Pwriinjsjijvreeanag: AzippelepaWg.at42ch?
Hulp 2016
de Reken
Kerncijfers personenschade 20 6
Inhoud Sociale Zekerheid_____________________________________________________7
Toeslagen____________________________________________________________ 19
Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen___________ 4 Minimum(jeugd)loon______________________________________________ 7 Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering_______________________ 7 Werkdagen________________________________________________________ 7 Uitkeringspercentages WAO / Wajong / IVA / WGA________________ 7 Wajong____________________________________________________________ 8 Tegemoetkoming arbeidsongeschikten___________________________ 8 IOAW en IOAZ_____________________________________________________ 9 Bijstand___________________________________________________________ 9 Toeslagenwet____________________________________________________ 10 Kinderbijslag_____________________________________________________ 10 Eigen bijdrage Wlz en Wmo______________________________________ 10 Anw - Algemene nabestaandenwet______________________________ 11 AOW - Algemene Ouderdomswet________________________________ 11
Huurtoeslag______________________________________________________ 19 Zorgtoeslag______________________________________________________ 19 Kindgebonden budget___________________________________________ 20 Kinderopvangtoeslag_____________________________________________ 20 Richtlijnen van De Letselschade Raad___________________________ 22 Huishoudelijke hulp______________________________________________ 22 Kilometervergoeding_____________________________________________ 22 Licht letsel (smartengeld)_________________________________________ 23 Studievertraging__________________________________________________ 23 Zelfwerkzaamheid________________________________________________ 24 Ziekenhuis- / revalidatiedaggeldvergoeding______________________ 25 Rekenmodel overlijdensschade__________________________________ 26
Loon- en inkomstenbelasting_____________________________________ 17 Kapitalisatiefactoren_______________________________________________ 27 Premieheffingen_________________________________________________ 13 Zorgverzekeringswet_____________________________________________ 13 Belastingtarieven box 1, 2 en 3 IB ________________________________ 13 Heffingskortingen _______________________________________________ 14 Autovergoeding__________________________________________________ 15 Bijtelling auto van de zaak________________________________________ 15 Lijfrente-aftrek___________________________________________________ 15 Wettelijke rente__________________________________________________ 16 Modaal inkomen_________________________________________________ 16 Indexcijfers cao-lonen____________________________________________ 17 Consumentenprijsindex (CPI)____________________________________ 17
Overzicht recente jurisprudentie personenschade____________ 29 het RekenMachientje______________________________________________ 40 Informatie benodigd bij verlies van arbeidsvermogen________ 41 Prijsvraag____________________________________________________________ 42 Cursusaanbod_______________________________________________________ 43 Nawoord_____________________________________________________________ 47 2
Hulp 2016
de Reken
In de RekenHulp zijn veelgebruikte cijfers overzichtelijk gerubriceerd. De cijfers zijn bijgewerkt tot en met 1 januari 2016. Tevens is in de RekenHulp jurisprudentie opgenomen die voor de bepaling van personenschade van belang kan zijn. Wij hopen met de RekenHulp een bijdrage te leveren aan een nog betere afwikkeling van personenschadedossiers. Deze nieuwe cijfers zijn inmiddels ook beschikbaar in het RekenProgramma©. Sinds 1 januari 2016 hoeft u zelf geen updates meer te downloaden omdat het RekenProgramma© vanaf die datum via internet is te benaderen (www.hetrekenprogramma.nl). Uw berekeningen worden daarom altijd automatisch gebaseerd op de meest actuele cijfers en rekenregels. Het RekenBureau is onderdeel van de Bureaus en als onafhankelijk kantoor gespecialiseerd in alle rekentechnische aspecten op het gebied van letsel- en overlijdensschade. We nemen u veel werk uit handen door op een efficiënte – en dus voordelige – manier eerlijke en heldere berekeningen te maken in uw personenschadedossiers. Zo’n berekening is vaak foutgevoelig, ingewikkeld en arbeidsintensief en uw tijd is kostbaar en u kunt zich geen fouten permitteren. Uw kennis van het dossier benutten wij optimaal, zodat wij een op maat gesneden berekening voor u kunnen maken. Verder maken wij u graag attent op onze rekencursussen die wij gedurende het hele jaar geven op ons kantoor in Houten. De volgende cursussen zijn reeds ingepland: • 3 maart 2016
Verlies van arbeidsvermogen
• 17 maart 2016 Verlies van levensonderhoud • 31 maart 2016 Pensioenschade • 14 april 2016
Zelfstandig ondernemer
U kunt zich aanmelden voor deze cursussen via onze website: www.debureaus.nl. Wij hopen dat u veel plezier heeft van deze editie van de RekenHulp, mocht u vragen hebben aarzelt u niet met ons in contact te treden.
Erik-Jan Bakker Erna Sommer Rekenkundig expert Rekenkundig expert 3
Mariëtte Wouters Rekenkundig expert
Robert Withagen Marieke de Jongh Rekenkundig expert Nelleke van Heeswijk Secretaresse Rekenkundig expert
het RekenBureau
Alfabetisch overzicht sociale voorzieningen/uitkeringen AIO - Aanvullende inkomensvoorziening ouderen
De AIO-aanvulling kan iemand aanvragen als hij/zij de AOW-leeftijd heeft bereikt, rechtmatig in Nederland woont en niet genoeg inkomen of vermogen heeft om in zijn/haar levensonderhoud te voorzien.
AKW - Algemene kinderbijslagwet
De AKW biedt ouders een tegemoetkoming in de kosten die het opvoeden en verzorgen van kinderen tot 18 jaar met zich mee brengt.
Anw - Algemene nabestaandenwet
Op grond van de Anw kunnen nabestaanden in aanmerking komen voor een nabestaandenuitkering. Ook weeskinderen komen in aanmerking voor een uitkering.
AOW - Algemene Ouderdomswet
De AOW is een basispensioenvoorziening voor mensen vanaf de AOW-leeftijd. Daarnaast kent de AOW een partnertoeslag voor een jongere partner van de AOW-gerechtigde indien de desbetreffende partner geen of weinig inkomen heeft
IOAW - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
De IOAW is bedoeld voor oudere langdurig werklozen, die 50 jaar of ouder waren toen zij werkloos werden. De IOAW is ook voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen, ongeacht hun leeftijd. De IOAW-uitkering is een aanvulling op het (gezins)inkomen tot bijstandsniveau. De IOAW wordt uitgevoerd door de gemeente.
IOAZ - Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
De IOAZ is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar of ouder en gedeeltelijk arbeidsongeschikte ex-zelfstandigen (ongeacht hun leeftijd), die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. De IOAZ-uitkering vult het (gezins)inkomen aan tot het bijstandsniveau. Ouderen kunnen deze uitkering tot hun AOW-gerechtigde leeftijd krijgen.
IOW - Wet Inkomensvoorziening voor oudere werklozen
De IOW is een uitkering voor ouderen vanaf 60 jaar nadat de WWuitkering of WGA-uitkering is afgelopen. De uitkering is maximaal 70% van het minimumloon. De IOW vervalt op 1 juli 2016. De IOW wordt uitgevoerd door het UWV. Het inkomen van de partner wordt bij de IOW buiten beschouwing gelaten.
Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). Doel van de Participatiewet is ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten.
TW - Toeslagenwet
De Toeslagenwet vult een aantal uitkeringen aan tot het sociaal minimum als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde en eventuele partner daaronder ligt.
4
Wajong - Wet werk en arbeidsondersteuning
Wlz – Wet langdurige zorg
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 een groot deel van de Wajong. De Wajong biedt jonggehandicapten en studenten, die tijdens de studie gehandicapt zijn geraakt, ondersteuning bij het vinden en behouden van een baan bij een reguliere werkgever. Indien zij hiermee niet voldoende kunnen verdienen, komen zij in aanmerking voor inkomensondersteuning.
Wmo – Wet maatschappelijke ondersteuning
jonggehandicapten
WAO - Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
De WAO werd op 29 december 2005 vervangen door de WIA, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De WAO blijft bestaan voor mensen die al een WAO-uitkering genoten. Wel kunnen zij worden herkeurd volgens nieuwe strengere criteria, al dan niet met gevolgen voor de uitkering.
WAZ - Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen Alleen zelfstandige ondernemers die voor 1 augustus 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden, kunnen nog in aanmerking komen voor een WAZ-uitkering. Als een zelfstandige nu arbeidsongeschikt wordt, moet hij/zij zelf voor een vervangend inkomen zorgen.
WIA - Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
De WIA bevordert dat werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn aan het arbeidsproces blijven deelnemen en regelt de inkomensverzekering voor werknemers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt (WGA) of volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (IVA).
De Wlz is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wlz is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Om zorg vanuit de Wlz te krijgen, heeft men een Wlz-indicatie nodig van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ)
De Wmo regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen. Het doel van de Wmo is om het mogelijk te maken dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.
WW - Werkloosheidswet
De WW verzekert werknemers die werkloos worden tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Het verlies aan inkomen kan voor een bepaalde periode opgevangen worden met een WW-uitkering.
ZW - Ziektewet
De ZW geldt uitsluitend voor mensen die geen werkgever (meer) hebben, zoals uitzendkrachten. Ook kan iemand ziekengeld ontvangen als men ziek wordt ten gevolge van zwangerschap en bevalling. Het ziekengeld bedraagt ten minste 70% van het dagloon (dit is aan een maximum gebonden). Als iemand gaat werken als zelfstandige is het in bepaalde situaties mogelijk om zich vrijwillig te verzekeren.
ZEZ - Zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen Vrouwelijke zelfstandigen hebben recht op een ZEZ-uitkering van minimaal zestien weken.
5
het RekenBureau
het HerstelcoachBureau
herstelgerelateerde dienstverlening dan denkt Amenls alhetgauwgaataanover praktische of medische hulp. Maar juist als het gaat om sociaal, emotioneel of psychologisch herstel is de herstelcoach de aangewezen professional om het herstelproces te begeleiden. Ellen van den Berg, Herstelcoach T 030 204 10 00
6
Sociale Zekerheid
Werkdagen
De lonen en uitkeringen vermeld in de tabellen zijn bruto bedragen.
In 2016 zijn er 261 werkdagen.
Minimum(jeugd)loon Per 1 januari 2016 is het bruto minimumloon met 1,11% verhoogd ten opzichte van 1 juli 2015. De minimumlonen worden twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) aangepast aan de ontwikkeling van de cao-lonen.
2013
2014
2015
2016
werkdagen
261
261
261
261
Uitkeringspercentages WAO / Wajong / WIA-IVA / WIA-WGA
leeftijd
% minimumloon
per maand excl. VT
per jaar incl. VT
23 e.v.
100%
€ 1.524,60
€ 19.758,82
22
85%
€ 1.295,90
€ 16.794,86
0 - 15
-
21
72,5%
€ 1.105,35
€ 14.325,34
15 - 25
20
61,5%
€ 937,65
€ 12.151,94
25 - 35
19
52,5%
€ 800,40
€ 10.373,18
18
45,5%
€ 693,70
17
39,5%
€ 602,20
16
34,5%
15
30%
% arbeidsongeschiktheid
WAO
Wajong*
IVA
WGA**
WGA***
-
-
-
-
14%
-
-
-
-
21%
75%
-
-
-
35 - 45
28%
75%
-
70%
28%
€ 8.990,35
45 - 55
35%
75%
-
70%
35%
€ 7.804,51
55 - 65
42%
75%
-
70%
42%
€ 526,00
€ 6.816,96
65 - 80
50,75%
75%
-
70%
50,75%
€ 457,40
€ 5.927,90
80 - 100
75%
75%
75%
70%
70%
Daglonen ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering Het maximumdagloon voor de berekening van de ZW-, WAO/WIA- en WW-uitkering is met ingang van 1 januari 2016 vastgesteld op € 202,17 bruto.
7
jaar
* De Wajong (regeling vanaf 2010) vult aan tot maximaal 75% van het minimum loon. In bepaalde gevallen kan het inkomen aangevuld worden tot 100% van het minimumloon. **
Indien wordt voldaan aan de inkomenseis (tenminste 50% van de restverdiencapaciteit wordt benut) bedraagt de uitkering 70% van de betreffende grondslag. Gedurende de eerste twee maanden bedraagt het uitkeringspercentage van de loongerelateerde WGA-uitkering 75%.
*** Indien niet wordt voldaan aan de inkomenseis komt men in aanmerking voor de WGA-vervolguitkering (gebaseerd op het minimumloon).
het RekenBureau
Wajong Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten De Wajong biedt jonggehandicapten en studenten, die tijdens de studie gehandicapt zijn geraakt, ondersteuning bij het vinden en behouden van een baan bij een reguliere werkgever. Indien zij hiermee niet voldoende kunnen verdienen, komen zij in aanmerking voor inkomensondersteuning. De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 een groot deel van de Wajong. Gevolgen voor nieuwe Wajongers Mensen met een ziekte of handicap die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben, hebben mogelijk recht op Wajong. Het gaat om mensen die nooit meer kunnen werken. Zij krijgen van UWV een Wajong-uitkering als ze voldoen aan de voorwaarden. Jonggehandicapten die wel kunnen werken, krijgen van de gemeente een bijstandsuitkering als ze voldoen aan de voorwaarden en hulp bij het vinden van geschikt werk. Gevolgen voor bestaande Wajongers UWV gaat tussen 2015 en 2018 de gegevens van alle jonggehandicapten, die al vóór 1 januari 2015 een Wajong-uitkering ontvingen, herbeoordelen. Dat doen zij om vast te stellen wie wel of geen mogelijkheden heeft om te werken. • Wajongers die niet kunnen werken Wajongers zonder mogelijkheden om te werken, behouden gewoon hun Wajong-uitkering ter hoogte van 75% van het minimumloon. •
grondslag per werkdag
per jaar incl. VT*
23 e.v.
€ 70,10
€ 19.758,82
22
€ 59,58
€ 16.794,86
€ 1,88
21
€ 50,82
€ 14.325,34
€ 4,58
€ 54,96
20
€ 43,11
€ 12.151,94
€ 9,29
€ 111,48
19
€ 36,80
€ 10.373,18
€ 15,50
€ 186,00
18
€ 31,89
€ 8.990,35
€ 16,15
€ 193,80
leeftijd
extra toeslag per maand
extra toeslag per jaar
€ 22,56
* Op basis van 261 werkdagen en te vermenigvuldigen met het uitkeringspercentage.
Tegemoetkoming arbeidsongeschikten In september van elk jaar betaalt UWV de Tegemoetkoming arbeidsongeschikten (voorheen WTCG) aan mensen die (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt zijn. De tegemoetkoming bedraagt € 212,06 netto (€ 211,- in 2015). Dit bedrag is een compensatie voor de extra kosten die men heeft door ziekte of handicap. Men komt in aanmerking voor deze extra tegemoetkoming als men op 1 juli: • minstens 35% arbeidsongeschikt was; • recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering van het UWV (WAO-uitkering, WIA-uitkering, Wajong-uitkering of WAZ-uitkering).
Wajongers die kunnen werken Wajongers die kunnen werken, krijgen hulp van UWV bij het vinden van geschikt werk. Ook zij behouden hun Wajong-uitkering. De hoogte van de uitkering gaat voor hen wel veranderen. De uitkering is vanaf 1 januari 2018 maximaal 70% van het minimumloon.
8
IOAW en IOAZ
Bijstand
De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. De bruto inkomsten van de gerechtigde en de partner worden in mindering gebracht op de grondslagen die in de tabel te zien zijn.
Bijstand is er voor mensen die niet genoeg inkomen of vermogen hebben om in hun levensonderhoud te voorzien. En ook niet in aanmerking komen voor een andere uitkering.
excl. VT totaal incl. VT per maand per jaar
In verband met de vermogens- en inkomenstoets wordt de bijstandsuitkering doorgaans niet in een berekening van de personenschade opgenomen. leeftijd
hoogte bijstandsuitkering
gehuwd of samenwonend
21 jaar tot AOW-leeftijd
100% van het minimumloon (samen)
alleenstaande
21 jaar tot AOW-leeftijd
70% van het minimumloon
alleenstaande ouder
21 jaar tot AOW-leeftijd
70% van het minimumloon +extra kindgebonden budget
jongeren
18 tot 21 jaar
uitkering wordt afgeleid van de kinderbijslag
gehuwd / samenwonend (beide partners 21 jaar of ouder)
€ 1.480,10
€ 19.182,10
leefsituatie
alleenstaanden en alleenstaande medebewoners
€ 1.145,46
€ 14.845,16
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Bij de IOAZ wordt wel rekening gehouden met het eigen vermogen In 2016 blijft een vermogen tot € 130.081,- buiten beschouwing. Van elk bedrag daarboven wordt 3% in mindering gebracht op de uitkering. Bij een pensioentekort geldt een extra vrijstelling van maximaal € 120.161,-.
netto excl. VT per maand
totaal incl. VT per jaar
€ 1.320,09
€ 17.108,37
€ 924,06
€ 11.975,82
gehuwd / samenwonenden
€ 1.418,31
€ 18.381,30
alleenstaanden en alleenstaande ouders
€ 1.038,23
€ 13.455,46
21 jaar tot AOW-leeftijd
gehuwd / samenwonenden alleenstaanden en alleenstaande ouders vanaf AOW-leeftijd (AIO-uitkering)
Kostendelersnorm Bij de kostendelersnorm telt het aantal huisgenoten mee voor de hoogte van uw bijstandsuitkering. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in een woning, hoe lager de bijstandsuitkering. 9
het RekenBureau
Toeslagenwet
Eigen bijdrage Wlz en Wmo
De Toeslagenwet vult een aantal uitkeringen aan tot het sociaal minimum als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde en eventuele partner daaronder ligt. Hiervoor worden normbedragen vastgesteld. Deze worden twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) aangepast. Als het totale inkomen lager is dan het normbedrag voor het sociaal minimum, krijgt men mogelijk een toeslag op het inkomen.
De Wet langdurige zorg (Wlz) is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Volwassenen die zorg krijgen uit de Wet langdurige zorg (Wlz), of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) moeten daarvoor een eigen bijdrage betalen. Kinderen hoeven geen eigen bijdrage te betalen.
bruto per dag* Gehuwd/samenwonend
bruto per dag*
€ 70,10
Alleenstaanden: vanaf 23 jaar
€ 52,67
vanaf 22 jaar
€ 41,50
vanaf 21 jaar
€ 34,99
vanaf 20 jaar
€ 29,20
vanaf 19 jaar
€ 24,39
vanaf 18 jaar
€ 21,17
De hoogte van de eigen bijdrage hangt af van het verzamelinkomen (van twee jaar geleden), leeftijd en gezinssituatie. Ook is bepalend of men in een instelling verblijft of thuis zorg ontvangt. Met ingang van 1 januari 2013 is de eigen bijdrage verhoogd voor mensen met een eigen vermogen (vermogensinkomensbijtelling). Bij het inkomen wordt 8% van de ‘grondslag sparen en beleggen’ opgeteld. eigen bijdrage zorg thuis
Wmo / Wlz
minimum per 4 weken alleenstaanden
€ 19,40
(echt)paren maximum per 4 weken
* exclusief vakantietoeslag
Wlz lage eigen bijdrage
Wlz hoge eigen bijdrage
minimum per maand
€ 159,80
piepgrens*
minimum per maan
€ 838,60
€ 2.301,40
Kinderbijslag
eigen bijdrage zorg met verblijf
De netto bedragen voor de kinderbijslag zijn in 2016 gewijzigd. Bedragen per kwartaal
0 t/m 5 jaar (per kind)
6 t/m 11 jaar 12 t/m 17 jaar (per kind) (per kind)
per 1-1-2016
€ 197,67
€ 240,03
€ 282,39
per 1-1-2012
€ 191,65
€ 232,71
€ 273,78
*
€ 27,80 afhankelijk van inkomen en leeftijd
Wanneer men de hoge eigen bijdrage betaalt, moet men minimaal een bepaald bedrag overhouden om vrij te besteden. Dit is per 1 januari 2016: - voor alleenstaanden € 3.608 per jaar; - voor (echt)paren € 5.613 per jaar.
Als een kind niet thuis woont, omdat het bijvoorbeeld gehandicapt is, is het in sommige gevallen mogelijk om tweemaal kinderbijslag te krijgen. 10
Anw – Algemene nabestaandenwet
AOW – Algemene Ouderdomswet
per maand
tegemoetkoming per maand
totaal incl. VT* per jaar
Nabestaandenuitkering
€ 1.150,91
€ 16,74
€ 15.038,40
Nabestaandenuitkering bij verzorgingsrelaties
€ 737,26
€ 16,74
€ 9.781,32
Nabestaandenuitkering bij kostendelersnorm
€ 1.047,47
€ 16,74
€ 13.723,80
Wezenuitkering tot 10 jaar
€ 368,29
€ 16,74
€ 4.948,92
jonger dan de AOW-leeftijd)
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar
€ 552,44
€ 16,74
€ 7.322,88
Gehuwd/samenwonend met max. toeslag (partner
Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar
Gehuwd/samenwonend (beide partners AOWleeftijd of ouder)
Gehuwd/samenwonend zonder toeslag (partner
IO AOW per maand
totaal incl. VT* per jaar
€ 1.112,67
€ 25,48
€ 14.516,52
€ 758,39
€ 25,48
€ 10.019,88
€ 758,39
€ 25,48
€ 10.019,88
€ 1.516,78
€ 25,48
€ 19.734,00
€ 1.440,94
€ 25,48
€ 18.762,61
jonger dan de AOW-leeftijd)
€ 736,58
€ 16,74
€ 9.696,84
* Het totaal jaarbedrag is inclusief de tegemoetkoming Anw.
Per 1 juli 2015 is voor de nabestaandenuitkering Anw de kostendelersnorm ingevoerd. Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of meer meerderjarige personen waarmee kosten kunnen worden gedeeld, geldt op grond van de kostendelersnorm een lager bedrag. De hoogte van de nabestaandenuitkering is afhankelijk van het inkomen. Inkomen in verband met (vroegere) arbeid (bijvoorbeeld een WAO-, WIA- of WW-uitkering) komt volledig in mindering op de nabestaandenuitkering. Van inkomen uit arbeid (loon, winst, VUT, vervroegd pensioen of een bovenwettelijke uitkering) blijft een deel buiten beschouwing: 50% van het minimumloon plus een derde deel van wat boven dit bedrag wordt verdiend. Bij een inkomen uit arbeid tot € 762,30 bruto per maand wordt de nabestaandenuitkering nog volledig uitbetaald. In andere gevallen krijgt men geen nabestaandenuitkering als men meer verdient dan € 2.488,67 per maand. 11
Alleenstaand
per maand
Gehuwd/samenwonend met 10% verlaagde toeslag (partner onger dan de AOW-leeftijd)
* Het totaal jaarbedrag is inclusief inkomensondersteuning AOW.
Ouderen krijgen een inkomensondersteuning (IO) bovenop hun AOW die afhankelijk is van het aantal jaren dat men in Nederland heeft gewoond. Vanaf 1 april 2015 is de AOW-partnertoeslag vervallen. Degenen die vóór 1 januari 1950 geboren zijn en een AOW-toeslag ontvangen, behouden deze toeslag totdat de jongere partner AOW-pensioen krijgt of een te hoog inkomen krijgt. De bedragen zijn volledige AOW-uitkeringen. Wie pas later in Nederland is komen wonen of een aantal jaren in het buitenland heeft gewoond, zal een lagere uitkering krijgen indien de ontbrekende jaren niet zijn bijverzekerd. Voor ieder jaar 2% minder AOW.
medische onderzoekskamer in Houten neem ik alle tijd om Iallen onzerelevante medische aspecten van een zaak te bespreken met een betrokkene. Soms doe ik ook een gericht lichamelijk onderzoek. Doordat ik betrokkene persoonlijk ken, kan ik me een beter beeld vormen van de persoon als geheel en is het gemakkelijker om een vertrouwensband op te bouwen. Daar plukken wij dan in de rest van het medisch traject de vruchten van. Candida Vuijk, Medisch adviseur T 030 204 10 50
12
Loon- en inkomstenbelasting
Belastingtarieven box 1 IB
Premieheffingen
In box 1 worden het inkomen uit werk en woning belast. tarief tarief vanaf t/m schijf < AOW-lft. > AOW-lft.
werkgever
Volksverzekeringen
werknemer € 17.108,37
1
-
€ 19.922,-
36,55%
18,65%
AOW
17,90%
2
€ 19.923,-
€ 33.715,-
40,4%
22,5%
Anw
0,60%
3
€ 33.716,-
€ 66.421,-
40,4%
40,4%
Wlz (tot en met 2014 AWBZ)
9,65%
4
€ 66.422,-
* 52%
* 52%
Werknemersverzekeringen WAO/WIA-basis (Aof)
5,88%
Whk-rekenpremie
1,12%
Awf (WW)
2,44%
* De aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning zijn in het jaar 2016 aftrekbaar tegen een tarief van ten hoogste 50,5%.
Belastingtarieven box 2 IB
Het maximum bruto premieloon werknemersverzekeringen is € 52.763,per jaar.
In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Er geldt een vast tarief van 25% over het gehele belastbare inkomen.
Zorgverzekeringswet (Zvw)
Belastingtarieven box 3 IB
betreft
Zvw inkomensafhankelijke bijdrage - werkgeversheffing Zvw inkomensafhankelijke bijdrage - eigen bijdrage Zvw maximumbijdrage-inkomen Standaardpremie* Verplichte Eigen Risico
6,75% 5,50% € 52.763,€ 1.468,€ 385,-
* De standaardpremie is de geraamde gemiddelde nominale premie verhoogd met het geraamde gemiddelde bedrag wat een verzekerde in het volgend jaar aan eigen risico betaalt (Min. van VWS).
13
In box 3 worden de (fictieve) inkomsten uit sparen en beleggen belast. Over het belastbaar inkomen in box 3 geldt 1,2% vermogensrendementsheffing. Voor iedereen geldt in box 3 een heffingsvrij vermogen. Dit is een vast bedrag dat is vrijgesteld van belasting. betreft
bedrag
Heffingsvrij vermogen per persoon
€ 24.437,-
Heffingsvrij vermogen fiscaal partnerschap - bij overdracht aan partner
€ 48.874,-
De ouderentoeslag is per 1 januari 2016 vervallen.
het RekenBureau
Heffingskortingen Heffingskorting Algemene heffingskorting lagere inkomens (maximaal) Algemene heffingskorting hogere inkomens (maximaal) Arbeidskorting lagere inkomens (maximaal) Arbeidskorting hogere inkomens (maximaal)
< AOW-lft.
< AOW-lft.
€ 2.242,-
€ 1.145,-
€ 0,-
€ 0,-
€ 3.103,-
€ 1.585,-
Geldt voor iedereen die een inkomen heeft uit tegenwoordige arbeid.
€ 0,-
€ 0,-
Geldt voor iedereen die een inkomen heeft uit tegenwoordige arbeid. De afbouw is maximaal (tot nihil) als het loon meer is dan € 111.590,-.
Werkbonus (maximaal)
€ 1.119,-
Inkomensafhankelijke combinatiekorting (maximaal)
€ 2.769,-
€ 436,-
Jonggehandicaptenkorting
€ 719,-
Levensloopverlofkorting
€ 209,-
Tijdelijke heffingskorting voor VUT en prepensioen Zelfstandigenaftrek
€ 1.413,-
€ 70,-
Alleenstaande ouderenkorting
Geldt voor iedereen met belastbaar loon. De afbouw is maximaal (tot nihil) als het loon meer is dan € 66.417,-.
Geldt voor minstverdienende partners en alleenstaande ouders (inkomen > € 4.881,- tot € 32.970,-) die de zorg hebben voor kinderen onder de 12 jaar. Geldt voor belastingplichtigen vanaf de AOW-leeftijd die een verzamelinkomen hebben van niet meer dan € 35.949,-. Geldt bij een inkomen boven de € 35.949,-. Geldt voor iedere belastingplichtige die recht heeft op een AOWuitkering voor alleenstaanden. Geldt voor mensen die een Wajong-uitkering ontvangen en die niet in aanmerking komen voor een ouderenkorting. Geldt voor mensen die gespaard hebben binnen de levensloopregeling. Het bedrag bedraagt maximaal € 209,- voor elk jaar, waarin geld is gestort in een levensloopregeling. Vervallen per 1 januari 2016.
€ 7.280,-
Geldt voor iedere belastingplichtige.
Geldt voor werkende mensen van 61 tot 64 jaar (op 1 januari 2015) met een inkomen vanaf 90% van het wettelijk minimumloon (WML) en loopt tot 120% van het WML. Boven 120% van het WML wordt de werkbonus lineair afgebouwd tot nihil bij 175% van het WML.
€ 1.187,-
Ouderenkorting
Toelichting
€ 3.640,-
De zelfstandigenaftrek geldt voor de ondernemer die aan het urencriterium (meer dan 1.225 uren op jaarbasis) voldoet. 14
Autovergoeding
Lijfrente-aftrek
Belastingvrij voor zakelijke ritten per kilometer: € 0,19.
betreft
Bijtelling auto van de zaak
Jaarruimte Reserveringsruimte
In 2016 zijn de CO2-uitstootgrenzen en de bijbehorende bijtellingspercentages veranderd. Vanaf 2015 maakt het niet meer uit op wat voor brandstof de auto rijdt: de uitstootgrenzen en bijbehorende bijtellingspercentages zijn in alle gevallen hetzelfde. 1-1-2014
1-1-2015
Benzine
0% bijtelling
-
-
-
4% bijtelling
0
0
0 -
7% bijtelling
1-50
1-50
14% bijtelling
51-88
51-82
-
15% bijtelling
-
-
1-50
20% bijtelling
89-117
83-110
-
21% bijtelling
-
-
51-106
25% bijtelling
>117
>110
>106
Diesel
CO2-uitstoot in gr/km 0
€ 13.997,-
-
0
0 -
7% bijtelling
1-50
1-50
14% bijtelling
51-85
51-82
-
15% bijtelling
-
-
1-50
20% bijtelling
86-111
83-110
-
21% bijtelling
-
-
51-106
25% bijtelling
>111
>110
>106
15
€ 7.088,-
Ouder dan 55 jaar en 2 mnd. (maximaal)
CO2-uitstoot in gr/km
4% bijtelling
17% van premiegrondslag
Jonger dan 55 jaar en 2 mnd. (maximaal)
1-1-2016
€ 12.355,-
het RekenBureau
Wettelijke rente
Modaal inkomen
Per 1 januari 2015 bedraagt de wettelijke rente 2%.
Het bruto modaal inkomen is het inkomen dat dicht onder de premie-inkomensgrens voor de zorgverzekeringswet ligt. Deze grens wordt jaarlijks door het Nederlands Centraal Planbureau (CPB) geïndexeerd op basis van de gemiddelde loonstijging in de bedrijven-sector. Het begrip wordt als referentiepunt gebruikt om inkomenseffecten van maatregelen door de overheid te bepalen.
datum
rente
1-1-2015
2%
1-7-2012
3%
1-7-2011
4%
1-1-2010
3%
1-7-2009
4%
1-1-2007
6%
1-2-2004
4%
1-8-2003
5%
1-4-2002
7%
1-1-2001
8%
Het bruto modaal inkomen is in 2016 op € 36.000,(inclusief vakantietoeslag) gesteld. jaar
bruto modaal inkomen
2016
€ 36.000,-
2015
€ 35.500,-
2014
€ 35.000,-
2013
€ 34.500,-
2012
€ 33.000,-
2011
€ 33.000,-
2010
€ 32.500,-
2009
€ 32.500,-
2008
€ 32.500,-
2007
€ 31.500,-
2006
€ 30.000,-
16
Indexcijfers cao-lonen
Consumentenprijsindex (CPI)
Binnen cao’s worden jaarlijks algemene salarisaanpassingen vastgelegd. Periodiek worden daarvan gemiddelden bepaald. Dit is de cao loonindex die wordt vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cao loonindex wordt uitgedrukt als een stijgingsfactor ten opzichte van het loonniveau in een referentiejaar. Onderstaand zijn de loonindices opgenomen voor het referentiejaar 2010.
De Consumentenprijsindex (CPI) is een samengesteld gewogen gemiddelde van verschillende prijsstijgingen uitgedrukt in een indexcijfer. Het is een belangrijke maatstaf voor het meten van de gemiddelde prijsontwikkeling in Nederland. De inflatie wordt gemeten als de procentuele stijging van de CPI. Onderstaand zijn de indices opgenomen voor het referentiejaar 2006.
jaar
indexcijfer (2010=100)
jaarmutatie %
jaar
indexcijfer (2006=100)
jaarmutatie %
2015
106,1
1,4
2015
116,58
0,6
2014
104,6
0,9
2014
115,83
1,0
2013
103,7
1,2
2013
114,71
2,5
2012
102,5
1,4
2012
111,90
2,5
2011
101,1
1,1
2011
109,22
2,3
2010
100,0
1,3
2010
106,72
1,3
2009
98,7
2,8
2009
105,38
1,2
2008
96,1
3,3
2008
104,14
2,5
2007
93,0
2,1
2007
101,61
1,6
2006
91,1
2,0
2006
100,00
1,2
2005
89,3
0,7
2005
98,85
1,7
2004
88,7
1,2
2004
97,22
1,2
2003
87,6
2,8
2003
96,03
2,1
2002
85,2
3,6
2002
94,04
3,3
2001
82,2
4,4
2001
91,05
4,2
2000
78,7
-
2000
87,41
2,3
17
het RekenBureau
het MediationBureau
mediation organiseren op zeer korte termijn? EHetenMediationBureau matcht uw opdracht met de juiste mediator. Al onze mediators beschikken over de specif ieke letselschadekennis en vaardigheden die nodig zijn om uw mediation tot een succesvol eind te brengen! Francie Peters, T 030 204 10 60
18
Toeslagen
Huurgrenzen
Huurtoeslag
leeftijd op 1 januari 2016
De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de huur, soort huurhuis, de leeftijd, de gezinssituatie en het (gezamenlijke) verzamelinkomen*. Om huurtoeslag te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. Bij de berekening van de huurtoeslag telt naast het toetsingsinkomen en dat van de eventuele toeslagpartner ook het toetsingsinkomen van eventuele medebewoner(s) mee. Wanneer sprake is van inwonende kinderen onder de 23 jaar dan telt de eerste € 4.773,- van het toetsingsinkomen niet mee voor de huurtoeslag. situatie op 1 januari 2016
maximum toetsingsinkomen per jaar
Jonger dan AOW-leeftijd zonder toeslagpartner
€ 22.100,-
Jonger dan AOW-leeftijd met toeslagpartner
€ 30.000,-
Op 1 januari AOW-leeftijd of ouder zonder toeslagpartner
€ 22.100,-
Met toeslagpartner: op 1 januari heeft de meest verdienende bewoner de AOW-leeftijd bereikt.
€ 30.050,-
De huurtoeslag kan oplopen tot maximaal € 342,- per maand. Als men belasting betaalt in box 3, bestaat er (behalve in zeer uitzonderlijke gevallen) geen recht meer op huurtoeslag.
rekenhuur per maand
Tussen de 18 en 23 jaar en geen kinderen
tussen de € 231,87 en € 409,92
Tussen de 18 en 23 jaar en kinderen
tussen de € 231,87 en € 710,68
Tussen de 23 en AOWleeftijd
tussen de € 231,87 en € 710,68
AOW-leeftijd of ouder zonder toeslagpartner
tussen de € 230,05 en € 710,68
AOW-leeftijd of ouder met toeslagpartner
tussen de € 228,24 en € 710,68
Zorgtoeslag De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen*. Om zorgtoeslag te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. situatie op 1 januari 2016
maximum toetsingsinkomen per jaar
zonder toeslagpartner
€ 27.012,-
met toeslagpartner
€ 33.765,-
Er is geen recht op zorgtoeslag voor 2016 wanneer het vermogen op 1 januari 2016 groter was dan: • € 106.941,- voor een alleenstaande; • € 131.378,- voor partners. De zorgtoeslag is maximaal € 998,- per jaar voor een alleenstaande en € 1.905,- per jaar voor gehuwden of samenwonenden. 19
het RekenBureau
Kindgebonden budget
Kinderopvangtoeslag
Het kindgebonden budget is een bijdrage voor de kosten van kinderen tot 18 jaar. De hoogte van het kindgebonden budget is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen*, het aantal kinderen en de leeftijd van de kinderen. Om kindgebonden budget te krijgen, mag het toetsingsinkomen niet te hoog zijn. Bij de berekening van het kindgebonden budget telt ook het toetsingsinkomen van de eventuele toeslagpartner mee. Hoe hoog het (gezamenlijke) toetsingsinkomen mag zijn, hangt tevens af van het aantal kinderen en hun leeftijd. Als het toetsingsinkomen lager is dan € 19.758,-, krijgt men het maximum toeslagbedrag. Dit bedrag is afhankelijk van het aantal kinderen.
De hoogte van de kinderopvangtoeslag is afhankelijk van het (gezamenlijke) verzamelinkomen* en het aantal kinderen dat gebruik maakt van de kinderopvang. Ook het uurtarief en het aantal opvanguren zijn van belang. Bij de berekening van de kinderopvangtoeslag telt ook het toetsingsinkomen van de eventuele toeslagpartner mee. Voor de kinderopvangtoeslag is er geen inkomensgrens. Maar hoe hoger het toetsingsinkomen, hoe lager het bedrag aan kinderopvangtoeslag zal zijn.
alleenstaande ouder
ouder met toeslagpartner
1 kind
€ 4.104,-
€ 1.038,-
2 kinderen
€ 4.932,-
€ 1.866,-
3 kinderen
€ 5.216,-
€ 2.150,-
€ 284,-
€ 284,-
aantal kinderen jonger dan 12 jaar
Verhoging vanaf 4e kind
Verhogingen voor kinderen vanaf 12 jaar • Voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar: € 233,- per jaar; • Voor kinderen van 16 en 17 jaar: € 415,- per jaar. Is het toetsingsinkomen hoger dan € 19.758,- dan wordt het kindgebonden budget lager (afbouwpercentage van 6,75%). Als het inkomen te hoog is, krijgt men geen kindgebonden budget. Er is geen recht op kindgebonden budget voor 2016 wanneer het vermogen op 1 januari 2016 groter was dan: • € 106.941,- voor een alleenstaande; • € 131.378,- voor partners.
Aantal opvanguren
Men kan alleen kinderopvangtoeslag krijgen voor de uren die men werkt. Hierbij wordt uitgegaan van de ouder die het minst werkt. Gaat het kind naar de dagopvang dan kan men over 140% van de gewerkte uren toeslag krijgen. Gaat het om buitenschoolse opvang dan krijgt men over 70% van de gewerkte uren toeslag. Gaat het kind minder uren per week naar de opvang dan gaat men uit van de werkelijke opvanguren. Per kind kan men kinderopvangtoeslag krijgen over maximaal 230 uur kinderopvang per maand. Dit geldt voor alle vormen van opvang samen.
Maximumuurtarief
Voor het uurtarief geldt een maximum per soort opvang. Voor dagopvang in een kindercentrum geldt een maximumuurtarief van € 6,89. Voor buitenschoolse opvang in een kindercentrum geldt een maximumuurtarief van € 6,42. Voor gastouderopvang geldt een maximumuurtarief van € 5,52. * Het verzamelinkomen is de optelsom van het belastbaar inkomen in box 1, 2 en 3. Kijk voor meer informatie en bijzondere situaties over de diverse toeslagen op www.toeslagen.nl.
20
het ArbeidsdeskundigBureau
k houd van doorpakken. In arbeidsdeskundige zaken zit ik Ibovenop het proces en zorg ik ervoor dat ik korte lijnen heb met alle betrokken partijen. Ik denk in oplossingen en niet in problemen! Erna Wagenaar, Arbeidsdeskundige T 030 204 10 20
21
Richtlijnen van De Letselschade Raad
Kilometervergoeding
Huishoudelijke hulp
Per 1 januari 2016 is het normbedrag ongewijzigd.
Per 1 januari 2016 zijn de normbedragen ongewijzigd. Normbedragen huishoudelijke hulp per week (een week wordt gelijkgesteld met 7 dagen). licht tot matig beperkt
zwaar beperkt
Alleenstaande
€ 65,-
€ 130,-
2-persoonshuishouden
€ 86,-
€ 172,-
Gezin met inwonende kinderen jonger dan 5 jaar
€ 162,-
€ 324,-
Gezin met inwonende kinderen ouder dan 5 jaar
€ 140,-
€ 280,-
Gedurende een periode van drie maanden gelden de normbedragen volgens de tabel. Na deze periode, voor de volgende drie maanden, geldt bij continuering een uurtarief van € 9,00. Nadat deze tweede termijn is verlopen (6 maanden na ongeval), betaalt de verzekeraar een redelijke vergoeding. Er dient rekening te worden gehouden met de mate waarin de benadeelde vóór het ongeval een bijdrage in het huishouden leverde. Deze bijdrage wordt uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50, 75 of 100%. De schadevergoeding ter zake kosten huishoudelijke hulp wordt vastgesteld volgens de navolgende formule: Normbedrag volgens mate van beperking x bijdrage in het huishouden (vóór het ongeval). Deze aanbeveling is van toepassing op ongevallen die na 1 juli 2009 hebben plaatsgevonden.
Het normbedrag per gereden kilometer met een personenauto bedraagt € 0,29. ingangs-/ wijzigingsdatum
kilometervergoeding
1 januari 2014
€ 0,29
1 januari 2008
€ 0,24
1 januari 2006
€ 0,22
1 januari 2005
€ 0,21
1 januari 2002
€ 0,20
Onder de normering van de kilometervergoeding vallen: • Reiskosten van gezins- en naaste familieleden voor het bezoeken van het slachtoffer in het ziekenhuis en bij tijdelijk verblijf in een revalidatiecentrum. • Reiskosten van het slachtoffer voor bezoeken aan artsen, fysio therapeuten en andere beroepsbeoefenaren die betrokken zijn bij de medische behandeling, alsmede voor bezoeken aan een Bureau Slachtofferhulp en andere belangenbehartigers.
Vergoeding A. Personenauto Voor reizen met een personenauto bedraagt de vergoeding € 0,29 voor de eerste 2000 kilometer per jaar per claimgerechtigde. Als jaar geldt in deze: telkens een jaar na de schadedatum. Bij meer dan 2000 gereden kilometers per schadejaar adviseert de Letselschade Raad de vergoeding concreet vast te stellen. Dit kan op basis van gangbare ANWB-tabellen, waarbij zowel de vaste als variabele kosten als uitgangspunt voor de vergoeding gelden.
22
B. Openbaar vervoer Bij gebruik van het openbaar vervoer worden de daadwerkelijk gemaakte kosten vergoed.
Studievertraging
C. Taxi De daadwerkelijke taxikosten worden vergoed indien het openbaar of eigen vervoer geen passende voorziening blijkt te zijn. Hierbij moet worden gedacht aan een medische indicatie of de afwezigheid van eigen vervoer of openbaar vervoer, e.d.
Categorie-indeling en normbedragen voor schade wegens studievertraging op basis van één jaar studievertraging:
Per 1 januari 2016 zijn de normbedragen gewijzigd.
categorie
2014
2015
2016
Licht letsel (smartengeld)
basisschool
€ 5.750,-
€ 5.750,-
€ 5.825,-
VMBO/LBO
€ 13.150,-
€ 13.225,-
€ 13.400,-
Per 1 januari 2016 zijn de normbedragen ongewijzigd.
HAVO/MBO/VWO
€ 16.000,-
€ 16.100,-
€ 16.300,-
HBO/WO
€ 19.425,-
€ 19.575,-
€ 19.800,-
a. Tot € 825,- bij oppervlakkig en beperkt letsel met een herstelperiode van ongeveer twee maanden. Denk hierbij onder meer aan schaafwonden, kneuzingen, brandwonden van de eerste graad en beperkte, niet-ontsierende littekens. b. Van € 550,- tot € 1.650,- bij letsel waarvoor korte medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden en waarbij sprake is van een herstelperiode van twee tot vier maanden. Denk onder meer aan (lichte) hersenschudding of whiplash met restloos herstel, forse verzwikking/verstuiking, een gebroken rib en enkele dagen arbeidsongeschiktheid. c. Van € 1.100,- tot € 2.025,- bij letsel met een wat langere herstelperiode van ongeveer vier tot zes maanden, maar met een uiteindelijk restloos herstel (op eventueel wat beperkte, niet-ontsierende littekens na), waarvoor medische en/of therapeutische behandeling heeft plaatsgevonden. Denk hierbij onder meer aan gevallen van korte ziekenhuisopname, bij “eenvoudige” botbreuken, indien sprake is van een aantal weken tot enkele maanden arbeidsongeschiktheid en tijdelijke hulpbehoevendheid.
De richtlijn ziet louter op de studievertraging als zodanig c.q. het daardoor later betreden van de arbeidsmarkt. Het gaat om een studievertraging van maximaal 1 jaar. Extra studiekosten (boeken- en examenkosten en dergelijke) vallen niet onder de richtlijn. Deze uitgaven zijn zeer individueel en vaak concreet aan te tonen. Derhalve lenen deze kosten zich niet voor normering. Van de schade wegens studievertraging dient te worden onderscheiden de aan een ongeval toe te rekenen schade als gevolg van een aangepaste opleiding of opleiding op een lager niveau. Deze schadefactor dient afzonderlijk te worden beoordeeld en maakt deel uit van het vast te stellen verlies aan arbeidsvermogen. De richtlijn beoogt een vangnet te bieden voor het merendeel van de voorkomende gevallen en laat de mogelijkheid om schade wegens studievertraging concreet vast te stellen onverlet.
(Onder arbeidsongeschikt wordt tevens verstaan het niet of niet volledig kunnen uitvoeren van taken, bijvoorbeeld in de huishouding.)
23
het RekenBureau
Zelfwerkzaamheid Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in de kosten van onderhoud voor een viertal woningtypen:
Per 1 januari 2016 zijn de normbedragen ongewijzigd. Normbedragen zelfwerkzaamheid per jaar. categorie
normbedrag vanaf 1-1-2010
normbedrag vanaf 1-1-2014
Eigen woning/met tuin/ alle onderhoud
€ 1.080,-
Eigen woning/met tuin/ weinig onderhoud
€ 540,-
€ 570,-
Eigen woning/zonder tuin/ alle onderhoud
€ 702,-
€ 741,-
Eigen woning/zonder tuin/ weinig onderhoud
€ 270,-
€ 285,-
Huurwoning/met tuin/ alle onderhoud
€ 540,-
€ 570,-
Huurwoning/met tuin/ weinig onderhoud
€ 270,-
€ 285,-
Huurwoning/zonder tuin/ alle onderhoud
€ 351,-
€ 371,-
Huurwoning/zonder tuin/ weinig onderhoud
€ 135,-
€ 143,-
€ 1.140,-
Deze normbedragen zijn gebaseerd op de technische rekenvoorbeelden voor schilderwerk en tuinonderhoud, waarbij is uitgegaan van een twee onder een kap/hoekwoning of hoekwoning.
woningtype
omrekenfactor t.a.v. de bedragen in de tabel
Vrijstaande woning
1,3
Twee onder een kap/hoekwoning
1,0
Rijtjeshuis
0,8
Flat/appartement
0,7
Vaststelling van de schadevergoeding 1. Het normbedrag wordt aangepast aan de mate waarin het vermogen tot zelfwerkzaamheid beperkt is. De mate van beperking wordt in overleg vastgesteld en uitgedrukt in een vast percentage van 25, 50 of 100. Dit percentage is maatgevend voor de uiteindelijke schadevergoeding per jaar. 2. Voor de vaststelling van de looptijd van de toekomstige schade wordt uitgegaan van een eindleeftijd van 70 jaar, zonder sterftekans correctie. Voor de kapitalisatie van de toekomstige schade wordt uitgegaan van de dan geldende rekenrente. 3. Voor zover er ter zake van de woning, tuin of persoon van het slachtoffer in relatie tot zelfwerkzaamheid sprake is van bijzondere omstandigheden die zich niet lenen voor een genormeerde vergoeding, moet de schade concreet worden vastgesteld.
24
Ziekenhuis- / revalidatiedaggeldvergoeding Per 1 januari 2016 zijn de bedragen ongewijzigd. ziekenhuisdaggeldvergoeding
revalidatiedaggeldvergoeding
1 januari 2013
€ 28,-
€ 14,-
1 januari 2010
€ 26,-
€ 13,-
1 januari 2009
€ 25,-
€ 12,50
1 januari 2006
€ 25,-
1 januari 2002
€ 23,-
ingangs-/wijzigingsdatum
De ziekenhuisdaggeldvergoeding is per 1 januari 2009 uitgebreid met een vergoeding voor een tijdelijk verblijf in een revalidatievoorziening. Van een “tijdelijk verblijf” in een revalidatievoorziening is sprake: • gedurende een maximale al dan niet aaneengesloten herstel- en/of verpleegduur van 365 dagen, waarbij • de duur van ziekenhuisopname(n) voor dit totaal van 365 dagen meetellen, met dien verstande dat • de vergoeding van het revalidatiedaggeld komt te vervallen op het moment dat het voor betrokkene of diens naasten duidelijk is dat de opname een zodanig langdurig of permanent karakter krijgt, dat het dan nog resterende aantal dagen van die termijn van die 365 dagen zal worden overschreden.
25
het RekenBureau
Rekenmodel overlijdensschade In het nieuwe rekenmodel voor de berekening van overlijdensschade wordt het gezin beschouwd als een economische eenheid. Na het overlijden van een volwassene is er sprake van een “besparing” (vrijval van uitgaven). Het Nibud heeft hier onderzoek naar gedaan en de vrijval uitgedrukt in een percentage van het netto gezinsinkomen. Het nieuwe rekenmodel gaat uit van het traditionele 2-oudergezin.
Rekenmethodiek
Begrippen
De rekenmethodiek om de schade vast te stellen is als volgt:
Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU)
Stap 1
Op basis van onderzoek heeft het Nibud een tabel samengesteld om de Weggevallen Normatieve Uitgaven vast te stellen.
Het netto gezinsinkomen zonder overlijden wordt verminderd met een vastgesteld percentage Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU). Het WNU-percentage is afhankelijk van het netto gezinsinkomen, het aantal gezinsleden en de leeftijd van de kinderen zonder overlijden.
Stap 2
Het netto gezinsinkomen met overlijden wordt verhoogd met extra weggevallen uitgaven (WU) en wordt verminderd met bijgekomen uitgaven (BU).
Stap 3
Het verschil tussen de uitkomst van stap 1 en van stap 2 vormt de jaarschade van het gezin. Het nieuwe rekenmodel is normatief neutraal, dus zonder ter discussie staande verrekeningen. Het eventueel verrekenen van voordelen volgt pas na het toepassen van de rekenmethodiek.
zonder overlijden besteedbaar gezinsinkomen
- WNU
1 behoefte gezin na overlijden
Weggevallen Uitgaven (WU) De WU is bedoeld voor specifieke uitgaven, welke, naast de WNU, ook nog zijn verminderd of zijn weggevallen na het overlijden en dus het besteedbaar gezinsinkomen na overlijden verhogen. Voorbeelden: - lagere hypotheekrente a.g.v. aflossing hypotheek; - speciale hobby van de overledene.
Bijgekomen Uitgaven (BU) De BU is bedoeld voor uitgaven, welke er na het overlijden bij zijn gekomen en dus het besteedbaar gezinsinkomen na overlijden verlagen. Voorbeelden: - extra kosten voor kinderopvang; - huishoudelijke hulp; - verlies van zelfwerkzaamheid.
2
3
na overlijden besteedbaar gezinsinkomen
+ WU
schade gezin
- BU 26
Tabel Weggevallen Normatieve Uitgaven (WNU) Netto besteedbaar gezinsinkomen (Nibud-definitie) per jaar Huishoudsamenstelling
€ 24.000
€ 36.000
€ 48.000
€ 60.000
€ 72.000
€ 84.000
€ 96.000
Paar zonder kinderen
28,10%
27,40%
23,90%
21,70%
20,30%
19,30%
18,50%
Paar met 1 kind < 13 jaar
20,90%
19,90%
17,80%
16,30%
15,20%
14,50%
13,90%
Paar met 1 kind > 13 jaar
20,30%
18,40%
16,70%
15,10%
14,10%
13,40%
12,90%
Paar met 2 kinderen < 13 jaar
20,20%
17,80%
16,10%
14,70%
13,70%
12,90%
12,70%
Paar met 2 kinderen, 1 < 13 jaar en 1 > 13 jaar
19,70%
16,60%
15,20%
13,70%
12,70%
12,00%
11,50%
Paar met 2 kinderen > 13 jaar
19,30%
15,70%
14,70%
13,20%
12,10%
11,50%
10,90%
Paar met 3 kinderen < 13 jaar
21,20%
17,20%
15,60%
14,00%
12,90%
12,20%
11,60%
Paar met 3 kinderen, 2 < 13 jaar en 1 > 13 jaar
21,30%
16,60%
15,40%
13,70%
12,60%
11,80%
11,30%
Paar met 3 kinderen, 1 < 13 jaar en 2 > 13 jaar
21,50%
16,20%
15,20%
13,50%
12,40%
11,60%
11,00%
Paar met 3 kinderen > 13 jaar
21,70%
15,70%
15,10%
13,40%
12,20%
11,40%
10,80%
Toepassing tabel WNU
Bij netto gezinsinkomens onder de € 24.000 gelden de percentages uit de kolom behorend bij een inkomen van € 24.000. Bij netto gezinsinkomens die liggen tussen de vermelde inkomens, dient geïnterpoleerd te worden. Bij netto gezinsinkomens van meer dan € 96.000 per jaar gelden de percentages uit de kolom behorende bij een inkomen van € 96.000. Bij een huishoudsamenstelling met meer dan drie kinderen dienen de percentages voor een huishoudsamenstelling met drie kinderen te worden gehanteerd. aantal kinderen in gezin
Verdeling schade
Het nieuwe rekenmodel berekent een gezinsschade. In beginsel vindt er geen verdeling van de schade over de gezinsleden plaats. Indien betrokkenen toch een verdeling van de schade voorstaan, kan gebruik worden gemaakt van de door het Nibud/CBS aangehouden verdelingspercentages. Feitelijk zal de verdeling ieder jaar opnieuw moeten worden vastgesteld, omdat de percentages per gezinslid veranderen naarmate kinderen ouder worden.
27
totaal
per kind
ouder
1
17%
17%
83%
2
26%
13%
74%
3
33%
11%
67%
4
40%
10%
60%
het RekenBureau
Rechtsbijstand WA
ij het MedischBureau ben ik de schakel tussen de medisch Badviseurs en onze opdrachtgevers. Ik neem de medisch adviseur zo veel mogelijk werk uit handen, zodat deze kan doen waar hij echt goed in is: het beoordelen van de medische informatie. Als afgestudeerd psycholoog vind ik daarbij de zaken waarbij psychisch letsel speelt natuurlijk extra interessant! Kim Kraal, Medisch secretaresse T 030 204 10 60
28
Overzicht recente jurisprudentie personenschade In dit overzicht zijn korte samenvattingen opgenomen van recente gerechtelijke uitspraken waarin vooral schade wegens verlies van arbeidsvermogen (art. 6:107 BW) of verlies van levensonderhoud (art. 6:108 BW) aan de orde is, dan wel de uitspraak een raakvlak hiermee heeft. De hiermee samenhangende aspecten worden besproken. Het betreft uitspraken uit openbare bronnen, zoals www.rechtspraak.nl. Dit overzicht is bijgewerkt tot december 2015. Verwijzingen naar de relevante LJN-of ECLI-nummers zijn in het overzicht opgenomen, zodat u eenvoudig uitspraken kunt gebruiken. Op 28 juni 2013 is het Landelijk Jurisprudentienummer (LJN) vervangen door de European Case Law Identifier (ECLI).
Betreft Samenvatting
Trefwoord
Type
Rb. Rotterdam 16-01-2013 LJN BY8741
Het geschil betreft de vraag of eiseres behoort tot de kring van gerechtigden. Eiseres was niet de echtgenote of geregistreerde partner en evenmin een bloed- of aanverwant. Zij kan tot de kring van gerechtigden behoren op grond van artikel 6:108 lid 1 onder c BW. Van alle bij de schadeafwikkeling betrokken professionals mag worden verwacht dat zij zich er maximaal voor zullen inspannen dat de relevante gegevens zullen worden opgevraagd, verstrekt en verwerkt en dat de aan de gerechtigden uit te betalen bedragen spoedig en correct zullen worden vastgesteld en uitbetaald.
Kring der gerechtigden, Constructieve opstelling bij schadeafwikkeling
108
Rb. Rotterdam 08-05-2013 ECLI:NL:RBROT: 2013:CA2955
Het komt de rechtbank voor dat de deskundige bij de begroting van het netto verlies aan arbeidsvermogen de relevante effecten van de arbeidsongeschiktheidsverzekering (uitkeringen, premies en fiscale effecten) reeds volledig heeft verdisconteerd. De eiser maakt hierop bezwaar. Voor een hierop nog aan te brengen correctie bestaat geen aanleiding.
AOV-verzekering ZZP-er
107
Rb. ZeelandWest-Brabant 26-06-2013 ECLI:NL:RBZWB: 2013:7313
Ook zonder ongeval zou eiseres het door haar uitgebate restaurant niet rendabel hebben kunnen maken. Verder beoordeling diverse schadeposten zoals huishoudelijke hulp, verlies zelfwerkzaamheid en immateriële schadevergoeding.
Zelfstandig ondernemer Huishoudelijke hulp Verlies zelfwerkzaamheid Smartengeld
107
Hof Den Bosch 02-07-2013 ECLI:NL:GHSHE: 2013:2726
Partijen verschillen van mening over de vraag of het slachtoffer, het ongeval weggedacht, tot zijn 65e jaar zou zijn blijven werken, dan wel eerder met pensioen zou zijn gegaan. Slachtoffer heeft daarbij nog gesteld dat inmiddels werken tot 67 jaar een feit is, maar hij heeft zijn vordering, die uitgaat van pensionering op 65-jarige leeftijd, niet gewijzigd, zodat het hof aan die stelling voorbij gaat. Op grond van deze specifiek ten aanzien van slachtoffer verstrekte gegevens oordeelt het hof dat het een redelijke verwachting is ervan uit te gaan dat het slachtoffer, het ongeval weggedacht, tot zijn 65e jaar in dienst zou zijn gebleven in een functie van dezelfde salarishoogte als hij in continudienst ontving.
Werken tot 65 jaar
107
29
het RekenBureau
Betreft Samenvatting
Trefwoord Type
Hof ArnhemLeeuwarden 09-07-2013 ECLI:NL:GHARL: 2013:4977
Mevrouw stelt dat als de zorg voor de kinderen achter de rug is, zij fulltime zou gaan werken. Het ziekenhuis bestrijdt dit omdat zij nog nooit fulltime heeft gewerkt (en bovendien zorgt voor haar autistische zoon). Het hof verwerpt de stelling van mevrouw dat zij de opleiding tot IC-verpleegkundige zonder ongeval met succes zou hebben afgelegd, omdat zij in het verleden al twee keer voor de opleiding is geweigerd.
Begroting verlies van arbeidsvermogen
107
De rechtbank is van oordeel dat moet worden uitgegaan van een VMBO-opleiding, iets onder gemiddeld niveau. Bij de vaststelling van het daarbij behorende verlies verdienvermogen dient te worden uitgegaan van de NRL-indicateur Jonggehandicapten. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de jeugdschalen en een groeiperiode van 10 jaar. Gezien het verwachte opleidingsniveau (iets onder gemiddeld) dient het eindsalaris aan het eind van de groeiperiode te worden gesteld op modaal. De verzekeraar stelt dat betrokkene eerder zou zijn gestopt met werken om voor de kinderen te zorgen. Het leidt ertoe dat als uitgangspunt heeft te gelden dat betrokkene van haar 17e tot en met haar 26e levensjaar fulltime zou hebben gewerkt, vervolgens van haar 27e tot en met haar 36e levensjaar niet (om voor de kinderen te zorgen) en tenslotte vanaf haar 37e tot en met haar 67e levensjaar 50% zou hebben gewerkt.
Begroting schade kind Opleiding Verzorging kinderen Parttime werken
107
Hof Den Bosch 05-11-2013 ECLI: NL:GHSHE: 2013:5188
Per uur wordt er gerekend met huishoudelijke hulp ad € 7,50 per uur (vanaf september 2001 tot juni 2009). Vanaf 1 juni 2009 tot 75-jarige leeftijd wordt er gerekend met kosten aan huishoudelijke hulp ad € 17,20 per periode van 4 weken. Door de rechtbank is de aanvullende verzekering voor de ziektekosten toegekend als schadepost. Het eigen risico wordt niet als schade aangemerkt. Het hof ziet in de huidige ontwikkelingen en de toekomstverwachtingen, gezien de lage rentestand van de afgelopen jaren en de termijn van 20 jaar waarmee rekening moet worden gehouden, aanleiding conform voornoemd advies van het CPB een rekenrente vast te stellen van 2,2%. Daarbij gaat het hof uit van een rendement van 4,2 % en een inflatie van 2%.
Huishoudelijke hulp Aanvullende verzekering ziektekosten Rekenrente
107
Rb. Rotterdam 06-01-2014 ECLI:NL:RBROT: 2014:167
Geen verrekening uitkering particuliere AOV met schadevergoeding door aansprakelijke partij. Zzp-er lijdt schade door arbeidsongeval. In dit deelgeschil speelt de vraag of de uitkeringen uit de arbeidsongeschiktheidsverzekering mogen worden verrekend met het door aansprakelijke uit te keren schadebedrag. Aansluiting bij de in arrest HR 01-10-2010 Verhaegen/Jenniskens geformuleerde gezichtspunten die betrokken moeten worden bij de beoordeling van de vraag of het redelijk is om een voordeel dat bestaat uit een verzekeringsuitkering bij de vaststelling van de te vergoeden schade te betrekken.
Zelfstandig ondernemer Verrekening AOV
107
Rb. MiddenNederland 15-01-2014 ECLI: NL:RBMNE:2014:372
Arbeidsongeschiktheidsverzekering: schadeverzekering of sommenverzekering? Wel verrekening uitkering particuliere AOV met schadevergoeding door aansprakelijke partij, met aftrek van voor de AOV betaalde premie.
Zelfstandig ondernemer Verrekening AOV
107
Rb. Den Haag 23-07-2013 ECLI:NL:RBDHA: 2013:9276
30
Betreft Samenvatting
Trefwoord Type
Rb. ZeelandWest-Brabant 16-04-2014 ECLI:NL:RBZWB: 2014:4520
In dit deelgeschil is de vraag aan de orde of er sprake is van schade waarvoor het ziekenhuis aansprakelijk is en die door haar moet worden vergoed als verzoekster haar WWB-uitkering verliest vanwege het door haar ontvangen bedrag aan schadevergoeding.De rechtbank is van oordeel dat indien verzoekster haar aanspraak op een WWB-uitkering (deels) verliest, zulks dient te worden aangemerkt als schade en dat die schade voor vergoeding in aanmerking komt. Zij overweegt daartoe onder meer dat het in casu gaat om het wegvallen van een uitkering, die is bedoeld om daarmee te voorzien in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud, waarvan de voorwaardelijkheid in de zin dat alleen bij het niet hebben van vermogen de uitkering wordt verleend, niet aan verzoekster als benadeelde kan worden tegengeworpen.
Schade door verlies bijstandsuitkering
107
Rb. Rotterdam 25-06-2014 ECLI:NL:RBROT: 2014:6049
Particuliere AOV is schadeverzekering. In de polis was een relatie met het inkomen.
AOV-verzekering
107
Hof Amsterdam 22-07-2014 ECLI:NL:GHAMS: 2014:6041
Een man krijgt een ongeluk in 1995, ten gevolge waarvan hij een chronische whiplash oploopt. In 2000 ontvangt hij een schade-uitkering “all in”. Als hij gaat scheiden, stelt zijn vrouw, met wie hij in gemeenschap van goederen was gehuwd, dat de uitkeringniet verknocht is, althans niet meer te achterhalen is. Hij heeft de uitkering namelijk gestoken in zijn huis en in een bedrijfspand. Het hof verwijst naar HR 7 december 2012, waarin de Hoge Raad de criteria voor verknochtheid heeft geformuleerd. Eerder heeft de vrouw in de echtscheidingsprocedure het standpunt ingenomen dat de man een aanvulling heeft op zijn inkomen totdat hij in 2020 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. De man geeft aan dat € 48.230 ziet op verlies arbeidsvermogen vanaf 8 augustus 2012, de datum van de ontbinding van de gemeenschap, tot 8 augustus 2020, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Tevens bevatte de uitkering een component smartengeld, dat verknocht is. Dat leidt ertoe dat een saldo op een spaarrekening ad € 40.452,43 niet in de gemeenschap valt, en dat een bedrijfspand dat de man heeft gekocht van de letselschade uitkering ook niet in de gemeenschap valt.
Verknochtheid letselschade-uitkering
107
Hof ArnhemLeeuwarden 05-08-2014 ECLI:NL:GHARL: 2014:6223
Begroting arbeidsvermogensschade. Uitgaan van fulltime of parttime werk bij alleenstaande vrouw met autistisch kind? Betekenis van statistische gegevens. Eindleeftijd voor huishoudelijke hulp en verlies zelfwerkzaamheid: 75 jaar, gelet op fors toegenomen levensverwachting en ontwikkeling dat ouderen tot op steeds hogere leeftijd in staat worden geacht zelfredzaam te zijn.
Begroting verlies van arbeidsvermogen Huishoudelijke hulp Verlies zelfwerkzaamheid
107
Rb. MiddenNederland 17-09-2014 ECLI:NL:RBMNE: 2014:4511
Verzoek om verlies aan verdienvermogen te bepalen, alsmede een nader voorschot. Over de rekenrente beslist de rechter niet, aangezien over de looptijd onvoldoende bekend is, maar de rechter merkt wel op dat de rekenrente in ieder geval lager dient te zijn dan 3%.
Verlies van arbeidsvermogen Rekenrente
107
31
Betreft Samenvatting
Trefwoord Type
Rb. Noord-Holland 08-10-2014 ECLI:NL:RBNHO: 2014:9243
De rechtbank overweegt als volgt. De rekenrente is het saldo van rendement en inflatie. Uit diverse publicaties blijkt dat de rekenrente de afgelopen jaren feitelijk lager was dan 3%; gemiddeld kwam de rekenrente uit op 2%. Gezien de leeftijd van eiser heeft de schade een looptijd van – statistisch bezien – ruim 38 jaar. De rechtbank ziet in de huidige ontwikkelingen en de toekomstverwachtingen, gezien de lage rentestand van de afgelopen jaren en de termijn waarmee rekening moet worden gehouden, aanleiding om voor een periode van 20 jaar de rekenrente vast te stellen op 2%, en voor de resterende periode op 3%.
Rekenrente
107
Rb. Oost-Brabant 29-10-2014 ECLI:NL:RBOBR: 2014:6520
Uitkering arbeidsongeschiktheidsverzekering. Rechtbank beslist dat als verzekerde binnen eenmanszaak zonder personeel zijn uitvoerende werkzaamheden (het leggen van vloerverwarming) niet meer kan verrichten, hij op basis van de uitleg van de overeenkomst ook als arbeidsongeschikt te beschouwen is voor de daarmee verbonden niet-uitvoerende werkzaamheden als verkoop en administratie. Restitutie van onterecht betaalde premie, inclusief wettelijke rente.
Zelfstandig ondernemer AOV-verzekering
107
Rb. Rotterdam 17-12-2014 ECLI:NL:RBROT: 2014:10051
Deelgeschil overlijdensschade. Gederfd levensonderhoud van kinderen in geld en in natura na gelijktijdig overlijden ouders. Voor de berekening van het door de kinderen gederfd levensonderhoud in de vorm van verlies van onderhoud in natura mag als uitgangspunt worden genomen dat zij in het ouderlijk huis zouden zijn blijven wonen en de voogden met hun gezin daar zouden zijn ingetrokken.
Abstraheren van concrete omstandigheden
108
Rb. NoordNederland 20-02-2015 ECLI:NL:RBNNE: 2015:793
Deelgeschil overlijdensschade. Verzoekster verzoekt in deelgeschil dat als kapitalisatiedatum de datum ongeval heeft te gelden, omdat de nabestaanden anders tekort wordt gedaan. De deelgeschilrechter verwerpt het betoog: “Uitgangspunt in de heersende jurisprudentie en de literatuur is dat aan de rechter een grote mate van vrijheid toekomt met betrekking tot de begroting van schade als de onderhavige. Het is aan de rechter om mede aan de hand van de feitelijke waardering van de omstandigheden van het geval te beslissen. Daarbij kan hij bepalen dat moet worden gekapitaliseerd tegen een peildatum in het verleden, bijvoorbeeld de ongevalsdatum, maar verplicht is hij daartoe niet. De rechter mag ook opteren voor kapitalisatie met ingang van de datum waarop de berekening wordt gedaan. (…) Zonder nadere toelichting van[verzoekster], welke toelichting ontbreekt, valt naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet in te zien waarom de peildatum in dit specifieke geval moet worden verlegd naar de datum van het ongeval. De enkele omstandigheid dat de door[verzoekster] bepleite rekenmethode tot hogere (rente)uitkomsten leidt, acht de kantonrechter niet redengevend.”
Kapitalisatiedatum
108
32
33
Betreft Samenvatting
Trefwoord Type
Rb Oost-Brabant 19-03-2015 ECLI:NL:RBOBR: 2015:1904
Deelgeschil. Letselschade. Artikel 6:100 BW voordeelsverrekening AOV. De rechtbank overweegt dat het arrest Verhaeg/Jenniskens (ECLI:NL:HR:2010:BM7808) geen sluitend beoordelingskader geeft voor de vraag naar de redelijkheid van verrekening van uitkeringen uit particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die, zoals in casu, deels als een sommenverzekering en deels als een schadeverzekering zijn te beschouwen. De rechtbank geeft een eigen redelijkheidsoordeel en acht verrekening op zijn plaats, zij het dat op het te verrekenen bedrag in mindering moeten worden gebracht de premiebedragen die de benadeelde alle jaren voor zijn AOV heeft betaald.
Zelfstandig ondernemer Verrekening AOV
107
Hof ArnhemLeeuwarden 31-03-2015 ECLI:NL:GHARL: 2015:2350
Het hof oordeelt dat het verlies arbeidsvermogen berekend moet worden tot 67 jaar, aangezien dan de AOW-uitkering van mevrouw ingaat. Tevens wijdt het hof een beschouwing over de rekenrente, met literatuurverwijzingen. Weliswaar is de stelling juist dat de gebruikelijk gehanteerde rekenrente van 3% een gemiddelde is over een lange periode, maar gezien de ongekend lage inflatie van reeds jaren is het gerechtvaardigd om tot 1 januari 2018 een rekenrente van 1% te hanteren. Over huishoudelijke hulp en zelfwerkzaamheid overweegt het hof het volgende. De stelling van mevrouw dat zij niet aan de richtlijnen van de Letselschaderaad gebonden is, is op zich juist. Maar dat wil niet zeggen dat die richtlijnen in het geheel geen betekenis hebben, de verzekeraars zijn er wel aan gebonden en ze kunnen fungeren als ijkpunt. Er kan, oordeelt het hof, niet geabstraheerd worden van het feit dat de hulp in het geheel niet is geboden.
Rekenrente Eindleeftijd verlies arbeidsvermogen Huishoudelijke hulp Verlies zelfwerkzaamheid Richtlijnen Letselschade Raad
107
Rb Overijssel 08-04-2015 ECLI:NL:RBOVE: 2015:1594
Schade door seksueel misbruik. Voor de berekening van het verlies arbeidsvermogen worden deskundigenrapportages gelast. In het tussenvonnis oordeelt de arbeidsdeskundige dat het meisje twee jaar studievertraging heeft opgelopen en met haar HBO-studie commerciële economie niet in het bedrijfsleven zal kunnen werken, maar alleen bij de overheid. In het eindvonnis beoordeelt de rechtbank het verlies arbeidsvermogen, in kaart gebracht door Cunningham Lindsey en het RekenBureau. “Nu de door Het RekenBureau toegepaste correcties goed zijn onderbouwd en door [eisers] niet gemotiveerd zijn betwist, zal de rechtbank met betrekking tot deze schadepost uitgaan van het door het RekenBureau berekende bedrag van € 52.603,00.” Tevens wordt een belastinggarantie toegewezen, die het hof integraal in zijn eindarrest opneemt.
Verlies arbeidsvermogen Belastinggarantie
107
Betreft Samenvatting
Trefwoord Type
Rb Gelderland 08-07-2015 ECLI:NL:RBGEL: 2015:5935
Het betreft een zelfstandige die deels met projectontwikkeling, en deels met aannemerij in zijn onderhoud voorziet. Na voorlichting door deskundige formuleert de rechter de uitgangspunten voor de schadeberekening. Het RekenBureau zal worden benaderd om tot rekenkundig deskundige te worden benoemd. De rechtbank overweegt ten aanzien van de rekenrente als volgt: Vast staat dat in de periode 2000 tot en met 2013 de rekenrente feitelijk gemiddeld 2% per jaar bedroeg. Dan is er de in deze procedure tussen partijen te volgen aanname van het CPB dat voor professionele pensioenbeleggers de te hanteren rekenrente de komende 20 jaar gemiddeld 2,2% zal bedragen. En verder is van belang dat het hier de inschatting van een onzekere toekomstige verwachting betreft, welke inschatting nodig is geworden als gevolg van een verkeersongeval waarvoor Euro Insurance aansprakelijk is. Aan de onderbouwing door [eiser] van de te hanteren rekenrente mogen dan geen al te hoge eisen worden gesteld. (…) Al met al ligt naar het oordeel van de rechtbank in dit geval in de rede te verwachten dat [eiser] per saldo 2% rendement op de uit te keren som zal realiseren. Het hanteren van verschillende rekenrentes in onderscheiden perioden ligt, zoals Euro Insurance terecht meent, niet in de rede. De rechtbank zal de rekenrente vaststellen op 2%, zonder fiscale component.
Rekenrente Zelfstandige
107
Rb MiddenNederland 22-07-2015 ECLI:NL:RBMNE: 2015:5492
In het vonnis van 24 september 2014 heeft de rechtbank het RekenBureau de opdracht gegeven het verlies aan verdienvermogen te berekenen. De rechtbank overweegt als volgt: bij de vaststelling van de pensioenschade gaat het om toekomstige schade waarbij gedurende de gehele - betrekkelijk lange - looptijd rekening moet worden gehouden met fluctuaties in het te behalen rendement en inflatie. De rechtbank ziet in de huidige economische situatie geen reden om af te wijken van het tot op heden algemeen gebruikelijke uitgangspunt dat rekening wordt gehouden met een rekenrente van 3% (rendement van 6% en een inflatie van 3%). Dat bij kort lopende schades in een enkel geval een lagere rekenrente wordt toegepast, kan daar niet aan afdoen. De rechtbank wil ervoor waken dat op grond van fluctuerende economische omstandigheden voortdurend discussie bestaat over de rekenrente, nu de rendementscomponent in rekenrente niet (alleen) hoeft te slaan op extern te behalen resultaten, maar ook kan zien op een rendement vanwege besparingen, zoals het aflossen van schulden.
Rekenrente
107
34
Carrouselintake
nelheid telt! Zeker als het gaat om het succes van interventies. Met een Scarrouselintake weet je in een heel vroeg stadium waar je aan toe bent. Voor een f ixed price van €500,- excl. BTW vinden 3 gesprekken plaats op ons kantoor in Houten: - Met de medisch adviseur - Met de herstelcoach - Met de arbeidsdeskundige De uitkomst is een rapport met een multidisciplinair advies waar u en betrokkene verder mee kunnen!
35
Ernst Delwel, Candida Vuijk, Ellen van den Berg, Erna Wagenaar, Nelleke van Heeswijk
Kapitalisatiefactoren (6% rente, 3% inflatie) Mannen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
0,9716 1,9155 2,8327 3,7238 4,5896 5,4308 6,2481 7,0422 7,8136 8,5631 9,2912 9,9985 10,6856 11,3531 12,0014 12,6312 13,2429 13,8371 14,4142 14,9747 15,5191 16,0479 16,5614 17,0602 17,5447 18,0151 18,4720 18,9158 19,3467 19,7651 20,1714 20,5659 20,9489 21,3208 21,6818 22,0322 22,3722
0,9715 1,9152 2,8320 3,7226 4,5877 5,4279 6,2441 7,0369 7,8069 8,5548 9,2812 9,9867 10,6719 11,3374 11,9838 12,6115 13,2212 13,8132 14,3882 14,9465 15,4886 16,0149 16,5260 17,0222 17,5038 17,9713 18,4251 18,8654 19,2927 19,7072 20,1093 20,4993 20,8773 21,2438 21,5990 21,9431 22,2762
0,9713 1,9146 2,8309 3,7207 4,5850 5,4243 6,2395 7,0311 7,7999 8,5464 9,2712 9,9751 10,6584 11,3218 11,9658 12,5909 13,1976 13,7864 14,3577 14,9120 15,4496 15,9710 16,4766 16,9666 17,4415 17,9015 18,3470 18,7783 19,1956 19,5992 19,9894 20,3665 20,7306 21,0819 21,4208 21,7473 21,4633
0,9710 1,9138 2,8292 3,7179 4,5806 5,4180 6,2307 7,0194 7,7848 8,5272 9,2474 9,9459 10,6231 11,2795 11,9157 12,5319 13,1287 13,7064 14,2655 14,8061 15,3288 15,8339 16,3216 16,7923 17,2462 17,6836 18,1048 18,5099 18,8992 19,2729 19,6311 19,9740 20,3018 20,6145 20,9122 21,1951 21,4633
0,9701 1,9108 2,8229 3,7070 4,5637 5,3937 6,1975 6,9755 7,7284 8,4566 9,1606 9,8408 10,4976 11,1315 11,7429 12,3320 12,8992 13,4448 13,9691 14,4723 14,9547 15,4165 15,8578 16,2789 16,6799 17,0608 17,4219 17,7631 18,0846 18,3862 18,6682 18,9306 19,1734 19,3969 19,6012 19,7867 19,9538
0,9667 1,9008 2,8028 3,6732 4,5127 5,3216 6,1004 6,8495 7,5694 8,2603 8,9226 9,5566 10,1625 10,7405 11,2909 11,8138 12,3094 12,7776 13,2187 13,6327 14,0196 14,3794 14,7125 15,0189 15,2991 15,5533 15,7823 15,9868 16,1677 16,3261
0,9585 1,8759 2,7526 3,5889 4,3850 5,1413 5,8579 6,5350 7,1725 7,7707 8,3296 8,8493 9,3301 9,7723 10,1763 10,5429 10,8728 11,1673 11,4276 11,6552
0,9334 1,8006 2,6018 3,3377 4,0091 4,6173 5,1639 5,6506 6,0800 6,4548
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75
22,7023 23,0225 23,3332 23,6345 23,9268 24,2102 24,4848 24,7510 25,0089 25,2586 25,5003 25,7343 25,9605 26,1792 26,3906 26,5946 26,7916 26,9815 27,1646 27,3408 27,5103 27,6732 27,8296 27,9795 28,1230 28,2601 28,3910 28,5156 28,6340 28,7462 28,8522 28,9522 29,0459 29,1336 29,2151 29,2906 29,3601 29,4236
22,5988 22,9109 23,2128 23,5046 23,7866 24,0589 24,3217 24,5751 24,8193 25,0544 25,2806 25,4980 25,7066 25,9066 26,0981 26,2811 26,4557 26,6219 26,7799 26,9296 27,0711 27,2044 27,3295 27,4464 27,5553 27,6560 27,7487 27,8334 27,9104 27,9797 28,0417 28,0965 28,1445
22,3642 22,6548 22,9338 23,2012 23,4571 23,7018 23,9353 24,1575 24,3687 24,5689 24,7581 24,9363 25,1036 25,2599 25,4054 25,5401 25,6640 25,7773 25,8802 25,9729 26,0557 26,1290 26,1931
De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels BM/GBV 2007-2012, 6% rente en 3% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade.
21,7167 21,9554 22,1794 22,3889 22,5838 22,7641 22,9301 23,0819 23,2197 23,3438 23,4547 23,5529 23,6388
20,1031 20,2351 20,3508
36
Vrouwen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 10 37
0,9716 1,9156 2,8329 3,7241 4,5900 5,4314 6,2489 7,0431 7,8149 8,5646 9,2931 10,0009 10,6885 11,3566 12,0056 12,6362 13,2488 13,8440 14,4222 14,9839 15,5296 16,0598 16,5748 17,0751 17,5611 18,0332 18,4918 18,9372 19,3699 19,7902 20,1983 20,5947 20,9796 21,3534 21,7164 22,0688 22,4109
0,9716 1,9155 2,8326 3,7236 4,5893 5,4303 6,2473 7,0411 7,8123 8,5615 9,2893 9,9963 10,6832 11,3505 11,9987 12,6283 13,2400 13,8340 14,4111 14,9716 15,5159 16,0446 16,5580 17,0565 17,5406 18,0106 18,4669 18,9098 19,3397 19,7569 20,1617 20,5545 20,9354 21,3048 21,6630 22,0101 22,3466
0,9715 1,9153 2,8321 3,7227 4,5879 5,4284 6,2448 7,0378 7,8080 8,5561 9,2827 9,9884 10,6736 11,3391 11,9853 12,6126 13,2216 13,8129 14,3867 14,9435 15,4839 16,0081 16,5165 17,0096 17,4877 17,9511 18,4002 18,8353 19,2567 19,6647 20,0597 20,4419 20,8116 21,1690 21,5145 21,8483 22,1706
0,9712 1,9145 2,8305 3,7200 4,5837 5,4223 6,2364 7,0266 7,7936 8,5380 9,2602 9,9609 10,6406 11,2997 11,9387 12,5581 13,1584 13,7400 14,3033 14,8488 15,3767 15,8876 16,3817 16,8595 17,3213 17,7675 18,1983 18,6140 19,0150 19,4016 19,7739 20,1323 20,4770 20,8081 21,1259 21,4305 21,7220
0,9703 1,9116 2,8247 3,7102 4,5687 5,4009 6,2073 6,9886 7,7454 8,4781 9,1874 9,8737 10,5376 11,1795 11,7998 12,3992 12,9779 13,5364 14,0751 14,5944 15,0946 15,5760 16,0390 16,4839 16,9108 17,3199 17,7115 18,0857 18,4425 18,7820 19,1041 19,4089 19,6961 19,9658 20,2178 20,4520 20,6684
0,9680 1,9046 2,8105 3,6865 4,5331 5,3510 6,1408 6,9029 7,6381 8,3467 9,0292 9,6862 10,3180 10,9250 11,5075 12,0657 12,6001 13,1106 13,5974 14,0605 14,4999 14,9156 15,3074 15,6752 16,0189 16,3383 16,6333 16,9040 17,1505 17,3729
0,9632 1,8903 2,7818 3,6383 4,4602 5,2479 6,0017 6,7219 7,4085 8,0618 8,6815 9,2677 9,8201 10,3386 10,8230 11,2731 11,6887 12,0699 12,4169 12,7299
0,9484 1,8451 2,6898 3,4822 4,2220 4,9089 5,5428 6,1238 6,6519 7,1279
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75
22,7430 23,0653 23,3781 23,6817 23,9761 24,2617 24,5387 24,8073 25,0676 25,3198 25,5643 25,8010 26,0302 26,2521 26,4668 26,6744 26,8752 27,0693 27,2568 27,4378 27,6125 27,7810 27,9435 28,1000 28,2506 28,3954 28,5346 28,6681 28,7961 28,9187 29,0357 29,1474 29,2536 29,3544 29,4497 29,5396 29,6240 29,7028
22,6726 22,9883 23,2940 23,5899 23,8762 24,1532 24,4210 24,6798 24,9299 25,1713 25,4043 25,6291 25,8458 26,0544 26,2553 26,4485 26,6341 26,8122 26,9829 27,1463 27,3025 27,4514 27,5930 27,7274 27,8546 27,9745 28,0870 28,1922 28,2900 28,3803 28,4632 28,5387 28,6068
22,4816 22,7816 23,0708 23,3493 23,6175 23,8753 24,1231 24,3608 24,5887 24,8068 25,0152 25,2139 25,4030 25,5824 25,7521 25,9122 26,0624 26,2028 26,3333 26,4538 26,5645 26,6652 26,7562
22,0006 22,2662 22,5189 22,7587 22,9856 23,1995 23,4003 23,5879 23,7623 23,9235 24,0713 24,2060 24,3276
20,8670 21,0478 21,2111
het RekenBureau
Kapitalisatiefactoren (4% rente, 2% inflatie) Mannen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
0,9806 1,9423 2,8854 3,8103 4,7172 5,6067 6,4789 7,3342 8,1730 8,9954 9,8019 10,5926 11,3680 12,1281 12,8735 13,6042 14,3206 15,0229 15,7114 16,3864 17,0481 17,6968 18,3328 18,9562 19,5673 20,1663 20,7535 21,3291 21,8933 22,4463 22,9882 23,5193 24,0398 24,5498 25,0495 25,5391 26,0187
0,9806 1,9420 2,8847 3,8090 4,7152 5,6037 6,4747 7,3286 8,1658 8,9865 9,7911 10,5798 11,3530 12,1110 12,8540 13,5824 14,2964 14,9962 15,6822 16,3545 17,0134 17,6592 18,2920 18,9121 19,5197 20,1150 20,6981 21,2693 21,8287 22,3765 22,9129 23,4378 23,9516 24,4543 24,9459 25,4267 25,8965
0,9803 1,9414 2,8835 3,8071 4,7124 5,5999 6,4699 7,3226 8,1584 8,9776 9,7804 10,5673 11,3384 12,0939 12,8342 13,5596 14,2701 14,9661 15,6477 16,3152 16,9687 17,6083 18,2343 18,8468 19,4458 20,0316 20,6041 21,1636 21,7099 22,2433 22,7638 23,2714 23,7661 24,2480 24,7171 25,1734 25,6168
0,9801 1,9406 2,8818 3,8042 4,7079 5,5933 6,4607 7,3102 8,1423 8,9571 9,7548 10,5357 11,2998 12,0474 12,7787 13,4938 14,1927 14,8756 15,5425 16,1936 16,8290 17,4486 18,0525 18,6408 19,2134 19,7703 20,3116 20,8371 21,3468 21,8406 22,3184 22,7801 23,2254 23,6543 24,0665 24,4618 24,8399
0,9792 1,9375 2,8754 3,7929 4,6904 5,5680 6,4258 7,2639 8,0825 8,8816 9,6613 10,4217 11,1629 11,8849 12,5876 13,2711 13,9354 14,5804 15,2059 15,8119 16,3982 16,9647 17,5113 18,0375 18,5434 19,0284 19,4925 19,9351 20,3559 20,7546 21,1307 21,4839 21,8139 22,1204 22,4032 22,6624 22,8981
0,9757 1,9273 2,8548 3,7582 4,6376 5,4929 6,3240 7,1310 7,9136 8,6718 9,4054 10,1141 10,7978 11,4562 12,0889 12,6956 13,2760 13,8295 14,3558 14,8543 15,3245 15,7660 16,1784 16,5614 16,9148 17,2386 17,5329 17,7981 18,0350 18,2442
0,9674 1,9020 2,8035 3,6715 4,5055 5,3052 6,0699 6,7992 7,4924 8,1488 8,7679 9,3489 9,8914 10,3950 10,8595 11,2848 11,6712 12,0193 12,3298 12,6040
0,9422 1,8256 2,6494 3,4132 4,1166 4,7596 5,3429 5,8672 6,3341 6,7453
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75
26,4885 26,9486 27,3991 27,8402 28,2720 28,6946 29,1080 29,5123 29,9077 30,2942 30,6718 31,0406 31,4006 31,7520 32,0946 32,4285 32,7538 33,0705 33,3785 33,6778 33,9684 34,2502 34,5233 34,7875 35,0428 35,2891 35,5262 35,7542 35,9728 36,1819 36,3814 36,5711 36,7508 36,9203 37,0795 37,2283 37,3665 37,4940
26,3557 26,8041 27,2419 27,6690 28,0856 28,4916 28,8872 29,2721 29,6466 30,0105 30,3639 30,7066 31,0386 31,3598 31,6702 31,9696 32,2580 32,5352 32,8009 33,0552 33,2978 33,5284 33,7469 33,9530 34,1466 34,3275 34,4955 34,6505 34,7926 34,9218 35,0383 35,1424 35,2344
26,0473 26,4649 26,8694 27,2608 27,6390 28,0038 28,3552 28,6929 29,0167 29,3265 29,6220 29,9030 30,1692 30,4204 30,6562 30,8766 31,0812 31,2702 31,4433 31,6007 31,7426 31,8694 31,9814
De kapitalisatiefactoren zijn bepaald op basis van de periodesterftetafels GBM/GBV 2009-2014, 4% rente en 2% inflatie. De contante waarde kan als volgt worden bepaald: kies uit de tabel de kapitalisatiefactor bij de looptijd en de desbetreffende leeftijd (op kapitalisatiedatum) en vermenigvuldig deze factor met de netto jaarschade.
25,2007 25,5436 25,8686 26,1751 26,4630 26,7320 26,9818 27,2124 27,4237 27,6158 27,7890 27,9438 28,0805
23,1106 23,3003 23,4680
38
Vrouwen Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 Leeftijd 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 Looptijd 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 39
0,9807 1,9424 2,8856 3,8106 4,7177 5,6073 6,4797 7,3353 8,1743 8,9971 9,8040 10,5952 11,3711 12,1320 12,8781 13,6098 14,3272 15,0307 15,7206 16,3971 17,0604 17,7107 18,3485 18,9738 19,5869 20,1880 20,7773 21,3552 21,9216 22,4770 23,0214 23,5550 24,0781 24,5908 25,0932 25,5856 26,0681
0,9806 1,9423 2,8853 3,8101 4,7169 5,6061 6,4781 7,3331 8,1715 8,9937 9,7998 10,5903 11,3654 12,1253 12,8705 13,6010 14,3173 15,0196 15,7081 16,3830 17,0446 17,6932 18,3289 18,9520 19,5627 20,1612 20,7476 21,3221 21,8850 22,4363 22,9762 23,5049 24,0225 24,5292 25,0250 25,5101 25,9846
0,9806 1,9420 2,8848 3,8092 4,7155 5,6041 6,4754 7,3296 8,1670 8,9880 9,7927 10,5816 11,3549 12,1128 12,8556 13,5835 14,2968 14,9956 15,6802 16,3508 17,0076 17,6507 18,2803 18,8965 19,4996 20,0897 20,6668 21,2312 21,7830 22,3222 22,8490 23,3636 23,8659 24,3562 24,8345 25,3008 25,7553
0,9803 1,9412 2,8831 3,8063 4,7111 5,5978 6,4666 7,3178 8,1517 8,9686 9,7685 10,5519 11,3188 12,0695 12,8041 13,5228 14,2258 14,9133 15,5854 16,2422 16,8839 17,5106 18,1225 18,7197 19,3023 19,8703 20,4240 20,9632 21,4883 21,9991 22,4957 22,9782 23,4466 23,9007 24,3406 24,7662 25,1774
0,9794 1,9384 2,8772 3,7962 4,6956 5,5754 6,4361 7,2777 8,1005 8,9046 9,6902 10,4575 11,2065 11,9376 12,6508 13,3462 14,0239 14,6841 15,3268 15,9522 16,5601 17,1508 17,7241 18,2801 18,8186 19,3396 19,8429 20,3282 20,7954 21,2440 21,6737 22,0839 22,4743 22,8442 23,1930 23,5203 23,8255
0,9770 1,9312 2,8628 3,7719 4,6588 5,5236 6,3664 7,1874 7,9866 8,7642 9,5202 10,2547 10,9676 11,6589 12,3285 12,9763 13,6021 14,2055 14,7863 15,3440 15,8781 16,3881 16,8733 17,3330 17,7665 18,1732 18,5524 18,9035 19,2262 19,5201
0,9722 1,9167 2,8334 3,7223 4,5833 5,4161 6,2206 6,9964 7,7429 8,4598 9,1462 9,8015 10,4249 11,0154 11,5723 12,0945 12,5812 13,0319 13,4458 13,8228
0,9573 1,8708 2,7394 3,5618 4,3368 5,0631 5,7396 6,3653 6,9395 7,4619
38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75
26,5409 27,0040 27,4576 27,9019 28,3369 28,7628 29,1797 29,5876 29,9868 30,3772 30,7590 31,1322 31,4970 31,8533 32,2014 32,5412 32,8728 33,1964 33,5118 33,8193 34,1188 34,4104 34,6940 34,9699 35,2378 35,4979 35,7501 35,9945 36,2308 36,4592 36,6794 36,8913 37,0949 37,2898 37,4760 37,6531 37,8209 37,9793
26,4486 26,9022 27,3456 27,7787 28,2017 28,6147 29,0178 29,4110 29,7944 30,1681 30,5321 30,8864 31,2312 31,5664 31,8921 32,2082 32,5147 32,8117 33,0989 33,3764 33,6441 33,9017 34,1490 34,3860 34,6122 34,8275 35,0315 35,2239 35,4044 35,5728 35,7287 35,8720 36,0026
26,1981 26,6291 27,0485 27,4562 27,8523 28,2368 28,6097 28,9708 29,3203 29,6578 29,9833 30,2966 30,5975 30,8857 31,1609 31,4227 31,6709 31,9049 32,1245 32,3292 32,5189 32,6932 32,8521
25,5739 25,9555 26,3220 26,6730 27,0082 27,3271 27,6294 27,9144 28,1818 28,4312 28,6622 28,8745 29,0680
24,1082 24,3680 24,6047
Het RekenMachientje Op www.hetrekenprogramma.nl kunt u gebruik maken van het RekenMachientje. Met Het RekenMachientje kan eenvoudig en snel een contante waarde berekening kan worden gemaakt. Het RekenMachientje kan worden gebruikt om een jaarlijks terugkerend toekomstig schadebedrag te kapitaliseren. Hierbij kan worden gedacht aan een schadepost voor bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of verlies van zelfwerkzaamheid. Het RekenMachientje is een digitale versie van de in de personenschaderegeling bekende kapitalisatieschijven en tabellen. In tegenstelling tot deze “papieren” versies biedt het de mogelijkheid andere rente-en inflatiepercentages te gebruiken.
Daarnaast wordt gerekend met een nauwkeurigere sterftekanscorrectie. In de berekening van het RekenMachientje wordt geen rekening gehouden met de eventuele fiscale consequenties. Bij een grote schadesom kan er sprake zijn van hierover verschuldigde vermogensrendementsheffing. Voor meer complexe en gedetailleerde berekeningen is het raadzaam gebruik te maken van Het RekenProgramma. Dit programma biedt veel meer mogelijkheden voor het berekenen van verlies van arbeidsvermogen en verlies van levensonderhoud (overlijdensschade).
40
Informatie benodigd bij verlies van arbeidsvermogen Regelmatig worden wij benaderd met de vraag welke gegevens nodig zijn om een berekening en een reportage op te stellen. Vanzelfsprekend vinden wij het geen probleem u daarover uitgebreid te woord te staan. In de onderstaande opsomming is kort en krachtig geformuleerd welke gegevens benodigd zijn. In uw opdrachtbrief kunt u het onderstaande ideaaltype overnemen. Ten behoeve van de opstelling van een berekening van de schade wegens verlies van arbeidsvermogen zijn, afhankelijk van de situatie, de volgende gegevens nodig:
1. Salarisspecificaties van 12 maanden voor het ongeval ter bepaling van overwerk, bonussen, etc. 2. Alle jaaropgaven van de werkgever vanaf het jaar van het ongeval tot heden.
6. Meest recente uitkeringsspecificatie UWV. 7. Meest recente uitkeringsspecificatie invaliditeitspensioen. 8. Toekenningsbeschikking(en) WIA (WAO) / Wajong / WW-uitkering.
3. Alle jaaropgaven van het UWV tot heden.
9. Uniform Pensioenoverzicht (UPO) van het jaar van het ongeval.
4. Alle jaaropgaven van een invaliditeitspensioen tot heden.
10. Meest recente Uniform Pensioenoverzicht (UPO).
5. Meest recente salarisspecificatie werkgever.
11. Toekenningsbeschikking premievrije voortzetting van het ouderdomspensioen.
Op onze website www.debureaus.nl/het-rekenbureau vindt u onder het kopje ‘downloads’ informatieformulieren, waarop e.e.a. gedetailleerd wordt toegelicht. Bij schade wegens verlies van levensonderhoud (overlijdensschade) zijn meer gegevens nodig. De benodigde gegevens kunnen verzameld worden op basis van de desbetreffende informatieformulieren.
41
het RekenBureau
Prijsvraag: Win jij een Apple Watch
Herkent u dit? Het bierviltje... Gehanteerde uitgangspunten kapitalisatie: • Man, geboortedatum 1-1-1978 • Jaarschade vanaf 1-1-2015 tot 1-1-2045 (30 jaar) • Kapitalisatie 1-1-2015, rendement 4%, inflatie 2%
?
Wat zou de uitkomst zijn wanneer van het RekenProgramma gebruik zou zijn gemaakt? Stuur jouw berekening vóór 1 april 2016 naar
[email protected] en win een Apple Watch! Let op! Uiteraard is dit geen volledige en correcte berekening van de schade van het verlies van arbeidsvermogen. Hier komen doorgaans veel meer (complexe) aspecten bij kijken zoals CAO (wijzigingen), emolumenten, pensioenpremies, pensioenschade, toeslagen, fiscale bijtellingen en aftrekposten, effecten schadekapitaal op diverse (fiscale) regelingen, etc… Een deskundige blik van een rekenkundig expert blijft van groot belang!
41
42
Cursusaanbod
Uitproberen?
Het RekenBureau verzorgt diverse cursussen die verband houden met de berekening van personenschade. Het RekenBureau is erkend als opleidingsinstelling door het Nederlands Instituut voor Registerexperts (NIVRE).
Om echt een idee te krijgen van het RekenProgramma kunt u het gedurende 30 dagen vrijblijvend en gratis uitproberen.
De cursussen van het RekenBureau zijn zodanig ingericht dat alle vaktechnische aspecten aan de orde komen, waarbij de werkvormen zijn gericht op een zo effectief mogelijke kennisoverdracht. De cursussen zijn op academisch niveau. Deelname aan deze cursussen levert NIVRE punten op. Alle cursussen kunnen op verzoek tevens incompany worden verzorgd.
Ga naar www.hetrekenprogramma.nl om u als gebruiker te registreren.
Abonnementsvormen en prijzen
looptijd
Het RekenProgramma
gebruik rekenmodules
Bent u werkzaam in de personenschade en op zoek naar een programma dat beter inspeelt op uw behoefte bij het maken van berekeningen?
rapportage rekenmodules
Het RekenProgramma: • biedt u de mogelijkheid om berekeningen te maken van zowel verlies van arbeidsvermogen als van verlies van levensonderhoud of enkel de contante waarde van doorlopende schadeposten; • biedt de mogelijkheid om zowel eenvoudige, globale berekeningen als complexe, geavanceerde berekeningen te maken; • is uiterst gebruikersvriendelijk en informatief; • geeft u snel en duidelijk inzicht in de schade; • bevat handige rekenmodules die hulp bieden bij het maken van uw berekening; • is up-to-date, de meest recente wijzigingen op het gebied van fiscaliteiten en sociale verzekeringen zijn in de software doorgevoerd.
aantal dossiers
Wilt u meer informatie?
Neem contact op via
[email protected] of bel met het RekenBureau op telefoonnummer 030 – 63 54 700. 43
Trial
Light
Pro
30 dagen
1 jaar
1 jaar
x 1
rapportage berekeningen prijs per gebruiker extra gebruiker binnen organisatie
10
(per 12 maanden)
onbeperkt
x gratis
€ 995 / jaar
€ 1.349 / jaar
n.v.t
€ 359 / jaar
€ 485 / jaar
Prijzen exclusief BTW, per 1 januari 2016
© 01/2016 De RekenHulp is een uitgave van de Bureaus BV. De samenstellers van De RekenHulp hebben de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verzamelen en weergeven van de juiste gegevens.De Bureaus aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of omissies.
het RekenBureau
44
Notities
45
het RekenBureau
46
Nawoord
Wij hopen dat u veel plezier heeft beleefd aan de RekenHulp 20 6! Zoals u heeft kunnen zien is deze in een nieuw jasje gestoken. Dat geldt overigens niet alleen voor deze RekenHulp, maar ook voor onze organisatie. Met onze nieuwe naam, website en huisstijl willen wij nog beter laten zien dat wij een innovatieve organisatie zijn, waar mensen met passie met hun vak bezig zijn op diverse terreinen. Rekenkundige expertise, herstelcoaching, arbeidsdeskundigheid, mediation en medische advisering allemaal onder dak. Ook voor onze professionals zorgt dat voor verdieping van hun vak en leidt dat tot nieuwe inzichten. Zo is op het raakvlak van het medisch advies, herstelcoaching en arbeidsdeskundig advies de carrouselintake ontstaan. Bent u nieuwsgierig geworden en wilt u nader kennismaken met de Bureaus? Ik maak graag een afspraak met u! Francie Peters Directeur de Bureaus 0 0 - 4 2973 06 - 53547970 47
FML*medisch advies*coaching*berekeningen*mediation* opleidingen*herstel*het RekenProgramma*re-integratie*carrouselintake*
de Bureaus BV Lange Schaft 7G-III 3991 AP Houten T 030 204 10 00 E
[email protected]
Hulp
de Reken
2016 is een uitgave van
I www.debureaus.nl