Overzicht
HP UPS R3000 ERM Installatie-instructies
De ERM bestaat uit twee accu’s in een 2U-chassis. De ERM staat direct in verbinding met een UPS R3000 of een andere ERM. Er kunnen maximaal twee ERM-eenheden op de UPS worden aangesloten. Met de door HP aanbevolen belasting van 80 procent kan één ERM de beschikbare runtime van de UPS met maximaal 30 minuten uitbreiden. Raadpleeg voor meer informatie over de onderwerpen in dit document de gebruikershandleiding op de cd met documentatie of de website van HP (http://www.hp.com/go/rackandpower).
Voorzorgsmaatregelen WAARSCHUWING: er is kans op persoonlijk letsel door elektrische schokken en gevaarlijk hoge spanningsniveaus. De installatie van opties en het routinematige onderhoud en de reparatie van dit product mogen alleen worden uitgevoerd door personen die op de hoogte zijn van de procedures, voorzorgsmaatregelen en gevaren die zijn verbonden met elektrische apparaten.
45 kg
Met dit pictogram wordt aangegeven dat de ERM het gewicht overschrijdt dat volgens de richtlijnen veilig door één persoon kan worden gehanteerd. WAARSCHUWING: volg de lokale richtlijnen en voorschriften voor veiligheid op de werkvloer op, om het risico van persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te beperken.
VOORZICHTIG: Zorg er bij de rackindeling voor dat het zwaarste onderdeel onder in het rack wordt geplaatst. Installeer eerst het zwaarste onderdeel en vul het rack vervolgens van onder naar boven.
Inhoud van het pakket
Juli 2006 (zesde editie) Onderdeelnummer 192132-336
•
Handleiding Important Safety Information (belangrijke veiligheidsinformatie)
•
Dit document
•
Garantie-informatie
•
Rails met de bijbehorende hardware voor montage in racks met vierkante en ronde gaten
•
ERM
•
Voorpaneel
•
Stabilisatiebeugels (2) voor de achterzijde en bijbehorende hardware
•
Apparatuur voorbereiden 1.
ERM-voedingskabel
BELANGRIJK: gebruik de accu niet als de oplaaddatum is verstreken. Neem contact op met een geautoriseerde servicepartner van HP wanneer de oplaaddatum op het etiket van de accu reeds is verstreken zonder dat de accu is opgeladen.
Gereedschappen en materialen De volgende gereedschappen heeft u nodig voor de installatie: •
Kruiskopschroevendraaier
•
Dopsleutel voor zeskantmoeren van 10 mm
Het volgende wordt meegeleverd met het rack: •
Schroeven
•
Zeskantmoeren
•
Kooimoeren
•
Gereedschap voor het aanbrengen van kooimoeren
Plaats selecteren WAARSCHUWING: installeer de eenheid in een ruimte met temperatuur- en vochtigheidsregeling. De ruimte moet vrij van geleidende stoffen zijn om het risico van brand of elektrische schokken te beperken. Houd bij het selecteren van een plaats rekening met het volgende: •
Verhoogde omgevingstemperatuur bij gebruik. Als de apparatuur wordt geïnstalleerd in een gesloten rack of multi-unitrack, kan de omgevingstemperatuur van de apparatuur bij gebruik in het rack hoger zijn dan de omgevingstemperatuur van de ruimte waarin het rack zich bevindt. Installeer de apparatuur in een omgeving die geschikt is voor de temperatuur bij gebruik.
•
Beperkte ventilatie. Het rack moet voldoen aan de ventilatievereisten voor veilig gebruik van de apparatuur.
•
Overbelasting van het elektriciteitsnet. Houd bij het aansluiten van de apparatuur op het elektriciteitsnet rekening met overbelasting en de gevolgen daarvan voor de overspanningsbeveiliging en de bedrading. Houd hierbij rekening met de informatie op het productlabel.
•
Betrouwbare aarding. Zorg ervoor dat apparatuur die in een rack is geplaatst goed geaard is. Let hier vooral op wanneer de apparatuur niet direct op het elektriciteitsnet is aangesloten maar op bijvoorbeeld een stekkerblok.
•
Elektrische vereisten. Voor alle modellen is aansluiting op een eigen (ongedeeld) elektriciteitsnet vereist, dat is goedgekeurd voor die specifieke UPS zoals aangegeven onder “Input specifications” (Ingangsspecificaties) in de gebruikershandleiding.
Controleer de oplaaddatum van de accu, die staat vermeld op het label op de doos.
2.
Breng de eenheid in de verpakking naar de plaats van installatie.
3.
Pak de apparatuur uit in de buurt van het rack waarin de eenheid zal worden gemonteerd. VOORZICHTIG: Zorg er bij de rackindeling voor dat het zwaarste onderdeel onder in het rack wordt geplaatst. Installeer eerst het zwaarste onderdeel en vul het rack vervolgens van onder naar boven.
Bevestigingsrails installeren WAARSCHUWING: U kunt het risico van persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur verkleinen door te controleren of de rackopstelling aan de volgende eisen voldoet: • De stelvoetjes moeten allemaal op de grond staan. • Het volle gewicht van het rack moet op de stelvoetjes rusten. • De stabilisatiesteunen moeten aan het rack zijn bevestigd (bij opstellingen bestaande uit één rack). • De racks moeten aan elkaar zijn gekoppeld (bij opstellingen bestaande uit meerdere racks). • Er mag slechts één onderdeel tegelijk zijn uitgeschoven. Een rack kan instabiel worden als er meer dan één onderdeel tegelijk wordt uitgeschoven. OPMERKING: hardware voor montage in racks met vierkante en ronde gaten is meegeleverd in het UPSpakket.
1.
Draai de zeskantmoeren los en verleng de steunen tot de gewenste lengte.
4.
Draai schroeven door de bevestigingsrail in de kooimoeren of clipmoeren.
2.
Draai schroeven door het rack in de bevestigingsrail en in de voorzijde van elke bevestigingssteun.
5.
Draai de zeskantmoeren vast.
6. 3.
Plaats kooimoeren of clipmoeren in de achterzijde van het rack.
Installeer de stabilisatiesteun aan de achterzijde met zeskantmoeren. Wacht met het aandraaien van de schroeven tot de eenheid is geïnstalleerd en de steunen op maat zijn gemaakt.
UPS uitschakelen 1.
Schakel alle aangesloten apparaten uit.
2.
Druk op de stand-byknop om de UPS uit de werkstand te halen. De voeding aan de uitgangsconnectoren wordt uitgeschakeld.
3.
Koppel de UPS los van het elektriciteitsnet.
4.
Wacht minstens 60 seconden totdat het interne circuit van de UPS is ontladen.
3.
Bevestig het chassis aan het rack met de bijgeleverde schroeven.
ERM-stroomonderbreker uitschakelen WAARSCHUWING: controleer of de stroomonderbreker is uitgeschakeld om persoonlijk letsel of schade aan de apparatuur te voorkomen.
ERM installeren Voordat u de eenheid installeert, controleert u of u rekening heeft gehouden met alle waarschuwingen die staan vermeld onder “Voorzorgsmaatregelen” (op pagina 1). WAARSCHUWING: een ongelijke mechanische belasting in het rack kan een gevaarlijke situatie tot gevolg hebben. VOORZICHTIG: Zorg er bij de rackindeling voor dat het zwaarste onderdeel onder in het rack wordt geplaatst. Installeer eerst het zwaarste onderdeel en vul het rack vervolgens van onder naar boven. 1.
Installeer de bevestigingsrails (zie “Bevestigingsrails installeren“ op pagina 2).
2.
Til het chassis op met een persoon aan elke kant van de doos en schuif het chassis op de bevestigingsrails.
Voorpaneel ERM bevestigen
ERM op de UPS aansluiten OPMERKING: verwijder het etiket van de ERM voordat u deze aansluit op een UPS. Steek de ERM-kabel (1) in de aansluiting (2) aan de achterzijde van de UPS.
OPMERKING: als u een tweede ERM wilt aansluiten, steekt u de kabel van de tweede ERM in de connector aan de achterkant van de eerste ERM. Er kunnen maximaal twee ERM-eenheden op de UPS worden aangesloten.
Beschikbare instelling
Uitleg (bij brandend Parameter Bijbehorende lampje) LED
Instelling nominale spanning
100/200- Algemeen Nominale 208 Nom alarm netspanning is (rood) ingesteld op 100/200-208 V wisselspanning.
ERM-stroomonderbreker inschakelen
110/220 Aan accu Nom (rood)
De nominale netspanning is ingesteld op 110/220 V wisselstroom.
120/230 Accufout Nom (rood)
De nominale netspanning is ingesteld op 120/230 V wisselstroom.
127/240 BedraNom dingsfout (rood)
De nominale netspanning is ingesteld op 127/240 V wisselstroom.
Instelling Bedrabedradingsfout dingsfout
ERM-accu’s opladen
Netspanning (groen)
Sluit de UPS aan op een geaard stopcontact. Wanneer de UPS wordt aangesloten, start de eenheid automatisch in stand-bystand en worden de ERM-accu’s opgeladen. Na 24 uur is de ERM volledig opgeladen.
UPS configureren OPMERKING: als de firmwareversie van de UPS 2.00 of eerder is, of als de ERM niet kan worden geconfigureerd vanaf de voorzijde van de UPS, raadpleegt u de website van HP (http://www.hp.com/go/rackandpower) om de firmware van de UPS te updaten. Nadat de ERM’s zijn geïnstalleerd, zet u de UPS in de stand Configure (Configureren) en gebruikt u de bediening en de lampjes op het voorpaneel om de UPS te configureren voor het aantal verbonden ERM’s. Andere parameters van de UPS die ook kunnen worden geconfigureerd, zijn de nominale netspanning en bedradingsfoutdetectie. In de configuratiestand verandert de LED-display op het voorpaneel van functie om zo aanpassingen aan de UPSparameters mogelijk te maken. Elke LED hoort bij een andere parameter.
Geluidsalarm klinkt wanneer er geen aarding is of de bedrading verkeerd om is aangesloten (niet beschikbaar op de modellen R3000j JPN, R3000h NA en R3000h JPN)
ERM-instelling
0 ERM’s
Belasting 0% tot 25% (groen)
UPS is geconfigureerd zonder ERM’s aangesloten (fabrieksstandaard)
1 ERM
Belasting 26% tot 50% (groen)
UPS is geconfigureerd voor 1 aangesloten ERM
2 ERM’s
Belasting 51% tot 75% (groen)
UPS is geconfigureerd voor 2 aangesloten ERM’s
OPMERKING: Voor eenheden die in de fabriek zijn geconfigureerd voor 200 V of 208 V is de bedradingsfoutfunctie uitgeschakeld. Als u een 230 Veenheid configureert om te werken met 208 V, moet de bedradingsfoutfunctie handmatig worden uitgeschakeld.
U verandert als volgt de configuratieparameters van de UPS: 1.
Zet de UPS in de stand Configure (Configureren). De lampjes die zijn verbonden aan de huidige geconfigureerde parameters gaan branden. Terwijl u door de beschikbare instellingen bladert, geeft een cursor die groen knippert, aan waar u zich bevindt in het configuratieproces.
2.
Druk op de knop On (Aan) om de cursor naar het lampje te laten gaan dat in verbinding staat met de juiste nominale spanningsparameter. Het lampje van de geselecteerde spanningsconfiguratie knippert.
3.
Druk op de knop Standby om de juiste ERMconfiguratie te selecteren. Het lampje dat bij de vorige ingangsspanning hoorde, gaat uit en het lampje dat in verbinding staat met de nieuwe ingangsspaningparameter begint ononderbroken groen te branden. OPMERKING: Er kan slechts één nominale netspanning worden geconfigureerd. Wanneer u de configuratieparameters voor de spanning instelt en u de waarde On (Aan) selecteert voor een van de parameters, worden automatisch de andere mogelijkheden op Off (Uit) gezet.
4.
U schakelt de parameter Wiring Fault (Bedradingsfout) in door op de knop On (Aan) te drukken, waardoor de cursor verspringt naar het lampje voor netspanning. Druk vervolgens op de knop Standby. Het bijbehorende lampje brandt ononderbroken groen. Deze parameter is standaard uitgeschakeld en kan alleen worden ingeschakeld voor fase-naar-nul-verbindingen. Als u deze optie inschakelt voor fase-naar-fase-voedingsbronnen, zal een vals alarm worden gegenereerd.
5.
U configureert de UPS voor het aantal aangesloten ERM’s door op de knop On (Aan) te drukken, waardoor de cursor verspringt naar het lampje voor het aantal ERM’s dat op de UPS is aangesloten.
6.
Druk op de knop Standby om de juiste ERM-configuratie te selecteren. Het bijbehorende lampje brandt ononderbroken groen.
7.
Druk op de knop Test/Alarm Reset (Test/alarm resetten) om de configuratie-instellingen op te slaan en de configuratiestand af te sluiten. OPMERKING: de configuratiestand wordt na twee minuten automatisch afgesloten. Als de knop Test/Alarm Reset niet is ingedrukt, worden de nieuwe instellingen niet opgeslagen.
Bedieningspaneel aan de voorzijde van de UPS
De voorzijde wordt getoond zonder het voorpaneel. Item
Omschrijving
Functie
1
Aan-knop
Hiermee schakelt u de UPS in
2
Stand-byknop
Hiermee zet u de UPS in de standbystand
3
Test/Alarm Resetknop
Hiermee stopt u alarmmeldingen van de UPS Hiermee start u een zelftest
4
Configuratieknop
Hiermee zet u de UPS in de stand Configure (Configureren).
Lampjes aan de voorzijde van de UPS
De voorzijde wordt getoond zonder het voorpaneel.
Voor de locatie van knoppen raadpleegt u “Bedieningspaneel aan de voorzijde van de UPS” (op pagina 6).
Item
Beschrijving lampje
1
Configuratiestand aan
Voor de locatie van lampjes raadpleegt u “Lampjes aan de voorzijde van de UPS” (op pagina 6).
2
Algemeen waarschuwingslampje
3
On Battery (Op accuvoeding)
4
Accufout
5
Site Wiring Fault (Bedradingsfout)
Item
Beschrijving lampje
6
Netspanning
7
Overbelasting
8
Belasting 76% tot 100%
9
Belasting 51% tot 75%
10
Belasting 26% tot 50%
11
Belasting 0% tot 25%
Raadpleeg voor meer informatie “LED and audible alarm troubleshooting” (Problemen oplossen met lampjes en geluidsalarm) in de gebruikershandleiding. Juridische kennisgeving © Copyright 2000, 2006 Hewlett-Packard Development Company, L.P. De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Alle garanties voor HP producten en services staan in de uitdrukkelijke garantiebeschrijvingen bij de desbetreffende producten. Geen enkel onderdeel van dit document mag als extra garantie worden gezien. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie.