Windows Embedded Standard 7 voor HP thin clients Handige naslaggids
© Copyright 2010, 2012–2013 HewlettPackard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. Vertrouwelijke computersoftware. Voor bezit, gebruik of kopiëren is een geldige licentie van HP vereist. Conform FAR 12.211 en 12.212 worden commerciële computersoftware, computersoftware documentatie en technische gegevens voor commerciële artikelen onder een standaard commerciële licentie van de leverancier aan de Amerikaanse overheid in licentie gegeven. De bijgevoegde informatie kan zonder aankondiging worden veranderd. De garantie voor HP producten en services is vastgelegd in de garantieverklaringen bij de betreffende producten. Niets in dit document mag worden opgevat als aanvullende garantiebepaling. HP is niet aansprakelijk voor technische of andere fouten of omissies in dit materiaal. Derde editie: november 2013 Eerste editie: november 2010 Artikelnummer van dit document: 636584-333
Informatie over deze handleiding Dit document gebruikt de volgende stijlen om tekstelementen te onderscheiden van opdrachtregels: Stijl
Definitie
Variabelen of tijdelijke aanduidingen worden tussen punthaakjes en cursief geplaatst. Vervang bijvoorbeeld <padnaam> door het juiste pad, zoals C:\Windows \System. Laat de haakjes weg als u de werkelijke waarde van de variabele intypt.
[optionele parameters]
Optionele parameters worden tussen vierkante haakjes geplaatst. Laat de haakjes weg als u de parameters specificeert.
"letterlijke waarde"
Opdrachtregeltekst die tussen aanhalingstekens staat moet precies als aangegeven ingetypt worden, inclusief de aanhalingstekens.
iii
iv
Informatie over deze handleiding
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................................................. 1 Meer informatie zoeken ........................................................................................................................ 1 Het zoeken naar updates van images en add-ons ............................................................................... 1 Het zoeken naar hulpprogramma's in het configuratiescherm van Windows ....................................... 1 2 Aan de slag ....................................................................................................................................................... 2 Schrijffilters ........................................................................................................................................... 2 Enhanced Write Filter .......................................................................................................... 2 Het opdrachtregelhulpprogramma van de Enhanced Write Filter gebruiken ...... 2 De GUI van de Enhanced Write Filter gebruiken ................................................ 3 Het statushulpprogramma van de Enhanced Write Filter gebruiken ................... 3 File-Based Write Filter ......................................................................................................... 4 Het opdrachtregelhulpprogramma van de File-Based Write Filter gebruiken ..... 4 De GUI van de File-Based Write Filter gebruiken ............................................... 4 Het statushulpprogramma van de File-Based Write Filter gebruiken .................. 5 Lokale schijfeenheden .......................................................................................................................... 5 Aanmeldingsinstellingen configureren .................................................................................................. 6 De configuratie van de instellingen voor datum en tijd van het systeem .............................................. 6 3 Virtualisatiesoftware .......................................................................................................................................... 8 Citrix Independent Computing Architecture .......................................................................................... 8 Microsoft Remote Desktop Protocol ..................................................................................................... 8 VMware Horizon View .......................................................................................................................... 9 HP Remote Graphics Software ............................................................................................................ 9 HP TeemTalk ....................................................................................................................................... 9 4 Beheerprogramma's ....................................................................................................................................... 10 HP Cloud Connection Manager .......................................................................................................... 10 HP Compaq Thin Client Imaging Tool ................................................................................................ 10 HP Device Manager ........................................................................................................................... 11 HP Easy Tools (alleen desktop thin clients) ....................................................................................... 11 HP RAMDisk Manager ....................................................................................................................... 11 HP ThinShell ...................................................................................................................................... 11 HP ThinState ...................................................................................................................................... 12 HP Velocity ......................................................................................................................................... 12 Microsoft System Center Configuration Manager .............................................................................. 12
v
Index ................................................................................................................................................................... 14
vi
1
Inleiding Deze handleiding is bedoelt voor beheerders van HP thin client-modellen met het besturingssysteem Windows® Embedded Standard (WES) 7E en WES 7P. Verondersteld wordt dat u gebruik maakt van de laatste, door HP geleverde image van WES 7E of WES 7P en dat u als beheerder bij WES bent aangemeld wanneer u configuraties uitvoert of gebruik maakt van hulpprogramma's voor beheerders.
Meer informatie zoeken De informatie in deze handleiding levert een basisoverzicht van functies die specifiek zijn voor HP thin clients. Raadpleeg de volgende tabel om informatie te zoeken die niet in deze handleiding behandeld wordt. Bron
Inhoudsopgave
Help en ondersteuning voor Windows
Hier vindt u uitgebreide uitleg en een groot aantal tips voor het oplossen van problemen betreffende het gebruik van het besturingssysteem Windows.
Klik in het Windows-bureaublad op Start > Help en ondersteuning. Website van HP Ondersteuning http://www.hp.com/support
Website voor ondersteuning van Microsoft http://support.microsoft.com Website voor ondersteuning van Citrix http://www.citrix.com/support Website voor ondersteuning van VMware http://www.vmware.com/support
Documentatie voor software van HP die niet gedetailleerd in deze handleiding wordt behandeld TIP: Als u de gezochte software niet kunt vinden, zoek dan op thin client-model en raadpleeg de pagina met handleidingen. Documentatie voor software van Microsoft die niet gedetailleerd in deze handleiding wordt behandeld Documentatie voor software van Citrix die niet gedetailleerd in deze handleiding wordt behandeld Documentatie voor software van VMware die niet gedetailleerd in deze handleiding wordt behandeld
Het zoeken naar updates van images en add-ons Ga naar http://www.hp.com/support voor het zoeken naar SoftPaqs die updates van images of addons bevatten.
Het zoeken naar hulpprogramma's in het configuratiescherm van Windows Voor het vinden van veel van de in deze handleiding vermelde hulpprogramma's, dient u het configuratiescherm weer te geven in grote of kleine pictogrammen en niet als categorieën. U kunt het configuratiescherm ook instellen om weer te geven als menu in het startmenu, zodat u snel toegang heeft tot alle hulpprogramma's.
Meer informatie zoeken
1
2
Aan de slag ●
Schrijffilters
●
Lokale schijfeenheden
●
Aanmeldingsinstellingen configureren
●
De configuratie van de instellingen voor datum en tijd van het systeem
Schrijffilters Schrijffilters bieden een veilige omgeving en kunnen de levensduur van uw thin client verlengen door deze te beschermen tegen ongeoorloofde en buitensporige schrijfbewerkingen naar de flashdrive. Geschreven gegevens worden door de schrijfilter onderschept en in de cache van de RAM-drive opgeslagen. Hierdoor worden ze verwijderd als het systeem opnieuw wordt opgestart. Er zijn twee verschillende soorten schrijffilters beschikbaar: ●
Enhanced Write Filter (EWF)—Beschermt de gehele flashdrive tegen schrijfbewerkingen.
●
File-Based Write Filter (FBWF)—Hiermee kunt u bepaalde bestanden of mappen specificeren die niet door de schrijffilter onderschept mogen worden.
Er kan slechts één schrijffilter tegelijkertijd geselecteerd en actief zijn. Om permanente configuraties op de flashdrive op te kunnen slaan, moet de schrijffilter tijdelijk worden uitgeschakeld. VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat de schrijffilter weer wordt ingeschakeld na het opslaan van de noodzakelijke configuraties op de flashdrive van de thin client. Tijdens de normale werking van de thin client, moet de schrijffilter ingeschakeld zijn. Zorg er tevens voor dat het wisselbestand op thin clients met een flashgeheugenopslagmedium niet is ingeschakeld. Als deze vereiste handelingen niet uitgevoerd worden, kan dit de garantie van het flash-opslagapparaat ongeldig maken. In het geval van schade aan het flash-opslagapparaat, vanwege het gebruik hiervan met een uitgeschakelde schrijffilter of een ingeschakeld wisselbestand, wordt de schade niet door de garantie van HP gedekt.
Enhanced Write Filter Het opdrachtregelhulpprogramma van de Enhanced Write Filter gebruiken Met het EWF-opdrachtregelhulpprogramma kunt u een reeks opdrachten aan het EWFstuurprogramma doorgeven, de status van elke beveiligd volume-overlay rapporteren en de indeling van de algemene EWF-configuraties rapporteren. Om het EWF-opdrachtregelhulpprogramma te gebruiken, volgt u deze stappen: 1.
Selecteer Start > Uitvoeren.
2.
Typ CMD en klik op OK.
3.
Voer ewfmgr c: in. achter de prompt.
De volgende tabel beschrijft de ondersteunde opdrachten voor het EWF-hulpprogramma.
2
Hoofdstuk 2 Aan de slag
Commando
Beschrijving
-all
geeft de gegevens weer van alle beveiligde volumes en voert voor elk volume een opdracht uit, zoals disable, enable en commit, indien u deze opgeeft.
-commit
Voert alle gegevens die zich op dat moment in de cache bevinden door aan het opgegeven volume als het systeem opnieuw wordt opgestart.
-disable
Schakelt de schrijffilter op het opgegeven volume uit als het systeem opnieuw wordt opgestart.
-enable
Schakelt de schrijffilter op het opgegeven volume in als het systeem opnieuw wordt opgestart.
-commitanddisable
Voert als het systeem opnieuw wordt opgestart alle gegevens die zich op dat moment in de cache bevinden door aan het opgegeven volume en schakelt de schrijffilter op het opgegeven volume uit.
De GUI van de Enhanced Write Filter gebruiken Voor toegang tot de EWF GUI, volgt u onderstaande stappen: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HP Write Filter Configuration.
De EWF-interface heeft de volgende knoppen: ●
Enable/Disable EWF (EWF in/uitschakelen)—Schakelt de EWF op het opgegeven volume in of uit.
●
Overlay configureren—Geeft de informatie over de overlay weer en vormt een combinatie van de informatie die is opgegeven tijdens de uitvoering van ewfmgr.exe c: -Description (beschrijving) en ewfmgr.exe c: -Gauge vanaf de opdrachtregel.
●
Opstartopdracht wissen—Wist alle opstartopdrachten die via de opdrachtregel waren ingevoerd.
●
Gegevens aan volume toewijzen—Voert alle gegevens die zich op dat moment in de cache bevinden door aan het opgegeven volume als het systeem opnieuw wordt opgestart.
Het statushulpprogramma van de Enhanced Write Filter gebruiken Het EWF-statushulpprogramma creëert een pictogram in het systeemvak van de taakbalk waarmee de status van de filter wordt weergegeven. U kunt met de rechtermuisknop op het pictogram klikken om de beschikbare opties weer te geven en uit te voeren. Het statuspictogram van de EWF geeft de volgende staten weer: ●
Rood hangslot—EWF is uitgeschakeld.
●
Groen hangslot—EWF is ingeschakeld.
●
Geel hangslot—EWF-status wijzigt als het systeem opnieuw wordt opgestart.
U kunt de EWF-status wijzigen door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken en de gewenste EWF-status te selecteren. Als u de EWF-status wijzigt via de opdrachtregel, klikt u met de rechtermuisknop op het pictogram om de statusweergave te vernieuwen (klik op een willekeurige plek op het scherm om het contextmenu te sluiten). De weergave van het statuspictogram wordt automatisch vernieuwd wanneer u wijzigingen aanbrengt via het hulpprogramma HP Write Filter Configuration.
Schrijffilters
3
OPMERKING: Omdat het hulpprogramma ewfmgr.exe en de EWF-statusservice aparte code uitvoeren, worden de door ewfmgr.exe gemaakte statuswijzigingen niet automatisch weergegeven door het EWF-statuspictogram.
File-Based Write Filter Het opdrachtregelhulpprogramma van de File-Based Write Filter gebruiken Met het FBWF-opdrachtregelhulpprogramma kunt u een reeks opdrachten aan het FBWFstuurprogramma doorgeven, de status van elke beveiligd volume-overlay rapporteren en de indeling van de algemene FBWF-configuraties rapporteren. Om het FBWF-opdrachtregelhulpprogramma te gebruiken, volgt u onderstaande stappen: 1.
Selecteer Start > Uitvoeren.
2.
Typ CMD en klik op OK.
3.
Voer fbwfmgr c: in. achter de prompt.
De volgende tabel beschrijft de ondersteunde opdrachten voor het FBWF-hulpprogramma. Commando
Beschrijving
/disable
Schakelt de schrijffilter uit als het systeem opnieuw wordt opgestart.
/enable
Schakelt de schrijffilter in als het systeem opnieuw wordt opgestart.
/displayconfig
Toont alle huidige configuratiegegevens voor de schrijffilter, waaronder filterstatus, lijst met beveiligde volumes, compressiestatus van de cache, overlay cache-drempel, status van de voorafgaande toewijzing van de cache en write-through-paden.
/overlaydetail
Toont gedetailleerde informatie over de huidige inhoud van de overlay van alle beveiligde volumes, inclusief de inhoud van bestanden en mappen en het geheugengebruik.
/addexclusion
Voegt een write through-pad aan de uitsluitingslijst toe.
/removeexclusion
Verwijdert een write through-pad van de uitsluitingslijst.
/setthreshold
Stelt de drempelwaarde van de overlay in.
De GUI van de File-Based Write Filter gebruiken Voor toegang tot de FBWF GUI, volgt u onderstaande stappen: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HP Write Filter Configuration.
De FBWF-interface heeft de volgende knoppen:
4
●
Enable/Disable Write Filter (Schrijffilter in/uitschakelen)—Schakelt de FBWF in of uit, zodat de naar beveiligde media geschreven gegevens wel of niet in de cache worden opgeslagen.
●
Enable/Disable Cache Compression (Compressie van de cache in/uitschakelen)—Schakelt de compressie van de cache in of uit.
●
Enable/Disable Cache Pre-allocation (Voorafgaande toewijzing van de cache in/uitschakelen)— Schakelt de voorafgaande toewijzing van de cache in of uit.
●
Set Cache Threshold (Drempelwaarde van de cache instellen)—Stelt de hoeveelheid RAM in MB in die de FBWF-cache kan gebruiken.
Hoofdstuk 2 Aan de slag
Het statushulpprogramma van de File-Based Write Filter gebruiken Het FBWF-statushulpprogramma creëert een pictogram in het systeemvak van de taakbalk waarin de status van de FBWF wordt weergegeven. U kunt met de rechtermuisknop op het pictogram klikken om de beschikbare opties weer te geven en uit te voeren. Het statuspictogram van de FBWF geeft de volgende staten weer: ●
Rood hangslot—FBWF is uitgeschakeld.
●
Groen hangslot—FBWF is ingeschakeld.
●
Geel hangslot—FBWF-status wijzigt als het systeem opnieuw wordt opgestart.
U kunt de FBWF-status wijzigen door met de rechtermuisknop op het pictogram te klikken en de gewenste FBWF-status te selecteren. Als u de FBWF wijzigt via de opdrachtregel, moet u met de rechtermuisknop op het pictogram klikken om de weergave van het statuspictogram te vernieuwen (u kunt vervolgens op een willekeurige plaats op het scherm klikken om het contextmenu te sluiten). De weergave van het statuspictogram wordt automatisch vernieuwd wanneer u wijzigingen aanbrengt via het hulpprogramma HP Write Filter Configuration. OPMERKING: Omdat het hulpprogramma fbwfmgr.exe en de FBWF-statusservice aparte code uitvoeren, worden de door fbwfmgr.exe gemaakte statuswijzigingen niet automatisch weergegeven door het FBWF-statuspictogram.
Lokale schijfeenheden BELANGRIJK: De schrijffilter moet worden uitgeschakeld om configuraties blijvend te maken. Raadpleeg Schrijffilters op pagina 2 voor meer informatie. De volgende lokale schijfeenheden zijn standaard op de thin client geconfigureerd: ●
Schijfeenheid C (flash drive)—Hierop zijn het besturingssysteem en de software geïnstalleerd. Het schrijven naar deze schijfeenheid kan met behulp van een schrijffilter worden beperkt of volledig onmogelijk worden gemaakt. VOORZICHTIG: HP raadt aan de beschikbare vrije ruimte op de flashdrive op tenminste 10% van de grootte van de flashdrive te houden. Als de beschikbare vrije ruimte op de flashdrive daalt tot minder dan 15 MB, dan kan de thin client instabiel worden.
●
Schijfeenheid Z (RAM-drive)—Dit is een virtuele schijfeenheid die gemaakt is van het fysieke RAM-geheugen van het systeem. De schijfeenheid ziet eruit en gedraagt zich als een standaard vaste schijfeenheid, maar hij wordt gemaakt tijdens het opstarten en verwijderd tijdens het afsluiten van het systeem. HP raadt daarom aan om op deze virtuele schijfeenheid geen informatie of gegevens op te slaan. De volgende items worden op de schijfeenheid Z opgeslagen: ◦
Webpaginacache van de browser.
◦
Browsergeschiedenis.
◦
Browsercookies.
◦
Browsercache.
◦
Tijdelijke internetbestanden.
Lokale schijfeenheden
5
◦
Afdrukwachtrij.
◦
Tijdelijke bestanden van gebruiker/systeem.
Voor het configureren van de grootte van de schijfeenheid Z kunt u het hulpprogramma HP RAMDisk Manager gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie HP RAMDisk Manager op pagina 11. TIP: HP raadt u aan bestanden die u wilt behouden, op te slaan op een server in plaats van op uw thin client. Standaard schrijven veel programma's cache-bestanden naar de C-schijf op het lokale systeem. Als u naar een lokale schijfeenheid moet schrijven, configureer de instellingen van het programma dan zo dat het de schijfeenheid Z gebruikt.
Aanmeldingsinstellingen configureren BELANGRIJK: De schrijffilter moet worden uitgeschakeld om configuraties blijvend te maken. Raadpleeg Schrijffilters op pagina 2 voor meer informatie. De thin client meldt zich standaard aan als een gebruiker. Een beheerder moet handmatig aanmelden. Houd voor handmatige aanmelding rekening met het volgende: ●
Voor een gebruikersaccount zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord standaard beide User.
●
Voor een Administrator-account zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord standaard beide Administrator.
●
Uit veiligheidsoverwegingen raadt HP u aan de standaardwaarden van de wachtwoorden te wijzigen. Een beheerder kan wachtwoorden wijzigen door te drukken op Ctrl+Alt+Del en vervolgens te klikken op Een wachtwoord wijzigen. OPMERKING: U kunt het wachtwoord niet wijzigen, wanneer u als een gebruiker bent aangemeld.
●
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
U kunt de thin client ook zo configureren dat deze zich automatisch met een specifiek gebruikersaccount aanmeldt. Het configureren van automatische aanmelding doet u als volgt: 1.
Klik op Start > Configuratiescherm > HP Logon Manager.
2.
In het Windows-dialoogvenster voor de configuratie van de aanmelding selecteert u Enable Autologon (Automatische aanmelding inschakelen), typt u de gebruikersreferenties en de domeinnaam en klikt u daarna op OK.
Het geconfigureerde gebruikersaccount wordt tijdens het opstarten van het systeem automatisch aangemeld. TIP: Om u als een andere gebruiker of als beheerder aan te melden terwijl de automatische aanmelding is ingeschakeld, meldt u zich af om terug te gaan naar het aanmeldingsscherm van Windows.
De configuratie van de instellingen voor datum en tijd van het systeem BELANGRIJK: De schrijffilter moet worden uitgeschakeld om configuraties blijvend te maken. Raadpleeg Schrijffilters op pagina 2 voor meer informatie.
6
Hoofdstuk 2 Aan de slag
U kunt het hulpprogramma datum en tijd in het configuratiescherm gebruiken voor het handmatig instellen van de datum en tijd van het systeem of het systeem zo instellen dat het de datum en tijd regelmatig synchroniseren met een internetserver. TIP: U kunt dit hulpprogramma ook openen door te klikken op de klok in het systeemvak van Windows en vervolgens te klikken op Instellingen voor tijd en datum wijzigen of door met de rechtermuisknop te klikken op de klok en Datum/tijd aanpassen te selecteren uit het menu. Als u wilt dat het systeem de datum en tijd synchroniseert met een internetserver, moet u ook de Windows Time-service inschakelen, omdat deze standaard is uitgeschakeld. Dit doet u door onderstaande stappen te volgen: 1.
Klik op Start > Configuratiescherm > Systeembeheer.
2.
Dubbelklik op Services.
3.
Dubbelklik op de Windows Time-service voor toegang tot de instellingen. U kunt de service handmatig starten en zo configureren dat deze automatisch start.
De configuratie van de instellingen voor datum en tijd van het systeem
7
3
Virtualisatiesoftware ●
Citrix Independent Computing Architecture
●
Microsoft Remote Desktop Protocol
●
VMware Horizon View
●
HP Remote Graphics Software
●
HP TeemTalk
Citrix Independent Computing Architecture Maak Citrix Independent Computing Architecture (ICA) beschikbaar op het netwerk door gebruik te maken van de Citrix Presentation Server, XenDesktop, of XenApp op een Windows-server. De Citrix ICA-client plaatst pictogrammen op het WES-bureaublad of in het startmenu, voor de naadloze integratie van gepubliceerde toepassingen. De Citrix ICA-client opent u als volgt: 1.
Klik op Start > Alle programma's > Citrix Receiver.
2.
Typ het adres van de server en klik vervolgens op Update.
OPMERKING: Als een Windows-server wordt gebruikt, moet er op hetzelfde netwerk ook een Terminal Services Client Access Licenses (TSCAL)-server zijn. Met een Client Access-licentie (CAL) kan een client gebruik maken van de services die door de Windows-server geleverd worden. De server verleent tijdelijke licenties (aan afzonderlijke apparaten) die 90 dagen geldig zijn. Daarna moeten TSCAL's worden aangeschaft en op de TSCAL-server geïnstalleerd worden. Een client kan zonder tijdelijke of permanente licentie geen verbinding maken.
Microsoft Remote Desktop Protocol Maak Microsoft Remote Desktop Protocol (RDP) beschikbaar op het netwerk met behulp van Microsoft Terminal Services op een Windows-server. Gebruik het hulpprogramma Remote Desktop Connection (RDC) om een verbinding tot stand te brengen met een Windows-terminalserver of om toegang te krijgen tot externe applicaties via Microsoft RDP. Het RDC-hulpprogramma opent u als volgt: ▲
Klik op Start > Alle programma's > Bureau-accessoires > Verbinding met extern bureaublad.
OPMERKING: Als een Windows-server wordt gebruikt, moet er op hetzelfde netwerk ook een Terminal Services Client Access Licenses (TSCAL)-server zijn. Met een Client Access-licentie (CAL) kan een client gebruik maken van de services die door de Windows-server geleverd worden. De server verleent tijdelijke licenties (aan afzonderlijke apparaten) die 90 dagen geldig zijn. Daarna moeten TSCAL's worden aangeschaft en op de TSCAL-server geïnstalleerd worden. Een client kan zonder tijdelijke of permanente licentie geen verbinding maken.
8
Hoofdstuk 3 Virtualisatiesoftware
VMware Horizon View VMware Horizon View is een bedrijfsgerichte pc-beheeroplossing voor het beheer, de voorziening en de distributie van virtuele pc's. Met VMware View Manager krijgen gebruikers veilig en eenvoudig toegang tot virtuele pc's op VMware-infrastructuur, terminalservers, blade-pc's of zelfs externe fysieke pc's. De VMware Horizon View-client opent u als volgt ▲
Klik op Start > Alle programma's > VMware > VMware Horizon View Client. OPMERKING: Voor bepaalde images kan het nodig zijn dat u de VMware Horizon View-client eerst moet installeren voordat u de client kunt gebruiken. Klik hiervoor op Start > Alle programma's > Run VMware Horizon View Client Setup (VMware Horizon View Client installeren). Zorg ervoor dat u de schrijffilter-cache toewijst voordat u de thin client na de installatie opnieuw opstart.
HP Remote Graphics Software HP Remote Graphics Software (RGS) is de samenwerkings- en extern bureaublad-oplossing voor serieuze gebruikers en hun meest veeleisende toepassingen. Alle toepassingen worden native uitgevoerd op de externe computer en profiteren volledig van hun grafische hulpmiddelen. Het bureaublad van de externe computer wordt over een standaard netwerk naar een venster op een lokale computer verzonden. Hierbij wordt gebruikgemaakt van geavanceerde beeldcompressietechnologie die speciaal is ontworpen voor digitale beelden, tekst en videotoepassingen met hoge framesnelheden. Voor een interactieve en hoogwaardige ervaring worden een lokaal toetsenbord en een lokale muis ondersteund, alsmede het omleiden van de meeste USB-apparaten. Gebruik de RGS-ontvanger op WES voor toegang tot het door de RGS-verzender verzonden externe bureaublad. De RGS-ontvanger opent u als volgt: ▲
Klik op Start > Alle programma's> HP > HP Remote Graphics Software > HP RGS Receiver (HP RGS-ontvanger). OPMERKING: Voor bepaalde images kan het nodig zijn dat u de RGS-ontvanger eerst moet installeren voordat u deze kunt gebruiken. Klik hiervoor op Start > Alle programma's> Install HP Remote Graphics Receiver (HP Remote Graphics-ontvanger installeren). Zorg ervoor dat u de schrijffilter-cache toewijst voordat u de thin client na de installatie opnieuw opstart.
TIP: Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/go/rgs en raadpleeg de HP Remote Graphics
Software gebruikershandleiding.
HP TeemTalk HP Teemtalk is software voor terminalemulatie die gebruikmaakt van het Telnet-protocol voor de ondersteuning van computergebruik op oudere platformen. HP TeemTalk opent u als volgt: ▲
Start > Alle Programma's > Hewlett Packard > HP TeemTalk Emulator > Configure Session (Sessie configureren).
TIP: Raadpleeg voor meer informatie de HP Teemtalk Terminal Emulator gebruikershandleiding.
VMware Horizon View
9
4
Beheerprogramma's ●
HP Cloud Connection Manager
●
HP Compaq Thin Client Imaging Tool
●
HP Device Manager
●
HP Easy Tools (alleen desktop thin clients)
●
HP RAMDisk Manager
●
HP ThinShell
●
HP ThinState
●
HP Velocity
●
Microsoft System Center Configuration Manager
HP Cloud Connection Manager HP Cloud Connection Manager (HPCCM) is een hulpprogramma dat uitgevoerd wordt op de client en waarmee de beheerder op een flexibele wijze het opstarten van de ondersteunde virtuele pc-clients, zoals Citrix ICA, Microsoft RDP en VMware Horizon View, kan beheren met minimale of geen interactie van de eindgebruiker. De mate van interactie door de gebruiker tijdens het aanmelden, wordt volledig beheerd door de beheerder die de thin client heeft voorbereid voor gebruik. HP Cloud Connection Manager opent u als volgt: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HP Cloud Connection Manager.
TIP: Raadpleeg voor meer informatie de HP Cloud Connection Manager beheerdersgids.
HP Compaq Thin Client Imaging Tool Het hulpprogramma HP Compaq Thin Client Imaging Tool maakt onderdeel uit van elke SoftPaq met een oorspronkelijke fabrieksimage voor een HP thin client. U kunt dit hulpprogramma gebruiken om de oorspronkelijke fabrieksimage op uw thin client te herstellen. Met dit hulpprogramma kunt u een van de volgende opties kiezen: ●
Een opstartbare flashimage maken op een USB-flashdrive
●
Pak de image uit naar een directory voor gebruik in een aangepast implementatiescenario of PXE-image.
Raadpleeg de releaseopmerkingen in de SoftPaq voor instructies. TIP: Raadpleeg voor meer informatie het witboek HP Thin Client Imaging Tool.
10
Hoofdstuk 4 Beheerprogramma's
HP Device Manager HP Device Manager (HPDM) is een op een server gebaseerde applicatie die gecentraliseerde beheermogelijkheden voor HP thin clients levert. Het benadert elke thin client via de HPDM-agent die geïntegreerd is in de WES-image. Gebruik HPDM voor de implementatie van software-updates en add-ons. De HPDM-agent opent u als volgt: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HPDM Agent.
TIP: Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/go/hpdm en raadpleeg de HP Device
Manager gebruikershandleiding.
HP Easy Tools (alleen desktop thin clients) HP Easy Tools is een wizard die u helpt bij het maken van een complete configuratie voor gebruik op HP thin clients. De wizard opent automatisch tijdens de initiële instelling van het systeem, tenzij de HP Device Manager of de HP System Update-infrastructuur op het netwerk is gevonden. HP Easy Tools opent u handmatig als volgt: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HP Easy Tools.
TIP: Raadpleeg voor meer informatie de HP Easy Tools beheerdersgids .
HP RAMDisk Manager Met HP RAMDisk Manager kunt u de grootte van de RAM-drive (Schijfeenheid Z) configureren. HP RAMDisk Manager opent u als volgt: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HP RAMDisk Manager.
Standaard is de RAM-drive ingesteld op de optimale grootte van 128 MB. De maximale grootte die u kunt instellen, is 768 MB. De minimale grootte is 16 MB. Voor het installeren van software die meer dan 128 MB vereist, kunt u de RAM-drive tijdelijk groter maken.
HP ThinShell HP Thinshell is een hulpprogramma voor clientautomatisering dat kiosk-modus (vervanging van de shell)-functionaliteit voor gebruikers mogelijk maakt. Beheerders kunnen het te gebruiken shellprogramma, opdrachtregelparameters en de uit te voeren acties bij het afsluiten van het shellprogramma opgeven. HP ThinShell opent u als volgt: ▲
Klik op Start > Configuratiescherm > HP ThinShell.
OPMERKING: Als gebruikers lid zijn van een groep met beheerdersrechten, kunnen ze in kioskmodus werken.
HP Device Manager
11
HP ThinState HP ThinState kan worden gebruikt voor het vastleggen van een HP thin client-image, die vervolgens gedistribueerd kan worden naar een andere HP thin client van hetzelfde model en met dezelfde hardware. OPMERKING: HP ThinState maakt voor replicatie voortaan gebruik van ibrpe.exe. Eerder gemaakte flashdrives met ibr.exe kunnen niet meer gebruikt worden. Een HP ThinState-capture: 1.
Zorg ervoor dat op de thin client waarvan u de image vastlegt, het eerste opstartapparaat in het BIOS ingesteld is op USB.
2.
Schakel de schrijffilter uit.
3.
Sluit een USB-flashdrive aan die groter is dan de ingebouwde flashdrive.
4.
Klik op Start > Configuratiescherm > HP ThinState Capture.
5.
Volg de instructies op het scherm.
6.
Het hulpmiddel HP ThinState Capture opent een blauw scherm. Volg de instructies op het scherm.
Gebruik de USB-flashdrive voor het distribueren van de vastgelegde image naar een andere HP thin client van exact hetzelfde model en met dezelfde hardware. OPMERKING: Met HP ThinState Capture kan het mogelijk zijn dat u de image van een grotere flash vastlegt en deze kunt distribueren naar een kleinere flash, afhankelijk van het formaat van de vastgelegde image. Een HP ThinState-distributie uitvoeren: 1.
Zorg ervoor dat op de thin client waar u de image naar distribueert, het eerste opstartapparaat in het BIOS ingesteld is op USB.
2.
Plaats de USB-flashdrive met de vastgelegde image en start de computer opnieuw op.
3.
Volg de instructies op het scherm.
Nadat u de USB-flashdrive hebt verwijderd en het systeem is ingeschakeld, wordt de image uitgepakt. Onderbreek dit proces niet, of schakel de voeding tijdens dit proces niet in of uit.
HP Velocity HP Velocity is een 'quality of service' (QoS) systeem waarmee de gebruikerservaring voor real-time netwerkapplicaties sterk wordt verbetert door de vermindering van pakketverlies voor netwerken op IP-basis. HP Velocity is een component dat op de client uitgevoerd wordt en dat vooraf geïnstalleerd is op HP thin clients met WES 7. Het werkt in combinatie met een component dat op een server wordt uitgevoerd. TIP: Ga voor meer informatie naar http://www.hp.com/go/velocity en raadpleeg de HP Velocitydocumentatie.
Microsoft System Center Configuration Manager Microsoft System Center Configuration Manager (SCCM) helpt bij het onderhoud van bedrijfscompliance en controle en stelt de gebruikers in staat om alle benodigde apparaten en toepassingen te gebruiken. SCCM biedt beheermogelijkheden voor de levering van toepassingen,
12
Hoofdstuk 4 Beheerprogramma's
bureaubladvirtualisatie, apparaatbeheer en beveiliging, waardoor de productiviteit gewaarborgd blijft bij apparaatproliferatie. TIP: Raadpleeg voor meer informatie het witboek Managing HP Thin Clients with SCCM 2012 SP1 (Het beheer van HP thin clients met SCCM 2012 SP1).
Microsoft System Center Configuration Manager
13
Index A aanmelding automatisch 6 beheerder 6 gebruiker 6 handmatig 6 add-ons 1
Microsoft System Center Configuration Manager 12 S SCCM. Zie Microsoft System Center Configuration Manager Schijfeenheid C 5 Schijfeenheid Z 5 schrijffilters 2
B beheerprogramma's 10
U updates van images 1
C Citrix ICA 8 D datum en tijd van het systeem E Enhanced Write Filter
6
2
F File-Based Write Filter 4 H help en ondersteuning 1 HP Cloud Connection Manager 10 HP Compaq Thin Client Imaging Tool 10 HP Device Manager 11 HP Easy Tools 11 HP RAMDisk Manager 11 HP Remote Graphics Software 9 HP TeemTalk 9 HP ThinShell 11 HP ThinState 12 HP Velocity 12 hulpprogramma's zoeken 1 L lokale schijfeenheden M meer informatie zoeken Microsoft RDP 8
14
Index
5 1
V vastlegging en distributie van images 12 virtualisatiesoftware 8 VMware Horizon View 9 W websites Ondersteuning voor Citrix 1 Ondersteuning voor HP 1 Ondersteuning voor Microsoft 1 Ondersteuning voor VMware 1