEREENKOMST VOOR EEN WONING BESTEMD TOT HOOFDVERBLIJFPLAATS VAN DE HUURDER Gebouw: ……….. – Appartement ………….(gemeubeld / ongemeubeld)* Huurprijs: ……………..€ / maand Gemeenschappelijke kosten: ……………€ / maand Startdatum huurovereenkomst: ………… Einddatum huurovereenkomst: …………. Makelaar : ………………………. TUSSEN : De NV KIEVITPLEIN H, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel – Kunstlaan 58, ingeschreven bij de KBO met ondernemingsnummer 0873.965.248, alhier vertegenwoordigd door mevrouw Kathy Van Herbruggen, geboren op 19/07/1985, mevrouw Joilita Dingemans, geborgen op 28/01/1988 en de heer Floris Simoens, geboren op 26/07/1991, ingevolge volmacht van14/10/2015.
p/a GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS N.V , Uitbreidingstraat 72 bus 2, 2600 Berchem (T.a.v. Philippe Van den Broeck) hierna "De verhuurder" genoemd. en Naam Adres Tel nr. : E-mail : Bank rek nr.: Nationaal nr.: Beroep : Geboorteplaats: Geboortedatum: hierna « De huurder » genoemd (identiteitskaart en loonfiche in bijlage) WERD HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN : 1. Omschrijving van de gehuurde woning De verhuurder verhuurt aan de huurder, die als hoofdverblijfplaats bestemt het appartement, gelegen te 2018 Antwerpen, of Lange Kievitstraat 141 (gebouw H) Appartementnr. Het appartement of woning zal bewoond worden door personen. Het gehuurde goed mag enkel gebruikt worden als woning van de huurder en zijn familie, met uitsluiting van ieder professioneel gebruik. De partijen kunnen echter overeenkomen dat de huurder een deel van het gehuurde goed voor beroepsdoeleinden zal mogen gebruiken, zonder dat de wetgeving i. v.m. de handelshuur van toepassing wordt.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
1/18
2. Duur De huur vangt aan op Ze wordt gesloten:
.
A. voor een duur van 9 jaar. 1°) Normale beëindiging van de huurovereenkomst Ze zal een einde nemen na het verstrijken van deze 9 jaar, door een opzegging per aangetekende brief, 3 maanden vóór de vervaldag voor de huurder en 6 maanden vóór de vervaldag voor de verhuurder. Indien binnen deze termijn geen opzegging wordt gegeven, wordt de huurovereenkomst telkens verlengd voor een duur van 3 jaar onder dezelfde voorwaarden. 2°) Vervroegde beëindiging van de huurovereenkomst De huurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden en betaling van de wettelijk opgelegde vergoeding. De verhuurder kan te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden, indien hij de bedoeling heeft het goed persoonlijk te betrekken. De opzegging gaat in de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging werd gedaan. Bij het verstrijken van het derde en het zesde jaar kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen/ kan de verhuurder de huurovereenkomst niet beëindigen* zo hij de bedoeling heeft belangrijke werken uit te voeren in het verhuurde goed, met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden. Bij het verstrijken van het derde en zesde jaar kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen/kan de verhuurder de huurovereenkomst niet beëindigen* met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden en betaling van de wettelijke vergoeding. * Schrappen wat niet past. (Zo de overbodige bepaling niet wordt geschrapt, zal de verhuurder een einde kunnen stellen aan de huurovereenkomst in de voorziene gevallen) 3°) Ontbinding van de huurovereenkomst In geval van niet-betaling van de huurprijs en/of de lasten en nadat de ingebrekestelling per aangetekend schrijven zonder gevolg is gebleven gedurende een termijn van meer dan 15 dagen, is de verhuurder gerechtigd om in rechte de ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. In geval van ontbinding van de huurovereenkomst op verzoek van de verhuurder ten nadele van de huurder, zal deze laatste al de kosten, lasten en onkosten van welke aard ook die voortvloeien of zullen voortvloeien uit de overeenkomst moeten dragen, met inbegrip van de bedragen vastgesteld in het vonnis, de interesten, de gerechtskosten en de honoraria van de raadgevers, experten of advocaten waarop de verhuurder een beroep doet teneinde zijn verweer voor te bereiden. Verder dient de huurder naast de huurgelden tot op datum van de ontbinding van de huurovereenkomst zoals bepaald door het vonnis, een verbrekings- of wederverhuringsvergoeding te betalen gelijk aan de huur van zes maanden, vermeerderd met het aandeel in de gemeenschappelijke lasten, de belastingen en de verzekeringen. De aandacht van de huurder wordt gevestigd op het feit dat deze laatste zich in geen geval op dit artikel kan beroepen teneinde een ontbinding van de huurovereenkomst te bekomen mits betaling van de vergoeding hierboven bepaald. Op alle door de huurder verschuldigde bedragen is van rechtswege en zonder ingebrekestelling behalve dan het verstrijken van de termijn, een rente van toepassing tegen de intrestvoet gelijk aan 12% per jaar, onverminderd alle andere rechten van de verhuurder om de gerechtelijke ontbinding te vragen van de huurovereenkomst en meer bepaald, zonder dat deze opsomming limitatief is: - de onbetaalde huurprijs - de onbetaalde provisie alsook de afrekening voor de kosten en lasten zoals bepaald in artikel 6.1. en 6.2. - de onbetaalde heffingen en belastingen zoals bepaald in artikel 9
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
2/18
B. voor een duur van ....................................................(maximum 3 jaar). 1°) Normale beëindiging van de huurovereenkomst De huurovereenkomst kan enkel beëindigd worden indien één van beide partijen ten minste 3 maanden vóór de vervaldag een opzegging betekent per aangetekende brief. Indien niet tijdig werd opgezegd of indien de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, wordt de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van 9 jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de oorspronkelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden. ln dit geval blijven de huurprijs en de andere in het oorspronkelijke huurcontract overeengekomen voorwaarden ongewijzigd. In onderling akkoord tussen beide partijen kan de overeenkomst van korte duur onder dezelfde voorwaarden verlengd worden. Dat moet verplicht schriftelijk gebeuren. Een verlenging is slechts eenmaal mogelijk. De totale duur van de huur mag dan in geen geval langer zijn dan 3 jaar. In geval van overlijden van de huurder zullen zijn erfgenamen of andere rechthebbenden een einde kunnen stellen aan de huurovereenkomst, mits zij binnen de maand na het overlijden een opzeggingstermijn van 3 maanden in acht nemen. 2°) Ontbinding van de huurovereenkomst In geval van niet-betaling van de huurprijs en/of de lasten en nadat de ingebrekestelling per aangetekend schrijven zonder gevolg is gebleven gedurende een termijn van meer dan 15 dagen, is de verhuurder gerechtigd om in rechte de ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen. In geval van ontbinding van de huurovereenkomst op verzoek van de verhuurder ten nadele van de huurder, zal deze laatste al de kosten, lasten en onkosten van welke aard ook die voortvloeien of zullen voortvloeien uit de overeenkomst moeten dragen, met inbegrip van de bedragen vastgesteld in het vonnis, de interesten, de gerechtskosten en de honoraria van de raadgevers, experten of advocaten waarop de verhuurder een beroep doet teneinde zijn verweer voor te bereiden. Verder dient de huurder naast de huurgelden tot op datum van de ontbinding van de huurovereenkomst zoals bepaald door het vonnis, een verbrekings- of wederverhuringsvergoeding te betalen gelijk aan de huur van zes maanden, vermeerderd met het aandeel in de gemeenschappelijke lasten, de belastingen en de verzekeringen. De aandacht van de huurder wordt gevestigd op het feit dat deze laatste zich in geen geval op dit artikel kan beroepen teneinde een ontbinding van de huurovereenkomst te bekomen mits betaling van de vergoeding hierboven bepaald. Op alle door de huurder verschuldigde bedragen is van rechtswege en zonder ingebrekestelling behalve dan het verstrijken van de termijn, een rente van toepassing tegen de intrestvoet gelijk aan 12% per jaar, onverminderd alle andere rechten van de verhuurder om de gerechtelijke ontbinding te vragen van de huurovereenkomst en meer bepaald, zonder dat deze opsomming limitatief is: - de onbetaalde huurprijs - de onbetaalde provisie alsook de afrekening voor de kosten en lasten zoals bepaald in artikel 6.1. en 6.2. - de onbetaalde heffingen en belastingen zoals bepaald in artikel 9 3. Huurprijs De basishuurprijs bedraagt
.EUR per maand.
De huurprijs is betaalbaar vóór de 5 de van de maand waarop hij betrekking heeft op rekeningnummer 826-0006207-16 op naam van Kievitplein H en zal in het bezit moeten zijn van de verhuurder vóór deze datum. Indien de huurder zijn rekening de twintigste van de maand niet vereffend heeft, zal deze hieraan herinnerd worden. Voor dit rekeninguittreksel zal een administratieve vergoeding van € 5 aangerekend worden. Indien de achterstand van de huurder meer dan 2 maanden bedraagt, zal deze herinnering gebeuren per aangetekende zending. Voor deze zending zal dan € 10 administratieve kosten gerekend worden.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
3/18
4. Indexering van de huur Deze huurprijs kan eenmaal per jaar, op de verjaardag van de inwerkingtreding van de overeenkomst, worden aangepast aan de gezondheidsindex volgens de formule : Aangepaste huurprijs =
basishuurprijs x nieuw indexcijfer -----------------------------------------------aanvangsindexcijfer
Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de maand die de ondertekening van uw huurovereenkomst voorafgaat. Het nieuw indexcijfer is het indexcijfer van de maand die de verjaardag van de inwerkingtreding van de huur voorafgaat. De indexaanpassing vindt slechts plaats op schriftelijk verzoek van de belanghebbende partij en werkt slechts terug tot 3 maanden voorafgaand aan die van het verzoek. 5. Waarborg De waarborg, door de huurder verschuldigd, bedraagt 3 maanden basishuurprijs via de verzekeringsbon van KORFINE. Tot zekerheid voor het nakomen van zijn verplichtingen voortspruitend uit hoofde van de door de huurder ondertekende huurovereenkomst en om de goede uitvoering van zijn verbintenissen te waarborgen, deponeert de huurder, een verzekeringsbon ten bedrage van .......... EUR. Deze verzekeringsbon is op naam van de huurder. De intresten zullen gekapitaliseerd worden. Over deze waarborg, zowel wat de hoofdsom als de intresten betreft, mag niet worden beschikt ten bate van de ene of andere partij, dan op voorlegging of van een schriftelijk akkoord, of van een afschrift van een rechterlijke beslissing... 6. Kosten 6.1. Algemeen en gemeenschappelijke kosten Zijn ten laste van de huurder : – het abonnement op en het gebruik van de telefoon, op privatief initiatief door de huurder te organiseren; – het abonnement op en alle kosten en belastingen m.b.t. radio, televisie en teledistributie, op privatief initiatief door de huurder te organiseren; – zijn aandeel in de onderhoudskosten van de gemeenschappelijke delen; – zijn aandeel in het verbruik van de gemeenschappelijke delen en hun onderhoudskosten, zoals kosten voor water, elektriciteit van de gemeenschappelijk delen, huisbewaarder, onderhoud, verwarming van de gemeenschappelijke delen, onderhoud verwarming, waterverzachter, lift, schoonmaken schouwen, milieubelasting, beerruimen enz. Deze opsomming is niet beperkend doch slaat op alle kosten die de verhuurder voorschiet voor de huurder, die dan later doorgerekend worden. De huurder zal op deze kosten maandelijks een voorschot betalen van EUR (incl BTW). Bij het einde van elk jaar zal de beheerder een eindafrekening voor het verlopen jaar opmaken en opzenden. Zo nodig kan de huurder inzage van de afrekening of de voorlegging van bewijsstukken vragen. Bij ontvangst van die rekening betaalt de huurder of de verhuurder het verschil tussen de betaalde voorschotten en de werkelijke kosten. Het voorschot mag worden aangepast in functie van de werkelijke uitgaven, zoals deze blijken uit de laatste afrekening. Na ontvangst van de afrekening geldt een protest periode van 15 kalenderdagen. Indien de huurder niet akkoord gaat met de afrekening dient deze binnen de 15 dagen een aangetekend gemotiveerd bezwaar in te dienen bij de verhuurder. In afwezigheid hiervan wordt ervan uitgegaan dat de afrekening aanvaard werd. Indien de huurder handelaar is, gelden de protestvoorwaarden als bij een factuur.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
4/18
De stavingstukken voor deze kostenafrekening liggen steeds ter inzage op de hoofdzetel van de beheerder, GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS N.V. Deze zullen nooit bij een afrekening verzonden worden. Tegen betaling van administratieve kosten kan een kopij hiervan afgehaald worden op deze hoofdzetel. 6.2. Privatieve energievoorziening, verbruik en betaling: 6.2.1. Technische en conceptuele waarborgen De Huurder verklaart voldoende kennis te hebben of in kennis te zijn gesteld van de wijze van verdeling van de energie en bevestigt hierbij dat hij het systeem voor de verdeling van de energie(kosten), erkent en niet zal betwisten. De energie(kost) omvat naast het verbruik van water ook het verbruik van elektriciteit en het verbruik van gas. In het bijzonder is er voor de opmeting van de privatieve verbruiken van elektriciteit voor iedere huurder een aparte tussenmeter voorzien , deze meter registreert de verbruiken per huurder, en wordt door de huurder erkend en bevestigd. De oorspronkelijke meterstand zal in de ingaande plaatsbeschrijving opgenomen worden en zal verder jaarlijks of bij het einde van het contract worden opgemeten. De huur van calorimeters en watermeters is ten laste van de huurder. 6.2.2. Betalingsmodaliteiten De huurder zal maandelijks tezamen met de betaling van de overige kosten een voorschot betalen van EUR (incl. BTW), tot voldoening van de privatieve energiekosten (50 EUR voor een studio, 60 EUR voor 1 slaapkamerappartement en 70 EUR voor een 2 slaapkamerappartement). De facturatie van de afrekening van de verbruikte energie door de gebruikers gebeurt op een jaarlijkse basis alsook bij de beëindiging van de huurovereenkomst aan deze gebruikers op basis van de opgemeten verbruiken. Het voorschot mag worden aangepast in functie van de werkelijke uitgaven, zoals deze blijken uit de laatste afrekening. Teneinde de betaling van de facturen aan de leverancier niet in het gedrang te brengen komen partijen overeen dat de Huurder het bedrag van de facturen van de afrekening van de verbruikte energie zal betalen aan GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS N.V binnen een termijn van dertig (30) dagen. Indien de voorschotten en/of de afrekening van deze energiekosten niet op de vervaldatum worden betaald zal de rechthebbende partij 1% intrest per maand kunnen aanrekenen, voorgaande zonder afbreuk te doen aan andere rechten of middelen van de belanghebbende. Daarenboven houdt GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS N.V zich het recht voor om een week nadat een aangetekende ingebrekestelling werd verstuurd de toevoer van de energie af te sluiten. De Huurder verklaart zich hiermee uitdrukkelijk akkoord. 7. Registratie De verhuurder zal het huurcontract binnen 2 maanden laten registreren. 8. Verzekeringen en afstand van verhaal 8.1. Afstand van verhaal Binnen de grenzen van de door dit artikel voorziene verzekeringspolissen zien de partijen bij deze overeenkomst wederzijds af van elke vordering die zij eventueel tegen elkaar zouden kunnen uitoefenen evenals tegen de eigenaar, erfpachter, huurder, onderhuurder, cedent, cessionaris, gebruikers, zaakvoerder en bewaarder van het gebouw evenals tegen de personen in hun dienst en hun mandatarissen, uit hoofde van alle schade die zij zouden ondergaan ingevolge spijtige gebeurtenissen zoals brand, waterschade of ongevallen, en zij verplichten zich ertoe dergelijke afstand te doen aanvaarden door alle eventuele onderhuurders of gebruikers evenals door hun verzekeraars, behoudens de handhaving van een vordering jegens de dader van een zware of opzettelijke fout. Voorgaande alinea vindt geen toepassing op gebeurlijke huurschade. Er wordt bepaald, dat de huurder uitdrukkelijk verklaart te verzaken, en wel zonder voorbehoud aan elk verhaal dat hij zou kunnen uitoefenen ingevolge de artikelen 1384, 1386 en 1721 van het Burgerlijk Wetboek.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
5/18
8.2. Verzekeringen A. De verhuurder zal zowel voor eigen rekening als ten titel van mandataris van de diverse in vorige paragraaf geciteerde partijen een collectieve basispolis onderschrijven die alle goederen van de verhuurder zal dekken tegen de risico's waarvoor hij het raadzaam zal achten dekking te bekomen. B.
De premies van deze verzekering zullen in de gemene lasten worden opgenomen.
C.
De huurder zal op zijn kosten alle meubelen, materialen, goederen en aanpassingen die hem toebehoren of waarvan hij de bewaking heeft, vanaf de ter beschikkingstelling der lokalen doen verzekeren ten minste tegen de risico's van brand, ontploffing, waterschade en diefstal. Een kopie van deze polis zal overhandigd worden aan de verhuurder.
8.3. 8.3.1.
Verzekeringen voor burgerlijke aansprakelijkheid Gedurende de ganse overeenkomst en vanaf de terbeschikkingstelling van de lokalen zal de verhuurder zowel voor zichzelf als voor alle bezetters van het centrum de risico's van burgerlijke aansprakelijkheid dekken die voortvloeien uit het gebouw. De premies die met deze waarborgen overeenstemmen zullen verdeeld worden als gemene lasten tussen verzekerde huurders en erfpachters in het kader van de collectieve basispolis.
8.3.2.
De huurder zal van zijn kant verplicht zijn vanaf de terbeschikkingstelling van de lokalen een verzekering te onderschrijven en deze gedurende de ganse overeenkomst te hernieuwen waarbij de burgerlijke aansprakelijkheid gedekt zal zijn die niet door de verhuurder wordt verzekerd.
8.4
Betaling van de premies De huurder verplicht er zich toe op iedere vervaldag de verzekeringspremies regelmatig te betalen, welke hem ten laste worden gelegd door de verzekeringspolissen, die hij in het raam van deze overeenkomst heeft afgesloten. De door de huurder in uitvoering van deze overeenkomst onderschreven polissen zullen vermelden dat geen beëindiging van de polis, schorsing van dekking kan toegepast worden nadat de verzekeraar de verhuurder minstens één maand op voorhand van deze maatregel zal verwittigd hebben. De huurder zal de verhuurder ten laatste vijftien (15) kalenderdagen na de ondertekening van de verzekeringspolis voor Burgerlijke aansprakelijkheid, die hij heeft afgesloten en behouden volgens de termen van deze overeenkomst, een voor echt verklaard duplicaat van deze polis overhandigen. Ingeval er één of meerdere bijvoegsels aan deze polis zouden zijn, zullen deze bijvoegsels vooraf moeten worden goedgekeurd door de verhuurder en zal een eensluidend verklaard afschrift van deze bijvoegsels aan de verhuurder worden overhandigd.
9. Heffingen en belastingen De verhuurder betaalt alle heffingen en belastingen die door de staat, de gemeenschap, het gewest, de provincie of de gemeente op de gehuurde woning worden geheven (bv. onroerende voorheffing). Alle heffingen en belastingen m.b.t. het genot of het gebruik van het gehuurde goed zijn ten laste van de huurder (bv. huisvuilophaling).
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
6/18
10. Plaatsbeschrijving Beide partijen dienen binnen de maand na de intrek en bij het verlaten van de gehuurde woning een plaatsbeschrijving op te maken. Deze beschrijving wordt opgesteld door een deskundige aangeduid door partijen in onderling overleg waarvan iedere partij de helft van de kosten draagt, of indien geen akkoord wordt bekomen, door twee deskundigen, één aangesteld door elk van de partijen en ten hunne laste. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt tussen de aangestelde deskundigen of omtrent de aanstelling van één deskundige, zal de meest gerede partij zich tot de rechter wenden. De plaatsbeschrijving wordt bij deze overeenkomst gevoegd en dient door de verhuurder te worden geregistreerd. Partijen verbinden zich ertoe aanwezig of behoorlijk vertegenwoordigd te zijn bij de plaatsbeschrijving die zij aldus onherroepelijk tegensprekelijk achten. 11. Aansprakelijkheid a) Er is geen verhaal mogelijk tegen de verhuurder in geval van toevallige onderbreking van de verwarming, water-, gas- of elektriciteitsdistributie en de liften. Indien de verhuurder werken dient uit te voeren heeft de huurder geen recht op schadevergoeding, zelfs als de duurtijd van de werken de 40 dagen overtreffen. b) Bij ongevallen moet de huurder onmiddellijk de verhuurder verwittigen. c) De huurder moet de verhuurder dadelijk op de hoogte brengen van schade aan het dak of aan de ruwbouw van het gehuurde goed, waarvan de herstelling ten laste valt van de verhuurder. Wanneer de huurder nalaat zulks te doen, zal hij de volle verantwoordelijkheid dragen. d) Komen ten laste van de huurder: alle huur en onderhoudsherstellingen die de wet of de plaatselijke gebruiken hem opleggen, evenals de grote herstellingen die normaal ten laste van de verhuurder zijn, maar die het gevolg zijn van schade veroorzaakt door, nalatigheid van of laattijdige melding door de huurder of door een derde waarvoor de huurder verantwoordelijk is. e) Komen ten laste van de huurder : - Het vegen van de schoorsteen en het afstellen van de verwarmingsinstallatie ten minste eenmaal per jaar, evenals bij het verlaten van het gehuurde goed. De huurder moet het bewijs ervan leveren door voorlegging van een factuur van de beëdigde schouwveger. - De vervanging van gebarsten of gebroken spiegels of ruiten. - Het onderhoud van alle apparatuur en leidingen van het gehuurde goed, met name de apparatuur en leidingen van water, gas , elektriciteit, de sanitaire installaties en afvoerleidingen. - De bescherming van alle leidingen, meters en apparatuur tegen de weersomstandigheden en in het bijzonder tegen vorst. - Het ruimen van putten en van sekreten. - Onderhoud van muren, vloerbekleding, alsook van deuren, vensters, rolluiken, sloten, enz.; f) De huurder zal onmiddellijk alle, door hem bij de buren aangerichte schade, op zijn kosten herstellen of laten herstellen. g) De huurder zal ervoor zorgen geen hem toebehorende voorwerpen in de gemeenschappelijke delen van het gebouw te plaatsen. h) Het is de huurder verboden aanplakbrieven of uithangborden om gelijk welke reden aan te brengen. i) De huurder verbindt er zich toe geen dieren te houden j) In stook- en ketelruimten of –lokalen mag niets gestockeerd of opgeslagen worden. De verluchtingen moeten ten alle tijden vrijgehouden en regelmatig gereinigd worden. Alle schade, aan het toestel, lokaal of gebouw, die volgt uit het niet nakomen van bovenstaande zijn ten volle ten laste van de huurder.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
7/18
12 : Aanpassingen uitgevoerd door de huurder Geen enkele verandering, verbouwing of aanpassing van het gehuurde goed wordt uitgevoerd zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder. Dit geldt eveneens voor schilderwerken en dergelijke. Alle muren en plafonds van het gehuurde appartement dienen proper en egaal wit geschilderd achter gelaten te worden. De toegestane veranderingen, verbeteringen of verfraaiingen komen bij het einde van de huurovereenkomst van rechtswege toe aan de verhuurder, die daarvoor aan de huurder geen vergoeding zal verschuldigd zijn. Indien de huurder zonder toestemming verbouwingen of veranderingswerken heeft uitgevoerd, kan de verhuurder, hetzij bij het einde daarvan, eisen dat de plaatsen op kosten van de huurder in hun vroegste toestand worden hersteld, onverminderd schadevergoeding zo daartoe grond bestaat. Indien de verhuurder verkiest de uitgevoerde werken te behouden, is hij evenmin enige schadevergoeding verschuldigd. 13. Onteigening In geval van onteigening is de verhuurder verplicht om de huurder hiervan onmiddellijk op de hoogte te brengen. Gebeurt dit niet, dan heeft de huurder het recht van de verhuurder elke schadevergoeding te eisen die hij had kunnen bekomen, indien hij op tijd was verwittigd geweest. 14. Bezoekuren op het einde van de huur of bij verkoop De verhuurder heeft het recht tijdens de opzegtermijn, of ingeval van verkoop, een bericht van verhuring of van verkoop aan te brengen op de meest zichtbare plaatsen. Bovendien moet de huurder tijdens de twee laatste maanden vóór het einde van de huurovereenkomst, of ingeval van verkoop, de verhuurder toelaten om de woning te laten bezichtigen, twee dagen per week en tijdens twee opeenvolgende uren. Deze dagen en uren worden na onderling overleg door de partijen vastgesteld. 15. Vervreemding van het goed In geval van vervreemding van het goed om welke reden dan ook (verkoop, inbreng in een vennootschap, ruil,schenking,...) zal de nieuwe eigenaar de huurovereenkomst kunnen opzeggen binnen de mogelijkheden geboden door de Woninghuurwet. In voorkomend geval zal de huidige verhuurder de huurder geen enkele vergoeding verschuldigd zijn. 16. Reglement van inwendige orde De huurder is verplicht de statuten, de reglementen van mede-eigendom en van inwendige orde te eerbiedigen. Hij kan kennis nemen van deze documenten bij de beheerder GROUP HUGO CEUSTERS-SCMS N.V en bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben bij ondertekening van onderhavige overeenkomst. 17. Sleutels Hierbij verklaren huurder en verhuurder dat er volgende sleutels overhandigd zijn. Voordeur en Appartementsdeur Brievenbus sleutels
sleutels
Bij verlies van een sleutel of bij niet teruggave van een sleutel zal er per sleutel een vergoeding betaald worden door de huurder van € 60 (voor de voordeursleutel) & € 20 (voor de brievenbussleutel), gebeurlijke bijgemaakte sleutels dienen afgegeven te worden ten kosteloze titel of onbruikbaar gemaakt in bijzijn van de verhuurder. Bij uittrede dienen alle sleutels steeds de laatste werkdag vóór het einde van de huurperiode of opzegperiode tijdens kantooruren overhandigd te worden.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
8/18
18. Woonstkeuze Tijdens de hele looptijd van de huurovereenkomst en de verlengingen, verklaart de huurder woonst te kiezen op het adres van het verhuurde goed. Aan het einde van de huurovereenkomst is hij ertoe gehouden om zijn adreswijziging aan de verhuurder te betekenen. Bij ontstentenis kan elke betekening van de verhuurder verder op het adres van het verhuurde goed worden gedaan.
19. Bodemsaneringsdecreet Zowel de huurder als verhuurder dienen zich te houden aan de dwingende bepalingen wat betreft de aanvraag van bodemattesten en alle hieraan verbonden gevolgen zoals voorzien in de bodemsaneringsdecreten van 22/2/1995 en 26/5/1998
20. Bijkomende clausule Er mogen alleen fietsen geplaatst worden in de daartoe voorziene berging 21. Vulgariserende bijlage Conform art. 11 bis Woninghuurwet wordt in bijlage 1 het KB van 4 mei 2007 (Belgisch Staatsblad 21 mei 2007) met de bedoelde modeltekst gevoegd. Deze toelichtende bijlage is louter informatief en heeft geen rechtskracht, alleen de wetgeving heeft rechtskracht. In bijlage 2 wordt de huurder ingelicht omtrent de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn, wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereiste inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid. 22. Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank Het Belgisch recht is van toepassing op onderhavige overeenkomst. De rechtbanken van Antwerpen zijn bevoegd uitspraak te doen over eender welk geschil voortvloeiend uit onderhavige overeenkomst.
Opgemaakt te
in drie exemplaren op
Handtekening van de huurder
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
Handtekening van de verhuurder
9/18
TOELICHTING Duur Het contract voorziet 2 keuzemogelijkheden A en B (de niet gekozen mogelijkheid doorhalen in het contract). De wet bepaalt inderdaad een duur van 9 jaar voor huurovereenkomsten (mogelijkheid A) maar laat aan de partijen de mogelijkheid een huurovereenkomst te sluiten van kortere duur die echter nooit 3 jaar mag overschrijden (mogelijkheid B). Bij keuze A worden de mogelijkheden weergegeven waarover de partijen beschikken om de huur van 9 jaar vervroegd op te zeggen. Bij keuze B mag de duur van de huurovereenkomst in geen geval 3 jaar overschrijden, zelfs zo ze verlengd wordt (bv. een huur van 2 jaar zal slechts met maximum 1 jaar kunnen worden verlengd). Overigens mag de huurovereenkomst van korte duur nog hooguit 1 keer verlengd worden (bv. een huur van 1 jaar kan nog voor 1 jaar verlengd worden, maar na die 2 jaar is geen verlenging meer mogelijk). Huurprijs Voor de indexering van woninghuurcontracten bestemd tot hoofdverblijfplaats van de huurder moet de gezondheidsindex toegepast worden. Kosten Zo het moeilijk of onmogelijk blijkt de werkelijke kosten te bepalen mogen de partijen een systeem van forfaitaire lasten voorzien. In dat geval moeten de bepalingen van artikel 5 geschrapt worden. Heffingen en belastingen De wet verbiedt dat de onroerende voorheffing ten laste van de huurder wordt gelegd. Registratie Dit contract moet binnen de 2 maanden na de ondertekening geregistreerd worden door de verhuurder. De registratie is gratis. De verhuurder moet zich wenden tot het registratiekantoor van de plaats waar de woning gelegen is (zie: http://annuaire.fiscus.fgov.be of de infolijn van de FOD Financiën op 02/572 57 57). Indien de verhuurder de verplichting niet naleeft kan hij beboet worden. Verzekeringen De huurder is verplicht het gehuurde goed terug te bezorgen in de staat waarin hij het goed ontvangen heeft, behalve waneer hij bewijst dat de schade hem niet verweten kan worden. In geval van brand is dit bewijs vaak moeilijk te leveren . Daarom moet men zich tegen dit risico verzekeren. Veranderingen aan het gehuurde goed Het is voorzichtig ervoor te zorgen dat men een schriftelijk bewijs heeft dat de verhuurder de veranderingen heeft toegestaan alsook de vergoedingswijze te voorzien (toegevoegde meerwaarde / kosten van de werken / forfaitaire som …) die zal gelden bij het einde van de huur of op het ogenblik van de werken. Onteigening De onteigening stelt een einde aan de huurovereenkomst en geeft in principe aanleiding tot een vergoeding door de onteigenende overheid van de door de huurder geleden schade.
BIJLAGEN
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
10/18
ATTEST ROOKMELDERS Attest van plaatsing Rookmelders bij huurovereenkomst
Hierbij verklaart NV KIEVITPLEIN H dat het eigendom gelegen te Lange Kievitstraat 141 - ……… te 2018 Antwerpen voorzien is van wettelijke rookmelders zoals voorzien in het decreet van 4 juni 2012 en het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2012. Richtlijnen - Voor zelfstandige woningen (= eengezinswoningen, appartementen en studio’s): een optische rookmelder die voldoet aan de norm NBN EN 14604 moet worden geïnstalleerd op elke bouwlaag van de woning. - Voor kamerwoningen: een optische rookmelder die voldoet aan de norm NBN EN 14604 moet worden geïnstalleerd in elke kamer, studentenkamer en gemeenschappelijke kookruimte en op elke bouwlaag. Type - Installeer alleen kwalitatieve optische rookmelders (ook ‘foto-elektrisch’ is een mogelijke benaming). - De rookmelder moet CE gemarkeerd zijn en voldoen aan de norm NBN EN 14604. - Zowel een type met vervangbare batterij als een type voorzien van een niet-vervangbare batterij komt in aanmerking. Een type met niet-vervangbare batterij met een levensduur van 10 jaar wordt aangeraden. - Kies een toestel dat beschikt over een testknop. Waar De rookmelder(s) werden op volgende plaatsen aangebracht……………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………….… Verklaring voor echt
Opgemaakt te ................................................................................................................... Op ...............................................
De eigenaar
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
11/18
Belangrijk: deze toelichtende nota is louter informatief en heeft geen rechtskracht, alleen de wetgeving heeft rechtskracht. Bijlage 1: Koninklijk besluit van 4 mei 2007 genomen in uitvoering van artikel 11bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek (Belgisch Staatsblad 21 mei 2007) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid op het artikel 11bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 april 2007; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat krachtens de nieuwe wettelijke bepalingen betreffende huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder verplichtend een toelichtende bijlage wordt gevoegd bij de tussen de partijen gesloten overeenkomst, zodat de bestuursrechtelijke maatregelen met betrekking tot voornoemde bijlagen moeten worden genomen op hetzelfde tijdstip als de inwerkingtreding van voornoemde wettelijke bepalingen teneinde de partijen niet in een situatie te brengen waarin hun contractuele betrekkingen zouden worden aangetast door een onregelmatigheid. Gelet op het advies 42.883/2 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2007, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. De bijlagen bedoeld in artikel 11bis, § 2, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, worden opgesteld overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde modellen. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Art. 3. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 4 mei 2007. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX BIJLAGE BIJ BIJ HET KONINKLIJK BESLUIT GENOMEN IN UITVOERING VAN ARTIKEL 11 bis , VAN BOEK III, TITEL VIII, HOOFDSTUK II, AFDELING 2, VAN HET BURGERLIJK WETBOEK HUUROVEREENKOMSTEN VOOR WONINGEN GELEGEN IN HET VLAAMS GEWEST I. Normen inzake gezondheid, veiligheid en bewoonbaarheid die van toepassing zijn in het Vlaams Gewest In dit hoofdstuk volgt een korte beschrijving van een aantal krachtlijnen uit de Vlaamse Wooncode. Meer informatie omtrent de interpretatie, de concrete invulling en de afdwinging van deze principes kan worden verkregen bij de Vlaamse Overheid. De Vlaamse Wooncode stelt dat een woning op de volgende vlakken moet voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten : 1) de oppervlakte van de woongedeelten, rekening houdend met het type van woning en de functie van het woongedeelte; 2) de sanitaire voorzieningen, inzonderheid de aanwezigheid van een goed functionerend toilet in of aansluitend bij de woning en een wasgelegenheid met stromend water, aangesloten op een afvoerkanaal zonder geurhinder te veroorzaken in de woning; 3) de verwarmingsmogelijkheden, inzonderheid de aanwezigheid van voldoende veilige verwarmingsmiddelen om de woongedeelten met een woonfunctie tot een normale temperatuur te kunnen verwarmen of de mogelijkheid deze op een veilige manier aan te sluiten; 4) de verlichtings- en verluchtingsmogelijkheden, waarbij de verlichtingsmogelijkheid van een woongedeelte wordt vastgesteld in relatie tot de functie, de ligging en de vloeroppervlakte van het woongedeelte, en de verluchtingsmogelijkheid in relatie tot de functie en de ligging van het
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
12/18
woongedeelte en de aanwezigheid van kook-, verwarmings- of warmwaterinstallaties die verbrandingsgassen produceren; 5) de aanwezigheid van voldoende en veilige elektrische installaties voor de verlichting van de woning en het veilig gebruik van elektrische apparaten; 6) de gasinstallaties, waarbij zowel de toestellen als de plaatsing en aansluiting ervan de nodige veiligheidsgaranties bieden; 7) de stabiliteit en de bouwfysica met betrekking tot de fundering, de daken, de buiten- en binnenmuren, de draagvloeren en het timmerwerk; 8) de toegankelijkheid. De woning moet bovendien voldoen aan alle vereisten van brandveiligheid en de omvang van de woning moet ten minste beantwoorden aan de woningbezetting. II. Federale wetgeving inzake woninghuur Dit hoofdstuk bevat een uitleg omtrent een aantal essentiële aspecten van de federale wetgeving inzake woninghuur. Voor een uitgebreide toelichting omtrent deze regels kan worden verwezen naar de brochure « De Huurwet », uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Justitie en consulteerbaar op de website van deze overheidsdienst. 1) Voorafgaande opmerking : onderscheid tussen een verplichtende en een aanvullende regel Een verplichtende regel is een regel waarvan men niet mag afwijken binnen de overeenkomst, zelfs indien de verhuurder en huurder akkoord gaan. De bepalingen van de huurwet zijn in principe verplichtend behalve in de mate dat ze zelf bepalen dat ze het niet zijn. Een aanvullende regel is een regel waarvan mag afgeweken worden in het contract. 2) Verplichte schriftelijke huurovereenkomst Een huurovereenkomst die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van de huurder dient steeds schriftelijk te worden opgemaakt en moet de identiteit van alle contracterende partijen, de begindatum van de overeenkomst, de omschrijving van alle ruimtes en gedeelten van het gebouw die het voorwerp van de verhuur zijn, alsook het bedrag van de huur bevatten. Deze overeenkomst dient ondertekend te worden door de partijen en dient te worden opgemaakt in evenveel exemplaren als er partijen zijn met een onderscheiden belang (en nog één extra exemplaar voor het registratiekantoor (zie punt 3). Daarenboven moet elk origineel van de overeenkomst de vermelding van het aantal originelen bevatten. 3) Registratie van de huurovereenkomst De registratie van een geschreven huurovereenkomst is een verplichte formaliteit die door de verhuurder dient te worden uitgevoerd. Deze formaliteit houdt in dat de overeenkomst - evenals de plaatsbeschrijving - in drie exemplaren (indien er slechts twee partijen zijn) aan het registratiekantoor van de plaats waar het goed gelegen is moet worden voorgelegd. Alle adressen van deze registratiekantoren zijn vermeld in de telefoongids onder de rubriek « Federale Overheidsdienst Financiën - Registratie ». De registratie van contracten van huur, onderhuur of overdracht van huur van onroerende goederen of gedeelten van onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting van een gezin of een persoon is kosteloos en moet binnen de twee maand volgend op de sluiting van het contract gebeuren. Indien de huurovereenkomst niet geregistreerd werd binnen deze termijn kan de verhuurder een boete krijgen en geldt - indien het om een huurovereenkomst van 9 jaar gaat bovendien vanaf 1 juli 2007 de regel dat de huurder een einde kan maken aan deze huurovereenkomst zonder een opzeggingstermijn in acht te nemen en zonder een vergoeding te betalen. 4) Duur en beëindiging van de huurovereenkomst a. Algemene opmerking in verband met de aanvang van de opzeggingstermijnen In alle gevallen waarin de opzegging te allen tijde kan worden gedaan, neemt de opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand tijdens welke de opzegging wordt gedaan. [ Opmerking CIB Vlaanderen: deze tekst is strijdig met art. 3 § 9 van de Woninghuurwet die van dwingend recht is: “In alle gevallen waarin een opzegging te allen tijde kan worden gedaan, neemt de opzeggingstermijn een aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand tijdens welke de opzegging wordt gedaan.” ] b. De huurovereenkomst van 9 jaar
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
13/18
i. Algemeen Elke huurovereenkomst loopt normalerwijze 9 jaar. Dit zal met name automatisch het geval zijn voor : • een mondelinge huurovereenkomst; • een geschreven huurovereenkomst zonder aanwijzing van de duur; • een geschreven huurovereenkomst met een bepaalde duur gaande van 3 tot 9 jaar. Na afloop van deze periode van 9 jaar kunnen de huurder en de verhuurder elk het contract beëindigen, en dit zonder motief en zonder een vergoeding te moeten betalen, op voorwaarde een opzegging te geven minstens 6 maand vóór de vervaldag. Indien na afloop van de periode van 9 jaar geen van beide partijen een einde stelt aan de overeenkomst, wordt de overeenkomst telkens verlengd voor een periode van 3 jaar tegen dezelfde voorwaarden. Elk van de partijen heeft dan de mogelijkheid, om de drie jaar, de verlengde overeenkomst te beëindigen, zonder motief en zonder een vergoeding te moeten betalen. ii. Beëindigingsmogelijkheden gedurende de periode van 9 jaar 1. Beëindiging door de verhuurder Gedurende de periode van 9 jaar heeft de verhuurder in drie gevallen de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een einde te stellen aan de overeenkomst. Deze regels zijn niet verplichtend, zodat de huurovereenkomst het recht van de verhuurder om het contract in deze drie gevallen te beëindigen kan uitsluiten of beperken. 1) De verhuurder kan op elk ogenblik de overeenkomst beëindigen om het goed persoonlijk te betrekken en dit uitsluitend op voorwaarde een opzegging van 6 maand te betekenen. Om geldig te zijn moet de opzegging het motief en de identiteit van de persoon vermelden die het gehuurde goed persoonlijk en werkelijk zal betrekken. De persoon die het goed betrekt kan de verhuurder zelf zijn, zijn/haar echtgeno(o)t(e), zijn/haar kinderen, kleinkinderen of geadopteerde kinderen en de kinderen van de echtgeno(o)t(e), bloedverwanten in de opgaande lijn (vader, moeder, grootouders) en deze van zijn/haar echtgeno(o)t(e), broers, zusters, ooms, tantes, neven, nichten en deze van de echtgeno(o)t(e). 2) De verhuurder kan bij het verstrijken van elke driejarige periode en op voorwaarde aan de huurder een opzegging van 6 maand te betekenen, de overeenkomst beëindigen voor de uitvoering van bepaalde werken. De opzegging moet het motief toelichten en beantwoorden aan een aantal strikte voorwaarden (zie brochure « De Huurwet », uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Justitie en consulteerbaar op de website van deze dienst). 3) Op het einde van de eerste of de tweede driejarige periode mag de verhuurder de overeenkomst zonder motief beëindigen op voorwaarde een opzegging van 6 maand te betekenen aan de huurder en een vergoeding van 9 of 6 maand huur (naargelang de opzegging werd betekend op het einde van de eerste of van de tweede driejarige periode) te betalen aan de huurder. 2. Beëindiging door de huurder De huurder mag op elk ogenblik vertrekken op voorwaarde dat hij aan de verhuurder een opzegging van 3 maand betekent. Hij hoeft zijn opzegging nooit te motiveren. Gedurende de eerste drie jaren van de huurovereenkomst moet hij nochtans aan de verhuurder een vergoeding betalen gelijk aan 3, 2 of 1 maand huur, naargelang hij tijdens het eerste, tweede of derde jaar vertrekt. In deze context dient ook te worden gewezen op de speciale beëindigingsmogelijkheid voor de gevallen waarin de huurovereenkomst niet geregistreerd is (zie punt 3). Indien de verhuurder de huurovereenkomst vroegtijdig beëindigt door middel van een opzeg van 6 maanden om reden van persoonlijke bewoning, uitvoering van werken of zelfs zonder motief (Zie punt 4), b., ii., 1.), kan de huurder een tegenopzeg geven van 1 maand, zonder een schadevergoeding te moeten betalen ook al gebeurt de opzeg tijdens de eerste 3 jaar van zijn contract. c. Huurovereenkomst met een korte duur De huurwet voorziet dat de partijen een huurovereenkomst kunnen sluiten, of twee verschillende opeenvolgende overeenkomsten, voor een totale duur van niet meer dan 3 jaar. Indien geen opzegging werd betekend 3 maand vóór de vervaldag of indien de huurder na de overeengekomen duur in het goed is blijven wonen zonder verzet van de verhuurder, dan wordt de oorspronkelijke huurovereenkomst voortgezet tegen dezelfde voorwaarden maar wordt deze verondersteld van bij het begin te zijn gesloten voor een periode van 9 jaar. d. Huurovereenkomst met een lange duur
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
14/18
De mogelijkheid bestaat een huurovereenkomst met een bepaalde duur van meer dan 9 jaar te sluiten. Voor deze huurovereenkomst gelden dezelfde bepalingen als deze van de overeenkomst van 9 jaar (zie punt 4), b. e. Huurovereenkomst voor het leven Het is ook mogelijk een huurovereenkomst te sluiten voor het leven van de huurder, op voorwaarde dat dit schriftelijk gebeurt. De verhuurder kan dergelijke levenslange huur niet vroegtijdig beëindigen, tenzij contractueel anders werd overeengekomen. De huurder kan de overeenkomst wel op ieder tijdstip opzeggen, met een termijn van 3 maand. 5) Herziening van de huurprijs De huurwet laat onder bepaalde voorwaarden de herziening van de huurprijs toe, of het nu gaat om een verhoging of een verlaging. Deze herziening kan slechts plaatsvinden op het einde van elke driejarige periode. Zij kan zowel door de huurder als de verhuurder aan de andere partij gevraagd worden maar uitsluitend binnen een precieze termijn : tussen de 9de en 6de maand die het einde van de driejarige periode voorafgaat. Na deze vraag zijn er twee mogelijke oplossingen : 1) ofwel gaan de partijen akkoord over het principe van de herziening en het bedrag ervan; 2) ofwel bereiken de partijen geen akkoord; in dat geval kan de vragende partij zich wenden tot de vrederechter doch uitsluitend tussen de 6de en 3de maand die de einddatum van de lopende driejarige periode voorafgaat. 6) Indexering van de huurprijs De indexatie van de huurprijs is steeds toegelaten bij schriftelijke huurovereenkomsten, tenzij de overeenkomst deze mogelijkheid uitsluit. De indexatie gebeurt niet automatisch : de verhuurder moet dit schriftelijk aan de huurder vragen. Deze vraag heeft geen terugwerkende kracht, behalve voor de drie maand voorafgaand aan de maand van de aanvraag. De berekening van de indexatie gebeurt aan de hand van een wettelijk vastgelegde formule. Deze berekeningswijze wordt grondig uiteengezet in de brochure « De Huurwet », uitgegeven door de Federale Overheidsdienst Justitie en consulteerbaar op de website van deze overheidsdienst. De indexcijfers kunnen worden verkregen bij de Federale Overheidsdienst Economie en zijn eveneens consulteerbaar op de website van deze dienst. 7) Kosten en lasten In het algemeen bepaalt de huurwet niet of het de huurder of verhuurder is die bepaalde lasten moet betalen. Enkel de onroerende voorheffing dient verplichtend door de verhuurder te worden betaald. De andere kosten en lasten moeten steeds verplicht los van de huur in een afzonderlijke rekening worden opgegeven. Indien de kosten en lasten forfaitair werden vastgesteld (bijvoorbeeld : vast bedrag van 75 euro per maand) mogen de partijen deze niet eenzijdig aanpassen rekening houdende met de werkelijke kosten en lasten die hoger of lager zouden zijn dan dit forfaitair bedrag. De huurder of verhuurder mogen echter op ieder tijdstip aan de vrederechter vragen om ofwel het bedrag van de forfaitaire kosten en lasten te herzien, ofwel om dit forfaitair bedrag om te zetten in werkelijke kosten en lasten. Indien de kosten en lasten niet forfaitair werden bepaald, voorziet de wet dat zij moeten overeenstemmen met de werkelijke uitgaven. De huurder heeft het recht om van de verhuurder de bewijzen van de rekeningen die hem worden toegestuurd te eisen. 8) Regels inzake huurherstellingen De verhuurder is verplicht het verhuurde goed in zodanige staat te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is. Daarnaast stelt de wet in een verplichtende regel dat alle herstellingen, andere dan de huurherstellingen, ten laste van de verhuurder vallen. De huurder is gehouden om de verhuurder desgevallend te verwittigen van beschadigingen aan het gehuurde goed en van herstellingen die noodzakelijk zijn. De huurder dient ook in te staan voor de huurherstellingen. « Huurherstellingen » zijn herstellingen die door het plaatselijk gebruik als zodanig beschouwd worden, alsook de herstellingen die in artikel 1754 van het Burgerlijk Wetboek zijn opgesomd. De wet stelt echter een belangrijke grens aan deze verplichtingen van de huurder : geen van de herstellingen die geacht worden ten laste van de huurder te zijn, komt voor rekening van de huurder wanneer alleen ouderdom of overmacht daartoe aanleiding hebben gegeven.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
15/18
9) Overdracht van het gehuurde goed Wanneer een gehuurd goed wordt vervreemd, is de bescherming van de huurder niet steeds dezelfde. Veel hangt af van het feit of de huurovereenkomst al dan niet een vaste datum heeft vóór de vervreemding. Een authentieke huurovereenkomst, namelijk een huurovereenkomst opgesteld door een notaris, heeft altijd een vaste datum. Een geschreven onderhandse huurovereenkomst (d.w.z. niet authentiek) heeft een vaste datum vanaf de dag van de registratie (zie punt 3), ofwel vanaf de dag van het overlijden van één der partijen die de overeenkomst ondertekend heeft, ofwel vanaf de dag waarop het bestaan van de overeenkomst werd vastgesteld bij vonnis of door een akte opgesteld door een openbaar ambtenaar, zoals een notaris of een gerechtsdeurwaarder. Een mondelinge huurovereenkomst heeft nooit een vaste datum. Indien de huurovereenkomst een vaste datum heeft vóór de vervreemding van het gehuurde goed zal de nieuwe eigenaar van de woning alle rechten en verplichtingen van de vroegere verhuurder overnemen, zelfs indien de huurovereenkomst het recht van uitzetting in geval van vervreemding bedingt. Indien de huurovereenkomst geen vaste datum heeft vóór de vervreemding van het gehuurde goed, zijn er twee mogelijkheden : 1) Ofwel bewoont de huurder het goed voor een periode van minder dan 6 maand. In dit geval kan de koper de huurovereenkomst beëindigen zonder motief of vergoeding. 2) Ofwel bewoont de huurder het goed sinds minstens 6 maand. De koper treedt dan in de rechten van de hoofdverhuurder, maar hij beschikt in bepaalde gevallen over soepelere opzeggingsmogelijkheden. 10) Juridische bijstand en rechtsbijstand a. Juridische bijstand i. Juridische eerstelijnsbijstand Onder juridische eerstelijnsbijstand wordt verstaan het verlenen van juridische bijstand in de vorm van praktische inlichtingen, juridische informatie, een eerste juridisch advies of de verwijzing naar een gespecialiseerde instantie of organisatie. De juridische eerstelijnsbijstand is er voor iedereen en wordt onder meer verleend door advocaten op zitdagen in de justitiehuizen en de gerechtsgebouwen. De juridische eerstelijnsbijstand door advocaten is kosteloos voor personen wier inkomsten onvoldoende zijn. Aan de anderen kan een bescheiden bijdrage worden gevraagd. ii. Juridische tweedelijnsbijstand (pro Deo) Onder juridische tweedelijnsbijstand wordt verstaan het verlenen van juridische bijstand door een advocaat in de vorm van een omstandig juridisch advies of bijstand in het kader van een procedure of een geding. Voor tweedelijnsbijstand komen enkel personen in aanmerking die over onvoldoende inkomsten beschikken. De aanvrager richt zijn verzoek voor het bekomen van tweedelijnsbijstand tot het bureau voor juridische bijstand van de Orde van Advocaten. Voor meer informatie over de juridische bijstand kan u zich wenden tot een justitiehuis of het bureau voor juridische bijstand van de Orde van Advocaten. b. Rechtsbijstand Waar de juridische tweedelijnsbijstand betrekking heeft op de kosten van bijstand door een advocaat, heeft de rechtsbijstand betrekking op de « gerechtskosten ». Voor geschillen die tot de bevoegdheid van de vrederechter behoren, zoals geschillen inzake huur van onroerende goederen, wordt het verzoek tot rechtsbijstand ingediend bij de vrederechter die de zaak zal behandelen of reeds behandelt. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 4 mei 2007 genomen in uitvoering van artikel 11bis van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 2, van het Burgerlijk Wetboek ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mme L. ONKELINX Bijlage 2: Koninklijk besluit van 8 juli 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan ten minste voldaan moet zijn wil een onroerend goed dat wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats in overeenstemming zijn met de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
16/18
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - woning : een verhuurd gebouwd onroerend goed of gedeelte van onroerend goed, bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder; - woonvertrek : een gedeelte van een woning bestemd om te worden gebruikt als keuken, woon- of slaapkamer. Art. 2. De volgende lokalen kunnen geen woonvertrek vormen : de voor- of inkomhallen, de gangen, de toiletten, de badkamers, de wasruimten, de bergplaatsen, de niet voor bewoning ingerichte kelders, zolders en bijgebouwen, de garages en de lokalen voor beroepsbezigheden. De oppervlakte en het volume van de woning moeten voldoende ruim zijn om er te koken, te wonen en te slapen. Elke woning moet ten minste één vertrek bevatten bestemd als woon- en slaapkamer. Dit vertrek moet voor eigen gebruik zijn. Wanneer een gebouw verscheidene woningen bevat, mogen één of meer gemeenschappelijke gedeelten van dat gebouw gebruikt worden voor andere activiteiten dan het wonen en slapen. Art. 3. Het onroerend goed en inzonderheid de fundering, de vloeren en het timmerwerk mogen geen uitwendige of inwendige structurele of stabiliteitsgebreken vertonen of andere gebreken zoals scheuren, breuken, uitgesproken slijtageverschijnselen of de aanwezigheid van zwammen of parasieten die de veiligheid of gezondheid in het gedrang kunnen brengen. Art. 4. De woning moet vrij zijn van vochtinfiltratie door het dak, de dakgoten, de muren of het buitenschrijnwerk alsook van opstijgend vocht via de muren of vloeren die de gezondheid in het gedrang kunnen brengen. Art. 5. Ten minste de helft van de woonvertrekken bestemd om te worden gebruikt als woon- of slaapkamer moeten voorzien zijn van een natuurlijke lichtbron. Deze natuurlijke lichtbron moet ten minste 1/12 bedragen van de vloeroppervlakte van dit vertrek. Voor de kelderwoonvertrekken wordt hiertoe geen rekening gehouden met de helft van de vensteroppervlakte onder het grondniveau. De woonvertrekken en de sanitaire vertrekken zoals de badkamer, de douche en het toilet die niet kunnen worden verlucht via een raam dat kan worden geopend, moeten minstens beschikken over een opening, een verluchtingsrooster of -koker. De vrije oppervlakte van die opening, dat rooster of die koker in geopende toestand moet ten minste 0,1 % van de vloeroppervlakte bedragen. Elke warmwaterinstallatie of elk ander verwarmingssysteem dat verbrande gassen produceert, moet voorzien zijn van een goed functionerend afvoersysteem dat uitgeeft op de open lucht. Art. 6. De woning moet ten minste voorzien zijn van : 1° een eigen, permanent toegankelijk tappunt voor drinkbaar water; indien het gebouw verscheidene woningen bevat waarvan één of meer gemeenschappelijke gedeelten gebruikt worden voor andere activiteiten dan het wonen en slapen, dan volstaat de aanwezigheid van een gemeenschappelijk tappunt voor drinkbaar water in de gemeenschappelijke delen; 2° een gootsteen met een reukafsnijder, aangesloten op een afvoersysteem dat functioneert; 3° een eigen toilet, in of aansluitend bij het gebouw en bruikbaar gedurende het gehele jaar. Verscheidene woningen gelegen in hetzelfde gebouw mogen het toilet evenwel gemeenschappelijk hebben voor zover voldaan wordt aan de volgende voorwaarden : a) die woningen zijn gelegen op een of twee aaneensluitende woonverdiepingen; b) hun aantal bedraagt niet meer dan vijf; c) het toilet is toegankelijk via de gemeenschappelijke delen; 4° een elektrische installatie goedgekeurd door een erkende keuringsinstelling, wanneer een zodanige goedkeuring vereist is krachtens de geldende regeling, of die geen risico inhoudt bij normaal gebruik. Elk woonvertrek moet elektrisch kunnen worden verlicht of ten minste voorzien zijn van een contactpunt voor stroomafname; 5° voldoende verwarmingsmiddelen die geen risico inhouden bij normaal gebruik of tenminste de mogelijkheid om één of meer verwarmingstoestellen te plaatsen en aan te sluiten; 6° een permanente toegankelijkheid tot de smeltveiligheden van de elektrische installatie van de woning. Indien de woning is uitgerust met een gasinstallatie, moet deze goedgekeurd zijn door een erkende keuringsinstelling, wanneer een zodanige goedkeuring vereist is krachtens de geldende regeling, of mag zij bij normaal gebruik geen gevaar opleveren.
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
17/18
Art. 7. De eigen woonvertrekken moeten steeds vrij toegankelijk zijn, rechtstreeks via de openbare weg of onrechtstreeks via een toegang die verscheidene woningen gemeenschappelijk hebben of via een vertrek dat door een bewoner wordt gebruikt voor beroepsdoeleinden. Zij moeten kunnen worden afgesloten zodat enkel de bewoners toegang hebben. De trappen naar de woonvertrekken moeten vast zijn en gemakkelijk toegankelijk. Zij mogen geen risico inhouden bij normaal gebruik. De woonvertrekken, de trappen naar de woonvertrekken en de uitgangen moeten zodanig geconstrueerd zijn dat zij een snelle en gemakkelijke ontruiming van personen mogelijk maken. De op een verdieping gelegen vensters en deuren die uitgeven op de buitenzijde van de woning tot op een hoogte van minder dan 50 cm van de vloer, moeten beveiligd zijn door een vaststaande leuning. Art. 8. Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Schrappen wat niet past
15/10/201512/09/20154/09/201520/02/20152/12/2014
18/18