HUISREGELS IAPS LOCATIES 1 Inleiding In dit document worden de huisregels en gedragsregels beschreven die van toepassing zijn op de evenementen die door de NABV in het kader van IAPS (Parcours schieten) worden georganiseerd. Deze regels zijn dus van toepassing op de locatie in Loosdrecht alsmede op alle locaties waar de NABV IAPS wedstrijden, trainingen en cursussen gaat organiseren. Deze regels vinden hun oorsprong in het ‘NABV Rulebook Handgun IAPS’ (laatste versie). Deze regels zijn dan ook onverkort van toepassing. Een aantal van deze regels worden hier herhaald en nader uitgewerkt. Daarnaast worden de procedures en commando’s die gebruikt worden tijdens wedstrijden hier weergegeven. 1.1 Leeswijzer Hoofdstuk 1: Inleiding, algemene regels en veiligheidsregels Hoofdstuk 2: De procedure voor een wedstrijd Hoofdstuk 3: Procedure tijdens een wedstrijd Hoofdstuk 4: Regels voor schutters 1.2 Algemene regels 1.2.1 Aankomst op de locatie • Het is verboden zowel voor schutters als hun begeleiders om in camouflage kleding aan te komen bij de locatie. Ook gedeeltelijke camouflage (zoals alleen een broek, jas, trui of shirt) is verboden. • Zorg er voor dat, als je met de auto komt, je deze altijd op de daarvoor bestemde plaats parkeert. Overlast moet zoveel mogelijk vermeden worden. • Alle Airsoftapparaten moeten worden vervoerd in een deugdelijke tas of koffer. Zorg er ook voor dat je het Airsoftapparaat in een apart tasje, pouch of gunsleeve vervoerd, zodat je deze direct in de Safety zone kunt neerleggen. • Het is op de locatie niet toegestaan om je Airsoftapparaat uit te pakken op een andere plaats dan de aangegeven Safety Zone. Tot je in de Safety Zone bent, blijft het Airsoftapparaat in de tas, pouch of gunsleeve. Kortom het Airsoftapparaat is niet als zodanig ‘herkenbaar’ buiten de Safety Zone. • Het is niet toegestaan om alcoholhoudende drank mee te nemen naar de locatie, noch te nuttigen voor of tijdens de wedstrijd of training. 1.2.2 Gebruik van de faciliteiten • Het is niet toegestaan om Airsoftapparaten zichtbaar mee te nemen in de faciliteiten. • Het is niet toegestaan om je holster te dragen bij een bezoek aan de faciliteiten. • Het is niet toegestaan om camouflagekleding of controversiële kleding te dragen bij een bezoek aan de faciliteiten. • Met faciliteiten worden het restaurant, de bar, kantine, vergadervoorzieningen alsmede de toiletten bedoeld. In Loosdrecht zijn deze gevestigd in het ‘hoofdgebouw’ aan de overzijde van de straat. 1.2.3 Gebruik van de safety zone • In de safety zone mogen onbeheerde airsoftapparaten zich alleen maar in een afgesloten tas, kistje, pouch of gunsleeve bevinden. Het is niet toegestaan om Airsoftapparaten ‘los’ neer te leggen in de safety zone. Voor het negeren van dit verbod krijg je de eerste keer een waarschuwing, bij een tweede keer, wordt je uitgesloten van de wedstrijd of training en moet je de locatie verlaten.
1 | Huisregels IAPS locaties
• In de safety zone is het toegestaan om ‘droog’ te oefenen. Dat wil wel zeggen dat er in de magazijnen absoluut geen drijfgas of BB’s aanwezig mogen zijn. De magazijnen moeten dus volledig leeg zijn als je die gebruikt om bijvoorbeeld een magazijnwissel te oefenen. • In de safety zone is het ook toegestaan om onderhoud uit te voeren aan je Airsoftapparaat. Ook hierbij is van toepassing dat er in de magazijnen geen BB’s of drijfgas aanwezig mag zijn. • Bij dry fire of anderszins controleren van het Airsoftapparaat moet je het altijd in een veilig richting houden en nooit richten op andere deelnemers, toeschouwers of jezelf. • Bij elke manipulatie van het wapen (naar holster brengen of terug wegleggen) moet er een safety check gedaan worden van het wapen. Deze safety check dient te bestaan uit: • Controleren of de kamer leeg is en er geen magazijn in het wapen zit. • Na slide forward, in een veilige richting, de trekker overhalen. • Een Airsoftapparaat verlaat de safety zone maar op twee manieren: • In het holster van de schutter (ontspannen hamer en GEEN magazijn in het apparaat). • In een afgesloten tas, koffer, pouch of gunsleeve. 1.2.4 Gebruik van de reloading zone • Er kunnen door de organisator verschillende reloading zones worden ingericht. Deze zones zijn herkenbaar aan onderstaande aanduiding. • In een reloading zone mogen geen Airsoftapparaten worden neergelegd. Alle Airsoftapparaten die zich in een reloading zone bevinden, zitten in het holster van de schutter. • In deze zone mogen zich alleen BB’s, Drijfgassen alsmede geladen magazijnen bevinden. • Het is ten strengste verboden om de reloading zone te gebruiken als testzone of voor het laden van een Airsoftapparaat. Overtreding van deze regel zorgt voor onmiddellijke uitsluiting van de wedstrijd of training. 1.2.5 Gebruik van een veiligheidsbril • Voor alle deelnemers en toeschouwers is het verplicht om een veiligheidsbril te dragen op de locatie. Dat is alleen van toepassing voor het deel van de locatie wat tot de ‘schietstand’ gerekend kan worden. • De plaats vanaf waar het verplicht is een veiligheidsbril te dragen wordt aangeven door onderstaande aanduiding. • Ook in de safety zone is het verplicht om een veiligheidsbril te dragen. • Het is toegestaan om in de safety zone (tijdelijk) een leesbril of andere bril te dragen indien dit voor de schutter noodzakelijk is om bijvoorbeeld herstel- of afstelwerkzaamheden aan zijn uitrusting door te voeren. De schutter moet er dan wel voor zorgen dat hij altijd in een veilige richting werkt, zodat de kans op een treffer door een BB nagenoeg uitgesloten is. 1.2.6 Gebruik van de stages • Het is niet toegestaan om voor de wedstrijd de opgestelde stages te betreden. Het toch betreden van de stages wordt gezien als ‘stageverkenning’ en zal leiden tot een waarschuwing, maar kan bij herhaling ook leiden tot uitsluiting van de wedstrijd. • Het is niet toegestaan om voor de wedstrijd foto’s of video opnamen te maken van de stages. Ook deze activiteit wordt gezien als ‘stageverkenning’. Uiteraard mag je tijdens en na het uitvoeren van de stage foto’s en/of video opnamen maken van je eigen ‘run’ en de stageopstelling. • Tijdens trainingen en cursussen worden de schutters in de stages altijd begeleid door een Range Officer of persoon die door de instructeur of Range Master is aangewezen hiervoor. Het is niet de bedoeling dat (tijdens trainingen of cursussen) de schutters geheel zelfstandig een stage doorlopen. • Indien er zogenaamde oefen stages of classifiers opgesteld worden voor een training dan is het de schutters wel toegestaan om daar zelfstandig gebruik van te maken. Hierbij moet altijd goed gelet worden op de veiligheid van de (mede) schutters. • De schutters die de oefening uitvoeren moeten altijd op één lijn staan.
2 | Huisregels IAPS locaties
• Het Airsoftapparaat moet altijd in de richting van de targets worden gehouden. • Voor het controleren van de score of afplakken van de targets moeten alle schutters de airsoftapparaten geholsterd hebben. • Snelvuur is te allen tijde verboden. Bij de eerste constatering volgt een waarschuwing en bij de tweede overtreding moet de overtreder de locatie verlaten. 1.3 5 gouden veiligheidsregels • Behandel het airsoftapparaat altijd of het geladen is. • Zorg er voor dat de loop altijd in een veilige richting wijst. • Zorg er voor dat je vinger van de trekker is, behalve als je op het punt staat om een schot af te vuren. • Zorg er voor dat je airsoftapparaat ongeladen is tot je het daadwerkelijk gaat gebruiken. • Richt een airsoftapparaat nooit op jezelf of een ander object wat geen deel uitmaakt van een parcours. 2 Procedure voor de wedstrijd 2.1 Stap 1: Pre-briefing De gehele squad wordt opgeroepen om deel te nemen aan de zogenaamde pre-briefing. Tijdens deze briefing worden de squads voorgesteld aan de Range Officers die hen zullen begeleiden gedurende de uitvoering van de stages. Afhankelijk van de wedstrijd kan er gekozen worden om één vaste Range Officer het Squad te laten begeleiden door alle stages, of voor het principe waar de Range Officers verantwoordelijk zijn voor één of meerdere stages en de squads ‘bij hen langskomen’ op de stages. De Range Master legt aan de hele groep nogmaals de regels voor deze wedstrijd uit besteed extra aandacht aan de veiligheidsmaatregels. 2.2 Stap 2: Chrono test Direct na de pre-briefing kan er een chrono test voor de gehele squad uitgevoerd worden (mits die al niet eerder is uitgevoerd). De gegevens van de chrono test worden vastgelegd door de Range Officer. De maximale FPS voor Airsoftapparaten is 500 met 0,20 BB’s. 2.3 Stap 3: Stage briefing Met de gehele squad wordt de eerste stage bezocht. De Range Officer geeft uitleg over de stage en verteld eventuele do’s en dont’s. Daarna krijgt de gehele squad 3 of 5 minuten de tijd om de stage zelf te ‘verkennen’ en de strategie voor het uitvoeren van de stage te bepalen. 2.4 Stap 4: Uitvoeren van de stage Vervolgens wordt de stage doorlopen. Hierbij zijn twee ‘commando’s van belang: 1. De schutter die de stage gaat uitvoeren, wordt opgeroepen met “[Naam schutter] on line”. 2. De schutter die daarna komt wordt opgeroepen met “[Naam schutter] on deck”. De andere schutters blijven in de veiligheidszone en komen niet op de stage. 2.5 Stap 5: Vaststellen score Nadat het commando “Range is clear” is gegeven door de Range Officer, loopt de Range Officer samen met de schutter langs de targets en stelt de score vast. De score wordt genoteerd op het score sheet. Zowel de Range Officer als de schutter ondertekenen het score sheet. • De patchers aan de slag om alle targets af te plakken (is uiteraard niet van toepassing bij elektronische doelen). • De Range Officer start stap 4 tot de gehele squad de betreffende stage heeft uitgevoerd. • Zodra alle schutters de stage hebben doorlopen, start de gehele squad bij Stap 3 voor de volgende stage. 3 | Huisregels IAPS locaties
3 Wedstrijdcommando’s De gebruikte baancommando’s en hun volgorde waarin ze gegeven dienen te worden zijn: 3.1.1 “LOAD AND MAKE READY” Dit commando bepaalt de aanvang van de stage. Onder toezicht van de Range Officer staat de deelnemer richting doelen, of een andere veilige richting zoals aangegeven door de Range Officer. Bij het horen van het commando brengt de deelnemer het airsoftapparaat in gereedheid. Hij brengt het magazijn in het airsoftapparaat en spant de hamer. Hij zet het airsoftapparaat op veilig en holstert het airsoftapparaat. Het activeren en instellen van het elektronisch richtorgaan moet plaatsvinden voordat het magazijn is geplaats en de hamer is gespannen. Het instellen van het richtorgaan nadat het airsoftapparaat is geladen is NIET toegestaan en zal leiden tot een waarschuwing. De deelnemer neemt dan de voorgeschreven starthouding aan. 3.1.2 “MAKE READY” Dit commando is het enige andere mogelijke commando waarna de deelnemer zijn airsoftapparaat in de gereedheid kan brengen. Met dit verschil dat dat hij het magazijn in het airsoftapparaat brengt maar de hamer niet spant. Hij holstert het airsoftapparaat. Het activeren en instellen van het elektronisch richtorgaan moet plaatsvinden voordat het magazijn is geplaatst. Het instellen van het richtorgaan nadat het airsoftapparaat is geladen is NIET toegestaan en zal leiden tot een waarschuwing. De deelnemer neemt dan de voorgeschreven starthouding aan. • Nadat het “Load and make ready” of “Make ready” commando gegeven is mag de deelnemer niet van de startlocatie weggaan voordat het startsignaal gegeven is zonder voorafgaande toestemming van en onder supervisie van de Range Officer. 3.1.3 “ARE YOU READY” Na het geven van dit commando heeft de deelnemer (in totaal) maximum 1 minuut de tijd om een positief antwoord (ja, yes of hoofdknik) te geven aan de Range Officer. Wanneer de deelnemer een positief antwoord geeft gaat de Range Officer verder met het volgende commando “STAND BY”. • Opmerking: Bij het uitblijven van enig antwoord zal de Range Officer na ongeveer 30 seconden het commando “Are you ready” herhalen waarna de deelnemer nog slechts 30 seconden heeft om een positief antwoord te geven. Geeft de deelnemer ook hierop geen reactie dan volgt na ongeveer 30 seconden automatisch een diskwalificatie. • Indien de deelnemer niet klaar is dan geeft hij het antwoord “NOT READY”. De Range Officer zal hem dan na 30 seconden nogmaals de vraag stellen. De deelnemer heeft dan nog ongeveer 30 seconden om alsnog een positief antwoord te geven waarop de Range Officer verder gaat. Volgt er na 30 seconden geen positief antwoord dan zal de deelnemer automatisch worden gediskwalificeerd. 3.1.4 “STAND BY” Dit commando zal gegeven worden door de Range Officer om de deelnemer er op attent te maken dat het startsignaal willekeurig tussen 1 à 5 seconden gaat volgen. 3.1.5 “START SIGNAAL” Dit is een signaal dat het begin van de stage aangeeft. Dit signaal kan een gesproken woord zijn of een akoestisch signaal of gelijk welk ander duidelijk signaal dat medegedeeld is tijdens de stage briefing. Zodra dit signaal gegeven is mag de deelnemer de stage starten en deze volgens eigen inzicht, doch conform de stage briefing, afwerken. 3.1.6 “STOP” Dit commando mag gebruikt worden door de Range Officer op ieder moment gedurende de stage. De deelnemer staakt onmiddellijk het schieten (vinger van de trekker), zal stil blijven staan, het airsoftapparaat richting de doelen richten en wachten op verdere instructies van de Range Officer.
4 | Huisregels IAPS locaties
• Dit “STOP” commando zal gegeven worden door de Range Officer indien de deelnemer een zware overtreding begaat of wanneer er een onveilige situatie ontstaat. Wanneer dit het geval is heeft de deelnemer geen recht op een re-shoot. Het kan ook gegeven worden als er tijdens het verloop van de stage een defect optreedt van stage materiaal zoals een omgevallen doel of niet functioneren van attributen die nodig zijn om de stage te voltooien. In de laatste gevallen heeft de deelnemer wel recht op een re-shoot. (Regel 7.1.4.3) 3.1.7 “IF FINISHED, UNLOAD AND SHOW CLEAR” Als de deelnemer klaar is met schieten, moet de deelnemer zijn airsoftapparaat op het laatst geschoten doel blijven richten en bij het horen van dit commando zijn airsoftapparaat laten zakken, het ontladen en tonen aan de Range Master voor inspectie met de loopmonding richting de doelen. Het magazijn dient te worden verwijderd, de kamer worden leeggemaakt, en de slede terughouden of openzetten. Revolvers zullen gepresenteerd worden met de cilinder leeg en open. • Airsoftapparaten die niet in staat zijn om de slede te openen om aldus zicht te bieden op de kamer moeten, na verwijderen van het magazijn, dit melden aan de Range Officer. • Indien een deelnemer constateert dat een BB in de kamer blijft steken moet hij dit onmiddellijk aan de Range Officer melden en de BB zelf met zijn ‘cleaning rod’ verwijderen. Het airsoftapparaat mag onder geen enkel beding omlaag of omhoog gehouden worden om de BB te verwijderen. Indien de deelnemer heeft verzuimd een ‘cleaning rod’ mee te brengen dan kan de Range Officer zijn ‘cleaning rod’ aan de deelnemer overhandigen om de BB te verwijderen. Tijdens deze procedure moet het airsoftapparaat richting doelen (veilige richting) blijven wijzen met de vinger van de trekker. 3.1.8 “IF CLEAR, HAMMER DOWN, HOLSTER” Nadat dit commando is gegeven mag de deelnemer het schieten niet hervatten. De deelnemer zal na het krijgen van dit commando de volgende handelingen plegen. De deelnemer laat de teruggetrokken slede naar voren komen en met de loopmonding richting de doelen laat hij de hamer naar voor komen door de trekker te activeren. Hierna het airsoftapparaat holsteren. • Bij revolvers moet de cilinder gesloten en het airsoftapparaat geholsterd worden. • Als blijkt dat het airsoftapparaat leeg is moet de deelnemer zijn airsoftapparaat holsteren. Op het moment dat de handen van de deelnemer vrij zijn van het airsoftapparaat wordt de stage geacht te zijn beëindigd. • Als blijkt dat het airsoftapparaat of de kamer niet leeg was zal de Range Officer de commando’s van regel 3.1.7 hervatten en kan de deelnemer gediskwalificeerd worden. 3.1.9 “RANGE IS CLEAR, SCORE AND PATCH” De deelnemer noch officials mogen voorwaarts of weg van de vuurlijn of de laatste schietpositie bewegen totdat dit commando gegeven is. Zodra het commando gegeven is mogen officials en deelnemer zich verplaatsen om de taken te kunnen uitvoeren die zijn opgelegd zoals score tellen, doelen afplakken of herstellen enz. • Na het geven van dit commando is het toegestaan dat de deelnemer en/of de Range Officer zijn veiligheidsbril afneemt en een leesbril opzet, indien dit nodig is, om scores te bekijken of scores te noteren. Eens deze taken zijn beëindigd dient de leesbril terug vervangen te worden door de veiligheidsbril. 3.1.10 “RANGE IS CLEAR” De deelnemer noch officials mogen voorwaarts of weg van de vuurlijn of de laatste schietpositie bewegen totdat dit commando gegeven is. Zodra het commando gegeven is mogen officials en deelnemer de stage verlaten. Dit commando is alleen van toepassing indien uitsluitend gebruik wordt gemaakt van elektronische doelen en bijbehorende puntentelling.
5 | Huisregels IAPS locaties
4 Regels voor schutters 4.1 Airsoftapparaten Dit handboek heeft alleen betrekking op ‘Hand airsoftapparaten’ (pistool en revolver) die BB’s met een diameter van maximaal 6mm kunnen schieten. 4.1.1 Klasse indeling Standaard klasse: Deze klasse maakt gebruik van “open richtmiddelen” ook wel bekend als ‘korrel’ en ‘keep’. Dit zijn richtmiddelen, bevestigd aan een airsoftapparaat zonder elektronische schakelingen en/of lenzen. In de standaard klasse mag geen gebruik worden gemaakt van zogenaamde compensators. De magazijnen mogen gevuld worden met maximaal 18 BB’s. Het Airsoftapparaat dient aan maximale afmetingen te voldoen. (Zie Appendix J) Open klasse: Deze klasse maakt gebruik van “optische of elektronische richtmiddelen”. Dit zijn richtmiddelen, inclusief lampen, die zijn bevestigd aan een airsoftapparaat welke gebruik maken van elektrische of elektronische schakeling en/of lenzen. Deze klasse laat de deelnemer zo goed als vrij om het apparaat aan te passen. De magazijnen mogen gevuld worden met maximaal 28 BB’s. Er zijn geen beperkingen op afmetingen, upgrades, of hulpmiddelen. (Zie Appendix J) Production klasse: Deze klasse maakt gebruik van “open richtmiddelen” ook wel bekend als “korrel” en “keep”. Dit zijn richtmiddelen, bevestigd aan een airsoftapparaat zonder elektronische schakelingen en/of lenzen. In de Production klasse mag geen gebruik worden gemaakt van zogenaamde compensators. Slides en outer barrels mogen NIET worden voorzien van uitsparingen; inner barrels mogen niet worden voorzien van uitsparingen. Het Airsoftapparaat dient aan maximale afmetingen te voldoen. De magazijnen mogen gevuld worden met maximaal 15 BB’s. Alleen de replica’s van in Appendix K genoemde wapens zijn toegestaan. (Zie Appendix J) • De Range Master neemt bij twijfel de uiteindelijke beslissing tot de indeling. 4.1.2 Algemene regels voor airsoftapparaten • Er worden geen eisen gesteld aan de trekkerdruk van een airsoftapparaat, zolang dit geen invloed heeft op de veiligheid. • Alle airsoftapparaten moeten degelijk functioneren en veilig zijn. Range Officers hebben het recht om bij twijfel een airsoftapparaat of uitrustingsstuk te controleren op de werking en betrouwbaarheid. Als een airsoftapparaat of uitrustingsstuk niet betrouwbaar wordt verklaard zal deze uit de wedstrijd genomen worden totdat het hersteld is tot tevredenheid van de Range Officer. • Een deelnemer is verplicht voor alle stages van de wedstrijd hetzelfde airsoftapparaat en type richtmiddel te gebruiken. Als het airsoftapparaat en/of vizier echter onbruikbaar of onveilig wordt gedurende de wedstrijd moet de deelnemer, alvorens een vervangend airsoftapparaat en/of vizier te gebruiken, toestemming vragen aan de Range Master die de vervanging zal goedkeuren nadat hij heeft vastgesteld dat; • Het vervangend airsoftapparaat voldoet aan de eisen die gesteld zijn voor de betreffende klasse. • De deelnemer geen wedstrijdvoordeel ondervindt door gebruik te maken van het vervangend airsoftapparaat. • Een deelnemer die een airsoftapparaat of richtmiddelen vervangt of aanzienlijk modificeert tijdens een wedstrijd zonder voorafgaande goedkeuring van de Range Master komt in aanmerking voor diskwalificatie. • Een deelnemer mag nooit meer dan één airsoftapparaat dragen tijdens de uitvoering van een stage. • Hand airsoftapparaten die voorzien zijn van een voorgreep, in wat voor uitvoering dan ook, zijn niet toegelaten. • Airsoftapparaten die een combinatie vormen van meerdere lopen zijn niet toegestaan. • Airsoftapparaten mogen enkel door middel van ‘single shot’ de wedstrijd schieten. ‘Burst’ of volautomatisch schieten is tijdens de wedstrijd en training niet toegelaten.
6 | Huisregels IAPS locaties
4.2 Holsters en andere uitrustingstukken 4.2.1 Algemene regels • Opbergen en vervoeren van airsoftapparaten dient steeds ongeladen te gebeuren in een koffer of tas welke geschikt is voor het veilig dragen en vervoeren van airsoftapparaten en voldoet aan de wettelijke regelgeving. • Deelnemers die met een geladen airsoftapparaat arriveren, kunnen geweigerd worden voor deelname aan de wedstrijd. • Deelnemers die een hand airsoftapparaat dragen in een holster moeten dit steeds doen met een lege magazijnopening en een ontspannen hamer. Overtreding resulteert in een waarschuwing en bij herhaling zal de desbetreffende deelnemer worden gediskwalificeerd. • Alleen binnen de Safety Zone of onder toezicht en enkel op uitdrukkelijk aanwijzingen van een Range Officer mogen deelnemers hun airsoftapparaat hanteren. Onder hanteren wordt verstaan het holsteren en/of trekken (geheel of gedeeltelijk) van een airsoftapparaat, zelfs als het niet geladen is. • Tenzij anders aangegeven tijdens de stage briefing moet de riem waaraan het holster is bevestigd om het middel van de deelnemer gedragen worden. De riem dient door minstens 3 riemlussen zijn vastgemaakt. Deelnemers die een kledingstuk dragen welke niet voorzien is van riemlussen dienen hun gordel op heuphoogte te dragen. • Het dragen van extra magazijnen, speedloaders en BB’s is toegestaan. Magazijnen kunnen in special daarvoor ontworpen houders gedragen te worden. Het dragen van extra magazijnen en speedloaders in de achterzakken van de broek is eveneens toegestaan. Er is geen beperking opgelegd tot het aan meegedragen extra magazijnen. • Een deelnemer kan niet verplicht worden een bepaald merk of type holster te gebruiken, zolang dit holster maar aan de riem wordt gedragen. De Range Officer kan echter wel bepalen of een bepaald holster dat door de deelnemer wordt gedragen onveilig is en opdragen om het holster te vervangen of aan te passen. Als aan deze opdracht niet voldaan kan worden zal het betreffende deelnemer uit de wedstrijd worden genomen. 4.2.2 Holster Een deelnemer wordt uitgesloten van deelname aan de stage als zijn holster of holsteruitrusting; • Een schouderholster is welke zichtbaar of onzichtbaar wordt gedragen. • Een dijholster is welke aan het bovenbeen wordt gedragen. • Een holster is wat de trekker niet in zijn geheel bedekt. • Een holster is wat schuin op het bovenlichaam (cross draw) wordt gedragen. • Een holster is wat aan de enkel of het onderbeen wordt gedragen. • Deelnemers die naar mening van de Range Master permanent en aanzienlijk gehandicapt zijn kunnen een special dispensatie krijgen voor het type en de plaats van hun holster en gerelateerde uitrusting. De Range Master heeft de uiteindelijke beslissing in het al dan niet toestaan van deze dispensatie. 4.2.3 Kleding • Het dragen van camouflage of andere gelijksoortige type van militaire of politie kleding is niet toegestaan. De uitzondering hierop zijn deelnemers die aantoonbaar in actieve dienst zijn bij politie of leger. • Het dragen van aanstootgevende- of controversiële kleding is niet toegestaan. 4.2.4 Oog bescherming • Alle personen worden erop gewezen dat het juiste gebruik van afdoende oogbescherming in hun eigen belang is én reglementair wordt voorgeschreven. • Voor iedereen die zich op de stages bevindt (deelnemers, officials en begeleiders) is het verplicht om een goedgekeurde veiligheidsbril (volgens ANSI Z87.1, CE EN166, STANAG 2920 V50 of STANAG 4296) te dragen. • Indien een Range Official merkt dat een deelnemer zijn oogbescherming verloren of niet goed op het gelaat heeft voorafgaand of tijdens zijn stage dan dient hij onmiddellijk de wedstrijd te staken en opnieuw te beginnen zodra de oogbescherming weer (op de juiste wijze) gedragen wordt.
7 | Huisregels IAPS locaties
• Een deelnemer die zelf merkt dat hij de oogbescherming vergeten is aan te brengen moet stoppen, zijn airsoftapparaat in een veilige richting te houden, en het probleem aan de Range Officer te melden. Hierna treedt regel 3.4.2 in werking. • Elke poging om voordeel te verkrijgen door de oogbeveiliging te verwijderen nadat men aan de stage begonnen is zal beschouwd worden als onsportief gedrag. Hiervoor zal een sanctie opgelegd worden volgens regel 8.6.2. • Na het beëindigen van de stage en nadat het commando “Range clear” is gegeven mogen de Range Officer en de deelnemer en/of zijn begeleider hun veiligheidsbril afnemen om eventueel een leesbril op te zetten om zodoende de score te kunnen bepalen en de nodige notities te maken. Na deze handelingen dient de veiligheidsbril terug te worden opgezet voordat de volgende deelnemer aan de stage begint. 4.2.5 Munitie en bijbehorende uitrustingsstukken • Deelnemers aan een IAPS wedstrijd zijn persoonlijk verantwoordelijk en aansprakelijk voor de veiligheid van alle door hen meegebrachte uitrustingsstukken. • De deelnemer is zelf verantwoordelijk voor het gebruik van de juiste biologisch afbreekbare BB’s welke door de NABV zijn toegelaten. Alle andere soorten van BB’s zijn nadrukkelijk verboden. Overtreding van deze regel leidt onherroepelijk tot diskwalificatie en uitsluiting van de wedstrijd en kan disciplinaire maatregelen opgelegd door de NABV tot gevolg hebben. De NABV wil erop wijzen dat het gebruik van niet goedgekeurde BB’s verstrekkende gevolgen kan hebben voor de milieuvergunning van de organisatie die de wedstrijd locatie ter beschikking stelt. • BB’s die volgens de Range Officer niet aan de juiste criteria voldoen zullen door de Range Master in beslag worden genomen en eerst na afloop van de wedstrijd worden teruggegeven. 5 Diskwalificaties, Procedures & Reshoots 5.1 Waarschuwingen • Wapen in holster met magazijn en gespannen hamer (terwijl niet online): • Eerste constatering is waarschuwing • Tweede constatering is DQ • Instellen richtorgaan met geladen wapen: • Eerste constatering is waarschuwing • Foto’s of video maken van stage voor of tijdens walktrough: • Eerste constatering is waarschuwing • Elke volgende constatering is procedurefout • Dryfire met wapen tijdens walktrough: • Eerste constatering is waarschuwing • Elke volgende constatering is procedurefout • Stage betreden zonder toestemming Range Officer: • Eerste constatering is waarschuwing • Volgende constatering is DQ voor onsportief gedrag • Te dicht naderen van de doelen tijdens walkthrough: • Eerste constatering is waarschuwing • Elke volgende constatering is procedurefout • ‘Kruipen’ naar het wapen tijdens ‘Standby’: • Eerste constatering is waarschuwing als de RO de schutter tijdig kan stoppen (met daarna opnieuw een standby commando) • Indien dat niet (meer) lukt, dan levert het een procedurefout op
8 | Huisregels IAPS locaties
5.2 Diskwalificatie (DQ) • Overtreding op de geldende regels in de Safety Zone (1.3.2): • Eerste constatering kan een DQ voor de wedstrijd opleveren • Overtreding van de geldende regels in de test- en ontlaad zone (1.4.1): • Eerste constatering kan een DQ voor de wedstrijd opleveren • Modificeren van het richtmiddel of het wapen tijdens de wedstrijd (3.1.6): • Eerste constatering kan een DQ voor de wedstrijd opleveren • Niet gebruiken van biologisch afbreekbare BB’s (3.5.2): • Eerste constatering kan een DQ voor de wedstrijd opleveren • Geen antwoord na herhaalde “Are you ready” commando (6.3.3.1): • Eerste constatering kan een DQ voor de wedstrijd opleveren • Overtreding van de veiligheidsregels (8.3): • Eerste constatering zal een DQ voor de wedstrijd opleveren • Onbedoeld schieten (accidental discharge) (8.4): • Constatering zal een DQ opleveren, tenzij aangetoond kan worden dat het te wijten is aan een defect van het wapen • De score van de stage wordt 0 • Indien het een defect aan het wapen betreft, kan de RO besluiten tot een re-shoot • Onveilige omgang met wapen (unsafe gunhandling) (8.5): • Constatering levert direct een DQ op. • Onsportief gedrag (Unsportsmanlike conduct) ) (8.6): • Constatering levert direct een DQ op. • Gebruik van verboden middelen (8.7): • Constatering levert direct een DQ op bij constatering van gebruik van verdovende middelen en/of alcohol 5.3 Procedurefouten (PRC) • Overschrijden foutlijnen of afsnijden traject: • Elke constatering levert een procedurefout op • Afvuren schoten buiten aangewezen schietpositie: • Elke constatering levert een procedurefout op • Wapen richten op doel tijdens walktrough: • Elke constatering levert een procedurefout op • Grond of object raken bij afvuren schot(en) over foutlijn: • Elke constatering levert een procedurefout op • Bij significant voordeel kan ook één procedurefout per schot opgelegd worden (met als maximum het aantal scorende doelen) • Niet nakomen voorgeschreven uitvoering van een stage: • Elke constatering levert een procedurefout op • Bij significant voordeel kan ook één procedurefout per schot opgelegd worden • Raken van bovenmateriaal van een Coopertunnel: • Procedurefout voor elk deel wat naar beneden valt • ‘Failed to engage target’: • Procedurefout voor elk doel wat niet beschoten is • Niet voldoen aan strong-hand of weak-hand voorschrift: • Procedurefout per afgevuurd schot • Schoten afvuren over een barrière van 1.80m hoogte: • Procedurefout per afgevuurd schot • Full auto schieten (niet door materiaalproblemen):
9 | Huisregels IAPS locaties
• • • •
Eerste constatering levert 0 score voor de stage op Volgende constatering levert een DQ op Niet uitvoeren verplichte reload: Procedurefout voor elk schot na de verplichte reload tot een reload is uitgevoerd
10 | Huisregels IAPS locaties