Huurkoop Rechtsvergelijkende aspekten
door WiHried GORIS
1. H U U R K 0 0 I,. in ruime zin, omvat de overeenkomsten houdende huur van ~oederen. waarbij een optie van koop wordt ge' oe~'l. of waarbij de huur~t"lden dt"t>l uitmaken van de koop-prijs bij latere verkoop. of no~ waarbij rlt" huurovereenkomst automatifWh ontbonden wordt en ~evol~d rloor een koop op bet ogenhlik dat de huur~ddt-n t>en hepaalrl lwdral! hehben bereikt. 15.3
Dit type van overeenkomst roept een hele reeks prohlemen op. Eerst en vooral een poging van de verkoper om zich te heveiligen voor de mogelijke wanprestatie van de koper, of tegenover de der· den-schuldeisers van de koper. Bovendien de pogingen van verkopers om krediet te verlenen zonder zich te onderwerpen aan de wettelijke regels hetreffende de verkoop op afhetaling ; en de he· grenzing van het toepassingsgehied van deze wetgeving ten over· staan van hijzondere overeenkomsten zoals « leasing ». Tenslotte moeten nog vermeld worden de prohlemen hetreffende de strafh~arheid van de huur-koper die het goed vervreemdt, en hetreffende de hescherming van de derde-verkrijger te goeder trouw. In elk van deze gevallen stelt zich het prohleem te weten welke de reele inhoud is van de gesloten huurkoop-overeenkomst, en vooral de vraag of de huurder zich ertoe heeft verhonden te kopen. De omstandigheden waarin deze vraag zich stelt worden vooraf aan· geduid in een zeer kort overzicht hetreffende de werking van het eigendomsvoorhehoud en hetreffende het toepassingsgehied van de wetgevingen over de verkoop op afhetaling. Vooraf client opgemerkt dat de term « huur-koop », in de nederlandBe en de engelse wetgeving een vaste hetekenis heeft gekregen. Art. 1576 h Ned. B.W. omschrijft huurkoop als koop op afhetaling met eigendomsvoorhehoud. De engelse «hire-purchase» act van 1938 omschrijft huurkoop als een huur-overeenkomst tijdens dewelke de huurder mag kopen, of de eigendom der goederen zal of kan overgaan. (Hire-Purchase Act s. 16.) Van helang is ook dat het toepassingsgehied van de wettelijke regc:Jing- hetreffende de verlenging van consumptieve kredieten niet overal samenvalt met het toepassingsgehied van de wetgeving over de afhetalingskontrakten. 2. De GELDIGHEID tussen partijen van een heding van eigen· domsvoorhehoud wordt in Frankrijk, ltalie, Luxemburg, Duitsland en .Engeland aanvaard zonder vereiste van vorm. In Nederland is een schriftelijke vaststelling vereist (Art. 1576 i Ned. B.W.)
In Belgie is de clausule principieel geldig zonder vormvereisten, he· halve echter hinnen het toepassingsgehied van de wet van 9 juli 1957 over de verkoop op afhetaling ; daar wordt schriftelijke vast· stelling vereist met volledig afschrift van Art. 491, Strafwethoek !54
(Art. 4 § 2 W. 9 juli, 1957). In Zwitserland is tot geldigheid van het eigendomsvoorbehoud inschri jving vereist in een lokaal register gehouden door «office des poursuites », (Art. 715 Z.G.B.) · Betreffende de werking van het eigendomsvoorbehoud tegenover de schuldeisers van de kop.er heeft de franse rechtsspraak, gevolgd door de belgische en de luxemhurgse, het principe toegepast van de onwerkzaamheid van ieder contractueel beding dat de gelijkheid der schuldeisers in het f aillissement zou verstoren. In Nederland en Duitsland daarente~en wordt de werkzaamheid van het eigendomsvoorbehoud tegenoveer derden aanvaard zonder enig vereiste van publiciteit. (Ned. Faill. W. Art. 38 a) (Duitsl. Konkur. Ordnung § 43), terwijl in ltalie een schriftelijke overeenkomst met vaste datum volstaat. (Art. 1524 C. Civ. It.) (Art. 73 Regio Deet·eto, 16 maart, 1942, Disciplina dd Fallimento.) Hier dient opgemerkt dat in het kader van de wet van 9 juli, 1957, in Belgie de mogelijkheid voorzien werd van een centraal register (Art. 30) ; waarbij na inschrijving het eigendomsvoorbehoud de verkoper zou beschermen tegenover aanspraken van de schuldeisers van de koper (Art. 30 W. 9 juli, 1957). Op het ogenblik blijkt het weinig waarschijnlijk dat de regering hiervan gebruik zal maken. 3. In Frankrijk vestigde het arrest van het Hof van Cassatie dd. l juli 1937 (Sirey 1937, I, 352) de regel dat he beding van eigendomsvoorhehoud· geen bijzondere waarborg biedt bij faillissement van de koper tenzij : « qu'avant Ia faillite, le vendeur, a defaut de ]a reprise effectuee, ait manifeste par un acte formel et non equivoque sa volonte irrevocable de se prevaloir de Ia condition et affirme ostensiblement Ia precarite de la pt'ssession de l'acheteur ». Een dagvaardiging in kort geding tot teruggave van de verkochte goederen of een eis tot ontbinding moet dus ingeleid zijn. In Belie (Cass. 9 febr., 1933, Pas. 33, I, 103) en in Luxemburg (Trib. Comm. 31 juiHet, 1926, Faillite Bourger c. Houstraas et Polflick. Geciteerd in R. Maul «La vente a temperament». Travaux de !'Association H. Capitant, t X 1956 p. 368) geldt een minstens even strenge regeling. In Belgie is het eigendomsvoorbehoud namelijk omwerkzaam in ieder geval van samenloop van de schuldeisers van de koper. Het begrip samenloop is echter erg onduidelijk, het veronderstelt een optreden van de schuldeisers in conflict met de rechten van de niet betaalde verkoper ( « mededingende aanspraken »). ( cfr J. Renauld en P. Coppens, nota onder Cass. ~I januari, 1964, R.C.J.B. 1965, p. 101, A.P.R. Afbetalingsovereenkomsten, door J. van den Bergh, Nr. 110 en volg.) 155
Deze voor de verkoper nadelige re~elinl! werd doorgevoerd op basis van de principiele gelijkheid der schuldeisers, die aJleen door de wettelijke regels kan doorbroken worden. ledere po~in~ om doo1' overeenkomst de waarborgen te verruimen wordt verijde1d. Deze regeling is een heveili~g van het vertrouwen bij de schuldeisers Yerwekt door de« hezittingen »van de koper (cfr A.P.R. Nr 69-81). Naar Engels recht worden., in geval van faillissement, de goederen die met toestemmin~ van de eigenaar in het hezit zijn van de ~e failleerde, en dit in verhand met de herot"psbedrijvi~eid van deze laatste, opgenomen in de massa. Dit « reputed ownership » is een weerleghaar vermoeden : de ei~enaar die ht>wijst dat het algemeen {!'ehnrikelijk is dergelijke goederen in het hezit \·an handelaars te Iaten, zonder dat deze eigenaar worden., zal zijn eip.:endomsrecht kunnen Iaten gelden ten nadele van de schuldeisers -van de gefailleerde (Bankruptcy Act 1914 s 38 ~ Ch. del Marmol : La faillite en droit Anglo-Saxon, 1936, p. 173 1\r 1S4 : Halshury's Laws of England~ Hire-Purchase Nr 919). De aarcl dt>r ~oedt"rPn is belanJ!rijk, 1naar vooral helangrijk is de instenuning van dt> eigenaar om deze goederen te Iaten l!ehruikf>n voor herot>pshezigheden I Lansbury v. Wri~ht & Co. 11924) l.K.B. 857). lndien de verkopt>r uitdrukkelijk zijn. toestemming om de koper no~ in het. hezit der goederen te Iaten ten1~rt:rekt, behoudt hij zijn rechten ondanks het faillissement. (Chitty on Contract II Nr 711 : analogisch met de regelinl! bij distress : ~mart Bros Ltd v. Ho1t
(1929) 2., K.B. 303).
4. De overeenkomsten van verkoop op afht>talin~ werden l!eregeld om de koper te heschermen tegenover mogt>lijke mishruiken : dit aileen is van belang in de Ouit.st> wPt van 1894 : sinds te tweede Wf>a reldoorlog., in navolging van de Amerikaanse Rei!Ulation W. van 1941~ hiedt deze wetgeving hovendien aan de ovt>rht>id een instruD ment tot controle van de afht>talingskredieten. J)p
basis wetgeving inzake verkoop of afht>taling
BelgiP : \l't>t Q juli. ]9;)7 t"n K.B. 2:l .-lf>c. 19:17. ( Gt'w. "U'. ;; rna art. 196;) I . Uuitslaml Ahzahlungsgt>st>tz 16. nwi. 1894. Engelaml : Hire-Purcha!'IP Act }();{8 t>ll JQS4. Hirt>-Purehal"t> ami ( :redit Salt> ai!TPRment.;; contro] ordt>r. 1952 t>n ]QS";'. FrankriJk : Dt'('TPt 20 mai. )Q;):) : D~rrt>l () aout. ]()Sf>. ItaliC~ : \\"pt );) sept. l9o4. ~ r 7S:l. ~56
Luxemburg : Loi 19 mai, 1961 en Arrete du 28 juin, 1961. (vervangt Arr. 28 avril, 1937). Nederland : Art. 1576 h. B.W., W. 13 juli, 1961. Besl. Nr. 6542 van 2 augustus, 1961, W. 27 juni, 1963 Besl. 20 dec. 1963. Zwitserland : Loi 23 mars, 1962, Art. 226-228 O.R. De omschrijving van het toepassingsgebied van deze wetgeving leo vert telkens moeilijkheden op. De meeste ruime bepaling is wel deze van de Nederlandse wet op het afhetalingsstelsel dd. 13 juli9 1961, Art. 1 : « afhetalingstransactie is iedere overeenkomst en ieder sameno stel van overeenkomsten met de strekking, dat een van de parD tijen ervoor heeft te zorgen, dat aan een tweede partij het geo not van een roerend goed wordt verschaft of een hij algemene maatregel van hestuur aangewezen dienst wordt verleend, en dat deze tweede partij aan de eerste partij, dan wei aan een derde partij, die te dezer zake met de eerste partij samenwerkt, betalingen heeft te doen, waarvan ten minste twee na het tijdo stip, waarop met het verschaffen van het genot of het verlenen van de dienst een aanvang is J!;emaakt, en van deze laatste tenminste een later dan 3 maanden na dat tijdstip ». Deze hepalinJ!; omvat ook de huur-overeenkomsten, zodat verder wordt hepaaJd, om niet iedere vorm van verhuring van roerende goederen te treffen :
«Art. 4. Deze wet J!;eldt ...., niet voor afbetalin~stransacties : c. dit door een overeenkomst van huur en verhuur worden gea vormd of waartoe een of meer zodani~e overeenkomsten hehoren, voor zover niet bij algemene maatregel van bestuur onders is bepaald ». In toepassing hiervan werd een uitvoeringsbesluit gepubliceerd, (20 december 1963) : « Art. 2. De wet geldt mede voor afhetalingstransacties, die door een overeenkomst van huur en verhuur werden gevormd of waartoe een zodanige overeenkomst hehoort, indien zii een J!;oed als vermeld in kolom I van de bijlage van dit hesluit hetroffen tenzij die overeenkomst hlijkens een daarvoor opgemaakte akte of aan de huur verstrekt.e schriftelijke hevestiging en duur van ten hoo~ste 6 maanden heeft ». In Nederland wordt dus het toepassingsgehied van de wet door uitvoeringshesluiten geregeld.
157
Meestal echter worden de overeenkomsten aangeduid door hun strekking : <<de overeenkomsten die gewoonlijk leiden tot verkrijging van lichamelijke roerende goederen en waarhij de tegenprestatie hestaat in verschillende hetalingen, waarvan minstens twee of meer vervallen na de levering ». De verdere afhakening van het toepassingsgehied van de wet wordt aan de rechter overgelaten. Bijvoorheeld : Belgie : Wet 9 juli, 1957, Art. I. : «Onder verkoop op afhetaling in de zin van deze wet wordt verstaan elke overeenkomst, ongeacht onder welke henaming of in welke vorm, w.elke normaal leidt tot verkrijging van lichamelijke roerende goederen waarvan de prijs voldaan wordt in ten minste vier termijnen ». Luxemburg : Wet 19 mei, 1961 : « ... toutes conventions conclues par des entreprises commerciales qui doivent normalement comporter transfert de Ia propriete de meuhles corporels, lorsque le prix doit etre paye par des versements echelonnes ». Duitsland : Ahz. G § 6 : «die Vorschriften der §§ l-5 finden auf Vertrage, welche da · rauf ahzielen, die Zwecke eines Ahzahlungsgeschafts ( ... ) zu erreichen, entsprechend Anwendung ». De inhoud van de door deze wet geregelde overeenkomsten werd omschreven als het overdragen van de eigendom of van het durende gehruik van een zaak, waarvoor de prijs in verschillende hetalingen wordt voldaan. (B.G.H.Z. IS, 171 ~ Palandt Ahz. - G. ~ 6 ; Criso11i - Ostler ~ 6 anm. 14 - 25).
5. Duitsland werd door de rechtsspraak de regeling van de verkoop op afhetaling ( Ahzahlungsgesetz, 16. mei. 1894) toegepast op afhetalingsovereenkomsten waarin een derde-financier hetrokken was. lndien namelijk de derde financier met de verkoper samenwerkt geniet de koper ook tegenover deze derde-financier van de hijzondere wettelijke hescherming : li1
« Bei der Teilzahlungsfinanzierung durch einen Dritten greift die Einwendung aus ~ 5 Ahz. G, in Anwendung de~ § 6 Ahz. G. auch geg-eniiher der Darlehensforderung durch, wenn Kauf und Darlehensvertrag zich zu einer Einhit erganzen und fiir den Kaufer einen entsprechendt> Wirtschaftliche Situation wie hei einem Ahzahlungsvertrag eintritt ». (B.G.H.~ 6. fehr., 1963. 158
Neue Jur. Wochenschrift 1963, I, p. 763; vgl. B.G.H.Z., 20, 36 (41) ) . Deze rechtspraak wordt hevig hekritiseerd : de regeHng van 1894 is niet gen1aakt voor de verhouding van een koper tegenover een financieringshank. Deze wet brengt mee dat de hank die niet betaald wordt en optreedt automatisch de ontbinding van de overeenkomst veroorzaakt, ( S- - Ahzahlungsgesetz), het verkochte goed in handen krijgt en de hetaalde sommen moet teruggeven na afhouding van een gebruiksvergoeding (!Gauss, Finanzierungsvertrage und Ahzahlungsgesetz, 1\.J.W. 1953, p. 6 l8) ). Een hervorming van de duitse wetgeving is in voorhereiding (cfr o.a. N.J.W. 1961, p. 1806). De ~ederlandse regeling gelijkt hier zeer sterk op de Duitse, de wetgeving op de afhetalingstransacties is imn1ers toepasselijk wanneer de derde krediet-verlener met de verkoper samenwerkt (Art. I, W. 13 juli, 1961, hoger geciteerd). De recente italiaanse wet is ook toepasselijk op de verhouding met de financierende denle. ('Vet, 15 september 1964, Nr 755, art. 1.) De franse wetgever greep direkt in op de kredietverlenging zelf terzake van aankoop door particulieren, indien het krediet langs een tussenpersoon wordt verleend. (Decret 20 mai, 1955). In de helgische w'et van 1957 tenslotte werd deze verhouding afzonderlijk geregeld a]s << lening op afhetaling ». (Art. 12 en volg. W. 9 juli, 1957).
6. Overeenkon1sten van huurkoop zijn niet nieuw. Het begin van deze problematiek werd duidelijk ~eformuleerd door Lord Macnaghten : «The learned consel for the respondents spoke of dealings of this sort with an air of ri~hteous indignation aE> if they were traps for the extrava~ant and the impecunious - more devices to tempt improvident people into buying things which they do not want and for which at the time they cannot pay. I think that is going too far. 1 do not see why a person faily solvent and tolerably prudent should not make himself the owner of a piano or a carriage or anything else by means of periodical payment~ on such terms as those in question in the present case. The advantages are not all on one side. If the object of desire loses its attraction on closer acquaintance - il faults are developed or defects discovered - if a coveted treasure is becomin~ a burden and a incumbrance. it is something sure
159
to know that the transaction may he closed at once without further liability and without the payment of any forfeit. H these agreements are objectionable on public grounds it is for parliament to interfere» (Lord Macnaghten, in Helby v. Met· thews (1895) A.C. 471, (482) ). Sindsdien gaf de heperk.ing van de rechten van de verkoper tegen" over de schuldeisers van de koper en de wettelijke strenge regeling ter beveiliging van de koper, of tot regeling van de kredietverlen· ging, aanleiding tot ontduik.ingspogingen. De duitse wet van 1894 spreekt reeds van huur-koop : << § 6 die Vorschriften der §§ 1 -5 finden auf Vertrage welche darauf abzielen, die Zwecke eines Abzahlungsschafts ( (§ 1) in einem anderen Rechtsform, ins hesondere durch mietweise iiberlassung der Sache zu erreichen, entsprechend Anwendung gleichviel ob dem Empfanger der Sache ein Recht, spater den ren Eigentum zu erwerben eingeraumt ist oder nicht ».
Bij huurkoop stelt zich de vraag of er al dan niet een koop-over" eenk.om.st aanwezig is • Deze qualificatie van de overeenkomst gebeurt door toepassing een reeks criteria, die steeds tot doel hebben de werkelijke bedoea ling van de partijen te doen uitkomen. Deze bedoeling van de con· tractanten kan bijvoorbeeld tot uiting komen in de wijze van te· boekstelling der gedane verrichtingen, of door de aard van hun hedrijvigheid. (Duitsland : Crisolli · Ostler § 6 Anm. 35), (Frank· rijk : Trib. Com. La Rochelle, 26 juin, 1964, Gaz. Pal. 1964, II, J. p. 346).
vm
(a) Er is koop indien de « huur-koper » zich ertoe verbonden heeft de volledige prijs te betalen, in dit geval heeft het geen belang dat de cigendomsoverdracht automatisch gebeurt of een « optie » nog moet gelicht worden. (Belgie : Brux. 6 dec. 1924 Pas. 25, II, 150; Trib. Com. Brux. 6 dec. 1934, J .C.B. 35, p. 42 ; Trib. Com. Brux. 4 marB 1943 J. C. B. 45, p. 205. Italie : Art. 1526 al. 3, C. Civ. Zwitserland: B.G.E. 24, II, 84). De verbintenis om de volledige waarde van het goed te betalen kan tot uitdruk.king komen door het accepteren van wissel ten belope '\'an de koopprijs. (Req. 17 juli, 1895 D.P. 1896, I, 57). Sinds de Hire-Purchase Act is in Engeland de opzeggingsmogelijk· heid voor de huur-koper een wettelijk bestanddeel van deze over· eenkomst en is ieder afwijkend beding nietig. (Hire-Purchase Act 1938, s. 4 (I) ). 160
(h) lndien de huurder {huurkoper) tijdens of na de huurperiode nog een «optie» moet lichten, mits hetaling van een hedrag dat duidelijk lager is dan de waarde van het « gehuurde » goed, dan is er een koopovereenkomst; de huurder is immers niet vrij om de optie al dan niet te lichten. (Belgie : Trih. de Com. Brux. 8 mars 1941 J.C. B. 41, p. 307 ; en 6 december 1934, J .O.B. 35, p. 42 ; Frankrijk : Cass. civ. 22 dec. 1909, D.P. 1910, I, 63 ; Paris 13 jan. 1960 Gaz. du Pal. 1960, II, jurisprudence p. 25). En andersom is de roole vrijheid van de huurder om de optie al dan niet te lichten een heslissende reden om de overeenkomst als verhuring met verkoophelofte te qualificeren. (Belgie : Gent 16 nov. 1926, Pas. 27, II, 20; voor Singer naaimachienen Civ. Charleroi 13 juni, 1933 en Com. Liege, 13 dec. 1933; Revue des faillites 1933 p. 440-443. Frankrijk : tl"eq. 29 jan. 1902, D.P. 02, I, 96). (c)
Dezelfde gedachtengang leidt naar een controle van de huurprijs. 1s deze ongehruikelijk hoog voor de huur van de hetroffen goederen of in verhouding tot de huur-termijn dan is er hoogstwaarschijnlijk een koopovereenk.omst. Hierhij client opgemerkt dat de huur van gehruiks-goederen een hoog risico en een sterke waardevermindering meehrengt. (Belgie : - Voorh. werken W. 9 juli, 1957, Pasinomie 57, p.' 473 {503), - Gent, 27 juni, 1966, R.W. 66-67, 312. Luxemburg : Trih. Com. 31 juillet 1926 ; Faillite Bourger c. Houstraes et Polflick geciteerd in R. Maul, p. 368, Trav. de l'Ass. H. Capitant. Nederland : N. R. Strafkamer, 20 oct., 1959, N.J. 1960., Nr. 74). (d)
De contractuele heperking van de rechten door de huurder verkregen, zoals het aanhrengen op de goederen van de naam van de eigenaar, een verplichting tot grondig onderhoud en hehoud op dezelfde plaats, is eveneens een aanwijzing, dat er alleen een huurovereenk.omst werd gesloten. Indien het risico uitdrukkelijk ten laste van de verhuurder wordt gelegd, of een verzekering door de huurder moot af gesloten worden op naam van verhuurder, zal eveneens eerder een echte huur-overeenk.omst aanvaard worden. (Belgie : Gent, 6 nov. 1926; Civ. Charleroi, 1933 hoger geciteerd. Frankrijk : req. 29 janvier 1902, D.P. 02, I, 96 verzekering) ; Paris, 23 mai, 1932, Gaz. Pal. 32, II, 387, Be perking van Rechten). 161
(e)
Een veelgebruikte methode tot ontwijking van de krediet-heperk.ing is het sluiten van een huur-overeenkomst die, op het ogenhlik dat de huurgelden de wettelijke verplichte contante betaling bereiken, wordt omgezet in een verkoop op afbetaling (of een « huur-koop » naar engels of nederlands recht) . In een dergelijk geval is de bedoe ling der partijen zeer duidelijk vanaf het begin gericht op een koop op afbetaling. (Engeland : R. v. R.W. Profitt ltd (1954) 2, K.B. 35. Frankrijk : Paris, 20 fevr. 1963, J.C.P. 63, II, 13145 (note Henri Guerin « le depassement du credit par dissimulation d'un contrat de vente sous les apparances d'une location-vente ».• Trih. lnst. Saint. Denis, 22 nov., 1963, J .C.P. 64, II, 13933, note Rene Sommade. Cass. Crim. 26 juillet, 1965, Gaz. Pal, 1965, II, 281. Nederland : Hof Amhem (Econ. Strafkamer, 4 feb. 1960, N.J. 1961, Nr 14).
3. De wetgeving hetreffende de verkoop op afhetaling heschermt de verbruiker en is dan ook niet toepasselijk op overeenkomsten houdende verkoop van bedrijfsuitrusting of te verwerken grondstoffen. Om de verkoper van dergelijk materiaal te heveiligen werd inverschillende Ianden een bezitloos pand ingericht, dat mits inschrija ving werkzaam is tegenover andere schuldeisers van de koper. ( o.a. Frankrijk, wet 18 jan. 1951 gewijzigd door een decreet 30 sept. 1953 ; ltalie art. 1524 C. civ.). In Belgie bestaat aileen het behoud van het voorrecht van de niet betaalde verkoper van bedrijfsuitrustingsmaterieel. (Art. 20, 5o Hypotheekwet). Een actuele overeenkom.st, houdende huur van bedrijfsuitrusting, de « leasing », maakt van deze mogelijkheden geen gebruik. ( Cl. Champaud, « Le Leasing» Jurisclasseur periodique 1965, Doctr. Nr 1954; J. P. Calon Dalloz 1964 Chron. p. 97 ; Van Holsbeek, Revue de la Banque 1964, p. 356). Dit heeft tot gevolg gehad dat, bij faillissem.ent van de « huurder » de vraag werd gesteld of de verhuurder zijn eigendomsrecht kon doen gelden tegenover de andere schuldeisers. De bijzondere aard van de leasing, die vooral een fi. nanciele verrichting is, verplichtte tot een nauwkeurige analyse van de inhoud van deze overeenkomst. Leasing bevat namelijk soms een belofte van verkoop en brengt hoge kosten mee door het risico en door de slijtage. Ongeacht de benaming door partijen aan de overeenkomst gegeven wordt de reele inhoud ervan onderzocht.
« attendu que, si le prix exige pour la location peut apparaitre comme eleve, eu egard a la valeur d'acquisition des machines 162
a l'etat neuf, il y a lieu de tenir compte des avantages economiques et fiscaux qui decoulent de cette forme de contrat et. ramenent les conditions de la location a des p.roportions raisonnables; « attendu, au surplus, que les avantages apparents du bailleur sont temperes par les risques qu'il court, et dont le principal est Ia resiliation anticipee du bail, au resultat de laquelle il lui est restitue des machines usagees, quelquefois mal entretenues, et souvent demodees, si ce n'est perimees, done d'une revente tres difficile ; « Attendu ... que les ecritures comptables .relevees tant chez Ia 3 S.E.M.A. que chez Loca-France, prouvent que les machines ont ete considerees comme louees. (imputation des loyers dans ses frais generaux pour la premiere, et amortissement de prix d'acquisition pour la seconde) et n'ont fait l'objet d'aucune objection de la part des administrations financieres de controle ». (La Rochelle, T,rib. Com., 26 juin, 1964, Gaz. du Palais, 1964., II, ]ur. 346. Vergelijk Gent, 27 juni, 1966, R. W. 66-67/312.)
163