HP Notebook-pc
Naslaggids
Kennisgeving Dit handboek en alle hierin vermelde voorbeelden kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. Hewlett-Packard biedt ten aanzien van dit materiaal geen enkele garantie, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de impliciete garanties van verkoopbaarheid en geschiktheid voor bepaalde doeleinden. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor fouten in dit materiaal noch voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met de levering, het functioneren of het gebruik van dit materiaal. Consumententransacties in Australië en het Verenigd Koninkrijk: De hierboven vermelde kennisgeving en beperkingen zijn niet van toepassing op consumententransacties in Australië en het Verenigd Koninkrijk, en zijn niet van invloed op de statutaire rechten van de consument. © Copyright Hewlett-Packard Company 2000–2002. Alle rechten voorbehouden. Reproductie, bewerking of vertaling van deze handleiding zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company is verboden, met uitzondering van de in de wetgeving op het auteursrecht vastgelegde uitzonderingen. De softwareprogramma’s voor dit product worden auteursrechtelijk beschermd en alle rechten zijn voorbehouden. Reproductie, bewerking of vertaling van deze programma’s zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard Company is eveneens verboden. Delen van softwareprogramma’s voor dit product kunnen ook onderworpen zijn aan auteursrecht van Microsoft Corporation, SystemSoft Corp., Insyde Software Corporation, ATI Technologies Inc en Adobe Systems Incorporated. Raadpleeg de afzonderlijke softwareprogramma’s voor meer informatie hierover. Dit product omvat technologie voor bescherming van het auteursrecht en wordt beschermd door bepaalde Amerikaanse patenten en andere intellectuele eigendomsrechten die in het bezit zijn van Macrovision Corporation en andere eigenaren. Voor het gebruik van deze door auteursrecht beschermde technologie moet toestemming worden verkregen van Macrovision Corporation. Deze technologie is alleen bedoeld voor thuisgebruik en andere beperkte weergavedoeleinden tenzij anders wordt toegestaan door Macrovision Corporation. Reverse engineering of deassembleren is verboden. Microsoft®, MS-DOS® en Windows® zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Pentium® en het Intel Inside-logo zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken en Celeron™ en SpeedStep™ zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van Intel Corporation. Adobe® en Acrobat® zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. Hewlett-Packard Company HP Notebook Customer Care 1070 NE Circle Blvd., MS 425E Corvallis, OR 97330 USA
2
Naslaggids
Belangrijke veiligheidsvoorschriften WAARSCHUWING
Om brandgevaar te voorkomen, raden wij u aan alleen een telefoondraad van het type 26 AWG of dikker te gebruiken voor de verbinding tussen de modem en de telefoonaansluiting. Houd u altijd aan de veiligheidsvoorschriften wanneer u een telefoondraad op uw computer aansluit, om de kans op brand, elektrische schokken en verwondingen te voorkomen: • Gebruik dit product niet met een telefoonverbinding in de buurt van water (bijvoorbeeld in de buurt van een bad, gootsteen, zwembad of in een vochtige kelder). • Vermijd het gebruik van een telefoon tijdens onweer (dit geldt niet voor draadloze telefoons). Er bestaat een kleine kans op blikseminslag. • Wanneer u een telefoon gebruikt om een gaslek te melden, doe dit dan niet in de buurt van het lek. • Gebruik alleen het stroomsnoer en de batterijen die in deze handleiding worden vermeld. Gooi batterijen nooit in een vuur. De batterijen kunnen daarbij exploderen. Informeer bij de gemeentereiniging naar de geldende bepalingen voor de inzameling van oude batterijen.
Gebruiksovereenkomst voor software van HP Dit HP-product bevat softwareprogramma’s. LEES DEZE GEBRUIKSOVEREENKOMST ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DEZE HARDWARE IN GEBRUIK NEEMT. RECHTEN OP DE SOFTWARE WORDEN ALLEEN VERLEEND INDIEN DE KLANT AKKOORD GAAT MET ALLE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN VAN DE GEBRUIKSOVEREENKOMST. ALS U DE HARDWARE IN GEBRUIK NEEMT, BETEKENT DIT DAT U AKKOORD GAAT MET DEZE VOORWAARDEN EN BEPALINGEN. ALS U NIET AKKOORD GAAT MET DE GEBRUIKSOVEREENKOMST, MOET U NU DE SOFTWARE VAN UW VASTE SCHIJF VERWIJDEREN EN DE ORIGINELE DISKETTES VERNIETIGEN, OF HET GEHELE HP-PRODUCT PLUS SOFTWARE NAAR UW LEVERANCIER TERUGBRENGEN, WAARBIJ DE AANSCHAFKOSTEN AAN U WORDEN TERUGBETAALD. ALS U VERDERGAAT MET DE CONFIGURATIE, BETEKENT DIT DAT U AKKOORD GAAT MET DE GEBRUIKSOVEREENKOMST. TENZIJ HIERONDER ANDERS AANGEGEVEN, IS DEZE GEBRUIKSOVEREENKOMST VOOR SOFTWARE VAN HP VAN TOEPASSING OP HET GEBRUIK VAN ALLE SOFTWARE DIE AAN U, DE KLANT, IS GELEVERD ALS ONDERDEEL VAN HET HP-PRODUCT. DEZE OVEREENKOMST VERVANGT Naslaggids
3
ALLE GARANTIEBEPALINGEN DIE ON LINE OF IN DE VERPAKKING VAN HET PRODUCT KUNNEN WORDEN AANGETROFFEN. Besturingssystemen en softwaretoepassingen van Microsoft vallen onder de gebruiksrechtovereenkomst van Microsoft. U vindt deze overeenkomst in de Microsoftdocumentatie of op het scherm wanneer u een softwareproduct van Microsoft voor het eerst start. Als u een pc met een Microsoft-besturingssysteem hebt, geldt het volgende: De gebruiksrechten die u verwerft door de pc op te starten en de gebruiksrechtovereenkomst van Microsoft te accepteren, zijn alleen geldig als er een Certificate of Authenticity (Certificaat van Echtheid) voor het Microsoft-besturingssysteem in kwestie met de pc is meegeleverd. Het Certificaat van Echtheid bevindt zich meestal aan de onderkant van de computer. Als het Certificaat van Echtheid niet overeenkomt met het geïnstalleerde Microsoft-besturingssysteem of als het certificaat ontbreekt, neemt u contact op met uw HP-leverancier. Voor andere besturingssystemen en softwareproducten die niet afkomstig zijn van HP geldt de licentie van de leverancier. De volgende gebruiksvoorwaarden gelden voor de HP-software: GEBRUIK. De klant mag de software op één HP-product gebruiken. De klant mag de software niet via een netwerk beschikbaar stellen of op andere wijze op meer dan één HP-product gebruiken. De klant mag de software niet deassembleren of decompileren, tenzij dat wettelijk is toegestaan. KOPIEËN EN AANPASSINGEN. De klant mag kopieën of aanpassingen van de software maken (a) voor archiefdoeleinden of (b) voor het geval het kopiëren of aanpassen een essentiële stap is in het gebruik van de software op een HP-product, mits de kopieën en aanpassingen niet op een andere wijze worden gebruikt. EIGENDOM. De klant gaat ermee akkoord dat hij/zij geen eigendomsrechten op de software kan doen gelden, behalve het eigendom van de fysieke media. De klant erkent en gaat ermee akkoord dat de software middels het auteursrecht is beschermd. De klant erkent en gaat ermee akkoord dat de software ontwikkeld kan zijn door een onafhankelijke leverancier, genoemd in de auteursrechtelijke vermeldingen bij dit pakket, die de klant aansprakelijk kan stellen voor inbreuk op de auteursrechten of schending van deze overeenkomst. CD-ROM VOOR PRODUCTHERSTEL. Als uw HP-product is geleverd met een cd-rom of dvd voor productherstel: (i) mag deze cd-rom of dvd en/of de bijbehorende software alleen worden gebruikt voor herstel van de vaste schijf van het HP-product waarbij de cdrom of dvd voor productherstel oorspronkelijk is geleverd. (ii) Het gebruik van enige besturingssysteemsoftware van Microsoft die op deze cd-rom of dvd voor productherstel staat, is onderworpen aan de Microsoft Gebruiksrechtovereenkomst. OVERDRACHT VAN RECHTEN OP SOFTWARE. De klant mag de rechten op de software overdragen aan derden, mits dit gepaard gaat met overdracht van alle rechten en mits de klant vooraf van de derde een verklaring verkrijgt waarin de derde kenbaar maakt dat hij akkoord gaat met de voorwaarden van deze Gebruiksovereenkomst. De klant gaat ermee akkoord dat zijn/haar rechten op de software na deze overdracht zijn beëindigd en dat hij/zij kopieën en aanpassingen zal vernietigen of overdragen aan deze derde. 4
Naslaggids
SUBLICENTIE EN DISTRIBUTIE. De klant mag de software niet in lease geven, er geen sublicentie op verlenen en geen kopieën of aanpassingen van de software openbaar verspreiden op fysieke media of via telecommunicatie zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hewlett-Packard. BEËINDIGING. Hewlett-Packard kan deze gebruiksovereenkomst voor de software beëindigen wanneer de klant niet aan deze voorwaarden voldoet, mits Hewlett-Packard de klant heeft verzocht zijn/haar verplichtingen na te komen en deze hieraan niet binnen dertig (30) dagen na bedoeld verzoek heeft voldaan. UPDATES EN UPGRADES. De klant gaat ermee akkoord dat de software geen updates en upgrades omvat die onder een aparte ondersteuningsovereenkomst bij HewlettPackard verkrijgbaar kunnen zijn. EXPORTCLAUSULE. De klant stemt toe de software of enige kopie of aanpassing daarvan niet (opnieuw) te zullen exporteren indien dit een inbreuk is op de bepalingen van de exportwetgeving van de Verenigde Staten of op enige andere toepasselijke bepaling. BEPERKTE RECHTEN VAN DE OVERHEID VAN DE VERENIGDE STATEN. Gebruik, duplicatie of publicatie is onderhevig aan de standaard HP-gebruiksovereenkomst. Voor departementen en instellingen die geen onderdeel uitmaken van het Amerikaanse ministerie van Defensie gelden de beperkingen die zijn vastgelegd in FAR 52.227-19(c)(1-2) (juni 1987) Hewlett-Packard Company, 3000 Hanover Street, Palo Alto, CA 94304 U.S.A. Copyright (c) 2000 Hewlett-Packard Company. Alle rechten voorbehouden. De klant gaat er tevens mee akkoord dat de software wordt geleverd en gelicentieerd als “Commercial computer software” zoals gedefinieerd in DFARS 252227-7014 (juni 1995), als een “commercial item” zoals gedefinieerd in FAR 2.101(a) of als “Restricted computer software” zoals gedefinieerd in FAR 52.227-19 (of een voorschrift of contractclausule van vergelijkbare strekking), indien en voor zover van toepassing. De klant gaat ermee akkoord dat hij/zij alleen de rechten voor de software heeft die worden verschaft volgens de geldende FAR- of DFARS-clause of de standaard HP-gebruiksovereenkomst voor het betrokken product. Ondersteuningsbeleid voor Service Packs voor besturingssystemen. HP biedt ondersteuning aan de eindgebruikers van HP-pc’s met Microsoft-besturingssystemen. Hieronder vallen ook de nieuwste Service Packs. Deze ondersteuning is binnen 30 dagen na de release van de software beschikbaar.
Edities Editie 1 ............................................ Oktober 2001 Editie 2 ............................................. Maart 2002 Editie 3 .............................................. Juni 2002
Deze handleiding is op kringlooppapier gedrukt. Naslaggids
5
Inhoud
Aan de slag met de HP Notebook-pc..............................................................................11 Inventarisatie ................................................................................................................12 De inhoud van de doos ...........................................................................................12 Accessoires aanschaffen.........................................................................................13 Meer informatie raadplegen ...................................................................................14 Onderdelen van de notebook........................................................................................15 Voorkant.................................................................................................................15 Achterkant ..............................................................................................................16 Onderkant ...............................................................................................................17 Statuslampjes..........................................................................................................18 Multimediaknoppen en statusvenster (bepaalde modellen) ...................................20 De notebook-pc instellen .............................................................................................21 Stap 1: De batterij plaatsen.....................................................................................21 Stap 2: De netstroomadapter aansluiten .................................................................23 Stap 3: Een telefoonlijn aansluiten.........................................................................24 Stap 4: De notebook-pc inschakelen ......................................................................25 Stap 5: Windows configureren...............................................................................25 Stap 6: De notebook-pc registreren........................................................................26 Verbinding maken met het Internet........................................................................26 Basiswerking.....................................................................................................................27 De notebook-pc bedienen.............................................................................................28 De notebook-pc in- en uitschakelen .......................................................................28 De notebook-pc resetten.........................................................................................29 Het opstartapparaat wijzigen ..................................................................................30 De touchpad gebruiken...........................................................................................30 De Fn-sneltoetsen gebruiken ..................................................................................32 De snelknoppen gebruiken .....................................................................................33 De toetsen Windows en Applications gebruiken ...................................................34 Het ingebouwde numerieke toetsenblok gebruiken ...............................................34 De toets Alt GR gebruiken .....................................................................................35 De weergave aanpassen..........................................................................................35 Het volume aanpassen ............................................................................................37 Het geluid van de notebook-pc uitschakelen..........................................................37 De notebook-pc beveiligen ..........................................................................................38 Wachtwoordbeveiliging instellen...........................................................................38 De computer vergrendelen .....................................................................................39 Een beveiligingskabel aansluiten ...........................................................................39 Bescherming tegen virussen...................................................................................40 Comfortabel werken met een notebook-pc ..................................................................41 Uw notebook-pc met zorg behandelen.........................................................................43 Het vasteschijfstation beschermen .........................................................................43 De notebook-pc onderhouden ................................................................................43 Naslaggids
7
Uw gegevens beschermen ......................................................................................44 De levensduur van het beeldscherm verlengen ......................................................44 De notebook-pc reinigen ........................................................................................45 Batterijen en Energiebeheer ...........................................................................................47 Het energieverbruik beheren........................................................................................48 De voorziening voor automatisch energiebeheer van de notebook-pc ..................48 Het energieverbruik handmatig beheren ................................................................51 De batterij gebruiken....................................................................................................52 De status van de batterij controleren ......................................................................52 Hoe te handelen wanneer de batterij leeg raakt......................................................53 De batterij opnieuw opladen ..................................................................................53 De batterij vervangen .............................................................................................53 Optimaal gebruikmaken van de batterijen .............................................................54 De processorsnelheid optimaliseren.......................................................................55 Modem- en netwerkverbindingen ..................................................................................57 De modem gebruiken ...................................................................................................58 De modem aansluiten .............................................................................................58 Verbinding maken met het Internet........................................................................60 De verbinding met het Internet verbreken..............................................................60 Inbellen op een netwerk .........................................................................................61 De modeminstellingen wijzigen.............................................................................61 E-mail verzenden en ontvangen .............................................................................62 Faxen verzenden en ontvangen ..............................................................................63 Verbinding maken met een LAN .................................................................................65 Zo maakt u verbinding met een LAN.....................................................................65 Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen (bepaalde modellen)....................66 De notebook-pc gereedmaken voor draadloze LAN-verbindingen .......................66 Draadloze LAN-communicatie in- en uitschakelen ...............................................68 Draadloze verbindingen maken met Bluetooth (bepaalde modellen)..........................70 Bluetooth-communicatie in- en uitschakelen.........................................................70 De computer gereedmaken voor Bluetooth-verbindingen .....................................71 Werken met Bluetooth-apparaten...........................................................................72 Uitbreidingsapparaten.....................................................................................................75 Insteekmodules gebruiken............................................................................................76 Een insteekmodule vervangen................................................................................76 Een cd of dvd plaatsen of verwijderen ...................................................................78 Audio-cd’s afspelen................................................................................................80 Het statusvenster gebruiken (bepaalde modellen)..................................................81 Dvd-films afspelen .................................................................................................82 Cd’s maken of kopiëren .........................................................................................84 Pc-kaarten aansluiten ...................................................................................................85 Een pc-kaart plaatsen of verwijderen .....................................................................85 8
Naslaggids
SD-kaarten en MMC-kaarten aansluiten......................................................................87 Een SD-kaart of MMC-kaart plaatsen of verwijderen ...........................................87 Externe apparaten aansluiten .......................................................................................89 Connectoren voor externe apparaten herkennen ....................................................89 Zo sluit u een printer of ander parallel apparaat aan ..............................................90 Een extern toetsenbord of externe muis aansluiten................................................91 Zo sluit u een USB-apparaat aan............................................................................91 Een USB-diskettestation aansluiten .......................................................................92 Een audioapparaat aansluiten .................................................................................93 Een externe monitor gebruiken ..............................................................................93 Een tv-toestel gebruiken als monitor......................................................................95 Een infraroodapparaat aansluiten (bepaalde modellen) .........................................96 De poortreplicator gebruiken .................................................................................98 Een IEEE 1394-apparaat aansluiten.......................................................................99 Extra RAM-geheugen installeren...............................................................................100 Een RAM-uitbreidingsmodule installeren ...........................................................100 Een RAM-uitbreidingsmodule verwijderen .........................................................101 De module met systeem-RAM vervangen ...........................................................102 Het vasteschijfstation vervangen ...............................................................................105 U vervangt het vasteschijfstation als volgt...........................................................105 De schijfstationhouder vervangen........................................................................106 Een nieuw vasteschijfstation gebruiksklaar maken..............................................107 Problemen oplossen en onderhoud...............................................................................109 Methoden voor probleemoplossing............................................................................110 Assistentie voor uw notebook-pc...............................................................................111 Hulp krijgen van HP Instant Support ...................................................................111 Audioproblemen...................................................................................................111 Problemen met cd en dvd .....................................................................................112 Problemen met het beeldscherm ..........................................................................113 Problemen met het diskettestation........................................................................115 Problemen met de vaste schijf..............................................................................116 Problemen met de temperatuur ............................................................................117 Problemen met infrarood......................................................................................117 Problemen met het toetsenbord en aanwijsapparaten ..........................................117 Problemen met het LAN ......................................................................................119 Problemen met het geheugen ...............................................................................120 Problemen met de modem....................................................................................120 Problemen met snelknoppen ................................................................................124 Problemen met parallelle en USB-poorten...........................................................124 Problemen met pc-kaarten (PCMCIA).................................................................126 Problemen met de prestaties.................................................................................127 Problemen met de stroomvoorziening en de batterijen........................................128 Problemen met afdrukken ....................................................................................129 Problemen met opstarten ......................................................................................130 Problemen met het in- en uitschakelen van de stand-bymodus ...........................131 Problemen met draadloze communicatie .............................................................131 Naslaggids
9
De hardware testen.....................................................................................................133 Diagnostische tests uitvoeren met e-Diagtools ....................................................133 De notebook-pc configureren.....................................................................................135 U voert het configuratieprogramma voor het BIOS als volgt uit.........................135 Software opnieuw installeren en bijwerken ...............................................................139 De fabrieksinstallatie van de vaste schijf herstellen.............................................139 Beschadigde cd’s of dvd’s voor productherstel vervangen..................................140 Het BIOS van de notebook-pc bijwerken ............................................................141 Windows-stuurprogramma’s bijwerken...............................................................141 HP-service en -ondersteuning .......................................................................................143 Assistentie voor uw notebook-pc...............................................................................144 Hulp via het web...................................................................................................144 Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning ...................................145 Reparatieservice ...................................................................................................147 De notebook-pc gereedmaken voor verzending...................................................149 Verklaring van beperkte garantie van Hewlett-Packard ............................................150 Naslaggegevens...............................................................................................................153 Hardwarespecificaties ................................................................................................154 Naslaggegevens voor modems...................................................................................157 Naslaggegevens (Ambit-modem).........................................................................157 Veiligheidsvoorschriften............................................................................................162 Stroomsnoeren......................................................................................................162 Ergonomie ............................................................................................................163 Batterij en veiligheid ............................................................................................163 Laser en veiligheid ...............................................................................................164 LED veiligheid .....................................................................................................164 Blootstelling aan straling van radiofrequenties....................................................165 Informatie over voorschriften ....................................................................................166 Europese Unie ......................................................................................................166 Internationaal........................................................................................................166 Index................................................................................................................................169
10
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc
Naslaggids
11
Aan de slag met de HP Notebook-pc Inventarisatie
Inventarisatie Van harte gefeliciteerd! Deze notebook-pc van HP vertegenwoordigt een nieuwe mijlpaal op pc-gebied. Deze notebook-pc is compact en gemakkelijk te dragen, en is gemaakt met de zorg voor kwaliteit en detail die u van Hewlett-Packard gewend bent. Deze notebook-pc beschikt over diverse functies die hem eenvoudig te gebruiken maken: • De handige aan/uit-knop voor het starten en stoppen van de notebook. • De notebook-pc heeft een groot aantal connectoren, zowel USB (Universal Serial Bus), parallel, tv-uitgang als IEEE 1394. Hierdoor kunt u de notebook-pc aansluiten op een groot aantal printers, stations, audioapparaten en andere externe apparaten. Een bijkomend voordeel is dat alle connectoren zich aan de achterkant van de notebook-pc bevinden, zodat de kabels tijdens het werken niet in de weg zitten. • Bepaalde modellen hebben speciale volumeknoppen en de knop Geluid uit (met statuslampje) waarmee u het geluid snel volledig kunt uitzetten. Dit handboek bevat informatie over het gebruiksklaar maken van de notebook-pc en beschrijft tevens de bediening en wat u moet doen in geval van problemen.
De inhoud van de doos Bij deze notebook-pc worden de volgende onderdelen geleverd: • Een batterij (geïnstalleerd) • Modulecompartiment: Dvd- of dvd/cd-rw-station • Lichtgewichtmodule voor het modulecompartiment zodat de computer minder weegt als u ermee reist • Een netstroomadapter en netsnoer • Het instructieblad Quick Start • De Gebruikshandleiding • De cd of dvd voor productherstel, waarmee u Windows en de overige software die bij de computer hoort, kunt terugzetten • De handleiding van Microsoft Windows 12
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc Inventarisatie
• Telefoonkabel • USB-naar-serieel-adapter (bepaalde modellen) Daarnaast bevat uw HP notebook-pc een aantal vooraf geïnstalleerde softwareprogramma’s. (Welke softwareprogramma’s er zijn geïnstalleerd is afhankelijk van uw notebookmodel.)
Accessoires aanschaffen U kunt on line accessoires voor de notebook-pc aanschaffen. Bezoek de website voor HP Notebook-pc’s op www.hp.com/notebooks voor informatie over de nieuwste accessoires en opties. HP biedt momenteel een groot aantal accessoires, zoals: • Poortreplicator • Extern diskettestation (USB) • Netstroomadapters • LiIon-batterij, 8 cellen • Aanvullend RAM-geheugen • Ethernet-, modem-, LAN-, en draadloze LAN-kaarten.
Naslaggids
13
Aan de slag met de HP Notebook-pc Inventarisatie
Meer informatie raadplegen In de volgende tabel vindt u andere bronnen met informatie over deze notebook-pc en verwante producten. Bron
Omschrijving en locatie
Gebruikshandleiding
Deze gedrukte handleiding laat u nader kennismaken met notebook-pc. Deze handleiding bevat installatie-instructies, richtlijnen voor het werken met de notebookpc, informatie over het oplossen van problemen en informatie over de garantie.
On line Naslaggids
De volledige Naslaggids vindt u op de vaste schijf van de notebook-pc. Hierin kunt u terecht voor uitgebreide informatie over het werken met en het onderhouden van de notebook-pc. Klik op Start, Alle Programma’s, HP Library, HP Notebook-pc Naslaggids of kijk op de cd of dvd voor productherstel in \hp\Library.
On line HP Notes
In het document HP Notes vindt u informatie die pas beschikbaar kwam toen de handleiding al gereed was. Klik op Start, Alle Programma’s, HP Library, HP Notes of kijk op de cd of dvd voor productherstel in \hp\Library.
Microsoft Windowshandleiding
Deze handleiding wordt bij de notebook-pc meegeleverd en bevat informatie over het gebruik van de versie van Microsoft Windows die op de notebook-pc is geïnstalleerd.
Website voor HP Notebook-pc's
www.hp.com/notebooks. www.europe.hp.com/notebooks (Europese mirrorsite).
Website HP Business Support
www.hp.com/go/bizsupport.
14
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc Onderdelen van de notebook
Onderdelen van de notebook Voorkant
1. Snelknoppen (instelbaar)
7. Scrollpad
2. Aan-/uitknop
8. Volumeknoppen (bepaalde modellen)
3. Statusindicators voor toetsenbord: Caps Lock, Num Lock, indicator voor cd-rom- of dvd-activiteit.
9. Knop voor uitzetten geluid en statuslampje (bepaalde modellen)
4. Aan/uit-knop voor touchpad/scrollpad (met indicatoren aan beide kanten)
10. Verwijderbaar dvd- of dvd/cd-rw-station
5. Linker- en rechterklikknop
12. Luidspreker (aan elke kant één)
6. Touchpad
13. Veerslot
11. Cd/dvd-uitwerpknop
14. Geïntegreerde microfoon
Naslaggids
15
Aan de slag met de HP Notebook-pc Onderdelen van de notebook
Achterkant
15. Aansluiting voor netstroomadapter
23. Modem
16. Parallelle poort (LPT1) (rood) Gebruik deze poort voor een parallelle printer of ander parallel apparaat
24. IEEE 1394-connector (bepaalde modellen)
17. Poort voor externe monitor (VGA) (blauw) 18. USB-poorten (Universal Serial Bus) (2) 19. S-videopoort (tv-uit) (geel) (bepaalde modellen)
25. SD-MMC-kaartsleuf 26. Pc-kaartsleuf (Type II) 27. Uitwerpknop voor pc-kaart 28. Vasteschijfstation
20. Reset-knop
29. Aan/uit-knop voor draadloze communicatie en statuslampje (bepaalde modellen)
21. Kensington-vergrendeling (beveiligingsconnector)
30. Externe microfoon-aansluiting (roze)
22. LAN-poort en statuslampjes
31. Hoofdtelefoonaansluiting (lichtgroen)
16
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc Onderdelen van de notebook
Onderkant
32. Infraroodpoort (bepaalde modellen)
36. Veerslot batterijvak
33. Batterij
37. Dockingpoort
34. Veerslot van cd/dvd-station
38. Mini-PCI-afdekplaat (bedekt geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen)
35. RAM-afdekplaat
39. Borgschroeven van vaste schijf
Naslaggids
17
Aan de slag met de HP Notebook-pc Onderdelen van de notebook
Statuslampjes De belangrijkste statusindicators geven het stroomgebruik, de batterijstatus en de systeemactiviteit aan.
1. Activiteit vaste schijf. •
Aan: de vaste schijf is in gebruik.
2. Energiemodus. • Groen: de notebook-pc is ingeschakeld (ook als het beeldscherm is uitgeschakeld). • Oranje: de notebook-pc staat in de stand-bystand. • Uit: de notebook-pc is uitgeschakeld of staat in de slaapstand. 3. Oplaadstatus batterij. • Groen: de netstroomadapter is aangesloten en de batterij is volledig geladen. • Oranje: de netstroomadapter is aangesloten en de batterij wordt opgeladen. • Rood: de netstroomadapter is aangesloten, maar de batterij is defect. • Uit: de netstroomadapter is niet aangesloten of de batterij ontbreekt.
18
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc Onderdelen van de notebook
De lampjes boven het toetsenbord geven de status van de toetsenbordvergrendelingen en de cd/dvd-speler aan.
1. Caps Lock. Caps Lock is ingeschakeld. 2. Num Lock. Num Lock is ingeschakeld. (Keypad Lock moet ook zijn ingeschakeld als u het geïntegreerde toetsenblok wilt gebruiken.) 3. Cd/dvd-activiteit. De cd/dvd-speler is actief.
Naslaggids
19
Aan de slag met de HP Notebook-pc Onderdelen van de notebook
Multimediaknoppen en statusvenster (bepaalde modellen)
1. Startknop MP3-speler 2. Vorig nummer 3. Volgend nummer 4. Knop voor statusvenster 5. Statusvenster 6. Afspelen/pauze 7. Stoppen 8. Aan/uit-knop (en statuslampje) voor multimedia: hiermee schakelt u de cd/dvd-speler in of uit. Werkt alleen wanneer de notebook-pc is uitgeschakeld of in de stand-by- of slaapstand staat.
20
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc De notebook-pc instellen
De notebook-pc instellen WAARSCHUWING
Een verkeerde houding bij het gebruik van toetsenborden en andere apparatuur kan tot lichamelijke klachten leiden. Zie de sectie “Comfortabel werken” in de on line HP-bibliotheek of bezoek onze website met ergonomische tips www.hp.com/ergo voor informatie over het voorkomen van lichamelijke klachten. Zie “Comfortabel werken met een notebook-pc” op pagina 41 voor een overzicht van het werken met een notebookcomputer. Als u de notebook-pc voor al uw werk of gedurende langere perioden gebruikt, kunt u beter een extern toetsenbord en een gewone monitor en muis aansluiten. Op deze manier vermindert u de kans op lichamelijke klachten. Zie de sectie Comfortabel werken in de on line HP-bibiliotheek. Voordat u de notebook-pc kunt gebruiken, moet u de batterij plaatsen en opladen, de netstroomadapter en telefoonlijn aansluiten, de notebook-pc inschakelen, Windows Setup uitvoeren en de notebook-pc registreren.
Stap 1: De batterij plaatsen WAARSCHUWING
U mag de batterijen niet beschadigen of doorboren. Gooi de batterijen niet in het vuur, omdat ze daardoor kunnen barsten of exploderen waardoor gevaarlijke chemische stoffen vrijkomen. Oplaadbare batterijen moeten worden gerecycled of als klein chemisch afval worden aangeboden. Wanneer u de notebook-pc ontvangt, is de batterij al geplaatst. Als de batterij verwijderd is, moet u deze alsnog plaatsen:
Naslaggids
21
Aan de slag met de HP Notebook-pc De notebook-pc instellen
• Plaats de batterij met de voorkant in het batterijcompartiment aan de onderkant van de notebook-pc en druk op de achterkant van de batterij totdat deze op zijn plaats klikt.
De batterij verwijderen • Open het batterijcompartiment met het veerslot en haal de batterij uit het compartiment.
22
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc De notebook-pc instellen
Stap 2: De netstroomadapter aansluiten WAARSCHUWING
Gebruik alleen de netstroomadapter van HP die bij de notebook-pc wordt geleverd (of een andere goedgekeurde adapter van 75 watt). Gebruik geen adapter van 60 watt, zoals HP F1454A of F1781A. Bij gebruik van een andere netstroomadapter kan de notebook-pc beschadigd raken, waardoor het recht op garantie kan vervallen (zie “Verklaring van beperkte garantie van Hewlett-Packard” op pagina 150). • Sluit de netstroomadapter aan (het statuslampje gaat branden) op de daarvoor bestemde aansluiting aan de achterkant van de notebook-pc. De batterij van de notebook-pc wordt nu opgeladen.
Ga door met stap 3 terwijl de batterij wordt opgeladen.
Naslaggids
23
Aan de slag met de HP Notebook-pc De notebook-pc instellen
Stap 3: Een telefoonlijn aansluiten Als uw notebook-pc geen modem bevat, kunt u deze stap overslaan. U kunt in plaats van een ingebouwde modem ook een pc-modemkaart of een externe modem aansluiten. 1. De telefoonlijn moet een analoge lijn zijn. Gebruik geen digitale lijn. (Veel kantoorlijnen en sommige thuislijnen zijn digitaal.) 2. Sluit de telefoonkabel aan op de modemaansluiting, de pc-kaart of de externe modem van de notebook-pc. Zorg ervoor dat de kabel goed in de aansluiting klikt.
3. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op een telefoonaansluiting. Als de stekker van de telefoonkabel niet in de aansluiting past, moet u een adapter gebruiken. Zie “De modem gebruiken” op pagina 58 voor meer informatie over modems.
24
Naslaggids
Aan de slag met de HP Notebook-pc De notebook-pc instellen
Stap 4: De notebook-pc inschakelen • Druk op het aan/uit-knopje boven het toetsenbord. De notebook-pc wordt opgestart en Windows wordt automatisch gestart.
Opmerking
De notebook-pc wordt geleverd met een ingebouwd dvd- of dvd/cd-rw-station of een soortgelijk station. Controleer voordat u de notebook-pc voor het eerst inschakelt of dit station goed op zijn plaats zit. Zo zorgt u ervoor dat de reeds geïnstalleerde hardware goed wordt gedetecteerd en dat de notebook-pc de juiste software laadt.
Tip
Wanneer de computer niet wordt ingeschakeld en u de batterij gebruikt als stroomvoorziening, kan de batterij leeg zijn. Sluit de netstroomadapter aan en druk nogmaals op de aan/uit-knop. Verwijder de netstroomadapter niet te snel, maar laat deze minimaal een uur zitten.
Stap 5: Windows configureren Microsoft Windows XP is alvast op de vaste schijf van uw notebook-pc geïnstalleerd. Als u de notebook-pc voor de eerste keer inschakelt, wordt het Setup-programma van Windows automatisch uitgevoerd, zodat u de instellingen kunt aanpassen. 1. Volg de instructies van het Setup-programma die op het scherm verschijnen. 2. Als de notebook-pc een modem bevat, controleert u de landinstellingen voor de modem: klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties. Controleer of de instellingen van Mijn locatie op het tabblad Kiesregels correct zijn of maak een nieuwe locatie. Opmerking
Het kan zijn dat wordt gevraagd om de productidentificatiecode van Windows XP. Deze vindt u op de onderkant van de notebook-pc. Naslaggids
25
Aan de slag met de HP Notebook-pc De notebook-pc instellen
Stap 6: De notebook-pc registreren Vergeet niet uw notebook-pc te registreren. Dit duurt maar even en kost niets. Bovendien kunnen wij u dan nog sneller en beter van dienst zijn. Met de gegevens die u ons tijdens de registratie verstrekt, kunnen we onze producten en diensten beter op uw situatie afstemmen. Bij registratie van uw notebook-pc gebeurt het volgende: • U wordt bij Hewlett-Packard geregistreerd als eigenaar van de notebook-pc, waarmee u toegang krijgt tot bepaalde diensten, ondersteuning en informatie. • U wordt bij Microsoft geregistreerd als eigenaar van het besturingssysteem Windows XP. U kunt zich tijdens de installatie van Windows registreren, of later, op een van de volgende manieren: via de modem, per telefoon of per fax. Via de modem Als u zich niet tijdens de installatie van Windows wilt registreren of als uw notebook-pc geen ingebouwde modem heeft, kunt u zich registreren nadat u een pc-kaartmodem of een externe modem hebt ingesteld, of kunt u zich per telefoon of fax registreren. Per telefoon Voor telefonische registratie kunt u bellen naar het HP Customer Care Center. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145 voor het telefoonnummer. Per fax Als op uw notebook-pc een printer is aangesloten, drukt u een registratieformulier af en faxt dit naar HP. Dubbelklik op het registratiepictogram op het bureaublad en druk het registratieformulier af. Het faxnummer staat op het formulier.
Verbinding maken met het Internet U kunt de ingebouwde modem, LAN-poort of draadloos LAN (indien aanwezig op uw notebook-pc) gebruiken om een verbinding te maken met het Internet. Zie voor meer informatie “De modem gebruiken” op pagina 58, “Verbinding maken met een LAN” op pagina 65 of “Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen” op pagina 66.
26
Naslaggids
Basiswerking
Naslaggids
27
Basiswerking De notebook-pc bedienen
De notebook-pc bedienen Met de aan/uit-knop kunt u de notebook-pc starten en uitzetten. U kunt de notebook-pc echter ook op andere manieren starten en uitzetten, afhankelijk van overwegingen als energiebesparing, soorten actieve verbindingen en opstarttijd. Opmerking
In deze handleiding wordt de notebook-pc met de oorspronkelijke fabrieksconfiguratie besproken, waarbij voor alle opties de standaardwaarden zijn ingesteld.
De notebook-pc in- en uitschakelen Energiemodus
Deze modus activeren
Opnieuw inschakelen
Aan Statusindicator licht groen op.
Druk op de aan/uit-knop.
Stand-by De huidige sessie blijft in het RAM-geheugen bewaard. Het beeldscherm en andere onderdelen worden uitgeschakeld. Hiermee kunt u energie besparen. Hiermee kunt u de computer snel opnieuw starten. Netwerkverbindingen worden hersteld. Statuslampje licht oranje op.
Klik op Start, Computer uitschakelen, Stand-by –of– druk op de aan/uit-knop –of– laat de time-out verstrijken.
Druk op de aan/uit-knop om de sessie snel te hervatten.
Slaapstand De werksessie wordt op de vaste schijf opgeslagen, de computer wordt uitgeschakeld. Hiermee kunt u maximaal energie besparen. Netwerkverbindingen worden hersteld. Statusindicator brandt niet.
Klik op Start, Computer uitschakelen en houd de Shift-toets ingedrukt terwijl u op Slaapstand klikt –of– stel time-out in.
Druk op de aan/uit-knop om de sessie te hervatten.
Uitschakelen Het systeem wordt uitgeschakeld, de werksessie wordt niet opgeslagen. Hiermee kunt u maximaal energie besparen. Als u opnieuw opstart, wordt alles gereset en wordt er een nieuwe sessie gestart. Statusindicator brandt niet.
Klik op Start, Computer uitschakelen, Uitschakelen –of– druk de aan/uit-knop gedurende vier seconden in (doe dit alleen als bovengenoemde procedure niet werkt).
Druk op de aan/uit-knop om een nieuwe sessie te beginnen.
U kunt de manier waarop deze modi werken en de manier waarop u deze modi kunt activeren, veranderen. Zie “Het energieverbruik beheren” op pagina 48. 28
Naslaggids
Basiswerking De notebook-pc bedienen
De notebook-pc resetten Het kan gebeuren dat Windows of de notebook-pc niet meer reageert en u de notebook-pc niet kunt uitschakelen. Als dit gebeurt, probeert u de volgende oplossingen in de aangegeven volgorde. • Sluit zo mogelijk Windows af: druk op CTRL+ALT+DEL en klik vervolgens op Afsluiten, Uitschakelen –of, als dit niet lukt– • Houd de aan/uit-knop gedurende vier seconden ingedrukt, totdat het beeldscherm is uitgeschakeld. Druk nogmaals op de aan/uit-knop om de notebook-pc opnieuw op te starten. –of, als dit niet lukt– • Gebruik een pen of rechtgebogen paperclip om de reset-knop aan de achterkant van de notebook-pc in te drukken en druk vervolgens op de aan/uit-knop om opnieuw op te starten.
Naslaggids
29
Basiswerking De notebook-pc bedienen
Het opstartapparaat wijzigen Normaliter wordt de notebook-pc opgestart vanaf de interne vaste schijf. U kunt de notebook-pc ook opstarten vanaf een extern USB-diskettestation (optionele accessoire), het cd/dvd-station of een LAN (Local Area Network). 1. Klik op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten. 2. Wanneer het HP-logo verschijnt, drukt u op ESC om naar het opstartmenu te gaan. 3. Selecteer het opstartapparaat met de pijltoetsen en druk op Enter. Als u wilt opstarten vanaf een bepaald apparaat wanneer dat aanwezig is, wijzigt u de opstartvolgorde met het programma BIOS Setup. Zie “U voert het configuratieprogramma voor het BIOS als volgt uit” op pagina 135.
De touchpad gebruiken Uw notebook-pc bevat een ingebouwd touchpad, scrollpad en klikknoppen.
1. Linkerklikknop; deze werkt op dezelfde manier als de linkermuisknop. 2. Rechterklikknop; deze werkt op dezelfde manier als de rechtermuisknop. 3. Touchpad (reageert op aanraking) 4. Vergrendelknop; voor het in- en uitschakelen van de touchpad en scrollpad. 5. Met de scrollpad kunt u door de inhoud van een venster schuiven. 6. Statuslampjes van vergrendelknop (aan elke kant één). Deze lampjes lichten op als de touchpad en/of scrollpad zijn ingeschakeld. U kunt de werking van vele van deze onderdelen aanpassen: zo kunt u onder meer de werking van de klikknop en scrollpad, de dubbelkliksnelheid en de aanwijzersnelheid wijzigen. klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Muis. 30
Naslaggids
Basiswerking De notebook-pc bedienen
Opmerking
De touchpad en scrollpad worden automatisch uitgeschakeld wanneer de notebook-pc wordt gekoppeld aan een poortreplicator met een PS/2-muis. Met de touchpad en klikknoppen verplaatsen en selecteren 1. U kunt de aanwijzer verplaatsen door uw duim of een vinger over de touchpad te bewegen. 2. Gebruik voor het selecteren de linker- en rechterklikknop. Deze werken op dezelfde manier als de linker- en rechterknop van de muis. In plaats van de klikknoppen te gebruiken kunt u ook op de touchpad tikken. • U start een toepassing door de aanwijzer op het pictogram te plaatsen en met de linkerklikknop te dubbelklikken of twee keer op de touchpad te tikken. • U selecteert een menuopdracht door de aanwijzer erop te plaatsen en met de linkerklikknop te klikken of op de touchpad te tikken. • U opent het snelmenu van een item door de aanwijzer op het item te plaatsen en op de rechterklikknop te drukken. • U kunt een item slepen door de aanwijzer op het item te zetten. Houd de linkerknop ingedrukt terwijl u de aanwijzer verplaatst en laat daarna de knop los. Schuiven met de scrollpad en de touchpad • Als u verticaal wilt schuiven, beweegt u een vinger naar boven of beneden over de scrollpad. • Als u horizontaal wilt schuiven, beweegt u een vinger naar links of rechts langs de onderkant van de touchpad. U kunt de schuifmogelijkheden van de notebook-pc aanpassen aan uw eigen wensen: klik met de linkermuisknop op het pictogram van de touchpad in de taakbalk en klik vervolgens op TouchPad Properties, Scrolling. De touchpad en scrollpad uitschakelen Er kunnen momenten zijn waarop u de touchpad wilt uitschakelen, bijvoorbeeld als u tekst invoert en de cursor niet per ongeluk wilt verplaatsen. • Als u de touchpad of scrollpad wilt uitschakelen, drukt u op de vergrendelknop (het statuslampje van de vergrendelknop gaat uit). Als u de touchpad weer wilt inschakelen, drukt u opnieuw op de vergrendelknop.
Opmerking
Zorg ervoor dat u de touchpad niet aanraakt wanneer u op de vergrendelknop drukt. Als u dit wel doet, werkt de vergrendelknop niet goed. Naslaggids
31
Basiswerking De notebook-pc bedienen
De Fn-sneltoetsen gebruiken
De combinatie van de Fn-toets plus een andere toets vormt een sneltoets voor diverse systeemfuncties. • Als u een sneltoets wilt gebruiken, houdt u Fn ingedrukt, drukt u op de gewenste tweede toets en laat u daarna beide toetsen los. Sneltoets Fn+F1
Resultaat Hiermee verlaagt u de helderheid van het beeldscherm.
Fn+F2
Hiermee verhoogt u de helderheid van het beeldscherm.
Fn+F5
Hiermee schakelt u tussen het ingebouwde beeldscherm, een extern beeldscherm en beide beeldschermen.
Fn+F8
Hiermee schakelt u het ingebouwde numerieke toetsenblok in of uit. Dit geldt niet voor het externe toetsenbord. Als Num Lock is ingeschakeld, is het numerieke toetsenblok actief, anders is cursorbesturing actief (volgens de pijlen op het externe toetsenbord).
Fn+Num Lock
Hiermee schakelt u Scroll Lock in of uit.
Fn+Page Up
Hiermee verhoogt u het geluidsvolume (en schakelt u het geluid in, indien dit is uitgeschakeld).
Fn+Page Down
Hiermee verlaagt u het geluidsvolume.
Fn+Backspace
Hiermee schakelt u het geluid in- en uit.
Fn + willekeurige snelknop
Hiermee schakelt u (de lampjes van) de snelknoppen in- en uit (bepaalde modellen).
Externe toetsenborden bieden geen ondersteuning voor Fn-sneltoetsen. 32
Naslaggids
Basiswerking De notebook-pc bedienen
De snelknoppen gebruiken De notebook-pc is voorzien van vijf snelknoppen waarmee u een toepassing kunt starten of een document of website kunt openen. De knoppen zijn vooraf geconfigureerd voor specifieke toepassingen, maar u kunt de knoppen toewijzen aan elke toepassing die u wilt. • Druk op de snelknop om het gewenste item (een toepassing, website of document) te starten of te openen.
Opmerking
Met de snelknop kunt u de notebook-pc met één druk op een knop aanzetten of terughalen uit stand-bymodus of slaapstand. U kunt hiermee echter niet de wachtwoordbeveiliging omzeilen. De computer is vooraf ingesteld voor het gebruik van de volgende services: 1. Outlook Express (e-mailsoftware) 2. HP TV Now 3. Internet-browser 4. HP Quick Lock 5. Help en ondersteuning. Een snelknop herprogrammeren 1. Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP One-Touch, HP One-Touch Configuration. 2. Klik op het tabblad HP One-Touch (Snelknoppen) op de toets die u wilt herprogrammeren.
Naslaggids
33
Basiswerking De notebook-pc bedienen
3. Typ een label voor de knop en selecteer vervolgens de toepassing die u wilt starten of het document of de website die u wilt openen met de knop. 4. Als u wilt dat een label op het scherm verschijnt als u op een sneltoets drukt, selecteert u deze optie op het tabblad Onscreen Display (Weergave op scherm).
De toetsen Windows en Applications gebruiken
Met de toets Windows geeft u het menu Start van Windows weer. Dit gebeurt ook wanneer u op de taakbalk op de knop Start klikt.
Met de toets Applications geeft u het snelmenu van de huidige toepassing weer. Dit menu verschijnt ook wanneer u met de rechtermuisknop klikt terwijl u de toepassing aanwijst. Toetsencombinatie
Resultaat
Windows-toets+E
Windows Verkenner wordt gestart.
Windows-toets+F1
Windows Help en ondersteuning wordt geactiveerd.
Windows-toets+F
Het dialoogvenster Zoeken van Windows wordt weergegeven.
Windows-toets+M
Alle weergegeven vensters worden geminimaliseerd.
Shift+Windows-toets+M
Het vorige formaat van geminimaliseerde vensters wordt hersteld.
Windows-toets+R
Het dialoogvenster Uitvoeren van Windows wordt weergegeven.
Het ingebouwde numerieke toetsenblok gebruiken Het ingebouwde toetsenbord van de notebook-pc bevat een geïntegreerd toetsenblok waarmee u getallen en rekenkundige operatoren kunt typen. Op de toetsen van dit toetsenblok staan goudkleurige tekens. • Druk op Fn+F8 als u het geïntegreerde toetsenblok wilt inschakelen. –of– • Houd Fn ingedrukt terwijl u op een toets drukt, als u het geïntegreerde toetsenblok tijdelijk wilt inschakelen. 34
Naslaggids
Basiswerking De notebook-pc bedienen
Wanneer het geïntegreerde toetsenblok actief is, kunt u met Num Lock de functies van het toetsenblok wijzigen: • Num Lock ingeschakeld: Met de toetsen voert u de getallen en de rekenkundige operatoren in die lichtblauw op het toetsenbord worden weergegeven. • Num Lock uitgeschakeld: Met de toetsen kunt u de cursor verplaatsen (in de richting van de pijlen op een externe toetsenbord).
De toets Alt GR gebruiken Op niet-Amerikaanse toetsenborden bevindt zich rechts naast de spatiebalk de toets Alt GR. Met deze zogenaamde wisseltoets kunt u bepaalde speciale tekens oproepen. • Voor een teken in de rechterbenedenhoek van een toets, houdt u Alt GR ingedrukt om het teken te typen.
1. Met Shift-toets. 2. Zonder Shift-toets. 3. Alt GR-toets.
De weergave aanpassen De helderheid wijzigen • Druk op Fn+F1 of Fn+F2 om de helderheid van het beeldscherm (respectievelijk) te verlagen of verhogen. –of– • Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP Display Settings. U kunt ook een pictogram voor beeldscherminstellingen toevoegen aan de taakbalk voor snelle toegang. Tip
Als u de helderheid instelt op het laagste niveau waarop u het scherm nog comfortabel kunt bekijken, gaan de batterijen het langst mee. Naslaggids
35
Basiswerking De notebook-pc bedienen
Beeldscherminstellingen wijzigen U kunt een aantal beeldscherminstellingen voor de notebook-pc aanpassen, zoals de diepte van de kleuren en het schermgebied. 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm. 2. Klik op het tabblad Instellingen en breng de gewenste wijzigingen aan. 3. Klik op de tab Vormgeving. Hier kunt u lettertypen, pictogrammen, menu’s en andere schermelementen aanpassen die in Windows XP worden gebruikt. Het LCD-scherm van de notebook-pc werkt anders dan een gewone computermonitor. Wanneer u de resolutie wijzigt, verandert het formaat van het bureaublad, maar niet het formaat van de objecten op het bureaublad. U hoeft de resolutie normaliter niet te wijzigen: alleen als u een externe monitor wilt gebruiken. Klik met de rechtermuisknop op het ATI-pictogram en klik op Help voor meer informatie over het aanpassen van het beeldscherm. Het formaat van pictogrammen en labels wijzigen Als u een hoge resolutie hebt ingesteld voor uw beeldscherm en u de pictogrammen en labels op het scherm snel wilt vergroten, gebruikt u HP Desktop Zoom. • Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, Desktop Zoom, Desktop Zoom. Als dit programma niet op de notebook-pc is geïnstalleerd, kunt u het downloaden vanaf de website HP Customer Care (www.hp.com/go/bizsupport). Een extern beeldscherm gebruiken Als u wilt, kunt u een extern beeldscherm aansluiten op de notebook-pc. Zie “Een externe monitor gebruiken” op pagina 93.
36
Naslaggids
Basiswerking De notebook-pc bedienen
Het volume aanpassen Via het toetsenbord van de notebook-pc • Als u het volume wilt verhogen, drukt u op Fn+Page Up. –of– Druk op de achterste volumeknop aan de rechterkant van de notebook-pc (alleen op bepaalde modellen). • Als u het volume wilt verlagen, drukt u op Fn+Page Down. –of– Druk op de voorste volumeknop aan de rechterkant van de notebook-pc (alleen op bepaalde modellen). In Windows • Klik op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en Sleep de volumeschuifregelaar omhoog of omlaag om het volume aan te passen.
Het geluid van de notebook-pc uitschakelen U kunt het geluid van de notebook-pc op verschillende manieren uitschakelen zonder dat u de volume-instelling hoeft te wijzigen. Dit kan handig zijn wanneer u al het geluid wilt uitschakelen, ongeacht wat de notebook-pc aan het doen is. • Met de toetsencombinatie Fn+Backspace kunt u het geluid in- en uitschakelen. • Klik op het luidsprekerpictogram op de taakbalk en klik daarna op Dempen. • Als uw notebook-pc een knop heeft voor het snel uitschakelen van geluid, kunt u deze gebruiken. (U vindt de knop aan de rechterkant van de notebook-pc). Het statuslampje brandt als de luidsprekers zijn gedempt.
Naslaggids
37
Basiswerking De notebook-pc beveiligen
De notebook-pc beveiligen Wachtwoordbeveiliging instellen Via Windows en het programma BIOS Setup kunt u de notebook-pc beveiligen tegen onbevoegd gebruik door wachtwoordbeveiliging in te stellen. Voor een optimale beveiliging kunt u wachtwoorden instellen in zowel Windows als BIOS Setup. Als u de wachtwoordbeveiliging wilt annuleren, stelt u een leeg wachtwoord in. BIOS Setup 1. Klik op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten. 2. Wanneer het HP-logo verschijnt, drukt u op F2 om het configuratieprogramma voor het BIOS te activeren. 3. Typ of wijzig in het menu Security het beheerders- of gebruikerswachtwoord. Zie “Menu Security” op pagina 137. 4. Kies Save and Reboot in het menu Exit om uw wijzigingen op te slaan en BIOS Setup af te sluiten. Windows XP 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Gebruikersaccounts en selecteer uw account. 2. Klik op Een wachtwoord instellen en stel een wachtwoord in. 3. Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. 4. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de optie waarbij om een wachtwoord wordt gevraagd wanneer de notebook-pc de stand-bymodus verlaat.
38
Naslaggids
Basiswerking De notebook-pc beveiligen
De computer vergrendelen Om te voorkomen dat uw computer zonder uw toestemming wordt gebruikt of uit het dock wordt verwijderd terwijl hij aanstaat, moet u de computer vergrendelen voordat u weggaat bij de computer of een schermbeveiliging met een wachtwoord instellen in het onderdeel Beeldscherm van het Configuratiescherm. • Druk op de knop van HP Quick Lock (de vijf snelknoppen bevinden zich boven aan het toetsenbord). –of– Druk op CTRL+ALT+DEL en klik vervolgens op Computer vergrendelen. Deze optie is mogelijk niet beschikbaar in alle configuraties. Om de computer te ontgrendelen volgt u de gebruikelijke stappen voor inloggen.
Een beveiligingskabel aansluiten De notebook-pc is voorzien van een connector waarop u een kabel met een slot kunt aansluiten (zoals de Kensington MicroSaver-vergrendeling die verkrijgbaar is in veel computerwinkels). 1. Maak de kabel vast aan bijvoorbeeld een tafelpoot. 2. Maak een lus in de kabel zodat een schuifknoop ontstaat. Zorg ervoor dat de kabel niet uit zichzelf kan losglijden.
Naslaggids
39
Basiswerking De notebook-pc beveiligen
3. Steek de vergrendeling in de beveiligingsconnector aan de achterkant van de notebook-pc en haal de sleutel eruit. Bewaar de sleutel op een veilige plaats uit de buurt van de notebook-pc.
Opmerking
Als u de notebook-pc in dock plaatst bij een poortreplicator, kunt u de notebook-pc en de poortreplicator met de beveiligingsconnector op de poortreplicator vergrendelen. Raadpleeg de handleiding bij de poortreplicator voor meer informatie.
Bescherming tegen virussen Antivirussoftware kan uw gegevens helpen beschermen. Dit is vooral van belang als u het Internet gebruikt. Op uw notebook-pc is het programma Norton AntiVirus geïnstalleerd. Als deze software nog niet is geïnstalleerd, voert u de volgende stappen uit: 1. Klik op Start, Alle programma’s, Norton AntiVirus, Install Norton AntiVirus. 2. Volg de instructies die op het scherm verschijnen. Wanneer de software is geïnstalleerd, raadpleegt u de on line Help voor gedetailleerde informatie over het gebruik van het programma. 40
Naslaggids
Basiswerking Comfortabel werken met een notebook-pc
Comfortabel werken met een notebook-pc WAARSCHUWING
Een verkeerde houding bij het gebruik van toetsenborden en andere apparatuur kan tot lichamelijke klachten leiden. Raadpleeg onze website over ergonomie www.hp.com/ergo of “Comfortabel werken” in de on line HP-bibliotheek, voor meer informatie over hoe u het risico hierop kunt beperken. U kunt uw HP Notebook-pc bijna altijd en overal gebruiken. De volgende aanbevelingen kunnen u helpen om comfortabeler te werken.
Opmerking
Als u uw draagbare computer voor al uw werk of gedurende langere perioden gebruikt, moet u een gewoon toetsenbord en een gewone monitor en muis aansluiten. Zo is uw draagbare computer net zo verstelbaar en comfortabel als een bureaumodel. U kunt deze apparaten snel en gemakkelijk aansluiten op uw notebook-pc. Meer informatie over het inrichten van uw werkomgeving en het instellen van uw HP-apparatuur vindt u in Comfortabel werken dat in de HP-bibliotheek op de vaste schijf is opgeslagen en ook beschikbaar is op de cd-rom of dvd voor productherstel in \hp\Library en ook op www.hp.com/ergo. Uw mobiele werkomgeving • Gebruik een stoel die het onderste gedeelte van uw rug goed ondersteunt. Als u geen verstelbare stoel hebt, kunt u een kussen of een opgerolde handdoek gebruiken om het onderste gedeelte van uw rug te ondersteunen. • Probeer uw bovenbenen parallel aan de vloer te houden en uw voeten plat op de vloer te plaatsen. In een mobiele omgeving kunt u uw voeten op een telefoonboek of aktetas plaatsen. • Pas de hoogte van het werkoppervlak of de stoel aan om uw armen in een neutrale positie te houden. Ontspan uw armen, houd de ellebogen naast uw bovenlichaam, met de onderarmen en handen parallel aan de vloer. • Plaats het beeldscherm van de notebook-pc zodanig dat het zo min mogelijk glanst en reflecteert. In een vliegtuig trekt u bijvoorbeeld het rolgordijn omlaag of in een hotelkamer sluit u de gordijnen. U moet ook een comfortabele kijkafstand in acht nemen, ca. 40 tot 60 cm. Pas de hoek van het beeldscherm aan, zodat u uw hoofd licht voorover gebogen, in een comfortabele positie kunt houden.
Naslaggids
41
Basiswerking Comfortabel werken met een notebook-pc
De mobiele computer gebruiken • Plaats de computer zodanig dat u polsen en handen niet hoeft te buigen. Houd uw polsen daarbij zo recht mogelijk, zowel in horizontale als in verticale richting (maximaal tien graden naar boven of beneden). Als de notebook-pc geen ingebouwde polsondersteuning heeft, kunt u een opgerolde handdoek gebruiken. • Probeer zo licht mogelijk te typen. U hoeft weinig kracht te gebruiken om het toetsenbord van de notebook-pc te activeren. • Neem regelmatig korte pauzes. Dit is vooral belangrijk in een mobiele werkomgeving. • Draagbare computers wegen gemiddeld tussen de 1,4 en 3,7 kilo. Draag uw computer zodanig dat deze uw lichaam zo min mogelijk belast. Verplaats de tas met de notebookapparatuur regelmatig van uw linker- naar uw rechterhand en van uw linkernaar uw rechterschouder, en terug.
42
Naslaggids
Basiswerking Uw notebook-pc met zorg behandelen
Uw notebook-pc met zorg behandelen Gebruik de volgende aanbevelingen voor het dagelijkse gebruik van de notebook-pc en om mogelijke fysieke schade en verlies van gegevens te voorkomen.
Het vasteschijfstation beschermen Vasteschijfstations zijn, net als andere interne componenten, niet onverwoestbaar en kunnen schade oplopen door onjuist gebruik of onzorgvuldige behandeling. • Vermijd stoten of schokken. • Werk niet met de notebook-pc terwijl u over ongelijk terrein reist. • Schakel de notebook-pc uit of zet deze in stand-bymodus of slaapstand voordat u de pc vervoert. Zo zorgt u ervoor dat de vaste schijf is uitgeschakeld. Wanneer de pc een val van een paar centimeter maakt op een hard oppervlak terwijl de vaste schijf werkt, kunnen gegevens verloren gaan of kan de vaste schijf beschadigd raken. • Vervoer de notebook-pc in een beklede draagtas om de computer te beschermen tegen stoten en schokken. • Zet de notebook-pc voorzichtig neer.
De notebook-pc onderhouden • Zorg voor voldoende ventilatie rondom de notebook-pc. Plaats de notebook-pc altijd op een plat oppervlak, zodat de lucht er gemakkelijk omheen en onderdoor kan stromen. • Voordat u de notebook-pc in een draagtas of een andere gesloten ruimte plaatst, moet u de notebook-pc altijd afsluiten of in de slaapstand plaatsen. • Til de notebook-pc nooit op aan het scherm. • Houd rekening met de temperatuurlimieten en andere specificaties in “Hardwarespecificaties” op pagina 154. Gebruik de notebook-pc niet buitenshuis in de regen of sneeuw (onstuimig weer). Als de notebook-pc koud is, laat u de computer langzaam op temperatuur komen om condensatie te voorkomen. Naslaggids
43
Basiswerking Uw notebook-pc met zorg behandelen
Uw gegevens beschermen • Gebruik de touchpad niet en activeer geen andere apparatuur die de werking onderbreekt terwijl het systeem bezig is met opstarten of afsluiten. • Maak regelmatig een reservekopie van uw werk. Sla de reservekopieën op op een diskette, band, cd-rw-schijf of netwerkschijf. • Gebruik een programma voor het scannen op virussen (zoals het meegeleverde programma Norton AntiVirus) om de integriteit van uw bestanden en besturingssysteem te controleren. Omdat er regelmatig nieuwe virussen verschijnen, is het wenselijk de virusdefinities van het programma regelmatig bij te werken. U vindt updates op de volgende website: www.symantec.com. • Controleer de vaste schijf regelmatig op fouten via het tabblad Extra in het eigenschappenvenster van de schijf.
De levensduur van het beeldscherm verlengen • Stel de helderheid van het beeldscherm in op het laagste niveau waarbij u comfortabel kunt werken (Fn+F1). • Sluit een externe monitor aan en schakel het interne beeldscherm uit (Fn+F5) als u aan uw bureau werkt. • Stel de time-outs waarin de monitor wordt uitgeschakeld, in op het kortste acceptabele interval (zowel bij gebruik van de netstroomadapter als de batterij), als u niet werkt met een externe monitor. • Gebruik geen schermbeveiliging of andere software waarmee na een time-out de stand-bymodus van de notebook-pc niet kan worden geactiveerd. Als u wel een schermbeveiliging gebruikt, moet u de optie voor het uitschakelen van het beeldscherm na een time-out instellen. • Schakel de optie Stand-by niet uit. • Als u netstroom gebruikt en geen extern beeldscherm hebt aangesloten, schakelt u het beeldscherm uit of zet u de notebook-pc stand-by wanneer u deze niet gebruikt.
44
Naslaggids
Basiswerking Uw notebook-pc met zorg behandelen
De notebook-pc reinigen U kunt de notebook-pc reinigen met een zachte doek die is bevochtigd met schoon water of water met een mild schoonmaakmiddel. • Gebruik geen drijfnatte doek en voorkom dat er water in de pc terechtkomt. • Gebruik geen schuurmiddelen, zeker niet op het beeldscherm. Breng reinigingsmiddelen niet rechtstreeks op het beeldscherm aan. Breng het middel in plaats daarvan aan op een zachte doek en reinig daarmee voorzichtig het beeldscherm. • U kunt het toetsenbord reinigen met een stofzuiger om overtollig stof te verwijderen.
Naslaggids
45
Batterijen en Energiebeheer
Naslaggids
47
Batterijen en Energiebeheer Het energieverbruik beheren
Het energieverbruik beheren Wanneer u de batterij van de notebook-pc gebruikt, kunt u de werktijd van de batterij maximaliseren zonder de prestaties aan te tasten. De notebook-pc is energiezuinig en hoeft niet te worden uitgeschakeld om batterijstroom te besparen. • Wanneer de notebook-pc niet actief is, wordt de computer na bepaalde timeoutperioden automatisch in een energiebesparingsmodus geplaatst. U kunt deze timeouts aan uw werkgewoonten aanpassen. • U kunt de notebook-pc altijd in de energiebesparingsmodus zetten door op de desbetreffende toets te drukken. Zie “Het energieverbruik handmatig beheren” op pagina 51.
De voorziening voor automatisch energiebeheer van de notebook-pc Uw notebook-pc schakelt automatisch over op de slaapstand en stand-bymodus. Daarbij worden de vaste schijf en het beeldscherm uitgeschakeld volgens de instellingen die zijn opgegeven in het onderdeel Energiebeheer van het Configuratiescherm. Automatische actie
Wordt in het volgende geval ingeschakeld
Wordt in het volgende geval uitgeschakeld
Vaste schijf uitschakelen De vaste schijf wordt uitgeschakeld. Dit vindt meestal plaats vlak nadat het beeldscherm wordt uitgeschakeld.
Er is geen schijfactiviteit gedurende het opgegeven interval.
U gaat de notebook-pc gebruiken: de vaste schijf wordt ingeschakeld wanneer dat nodig is.
Beeldscherm uitschakelen Het beeldscherm wordt uitgeschakeld om de batterij te sparen en de levensduur van het beeldscherm te verlengen.
Er zijn geen activiteiten van het toetsenbord of van een aanwijsmechanisme en er is geen andere invoeractiviteit gedurende het opgegeven interval.
Druk op een toets of beweeg een aanwijsmechanisme om het beeldscherm weer in te schakelen.
Stand-by activeren De huidige sessie wordt in het RAMgeheugen opgeslagen en het beeldscherm en andere onderdelen worden uitgeschakeld om de batterij te sparen.
Er worden geen aanwijsapparaten gebruikt, er wordt geen schijf benaderd en er is geen poort actief gedurende het opgegeven interval.
Druk op de aan/uit-knop om de sessie te hervatten.
48
Naslaggids
Batterijen en Energiebeheer Het energieverbruik beheren
Automatische actie
Wordt in het volgende geval ingeschakeld
Wordt in het volgende geval uitgeschakeld
Slaapstand activeren De huidige sessie wordt op de vaste schijf opgeslagen en de notebook-pc wordt uitgeschakeld.
De notebook-pc blijft in standbymodus gedurende het opgegeven interval.
Druk op de aan/uit-knop om de sessie te hervatten.
CPU-snelheid verlagen (alleen Pentiummodellen) De computer schakelt over naar de lage CPU-snelheid voor efficiënter energieverbruik. Zie hieronder.
De netstroomadapter is niet aangesloten.
Sluit de netstroomadapter aan.
WAARSCHUWING
Maak er een gewoonte van uw werk op te slaan voordat de notebook-pc in de stand-bymodus gaat. Als de stroom wordt uitgeschakeld terwijl de computer standby staat, gaan alle gegevens verloren die niet zijn opgeslagen. De notebook-pc kan ook in stand-bymodus of slaapstand gaan of uitgeschakeld worden als de batterij bijna leeg is. (Zie “Hoe te handelen wanneer de batterij leeg raakt” op pagina 53 .) Als dit gebeurt, zult u, als u weer gaat werken, merken dat alle gegevens zijn opgeslagen, maar dat sommige functies mogelijk zijn uitgeschakeld. Als u weer aan het werk wilt gaan, herstelt u de stroomtoevoer door een netstroomadapter aan te sluiten of een opgeladen batterij te plaatsen. Daarna schakelt u de notebook-pc uit en start u deze opnieuw op. Eigenschappen voor het energiebeheer instellen: U kunt instellen hoe lang de notebook-pc inactief moet zijn, voordat automatisch onderdelen worden uitgeschakeld of een energiebesparingsmodus wordt geactiveerd. U kunt deze instellingen ook als een energieschema opslaan. Daarnaast kunt u opgeven wat er moet gebeuren als de batterij bijna leeg is of als u op de aan/uit-knop drukt of de klep sluit.
Naslaggids
49
Batterijen en Energiebeheer Het energieverbruik beheren
1. Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. 2. Voer de gewenste instellingen in op het tabblad Energiebeheerschema’s. Wanneer u een bepaalde time-out niet wilt gebruiken, stelt u de waarde in op Nooit. Als u de instellingen als een energieschema wilt opslaan, klikt u op Opslaan als en voert u een naam in voor het schema. 3. Klik op het tabblad Waarschuwingen en geef de acties op die moeten worden ondernomen als de batterij bijna leeg is. 4. Klik op het tabblad Geavanceerd en geef de acties op die moeten worden ondernomen als u de klep sluit of op de aan/uit-knop drukt. Zie Help en ondersteuning van Windows voor meer informatie. WAARSCHUWING
Schakel de ondersteuning voor de slaapstand niet uit bij de instellingen voor energiebeheer. Als u dit wel doet, raakt u niet-opgeslagen gegevens kwijt als de batterij van de computer volledig leeg is. Energiebeheer CPU Als uw notebook-pc een processor met meerdere snelheden bevat die is gebaseerd op Intel SpeedStep Technology, kan de processor automatisch overschakelen op de juiste processorsnelheid afhankelijk van de belasting en energiebron: lagere snelheden voor maximale energiebesparing en hogere snelheden voor betere prestaties. U kunt SpeedStep aanpassen aan uw werkomgeving: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Selecteer een energieschema op het tabblad Energiebeheerschema’s. Dit schema zorgt voor een automatische besturing van de processorsnelheden: • Bij het schema Max Battery worden de laagste processorsnelheden gebruikt wanneer de computer werkt op de batterij, maar gemiddelde en hoge processorsnelheden wanneer de computer werkt op netstroom. • Bij de optie Portable/Laptop worden gemiddelde en hoge processorsnelheden gebruikt, ongeacht of de computer werkt op de batterij of op netstroom. • Bij de optie Presentation worden de laagste processorsnelheden gebruikt, ongeacht of de computer werkt op de batterij of op netstroom.
50
Naslaggids
Batterijen en Energiebeheer Het energieverbruik beheren
Het energieverbruik handmatig beheren Naast de mogelijkheid om de notebook-pc automatisch in een energiebesparingsmodus te plaatsen, kunt u de notebook-pc ook in een van de volgende drie modi plaatsen wanneer dat nodig is. Energiemodus
Resultaat
Wanneer toepassen?
Deze modus activeren
Stand-by
De huidige sessie wordt in het RAM-geheugen opgeslagen en het beeldscherm en andere onderdelen worden uitgeschakeld.
U verlaat de notebook-pc voor maximaal een paar uur.
Klik op Start, Computer uitschakelen, Stand-by –of– druk op de aan/uit-knop
Slaapstand
De huidige sessie wordt op schijf opgeslagen en de computer wordt afgesloten. Levert maximale energiebesparing terwijl de huidige sessie kan worden hersteld.
U verlaat de notebook-pc voor minimaal een dag, maar wilt verdergaan met uw sessie.
Klik op Start, Computer uitschakelen en druk vervolgens op Slaapstand terwijl u de Shifttoets ingedrukt houdt.
Uit
De notebook-pc wordt uitgeschakeld, zodat de energiebesparing maximaal is. De huidige sessie wordt niet opgeslagen en nietopgeslagen gegevens gaan verloren.
U bent klaar met uw werk.
Klik op Start, Computer uitschakelen, Uitschakelen. – of – druk de aan/uit-knop gedurende vier seconden in. (Doe dit alleen als bovengenoemde procedure niet werkt.)
U kunt het beeldscherm ook uitschakelen door de klep te sluiten. Daarnaast kunt u de notebook-pc zo configureren dat deze in stand-bymodus of slaapstand gaat of wordt uitgeschakeld als u de klep sluit of op de aan/uit-knop drukt. Zie “Het energieverbruik handmatig beheren” op pagina 51.
Naslaggids
51
Batterijen en Energiebeheer De batterij gebruiken
De batterij gebruiken De status van de batterij controleren Via de statusindicator voor de batterijspanning De indicator voor de batterijspanning aan de voorzijde van de notebook-pc geeft aan of de hoofdbatterij van de notebook-pc wordt opgeladen of volledig geladen is. Zie “Statuslampjes” op pagina 18. Via de taakbalk van Windows De taakbalk van Windows bevat een pictogram dat gedetailleerde informatie over de batterijstatus geeft. Als de pc niet is aangesloten op het lichtnet, ziet het pictogram eruit als een batterij. Als het pictogram niet wordt weergegeven, klikt u op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Selecteer op het tabblad Geavanceerd de optie waarmee het pictogram wordt weergegeven op de taakbalk. • Plaats de aanwijzer op het energiepictogram om de resterende batterijlading weer te geven. Deze waarde wordt weergegeven als het resterende percentage van de lading of als de resterende tijd. • Dubbelklik op het pictogram om het informatievenster weer te geven. • Klik op het energiepictogram om een menu weer te geven met beschikbare energieschema’s. • Klik met de rechtermuisknop op het energiepictogram om de opties voor weergave van energiegegevens te bekijken. Via het Configuratiescherm van Windows • Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer en klik vervolgens op het tabblad met batterij-informatie voor de batterijstatus. Op de tabbladen Waarschuwingen en Geavanceerd vindt u aanvullende energieinformatieopties. Vanuit het statusvenster • Druk meerdere keren op de knop van het statusvenster om het percentage resterende lading voor de batterij weer te geven. 52
Naslaggids
Batterijen en Energiebeheer De batterij gebruiken
Hoe te handelen wanneer de batterij leeg raakt U wordt automatisch gewaarschuwd wanneer het energieniveau van de batterij te laag wordt. Als u niet op tijd reageert, wordt de notebook-pc in de slaapstand geplaatst. Als de notebook-pc op deze manier overschakelt naar de slaapstand, kunt u pas opnieuw opstarten als u met een van de volgende acties de energievoorziening hebt hersteld: • Vervang de batterij door een opgeladen batterij. Zie “Stap 1: De batterij plaatsen” op pagina 21. • Sluit de netstroomadapter aan. Opmerking
Wanneer u de netstroomadapter aansluit, kunt u verdergaan met uw werk terwijl de batterij wordt opgeladen.
De batterij opnieuw opladen WAARSCHUWING
De netstroomadapter voelt warm aan wanneer deze op het lichtnet is aangesloten. De notebook-pc produceert warmte wanneer de batterij wordt opgeladen. Laad de batterij niet op terwijl de notebook-pc in een tas of iets dergelijks zit, omdat de batterij anders oververhit kan raken. • Als u de hoofdbatterij wilt opladen, sluit u de netstroomadapter aan op de notebook-pc. Als u de batterij altijd volledig oplaadt zodra de lading onder de vijftig procent zakt, werkt de batterij het langst. Het opladen kan drie uur duren. U kunt doorgaan met werken terwijl de batterij wordt opgeladen. Een volledig opgeladen batterij kan ongeveer 3,5 uur worden gebruikt, afhankelijk van het type notebook-pc, de instellingen voor energiebeheer en de manier waarop u de notebook-pc gebruikt.
De batterij vervangen Zie “Stap 1: De batterij plaatsen” op pagina 21 voor instructies voor het vervangen van de batterij.
Naslaggids
53
Batterijen en Energiebeheer De batterij gebruiken
Optimaal gebruikmaken van de batterijen Aan de hand van de volgende tips kunt u zo lang mogelijk met de batterij werken. • Sluit de netstroomadapter aan, vooral wanneer u een cd-station, dvd-station of een ander station gebruikt of een externe verbindingen, zoals een pc-kaart of een modem. • Stel de helderheid van het beeldscherm in op het laagste niveau waarbij u comfortabel kunt werken (Fn+F1). • Plaats de notebook-pc in stand-bymodus wanneer u de computer korte tijd niet gebruikt. • Plaats de notebook-pc in slaapstand als u de pc een aantal uren niet zult gebruiken en u de huidige werksessie wilt behouden. • Stel de automatische time-outinstellingen in om zo veel mogelijk energie te besparen. Als de notebook-pc een processor met twee snelheden heeft, gebruikt u de lage snelheid wanneer u de batterij als energievoorziening gebruikt (de standaardinstellingen sparen de batterij). Zie “De voorziening voor automatisch energiebeheer van de notebook-pc” op pagina 48. • Als uw notebook-pc een knop heeft waarmee u de draadloze communicatie kunt inen uitschakelen, wordt aanbevolen de draadloze communicatie uit te schakelen wanneer u er geen gebruik van maakt. Druk op de aan/-uitknop voor draadloze communicatie totdat het lampje uitgaat. • Wanneer u een I/O-pc-kaart hebt, dat wil zeggen een pc-kaart met een externe aansluiting zoals een netwerkkaart, kunt u deze het beste verwijderen als u de kaart niet gebruikt. Sommige I/O-kaarten verbruiken veel energie, zelfs als ze niet worden gebruikt. • Wanneer u werkt met een toepassing die gebruikmaakt van een I/O-pc-kaart, dient u de toepassing af te sluiten als u klaar bent. • Installeer een andere batterij. Zie “Stap 1: De batterij plaatsen” op pagina 21. Volg daarnaast de volgende instructies om de werktijd van de batterij te maximaliseren. • Laat batterijen niet gedurende langere tijd ongebruikt. Als u meer dan één batterij hebt, wissel de batterijen dan af. • Als u altijd een netstroomadapter gebruikt, moet u zich aanwennen toch minimaal eenmaal per week de batterij als energiebron te gebruiken. • Verwijder de netstroomadapter wanneer u de notebook-pc niet gebruikt. 54
Naslaggids
Batterijen en Energiebeheer De batterij gebruiken
• Laad de batterij regelmatig op om de levensduur te verlengen. • Wanneer u de batterij voor langere tijd opslaat, moet deze voor 20-50% zijn geladen om capaciteitsverlies door zelf-ontlading en aantasting van de kwaliteit te voorkomen. Als u een volledig opgeladen batterij opslaat, kan de zelf-ontlading groter zijn en de oplaadbaarheid verminderen, zelfs na het opnieuw opladen, in vergelijking met een opgeslagen batterij die 20-50% is opgeladen. • Door deze kalibratieprocedure een keer in de zoveel maanden uit te voeren zorgt u ervoor dat de maximale batterijcapaciteit behouden blijft en dat de batterijmeter nauwkeurig blijft functioneren: 1. Sluit de netstroomadapter aan. 2. Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP Battery Optimizer. 3. Volg de weergegeven instructies om de batterij testen en te trainen. Het proces kan per batterij 8 uur duren. U kunt de computer gebruiken tijdens het proces. Als u het proces onderbreekt of de netstroomadapter uit het stopcontact haalt, is het mogelijk dat de batterij nog nauwelijks is opgeladen, zodat u opnieuw moet beginnen. Opmerking
Oplaadbare batterijen verslijten in de loop van de tijd. Door batterijen voor te laden en te kalibreren kunt u ervoor zorgen dat deze optimaal presteren en hun maximale levensduur bereiken. De levensduur van de batterijen wordt ook bepaald door het model notebook-pc dat u hebt.
De processorsnelheid optimaliseren Als uw notebook-pc een processor met meerdere snelheden bevat die is gebaseerd op Intel SpeedStep Technology, kan de processor automatisch overschakelen op de juiste processorsnelheid afhankelijk van de belasting: lagere snelheden voor maximale energiebesparing en hogere snelheden voor betere prestaties. Zie “De voorziening voor automatisch energiebeheer van de notebook-pc” op pagina 48.
Naslaggids
55
Modem- en netwerkverbindingen
Naslaggids
57
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
De modem gebruiken U kunt de ingebouwde modem van de notebook-pc of een pc-kaart of externe modem verbinden met een telefoonlijn en communiceren met andere notebook-pc’s. U kunt surfen op het Internet, e-mail verzenden en ontvangen en uw pc gebruiken voor het verzenden en ontvangen van faxen. De notebook-pc bevat diverse softwareprogramma’s die gebruikmaken van de modem: • Met Internet Explorer kunt u surfen op het World Wide Web. • Met Outlook Express kunt u e-mailberichten verzenden en ontvangen. • Windows XP Faxservices voor het verzenden en ontvangen van faxberichten. Door middel van de 56 kbps modem in uw notebook-pc kunt u verbinding maken met elke Internet Service Provider (ISP) die met V.90 samenwerkende modems heeft. Informeer bij uw ISP voor een lijst met telefoonnummers die V.90 ondersteunen. De maximumsnelheid voor faxen bedraagt 14,4 kbps. Hoewel de modem gegevens kan downloaden met een snelheid van 56 kbps, kan het zijn dat uw ISP of modemnetwerk niet met deze snelheid werkt of deze technologie niet ondersteunt. Uw ISP kan u hier meer over vertellen. Bovendien is de transmissiesnelheid afhankelijk van de conditie waarin de telefoonlijn verkeert. Opmerking
Controleer voordat u de modem gebruikt de land- of regio-instellingen voor de modem: klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties, Bewerken.
De modem aansluiten WAARSCHUWING
Om brandgevaar te voorkomen, raden wij u aan alleen een telefoondraad van het type 26 AWG of dikker te gebruiken voor de verbinding tussen de modem en de telefoonaansluiting. 1. Controleer of u over een analoge telefoonlijn beschikt (dit wordt ook wel een datalijn genoemd). Gebruik geen digitale lijn. 2. Sluit de telefoonkabel aan op de ingebouwde modem.
58
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
3. Sluit het andere uiteinde van de telefoonkabel aan op een telefoonaansluiting. Als de stekker van de telefoonkabel niet in de aansluiting past, moet u een adapter gebruiken. 4. Controleer de landinstellingen van de modem: klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties, Bewerken. WAARSCHUWING
Het is mogelijk dat uw ingebouwde modem niet werkt in combinatie met meerdere telefoonlijnen of een telefooncentrale (PBX), niet kan worden verbonden met een munttelefoon en niet werkt met gemeenschappelijke telefoonlijnen. Het voltage van sommige van deze lijnen kan te groot zijn, waardoor de interne modem defect kan raken. Controleer daarom wat voor telefoonlijn u gebruikt voordat u de verbinding tot stand brengt. Speciale beperkingen in bepaalde landen • In bepaalde landen kan de pulskiesfunctie zijn uitgeschakeld, omdat Loop Disconnect daar niet wordt ondersteund. Als pulskiezen is uitgeschakeld, moet u alleen toonkiesverbindingen gebruiken. • In veel landen wordt een computer tijdelijk buitenspel gezet als een modem er herhaaldelijk niet in slaagt verbinding met een serviceprovider te maken. Het aantal toegestane pogingen en de tijd tussen twee pogingen verschilt per land of regio: neem zo nodig contact op met uw telefoonmaatschappij voor meer informatie. Als u bijvoorbeeld vanuit Italië belt en geen verbinding kunt maken met uw server of de verbinding verbreekt, moet u één minuut wachten voordat u het nummer opnieuw kunt kiezen. Als u eerder belt, wordt er een foutbericht weergegeven waarin wordt gesproken van een ‘vertraging’. Na de vierde mislukte poging moet u een uur wachten voordat u het nummer opnieuw kunt kiezen. Als u belt voordat het uur voorbij is, wordt er een foutbericht weergegeven waarin wordt gesproken van een ‘zwarte lijst’. • Als u een modem gebruikt in Zuid-Afrika, kan een externe spanningsbeveiliging nodig zijn om te voorkomen dat de notebook-pc wordt beschadigd door bliksem of andere elektrische spanningspieken. Sluit een goedgekeurde spanningsbeveiliging op de modem aan als u de modem gebruikt. Naslaggids
59
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
Verbinding maken met het Internet Aanmelding bij een Internet-aanbieder Voordat u verbinding kunt maken met het Internet, moet u een account aanvragen bij een Internet-aanbieder (ISP). In sommige landen kunt u via Hewlett-Packard een Internetaccount aanvragen, zodat u gemakkelijk verbinding kunt maken met een ISP. 1. Sluit de modem aan (zie het vorige onderwerp). 2. Dubbelklik op het bureaubladpictogram “Easy Internet Signup” (indien beschikbaar). Hiermee start u de wizard Nieuwe verbinding waarmee u een ISP in uw omgeving kunt zoeken, een bestaande Internet-account kunt overbrengen naar deze notebook-pc of handmatig een Internet-verbinding kunt instellen. –of– Klik op Start, Alle programma’s, Easy Internet Signup, en selecteer een van de ISP’s in de lijst (indien beschikbaar). Vervolgens kunt u zich registreren bij de aanbieder van uw keuze. Een verbinding tot stand brengen met het Internet 1. Klik op Start, Internet (Internet Explorer). Bij de eerste verbinding wordt om informatie over de verbinding gevraagd. 2. Klik op de knop Verbinden in het venster Netwerkverbindingen. U kunt instellen dat er een pictogram op de taakbalk (twee verbonden pc’s) moet worden weergegeven wanneer u verbinding hebt met het Internet: klik op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen, Netwerkverbindingen. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de verbinding, kies Eigenschappen en schakel de optie voor het weergeven van het pictogram in.
De verbinding met het Internet verbreken De verbinding met het Internet blijft bestaan totdat u de notebook-pc uitschakelt, de aansluiting tussen de telefoonlijn en de notebook-pc ontkoppelt of de opdracht geeft de verbinding te verbreken. • Dubbelklik op het verbindingspictogram op de taakbalk en klik daarna op Verbinding verbreken. (In “Verbinding maken met het Internet” op pagina 60 wordt uitgelegd hoe u de weergave van dit pictogram kunt inschakelen.) –of– 60
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
Klik op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en Netwerkverbindingen. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de verbinding en selecteer de optie voor het verbreken van de verbinding. Opmerking
Wanneer u een inbelverbinding gebruikt voor toegang tot het Internet, wordt de modemverbinding misschien niet verbroken bij het afsluiten van Internet Explorer of andere Internet-toepassingen. Informeer om ongewenste telefoonkosten te voorkomen bij uw Internet-aanbieder hoe u de Internet-toegang zodanig kunt configureren dat de modemverbinding na gebruik automatisch wordt verbroken.
Inbellen op een netwerk Met de modem kunt u inbellen op een LAN (Local Area Network), als dat inbelverbindingen ondersteunt. Zo krijgt u toegang tot netwerkgegevens op een externe locatie. • Zie de Help van Windows voor informatie over het instellen en gebruiken van inbelnetwerkverbindingen. (Klik op Start, Help en ondersteuning.)
De modeminstellingen wijzigen De modem is al ingesteld voor compatibiliteit met telefoonsystemen en modems in de meeste gebieden. In sommige situaties moet u de modeminstellingen echter aanpassen aan de lokale omstandigheden. Als u vragen hebt over de lokale vereisten, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij. • Configuratiescherm. Klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties om de modeminstellingen te wijzigen. Klik op Eigenschappen op het tabblad Modems om de verbindingssnelheid in te stellen of klik op Bewerken op het tabblad Kiesregels om kiesopties in te stellen. • Communicatiesoftware. Veel communicatieprogramma’s bevatten opties waarmee u de modeminstellingen kunt wijzigen. Raadpleeg de Help van de software. • AT-opdrachten. U kunt diverse functies van de modem instellen met AT-opdrachten. AT-opdrachten zijn speciale tekenreeksen die naar de modem worden verzonden voor het instellen van bepaalde voorwaarden. Deze tekenreeksen beginnen gewoonlijk met “AT”. Zie “Naslaggegevens voor modems” op pagina 157 voor een lijst van ATopdrachten voor de ingebouwde modem.
Naslaggids
61
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
Als u een AT-opdracht wilt verzenden, opent u het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm. Klik op Eigenschappen op het tabblad Modems. Op het tabblad Geavanceerd kunt u AT-opdrachten typen voor extra instellingen.
E-mail verzenden en ontvangen Als u e-mail wilt verzenden of ontvangen, hebt u een e-mailaccount nodig bij een Internet Service Provider of bij het communicatiesysteem van uw bedrijf. U kunt gebruikmaken van Outlook Express (dat wordt meegeleverd bij uw notebook-pc) of een ander e-mailprogramma. Dit onderwerp bevat instructies voor het gebruik van Outlook Express. Outlook Express starten 1. Klik op Start, E-mail (Outlook Express). 2. Wanneer u niet bent verbonden met het Internet, verschijnt het venster Netwerkverbindingen. Kies Verbinden om verbinding te maken met het Internet. E-mail verzenden 1. Klik in Outlook Express op de werkbalk op Nieuw bericht. 2. Geef het gewenste bericht op in het venster Nieuw bericht. 3. Klik op Verzenden als u het bericht wilt verzenden. E-mail ontvangen 1. Klik in Outlook Express op de werkbalk op Verzenden/ontvangen zodat Outlook nieuwe berichten kan ophalen. 2. Klik op de map Postvak IN om de lijst met berichten te bekijken. Ongelezen berichten worden vet weergegeven. 3. Klik eenmaal op het bericht om het te bekijken. (Of dubbelklik om het bericht in een afzonderlijk venster te bekijken.)
62
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
Faxen verzenden en ontvangen Voor het verzenden en ontvangen van faxen is een telefoonverbinding nodig. U hebt geen Internet-verbinding nodig. Met behulp van de modem en het faxprogramma dat deel uitmaakt van Windows XP (inclusief de faxconsole) kunt u faxen verzenden en ontvangen met uw notebook-pc. Faxservices installeren U moet Faxservices installeren voordat u het kunt gebruiken. 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Software. 2. Klik op Windows-onderdelen toevoegen of verwijderen, selecteer Fax Services en volg de instructies op het scherm. Het kan zijn dat u de Windows-cd nodig hebt om de installatie te kunnen voltooien. De toepassing Faxconsole starten • Klik op Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires, Communicatie, Fax, Faxconsole. De eerste keer dat u Faxconsole start, verschijnt de wizard Faxconfiguratie die u begeleidt bij de instelling van de opties en de aanpassing van het programma aan uw persoonlijke wensen. Volg de instructies op het scherm. Wanneer u niet zeker weet welke instelling u moet kiezen, kunt u het beste de standaardinstelling accepteren. Faxberichten verzenden • Klik op Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires, Communicatie, Fax, Een fax verzenden en volg de instructies die op het scherm verschijnen. Als u een document als een fax wilt verzenden, opent u het document in het venster van de desbetreffende toepassing en opent u daarna het dialoogvenster Afdrukken. Wijzig de geselecteerde printer in Fax en druk het document af. Faxberichten ontvangen Faxen worden automatisch ontvangen wanneer Faxconsole is gestart in een geopend of geminimaliseerd venster. Nieuwe faxen worden aangegeven in het statusvak in het venster Faxconsole. Voer de volgende stappen uit als u een fax handmatig wilt ontvangen. • Wanneer een faxoproep binnenkomt, klikt u op Nu ontvangen op de menubalk van Faxconsole. Naslaggids
63
Modem- en netwerkverbindingen De modem gebruiken
Faxberichten bekijken en afdrukken 1. Klik in de Faxconsole-structuur op Postvak IN en dubbelklik vervolgens op de fax die u wilt bekijken. 2. Klik op het printerpictogram als u de fax wilt afdrukken.
64
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen Verbinding maken met een LAN
Verbinding maken met een LAN Wanneer u verbinding maakt met een LAN (Local Area Network) krijgt u toegang tot netwerkvoorzieningen zoals printers en bestandsservers in het bedrijfsnetwerk en mogelijk op het Internet.
Zo maakt u verbinding met een LAN 1. Controleer of in het bestaande LAN verbindingen via Ethernet 10Base-T (10 Mbps) of 100Base-TX (100 Mbps) worden ondersteund. 2. Sluit de LAN-kabel (niet meegeleverd) aan op de ingebouwde LAN-poort van de notebook-pc. De kabel moet een RJ-45-connector hebben.
3. In Windows XP wordt een LAN-verbinding automatisch herkend en ingesteld. U kunt de instellingen bewerken door Netwerkverbindingen te openen in het Configuratiescherm. Zie de Help van Windows voor informatie over het instellen en gebruiken van LANverbindingen. (Klik op Start, Help en ondersteuning.) Neem contact op met de netwerkbeheerder voor informatie over het netwerk. Twee lampjes naast de LAN-poort geven de status van de verbinding aan: de groene indicator geeft aan dat er een verbinding met het netwerk is gemaakt en de gele indicator geeft aan dat het netwerk actief is. Naslaggids
65
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen (bepaalde modellen)
Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen (bepaalde modellen) Als uw computer een aan/uit-knop voor draadloze communicatie heeft (IEEE 802.11), kunt u via de radio verbinding maken met een draadloos LAN (Local Area Network) en toegang krijgen tot computers en andere bronnen op het netwerk. Een draadloos netwerk biedt alle functies die een “gewoon” bekabeld netwerk biedt, maar biedt daarnaast ook mogelijkheden om te “zwerven”. Doordat uw notebook-pc niet via kabels, maar via radiogolven met het netwerk is verbonden, kunt u uw pc binnen het netwerk verplaatsen (bijvoorbeeld van uw kantoor naar de vergaderruimte) en toch voortdurend met het netwerk verbonden blijven.
De notebook-pc gereedmaken voor draadloze LANverbindingen Voordat u verbinding kunt maken met een bepaald draadloos netwerk, moet u uw computer configureren voor de draadloze verbinding in kwestie. Verbinding maken met een bestaand draadloos netwerk U kunt verbinding maken met een toegangspunt dat toegang verschaft tot een LAN (Local Area Network) of u kunt rechtstreeks verbinding maken met andere computers in een ad hoc netwerk. 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor de draadloze netwerkverbinding. Kies Beschikbare draadloze netwerken weergeven in het snelmenu. 2. Er verschijnt een lijst met beschikbare netwerken. Kies het gewenste netwerk, voer de coderingssleutel in (indien nodig) en klik op Verbinden. Als het netwerk dat u wilt gebruiken niet voorkomt in de lijst, klikt u op Geavanceerd, Configureren en voert u de benodigde netwerkparameters in. Als het netwerk geen gebruikmaakt van het 802.1-verificatieprotocol, schakelt u de optie voor de automatische sleutel uit. 3. Pas de netwerkinstellingen op het tabblad Algemeen aan aan de vereisten van het lokale netwerk dat u gebruikt. Neem eventueel contact op met de netwerkbeheerder. U kunt desgewenst een pictogram op de taakbalk laten weergeven wanneer u verbonden bent met een netwerk. 66
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen (bepaalde modellen)
4. Klik op OK om de configuratie op te slaan. Dit netwerk wordt toegevoegd aan uw lijst van voorkeursnetwerken. De notebook-pc wordt automatisch verbonden met het eerste voorkeursnetwerk dat binnen bereik is als draadloze communicatie ingeschakeld is. Zie “Draadloze LANcommunicatie in- en uitschakelen”, verderop. Een nieuw computer-tot-computer netwerk maken (ad hoc) U kunt een nieuw netwerk opzetten dat beschikbaar is voor andere lokale computers. 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding en klik vervolgens op Eigenschappen. 2. Klik op het tabblad Draadloze netwerken op Toevoegen om een nieuw netwerk te maken. 3. Typ een unieke naam voor het nieuwe netwerk. 4. Als u gebruik wilt maken van gecodeerde communicatie, schakelt u het selectievakje Gegevenscodering in en definieert u de coderingssleutel als volgt: • Sleutel: ASCII-wachtwoord of hexadecimale sleutelreeks • Sleutelindeling: ASCII voor wachtwoord of hexadecimaal voor sleutelreeks • Sleutellengte: kleiner getal voor 64-bits codering, groter getal voor 128-bits codering 5. Geef aan dat dit een netwerkverbinding tussen lokale computers is (ad hoc) door de desbetreffende optie te selecteren. 6. Klik op OK om de configuratie op te slaan. Dit netwerk wordt toegevoegd aan uw lijst met voorkeursnetwerken en wordt toegankelijk voor andere computers. 7. Als u zich binnen het bereik van een infrastructuurnetwerk bevindt dat hoger staat op de lijst met voorkeursnetwerken, klikt u op Geavanceerd en kiest u Alleen computertot-computer netwerken (tijdelijke netwerken).
Naslaggids
67
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen (bepaalde modellen)
Draadloze LAN-communicatie in- en uitschakelen Belangrijk
Het gebruik van draadloze communicatiemiddelen kan in bepaalde situaties of onder bepaalde omstandigheden aan regels zijn gebonden, zoals bijvoorbeeld in een vliegtuig. Als u niet zeker weet of het gebruik is toegestaan, raden wij u aan toestemming te vragen voordat u draadloze communicatie inschakelt. In Italië en Singapore en mogelijk ook in andere landen kunt u de draadloze functie pas gebruiken wanneer u hiervoor bij de verantwoordelijke instelling een licentie hebt aangeschaft. Communicatie inschakelen en verbinding maken 1. Schakel de notebook-pc in, als deze niet was ingeschakeld. 2. Als de functie voor draadloze communicatie actief is, brandt het statuslampje. Als het statuslampje niet brandt, gaat u als volgt te werk: Druk op de aan/uit-knop voor draadloze communicatie aan de linkerkant van de notebook-pc. –of– Klik op Start, Verbinden met, Draadloze netwerkverbinding –of– Klik op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en dubbelklik vervolgens op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding.
Als u zich binnen het bereik van het draadloze netwerk bevindt, wordt er automatisch een verbinding tot stand gebracht. U kunt de status van de draadloze verbinding controleren door Netwerkverbindingen in het Configuratiescherm te openen en te dubbelklikken op de verbinding.
68
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze netwerkverbindingen tot stand brengen (bepaalde modellen)
Communicatie uitschakelen en de verbinding verbreken 1. Belangrijk: sluit alle bestanden die zich op andere computers in het netwerk bevinden. 2. Als u de draadloze verbinding wilt verbreken zonder uw notebook-pc uit te zetten, gaat u als volgt te werk: Druk op de knop waarmee u draadloze communicatie kunt in- en uitschakelen. –of– Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de draadloze netwerkverbinding op de taakbalk en kies Uitschakelen. Als u de notebook-pc uitschakelt of in stand-bymodus of slaapstand plaatst, wordt de draadloze functie ook uitgeschakeld.
Naslaggids
69
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze verbindingen maken met Bluetooth (bepaalde modellen)
Draadloze verbindingen maken met Bluetooth (bepaalde modellen) Als uw notebook-pc ondersteuning biedt voor draadloze verbindingen via Bluetooth, kunt u met behulp van radiogolven korteafstandsverbindingen maken met een WPAN (Wireless Personal Area Network), en verbinding maken met andere Bluetoothapparaten, zoals andere computers, mobiele telefoons en printers. De Bluetooth-functie biedt alle functies die een “gewoon” bekabeld netwerk biedt, maar biedt daarnaast ook mogelijkheden om te “zwerven”. Doordat uw notebook-pc niet via kabels, maar via radiogolven met het netwerk is verbonden, kunt u uw pc binnen het netwerk verplaatsen (bijvoorbeeld van uw kantoor naar de vergaderruimte) en toch voortdurend met het netwerk verbonden blijven. Ga naar het menu Start, klik achtereenvolgens op Alle programma’s, 3Com Mobile en open het leesmij-bestand voor instructies over het installeren van de Bluetooth-software.
Bluetooth-communicatie in- en uitschakelen Belangrijk
Het gebruik van draadloze communicatiemiddelen kan in bepaalde situaties of onder bepaalde omstandigheden aan regels zijn gebonden, zoals bijvoorbeeld in een vliegtuig. Als u niet zeker weet of het gebruik is toegestaan, raden wij u aan toestemming te vragen voordat u draadloze communicatie inschakelt. In Italië en Singapore en mogelijk ook in andere landen kunt u de draadloze functie pas gebruiken wanneer u hiervoor bij de verantwoordelijke instelling een licentie hebt aangeschaft. Communicatie inschakelen en verbinding maken 1. Schakel de notebook-pc in, als deze niet was ingeschakeld. 2. Als de functie voor draadloze communicatie actief is, brandt het statuslampje. Als het statuslampje niet brandt, drukt u op de knop voor het in- en uitschakelen van de draadloze communicate aan de linkerkant van de notebook-pc.
70
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze verbindingen maken met Bluetooth (bepaalde modellen)
Communicatie uitschakelen en de verbinding verbreken Als u de communicatie uitschakelt, worden alle actieve verbindingen verbroken. 1. Belangrijk: sluit alle bestanden die zich op andere computers in het netwerk bevinden. 2. Als u de draadloze communicatie wilt uitschakelen zonder de notebook-pc uit te schakelen, drukt u op de knop voor in- en uitschakelen van de draadloze communicatie. Als u de notebook-pc uitschakelt of in slaapstand plaatst, wordt de Bluetooth-functie ook uitgeschakeld.
De computer gereedmaken voor Bluetooth-verbindingen Voordat u met uw notebook-pc andere Bluetooth-apparaten gaat benaderen, moet u uw pc als volgt configureren: 1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Bluetooth Connection Manager en kies Options. 2. Geef op het tabblad General een unieke naam op voor uw notebook-pc. Deze naam wordt gebruikt om uw computer aan te duiden voor andere Bluetooth-gebruikers. Stel Notebook in als computertype. 3. Klik indien nodig op de tab Security en selecteer een beveiligingsmodus en geef een wachtwoord op. 4. Klik op de tab Send File. Geef op waar u bestanden wilt opslaan die u ontvangt van andere Bluetooth-apparaten en geef een elektronisch visitekaartje op (een zogenaamde vCard) of maak er een. 5. Klik op OK om de configuratie op te slaan. Gedetailleerde instructies voor deze taken kunt u vinden in de on line Help van Bluetooth: Ga naar het menu Start, wijs achtereenvolgens Alle programma’s, 3Com Mobile en Bluetooth Connection Manager aan en kies Help.
Naslaggids
71
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze verbindingen maken met Bluetooth (bepaalde modellen)
Werken met Bluetooth-apparaten Belangrijk
Het gebruik van draadloze communicatiemiddelen kan in bepaalde situaties of onder bepaalde omstandigheden aan regels zijn gebonden, zoals bijvoorbeeld in een vliegtuig. Als u niet zeker weet of het gebruik is toegestaan, raden wij u aan toestemming te vragen voordat u draadloze communicatie inschakelt. In Italië en Singapore en mogelijk ook in andere landen kunt u de draadloze functie pas gebruiken wanneer u hiervoor bij de verantwoordelijke instelling een licentie hebt aangeschaft. Bestanden of visitekaartjes naar een ander Bluetooth-apparaat verzenden 1. Dubbelklik op het pictogram Bluetooth Connection Manager op de taakbalk. 2. Klik op Refresh om Bluetooth-apparaten binnen het bereik van uw notebook-pc te zoeken en selecteer het apparaat waarnaar u bestanden wilt verzenden. 3. Klik op Send, File om een bestand te verzenden. –of– Als u een visitekaartje wilt verzenden, klikt u op Send, Business Card. Verbinding maken met een seriële printer of een ander serieel Bluetooth-apparaat U kunt vanuit toepassingen op uw notebook-pc verbinding maken met seriële Bluetoothapparaten. U kunt bijvoorbeeld vanuit een tekstverwerkingsprogramma afdrukken op een seriële Bluetooth-printer. 1. Dubbelklik met de rechtermuisknop op het pictogram van Bluetooth Connection Manager en kies Tools, Com Ports. 2. Noteer het portnummer (Comn) van de poort die u wilt gebruiken om verbinding te maken met het seriële Bluetooth-apparaat. 3. Maak vanuit de toepassing verbinding met het seriële Bluetooth-apparaat. Gebruik de poort die u in stap 2 hebt genoteerd. Selecteer het gewenste apparaat in het dialoogvenster Select Remote Device. 4. Klik op Connect.
72
Naslaggids
Modem- en netwerkverbindingen Draadloze verbindingen maken met Bluetooth (bepaalde modellen)
Als computers of andere apparaten verbinding willen maken met uw notebook, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram van Bluetooth Connection Manager op de taakbalk en kiest u Open, Tools, COM Ports. In dit geval fungeert uw notebook-pc dus als host. De apparaten moeten verbinding maken met het hostpoortnummer COMn. Een inbelverbinding maken Als u een mobiele telefoon met Bluetooth-functionaliteit hebt, kunt u in combinatie met uw notebook-pc een inbelverbinding met het Internet maken. Voordat u verbinding kunt maken, moet u de inbelverbinding eerst als volgt maken: • Klik op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen, Netwerkverbindingen en klik vervolgens op Een nieuwe verbinding maken. Gebruik de 3Com Bluetooth DUN-client als apparaat. Vervolgens kunt u als volgt via de telefoon verbinding met het Internet maken: 1. Controleer of de Bluetooth-telefoon geschikt is om verbinding te maken. (Lees de instructies van de fabrikant.) 2. Dubbelklik op het pictogram van Bluetooth Connection Manager op de taakbalk en selecteer de Bluetooth-telefoon in de lijst met apparaten. 3. Klik op Start, Verbinden met en selecteer de Bluetooth-inbelverbinding.
Naslaggids
73
Uitbreidingsapparaten
Naslaggids
75
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Insteekmodules gebruiken U kunt de volgende insteekmodule in uw notebook-pc gebruiken: • Dvd-station (bepaalde modellen) • Dvd/cd-rw-station (bepaalde modellen) • Lichtgewichtmodule (om reisgewicht te verminderen en het modulecompartiment te beschermen)
Een insteekmodule vervangen WAARSCHUWING
Voordat u het modulecompartiment loskoppelt, moet u de notebook-pc uitschakelen. Als u dit niet doet, kunt u gegevens verliezen en het apparaat beschadigen. Wanneer u een module uit de notebook-pc verwijdert, moet u deze zorgvuldig behandelen en op een veilige plek opbergen. Laat de module niet vallen en druk er niet te hard op, anders kunnen de interne mechanismen beschadigd raken. Raak de metalen connectorpinnen van de notebook-pc en de moduleconnectoren niet aan. Statische elektriciteit kan componenten in de computer beschadigen. 1. Schakel de notebook-pc uit: klik op Start, Computer uitschakelen, Uitschakelen. 2. Schuif het veerslot van de module (aan de onderkant van de notebook-pc) in de richting van de achterkant van de notebook-pc.
76
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
3. Pak de module vast en trek deze eruit.
4. Schuif de nieuwe insteekmodule in de notebook-pc totdat de module op zijn plaats klikt. Plaats de lichtgewicht module die met de notebook-pc is meegeleverd. Deze module is lichter en beschermt de module als u op reis bent.
Naslaggids
77
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Een cd of dvd plaatsen of verwijderen WAARSCHUWING
Verwijder een cd of dvd nooit terwijl deze wordt gelezen. Anders kan het gebeuren dat de notebook-pc niet meer reageert en er gegevens verloren gaan. Controleer voordat u het station openmaakt of het station niet actief is. Hiertoe klikt u op de multimediaknop Stoppen (indien beschikbaar) of gebruikt u de optie voor het stoppen of uitwerpen van media in de multimediaplayer. Zorg ervoor dat u de cd of dvd goed aandrukt. Als u de cd of dvd enkel in het station legt, kan het medium of het station beschadigd raken. 1. Druk op de knop aan de voorkant van het station. (Als u het station voor het eerst gebruikt, moet u eerst het kartonnen schijfje verwijderen.)
2. Plaats de schijf in het station (met het etiket naar boven) en druk de schijf voorzichtig vast. –of– Verwijder de schijf. 3. Schuif de lade terug in het station.
78
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Als de stroom van de notebook-pc is uitgeschakeld of als u het modulecompartiment uit de notebook-pc hebt verwijderd, kunt u het station handmatig openen als u een schijf wilt verwijderen. • Gebruik een speld of een rechtgebogen paperclip om de schakelaar van het station in te drukken en het station te openen.
Naslaggids
79
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Audio-cd’s afspelen Als uw notebook-pc is voorzien van multimediaknoppen en een statusvenster, kunt u hiermee het dvd/cd-rw-station bedienen. • Als de notebook-pc is ingeschakeld, kunt u de Windows Media Player of MusicMatch Jukebox bedienen met de multimediaknoppen (afhankelijk van het notebookmodel). Als u op de MP3-knop klikt, wordt MusicMatch Jukebox of Windows Media Player gestart (afhankelijk van het notebookmodel). Hiermee kunt u MP3-muziekbestanden afspelen. • Als het systeem is uitgeschakeld (of zich in stand-by of de slaapstand bevindt), kunt u nog steeds audio-cd’s afspelen. Schuif de aan/uit-knop naar links om de speler te activeren (zonder de notebook-pc in te schakelen) en gebruik daarna de multimediaknoppen voor de bediening.
1. Startknop van de MP3-speler 2. Vorig nummer 3. Volgend nummer 4. Knop voor statusvenster 5. Statusvenster 6. Afspelen/pauze 7. Stoppen 8. Aan/uit-knop (en statuslampje) voor multimedia: hiermee schakelt u de cd-speler in of uit. Werkt alleen wanneer de notebook-pc is uitgeschakeld of in de stand-by- of slaapstand staat. Als uw notebook-pc geen multimediaknoppen heeft, kunt u alleen audio-cd’s afspelen als de pc is ingeschakeld. U kunt software zoals Windows Media Player gebruiken voor het afspelen van cd’s: klik op Start, Alle programma’s, Windows Media Player. 80
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Het statusvenster gebruiken (bepaalde modellen) Op het statusvenster van de notebook-pc kunt u de tijd en datum zien, evenals de energiestatus, de batterijoplaadstatus en de status van de cd/dvd-speler van de notebookpc. • Druk meerdere keren op de knop voor het statusvenster om de gewenste informatie weer te geven. Na eenmaal drukken wordt het achtergrondlicht ingeschakeld. Als u daarna op de knop klikt, wordt achtereenvolgens deze informatie weergegeven: • Energiestatus: AAN, UIT,
(stand-by) of
(slaapstand)
• Datum • Tijd • Resterende batterijlading (0% tot 100%) • status van cd/dvd-speler (als deze actief is): deze indicator geeft het nummer, de afspeelstatus (afspelen, pauze of stoppen) en een tijdteller weer.
1. Knop voor statusvenster 2. Statusvenster Met BIOS Setup kunt u de datum en tijd instellen die worden weergegeven op het statusvenster. Zie “U voert het configuratieprogramma voor het BIOS als volgt uit” op pagina 135.
Naslaggids
81
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Dvd-films afspelen De notebook-pc bevat software waarmee u dvd-films kunt afspelen. De notebook-pc instellen voor het afspelen van een dvd-film 1. Kies indien nodig het beeldscherm dat u wilt gebruiken door op Fn+F5 te drukken. 2. Wijzig indien gewenst de kleurkwaliteit of de schermresolutie. Klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm en klik vervolgens op het tabblad Geavanceerd. Opmerking
U kunt het beeldscherm of de scherminstellingen niet meer wijzigen nadat u de dvdspeler of de speler voor videobestanden hebt gestart. Zie “Een tv-toestel gebruiken als monitor” op pagina 95 voor meer informatie over het afspelen van dvd-films op een tv. Een dvd-film afspelen 1. Plaats de dvd in het dvd-station. Bij de eerste keer dat u een dvd-film in de notebook-pc plaatst, wordt u gevraagd de standaard afspeelsoftware te selecteren. Voor de beste prestaties is het aan te bevelen InterVideo WinDVD te selecteren. 2. Als de film niet automatisch begint, klikt u achtereenvolgens op Start, Alle programma’s, Multimedia, DVD Player, InterVideo WinDVD. (De naam van het dvd-programma kan variëren.) –of– Klik op Start, Alle programma’s, Windows Media Player. –of– Als uw notebook-pc is uitgevoerd met de multimediaknoppen en het statusvenster, kunt u hiermee InterVideo WinDVD bedienen voor het afspelen van dvd’s. Zie “Audio-cd’s afspelen” op pagina 80.
82
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Belangrijk
Dvd-schijven zijn voorzien van regiocodes. Deze codes zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat dvd-films niet kunnen worden afgespeeld buiten de regio waarin ze worden verkocht. Voor de meeste dvd-stations geldt dat u de regiocode slechts een beperkt aantal keren kunt wijzigen (gewoonlijk niet meer dan vier keer). Als u deze limiet bereikt, wordt uw laatste wijziging van de regiocode “hard-coded” aangebracht op het dvd-station en wordt deze code permanent. De kosten die zijn verbonden aan het herstellen van deze situatie, worden niet gedekt door uw HP-garantie. Raadpleeg de Help bij uw dvd-software voor meer informatie over het instellen van regiocodes. De standaard dvd-software wijzigen 1. Klik op Start en op Deze computer, klik met de rechtermuisknop op het symbool van het dvd-station en selecteer Eigenschappen. 2. Selecteer DVD media op het tabblad Autoplay. 3. Selecteer InterVideo WinDVD als standaardtoepassing. De dvd-software installeren Als u dvd-software moet installeren, klikt u op Start en Uitvoeren. Vervolgens typt u C:\HP\PROGRAMS\DVD\SETUP.EXE en drukt u op Enter.
Opmerking
De dvd-speler in uw notebook-pc presteert volgens geavanceerde specificaties. De prestaties van de dvd-speler worden niet verbeterd door installatie van een programma met de naam “PC Friendly” dat is opgenomen op een groot aantal dvd’s. HP raadt u af PC Friendly op uw notebook-pc te installeren, omdat dit ervoor kan zorgen dat uw dvdspeler fouten gaat veroorzaken. Als dit gebeurt, verwijdert u PC Friendly en start u uw notebook-pc opnieuw op.
Naslaggids
83
Uitbreidingsapparaten Insteekmodules gebruiken
Cd’s maken of kopiëren De notebook-pc bevat software voor het kopiëren of maken van cd’s. • Klik op Start, Alle programma’s, Multimedia, CD Writer, RecordNow. (De naam van de cd-rw-software kan variëren.) –of– Klik op Start, Alle programma’s, Windows Media Player. U kunt vanuit Windows Verkenner data-cd’s maken met behulp van het dvd/cd-rw-station. Als u de cd-rw-software moet installeren, klikt u op Start en Uitvoeren. Vervolgens typt u C:\HP\PROGRAMS\CDRW\SETUP.EXE en drukt u op Enter. Raadpleeg de Help van de software voor meer informatie over het maken en kopiëren van cd’s. Voor de beste resultaten kunt u het best door HP goedgekeurde media gebruiken. Hoewel andere media goed kunnen werken, kan HP de compatibiliteit daarvan niet garanderen.
84
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Pc-kaarten aansluiten
Pc-kaarten aansluiten U kunt de pc-kaartsleuf in de notebook-pc gebruiken voor gegevensopslag en voor uitbreiding van de communicatiemogelijkheden van de notebook-pc. De notebook-pc ondersteunt één pc-kaart van standaardtype II (PCMCIA en CardBus). Zoomed Videokaarten worden niet ondersteund.
Een pc-kaart plaatsen of verwijderen Een pc-kaart plaatsen 1. Houd de pc-kaart met de bedrukte kant naar boven en met de verbindingsopeningen in de richting van de sleuf. 2. Schuif de pc-kaart helemaal in de sleuf, totdat de buitenste rand op één lijn ligt met de behuizing van de computer. De meeste kaarten zijn goed geplaatst als de kaart niet meer uit de sleuf steekt, maar sommige kaarten zijn zo ontworpen dat deze een stukje uitsteken.
Naslaggids
85
Uitbreidingsapparaten Pc-kaarten aansluiten
Een pc-kaart verwijderen WAARSCHUWING
Voordat u een pc-kaart verwijdert, moet u het pictogram voor pc-kaarten of voor hardware veilig verwijderen op de taakbalk gebruiken of de notebook-pc afsluiten. Anders kunt u gegevens kwijtraken. 1. Klik voordat u de kaart verwijdert op het pictogram Hardware veilig verwijderen op de taakbalk. Zo worden uw gegevens beschermd en onverwachte problemen voorkomen.
Als het nodig is, kunt u de kaart opnieuw starten door de kaart te verwijderen en opnieuw te plaatsen. 2. Druk op de uitwerpknop zodat de knop naar buiten komt en druk daarna op de knop om de pc-kaart uit te werpen.
Geteste pc-kaarten zoeken Bezoek de accessoirepagina op de HP-website voor notebooks (www.hp.com/notebooks) voor een actueel overzicht van geteste en goedgekeurde pc-kaarten voor uw computer.
86
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten SD-kaarten en MMC-kaarten aansluiten
SD-kaarten en MMC-kaarten aansluiten Uw notebook-pc ondersteunt Secure Digital™-kaarten (SD-kaarten) en MultiMediaCardkaarten (MMC-kaarten). Deze geheugenkaarten zijn geschikt voor de SD-MMCkaartsleuf, die kan worden gebruikt in combinatie met een groot aantal digitale producten zoals PDA’s, digitale videocamcorders, mobiele telefoons en digitale muziekapparaten. De volgende kaarten zijn compatibel met deze notebook-pc: • SD: Toshiba (8 MB, 16 MB, 32 MB), Panasonic (64 MB), SanDisk (32 MB, 64 MB, 128 MB), PNY (64 MB, 128 MB), Lexar (64 MB, 128 MB) • MMC: SanDisk (16 MB), JVC (8 MB, 64 MB), Panasonic (8 MB). Bezoek de website van HP (www.hp.com/cposupport/software.html) voor actuele informatie over andere beschikbare kaarten en stuurprogramma’s. Belangrijk
Sommige kaarten zijn mogelijk niet compatibel met deze notebook-pc.
Een SD-kaart of MMC-kaart plaatsen of verwijderen Een SD-kaart of MMC-kaart plaatsen 1. Houd de SD-kaart of MMC-kaart zo vast dat de contactpunten (het metalen oppervlak) naar beneden wijzen. 2. Schuif de kaart volledig in de SD-MMC-kaartsleuf, totdat deze vastklikt.
Naslaggids
87
Uitbreidingsapparaten SD-kaarten en MMC-kaarten aansluiten
Een SD-kaart of MMC-kaart verwijderen 1. Duw de kaart voorzichtig naar binnen om deze te ontkoppelen. De kaart steekt nu enigszins naar buiten. 2. Pak de kaart vast en trek deze uit de sleuf.
Geteste SD-kaarten en MMC-kaarten zoeken Bezoek de accessoirepagina op de HP-website voor notebooks (www.hp.com/notebooks) voor een actueel overzicht van geteste en goedgekeurde SD-kaarten en MMC-kaarten voor uw computer.
88
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Externe apparaten aansluiten Dankzij de connectoren van de notebook-pc kunt u op eenvoudige wijze een groot aantal externe apparaten aansluiten: • Printers of andere parallelle apparaten • USB-apparaten (Universal Serial Bus) • Een extern toetsenbord en een externe muis • Een externe monitor en televisie • Een LAN (Local Area Network) • Geluidsapparatuur zoals externe luidsprekers, een hoofdtelefoon of stereo-apparatuur • IEEE 1394-apparaten. Opmerking
Wanneer u hardware toevoegt aan de notebook-pc, wordt deze gewoonlijk geïnstalleerd door Windows XP of door software op de installatie-cd bij hardware. Als de nieuwe hardware niet werkt of niet automatisch wordt geïnstalleerd, moet u de hardware misschien handmatig installeren: klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Hardware toevoegen. Volg de instructies die op het scherm verschijnen.
Connectoren voor externe apparaten herkennen Onderstaande afbeelding kunt u de connectoren zien die beschikbaar zijn op de notebook-pc. Opmerking
Voordat u een apparaat aansluit, raadpleegt u de documentatie van het apparaat om te kijken of u instellingen van het apparaat moet aanpassen voordat u dit in gebruik neemt. Misschien moet u schakelaars instellen om het apparaat te configureren zodat het op de juiste manier samenwerkt met de notebook-pc en de software die u wilt gebruiken.
Naslaggids
89
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
De plaats van de connectoren op de notebook-pc
1. Parallelle poort (rood) 2. Poort voor externe monitor (VGA) (blauw) 3. USB-poorten (2) 4. S-videopoort (tv-uit) (geel) 5. LAN-poort en statuslampjes 6. Modempoort 7. IEEE 1394-poort 8. SD-MMC-kaartsleuf 9. Pc-kaartsleuf 10. Externe microfoon-aansluiting (roze) 11. Hoofdtelefoonaansluiting (groen)
Zo sluit u een printer of ander parallel apparaat aan De parallelle poort van de notebook-pc is een standaard 25-pins connector, die meestal wordt gebruikt voor het aansluiten van matrix-, inkjet- en laserprinters. • Sluit de parallelle kabel van het apparaat aan op de parallelle poort van de notebook-pc. (Deze poort is rood.)
90
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Een extern toetsenbord of externe muis aansluiten • Sluit een USB-muis of -toetsenbord aan op een USB-poort van de notebook-pc. Als u de notebook-pc aan de optionele poortreplicator koppelt, kunt u ook een PS/2toetsenbord of PS/2-muis aansluiten. Opmerking
De touchpad en scrollpad worden automatisch uitgeschakeld wanneer de notebook-pc wordt gekoppeld aan een poortreplicator met een PS/2-muis.
Opmerking
USB-toetsenborden bieden geen ondersteuning voor Fn-sneltoetsen.
Zo sluit u een USB-apparaat aan De USB-connectoren op de notebook-pc bieden een bidirectionele seriële interface waarmee u randapparaten, zoals een muis, toetsenbord, diskettestation, printer, scanner of spelbesturing kunt aansluiten op één bus. Er zijn ook poortadapters beschikbaar voor USB-naar-seriële poort en USB-naar-parallelle poort. • Sluit de USB-kabel van het apparaat aan op een USB-poort. Windows herkent het USB-apparaat automatisch. Sommige USB-apparaten kunnen in serie met de notebook-pc worden verbonden. Dit wordt een daisychainverbinding genoemd. Opmerking
Bezoek de website HP Business Support (www.hp.com/go/support) voor de nieuwste versie van het apparaatstuurprogramma als u problemen hebt met het maken van de verbinding. U kunt ook contact opnemen met de fabrikant van het apparaat.
Naslaggids
91
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Een USB-diskettestation aansluiten Als u wilt, kunt u met de externe diskettekabel een diskettestation aansluiten op de parallelle poort van de computer. • Sluit de kabel aan op het USB-diskettestation en de USB-poort van de notebook-pc.
Als u vragen hebt over de installatie, configuratie of het gebruik in het algemeen van het USB-diskettestation, raadpleegt u de Naslaggids of Gebruikshandleiding of neemt u contact op met het dichtstbijzijnde HP Customer Care Center: • Website: www.hp.com/omnibook/support/index. • Verenigde Staten: (970) 635-1000 (selecteer optie 3 en vervolgens optie 4). • Canada: (905) 206-4663 Engels (selecteer optie 3 en vervolgens optie 4). • Europa: +44 (0) 171-512-52-02 Engels (internationaal).
92
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Een audioapparaat aansluiten De notebook-pc is uitgerust met een geïntegreerde microfoon (bovenaan het beeldscherm) waarmee u spraak, geluid en muziek kunt opnemen. U kunt ook een koptelefoon, externe speakers, een externe microfoon of een lijn-in van een stereo of een ander audioapparaat aansluiten op de notebook-pc. WAARSCHUWING
De audioaansluitingen zijn drievoudige stereoaansluitingen. Deze zijn niet compatibel met tweevoudige monoaansluitingen. • Sluit de audiokabel aan op de juiste audio-aansluiting op de computer. De hoofdtelefoonaansluiting is groen en de microfoonaansluiting is roze.
Opmerking
Wanneer u een apparaat aansluit op de externe microfooningang, wordt de ingebouwde microfoon automatisch uitgeschakeld.
Een externe monitor gebruiken U kunt de notebook-pc aansluiten op een externe monitor en vervolgens een van beide beeldschermen of beide beeldschermen tegelijk gebruiken. Een externe monitor aansluiten 1. Sluit de monitorkabel vanuit de monitor aan op de monitorpoort (blauw) aan de achterkant van de notebook-pc. 2. Sluit de monitor aan op een energiebron en schakel de monitor in. 3. Zet de notebook-pc aan door op de aan/uit-knop te drukken. Naslaggids
93
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Omschakelen van het beeldscherm naar de externe monitor • Druk op Fn+F5 om te kunnen kiezen uit de schermopties: notebookscherm, extern beeldscherm, beide. –of– Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP Display Settings, HP Display Settings. U kunt ook een pictogram voor beeldscherminstellingen toevoegen aan de taakbalk voor snelle toegang. • Als u beide schermen tegelijk wilt gebruiken, drukt u enkele keren op Fn+F5 totdat het beeld op beide schermen wordt weergegeven. Het beeld is echter standaard beperkt tot de maximaal beschikbare interne schermweergave voor uw notebook-pc (1024 x 768 pixels of 1400 x 1050 pixels, afhankelijk van het model); bij een hogere resolutie ziet u derhalve slechts een gedeelte van het bureaublad op beide schermen. Dit gebeurt niet als u alleen het externe beeldscherm gebruikt. Als u de vernieuwingsfrequentie van de externe monitor wilt verhogen, stelt u alleen de externe monitor in of stelt u een van beide schermen in als het “secundaire” scherm: 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm. 2. Klik op het tabblad Instellingen op de knop Geavanceerd en klik vervolgens op het tabblad Beeldscherm of Monitor. De beeldschermresolutie en andere instellingen aanpassen 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm. 2. Pas op het tabblad Instellingen de schermresolutie aan. Het interne beeldscherm ondersteunt resoluties tot 1024 × 768 (XGA-schermen) of 1400 × 1050 (SXGA+schermen) Als u een externe monitor met hoge resolutie gebruikt, biedt de notebookpc ondersteuning voor resoluties tot 1600 × 1200 (16-bits).
94
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Een tv-toestel gebruiken als monitor U kunt een tv-toestel of ander videoapparaat aansluiten op de notebook-pc en als beeldscherm gebruiken. Het ingebouwde beeldscherm van de notebook-pc wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u een tv-toestel als monitor aansluit. Een tv-toestel aansluiten U kunt een tv-toestel aansluiten met een standaard S-videokabel of een composietvideoadapter met een standaard RCA-videokabel. 1. Sluit de videokabel van het tv-toestel aan op de S-videopoort van de notebook-pc (geel). (Hiervoor hoeft u de notebook-pc niet uit te schakelen.) 2. Sluit het tv-toestel aan op een energiebron en zet het aan. Opmerking
Het is raadzaam de S-videoaansluiting te gebruiken. Als op uw tv-toestel alleen een aansluiting van het type composite video beschikbaar is, raadt HP u aan een standaardkabel van goede kwaliteit te gebruiken zodat het signaal op de juiste manier aan het tvtoestel wordt doorgegeven. Neem contact op met HP Technical Support voor meer informatie over aansluitingen van het type composite video. De S-videopoort geeft alleen beeld weer. Gebruik de hoofdtelefoonaansluiting voor audio-uitvoer. De S-videopoort is geoptimaliseerd voor dvd-weergave. Bij gebruik van de S-videopoort voor andere toepassingen kunnen de resultaten variëren. Het tv-scherm inschakelen met HP TV Now Uw notebook-pc is voorzien van een HP TV Now-knop waarmee u de computer op gemakkelijke wijze, automatisch kunt instellen op de optimale tv-schermweergave. De time-out voor het beeldscherm is bijvoorbeeld niet geactiveerd, zodat het scherm niet wordt uitgeschakeld tijdens het afspelen van een film. Het energieschema is ingesteld op de modus Presentation en de resolutie is ingesteld op 800 x 600. • Druk op de knop HP TV Now. (De vijf snelknoppen bevinden zich boven aan het toetsenbord.) –of– • Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP TV Now. Als u de HP TV Now-opties wilt aanpassen, klikt u op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP TV Now Options. Naslaggids
95
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
Als het beeld op de tv slecht is, is de instelling die is opgegeven voor de tv-uitvoer niet juist voor uw tv. In Noord-Amerika is de normale instelling doorgaans NTSC. In Europa, Azië en Afrika is deze doorgaans PAL. U kunt de tv-indeling als volgt wijzigen: sluit een tv-toestel aan op de S-videopoort, open het onderdeel Beeldscherm in het Configuratiescherm, klik op Geavanceerd op het tabblad Instellingen, klik op de knop TV op het tabblad voor beeldschermen en stel de indeling in op het desbetreffende tabblad. Het tv-scherm uitschakelen met HP TV Now Voer een van de volgende stappen uit om de oorspronkelijke instellingen van de notebook-pc automatisch te herstellen: • Druk op de knop HP TV Now. –of– • Klik op Start, Alle programma’s, Hewlett-Packard, Notebook, HP TV Now. Het tv-scherm aanpassen Als u alleen de beeldscherminstellingen wilt aanpassen (zonder HP TV Now te gebruiken), kunt u op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm klikken. Klik op Geavanceerd op het tabblad Instellingen en activeer de tv-uitgang op het tabblad Displays. Voer dezelfde procedure uit om de beginwaarden te herstellen. Klik met de rechtermuisknop op het ATI-pictogram en klik op Help voor meer informatie over het aanpassen van het tv-scherm. Dvd-films afspelen op tv 1. Sluit het tv-toestel aan (zie “Een tv-toestel aansluiten” hierboven). 2. Plaats de dvd in het dvd-station. 3. Druk op de knop HP TV Now om het tv-scherm in te schakelen.
Een infraroodapparaat aansluiten (bepaalde modellen) Als uw notebook-pc beschikt over een infraroodpoort, kunt u deze gebruiken voor seriële communicatie tussen de notebook-pc en andere infraroodapparaten, zoals printers of andere computers. De infraroodpoort bevindt zich op de voorkant van de notebook-pc. De infraroodpoort gebruiken • Zorg ervoor dat de infraroodpoorten van de notebook-pc en het andere apparaat zich recht tegenover elkaar bevinden. De afstand tussen de twee poorten mag niet meer dan 1 meter bedragen en er mogen zich geen obstakels tussen de poorten bevinden. Zonlicht, hitte van andere apparaten en andere infraroodapparaten kunnen ook verzendfouten veroorzaken. 96
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
• Als u de status van de communicatie wilt bekijken, klikt u op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware en Draadloze verbinding. –of– Beweeg de muisaanwijzer over het pictogram van de draadloze verbinding op de taakbalk. De infraroodpoort uitschakelen Wanneer u de infraroodfunctie niet gebruikt, kunt u deze functie over het algemeen het best uitschakelen. 1. Sluit alle toepassingen die infrarood gebruiken en alle mappen in een infraroodverbinding. 2. Klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Draadloze verbinding. 3. Klik op het tabblad Hardware op Eigenschappen en schakel het apparaat uit in het vervolgmenu. Afdrukken op een infraroodprinter • Installeer de printer en wijs de infraroodpoort van de notebook-pc toe als poort. U kunt vervolgens vanuit toepassingen op dezelfde manier afdrukken als met een andere printer. Bestanden oversturen via een infraroodverbinding Via de infraroodpoort van de notebook-pc kunt u bestanden verzenden. • Klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Draadloze verbinding. Zie de on line Help van Windows voor instructies over het gebruik van een draadloze verbinding.
Naslaggids
97
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
De poortreplicator gebruiken U kunt de optionele poortreplicator gebruiken om externe onderdelen aan te sluiten op uw notebook-pc. Raadpleeg de handleiding die wordt meegeleverd bij de poortreplicator voor meer informatie over de poortreplicator en het gebruik ervan. De poortreplicator aansluiten 1. Sluit de netstroomadapter aan en verbind deze met de achterkant van de poortreplicator. Het statuslampje van de AC-aansluiting moet branden. 2. Plaats de notebook-pc zodanig dat de pinnetjes van de poortreplicator op de juiste plaats komen.
3. Druk de notebook-pc omlaag totdat deze op de juiste plaats klikt. Het dockstatuslampje moet branden. 4. Open de notebook-pc en druk op de aan/uit-knop om de pc aan te zetten. Wanneer de notebook-pc in het dock zit, kunt u deze en de poortreplicator met de beveiligingsconnector van de poortreplicator vergrendelen. In deze situatie werkt de deblokkeringsknop van de poortreplicator niet. Zie de handleiding bij de poortreplicator voor meer informatie. 98
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Externe apparaten aansluiten
De poortreplicator verwijderen 1. Druk op de deblokkeringsknop aan de rechterzijde van de poortreplicator.
2. Til de notebook-pc uit de poortreplicator.
Een IEEE 1394-apparaat aansluiten De notebook-pc wordt geleverd met een IEEE 1394-poort (aan de linkerzijde van de notebook-pc). U kunt deze gebruiken voor het aansluiten van audio- en videoapparatuur, diskettestations, printers en andere computers. • Sluit de kabel van het apparaat aan op de IEEE 1394-poort van de notebook. U vindt de poort aan de linkerkant van de pc. Windows herkent het apparaat automatisch. Opmerking
Bezoek de website HP Business Support www.hp.com/go/support voor de nieuwste versie van het apparaatstuurprogramma als u problemen hebt met het maken van de verbinding. U kunt ook contact opnemen met de fabrikant van het apparaat.
Naslaggids
99
Uitbreidingsapparaten Extra RAM-geheugen installeren
Extra RAM-geheugen installeren Uw notebook-pc heeft geen ingebouwd RAM-geheugen, maar wel twee sleuven voor verwijderbare RAM-modules: de sleuf voor systeem-RAM onder het toetsenbord (die een module bevat die in de fabriek is geïnstalleerd) en een uitbreidingssleuf aan de onderkant van de computer. U kunt in beide sleuven extra RAM-geheugen plaatsen. Gebruik alleen DDR 266 SDRAM. Voor de volgende procedures hebt u een kleine kruiskopschroevendraaier nodig.
Een RAM-uitbreidingsmodule installeren Als u het RAM-geheugen van de notebook-pc wilt vergroten, kunt u een RAM-module installeren in de uitbreidingssleuf aan de onderkant van de notebook-pc. WAARSCHUWING
De chips van de notebook-pc zijn uiterst gevoelig voor statische elektriciteit en kunnen daardoor permanent beschadigd raken. Houd de RAM-module uitsluitend aan de randen vast. Voordat u de geheugenmodule installeert, moet u even de metalen delen rond de connectoren aan de achterzijde van de notebook-pc aanraken. Op die manier kunt u zich ontdoen van eventueel opgebouwde statische elektriciteit. 1. Schakel de notebook-pc uit: klik op Start, Computer uitschakelen, Uitschakelen. 2. Belangrijk: verwijder de stekker van de netstroomadapter uit de aansluiting en verwijder de batterij. 3. Keer de notebook-pc om, draai de schroef van de RAM-afdekplaat los (de schroef blijft in de plaat zitten) en verwijder de afdekplaat. 4. Plaats voorzichtig een zijde van de RAM-module onder een hoek van dertig graden in de connector totdat deze goed op zijn plaats zit. Druk vervolgens beide zijden omlaag totdat de klemmetjes vastklikken.
100
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Extra RAM-geheugen installeren
5. Plaats de afdekplaat terug. 6. Plaats de batterij. U kunt ook de RAM-module onder het toetsenbord vervangen. Zie “De module met systeem-RAM vervangen” op pagina 102.
Een RAM-uitbreidingsmodule verwijderen Als u een grotere RAM-module wilt installeren, kan het zijn dat u ook eerst de aanwezige RAM-module moet verwijderen. WAARSCHUWING
De chips van de notebook-pc zijn uiterst gevoelig voor statische elektriciteit en kunnen daardoor permanent beschadigd raken. Houd de RAM-module uitsluitend aan de randen vast. Voordat u de geheugenmodule installeert, moet u even de metalen delen rond de connectoren aan de achterzijde van de notebook-pc aanraken. Op die manier kunt u zich ontdoen van eventueel opgebouwde statische elektriciteit. 1. Schakel de notebook-pc uit: klik op Start, Computer uitschakelen, Uitschakelen. 2. Belangrijk: verwijder de stekker van de netstroomadapter uit de aansluiting en verwijder de batterij. 3. Keer de notebook-pc om, draai de schroef van de RAM-afdekplaat los (de schroef blijft in de plaat zitten) en verwijder de afdekplaat. 4. Maak de klemmetjes aan weerszijden van de RAM-module los, zodat de vrije rand van de module omhoog komt.
5. Trek de module uit de connector. 6. Plaats de afdekplaat terug. 7. Plaats de batterij. Naslaggids
101
Uitbreidingsapparaten Extra RAM-geheugen installeren
De module met systeem-RAM vervangen U kunt het systeemgeheugen van de notebook-pc desgewenst uitbreiden door de RAMmodule onder het toetsenbord te vervangen door een grotere module. Voor deze procedure hebt u een kleine kruiskopschroevendraaier nodig. 1. Schakel de notebook-pc uit: klik op Start, Computer uitschakelen, Uitschakelen. 2. Belangrijk: verwijder de stekker van de netstroomadapter uit de aansluiting en verwijder de batterij. 3. Duw het beeldscherm helemaal naar achteren, zodat deze plat ligt. 4. Draai de schroeven uit de scharnierkappen aan de achterkant van het beeldscherm.
5. Verwijder het plastic plaatje boven het toetsenbord (waarop de aan/uit-knop en de snelknoppen zich bevinden). Wrik het rechteruiteinde van het plaatje los met een kleine, platte schroevendraaier en til dat omhoog totdat het plaatje boven de Page Uptoets loskomt. WAARSCHUWING
Let er bij het verwijderen van het plaatje op dat u niet trekt aan de kabel die het plaatje verbindt met de computer.
102
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Extra RAM-geheugen installeren
6. Til het plaatje voorzichtig omhoog om de klemmetjes boven de middelste snelknop en de F1-toets los te maken. Til het plaatje vervolgens ongeveer 2,5 centimeter boven de notebook-pc. 7. Draai de drie bevestigingsschroeven van het toetsenbord los. (De schroeven blijven in het toetsenbord zitten.)
WAARSCHUWING
Let er bij het openen van het toetsenbord op dat u niet trekt aan de kabel die het toetsenbord verbindt met de notebook-pc. 8. Til de bovenkant van het toetsenbord een stukje op en leg het op de voorkant van de behuizing.
WAARSCHUWING
Raak de metalen delen binnen de notebook-pc niet aan voordat ze zijn afgekoeld. Deze delen kunnen zeer heet zijn als u de notebook-pc pas hebt gebruikt. Raak evenmin de elektronische componenten aan die zich binnenin de notebook-pc bevinden. Statische elektriciteit kan blijvende schade toebrengen aan computerchips.
Naslaggids
103
Uitbreidingsapparaten Extra RAM-geheugen installeren
9. Druk de twee klemmetjes aan weerszijden van de RAM-module naar buiten, zodat de vrije zijde van de module loskomt.
10. Trek de module uit de connector. 11. Plaats voorzichtig een zijde van de RAM-module onder een hoek van dertig graden in de connector totdat deze goed op zijn plaats zit. Druk vervolgens beide zijden omlaag totdat de klemmetjes vastklikken. 12. Klap het toetsenbord terug. Schuif de voorkant van het toetsenbord in de behuizing en druk het toetsenbord op zijn plaats. 13. Draai de drie bevestigingsschroeven aan de bovenkant van het toetsenbord vast. 14. Controleer of de kabel goed is bevestigd aan het plastic plaatje. Druk de connector indien nodig in de socket totdat de connector vastklikt. 15. Druk het midden van het plaatje iets omhoog, plaats de pinnetjes aan de uiteinden van het plaatje in de uitsparingen in de behuizing van de notebook-pc en schuif de scharnierkappen van het plaatje over de scharnieren. Druk het plaatje voorzichtig op zijn plaats. 16. Draai de schroeven weer terug in de scharnierkappen van het beeldscherm. 17. Plaats de batterij terug. 104
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Het vasteschijfstation vervangen
Het vasteschijfstation vervangen U vervangt het vasteschijfstation als volgt Voor deze procedure hebt u een kleine kruiskopschroevendraaier nodig. 1. verwijder de stekker van de netstroomadapter uit de aansluiting en verwijder de batterij. 2. Draai de twee borgschroeven van de vaste schijf los (aan de onderkant van de notebook-pc).
3. Trek het vasteschijfstation voorzichtig uit de notebook-pc. 4. Schuif het nieuwe station voorzichtig in het vasteschijfcompartiment. Druk het stevig aan zodat de connector goed vastzit. 5. Draai de borgschroeven van de vaste schijf weer vast. Belangrijk
Als u een nieuw vasteschijfstation wilt installeren, moet u eerst een partitie voor hulpprogramma’s op het station maken voordat u software laadt. Zie “De fabrieksinstallatie van de vaste schijf herstellen” op pagina 139. Als u wordt gevraagd Windows XP te activeren, volgt u de instructies die op het scherm verschijnen. U vindt de productcode van Windows XP op de onderkant van de notebook-pc.
Naslaggids
105
Uitbreidingsapparaten Het vasteschijfstation vervangen
De schijfstationhouder vervangen Als u een nieuw vasteschijfstation installeert dat geen afdekplaat heeft, kunt u de onderdelen van de afdekplaat van het oude schijfstation halen. Voor de volgende procedures hebt u een kleine kruiskopschroevendraaier nodig. 1. Verwijder de vier schroeven uit de houder en de behuizing van het station, en trek het station uit de houder.
2. Plaats het station in de houder en draai alle vier de schroeven weer in de houder en de behuizing van het station.
106
Naslaggids
Uitbreidingsapparaten Het vasteschijfstation vervangen
Een nieuw vasteschijfstation gebruiksklaar maken Wanneer u een nieuw vasteschijfstation gaat installeren, moet u de schijf voorbereiden door de Windows-software en het besturingssysteem die vooraf op de notebook-pc waren geïnstalleerd op de schijf te installeren. Gebruik hiervoor de cd’s of dvd’s voor productherstel die zijn meegeleverd met uw notebook-pc. Zie “De fabrieksinstallatie van de vaste schijf herstellen” op pagina 139. Opmerking
Als u wordt gevraagd Windows XP te activeren, volgt u de instructies die op het scherm verschijnen. U vindt de productcode van Windows XP op de onderkant van de notebook-pc.
Naslaggids
107
Problemen oplossen en onderhoud
Naslaggids
109
Problemen oplossen en onderhoud Methoden voor probleemoplossing
Methoden voor probleemoplossing In dit gedeelte worden mogelijke oplossingen besproken voor diverse soorten problemen die u kunt tegenkomen bij het werken met de notebook-pc. Probeer de oplossingen één voor één, in de volgorde waarin deze worden weergegeven. Daarnaast kunt u de volgende informatiebronnen raadplegen voor het oplossen van problemen: • Open het op het web gebaseerde hulpprogramma voor het oplossen van problemen van HP: klik op Start, Help en ondersteuning, HP Instant Support. Zoek in de database naar informatie over uw probleem. • Klik op Start, Help en ondersteuning, Problemen oplossen en gebruik de Windowsprobleemoplossers. • De handleiding van Microsoft Windows die bij de notebook-pc is geleverd kan ook uitkomst bieden. • Zie de sectie HP Notes in de on line HP-bibliotheek of op de cd-rom of dvd voor productherstel in \hp\Library voor actuele informatie. • Bezoek de website HP Business Support (www.hp.com/go/support) voor technische tips en software-updates voor de notebook-pc. • Test de notebook-pc met het programma e-DiagTools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. • Neem contact op met uw dealer of Hewlett-Packard. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145. Zorg ervoor dat u de notebook-pc bij de hand hebt wanneer u belt. Opmerking
Als u wordt gevraagd Windows XP te activeren, volgt u de instructies die op het scherm verschijnen. U vindt de productcode van Windows XP op de onderkant van de notebook-pc.
110
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Assistentie voor uw notebook-pc Hulp krijgen van HP Instant Support Als u on line technische ondersteuning nodig hebt voor uw notebook-pc, klikt u op Start, Help en ondersteuning (of Alle programma’s), HP Instant Support.
Audioproblemen Er is geen geluid hoorbaar • Druk een aantal keer op Fn+Page Up. • Druk een aantal keer op de achterste volumeknop. (indien beschikbaar) • Klik op het speakerpictogram op de taakbalk en controleer of Dempen niet is geselecteerd en de volumeregelaar niet helemaal beneden is geschoven. • Druk één of twee keer op de knop Geluid uit aan de rechterkant van de notebook-pc totdat het statuslampje uitgaat. (indien beschikbaar) Geluid wordt niet opgenomen • Controleer de software-instellingen voor het opnemen van geluid: klik op Start, Alle programma’s, Bureau-accessoires, Entertainment, Geluidsrecorder. • Klik in het venster Volumeregeling op Opties, Eigenschappen en controleer of de microfoonoptie is ingeschakeld. • Test de audiovoorzieningen met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. Er komt een hoog, doordringend geluid (feedback) uit de luidsprekers • Probeer het hoofdvolume in Volumeregeling te verlagen. • Klik in het venster Volumeregeling op Opties, Eigenschappen en selecteer de microfoonoptie voor de afspeelinstellingen. Zorg er daarna in het venster Volumeregeling voor dat de microfoon is gedempt. • Gebruik de geïntegreerde microfoon en geïntegreerde luidsprekers niet tegelijkertijd. Naslaggids
111
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met cd en dvd U kunt niet opstarten vanaf een cd in het dvd/cd-rw-station • Controleer of de cd een opstartschijf is, zoals de cd’s voor productherstel. • Controleer of het dvd/cd-rw-station is geselecteerd als het opstartstation. Zie “Het opstartapparaat wijzigen” op pagina 30. • Start de notebook-pc opnieuw. • Test het dvd/cd-rw-station met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. Een cd of dvd-schijf wordt niet naar behoren afgespeeld • Door vuil of vlekken kunnen delen van een schijf worden overgeslagen. Maak de schijf schoon met een zachte doek. Als de schijf ernstig is beschadigd, moet u de schijf waarschijnlijk vervangen. • Sommige dvd’s bevatten software met de naam “PC Friendly.” Over het algemeen is het beter deze software niet te installeren, want bij gebruik ervan kunnen fouten optreden. Verwijder de software zo nodig van de notebook-pc en start deze opnieuw. Een dvd-film stopt halverwege met afspelen • Misschien hebt u de dvd-film per ongeluk onderbroken. Druk op de afspeelknop om verder te gaan. • Misschien is het een dubbelzijdige dvd-schijf. Open de dvd-lade en lees de tekst rond het gat in de schijf. Als daar Kant A of Side A staat, keert u de schijf om, sluit u de lade en drukt u op de knop Afspelen om de film verder af te spelen. Er wordt een regiocodefout gemeld bij het afspelen van een dvd-film • Dvd-schijven kunnen zijn voorzien van regiocodes. Deze codes zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat dvd-films niet kunnen worden afgespeeld buiten de regio waarin ze worden verkocht. Als er een regiocodefout optreedt, probeert u een dvd-schijf af te spelen die voor een andere regio is bedoeld. Belangrijk: voor de meeste dvd-stations geldt dat u de regiocode slechts een beperkt aantal keren kunt wijzigen (gewoonlijk niet meer dan vier keer). Als u deze limiet bereikt, wordt uw laatste wijziging van de regiocode “hard-coded” aangebracht op het dvd-station en wordt deze code permanent. De kosten die zijn verbonden aan het herstellen van deze situatie, worden niet gedekt door uw HP-garantie. Raadpleeg de Help bij uw dvd-software voor meer informatie over het instellen van regiocodes. 112
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
De notebook-pc kan een cd of dvd-schijf niet lezen • Controleer in geval van een enkelzijdige cd of dvd-schijf of deze met het etiket naar boven in het station is geplaatst. • Maak de schijf schoon. • Wacht 5 tot 10 seconden nadat u de lade sluit, zodat de notebook-pc voldoende tijd heeft de schijf te herkennen. • Verwijder de schijf uit het station en start de notebook-pc opnieuw op. • Als u de cd op een cd-rw-station hebt gemaakt, kunt u proberen of dit probleem ook optreedt wanneer u een ander type medium gebruikt, zoals de aanbevolen media HP C4403A (CD-R) en C4404A (CD-RW). De lees- en schrijfkwaliteit van verschillende media kan variëren. Een dvd-film vult niet het hele scherm • Elke zijde van een dubbelzijdige dvd-schijf heeft een andere indeling (standaard of breedbeeld). Bij breedbeeld verschijnen er zwarte randen aan de boven- en onderkant van het scherm. Als u het standaardbeeld wilt bekijken, draait u de schijf om en speelt u de andere kant af. Een dvd-schijf wordt niet afgespeeld op twee beeldschermen • Als beide beeldschermen actief zijn, drukt u op Fn+F5 om een van beide te activeren. • Als u beide beeldschermen gebruikt, wordt het dvd-beeld niet weergegeven op het beeldscherm dat is ingesteld als ‘secundair’. Klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm. Klik op Geavanceerd op het tabblad Instellingen. Klik vervolgens op de tab Displays en wijzig de instellingen.
Problemen met het beeldscherm De notebook-pc herkent het beeldscherm niet Wanneer de notebook-pc wordt gestart, wordt automatisch het beeldscherm geactiveerd dat werd gebruikt toen u Windows afsloot. Als u de notebook-pc in een eenvoudige poortreplicator plaatst of een monitor aansluit terwijl de notebook-pc uitgeschakeld is, is het mogelijk dat de monitor niet naar behoren wordt herkend door de notebook-pc. Als dit geval is, kunt u op de volgende twee wijzen een beeldscherm kiezen:
Naslaggids
113
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
• Druk op Fn+F5. (Doe dat driemaal om terug te keren naar de modus waarin u bent begonnen.) • Klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm, Instellingen, en klik vervolgens op de knop Geavanceerd. Selecteer de gewenste optie bij Display Device op het tabblad Displays en klik op OK. De notebook-pc staat aan, maar het beeldscherm is leeg • Beweeg de muis of raak de touchpad of scrollpad aan. Hiermee haalt u het beeldscherm uit de slaapmodus. • Druk op Fn+F2 om de helderheid van het beeldscherm te verhogen. • Druk op Fn+F5 als het interne beeldscherm was uitgeschakeld. (Doe dat driemaal om terug te keren naar de modus waarin u bent begonnen.) • Laat de notebook-pc op temperatuur komen als hij koud is. Het beeldscherm is slecht leesbaar • Probeer de standaardinstelling (1024×768) voor het beeldscherm in te stellen: klik op Start, Configuratiescherm, Vormgeving en thema’s, Beeldscherm, Instellingen. • Probeer of u het formaat van de pictogrammen en labels op het bureaublad kunt aanpassen. Zie “De weergave aanpassen” op pagina 35. Een gedeelte van het Windows-bureaublad is niet zichtbaar en u moet naar beneden schuiven om de taakbalk te zien of het Windows-bureaublad vult niet het hele scherm en heeft een zwarte rand • Misschien is de beeldschermresolutie verkeerd ingesteld. Pas de resolutie aan. Zie “De weergave aanpassen” op pagina 35. Een extern beeldscherm werkt niet • Controleer de aansluitingen. • Druk op Fn+F5 als de externe monitor was uitgeschakeld. (Doe dat driemaal om terug te keren naar de modus waarin u bent begonnen.) • Als u een tv-toestel gebruikt dat is aangesloten op de S-videopoort moet u het tvtoestel eerst aanzetten. Zie “Een tv-toestel gebruiken als monitor” op pagina 95. • Test het beeldscherm met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133.
114
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Een of meer pixels worden niet goed weergegeven Het maken van een TFT-beeldscherm gebeurt volgens een zeer precieze, maar imperfecte technologie. Het is niet mogelijk om een cosmetisch perfect beeldscherm te maken. De meeste, zoniet alle, TFT-beeldschermen hebben enige mate van cosmetische ongerechtigheden. Deze cosmetische ongerechtigheden kunnen onder verschillende omstandigheden zichtbaar worden in de vorm van heldere, doffe of donkere stippen. Dit probleem doet zich voor bij alle leveranciers van TFT-beeldschermen en treedt niet alleen op bij het beeldscherm van HP Notebook-pc's. De TFT-beeldschermen van HP Notebook-pc’s voldoen of overtreffen alle HP-eisen voor cosmetische kwaliteit van TFT-beeldschermen. HP garandeert niet dat de beeldschermen vrij van cosmetische ongerechtigheden zijn. TFT-beeldschermen kunnen een beperkt aantal cosmetische ongerechtigheden bevatten en toch nog voldoen aan de kwaliteitsspecificaties van HP, zoals: • Maximaal 6 pixels staan altijd aan (altijd één kleur, zoals witte, rode, groene of blauwe stippen). • Maximaal 6 pixels staan altijd uit (altijd donker). • In totaal staan niet meer dan 8 pixels altijd aan of uit. • Defecte pixels zijn minimaal 15 mm van elkaar verwijderd. Neem contact op met HP Customer Care als er iets mis is met de kwaliteit van het beeldscherm en u een uitgebreidere beschrijving wilt van de kwaliteit van HP-beeldschermen. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145. HP verwacht dat er in de toekomst beeldschermen zullen worden gemaakt met steeds minder cosmetische ongerechtigheden. Wanneer dit gebeurt zal HP de richtlijnen aanpassen.
Problemen met het diskettestation Een diskettestation op de USB-poort werkt niet • Controleer of het station goed is aangesloten op de notebook-pc. • Start de notebook-pc opnieuw op: klik op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten.
Naslaggids
115
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met de vaste schijf De vaste schijf van de notebook-pc draait niet • Controleer of de notebook-pc op een energiebron is aangesloten. Sluit zo nodig de netstroomadapter aan en controleer of deze goed op het stopcontact en op de notebook-pc is aangesloten. • Verwijder de vaste schijf en plaats deze opnieuw. Zie “U vervangt het vasteschijfstation als volgt” op pagina 105. De vaste schijf maakt een zoemend of piepend geluid • Maak onmiddellijk een reservekopie van de inhoud van de vaste schijf. • Controleer of het geluid ergens anders vandaan komt, bijvoorbeeld van een ventilator of een station voor pc-kaarten. Er zijn bestanden beschadigd • Controleer de status van de vaste schijf: open Deze computer, selecteer de schijf die u wilt scannen, klik achtereenvolgens op Bestand en Eigenschappen, en klik op het tabblad Extra. • Voer het programma Norton AntiVirus uit. Zie “Bescherming tegen virussen op pagina 40. • Test het vasteschijfstation met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. • Formatteer zo nodig de vaste schijf en installeer de originele fabriekssoftware opnieuw. Zie “De fabrieksinstallatie van de vaste schijf herstellen” op pagina 139. De weergegeven capaciteit van de vaste schijf is kleiner dan de werkelijke capaciteit • Op de vaste schijf is ruimte gereserveerd voor diagnostische software die wordt gebruikt voor ondersteuning en service voor uw notebook-pc. Deze ruimte op de vaste schijf kan niet worden gebruikt voor andere doeleinden en wordt dan ook niet meegerekend in de capaciteit van de vaste schijf zoals weergegeven door Windows (Deze computer, Eigenschappen).
116
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met de temperatuur Houd er rekening mee dat de notebook-pc bij normaal gebruik enigszins warm wordt. Bij het opladen van de batterij, het spelen van spelletjes en het uitvoeren van andere programma’s die de processor flink belasten, kan de temperatuur van de notebook-pc verder oplopen. Als de notebook-pc warmer wordt dan normaal • Plaats de notebook-pc altijd op een vlakke, stevige ondergrond, zodat de lucht er gemakkelijk omheen en onderdoor kan stromen. • Zorg ervoor dat de luchtuitlaten aan de onderkant en aan de rechterkant van de notebook-pc niet geblokkeerd zijn. • Controleer of de ventilator goed werkt. Test zo nodig de werking van de ventilator. Zie “De hardware testen” op pagina 133.
Problemen met infrarood Problemen met infraroodcommunicatie • Zorg ervoor dat het pad tussen de twee infraroodpoorten niet is geblokkeerd en dat de poorten zo recht mogelijk tegenover elkaar liggen. De afstand tussen de poorten mag niet meer dan 1 meter bedragen en er mogen zich geen obstakels tussen de poorten bevinden. Zonlicht, hitte van andere apparaten en andere infraroodapparaten kunnen verzendfouten veroorzaken. • Zorg ervoor dat slechts één programma de infraroodpoort gebruikt.
Problemen met het toetsenbord en aanwijsapparaten De aanwijzer is moeilijk te besturen • Pas de opties voor de besturing van de aanwijzer aan: klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Muis.
Naslaggids
117
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
De touchpad of scrollpad functioneert niet • Gebruik de touchpad of scrollpad niet wanneer de notebook-pc aan het opstarten is of terugkeert uit de slaapstand of stand-bymodus. Als dit gebeurt, probeert u het volgende: • Druk op een willekeurige toets op het toetsenbord. • Schakel de stand-bymodus in en uit. • De touchpad en scrollpad worden automatisch uitgeschakeld wanneer de notebook-pc wordt gekoppeld aan een poortreplicator met een PS/2-muis. • Start de notebook-pc opnieuw op: klik op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten. • Controleer de instellingen: klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Muis, Schuiven. • Test het toetsenbord en de aanwijsapparaten met het programma e-DiagTools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. Het geïntegreerde numerieke toetsenblok werkt niet • Als u cijfers wilt typen, moet Num Lock zijn ingeschakeld. • Zorg ervoor dat de geïntegreerde toetsenblokvergrendeling (Fn+F8) is ingeschakeld of houd de Fn-toets ingedrukt om het geïntegreerde toetsenblok tijdelijk te activeren. U kunt het euroteken niet typen • Houd Alt GR ingedrukt wanneer u op de desbetreffende toets drukt. • Het euroteken komt niet voor op Amerikaans toetsenborden. Zorg ervoor dat het geïntegreerde toetsenblok actief is (Fn+F8) en dat Num Lock is ingeschakeld. Houd daarna de Alt-toets ingedrukt terwijl u 0128 typt op het numerieke toetsenblok. • Voor ondersteuning van het euroteken is software van Microsoft nodig. Deze software is als onderdeel van de fabriekssoftware geïnstalleerd, maar het kan zijn dat niet aanwezig is in de Windows-software die u hebt gekocht. Een speciale functie op een USB-muis werkt niet • Controleer of u alle stuurprogramma’s hebt geïnstalleerd die bij de muis zijn geleverd. • Start de notebook-pc opnieuw, zodat deze de muis kan detecteren.
118
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met het LAN De ingebouwde netwerkadapter maakt geen verbinding met het LAN • Controleer alle kabels en aansluitingen. Probeer verbinding te maken met een ander netwerkstation, als dat beschikbaar is. • Als de groene indicator naast de LAN-poort niet brandt, kan het zijn dat de LANkabel niet op het netwerk is aangesloten of dat het netwerk is uitgeschakeld. Sluit de kabel aan op een andere computer. • Klik achtereenvolgens op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internetverbindingen, Netwerkverbindingen. Controleer of de juiste clients en protocollen zijn geïnstalleerd. • Zorg ervoor dat de LAN-kabel een kabel van categorie 3, 4 of 5 is voor 10Base-T of categorie 5 voor 100Base-TX. De maximale kabellengte is 100 meter. • Gebruik de probleemoplosser voor netwerkproblemen in Windows Help en ondersteuning. • Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware en open Apparaatbeheer. Als de netwerkinterface is uitgeschakeld, probeert u deze in te schakelen. Als er een conflict is, schakelt u een ander apparaat uit. U kunt niet bladeren in Mijn netwerklocaties • Klik op Start, Zoeken om een andere computer te zoeken. U kunt u niet aanmelden bij Netware-servers • Als een Netware-server het protocol IPX/SPX gebruikt, moet u het frametype misschien geforceerd aanpassen aan het frametype van de server. Raadpleeg de netwerkbeheerder. De notebook-pc reageert niet meer na het opstarten • Controleer of u een TCP/IP-netwerk hebt zonder DHCP-server. Het opstarten kan lang duren als DHCP is uitgeschakeld. Vraag de netwerkbeheerder om de juiste TCP/IP-configuratie.
Naslaggids
119
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met het geheugen Er wordt gemeld dat er niet voldoende geheugen beschikbaar is • Controleer of op station C nog voldoende vrije geheugenruimte is. • Gebruik de probleemoplosser voor het geheugen in Windows Help en ondersteuning. • Als er geheugenproblemen optreden terwijl u MS-DOS-programma’s uitvoert, gaat u naar het onderwerp Problemen met toepassingen en software in Windows Help en ondersteuning. • Niet alle geheugenkaarten van andere fabrikanten zijn getest voor gebruik met de notebook-pc. Raadpleeg de website voor HP-notebooks (www.hp.com/notebooks) voor een lijst met goedgekeurde en geteste geheugenkaarten. • Test het geheugen van de notebook-pc met het programma e-DiagTools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. Er is niet meer geheugen beschikbaar nadat RAM-geheugen is toegevoegd • Zorg ervoor dat uitsluitend DDR 266 RAM-modules in de notebook-pc worden gebruikt.
Problemen met de modem De modem lijkt traag • Controleer de verbinding op overmatige storing of ruis, waardoor de algemene overdrachtssnelheid afneemt. Informeer zo nodig bij de telefoonmaatschappij naar een oplossing voor dit probleem. • Als u een internationaal nummer belt, is ruis op de lijn vaak niet of nauwelijks te verhelpen. • Als u de functie voor wisselgesprekken gebruikt, schakelt u deze uit. De telefoonmaatschappij kan hiervoor instructies geven. • Verwijder extra aansluitingen van de lijn. Maak, als het mogelijk is, een rechtstreekse aansluiting met de wandcontactdoos. • Probeer een andere telefoonlijn, bij voorkeur een lijn die gewoonlijk wordt gebruikt voor een faxmachine of een modem.
120
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
De modem kiest geen nummer of er is geen kiestoon • Controleer alle kabels en aansluitingen. • Sluit een standaardtelefoontoestel op de telefoonlijn aan en controleer of de lijn werkt. • Zorg ervoor dat niemand anders dezelfde telefoonlijn gebruikt. • Probeer een andere telefoonlijn, bij voorkeur een lijn die gewoonlijk wordt gebruikt voor een faxmachine of een modem. • Als u in het buitenland of in een andere regio bent, kan het zijn dat de kiestoon niet door de modem wordt herkend. Klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties. Selecteer uw modem op het tabblad Modems. Klik op Eigenschappen, Modem en schakel het selectievakje Wachten op een kiestoon uit. • In veel landen wordt een computer tijdelijk buitenspel gezet als een modem er herhaaldelijk niet in slaagt verbinding met een serviceprovider te maken. Het aantal toegestane pogingen en de tijd tussen twee pogingen verschilt per land of regio: neem zo nodig contact op met uw telefoonmaatschappij voor meer informatie. Als u bijvoorbeeld vanuit Italië belt en geen verbinding kunt maken met uw server of de verbinding verbreekt, moet u één minuut wachten voordat u het nummer opnieuw kunt kiezen. Als u eerder belt, wordt er een foutbericht weergegeven waarin wordt gesproken van een ‘vertraging’. Na de vierde mislukte poging moet u een uur wachten voordat u het nummer opnieuw kunt kiezen. Als u belt voordat het uur voorbij is, wordt er een foutbericht weergegeven waarin wordt gesproken van een ‘zwarte lijst’. De modem kiest verkeerd • Controleer het telefoonnummer dat u hebt ingevoerd, inclusief de nummers die nodig zijn voor een buitenlijn of een interlokaal gesprek. • Open het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm en controleer of de nummers voor een buitenlijn en interlokaal bellen kloppen. • Controleer of het nummer dat u belt niet in gesprek is. • Als u in het buitenland of in een andere regio bent, kan het zijn dat de kiestoon niet door de modem wordt herkend. Klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties. Selecteer uw modem op het tabblad Modems. Klik op Eigenschappen, Modem en schakel het selectievakje Wachten op een kiestoon uit. • Als u de functie voor wisselgesprekken gebruikt, schakelt u deze uit. De telefoonmaatschappij kan hiervoor instructies geven. Naslaggids
121
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
De modem kiest het nummer maar maakt geen verbinding • Controleer of u een analoge telefoonlijn gebruikt. Gebruik geen digitale lijn. In een hotel vraagt u om een datalijn. • Probeer een andere telefoonlijn, bij voorkeur een lijn die gewoonlijk wordt gebruikt voor een faxmachine of een modem. • Misschien is er een probleem met de modem aan de andere kant van de lijn. Probeer een andere modem te bellen. De modem maakt geen verbinding met een snelheid van 56k • De hostmodem ondersteunt wellicht geen verbindingssnelheid van 56k (V.90). • De snelheid waarmee u verbinding maakt, is afhankelijk van verschillende factoren, zoals de conditie waarin de telefoonlijn verkeert. Probeer later nog eens verbinding te maken. De modem maakt met geen enkele snelheid verbinding • Controleer of u een analoge telefoonlijn gebruikt. Gebruik geen digitale lijn. In een hotel vraagt u om een datalijn. • Controleer of de telefoon rechtstreeks is aangesloten op de modem van de notebookpc en de telefooncontactdoos. • Als u één telefoonlijn hebt voor spraak en modemgebruik, controleert u of niemand anders de lijn gebruikt en de telefoon niet van de haak ligt. • Probeer een andere telefoonlijn, bij voorkeur een lijn die gewoonlijk wordt gebruikt voor een faxmachine of een modem. • Neem contact op met uw Internet-aanbieder. Het is mogelijk dat de service tijdelijk niet beschikbaar is of dat uw instellingen niet kloppen. • Probeer uw computer opnieuw op te starten en probeer een andere verbinding te maken. • Download het nieuwste modemstuurprogramma vanaf het gebied voor de technische ondersteuning op de website voor HP-notebooks (www.hp.com/notebooks). • Voer het diagnoseprogramma voor de modem uit: 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Printers en andere hardware, Telefoon- en modemopties. 2. Klik op de tab Modems en selecteer de modem die u wilt testen. 3. Klik op Eigenschappen, Diagnostische gegevens, Modem vragen. 122
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
De modem wordt niet herkend • Controleer de modeminstellingen. Ga naar het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm. • Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware en open Apparaatbeheer. Als de modem is uitgeschakeld, probeert u deze in te schakelen. Als er een conflict is, schakelt u een ander apparaat uit. • Als u faxsoftware gebruikt met faxklasse 2, probeert u klasse 1. De modem kiest een nummer maar u kunt dat niet horen • Controleer of het statuslampje voor geluid is uitgeschakeld (indien beschikbaar). Als het lampje brandt, drukt u op de knop Geluid uit. • Controleer de instellingen voor het volume en het dempen van de luidspreker. • Ga naar het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm. Selecteer de modem, klik op Eigenschappen en controleer daarna de volumeinstelling op het tabblad Modem. De modem maakt een verbinding maar de gegevensoverdracht is slecht • Ga naar het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm. Controleer of de hardware-instellingen gelijk zijn voor de modem die gegevens verzendt en de modem die gegevens ontvangt. De modem geeft een foutbericht • Een tekenreeks met AT-opdrachten kan een onjuiste opdracht bevatten. Als u in het Configuratiescherm of in de communicatiesoftware extra opdrachten hebt ingevoerd voor de modem, controleert u die opdrachten. De modem verzendt geen faxen • Als u faxsoftware gebruikt met faxklasse 2, probeert u klasse 1. • Sluit alle andere communicatieprogramma’s. • Als u faxt via afdrukken vanuit een toepassing, controleert u of u de faxprinter hebt geselecteerd. • Schakel de functies voor energiebeheer tijdelijk uit. De modem klikt herhaaldelijk maar maakt geen verbinding • Controleer of u een analoge telefoonlijn gebruikt. Gebruik geen digitale lijn. In een hotel vraagt u om een datalijn. • Controleer alle kabels en aansluitingen. Naslaggids
123
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met snelknoppen De snelknoppen werken niet goed • Controleer of de juiste acties aan de knoppen zijn gekoppeld. Zie “De snelknoppen gebruiken” op pagina 33. De weergave op het scherm verschijnt niet als wordt gedrukt op een snelknop • Controleer of Onscreen Display (Weergave op scherm) is ingeschakeld. Zie “De snelknoppen gebruiken” op pagina 33.
Problemen met parallelle en USB-poorten Een USB-muis werkt niet • Controleer of u de installatie-instructies van de fabrikant volledig hebt uitgevoerd en de muis goed hebt geïnstalleerd. Als dat niet zo is, herhaalt u de procedure. • Controleer of de poortverbinding in orde is. • Schakel de stand-bymodus in en uit. • Start de notebook-pc opnieuw. • Controleer de muisinstellingen in het Configuratiescherm. • Controleer de poortinstellingen in het Configuratiescherm: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Klik op Apparaatbeheer op het tabblad Hardware en dubbelklik op USB-controllers. Een USB-modem werkt niet goed • Zie “Problemen met de modem” op pagina 120. • Controleer of de poortverbinding in orde is. • Gebruik de probleemoplosser voor modems (onder Netwerkproblemen) in Windows Help en ondersteuning. • Controleer de modeminstellingen in het Configuratiescherm.
124
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
• Schakel de interne modem uit: 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware en open Apparaatbeheer. 2. Dubbelklik op Modem voor een lijst met de huidige modems. 3. Dubbelklik op de interne modem en selecteer de optie om de modem uit te schakelen. • Controleer de poortinstellingen in het Configuratiescherm: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware en klik op Apparaatbeheer. Dubbelklik vervolgens op USB-controllers. De parallelle poort werkt niet • Controleer of de poortverbinding in orde is. • Controleer de poortinstellingen in het Configuratiescherm: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware, open Apparaatbeheer en dubbelklik vervolgens op Poorten (COM & LPT). • Test de poorten met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. De USB-poort werkt niet • Neem contact op met de fabrikant van het randapparaat en bezoek de website voor HP-notebooks (www.hp.com/notebooks) voor informatie over actuele versies van de USB-stuurprogramma’s en het juiste apparaatstuurprogramma. • Controleer de poortinstellingen in het Configuratiescherm: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Klik op Apparaatbeheer op het tabblad Hardware en dubbelklik op USB-controllers. • Test de USB-poort met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133.
Naslaggids
125
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met pc-kaarten (PCMCIA) Een pc-kaart wordt niet herkend • Verwijder de pc-kaart en plaats hem terug. • Schakel de stand-bymodus in en uit. • Start de notebook-pc opnieuw. • Als voor de kaart een IRQ nodig is, controleert u of er een IRQ beschikbaar is. Stel de IRQ zo nodig in op een ongebruikte waarde: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware, open Apparaatbeheer en kies vervolgens Bronnen (weergave op type). • Bezoek de website HP Business Support (www.hp.com/go/bizsupport) voor informatie over het installeren van bepaalde pc-kaarten. • Controleer of de pc-kaart door de notebook-pc wordt ondersteund: raadpleeg de website voor HP-notebooks (www.hp.com/notebooks) voor een lijst met goedgekeurde en geteste pc-kaarten. • Plaats de kaart in een andere computer en controleer of de kaart daarin goed functioneert. • Test de pc-kaart met het programma e-Diagtools. Zie “De hardware testen” op pagina 133. Een I/O-kaart communiceert niet meer naar behoren • Als de notebook-pc in stand-bymodus of slaapstand is geplaatst of is uitgezet, is het mogelijk dat de kaart is gereset. Sluit alle toepassingen, verwijder de kaart en plaats deze opnieuw. Een pc-kaartmodem werkt niet • Schakel de interne modem uit: 1. Klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Systeem. Ga naar het tabblad Hardware en open Apparaatbeheer. 2. Dubbelklik op Modem en dubbelklik vervolgens op de interne modem. 3. Kies bij Apparaatgebruik de optie voor het uitschakelen van de modem.
126
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met de prestaties Voor optimale prestaties met Windows XP moet de computer ten minste 128 MB RAMgeheugen hebben. De computer pauzeert steeds of werkt traag • Dit kan normaal zijn onder Windows. Achtergrondprocessen kunnen de reactietijd vertragen. • Bepaalde achtergrondprocessen (zoals een programma voor het scannen van virussen) kunnen van invloed zijn op de snelheid. • Bepaalde grafische spellen stellen hoge eisen en kunnen de prestaties beïnvloeden. • Druk op Ctrl+Alt+Del om te kijken of er een toepassing is die niet reageert. • Start de notebook-pc opnieuw. • Sommige bestandsbrowsers reageren traag tijdens het verwerken van afbeeldingen of bij het wachten op de time-out van verbroken netwerkverbindingen. • Als het vasteschijfstation van de notebook-pc regelmatig werkt (als de indicator voor het vasteschijfstation op de voorkant van de notebook-pc oplicht) terwijl de pc lijkt te zijn gestopt of langzaam werkt, is deze waarschijnlijk bezig met schrijven naar het wisselbestand van Windows op de vaste schijf van de computer. Als dit vaak gebeurt, kunt u overwegen meer geheugen te installeren. • Controleer de hoeveelheid vrije schijfruimte. Verwijder tijdelijke en overbodige bestanden. De notebook-pc reageert niet • Druk op Ctrl+Alt+Del en beëindig de toepassing die geen reactie meer geeft. • Verschuif de aan/uit-knop en houd de knop ten minste 4 seconden ingedrukt om de computer uit te schakelen en opnieuw op te starten. Druk vervolgens nog eens op de aan/uit-knop om de notebook-pc weer aan te zetten. • Als dit niet helpt, steekt u een pen of een rechtgebogen paperclip in de reset-knop aan de rechterkant van de notebook-pc. Druk vervolgens op de aan-/uitknop om de notebook-pc aan te zetten.
Naslaggids
127
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Problemen met de stroomvoorziening en de batterijen De notebook-pc schakelt zichzelf onmiddellijk uit nadat deze is aangezet • Waarschijnlijk is de batterij bijna leeg. Sluit de netstroomadapter aan of plaats een geladen batterij in het apparaat. De notebook-pc maakt voortdurend piepgeluiden • De notebook-pc piept een aantal keer als de batterij bijna leeg is. (U kunt deze optie instellen in Energiebeheer in het Configuratiescherm.) Sla uw werk op, sluit de notebook-pc onmiddellijk af en plaats een opgeladen batterij of sluit de netstroomadapter aan. De batterij wordt niet opgeladen • Controleer of de netstroomadapter goed is aangesloten op het lichtnet en de notebookpc. De indicator op de adapter moet branden. • Als u een tafelcontactdoos gebruikt, verwijdert u de stekker van de netstroomadapter en sluit u de adapter rechtstreeks aan op een wandcontactdoos. • Zorg ervoor dat de batterij goed op zijn plaats zit. • Plaats de notebook-pc verder weg van een nabije warmtebron. Trek de stekker van de netstroomadapter uit het stopcontact en laat de batterij afkoelen. Als de batterij te heet wordt, wordt deze niet goed opgeladen. • Probeer eventueel een andere batterij en een andere netstroomadapter. De notebook-pc heeft een korte gebruiksduur • Probeer energie te besparen aan de hand van een van de suggesties in “Optimaal gebruikmaken van de batterijen” op pagina 54. • Als u een toepassing uitvoert waarin gegevens automatisch worden opgeslagen (zoals MS Word), schakelt u deze functie uit of verlengt u de tijd voor het automatisch opslaan, zodat de vaste schijf minder vaak wordt benaderd. • Als de werktijd geleidelijk korter is geworden en de batterij meer dan een jaar of twee oud is, moet u waarschijnlijk de batterij vervangen. • Veelvuldig gebruik van de modem kan van invloed zijn op de werktijd van de batterij. • Het gebruik van een pc-kaart kan van invloed zijn op de prestaties van de batterij.
128
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
De resterende batterijduur wordt niet correct aangegeven • De waarde die wordt aangegeven bij Resterende tijd is het resultaat van een schatting op basis van het huidige energieverbruik van de computer. Als u dus de resterende tijd controleert terwijl de notebook-pc flink wordt belast en veel energie verbruikt (bijvoorbeeld wanneer een cd of dvd wordt gelezen), valt de resterende tijd waarschijnlijk lager uit dan in werkelijkheid. Het is namelijk aannemelijk dat u later andere taken zult uitvoeren die minder energie vergen. De stand-bymodus wordt niet automatisch ingeschakeld zoals verwacht • Als u een verbinding met een andere computer hebt, wordt de stand-bymodus niet ingeschakeld als de verbinding actief is. • Als de notebook-pc een bewerking uitvoert, wordt de stand-bymodus gewoonlijk pas ingeschakeld als de bewerking is voltooid. De slaapstand wordt niet automatisch ingeschakeld zoals verwacht • Controleer of ondersteuning voor de slaapstand is ingeschakeld: klik op Start, Configuratiescherm, Prestaties en onderhoud, Energiebeheer. Klik vervolgens op de tab Slaapstand. Controleer ook het tabblad Energiebeheerschema’s. Zorg ervoor dat de time-outs voor de slaapstand voor zowel netvoeding als batterijvoeding niet zijn ingesteld op Nooit.
Problemen met afdrukken Tip
De meeste afdrukproblemen kunt u zelf oplossen met de probleemoplosser voor afdrukken in Windows Help en ondersteuning. Een printer drukt niet af • Controleer of de printer aan staat en papier bevat. • Controleer of u de juiste printerkabel of kabeladapter gebruikt en of de kabel aan beide einden goed is aangesloten. • Controleer of er printerfouten zijn. De linkerkant van de afdruk ontbreekt • Bepaalde toepassingen werken niet goed met 600-dpi-printers. Als u een dergelijke printer gebruikt, probeert u een compatibel stuurprogramma te selecteren voor een 300-dpi-printer. Als u bijvoorbeeld een 600-dpi HP LaserJet-printer gebruikt, kunt u het stuurprogramma voor de HP LaserJet IIIsi (300 dpi) proberen. Naslaggids
129
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Een infraroodprinter drukt niet af • Controleer of de printer aan staat en papier bevat. • Controleer of er printerfouten zijn. • Zorg ervoor dat Windows is gestart; anders is afdrukken via infrarood niet mogelijk. • Zie “Problemen met infrarood” op pagina 117.
Problemen met opstarten De notebook-pc reageert niet wanneer u deze aanzet • Sluit de netstroomadapter aan. • Steek een pen of een rechtgebogen paperclip in de reset-knop aan de rechterkant van de notebook-pc. Druk vervolgens op de aan-/uitknop om de notebook-pc aan te zetten. • Gebruik de touchpad niet terwijl de computer opstart of de stand-bymodus wordt uitgeschakeld. • Als de notebook-pc nog steeds niet reageert, verwijdert u de batterij en de netstroomadapter, evenals de pc-kaart. Vervolgens reset u de notebook-pc met de reset-knop aan de achterkant van de notebook-pc. Plaats de batterij terug en sluit de netstroomadapter aan. Schakel de notebook-pc weer in door op de aan/uit-knop te drukken. • Bel HP voor hulp als u dan nog geen reactie krijgt. De notebook-pc wordt niet opgestart bij gebruik van de batterijvoeding • Controleer of de batterij goed is geplaatst en volledig is opgeladen. Controleer of de batterij voldoende is opgeladen door te klikken op het pictogram voor energiebeheer op de taakbalk of ga naar het onderdeel Energiebeheer in het Configuratiescherm. • Probeer eventueel een andere batterij. De notebook-pc kan niet worden opgestart vanaf het diskettestation • Controleer of het station goed is geïnstalleerd. Zie “Een USB-diskettestation aansluiten” op pagina 92. • Controleer of het diskettestation is ingesteld als het opstartstation. Zie “Het opstartapparaat wijzigen” op pagina 30. 130
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
Het duurt lang voordat de slaapstand wordt uitgeschakeld • Als er een netwerkkaart is geïnstalleerd, kan het een minuut of langer duren voordat de slaapstand wordt uitgeschakeld. Terwijl het besturingssysteem stuurprogramma’s laadt en de hardware en de netwerkverbindingen controleert, knippert de cursor op het beeldscherm. Zodra de hardware opnieuw is geïnitialiseerd, verschijnt het bureaublad van Windows weer.
Problemen met het in- en uitschakelen van de stand-bymodus Het duurt lang voordat de stand-bymodus wordt uitgeschakeld • Als er een netwerkkaart is geïnstalleerd, kan het een minuut of langer duren voordat de stand-bymodus wordt uitgeschakeld. Terwijl het besturingssysteem stuurprogramma’s laadt en de hardware en de netwerkverbindingen controleert, knippert de cursor op het beeldscherm. Zodra de hardware weer is geïnitialiseerd, verschijnt het bureaublad van Windows. Algemene problemen bij het uitschakelen van de stand-bymodus of slaapstand • Sluit alle toepassingen voordat u de stand-bymodus of slaapstand inschakelt. • Als de problemen optraden nadat u nieuwe software had geïnstalleerd (met inbegrip van stuurprogramma’s, bijvoorbeeld voor een printer), verwijdert u de software in kwestie. Neem contact op met de leverancier van de software of het apparaat voor meer ondersteuning.
Problemen met draadloze communicatie Problemen met draadloze communicatie • Controleer of het statuslampje brandt. • Zie “Problemen met het LAN” op pagina 119. U kunt geen verbinding maken met een andere computer in de Mijn netwerklocaties • Wacht een paar minuten en druk vervolgens op F5 om de lijst met computers in het netwerk te vernieuwen. • Klik op Start, Zoeken om de computer te zoeken.
Naslaggids
131
Problemen oplossen en onderhoud Assistentie voor uw notebook-pc
U kunt geen verbinding maken met een bepaalde computer in het netwerk • Controleer of de netwerkverbinding van de computer in orde is. • Controleer of TCP/IP correct is geconfigureerd voor het netwerk: klik op Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen, Netwerkverbindingen. Vraag uw systeembeheerder naar de juiste instellingen. Als de 802.11b-verbinding wordt verbroken • Druk op de blauwe LED-knop aan de linkerkant van de notebook-pc, wacht 5 seconden en druk opnieuw op de knop om de verbinding opnieuw tot stand te brengen. • Verplaats u dichter naar het toegangspunt (ingeval van een infrastructuurverbinding) of een andere draadloze computer (ingeval van een ad hoc verbinding). Het pictogram voor de draadloze verbinding op de taakbalk is rood • Controleer of u de juiste SSID- en kanaalinstellingen gebruikt. Klik op het pictogram voor de draadloze verbinding op de taakbalk en selecteer Advanced Configuration (Geavanceerde configuratie). Vraag uw systeembeheerder naar de juiste instellingen. • Controleer of u zich binnen het bereik bevindt van een toegangspunt (ingeval van een infrastructuurverbinding) of een andere draadloze computer (ingeval van een ad hoc verbinding). U hebt verbinding, maar het netwerk is traag • Controleer of u zich in een gebied met meerdere draadloze LAN’s bevindt. In dat geval is het mogelijk dat de LAN’s storingen bij elkaar veroorzaken. • Verplaats u dichter naar het toegangspunt (ingeval van een infrastructuurverbinding) of een andere draadloze computer (ingeval van een ad hoc verbinding). Het is mogelijk dat de afstand te groot is voor snelle communicatie. • Beëindig de activiteiten van USB-apparaten die bezig zijn met een grote gegevensoverdracht of verlaag de overdrachtssnelheid in de toepassingsinstellingen.
132
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud De hardware testen
De hardware testen Met het hardwarediagnoseprogramma e-Diagtools dat bij uw notebook-pc wordt geleverd, kunt u de hardware op twee manieren testen: • Automatisch, met behulp van de basistest voor hardware. • Geavanceerd, met behulp van afzonderlijke hardwaretests. Voordat u deze tests uitvoert, moet u het systeem opnieuw opstarten. Op die manier brengt u de notebook-pc in een voorspelbare toestand, zodat het diagnoseprogramma de hardwarecomponenten naar behoren kan testen. Er gaat geen informatie verloren tijdens de tests. Alle instellingen van de notebook-pc blijven intact. Wanneer u het diagnoseprogramma afsluit, wordt de notebook-pc opnieuw opgestart zodat de stuurprogramma’s geladen kunnen worden.
Diagnostische tests uitvoeren met e-Diagtools Basistests uitvoeren en de resultaten documenteren 1. Klik in Windows op Start, Programma’s (of Alle programma’s), Hewlett-Packard, Notebook, HP e-Diagtools, HP e-Diagtools for Windows. 2. Klik op Support Ticket en klik vervolgens op Update. Er wordt nieuw hardwareprofiel (support ticket) gemaakt. 3. Wanneer een dialoogvenster wordt weergegeven over het opnieuw opstarten van de notebook-pc, sluit u alle bestanden en programma’s en klikt u op Ja. Het hardwareprofiel (support ticket) bekijken 1. Klik in Windows op Start, Programma’s (of Alle programma’s), Hewlett-Packard, Notebook, HP e-Diagtools, HP e-Diagtools for Windows. 2. Klik op View (Weergeven) om het hardwareprofiel weer te geven. 3. Als u informatie over het probleem wilt toevoegen, klikt u op Comments (Opmerkingen) en typt u de informatie. Klik vervolgens op OK. Druk het hardwareprofiel af met print of sla het op met Save As. Klik op e-Mail als u het hardwareprofiel per e-mail wilt verzenden naar de technische ondersteuning. Wanneer u voor het eerst een e-mailverbinding vanuit dit programma maakt, klikt u op Change Settings (Instellingen wijzigen) in het venster Connect (Verbinden) en typt u de instellingen die u van de technische dienst hebt ontvangen. Naslaggids
133
Problemen oplossen en onderhoud De hardware testen
Geavanceerde tests uitvoeren op specifieke hardware 1. Start de notebook-pc opnieuw op: klik op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten. 2. Druk wanneer het HP-logo verschijnt op F10 om de diagnose te starten. 3. Druk op F2 om e–Diagtools te starten wanneer het menu verschijnt. De eerste keer dat u dit programma uitvoert, moet u de taal voor het programma kiezen. 4. Controleer in het scherm Configuration Description (Configuratiebeschrijving) de lijst van aangetroffen hardware. 5. Voer de standaardtest uit. Druk op F2 om de standaardtest van de hardware te starten. De resultaten worden afgebeeld zodra de test is voltooid. 6. Druk op F2 om het scherm voor geavanceerde tests te openen. 7. Selecteer met de pijltoetsen de test die u wilt uitvoeren, en druk op ENTER. De tests worden alleen afgebeeld voor gesignaleerde hardware. 8. Druk op F2 om de geselecteerde tests uit te voeren en voeg de resultaten toe aan de Support Ticket. 9. Druk F12 om de geselecteerde tests uit te voeren in een lus totdat u op ESC drukt. Wanneer geavanceerde tests in een lus worden uitgevoerd, worden niet onmiddellijk alle tests stopgezet wanneer u op ESC drukt. 10. Druk op F2 na het uitvoeren van de tests om terug te keren naar het scherm voor geavanceerde tests, druk op F4, om het hardwareprofiel (Support Ticket) weer te geven of druk op F3 om het programma af te sluiten. Met e-Diagtools voor Windows kunt u de versie van e-Diagtools op de vaste schijf van de computer bijwerken. Gebruik het menu e-Diagtools in e-Diagtools voor Windows. Als u problemen ondervindt bij het uitvoeren van e-Diagtools op de vaste schijf, kunt u dit programma ook uitvoeren vanaf de cd of dvd voor productherstel. Start de computer op vanaf de cd 1 en kies de optie Diagnostics (Diagnose).
134
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud De notebook-pc configureren
De notebook-pc configureren U voert het configuratieprogramma voor het BIOS als volgt uit Het configuratieprogramma voor het BIOS (Basic Input and Output System) is een hulpprogramma waarmee u wijzigingen in de systeemconfiguratie van de notebook-pc kunt aanbrengen en de werking van de pc naar wens kunt aanpassen. De instellingen in het configuratieprogramma voor het BIOS hebben in het algemeen betrekking op de werking van de hardware van de computer en hebben daarom een grote invloed op de werking van de notebook-pc. 1. Start de notebook-pc opnieuw op: klik op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten. 2. Wanneer het HP-logo verschijnt, drukt u op F2 om het configuratieprogramma voor het BIOS te activeren. 3. De aanwijsmechanismen zijn niet actief in configuratieprogramma voor het BIOS, zodat u met het toetsenbord moet navigeren: • Met de cursortoetsen Pijl naar links en Pijl naar rechts kunt u naar een ander menu gaan. • Met de cursortoetsen Pijl omlaag en Pijl omhoog kunt u door de parameters in een menu schuiven. • Druk op Enter om het dialoogvenster voor de parameter te openen of om de parameter te selecteren. • Met de Tab-toets of de cursortoetsen Pijl naar links en Pijl naar rechts kunt u door een dialoogvenster bewegen. • Met de cursortoetsen Pijl omlaag en Pijl omhoog kunt u door de verschillende waarden voor een optie bladeren. • Druk op de Enter-toets om de instellingen te accepteren en het dialoogvenster te sluiten. 4. Als u de gewenste opties hebt geselecteerd, kunt u het configuratieprogramma voor het BIOS afsluiten via het menu Exit.
Naslaggids
135
Problemen oplossen en onderhoud De notebook-pc configureren
In de volgende tabellen vindt u een beschrijving van de instellingen voor BIOS versie 1.00. Als u een andere BIOS-versie hebt, kunnen sommige instellingen anders zijn of ontbreken. Menu Main Instelling
Beschrijving
Standaardwaarde
BIOS Revision
De huidige BIOS-versie.
Wordt automatisch herkend.
Service ID (Born On Date)
Vermeldt een id voor reparatieservice.
Wordt automatisch herkend.
Serial Number
Toont het serienummer zoals vermeld op aan de achterkant van het apparaat.
Wordt automatisch herkend.
UUID Number
Vermeldt de waarde van het 16-bits UUID (Universally Unique ID) als 32 hexadecimale tekens.
Wordt automatisch herkend.
Product Family
De productfamilie.
Wordt automatisch herkend.
System Time
De tijd in de 24-uurs notatie. De ingestelde waarden zijn onmiddellijk van kracht.
System Date
Hiermee stelt u de datum in volgens de notatie dd/mm/jj (behalve in het Engels, dan wordt mm/dd/jj gebruikt).
Internal Hard Disk
Het type van de vaste schijf en diverse parameters.
Wordt automatisch herkend.
Extended Memory
De grootte van het extended memory.
Wordt automatisch herkend.
LCD Status Panel Display
Hiermee schakelt u het statusvenster aan de voorkant van de notebook-pc in.
Enabled (Ingeschakeld)
LCD Status Panel Date Format
De datumnotatie in het statusvenster.
mm/dd/yy
LCD Status Panel Time Format
De tijdnotatie in het statusvenster.
hh:mm AM/PM
Language
Hiermee wordt de taal voor de BIOS-menu's ingesteld.
English (US) (Engels V.S.)
136
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud De notebook-pc configureren
Menu Security Instelling
Beschrijving
Standaardwaarde
User Password is
Geeft het gebruikerswachtwoord weer als dat is ingesteld.
Leeg
Administrator Password is
Geeft het beheerderswachtwoord weer als dat is ingesteld.
Leeg
Set User Password
Druk op ENTER als u het gebruikerswachtwoord wilt instellen, wijzigen of wissen. Het wachtwoord mag uit maximaal 8 tekens bestaan (0-9, A-Z) en mag geen speciale tekens of accenttekens bevatten.
Enter
Set Administrator Password
Druk op ENTER als u het beheerderswachtwoord, waarmee de instellingen van BIOS Setup worden beveiligd, wilt instellen, wijzigen of wissen. Het wachtwoord mag uit maximaal 8 tekens bestaan (0-9, A-Z) en mag geen speciale tekens of accenttekens bevatten.
Enter
Password Required to Boot
Geeft aan of een gebruikerswachtwoord verplicht is bij het opstarten van de computer. Het beheerderswachtwoord is nodig om deze instelling te wijzigen.
Disabled (Uitgeschakeld)
Menu Boot Instelling
Beschrijving
Standaardwaarde
Hard Drive CD-ROM/DVD USB Floppy Network Boot
Vermeldt de volgorde van opstartapparaten. Verplaats de vermeldingen om de volgorde te wijzigen. Network Boot maakt opstarten zonder schijf vanaf een netwerkserver mogelijk.
1. Hard Drive (vaste schijf) 2. CD-ROM/DVD 3. USB Floppy (USB-diskette) 4. Built-in LAN (ingebouwd LAN)
Naslaggids
137
Problemen oplossen en onderhoud De notebook-pc configureren
Menu Exit Instelling
Beschrijving
Save Changes and Exit
De wijzigingen worden opgeslagen, Setup wordt afgesloten en het systeem wordt opnieuw opgestart.
Discarding Changes
Alle wijzigingen die zijn aangebracht nadat de laatste wijzigingen zijn opgeslagen, worden genegeerd, Setup wordt afgesloten en het systeem wordt opnieuw opgestart. Heeft geen invloed op wijzigingen in wachtwoord, datum of tijd.
Get Default Values
De standaardinstellingen worden hersteld en u blijft in Setup. Heeft geen invloed op wijzigingen in wachtwoord, datum of tijd.
138
Naslaggids
Standaardwaarde
Problemen oplossen en onderhoud Software opnieuw installeren en bijwerken
Software opnieuw installeren en bijwerken Gebruik de cd’s of dvd’s voor productherstel om de originele fabriekssoftware te herstellen op uw notebook-pc. Op de cd’s of dvd’s voor productherstel vindt u ook specifieke Windowsstuurprogramma’s voor uw notebook-pc waarmee u een aangepast systeem kunt configureren. U vindt stuurprogramma’s op de volgende locaties: • Op de vaste schijf van de notebook-pc onder C:\hp\Drivers. • Op de cd of dvd voor productherstel onder \hp\Drivers. • Op de website van HP Business Support (www.hp.com/go/bizsupport). Op deze website vindt u de nieuwste updates van stuurprogramma’s voor verschillende besturingssystemen.
De fabrieksinstallatie van de vaste schijf herstellen Met de cd’s of dvd’s voor productherstel kunt u de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van de software op de vaste schijf van de notebook-pc herstellen. Op dezelfde manier kunt u ook een grotere partitie voor hulpprogramma’s maken op de vaste schijf of op een nieuwe vaste schijf. De verborgen partitie voor hulpprogramma’s bevat de diagnostische tests van e-Diagtools en slaapstandgegevens voor besturingssystemen die geen slaapstand kennen. WAARSCHUWING
Met deze procedure wordt het vasteschijfstation van de notebook-pc geformatteerd en worden alle gegevens op de schijf gewist. Na het formatteren moet u alle toepassingen opnieuw installeren. Onderbreek de onderstaande procedure niet en ontkoppel de netstroomadapter niet voordat de procedure is voltooid. 1. Belangrijk: maak een reservekopie van alle gegevens op de vaste schijf. Aan de hand van de volgende stappen verwijdert u alle gegevens van de schijf. 2. Sluit de netstroomadapter aan op de notebook-pc. 3. Plaats de cd (schijf 1) of dvd voor productherstel in het dvd/cd-rw-station. Als de notebook-pc niet is ingeschakeld, gebruikt u een speld of een rechtgebogen paperclip om de schakelaar van het station in te drukken en het station te openen.
Naslaggids
139
Problemen oplossen en onderhoud Software opnieuw installeren en bijwerken
4. Schakel de notebook-pc in of start deze opnieuw op. Als de notebook-pc actief is, klikt u op Start, Computer uitschakelen, Opnieuw opstarten. 5. Wanneer het HP-logo verschijnt, drukt u op ESC om naar het opstartmenu te gaan. 6. Selecteer met behulp van de pijltoetsen het dvd/cd-rw-station als het opstartstation en druk op Enter. 7. Volg de aanwijzingen op het beeldscherm wanneer het dialoogvenster van de cd of dvd voor productherstel verschijnt. Accepteer desgevraagd de aanbevolen partitiegrootte. Als u de fabriekssoftware installeert, kan dit wel 15 minuten duren. Als u de partitie voor hulpprogramma’s wilt maken zonder de fabriekssoftware te installeren, klikt u op Advanced (Geavanceerd) en geeft u aan dat u niet het hele besturingssysteem wilt installeren. Als de vaste schijf diverse stations op verschillende partities bevat, kunt u de fabriekssoftware installeren op station C zonder dat u de andere stations wijzigt. Klik op Advanced en geef aan dat alleen partitie C moet worden hersteld. 8. Belangrijk: Druk, wanneer u gevraagd wordt de notebook-pc opnieuw op te starten, op Ctrl+Alt+Del en volg eventuele aanwijzingen op het beeldscherm. U vindt meer informatie over het herstellen van de fabrieksinstellingen van Windows op de cd’s of dvd’s voor productherstel: het bestand Readme.txt staat in de hoofddirectory van elke cd. Opmerking
Windows XP ondersteunt het NTFS-bestandssysteem.
Beschadigde cd’s of dvd’s voor productherstel vervangen Als u de cd’s of dvd’s voor productherstel kwijtraakt of als deze beschadigd zijn, belt u het HP Customer Care Center voor informatie over het vervangen van deze cd’s. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145.
140
Naslaggids
Problemen oplossen en onderhoud Software opnieuw installeren en bijwerken
Het BIOS van de notebook-pc bijwerken Bij Hewlett-Packard verschijnen regelmatig updates voor het BIOS van de notebook-pc. Deze vergroten de mogelijkheden van uw systeem. Raadpleeg de website HP Business Support (www.hp.com/go/bizsupport). Bij deze updates worden installatieprogramma’s en instructies meegeleverd.
Windows-stuurprogramma’s bijwerken HP geeft regelmatig bijgewerkte versies uit van de stuurprogramma’s voor uw notebookpc. Deze updates worden uitgegeven om eventuele problemen in de stuurprogramma’s op te lossen en om ervoor te zorgen dat uw notebook-pc probleemloos blijft werken. Daarnaast verschaft HP normaal gesproken ook stuurprogramma’s voor andere versies van Microsoft Windows, voor het geval u een andere versie van Windows hebt geïnstalleerd. • U kunt de nieuwste stuurprogramma’s voor uw notebook-pc downloaden van www.hp.com/go/bizsupport. Volg de instructies van de stuurprogramma’s.
Naslaggids
141
HP-service en -ondersteuning
Naslaggids
143
HP-service en -ondersteuning Assistentie voor uw notebook-pc
Assistentie voor uw notebook-pc Hulp via het web HP stelt via het Internet diverse websites beschikbaar met informatie voor gebruikers van HP Notebook-computers. • HP Instant Support Als u on line technische ondersteuning nodig hebt voor uw notebook-pc, klikt u op Start, Help en ondersteuning (of Alle programma’s), HP Instant Support. • Website van HP Business Support Ondersteuning per e-mail en telefoon, technische informatie en software-updates. www.hp.com/go/bizsupport • Website HP Notebook Computers Hier kunt u terecht voor het laatste nieuws over technische ondersteuning, inclusief informatie over garantie en ondersteuningsprogramma’s. www.hp.com/notebooks
144
Naslaggids
HP-service en -ondersteuning Assistentie voor uw notebook-pc
Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning Tijdens de garantieperiode kunt u gratis de hulp inroepen van de HP Customer Care Centers (u betaalt uitsluitend de telefoonkosten). Tijdens de periode van gratis ondersteuning beantwoordt HP uw vragen over: • De toepassingen en besturingssystemen op uw notebook-pc • De door HP voorgeschreven werkomgeving en gebruiksvoorwaarden voor de computer • Accessoires en upgrades van HP, basiswerking en probleemoplossing HP kan u niet van dienst zijn bij vragen die betrekking hebben op: • Hardware, software of besturingssystemen die niet afkomstig zijn van HP, niet bedoeld zijn voor of meegeleverd zijn met het product of niet volgens de regels zijn gebruikt. • Het zelf repareren van het product • Productontwikkeling of aangepaste installaties • Adviezen Als u contact wilt opnemen met het HP Customer Care Center, bezoekt u de website HP Business Support (www.hp.com/go/bizsupport) en klikt u op “Contact HP”. Hier vindt u een e-mailadres van het Customer Care Center en een lijst met actuele telefoonnummers. Als uw notebook-pc normaal gesproken niet door HP wordt verkocht in het land of de regio van gebruik, moet u contact opnemen met een Customer Care Center dat ondersteuning biedt voor uw notebookmodel. Op dit moment wordt alleen service en ondersteuning geboden in de volgende landen/regio’s: Pavilion-notebooks (beperkt tot de volgende landen) Verenigde Staten:
+1 (970) 635-1000
Frankrijk:
+33 (0) 1 43 62 34 34
Verenigd Koninkrijk:
+44 (0) 207 512 52 02
Naslaggids
145
HP-service en -ondersteuning Assistentie voor uw notebook-pc
Omnibook-notebooks Noord-Amerika
Afrika/Midden-Oosten
Verenigde Staten
+1 (970) 635-1000
Canada
+1 (905) 206-4663
Latijns-Amerika
Algerije, Marokko
+212-22404747
en Tunesië (Frans) Egypte
+202-7956222
Mexico-Stad
+52-58-9922
Israël
+972 (0) 9-952-4848
Mexico (buiten MexicoStad)
+01-800-472-6684
Verenigde Arabische Emiraten (Arabisch/Engels)
+971-4-883-8454
Puerto Rico
+1-877-2320-589
Zuid-Afrika (in RZA)
+086-000-1030
Zuid-Afrika (buiten RZA)
+27-11-258-9301
Zuid-Amerika Argentinië
+0810-555-5520
Brazilië (São Paulo)
+(11) 3747-7799
Brazilië (buiten São Paulo)
+0800-15-7751
Europa België (Nederlands)
+32 (0) 2-626-8806
Chili
+800-360-999
België (Frans)
+32 (0) 2-626-8807
Colombia
+9-800-11-4726
Denemarken (Deens/Zweeds)
+45-39-29-4099
Peru
+0-800-10111
Duitsland
+49 (0) 180-52-58-134
Venezuela
+800-477-7777
Engels (buiten het Verenigd Koninkrijk)
+44 (0) 207-512-52-02
Finland (Zweeds/Engels)
+358 (0) 203-47-288
Azië/Stille oceaan Australië
+61-3-8877-8000
Frankrijk
+33 (0) 1-43-62-34-34
Filippijnen
+63-2-867-3551
Griekenland
+30 (1) 60-73-603
Hong Kong
+852 800 96 7729
Hongarije
+36 (0) 1-382-1111
India
+1-600-112267
Ierland
+353 (0) 1-662-5525
Indonesië
+62-21-350-3408
Italië
+39-02-264-10350
Japan (Navi. Dial)
+0570-000-510
Nederland
+31 (0) 20-606-8751
Japan (als Navi. Dial)
+03-5344-7181
Noorwegen
+47-22-11-6299
(Noors/Zweeds)
Korea (Seoul)
+82-2-3270-0700
Korea (buiten Seoul) Maleisië (Penang) Maleisië (buiten Penang)
146
Oekraïne
+7 (380-44) 490-3520
+080-999-0700
Oostenrijk (Duits)
+43-810006080
+60-3-2695-2566
Polen
+48-22-865-98-00
+03-2695-2566
Portugal
+351-21-317-6333
Naslaggids
HP-service en -ondersteuning Assistentie voor uw notebook-pc
Nieuw Zeeland
+64-9-356-6640
Republiek Tsjechië
+42 (0) 2-6130-7310
Singapore
+65-272-5300
Roemenië
+40 (1) 315-44-42
Taiwan
+0800-010055
Rusland (Moskou)
+7-095-797-3520
Thailand
+66-2-661-4000
Rusland (St. Petersburg)
+7-812-346-7997
Vietnam
+84 (0) 8-823-4530
Spanje
+34-902-321-123
Volksrepubliek China
+800-810-5959
Turkije
+90-216-579-71-71
Verenigd Koninkrijk
+44 (0) 207-512-52-02
Zweden
+46 (0) 8-619-2170
Zwitserland
+41 (0) 848-80-11-11
Neem voordat u contact met ons opneemt even de tijd om de volgende gegevens te noteren. Op die manier kunnen we u optimaal van dienst zijn. • De typeaanduiding en het serienummer van uw notebook-pc • Het besturingssysteem dat op uw notebook-pc is geïnstalleerd • De berichten die werden weergegeven toen het probleem zich voordeed • Eventuele wijzigingen met betrekking tot de notebook-pc, software, verwante hardware of accessoires voordat het probleem zich voordeed. Kunt u het probleem reproduceren?
Reparatieservice Als de notebook-pc normaal gesproken niet door HP in het land of de regio van gebruik wordt verkocht, moet deze voor service worden geretourneerd naar een land of regio waarin de notebook wel wordt verkocht en ondersteund. De notebook-pc valt onder de garantie. Als u van de reparatieservice voor Omnibookof Pavilion-notebooks gebruik wilt maken, neemt u contact op met een erkende HPleverancier of met het HP Customer Care Center. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145. De ondersteuningstechnicus zal controleren of uw systeem voor deze service in aanmerking komt aan de hand van de geldende garantiebepalingen en de datum van aankoop, en de reparatie voor u regelen. De verzendkosten, administratiekosten, belastingen en de kosten van het transport naar en van de werkplaats kunnen onder de garantie vallen.
Naslaggids
147
HP-service en -ondersteuning Assistentie voor uw notebook-pc
Opmerking
Voor uw HP notebook-pc wordt ondersteuning en service geboden in bepaalde landen. Op dit moment wordt alleen ondersteuning geboden in het land of de regio waarin u de notebook-pc hebt gekocht. Als u zich buiten het land of de regio bevindt waar u de notebook hebt gekocht, zijn de kosten van verzending van de notebook naar het erkende HP-servicecentrum in het land van aankoop voor uw rekening. Als u nog vragen hebt met betrekking tot de ondersteuning, neemt u contact op met het Customer Care Center. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145. De notebook-pc valt niet meer onder de garantie. Neem contact op met een erkende HP-leverancier of met HP Customer Care Center. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning ” op pagina 145. De serviceverlener geeft u informatie over de reparatie en de kosten.
148
Naslaggids
HP-service en -ondersteuning Assistentie voor uw notebook-pc
De notebook-pc gereedmaken voor verzending Zie “Reparatieservice” hierboven om te bepalen of u de notebook-pc wilt opsturen ter reparatie. Als dat het geval is, maakt u de notebook-pc als volgt gereed voor verzending. 1. Belangrijk: maak een reservekopie van de gegevens op het vasteschijfstation. Het kan zijn dat de vaste schijf moet worden vervangen of opnieuw moet worden geformatteerd in verband met de reparatie. 2. Hewlett-Packard kan niet garanderen dat losse onderdelen worden geretourneerd. Verwijder de volgende onderdelen voordat u de notebook-pc verzendt: • Pc-kaarten. • Een netstroomadapter en netsnoer. • Alle verwisselbare media, zoals cd’s, dvd-schijven of diskettes • Alle hardware die niets met het probleem te maken heeft en niet hoeft te worden gerepareerd 3. Gebruik de originele verpakking van het product of een andere stevige verpakking wanneer u de notebook-pc naar Hewlett-Packard verzendt, ten einde schade tijdens het vervoer te voorkomen. Opmerking
Als het vasteschijfstation defect is, ontvangt u een vervangend station dat niet is geformatteerd of waarop ter verificatie software is opgeslagen. U moet de oorspronkelijke software van de notebook-pc herstellen met behulp van de cd's of dvd’s voor productherstel (zie “De fabrieksinstallatie van de vaste schijf herstellen” op pagina 139) of op een andere manier.
Naslaggids
149
HP-service en -ondersteuning Verklaring van beperkte garantie van Hewlett-Packard
Verklaring van beperkte garantie van Hewlett-Packard 1. HP garandeert u, de klant en eindgebruiker, dat de hardware, accessoires en benodigdheden die door HP zijn geleverd, vrij zijn van gebreken wat betreft materiaal en vakmanschap, vanaf de aankoopdatum voor de periode die is aangegeven in de onderstaande tabel Warranty Duration. Op de notebooks uit de HP Pavilion- en HP Omnibook XE-serie berust standaard een garantie van één jaar. Raadpleeg de tabel Warranty Duration voor meer informatie. Als HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gesteld van dergelijke gebreken, zal HP, naar eigen keuze, producten die gebreken blijken te bevatten, repareren of vervangen. De vervangende producten kunnen nieuw zijn of gelijkwaardig in prestatie aan nieuwe producten. 2. HP garandeert u dat de software van HP bij juiste installatie en juist gebruik niet zal weigeren de bijbehorende programmeringsinstructies uit te voeren, ten gevolge van gebreken wat betreft materiaal en vakmanschap, vanaf de aankoopdatum voor de periode die is aangegeven in de onderstaande tabel Garantieduur. Als HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gesteld van dergelijke gebreken, zal HP de software die de bijbehorende programmeringsinstructies niet uitvoert, vervangen. 3. HP garandeert niet dat de werking van HP-producten ononderbroken en zonder fouten plaatsvindt. Als HP niet binnen een redelijk tijdsbestek in staat is een product dat onder de garantie valt, te repareren of te vervangen, hebt u recht op terugbetaling van de aankoopprijs na prompte retournering van het product. 4. De beperkte garantie van HP is van toepassing in elk land waarin HP ondersteuning biedt voor dit product en waarin HP dit product op de markt heeft gebracht. De garantieservice die wordt verleend kan per land verschillen, afhankelijk van de geldende standaarden. HP zal de vorm of functionaliteit van het product niet aanpassen om het te kunnen gebruiken in een land of de regio waarin het wegens wettelijke bepalingen en voorschriften nooit uitgebracht zal worden. 5. De garantie is niet van toepassing op gebreken die het gevolg zijn van (a) onjuist of onnauwkeurig onderhoud of onjuiste of onnauwkeurige kalibratie, (b) software, interfacing, onderdelen of benodigdheden die niet door HP zijn geleverd, (c) onrechtmatige wijzigingen of misbruik, (d) gebruik buiten de gepubliceerde omgevingsspecificaties die voor het product gelden of (e) onjuiste voorbereiding van de locatie of onvoldoende onderhoud.
150
Naslaggids
HP-service en -ondersteuning Verklaring van beperkte garantie van Hewlett-Packard
6. VOOR ZOVER TOEGESTAAN ONDER TOEPASSELIJK RECHT, ZIJN DE BOVENSTAANDE GARANTIES EXCLUSIEF EN WORDT GEEN ENKELE ANDERE GARANTIE OF VOORWAARDE, SCHRIFTELIJK OF MONDELING, UITDRUKKELIJK NOCH IMPLICIET, VERLEEND, DAARONDER MET NAME MEDE BEGREPEN IMPLICIETE GARANTIES OF VOORWAARDEN BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In sommige landen, staten of provincies is het niet toegestaan de duur van de impliciete garantie te beperken. Het is daarom mogelijk dat de bovenstaande beperkingen en uitsluitingen niet voor u gelden. Deze garantie geeft u specifieke wettelijke rechten en het is mogelijk dat u ook andere rechten hebt. Deze rechten variëren van per land of regio, per staat of per provincie. 7. VOOR ZOVER IS TOEGESTAAN ONDER TOEPASSELIJK RECHT, ZIJN DE VERHAALSMOGELIJKHEDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN UITSLUITENDE VERHAALSMOGELIJKHEDEN. MET UITZONDERING VAN DE BOVENSTAANDE BEPALINGEN, ZIJN HP EN ZIJN LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL AANSPRAKELIJK VOOR VERLIES VAN GEGEVENS OF VOOR DIRECTE, SPECIALE, BIJKOMENDE, INDIRECTE (WAARONDER WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, HETZIJ GEGROND DOOR CONTRACT, ONRECHTMATIGE DADEN OF ANDERSZINS. In sommige landen, staten of provincies is uitsluiting of beperking van bijkomende of indirecte schade niet toegestaan. Het is dus mogelijk dat bovenstaande beperking of uitsluiting niet voor u van toepassing is. DE GARANTIEBEPALINGEN IN DEZE VERKLARING, BEHALVE VOOR ZOVER TOEGESTAAN ONDER TOEPASSELIJK RECHT, BETEKENEN GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF WIJZIGING VAN, MAAR ZIJN EEN AANVULLING OP DE VERPLICHTE, WETTELIJK OPGELEGDE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U. Product
Duur van beperkte garantie
HP Notebook met “1YR” of vergelijkbare aanduiding op het serienummerlabel
1 jaar of aangegeven aantal jaren.
HP Notebook met “90D” of vergelijkbare aanduiding op het serienummerlabel
90 dagen of aangegeven aantal dagen.
HP Notebook-accessoires en batterijen
1 jaar.
Niet van HP afkomstige accessoires, Door HP gedistribueerde accessoires die niet van HP afkomstig zijn
Niet gegarandeerd door HP. Raadpleeg garantiebepalingen van de fabrikant.
HP-software, Microsoft-software
90 dagen.
Naslaggids
151
Naslaggegevens
Naslaggids
153
Naslaggegevens Hardwarespecificaties
Hardwarespecificaties Omdat we onze producten voortdurend verbeteren, zijn de volgende specificaties aan veranderingen onderhevig. Bezoek de website voor HP-notebooks (www.hp.com/notebooks) voor de nieuwste specificaties. Fysieke kenmerken
Processor en busarchitectuur
Grafische kenmerken
Afmetingen: 14.1-inch modellen: 330 × 278,3 mm (12,99 × 10,94 inch). 15-inch modellen: 330 × 278,3 mm (12,99 × 10,94 inch). De dikte is niet overal gelijk. Het gewicht hangt af van de configuratie, onderdelen van derde fabrikanten en het toegepaste productieproces. Minimumgewicht (14.1-inch model): 2.7 kg. Intel Mobile Pentium 4-processor (1.7, 1,8 MHz en hoger) met SpeedSteptechnologie (bepaalde modellen). Intel Pentium 4c-processor (1,6 GHz) zonder SpeedStep-technologie (bepaalde modellen). Intel Celeron-processor (1,5 GHz en hoger) (bepaalde modellen). 14.1/15-inch XGA (1024x768) of 15-inch SXGA+ (1400x1050) TFT LCDbeeldscherm. Grafische versneller ATI Mobility Radeon, te configureren voor 16 of 32 MB DDR grafisch geheugen, 4x AGP grafische mogelijkheid. Ondersteunt 16 miljoen kleuren en OpenGL-afbeeldingen. Ondersteunt hardwareversnelling voor MPEG. Beeldschermstuurprogramma ondersteunt MPEG2-overlay. Ondersteunt LCD+CRT of LCD + TV (dual view). Afzonderlijk videogeheugen. Ondersteunt NTSC- en PAL-tv. Dual display voor LCD en externe monitor of tv. Externe kleurondersteuning: minimaal 640 x 480, maximaal 1600 x 1200 x 32 bits beeldschermresolutie.
Voeding
Oplaadbare Lilon-batterij met 8 cellen: 14,8 V, 3900 mAH of 4200 mAH. Levensduur batterij: maximaal 2.5 uur bij normaal gebruik (afhankelijk van gebruik en model). Batterij opladen (100%): ongeveer 3 uur als het systeem is uitgeschakeld (afhankelijk van model). Waarschuwing bij lage batterijspanning: Stand-bymodus en slaapstand. Universele netstroomadapter: 100–240 Vac (50/60 Hz) input, 19 Vdc output, 75 W, 3.95-amp, 387.5 g, 127.3 mm x 51.5 mm x 29.3 mm.
Opslagcapaciteit
Verwisselbaar IDE-vasteschijfstation van 20 tot 60 GB.
Cd/dvd-station
8X dvd of 24X8X24X8 dvd/cd-rw (of hoger) verwisselbaar station.
154
Naslaggids
Naslaggegevens Hardwarespecificaties
RAM-geheugen
Twee sleuven voor DDR SDRAM-uitbreiding (PC-2100) tot maximaal 2x512 MB. 266-MHz RAM-bus voor MP-chipset en 512 MB (2*256 MB) voor MZ-chipset.
Audiosysteem
DirectSound. Ondersteuning voor het afspelen van MIDI-audio. 16-bits, full duplex-stereogeluid via twee ingebouwde luidsprekers met geïntegreerde akoestische kamers. 1.5 W per kanaal, 64 registers. Geïntegreerde microfoon. Polk Audio op 15-inch modellen. Knoppen voor uitzetten geluid en volumeregeling (bepaalde modellen). Cd-speler (kan worden afgespeeld als de notebook-pc stand-by, in slaapstand of uitgeschakeld is). 3D-enhanced audio.
Communicatie
56 Kpbs Ambit-modem. Voorzien van 10/100 LAN.
Toetsenbord en aanwijsmechanismen
QWERTY-toetsenbord met 87/88/91 toetsen, 101/102-toetsensimulatie. Geïntegreerd numeriek toetsenblok. 12 functietoetsen (Fn). 5 instelbare snelknoppen. Touchpad met vergrendelknop en aan/uit-indicator. Linker- en rechterklikknop, scrollpad.
Draadloos LAN (bepaalde modellen)
Radio: IEEE 802.11b, compatibel met WECA Wi-Fi, Direct-Sequence SpreadSpectrum. Actieve frequentie: 2,5-GHz ISM-band, frequenties en kanalen verschillen per land. Snelheid van onbewerkte gegevens: 1, 2, 5,5 of 11 Mbps. Zendvermogen: standaard 15 dBm (ong. 30 mW), maximaal 16 dBm (ong. 40 mW). Gevoeligheid ontvanger: –84 dBm bij normaal gebruik. Bereik: maximaal 100 m of verder, afhankelijk van de omgeving en omstandigheden. Aan/uit-knop en –indicator. Mini-PCI-interface.
Invoer/uitvoer
2 USB-poorten (Universal Serial Bus). 15-pins VGA-videouitgang (blauw) met DDC-ondersteuning (Resolutie maximaal 1600 × 1200 bij 64.000 of 16 miljoen kleuren, vernieuwingsfrequentie tussen 60 en 85 Hz, afhankelijk van resolutie en kleurdiepte). RJ-11-aansluiting voor modem type Mini-PCI (bepaalde modellen). RJ-45 LAN-aansluiting. 25-pins bidirectioneel, hogesnelheid ECP/EPP parallel (rood). S-videopoort (tv-uit) (geel) (bepaalde modellen). IEEE 1394-poort (bepaalde modellen). 4Mbps IrDA-compatibele infraroodpoort (bepaalde modellen). Eén DC-ingang. Eén microfooningang. Eén hoofdtelefoonuitgang.
Naslaggids
155
Naslaggegevens Hardwarespecificaties
Uitbreidingsmogelijkheden
Eén Type II 16/32-bits pc-kaartsleuf (ondersteuning voor 3,3 V en 5 V). CardBus mogelijk. Eén geïntegreerde Secure Digital Multi-Media-kaartsleuf. Optionele eenvoudige poortreplicator (bepaalde modellen).
Beveiliging
Wachtwoorden voor gebruiker en beheerder. Via DMI toegankelijk elektronisch serienummer. Kensington MicroSaver-vergrendeling.
Werkomgeving
Bedrijfstemperatuur: 0 tot 40 °C. Vochtigheid bij gebruik: 10 tot 90 procent RV (0 tot 40° C). Werkhoogte: maximaal 3000 m bij 25 °C. Temperatuur bij opslag (niet in bedrijf): -20 tot 65 °C.
Voornaamste IC’s
CPU: Intel Mobile Pentium 4-processor. North Bridge: Intel 845MP of MZ. South Bridge: Intel ICH3. Beeldschermcontroller: ATI M7 met 32M DDR. Geluidscontroller: Intel ICH3/Realtek ALC202 AC97 Codec. Controller cd-speler: O2 OZ-163. LAN: Realtek RTL8100L. CardBus-controller: O2 1410. Toetsenbordcontroller/geïntegreerde controller: National NS87570. Super I/O: SMSC LPC47N227. SD/MMC-controller: W83L518D. IEEE 1394-controller: VIA VT6306.
156
Naslaggids
Naslaggegevens Naslaggegevens voor modems
Naslaggegevens voor modems U kunt de werking van de modem van uw notebook-pc aanpassen met behulp van ATopdrachten en S-registers. Dit kunt u doen via het onderdeel Telefoon- en modemopties in het Configuratiescherm, met behulp van de meeste communicatiesoftware of vanuit de terminalmodus van de software. Zie “De modeminstellingen wijzigen” op pagina 61. Opmerking
Wijzig de standaardinstellingen van de modem alleen als u goed weet hoe modems werken. Deze sectie bevat beknopte informatie over AT-opdrachten, S-registers en geselecteerde resultaatcodes voor de ingebouwde modem.
Naslaggegevens (Ambit-modem) In de volgende tabel met AT-opdrachten worden de standaardinstellingen vet weergegeven. Alle weergegeven AT-opdrachten, behalve A/, moeten vooraf worden gegaan door “AT”. AT-opdrachten (Ambit) Opdracht
Functie (Ambit)
AT-opdrachten (standaard en uitgebreid) A/ A B0 C1 Dn E0 E1 H0 H1 I0 I1 I2 I3 I4 I5 I6 I7 I9 I10 I11
Opdracht opnieuw uitvoeren (niet voorafgegaan door AT) Hoorn opnemen en oproep proberen te beantwoorden V.22-verbinding met 1200 bps selecteren OK-bericht retourneren Kiesmodificator Echo van opdrachten uitschakelen Echo van opdrachten inschakelen Ophangreeks initiëren Neem hoorn op, indien niet wordt opgenomen, en ga naar opdrachtenmodus Modemsnelheid weergeven Chipset weergeven DSP-codeversie weergeven Controllercodeversie weergeven Naam fabrikant weergeven Bordnaam weergeven OK weergeven OK weergeven Gegevens/TAM/hoorn/speaker weergeven DSP-codedetails weergeven Controllercodedetails weergeven
Naslaggids
157
Naslaggegevens Naslaggegevens voor modems
Opdracht
Functie (Ambit)
&I1 L0 L1 L2 L3 M0 M1 M2 M3
Tijdstempel stuurprogramma weergeven Speakervolume op laag instellen Speakervolume op laag instellen Speakervolume op normaal instellen Speakervolume op hoog instellen Speaker uitschakelen Speaker inschakelen tijdens onderhandelen en uitschakelen wanneer lijn wordt ontvangen Speaker inschakelen tijdens onderhandelen en wanneer lijn wordt ontvangen Speaker uitschakelen tijdens kiezen en tijdens ontvangen van lijn en speaker inschakelen tijdens beantwoorden Automatische detectie uitschakelen Automatische detectie inschakelen On line gaan On line gaan en een uitgebreide retrain-volgorde initiëren On line gaan en een beperkte retrain-volgorde initiëren Pulskiezen forceren Resultaatcodes voor DTE toestaan Resultaatcodes voor DTE verbieden S-Register n als standaardwaarde selecteren De waarde van S-Register n weergeven Standaard S-Register n instellen op de waarde v DTMF-kiezen forceren Resultaatcodes verkort weergeven Lange resultaatcodes weergeven Alleen DTE-snelheid weergeven Lijnsnelheid, EC-protocol en DTE-snelheid weergeven Alleen DCE-snelheid weergeven Resultaatcodes van kiesvoortgang rapporteren: OK, CONNECT, RING, NO CARRIER, (ook bij in gesprek, indien ingeschakeld, en als geen kiestoon wordt ontdekt), NO ANSWER en ERROR Resultaatcodes van kiesvoortgang en verbindingssnelheden rapporteren: OK, CONNECT, RING, NO CARRIER, (ook bij in gesprek, indien ingeschakeld, en als geen kiestoon wordt ontdekt), NO ANSWER, CONNECT XXXXX en ERROR Resultaatcodes van kiesvoortgang en verbindingssnelheden rapporteren: OK, CONNECT, RING, NO CARRIER, (ook bij in gesprek, indien ingeschakeld, en als geen kiestoon wordt ontdekt), NO ANSWER, CONNECT XXXXX en ERROR Resultaatcodes van kiesvoortgang en verbindingssnelheden rapporteren: OK, CONNECT, RING, NO CARRIER, NO ANSWER, CONNECT XXXX, BUSY en ERROR Resultaatcodes van kiesvoortgang en verbindingssnelheden rapporteren: OK, CONNECT, RING, NO CARRIER, NO ANSWER, CONNECT XXXX, BUSY, NO DIAL TONE en ERROR OK weergeven OK weergeven Opgeslagen profiel 0 na warme reset herstellen Zachte reset en opgeslagen profiel 1 na warme reset herstellen Zachte reset en RLSD geforceerd activeren, onafhankelijk van lijnstatus Toestaan dat RLSD de lijnstatus volgt Modem negeert DTR Modem gaat over op opdrachtenmodus bij opheffen DTR Modem hangt op bij opheffen DTR Fabrieksconfiguratie 0 herstellen
N0 N1 O0 O1 O2 P Q0 Q1 Sn Sn? Sn=v T V0 V1 W0 W1 W2 X0 X1
X2
X3 X4 Y0 Y1 Z0 Z1 &C0 &C1 &D0 &D1 &D2 &F0
158
Naslaggids
Naslaggegevens Naslaggegevens voor modems
Opdracht
Functie (Ambit)
&F1 &J0 &K0 &K3 &K4 &K5 &K6 &L0 &L1 &M0 &P0 &P1 &Q0 &Q5 &Q6 &S0 &T0 &T1 &T2 &T3 &T4 &T5 &T6 &T7 &T6 &T7 &T8 &V &W0 &W1 &Y0 &Y1 &Zn=x
Fabrieksconfiguratie 1 herstellen Antwoord van S-Register alleen instellen voor compatibiliteit DTE/DCE-besturingscontrole uitschakelen Besturingscontrole RTS/CTS DTE/DCE inschakelen Besturingscontrole XON/XOFF DTE/DCE inschakelen Besturingscontrole transparante XON/ XOFF inschakelen Zowel RTS/CTS- als XON/XOFF-besturingscontrole inschakelen OK weergeven OK weergeven OK weergeven 10 pps pulskiezen instellen met 39%/61% verbinden/verbreken 10 pps pulskiezen instellen met 33%/67% verbinden/verbreken OK weergeven OK weergeven OK weergeven OK weergeven Alle tests die worden uitgevoerd onderbreken Lokale analoge loopback initiëren Resultaatcode ERROR retourneren OK weergeven OK weergeven OK weergeven OK weergeven OK weergeven OK weergeven OK weergeven OK weergeven Huidige configuratie en opgeslagen profielen weergeven De huidige configuratie als profiel 0 opslaan De huidige configuratie als profiel 1 opslaan OK weergeven OK weergeven Kiesreeks x opslaan (maximaal 38 cijfers) op locatie n (0 t/m 3)
FAX Klasse 1 +Fclass=0 +Fclass=1 +Fclass=2 +FAE=0 +FAE=1 +FRH=n
+FRM=n
+FRS=n
Gegevensmodus selecteren Faxmodus Klasse 1 selecteren Faxmodus Klasse 2 selecteren Automatisch beantwoorden gegevens/fax uitschakelen Automatisch beantwoorden gegevens/fax inschakelen Gegevens ontvangen met HDLC-framing: 3=V.21-kanaal 2, 300bps, 24=V.27ter 2400bps, 48=V.27ter 4800bps, 72=V.29 7200bps, 73=V.17 7200bps lang, 74=V.17 7200bps kort, 96=V.29 9600bps, 97=V.17 9600bps lang, 98=V.17 9600bps kort, 121=V.17 12000bps lang, 122=V.17 12000bps kort, 145=V.17 14400bps lang, 146=V.17 14400bps kort Gegevens ontvangen: 24=V.27ter 2400bps, 48=V.27ter 4800bps, 72=V.29 7200bps, 73=V.17 7200bps lang, 74=V.17 7200bps kort, 96=V.29 9600bps, 97=V.17 9600bps lang, 98=V.17 9600bps kort, 121=V.17 12000bps lang, 122=V.17 12000bps kort, 145=V.17 14400bps lang, 146=V.17 14400bps kort Stilte ontvangen, n×10 ms
Naslaggids
159
Naslaggegevens Naslaggegevens voor modems
Opdracht
Functie (Ambit)
+FTH=n
Gegevens verzenden met HDLC-framing: 3=V.21-kanaal 2, 300bps, 24=V.27ter 2400bps, 48=V.27ter 4800bps, 72=V.29 7200bps, 73=V.17 7200bps lang, 74=V.17 7200bps kort, 96=V.29 9600bps, 97=V.17 9600bps lang, 98=V.17 9600bps kort, 121=V.17 12000bps lang, 122=V.17 12000bps kort, 145=V.17 14400bps lang, 146=V.17 14400bps kort Gegevens verzenden: 24=V.27ter 2400bps, 48=V.27ter 4800bps, 72=V.29 7200bps, 73=V.17 7200bps lang, 74=V.17 7200bps kort, 96=V.29 9600bps, 97=V.17 9600bps lang, 98=V.17 9600bps kort, 121=V.17 12000bps lang, 122=V.17 12000bps kort, 145=V.17 14400bps lang, 146=V.17 14400bps kort Verzenden stoppen en wachten, n×10 ms Actieve configuratie voor opdracht retourneren Modemfunctionaliteit voor opdracht retourneren
+FTM=n
+FTS=n +F
? +F=?
FAX Klasse 2 +FMR? +FMDL? +FREV? +FDR +FDT +FET=n +FK +FAXERR=n +FBOR=n +FCQ=0 +FCR=n +FDCC=... +FDCS=... +FDIS=... +FLID=”xxx” +FPHCTO=n +FPTS=n
Fabrikant-id opvragen Productmodel identificeren Productrevisie identificeren Beginnen of doorgaan met fase C in de ontvangst van gegevens Gegevens verzenden Pagina-interpunctie verzenden Sessie beëindigen Fout in de rapportagesessie Bitvolgorde gegevens: 0,2=direct, 1,3=omgekeerd Kwaliteitscontrole kopieën Gereed voor ontvangst: 0=niet gereed, 1=gereed DCE-functionaliteit Huidige parameters sessieresultaten Huidige parameters sessiemogelijkheden Lokale id-tekenreeks Antwoordtime-out fase C DTE n×100ms Status paginaoverdracht
S-Registers (Ambit) Register
Functie (Ambit)
Bereik/eenheden
Standaardwaarde
S0 S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 S9 S10 S11 S12 S14 S16 S21 S22
Aantal keer overgaan voor automatisch beantwoorden Aantal keer overgegaan Escape-teken Regel-terugloopteken Teken voor nieuw regel Backspace-teken Wachten op kiestoon Wachten op lijn Pauze voor kiesvertragingsfactor Reactietijd voor lijndetectie Tijd voor verbreken van verbinding bij verlies van lijn Duur van DTMF-toon Vertraging voor escape-prompt Status algemene bitmapopties Status van bitmapopties in testmodus (&T) Status V.24/algemene bitmapopties Status bitmapopties speaker/resultaten
0-255 keer 0-255 keer 0-255/ASCII 0-127/ASCII 0-127/ASCII 0-255/ASCII 2-255/s 1-255/s 0-255/s 1-255/.1 s 1-255/.1 s 50-255/.001 s 0-255/.02 s
0 0 43 13 10 8 2 60 2 6 100 70 50 138 (8Ah) 0 52 (34h) 117 (75h)
160
Naslaggids
Naslaggegevens Naslaggegevens voor modems
Register
Functie (Ambit)
Bereik/eenheden
Standaardwaarde
S29 S37 S41 S46 S91
Tijd voor flash-kiesmodificator Lijnverbindingssnelheid Status algemene bitmapopties Besturing gegevenscompressie Niveau gegevensoverdracht
0-255/10 ms
S92
Verdunningsniveau faxverzendingen
6-15/dBm
S95
Resultaatcode berichtenbesturing
5 0 3 (03h) 138 10 (afhankelijk van land) 10 (afhankelijk van land) 0
136, 138 6-15/dBm
Geselecteerde resultaatcodes (Ambit) Code
Betekenis
0 1 2 3 4 5 6 7 8
OK CONNECT RING NO CARRIER ERROR CONNECT 1200 NO DIAL TONE BUSY NO ANSWER
Naslaggids
161
Naslaggegevens Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsvoorschriften Stroomsnoeren De stekker en het voltage van het stroomsnoer dat bij de netstroomadapter wordt geleverd, moeten voldoen aan de in uw land geldende eisen op dat gebied. Het stroomsnoer van de netstroomadapter voldoet aan de veiligheidsvoorschriften die gelden voor uw regio. Wanneer u echter naar een gebied reist waar een ander type stekker of een ander voltage wordt gebruikt, dient u een van de stroomsnoeren uit de onderstaande lijst te gebruiken. Neem contact op met de plaatselijke dealer of het plaatselijke Verkoop- en servicekantoor van HP als u een stroomsnoer (ook voor landen/regio’s die niet op de lijst voorkomen) of een vervangende netstroomadapter wilt kopen. Mocht u de zekering van een netsnoer moeten vervangen, dan moet u erop letten dat u een goedgekeurde zekering installeert. Land/regio
Voltage en stroomsterkte (nominaal)
HP-productnummer
Canada Filipijnen Mexico Taiwan Verenigde Staten
125 Vac (3 A)
8120-6313
Europa Egypte Israël Saudi-Arabië
250 Vac (2.5 A)
8120-6314
Hongkong Singapore Verenigd Koninkrijk
250 Vac (2.5 A)
8120-8699
Australië Nieuw-Zeeland
250 Vac (2.5 A)
8120-6312
Japan
125 Vac (3 A)
8120-6316
India
250 Vac (2.5 A)
8120-0702
Zuid-Afrika
250 Vac (2.5 A)
8120-6317
Argentinië
250 Vac (2.5 A)
8120-8367
Chili
250 Vac (2.5 A)
8120-8452
Volksrepubliek China
250 Vac (2.5 A)
8120-8373
162
Naslaggids
Naslaggegevens Veiligheidsvoorschriften
Ergonomie WAARSCHUWING
Een verkeerde houding bij het gebruik van toetsenborden en andere apparatuur kan tot lichamelijke klachten leiden. Zie de sectie “Comfortabel werken” in de on line HP-bibliotheek of bezoek onze website met ergonomische tips www.hp.com/ergo voor informatie over het voorkomen van lichamelijke klachten.
Batterij en veiligheid Opmerking
Gebruik alleen de batterij die met de notebook-pc is meegeleverd of een door HP goedgekeurde vervangende batterij. Zie Accessoires aanschaffen in de on line Naslaggids. • Houd metalen voorwerpen uit de buurt van de batterijcontacten om brand, verbrandingen of schade aan de batterijen te voorkomen. • Haal de batterij niet uit elkaar. Deze bevat geen bruikbare onderdelen. Gooi de batterijen niet weg in vuur of water. • Wees uiterst voorzichtig met een beschadigde of lekkende batterij. Wanneer u in aanraking komt met de elektrolyt, dient u de huid direct te reinigen met water en zeep. Als u de stof in uw oog krijgt, dient u het oog gedurende vijftien minuten met water te spoelen en medische hulp in te roepen. • Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60° C. • Bewaar de batterij in het meegeleverde etui wanneer de batterij niet wordt gebruikt. • Gooi de batterij niet weg met het huisvuil. Informeer bij de gemeentereiniging naar de geldende bepalingen met betrekking tot klein chemisch afval of hergebruik van batterijen. • Neem voor een vervangende batterij contact op met de plaatselijke dealer of het plaatselijke verkoopkantoor van HP. • Laad de batterij niet op als de omgevingstemperatuur hoger is dan 45° C. • Vervang de batterij alleen door een batterij van hetzelfde of een vergelijkbaar type als de batterij die wordt aanbevolen door de fabrikant.
Naslaggids
163
Naslaggegevens Veiligheidsvoorschriften
Laser en veiligheid De dvd- en cd-rom-stations in de computer zijn goedgekeurd als laserapparatuur Klasse 1 in overeenstemming met de Radiation Performance Standard van het Department of Health and Human Services (DHHS) van de Verenigde Staten en de Internationale standaard IEC 825 / IEC 825-1 (EN60825 / EN60825-1). Deze apparatuur wordt niet beschouwd als schadelijk, maar de volgende voorzorgsmaatregelen worden aanbevolen: • Lees de instructies zorgvuldig en volg deze nauwkeurig op zodat u de apparatuur op de juiste manier gebruikt. • Neem contact op met een erkend HP-servicecentrum als de computer onderhoud behoeft. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145. • Probeer de eenheid nooit op enigerlei wijze aan te passen. • Vermijd directe blootstelling aan de laserstraal. Open de eenheid niet! CLASS 1 LASER PRODUCT LASER KLASSE 1
LED veiligheid De infraroodpoort aan de voorkant van de computer is geklassificeerd als LED Klasse 1 (light-emitting diode) apparatuur in overeenstemming met de Internationale standaard IEC 825-1 (EN60825-1). Deze apparatuur wordt niet beschouwd als schadelijk, maar de volgende voorzorgsmaatregelen worden aanbevolen: • Neem contact op met een erkend HP-servicecentrum als de computer onderhoud behoeft. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145. • Probeer de eenheid nooit op enigerlei wijze aan te passen. • Vermijd direct oogcontact met de infrarode LED-straal. Denk eraan dat de straal onzichtbaar is en dus niet kan worden gezien. • Probeer nooit de infrarode LED-straal met optische apparatuur te bekijken. CLASS 1 LED PRODUCT LED KLASSE 1 164
Naslaggids
Naslaggegevens Veiligheidsvoorschriften
Blootstelling aan straling van radiofrequenties De straling van het uitgangsvermogen van de interne draadloze radio (IEEE 802.11) is veel lager dan de limiet die door de FCC is vastgesteld voor radiofrequenties. Toch wordt de draadloze radio zo geïmplementeerd dat de kans op menselijk contact tijdens normaal gebruik minimaal is. De interne, draadloze radio voldoet aan de richtlijnen van de veiligheidsregels en aanbevelingen voor radiofrequenties, die zijn opgesteld door de wetenschappelijke gemeenschap. HP is derhalve van mening dat het gebruik van de interne draadloze radio veilig is. De straling die vrijkomt is veel lager dan de elektromagnetische straling van draadloze apparaten als mobiele telefoons. Het gebruik van draadloze radio’s kan in bepaalde situaties of onder bepaalde omstandigheden echter aan regels zijn gebonden, zoals bijvoorbeeld in een vliegtuig. Als u niet zeker weet of u de radio mag gebruiken, raden wij u aan toestemming te vragen voordat u de draadloze radio inschakelt.
Naslaggids
165
Naslaggegevens Informatie over voorschriften
Informatie over voorschriften In dit gedeelte vindt u informatie over de wijze waarop de notebook-pc voldoet aan de voorschriften die in bepaalde gebieden gelden. Wijzigingen aan de computer die niet uitdrukkelijk door Hewlett-Packard zijn goedgekeurd, kunnen de bevoegdheid tot gebruik van de computer in deze regio’s ongeldig maken.
Europese Unie De apparatuur is goedgekeurd volgens de Beschikking van de Raad 98/482/EC inzake gemeenschappelijke technische voorschriften voor de koppelingseisen voor de aansluiting op analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken (PSTN’s) van eindapparatuur en op draadloze radiofrequentie-netwerken. Als gevolg van verschillen tussen de afzonderlijke PSTN’s in de verschillende landen, is de goedkeuring op zichzelf echter geen onvoorwaardelijke garantie voor een probleemloze werking op eindapparatuur in alle analoge openbare geschakelde telefoonnetwerken. Neem in geval van problemen in eerste instantie contact op met de leverancier van de apparatuur. Deze apparatuur is ontworpen voor alle landen van de Europese Gemeenschap (Public Switched Telephone Networks). De netwerkcompatibiliteit is afhankelijk van interne software-instellingen. Neem contact op met de leverancier van de apparatuur als u de apparatuur op een ander telefoonnetwerk wilt gebruiken. Neem voor verdere productondersteuning contact op met Hewlett-Packard. Zie “Contact opnemen met HP voor service en ondersteuning” op pagina 145.
Internationaal Producten die internationaal worden verkocht door Hewlett-Packard en erkende HP-leveranciers voldoen aan de specificaties op de volgende pagina’s.
166
Naslaggids
Naslaggegevens Informatie over voorschriften
Conformiteitsverklaring (in overeenstemming met ISO/IEC, richtlijn 22 en EN 45014) Naam fabrikant: Adres fabrikant:
Hewlett-Packard Company Hewlett-Packard Company Mobile Computing Division 19310 Pruneridge Ave. Cupertino, CA 95014, U.S.A. verklaart dat het product Productnaam: Laptopcomputer Modelnummer(s): HP OmniBook xt1000, xz of HP Pavilion zt1000 (bij deze series staat 1000 voor 1xxx, waarbij x een getal tussen 9-0 vertegenwoordigt) Productopties: Alle conform de volgende productspecificaties wordt geleverd: Veiligheid: IEC 60950: 1991 +A1, A2, A3, A4. EN60950: 1992 +A1, A2, A3, A4, A11 IEC 60825-1:1993 +A1 / EN 60825-1:1994 +A11 Klasse 1 (Laser/LED) GB4943: 1995 EMC:
CISPR 22: 1997, EN 55022: 1998 Klasse B CISPR 24:1997 / EN 55024: 1998 IEC 61000-2-2:1995 / EN 61000-3-3: 1995 +A1: 1998 +A2: 1998 IEC 61000-3-3:1994 / EN 61000-3-3: 1995 GB9254: 1998 AS/NZS 3548: 1995 Klassereglementen van Klasse B FCC-titel 47 CFR, Deel 15 Klasse B/ANSI C63.4: 1992
Telecom:
TBR 21: 1998, EG 201 121: 1998
Radio:
Ingelichte instantie: 0682 Adres ingelichte instantie: CETECOM ICT Services GmbH, Untertuerkheimer Str.6-10, D-66117 Saarbruecken Equipment Class 2 ETSI 300-826 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumaangelegenheden ETSI 300-328 Elektromagnetische compatibiliteit en radiospectrumzaken.
Aanvullende informatie:
Dit product voldoet aan de normen van R&TTE Directive 1999/5/EC en draagt dan ook het CE -keurmerk. Dit apparaat is in overeenstemming met Deel 15 van de FCC-reglementen. Operation is subject to the following two conditions: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken, en (2) dit apparaat moet elke ontvangen storing accepteren, waaronder storingen die een ongewenste werking kunnen veroorzaken. De gelijkstroom-/wisselstroomadapters HP F1454A en F1781A die bij dit product worden gebruikt, zijn geschikt voor alle voedingssystemen, met uitzondering van ITvoedingssystemen.
Corvallis, OR, VS 1 december 2001
Contactpersoon in Europa, alleen voor onderwerpen betreffende voorschriften: Hewlett Packard GmbH, HQ-TRE, Herrenberger Straße 130, 71034 Böeblingen, Germany. Fax: +49 7031-143143). Contactpersoon in de Verenigde Staten: Hewlett Packard Co., Corporate Product Regulations Manager, 3000 Hanover Street, Palo Alto, CA 94304, Verenigde Staten. Telefoon: +1 (650) 857-1501.
Naslaggids
167
Index A aan/uit-knop gebruiken, 25 aansluiten audioapparaten, 93 diskettestation, 92 externe monitor, 93 IEEE 1394-apparaten, 99 infraroodapparaten, 96 LAN, 65 parallel apparaat, 90 poortreplicator, 98 USB-apparaten, 91 aanwijsmechanismen configureren, 30 accessoires, 13 ad hoc draadloze communicatie (802.11) netwerk configureren, 67 afdrukken compatibele printers, 90 infrarood, 97 parallelle verbinding, 90 problemen oplossen, 129 Alt GR-toets, 35 antistatische voorzorgsmaatregelen, 101 apparaten opstartvolgorde, 137 Applications toets, 34 AT-opdrachten, 61, 157 audio apparaten aansluiten, 93 problemen oplossen, 111 volume aanpassen, 111 B batterij capaciteit behouden, 55 levensduur, 54 levensduur verlengen, 54 opladen, 53 problemen oplossen, 128 status controleren, 52, 81 statuslampje, 52 veiligheid, 163 vervangen, 53 verwijderen, 22
waarschuwing lege batterij, 53 werktijd, 128 batterijspanning statuslampje, 18 beeldscherm aanpassen, 36 extern, 93 formaat van objecten op, 36 helderheid, 32, 35, 44, 54 instellingen, 36 kwaliteit, 115 pictogrammen vergroten, 36 problemen oplossen, 113 resolutie, 36 secundair, 94 taakbalkpictogram, 35 time-outs, 44 tv-toestel, 95 uitschakelen, 51 bescherming Kensington-vergrendeling, 39, 40, 98 besparen energie van batterij, 54 bestanden herstellen, 139 beveiliging antivirusprogramma, 40, 44 Kensington-vergrendeling, 39, 40, 98 BIOS notebook-pc bijwerken, 141 BIOS Setup gebruiken, 38 menu Boot, 137 menu Exit, 138 menu Main, 136 menu Security, 137 Bluetooth bestanden verzenden, 72 configureren, 71 draadloos, 70 inbelverbindingen, 73 inschakelen, 70 seriële verbindingen, 72 uitschakelen, 71 C Caps Lock, 19
Cardbus-kaarten, 85, 87 cd voor productherstel diagnose, 134 gebruiken, 139 vervangen, 140 cd/dvd-station cd verwijderen, 78 eerste keer opstarten, 25 opstarten vanaf, 30 schijven verwijderen, 78 statuslampje, 19 cd’s aanbevolen media, 84 afspeelstatus controleren, 81 afspelen, 80 als de notebook-pc niet aanstaat, 80 maken of kopiëren, 84 codering, 66 configuratieprogramma voor BIOS gebruiken, 135 connectoren notebook-pc, 90 D DDR 266 RAM, 120 diagnose, 134 diskettestation opstarten vanaf, 30 problemen oplossen, 115 USB-aansluiting, 92 docking poortreplicator, 98 draadloze communicatie (802.11) ad hoc verbinding, 67 (802.11) functionaliteit, 66 (802.11) inschakelen, 68 (802.11) status, 68 (802.11) uitschakelen, 69 (802.11) verbinden, 66 (Bluetooth) configureren, 71 (Bluetooth) functionaliteit, 70 (Bluetooth) inschakelen, 70 (Bluetooth) uitschakelen, 71 beperkingen voor gebruik, 68, 70, 72 problemen oplossen, 131 statuslampje, 68, 70 dvd’s
Naslaggids
169
afspeelstatus controleren, 81, 83 afspelen, 83 regiocode, 83, 112 dvd-station problemen oplossen, 112 regiocode instellen, 83, 112 E e-Diagtools for Windows, 133 e-mail HP Customer Care, 145 verzenden en ontvangen, 62 energie besparen, 54 energiebeheer automatisch, 48 schema's, 49 energiemodi activeren, 28 automatisch, 48 slaapstand, 28 stand-by, 28 statuslampje, 18 energievoorziening problemen oplossen, 128 ergonomie, 21 Euro-symbool, 118 Exit (BIOS-menu), 138 extended memory, 136 externe apparaten monitor, 93 muis, 91 toetsenbord, 91 F F10 (diagnose), 134 faxberichten afdrukken, 64 ontvangen, 63 verzenden, 63 faxconsole, 63 faxservices, 63 films (dvd), 83 Fn-toets + Backspace (geluid aan en uit), 32, 37 + F1 (helderheid verlagen), 32, 34, 35 + F2 (helderheid verhogen), 32, 34, 35 + F5 (beeldscherm kiezen), 32, 94 + F8 (toetsenblok), 32 + Num Lock (Scroll Lock), 32
170
+ Page Down (volume verlagen), 32 + Page Up (volume verhogen), 32 + snelknop (statuslampjes van snelknop), 32 externe toetsenborden, 32 gebruiken, 32 toetsenblok tijdelijk inschakelen, 34 G garantie, 147 gebruiksovereenkomst, 3 gegevens beschermen, 44 geheugen DDR 266, 120 extended memory, 136 problemen oplossen, 120 toevoegen, 100 verwijderen, 100, 101, 102 geluid aan en uit, 37 volume aanpassen, 37 geluid aan en uit, 32, 37 H hardware specificaties, 154 helderheid aanpassen, 32, 35 herstellen van originele software, 139 hervatten problemen oplossen, 131 Hewlett-Packard-ondersteuning, 110 HP Customer Care contact via e-mail, 145 website, 14 HP Desktop Zoom, 36 HP Instant Support, 110, 111 HP Library, 14 HP Notes, 14 HP Quick Lock, 39 I IEEE 1394 apparaten aansluiten, 99 inbelverbinding Bluetooth, 73 met LAN, 61 indicators LAN-poort, 65
Naslaggids
status, 18 infraroodcommunicatie afdrukken, 97 apparaten aansluiten, 96 bestanden verzenden, 97 bij geen gebruik, 97 configureren, 96 verbindingen maken, 96 infraroodpoort veiligheid, 164 installeren van originele software, 139 Internet verbinding maken met, 26, 60 verbinding verbreken, 60 Internet Explorer, 60 Internet Service Providers, 58, 60 inventarisatie, 12 K kaarten (PCMCIA), 85, 87 Kensington-vergrendeling aansluiten, 39, 40, 98 klikknoppen configureren, 30 gebruiken, 30, 31 knop/lampje voor geluid aan of uit, 37 L lampjes status, 19 LAN (Local Area Network) draadloos, 66 inbellen, 61 indicators, 65 opstarten vanaf, 30 problemen oplossen, 119 verbinding maken met, 65 laser en veiligheid, 164 licentie, 3 lichtgewichtmodule, 76, 77 M Main (BIOS-menu), 136 menu Boot (BIOS), 137 modem aansluiten, 24 AT-opdrachten, 61, 157 e-mail verzenden, 62 faxen, 63 inbelverbinding, 61 ingebouwd, 58 instellingen, 61
problemen oplossen, 120, 122 software, 58 verbinding maken met het Internet, 60 wachttijd, 121 zwarte lijst, 59, 121 monitor extern, 93 MP3 bestanden afspelen, 80 startknop, 80 muis aanwijsmechanismen, 117 extern, 91 multimediaknoppen aan/uit-knop, 20 als de notebook-pc niet aanstaat, 80 gebruik, 80 N netsnoeren, 162 netstroomadapter aansluiten, 23 vereisten, 162 netwerken LAN, Zie LAN verbinden met, 65 Norton AntiVirus, 40 notebook bescherming, 101 oververhitting, 117 registreren, 26 notebook-pc automatisch energiebeheer, 48 beschermen, 43, 100, 117 BIOS-instellingen wijzigen, 38, 135 hervatten, 28 in- en uitschakelen, 25, 28 instellen, 21 onderhoud, 43 resetten, 29 testen, 134 time-outs, 48, 49, 129 NTFS-indeling, 140 NTSC selecteren voor uitvoer, 96 Num Lock, 19 O onderhoud, 43 opnieuw installeren van Windows, 139
opnieuw opstarten opstartapparaat, 137 opstartapparaat selecteren, 30 opstartvolgorde apparaten, 137 oververhitte notebook-pc, 117
uitschakelen stand-bymodus, 131 USB-poort, 124 vasteschijfstation, 116 processorsnelheid, 50 maximaliseren, 55
P Padlock gebruiken, 30 statuslampjes, 30 PAL selecteren voor uitvoer, 96 parallelle apparaten (aansluiten), 90 parallelle poort problemen oplossen, 124 partitie voor hulpprogramma’s, 105, 139, 140 maken, 105, 139, 140 uitbreiden, 139 pc-kaarten energie besparen, 54 getest, 86, 88 plaatsen, 85, 87 stoppen, 86 verwijderen, 86 PCMCIA-kaarten, 85, 87 pictogrammen weergave vergroten, 36 poortreplicator aansluiten, 98 problemen oplossen afdrukken, 129 audio, 111 batterij, 128 beeldscherm, 113 diskettestation, 115 draadloze communicatie, 131 dvd-station, 112 geheugen, 120 hervatten, 131 HP Instant Support, 110 informatiebronnen, 110 LAN, 119 modem, 120, 122 opstarten, 130 parallelle poort, 124 pc-kaart, 126 slaapstand, 131 snelknoppen, 124 stand-by, 131 stroomvoorziening, 128 toetsenbord, 117 touchpad, 117
R RAM DDR 266, 120 toevoegen, 100 verwijderen, 100, 101, 102 regiocode (dvd’s) instellen, 83, 112 registreren, 26 reinigen notebook, 45 reparatieservice verkrijgen, 110, 149 verzending, 149 reset-knop gebruiken, 29 resetten notebook-pc, 29 S scherm levensduur verlengen, 44 schuiven aanpassen, 31 horizontaal, 31 touchpad en scrollpad, 31 verticaal, 31 scroll lock, 32 scrollpad aanpassen, 31 configureren, 30 en poortreplicator, 31 gebruiken, 30 schuiven, 31 uitschakelen, 30, 31 secundair beeldscherm, 94 Security (BIOS-menu), 137 seriële verbinding Bluetooth, 72 service (reparaties), 110 slaapstand (energiemodus) activeren, 28, 51 automatisch, 49 terugkeren uit, 28, 131 snelknoppen configureren, 33 gebruiken, 33 label op scherm, 34
Naslaggids
171
problemen oplossen, 124 statuslampjes, 32 sneltoetsen, 32 software vooraf geïnstalleerd, 13 speciale tekens, 35 specificaties, 154 SpeedStep Technology, 50 standaard BIOS-instellingen, 136 stand-by (energiemodus) activeren, 28 automatisch, 48 bij sluiten klep, 51 energie besparen, 54 levensduur beeldscherm, 44 problemen oplossen, 131 terugkeren uit, 28, 131 wachtwoord voor uit stand-by, 38 stations maken van partitie voor hulpprogramma’s, 140 vaste schijf vervangen, 105 vasteschijfhouder, 106 statische elektriciteit voorzorgsmaatregelen, 100, 101 statuslampjes batterijlading, 18 batterijspanning, 52 cd/dvd-activiteit, 19 energiemodus, 18 toetsenbord, 19 vaste schijf, 18 statusvenster locatie, 81 tijd en datum instellen, 81 stroom processorsnelheid, 50 stroomvoorziening netstroomadapter aansluiten, 23 stuurprogramma's downloaden, 141 Support Ticket, 134 S-videopoort tv aansluiten, 95 systeem stand-by, 51 T taakbalkpictogrammen beeldscherminstellingen, 35 hardware veilig verwijderen, 86
172
luidspreker, 37 technische ondersteuning, 111 telefoonlijn aansluiten, 24, 58 vereisten, 24 televisietype, 96 temperatuur maximum en minimum, 156 time-outs beeldscherm, 44 notebook-pc, 48, 49, 129 toetsenblok geïntegreerd, 35 toetsenbord ergonomisch voorzorgmaatregelen, 21 Euro-symbool, 118 extern, 32, 91 geïntegreerd toetsenblok, 34 niet-Amerikaans, 35 openen, 100 problemen oplossen, 117 statuslampjes, 19 touchpad aanpassen, 31 configureren, 30 en poortreplicator, 31 gebruiken, 30, 31 problemen oplossen, 117 schuiven, 31 uitschakelen, 30, 31 tv-toestel (als monitor), 95 U uitschakelen, 51 USB aansluiten van apparatuur, 91 poortadapters, 91 problemen oplossen, 124 V vasteschijf houder, 106 vasteschijfstation beschermen, 43 houder, 106 maken van partitie voor hulpprogramma’s, 140 NTFS-indeling, 140 onderhoud, 43, 44
Naslaggids
partitie voor hulpprogramma’s, 105 problemen oplossen, 116 statuslampje, 18 vervangen, 105 veiligheid batterijgebruik, 163 draadloze communicatie, 68, 70, 72 infraroodpoort, 164 laser, 164 netsnoeren, 162 ventilatie, 43, 117 verbinden draadloos netwerk (802.11), 66 met het Internet, 60 vergrendelen (kabel), 39, 40, 98 virusbeveiliging Norton AntiVirus, 40 vliegtuigen draadloze communicatie in, 68, 70, 72 volume aanpassen, 32, 37 problemen oplossen, 111 taakbalkpictogram, 37 voorschriften, 166 W wachttijd modem, 121 wachtwoorden beheerder, 38 gebruiker, 38 in BIOS, 38 in Windows, 38 uit standbymodus, 38 websites HP Customer Care, 14 HP Notebooks, 14 Windows documentatie, 14 instellen, 25 opnieuw installeren, 139 stuurprogramma's bijwerken, 141 Windows-toetsen toetsencombinaties, 34 Z zwarte lijst (modem), 59, 121