Huidig beleid WSHD met betrekking tot gebruik van het bestrijdingsmiddel roundup
1.
Aanleiding
In het overleg van de commissie Water van 11 november 2013 heeft de heer Kievit het college verzocht om het gebruik van roundup in de watergang en aan de oevers te bespreken tijdens de volgende commissievergadering. Het verzoek van de heer Kievit werd ondersteund door de heren Kalle, Boot, De Jong en Stehouwer. 2.
Voorstel
Kennis te nemen van de notitie huidig beleid met betrekking tot het gebruik van roundup. 3.
Motivering
In het overleg van de commissie Water van 11 november 2013 heeft de heer Kievit het college verzocht om het gebruik van roundup in de watergang en aan de oevers te bespreken tijdens de volgende commissievergadering. In dit verband wordt ook verwezen naar het verslag van de VV van 23 mei 2013. “In de bij het verslag van de commissie WWV meegestuurde notitie inzake het maaionderhoud 2012 heeft de heer Kievit (natuur ongebouwd) voorts gelezen dat Hollandse Delta in het watersysteem wilgen bestrijdt met het middel Roundup met de werkzame stof glyfosaat. Roundup is een omstreden middel. De Tweede Kamer heeft reeds in 2011 besloten het middel te gaan verbieden voor niet commercieel gebruik ofwel het gebruik door overheden en particulieren. Hollandse Delta probeert ook particulieren en gemeenten te bewegen het middel niet meer te gebruiken voor onkruidbestrijding op bestrating, onder andere via de website. Zelf gebruikt Hollandse Delta het middel kennelijk wel. Spreker vraagt hoe het mogelijk is dat de beheerder van het watersysteem zelf het middel gebruikt in het watersysteem terwijl het kennelijk schadelijk is. Daarnaast vraagt spreker naar de geloofwaardigheid van Hollandse Delta wanneer deze derden vraagt het betreffende middel niet meer te gebruiken en het zelf nog wel gebruikt. Spreker vindt het prijzenswaardig dat een certificaat is verkregen voor het duurzaam beheer van de eigen terreinen maar het gebruik van het genoemde middel een minpunt. Spreker informeert of het genoemde middel wel is toegelaten voor het gebruik in het watersysteem. Daarnaast stelt spreker dat hij in november 2011 zowel in de commissie als in de Verenigde Vergadering expliciet heeft gevraagd naar het gebruik van genoemd middel voor de bestrijding van wilgen in het watersysteem. Uw antwoord was toen 'dat is niet aan de orde' aldus spreker. Spreker had destijds sterke aanwijzingen dat het middel wel werd toegepast maar hij geloofde de gegeven beantwoording. Spreker stelt dat de notitie aangeeft dat het middel wel wordt gebruikt en hij vraagt zich af hoe het kan dat de Verenigde Vergadering dan verkeerd wordt geïnformeerd.” Voorts wordt opgemerkt dat bij het verslag van de commissie Water van 11 november 2013 middelinformatie is gevoegd van het middel Roundup Max (toelatingsnummer 12545 – 450g/l glyfosaat). WSHD past echter het middel Roundup Evolution (toelatingsnummer 11228 – 360g/l glyfosaat) )toe.
Hollandse Delta beheert in haar beheersgebied vele terreinen en overige eigendommen, waaronder alle installaties voor kwaliteits- en kwantiteitsbeheer, waterkeringen en wegen. Het onderhoud van de terreinen en het vegetatiebeheer (gewenste en ongewenste kruiden) maakt hier deel van uit. Dit onderhoud (maaien, snoeien en onkruidvrij houden) is ondergebracht in het bestek “Onderhoud Terreinen” en wordt door gecertificeerde aannemers uitgevoerd. Het overige onderhoud wordt in eigen beheer uitgevoerd. Specialistische en/of grotere werkzaamheden worden uitbesteed aan gespecialiseerde en/of gecertificeerde aannemers. Deze notitie geeft op hoofdlijnen aan de aanpak van WSHD met betrekking tot het onkruidvrij houden van onze terreinen. Daarnaast wordt specifiek ingegaan op het gebruik van Roundup in de watergang en aan de oevers. De insteek van WSHD is om zo veel mogelijk chemievrij te beheren en alleen roundup toe te passen wanneer het strikt noodzakelijk is omdat andere oplossingen geen oplossing bieden of tot maatschappelijk onverantwoorde kosten leiden. 4.
Risico’s
Niet van toepassing 5.
Financiële aspecten
Niet van toepassing 6.
Personele aspecten
Niet van toepassing 7.
Juridische aspecten
Niet van toepassing 8.
duurzaamheidsaspecten
Het in de notitie verwoorde huidig beleid met betrekking tot het gebruik van roundup heeft het volgende uitgangspunt: Waterschap Hollandse Delta streeft naar een duurzame bedrijfsvoering. Op het gebied van onkruidbestrijding heeft zich dat vertaald naar het minimaliseren van toepassing van Roundup. Roundup is vooral schadelijk voor het aquatische milieu en vormt een bedreiging voor de drinkwatervoorziening. Afstroming naar het oppervlaktewater dient voorkomen te worden. 9.
Communicatieve aspecten (in-en extern)
Niet van toepassing 10.
Wijze van publiceren
Kies één of meerdere items: ☐ Intranet ☐ Internet ☐ Terinzagelegging ☐ Pers 11.
Verdere aanpak/ procedure
Na de bespreking van de D&H notitie in de commissievergadering Water zal blijken of er nog een vervolgactie nodig is.
12.
Evaluatie
Afhankelijk van een eventuele vervolgactie zal blijken of evaluatie is gewenst.
NOTITIE HUIDIG BELEID WSHD MET BETREKKING TOT GEBRUIK VAN ROUNDUP 1. INLEIDING Hollandse Delta beheert in haar beheersgebied vele terreinen en overige eigendommen, waaronder alle installaties voor kwaliteits- en kwantiteitsbeheer, waterkeringen en wegen. Het onderhoud van de terreinen en het vegetatiebeheer (gewenste en ongewenste kruiden) maakt hier deel van uit. Dit onderhoud (maaien, snoeien en onkruidvrij houden) is ondergebracht in het bestek “Onderhoud Terreinen” en wordt door gecertificeerde aannemers uitgevoerd. Het overige onderhoud wordt in eigen beheer uitgevoerd. Specialistische en/of grotere werkzaamheden worden uitbesteed aan gespecialiseerde en/of gecertificeerde aannemers. In deze notitie is op hoofdlijnen de aanpak van WSHD aangegeven met betrekking tot het onkruidvrij houden van onze terreinen. Daarnaast wordt specifiek ingegaan op het gebruik van Roundup in de watergang en aan de oevers. 2. BELEIDSKADER 2.1 Intern In het waterbeheerplan WSHD 2010-2015 is emissiebeleid als thema opgenomen. Vanwege de voorbeeldfunctie ten aanzien van emissiebeleid is het van belang dat Hollandse Delta milieubewust omgaat met onderhoudsmaterialen, verbruiksartikelen en grondstoffen. In dit verband is onder meer genoemd: Milieuvriendelijk onkruidbeheer watergangen, oevers, bermen, dijken: zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen en het certificaatniveau Zilver voor duurzaam terreinbeheer; Terugdringen meststoffen en bestrijdingsmiddelen eigen plantsoenen en terreinen: met een juiste dekkende vegetatiekeuze in plantsoenen kan een goede aanblik worden bereikt. 2.2 Extern/Ontwikkelingen 2.2.1. Toelating bestrijdingsmiddelen Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB) bepaalt welke bestrijdingsmiddelen verkocht en gebruikt mogen worden. Een toegelaten middel heeft een etiket met daarop het wettelijk gebruiksvoorschrift en een toelatingsnummer. Voor het middel Roundup, dat door Hollandse Delta wordt gebruikt, geldt: Werkzame stof = Glyfosaat Wettelijk toegelaten herbicide = CTGB Website: http://www.ctgb.nl/ Toelatingsnummer: 11228 (voor Roundup-Evolution) Toelating voor professioneel gebruik en niet professioneel-gebruik Toepassing als niet-selectief onkruidbestrijdingsmiddel voor gebruik in: Landbouw, tuinbouw, bosbouw, openbaar groen en algemeen onderhoud. Roundup kan volgens het wettelijk gebruiksvoorschrift als volgt worden toegepast: Bespuiting van onkruidplanten volvelds of pleksgewijs Aanstippen van specifieke ongewenste planten met kwast of onkruidstrijker Insmeren van stobben met bokkepoot (afgezaagde bomen / heesters / opschot) Hoe: -
Toepassing / dosering volgens voorschrift / etiket Met geschikte / gekeurde apparatuur Verwaaiing (drift) voorkomen (grove druppel / beschermkap)
Waar: Niet in rioolputten of over open water spuiten
1
2.2.2. Externe ontwikkelingen De meeste relevante externe ontwikkelingen sinds 2011 kunnen als volgt worden samengevat: 1) Motie Grashoff in de 2e Kamer De aangenomen motie Grashoff roept de regering op „een verbod in te stellen voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen met glyfosaat voor niet-commerciële doeleinden‟ (TK 2010-2011, 32 372, nr. 65). Deze motie van 15 september 2011 richt zich, gezien de toelichting van de heer Grashoff, op gebruik door (of: in opdracht van) particulieren, terreinbeheerders en overheidsinstellingen. 2) Reactie staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (de heer Atsma) 25 oktober 2011: In de brief van 25 oktober 2011 geeft de heer Atsma aan dat hij de motie zal uitvoeren. Hij geeft aan dat voor enkele aspecten echter een uitwerking van de motie nodig is. Hij is daarover in constructief gesprek met maatschappelijke organisaties. Zijn inzet richt zich op een verbod binnen enkele jaren, rekening houdende met gangbare afschrijvingstermijnen van spuitapparatuur. Indien chemisch beheer in voorkomende gevallen technisch onvermijdelijk is (bestrijding invasieve exoten, bepaalde onderdelen van dijkbeheer en dergelijke) wil hij daarvoor nog ruimte blijven bieden. Hij zegt de 2e Kamer toe een tekst over de precieze uitwerking van de motie in het eerste kwartaal van 2012 toe te sturen, als onderdeel van het zogenoemde Nationaal Actieplan Gewasbescherming. 10 oktober 2012: Staatssecretaris Atsma laat de beslissing over verbod op glyfosaat op verhardingen over aan het nieuwe kabinet. Tijdens het Algemeen Overleg van woensdag 10 oktober 2012 is er gedebatteerd over het Nationaal Actieplan (NAP). Het eerder aangekondigde verbod op gebruik van bestrijdingsmiddelen op verhardingen (motie Grashoff) en sport en recreatie-terreinen is niet in het NAP opgenomen. Staatssecretaris Atsma is van mening dat er eerst nog nader onderzoek nodig is. Dat zegt hij naar aanleiding van de zeer uiteenlopende inspraakreacties op het NAP. De staatssecretaris is voornemens hiervoor een commissie van externe deskundigen in te stellen die zal kijken naar de gevolgen van een verbod met betrekking tot de impact op het milieu en de kosten. De resultaten worden eind eerste kwartaal 2013 verwacht en worden meegenomen bij de nieuwe nota duurzame gewasbescherming. 3) Standpunt staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu (mevrouw Mansveld) In de brief van 3 september 2013 informeert Staatssecretaris Mansveld de 2e Kamer over een aantal aspecten betreffende het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. De strekking van haar brief is onder meer om tot een verbod te komen met ingang van november 2017 op het professioneel gebruik van alle gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. De ruimte tot 2017 is volgens haar dringend noodzakelijk voor het opdoen van ervaring, opbouw van kennis en innovatie in – en waarschijnlijk kostenreductie van – niet chemische alternatieven. De uitkomsten van dit onderzoek zullen medebepalen of de datum van november 2017 haalbaar is. In haar beantwoording d.d. 19 november 2013 op vragen uit de 2e Kamer op bovengenoemde brief geeft zij aan op de vraag wat de criteria zijn voor het vaststellen van een limitatieve lijst van locaties waar nog wel met Roundup (glyfosaat) gewerkt mag worden: De nota „Gezonde Groei, Duurzame Oogst‟ kondigt aan dat de lijst met uitzonderingen in 2014 wordt opgesteld, in samenspraak met betrokkenen. Het begrip betrokkenen moet ruim worden opgevat. In ieder geval worden betrokken de brancheorganisaties voor de dienstverlenende sectoren (loonwerkers, hoveniers, groenvoorzieners), producenten, terreinbeheerders, waterbeheerders (met inbegrip van de drinkwaterbedrijven) en wetenschappelijke instellingen. Naar verwachting bestaat slechts in bijzondere omstandigheden noodzaak voor plaatsing op de lijst met uitzonderingen. Het gaat dan om situaties waarin niet-chemische onkruidbestrijding technisch onmogelijk is en die bestrijding toch dient plaats te vinden.
3. UITWERKING BELEID 3.1 Duurzaam terreinbeheer Waterschap Hollandse Delta streeft naar een duurzame bedrijfsvoering. Op het gebied van onkruidbestrijding heeft zich dat vertaald naar het minimaliseren van toepassing van Roundup. Roundup is vooral schadelijk voor het aquatische milieu en vormt een bedreiging voor de drinkwatervoorziening. Afstroming naar het oppervlaktewater dient voorkomen te worden. Dit is één van de eisen uit het gebruiksvoorschrift. WSHD heeft daarom kritisch gekeken naar locaties waarbij er afstroming naar het oppervlakte water mogelijk is. Dit zijn vooral de verharde terreinen welke direct bij het water liggen, oftewel de (omheinde) terreinen bij gemalen, stuwen e.d. Deze locaties worden sinds enkele jaren al chemie-vrij onderhouden. Hetzelfde geldt ook voor alle
2
terreinen van de RWZI‟s. Onkruidbestrijding gebeurt hier d.m.v. alternatieve methoden zoals borstelen, heet water, stomen, bosmaaier e.d. Dit chemievrije beheer wordt bekrachtigd door het certificaat Zilver in het kader van de Barometer Duurzaam Terreinbeheer. In het bestek “Onderhoud terreinen” is expliciet opgenomen dat er in het kader van het certificaat Zilver chemievrij onderhoud uitgevoerd moet worden. Het certificaat Duurzaam Terreinbeheer dateert van juni 2012, doch is inmiddels herzien per 1 januari 2013. Het certificaat zilver houdt onder meer in: Er mag geen gebruik worden gemaakt van onkruidbestrijdingsmiddelen, tenzij sprake is van de hieronder beschreven uitzonderingssituatie en veiligheidssituaties. In de volgende uitzonderingsituaties geldt dat tot maximaal 2% van het totaal areaal verhardingen (inclusief maximaal 1% gesloten verhardingen) glyfosaat mag worden toegepast: • middengeleiders van ongelijkliggende bestrating; • taluds onder viaducten; • op moeilijk bereikbare plaatsen waar voertuiggedragen spuitapparatuur niet kan komen en/of het niet mogelijk is niet-chemische methoden toe te passen; • halfopen verhardingen met cultuurhistorisch karakter. Op bovengenoemde locaties mag volgens eerder genoemde voorwaarden glyfosaat worden toegepast. De toepassing mag maximaal tweemaal per jaar worden uitgevoerd. 3.2 Overige eigendommen en (beheers)objecten De drinkwaterbeschermingsgebieden in ons beheersgebied worden chemievrij beheerd. Voor de overige eigendommen en beheer objecten geldt de afspraak dat wanneer het onderhoud op een andere uitgevoerd kan worden, deze chemievrij te beheren. Wanneer om redenen van veiligheid, gezondheid of technische uitvoerbaarheid dit niet het gewenste resultaat kan opleveren, is onder strikte voorwaarden chemische onkruidbestrijding toegestaan. Hiervoor is een protocol opgesteld. De strikte voorwaarden die WSHD hanteert met betrekking tot wanneer zijn: Alleen wanneer strikt noodzakelijk, wanneer andere methoden geen oplossing bieden of tot maatschappelijk onverantwoorde kosten leiden. Geschikte weersomstandigheden= droog weer=raadplegen “weerfax”. Niet op natte planten (regen/dauw). Niet wanneer op korte termijn (<3 uur) regen verwacht wordt (kans>40% op 1 mm neerslag) De strikte voorwaarden met betrekking tot wie toe te passen, zijn: Gekwalificeerd persoon (in bezit van geldig “Bewijs van Vakbekwaamheid Uitvoering Gewasbescherming”. Gecertificeerde aannemer (aantoonbare registratie). 3.3. Bestrijding wilgenopschot In het D&H van 7 mei 2013 is het meerjarenonderhoudsplan maaien vastgesteld. Voor de bestrijding van wilgenopschot is hierin de volgende werkwijze vastgelegd: Bij aanleg of vergravingen van waterpartijen kan vanaf de waterlijn tot ca. 0,50 of 1,00 meter daarboven gemakkelijk wilgenopschot ontstaan. Het betreft wilgenzaden die rondom de waterlijn in de verse grond spontaan kunnen gaan kiemen. Op termijn ontstaat hierdoor (wilgen)bosvorming waardoor het onderhoud aan het watersysteem moeizaam of niet meer uitgevoerd kan worden. Het voorkomen van de kiemvorming van het wilgenzaad is niet mogelijk. De bestrijding van het wilgenopschot is wel noodzakelijk om de onderhoudsmogelijkheden en de doelstellingen van het watersysteem te behouden. Het bestrijden van het wilgenopschot vindt op de volgende wijze plaats: • Éénjarig opschot kan handmatig worden verwijderd. Aangezien de plant inclusief de wortel wordt verwijderd, zal er geen hergroei plaatsvinden; • Tweejarig opschot is te ver ontwikkeld om handmatig te verwijderen maar kan nog wel gemaaid worden. Indien de mogelijkheid aanwezig is kan het opschot in deze fase jaarlijks gemaaid worden. De boomstekken zullen ieder voorjaar weer gaan uitgroeien maar door deze jaarlijks te maaien (klepelonderhoud) zullen de wortels uiteindelijk een keer afsterven; Als de wilgen al 3 jaar of meer aanwezig zijn is chemische bestrijding de enige oplossing om de bomen definitief te verwijderen. De bomen worden hierbij eerst bij de grond afgezaagd. De boomstronken worden ingesmeerd met glyfosaat (Round-Up) waardoor de wortels afsterven en er geen hergroei meer kan plaatsvinden. Indien het opschot alleen gezaagd wordt zonder chemische bestrijding zullen de wortels weer gaan uitgroeien tot volledige bomen. In dit geval zal er weer
3
bosvorming ontstaan waarbij de wilgenbomen ca. 10 meter tot 15 meter hoog kunnen worden. Chemische bestrijding is voor het waterschap geen doel op zich maar is de enige mogelijkheid om het wilgenopschot in de hand te houden. Voordeel is wel dat als het wilgenopschot eenmaal is verdwenen dit ook niet meer terugkomt, het is dus een eenmalige actie. 4. GEBRUIK VAN ROUNDUP DOOR WSHD Samengevat past WSHD roundup nog toe in de volgende gevallen: • WSHD past Roundup toe bij het onderhoud van asfaltglooiingen op de waterkeringen (GoereeOverflakkee). Dit omdat er nog altijd geen goed inzetbare machine met een geschikte alternatieve techniek beschikbaar is (dit in verband met de schuine taluds). • WSHD past Roundup toe het onkruidvrij maken van “oude” rotondes, verkeersdruppels e.d. Wanneer er op deze locaties geen chemische middelen worden gebruikt, wordt enkel het loof boven de verharding verwijderd. De wortels blijven achter en zorgen voor hergroei. Door worteldruk wordt de verharding uit elkaar gedrukt. Het gevolg hiervan is dat binnen een periode van 5 tot 10 jaar een reconstructie noodzakelijk zal zijn. De huidige inrichting bevat doorgaans nog te veel kieren om doelmatig zonder chemie en lage onderhoudskosten chemievrij te kunnen onderhouden. • Insmeren van stobben bij het verwijderen van opschot. Door chemie (Roundup) toe te passen sterft het opschot af en treedt geen hergroei op. Het insmeren van stobben gebeurt uiterst zorgvuldig met een kwast (0% emissie). Toepassing van Roundup bij het verwijderen van stobben is wettelijk toegestaan. Deze wettelijke richtlijnen zijn 1 op 1 overgenomen in het protocol dat WSHD heeft opgesteld om Roundup toe te passen.
4