Nederlands
HP LaserJet 4050, 4050 T, 4050 N en 4050 TN Printers Gebruikershandleiding
HP LaserJet 4050, 4050 T, 4050 N, en 4050 TN Printers
Gebruikershandleiding
© Copyright Hewlett-Packard Company 1999 Alle rechten voorbehouden. Verveelvuldiging, bewerking en vertaling zonder voorafgaande toestemming zijn verboden, behalve voor zover toegestaan volgens de auteurswet. Eerste druk, februari 1999
Garantie De informatie in dit document kan zonder kennisgeving worden veranderd. Hewlett-Packard biedt geen enkele garantie met betrekking tot deze informatie. HEWLETT-PACKARD BIEDT MET NAME GEEN IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. Hewlett-Packard is niet aansprakelijk voor directe, indirecte, of bijkomende schade of enige andere schade, die het gevolg zou zijn van het verstrekken of het gebruiken van deze informatie of daarmee verband zou houden.
Hewlett-Packard Company 11311 Chinden Boulevard Boise, Idaho 83714 USA
Handelsmerken Adobe en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated die in bepaalde landen als zodanig gedeponeerd kunnen zijn. Arial en Times New Roman zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van de Monotype Corporation. Microsoft, MS Windows, Windows en Windows NT zijn in de V.S. geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. TrueType is een in de V.S. geregistreerd handelsmerk van Apple Computer, Inc. ENERGY STAR is een in de V.S. geregistreerd servicemerk van de U.S. EPA.
Gebruik van deze on-line handleiding Deze handleiding wordt geleverd in de vorm van een PDF-bestand dat is gemaakt met Adobe™ Acrobat. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u dergelijke PDF-documenten moet gebruiken.
Navigeren door de handleiding Klik op het pictogram Inhoudsopgave om naar de inhoudsopgave voor de on-line handleiding te gaan. Via de items in deze inhoudsopgave komt u in de desbetreffende gedeelten van de handleiding. Klik op het pictogram Inleiding om terug te gaan naar dit gedeelte met tips voor het gebruik van de handleiding. Klik op het pictogram Index om naar de index voor de on-line handleiding te gaan. Via de items in deze index gaat u naar het bijbehorende onderwerp. Klik op het naar boven wijzende pijltje om naar de vorige pagina te gaan. Klik op het naar beneden wijzende pijltje om naar de volgende pagina te gaan.
Gebruik van Acrobat Reader Informatie opzoeken in PDF-documenten Als u bepaalde informatie in een PDF-document wilt opzoeken, klikt u op Inhoud of Index links boven aan het Acrobat Reader-venster en dan op het onderwerp dat u zoekt.
PDF-documenten bekijken Uitgebreide instructies voor het bekijken van PDF-documenten vindt u in de Help-informatie van het programma Acrobat Reader zelf.
DU
iii
Paginaweergave uitvergroten Met het gereedschap Inzoomen, het vergrootglas in de statusbalk of de knoppen in de werkbalk kunt u het scherm vergroten of verkleinen. Wanneer u op een document inzoomt, kunt u de pagina met het ‘handje’ heen en weer en op en neer bewegen. Daarnaast kent Acrobat Reader nog enkele vergrotingsmogelijkheden die bepalen hoe de pagina op het scherm past: Venstergrootte maakt dat de pagina in zijn geheel in het schermvenster past. Vensterbreedte maakt dat de pagina in de breedte in het schermvenster past. Alleen informatie maakt dat alleen de inhoud van de pagina in het venster past. Vergroten: Selecteer het gereedschap Inzoomen en klik op de documentpagina om de huidige weergave dubbel zo groot weer te geven. Verkleinen: Selecteer het gereedschap Inzoomen terwijl u de toets Ctrl (Windows en UNIX) of Optie (Macintosh) ingedrukt hebt en klik in het midden van het gebied dat u wil verkleinen.
Bladeren in een document U kunt in Acrobat Reader op verschillende manieren in een document bladeren: Volgende pagina: Klik op de knop Volgende pagina in de werkbalk of druk op Pijl rechts of Pijl omlaag. Vorige pagina: Klik op de knop Vorige pagina in de werkbalk of druk op Pijl links of Pijl omhoog. Eerste pagina: Klik op de knop Eerste pagina in de werkbalk. Laatste pagina: Klik op de knop Laatste pagina in de werkbalk. Naar een bepaald paginanummer: Klik op het vakje met het paginanummer in de statusbalk onder aan het hoofdvenster, typ het paginanummer en klik op OK.
iv
DU
Bladeren met schetsen Een schets is een sterk verkleinde weergave van een documentpagina. Via deze schetsen kunt u rechtstreeks naar een bepaalde pagina gaan en de weergave van de huidige pagina wijzigen.
Klik op een schets om naar de desbetreffende pagina te gaan.
Woorden zoeken Met de opdracht Zoeken kunt u een deel van een woord, een heel woord of meerdere woorden in het actieve document opzoeken.
Klik op de zoekknop of kies Zoeken in het menu Beeld.
Het document afdrukken Geselecteerde pagina’s afdrukken: Kies Print in het menu Bestand. Kies Pagina’s en typ in de vakken Van en t/m het paginabereik dat u wilt afdrukken. Klik dan op OK. Het hele document afdrukken: Kies Print in het menu Bestand. Kies All n pages (n staat voor het totale aantal pagina’s van het document) en klik op OK. Let op
DU
Op de Website http://www.adobe.com vindt u de nieuwste versies en andere taalversies van Adobe™ Acrobat Reader.
v
Verdere informatie . . . Er zijn verschillende handleidingen voor gebruik met uw printer verkrijgbaar. Extra exemplaren van de hieronder vermelde handleidingen kunt u bestellen bij HP Direct, tel. (800) 535-8787 (V.S.) of bij uw HP-dealer. Ook op de Website http://www.hp.com kunt u aanvullende informatie vinden.
De printer gereedmaken Beknopte handleiding Stap-voor-stap-instructies voor het installeren en configureren van de printer. HP JetDirect-printserver Software-installatiehandleiding* Stap-voor-stap-instructies voor het configureren van de HP JetDirect-printserver.
*Geleverd bij printers die zijn voorzien van een HP JetDirect-printserver (netwerkkaart).
vi
DU
Gebruik van de printer On-line gebruikershandleiding Een uitvoerige beschrijving van het gebruik van de printer en het oplossen van afdruk- en printerproblemen.
Naslaginformatie Een brochure met tips en andere nuttige informatie die u in de buurt van de printer kunt bewaren. Vraag uw netwerkbeheerder om het bij de printer geleverde exemplaar van dit boekje. On-line Help Informatie over printeropties die vanuit printerstuurprogramma’s beschikbaar zijn. U kunt deze on-line Help-informatie raadplegen via het stuurprogramma voor de printer. Gebruikershandleiding HP Fast InfraRed Receiver Een uitvoerige beschrijving van het gebruik van de HP Fast InfraRed Receiver en het oplossen van problemen daarmee.
DU
vii
HP Klantenservice en -ondersteuning On-line diensten Voor 24 uur toegang tot informatie via uw modem kunnen wij u de volgende diensten aanbieden:
World Wide Web Printerstuurprogramma’s, bijgewerkte HP afdruksoftware en product- en ondersteuninginformatie zijn verkrijgbaar op de volgende URLs: in de V.S.: http://www.hp.com/go/support Printerstuurprogramma’s zijn op de volgende locaties te verkrijgen: in China ftp://www.hp.com.cn/go/support in Japan ftp://www.jpn.hp.com/go/support in Zuid-Korea http://www.hp.co.kr/go/support in Taiwan http://www.hp.com.tw/go/support of de plaatselijke Website voor stuurprogramma’s http://www.dds.com.tw
Hoe verkrijgt u softwarehulpprogramma’s en elektronische informatie in de V.S.: Maandag - vrijdag: 6:00 uur - 22:00 uur MST Zaterdag: 9:00 uur - 16:00 uur MST Telefoon: (805) 257-5565 Fax: (805) 257-6995 Website HP: http://www.hp.com/ Postadres: Hewlett-Packard Co. P.O. Box 907 Santa Clarita, CA 91380-9007 U.S.A.
Voor Canada: Telefoon: (905) 206-4663
viii
DU
Voor Europa: HP Distribution Europe Bij de telefoonnummers worden ook de ondersteunde talen vermeld. Kantooruren van 7:30 GMT (8:30 MET) tot 17:00 GMT (18.00 MET). In het V.K. Duitse taal Engelse taal Franse taal Italiaanse taal Portugese taal Spaanse taal
01429 865511
Internationaal +44 1429 863353 +44 1429 865511 +44 1429 863343 +44 1429 520013 +44 1429 890466 +44 1429 520012
Voor Azië en het Pacific-gebied: Australië Chinese Volksrepubliek Filippijnen Hongkong India Indonesië Japan Korea Maleisië Nieuw-Zeeland Singapore Taiwan Thailand
+61 3 9272 8000 +86 10 65053888 +65 740-4477 +65 740-4477 +91 (011) 682 6035 +65 740-4477 +81 3 53461891 +82 2 3270 0805 +65 740-4477 0800-445-543 (gratis) of (09) 356 6640 +65 740-4477 +886 (02) 717 0055 +66 (02) 661-3900 ext 3224
Voor Latijns-Amerika: Argentinië 8:30 t/m 19:30 uur. Buenos Aires:
787-8080
Brazilië 8:00 t/m 19:00 uur. São Paulo:
011-829-6612
Chili 8:30 t/m 18:30 uur. Chili:
800-360999
Colombia * Technische assistentie door plaatselijke dealers
DU
ix
Mexico ‘HP Contigo’ 8:00 t/m 18:00 uur. Mexico:
01-800-4726684
Mexico:
01 800-4720684
Venezuela 8:00 t/m 18:00 uur.
800-47-888
Caracas: 207-8488 *Technische assistentie voor andere Latijnsamerikaanse landen wordt verleend door plaatselijke dealers.
Direct bestellen van HP benodigdheden en toebehoren: Bel (800) 538-8787 (V.S.) of (800) 387-3154 (Canada).
Rechtstreeks bij HP bestellen van originele HP-onderdelen: In de V.S. kunt u hiervoor bellen met (800) 227-8164
CD met informatie over HP-serviceonderdelen: Deze informatieve catalogus op CD-ROM staat boordevol snel en eenvoudig te raadplegen informatie over een uitgebreid assortiment HP-producten, compleet met prijzen en aanbevolen voorraden. Abonnementen op deze kwartaalservice kunt u in de V.S. en Canada aanvragen op tel. nr. (800) 336-5987 en in Azië en het Pacific-gebied op (65) 740-4484. Informatie over onderdelen, prijzen en verkrijgbaarheid in verschillende landen is ook te vinden op de Website van HP op www.hp.com/go/partsinfo.
HP Support assistant compact disk: Deze ondersteuningsmogelijkheid biedt een uitgebreid on-line informatiesysteem dat speciaal is ontworpen voor technische en productinformatie over HP-producten. Bel voor een abonnement op deze kwartaalservice vanuit de V.S. of Canada met (800) 457-1762. Bel in Hongkong, Indonesië, Maleisië of Singapore met Mentor Media: (65) 740-4477.
HP Service-informatie: Voor informatie over HP-dealers in uw plaats of regio kunt u bellen met (800) 243-9816 (V.S.) of (800) 387-3867 (Canada).
HP Servicecontracten: Bel (800) 835-4747 (V.S.) of (800) 268-1221 (Canada). Uitgebreide service (800) 446-0522. x
DU
HP FIRST HP FIRST Fax biedt u uitgebreide ondersteuningsinformatie over veelgebruikte software voor uw HP-product en tips voor het oplossen van problemen. Bel vanaf een telefoon met druktoetsen en vraag maximaal drie documenten per gesprek aan. Deze documenten worden vervolgens naar het faxnummer van uw keuze verzonden. Veel van deze nummers zijn lokaal en kunnen niet internationaal worden gebeld.
Noord- en Latijns-Amerika Buiten de V.S. en Canada (404) 329-2009 In de V.S. en Canada (800) 333-1917
Azië en het Pacific-gebied Australië China Filippijnen Hongkong India Indonesië Japan Maleisië Nieuw Zeeland Singapore Thailand Vietnam Zuid-Korea
(03) 9272 2627 (10) 6505 5280 (02) 848 9880 2506 2422 (11) 682 6031 (21) 352 2044 (03) 3335 8622 (03) 298 2478 (09) 356 6642 275 7251 (02) 661 3511 (08) 823 4161 (02) 769 0543
Europa, Middenoosten en Afrika België Frans Nederlands Denemarken Duitsland Europa Internationaal Finland Frankrijk Hongarije Italië Nederland Noorwegen Oostenrijk Portugal Spanje Verenigd Koninkrijk Zweden Zwitserland Duits Frans
DU
0800 1 7043 0800 1 1906 800-10453 0130-810061 +31 20 681 5792 9800-13134 0800-905900 36 1 461-8222 1678-59020 0800-0222420 800-11319 0660-8218 05 05 313342 900-993123 0800-960271 020-795743 0800-551527 0800-551526
xi
Klantenondersteuning over de gehele wereld Het hoofdstuk over service en ondersteuning in deze gebruikershandleiding bevat alle verkoop- en service-adressen en de telefoonnummers voor landen die hier niet zijn genoemd.
HP Klantenservice en hulp bij productreparatie voor de V.S. en Canada Zie het hoofdstuk over Service en ondersteuning in deze gebruikershandleiding voor meer informatie over reparatie. Bel (208) 323-2551 van maandag tot en met vrijdag van 6 tot 18 uur MST gratis tijdens de garantieperiode. Er worden u echter wel (internationale) telefoonkosten in rekening gebracht. Zoek van tevoren het serienummer op van uw printer en zorg dat u in de buurt van het apparaat zit als u belt. Als u meent dat uw printer gerepareerd moet worden, bel dan (800) 243-9816 voor informatie over uw dichtstbijzijnde HP-servicevertegenwoordiger. Na de garantietermijn is telefonische ondersteuning beschikbaar om vragen over uw product te beantwoorden. Bel (900) 555-1500 ($2.50* per minuut, alleen in de V.S.) of bel (800) 999-1148 ($25* per gesprek, Visa of Master Card, V.S. en Canada) van maandag tot en met vrijdag van 7 tot 18 uur en op zaterdag van 7 tot 18 uur MST. Er worden pas kosten in rekening gebracht zodra u een servicetechnicus aan de lijn hebt. *Prijswijzigingen voorbehouden.
xii
DU
HP Ondersteuningscentrum in Europa Ondersteuning in de landstaal en andere plaatselijke opties beschikbaar Open van maandag tot en met vrijdag 8:30-18:00 MET HP biedt gratis telefonische ondersteuning tijdens de garantieperiode. Als u één van de hieronder aangegeven telefoonnummers belt, wordt u doorverbonden met een team dat klaar staat om u te helpen. Als u na afloop van de garantieperiode ondersteuning wilt, kunt u die tegen betaling verkrijgen via hetzelfde telefoonnummer. U betaalt per verzoek om ondersteuning. Zorg dat u als u HP belt de volgende informatie bij de hand hebt: productnaam en serienummer, aankoopdatum en een beschrijving van het probleem. Deens Duits Engels
Fins Frans
Italiaans Nederlands Noors Portugees Spaans Zweeds
DU
Denemarken: (45) 3929-4099 Duitsland: (49) (180) 525-8143 Oostenrijk: (43) (1) 0660-6386 Ierland: (353) (1) 662-5525 VK.: (44) (171) 512-5202 Internationaal: (44) (171) 512-5202 Finland: (358) (9) 0203-47288 Frankrijk: (33) (01) 43-62-3434 België: (32) (2) 626-8807 Zwitserland: (41) (84) 880-1111 Italië: (39) (2) 0-264-10350 België: (32) (2) 626-8806 Nederland: (31) (20) 606-8751 Noorwegen: (47) 2211-6299 Portugal: (351) (1) 441-7199 Spanje: (34) (90) 232-1123 Zweden: (46) (8) 619-2170
xiii
Nummers voor ondersteuning in uw eigen land Als u na afloop van de garantieperiode ondersteuning of aanvullende reparatieservice nodig hebt of als uw land niet in de onderstaande lijst voorkomt, zie dan ‘Wereldwijde verkoop- en servicekantoren’ op pagina 149. Argentinië Australlë Brazilië Canada Chili China Filippijnen Griekenland Hongarije Hongkong India Indonesië Japan Maleisië Mexico (buiten Mexico-Stad) Mexico (Mexico Stad) Nieuw-Zeeland Polen Portugal Rusland Singapore Taiwan Thailand Tsjechische Republiek Turkije Vietnam Zuid-Korea (buiten Seoel) Zuid-Korea (Seoel) Zwitserland
xiv
787-8080 (61) (0) 3 8877 8000 011-829-6612 (208) 323-2551 800-360999 (86) (0) 10 6564 5959 (63) (0) 2 867 3551 (30) (1) 689-6411 (36) (1) 461-8110 800 96 7729 (91) (0) 11 682 6035 62 (0) 21 350 3408 (81) (3) 3335-8333 (60) (0) 3 295 2566 01 800-90529 01 800 4726684 01 800 4720684 (64) (0) 9 356 6640 (48) (22) 608-7700 (351) (1) 301-7330 (7) (95) 923-5001 +65 272 5300 886 (0) 2 717 0055 +66 (0) 2 661 4000 (420) (2) 613 07310 (90) (1) 224-5925 +848 823 4530 080 999 0700 (82) (0) 2 3270 0700 (41) (1) 0800-55-5353
DU
Inhoud Gebruik van deze on-line handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii Navigeren door de handleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii Gebruik van Acrobat Reader . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . iii Verdere informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .vi De printer gereedmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .vi Gebruik van de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . vii HP Klantenservice en -ondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . viii On-line diensten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . viii HP FIRST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .xi Klantenondersteuning over de gehele wereld . . . . . . . . . . . . . . xii HP Klantenservice en hulp bij productreparatie voor de V.S. en Canada . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xii HP Ondersteuningscentrum in Europa Ondersteuning in de landstaal en andere plaatselijke opties beschikbaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . xiii Nummers voor ondersteuning in uw eigen land . . . . . . . . . xiv
1 Basisinformatie over uw printer Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 Printerfuncties en voordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Informatie over de printer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Configuraties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Printer: onderdelen en locaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Accessoires en benodigdheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Voorgestelde accessoires . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Bestelinformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Bedieningspaneel-indeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Lichtjes op het bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Bedieningspaneeltoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het On-line Help-systeem van de printer gebruiken . . . . . . 14 Bedieningspaneelmenu’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Printersoftware . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Printerstuurprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Macintosh . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Software voor Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Software voor Macintosh computers . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Software voor netwerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
DU
Inhoud
xv
2 Afdruktaken Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Selectie van de uitvoerbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 Afdrukken naar de bovenste uitvoerbak . . . . . . . . . . . . . . . 32 Afdrukken naar de achter recto-uitvoerbak . . . . . . . . . . . . . 33 Vullen van lade 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Vullen van lade 2 (4050/4050 N) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Vullen van laden 2 en 3 (4050 T/4050 TN) . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Vullen van de optionele lade voor 500 vel . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Dubbelzijdig afdrukken (optionele duplexeenheid) . . . . . . . . . . 41 Richtlijnen voor afdrukken op beide zijden van het papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42 Afdrukken op speciaal papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Afdrukken op briefhoofdpapier, geperforeerd of voorbedrukt papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Inlegstand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Afdrukken van enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Afdrukken van etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Afdrukken van transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 Afdrukken van kaarten, speciaal formaat en zwaar papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56 Geavanceerde afdruktaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 Gebruik van de functies in het printerstuurprogramma . . . . 59 Gebruik van lade 1 aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Afdrukken per type en formaat papier . . . . . . . . . . . . . . . . . 65 Ondersteunde papiersoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 66 Taak vasthouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Snelkopiëren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67 Extra kopieën van een snelkopieertaak afdrukken . . . . . . . 67 Een opgeslagen snelkopieertaak wissen . . . . . . . . . . . . . . 68 Een taak lezen en vasthouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69 De rest van een vastgehouden taak afdrukken . . . . . . . . . . 69 Een vastgehouden taak wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70 Een privétaak afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Een privétaak opgeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Een privétaak vrijgeven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 Een privétaak wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Een afdruktaak opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Een opgeslagen taak afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73 Een opgeslagen taak wissen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 Afdrukken met de optionele HP Fast InfraRed Receiver . . . . . . 75 Afdrukken vanuit Windows 9x . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Een taak afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Een afdruktaak onderbreken en hervatten . . . . . . . . . . . . . 76
xvi
Inhoud
DU
3 Printeronderhoud Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Onderhoud van de tonercassette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Tonercassettes gebruiken die niet door HP zijn vervaardigd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Tonercassettes bewaren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Verwachte levensduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78 Het tonerniveau controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79 De HP TonerGauge opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . . . . 79 Doorgaan met afdrukken als de toner bijna op is . . . . . . . . 80 De printer reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 Uitvoeren van normaal onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
4 Problemen oplossen Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Verhelpen van papierstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90 Verhelpen van storingen bij de invoerladen . . . . . . . . . . . . 92 Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 Verhelpen van storingen bij de bovenklep . . . . . . . . . . . . . 96 Verhelpen van papierstoringen in de buurt van de tonercassette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten . . . . . . . . . 99 Verhelpen van storingen in de optioneel verkrijgbare duplexeenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Verhelpen van regelmatig voorkomende papierstoringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 102 Begrijpen van printerberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 Foutmeldingen van de Mopy-schijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116 Corrigeren van problemen met de uitvoerkwaliteit . . . . . . . . . 118 Bepalen van printerproblemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120 Problemen oplossen - stroomdiagram . . . . . . . . . . . . . . . 120 Problemen oplossen - stroomdiagram voor Macintosh gebruikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127 Problemen met de harde schijf van de printer oplossen . . . . . 130 Problemen met PS oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 131 Problemen met de HP Fast InfraRed Receiver oplossen . . . . 132 Communiceren met een optionele HP JetDirect-printserver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 HP JetDirect 10/100TX-printserver . . . . . . . . . . . . . . . . . . 134 Controle van de printerconfiguratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 Menustructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 136 Configuratiepagina . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 PCL of PSLettertypen-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
DU
Inhoud
xvii
5 Service en ondersteuning Garantie-informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141 Service tijdens en na de garantieperiode . . . . . . . . . . . . . 141 Richtlijnen voor het opnieuw inpakken van de printer . . . . . . . 142 Hewlett-Packard beperkte garantieverklaring . . . . . . . . . . . . . 143 Beperkte garantie voor de gebruiksduur van de tonercassette . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145 Service-informatieformulier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146 Voorwaarden van de HP gebruiksrechtovereenkomst . . . . . . 147 Wereldwijde verkoop- en servicekantoren . . . . . . . . . . . . . . . . 149
A Specificaties Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-1 Papierspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-2 Ondersteunde papierformaten en gewichten . . . . . . . . . . A-3 Ondersteunde papiersoorten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-7 Etiketten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-10 Transparanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-10 Enveloppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-11 Kaarten en zwaar papier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-13 Printerspecificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-15 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-15 Omgevingseisen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-16 Specificaties voor seriële kabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A-18
B Bedieningspaneelmenu’s Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-1 Het Snelkopie Taakmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-2 Het menu Privétaken/Opgeslagen taken . . . . . . . . . . . . . . . . . B-3 Informatiemenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-4 Papierverwerkingsmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-6 Afdrukkwaliteit-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-9 Afdrukmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-12 Configuratiemenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-17 I/O-menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-23 EIO-menu (4050 N/4050 TN) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-25 Herstelmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B-27
C Printergeheugen en uitbreiding Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-1 Geheugen installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-3 De geheugeninstallatie controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-5 Geheugeninstellingen bijstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-6 EIO-kaarten/Massaopslag installeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . C-8
xviii
Inhoud
DU
D Printercommando’s Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-1 Verklaring van de syntaxis van PCL 5e-printeropdrachten . . . D-2 Escape-opdrachten combineren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-3 Escape-tekens invoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-4 PCL 5e-lettertypen selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . D-5 Veel gebruikte PCL 5e-printeropdrachten . . . . . . . . . . . . . . . . D-6
E Overheidsinformatie FCC Regulations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-1 Milieuvriendelijke producten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2 Milieubescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-2 Material Safety Data Sheets (chemiekaarten) . . . . . . . . . . E-5 Conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-6 Veiligheidsverklaringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-7 Laser Safety Statement . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-7 Canadian DOC Regulations . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-7 VCCI Statement (Japan) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-7 Laserverklaring voor Finland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-8
Verklarende woordenlijst Index
DU
Inhoud
xix
xx
Inhoud
DU
1 Basisinformatie over uw printer Overzicht Gefeliciteerd met de aanschaf van uw printer uit de HP LaserJet 4050 -serie! Als u dat nog niet gedaan hebt, kunt u de printer installeren aan de hand van de installatie-instructies in de Installatiehandleiding die bij de printer wordt geleverd. Nu de printer geïnstalleerd en gebruiksklaar is, is het verstandig om een paar minuten de tijd te nemen om de printer te leren kennen. In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de volgende onderwerpen:
• • • • •
DU
Functies en voordelen van de printer. Belangrijke onderdelen van de printer en waar deze zich bevinden. Accessoires en benodigdheden die u voor de printer kunt bestellen. De indeling en basisbediening van het bedieningspaneel van de printer. Nuttige afdruksoftware voor meer afdrukflexibiliteit.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
1
Printerfuncties en voordelen Snelheid en doorvoer
• • •
Instant-on fuser drukt de eerste pagina in 15 seconden af Drukt op Letterpapier 17 pagina’s per minuut (ppm) af of 16 ppm op A-4 papier ‘RIP ONCE’-mogelijkheid met 16 MB geheugen of vaste-schijfoptie
Resolutie
• • • •
FastRes 1200 voor sneller afdrukken ProRes 1200 voor het afdrukken van afbeeldingen met hoge kwaliteit Maximaal 220 grijsniveaus voor afbeeldingen van fotokwaliteit HP precisietoner voor duidelijke, scherpe afdrukken
Papierverwerking
• •
Geschikt voor maximaal 600 vel papier (basisuitvoering); met extra accessoires geschikt te maken voor maximaal 1100 vel papier Drukt af op een groot aantal verschillende formaten en gewichten
Taal en lettertypen
• •
HP PCL 6, PCL 5e, en PostScript Niveau 2 emulatie 110 lettertypen voor Microsoft Windows, plus HP FontSmart
Uitbreidbaar ontwerp
• • • •
2
Universele papierlade voor 500 vel, power-invoer voor 75 enveloppen en dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid optioneel leverbaar) Flash-opslag voor afdrukformaten, lettertypen en ondertekeningen Geheugen kan met maximaal 200 MB worden uitgebreid Twee EIO-sleuven voor aansluiting op netwerken of andere apparatuur • HP JetSend geactiveerd
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Informatie over de printer Configuraties Deze printer is leverbaar in vier configuraties, zoals hieronder beschreven.
HP LaserJet 4050 De HP LaserJet 4050 wordt standaard geleverd met 8 MB RAM en één lade voor 500 vel.
HP LaserJet 4050 N De HP LaserJet 4050 N wordt standaard geleverd met 16 MB RAM, een JP JetDirect 10/100Base-TX afdrukserverkaart voor aansluiting op een netwerk, een HP Fast InfraRed Receiver (FIR) en één lade voor 500 vel papier.
HP LaserJet 4050 T De HP LaserJet 4050 T wordt standaard geleverd met 8 MB RAM en twee laden voor 250 vel.
HP LaserJet 4050 TN De HP LaserJet 4050 TN wordt standaard geleverd met 16 MB RAM, een JP JetDirect 10/100Base-TX afdrukserverkaart voor aansluiting op een netwerk, een HP Fast InfraRed Receiver (FIR) en twee laden voor 250 vel papier elk.
DU
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
3
Printer: onderdelen en locaties
Bovenste uitvoerbak
Bedieningspaneel
Extra geheugen kan hier geïnstalleerd worden.
Bovenklep
Lade 1 (100-vel) AAN/ UIT-schakelaar
Ladenummers Papierniveau -indicator
Lade 2 (500-vel, gesloten)
Figuur 1
4
Printeronderdelen (voorzijde, HP LaserJet 4050/4050 N printer)
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
11 10 1 9 8
2 7 3 6
Figuur 2
4
Printeronderdelen (achterzijde, HP LaserJet 4050/4050 N printer)
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
DU
5
Achterste uitvoerbak (rechtstreekse papierbaan) Netsnoeraansluiting Stofkap Poort voor FIR-ontvanger Poort voor parallelle interface Sleuf voor netwerk of I/O Poort 10/100Base-TX (RJ-45) Geheugen (er kunnen meerdere DIMM’s worden geïnstalleerd) Seriële poort Accessoirepoort Serie- en modelnummer (binnenzijde kap)
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
5
Accessoires en benodigdheden U kunt de mogelijkheden van uw printer vergroten met diverse optionele accessoires en benodigdheden. Let op
Gebruik speciaal voor de printer ontworpen accessoires en benodigdheden voor optimale prestaties. De printer is voorzien van twee sleuven voor EIO-kaarten (verbeterde input/output). In de HP LaserJet 4050 N en 4050 TN wordt een van deze sleuven gebruikt voor de HP JetDirect 10/100Base-TX afdrukserverkaart. Er zijn ook andere accessoires en opties verkrijgbaar. Zie pagina 8 voor bestelinformatie.
6
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Voorgestelde accessoires Gebruik de volgende accessoires om de printer te optimaliseren.
1
2
5
3
6
5
4
6
7 HP LaserJet 4050/4050 N printers
Figuur 3
Optionele accessoires
1 2 3 4 5 6 7
DU
HP LaserJet 4050 T/4050 TN printers
HP JetDirect afdrukserver (EIO-kaart) Harde schijf (EIO-kaart) Geheugen of Flash DIMM HP Fast InfraRed Receiver Envelopinvoer Dubbelzijdig afdrukken - optionele eenheid (of duplexeenheid, voor 2-zijdig afdrukken) Optionele lade voor 500 vel
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
7
Bestelinformatie Gebruik uitsluitend accessoires die speciaal voor deze printer zijn ontworpen. Neem contact op met uw officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst om een accessoire te bestellen. (Zie de HP Klantenservice en -ondersteuningspagina’s aan het begin van deze gebruikershandleiding.)
Papierverwerking
Bestelinformatie Onderdeelnummer
Artikel
Beschrijving van het gebruik
500-vel papiertoevoer en lade
Papiertoevoer en één lade voor 500 vel.
C4124A
Envelopinvoer
Voert automatisch maximaal 75 enveloppen in.
C4122A
Optionele eenheid voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid)
Maakt automatisch dubbelzijdig printen mogelijk.
C4123A
Reservelade voor 250 vel
Reserve-papierlade voor de HP LaserJet 4050 T/4050 TN printers (Laden 2 en 3).
C4126A
Universele optionele reservelade voor 500 vel
Universele optionele reservelade voor 500 vel (Geschikt voor negen papierformaten)
C4125A
Reservelade voor 500 vel
C3122A Reserve-papierlade voor de HP LaserJet 4050/4050 N printer (Lade 2). (Geschikt voor de formaten Letter, A4 en Legal)
8
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Geheugen, lettertypen en opslagmedia
Toebehoren voor de printer
Bestelinformatie (vervolg) Beschrijving van het gebruik
HP Universeel papier
HP-papier voor diverse doeleinden (1 doos van 10 riem, 500 vel per riem, gewicht 908 g). Proefpakket te bestellen via telefoonnummer 1-800-471-4701 (V.S.).
HPM1120
HP LaserJet Papier
Kwaliteitspapier van HP voor gebruik met HP LaserJet-printers (1 doos van 10 riem, 500 vel per riem, gewicht 1090 g). Proefpakket te bestellen via telefoonnummer 1-800-471-4701 (V.S.).
HPJ1124
Tonercassette (6.000 pagina’s)
Nieuwe HP precisie-tonercassette.
C4127A
Tonercassette (10.000 pagina’s)
Nieuwe HP precisie-tonercassette.
C4127X
Dual In-line Geheugenmodule (DIMM)
Verbetert de mogelijkheden van de printer om grote afdruktaken uit te voeren (maximum 200 MB met HP-DIMM’s):
EDO DIMM’s
4 MB 8 MB 16 MB
C4135A C4136A C4137A
SDRAM DIMM’s
4 MB 8 MB 16 MB 32 MB 64 MB
C4140A C4141A C4142A C4143A C3913A
Flash DIMM
Font DIMM
Harde schijf
DU
Onderdeelnummer
Artikel
Permanente opslag voor lettertypen en afdrukmodellen: 2 MB 4 MB
C4286A C4287A
8 MB Aziatische MROM: Taiwanees Chinees
C4292A C4293A
Permanente opslag voor lettertypen en afdrukmodellen. Wordt ook gebruikt voor het maken van meerdere afdrukken van één origineel en voor de functie Taak vasthouden.
C2985A
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
9
Kabels en interface-accessoires
Bestelinformatie (vervolg) Artikel
Beschrijving van het gebruik
Onderdeelnummer
Stofkap
Stofkap, lade 1x500 vel Stofkap, lade 2x250 vel Stofkap, optionele lade 500 vel
C4232A C4233A C4234A
Parallelle kabels
2 meter IEEE-1284 kabel 3 meter IEEE-1284 kabel
C2950A C2951A
Seriële kabels
9-9 pins seriële kabel (mannelijk/vrouwelijk) 9-25 pins seriële kabel (mannelijk/vrouwelijk)
Seriële adapter
C2933A C2809A
Macintosh computer seriële kabel
voor aansluiting op een Macintosh computer.
92215S
Macintosh netwerkkabelkit
voor PhoneNET of LocalTalk aansluiting.
92215N
Verbeterde I/O-kaarten
HP JetDirect 600N EIO interne afdrukservers: 10Base-T Ethernet, enkele RJ-45 poort Ethernet 10Base-T en 10Base2, LocalTalk-netwerken Token Ring-netwerken Fast Ethernet 10/100-TX
FIR-ontvanger
10
25-9 pins adapter (mannelijk/vrouwelijk)
C2932A
Fast InfraRed Receiver
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
J3110A J3111A J3112A J3113A C4103A
DU
Onderhoud
Documentatie
Bestelinformatie (vervolg)
DU
Onderdeelnummer
Artikel
Beschrijving van het gebruik
HP LaserJet Printer Family Paper Specification Guide
Een gids voor het gebruiken van papier en ander afdrukmateriaal met HP LaserJet printers.
5040-9072
CD-ROM met gebruikersdocumentatie voor HP LaserJet 4050, 4050 T, 4050 N en 4050 TN
Een extra exemplaar van de CD-ROM met gebruikersdocumentatie
C4251-60104
Gebruikersdocumentatiekit, HP LaserJet 4050 en 4050 N Printers
Beknopte gebruikershandleiding en naslaginformatie
C4251-99006 (Nederlands)
Gebruikersdocumentatiekit, HP LaserJet 4050 T en 4050 TN
Beknopte gebruikershandleiding en naslaginformatie
C4252-99006 (Nederlands)
Printeronderhoudskit
Bevat onderdelen die de gebruiker zelf kan vervangen en instructies voor normaal onderhoud van de printer. 110 V printer: nieuw vervanging
C4118-67902 C4118-69001
220 V printer: nieuw vervanging
C4118-67903 C4118-69002
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
11
Bedieningspaneel-indeling Het bedieningspaneel van de printer bestaat uit:
KLAAR
Tweeregelig uitleesvenster
Start
Klaar Gegevens
Optie
Attentie
– Waarde + Taak Annuleren
Figuur 4
Menu On-line Help printer
Selecteren
Bedieningspaneel-indeling
Lichtjes op het bedieningspaneel
12
Lichtje
Betekenis
Klaar
De printer is klaar om af te drukken.
Gegevens
De printer is bezig met het verwerken van informatie.
Attentie
Een handeling is vereist. Zie het uitleesvenster op het bedieningspaneel.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Bedieningspaneeltoetsen Toets
Functie
[Start]
• Zet de printer on-line of off-line. • Drukt alle gegevens in de printerbuffer af. • Laat de printer het afdrukken hervatten nadat deze off-line is geweest. Verwijdert de meeste printerberichten en zet de printer on-line. • Laat de printer doorgaan met afdrukken na een foutmelding zoals LADE x LAAD [TYPE] [FORMAAT] of ONVERWACHT PAPIERFORMAAT. • Bevestigt een verzoek tot handmatig afdrukken als lade 1 geladen is en LADE 1 MODE=CASSETTE is ingesteld vanuit het papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. • Onderdrukt een verzoek tot handmatig afdrukken vanuit lade 1 door papier uit de volgende beschikbare lade te kiezen. • Verlaat de menu’s op het bedieningspaneel. (Druk om een gekozen bedieningspaneel-instelling te veranderen eerst op [Selecteren].)
[Taak annuleren]
Hiermee annuleert u de afdruktaak waarmee de printer bezig is. (Slechts eenmaal indrukken.) De tijd die het annuleren vergt, hangt af van de grootte van de afdruktaak.
[Menu]
Hiermee doorloopt u de menu’s op het bedieningspaneel. Druk op de rechterkant van de knop om vooruit, en op de linkerkant om terug te gaan.
[Optie]
Hiermee doorloopt u de opties van het geselecteerde menu. Druk op de rechterkant van de knop om vooruit, en op de linkerkant om terug te gaan.
[- Waarde +]
Doorloopt de waarden van de gekozen menu-optie. Druk op [+] om vooruit te gaan of [-] om terug te gaan.
[Selecteren]
• Bewaart de gekozen waarde voor de gekozen optie. Een sterretje (*) verschijnt naast de selectie, wat aangeeft dat het de nieuwe standaardwaarde is. De standaard-instellingen blijven gehandhaafd als de printer uitgezet wordt of opnieuw geinitialiseerd (tenzij u alle fabrieksinstellingen vanuit het Herstelmenu verandert). • Print één van de informatiepagina’s van de printer vanaf het bedieningspaneel.
DU
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
13
Het On-line Help-systeem van de printer gebruiken De printer heeft een ingebouwd Help-systeem dat via het bedieningspaneel kan worden geraadpleegd en instructies voor het oplossen van de meeste afdrukfouten geeft. Sommige foutmeldingen op het bedieningspaneel worden afgewisseld met instructies voor het raadplegen van het On-line Help-systeem Als een foutmelding een [?] bevat of als een melding wordt afgewisseld met de tekst VOOR HELP DRUK ? TOETS drukt u op de toets [Optie] om een reeks instructies te lezen. Let op
14
U verlaat de On-line Help door op [Start] te drukken.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Bedieningspaneelmenu’s Zie pagina B-1 voor een complete lijst van de bedieningspaneelopties en mogelijke waarden. Druk op [Menu] voor toegang tot alle bedieningspaneelmenu’s. Als er extra laden of andere accessoires in de printer geïnstalleerd zijn, verschijnen er automatisch nieuwe menu-opties.
Instelling op het bedieningspaneel wijzigen: 1 2 3 4
5 Let op
Druk op [Menu] tot het gewenste menu verschijnt. Druk op [Optie] tot de gewenste optie verschijnt. Druk op [- Waarde +] tot de gewenste instelling verschijnt. Druk op [Selecteren] om de selectie te bewaren. Een sterretje (*) verschijnt naast de selectie in het uitleesvenster, wat aangeeft dat dit nu de standaardinstelling is. Druk op [Start] om het menu af te sluiten.
De instellingen in het printerstuurprogramma en het gebruikte toepassingsprogramma hebben voorrang op de bedieningspaneelinstellingen, waarbij de instellingen in het toepassingsprogramma de instellingen van het printerstuurprogramma onderdrukken. Als u een menu of optie niet kunt oproepen, ontbreekt deze optie op uw printer, hebt u het niveau boven deze optie niet geactiveerd of heeft de netwerkbeheerder deze functie geblokkeerd. (Op het bedieningspaneel staat dan GEEN TOEGANG MENUS VGRENDELD.) Vraag de netwerkbeheerder om advies.
DU
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
15
Een menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken: Om de huidige instellingen te kunnen bekijken voor alle menu’s en opties die op het bedieningspaneel kunnen verschijnen, kunt u een menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken: Druk op [Menu] tot u INFORMATIEMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot u MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN ziet verschijnen. 3 Druk op [Selecteren] om de menustructuur af te drukken. U kunt de menustructuur desgewenst bij de printer leggen, zodat u de structuur als referentie kunt gebruiken. De inhoud van de menustructuur varieert, afhankelijk van de opties die op dit moment in de printer geïnstalleerd zijn. (Veel van deze instellingen worden genegeerd als er vanuit het printerstuurprogramma of de softwaretoepassing een andere instelling wordt gekozen.)
1 2
16
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Printersoftware De printer wordt geleverd met nuttige software op een CD. Zie de installatiehandleiding voor installatie-instructies. Let op
Lees het bestand ReadMe.txt op de CD voor nieuwe informatie die niet meer in deze gebruikershandleiding kon worden opgenomen.
Windows cliënt Windows Software Stuurprogramma’s HP FontSmart*
Macintosh cliënt
Macintosh Software Stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8*** PPDs HP LaserJet hulpprogramma*
Netwerk beheerder Windows Software HP JetAdmin Stuurprogramma’s HP FontSmart* HP Bronnenbeheer** Macintosh Software Stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8*** PPDs HP LaserJet hulpprogramma* Lettertypen* Desktop Printerhulpprogramma*** Guide-bestanden***
*Deze producten zijn niet verkrijgbaar in het Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans. **HP Bronnenbeheer is alleen verkrijgbaar in het Engels, Frans, Italiaans, Duits, Spaans, Nederlands, Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans. ***Deze producten zijn alleen verkrijgbaar in het Engels.
Figuur 5
Printersoftware
Let op
Op de tweede CD-ROM staan de on-line gebruikershandleiding en het programma Adobe Acrobat Reader (Engelse versie).
DU
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
17
De printerstuurprogramma’s op de CD moeten geïnstalleerd worden om volledig te kunnen profiteren van de functies van de printer. De andere softwareprogramma’s worden aanbevolen, maar zijn niet absoluut nodig. Zie het ReadMe.wri bestand voor meer informatie. Let op
Netwerkbeheerders: HP JetAdmin en HP Bronnenbeheer mogen uitsluitend op de computer van de netwerkbeheerder worden geïnstalleerd. Alle andere van toepassing zijnde software moet op de server en alle client -computers worden geïnstalleerd. De nieuwste stuurprogramma’s, aanvullende stuurprogramma’s en andere software zijn van het Internet te downloaden (zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding). Afhankelijk van de configuratie van onder Windows draaiende computers, controleert het installatieprogramma voor de printersoftware automatisch de computer op Internet toegang voor het verkrijgen van de nieuwste software. Als u geen toegang tot het Internet hebt, raadpleeg dan de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding om te zien hoe u in het bezit van deze software kunt komen. U hebt bij uw printer een CD met het HP LaserJet-afdruksysteem gekregen. Deze CD bevat de softwarecomponenten en de stuurprogramma’s voor eindgebruikers en netwerkbeheerders. Zie het bestand ReadMe.wri voor de meest recente informatie. Het Afdruksysteem omvat software voor eindgebruikers die werken met de volgende besturingssystemen:
• • • • • •
Microsoft Windows 3.1x Microsoft Windows 9x Microsoft Windows NT 4.0 IBM OS/2 versie 2.0 of later Apple Mac OS 7 of later AutoCad versie 12–15 Extra stuurprogramma’s voor Windows NT 3.51 zijn te downloaden van het Internet.
18
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Het Afdruksysteem omvat ook software voor netwerkbeheerders van de volgende netwerkbesturingssystemen:
• • •
Novell NetWare 3.x of 4.x Microsoft Windows NT 4.0 AppleTalk (LocalTalk of EtherTalk) Software voor beheerders van UNIX, IBM OS/2 en andere netwerkbesturingssystemen is verkrijgbaar via het Internet of bij uw HP-dealer. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.) De stuurprogramma’s en softwarecomponenten voor eindgebruikers en beheerders van bovengenoemde netwerkomgevingen worden verderop in deze gebruikershandleiding beschreven.
DU
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
19
Printerstuurprogramma’s Printerstuurprogramma’s geven toegang tot de printerfuncties en zorgen dat de computer met de printer kan communiceren (via een printertaal). Let op
Controleer in het ReadMe.wri bestand op de CD welke extra software en ondersteuningstalen beschikbaar zijn. Bepaalde printerfuncties zijn uitsluitend beschikbaar vanaf het PCL 6 stuurprogramma. Zie de afdruksoftware-Help voor de beschikbare functies.
Stuurprogramma’s die bij de printer geleverd worden De volgende printerstuurprogramma’s worden bij de printer geleverd. De meest recente stuurprogramma’s zijn leverbaar via Internet. Afhankelijk van de configuratie van computers die onder Windows draaien controleert het installatieprogramma voor de afdruksoftware automatisch of de computer toegang heeft tot de nieuwste stuurprogramma’s die via Internet beschikbaar zijn. PCL 5e
PCL 6
PS1
Windows 3.1x
✓
✓
✓2
Windows 9x
✓
✓
✓
Windows NT 4.0
✓
✓
✓
Macintosh computer
✓
1. De PostScript-emulatie op niveau 2 wordt in deze gebruikershandleiding verder PS genoemd. 2. Alleen emulatie op niveau 1.
20
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Windows Selecteer in het installatieprogramma van de computer Normale installatie om de PCL 5e, PCL 6 en PS stuurprogramma’s en HP Fontsmart te installeren. Selecteer Aangepaste installatie om alleen de gewenste software te installeren of als u netwerkbeheerder bent. Selecteer Minimum-installatie om alleen het PCL 6 stuurprogramma voor basisafdrukfuncties te installeren.
Macintosh Klik op Install om het LaserWriter 8-stuurprogramma (alleen in het Engels), de PostScript Printerbeschrijvingsbestanden (PDD’s), de PDF-bestanden (PDF’s), On-line Help, het hulpprogramma HP LaserJet en het hulpprogramma Desktop Printer te installeren. Klik op Custom (Aangepaste installatie) als u zelf wilt kiezen wat u installeert).
Extra stuurprogramma’s U kunt de volgende printerstuurprogramma’s downloaden vanaf Internet of bestellen bij een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding).
• • •
OS/2 PCL 5e/6 printerstuurprogramma1 OS/2 PS printerstuurprogramma1 NT 3.51 PCL 5e, NT 3.51 PS2
1
De stuurprogramma’s voor OS/2 zijn verkrijgbaar bij IBM en worden bij OS/2 geleverd. Deze stuurprogramma’s zijn niet beschikbaar voor de talen Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans.
2
Let op
DU
Het PS-stuurprogramma voor NT 3.51 is alleen verkrijgbaar in het Engels.
Als het gewenste printerstuurprogramma niet op de CD staat of hier niet wordt genoemd, controleer dan de installatiediskettes van uw toepassingsprogramma of de ReadMe bestanden of ze ondersteuning voor de printer bevatten. Zo niet, neem dan contact op met de fabrikant van de software en vraag om een stuurprogramma voor de printer.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
21
Software voor Windows Gebruik voor het installeren van de HP-software de optie Normaal of Aangepast (als u netwerkbeheerder bent). (Het betreft hier meerdere printerstuurprogramma’s. Zie pagina 20 voor meer informatie.) Netwerkbeheerders: Als de printer via een HP JetDirect EIO-kaart met het netwerk is verbonden, moet de printer eerst voor dat netwerk worden geconfigureerd voordat u kunt afdrukken. U kunt dit doen tijdens de installatie via de Optie Aangepast of hiervoor het programma HP JetAdmin gebruiken. (Zie de HP JetDirect-printserver Software-installatiehandleiding of de beknopte gebruikershandleiding die u bij uw printer hebt gekregen.) Let op
Gebruik de installatie-optie Aangepast omdat u dan de software voor de beheerder kunt installeren, zoals HP JetAdmin en HP Bronnenbeheer. Gebruik de optie Schijfbeelden om een set diskettes voor de eindgebruikers te maken. Op deze manier kunt u ervoor zorgen dat de eindgebruikers alleen de stuurprogramma’s krijgen die ze nodig hebben (dus niet de software voor de beheerder).
22
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Toegang tot het Windows printerstuurprogramma Configuratie van het stuurprogramma: kies één van de volgende manieren om toegang te krijgen tot het stuurprogramma: Verander tijdelijk de instellingen (in een toepassingsprogramma)
Standaardinstellingen veranderen (in alle toepassingsprogramma’s)
Windows 9x
Klik vanuit het Bestand-menu, op Afdrukken, en klik dan op Eigenschappen. (De daadwerkelijke stappen kunnen variëren; dit is de meest gebruikte methode.)
Klik op de Start knop, ga naar Instellingen en klik dan op Printers. Klik met de rechter muisknop op het printerpictogram en kies Eigenschappen.
Windows NT 4.0
Klik vanuit het Bestand-menu, op Afdrukken, en klik dan op Eigenschappen. (De daadwerkelijke stappen kunnen variëren; dit is de meest gebruikte methode.)
Klik op de knop Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers. Klik met de rechter muisknop op het printerpictogram en kies Standaardwaarden document of Eigenschappen.
Windows 3.1x en Windows NT 3.51
Klik vanuit het Bestand-menu op Afdrukken, dan Printers, en klik vervolgens op Opties. (De daadwerkelijke stappen kunnen variëren; dit is de meest gebruikte methode.)
Dubbelklik vanuit het Windows bedieningspaneel op Printers, selecteer de printer en klik op Instellingen.
Besturingssysteem
Let op
DU
Instellingen in het printerstuurprogramma en uw toepassingsprogramma hebben voorrang op de bedieningspaneel-instellingen, waarbij de instellingen in het toepassingsprogramma het printerstuurprogramma-instellingen onderdrukken.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
23
Kies het juiste printerstuurprogramma voor uw specifieke behoeften Kies een printerstuurprogramma op basis van de manier waarop u uw printer gebruikt.
•
Gebruik het PCL 6 stuurprogramma om ten volle te kunnen profiteren van alle mogelijkheden van uw printer. Tenzij backward-compatibiliteit met eerdere PCL stuurprogramma’s van oudere printers nodig is, wordt het PCL 6 stuurprogramma aanbevolen. • Gebruik het PCL 5e stuurprogramma als u wilt dat uw afdrukresultaten er net zo uitzien als die van oudere printers. • Gebruik het PS stuurprogramma voor compatibiliteit met PostScript Niveau 2 behoeften. Bepaalde functies zijn in deze stuurprogramma’s niet beschikbaar. • De printer schakelt automatisch over tussen de PS- en de PCLprintertaal. Voor de Macintosh moet u het stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8 gebruiken. Dit is een PS-stuurprogramma.
Printerstuurprogramma Help Elke printerstuurprogramma heeft Help-schermen die geactiveerd kunnen worden met de Helpknop, de F1-toets of een vraagtekensymbool in de rechterbovenhoek van het printerstuurprogramma (afhankelijk van het gebruikte Windows-besturingssysteem). Deze Help-schermen geven uitgebreide informatie over het specifieke stuurprogramma. Printerstuurprogramma-Help is onafhankelijk van de Help in uw toepassingsprogramma.
24
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
HP FontSmart Let op
HP FontSmart is niet beschikbaar voor de talen Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans. U kunt HP FontSmart vinden in de map HP LaserJet. HP FontSmart is een programma voor het beheren van lettertypen (alleen voor Windows) dat het volgende doet:
• • • • • •
installeert, de-installeert en verwijdert lettertypen beheert lettertypen in één venster door u te laten slepen en neerzetten geeft u de beschikking over 145 TrueType™-lettertypen toont alle beschikbare lettertypen op het scherm en drukt voorbeelden op de printer af geeft toegang tot de Website FontSmart van HP, waar u gratis lettertypen en informatie over HP-lettertypen kunt downloaden (niet beschikbaar voor Windows 3.x) bevat bijpassende schermlettertypen voor de HP LaserJetprinterlettertypen
HP Bronnenbeheer HP Bronnenbeheer wordt alleen op de computer van de netwerkbeheerder geïnstalleerd. Het HP Bronnenbeheer is een programma voor het beheren van bepaalde functies van de harde schijf en het flash-geheugen van de printer die niet via het stuurprogramma toegankelijk zijn. Hiervoor is bidirectionele communicatie nodig. Let op
HP Bronnenbeheer is niet beschikbaar voor de Macintosh. Met het HP Bronnenbeheer kunt u het volgende doen:
• •
Let op
DU
de harde schijf en het flash-geheugen initialiseren lettertypen en macro’s via een netwerk naar de schijf en het flash-geheugen downloaden en deze beheren en weer verwijderen • PostScript Type 1, PostScript Type 42 (TrueType-lettertypen die naar PostScript-indeling zijn geconverteerd), True Type en PCL bitmap-lettertypen
Om Type 1-lettertypen te kunnen downloaden moet Adobe Type Manager geladen en geactiveerd zijn.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
25
Let op
HP Bronnenbeheer is alleen verkrijgbaar in het Engels, Frans, Italiaans, Duits, Spaans, Nederlands, Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans.
HP JetSend-communicatietechniek HP JetSend is een technologie van Hewlett-Packard waarmee apparaten op een eenvoudige manier en rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren. HP JetSend is in de printer ingebouwd zodat deze informatie kan ontvangen van elk voor HP JetSend geschikt apparaat in het netwerk, of dit nu bij u op kantoor of ergens ver weg is. Als u bij uw printer de HP Fast InfraRed Receiver hebt aangeschaft, kan deze ook informatie ontvangen van elk infraroodapparaat dat met HP JetSend overweg kan, bijvoorbeeld een computer of notebook waarop HP JetSend-software draait of scanners waarin HP JetSend is ingebouwd. Voor de communicatie via een netwerk gebruikt HP JetSend gewoon de IP-adressen van de apparaten in het netwerk. De communicatie tussen infraroodapparaten verloopt draadloos. Let op
De HP JetSend-software is niet verkrijgbaar in de talen Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans. Als u uw computer of notebook voor HP JetSend geschikt wilt maken, kunt u informatie over de HP JetSend-software vinden op de Website voor HP JetSend (www.jetsend.hp.com/products). Met deze software kunt u documenten tussen twee willekeurige computers of voor HP JetSend geschikte printers uitwisselen, zonder problemen met softwaretoepassingen of -versies die niet compatibel met elkaar zijn. Met behulp van de HP JetSend-software kunnen uw collega’s documenten op hun eigen computer maken en rechtstreeks naar uw printer sturen zonder zich het hoofd te hoeven breken over stuurprogramma’s en allerlei instellingen. Op de Website voor HP JetSend kunt u te weten komen welke andere apparaten er zoal zijn om vlot en rechtstreeks met uw HP JetSend-printer te kunnen communiceren.
26
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Hoe werkt de JetSend-communicatietechniek?
In een netwerk Als u HP JetSend wilt gebruiken om met apparaten in uw netwerk te communiceren, drukt u een configuratiepagina af (zie pagina 137) om uw IP-adres van HP JetSend te weten te komen. Geef dit adres aan iedereen die via HP JetSend informatie naar uw printer wil sturen. Op de HP JetSend-zender hoeft dan alleen het IP-adres van de printer te worden opgegeven en op de ‘zendknop’ te worden gedrukt.
Tussen infraroodapparaten Als u de infraroodfuncties van HP Jetsend wilt gebruiken, stelt u de infraroodsensoren van het zendende en ontvangende apparaat tegenover elkaar op en kiest u de zendoptie op het zendende apparaat. De beide apparaten bepalen automatisch de optimale communicatiemethode via de ingebouwde HP JetSend-faciliteiten. Let op
DU
HP JetSend is niet beschikbaar voor de Macintosh.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
27
Software voor Macintosh computers Stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8 Het stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8 staat op de bij de printer geleverde CD. Let op
Het stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8 is er alleen in het Engels.
PostScript-printerbeschrijvingsbestanden (PPD’s) De computer gebruikt de printerbeschrijvingsbestanden (PPD’s) samen met het stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8 om toegang te krijgen tot de printerfuncties en met de printer te communiceren. Een installatieprogramma voor de PPD’s en andere software bevindt zich op de CD. Gebruik het stuurprogramma voor Apple LaserWriter 8 dat u bij uw software hebt gekregen of dat u vanaf de CD met HP-printersoftware hebt geïnstalleerd.
HP LaserJet Hulpprogramma Let op
Het hulpprogramma HP LaserJet is niet verkrijgbaar in de talen Taiwanees, Chinees, Koreaans en Japans. Het HP LaserJet Hulpprogramma maakt de besturing mogelijk van functies die niet leverbaar zijn in het stuurprogramma. De geïllustreerde schermen maken de selectie van printerfuncties vanaf de Macintosh computer gemakkelijker dan ooit. Gebruik het HP LaserJet Hulpprogramma voor:
• • • • •
28
Het aanpassen aan uw wensen van de berichten op het bedieningspaneel van de printer. Het benoemen van de printer, het toekennen van een zone op het netwerk die voorbehouden is aan het printer, downloaden van bestanden en lettertypen en het veranderen van de meeste printerinstellingen. Het instellen van een wachtwoord voor de printer. Het blokkeren, vanaf de computer, van functies op het bedieningspaneel van de printer om ongeautoriseerde toegang te voorkomen. (Zie de printersoftware-Help.) De printer instellen voor afdrukken met het Internet Protocol (IP).
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
Software voor netwerken HP JetAdmin De HP JetAdmin-software is voornamelijk bedoeld voor gebruikers die geen gebruik kunnen maken van HP Web JetAdmin omdat ze niet over een browser beschikken of omdat geen van de ondersteunde servers in hun netwerk aanwezig is. HP JetAdmin dient uitsluitend op de computer van de netwerkbeheerder geïnstalleerd te worden. In Windows 9x en Windows NT 4.0 komt u in HP JetAdmin via het Start-menu (wijs Instellingen aan, klik op Configuratiescherm en vervolgens op het pictogram HP JetAdmin), of via de programmagroep HP LaserJet. Met de HP -software kunt u het volgende doen:
• •
Installeren, configureren en beheren van printers in een netwerk die zijn aangesloten op een HP JetDirect-afdrukserver. HP-printers en -afdrukservers in een netwerk beheren en problemen met deze printers en servers verhelpen.
De HP JetAdmin software werkt op de volgende netwerksystemen:
• • • • • • • • •
Microsoft Windows NT 4.0 Microsoft Windows 9x Microsoft Windows NT 3.51* Novell NetWare HP-UX* Solaris* SunOS* IBM OS/2* Mac OS (via het hulpprogramma HP LaserJet) *De software voor deze systemen staat niet op de CD die bij de printer wordt geleverd, maar is leverbaar vanaf Internet. Als u geen toegang tot het Internet hebt, raadpleeg dan de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding om te zien hoe u in het bezit van deze software kunt komen.
Let op
DU
Netwerkbeheerders: Als de printer is aangesloten op een netwerk, moet de printer voordat u kunt afdrukken geconfigureerd worden voor dat netwerkgebruik vanuit de HP JetAdmin of soortgelijke netwerksoftware. (Zie de Installatiehandleiding.)
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
29
HP Web JetAdmin HP Web JetAdmin is een hulpprogramma voor het beheren van printers via een browser. Het kan op de volgende systemen worden geïnstalleerd en gebruikt:
• • •
Microsoft Windows NT HP-UX* Sun Solaris*
*HP Web JetAdmin staat niet op de CD-ROM die u bij de printer hebt gekregen, maar is verkrijgbaar via het Internet op http://www.hp.com/support/net_printing. Als u geen toegang tot het Internet hebt, raadpleeg dan de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding om te zien hoe u in het bezit van deze software kunt komen. Als HP Web JetAdmin op een hostserver is geïnstalleerd, is het vanaf elke cliënt toegankelijk via een ondersteunde Web-browser (zoals Microsoft Internet Explorer 3.x en 4.x of Netscape Navigator 3.x en 4.x) waarmee eenvoudig naar de HP Web JetAdmin-host kan worden genavigeerd. Met HP Web JetAdmin kunt u het volgende doen:
•
• Let op
30
Printers die via een HP JetDirect-afdrukserver met een netwerk zijn verbonden installeren en configureren. Als u HP Web JetAdmin 5.0 of een nieuwere versie installeert, configureert dit zelf de parameters voor Novell NetWare op de HP JetDirectafdrukserver en de NetWare-server. Beheren en diagnostiseren van netwerkprinters van een willekeurige locatie.
Informatie over het configureren van uw printer voor uw specifieke behoeften vindt u in de HP JetDirect-printserver Softwareinstallatiehandleiding op de CD-ROM met printerdocumentatie of in uw netwerksoftware.
Hoofdstuk 1: Basisinformatie over uw printer
DU
2 Afdruktaken Overzicht In dit hoofdstuk wordt informatie gegeven over basisafdruktaken, zoals:
• • • •
Selecteren van de uitvoerbak. Vullen van de laden. Afdrukken op beide zijden van het papier met de optioneel verkrijgbare duplexeenheid. Afdrukken op speciaal papier, zoals briefhoofdpapier en enveloppen, (inclusief automatisch met de optionele envelopinvoer ingevoerde enveloppen).
In dit hoofdstuk wordt ook een aantal geavanceerde afdruktaken behandeld, om u te helpen de beste resultaten te bereiken met uw printer. Deze taken zijn ‘geavanceerd’ omdat u er instellingen van een toepassingsprogramma, het Printerstuurprogramma of van het bedieningspaneel van de printer voor moet veranderen.
•
Het printerstuurprogramma stelt u in staat: • Snelinstellingen te definiëren om de informatie over de installatie van de printer voor verschillende afdruktaken op te slaan. • Pagina’s met een watermerk op de achtergrond af te drukken. • De eerste pagina van een document op een ander soort papier af te drukken dan de rest van de pagina’s. • Meerdere pagina’s op één vel papier af te drukken. (Zie ‘Gebruik van de functies in het printerstuurprogramma’ op pagina 59.)
• •
DU
Lade 1 kan op verschillende manieren worden gebruikt. Zie ‘Gebruik van lade 1 aanpassen’ op pagina 63. Als u vaak verschillende soorten papier gebruikt of de printer met anderen deelt, druk dan af per type en formaat om te zorgen dat afdruktaken altijd op het gewenste papier worden afgedrukt. Zie ‘Afdrukken per type en formaat papier’ op pagina 65. Hoofdstuk 2: Afdruktaken
31
Selectie van de uitvoerbak De printer heeft twee uitvoerlocaties: de achter recto-uitvoerbak en de bovenste uitvoerbak. Zorg als u de bovenste uitvoerbak wilt gebruiken dat de achter recto-uitvoerbak gesloten is. Als u de achter recto-uitvoerbak wilt gebruiken, dient u deze te openen.
• •
Als er problemen zijn met het papier dat uit de bovenste uitvoerbak komt, als het bijvoorbeeld krult, kunt u proberen naar de achter recto-uitvoerbak af te drukken. Om papierstoringen te vermijden mag de achter rectouitvoerbak tijdens het afdrukken niet worden geopend of gesloten.
Afdrukken naar de bovenste uitvoerbak De bovenste uitvoerbak stapelt het papier op met de voorzijde omlaag, in de juiste volgorde. De bovenste uitvoerbak moet gebruikt worden voor de meeste afdruktaken en wordt aanbevolen voor het afdrukken van:
• •
Figuur 6
32
meer dan 50 vel papier, ononderbroken transparanten
Bovenste uitvoerbak
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken naar de achter recto-uitvoerbak De printer drukt altijd af naar de achter recto-uitvoerbak als deze open is. Papier komt met de voorzijde boven uit de printer, met de laatste pagina bovenop. Pak de hendel bovenop de lade vast om de achter recto-uitvoerbak te openen. Trek de lade omlaag en schuif het verlengstuk uit. Afdrukken vanuit lade 1 naar de achter recto-uitvoerbak geeft de meest vlakke papierbaan. Openen van de achter recto-uitvoerbak kan de kwaliteit van de uitvoer verbeteren als het gaat om:
• • • • • Let op
Figuur 7
DU
enveloppen etiketten klein papier van speciaal formaat briefkaarten papier dat zwaarder is dan 105 g/m2
Openen van de achter recto-uitvoerbak de-activeert de optioneel verkrijgbare duplexeenheid (indien geïnstalleerd) en de bovenste uitvoerbak.
Achter recto-uitvoerbak
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
33
Vullen van lade 1 Let op Om te voorkomen dat het papier vastloopt, geen papier bijvullen terwijl de printer aan het afdrukken is. Lade 1 is een multifunctionele lade die verschillende soorten papier kan bevatten, waaronder tot 100 vel gewoon papier, 10 enveloppen of 20 indexkaarten. De printer kiest meestal standaard lade 1. Zie pagina 63 om dit te veranderen. Zie pagina A-3 voor ondersteunde formaten van papier. 1 Open lade 1. 2 Trek het verlengstuk van de lade naar buiten. 3 Stel de zijgeleiders in op de gewenste breedte. 4 Vul lade 1. 5 Het papier moet, zonder op te bollen, onder de lipjes op de geleiders passen en onder de aangegeven lijn blijven. Zie pagina 46 voor de juiste richting.
34
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Vullen van lade 2 (4050/4050 N) Lade 2 is een lade voor 500 vel. De optionele lade voor 500 vel wordt anders ingesteld (pagina 39). (Lade 2 en de optionele lade voor 500 vel zijn uitwisselbaar.) Lade 2 kan worden ingesteld voor Letter, A4 en Legal formaten; dit heeft invloed op de prestaties van de printer. Vergrendelen
Let op Om te voorkomen dat het papier vastloopt, de printer nooit bijvullen terwijl deze aan het afdrukken is. 1 Trek de lade geheel uit de printer. 2 Als de lade nog niet op het gewenste papierformaat is ingesteld, de linkeren rechtergeleider op hun plaats klikken zodat het papier past. Voor A4-formaat papier de vergrendeling omlaag schuiven om de geleider vast te zetten. 3 Licht de achterzijde van de achterste papierbreedtegeleider op en schuif deze tot het gewenste papierformaat tot hij op zijn plaats klikt. Als de lade niet op de juiste wijze wordt ingesteld, kan het uitleesvenster van de printer een foutmelding tonen of het papier kan vastlopen. Vervolg op de volgende pagina.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
35
4 Vul de lade met papier. Zie pagina 46 voor de juiste oriëntatie. 5 Zorg dat het papier in alle vier de hoeken van de lade geheel plat ligt en onder de lipjes op de geleiders past. Schuif de lade terug in de printer. De printer stelt automatisch vast welk papierformaat geladen is als de lade goed is ingesteld. Zie pagina 65 voor afdrukken per type en formaat papier.
36
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Vullen van laden 2 en 3 (4050 T/4050 TN) Laden 2 en 3 zijn laden voor 250 vel. Zie pagina A-3 voor de ondersteunde papierformaten. Kies A5 en B5 ISO als speciale formaten in het printerstuurprogramma voor deze laden (pagina 56). Let op Vul geen papier bij terwijl de printer aan het afdrukken is. Dit kan vastlopen van het papier veroorzaken. 1 Trek de lade geheel uit de printer. 2 Als de lade nog niet op het gewenste papierformaat is ingesteld, de linkeren rechtergeleider op hun plaats klikken zodat het papier past. 3 Zoek de ontgrendellipjes (aangegeven met de twee pijlen). Knijp in de blauwe lipjes tot ze uit de sleuven komen terwijl u de achterzijde van de lade tot het gewenste papierformaat schuift. Zorg dat de lipjes in de juiste sleuven zitten. Vervolg op de volgende pagina.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
37
4 Vul de lade met papier. 5 Zorg dat het papier in alle vier de hoeken van de lade geheel plat ligt en onder de lipjes op de geleiders past. Schuif de lade voorzichtig terug in de printer. De printer stelt automatisch vast welk formaat papier geladen is als de lade goed is ingesteld. Zie pagina 65 voor afdrukken per type en formaat papier.
38
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Vullen van de optionele lade voor 500 vel De optionele lade voor 500 vel is lade 3 voor de HP LaserJet 4050/4050 N printers, printers, of lade 4 voor de HP LaserJet 4050 T/4050 TN printers. Deze lade wordt anders ingesteld dan lade 2 (pagina 35). Lade 2 en de optionele lade voor 500 vel zijn uitwisselbaar. Zie pagina A-5 voor de ondersteunde papierformaten. Let op Vul geen papier bij terwijl de printer aan het afdrukken is. Dit kan papierstoringen veroorzaken. 1 Trek de lade geheel uit de printer. 2 Als de lade nog niet op het gewenste papierformaat is ingesteld, knijp dan in de ontgrendeling op de linker geleider en stel de linker- en de rechtergeleider in op de breedte van het papier. 3 Knijp in de ontgrendeling op de achterzijde van de achterste papierbreedtegeleider en schuif deze tot het gewenste papierformaat. 4 Vul de lade met papier. Vervolg op de volgende pagina.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
39
5 Zorg dat het papier in alle vier de hoeken van de lade plat ligt en onder de lipjes op de geleiders past. 6 Stel de knop op de zijkant van de lade in op het juiste papierformaat. Let op Door de stelknop in te stellen regelt u de sensors van de printer. De stelknop regelt echter niet de positie van de geleiders in de lade. 7 Schuif de lade voorzichtig terug in de printer. Zie pagina 65 voor afdrukken per type en formaat papier.
40
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Dubbelzijdig afdrukken (optionele duplexeenheid) Met de optioneel verkrijgbare duplexeenheid kan de printer automatisch papier aan beide zijden bedrukken. Dit wordt dubbelzijdig afdrukken genoemd. Let op
Zie de documentatie bij de duplexeenheid voor complete installatieen instelling-instructies. Dubbelzijdig afdrukken kan extra geheugen vereisen (pagina C-1). De duplexeenheid ondersteunt standaardformaten van B5 JIS (182 x 257 mm) tot Legal (216 x 356 mm).
Let op
Als de optionele duplexeenheid is geïnstalleerd kan de stofkap niet worden gebruikt.
Geïnstalleerd
Figuur 8
DU
Verwijderd
Printer met de optioneel verkrijgbare duplexeenheid
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
41
Richtlijnen voor afdrukken op beide zijden van het papier Voorzichtig
Etiketten, transparanten, enveloppen of papier dat zwaarder is dan 105 g/m2 niet aan twee zijden bedrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen.
WAARSCHUWING! Probeer nooit de printer op te tillen terwijl de duplexeenheid
geïnstalleerd is. U kunt de printer hiermee beschadigen of persoonlijk letsel oplopen. Verwijder dus altijd de duplexeenheid en de optionele laden voordat u de printer gaat verplaatsen.
• • •
•
42
Het kan nodig zijn om het printerstuurprogramma te configureren zodat deze de duplexeenheid ‘herkent’. (Zie de printersoftware-Help voor details.) Kies de optie voor het afdrukken op beide zijden van het papier vanuit uw toepassing of vanuit het printerstuurprogramma (zie de afdruksoftware-Help.) Als het printerstuurprogramma niet over deze optie beschikt, stelt u deze in vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer; kies daartoe de instelling DUPLEX=AAN. Stel tevens in het Papierverwerkingsmenu de bindrichting in, dat wil zeggen lange zijde of korte zijde. (Zie pagina 44 voor meer informatie.) Sluit de achter recto-uitvoerbak om de duplexeenheid te gebruiken (pagina 33). Het openen van de achter recto-uitvoerbak schakelt de duplexeenheid uit.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Papieroriëntatie voor dubbelzijdig afdrukken De duplexeenheid bedrukt de tweede kant van het papier eerst, dus papier zoals briefhoofdpapier en voorbedrukt papier moet eerst gericht worden zoals aangegeven in Figuur 9.
Figuur 9
Papieroriëntatie (inlegstand) voor dubbelzijdig afdrukken
Voor lade 1, laad het papier met de voorkant omlaag en de bovenzijde naar u toe. Laad voor alle andere laden het papier met de voorkant naar boven en de bovenste zijde in de richting van de printer.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
43
Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken Onderstaande figuur geeft u een beeld van de vier verschillende afdrukstanden. U kunt deze opties selecteren vanuit het printerstuurprogramma of vanaf het bedieningspaneel van de printer. De optie BINDEN stelt u in vanuit het Papierverwerkingsmenu, de optie AFDRUKSTAND vanuit het Afdrukmenu. 1. Lange kant staand 2. Lange kant liggend*
3. Korte kant staand* 4. Korte kant liggend
Figuur 10
Afdrukstanden voor dubbelzijdig afdrukken
1. Lange kant, staand
2. Lange kant, liggend
3. Korte kant, staand
4. Korte kant, liggend
Let op
44
Dit is de standaard printerinstelling en de meest algemeen gebruikte afdrukstand, waarbij het afgedrukte beeld rechtop staat. De pagina’s worden naast elkaar gelezen van boven naar beneden op de linker pagina en dan van boven naar beneden op de rechter pagina. Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt bij boekhouden, gegevensverwerking en spreadsheettoepassingen. De beelden worden om en om ondersteboven gericht. Naast elkaar liggende pagina’s worden steeds van boven naar beneden gelezen. Deze afdrukstand wordt vaak gebruikt met klemborden. De beelden worden om en om ondersteboven afgedrukt. Pagina’s naast elkaar worden steeds van boven naar beneden gelezen. Elke afgedrukt beeld staat rechtop. Pagina’s naast elkaar worden op de linkerpagina van boven naar beneden gelezen en dan op de rechterpagina van boven naar beneden.
Bij gebruik van Windows-stuurprogramma’s moet u ‘Pagina’s naar boven spiegelen’ selecteren om de bindopties te krijgen die hierboven met (*) zijn aangegeven.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken op speciaal papier Speciaal papier en afdrukmateriaal is onder meer briefhoofdpapier, geperforeerd papier (waaronder 3-gats geperforeerd), enveloppen, etiketten, transparanten en papier van speciaal formaat.
Afdrukken op briefhoofdpapier, geperforeerd of voorbedrukt papier Bij het afdrukken op papier met een briefhoofd, geperforeerd papier of voorbedrukt papier is het belangrijk om het papier in de juiste inlegstand (oriëntatie) in de lade te leggen. Zie het gedeelte ‘Inlegstand’ voor instructies.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
45
Inlegstand Laad voor lade 1 het papier met de afdrukzijde naar boven en de bovenste, korte kant naar de printer toe.
Figuur 11
Inlegstand voor lade 1
Laad voor alle andere laden het papier met de afdrukzijde naar beneden en de bovenkant naar u toegekeerd.
Figuur 12
46
Inlegstand voor alle andere laden
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken van enveloppen Met de optionele envelopinvoer voert de printer automatisch maximaal 75 enveloppen in. Zie pagina 8 voor het bestellen van een envelopinvoer. Zie pagina 49 voor het afdrukken met de envelopinvoer. Veel typen enveloppen kunnen worden afgedrukt vanuit lade 1. (De lade kan maximaal 10 enveloppen bevatten.) De afdrukkwaliteit is afhankelijk van het soort envelop. Probeer dus altijd een paar proefenveloppen voordat u een grote hoeveelheid koopt.
• •
Stel de marges tenminste in op 15 mm van de rand van de envelop. Als u problemen hebt met het bedrukken van enveloppen, open dan de achter recto-uitvoerbak.
Als u grote aantallen enveloppen en standaard papier afdrukt, krijgt u de beste resultaten wanneer u eerst het papier afdrukt en daarna de enveloppen. Als u het papier en de enveloppen afwisselend wilt afdrukken, kiest u daartoe KLEIN PAPIER/SNELHEID=LANGZAAM in het Configuratiemenu van de printer. WAARSCHUWING! Gebruik nooit enveloppen met coating (aan binnen- of buitenkant),
met een zelfklevende strook die niet is afgedekt, of met andere kunststof elementen. Deze stoffen kunnen bij verhitting schadelijke dampen afgeven. Voorzichtig
Enveloppen met lipjes, drukknopen, vensters, geplastificeerde binnenkanten, niet afgedekte zelfklevende stroken of andere kunststof elementen kunnen de printer ernstig beschadigen. Probeer nooit een envelop aan beide zijden te bedrukken. Dit kan papierstoringen veroorzaken en de printer beschadigen. Controleer eerst of de enveloppen goed plat liggen en niet beschadigd zijn of aan elkaar plakken, voordat u ze gaat invoeren. Gebruik geen zelfklevende enveloppen waarvan de kleefstroken onder druk vastkleven. (Zie pagina A-11 voor envelopspecificaties.)
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
47
Laden van enveloppen in lade 1 1 Open lade 1, maar trek het verlengstuk niet uit. Het invoeren van de enveloppen verloopt gemakkelijker zonder het verlengstuk. 2 Open de achter recto-uitvoerbak en trek het verlengstuk van de lade naar buiten. Hiermee vermindert u de kans op krullen en kreukelen. 3 Laad maximaal 10 enveloppen in het midden van lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de frankeerzijde naar de printer toe. Schuif de enveloppen zo ver mogelijk in de printer zonder te forceren. 4 Schuif de geleiders tegen het stapeltje enveloppen, zonder dat deze echter gaan opbollen. De enveloppen moeten onder de lipjes op de geleiders passen.
48
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Automatische envelopinvoer (optionele envelopinvoer) Met de optionele envelopinvoer kan de printer automatisch tot 75 enveloppen invoeren. Zie pagina 47 voor het afdrukken van enveloppen zonder envelopinvoer. Let op
Zie de documentatie bij de envelopinvoer voor complete installatie en instellingsinstructies. Het is mogelijk dat u het printerstuurprogramma moet configureren om de envelopinvoer te herkennen. Zie de afdruksoftware-Help voor details. Ontgrendelhendel Geleiders Envelop-gewicht
Ladeverlengstuk
Figuur 13
Meer informatie over de envelopinvoer
Envelopformaten
• •
DU
De envelopinvoer ondersteunt standaardformaten van 90 x 160 mm tot 178 x 254 mm. Andere formaten enveloppen moeten afgedrukt worden vanuit lade 1.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
49
De envelopinvoer plaatsen en verwijderen 1 Open lade 1. 2 Open de toegangsklep rechts voorop de printer, in lade 1. 3 Verwijder het plastic deksel van de printer. (Wanneer de envelopinvoer niet aangesloten is, brengt u het deksel weer aan.) 4 Voer de envelopinvoer zover mogelijk in de printer. De connector rechts bovenop de envelopinvoer past in de insteekopening in de printer. Trek voorzichtig aan de envelopinvoer om te controleren of deze goed vast zit. 5 Druk op de ontgrendelingsknop links om de envelopinvoer te verwijderen en trek de envelopinvoer uit de printer.
50
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Laden van enveloppen - Envelopinvoer Let op Druk uitsluitend af op enveloppen die goedgekeurd zijn voor gebruik in de printer (pagina 47 en pagina A-11). 1 Vouw het verlengstuk van de lade uit. Til het envelopgewicht op. 2 Knijp in de ontgrendelingshendel op de linker envelopgeleider en schuif de geleiders uit elkaar. 3 Laad enveloppen in de envelopinvoer met de afdrukzijde naar boven en de frankeerzijde naar de printer toe. Druk de enveloppen zo ver mogelijk in de envelopinvoer, zonder te forceren. De onderste envelop moet iets verder in het invoermechanisme steken dan de enveloppen die er bovenop liggen. (Stapel ze zoals is aangegeven.) Vervolg op de volgende pagina.
DU
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
51
4 Druk de geleiders tegen het stapeltje enveloppen, zonder dat deze gaan opbollen. De envelopinvoer mag niet te vol zijn. 5 Plaats het envelopgewicht weer op de enveloppen. Let op Kies het envelopformaat vanuit het toepassingsprogramma (als dit over deze instelling beschikt), vanuit het printerstuurprogramma, of vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-6). Zie pagina 65 voor afdrukken per type en formaat papier.
52
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken van etiketten Gebruik uitsluitend etiketten die worden aanbevolen voor gebruik in laserprinters. Zorg dat de etiketten aan de juiste specificaties voldoen (pagina A-3). Ga als volgt te werk:
• • •
Figuur 14
DU
Druk een stapel van 50 etiketten af vanuit lade 1 of een stapel van 50 tot 100 etiketten vanuit andere laden. Laad etiketten in lade 1 met de afdrukzijde naar boven en de bovenste, korte rand naar de printer toe. Zie Figuur 12 op pagina 46, voor de inlegstand in andere laden. Probeer de achter recto-uitvoerbak te openen (pagina 33) om omkrullen en andere problemen te voorkomen.
Afdrukken van etiketten
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
53
Vermijd het volgende: Voorzichtig
Om de printer niet te beschadigen, dient u deze aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen.
• • • • •
54
Vul de laden nooit helemaal, want etiketten zijn zwaarder dan papier. Gebruik geen etiketten die los kunnen raken van het grondpapier of al gedeeltelijk los zitten, en ook geen gekreukte of beschadigde etiketten. Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht. De etiketten moeten het grondpapier geheel bedekken, zonder enige tussenruimte. Voer een vel etiketten niet vaker dan één keer door de printer. De klevende achterzijde is zo ontworpen dat deze slechts één maal door de printer gevoerd kan worden. Etiketten niet aan beide zijden bedrukken.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken van transparanten Gebruik uitsluitend transparanten die geschikt zijn voor gebruik in laserprinters. Zie pagina A-10 voor de specificaties voor transparanten.
• • •
•
Figuur 15
DU
Laad transparanten met de voorkant omhoog in lade 1 met de bovenzijde naar de printer toe. Vanuit andere laden kan een stapel van 50 tot 100 transparanten worden afgedrukt. Omdat transparanten zwaarder zijn dan papier moeten de laden niet geheel gevuld worden. Zie voor de inlegstand in andere laden Figuur 12 op pagina 46. Om te voorkomen dat transparanten te warm worden of aan elkaar blijven kleven, moet u de bovenste uitvoerbak gebruiken. Sluit daarom de achter recto-uitvoerbak (pagina 33). Haal elke transparant meteen uit de uitvoerbak voordat u de volgende afdrukt. Plaats de transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit de printer hebt verwijderd en laat ze zo afkoelen.
Afdrukken van transparanten
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
55
Afdrukken van kaarten, speciaal formaat en zwaar papier Speciaal formaat papier kan worden afgedrukt vanuit lade 1 of de optionele 500-vel lade. Zie pagina A-2 voor papierspecificaties. Let op
Kies A5 en B5 (ISO) als speciale formaten in het printerstuurprogramma voor lade 2 en lade 3 (HP LaserJet 4050 T/4050 TN printers) en de optionele lade voor 500 vel. De instellingen voor deze formaten zijn aangegeven in de lade, maar de speciale instellingen moeten apart worden gekozen in het toepassingsprogramma en via het bedieningspaneel van de printer.
Lade
Minimumformaat
Maximumformaat
Lade 1
76 bij 127 mm
216 bij 356 mm
Optionele lade voor 500 vel
148 bij 210 mm
216 bij 356 mm
Het maximumpapiergewicht is 200 g/m2 vanuit lade 1 en 105 g/m2 vanuit de lade voor 500 vel. Let op
Om omkrullen en andere problemen te voorkomen, moet zwaar papier en speciaal papier van zeer klein formaat afgedrukt worden vanuit lade 1 naar de achter recto-uitvoerbak. Open de achter recto-uitvoerbak om deze te gebruiken (pagina 33). Het bedieningspaneel van de printer kan worden ingesteld voor één speciaal formaat tegelijk. Laad niet meer dan één speciaal formaat papier in de printer. Op kleinere papierformaten 127 mm of korter kan alleen staand worden afgedrukt (invoeren met de korte zijde naar voren).
56
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Richtlijnen voor afdrukken op speciale papierformaten
• • •
Probeer niet om af te drukken op papier dat kleiner is dan 76 mm breed of 127 mm lang. Stel de paginamarges in op ten minste 4,23 mm van de randen. Voer het papier met de korte zijde naar voren in.
Instelling voor speciale papierformaten Als speciaal papier geladen is, moeten de formaatinstellingen gekozen worden vanuit het toepassingsprogramma (de beste methode), het printerstuurprogramma of vanaf het bedieningspaneel van de printer. Let op
Instellingen in het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma hebben voorrang op de bedieningspaneelinstellingen, waarbij de instellingen in het toepassingsprogramma het printerstuurprogramma-instellingen onderdrukken.
X (bovenkant)
Korte zijde naar voren
Y (zijkant)
Figuur 16
DU
Afdrukken op speciale papierformaten
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
57
Als instellingen niet in de software verkrijgbaar zijn, stel het speciale papierformaat dan op het bedieningspaneel in: 1 2 3
4 5
Kies vanuit het Afdrukmenu de volgende instelling: CONFIGUREER SPECIAAL PAPIER=JA. Kies vanuit het Afdrukmenu inches of millimeters als maateenheid. Stel vanuit het Afdrukmenu de X-dimensie in (de bovenkant van het papier) zoals te zien is in Figuur 16. X kan 76 tot 216 mm zijn. Stel de Y-dimensie (de zijkant van het papier) in zoals te zien is in Figuur 16. Y kan variëren van 127 tot 356 mm. Als u speciaal papier hebt geladen in lade 1 en LADE 1 MODUS=CASSETTE , kies dan de instelling LADE 1 FORMAAT=SPCIAL vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. Zie “Gebruik van lade 1 aanpassen” op pagina 63.
Als er speciaal papier geladen is in de optionele lade voor 500 vel, zorg dan dat de papierformaatinstelknop is ingesteld op Speciaal (pagina 39). 6 In uw toepassingsprogramma moet u Speciaal als papierformaat selecteren. Als bijvoorbeeld het speciale papier 203 x 254 mm is, stel dan X in op X=203 mm en Y op Y=254 mm.
58
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Geavanceerde afdruktaken In deze sectie worden een aantal geavanceerde afdruktaken behandeld, waardoor u de functies van de printer optimaal kunt gebruiken. Deze taken worden als ‘geavanceerd’ aangemerkt, omdat u er de instellingen van het bedieningspaneel van de printer of van het printerstuurprogramma voor moet veranderen.
Gebruik van de functies in het printerstuurprogramma Als u afdrukt vanuit een toepassingsprogramma, zijn veel van de functies van de printer beschikbaar vanuit het printerstuurprogramma. Zie pagina 23 voor toegang tot Windows printerstuurprogramma’s. Let op
Voor de HP PCL 5e, PCL 6, PS, OS/2, UNIX en Macintosh stuurprogramma’s kunnen er kleine verschillen zijn. Controleer deze stuurprogramma’s op de beschikbare opties. Met het PCL 6 stuurprogramma verkrijgt u de beste resultaten met uw printer. Instellingen in het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma hebben voorrang op de bedieningspaneelinstellingen, waarbij de instellingen in het toepassingsprogramma het printerstuurprogramma-instellingen onderdrukken.
Collator De Collator is alleen beschikbaar voor printers met 16 MB RAM of een harde schijf en maakt het mogelijk één origineel meermalen af te drukken. Deze zogeheten Mopier-functie biedt de volgende voordelen:
• • • Let op
DU
Minder netwerkverkeer De toepassing is sneller weer beschikbaar Alle documenten zijn originelen
Zie de Help-informatie van de toepassing of het printerstuurprogramma voor specifieke instructies.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
59
RIP ONCE Bij gebruik van de RIP ONCE-functie hoeft een afdruktaak slechts één keer op de printer te worden verwerkt. Bij deze eenmalige verwerking wordt een afbeelding van de pagina gemaakt die vervolgens in gecomprimeerde vorm in het printergeheugen wordt bewaard. De RIP ONCE-functie is alleen actief als er 16 MB RAM of een harde schijf op de printer is geïnstalleerd. De pagina’s worden afgedrukt door de opgeslagen pagina-afbeeldingen te decomprimeren zonder dat de afdruktaak eerst opnieuw hoeft te worden verwerkt. De afdruktaak wordt elke keer exact hetzelfde afgedrukt omdat de gecomprimeerde afbeelding niet van andere printergegevens afhankelijk is.
Instellingen van de printer opslaan Printerstuurprogramma’s maken het u mogelijk printerinstellingen die u het vaakst gebruikt als standaard-instellingen op te slaan. Het stuurprogramma kan bijvoorbeeld worden ingesteld op het maken van afdrukken op A4-papier, staand, met automatische ladeselectie (van de eerst beschikbare lade). Met sommige PCL 5e/ PCL 6 printerstuurprogramma’s kunt u printerinstellingen opslaan voor meerdere soorten afdruktaken. U kunt bijvoorbeeld een snelinstelling ontwerpen voor enveloppen, of voor het afdrukken van de eerste pagina van een document op briefhoofdpapier. Zoek naar de optie Snelinstellingen in het Windowsprinterstuurprogramma PCL5e/PCL 6. Meer informatie over deze instellingen vindt u in de Help-informatie van deze stuurprogramma’s.
Stuurprogrammafuncties Zoek in het Windows-printerstuurprogramma voor PCL 5e/PCL 6 naar Snelinstellingen, ZoomSmart (willekeurig paginaformaat naar willekeurig paginaformaat) en Brochuredrukker of raadpleeg de Help-informatie van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Afdrukken met een watermerk Een watermerk is een mededeling, zoals ‘Topgeheim’, die wordt afgedrukt op de achtergrond van elke pagina in een document. Raadpleeg de opties die in uw stuurprogramma beschikbaar zijn.
60
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Eerste pagina afwijkend Volg onderstaande instructies op als de eerste pagina van een afdruktaak anders moet worden afgedrukt dan de rest. 1
Selecteer in het Windows-stuurprogramma ‘Gebruik ander papier voor eerste pagina’. Kies Lade 1 (of Handinvoer) voor de eerste pagina en een van de andere laden voor de overige pagina’s. Plaats het papier voor de eerste pagina in Lade 1. (Als u het papier met de hand invoert, legt u papier in Lade 1 nadat de afdruktaak naar de printer is gestuurd en de printer om papier vraagt.) Leg het papier in de lade met de te bedrukken zijde naar boven en met de bovenrand van de pagina naar de achterzijde van de printer in de lade, zodat het met de lange zijde wordt ingevoerd. Kies op een Macintosh-computer ‘First from’ (Eerste uit) en ‘Remaining from’ (Overige uit) in het afdrukvenster.
Let op
De selecties die u maakt en de plaats waar u deze maakt zijn afhankelijk van de gebruikte toepassing of het bijbehorende stuurprogramma. (Bepaalde opties kunnen alleen via het printerstuurprogramma beschikbaar zijn.) 2
DU
Leg het papier voor de overige pagina’s van het document in een andere lade. U kunt de eerste pagina en de volgende pagina’s per type papier selecteren. Zie ‘Afdrukken per type en formaat papier’ op pagina 65.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
61
Afdrukken van meerdere pagina’s op één vel papier U kunt meer dan één pagina op één vel papier afdrukken. Deze functie is in een aantal printerstuurprogramma’s leverbaar en biedt een goedkope manier om kladpagina’s af te drukken. Zoek de optie Opmaak of Meerdere pagina’s per vel in het printerstuurprogramma om meer dan één pagina op een vel papier af te drukken. Dit wordt ook wel 2 op een vel, 4 op een vel of n op een vel afdrukken genoemd.
Figuur 17
62
Voorbeeld van opmaakopties (1 op een vel, 2 op een vel en 4 op een vel)
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Gebruik van lade 1 aanpassen U kunt de instellingen voor lade 1 aanpassen, om aan uw eigen specifieke afdrukbehoeften te kunnen voldoen. De printer kan worden ingesteld om af te drukken vanuit lade 1 zolang deze geladen is of om alleen af te drukken vanuit lade 1 als specifiek gevraagd wordt om het geladen type papier. Kies de instellingen LADE 1 MODUS=EERSTE of LADE 1 MODUS=PAPIERLADE vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. (De afdruksnelheid kan iets vertraagd worden als wordt afgedrukt vanuit lade 1 als LADE 1 MODUS=EERSTE .)
Lade 1 modus=eerste Als er niet altijd papier in lade 1 zit of als u lade 1 uitsluitend gebruikt voor handinvoer van papier moet u de standaard-instelling, LADE 1 MODUS=EERSTE in het Papierverwerkingsmenu zo laten.
• •
LADE 1 MODUS=EERSTE betekent dat de printer meestal eerst papier haalt uit Lade 1 tenzij deze leeg of gesloten is. U kunt ook papier uit een andere lade kiezen door in het printerstuurprogramma specifiek te kiezen voor de andere lade.
Lade 1 modus=Papierlade LADE 1 MODUS=PAPIERLADE betekent dat de printer lade 1 behandelt als de interne laden. In plaats van eerst te zoeken naar papier in lade 1 begint de printer bij de onderste lade en gaat dan omhoog (vanaf de lade met de hoogste capaciteit tot de lade met de laagste capaciteit), of bij de lade die overeenkomt met het papiertype of papierformaat waarvoor de instellingen gekozen zijn vanuit het toepassingsprogramma.
• •
DU
Als LADE 1 MODUS=PAPIERLADE is ingesteld, verschijnt er een optie in het Papierverwerkingsmenu voor het configureren van de formaat- en type-instellingen voor lade 1. Via het printerstuurprogramma kunt u papier selecteren vanuit elke lade (waaronder lade 1) per type, formaat of bron. Zie pagina 65 voor afdrukken per type en formaat papier.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
63
Handmatig invoeren van papier vanuit lade 1 De functie Handmatig invoeren stelt u in staat vanuit lade 1 af te drukken op speciaal papier, zoals enveloppen of briefhoofdpapier. Als Handmatig invoeren is gekozen, drukt de printer uitsluitend af vanuit lade 1. Selecteer Handmatig invoeren vanuit uw toepassingsprogramma of het printerstuurprogramma. Handmatig invoeren kan ook worden geactiveerd vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer. Let op
64
Als Handmatig invoeren is gekozen en als LADE 1 MODUS=EERSTE is, drukt de printer automatisch af (als er papier in de lade zit). Als LADE 1 MODUS=PAPIERLADE is, vraagt de printer om lade 1 te laden, ongeacht of lade 1 geladen is. Op die manier kunt u zo nodig ander papier laden. Druk op [Start] om af te drukken vanuit lade 1.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken per type en formaat papier In plaats van de printer in te stellen op de bron (een papierlade), kunt u de printer configureren voor het selecteren van papier per type (zoals gewoon of briefhoofdpapier) en formaat (zoals Letter of A4).
Voordelen van afdrukken per type en formaat papier Als u vaak verschillende soorten papier gebruikt hoeft u, zodra de laden juist zijn ingesteld, niet meer steeds voordat u gaat afdrukken te controleren of er papier in elke lade geladen is. Dat is vooral nuttig als de printer gebruikt wordt door meerdere personen. Afdrukken per type en formaat papier is een manier om er zeker van te zijn dat afdruktaken altijd op het gewenste papier worden afgedrukt. Sommige printers hebben een functie die papierladen vergrendelt, om te voorkomen dat op het verkeerde papier wordt afgedrukt. Afdrukken per type en formaat papier maakt het vergrendelen van laden overbodig. Ga als volgt te werk om per type en formaat papier af te drukken: 1 2
3
DU
Zorg dat de laden juist zijn ingesteld en geladen. (Zie de gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 34.) Selecteer vanuit het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer het papier type voor elke lade. Als u niet zeker weet welk type het is (bijvoorbeeld bankpostpapier of kringlooppapier), kijk dan op het etiket op de verpakking. Kies de gewenste papierformaat-instellingen vanaf het bedieningspaneel. • Lade 1: als de printer is ingesteld op LADE 1 MODUS= PAPIERLADE vanuit het papierverwerkingsmenu, stel dan ook het papierformaat in vanuit het Papierverwerkingsmenu. Als er speciaal papier geladen is, moet u het formaat van het speciale papier vanuit het Afdrukmenu zo instellen dat het overeenkomt met het papier dat in lade 1 geladen is. Zie pagina 57 voor het afdrukken van special papierformaten. • Optionele envelopinvoer: stel het papierformaat in vanuit het Papierverwerkingsmenu.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
65
•
4
Let op
Optionele lade voor 500 vel: de papierformaatinstellingen worden aangepast wanneer het papier op de juiste wijze in de printer geladen is en de papierformaatkeuze is ingesteld op het juiste papierformaat. Als u speciaal papier hebt geladen, stel dan het formaat van dit speciale papier vanuit het Afdrukmenu zodanig in dat het overeenkomt met het papier dat in de lade geladen is. Stel de papierformaatinstelknop in de lade in op Speciaal. Zie pagina 57 voor het afdrukken van speciale papierformaten. • Overige laden: papierformaatinstellingen worden bijgesteld wanneer het papier eenmaal in de printer is geladen. (Zie de gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 35.) Selecteer het gewenste papiertype en papierformaat vanuit een toepassingsprogramma of het printerstuurprogramma.
Voor printers in een netwerk kunnen de papiersoort en het papierformaat ook worden geconfigureerd via de HP Web JetAdmin- en HP JetAdmin-software. Zie de Help-informatie van het printerstuurprogramma. Voor afdrukken per type en formaat kan het nodig zijn lade 1 te ledigen of sluiten, of het Papierverwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer in te stellen op LADE 1 MODUS=PAPIERLADE. Zie pagina 63 voor meer informatie. Instellingen in het printerstuurprogramma en toepassingsprogramma’s hebben voorrang op de instellingen op het bedieningspaneel. De instellingen in het toepassingsprogramma onderdrukken het printerstuurprogramma-instellingen.
Ondersteunde papiersoorten De printer ondersteunt de volgende papiersoorten:
• normaal • briefhoofdpapier • geperforeerd • bankpost • gekleurd papier • ruw (klad)
• voorbedrukt • transparant • etiketten • kringlooppapier • kaarten • door de gebruiker bepaald (5 types)
66
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Taak vasthouden De hieronder beschreven functies kunnen alleen worden gebruikt als er een harde schijf in uw printer is geïnstalleerd en de stuurprogramma’s hierop zijn ingesteld. Voorzichtig
Zorg dat u uw afdruktaken in het printerstuurprogramma een duidelijke naam geeft. Het gebruik van standaardnamen kan tot gevolg hebben dat eerdere afdruktaken met dezelfde standaardnaam worden overschreven of gewist.
Snelkopiëren Met de snelkopieerfunctie kunt u een document een aantal keren afdrukken en een kopie op de harde schijf van de printer opslaan. Deze kopie kunt u dan later nog een aantal keren afdrukken. U kunt deze functie via het stuurprogramma in- en uitschakelen. Meer informatie over het aantal snelkopieertaken dat u kunt opslaan vindt u bij de beschrijving van de optie SNELKOPIE TAAKMENU op zie pagina B-21.
Extra kopieën van een snelkopieertaak afdrukken Als u van een taak die op de harde schijf van de printer is opgeslagen nog een aantal kopieën wilt afdrukken, doet u het volgende: 1 2 Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4 5
DU
Druk net zo lang op [Menu] tot u SNELKOPIE TAAKMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot u de gewenste gebruiker of taaknaam ziet verschijnen.
Druk op [Selectie] om de taak te selecteren. Er verschijnt nu AANTAL=1. Druk op [- Waarde +] tot het gewenste aantal verschijnt. Druk op [Selectie] om de taak af te drukken.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
67
Een opgeslagen snelkopieertaak wissen Wanneer iemand een snelkopieertaak naar de printer stuurt, worden eerdere taken met dezelfde gebruikers- en taaknaam overschreven. Is er nog geen snelkopieertaak met dezelfde gebruikers- en taaknaam opgeslagen en de printer heeft meer ruimte nodig, dan kunnen reeds opgeslagen taken worden gewist, te beginnen met de oudste. Standaard kunnen 32 snelkopieertaken worden opgeslagen. Dit aantal kan worden gewijzigd via het bedieningspaneel (zie pagina B-21). Let op
Als u de printer uit- en daarna weer aanzet, worden alle opgeslagen taken (snelkopiëren, lezen en vasthouden en privé) gewist. Een opgeslagen snelkopieertaak kan ook vanaf het bedieningspaneel of via de programma’s HP Web JetAdmin en HP JetAdmin worden gewist. 1 2
Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4 5
68
Druk op [Menu] tot u SNELKOPIE TAAKMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Selectie] om de taak te selecteren. Er verschijnt nu AANTAL=1. Druk op [- Waarde] tot u WISSEN ziet verschijnen. Druk op [Selectie] om de taak te wissen.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Een taak lezen en vasthouden De functie Lezen en vasthouden is een snelle en eenvoudige methode om één exemplaar van een taak af te drukken en te proeflezen en vervolgens de overige exemplaren af te drukken. Als u een taak permanent wilt opslaan en wilt voorkomen dat de printer deze wist wanneer er schijfruimte voor iets anders vrijgemaakt moet worden, moet u in het stuurprogramma de optie Opgeslagen taken selecteren.
De rest van een vastgehouden taak afdrukken De overige exemplaren van een op de harde schijf van de printer vastgehouden taak kunnen via het bedieningspaneel worden afgedrukt. 1 2 Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4 5
DU
Druk op [Menu] tot u SNELKOPIE TAAKMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Select] om de taak te selecteren. Er verschijnt nu AANTAL=1. Druk op [- Waarde +] tot het gewenste aantal verschijnt. Druk op [Selectie] om de taak af te drukken.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
69
Een vastgehouden taak wissen Wanneer iemand een ‘Lezen en vasthouden’- taak naar printer stuurt, wordt de vorige opgeslagen ‘Lezen en vasthouden’-taak van die gebruiker automatisch overschreven. Is er nog geen ‘Lezen en vasthouden’ met dezelfde taaknaam opgeslagen en de printer heeft meer ruimte nodig, dan kunnen reeds opgeslagen taken worden gewist, te beginnen met de oudste. Let op
Als u de printer uit- en daarna weer aanzet, worden alle opgeslagen taken (snelkopiëren, lezen en vasthouden en privé) gewist. Een opgeslagen ‘Lezen en vasthouden’-taak kan ook vanaf het bedieningspaneel worden gewist. 1 2
Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4 5
70
Druk op [Menu] tot u SNELKOPIE TAAKMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Selectie] om de taak te selecteren. Er verschijnt nu AANTAL=1. Druk op [- Waarde] tot u WISSEN ziet verschijnen. Druk op [Selectie] om de taak te wissen.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Een privétaak afdrukken Een privétaak is een taak die pas wordt afgedrukt als de gebruiker deze heeft vrijgegeven door op het bedieningspaneel een pincode (Persoonlijk Identificatienummer) in te voeren. Deze pincode wordt opgegeven in het stuurprogramma en wordt als onderdeel van de afdruktaak naar de printer gezonden.
Een privétaak opgeven U kunt een afdruktaak in het stuurprogramma als privétaak aanmerken door de optie Privétaak te selecteren en een 4-cijferige pincode te typen.
Een privétaak vrijgeven Een privétaak wordt afgedrukt via het bedieningspaneel. 1 2 Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4
5 6
DU
Druk op [Menu] tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Selectie] tot u PIN:0000 ziet verschijnen. Druk op [- Waarde +] om het eerste cijfer van de pincode te wijzigen en druk dan op [Selectie]. Het cijfer maakt nu plaats voor een*. Herhaal deze stappen om de overige drie cijfers van de pincode te wijzigen. U ziet nu AANTAL=1 verschijnen. Druk op [- Waarde +] tot het gewenste aantal exemplaren verschijnt. Druk op [Selectie] om de taak af te drukken.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
71
Een privétaak wissen Een privétaak wordt automatisch van de harde schijf van de printer verwijderd na te zijn vrijgegeven, tenzij de desbetreffende gebruiker in het stuurprogramma de optie Taak vasthouden heeft geselecteerd. Let op
Als u de printer uit- en daarna weer aanzet, worden alle opgeslagen taken (snelkopiëren, lezen en vasthouden en privé) gewist. Een privétaak kan ook vanaf het bedieningspaneel worden gewist zonder ooit te zijn afgedrukt. 1 2
Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt 3 4
5 6
72
Druk op [Menu] tot u PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Selectie] tot u PIN:0000 ziet verschijnen. Druk op [- Waarde +] om het eerste cijfer van de van de pincode te wijzigen en druk dan op [Selectie]. Het cijfer maakt nu plaats voor een *. Herhaal deze stappen om de overige drie cijfers van de pincode te wijzigen. U ziet nu AANTAL=1 verschijnen. Druk op [- Waarde] tot u WISSEN ziet verschijnen. Druk op [Selectie] om de taak te wissen.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Een afdruktaak opslaan Een afdruktaak kan ook naar de printer worden gedownload zonder dat deze meteen wordt afgedrukt. Deze taak kan dan later via het bedieningspaneel van de printer worden afgedrukt. Op deze manier kan iemand bijvoorbeeld een formulier, kalender of rooster naar de printer downloaden dat vervolgens door anderen kan worden opgeroepen en afgedrukt. Als u een afdruktaak permanent op de harde schijf wilt opslaan, moet u bij het afdrukken van de taak de optie Opgeslagen taak in het stuurprogramma selecteren.
Een opgeslagen taak afdrukken Een op de harde schijf van de printer opgeslagen afdruktaak kan via het bedieningspaneel worden afgedrukt. 1 2 Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4 5
DU
Druk op [Menu] tot PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU verschijnt. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Selectie] om de taaknaam te selecteren. U ziet nu AANTAL=1 verschijnen. Druk op [- Waarde +] tot u het gewenste aantal ziet verschijnen. Druk op [Selectie] om de taak af te drukken.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
73
Een opgeslagen taak wissen Een opgeslagen taak kan vanaf het bedieningspaneel worden gewist. 1 2 Let op
Als u een Macintosh-computer gebruikt, verschijnt de naam van de gebruiker op de eerste regel van het uitleesvenster en de taaknaam op de tweede regel. Nadat u met [Optie] de gewenste gebruikersnaam hebt geselecteerd, drukt u op [Waarde] totdat de gezochte taaknaam verschijnt. 3 4 5
74
Druk op [Menu] tot u PRIVE/OPGESLAGEN TAAKMENU ziet verschijnen. Druk op [Optie] tot de gewenste gebruikersnaam verschijnt.
Druk op [Selectie] om de taak te selecteren. U ziet nu AANTAL=1 ziet verschijnen. Druk op [- Waarde] tot u WISSEN ziet verschijnen. Druk op [Selectie] om de taak te wissen.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
Afdrukken met de optionele HP Fast InfraRed Receiver Met de HP Fast InfraRed Receiver kan vanaf elk apparaat dat het IRDA-protocol ondersteunt (zoals een draagbare computer) draadloos worden afgedrukt op een HP LaserJet 4050, 4050 N, 4050 T of 4050 TN printer. De draadloze afdrukverbinding wordt onderhouden door de zendende IR-poort (FIR) binnen het ontvangstbereik van de IR-poort op de printer op te stellen. Houd er rekening mee dat de verbinding kan worden belemmerd door allerlei voorwerpen, zoals een hand, papier, direct zonlicht of een krachtige lichtbron waarvan het licht op een van beide IR-poorten valt. Let op
Meer informatie over de HP Fast InfraRed Receiver vindt u in de gebruikershandleiding bij dit apparaat.
Afdrukken vanuit Windows 9x Doe voordat u het InfraRed-stuurprogramma start eerst het volgende: 1 2 3
Selecteer in de map Printers de HP LaserJet 4050, 4050 N, 4050 T of 4050 TN als uw standaardprinter. Kies in dezelfde map Printers Eigenschappen/Details en kijk of Virtuele LPT-infraroodpoort is geselecteerd. Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
Een taak afdrukken 1
2
DU
Stel uw draagbare computer (of een ander draagbaar apparaat met een IRDA-compatibel infraroodvenster) op een afstand van niet meer dan 1 meter van de HP Fast InfraRed Receiver op. Voor een goed werkende verbinding met de printer moet het IR-venster zich onder een hoek van +/- 15 graden ten opzichte van de ontvanger bevinden. Voer de afdruktaak uit. Het statuslampje op de HP Fast InfraRed Receiver gaat aan en even later verschijnt op het uitleesvenster van de printer de melding BEZIG MET TAAK.
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
75
Als het statuslampje niet gaat branden, controleer dan nog eens de stand van de HP Fast InfraRed Receiver ten opzichte van de FIR-poort op het zendende apparaat en stuur de afdruktaak opnieuw naar de printer. Als u de apparatuur moet verplaatsen (bijvoorbeeld om papier toe te voegen), zorg er dan voor dat alle apparaten steeds binnen het vereiste werkbereik blijven. Als de verbinding wordt onderbroken voordat de afdruktaak is voltooid, gaat het statuslampje op de Fast InfraRed Receiver uit. U hebt dan 40 seconden de tijd om de verbinding te herstellen en de afdruktaak te vervolgen. Als de verbinding binnen deze tijd wordt hersteld, gaat het statuslampje weer aan. Let op
De verbinding wordt permanent verbroken als de zendpoort buiten het werkbereik wordt geplaatst of als de transmissie langer dan 40 seconden wordt geblokkeerd door een obstakel tussen beide poorten (bijvoorbeeld een hand, papier of zelfs direct zonlicht). Het afdrukken met de HP Fast InfraRed Receiver kan soms wat langer duren dan via een directe parallelle kabelverbinding.
Een afdruktaak onderbreken en hervatten Het is mogelijk het afdrukken van een taak te onderbreken om tussendoor een andere taak af te drukken. Meteen nadat deze nieuwe taak is afgedrukt, wordt de onderbroken taak dan verder afgedrukt. Taken die via de collatorfunctie in meerdere exemplaren worden afgedrukt, kunnen alleen worden onderbroken door verbinding te maken met de infraroodpoort (FIR) op de printer en een taak naar de printer te sturen. De printer stopt dan met het afdrukken van de huidige taak zodra het einde van het op dat moment afgedrukte exemplaar is bereikt. Daarna wordt de taak afgedrukt die via de FIR-verbinding is ontvangen. Als deze taak is afgedrukt, gaat de printer verder met het afdrukken van de onderbroken taak totdat alle exemplaren zijn afgedrukt.
76
Hoofdstuk 2: Afdruktaken
DU
3 Printeronderhoud Overzicht In dit hoofdstuk worden de voornaamste richtlijnen voor het normale onderhoud van de printer behandeld.
DU
•
Behandeling van de tonercassette.
•
Reinigen van de printer.
•
Uitvoeren van normaal onderhoud.
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
77
Onderhoud van de tonercassette Tonercassettes gebruiken die niet door HP zijn vervaardigd Hewlett-Packard Company kan het gebruik van tonercassettes die niet door HP zijn vervaardigd (nieuw of opnieuw gevuld) niet aanbevelen. Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de deugdelijkheid van het ontwerp of voor de kwaliteit van deze producten instaan. Volg voor het installeren van een nieuwe HP tonercassette en het recycleren van de gebruikte cassette de instructies die zijn bijgesloten in de doos van de tonercassette.
Tonercassettes bewaren Verwijder de tonercassette pas uit de verpakking wanneer u klaar bent om hem te gebruiken. (De houdbaarheid van een cassette in gesloten verpakking is ongeveer 2,5 jaar.) Voorzichtig
Zorg om beschadiging van de tonercassette te voorkomen dat deze niet langer dan een paar minuten aan het licht wordt blootgesteld.
Verwachte levensduur De levensduur van de tonercassette hangt af van de hoeveelheid toner die voor uw afdruktaken nodig is. Bij het afdrukken van tekst waarbij 5% van de pagina bedrukt wordt, gaat een HP tonercassette gemiddeld 10.000 of 6.000 pagina’s mee, afhankelijk van de geïnstalleerde tonercassette. (Bij een gemiddelde zakenbrief is ruim 5% van de pagina bedrukt.) Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de afdrukdensiteit op 3 is ingesteld en dat de EconoMode uit staat. Dit zijn tevens de standaard-instellingen.
78
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
Het tonerniveau controleren U kunt controleren hoeveel toner er nog in de tonercassette zit door een configuratiepagina af te drukken (zie pagina 137). Het tonerniveau is af te lezen in het diagram HP TonerGauge op de configuratiepagina. Dit diagram laat zien hoeveel toner er nog ongeveer in de cassette aanwezig is. Let op
Als u een tonercassette hebt vervangen en u bent vergeten JA te selecteren als NIEUWE TONER CASSETTE=NEE in het uitleesvenster verschijnt, is het mogelijk dat deze waarde niet helemaal het juiste tonerniveau aangeeft.
De HP TonerGauge opnieuw instellen Na installatie van een nieuwe tonercassette moet de HP TonerGauge opnieuw worden ingesteld op het bedieningspaneel. Wanneer u na het installeren van de nieuwe cassette de printerkap hebt gesloten, verschijnt op het bedieningspaneel ongeveer 30 seconden lang de melding NIEUWE TONER CASSETTE=NEE U stelt de HP TonerGauge als volgt opnieuw in: 1 2 3 Let op
DU
Druk op [- Waarde +] tot u JA ziet verschijnen. Druk op [Selectie] om de selectie op te slaan. Druk op [Start] om het menu te verlaten.
Wanneer u een lege of bijna lege tonercassette hebt vervangen en de melding NIEUWE TONER CASSETTE=NEE staat niet meer op het bedieningspaneel, drukt u op [Menu] tot u CONFIGURATIEMENU ziet verschijnen. Druk dan op [Optie] tot u bij NIEUWE TONER CASSETTE=NEE bent en herhaal bovenstaande stappen 1 tot en met 3.
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
79
Doorgaan met afdrukken als de toner bijna op is Wanneer de toner bijna op is, verschijnt de waarschuwing TONER BIJNA OP in het uitleesvenster op het bedieningspaneel. Als de toner bijna op is, gaat de printer standaard door met afdrukken. De printer blijft de melding TONER BIJNA OP tonen totdat u de tonercassette vervangt. Als u het afdrukken wilt afbreken wanneer de toner bijna op is, moet u de standaardwaarde DOORGAAN voor TONER BIJNA OP veranderen in STOP (zie pagina B-17). Als de toner dan bijna op is, stopt de printer met afdrukken en verschijnt de melding STOP. U kunt het afdrukken dan hervatten met [Start].
80
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
Opnieuw verspreiden van de toner Wanneer er vage of lichte plekken op de afgedrukte pagina verschijnen, is de toner bijna op. De afdrukkwaliteit kan tijdelijk worden verbeterd door de toner opnieuw te verspreiden. De volgende procedure stelt u in staat de huidige afdruktaak verder af te drukken voordat u de tonercassette vervangt. 1 Open de bovenklep. 2 Verwijder de tonercassette uit de printer. WAARSCHUWING! Steek uw hand niet te ver in de printer. Het fusergedeelte bevindt zich dichtbij de ruimte voor de tonercassette en dit onderdeel kan bijzonder heet zijn! Voorzichtig Stel de tonercassette niet langer dan een paar minuten aan rechtstreeks daglicht bloot om schade aan de cassette te voorkomen. Vervolg op de volgende pagina.
DU
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
81
3 Schud de tonercassette voorzichtig heen en weer met een draaiende beweging om de toner opnieuw te verspreiden. Let op Toner die eventueel op uw kleding terecht komt, veegt u af met een droge doek, waarna u de kleren wast in koud water. (Met warm water maakt de toner een blijvende vlek in de kleding.) 4 Plaats de tonercassette weer in de printer en sluit de bovenklep. Als de afdrukken licht blijven, moet u een nieuwe tonercassette installeren (volg de instructies die bij de nieuwe tonercassette zitten). Let op Als de melding NIEUWE TONER CASSETTE = NEE verschijnt wanneer u de tonercassette verwijdert om de toner opnieuw te verspreiden, kunt u deze melding negeren.
82
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
De printer reinigen Voor het behoud van de afdrukkwaliteit moet u de reinigingsprocedure volgen (zie de volgende pagina) telkens wanneer de tonercassette wordt vervangen of wanneer er zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen. Houd de printer zoveel mogelijk vrij van stof en vuil.
• • Voorzichtig
Reining de buitenkant van de printer met een met wat water bevochtigde doek. Reinig de printer van binnen met een droge, niet pluizende doek.
Gebruik geen reinigingsmiddelen op ammoniakbasis op of rond de printer. Zorg bij het schoonmaken van de printer dat u de transferrol (de zwarte rubberen rol onder de tonercassette) niet aanraakt. Huidsmeer op de rol kan de afdrukkwaliteit verminderen.
Figuur 18
DU
Plaats van de transferrol — Niet aanraken!
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
83
De printer reinigen Schakel de printer uit voordat u met deze stappen begint en verwijder het snoer uit het stopcontact. 1 Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. WAARSCHUWING! Steek uw hand niet te ver in de printer. Het fusergedeelte bevindt zich dichtbij de ruimte voor de tonercassette en dit onderdeel kan bijzonder heet zijn! Voorzichtig Stel de tonercassette niet langer dan een paar minuten aan rechtstreeks daglicht bloot om schade aan de cassette te voorkomen. 2 Verwijder met een droge, niet pluizende doek stof of vuil van de papier- geleiders (gearceerde gebieden). Let op Als er toner op uw kleding terecht komt, veegt u deze af met een droge doek, waarna u de kleren in koud water wast. (Met warm water maakt de toner een blijvende vlek in de stof.) 3 Gebruik de groene hendel om de papierinvoerplaat omhoog te tillen en veeg tonerresten af met een droge, niet pluizende doek. Vervolg op de volgende pagina.
84
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
4 Plaats de tonercassette terug, sluit de bovenklep, steek de stekker weer in het stopcontact en zet de printer aan. Let op Als de melding NIEUWE TONER CASSETTE = NEE verschijnt wanneer u de tonercassette verwijdert om de toner opnieuw te verspreiden, kunt u deze melding negeren.
DU
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
85
Gebruik van het reinigingsblad van de printer Als er tonervlekken ontstaan op de voor- of achterzijde van uw afdruktaken, volg dan de hieronder beschreven procedure. Kies via het bedieningspaneel van de printer de volgende opties: 1 2 3 4
Let op
Druk op [Menu] tot AFDRUKKWALITEIT-MENU verschijnt. Druk op [Optie] tot MAAK REINIGINGSBLAD verschijnt. Druk op [Selecteren] om het reinigingsblad te maken. Volg de instructies op het reinigingsblad om het reinigingsproces te voltooien.
Druk de pagina af op kopieerpapier (geen bankpost of ruw papier) voor een goede reinigende werking van het reinigingsblad. Het is mogelijk dat u meerdere malen een reinigingsblad moet maken. Nadat de tonerresten uit de printer verwijderd zijn, verschijnen er glimmende zwarte vlekjes op de zwarte strip op het blad. Voor sommige papiertypen verdient het aanbeveling het reinigingsblad steeds te gebruiken wanneer u de tonercassette vervangt, om een optimale afdrukkwaliteit te verkrijgen.
86
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
Uitvoeren van normaal onderhoud Hewlett-Packard adviseert u om het onderhoud uitsluitend te laten verrichten door officiële HP servicetechnici. U kunt echter bepaalde onderdelen zelf vervangen als het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG verschijnt op het uitleesvenster op het bedieningspaneel van de printer. Het onderhoudsbericht verschijnt elke 200.000 pagina’s. Druk een configuratiepagina af om te controleren hoeveel pagina’s de printer heeft afgedrukt (zie pagina 137). Zie pagina 11 voor het bestellen van de printeronderhoudskit. De kit bevat:
• • • • Let op
DU
Een fusereenheid Een transferrol Invoerrollen Noodzakelijke instructies
De printeronderhoudskit is een verbruiksartikel en valt niet onder de garantie.
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
87
88
Hoofdstuk 3: Printeronderhoud
DU
4 Problemen oplossen Overzicht In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u printerproblemen op kunt lossen. Papierstoringen verhelpen:
Het komt soms voor dat er tijdens het afdrukken een papierstoring optreedt. In deze paragraaf vindt u aanwijzingen hoe u papier dat is vastgelopen op de juiste manier uit de printer moet verwijderen en oplossingen voor het geval dat het papier vast blijft lopen.
Begrijpen van Op het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer printer- berichten: kunnen vele verschillende berichten verschijnen. Sommige
berichten geven de huidige status van de printer aan, zoals BEZIG MET INITIALISEREN . Andere berichten vragen om een handeling, zoals SLUIT PRINTERKAP . Veel van die berichten spreken voor zichzelf. Sommige berichten geven echter een probleem met de printer aan of vragen om nog meer handelingen of een beschrijving. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van deze typen berichten en aangegeven wat u moet doen als een bericht blijft verschijnen. Problemen met uitvoerkwaliteit verhelpen:
De printer moet afdruktaken van de hoogste kwaliteit leveren. Als afdruktaken er niet scherp en duidelijk uitzien, als er afwijkingen optreden zoals bijvoorbeeld lijnen, vlekken of vegen op de pagina of als papier gekreukt is of krult, gebruik dan deze paragraaf om het probleem op te lossen.
Stel de printerproblemen vast:
Voordat u een printerprobleem kunt herstellen, moet u weten waar het probleem ligt. Gebruik het stroomdiagram in deze paragraaf om vast te stellen om welk printerprobleem het gaat en volg dan de betreffende suggesties voor het oplossen van het probleem.
Printerconfiguratie controleren:
Vanaf de printer kunt u informatiepagina’s afdrukken die informatie geven over de printer en zijn configuratie.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
89
Verhelpen van papierstoringen Als in het uitleesvenster op het bedieningspaneel van de printer het bericht Papierstoring verschijnt, zoek dan het vastgelopen papier op de plaatsen die zijn aangegeven in Figuur 19 en volg daarna de procedure voor het verhelpen van een papierstoring. Het is mogelijk dat u ook op andere plaatsen moet zoeken dan in het Papierstoringsbericht wordt aangegeven. Als de plaats waar het papier is vastgelopen niet duidelijk is, kijk dan eerst bij de bovenklep, onder de tonercassette. Zorg bij het verhelpen van papierstoringen dat u het papier niet scheurt. Als er een gedeelte van het papier in het afdrukmechanisme achterblijft, kan dit opnieuw papierstoringen veroorzaken. Zie pagina 102 als papierstoringen regelmatig optreden. Let op
90
De bovenklep van de printer moet geopend en weer gesloten worden om het Papierstoringsbericht te verwijderen.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Papierstoringen kunnen op de volgende plaatsen voorkomen:
1
2 3
4
6
5
Figuur 19
Plaatsen waar zich papierstoringen voordoen
1 2 3 4 5 6 Let op
DU
Uitvoerplaatsen (boven en achter). Ga naar pagina 99. Bovenklep. Ga naar pagina 96. Tonercassette. Ga naar pagina 98. Invoerlade (optionele envelopinvoer). Ga naar pagina 94. Invoerlade. Ga naar pagina 92. Optioneel verkrijgbare duplexeenheid. Ga naar pagina 100.
Na een papierstoring kan er losse toner in de printer achterblijven, maar dat verdwijnt weer als er een paar vellen papier zijn afgedrukt.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
91
Verhelpen van storingen bij de invoerladen Let op Om papier uit lade 1 te verwijderen, moet u het papier langzaam uit de printer trekken. Volg voor alle andere laden de hieronder aangegeven stappen. (Zie de volgende pagina voor het verhelpen van envelopinvoer storingen.) 1 Schuif de lade uit de printer en verwijder eventueel beschadigd papier uit de lade. 2 Als de rand van het papier zichtbaar is in het invoergedeelte, trek het papier langzaam naar beneden toe uit de printer. (Trek het papier niet recht naar buiten, anders scheurt het.) Als het papier niet zichtbaar is, kijk dan bij de bovenklep (pagina 96). Let op Forceer het papier niet als het niet gemakkelijk verwijderd kan worden. Als het papier in een lade vastzit, probeer het dan te verwijderen via de lade erboven (indien van toepassing) of via de bovenklep (pagina 96). Vervolg op de volgende pagina.
92
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
3 Zorg dat het papier in alle vier de hoeken van de lade geheel plat ligt en onder de lipjes op de geleiders past. Schuif de lade terug in de printer. 4 Open en sluit de bovenklep om het Papierstoringsbericht te verwijderen. Als het Papierstoringsbericht blijft verschijnen, zit er nog papier in de printer vast. Zoek op een andere plaats naar vastgelopen papier (pagina 90).
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
93
Verhelpen van storingen van de optionele envelopinvoer 1 Verwijder eventuele enveloppen uit de envelopinvoer. Haal het envelopgewicht omlaag en licht het verlengstuk op om het te sluiten. 2 Druk op de ontgrendelingsknop op de linkerzijde van de envelopinvoer en houd de knop ingedrukt. Pak beide zijden van de envelopinvoer en trek deze voorzichtig uit de printer. 3 Trek eventuele enveloppen voorzichtig uit de envelopinvoer en de printer. 4 Plaats de envelopinvoer zo ver mogelijk in de printer. (Er zit een haakje rechts onderop de envelopinvoer dat door de kleine toegangsklep past en een connector rechts bovenop die in de insteekopening past.) Vervolg op de volgende pagina.
94
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
5 Open en sluit de bovenklep om het bericht Papierstoring te verwijderen. Als een Papierstoringsbericht blijft verschijnen, zit er nog papier vast in de printer. Zoek op een andere plaats naar vastgelopen papier (pagina 90).
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
95
Verhelpen van storingen bij de bovenklep 1 Open de bovenklep en verwijder de tonercassette. Voorzichtig Zorg om beschadiging van de tonercassette te voorkomen dat deze niet langer dan een paar minuten aan het licht wordt blootgesteld. 2 Gebruik de groene hendel om de papierinvoerplaat op te tillen. 3 Trek het papier langzaam uit de printer. Zorg dat het papier niet scheurt! Let op Zorg dat er geen losse toner gemorst wordt. Gebruik een droge, niet pluizende doek en verwijder eventuele losse toner die in de printer gevallen is (pagina 83). Als er losse toner in de printer valt kan dat tijdelijke problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken. Losse toner verdwijnt van de papierinvoer nadat er een paar pagina’s zijn afgedrukt. Als er toner op uw kleding terecht komt, veegt u deze af met een droge doek, waarna u de kleren in koud water wast. (Met warm water maakt de toner een blijvende vlek in de stof.) Vervolg op de volgende pagina.
96
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
4 Vervang de tonercassette en sluit de bovenklep. Als het Papierstoringsbericht blijft verschijnen, zit er nog papier in de printer vast. Zoek op een andere plaats naar vastgelopen papier (pagina 90). Let op Als de melding NIEUWE TONER CASSETTE=NEE verschijnt wanneer u de tonercassette verwijdert om een papierstoring te verhelpen, kunt u deze melding negeren.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
97
Verhelpen van papierstoringen in de buurt van de tonercassette 1 Als u alle procedures voor het verhelpen van papierstoringen hebt geprobeerd en het papierstoringsbericht blijft verschijnen, open dan de bovenklep en verwijder de tonercassette. 2 Open lade 1. 3 Gebruik de groene hendel om de papierinvoerplaat op te tillen en verwijder eventueel vastgelopen papier. 4 Open de toegangsklep om te zien of er nog ergens papier is vastgelopen. Verwijder dit papier. 5 Draai aan de multipurposepapiergeleider om te controleren of er nog meer papier is vastgelopen. Verwijder dit papier. Breng de toegangsklep en de tonercassette weer aan. Sluit lade 1 en de bovenklep.
98
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Verhelpen van storingen in de uitvoergedeelten Let op Als het meeste papier nog in de printer zit, is het het beste om dit via het bovenklepgedeelte te verwijderen. Ga naar pagina 96. 1 Open de achter recto-uitvoerbak. 2 Pak beide zijden van het papier en trek het papier langzaam uit de printer. (Er kan losse toner op het papier zitten. Wees voorzichtig dat u geen toner op uw kleding of in de printer morst.) Let op Als papier moeilijk te verwijderen is, probeer dan de bovenklep geheel te openen om de druk op het papier te verminderen. 3 Sluit de achter recto-uitvoerbak. Open en sluit de bovenklep om het bericht Papierstoring te verwijderen. Als het Papierstoringsbericht blijft verschijnen, zit er nog papier vast in de printer. Zoek op een andere plaats naar vastgelopen papier (pagina 90).
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
99
Verhelpen van storingen in de optioneel verkrijgbare duplexeenheid 1 Open de achterklep van de duplexeenheid. 2 Trek eventueel aanwezig papier voorzichtig uit de duplexeenheid. 3 Open en sluit de bovenklep om het bericht Papierstoring te verwijderen. 4 Als het Papierstoringsbericht blijft verschijnen, verwijder dan de duplexeenheid door deze iets op te tillen en uit de printer te trekken. 5 Verwijder aan de achterkant van de printer eventueel papier uit lade 2 (het is mogelijk dat u daarvoor binnenin de printer moet reiken). Vervolg op de volgende pagina.
100
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
6 Trek eventueel aanwezig papier voorzichtig uit de duplexeenheid. 7 Draai de duplexeenheid om en verwijder eventueel papier. 8 Plaats de duplexeenheid in de printer. 9 Open en sluit de bovenklep om het bericht Papierstoring te verwijderen. Als een Papierstoringsbericht blijft verschijnen, zit er nog papier vast in de printer. Zoek op een andere plaats naar vastgelopen papier (pagina 90).
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
101
Verhelpen van regelmatig voorkomende papierstoringen Als het papier vaak vastloopt, probeer dan het volgende: • Controleer alle plaatsen waar papier vastgelopen kan zijn. Er kan ergens in de printer een stuk papier vastzitten. (Zie pagina 91.) • Controleer of het papier op de juiste wijze in de laden is geplaatst, of de laden op het juiste formaat papier zijn ingesteld en of de laden niet te vol zijn. Zorg dat het papier voor en achter onder de lipjes steekt. (Zie de paragrafen over het laden van papier, vanaf pagina 34.) • Controleer of alle laden en papierverwerkingsaccessoires geheel in de printer geschoven zijn. (Als een lade tijdens een afdruktaak geopend wordt, kan het papier vastlopen.) • Controleer of alle deksels en kleppen gesloten zijn. (Als een deksel of klep tijdens een afdruktaak geopend wordt, kan het papier vastlopen.) • Probeer af te drukken naar een andere uitvoerbak (zie pagina 32). • De vellen kunnen aan elkaar kleven. Probeer de stapel te buigen om de vellen van elkaar te scheiden. Vouw de stapel niet. • Als u afdrukt vanuit lade 1, probeer dan minder vellen papier of minder enveloppen tegelijk te laden. • Als u afdrukt vanuit de envelopinvoer, zorg dan dat deze juist geladen is, door de onderste envelop iets verder naar binnen te drukken dan de bovenste enveloppen (pagina 51). • Als u kleine formaten papier afdrukt (zoals systeemkaarten), zorg dan dat het papier op de goede manier in de lade ligt (pagina 57). Kleine formaten moeten altijd met de korte zijde naar voren worden ingevoerd. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook het papier 180° te draaien. • Controleer de kwaliteit van het papier waarop u afdrukt. Gebruik geen beschadigd of onregelmatig afgesneden papier. • Gebruik uitsluitend papier dat voldoet aan de HP specificaties (pagina’s A-2 t/m A-14). • Gebruik geen papier dat al eerder in een printer of fotokopieerapparaat is gebruikt. (Enveloppen, transparanten en etiketten niet aan beide zijden bedrukken.) • Controleer of de stroomtoevoer naar de printer regelmatig is en voldoet aan de printerspecificaties (pagina A-16). • Reinig de printer (pagina 83). • Normaal printeronderhoud uitvoeren (pagina 87).
102
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Begrijpen van printerberichten In de volgende tabel zijn de berichten weergegeven die op het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer kunnen verschijnen. De printerberichten en hun betekenis zijn in alfabetische volgorde weergegeven, met de genummerde berichten erachter. Als een bericht blijft verschijnen:
•
•
Let op
Als een bericht blijft verschijnen en u gevraagd wordt om een lade te vullen of als een bericht aangeeft dat een eerdere afdruktaak nog in het geheugen van de printer zit, druk dan op [Start] om af te drukken of druk op [Taak annuleren] om de taak uit het geheugen van de printer te verwijderen. Als een bericht blijft verschijnen nadat u alle aanbevolen handelingen hebt uitgevoerd, kunt u het beste contact opnemen met uw HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
Niet alle berichten worden in deze gebruikershandleiding beschreven (vele spreken voor zichzelf). Sommige printerberichten worden beïnvloed door de instellingen voor Automatisch doorgaan en Wisbare waarschuwingen in het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-19).
Het On-line Help-systeem van de printer Uw printer heeft een ingebouwd On-line Help-systeem op het bedieningspaneel dat instructies geeft voor het oplossen van de meeste printerproblemen. Sommige meldingen op het bedieningspaneel worden afgewisseld met instructies voor het oproepen van het On-line Help-systeem. Als u een foutmelding met een [?] ziet of een melding die wordt afgewisseld met VOOR HELP DRUK OP ? TOETS, druk dan op de toets [Optie] om door een reeks instructies heen te navigeren. Let op
DU
U verlaat het On-line Help-systeem met de toets [Start].
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
103
Printerberichten Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
CONTROLEER INVOEREENHEID
De optionele invoerlade kan geen papier in de printer laden omdat een klep of een papiergeleider open is. Controleer de kleppen en papiergeleider.
wisselt af met
PAPIERBAAN OPEN DEZE SLUITEN CONTROLEER UITVOEREENHEID wisselt af met
Het optionele uitvoerapparaat is niet goed op de printer aangesloten. Sluit het apparaat goed aan voordat u verder gaat met afdrukken.
SLUIT UITVOERDOORLOOPBAAN DUPLEXER FOUT AANGESLOTEN
De duplexeenheid is niet op de juiste wijze aangesloten. Installeer de duplexeenheid opnieuw.
EIO n SCHIJF WERKT NIET
De EIO-schijf werkt niet goed. Verwijder de EIO-schijf uit de sleuf met het aangegeven nummer. Vervang de EIO-schijf door een nieuw exemplaar.
FLASHBESTAND BEWERKING MISLUKT
De gevraagde bewerking kon niet worden uitgevoerd. U hebt misschien een niet-toegestane bewerking geprobeerd, bijvoorbeeld om een bestand te downloaden naar een niet-bestaande directory.
FLASHBESTANDSCHIJF IS VOL
Verwijder bestanden uit de flash-DIMM. Gebruik het HP Bronnenbeheer om bestanden en lettertypen te downloaden of te wissen. (Zie de Help-informatie bij de software voor meer informatie.)
FLASH-EENHEID STORING
Het DIMM-geheugen is defect en is onbruikbaar geworden. Verwijder de flash-DIMM en vervang de module door een nieuwe.
FLASH SCHIJF TEGEN SCHRIJVN BEVEIL.
Er kunnen geen nieuwe bestanden naar het DIMM-geheugen worden geschreven, omdat de flash-DIMM beschermd is. Schakel de schrijfbescherming uit via het HP Bronnenbeheer.
GEBRUIK [TYPE] [FORMAAT] I.P.V.
Als het gevraagde papierformaat of type niet beschikbaar is, vraagt de printer of hij in plaats daarvan een ander papierformaat moet gebruiken. Druk op [-Waarde+] om door de beschikbare typen en formaten te bladeren. Druk op [Selecteren] om het andere type of formaat te accepteren.
GEEN TOEGANG MENUS VGRENDELD
De functie op het bedieningspaneel die u wilt gebruiken is vergrendeld om niet-geautoriseerde toegang te voorkomen. Raadpleeg uw netwerkbeheerder.
104
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
GEHEUGENINSTELLN GEWIJZIGD
De printer heeft zijn geheugen-instellingen gewijzigd omdat het onvoldoende geheugen had om de eerdere instellingen te gebruiken voor I/O-buffering en het opslaan van bronnen. Dit bericht verschijnt meestal na het verwijderen van geheugen uit de printer, het toevoegen van een duplexeenheid of het toevoegen van een printertaal. U kunt misschien de geheugeninstellingen wijzigen voor I/O-buffering en het opslaan van bronnen (hoewel de standaardinstellingen meestal het beste zijn) of meer geheugen toevoegen aan de printer (pagina C-1).
GEHEUGEN VOL OPGESL Er is geen geheugen beschikbaar in de printer. De huidige taak kan misschien niet afdrukken en een aantal bronnen (zoals DATA WEG gedownloade lettertypen of macro’s) kunnen verwijderd zijn. U kunt misschien meer geheugen aan de printer toevoegen (pagina C-1).
GEKOZEN TAAL NIET BESCHIKBAAR
Een afdruktaak vroeg om een printertaal waarover de printer niet beschikt. De taak drukt niet af en wordt uit het geheugen gewist. Druk de taak af met het stuurprogramma voor een andere printertaal of voeg de gevraagde taal aan de printer toe (indien beschikbaar). Druk op [Start] om door te gaan.
HANDINVOER [TYPE] [FORMAAT]
Laad het gevraagde papier in lade 1. Druk op [Start] als het gewenste papier geladen is in lade 1.
HERINITIALISATIE EVEN GEDULD
De RAM-schijfinstelling is gewijzigd via het bedieningspaneel van de printer. Deze verandering wordt pas doorgevoerd als de printer opnieuw is geïnitialiseerd. Als u de modus van het externe apparaat verandert, zet de printer dan uit en daarna weer aan en wacht tot de printer opnieuw is geïnitialiseerd.
INITIALISATIE EIO n SCHIJF
Het initialiseren van de schijfkaart neemt geruime tijd in beslag. De eerste parameter is het sleufnummer van de kaart.
INITIALISATIE EIO n SCHIJF
Wacht tot het bericht is verdwenen (na een minuut of 5). Als de EIO-kaart in de printer correct werkt en met het netwerk communiceert, verdwijnt dit bericht na ongeveer een minuut en hoeft u niets te doen. Als de EIO-kaart niet met het netwerk kan communiceren, blijft dit bericht vijf minuten staat en verdwijnt dan. De printer heeft dan geen verbinding met het netwerk (ook al is het bericht verdwenen). De oorzaak van het probleem kan een defecte EIO-kaart, een defecte kabel of verbinding in het netwerk, of een fout in het netwerk zelf zijn. Neem contact op met de netwerkbeheerder.
wisselt af met
NIET UITZETTEN
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
105
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
INITIALISATIE EXTERN APPARAAT
Als er een extern apparaat voor de papierverwerking op de printer is aangesloten, moet dit worden geïnitialiseerd nadat de printer is opgestart of uit de PowerSave-modus is ‘ontwaakt’.
INSTALLEER LADE x
De aangegeven lade is niet geïnstalleerd en moet worden teruggeplaatst en gesloten voordat het afdrukken kan worden hervat.
INSTALLEER TONER CASSETTE
De tonercassette is verwijderd en moet worden teruggeplaatst voordat het afdrukken kan worden hervat.
INVOERAPPARAAT CONDITIE xx.yy
Een papierverwerkingsapparaat heeft een probleem dat verholpen moet worden voordat het afdrukken kan worden hervat. Zie de documentatie die bij het papierverwerkingsapparaat geleverd is.
LADE x LEEG
Vul de lege lade (x ) om het bericht te wissen. Als u de aangegeven lade niet bijvult, blijft de printer ononderbroken afdrukken vanuit de volgende beschikbare lade en het bericht blijft in het uitleesvenster verschijnen.
LADE x VULLEN [TYPE] [FORMAAT]
Laad het gevraagde papier in de aangegeven lade (x ). (Zie de gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 34.) Zorg dat de laden op het juiste papierformaat zijn ingesteld. Het ladetype (en het formaat voor lade 1) wordt ingesteld via het bedieningspaneel van de printer (pagina 65). Plaats het gevraagde papier in de aangegeven lade of druk op [Selectie] om het bericht te negeren en af te drukken op een geladen papierformaat. Druk op [Start] als het afdrukken niet wordt hervat. Als u probeert af te drukken op A4- of Letterpapier en dit bericht verschijnt, zorg dan dat het standaardpapierformaat juist wordt ingesteld vanuit het Afdrukmenu op het bedieningspaneel van de printer. Druk op [Start] om af te drukken vanuit de volgende beschikbare lade. Druk op [-Waarde+] om door de beschikbare typen en formaten te bladeren. Druk op [Selecteren] om het andere type of formaat te accepteren.
(of een soortgelijk verzoek om papier te laden)
MOPY TAAK NIET MOGELIJK
106
Een Mopy-taak kan niet worden uitgevoerd als gevolg van een geheugen- of systeemfout. Er wordt slechts één exemplaar afgedrukt.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
NIET UITZETTEN PROGRAMMA
WORDT GELADEN
Programma’s en lettertypen kunnen worden opgeslagen in het bestandssysteem van de printer. Bij het opstarten worden deze in RAM geladen. (Het kan lang duren voordat ze in RAM geladen zijn; dit hangt af van het formaat en het aantal eenheden dat geladen wordt.) Het geeft een volgnummer dat aangeeft welk programma geladen wordt.
OFFLINE
Druk op [Start] om de printer on-line te zetten.
ONVOLD. GEHEUGEN PAG. VEREENVOUD
De printer moest de taak comprimeren om deze in het beschikbare geheugen te passen. Er kunnen wat gegevens verloren gegaan zijn. Druk op [Start] om door te gaan. De afdrukkwaliteit van deze pagina’s is mogelijk niet aanvaardbaar. Maak de pagina’s minder ingewikkeld en druk ze opnieuw af. U kunt misschien meer geheugen aan de printer toevoegen (pagina C-1).
ONVOLD. GEHEUGEN TAAK GEWIST
De printer had onvoldoende vrij geheugen om de gehele taak af te drukken. De rest van de taak wordt niet afgedrukt en uit het geheugen gewist. Druk op [Start] om door te gaan. Wijzig de instelling voor Bron Opslaan op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-18) of breid het printergeheugen uit (pagina C-1).
OPSTARTEN EIO n SCHIJF
De schijfkaart wordt geïnitialiseerd. De eerste parameter is het nummer van de sleuf met de schijfkaart.
PAPIERBAAN WORDT GECONTROLEERD
De printer laat de transportrollen ronddraaien om te controleren of er papier is vastgelopen.
PRINTERONDERHOUDNODIG
Na het afdrukken van 200.000 pagina’s vraagt de printer u een normale onderhoudsbeurt uit te voeren. Dit is nodig om een optimale afdrukkwaliteit te kunnen garanderen. Zie pagina 11 voor het bestellen van de printeronderhoudskit. (Zie pagina 87 voor meer informatie.)
RAMDISKBESTAND BEWERKING MISLUKT
De gevraagde bewerking kon niet worden uitgevoerd. U hebt misschien een niet-toegestane bewerking geprobeerd, bijvoorbeeld om een bestand te downloaden naar een niet-bestaande directory.
wisselt af met
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
107
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
RAMDISKBESTANDSYSTEEM IS VOL
Verwijder bestanden en probeer het dan opnieuw of zet de printer uit en dan weer aan om alle bestanden uit het apparaat te verwijderen. (Verwijder bestanden met het HP Bronnenbeheer of een ander hulpprogramma. Zie de Help van de software voor meer informatie.) Als het bericht niet verdwijnt, vergroot dan de opslagruimte van de RAM-schijf vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-17). U kunt de RAM-schijf ook groter of kleiner maken via het HP Bronnenbeheer.
RAMDISKEENHEID STORING
De RAM-schijf had een kritieke storing en kan niet meer gebruikt worden. Zet de printer uit en zet de printer weer aan om het bericht te wissen.
SCHIJFBESTAND BEWERKING MISLUKT
De gevraagde bewerking kon niet worden uitgevoerd. U hebt misschien een niet-toegestane bewerking geprobeerd, bijvoorbeeld om een bestand te downloaden naar een niet-bestaande directory.
SCHIJFBESTANDSYSTEEM IS VOL
Verwijder bestanden van de EIO-schijf en probeer het dan opnieuw. Gebruik het HP Bronnenbeheer om bestanden en lettertypen te downloaden of te wissen. (Zie de Help-informatie bij de software voor meer informatie.)
SCHIJFEENHEID STORING
De EIO-schijf had een kritieke storing en kan niet meer gebruikt worden. Verwijder de EIO-schijf en vervang deze door een nieuwe.
SCHIJF TEGEN SCHRIJVN BEVEIL.
De EIO-schijf is beveiligd en er kunnen geen nieuwe bestanden naar worden weggeschreven. De-activeer de schrijfbeveiliging via HP Bronnenbeheer.
SLUIT PRINTERKAP
De bovenklep staat open en moet worden gesloten, anders kan de printer niet verder afdrukken.
TONER BIJNA OP
Zie pagina 80.
UITVOERBAK VOL LEDIG (BAK nnn)
De uitvoerlade is vol en moet worden geledigd.
nnn = (naam bak)
VERKEERDE ENVLOP INVOER GEÏNSTALL
De envelopinvoer die u probeert te installeren is niet geschikt voor deze printer. Zie pagina 8 voor het bestellen van een envelopinvoer voor de printer. Zorg dat de envelopinvoer correct is geïnstalleerd (zie pagina 50).
VERKEERD PAPIERFORMAAT LADE [YY]
Een extern papierverwerkingsapparaat vond een niet-ondersteund papierformaat. De printer blijft off-line staan tot het probleem is opgelost.
108
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
VUL ENV. INVOER [TYPE] [FORMAAT]
Laad het gevraagde type en formaat envelop in de envelopinvoer. Zorg dat het formaat en type van de envelop juist zijn ingesteld in het Verwerkingsmenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-6). Druk op [Start] als de gewenste envelop in de invoer is geladen. Druk op [-Waarde+] om door de beschikbare typen en formaten te bladeren. Druk op [Selecteren] om het andere type of formaat te accepteren.
XX.YY PRINTERFOUT DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
Er heeft zich een printerfout voorgedaan die kan worden opgeheven door op [Start] op het bedieningspaneel te drukken.
13.x PAPIERSTORING [LOCATIE]
Verwijder vastgelopen papier uit de aangegeven locatie (pagina 90). Open en sluit de bovenklep om het bericht te verwijderen. Open de bovenklep. Verwijder de tonercassette en verwijder alle papier uit de ruimte onder de cassette. Voorzichtig Verwijder eerst al het vastgelopen papier voordat u de bovenklep opent en sluit. Open en sluit de bovenklep om het bericht te verwijderen. Als het bericht blijft verschijnen nadat alle storingen zijn verwijderd, kan het zijn dat er een sensor klem zit of defect is. Neem contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice- en ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
20 ONVOLDOENDE GEHEUGEN wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
DU
De printer ontvangt meer gegevens dan in het beschikbare geheugen passen. Het is mogelijk dat u geprobeerd hebt om te veel macro’s, softfonts of ingewikkelde afbeeldingen over te sturen. Druk op [Start] om de overgestuurde gegevens af te drukken (sommige gegevens kunnen verloren zijn gegaan), vereenvoudig dan de afdruktaak of installeer extra geheugen (pagina C-1).
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
109
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
21 PAGINA TE INGEWIKKELD
De gegevens (dichte tekst, regels, raster of vectorafbeeldingen) die naar de printer verzonden zijn waren te ingewikkeld. Druk op [Start] om de overgestuurde gegevens af te drukken. (Sommige gegevens kunnen verloren zijn gegaan.) Om de taak af te drukken zonder gegevens te verliezen, stelt u vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer PAGINABEVEIL.=AAN in. Druk daarna de taak af en stel weer PAGINABEVEIL.=AUTO in. (Zie pagina B-17.) Laat PAGINABEVEIL.=AAN niet aan staan; die kan het afdrukken vertragen. Als dit bericht vaak verschijnt, moet u de afdruktaak vereenvoudigen.
wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
22 CAPACIT EIO x BUFFER OVERSCHR wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
22 CAPACIT PARAL I/U-BUF OVERSCHR wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
40 EIO X TRANSMISSIEFOUT wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
110
Er zijn te veel gegevens verzonden naar de EIO-kaart in de aangegeven sleuf (x ). Het is mogelijk dat er een onjuist communicatieprotocol in gebruik is. Druk op [Start] om het bericht te verwijderen. (Gegevens gaan verloren.) Controleer de host-configuratie. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de HP Ondersteuningspagina’s voorin deze gebruikershandleiding.) Er zijn te veel gegevens doorgestuurd naar de parallelle poort. Controleer of er een kabelaansluiting los zit en gebruik een kabel van goede kwaliteit (pagina 10). (Sommige parallelle kabels die niet door HP zijn vervaardigd missen misschien pin-aansluitingen of voldoen misschien om een andere reden niet aan de IEEE-1284 specificatie.) Deze fout kan optreden als het stuurprogramma dat u gebruikt niet voldoet aan de IEEE-1284-norm. Gebruik een bij de printer geleverde HP stuurprogramma om de beste resultaten te krijgen (pagina 20). Druk op [Start] om de foutmelding te verwijderen. (Er gaan gegevens verloren.) Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice- en ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.) De verbinding tussen de printer en de EIO-kaart in de aangegeven sleuf is verbroken. (Hierdoor kunnen gegevens verloren gaan.) Druk op [Start] om het foutbericht te verwijderen en door te gaan met afdrukken.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
41.3 ONJUIST PAPIERFORMAAT
Het papierformaat waarop u probeert af te drukken komt niet overeen met de instellingen voor de lade. Vul de lade opnieuw met het juiste formaat papier. Zorg dat alle laden op het juiste formaat zijn ingesteld. (De printer zal blijven proberen de taak af te drukken tot de instellingen juist zijn.) Als u afdrukt vanuit de optionele lade voor 500 vel, moet u zorgen dat de papierknop rechts voor op de lade op het juiste formaat is ingesteld. Zorg dat alle papiertoevoerbanen van alle invoerladen vrij zijn van papier. Druk nadat u bovengenoemde handelingen hebt verricht op [Start]. Als Herstel na storing is ingeschakeld, wordt de pagina met de fout automatisch opnieuw afgedrukt. (Desgewenst kunt u ook op [Taak Annuleren] drukken om de taak uit het printergeheugen te wissen.) Zie pagina 34-40 voor informatie over het laden van papier.
wisselt af met
MOET ZIJN [TYPE]
41.x PRINTERFOUT wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Druk op [Start]. Als Herstel na storing is ingeschakeld, wordt de pagina met de fout automatisch opnieuw afgedrukt. Als de fout niet verdwijnt, zet de printer dan uit en weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
50.x FUSER-FOUT
Een interne fout is opgetreden. Zet de printer uit en dan weer aan. Het is mogelijk dat het bericht verdwijnt en dan weer wordt weergegeven als de volgende afdruktaak wordt verzonden. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
51.x of 52.x PRINTERFOUT
Er is een tijdelijke afdrukfout opgetreden. Zet de printer uit en daarna weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voor in deze gebruikershandleiding.)
wisselt af met
OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
111
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
53.xy.zz PRINTERFOUT
Er is een probleem met het geheugen van de printer. De DIMM die de fout veroorzaakt heeft wordt niet gebruikt. De waarden van x , y en zz zijn als volgt: x = DIMM type 0 = ROM 1 = RAM y = Apparaatlocatie 0 = Intern geheugen (ROM of RAM) 1 tot 3 = DIMM-sleuven 1, 2, of 3 zz = Foutnummer Het is mogelijk dat u de aangegeven DIMM moet vervangen. Zet de printer uit en vervang dan de DIMM die de fout heeft veroorzaakt. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voor in deze gebruikershandleiding.)
55 PRINTERFOUT wisselt af met
DRUK OP START OM DOOR TE GAAN
56.x PRINTERFOUT wisselt af met
OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN 57.x PRINTERFOUT wisselt af met
OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN
112
Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Druk op [Start]. Als Herstel na storing is ingeschakeld, wordt de pagina met de fout automatisch opnieuw afgedrukt. Als de fout niet verdwijnt, zet de printer dan uit en weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.) Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Zet de printer uit en daarna weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.) Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Zet de printer uit en daarna weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
58.x PRINTERFOUT
Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Zet de printer uit en daarna weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
wisselt af met
OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN 59.x PRINTERFOUT wisselt af met
OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN
Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Zet de printer uit en daarna weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
62.x PRINTERFOUT
Er is een probleem met het geheugen van de printer. De x waarde verwijst naar de plaats van het probleem: 0 = Intern geheugen 1 tot 3 = DIMM-sleuven 1, 2, of 3 Het is mogelijk dat u de aangegeven DIMM moet vervangen. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
64 PRINTERFOUT
Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Zet de printer uit en dan weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
66.xy.zz STORING INVOERAPPARAAT
Een fout is opgetreden in een extern papierverwerkingsapparaat. Schakel de printer uit en dan weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
wisselt af met
CONTRL KABELS OPNIEUW INSCHAK.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
113
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
66.00.xx VERWERKINGSFOUT
Er heeft zich een fout voorgedaan in een extern apparaat voor papierverwerking. Zet de printer uit. Maak alle kabels naar alle externe papierverwerkingsapparaten los en sluit ze weer aan. Zet de printer weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, moet u contact opnemen met de HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
wisselt af met
CONTRL. KABELS OPNIEUW INSCHAK.
68 NVRAM-FOUT CONTROL. INSTELLN
Een fout is opgetreden in het niet-vluchtige geheugen van de printer (NVRAM) en één of meer printerinstellingen is/zijn teruggezet op de standaard fabrieksinstellingen. Druk een configuratiepagina af en controleer de printerinstellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn (pagina 137). Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
68 NVRAM VOL CONTROL. INSTELLN
Het niet-vluchtige geheugen van de printer (NVRAM) is vol. Sommige instellingen kunnen teruggezet zijn op de standaard fabrieksinstellingen. Druk een configuratiepagina af en controleer de printerinstellingen om te bepalen welke waarden gewijzigd zijn (pagina 137). Houd de knop [Taak annuleren] ingedrukt terwijl u de printer aanzet. Hierdoor wordt het NVRAM-geheugen leeg gemaakt door oude, niet-gebruikte gebieden te verwijderen. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
69.x PRINTERFOUT
Er heeft zich een tijdelijke afdrukfout voorgedaan. Zet de printer uit en dan weer aan. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
wisselt af met
OPNIEUW INSCHAK OM DOOR TE GAAN
114
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Printerberichten (vervolg) Bericht
Uitleg of aanbevolen handeling
79.xxxx PRINTERFOUT
De printer heeft een fout gevonden. De nummers (xxxx ) geven het specifieke type fout aan. Zet de printer uit en dan weer aan. Probeer een taak af te drukken vanuit een ander toepassingsprogramma. Als de taak afdrukt, ga dan terug naar de eerste applicatie en probeer een ander bestand af te drukken. (Als het bericht uitsluitend verschijnt met een bepaald toepassingsprogramma of afdruktaak, neem dan contact op met de softwareleverancier voor ondersteuning.) Als het bericht blijft verschijnen met andere toepassingsprogramma’s en afdruktaken, moet u de nummers die verschijnen noteren (xxxx) en dan contact opnemen met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
8x.yyyy
Er heeft zich een kritieke fout (aangegeven met yyyy) met het EIO-accessoire in sleuf x voorgedaan. Omschrijving van X 1 EIO-sleuf 1 - De printer heeft een fout met het EIO-accessoire geconstateerd. 2 EIO-sleuf 2 - De printer heeft een fout met het EIO-accessoire geconstateerd. 6 EIO-sleuf 1 - Het EIO-accessoire heeft een fout geconstateerd. Het EIO-accessoire is mogelijk defect. 7 EIO-sleuf 2 - Het EIO-accessoire heeft een fout geconstateerd. Het EIO-accessoire is mogelijk defect. Zet de printer uit en dan weer aan. Installeer het EIO-accessoire opnieuw. Als dit bericht blijft verschijnen, neem dan contact op met de HP-dealer of ondersteuningsdienst of vervang het EIO-accessoire.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
115
Foutmeldingen van de Mopy-schijf De volgende tabel is een lijst van de schijffoutnummers die u kunt tegenkomen op de Collator- of Taakopslag-schijffoutpagina die bij voorkomende fouten wordt afgedrukt. U kunt de schijf beheren met het hulpprogramma HP Bronnenbeheer (zie pagina 25). Foutmeldingen van de Mopy-schijf Foutnummer
Omschrijving
Oplossing
1
Schijfvolume niet aanwezig – is mogelijk niet geïnitialiseerd.
• Harde schijf: initialiseer de harde schijf. Als het probleem zich blijft voordoen, moet de harde schijf worden vervangen. • RAM-schijf: zet de printer uit en dan weer aan.
3
Een bestand of directory waarom werd gevraagd, is niet gevonden.
• Gegevens zijn mogelijk beschadigd; verwijder de taak waarbij deze fout optrad.
5
Ongeldig aantal bytes in een lees-/schrijfverzoek.
• Gegevens zijn mogelijk beschadigd; verwijder de taak waarbij deze fout optrad.
6
Poging om een bestand of directory te maken dat reeds bestaat.
• De gebruiker heeft een gebruikersnaam naar de schijf gestuurd die gelijk is aan een reeds bestaande directory. Wijzig de gebruikersnaam in het stuurprogramma en verstuur de taak opnieuw.
15
Schijf defect
• Harde schijf: initialiseer de harde schijf .Als het probleem zich blijft voordoen, moet de harde schijf worden vervangen.
16
Geen volumelabel
• Harde schijf: initialiseer de harde schijf. Als het probleem zich blijft voordoen, moet de harde schijf worden vervangen.
23
Foutieve zoekopdracht – de resulterende offset zou negatief zijn.
• Gegevens zijn mogelijk beschadigd; verwijder de taak waarbij deze fout optrad.
24
Onverwachte interne fout
• Gegevens zijn mogelijk beschadigd; verwijder de taak waarbij deze fout optrad. • Probleem met schijfmedium – initialiseer de harde schijf of start opnieuw op om de RAM-schijf opnieuw te initialiseren. • Als een harde schijf dit probleem blijft vertonen, moet de schijf worden vervangen.
116
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Foutmeldingen van de Mopy-schijf (vervolg) Foutnummer
Omschrijving
Oplossing
55
Defect bestandssysteem
• Gegevens zijn mogelijk beschadigd; verwijder de taak waarbij deze fout optrad. • Probleem met schijfmedium – initialiseer de harde schijf of start opnieuw op om de RAM-schijf opnieuw te initialiseren. • Als een harde schijf dit probleem blijft vertonen, moet de schijf worden vervangen.
56
Hardwaredefect
• Vervang de harde schijf.
59
Het maximumaantal directory’s is bereikt
Voor het aantal directory’s dat op een schijf kan worden geplaatst, geldt een maximum. Opgeslagen taken worden bewaard in directory’s die voor elke gebruiker worden gemaakt. Los dit probleem als volgt op: • Wis alle taken die voor een gebruiker zijn opgeslagen. De firmware verwijdert automatisch directory’s voor gebruikers die geen opgeslagen taken hebben. • Wis andere directory’s op de schijf.
70
Schijffout
• Neem contact op met uw HP-dealer of ondersteuningsdienst.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
117
Corrigeren van problemen met de uitvoerkwaliteit Gebruik de onderstaande voorbeelden om het probleem met de uitvoerkwaliteit te bepalen; raadpleeg daarna de volgende tabel om het probleem op te lossen. Let op
De onderstaande voorbeelden beschrijven A4-papier dat met de korte kant naar voren door de printer is gevoerd.
Lichte afdruk of vage afdruk
Tonervlekken (voor of achterzijde)
Weggevallen informatie
Grijze achtergrond
Tonervegen
Losse toner
Vervormde tekens
Pagina trekt scheef
Omkrullen of golven
Figuur 20
118
Lijnen
Steeds opnieuw optredende problemen
Vouwen of kreukels
Voorbeelden van problemen met de uitvoerkwaliteit
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
✓
✓
Kreukels of vouwen
✓
Omkrullen of golven
✓
Pagina trekt scheef
✓
Vervormde tekens
✓
Steeds opnieuw optredende problemen
Losse toner
✓
Tonervegen
Grijze achtergrond
Lijnen
Weggevallen informatie
Tonervlekken
Lichte of vage afdruk
✓
✓
1. Druk nog een paar pagina’s af om te zien of het probleem vanzelf wordt opgelost. 2. Reinig de binnenkant van de printer (pagina 83) of gebruik het reinigingsblad van de printer (pagina 86).
✓
3. Zorg dat EconoMode uit staat in de software en op het bedieningspaneel (pagina B-10).
✓ ✓
✓
✓
✓
✓
✓
✓
✓
✓
✓
✓
4. Herschik de stapel papier in de lade. Probeer ook het papier 180° te draaien.
✓ ✓
✓
5. Controleer het type en de kwaliteit van het papier (of van het andere afdrukmateriaal) (paginas A-2 t/m A-14).
✓
✓
6. Controleer de omgeving van de printer (pagina A-16).
✓
7. Zorg dat het papier op de juiste manier geladen is en dat de geleiders niet te strak of te losjes tegen de stapel papier liggen. (Zie de gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 34.)
✓
8. Druk af naar een andere uitvoerbak (pagina 32).
✓
✓ ✓
✓
✓
9. Stel de tonerdensiteit in (pagina B-10).
✓
✓
10. Verander de instelling van de fusermodus in Hoog (pagina B-8) of kies een ruw type papier vanuit het printerstuurprogramma (pagina 65).
✓
11. Verspreid de toner in de tonercassette opnieuw (pagina 81).
✓
✓
✓ ✓
✓
✓
✓
✓ ✓
✓
✓ ✓
✓ ✓
✓
✓ ✓
DU
Problemen oplossen: stappen (Volg de stappen in de volgorde waarin ze zijn aangegeven.)
✓
✓
✓
12. Installeer een nieuwe HP-tonercassette. (Zie de instructies bij de tonercassette.)
✓
13. Om af te wisselen tussen klein en standaard papier, stelt u vanuit het Configuratiemenu KLEIN PAPIER SNELHEID=LANGZAAM in.
✓
14. Bestel en installeer de printeronderhoudskit (pagina 11 en pagina 87).
✓
✓
✓ ✓
✓
15. ls door geen van de hierboven beschreven stappen uw problemen oplost, neem dan contact op met uw officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de HP Ondersteuningspagina’s voorin deze gebruikershandleiding.)
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
119
Bepalen van printerproblemen Problemen oplossen - stroomdiagram Als de printer niet op de juiste wijze reageert, gebruik dan het stroomdiagram om het probleem te bepalen. Als de printer niet naar de volgende stap gaat, volg dan de overeenkomstige suggesties voor het oplossen van het probleem. Als het probleem na het opvolgen van de suggesties in deze gebruikershandleiding nog niet is opgelost, neem dan contact op met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.) Let op
120
Macintoshgebruikers: zie pagina 127 voor meer informatie over het oplossen van problemen.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
1 Verschijnt op het uitleesvenster op het
JA Ga naar stap
bedieningspaneel KLAAR?
2.
NEE
Het uitleesvenster is leeg en de ventilator van de printer werkt niet.
Het uitleesvenster is leeg maar de ventilator van de printer werkt.
Druk op een willekeurige toets op het bedieningspaneel totdat de printer reageert. Zet de printer uit Sluit de printer aan op een ander en dan weer aan. Als de printer niet stopcontact. werkt, neem dan Controleer of de contact op met een officiële aan de printer HP-dealer of toegevoerde stroom constant ondersteuningsis en voldoet aan dienst. (Zie de pagina’s de printerover de HP specificaties Klantenservice (pagina A-16). en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.) Controleer de netsnoeraansluitingen en de AAN/UITschakelaar.
DU
Het uitleesvenster toont de verkeerde taal.
Zet de printer uit. Houd [Selecteren] ingedrukt terwijl u de printer inschakelt. Druk op [-Waarde+] om door de beschikbare talen te bladeren. Druk op [Selecteren] om de gewenste taal als de nieuwe standaardtaal op te slaan. Druk op [Start] om terug te schakelen naar KLAAR.
Het uitleesvenster toont onleesbare of onbekende tekens.
Controleer of op het bedieningspaneel de juiste taal is gekozen.
Een ander bericht dan KLAAR wordt op het uitleesvenster weergegeven.
Ga naar pagina 103.
Zet de printer uit en dan weer aan.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
121
2 Kunt u een configuratiepagina afdrukken? NEE
JA
Ga naar stap 3.
Druk een configuratiepagina af en controleer of de printer het papier juist invoert (pagina 137).
Er wordt geen configuratiepagina afgedrukt.
Controleer of alle laden op de juiste wijze in de printer zijn gevuld, ingesteld en geïnstalleerd. (Zie de gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 34.)
Er wordt een lege pagina afdrukt.
Een ander bericht dan KLAAR of BZG M
AFDRUKKEN CONFIGURATIE
verschijnt in het uitleesvenster.
Controleer of de beschermstrook van Ga naar de tonercassette verwijderd is. (Zie pagina 103. de Beknopte gebruikershandleiding of de instructies bij de tonercassette.)
De tonercassette kan leeg zijn. Installeer een nieuwe tonercassette. Controleer vanaf de computer de printwachtrij of de afdrukspooler om de zien of de printer gepauzeerd is. Als er problemen zijn met de huidige afdruktaak of als de printer gepauzeerd is, wordt geen configuratiepagina afgedrukt. (Druk op [Taak annuleren] en probeer Stap 2 opnieuw.)
122
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
3 Kunt u afdrukken vanuit een
JA Ga naar stap
toepassingsprogramma? NEE
4
Druk een kort document af vanuit een toepassingsprogramma. Een PS-foutpagina of lijst met commando’s wordt afgedrukt.
De taak drukt niet af.
Zie pagina 103 als de taak niet wordt afgedrukt en er een bericht wordt weergegeven. Controleer vanaf de computer of de printer het afdrukken heeft onderbroken. Als de printer op een netwerk is aangesloten, moet u controleren of naar de juiste printer wordt afgedrukt. Sluit, om te controleren of het om een netwerkprobleem gaat, de computer met een parallelle kabel rechtstreeks aan op de printer, verander de poort in LPT1 en probeer af te drukken. Controleer de interfacekabelaansluitingen. Trek de stekkers los en sluit de kabel weer aan op de computer en de printer. Test de kabel door deze op een andere computer uit te proberen (indien mogelijk). Als u een parallelle aansluiting gebruikt, zorg dan dat de kabel IEEE-1284 compatibel is. Als de printer op een netwerk is aangesloten, druk dan een configuratiepagina af (pagina 137) en controleer in de ‘Protocol Informatie’ of de naam van de server en de naam van het knooppunt overeenkomen met de namen in het printerstuurprogramma. Druk (indien mogelijk) vanaf een andere computer af, om te controleren of het niet om een computerprobleem gaat. Zorg dat de afdruktaak naar de juiste poort wordt verzonden (bijvoorbeeld LPT1 of de netwerkprinterpoort). Controleer of u het juiste printerstuurprogramma gebruikt (pagina 24). Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. (Zie de Installatiehandleiding.) Controleer of de poort goed geconfigureerd is en op de juiste wijze functioneert. Een manier om dit te controleren is door een andere printer op die poort aan te sluiten en af te drukken. Kies bij het afdrukken met het PS-stuurprogramma de instelling PS-FOUTEN AFDRUKKEN=ON vanuit het Afdrukmenu op het bedieningspaneel van de printer en druk dan de taak opnieuw af. Als er een foutpagina wordt afgedrukt, zie dan de instructies in de volgende kolom.
De printer kan een niet-standaard PS-code hebben ontvangen. Stel PERSONALITYin op PS vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer, uitsluitend voor deze afdruktaak. Zet nadat u de taak hebt afgedrukt de instelling weer terug op AUTO (pagina B-17). Zorg dat de afdruktaak een PS-taak is en dat u het PSstuurprogramma gebruikt. De printer kan een PS-code hebben ontvangen, terwijl hij ingesteld is op PCL. Stel PERSONALITYin op AUTO vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-17).
Zorg vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer dat PERSONALITY=AUTOis (pagina B-17). Het is mogelijk dat u een printerbericht mist dat u zou kunnen helpen het probleem op te lossen. Schakel vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer tijdelijk de instellingen Wisbare waarschuwingen en Automatisch doorgaan uit (pagina B-19) en druk de taak dan opnieuw af.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
123
4 Drukt de taak af volgens verwachting? (Vervolg op de volgende pagina.)
NEE
Afdruk is vervormd of er wordt slechts een deel van de pagina afgedrukt.
Het afdrukken stopt middenin de taak.
Controleer of u gebruik maakt van het juiste printerstuurprogramma (pagina 24).
[Taak annuleren] kan ingedrukt zijn.
Het gegevensbestand dat naar de printer verstuurd is kan beschadigd zijn; probeer af te drukken op een andere printer (indien mogelijk) om dit uit te proberen, of probeer een ander bestand.
Controleer of de stroomtoevoer naar de printer regelmatig is en voldoet aan de printerspecificaties (pagina A-16).
Controleer de interfacekabelaansluitingen. Test de kabel door deze uit te proberen op een andere computer (indien mogelijk).
De afdruksnelheid is langzamer dan verwacht.
Een bedieningspaneelinstelling werkt niet.
Vereenvoudig de afdruktaak.
Controleer de instellingen in het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma. (Printerstuurprogrammaen softwarecommando’s onderdrukken de bedieningspaneelinstellingen.)
Voeg meer geheugen aan de printer toe (pagina C-1). Schakel voorbladen uit. (Raadpleeg uw netwerkbeheerder.)
Vervang de printerkabel door een kabel van goede kwaliteit (pagina 10). Maak de taak minder ingewikkeld, druk af met lagere resolutie (pagina B-9), of installeer meer printergeheugen (pagina C-1). Het kan zijn dat u een printerbericht gemist heeft dat u zou kunnen helpen het probleem op te lossen. Schakel, vanuit het Configuratiemenu op het bedieningspaneel van de printer, tijdelijk de Wisbare waarschuwingen en Automatisch doorgaan instellingen uit (pagina B-19) en druk de taak dan opnieuw af.
124
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
JA
Wordt de taak volgens verwachting afgedrukt? (vervolg)
Ga naar stap 5.
NEE
De afdruktaak is niet goed geformatteerd.
Controleer of u gebruik maakt van het juiste printerstuurprogramma (pagina 24). Controleer de software-instellingen. (Zie de softwarehelp.) Probeer een ander lettertype. Gedownloade bronnen kunnen verloren gaan. U moet ze misschien opnieuw downloaden.
Pagina’s zijn niet juist ingevoerd of zijn beschadigd. Zorg dat papier juist geladen is en dat de geleiders niet te strak of te los tegen de stapel papier zitten. (Zie de gedeelten over het laden van papier die beginnen vanaf 34.)
Er zijn problemen met de afdrukkwaliteit.
Pas de afdrukresolutie aan (pagina B-9). Controleer of REt AAN is (pagina B-10).
Als u op A4 papier afdrukt, kan het gebeuren dat de geleiders in de lade van hun plaats zijn geschoven. Zorg Ga naar dat de zijgeleiders goed op hun plaats pagina 118. zitten. Zie pagina 57 als u problemen hebt met het bedrukken van speciale papierformaten. Zie pagina 118 als de pagina’s gekreukeld of verwrongen zijn of als het beeld scheef getrokken op de pagina staat.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
125
5 Selecteert de printer de juiste laden,
JA
uitvoerlocaties en papierverwerkingsaccessoires?
NEE
De printer laadt vanuit de verkeerde lade.
Zorg dat de papierladen juist zijn geconfigureerd voor het papierformaat en papiertype (pagina 65). Druk een configuratiepagina af om de huidige ladeinstellingen te controleren (pagina 137). Zorg dat de ladeselectie (of het papiertype) in het printerstuurprogramma of in het toepassingsprogramma juist is ingesteld. (De instellingen in het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de bedieningspaneelinstellingen van de printer.) Als u niet wilt afdrukken vanuit lade 1, verwijder dan al het papier uit de lade of verander de LADE 1 MODUS instelling in PAPIERLADE (pagina 63). Standaard wordt eerst afgedrukt op het papier dat geladen is in lade 1.
Een optionele accessoire werkt niet op de juiste wijze.
Druk een configuratiepagina af om te controleren of het accessoire goed geïnstalleerd is en functioneert (pagina 137).
Voor andere problemen, zie de Inhoudsopgave, de Index of de afdruksoftware-Help.
Een ander bericht dan KLAAR wordt weergegeven op het uitleesvenster.
Ga naar pagina 103.
Configureer het printerstuurprogramma voor de geïnstalleerde accessoires (zie de software-Help). Zet de printer uit en schakel de printer dan weer in. Controleer of u het juiste optionele accessoire voor de printer gebruikt. Als de optioneel verkrijgbare duplexeenheid niet dubbelzijdig af wil drukken, controleer dan of de achter recto-uitvoerbak gesloten is. Als de optioneel verkrijgbare duplexeenheid niet dubbel af wil drukken, moet u misschien meer geheugen installeren (pagina C-1).
Als u vanuit lade 1 wilt afdrukken, maar de lade niet vanuit een toepassingsprogramma kunt selecteren, zie pagina 63.
126
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Problemen oplossen - stroomdiagram voor Macintosh gebruikers JA
1 Kunt u afdrukken vanuit een
Ga naar stap 2.
toepassingsprogramma?
NEE
Druk een kort document af vanuit een toepassingsprogramma.
De Macintoshcomputer communiceert niet met de printer. Controleer of op het uitleesvenster van het bedieningspaneel van de printer KLAAR wordt aangegeven (pagina 121). Zorg dat het juiste printerstuurprogramma is gekozen in de linkerhelft van de Kiezer en dat de gewenste printernaam is geselecteerd (gemarkeerd) in de rechterhelft van de Kiezer. Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd en geconfigureerd met de PPD verschijnt er een pictogram naast de naam van de printer. Als de printer is aangesloten op een netwerk met meerdere zones, moet u zorgen dat de juiste zone is gekozen in het kader AppleTalk-zones in de Kiezer. Zorg dat de juiste printer gekozen is in de Kiezer door het afdrukken van een configuratiepagina (pagina 137). Zorg dat de naam van de printer die is weergegeven op de configuratiepagina overeenkomt met de printer in de Kiezer. Zorg dat AppleTalk actief is (selecteer dit protocol in de Kiezer of in het AppleTalk-regelpaneel, al naar gelang uw OS-versie). Zorg dat de computer en printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten. Selecteer vanuit de Bedieningspanelen in het Apple-menu het Netwerk (of het AppleTalk)- bedieningspaneel en kies dan het juiste netwerk (bijvoorbeeld LocalTalk of EtherTalk).
DU
Auto Setup heeft niet automatisch de printer geïnstalleerd.
Het printerstuurprogrammasymbool staat niet in de Kiezer.
Installeer de printer handmatig door Configureren te kiezen.
Kijk of de Apple LaserWriter 8 Kiezer-extensie voorkomt in de map Extensies.
Her-installeer de LaserWriter 8 is afdruksoftware. er alleen in het (Zie de Installatie- Engels. handleiding.) Als LaserWriter 8 Kies een andere nergens op uw PPD systeem (pagina 129). voorkomt, installeer dan de De PPD kan HP-printersofthernoemd zijn. ware opnieuw Als dat zo is, of bel de selecteer dan de HP-Klantenhernoemde PPD service. (pagina 129). Het kan zijn dat er een netwerkwachtrij bestaat.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
127
2 Wordt de taak afgedrukt zoals verwacht?
JA
NEE
De afdruktaak is niet naar de gewenste printer gestuurd.
Een andere printer met dezelfde of een soortgelijke naam kan de afdruktaak hebben ontvangen. Controleer of de printernaam overeenkomt met de naam die in de Kiezer gekozen is (pagina 129).
De afdruktaak heeft onjuiste lettertypen.
Als u een .EPS-bestand afdrukt, probeer dan vóór het afdrukken de lettertypen in de printer te downloaden die in het .EPS-bestand zitten. Gebruik het HP LaserJet Hulpprogramma (pagina 28). Als het document niet kan worden afgedrukt met New York, Geneva of Monaco lettertypen, ga dan naar het dialoogvenster Pagina-instelling en selecteer Opties om de vervangende lettertypen te uit te schakelen.
128
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
Raadpleeg voor andere problemen de inhoudsopgave, de index, de afdruksoftwareHelp of pagina 120.
De computer kan niet gebruikt worden terwijl de printer bezig is met afdrukken. Zet in de Kiezer de optie Afdr. op achtergrond aan. Statusberichten worden naar de Afdrukmonitor geleid, zodat de computer door kan gaan met werken terwijl de printer aan het afdrukken is.
DU
Een andere PPD selecteren 1 2 3
4
5 6 7
8 Let op
Open de Kiezer van het Apple-menu. Klik op het LaserWriter 8-symbool. Als u een netwerk gebruikt met meerdere zones, selecteer dan de zone in het AppleTalk-Zones kader waar de printer gelocaliseerd is. Klik op de naam van de printer die u wilt gebruiken in het Selecteer een PostScript-printer kader. (Dubbelklikken leidt onmiddellijk tot de volgende stappen.) Klik op Setup... (Als u de setup voor de eerste keer uitvoert, kan deze knop Aanmaken heten in plaats van Setup.) Klik op Selecteer PPD.... Zoek de gewenste PPD in de lijst en klik op Selecteer. Als de gewenste PPD niet op de lijst staat, kies dan één van de volgende opties: • Selecteer een PPD voor een printer met soortgelijke functies. • Selecteer een PPD uit een andere map. • Selecteer de algemene PPD door te klikken op Gebruik algemeen. De algemene PPD stelt u in staat af te drukken, maar beperkt uw toegang tot printerfuncties. Klik in het Setup kader op Selecteer en klik dan op OK om terug te gaan naar de Kiezer.
Als u handmatig een PPD selecteert, is het mogelijk dat er geen symbool verschijnt naast de gekozen printer in het Selecteer een PostScript printer kader. Klik in de Kiezer op Setup, klik op Printer Info en klik dan op Update Info om het symbool weer te geven. 9
Sluit de Kiezer.
Hernoemen van de printer Als u de naam van een printer gaat veranderen, moet u dat doen voordat u de printer in de Kiezer selecteert. Als u de printer hernoemt na de selectie in de Kiezer dan moet u teruggaan naar de Kiezer en deze opnieuw selecteren. Gebruik de Stel printernaam in functie in het HP LaserJethulpprogramma om de printer te hernoemen.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
129
Problemen met de harde schijf van de printer oplossen Problemen met de harde schijf van de printer oplossen Probleem
Verklaring
Printer herkent de harde schijf niet
Zet de printer uit en controleer of de harde schijf correct is geïnstalleerd en goed vastzit in de sleuf. Druk een configuratiepagina af om te controleren of de harde schijf herkend is.
Schijf niet geïnitialiseerd.
Initialiseer de harde schijf met het HP Bronnenbeheer voor Windows of het hulpprogramma HP LaserJet voor de Macintosh.
Schijffout.
Zet de printer uit en controleer of de EIO-schijf correct is geïnstalleerd en stevig vastzit in de sleuf. Als het bericht op het bedieningspaneel blijft verschijnen, moet de harde schijf worden vervangen.
Schijf tegen schrijven beschermd.
Als de schijf tegen schrijven is beschermd, kunnen er geen lettertypen en formulieren op worden opgeslagen. Verwijder de schrijfbescherming van de schijf met het HP Bronnenbeheer voor Windows of het hulpprogramma HP LaserJet voor de Macintosh.
U probeert een resident lettertype te gebruiken, maar de printer drukt met een ander lettertype af.
Als u PCL gebruikt, druk dan de pagina met PCL-lettertypen af en kijk of het gevraagde lettertype op de schijf aanwezig is. Gebruikt u PS, druk dan de pagina met PS-lettertypen af en kijk of het gevraagde lettertype op de schijf aanwezig is. Is dit niet geval, download het lettertype dan naar de schijf met het HP Bronnenbeheer voor Windows of het hulpprogramma HP LaserJet voor de Macintosh.
SCHIJF x NIET GEINITIALISEERD EIO x SCHIJF WERKT NIET
SCHIJF IS TEGEN SCHRIJVN BEVEIL.
130
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Problemen met PS oplossen Problemen met PS oplossen Probleem
Verklaring
In plaats van uw PS-afdruktaak wordt een tekstlijst van PS-opdrachten afgedrukt.
De instelling PERSONALITY=AUTO op het bedieningspaneel is mogelijk misleid door een afwijkende PS-code. Controleer of de instelling voor PERSONALITY is ingesteld op PS of PCL. Als de instelling PCL is, zet deze dan op PERSONALITY=AUTO. Is de instelling AUTO, kies dan alleen voor deze afdruktaak PS. Kies na het afdrukken van de taak weer AUTO als instelling.
De afdruktaak wordt afgedrukt in Courier (het standaardlettertype van de printer) in plaats van het door u gevraagde lettertype.
Het gevraagde lettertype is niet in de printer beschikbaar of niet op de schijf aanwezig. Download het lettertype met een daartoe geschikt download-programma. Lettertypen die in het geheugen worden gedownload, gaan verloren wanneer de printer wordt uitgezet. Dit gebeurt ook als bronnen niet worden opgeslagen en voor het afdrukken van een PCL-taak van personality wordt gewisseld. Voor lettertypen op de schijf hebben PCL-taken of het uitzetten van de printer geen gevolgen. Druk een pagina met PS-lettertypen af om te kijken of het lettertype wel beschikbaar is. Ontbreekt er een lettertype, dan is dit misschien met een softwareprogramma gewist, is de schijf opnieuw geïnitialiseerd of is de schijf niet goed geïnstalleerd. Druk een configuratiepagina af om te controleren of de schijf goed is geïnstalleerd en werkt. Druk een Schijfdirectory af om te zien welke lettertypen er op de schijf aanwezig zijn.
Er wordt een pagina met afgesneden marges afgedrukt.
Als de marges van de pagina worden afgesneden, kunt u de pagina het best afdrukken met een resolutie van 300 dpi of meer geheugen installeren. Een andere mogelijkheid is Opslaan van bron en I/O-buffering uit te schakelen.
Er wordt een pagina niet afgedrukt.
Gebruik de instelling PS-FOUTEN AFDRUKKEN=AAN en stuur de afdruktaak vervolgens opnieuw naar de printer om een pagina met PS-fouten af te drukken. Als u de fout hierin niet vindt, schakel dan Opslaan van bron en I/O-buffering uit of installeer meer geheugen. (Zie pagina 139 voor meer informatie over het afdrukken met PS.)
Er wordt een pagina met PS-fouten afgedrukt.
Kijk of de afdruktaak wel een PS-taak is. Misschien verwacht de software dat u een configuratie- of PS-headerbestand naar de printer stuurt. Ga dit na. Controleer in de printerinstellingen van uw toepassing of u wel de juiste printer hebt geselecteerd. Controleer of alle kabelaansluitingen goed vast zitten. Maak de grafische opmaak van de pagina minder ingewikkeld. Schakel Opslaan van bron in om meer geheugen vrij te maken.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
131
Problemen met de HP Fast InfraRed Receiver oplossen Problemen met de HP Fast InfraRed Receiver oplossen Probleem
Verklaring
Het statuslampje van de FIR-poort gaat niet aan.
Zorg dat de printer in de modus KLAAR staat en ga na of de FIR-poort van waaraf u afdrukt IRDA-compatibel is en zich binnen het aangegeven werkbereik bevindt (zie de Gebruikershandleiding voor de HP Fast InfraRed Receiver). Controleer of de HP Fast InfraRed Receiver goed op de printer is aangesloten. Druk de configuratiepagina van de printer af (zie pagina 137). Kijk of u onder de kop Geïnstalleerde personality’s en opties ‘FIR POD (IRDA Compatibel)’ kunt vinden.
Er komt geen verbinding tot stand of het verzenden duurt abnormaal lang.
Gebruik een apparaat dat IRDA-compatibel is; kijk of u een IRDA-symbool op het apparaat kunt vinden of zoek in de gebruikershandleiding bij uw computer naar de IRDA-specificaties. Ga na of er in uw besturingssysteem een FIR-stuurprogramma is geïnstalleerd en of uw toepassing gebruik maakt van een stuurprogramma voor de HP LaserJet 4050, 4050 N, 4050 T, 4050 TN of een daarmee compatibele stuurprogramma. (Houd er ook rekening mee dat het afdrukken van een ingewikkelde pagina langer duurt.) Zorg dat de HP Fast InfraRed Receiver zich binnen het in de gebruikershandleiding aanbevolen werkbereik van de FIR-zender bevindt en dat de verbinding niet door een of ander voorwerp (een hand, vel papier, boek, of zelfs een directe lichtbron) wordt onderbroken. Zorg dat de beide IR-poorten goed schoon zijn (d.w.z., vrij van stof of vettige aanslag). Fel licht (van de zon, een gloeilamp, een fluorescerende lichtbron, of licht van een infrarood-afstandsbediening voor TV of videorecorder) dat op de IR-poort valt, kan de verbinding storen. Zorg dat er geen fel licht direct op de IR-poort kan vallen. Stel de draagbare computer dichter bij de FIR-poort van de printer op.
De printer drukt slechts een deel van een pagina of document af.
De verbinding is tijdens het verzenden van gegevens naar de printer verbroken. Als u de draagbare computer tijdens de transmissie verplaatst, is het mogelijk dat de verbinding wordt verbroken. Apparatuur die aan de IRDA-normen voldoet, moet een tijdelijk onderbroken verbinding kunnen herstellen. U hebt tot 40 seconden de tijd om de verbinding te hervatten (afhankelijk van het draagbare apparaat dat u gebruikt).
132
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Problemen met de HP Fast InfraRed Receiver oplossen (vervolg) Probleem
Verklaring
Het versturen van de afdruktaak is goed gegaan, maar toch drukt de printer niets af.
Als de verbinding is verbroken voordat de volledige afdruktaak naar de printer is gezonden (het afdrukken is dan nog niet begonnen), zal de printer waarschijnlijk niets afdrukken. Druk op de toets [Taak annuleren] om het geheugen van de printer te wissen. Plaats vervolgens het draagbare apparaat binnen het werkbereik van de IR-ontvanger binnen het werkbereik van de FIR-ontvanger (zie de Gebruikershandleiding voor de HP Fast InfraRed Receiver) en druk de taak opnieuw af.
Het statuslampje op de IR-poort dooft tijdens het verzenden.
Waarschijnlijk is de verbinding verbroken. Druk op de toets [Taak annuleren] om het geheugen van de printer te wissen. Plaats vervolgens het draagbare apparaat binnen het in de gebruikershandleiding voor de HP Fast InfraRed Receiver aanbevolen werkbereik van de IR-ontvanger en druk de taak opnieuw af.
Een afdruktaak wordt niet afgedrukt.
Controleer de configuratie op het tabblad PostScript van Windows: zorg dat Protocol is ingesteld op AppleTalk, en dat Binaire gegevens niet is geselecteerd.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
133
Communiceren met een optionele HP JetDirect-printserver Als de printer is uitgerust met de als optie verkrijgbare HP JetDirect-printserver en u krijgt via het netwerk geen contact met de printer, ga dan na of de printserver wel goed werkt. Controleer de configuratiepagina van HP JetDirect. (Op pagina 137 leest u hoe u een configuratiepagina afdrukt.) Als de configuratiepagina niet het bericht ‘I/O-KAART GEREED’ bevat, raadpleeg dan het hoofdstuk over het oplossen van problemen in de HP JetDirect-printserver Software-installatiehandleiding.
HP JetDirect 10/100TX-printserver Als de printer is voorzien van een optionele HP JetDirect 10/100TX-printserver, kijk dan of de printserver verbinding met het netwerk heeft kunnen maken: Controleer beide lampjes voor de verbindingssnelheid (10 of 100). Als geen van beide lampjes brandt, is er geen verbinding met het netwerk. Kijk op de configuratiepagina van de HP JetDirect. Als deze het bericht ‘GEEN DRAAGGOLF’ bevat, heeft de printserver geen verbinding met het netwerk kunnen maken.
134
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Als de printserver geen verbinding tot stand heeft kunnen brengen, controleer dan of alle kabels goed zijn aangesloten. Zijn alle kabels goed aangesloten en krijgt de printserver nog steeds geen verbinding, voer dan de onderstaande stappen uit om de printer opnieuw te configureren. 1 2
3 4
5
DU
Zet de printer uit en verwijder de HP JetDirect 10/100TXprintserver. Configureer de printserver met behulp van de jumpers P1, P2 en P3 op een verbindingssnelheid van 10 of 100 Mbps (megabits per seconde) en duplex of halfduplex. Gebruik hiervoor de onderstaande tabel: Werking printserver
Jumper P1
Jumper P2
Jumper P3
Auto-onderhandeling
AUTO
—
—
100 halfduplex
(geen AUTO)
100
H
100 duplex
(geen AUTO)
100
(geen H)
10 halfduplex
(geen AUTO)
(geen 100)
H
10 duplex
(geen AUTO)
(geen 100)
(geen H)
Installeer de printserver opnieuw. Controleer of de configuratie van het verbindende netwerkapparaat (zoals een 10/100TX-netwerkswitch) overeenkomt met die van printserver. Als bijvoorbeeld de printserver werkt met 100TX duplex moet ook de poort op het netwerk zijn ingesteld op 100TX duplex. Zet de printer uit en weer aan en kijk of de printserver nu wel werkt. Maakt de printserver nog steeds geen verbinding, neem dan contact op met uw HP-dealer of servicevertegenwoordiger.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
135
Controle van de printerconfiguratie Vanaf het bedieningspaneel van de printer kunt u pagina’s afdrukken die informatie geven over de printer en zijn huidige configuratie. De volgende informatiepagina’s worden hier beschreven:
• • •
Menustructuur Configuratiepagina PCL- of PS-lettertypenlijst
Zie voor een complete lijst met de informatiepagina’s van de printer het Informatiemenu op het bedieningspaneel van de printer (pagina B-4).
Menustructuur Druk een bedieningspaneelmenustructuur af om de huidige instellingen voor de menu’s en opties die op het bedieningspaneel beschikbaar zijn te zien: 1 2 3
Druk op [Menu] tot INFORMATIEMENU verschijnt. Druk op [Optie] tot MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN verschijnt. Druk op [Selecteren] om de menustructuur af te drukken.
U kunt de menustructuur bij de printer bewaren voor referentie. De inhoud van de menustructuur varieert, afhankelijk van de opties die in de printer geïnstalleerd zijn. (Veel van deze waarden kunnen worden onderdrukt door het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma.) Zie pagina B-1 voor een complete lijst met bedieningspaneelopties en mogelijke waarden. Zie pagina 15 voor het veranderen van een bedieningspaneelinstelling.
136
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
Configuratiepagina Gebruik de configuratiepagina om uw huidige printerinstellingen te bekijken, voor hulp bij het oplossen van printerproblemen of voor het controleren van de installatie of optionele accessoires, zoals geheugen (DIMM’s), papierladen en printertalen. Let op
Als een HP JetDirect afdrukserverkaart is geïnstalleerd (HP LaserJet 4050 N/4050 TN printers), wordt ook een HP JetDirect configuratiepagina afgedrukt. Een configuratiepagina afdrukken: 1 2 3
Druk op [Menu] tot INFORMATIEMENU verschijnt. Druk op [Optie] tot CONFIGURATIE AFDRUKKEN verschijnt. Druk op [Selecteren] om de configuratiepagina af te drukken.
Figuur 21 is een voorbeeldconfiguratiepagina. De getallen op de voorbeeldafdruk komen overeen met de getallen in de tabel. De inhoud van de configuratiepagina varieert, afhankelijk van de opties die in de printer geïnstalleerd zijn.
DU
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
137
Figuur 21
Voorbeeld configuratiepagina
1 Printerinformatie
Geeft het serienummer, de HP JetSend IP-adressen, het aantal afgedrukte pagina’s en andere informatie over de printer.
2 Logbestand
Geeft een overzicht van het aantal binnengekomen meldingen in het logbestand, het maximum aantal zichtbare meldingen en de laatste drie meldingen.
3 Geïnstalleerde Personality’s en opties
Geeft een overzicht van alle printertalen die geïnstalleerd zijn (zoals PCL en PS) en geeft de opties die geïnstalleerd zijn in alle DIMM- en EIO-sleuven.
4 Geheugen
Geeft een overzicht van printergeheugen, PCL Driver Work Space (DWS) en I/O-buffering en bronopslaginformatie.
5 Beveiliging
Geeft een overzicht van de status van de vergrendeling van het bedieningspaneel, het wachtwoord en het schijfstation.
6 Papierladen en opties
Geeft een overzicht van de formaatinstellingen voor alle laden en optionele accessoires die geïnstalleerd zijn.
7 HP TonerGauge
Laat zien hoeveel toner er nog in de tonercassette zit.
138
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
PCL of PSLettertypen-overzicht Gebruik de lettertypenoverzichten om te bekijken welke lettertypen in de printer geïnstalleerd zijn. (De lettertypenoverzichten geven ook de lettertypen die op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.)
Afdrukken van een PCL of PS lettertypen-overzicht: 1 2 3
Druk op [Menu] tot INFORMATIEMENU verschijnt Druk op [Optie] tot PCL LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN of PS LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN verschijnt. Druk op [Selecteren] om het lettertypenoverzicht af te drukken.
Het PS lettertypenoverzicht toont de geïnstalleerde PS lettertypen en geeft een voorbeeld van die lettertypen. Hieronder wordt een beschrijving gegeven van de informatie in het PCL lettertypenoverzicht:
• • • Let op
Zie pagina D-5 voor stap-voor-stap instructies voor het gebruik van de printercommando’s en voor het selecteren van een lettertype met DOS applicaties.
•
•
DU
Lettertype geeft de namen van de lettertypen en voorbeelden. Tekens/inch / Punt geeft het aantal tekens per inch of de puntgrootte van of de grootte van het lettertype. Escape-reeks (een PCL 5e-programmeeropdracht) wordt gebruikt voor het selecteren van het aangegeven lettertype. (Zie de legenda onderaan het lettertypenoverzicht.)
Lettertype # is het nummer dat gebruikt wordt voor het selecteren van lettertypen vanaf het bedieningspaneel van de printer (niet het toepassingsprogramma). Verwar het lettertypenummer niet met de lettertype-ID(entificatie), die hieronder beschreven wordt. Het nummer geeft de DIMM-sleuf aan waar het lettertype is opgeslagen. • SOFT: Gedownloade lettertypen die resident zijn in de printer tot andere lettertypen zijn gedownload om ze te vervangen of tot de printer wordt uitgezet. • INTERN: Lettertypen die permanent in de printer geladen zijn. Lettertype-ID is het nummer dat u toewijst aan de soft-lettertypen als u ze downloadt via de software.
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
139
140
Hoofdstuk 4: Problemen oplossen
DU
5 Service en ondersteuning Garantie-informatie Zie pagina 143 voor garantie-informatie. U kunt de garantievoorwaarden voor uw printer ook vinden op het World Wide Web. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice- en ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
Service tijdens en na de garantieperiode
•
• •
Als de printerapparatuur tijdens de garantieperiode defect raakt, dient u contact op te nemen met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. Zie hiervoor het gedeelte HP Klantenservice en -ondersteuning aan het begin van deze gebruikershandleiding. Als de printerapparatuur na de garantieperiode defect raakt, en u een HP-onderhoudscontract of HP-ondersteuningspakket hebt, dient u een verzoek om service in te dienen zoals in het contract is gespecificeerd. Indien u geen HP-onderhoudscontract of HP-ondersteuningspakket hebt, dient u contact op te nemen met een officiële HP-dealer of ondersteuningsdienst. (Zie hiervoor het gedeelte HP Klantenservice en -ondersteuning aan het begin van deze gebruikershandleiding.)
Als u materiaal verzendt om het te laten repareren, dient u de richtlijnen voor het opnieuw inpakken op de volgende pagina te volgen. Let op
DU
Zie de pagina’s voor in deze gebruikershandleiding voor beschikbare diensten van HP Klantenservice en -ondersteuning.
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
141
Richtlijnen voor het opnieuw inpakken van de printer • • • Voorzichtig
Om beschadiging van de tonercassette te voorkomen, dient u deze in de originele verpakking te bewaren, of te vermijden dat de cassette aan licht wordt blootgesteld.
•
• • •
142
Verwijder en bewaar eventueel in de printer geïnstalleerde DIMM’s (dual in-line geheugenmodules) (pagina C-3). Verwijder en bewaar eventueel in de printer geïnstalleerde optionele accessoires (zoals de duplexer of de harde schijf). Verwijder en bewaar de tonercassette.
Gebruik zo mogelijk het oorspronkelijke verpakkingsmateriaal. (Schade tijdens het vervoer als gevolg van onjuiste verpakking komt voor verantwoording van de klant.) Als u het verpakkingsmateriaal van de printer al hebt weggegooid, kunt u contact opnemen met een plaatselijke verzenddienst voor informatie over het opnieuw inpakken van de printer. Sluit indien mogelijk afdrukvoorbeelden bij, en 50-100 vel papier of ander afdrukmateriaal waarop niet goed wordt afgedrukt. Sluit het ingevulde Service-informatieformulier (pagina 146) bij. HP acht het raadzaam de apparatuur tijdens de verzending te laten verzekeren.
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Hewlett-Packard beperkte garantieverklaring HP-PRODUCT
GARANTIETERMIJN
HP LaserJet 4050, 4050 N, 4050 T, 4050 TN
1 jaar, retourneren aan HP of een erkende dealer
1. HP garandeert u, de eindgebruiker en klant, dat de apparatuur, toebehoren en verbruiksartikelen vanaf de datum van aankoop voor de duur van bovengenoemde garantieperiode vrij zullen zijn van materiaal van materiaal- en constructiefouten. Indien HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gesteld van dergelijke fouten, zal HP producten die defect blijken te zijn naar eigen goeddunken repareren of vervangen. Vervangende producten kunnen geheel nieuw of zo goed als nieuw zijn. 2. HP garandeert dat de software van HP software van HP tijdens de hierboven aangegeven periode, mits op de juiste wijze geïnstalleerd en gebruikt, geen defecten zal vertonen bij het uitvoeren van de programmeringsinstructies als gevolg van fouten in materiaal en arbeid. Indien HP tijdens de garantieperiode op de hoogte wordt gesteld van dergelijke fouten, zal HP de software die de programmeringsinstructies niet uitvoert als gevolg van dergelijke defecten, vervangen. 3. HP garandeert niet dat HP-producten zonder onderbreking of zonder fouten zullen werken. Mocht HP niet in staat zijn binnen redelijke termijn een product te repareren of te vervangen en terug te brengen in de gegarandeerde staat, dan hebt u recht op terugbetaling van de aanschafprijs nadat het product onmiddellijk is geretourneerd. 4. HP-producten kunnen gereviseerde onderdelen bevatten met gelijkwaardige prestaties als nieuwe onderdelen of onderdelen die incidenteel gebruikt kunnen zijn. 5. De garantie heeft geen betrekking op defecten die het gevolg zijn van a) onjuiste of onvoldoende onderhoud of ijking, b) niet door HP geleverde software, interfacing, onderdelen of toebehoren, c) onbevoegde wijziging of verkeerd gebruik, d) gebruik dat buiten de gepubliceerde omgevingsspecificaties van het product valt, of e) onjuiste voorbereiding en onderhoud van de locatie van het product. 6. VOORZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING ZIJN BOVENSTAANDE GARANTIES EXCLUSIEF EN VERSTREKT HP GEEN ENKELE ANDERE GARANTIE, SCHRIFTELIJK OF MONDELING, UITDRUKKELIJK OF STILZWIJGEND. HP BIEDT MET NAME GEEN IMPLICIETE GARANTIES VOOR VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR ENIG DOEL. Sommige landen, staten of provincies staan geen beperking van de duur van een impliciete garantie toe, zodat bovenstaande beperking of uitsluiting mogelijk niet voor u van toepassing is. Deze garantieverklaring verleent u specifieke rechten; u hebt mogelijk nog andere rechten die per land kunnen verschillen.
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
143
7. VOORZOVER TOEGESTAAN DOOR DE PLAATSELIJKE WETGEVING, IS HET VERHAAL IN DEZE GARANTIEVERKLARING UW ENIGE EN UITSLUITENDE VERHAAL. BEHALVE ZOALS HIERBOVEN VERMELD, IS HP HIERBOVEN VERMELD, ZIJN HP OF HAAR LEVERANCIERS IN GEEN GEVAL VERANTWOORDELIJK VOOR DIRECTE, SPECIALE OF BIJKOMENDE GEVOLGSCHADE (MET INBEGRIP VAN WINSTDERVING OF VERLIES VAN GEGEVENS) OF ANDERE SCHADE, TENGEVOLGE VAN CONTRACTUELE BEPALINGEN, ONRECHTMATIGE DAAD OF ANDERSZINS. In sommige landen, deelstaten of provincies is de uitsluiting of beperking van incidentele schade of gevolgschade niet toegestaan. Het is dus mogelijk dat de bovenstaande beperking of uitsluiting niet op u van toepassing is. DE VOORWAARDEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING KUNNEN GEEN AFBREUK DOEN AAN DE WETTELIJK VASTGELEGDE RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN VOOR DE VERKOOP VAN DIT PRODUCT AAN U OF DEZE RECHTEN WIJZIGEN OF BEPERKEN, MET UITZONDERING VAN ALLE WETTELIJK TOEGESTANE GEVALLEN.
144
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Beperkte garantie voor de gebruiksduur van de tonercassette Let op
Onderstaande garantie is van toepassing op de tonercassette die bij deze printer werd geleverd. Deze garantie vervangt alle voorgaande garanties (19/7/96). De tonercassettes van HP zijn gegarandeerd vrij van materiaal- en constructiefouten tot de HP-toner op is. De garantie dekt alle defecten of storingen van een nieuwe Hewlett-Packard tonercassette.
Hoe lang wordt de cassette door de garantie gedekt?
De cassette wordt door de garantie gedekt tot de HP-toner op is; dan is de garantie vervallen.
Hoe weet ik wanneer de HP-toner op raakt?
Het bericht TONER BIJNA OP op het venster van het bedieningspaneel geeft de eerste aanwijzing dat de toner bijna op is. (Na de volgende 100 tot 300 vellen papier is de toner waarschijnlijk op.)
Wat doet HP?
HP zal, naar goeddunken van HP, producten die defect blijken te zijn vervangen of de aanschafprijs vergoeden. Zend zo mogelijk een voorbeeld van een afdruk mee om aan te geven wat de defecte cassette afdrukt.
Wat wordt niet door deze garantie gedekt?
De garantie dekt geen cassettes die zijn bijgevuld, leeggemaakt, verkeerd gebruikt, of defect zijn geraakt door een ondeskundige technische ingreep.
Hou retourneer ik de defecte Wanneer een cassette defect blijkt te zijn, moet u het serviceinformatieformulier (pagina 146) invullen en daar een cassette? afdrukvoorbeeld aan toevoegen waar het defect uit blijkt. Retourneer het formulier en de cassette naar het verkooppunt, waar de cassette zal worden vervangen. Zijn landelijke, provinciale of Deze beperkte garantie geeft u specifieke wettelijke rechten, gemeentelijke voorschriften maar u kunt ook andere rechten hebben, die per gemeente, provincie of land kunnen verschillen. Deze beperkte garantie is van toepassing? de enige garantie op de tonercassette van HP en vervangt alle eventuele andere garanties met betrekking tot dit product.
IN GEEN GEVAL IS HEWLETT-PACKARD COMPANY AANSPRAKELIJK VOOR INCIDENTELE, BIJKOMENDE, SPECIALE, INDIRECTE OF GEVOLGSCHADE, SCHADEVERGOEDING DIE ALS STRAF BEDOELD IS VOOR DE GEDAAGDE PARTIJ OF WINSTDERVING WEGENS INBREUK OP DEZE GARANTIE OF ANDERSZINS.
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
145
Service-informatieformulier WIE STUURT HET PRODUCT TERUG?
Datum:
Contactpersoon:
Telefoon: (
)
Alternatieve contactpersoon:
Telefoon: (
)
Adres afzender:
Speciale verzendinstructies:
WAT WORDT ER VERZONDEN? Modelnaam:
Modelnummer:
Serienummer:
U wordt verzocht relevante afdrukken met het geretourneerde product mee te sturen. Stuur GEEN accessoires mee die niet nodig zijn voor de reparatie (handleidingen, reinigingsmiddelen enz.).
WAT MOET ER WORDEN GEDAAN? (Geef zo nodig uitleg op een apart blad.) 1. Beschrijf de omstandigheden van de storing. (Waaruit bestond de storing? Wat deed u toen de storing optrad? Welke software gebruikte u? Kan de storing worden herhaald?) 2. Hoeveel tijd verloopt er tussen de storingen als de storing af en toe optreedt? 3. Is het product op één van de volgende apparaten aangesloten? (Fabrieks- en modelnummer opgeven.) Personal computer:
Modem:
Netwerk:
4. Verdere informatie: HOE WILT U VOOR DE REPARATIE BETALEN?
❏ Onder garantie
Aanschaf/ontvangstdatum: ______________________ (Aankoopbon of ontvangstbewijs met originele ontvangstdatum insluiten.)
❏ Nummer onderhoudsovereenkomst: ______________________ ❏ Koopordernummer: ______________________ Met uitzondering van service onder contract en garantie moet een verzoek om service vergezeld zijn van een koopordernummer en/of de handtekening van een bevoegde persoon/functionaris. Als standaard reparatiekosten niet van toepassing zijn, is een minimale kooporder vereist. Informatie over standaard reparatiekosten zijn verkrijgbaar bij een officieel HP-reparatiecentrum. Handtekening bevoegde persoon/functionaris: ______________________________ Factuuradres:
146
Telefoon: ________________
Speciale factureringsinstructies:
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Voorwaarden van de HP gebruiksrechtovereenkomst ATTENTIE: HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE IS ONDERHEVIG AAN DE HIERONDER UITEENGEZETTE VOORWAARDEN VAN DE HP GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST. UIT HET GEBRUIK VAN DE SOFTWARE BLIJKT UW AANVAARDING VAN DE VOORWAARDEN VAN DEZE GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST. INDIEN U DE VOORWAARDEN VAN DEZE GEBRUIKSRECHTOVEREENKOMST NIET AANVAARDT, EN DE SOFTWARE MET EEN ANDER PRODUCT IS GECOMBINEERD, KUNT U HET GEHELE ONGEBRUIKTE PRODUCT RETOURNEREN EN ONTVANGT U VOLLEDIGE TERUGBETALING. Gebruik van de ingesloten Software door u is onderworpen aan de volgende licentievoorwaarden, tenzij u een afzonderlijke, getekende overeenkomst met HP hebt aangegaan. Licentieverlening HP verstrekt u een licentie voor het gebruik van één kopie van de Software. ‘Gebruik’ betekent opslaan, laden, installeren, uitvoeren of weergeven van de Software. U mag de Software niet wijzigen of enige licentie- of besturingsfuncties van de Software onbruikbaar maken. Indien de Gebruiksrechtovereenkomst voor ‘gelijktijdig gebruik’ is, mag u niet meer dan het maximale aantal bevoegde gebruikers toestaan de Software gelijktijdig te gebruiken. Eigendom Het eigendom en het copyright van de Software berust bij HP of haar leveranciers (derden). Uw licentie geeft u geen eigendomsrecht op of eigendom van de Software en is geen verkoop van enige rechten op de Software. De leveranciers van HP (derden) kunnen hun rechten beschermen in geval van schending van deze gebruiksrechtovereenkomst. Kopieën en aanpassingen U mag alleen kopieën of aanpassingen van de Software maken voor administratieve doeleinden of wanneer kopiëren of aanpassing een essentiële stap in het bevoegde gebruik van de Software is. U dient alle copyright-kennisgevingen op de oorspronkelijke Software op alle kopieën of aanpassingen weer te geven. U mag de Software niet op een openbaar netwerk kopiëren. Desassemblering of ontsleutelen niet toegestaan U mag de Software niet desassembleren of decompileren, tenzij voorafgaande schriftelijke toestemming van HP is verkregen. Het is mogelijk dat in bepaalde rechtsgebieden de toestemming van HP niet nodig is voor beperkte desassemblering of decompilatie. Op verzoek zult u HP redelijk gedetailleerde informatie verstrekken met betrekking tot eventuele desassemblering of decompilatie. U mag de Software niet ontsleutelen, tenzij het ontsleutelen een noodzakelijk onderdeel van het gebruik van de Software is.
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
147
Overdracht Uw licentie wordt automatisch beëindigd bij eventuele overdracht van de Software. Bij overdracht dient u de Software, inclusief eventuele kopieën en bijbehorende documentatie, aan de cessionaris te leveren. De cessionaris moet deze gebruiksrechtovereenkomst aanvaarden als voorwaarde voor de overdracht. Beëindiging HP mag uw licentie na kennisgeving beëindigen wegens nalatigheid in het voldoen aan één van deze Licentievoorwaarden. Bij beëindiging dient u de Software, tezamen met alle kopieën, aanpassingen en samengevoegde gedeelten in welke vorm dan ook, onmiddellijk te vernietigen. Exportvereisten U mag de Software of een kopie of adaptatie daarvan niet exporteren of opnieuw exporteren in strijd met toepasselijke wetten of voorschriften. Beperkte rechten van de overheid van de V.S. De Software en eventuele bijgeleverde documentatie zijn volledig op particuliere kosten ontwikkeld. Zij worden geleverd en er worden licenties voor verschaft als ‘commerciële computersoftware’ zoals gedefinieerd in DFARS 252.227-7013 (okt. 1988), DFARS 252.211-7015 (mei 1991) of DFARS 252.227-7014 (jun. 1995), als een ‘commercieel artikel’ zoals gedefinieerd in FAR 2.101 (a), of als ‘Beperkte computersoftware’ zoals gedefinieerd in FAR 52.227-19 (jun. 1987) (of eventuele gelijkwaardige overheidsvoorschriften of contractclausules), wat van toepassing is. U hebt alleen die rechten die voor zulke Software en eventuele bijgeleverde documentatie worden verschaft door de toepasselijke clausule in FAR of DFARS of de standaard softwareovereenkomst van HP voor het betreffende product
148
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Wereldwijde verkoop- en servicekantoren Let op
Voordat u contact opneemt met een verkoop- of servicekantoor van HP, dient u zich telefonisch in verbinding in verbinding te stellen met het toepasselijke HP Klantenservice en -ondersteuningscentrum dat u voor in deze gebruikershandleiding vindt. Stuur geen producten naar deze centra. Ook informatie over het retourneren van producten is te verkrijgen bij het desbetreffende HP Klantenservice-centrum onder ‘HP Klantenservice en -ondersteuning’ op pagina viii.
Europa
Duitsland Bad Homburg
Albanië Gener-Al sh.p.k. Hewlett-Packard Distributor Tirana Trade Centre Rr. ‘Durresit’ Tirana Telefoon: +355-42-23519 Fax: +355-42-27966
België Hewlett-Packard Belgium S.A./N.V. Boulevard de la Woluwe 100-102 B 1200 Brussels Telefoon: (32/2) 778-34-17 Fax: (32/2) 778-34-14
Bulgarije S&T Bulgaria Ltd. Hewlett-Packard Distributor 2, ‘Iatashka’ St. Sofia 1618 Telefoon: +359-2-955 9573 Fax: +359-2-955 9290
Cyprus Waargenomen door G-Systems, Griekenland
Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Hewlett-Packard Straße 1 61352 Bad Homburg Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Berlin Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Lützowplatz 15 10785 Berlin Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Böblingen Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Postfach 14 30 71004 Böblingen Telefoon: 0180/524-63 30 Fax: 0180/524-63 31
Hamburg Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Überseering 16 22297 Hamburg Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Hannover
Denemarken Hewlett-Packard A/S Kongevejen 25 DK-3460 Birkerød Telefoon: (45) 45 99-10-00 Fax: (45) 45-82-06-30 E-mail: [email protected]
DU
Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Baumschulenallee 20-22 30625 Hannover Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
149
Leipzig
Frankrijk
Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Wehlitzer Strasse 2 04435 Schkeuditz Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Hewlett-Packard France Test et Mesure Z.A. de Courtaboeuf 1 Avenue du Canada 91947 Les Ulis Telefoon: 01 69 29 41 14 Fax: 01 69 29 65 09
München Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Eschenstraße 5 82024 Taufkirchen Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Nürenberg Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Emmericher Straße 13 90411 Nürenberg Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Ratingen Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Pempelfurt Straße 1 40882 Ratingen Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Waldbronn (Karlsruhe) Hewlett-Packard GmbH Elektronische Meßtechnik Hewlett-Packard-Str. 8 76337 Waldbronn Telefoon: 0180/524-6330 Fax: 0180/524-6331
Griekenland G-Systems Hewlett-Packard Distributor 76, Ymittou Street 11634 Athens Telefoon: (30/1) 7264045 Fax: (30/1) 7264020
Hongarije Hewlett-Packard Magyarorszag KFT. Erzsébet királyne útja 1/c 1146 Budapest Telefoon: (36) 1 4618110 Fax: (36) 1 4618222
Ierland Hewlett-Packard Ireland Limited Hewlett-Packard House Stradbrook Road Blackrock, Co. Dublin Ireland Telefoon: 01 615 8222 Fax: 01 284 5134
Italië
Finland
Napoli
Hewlett-Packard Oy Werkadres: Piispankalliontie 17 02200 ESPOO Finland Postbus: P.O. Box 68 02201 ESPOO Telefoon: 358-9-8872 2100 Fax: 358-9-8872 2923 E-mail: [email protected]
Hewlett-Packard Italiana S.p.A. Via Emanuele Gianturco, 92/G 80146 Napoli (Na) Telefoon: (39/81) 0-73-40-100 Fax: (39/81) 0-73-40-216
150
Rome Hewlett-Packard Italiana S.p.A. Viale del Tintoretto, 200 00142 Rome Telefoon: (39/6) 54-831 Fax: (39/6) 54-01-661
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Torino
Oezbekistan
Hewlett-Packard Italiana S.p.A. Via Praglia 15 10044 Pianezza (To) Telefoon: (39/11) - 9685.1 Fax: (30/11) - 968.5899 Hewlett-Packard Italiana S.p.A. Informatie over producten of diensten: 02 92 122 241 Hewlett-Packard Italiana S.p.A. Via G. di Vittorio 9 20063 Cernudsco s/N
ABM Worldwide Technologies 15, Movaraunnakhr Street Tashkent 700060 Telefoon: 7-3712-1333689 Fax: 7-3712-406485
Joegoslavië IBIS Instruments Pariske Komune 22 11070 N. Beograd Telefoon: 381-11-609650 Fax: 381-11-699627
Kroatië Hermes-Plus Hewlett-Packard Distributor Slandrove 2 SE 1231 Crnuce Telefoon: 38-512 331061 Fax: 38-512 331930
Nederland Hewlett-Packard Nederland B.V. Postbus 667 1180 AR Amstelveen Nederland Telefoon: (31/20) 547-6669 Fax: (31/20) 547-7765
Noorwegen Hewlett-Packard Norge AS Drammensveien 169 Postboks 60 Skøyen N-0212 OSLO Telefoon: +47 22 73 57 59 Fax: +47 22 73 56 19 E-mail: [email protected]
Oostenrijk Wenen Hewlett-Packard Ges.m.b.H Elektronische Meßtechnik Lieblgasse1 1222 Wien Telefoon: 01/25000-7006 Fax: 01/25000-6558
Polen Hewlett-Packard Polska Ochota Park Office Aleje Jerozolimskie 181 02-222 Warszawa Telefoon: +48 (22) 6087700 Fax: +48 (022) 6087600
Portugal Hewlett-Packard Portugal S.A. Av. Marginal, Ed. Parque Oceano Piso 5°-G-St° Amaro de Oeiras 2780 Oeiras Telefoon: (353/1) 482 8500 Fax: (353/1) 441-7071
Roemenië S&T Romania SRL Hewlett-Packard Distributor Centrul Sitraco-Plata Unirii Bd. Dimitries Cantemir 1 Etaj II-210 Sector 4 Telefoon: +40 1 250 6175
Bucuresti Telefoon: (40/1) 3307320 Extra telefoonnummer(s): (40/1) 3307217, (40/1) 3307218 Fax: (40/1) 3307310 Service-hotline: (40/1) 3307300
Oekraïne S&T Ukraine Ltd. 50, Popudrenko Street 243660 Kiev Telefoon: 380-44-559 4763 Fax: 380-44-559 5033
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
151
Russische Federatie
Vizcaya
Hewlett-Packard Company Representative Office Kosmodamianskaya naberezhnaya 52, Bldg. 1 113054 Moscow Telefoon: +7 (095) 9169811 Fax: +7 (095) 916848 Slowakije (Slowaakse Republiek)
Avda de Sugaazarte Hewlett-Packard Española, S.A. Avda de Zugazarte, 8 Edif El Abra, 4 48930 Las Arenas, Guecho Telefoon: 34-94-481 80 00 Fax: 34-94-481 80 40
Slovenië
Tsjechische Republiek
Hermes-Plus Hewlett-Packard Distributor Slandraa 2 1231 Ljubljana-Crnuce Telefoon: (386) 61-1895 200 Fax: (386) 61 1895 201
Hewlett-Packard Ceskoslovenski sro Novodvorska 82 14200 Praha 414 Telefoon: +420-2-613-07310 Fax: +420-2-474 3293
Slowakije
Turkije
Hewlett-Packard Distributor Polianky 5 SK 844 J4 Bratislava Telefoon: (+4217) 82 20 26 or 82 20 98 Fax: (421) 7 763408
Ankara
Spanje Barcelona Hewlett-Packard Española, S.A. Avda. Diagonal, 605 08028 Barcelona Telefoon: 34 93 401 91 00 Fax: 34 93 430 84 68
Madrid Hewlett-Packard Española, S.A. Crta N-VI km 16,500 28230 Las Rozas, Madrid Telefoon: (34/91) 6311323 Fax: (34/91) 6311469
Sevilla Hewlett-Packard Española, S.A. Avda. Luis de Morales, 32 Edifico Forum, planta 3&supa;, mòdulo1 41018 Sevilla Telefoon: 34-95-455 2600 Fax: 34-95-455 2626
Valencia
Hewlett-Packard Bilgisayar ve Ölçüm Sistemleri A.Þ. Karum Ýþ Merkezi No:461 (B-Asansörü) Ýran Cad.No.21 06680, Kavaklýdere - Ankara Telefoon: (90/312) 468 87 70 Fax: (90/312) 468 87 78
Ýstanbul Hewlett-Packard Bilgisayar ve Ölçüm Sistemleri A.Þ. 19 Mayýs caddesi Nova/Baran Plaza K.12 Þiþli 80220 Ýstanbul Telefoon: (90/212) 224 59 25 (12 lijnen) Fax: (90/212) 224 59 39
Verenigd Koninkrijk Hewlett-Packard Limited (T4) Cain Road Bracknell Berkshire RG12 1HN Telefoon: 01344 366666 Fax: 01344 362852 Contact HP E-mail: [email protected]
Hewlett-Packard Española, S.A. Plaza de América, 2 2 B Edificio Zurich 46004 Valencia Telefoon: 34-96-398 2200 Fax: 34-96-398 2230
152
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Wit-Rusland Belhard 709, 2 Melnicayte Street Minsk 220600 Telefoon: 375-172-238985 Fax: 375-172-268426
Zweden Göteborg Hewlett-Packard Sverige AB Vädursgatan 6 Box 5328 S-402 27 GÖTEBORG Telefoon: (46/31) 35 18 00 Fax: (46/31) 35 18 99
Kista Hewlett-Packard Sverige AB Skalholtsgatan 9 164 97 Kista Telefoon: (46/8) 444 22 77 Fax: (46/8) 444 25 25 E-mail: [email protected]
Zwitserland Bern Hewlett-Packard (Schweiz) AG Elektronische Meßtechnik Meriedweg 11 3172 Niederwangen/Bern Telefoon: (01) 735 72 36 Fax: (01) 735 77 03
Genève Hewlett-Packard (Suisse) SA Elektronische Meßtechnik 39, rue de Veyrot 1217 Meyrin 1 Telefoon: (01) 735 72 36 Fax: (01) 735 77 03
Latijns-Amerika en Zuid-Amerika Argentinië Hewlett-Packard Argentina Montañeses 2140 1428 Buenos Aires Telefoon: (54 1) 787-7115 Fax: (54 1) 787-7287
Belize Waargenomen door El Salvador
Bolivia Waargenomen door Uruguay
Brazilië Rio de Janeiro Hewlett-Packard Brasil Rua Lauro Mueller, 116 Grupo 803 Edifício Torre Rio Sul 22290-160 Botafogo Rio de Janeiro Telefoon: (55-21) 541-4404 Fax: (55-21) 295-2195
São Paulo Hewlett-Packard Brazil Alameda Rio Negro, 750 06454-000 Alphaville, Barueri São Paulo, Brazil Telefoon: (55-11) 7296-8155/8160 Extra telefoonnummer(s): HP DIRECT: 0 800 130-266 Fax: (55-11) 7296-8171
Zürich Hewlett-Packard (Schweiz) AG Elektronische Meßtechnik In der Luberzen 29 8902 Urdorf/Zürich Telefoon: (01) 735 72 36 Fax: (01) 735 77 03
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
153
Chili
Ecuador
ASC. S.A. (Multi-Industry) Los Alerces 2363 Santiago, Chile Telefoon: (56-2) 237-0707 Fax: (56-2) 239-7179 COASIN Chile Ltda. (Telecom) Holanda 1292 Santiago, Chili Telefoon: (562) 225-0643 Fax: (562) 274-4588
Complementos Electrónicos S.A. Av. General Enriquez 1800 San Rafael, Ecuador Telefoon: (593-2) 334257 Fax: (593-2) 331595
Rimpex Chili (Datacom) Avda. Pedro de Valdivia 1646 Santiago, Chili Telefoon: 562-340-7701/7702 Fax: 562-274-4107
Colombia Instrumentación Ltda. Calle 115 No. 11-A-10 Bogotá, Colombia Telefoon: (57-1) 612-1313 Fax: (57-1) 612-0805 Sycom, S.A. (Datacom) Avenida El Dorado 9010 Bogotá, Colombia Telefoon: (57-1) 410-1303 Fax: (57-1) 410-1196
Costa Rica COASIN COSTA RICA, S.A. Del Centro Cultural en San Pedro 200 Mts Norte, 25 Mts Oeste Casa # 3552 San José, Costa Rica Telefoon: (506) 283-8325 Fax: (506) 225-6349
Domincaanse Republiek Esacomp, S.A. Calle Seminario No. 55 Ens. Piantini Santo Domingo, Domincaanse Republiek Telefoon: (809) 563-6350 Fax: (809) 565-0332
El Salvador SETISA Col. Roma Pje. Carbonell, No. 28 San Salvador, El Salvador Telefoon: (503) 223-0993 Fax: (503) 279-2077
Guatemala EPTEL 12 Ave. 17-35 Zona 10 Guatemala Telefoon: (502) 363-0423 Fax: (502) 363-0443
Honduras Waargenomen door Setisa, El Salvador
Mexico Hewlett-Packard de México SA de CV Dr. Atl No. 1, Desp. 102 Edif. Tepeyac Zona Rio 22320 Tijuana, B.C. México Telefoon: (66) 34-38-01 Fax: (66) 34-38-04 Hewlett-Packard de México, S.A. de C.V. Prolongación Reforma 700 Col. Lomas de Santa Fé 01210 Mexico, D.F. Telefoon: (52-5) 258-4389/258-4392 Fax: (52-5)258-4301 HP DIRECT: 01-800-506-4800 Hewlett-Packard de Mexico S.A. de C.V. Rio Nilo 4049-12 Cd. Juarez, Chih. 32310 Mexico Telefoon: (52-16) 11-0777 Fax: (52-16) 13-7622
Nicaragua Waargenomen door El Salvador
154
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Paraguay
Azië en de Pacific
Waargenomen door Uruguay
Peru COASIN Peru S.A. (Redes Privadas) Calle 1 - No. 891 CORPAC Lima 27, Peru Telefoon: (511) 224-3380 Fax: (511) 224-1509 SATEL S.A. (Gobierno y redes publicas) Enrique Palacios No. 155 Lima 18 - Peru Telefoon: (511) 446-2253/241-8085/446-0281 Fax: (511) 444-0305
Trinidad en Tobago Borde Communications 1 Valsayn Road Curepe, P.O. Box 897 Port-of-Spain, Trinidad Telefoon: (809) 663-2087 Fax: (809) 645-3352
Uruguay Conatel S.A. Ejido 1690 Montevideo, Uruguay Telefoon: (598) 2-920314 Fax: (598) 2-920660
Venezuela Hewlett-Packard de Venezuela 3ra. Transversal Los Ruices Nrte Edf. Segre, Piso 1,2 y 3 Caracas, Venezula Telefoon: (58-2) 207-8357 Fax: (58-2) 207-8361
Verenigde Staten Hewlett-Packard Company 5200 Blue Lagoon Dr., #950 Miami, FL 33126 Telefoon: 305-265-5561 Fax: 305-267-4288 E-mail: [email protected]
DU
Australië Melbourne Hewlett-Packard Australia Ltd. 31-41 Joseph Street Blackburn, VIC 3130 Telefoon: 1 800 629 485 (gratis) Extra telefoonnummer(s): (61 3) 9210 5408 Fax: (61 3) 9210-5489
Perth Measurement Innovation (WA) Pty. Ltd. Kishorn Court Suite 3, 58 Kishorn Road Mount Pleasant, WA 6153 Telefoon: (61/9) 316-2757 Fax: (61/9) 316-1392 Mobiel: 61-18-33-6434
Sydney Hewlett-Packard Australia Ltd. 17-23 Talavera Road North Ryde, N.S.W. 2113 Telefoon: (61/2) 9950-7444 Fax: (61/2) 9888-9072
Bangladesh Jiu International Ltd 60 East Tejturi Bazar, 2nd Floor Farmgate Dhaka Bangladesh Telefoon: 880-2-913-0480 Fax: 880-2-871-034 E-mail: [email protected] Brunei Darussalam Kompouter Wisman Sdn Bhd Block A, Unit 1, Ground Floor Abdul Razak Complex Jalan Gadong 3180 Negara Brunei Darussalem Telefoon: 673-2-423918/425603 Fax: 673-2-441492 Telex: 0809-2447
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
155
China Bejing China Hewlett-Packard Co. Ltd. 5-6/F West Wing Office China World Trade Center No. 1 Jian Guo Men Wei Avenue Bejing 100004 PRC Telefoon: (86-10) 6505-3888 Fax: (86-10) 6505-1033 Telex: 085-22601 CTSHP CN Cable: 1920 Beijing
Chengdu China Hewlett-Packard Co. Ltd. 22/F Daye Road No. 39 Daye Road Chengdu 610016 PRC Telefoon: (86/28) 666-3888 Fax: (86/28) 666-5377
Guangzhou China Hewlett-Packard Co. Ltd. 7/F T.P.Plaza 9/109, Liu Hua Road Guangzhou 510010 PRC Telefoon: (86/20) 8669-3888 Fax: (86/20) 8669-5074 Telex: 44556 GPHGZ CN
Hong Kong Hewlett-Packard Co., Ltd. 17-21/F Shell Tower, Times Square 1 Matheson Street Causeway Bay Hong Kong, PRC Telefoon: (852) 2599-7777 Fax: (852) 2506-9256 Hewlett-Packard (HK) Ltd. 17-21/F Shell Tower, Times Square 1 Matheson Street Causeway Bay Hong Kong, PRC Telefoon: (852) 2599-7889 Fax: (852) 2506-9233
Filippijnen Hewlett-Packard Philippines Corporation 9th Floor, Rufino Pacific Tower 6784 Ayala Avenue Makati City 1229 Telefoon: (63-2) 894-1451 Fax: (63-2) 811-1080, 811-0635 Online verkoop: (63-2) 893-9959
India Bangalore
Shanghai China Hewlett-Packard Co., Ltd. 10-12/F Novel Building No. 887 Huai Hai Zhong Lu Shanghai, 200020 Telefoon: (86/21) 6474-3888 Fax: (86/21) 6267-8523 Telex: 086-33577 CHPSB CN
Hewlett-Packard India Pvt. Ltd. Embassy Point 150 Infantry Road Bangalore 560001 Telefoon: (91/80) 225-3024 of 209-1808 Fax: (91/80) 225-6186 Telex: 845-2773 HP IN
Calcutta Shenyang China Hewlett-Packard Co., Ltd. 12/F Shenyang Sankei Torch Building No. 262 Shifu Road, Shenhe District Shenyang 110013 PRC Telefoon: (86/24) 2790170, 2790171 Fax: (86/24) 2790232
Xi’an Branch Office 3/F East New Technology Trade Center A16 Yanta Lu Zhong Duan Xi’an 710054 PRC Telefoon: (86/29) 552 9379 Fax: (86/29) 552 9243
156
Hewlett-Packard India Pvt. Ltd. 708 Central Plaza 2/6 Sarat Bose Road Calcutta 700 020 Telefoon: (91/33) 745 4755 Extra telefoonnummer(s): 91-33-475-4755 Fax: (91/33) 748 571
Hyderabad Hewlett-Packard India Pvt. Ltd. 5-9-13 Taramandal Complex 9th Floor, Saifabad Hyderabad 500 004 Telefoon: (91/40) 232-679 Fax: (91/40) 220.012 or 231.756 Telex: 425-2422 HPIL IN
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Mumbai
Chiba
Hewlett-Packard India Pvt. Ltd. Unit-3, B-Wing Ground Floor, Neelam Center Hind Cycle Road Worli, Mumbai 400 025 Telefoon: (91/22) 493-4722 or 493-4723 Extra telefoonnummer(s): 91-22-493-9978-79 of 91-22-493 Fax: (91/22) 493-7823 Telex: 11-76812 HPIB IN
Hewlett-Packard Japan Ltd. WBG Malibu East Bldg. 19F 2-6 Nakase Mihama-ku, Chiba-shi Chiba 261-71
Fukuoka Hewlett-Packard Japan Ltd. Daisan Hakata-Kaisei Bldg. 1-3-6 Hakataekiminami Hakata-ku, Fukuoka-shi Fukuoka 812
Hiroshima New Delhi Hewlett-Packard India Ltd. Chandiwalla Estate Ma Anandmai Ashram Marg, Kalkaji New Delhi 110 019 Telefoon: (91-11) 682-6000 Fax: (91-11) 682-6030
Indonesië Bandung P.T. Berca Hardayaperkasa Jalan Tengku Angkasa No. 33 Bandung 40132 Telefoon: (62-22) 250-8100 Fax: (62-22) 250-6757
Jakarta P.T. Berca Hardayaperkasa Jalan Abdul Muis No. 62 Jakarta 10160-Indonesia Telefoon: (62/21) 380 0902 Fax: (62/21) 381 2044
Japan Aichi Hewlett-Packard Japan Ltd. Nagoya Kokusai Center Bldg. 1-47-1 Nakono Nakamura-ku, Nagoya-shi Aichi 450 Hewlett-Packard Japan Ltd. Nakane-Nissei Bldg. 4-25-18 Nishi-machi, Toyota-shi Aichi 471
Akita Hewlett-Packard Japan Ltd. Nihonseimei Akita Chuodori Bldg. 4-2-7 Nakadori, Akita-shi Akita 010
DU
Hewlett-Packard Japan Ltd. Nissei-Heiwakoen Bldg. 3-25 Nakajima-cho Naka-ku, Hiroshima-shi Hiroshima 730
Hokkaido Hewlett-Packard Japan Ltd. Sumitomo-seimei Sapporo Chuo Bldg. 1-1-14 Minaminijo-higashi Chuo-ku, Sapporo-shi Hokkaido 060
Hyogo Hewlett-Packard Japan Ltd. 1-3-2 Muroya Nishi-ku, Kobe-shi Hyogo 651-22
Ibaraki Hewlett-Packard Japan Ltd. Mito Yomiuri-Kaikan Bldg. 2-4-2 Minami-machi, Mito-shi Ibaraki 310 Hewlett-Packard Japan Ltd. Tsukuba-Mitsui Bldg. 1-6-1 Takezono, Tsukuba-shi Ibaraki 305
Ishikawa Hewlett-Packard Japan Ltd. Kanazawa MK Bldg. 98-8 Sainen-machi, Kanazawa-shi Ishikawa 920
Kanagawa Hewlett-Packard Japan Ltd. 3-2-2 Sakado Takatsu-ku, Kawasaki-shi Kanagawa 213 Hewlett-Packard Japan Ltd. 9-32 Tamuracho, Atsugi-shi Kanagawa 243
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
157
Maleisië
Kyoto Hewlett-Packard Japan Ltd. Maeda SN Bldg. 518 Akinono-cho Nijyo-Kudaru Karasuma, Nakagyo-ku Kyoto 604
Miyagi Hewlett-Packard Japan Ltd. Yamaguchi Bldg. 1-1-31 Ichibancho Aoba-ku, Sendai-shi Miyagi 980
Nagano Hewlett-Packard Japan Ltd. Forum Honjo Bldg. 2-4-1 Honjo, Matsumoto-shi Nagano 390
Kuala Lumpur Hewlett-Packard Sales (Malaysia) Sdn Bhd Ground Floor, Wisma Cyclecarri 288 Jalan Raja Laut 50350 Kuala Lumpur Telefoon: 1-800-88-8848 Toll Free Fax: (60/3) 298-9157
Penang Hewlett-Packard Sales (Malaysia) Sdn Bhd Bayan Lepas Free Trade Zone 11900 Bayan Lepas Penang Telefoon: (60/4) 642-3502 Fax: (60/4) 642-3511
Osaka Hewlett-Packard Japan Ltd. Chuo Bldg. 5-4-20 Nishinakajima Yodogawa-ku, Osaka-shi Osaka 532
Saitama Hewlett-Packard Japan Ltd. Mitsui-seimei Omiya Miyamachi Bldg. 2-96-1 Miyamachi, Omiya-shi Saitama 330 Hewlett-Packard Japan Ltd. Nissei-Kumagaya Bldg. 2-42 Miya-machi, Kumagaya-shi Saitama 360
Shizuoka Hewlett-Packard Japan Ltd. Kawasei-Rinkyo Bldg. 6-6 Hosojima-cho Hamamatsu-shi Shizuoka 435
Tochigi Hewlett-Packard Japan Ltd. Chiyodaseimei-Utsunomiya Bldg. 2-3-1 Odori, Utsunomiya-shi Tochigi 320
Tokio
Nieuw-Zeeland Hewlett-Packard New Zealand Ltd. 186-190 Willis Street Wellington Telefoon: 0800-738-378 (internationaal 64-4-802-6800) Fax: (64-4) 802-6881
Pakistan Islamabad Mushko Electronics (Pvt) Ltd. 68-W Sama Plaza, Blue Area, G-7 Islamabad 44000 Pakistan Telefoon: 92-51-828-459/810-950 Fax: 92-51-816-190 Telex: 54001 Muski Pk
Karachi Mushko Electronics (Pvt) Ltd. Oosman Chambers Abdullah Haroon Road Karachi 74400 Telefoon: 92-21-566-0490 Fax: 92-21-566-0801 Telex: 29094 MUSKO PK
Hewlett-Packard Japan Ltd. 9-1 Takakura-cho, Hachioji-shi Tokyo 192-8510 Hewlett-Packard Japan Ltd. NAF Bldg. 3-8-20 Takaido-higashi, Suginami-ku Tokio 168
158
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Singapore
Thailand
Hewlett-Packard Singapore (Sales) Pte Ltd 450 Alexandra Road Singapore 119960 Telefoon: 65 275 3888 Extra telefoonnummer(s): HP Direct: 1 800 292-8100 Ondersteuning toepassingen: 65-374-4242 Hotline hardware-service: 65-375-8350 Fax: 65 274 7887
Hewlett-Packard (Thailand) Ltd. 23rd-25th floor Vibulthani Tower 2 3199 Rama IV Road Klong Toey, Bangkok 10110 Telefoon: (66-2) 661-3900-34 Fax: (66-2) 661-3946
Sri Lanka Precision Technical Services (PVT) Ltd. No. 2, R.A. De Mel Mawatha Colombo 00500 Telefoon: (941) 597-860 Fax: (941) 597-863
Taiwan Chungli
Vietnam System Interlace 39 Mai Hac De Street Hai Ba Trung District Hanoi Vietnam Telefoon: 844-229-808/9 Fax: 844-229-553
Zuid-Korea Seoul
Hewlett-Packard Taiwan Ltd. No. 20 Kao-Shuang Road Ping-Chen, 32404 Taoyuan Hsieh Telefoon: (886/3) 492-9666 Fax: (886/3) 492-9669
Hewlett-Packard Korea Ltd. HP Korea House 25-12 Yoido-dong Youngdeung po-ku Seoul 150-010 Telefoon: (82/2)-769-0114 Fax: (82/2) 784-7084
Kaohsiung
Taegu
Hewlett-Packard Taiwan Ltd. 12th Floor, 10 Syh-Wei 4th Road Kaohsiung Telefoon: (886/7) 330-1199 Fax: (886/7) 330-8568
Hewlett-Packard Korea Ltd. 18/F, Young Nam Tower B/D 111 Shin Cheon-dong, Dong-Gu Taegu Telefoon: (82/53) 754-2666 Fax: (82/53) 752-4696
Taichung
Taejeon
Hewlett-Packard Taiwan Ltd. 10F, 540, Sec. 1 Wen-Hsin Road Taichung Telefoon: (886/4) 327-0153 Fax: (886/4) 326-5274
Samsung Hewlett-Packard Korea Ltd. 8/F Hyundai Bldg, 1298 Doonsan-dong, Seo-gu Taejeon Telefoon: 82-42-480-2800 Fax: 82-42-480-2828
Taipei Hewlett-Packard Taiwan Ltd. Hewlett-Packard Building 8/F No. 337, Fu-Hsing North Road Taipei 10483 Taiwan Telefoon: (886-2) 712-0404 Fax: (886-2) 718-2928 Gratis nummer HP DIRECT Basic Tools: 080-212-535
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
159
Midden-Oosten en Afrika Algerije RTI Algeria 26, Bis rue Mohammed Hadj-Ahmed (ex. Rue Jean Pierre Dinet) 16035 Hydra Alger Algerie Telefoon: 213-2-606450
Angola Waargenomen door HP South Africa
Bahrein BAMTEC P.O. Box 10373 Capital centre Shop 116 Road 1405 Area 314 Manama Telefoon: 9-73-275678 Fax: 9-73-276669 Telex: 8550 WAEL BN
Israël Computation and Measurement Systems (CMS) Ltd. 11, Hashlosha Street Tel-Aviv 67060 Telefoon: 972 (03) 538-03-80 Fax: 972 (03) 537-50-55 Telex: 371234 HPCMS
Jordanië Scientific & Medical Supplies Co. P.O. Box 1387 Amman Telefoon: (962/6) 62-49-07 Fax: (962/6) 62-82-58 Telex: 21456 sabco jo
Koeweit Al-Khaldiya Electronics & Electricals Equipment Co. P.O. Box 830 Safat 13009 Telefoon: (965) 48 13 049 Fax: (965) 48 12 983
Libanon
ORASCOM Onsi Sawiris & Co P.O. Box 1191 160, 26th July Street Aguza/Cairo Telefoon: (202) 3015287 Fax: (202) 3442615 Telex: 92768 orscm un
Computer Information Systems C.I.S. Lebanon Street Chammas Bldg. P.O. Box 11-6274 Dora-Beirut Telefoon: (961/1) 405-413 Fax: (961/1) 601.906 Tel/fax: (3579) 514-256 (Nummer gevestigd op Cyprus) Telex: 42309 chacis le
Iran
Malawi
Evertech 11 bis, rue Toepffer 1206 Geneve Telefoon: +41-22-346 92 92 Fax: +41-22-346 86 91 Telex: 421 787
Waargenomen door HP South Africa
Egypte
Mauritius Waargenomen door HP South Africa
Marokko SICOTEL Complexe des Habous Tour C, avenue des Far Casablanca 01 Telefoon: +212 (02) 31-22-70 Fax: +212 (02) 31-65-45 Telex: 27604
160
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
Mozambique
Tunesië
Waargenomen door HP South Africa
Precision Electronique 5, rue de Chypre-Mutuelle Ville 1002 Tunis Belvedere Telefoon: (216/1) 785-037 Extra telefoonnummer(s): (216/1) 890-672 Fax: (216/1) 780-241 Telex: (0409) 18238 TELEC TN
Namibië Waargenomen door HP South Africa
Nigeria Management Information Systems Co. Ltd. 3 Gerrard Road P.O. Box 53386 Ikoyi, Lagos Telefoon: 234-1-2691307 Fax: 234-1-2692755 Telex: 23582 DATEC NG
Oman
Verenigde Arabische Emiraten Emitac Ltd. Block RBS Arenco Bldg. Zabel Road P.O. Box 8391 Dubai Telefoon: (971/4) 37-75-91 Fax: (971/4) 37-08-99
IMTAC LLC P.O. Box 51196 Al Hayek Street Mina al Fahal Muscat Telefoon: (968) 707-727, (968) 707-723 Fax: (968) 796-639, (968) 797-709
Emitac Ltd. P.O. Box 2711 Abu Dhabi Telefoon: (971/2) 77-04-19 Fax: (971/2) 72-30-58
Qatar
Waargenomen door HP South Africa
Qatar Datamations Systems Al Ahed Building, 5th floor Al Muthof Street Doha Telefoon: 974/43.99.00 Fax: 974/43.21.54 Telex: 4833
Saoedi-Arabië Modern Electronics Establishment P.O. Box 22015 Prince Musad Ibn Abdulaziz St. Riyadh 11495 Telefoon: (966/1) 476-3030 Fax: (966/1) 476-2570 Extra fax: (966/1) 476-7649 cable ROUFKO
Zambia Zimbabwe Waargenomen door HP South Africa
Zuid-Afrika Hewlett-Packard South Africa (Pty.) Ltd. P.O. Box 120, Howard Place 7450 Cape Town Telefoon: 27 21 658-6100 Fax: 27 21 685-3785 Hewlett-Packard South Africa (Pty.) Ltd. Private Bag Wendywood 2148 Telefoon: 27-11-806 1173 Fax: 27-11-806 1213
Modern Electronics Establishment P.O. Box 22015 al Nimer Building Riyadh 11495 Telefoon: (01) 4624266 Fax: (01) 4624404 Extra Fax: (966/1) 476-7649
DU
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
161
162
Hoofdstuk 5: Service en ondersteuning
DU
A Specificaties
E
Overzicht Dit aanhangsel bevat:
DU
•
Papierspecificaties
•
Printerspecificaties
•
Kabelspecificaties
Specificaties
A-1
Papierspecificaties HP LaserJet printers geven een uitstekende afdrukkwaliteit. Deze printer kan diverse afdrukmaterialen verwerken, zoals losse vellen papier (m.i.v. kringlooppapier), enveloppen, etiketten, transparanten en speciaal papier. Eigenschappen zoals gewicht, vezels en vochtgehalte zijn belangrijke factoren die van invloed zijn op de prestaties van de printer en de kwaliteit van het afgedrukte materiaal. De printer kan diverse papiersoorten en ander afdrukmateriaal verwerken in overeenstemming met de richtlijnen in deze gebruikershandleiding. Papier dat niet aan deze richtlijnen voldoet kan de volgende problemen veroorzaken:
• • • Let op
slechte afdrukkwaliteit meer papierstoringen voortijdige slijtage van de printer waardoor reparaties nodig zijn
Gebruik voor de beste resultaten alleen papier en afdrukmateriaal van het merk HP. Hewlett-Packard Company kan het gebruik van andere merken niet aanbevelen. Omdat het producten betreft die niet door HP zijn vervaardigd, kan HP niet voor de deugdelijkheid van het ontwerp of voor de kwaliteit van deze producten instaan. Het is mogelijk dat papier aan alle richtlijnen in deze gebruikershandleiding voldoet en toch geen bevredigend resultaat geeft. Dit kan worden veroorzaakt door onjuiste hantering, een onaanvaardbare temperatuur en vochtigheidsgraad of andere variabelen waarover Hewlett-Packard geen controle heeft. Controleer, voordat u een grote hoeveelheid papier aanschaft, of het voldoet aan de vereisten in deze gebruikershandleiding en in de HP LaserJet Printer Family Paper Specification Guide. (Zie pagina 11 voor het bestellen van deze gebruikershandleiding.) Zorg dat u het papier altijd test voordat u een grote hoeveelheid aanschaft.
Voorzichtig
A-2
Het gebruik van papier dat niet aan de specificaties van HP voldoet kan problemen voor de printer veroorzaken, waardoor deze gerepareerd moet worden. Deze reparaties worden niet door de garantie of serviceovereenkomsten van Hewlett-Packard gedekt.
Specificaties
DU
Ondersteunde papierformaten en gewichten Ondersteunde papierformaten en gewichten, lade 1 Lade 1
Afmetingen*
Minimumformaat (speciaal)
76 x 127 mm***
Maximumformaat
216 x 356 mm
Transparanten
Labels Enveloppen
Zelfde afmetingen als bovenstaande minimum- en maximumformaten voor papier.
Gewicht
Capaciteit**
60 tot 199 g/m2
100 vel papier van 75 g/m2
Dikte: 0,099 tot 0,114 mm
75 transparanten
Dikte: 0,127 mm tot 0,178 mm
50 etiketten
75 tot 105 g/m2
10 enveloppen
*
De printer ondersteunt een groot aantal papierformaten. Zie de printersoftware voor ondersteunde formaten. Zie pagina 56 voor het afdrukken op papier van speciaal formaat. ** De capaciteit kan variëren, afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier en de omgevingscondities. *** Formaten kleiner dan 127 mm moeten met de korte kant naar voren worden gevoed (staande oriëntatie).
DU
Specificaties
A-3
Ondersteunde papierformaten en gewichten, lade 2 (HP LaserJet 4050 T/4050 TN) Lade 2 en 3 (HP LaserJet 4050 T/ 4050 TN)
Afmetingen*
Letter
216 x 279 mm
A4
210 x 297 mm
Executive
191 x 267 mm
Legal
216 x 356 mm
B5 (ISO) (speciaal***)
176 x 250 mm
B5 (JIS)
182 x 257 mm
A5 (speciaal***)
148 x 210 mm
Gewicht
Capaciteit**
60 tot 105 g/m2
250 vel papier van 75 g/m2 50-100 transparanten
* De printer ondersteunt een groot aantal papierformaten. Zie de printersoftware voor ondersteunde formaten. ** De capaciteit kan variëren, afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier en de omgevingscondities. *** Zie pagina 56 voor het afdrukken op papier van speciaal formaat.
Ondersteunde papierformaten en gewichten, lade 2 (HP LaserJet 4050 /4050 N) Lade 2 (HP LaserJet 4050/4050 N)
Afmetingen*
Letter
216 x 279 mm
A4
210 x 297 mm
Legal
216 x 356 mm
Gewicht
60 tot 105 g/m2
Capaciteit**
500 vel papier van 75 g/m2 50-100 transparanten
* De printer ondersteunt een groot aantal papierformaten. Zie de printersoftware voor ondersteunde formaten. ** De capaciteit kan variëren, afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier en de omgevingscondities.
A-4
Specificaties
DU
Ondersteunde papierformaten en gewichten, optionele lade voor 500 vel Optionele lade voor 500 vel
Afmetingen*
Letter
216 x 279 mm
A4
210 x 297 mm
Executive
191 x 267 mm
Executive (JIS) (speciaal***)
216 bij 330 mm
16K (speciaal***)
197 bij 273 mm
Legal
216 x 356 mm
B5 (ISO) (speciaal***)
176 x 250 mm
B5 (JIS)
182 x 257 mm
A5 (speciaal***)
148 x 210 mm
Speciaal***
148 x 210 mm tot 216 x 356 mm
Gewicht
60 tot 105 g/m2
Capaciteit **
500 vel papier van 75 g/m2 50-100 transparanten
* De printer ondersteunt een groot aantal papierformaten. Zie de printersoftware voor ondersteunde formaten. ** De capaciteit kan variëren, afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier en de omgevingscondities. *** Zie pagina 56 voor het afdrukken op papier van speciaal formaat.
DU
Specificaties
A-5
Ondersteunde papierformaten en gewichten, optionele envelopinvoer Optionele envelopinvoer Minimumformaat Maximumformaat
Afmetingen*
Gewicht
Capaciteit**
90 x 160 mm 75 tot 105 g/m2
75 enveloppen
178 x 254 mm
* De printer ondersteunt een groot aantal papierformaten. Zie de printersoftware voor ondersteunde formaten. ** De capaciteit kan variëren, afhankelijk van het gewicht en de dikte van het papier en de omgevingscondities.
Ondersteunde papierformaten en gewichten, optioneel accessoire voor dubbelzijdig afdrukken (duplexeenheid) Optioneel accessoire voor dubbelzijdig afdrukken
Afmetingen
Gewicht
Capaciteit
(duplexeenheid)
Letter
216 x 279 mm
A4
210 x 297 mm
Executive
191 x 267 mm
Legal
216 x 356 mm
B5 (JIS)
182 x 257 mm
A-6
Specificaties
60 tot 105 g/m2
niet van toepassing
DU
Ondersteunde papiersoorten De printer ondersteunt de volgende soorten papier:
• gewoon • briefhoofd • geperforeerd • bankpost • kleur • ruw
• voorbedrukt • transparant • etiketten • kringloop • kaarten • zelfgedefinieerd (5 soorten)
Richtlijnen voor het gebruik van papier Gebruik voor de beste resultaten gewoon papier van 75 g/m2. Zorg dat het papier van goede kwaliteit is en vrij van sneden, inkepingen, scheuren, vlekken, losse deeltjes, stof, kreukels, onvolkomenheden en gekrulde of omgebogen randen. Als u niet zeker weet wat voor soort papier u laadt (zoals bankpost of kringlooppapier), kijk dan naar het etiket op de verpakking. Sommige papiersoorten veroorzaken problemen met afdrukkwaliteit, papierstoringen of beschadiging van de printer. Afdrukprobleem
Probleem met papier
Oplossing
Slechte afdrukkwaliteit of toner hecht niet goed. Problemen met invoeren.
Te vochtig, te ruw, te glad of reliëfpapier; slechte partij papier.
Een ander soort papier proberen, tussen 100-250 Sheffield, 4-6% vochtgehalte.
Weggevallen informatie, vastlopen, krullen.
Niet goed opgeslagen.
Het papier plat bewaren in het vochtwerende verpakkingsmateriaal.
Toegenomen grijze verkleuring van achtergrond.
Te zwaar.
Lichter papier gebruiken. De achter recto-uitvoerbak openen.
Sterke krulling. Problemen met invoeren.
Te vochtig, foute vezelrichting of kortvezelige samenstelling.
De achter recto-uitvoerbak openen. Langvezelig papier gebruiken.
Vastlopen, beschadiging van de printer.
Uitsparingen of perforaties.
Geen papier met uitsparingen of perforaties gebruiken.
Problemen met invoeren.
Onregelmatige randen.
Papier van goede kwaliteit gebruiken.
DU
Specificaties
A-7
Let op
Gebruik geen papier met briefhoofd dat bedrukt is met inktsoorten voor lage temperaturen, zoals gebruikt worden in sommige soorten thermografie. Gebruik geen papier met briefhoofd bedrukt in met reliëfdruk. De printer gebruikt warmte en druk om de toner op het papier te smelten. Wanneer u gekleurd papier gebruikt of voorbedrukte formulieren, controleer dan eerst of deze inktsoorten bevatten die compatibel zijn met de temperatuur van de printer ( 205° C gedurende 0,1 seconde). Gebruik geen papier dat al eerder in een printer of fotokopieerapparaat is gebruikt. (Enveloppen, transparanten en etiketten niet aan beide zijden bedrukken.)
A-8
Specificaties
DU
Papiergewichtentabel Deze tabel kan worden gebruikt voor het omrekenen van Amerikaanse papiergewichtspecificaties in het Europese metrieke gewicht. Om bijvoorbeeld te bepalen welk gewicht overeenstemt met papier van 28 lb, Amerikaans ‘Cover gewicht’, vergelijkt u kolom 4 en 8 van rij 3. Het gelijkwaardige Europese gewicht is 75 g/m2. Gearceerde gebieden duiden op een standaardgewicht voor de betreffende norm. U.S. Post Card* dikte (mm)
U.S. Bankpost gewicht (lb)
U.S. Text/ Book gewicht (lb)
U.S. Cover gewicht (lb)
U.S. Bristol gewicht (lb)
U.S. Index gewicht (lb)
U.S. Tag gewicht (lb)
Europees metriek gewicht (g/m2)
Japans metriek gewicht (g/m2)
1
16
41
22
27
33
37
60
60
2
17
43
24
29
35
39
64
64
3
20
50
28
34
42
46
75
75
4
21
54
30
36
44
49
80
80
5
22
56
31
38
46
51
81
81
6
24
60
33
41
50
55
90
90
7
27
68
37
45
55
61
100
100
8
28
70
39
49
58
65
105
105
9
32
80
44
55
67
74
120
120
10
34
86
47
58
71
79
128
128
11
36
90
50
62
75
83
135
135
12
0,18
39
100
55
67
82
91
148
148
13
0,19
42
107
58
72
87
97
157
157
14
0,20
43
110
60
74
90
100
163
163
15
0,23
47
119
65
80
97
108
176
176
53
134
74
90
110
122
199
199
16 *
DU
De afmetingen voor ‘U.S. Post Card’ zijn bij benadering. Alleen voor informatieve doeleinden.
Specificaties
A-9
Etiketten Voorzichtig
Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen etiketten te gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Als u problemen hebt met het afdrukken van etiketten, moet u lade 1 gebruiken en de achter recto-uitvoerbak openen. Druk nooit meer dan eenmaal af op hetzelfde vel etiketten.
Afwerking van de etiketten Let bij het kiezen van etiketten op de kwaliteit van de diverse bestanddelen:
• • • •
Kleefmiddel: Het kleefmiddel moet stabiel zijn bij een temperatuur van 205° C, de maximumtemperatuur van de printer. Schikking: Gebruik geen etiketten die met tussenruimten op het grondpapier zijn aangebracht. Etiketten kunnen van het grondpapier loslaten als er tussenruimte tussen de etiketten bestaat, wat ernstige papierstoringen veroorzaakt. Krullen: Voordat ze worden afgedrukt, moeten de etiketten vlak liggen met niet meer dan 13 mm krulling in één richting. Conditie: Gebruik geen etiketten met kreukels, blaasjes of andere verschijnselen waaruit blijkt dat het etiket van het grondpapier heeft losgelaten of los kan raken.
Zie pagina 53 voor het afdrukken van bladen met etiketten.
Transparanten Transparanten die in de printer worden gebruikt moeten bestand zijn tegen een temperatuur van 205° C, de maximumtemperatuur van de printer. Sluit de achter recto-uitvoerbak om transparanten naar de bovenste uitvoerbak af te drukken. Voorzichtig
Om beschadiging van de printer te voorkomen, dient u alleen transparanten gebruiken die zijn goedgekeurd voor gebruik in laserprinters. Als u problemen hebt met het afdrukken van transparanten, kunt u lade 1 gebruiken. Zie pagina 55 voor het afdrukken van transparanten.
A-10
Specificaties
DU
Enveloppen Afwerking van enveloppen De afwerking van de envelop is uiterst belangrijk. De vouwlijnen van enveloppen variëren aanzienlijk, niet alleen van fabrikant tot fabrikant, maar zelfs van envelop tot envelop uit eenzelfde doos. Het goed kunnen bedrukken van enveloppen hangt voornamelijk af van de kwaliteit van de enveloppen. Let bij het aanschaffen van uw enveloppen op de volgende punten:
• • • • •
Gewicht: Het gewicht van het papier van de envelop mag niet meer dan 105 g/m2 bedragen, anders kunnen er papierstoringen optreden. Afwerking: De enveloppen moeten plat liggen en mogen niet meer dan 6 mm rond staan en geen lucht bevatten (enveloppen met lucht bollen op en kunnen storingen veroorzaken). Goede staat: Controleer of de enveloppen niet gekreukeld zijn, inkepingen hebben of anderszins beschadigd zijn Afmetingen in lade 1: Van 76 x 127 mm tot 216 x 356 mm. Formaten in de optionele envelopinvoer: Van 90 x 160 mm tot 178 x 254 mm.
Als u geen optionele envelopinvoer hebt, moet u de enveloppen altijd vanuit lade 1 afdrukken (pagina 47). Zie pagina 49 voor het afdrukken van enveloppen met de optionele envelopinvoer. Als de enveloppen kreukelen, kunt u proberen de achter recto-uitvoerbak te openen.
DU
Specificaties
A-11
Enveloppen met parallelle lasnaden Bij een afwerking met parallelle lasnaden is de envelop aan beide zijden geplakt door middel van verticale lasnaden in plaats van diagonaal. Dit type kan wellicht meer omkrullen. Let erop dat de lasnaad volledig doorloopt tot aan de hoek van de envelop, zoals hieronder afgebeeld.
Aanvaardbaar
Onaanvaardbaar
Figuur A-1
Enveloppen met parallelle lasnaden
Enveloppen met kleefrand of flappen Enveloppen met een verwijderbare kleefstrook of met meer dan één flap die gevouwen moet worden om de envelop te sluiten, moeten van een kleefmiddel voorzien zijn dat de hitte en de druk van de fuser-rollen in de printer kan weerstaan. De extra flappen en stroken kunnen tot kreukelen of vouwen leiden of papierstoringen veroorzaken.
A-12
Specificaties
DU
Envelopmarges De volgende tabel geeft de normale adresmarges aan voor DL- en Commercial nr. 10 enveloppen.
Let op
Type adres
Bovenmarge
Linkermarge
Afzender
15 mm
15 mm
Bestemmingsadres
51 mm
89 mm
Voor de beste afdrukkwaliteit mogen de marges tussen de tekst en de rand van de envelop niet kleiner dan 15 mm zijn.
Enveloppen bewaren Het correct bewaren van enveloppen draagt bij tot een betere afdrukkwaliteit. Enveloppen moeten plat opgeslagen worden. Als er lucht in een envelop blijft zitten en er zich een luchtbel vormt, kan dit tijdens het afdrukken tot kreukelen leiden.
Kaarten en zwaar papier Vanuit lade 1 kunnen diverse soorten kaarten worden afgedrukt, met inbegrip van indexkaarten en briefkaarten. Sommige kaarten geven betere resultaten dan andere, omdat de afwerking beter geschikt is om door een laserprinter te worden gevoerd. Voor de beste printerprestaties mag u in lade 1 geen papier gebruiken dat zwaarder is dan 199 g/m2 en in de andere laden geen papier dat zwaarder is dan 105 g/m2. Papier dat te zwaar is kan verkeerd worden ingevoerd, problemen geven met stapelen en leiden tot papierstoringen, slecht smelten van de toner, slechte afdrukkwaliteit en sterke mechanische slijtage. Let op
DU
Men kan op zwaarder papier afdrukken als de lade niet helemaal vol is en papier met een gladheid van 100-180 Sheffield wordt gebruikt.
Specificaties
A-13
Afwerking van kaarten
• • • •
Let op
Gladheid: Kaarten van 135-200 g/m2 moeten een gladheid van 100-180 Sheffield hebben. Kaarten van 60-135 g/m2 moeten een gladheid van 100-250 Sheffield hebben. Afwerking: De kaarten moeten plat liggen met minder dan 5 mm krul. Goede staat: Controleer of de kaarten niet gekreukeld zijn, inkepingen bevatten of anderszins beschadigd zijn. Afmetingen: Gebruik alleen kaarten met de volgende afmetingen: • minimaal: 76 x 127 mm • maximaal: 216 x 356 mm
Voordat u kaarten in lade 1 aanbrengt, dient u te controleren of ze regelmatig van vorm zijn en niet beschadigd. Zorg bovendien dat de kaarten niet aan elkaar plakken.
Richtlijnen voor kaarten
• •
A-14
Als de kaarten krullen of vastlopen, kunt u proberen ze vanuit lade 1 af te drukken en de achter recto-uitvoerbak te openen. Stel de marges in op ten minste 2 mm van de randen van het papier.
Specificaties
DU
Printerspecificaties Afmetingen 100,76 cm volle lengte, laden en achter recto-uitvoerbak open
61,64 cm alleen printer, achter recto-uitvoerbak gesloten
39 cm
HP LaserJet 4050/4050 N 46,99 cm met klep open 34,3 cm met klep gesloten
HP LaserJet 4050 T/4050 TN 51,19 cm met klep open 38,5 cm met klep gesloten
Figuur A-2
Printerafmetingen
Printergewicht (zonder tonercassette)
• • DU
HP LaserJet 4050/4050 N printers: 17,85 kg HP LaserJet 4050 T/4050 TN printers: 20,71 kg Specificaties
A-15
Omgevingseisen Elektrische specificaties Printerconditie
Stroomverbruik (gemiddeld, in watt)
Afdrukken
330
Standby
22
PowerSave (wordt standaard na 30 minuten geactiveerd)
20
Uit
0
Aanbevolen minimale circuitcapaciteit 100-127 volt
8 ampère
220-240 volt
4 ampère
Voedingsvereisten (aanvaardbare netspanning)
A-16
100-127 volt
50-60 Hz
220-240 volt
50-60 Hz
Specificaties
DU
Akoestische emissies (volgens ISO 9296) Printerconditie
Geluidsniveau*
Afdrukken, 17 pagina’s per minuut (ppm)
Lwad= 6,6 bel (A)
Afdrukken, 8 ppm
Lwad= 6,2 bel (A)
PowerSave
Lwad= 0 bel (A)
*
Het verdient aanbeveling printers met een geluidsniveau van Lwad>=6,3 bel (A) of meer in een afzonderlijk vertrek of afgescheiden ruimte te plaatsen.
Algemene specificaties Bedrijfstemperatuur
10-32° C
Relatieve vochtigheid
20-80%
Snelheid, in pagina’s per minuut (ppm)
Tot 16 ppm, papier van A4-formaat. Tot 17 ppm, papier van Letterformaat.
Uitbreidbaar geheugen
DU
In totaal tot 200 MB, een combinatie van standaard en aanvullende geheugen-DIMM’s.
Specificaties
A-17
Specificaties voor seriële kabel Seriële communicatie is de transmissie van gegevens met één bit tegelijk. Daar er slechts één bit tegelijk wordt overgezonden, kunnen gegevens worden overgebracht met een eenvoudig elektrisch circuit dat bestaat uit slechts twee draden. Op deze manier wordt een byte van acht bits met één bit tegelijk overgezonden; de afzonderlijke bits worden door de ontvanger weer verzameld tot de oorspronkelijke byte. Bit-transmissie vindt plaats van de minst significante bit tot de meest significante bit. Specificaties voor seriële kabel Specificatie
Omschrijving
Data Terminal Equipment (DTE)
Zenden op pin 2 en ontvangen op pin 3. Een printer is typisch een DTE-apparaat.
Datacommunicatie-apparatuur (Data Communications Equipment, DCE)
Zenden op pin 3 en ontvangen op pin 2. Een modem is typisch een DCE-apparaat.
Asynchrone communicatie
Asynchrone communicatie of start/stop transmissie is een transmissiewijze waarbij om elk teken een start- en een stopbit staan. De RS-232 specificatie definieert de normen voor asynchrone seriële communicatie.
Pariteit
Pariteit is een manier van foutcontrole op het bitniveau.
Seriële gegevensvorm van de HP LaserJet
De transmissie is asynchroon, met één startbit, acht databits en één stopbit. Pariteit wordt niet gebruikt. HP LaserJet printers zijn DTE-apparaten.
Protocol van de seriële interface (handshaking)
Handshaking (aansluitingsbevestiging) is de manier waarop de gegevensstroom tussen twee apparaten wordt bestuurd. De twee methoden van doorstroombesturing die door HP LaserJet printers worden gebruikt zijn softwaredoorstroombesturing, waarbij het ene apparaat het andere bestuurt door de inhoud van de gegevens, en hardwaredoorstroombesturing, waarbij het ene apparaat het andere kan besturen door de spanning op een draad te wijzigen.
Softwaredoorstroombesturing (softwarehandshaking)
Xon/Xoff is een gegevensstroom-handshakeprotocol waarbij Xon (DC1; 11 Hex) vanuit de transmissiegegevens-pin van de printer naar de computer wordt gezonden wanneer de printer in staat is gegevens te ontvangen en Xoff (DC3; 13 Hex) wanneer de printer niet klaar is om gegevens te ontvangen.
A-18
Specificaties
DU
Specificaties voor seriële kabel (vervolg) Specificatie
Omschrijving
Hardwaredoorstroombesturing (hardwarehandshaking)
Per definitie wordt hardware-handshaking uitgevoerd wanneer twee programma’s RS-232 besturingspinnen DTR, DSR, RTS, en CTS manipuleren om een op hardware gebaseerde vorm van doorstroombesturing te verkrijgen. Bij DTR/DSR handshaking geeft de zender DTR (Data Terminal Ready, terminal klaar) aan voordat het eerste teken in een gegevensstroom wordt verzonden en wacht tot DSR (Data Set Ready, modem klaar) als antwoord wordt gegeven. RTS/CTS handshaking is soortgelijk, maar hierbij worden de pinnen ‘Request To Send’ (verzoek tot zenden) en ‘Clear To Send’ (vrij tot zenden) gebruikt in plaats van ‘Data Terminal Ready’. In beide gevallen wacht de zender met de datatransmissie tot de ontvanger klaar is.
Hewlett-Packard biedt de volgende seriële kabels en adapter voor gebruik met de printer: HP onderdeelnummer
Beschrijving
C2932A
9 naar 9-pin M/F RS-232 Seriële kabel, 3m
C2933A
9 naar 25-pin M/F RS-232 Seriële kabel, 3m
C2809A
9 naar 25-pin M/F Seriële kabeladapter
Wanneer de C2809A seriële kabeladapter op de printer geïnstalleerd is, kunt u een 25-pin kabelconnector op de printer aansluiten. De pinverbindingen van de adapter worden hieronder aangegeven.
25 naar 9-pin adapter (C2809A)
DU
Standaard DB-25 (vrouwtjesuiteinde van adapter)
Printer DB-9 (mannetjesuiteinde van adapter)
2- Gegevens zenden
2- Gegevens zenden
3- Gegevens ontvangen
3- Gegevens ontvangen
6- Modem klaar
4- Modem klaar
7- Signaalaarde
5- Signaalaarde
20- Terminal klaar
6- Terminal klaar
Specificaties
A-19
Pinfuncties van DB-9 seriële kabel (C2932A) Computer DB-9
Printer DB-9 (mannetjesuiteinde van kabel)
2- Gegevens ontvangen
2- Gegevens zenden
3- Gegevens zenden
3- Gegevens ontvangen
4- Terminal klaar
4- Modem klaar
5- Aarde
5- Aarde
6- Modem klaar
6- Terminal klaar
8- Vrij tot zenden
8- Terminal klaar
Pinfuncties van DB-25 seriële kabel (C2933A)
Let op
Computer DB-25
Printer DB-9 (mannetjesuiteinde van kabel)
3- Gegevens ontvangen
2- Gegevens zenden
2- Gegevens zenden
3- Gegevens ontvangen
20- Terminal klaar
4- Modem klaar
7- Aarde
5- Aarde
6- Modem klaar
6- Terminal klaar
5- Vrij tot zenden
8- Terminal klaar
De pinfuncties aan de kant van de computer zijn typische pinnummers. De werkelijke pinnummers voor uw computer kunnen anders zijn. Zie de documentatie voor uw computer om de werkelijke pinfuncties te controleren. Niet aangegeven pinnen worden niet door de printer gebruikt.
A-20
Specificaties
DU
B Bedieningspaneelmenu’s Overzicht U kunt de meeste gewone afdruktaken vanaf de computer uitvoeren via het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma. Dit is de gemakkelijkste manier om de printer te besturen, en hierdoor worden de instellingen van het bedieningspaneel van de printer onderdrukt. Zie de bij de software behorende Help-bestanden of zie pagina 23 voor meer informatie over toegang tot het printerstuurprogramma. U kunt de printer ook besturen door instellingen in het bedieningspaneel van de printer te veranderen. Gebruik het bedieningspaneel om toegang te krijgen tot printerfuncties die niet door het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma worden ondersteund. Let op
Het stuurprogramma- en softwarecommando’s onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel. U kunt via het bedieningspaneel een menustructuur afdrukken waarop de actuele printerconfiguratie wordt weergegeven (pagina 16). In dit aanhangsel worden alle opties en mogelijke waarden voor de printer opgegeven. (De standaardwaarden staan in de kolom ‘Optie’.) Er kunnen nog andere menu-opties in het bedieningspaneel verschijnen, afhankelijk van de opties die in de printer zijn geïnstalleerd.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-1
Het Snelkopie Taakmenu Dit menu geeft een overzicht van de snelkopieertaken die op de harde schijf van de printer zijn opgeslagen. Deze taken kunnen via het bedieningspaneel worden verwijderd. Zie ‘Een Taak vasthouden’ op pagina 67 en ‘Een taak lezen en vasthouden’ op pagina 69 voor meer informatie over het gebruik van dit menu. Let op
Als er geen privétaken of opgeslagen taken op de harde schijf van de printer staan, wordt dit menu niet op het bedieningspaneel weergegeven.
Snelkopie Taakmenu Optie
Waarde
[TAAKNAAM] AANTAL=1
B-2
Verklaring De naam van de persoon van wie deze snelkopieertaak is.
1 tot 999 WISSEN
Bedieningspaneelmenu’s
Het aantal extra exemplaren dat de gebruiker wil laten afdrukken 1-999: Het aantal exemplaren dat moet worden afgedrukt. WISSSEN: Wist de taak van de harde schijf van de printer.
DU
Het menu Privétaken/Opgeslagen taken Dit menu geeft een overzicht van de privétaken en opgeslagen taken op de harde schijf van de printer. Deze taken kunnen via het bedieningspaneel worden afgedrukt of gewist. Zie ‘Een privétaak afdrukken’ op pagina 71 en ‘Een opgeslagen taak afdrukken’ op pagina 73 voor meer informatie over het gebruik van dit menu. Let op
Als er geen privétaken of opgeslagen taken op de harde schijf van de printer staan, wordt dit menu niet op het bedieningspaneel weergegeven.
Menu Privétaken/Opgeslagen taken Optie
Waarde
Verklaring
[TAAKNAAM]
De naam van de taak die op de harde schijf van de printer is opgeslagen.
PIN:0000
Om de taak te kunnen afdrukken, moet de gebruiker de pincode (Persoonlijk Identificatienummer) opgeven dat in het stuurprogramma aan deze taak is toegekend.
AANTAL=1
DU
1 tot 999 WISSEN
Het aantal extra exemplaren dat de gebruiker wil laten afdrukken. 1-999: Het aantal exemplaren dat moet worden afgedrukt. WISSEN : Wist de taak van de harde schijf van de printer.
Bedieningspaneelmenu’s
B-3
Informatiemenu Dit menu bevat informatiebladen over de printer die details over de printer en zijn configuratie geven. Om een informatieblad af te drukken, bladert u naar de gewenste pagina en drukt u op [Selecteren]. Informatiemenu Optie
Verklaring
MENUSTRUCTUUR AFDRUKKEN
De menustructuur geeft de indeling en de huidige instellingen van de menu-opties van het bedieningspaneel. Zie pagina 136 voor meer informatie.
CONFIGURATIE AFDRUKKEN
De configuratiepagina geeft de huidige configuratie van de printer weer. Als er een HP JetDirect afdrukserverkaart geïnstalleerd is (HP LaserJet 4050 N/4050 TN printers), wordt ook een JetDirect configuratiepagina afgedrukt. Zie pagina 137 voor meer informatie.
PCL-LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN
De PCL-lettertypenlijst geeft alle PCL-lettertypen waartoe de printer op dat moment toegang heeft. Zie pagina 139 voor meer informatie.
PS-LETTERTYPENLIJST AFDRUKKEN
De PS-lettertypenlijst geeft alle PS-lettertypen waartoe de printer op dat moment toegang heeft. Zie pagina 139 voor meer informatie.
BESTANDENLIJST AFDRUKKEN
Deze optie verschijnt alleen wanneer een massageheugen (zoals een optionele flash-DIMM of harde schijf) die een herkend bestandensysteem bevat, in de printer geïnstalleerd is. De bestandenlijst geeft informatie weer voor alle geïnstalleerde massageheugens. Zie pagina C-1 voor meer informatie.
LOGBESTAND AFDRUKKEN
Het logbestand geeft printergebeurtenissen of fouten weer.
LOGBESTAND WEERGEVEN
Met deze optie kunt u de meest recente printergebeurtenissen op het venster van het bedieningspaneel zien. Druk op [-Waarde+] om de ingangen van het logbestand te doorlopen.
PAPIERBAANTEST AFDRUKKEN
De papierbaantest kan worden gebruikt om te controleren of de papierbaan goed werkt, of om problemen met een bepaalde soort papier op te lossen. Kies de invoerlade, uitvoerbak, duplexeenheid (indien beschikbaar) en het aantal exemplaren.
B-4
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Informatiemenu (vervolg) Optie
Verklaring
GEBRUIKSPAGINA AFDRUKKEN
De gebruikspagina geeft een overzicht van het aantal afgedrukte pagina’s met de gebruikte papierbron, alsmede de aantallen eenzijdig en dubbelzijdig afgedrukte pagina’s.
Let op Deze optie komt alleen in het informatiemenu voor als de harde schijf in de printer is geïnstalleerd. Deze optie genereert een pagina met informatie die voor administratieve doeleinden gebruikt kan worden.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-5
Papierverwerkingsmenu Wanneer de papierverwerkingsinstellingen goed via het bedieningspaneel geconfigureerd zijn, kunt u ze afdrukken door de papiersoort en het papierformaat via het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma te selecteren. Zie pagina 65 voor meer informatie. Tot sommige opties van dit menu (zoals duplex en handinvoer) kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via het printerstuurprogramma (als het juiste stuurprogramma geïnstalleerd is). De instellingen van het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 59 voor meer informatie. Papierverwerkingsmenu Optie
Waarden
Verklaring
ENVELOPINVOERFORMAAT=COM10
Zie pagina A-3 voor ondersteunde papierformaten.
Deze optie verschijnt alleen wanneer de optionele envelopinvoer geïnstalleerd is. Stel de waarde in aan de hand van het formaat van de enveloppen die op dit moment in de envelopinvoer geladen zijn.
ENVELOPINVOERTYPE=NORMAAL
Zie pagina 66 voor ondersteunde papiersoorten.
Stel de waarde in aan de hand van het formaat van de enveloppen die op dit moment in de envelopinvoer geladen zijn.
LADE 1 MODUS= EERSTE
EERSTE PAPIERLADE
Bepaalt hoe de printer lade 1 gebruikt. EERSTE: Als er papier in lade 1 is geladen, haalt de printer het papier eerst uit die lade. PAPIERLADE: Er moet een papierformaat aan lade 1 zijn toegewezen met behulp van de optie LADE 1 GROOTTE (de volgende optie in dit menu wanneer LADE 1 MODUS= PAPIERLADE). Zo kan lade 1 als een gereserveerde lade worden gebruikt. Zie pagina 63 voor meer informatie.
LADE 1 GROOTTE= LETTER
Zie pagina A-3 voor ondersteunde papierformaten.
Deze optie verschijnt alleen wanneer LADE 1 MODUS= PAPIERLADE. Stel de waarde in aan de hand van het papierformaat dat op dit moment in lade 1 geladen is.
LADE 1 TYPE= NORMAAL
Zie pagina 66 voor ondersteunde papiersoorten.
Deze optie verschijnt alleen wanneer LADE 1 MODUS= PAPIERLADE. Stel de waarde in aan de hand van het papierformaat dat op dit moment in lade 1 geladen is.
B-6
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Papierverwerkingsmenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
LADE 2 TYPE= NORMAAL
Zie pagina 66 voor ondersteunde papiersoorten.
Stel de waarde in aan de hand van het papierformaat dat op dit moment in lade 2 geladen is.
LADE 3 TYPE= NORMAAL
Zie pagina 66 voor ondersteunde papiersoorten.
Stel de waarde in aan de hand van het papierformaat dat op dit moment in lade 3 geladen is.
LADE 4 TYPE= NORMAAL
Zie pagina 66 voor ondersteunde papiersoorten.
Deze optie verschijnt alleen wanneer een vierde papierlade is geïnstalleerd (alleen beschikbaar op de HP LaserJet 4050 T/ 4050 TN printers). Stel de waarde in aan de hand van het papierformaat dat op dit moment in lade 4 geladen is.
HANDINVOER=UIT
UIT AAN
Voer het papier met de hand in vanuit lade 1, in plaats van automatisch uit een lade. Wanneer HANDINVOER=AAN en lade 1 leeg is, gaat de printer offline wanneer hij een afdruktaak ontvangt en geeft hij HANDINVOER [PAPIERFORMAAT] weer. Zie pagina 64 voor meer informatie.
DUPLEX=UIT
UIT AAN
Deze optie verschijnt alleen wanneer een optionele duplexeenheid geïnstalleerd is. Zet de waarde op AAN om aan beide kanten (duplex) of op UIT om aan één kant (simplex) van een blad papier af te drukken. Zie pagina 42 voor meer informatie.
BINDEN= IN LENGTE
IN LENGTE IN BREEDTE
Deze optie verschijnt alleen wanneer een optionele duplexeenheid is geïnstalleerd en de duplexoptie aan staat. Kies de bindzijde wanneer u met de duplex-eenheid afdrukt (aan beide kanten van het papier). Zie pagina 42 voor meer informatie.
A4/LETTER VERVANGEN=NEE
NEE JA
Kies JA om op papier van Letterformaat af te drukken wanneer een A4-taak wordt gestuurd, maar er geen A4-papier in de printer is geladen (of om op A4-papier af te drukken wanneer een taak op Letterpapier wordt gestuurd, maar er geen Letterpapier in de printer geladen is).
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-7
Papierverwerkingsmenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
FUSERMODUSCONF. MENU=NEE
NEE JA
Configureer de fusermodus die bij iedere soort papier hoort. (Dit is alleen nodig als u problemen hebt met het afdrukken op bepaalde soorten papier.) NEE: De menu-opties voor fusermodus zijn niet toegankelijk. JA: Er verschijnen extra opties (zie hieronder).
Let op Om de standaard fusermodus voor elke papiersoort te zien, selecteert u JA waarna u terugbladert naar het Informatiemenu en een menustructuur afdrukt (pagina B-4).
[TYPE]= NORMAAL
NORMAAL LAAG HOOG
Deze optie verschijnt alleen wanneer
FUSERMODUS-CONF. MENU=JA. Als standaardinstelling zijn de meeste papiersoorten op NORMAAL ingesteld.
RUW=HOOG TRANSPAR=LAAG De instellingen HOOG en LAAG zijn alleen beschikbaar bij de formaten A4, Letter en Legal. Zie pagina 66 voor ondersteunde papiersoorten.
B-8
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Afdrukkwaliteit-menu Tot sommige opties van dit menu kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via het printerstuurprogramma (als het juiste stuurprogramma geïnstalleerd is). De instellingen van het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 59 voor meer informatie. Afdrukkwaliteit-menu Optie
Waarden
Verklaring
RESOLUTIE= FASTRES 1200
300 600 FASTRES 1200
Selecteer de resolutie uit de volgende waarden: 300: Produceert bij afdrukken op de maximumsnelheid van de printer (16 pagina’s per minuut) kladkwaliteit. Voor bepaalde bitmap-lettertypen en illustraties, en voor compatibiliteit met de printers uit de HP LaserJet III-familie wordt 300 dpi aanbevolen. 600: Produceert hoge afdrukkwaliteit bij afdrukken op de maximumsnelheid (16 pagina’s per minuut). FASTRES 1200: Levert optimale afdrukkwaliteit (vergelijkbaar met 1200 dpi) op de maximumsnelheid (17 ppm, Letter/16 ppm, A4) van de printer. PRORES 1200: Levert optimale afdrukkwaliteit (ware 1200 dpi) op half de maximumsnelheid van de printer.
PRORES 1200
Let op Het is beter om de resolutie vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en de software onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-9
Afdrukkwaliteit-menu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
RET=NORMAAL
UIT LICHT NORMAAL DONKER
Gebruik de instelling van de Resolution Enhancement-technologie (REt) van de printer om afdrukken met gladde hoeken, rondingen en randen te verkrijgen. REt heeft geen invloed op de afdrukkwaliteit wanneer de afdrukresolutie is ingesteld op ProRes 1200. REt is bevorderlijk voor alle andere afdrukresoluties, m.i.v. FastRes 1200.
Let op Het is beter om de REt-instelling vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
ECONOMODE=UIT
UIT AAN
Zet EconoMode aan (om toner te besparen) of uit (voor hoge kwaliteit). Met EconoMode worden afdrukken van kladkwaliteit gemaakt doordat er tot 50% minder toner op de afdruk wordt gebruikt.
Voorzichtig HP raadt af EconoMode voortdurend te gebruiken. (Als EconoMode voortdurend wordt gebruikt, is het mogelijk dat de toner langer meegaat dan de mechanische onderdelen van de tonercassette.)
Let op Het is beter om EconoMode vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma aan of uit te zetten. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
TONERDICHTHEID=3
1 2 3 4 5
Maak de afdruk lichter of donkerder door de instelling voor tonerdichtheid te wijzigen. De instellingen lopen van 1 (licht) tot 5 (donker), maar de standaardinstelling van 3 geeft gewoonlijk de beste resultaten. Gebruik een lagere instelling voor tonerdichtheid om toner te besparen.
Let op Het is beter om de tonerdichtheid vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma te wijzigen. (De instellingen van het stuurprogramma en de software onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
B-10
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Afdrukkwaliteit-menu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
REINIGINGSBLAD MAKEN
Geen waarde te selecteren.
Druk op [Selectie] om een reinigingsblad af te drukken (om de fuser-eenheid te ontdoen van achtergebleven toner). Om goed te kunnen werken, moet het reinigingsblad op kopieerpapier worden afgedrukt (geen bankpost of ruw papier). Volg de instructies op het reinigingsblad. Zie pagina 86 voor meer informatie.
REINIGINGSBLAD VERWERKEN
Geen waarde te selecteren.
Deze optie verschijnt alleen nadat een reinigingsblad is gemaakt (zoals hierboven beschreven). Druk op [Selecteren] om het reinigingsblad te verwerken.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-11
Afdrukmenu Tot sommige opties van dit menu kunt u toegang krijgen via een toepassingsprogramma of via het printerstuurprogramma (als het juiste stuurprogramma geïnstalleerd is). De instellingen van het printerstuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel. Zie pagina 59 voor meer informatie. Afdrukmenu Optie
Waarden
Verklaring
AANTAL=1
1 tot 999
Stel het standaard aantal exemplaren in door een getal tussen 1 en 999 te kiezen. Druk eenmaal op [-Waarde+] om de instelling te veranderen met stappen van 1, of houd [-Waarde+] ingedrukt om de waarden met stappen van 10 te doorlopen.
Let op Het is beter om het aantal exemplaren vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
PAPIER= LETTER (110 V printers) of
Zie pagina A-3 voor ondersteunde papierformaten.
Stel het standaard afdrukformaat voor papier en enveloppen in. (De naam van de optie verandert van papier in envelop terwijl u de beschikbare afmetingen doorloopt.)
NEE JA
NEE: De menu-opties voor speciaal papier zijn niet toegankelijk. JA: De menu-opties voor speciaal papier worden weergegeven (zie hieronder).
PAPIER= A4 (220 V printers) en
ENVELOP= COM10 (110 V printers) of
ENVELOP= DL (220 V printers)
SPECIAAL PAPIER CONF.=NEE
B-12
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Afdrukmenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
MAATEENHEID= INCHES
INCHES MILLIMETER
Deze optie verschijnt alleen wanneer SPECIAAL PAPIER CONF.=JA is ingesteld. Selecteer de maateenheid voor het speciale papierformaat.
(110V printers) of
MILLIMETER (220V printers)
X-AFMETING= 8,50 INCHES (110V printers)
Zie pagina A-3 voor ondersteunde papierformaten.
Deze optie verschijnt alleen wanneer
SPECIAAL PAPIER CONF.=JA is
ingesteld. Selecteer de afmeting die in de printer wordt gevoerd (korte kant).
of
216 MILLIMETER (220V printers)
Y-AFMETING= 14,00 INCHES (110V printers)
Zie pagina A-3 voor ondersteunde papierformaten.
Deze optie verschijnt alleen wanneer
SPECIAAL PAPIER CONF.=JA is
ingesteld. Selecteer de andere afmeting (lange kant).
of
356 MILLIMETER (220V printers)
FORM=60 REGELS
5 tot 128
Stelt de verticale regelafstand in op 5 tot 128 regels voor standaard papierformaat. Druk eenmaal op [- Waarde +] om de instelling met stappen van 1 te wijzigen, of houd [- Waarde +] ingedrukt om de waarden met stappen van 10 te doorlopen.
STAAND LIGGEND
Bepaal de standaardoriëntatie op de pagina.
(110V printers) of
64 REGELS (220V printers)
ORIENTATIE=STAAND
Let op Het is beter om de oriëntatie vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-13
Afdrukmenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
BRON PCL-LETTERT.= INTERN
INTERN SOFT SLEUF 1, 2 of 3
INTERN: Interne lettertypen. SOFT: Permanente softfonts. SLEUF 1, 2, of 3: Lettertypen die in één van de drie DIMM-sleuven zijn opgeslagen.
Let op Het is beter om de lettertypebron vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
PCL-LETTERT. NR.=0
0 tot 999
De printer wijst aan elk lettertype één nummer toe en zet ze op de PCL-lettertypenlijst (pagina 139). Het nummer van het lettertype verschijnt in de kolom Lettertypenummer van het overzicht.
Let op Het is beter om het lettertypenummer vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
TEK/INCH PCL-LETTERT.= 10,00
0,44 tot 99,99
Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt, afhankelijk van het geselecteerde lettertype. Druk eenmaal op [- Waarde +] om deze instelling in stappen van 0,01 tekens per inch te veranderen, of houd [- Waarde +] ingedrukt om de waarden in stappen van 1 te doorlopen.
Let op Het is beter om beter om het aantal tekens per inch vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
B-14
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Afdrukmenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
PUNTGROOTTE PCLLETTERT.=12,00
4,00 to 999,75
Het is mogelijk dat deze optie niet verschijnt, afhankelijk van het geselecteerde lettertype. Druk eenmaal op [-Waarde+] om deze instelling voor de lettergrootte in stappen van 0,25 te veranderen, of houd [-Waarde+] ingedrukt om de waarden in stappen van 1 te doorlopen.
Let op Het is beter om de lettergrootte vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
PCL-SYMBOLENSET= PC-8
PC-8 vele mogelijkheden
Selecteer één van de vele verschillende beschikbare symbolensets op het bedieningspaneel van de printer. Een symbolenset is een unieke groep van alle symbolen in een lettertype. PC-8 of PC-850 wordt aanbevolen voor lijntekenen.
Let op Het is beter om de symbolenset vanuit het printerstuurprogramma of het toepassingsprogramma in te stellen. (De instellingen van het stuurprogramma en het toepassingsprogramma onderdrukken de instellingen van het bedieningspaneel.)
COURIER=NORMAAL
NORMAAL VET
Selecteer de versie van het Courier-lettertype die u wilt gebruiken: NORMAAL: Het interne Courier-lettertype dat beschikbaar is op de HP LaserJet 4 serie printers. VET: Het interne Courier-lettertype dat beschikbaar is op de HP LaserJet III serie printers. Beide lettertypen zijn niet tegelijk beschikbaar.
A4 BREED=NEE
NEE JA
De instelling A4 Breed verandert het aantal tekens dat op één regel A4-papier afgedrukt kan worden. NEE: Hoogstens 78 10-pitch tekens kunnen op één regel worden afgedrukt. JA: Hoogstens 80 10-pitch tekens kunnen op één regel worden afgedrukt.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-15
Afdrukmenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
CRG. RET. TOEVOER NA LINEFEED=NEE
NEE JA
Selecteer JA om een return aan elke zachte return toe te voegen in achterwaarts compatibele PCL-taken (alleen tekst, geen taakbesturing). In sommige omgevingen, zoals UNIX, wordt een nieuwe regel alleen aangegeven met de besturingscode voor een zachte return. Met deze optie kan de gebruiker de vereiste harde return aan elke zachte return toevoegen.
PS-FOUTEN AFDRUKKEN=UIT
UIT AAN
Selecteer AAN om de PS-foutpagina af te drukken wanneer er PS-fouten optreden.
B-16
Bedieningspaneelmenu’s
DU
Configuratiemenu De opties in dit menu beïnvloeden het gedrag van de printer. U kunt de printer naar wens configureren. Configuratiemenu Optie
Waarden
Verklaring
POWERSAVE= 30 MINUTEN
UIT 15 MINUTEN 30 MINUTEN 1 UUR 2 UUR 3 UUR
Stel de printer zodanig in dat hij overgaat op PowerSave nadat hij een bepaalde tijd niet heeft gewerkt. Uitzetten van PowerSave wordt niet aanbevolen. De PowerSave-functie doet het volgende: • Zorgen dat de printer zo min mogelijk energie verbruikt wanneer hij niet werkt. • Slijtage van de elektronische onderdelen van de printer beperken. (De vensterverlichting wordt uitgezet.) Wanneer u een afdruktaak stuurt, op een toets van het bedieningspaneel drukt of een papierlade of de bovenklep opent, komt de printer automatisch uit de PowerSave-modus.
Let op PowerSave zet de vensterverlichting uit, maar het venster is nog wel leesbaar.
PERSONALITY= AUTO
DU
AUTO PCL PS
Selecteer de standaard printertaal (personality). Welke waarden mogelijk zijn hangt af van de in de printer geïnstalleerde geldige talen. Gewoonlijk moet u de printertaal niet veranderen (de standaardinstelling is AUTO). Als u de printer op een specifieke printertaal instelt, schakelt hij niet automatisch van de ene taal op de andere over, tenzij specifieke softwarecommando’s ‘naar’ de printer worden gestuurd.
Bedieningspaneelmenu’s
B-17
Configuratiemenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
BRON OPSLAAN= UIT
UIT AAN AUTO
Reserveer printergeheugen om de permanente hulpbronnen van elke taal op te slaan. (Het is mogelijk dat u geheugen aan de printer moet toevoegen om deze optie te laten verschijnen.) Hoeveel geheugen wordt gereserveerd kan voor elke geïnstalleerde taal verschillend zijn. Sommige talen kunnen geheugen gereserveerd hebben voor het opslaan van hulpbronnen zonder dat dit voor alle talen het geval hoeft te zijn. Wanneer de hoeveelheid geheugen die voor een bepaalde taal gereserveerd is wordt gewijzigd, verliezen alle talen alle opgeslagen hulpbronnen, inclusief eventuele niet verwerkte afdruktaken. UIT: Er worden geen bronnen van talen opgeslagen, en taalafhankelijke hulpbronnen, zoals lettertypen en macro’s, gaan verloren wanneer de taal of resolutie verandert. AAN: Er verschijnt een optie voor elke geïnstalleerde taal waaraan de gebruiker een bepaalde hoeveelheid geheugen voor het opslaan van de bronnen van die taal kan toewijzen. (Zie onderstaande opties.) AUTO: De printer bepaalt automatisch hoeveel geheugen voor het opslaan van de bronnen van elke geïnstalleerde taal wordt gebruikt. Zie pagina C-6 voor meer informatie.
PCL-GEHEUGEN= 400K
0K en hoger
Deze optie verschijnt alleen wanneer BRON OPSLAAN=AAN. Selecteer de hoeveelheid
B-18
(Deze waarde hangt af van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.)
Bedieningspaneelmenu’s
geheugen die wordt gebruikt voor het opslaan van PCL-bronnen. De standaardinstelling van de printer is de minimale hoeveelheid geheugen die nodig is voor het opslaan van bronnen voor PCL. Druk op [- Waarde +] om de instellingen met stappen van 10 (tot 100 KB) of met stappen van 100 (boven 100 KB) te veranderen. Zie pagina C-6 voor meer informatie.
DU
Configuratiemenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
PS-GEHEUGEN= 400K
0K en hoger
Deze optie verschijnt alleen wanneer BRON OPSLAAN=AAN. Selecteer de hoeveelheid
PAGINABEVEIL.= AUTO
AUTO AAN
(Deze waarde is afhankelijk van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.)
geheugen die wordt gebruikt voor het opslaan van PS-bronnen. De standaardinstelling van de printer is de minimale hoeveelheid geheugen die nodig is voor het opslaan van bronnen voor PS. Druk op [-Waarde+] om de instellingen met stappen van 10 (tot 100 KB) of met stappen van 100 (boven 100 KB) te veranderen. Zie pagina C-6 voor meer informatie. Deze optie verschijnt alleen nadat het bericht
21 PAGINA TE INGEWIKKELD, DRUK OP START OM DOOR TE GAAN wordt
weergegeven (pagina 110). Memory Enhancement-technology (MEt) tracht te verzekeren dat alle pagina’s worden afgedrukt. Als de pagina niet wordt afgedrukt, moet u PAGINABEVEIL. op AAN zetten. De kans bestaat dat nu het bericht 20
ONVOLDOENDE GEHEUGEN, DRUK OP START OM DOOR TE GAAN wordt weergegeven. Als dit
gebeurt, moet u de afdruktaak vereenvoudigen of extra geheugen installeren (pagina C-1).
WISBARE WAARSCHUWINGEN=TAAK
TAAK AAN
Stel in hoe lang een wisbare waarschuwing op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven. TAAK: Waarschuwingsberichten worden op het bedieningspaneel weergegeven tot het einde van de taak die ze heeft voortgebracht. AAN: Waarschuwingsberichten worden op het bedieningspaneel weergegeven totdat op [Start] wordt gedrukt.
AUTOMATISCH DOORGAAN=AAN
AAN UIT
Bepaal hoe de printer op fouten reageert. AAN: Als er een fout optreedt die het afdrukken verhindert, wordt dit bericht weergegeven, en gaat de printer 10 seconden lang offline voordat hij weer on-line gaat. UIT: Als er een fout optreedt die het afdrukken verhindert, blijft het bericht in het venster en blijft de printer offline tot op [Start] wordt gedrukt. Als de printer op een netwerk is aangesloten, is het waarschijnlijk het beste om AUTO GO op AAN te zetten.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-19
Configuratiemenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
TONER BIJNA OP= DOORGAAN
DOORGAAN STOP
Bepaal hoe de printer zich gedraagt wanneer de toner bijna op is. Het bericht TONER BIJNA OP verschijnt eerst wanneer er bijna geen toner meer in de tonercassette is. (Er kunnen nog ongeveer 100 tot 300 vellen worden afgedrukt.) DOORGAAN: De printer blijft afdrukken terwijl het bericht TONER BIJNA OP wordt weergegeven. STOP: De printer gaat offline en wacht op verdere handelingen. Zie pagina 79 voor meer informatie.
RAM DISK=UIT
UIT AAN AUTO
Bepaal hoe de RAM-disk geconfigureerd is. Deze optie verschijnt alleen als er geen optionele harde schijf is geïnstalleerd en de printer ten minste 16 MB geheugen heeft. UIT: De RAM-disk is uitgeschakeld. AAN: De RAM-disk is ingeschakeld. Configureer de te gebruiken hoeveelheid geheugen via de volgende optie: RAMDISK GROOTTE.
Let op
Als de instelling van UIT naar AAN of van UIT naar AUTO wordt veranderd, wordt de printer automatisch opnieuw geïnitialiseerd wanneer hij niet werkt.
RAMDISK GROOTTE= xxxK
B-20
0K en hoger (Deze waarde hangt af van de hoeveelheid geïnstalleerd geheugen.)
Bedieningspaneelmenu’s
Bepaal de grootte van de RAM-disk. Deze optie verschijnt wanneer RAM DISK=AAN of AUTO. Druk op [- Waarde +] om de instellingen met stappen van 100 te veranderen.
Let op Deze instelling kan niet worden gewijzigd als RAM DISK=AUTO. Wanneer deze waarde wordt gewijzigd, wordt de printer opnieuw geïnitialiseerd wanneer hij niet werkt.
DU
Configuratiemenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
OK NA PAPIERSTORING=AUTO
AUTO AAN UIT
Bepaal hoe de printer reageert wanneer er een papierstoring optreedt. AUTO: De printer selecteert automatisch de beste modus voor het herstellen van een papierstoring (gewoonlijk AAN). Dit is de standaardinstelling. AAN: De printer drukt de pagina’s automatisch opnieuw af nadat een papierstoring is opgeheven. UIT: De printer drukt geen pagina’s af na een papierstoring. De afdrukprestaties kunnen worden verbeterd met deze instelling.
ONDERHOUDBERICHT=UIT
UIT
Deze optie verschijnt alleen nadat het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG wordt weergegeven. UIT: het bericht PRINTERONDERHOUD NODIG wordt gewist en verschijnt niet opnieuw tot de volgende onderhoudsbeurt nodig is. Het bericht moet niet uitgeschakeld worden tot de onderhoudsbeurt daadwerkelijk is uitgevoerd. Regelmatig onderhoud is noodzakelijk om onnodige slijtage te voorkomen. Zie pagina 87 voor meer informatie. Zie pagina 11 voor het bestellen van de printeronderhoudskit.
KLEIN PAPIER SNEL=NORMAAL
NORMAAL LANGZAAM
Selecteer LANGZAAM, wanneer u afwisselend enveloppen of kleine papierformaten en vervolgens weer standaard papierformaten wilt afdrukken. Denk erom de snelheid terug te zetten op NORMAAL, zodra u klaar bent.
NIEUWE TONER CASSETTE=NEE
JA NE
Met deze optie kunt u de printer kenbaar maken dat er een nieuwe tonercassette is geïnstalleerd. Als u de optie instelt op JA wordt de HP TonerGauge weer op vol gezet.
SNELKOPIE TAKEN=32
1 tot 50
Specificeert het aantal snelkopieertaken dat op de harde schijf van de printer kan worden opgeslagen.
WACHTRIJ TIMEOUT=UIT
UIT 1 UUR 4 UUR 1 DAG 1 WEEK
Hiermee stelt u in hoe lang taken worden bewaard voordat ze automatisch uit de wachtrij worden verwijderd.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-21
Configuratiemenu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
CONFIGUREER PRORES 1200=NEE*
JA NE
Met deze optie kunt u de printer kenbaar maken of deze al of niet de afdrukresolutie Pro Res (1200 dpi) moet gebruiken. Als u JA selecteert, verschijnt er een andere menu-optie waarmee u kunt kiezen tussen NORMALE of HALVE snelheid.
B-22
Bedieningspaneelmenu’s
DU
I/O-menu De opties in het I/O-menu (invoer/uitvoer) beïnvloeden de communicatie tussen de printer en de computer. I/O-menu Optie
Waarden
Verklaring
I/U-TIMEOUT=15
5 tot 300
Selecteer de I/O-timeout-periode in seconden. (I/O-timeout is de tijd, uitgedrukt in seconden, die de printer wacht voordat een afdruktaak wordt beëindigd.) Met deze instelling kunt u de timeout instellen voor de beste prestaties. Als er gegevens van andere poorten in het midden van uw afdruktaak verschijnen, moet u de timeoutwaarde verhogen. Druk eenmaal op [- Waarde +] om de instellingen in stappen van 1 te verhogen, of houd [- Waarde +] ingedrukt om de waarden in stappen van 10 te doorlopen.
I/U-BUFFER=AUTO
AUTO AAN UIT
Wijs geheugen toe voor I/O-buffering. AUTO: De printer reserveert automatisch geheugen voor I/O-buffering. Verdere configuraties zijn niet vereist en de menu-optie I/U-BUFFERGRTTE verschijnt niet. AAN: De optie I/U-BUFFERGRTTE verschijnt (zie volgende pagina). Geef op hoeveel geheugen voor I/O-buffering gebruikt moet worden. UIT: Er wordt geen I/O-buffering uitgevoerd en de optie I/U-BUFFERGRTTE verschijnt niet. Wanneer de I/O-bufferinstelling wordt gewijzigd, moeten eventueel gedownloade hulpbronnen (zoals lettertypen of macro’s) opnieuw gedownload worden, tenzij die op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen. Zie pagina C-7 voor meer informatie.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-23
I/O-menu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
I/U-BUFFERGRTTE= 100K
10K en hoger
Deze optie verschijnt alleen wanneer I/U-BUFFER=AAN. Geef de hoeveelheid geheugen voor I/O-buffering op. De maximale hoeveelheid voor I/O-buffering beschikbaar geheugen wordt bepaald door de hoeveelheid in de printer geïnstalleerd geheugen, de in de printer geïnstalleerde talen en andere geheugentoewijzingen die gemaakt moeten worden. Druk op [-Waarde +] om de instellingen in stappen van 10 (tot 100 KB) of in stappen van 100 (boven 100 KB) te veranderen.
PARALLELLE POORT HOOG=JA
JA NEE
Selecteer de snelheid waarmee gegevens naar de printer worden overgezonden. JA: De printer accepteert snellere parallelle communicatie die wordt gebruikt voor verbinding met nieuwere computers. NEE: De printer accepteert langzamere parallelle communicatie die wordt gebruikt voor verbinding met oudere computers.
PARAL. GEAVANC. FUNCTIES=AAN
AAN UIT
Zet de parallelle tweerichtingscommunicatie aan of uit. De standaardinstelling is afgesteld op een parallelle tweerichtingspoort (IEEE-1284). Met deze instelling kan de printer statusterugleesberichten naar de computer sturen. (Wanneer de parallelle geavanceerde functies ingeschakeld zijn, kan de taalinstelling langzamer gaan.)
B-24
Bedieningspaneelmenu’s
DU
EIO-menu (4050 N/4050 TN) De menu’s voor EIO (verbeterde input/output) zijn afhankelijk van het accessoire dat in een EIO-sleuf van de printer is geïnstalleerd. Als de printer een EIO-kaart met de HP JetDirect-printserver bevat, kunt u de belangrijkste netwerkparameters instellen via het EIO-menu. U kunt deze en andere parameters ook configureren via HP JetAdmin en HP Web JetAdmin. EIO-menu Optie
Waarden
Verklaring
CFG-NETWERK=NEE
NEE JA
NEE: Het JetDirect-menu is niet toegankelijk. JA: Het JetDirect-menu wordt weergegeven.
IPX/SPX=AAN
AAN UIT
Selecteer of de IPX/SPX protocolstapel (in Novell NetWare netwerken, bijvoorbeeld) is ingeschakeld (aan) of uitgeschakeld (uit).
DLC/LLC=AAN
AAN UIT
Selecteer of de DLC/LLC protocolstapel is ingeschakeld (aan) of uitgeschakeld (uit).
TCP/IP=AAN
AAN UIT
Selecteer of de TCP/IP protocolstapel is ingeschakeld (aan) of uitgeschakeld (uit).
ETALK=AAN
AAN UIT
Selecteer of de Apple EtherTalk protocolstapel is ingeschakeld (aan) of uitgeschakeld (uit).
CFG IPX/SPX=NEE
NEE JA
NEE: Het IPX/SPX-menu is niet toegankelijk. JA: Het IPX/SPX-menu wordt weergegeven. In
DU
het IPX/SPX-menu kunt u de op uw netwerk gebruikte frametypeparameter opgeven. De standaardinstelling is AUTO om het frametype automatisch in te stellen en te beperken tot het waargenomen frametype. Voor Ethernetkaarten zijn de keuzen voor het frametype EN_8023, EN_II, EN_8022, EN_SNAP. Voor Token Ring-kaarten zijn de keuzen voor het frametype TR_8022, TR_SNAP. In het IPX/SPX-menu voor Token Ring-kaarten kunt u ook NetWare Source Routing parameters opgeven, zoals SRC RT=AUTO (standaard), UIT, ENKELE R of ALLE RT.
Bedieningspaneelmenu’s
B-25
EIO-menu (vervolg) Optie
Waarden
Verklaring
CFG TCP/IP=NEE
NEE JA
NEE: Het TCP/IP-menu is niet toegankelijk. JA: Het TCP/IP-menu wordt weergegeven. In het TCP/IP-menu kunt u BOOTP=JA opgeven, zodat de TCP/IP-parameters bij het aanzetten van de printer automatisch van een bootp- of DHCP-server worden geladen. Als u BOOTP= NEE opgeeft, kunt u geselecteerde TCP/IPparameters zelf via het bedieningspaneel instellen. U kunt elke byte van het IP-adres, Subnet Mask (SM), Syslog Server (LG) en Default Gateway (GW) instellen. Als u geen IP-adres voor de Syslog Server opgeeft, werkt de printer toch. De Timeoutperiode kan ook met de hand worden ingesteld.
CFG ETALK=NEE
B-26
NEE JA
Bedieningspaneelmenu’s
NEE: Het EtherTalk-menu is niet toegankelijk. JA: Het EtherTalk-menu wordt weergegeven. In het EtherTalk-menu kunt u de AppleTalk faseparameter (ETALK FASE=1 of 2) voor uw netwerk instellen.
DU
Herstelmenu Wees voorzichtig met het gebruik van dit menu. U kunt gebufferde paginagegevens of printerconfiguratie-instellingen verliezen wanneer u deze opties selecteert. Stel de printer alleen terug onder de volgende omstandigheden:
• • •
U wilt de standaardinstellingen van de printer terugbrengen. De communicatie tussen de printer de computer is verbroken. U gebruikt zowel de seriële als de parallelle I/O-poorten en er zijn problemen met één van de poorten.
De opties in het Herstelmenu wissen alle geheugengegevens uit de printer, terwijl [Taak annuleren] alleen de actuele taak wist. Let op
Als de printer geen harde schijf heeft, worden de functies voor Taak vasthouden gewist.
Herstelmenu Optie
Verklaring
GEHEUGEN HERSTELLEN
Deze optie wist de printerbuffer en de invoerbuffer voor de actieve I/O en brengt de standaardinstellingen van het bedieningspaneel terug. Het herstellen van het geheugen tijdens een afdruktaak kan tot gegevensverlies leiden.
FABRIEKSINSTELL. HERSTELLEN
Deze optie voert een eenvoudig herstel uit en brengt de meeste fabrieksinstellingen (standaardinstellingen) terug. Deze optie wist ook de invoerbuffer voor de actieve I/O. Het herstellen van het geheugen tijdens een afdruktaak kan tot gegevensverlies leiden.
HERSTEL ACTIEVE I/U-KANAAL
Deze optie voert een eenvoudig herstel uit en wist de invoer- en uitvoerbuffers (alleen voor de actieve I/O’s). Het herstellen van het geheugen tijdens een afdruktaak kan tot gegevensverlies leiden.
ALLE I/U-KANALEN HERSTELLEN
Deze optie voert een eenvoudig herstel uit en wist de invoer- en uitvoerbuffers voor alle I/O’s.
DU
Bedieningspaneelmenu’s
B-27
B-28
Bedieningspaneelmenu’s
DU
C Printergeheugen en uitbreiding Overzicht De printer heeft drie dual inline memory module (DIMM)sleuven om de capaciteit van de printer uit te breiden met:
• Meer printergeheugen. DIMM’s zijn verkrijgbaar in 4, 8, 16, 32 en • • • Let op
64 MB voor maximaal 200 MB. Flash-DIMM’s, verkrijgbaar in 2 en 4 MB. In tegenstelling tot standaard printergeheugen kunnen flash-DIMM’s gebruikt worden om gedownloade opties permanent in de printer op te slaan, zelfs wanneer de printer uit staat. Op DIMM’s gebaseerde extra lettertypen, macro’s en patronen. Andere op DIMM’s gebaseerde printertalen en printeropties.
De SIMM’s (Single In-line Memory Modules, enkele in-line geheugenmodules) die op eerdere HP LaserJet printers werden gebruikt, zijn niet compatibel met de printer. U kunt meer geheugen aan de printer toevoegen als u dikwijls complexe illustraties of PS-documenten afdrukt, met de optionele duplexeenheid afdrukt, veel gedownloade lettertypen gebruikt of met ProRes 1200 afdrukt.
DU
Printergeheugen en uitbreiding
C-1
De printer heeft twee verbeterde EIO-sleuven (‘enhanced input/output’) om de capaciteiten van de printer uit te breiden met:
• Een netwerkkaart. • Een massageheugen, zoals een harde schijf. Zie pagina 9 voor bestelinformatie. Om te bepalen hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd of om te bepalen wat er in de EIO-sleuven is geïnstalleerd, kunt u een configuratiepagina afdrukken (pagina 137).
C-2
Printergeheugen en uitbreiding
DU
Geheugen installeren Voorzichtig Statische elektriciteit kan DIMM’s (Dual In-line Memory Modules, dubbele in-line geheugenmodules) beschadigen. Draag bij het hanteren van DIMM’s een antistatische polsband of raak regelmatig het oppervlak van de antistatische verpakking van de DIMM aan, en raak vervolgens blank metaal op de printer aan. Als u dit nog niet hebt gedaan, moet u een configuratiepagina afdrukken om te bepalen hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd voordat u er meer geheugen aan toevoegt (pagina 137). 1 Zet de printer uit. Draai de printer zodat u bij de rechterkant kunt. Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los. 2 Grijp de klep (zoals afgebeeld) en trek hem stevig naar de achterkant van de printer tot hij stopt. 3 Haal de klep van de printer. 4 Draai de geborgde schroef die de toegangsklep van de DIMM vasthoudt los met een kruiskopschroevendraaier nr. 2. Open de klep.
DU
Printergeheugen en uitbreiding
C-3
5 Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Houd de DIMM vast met uw vingers tegen de zijranden en uw duimen tegen de achterrand. Breng de inkepingen van de DIMM op één lijn met de DIMM-sleuf. (Controleer of de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM-sleuf open zijn, of naar buiten wijzen.) 6 Duw de DIMM recht in de sleuf (stevig drukken). Zorg dat de vergrendelingen aan weerszijden van de DIMM naar binnen op hun plaats klikken. (Om een DIMM te verwijderen, moeten de vergrendelingen worden losgemaakt.) 7 Sluit de toegangsklep en zet de schroef vast. 8 Plaats de onderkant van het deksel op de printer. Zorg dat de onderste lipjes op het deksel in de overeenkomstige sleuven in de printer passen. Draai het deksel omhoog, naar de printer toe. 9 Schuif het deksel naar de voorkant van de printer tot het vastklikt. Bevestig eventuele interfacekabels en het netsnoer opnieuw, zet de printer vervolgens aan en test de DIMM. (Ga naar pagina C-5.)
C-4
Printergeheugen en uitbreiding
DU
De geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om te controleren of de DIMM’s goed geïnstalleerd zijn: 1 Controleer of er KLAAR op het bedieningspaneel van de printer staat wanneer de printer wordt aangezet. Als er een foutbericht verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet goed geïnstalleerd is. Controleer de printerberichten (pagina 103). 2 Druk een nieuwe configuratiepagina af (pagina 137). 3 Controleer het gedeelte over het geheugen op de configuratiepagina en vergelijk het met de configuratiepagina die vóór de installatie van de DIMM is afgedrukt. Als de hoeveelheid geheugen niet is toegenomen, is het mogelijk dat de DIMM niet goed geïnstalleerd is (herhaal de installatieprocedure) of dat de DIMM defect is (probeer een nieuwe DIMM). Let op
DU
Als u een printertaal (personality) hebt geïnstalleerd, controleer dan het gedeelte Geïnstalleerde personality’s en opties op de configuratiepagina. Hier moet de nieuwe printertaal bij staan.
Printergeheugen en uitbreiding
C-5
Geheugeninstellingen bijstellen Instellingen voor het opslaan van bronnen Met de instellingen voor het opslaan van bronnen kan de printer gedownloade bronnen (permanent gedownloade lettertypen, macro’s of patronen) in het geheugen bewaren wanneer de printertaal of resolutie wordt veranderd. Als u geen optionele harde schijf of flash-DIMM hebt om gedownloade bronnen in op te slaan, kunt u de hoeveelheid geheugen die aan elke taal is toegewezen veranderen wanneer u een buitengewoon groot aantal lettertypen downloadt, of als de printer in een netwerkomgeving is. De minimale hoeveelheid geheugen die aan het opslaan van bronnen kan worden toegewezen is 400 KB elk voor PCL en PS. Ga als volgt te werk om te bepalen hoeveel geheugen u aan een taal toewijst: 1 Stel in het configuratiemenu BRON OPSLAAN=AAN in (pagina B-18). Het is mogelijk dat u geheugen aan de printer moet toevoegen om deze optie op het bedieningspaneel van de printer te laten verschijnen. 2 Kies, ook in het configuratiemenu, PCL-GEHEUGEN of PS-GEHEUGEN en zet de instelling op de hoogste waarde die wordt weergegeven. Deze hoeveelheid varieert afhankelijk van de hoeveelheid geheugen die in de printer is geïnstalleerd. 3 Download met behulp van een toepassingsprogramma alle lettertypen die u in de geselecteerde taal wilt gebruiken. 4 Druk een configuratiepagina af (pagina 137). De hoeveelheid geheugen die door de lettertypen wordt gebruikt staat naast de taal aangegeven. Rond dit getal naar boven af tot de volgende 100 KB. (Als er bijvoorbeeld 475 KB staat, moet er 500 KB gereserveerd worden.) 5 Stel in het configuratiemenu PCL-GEHEUGEN of PS-GEHEUGEN in op de in stap 4 bepaalde waarde. 6 Herhaal stap 3. (U moet alle lettertypen nogmaals downloaden. Zie onderstaande opmerking.) Let op
C-6
Wanneer u de instelling voor het bewaren van bronnen verandert, moeten alle gedownloade bronnen (zoals lettertypen of macro’s) nogmaals gedownload worden, tenzij ze op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.
Printergeheugen en uitbreiding
DU
I/O-bufferinstellingen Om de computer door te laten werken zonder te hoeven wachten tot de afdruktaak beëindigd is, gebruikt de printer een gedeelte van zijn geheugen (een I/O-buffer) om taken in uitvoering in te bewaren. (Als de I/O-buffer uit staat, is er geen geheugen voor deze functie gereserveerd.) In de meeste gevallen is het beter om de printer automatisch geheugen voor de I/O-buffer te laten reserveren. (Voor elke megabyte geheugen die aan de printer wordt toegevoegd, worden er 100 kilobytes gereserveerd.) Om het afdrukken op een netwerk te versnellen, kunt u de hoeveelheid geheugen die voor de I/O-buffer gereserveerd is, vergroten. Ga als volgt te werk om de I/O-bufferinstellingen te wijzigen: 1 Stel via het I/O-menu I/U-BUFFER=AAN in (pagina B-23). 2 Stel, ook via het I/O-menu, de gewenste waarde in voor I/U-GROOTTE. Let op
DU
Wanneer u de instelling van de I/O-buffer verandert, moeten alle gedownloade bronnen (zoals lettertypen en macro’s) opnieuw gedownload worden, tenzij die op een optionele harde schijf of flash-DIMM zijn opgeslagen.
Printergeheugen en uitbreiding
C-7
EIO-kaarten/Massaopslag installeren Zet de printer uit voordat u de EIO-kaart of het opslagsysteem installeert. Zie Figuur C-1 voor de stand en plaats van de EIO-kaart of het optionele opslagsysteem, zoals een harde schijf. Gebruik HP Bronnenbeheer voor het beheren van lettertypen op een opslagsysteem (pagina 25). Meer informatie hierover vindt u in de Help van de printersoftware. HP brengt voortdurend nieuwe hulpprogramma’s voor gebruik met uw printer en printertoebehoren. U kunt hulpprogramma’s gratis downloaden van het Internet. Zie pagina viii voor informatie over deze HP Website. Druk na installatie van een nieuw apparaat eerst een configuratiepagina af.
Figuur C-1
C-8
EIO-kaarten of massaopslag installeren
Printergeheugen en uitbreiding
DU
D Printercommando’s
F
Overzicht Bij de meeste toepassingsprogramma’s is het invoeren van printercommando’s niet nodig. Raadpleeg uw computer- en softwaredocumentatie voor de methode voor het invoeren van printercommando’s, indien nodig. PCL 5e
PCL 5e-printeropdrachten maken de printer kenbaar welke taken uitgevoerd moeten worden of welke lettertypen gebruikt moeten worden. In dit aanhangsel vindt u een beknopt overzicht van deze opdrachten voor gebruikers die met de structuur van PCL 5eopdrachten vertrouwd zijn.
HP-GL/2
De printer is in staat vector-graphics af te drukken met behulp van de grafische HP-GL/2-taal. Om met de HP-GL/2-taal te kunnen afdrukken, moet de printer de PCL 5e-taal verlaten en de HP-GL/2modus activeren, hetgeen gebeurt door de printer PCL 5e-code te sturen. Sommige toepassingsprogramma’s stellen de taal in via hun stuurprogramma.
PJL
PJL (Printer Job Language, de printertaaktaal van HP) voorziet in een besturingsniveau boven PCL 5e en andere printertalen. De vier belangrijkste functies die PJL biedt zijn: een andere printertaal kiezen, taakscheiding, printerconfiguratie en de status van de printer opvragen. PJL-opdrachten kunnen worden gebruikt om de standaardinstellingen van de printer te veranderen.
Let op
De tabel aan het einde van dit aanhangsel geeft een overzicht van veel gebruikte PCL 5e-opdrachten (pagina D-6). Voor een volledig overzicht en uitleg van het gebruik van PCL 5e-, HP-GL/2- en PJL-opdrachten kunt u del PCL 5e/PJL Technical Reference Documentation Package downloaden (pagina 11). Als u meer informatie over deze printeropdrachten via de fax wilt ontvangen, kunt u HP FIRST (Fax Information Retrieval Service Technology) bellen en om een index voor HP LaserJet-printers vragen. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding.)
DU
Printercommando’s
D-1
Verklaring van de syntaxis van PCL 5e-printeropdrachten Vergelijk de volgende tekens alvorens printercommando’s te gebruiken: Kleine letter l:
l
Hoofdletter O:
O
Cijfer één:
1
Cijfer 0:
0
In veel printeropdrachten komen de kleine letter l (l) en het cijfer 1, of de hoofdletter O (O) en het cijfer nul (0) voor. Deze tekens zullen er op uw scherm soms anders uitzien dan ze hier worden weergegeven. In de PCL 5e-printeropdrachten moet u de deze tekens (letter of cijfer, hoofdletter of kleine letter) precies zo gebruiken als ze hier worden opgegeven. Figuur D-1 geeft de elementen van een gewoon printercommando (in dit geval een commando voor de oriëntatie van de pagina).
Escape-teken (begint escape-opdracht)
Geparameteriseerd teken Figuur D-1
D-2
Waardeveld (bevat zowel letters als cijfers)
Groepsteken
Eindteken (hoofdletter)
Elementen van een printercommando
Printercommando’s
DU
Escape-opdrachten combineren Escape-opdrachten kunnen gecombineerd worden tot één escape-opdrachtreeks. Er zijn drie belangrijke regels die men dient te volgen bij het combineren van codes: 1 De eerste twee tekens na het ?-teken (de geparameteriseerdeen groepstekens, zie Figuur D-1) moeten hetzelfde zijn in alle te combineren commando’s. 2 Bij het combineren van escape-opdrachten moet de hoofdletter (het eindteken) in elke afzonderlijke escape-opdracht in een kleine letter worden veranderd. 3 Het laatste teken van de gecombineerde escape-opdracht moet een hoofdletter zijn. De volgende escape-opdracht wordt bijvoorbeeld naar de printer gestuurd om Legal papier, liggende afdrukstand en 8 regels per inch te selecteren:
?&l3A?&l1O?&l8D De volgende escape-opdracht stuurt dezelfde printercommando’s door ze tot een kortere opdracht te combineren:
?&l3a1o8D
DU
Printercommando’s
D-3
Escape-tekens invoeren Printercommando’s beginnen altijd met het escape-teken (?). De onderstaande tabel toont hoe het escape-teken in diverse DOS-toepassingsprogramma’s ingevoerd kan worden. DOS-toepassingsprogramma
Invoer
Wat u ziet
Lotus 1-2-3 en Symphony
Typ \027
027
Microsoft Word voor DOS
Houd Alt ingedrukt en typ 027 op het numerieke toetsenbord
←
WordPerfect voor DOS
Typ <27>
<27>
MS-DOS Edit
Houd Ctrl-P ingedrukt en druk op Esc
←
MS-DOS Edlin
Houd Ctrl-V ingedrukt en druk op [
^[
dBase
?? CHR(27)+"commando"
?? CHR(27)+" "
D-4
Printercommando’s
DU
PCL 5e-lettertypen selecteren PCL 5e-printeropdrachten voor het selecteren van lettertypen kunt u vinden in de lijst met PCL 5e symbolenlettertypen (pagina 139). Hieronder ziet u een voorbeeld uit deze lijst. Let op de vakjes waar variabelen voor de set en de puntgrootte ingevuld moeten worden.
Deze variabelen moeten worden ingevuld om te voorkomen dat de printer de standaardinstellingen gebruikt. Als u bijvoorbeeld een symbolenset voor het tekenen van lijnen wilt gebruiken, selecteert u de symbolenset 10U (PC-8) of 12U (PC-850). Andere gebruikelijke symbolensetcodes vindt u op pagina D-8. Let op
Lettertypen hebben ‘vaste’ of ’proportionele’ spatiëring. De printer bevat zowel vaste lettertypen (Courier, Letter Gothic en Lineprinter) als proportionele lettertypen (CG Times, Arial, Times New Roman en andere). Lettertypen met vaste spatiëring worden gewoonlijk gebruikt in toepassingen zoals spreadsheets en databases, waar het belangrijk is dat de kolommen verticaal uitgelijnd zijn. Lettertypen met proportionele spatiëring worden gewoonlijk gebruikt in toepassingen zoals tekstverwerkers.
DU
Printercommando’s
D-5
Veel gebruikte PCL 5e-printeropdrachten
Paginabesturingscommando’s
Taakbesturingscommando’s
Veel gebruikte PCL 5e-printeropdrachten
D-6
Functie
Commando
Opties (#)
Herstel
?E
n.v.t.
Aantal exemplaren
?&l#X
1 tot 999
dubbelzijdig/enkelzijdig afdrukken
?&l#S
0 = Simplex (enkelzijdig) afdrukken 1 = Duplex (dubbelzijdig), in de lengte gebonden 2 = Duplex (dubbelzijdig), in de breedte gebonden
Papierbron
?&l#H
0 = drukt actuele pagina af of werpt hem uit 1 = lade 2 2 = handinvoer, papier 3 = handinvoer, envelop 4 = lade 1 5 = lade 3 6 = Envelopinvoer 7 = automatische selectie 8 = lade 4 20-69 = externe laden
Papierformaat
?&l#A
1 = Executive 2 = Letter 3 = Legal 25 = A5 26 = A4 45 = B5-JIS 80 = Monarch 81 = Commercial 10 90 = DL 91 = International C5 100 = B5 101 = Speciaal
Papiersoort
?&n#
5WdBond = Bankpost 6WdPlain = Normaal 6WdColor = Kleur 7WdLabels = Etiketten 9WdRecycled = Kringlooppapier 11WdLetterhead = Briefhoofdpapier 10WdCardstock = Kaarten 11WdPrepunched = Geperforeerd 11WdPreprinted = Voorbedrukt 13WdTransparency = Transparant #WdCustompapertype = Speciaal1
Afdrukstand
?&l#O
0 = Staand 1 = Liggend 2 = Geroteerd staand 3 = Geroteerd liggend
Printercommando’s
DU
Taalselectie
Programmeringstips
Cursorpositie
Paginabesturingscommando’s (vervolg)
Veel gebruikte PCL 5e-printeropdrachten (vervolg)
DU
Functie
Commando
Opties (#)
Bovenmarge
?&l#E
# = aantal regels
Tekstlengte (ondermarge)
?&l#F
# = aantal regels van bovenmarge
Linker marge
?&a#L
# = kolomnummer
Rechtermarge
?&a#M
# = kolomnummer van linkermarge
Horizontale bewegingsindex
?&k#H
stappen van 1/120 inch (comprimeert afdruk horizontaal)
Verticale bewegingsindex
?&l#C
stappen van 1/48 inch (comprimeert afdruk verticaal)
Regelafstand
?&l#D
# = regels per inch (1, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 16, 24, 48)
Perforatie-interval
?&l#L
0 = uitschakelen 1 = inschakelen
Verticale positie (rijen)
?&a#R
# = rijnummer
Verticale positie (stippen)
?*p#Y
# = stipnummer (300 stippen = 1 inch)
Verticale positie (decipunten)
?&a#V
# = decipuntnummer (720 decipunten = 1 inch)
Horizontale positie (kolommen)
?&a#C
# = kolomnummer
Horizontale positie (stippen)
?*p#X
# = stipnummer (300 stippen = 1 inch)
Horizontale positie (decipunten)
?&a#H
# = decipuntnummer (720 decipunten = 1 inch)
Doorrollen bij regeleinde
?&s#C
0 = Inschakelen 1 = Uitschakelen
Weergavefuncties Aan
?Y
n.v.t.
Weergavefuncties Uit
?Z
n.v.t.
PCL 5e-modus activeren
?%#A
0 = Vorige PCL 5e-cursorpositie gebruiken 1 = Huidige HP-GL/2-pinpositie gebruiken
HP-GL/2-modus activeren
?%#B
0 = Vorige HP-GL/2-pinpositie gebruiken 1 = Huidige PCL-cursorpositie gebruiken
Printercommando’s
D-7
Lettertypeselectie
Veel gebruikte PCL 5e-printeropdrachten (vervolg) Functie
Commando
Opties (#)
Symbolensets
?(#
8U = HP Roman-8 symbolenset 10U = IBM-layout (PC-8) (codepagina 437) standaard symbolenset 12U = IBM-layout voor Europa (PC-850) (codepagina 850) 8M = Math-8 19U = Windows 3.1 Latin 1 9E = Windows 3.1 Latin 2 (veel gebruikt in Oost-Europa) 5T = Windows 3.1 Latin 5 (veel gebruikt in Turkije) 579L = Wingdings lettertype
Primaire spatiëring
?(s#P
0 = vast 1 = proportioneel
Primaire tekens/inch
?(s#H
# = tekens/inch
Tekens/inch-modus instellen2
?&k#S
0 = 10 4 = 12 (elite) 2 = 16,5 - 16,7 (gecomprimeerd)
Primaire hoogte
?(s#V
# = punten
Primaire stijl
?(s#S
0 = rechtop (massief) 1 = cursief 4 = gecomprimeerd 5 = gecomprimeerd cursief
Primaire afdrukdikte
?(s#B
0 = normaal (boek of tekst) 1 = halfvet 3 = vet 4 = extra vet
Lettertype
?(s#T
Druk een PCL-lettertypelijst af om voor elk intern lettertype het commando te vinden (pagina 139).
1
Voor speciaal papier vervangt u ‘Custompapertype’ door de naam van het papier, en de ‘#’ door het aantal tekens in de naam plus 1.
2
De voorkeurmethode is om het commando ‘primaire tekens/inch’ te gebruiken.
D-8
Printercommando’s
DU
E Overheidsinformatie
G
FCC Regulations This equipment has been tested and found to comply with the limits for a Class B digital device, pursuant to Part 15 of the FCC rules. These limits are designed to provide reasonable protection against harmful interference in a residential installation. This equipment generates, uses, and can radiate radio frequency energy. If this equipment is not installed and used in accordance with the instructions, it may cause harmful interference to radio communications. However, there is no guarantee that interference will not occur in a particular installation. If this equipment does cause harmful interference to radio or television reception, which can be determined by turning the equipment off and on, the user is encouraged to try to correct the interference by one or more of the following measures:
• • • • Note
Reorient or relocate the receiving antenna. Increase separation between equipment and receiver. Connect equipment to an outlet on a circuit different from that to which the receiver is located. Consult your dealer or an experienced radio/TV technician.
Any changes or modifications to the printer that are not expressly approved by HP could void the user’s authority to operate this equipment. Use of a shielded interface cable is required to comply with the Class B limits of Part 15 of FCC rules.
DU
Overheidsinformatie
E-1
Milieuvriendelijke producten Milieubescherming Hewlett-Packard streeft ernaar kwaliteitsproducten te leveren op een milieuvriendelijke wijze. De HP LaserJet-printer is zo ontworpen dat deze zo min mogelijk invloed op het milieu heeft. De HP LaserJet-printer elimineert:
•
Ozonafgifte De printer gebruikt oplaadrollen in het elektrofotografische proces en brengt daardoor geen meetbaar ozongas (O3) voort.
Het ontwerp van de HP LaserJet vermindert:
•
Energie verbruik Als de printer in de PowerSave-modus staat, daalt het energieverbruik aanmerkelijk. Hierdoor ontziet u niet alleen natuurlijke hulpbronnen, maar bespaart u ook geld zonder dat dit ten koste gaat van de uitstekende prestaties van deze printer. Dit product voldoet aan het ENERGY STAR-programma. ENERGY STAR is een vrijwillig programma dat tot doel heeft de ontwikkeling van energiezuinige kantoorproducten te stimuleren. De naam ENERGY STAR is een gedeponeerd servicemerk van de Environmental Protection Agency, de Amerikaanse instantie voor milieubescherming. Als partner in het ENERGY STAR-programma heeft Hewlett-Packard vastgesteld dat dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor een efficiënt gebruik van energie.
E-2
Overheidsinformatie
DU
•
Tonerverbruik EconoMode verbruikt aanmerkelijk minder toner, waardoor de gebruiksduur van de tonercassette wordt verlengd.
•
Papiernverbruik Afhankelijk van het soort programma dat u gebruikt, kunt u meerdere pagina’s van uw document op één vel papier laten afdrukken. Door afdrukken van meerdere pagina’s per vel en de automatische duplexfunctie van de printer, die dubbelzijdig afdrukken mogelijk maakt, wordt het papierverbruik verminderd en worden natuurlijke hulpbronnen ontzien.
Het ontwerp van deze HP LaserJet-printer vereenvoudigt het hergebruik van:
•
Kunststoffen Kunststoffen onderdelen zijn volgens internationale normen gemarkeerd voor materiaalidentificatie, waardoor men aan het einde van de levensduur van de printer beter in staat is de juiste afvoermethode voor de kunststoffen te bepalen.
•
Verbruiksartikelen voor de HP LaserJet-printer In veel landen kunnen de verbruiksartikelen voor dit product (zoals tonercassette, drum, fuser) aan HP worden geretourneerd via het HP Planet Partners Printing Supplies Environmental Program. In meer dan 20 landen is hiervoor een eenvoudig te gebruiken en gratis inleveringsprogramma beschikbaar. Informatie over dit programma en instructies voor het gebruik daarvan zijn in meerdere talen op elke nieuwe tonercassette en op andere verbruiksartikelen voor de HP LaserJet afgedrukt.
•
Informatie over het HP Planet Partners Printing Supplies Environmental Program Sinds 1990 zijn in het kader van het HP LaserJet Toner Cartridge Recycling Program meer dan 25 miljoen gebruikte LaserJet-tonercassettes ingezameld die anders op vuilnisbelten en andere stortplaatsen zouden zijn beland. De HP LaserJet-tonercassettes en -verbruiksartikelen worden verzameld en naar recyclingbedrijven gebracht, waar ze worden gedemonteerd. Na een grondige kwaliteitsinspectie worden kleine, niet-kritische onderdelen, zoals moeren, schroeven en klemmen, teruggewonnen voor gebruik in nieuwe cassettes. De overige materialen worden gescheiden en verwerkt tot grondstoffen voor diverse andere nuttige producten.
DU
Overheidsinformatie
E-3
Inzameling in de V.S. HP streeft naar een milieuverantwoordelijke inzameling van gebruikte tonercassettes en printerverbruiksartikelen en stimuleert daartoe inlevering in bulk. Bundel twee of meer cassettes en gebruik het geadresseerde en voorgefrankeerde UPS-etiket dat zich in de verpakking bevindt. Voor meer informatie (in de V.S.) kunt u 1-800-340-2445 bellen of een bezoek brengen aan de HP LaserJet Supplies-website op http://www.ljsupplies.com/planetpartners. Klanten buiten de V.S. worden voor informatie over het HP Planet Partners LaserJet Toner Cartridge and Consumables Recycling Program verwezen naar het HP Verkoop- en servicekantoor in hun plaats of regio of kunnen deze informatie vinden op de volgende Websites: Azie/Pacific-gebied http://www.hp.asiapacific.hp.com/planp1 Europa http://www.hp.com/pays/eur_supplies/english/ planetpartners
•
Papier De printer is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier wanneer dit papier voldoet aan de richtlijnen van de HP LaserJet Printer Family Paper Specifications Guide (zie pagina 11 voor bestelinformatie). De printer is geschikt voor het gebruik van kringlooppapier volgens DIN 19309.
E-4
Overheidsinformatie
DU
Om een lange levensduur van uw HP LaserJet-printer te verzekeren, biedt HP het volgende:
•
Uitgebreide garantie Het HP SupportPack dekt de printer en alle door HP geleverde interne onderdelen. Deze garantie geldt drie jaar vanaf de datum van aanschaf. Het HP SupportPack moet door de klant binnen 90 dagen na de aanschaf van het product worden gekocht. Informatie over het HP SupportPack is beschikbaar door het locale nummer van HP FIRST te bellen. Het documentnummer is 9036. (Zie de pagina’s over de HP Klantenservice en -ondersteuning voorin deze gebruikershandleiding voor informatie over HP FIRST en voor de juiste telefoonnummers.)
•
Beschikbaarheid reserveonderdelen en verbruiksartikelen Reserveonderdelen en verbruiksartikelen voor dit product zullen na beëindiging van de productie nog minimaal 5 jaar beschikbaar worden gesteld.
Material Safety Data Sheets (chemiekaarten) De chemiekaart (MSDS) voor de tonercassette of drum is te verkrijgen via de HP LaserJet-website op http://www.ljsupplies.com/ planetpartners/datasheets.html. Als u geen toegang hebt tot het Internet, bel dan de HP FIRST (de faxaanvraagservice van HP) in de V.S. op (800) 231-9300. Kies indexnummer 7 voor een lijst met chemiekaarten voor de tonercassette of drummateriaal. Klanten buiten de V.S. kunnen de telefoonnummers van HP FIRST en informatie over deze service voorin deze gebruikershandleiding vinden.
DU
Overheidsinformatie
E-5
Conformiteitsverklaring volgens ISO/IEC-richtlijn 22 en EN45014 Naam fabrikant
Hewlett-Packard Company
Adres fabrikant:
11311 Chinden Boulevard Boise, Idaho 83714-1021, USA
verklaart dat het product Naam product:
HP LaserJet 4050, 4050 T, 4050 N, 4050 TN
Modellen:
C4251A, C4252A, C4253A, C4254A
Productopties:
ALLE
voldoet aan de volgende productspecificaties: Veiligheid:
IEC 950:1991+A1+A2+A3+A4 / EN 60950:1992+A1+A2+A3+A4+A11
EMC:
IEC 825-1:1993 / EN 60825-1:1994 Klasse 1 (Laser/LED) 1 CISPR 22:1993+A1 / EN 55022:1994 Klasse B ) EN 50082-1:1992 IEC 801-2:1991 / prEN 55024-2:1992 -
4 kV CD, 8 kV AD
IEC 801-3:1984 / prEN 55024-3:1991 -
4 V/m
IEC 801-4:1988 / prEN 55024-4:1992 -
0,5 kV signaallijnen 1,0 kV voedingslijnen
IEC 1000-3-2:1995 / EN61000-3-2:1995 IEC 1000-3-3:1994 / EN61000-3.3:1995 2 1 FCC Title 47 CFR, Deel 15 Klasse B ) / ICES-003, Uitgave 2 / VCCI-2 ) 1 AS / NZS 3548:1992 / CISPR 22:1993 Klasse B )
Aanvullende informatie: Het product voldoet hierbij aan de eisen van de volgende Richtlijnen en is dienovereenkomstig voorzien van de CE-aanduiding: • de EMC-richtlijn 89/336/EEC • de richtlijn voor laagspanning 73/23/EEC 1. Het product is getest in een normale configuratie met Personal Computers van Hewlett-Packard. 2. Dit apparaat voldoet aan Deel 15 van de FCC-voorschriften. De werking dient te voldoen aan de volgende twee voorwaarden: (1) dit apparaat mag geen schadelijke storing veroorzaken, en (2) dit apparaat moet eventueel ontvangen storing accepteren, inclusief storing die ongewenste werking kan veroorzaken.
15 januari 1997
UITSLUITEND voor informatie over naleving kunt u contact opnemen met: Contactpersoon in Australië:
Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Australia Ltd., 31-41 Joseph Street, Blackburn, Victoria 3130, Australia
Contactpersoon in Europa:
Uw plaatselijke verkoop- en servicekantoor van Hewlett-Packard of Hewlett-Packard Gmbh, Department HQ-TRE / Standards Europe, Herrenberger Straße 130, D-71034 Böblingen (FAX: +49-7031-14-3143)
Contactpersoon in de V.S.:
Product Regulations Manager, Hewlett-Packard Company, PO Box 15 Mail Stop 160, Boise, ID 83707-0015 (Telefoon: 208-396-6000)
E-6
Overheidsinformatie
DU
Veiligheidsverklaringen Laser Safety Statement The Center for Devices and Radiological Health (CDRH) of the U.S. Food and Drug Administration has implemented regulations for laser products manufactured since August 1, 1976. Compliance is mandatory for products marketed in the United States. The printer is certified as a ‘Class 1’ laser product under the U.S. Department of Health and Human Services (DHHS) Radiation Performance Standard according to the Radiation Control for Health and Safety Act of 1968. Since radiation emitted inside the printer is completely confined within protective housings and external covers, the laser beam cannot escape during any phase of normal user operation. WAARSCHUWING! Het gebruik van bedieningselementen, het aanbrengen van
wijzigingen of het uitvoeren van andere procedures dan beschreven in deze gebruikershandleiding, kan leiden tot blootstelling aan gevaarlijke straling.
Canadian DOC Regulations Complies with Canadian EMC Class B requirements. «Conforme á la classe B des normes canadiennes de compatibilité électromagnétiques. «CEM».»
VCCI Statement (Japan)
DU
Overheidsinformatie
E-7
Laserverklaring voor Finland Luokan 1 laserlaite Klass 1 Laser Apparat HP LaserJet 4050, 4050 T, 4050 N, 4050 TN laserkirjoitin on käyttäjän kannalta turvallinen luokan 1 laserlaite. Normaalissa käytössä kirjoittimen suojakotelointi estää lasersäteen pääsyn laitteen ulkopuolelle. Laitteen turvallisuusluokka on määritetty standardin EN 60825-1 (1994) mukaisesti.
Varoitus! Laitteen käyttäminen muulla kuin käyttöohjeessa mainitulla tavalla saattaa altistaa käyttäjän turvallisuusluokan 1 ylittävälle näkymättömälle lasersäteilylle.
Varning! Om apparaten används på annat sätt än i bruksanvisning specificerats, kan användaren utsättas för osynlig laserstrålning, som överskrider gränsen för laserklass 1. HUOLTO HP LaserJet 4050, 4050 T, 4050 N, 4050 TN -kirjoittimen sisällä ei ole käyttäjän huollettavissa olevia kohteita. Laitteen saa avata ja huoltaa ainoastaan sen huoltamiseen koulutettu henkilö. Tällaiseksi huoltotoimenpiteeksi ei katsota väriainekasetin vaihtamista, paperiradan puhdistusta tai muita käyttäjän käsikirjassa lueteltuja, käyttäjän tehtäväksi tarkoitettuja ylläpitotoimia, jotka voidaan suorittaa ilman erikoistyökaluja.
Varo! Mikäli kirjoittimen suojakotelo avataan, olet alttiina näkymättömälle lasersäteilylle laitteen ollessa toiminnassa. Älä katso säteeseen.
Varning! Om laserprinterns skyddshölje öppnas då apparaten är i funktion, utsättas användaren för osynlig laserstrålning. Betrakta ej strålen. Tiedot laitteessa käytettävän laserdiodin säteilyominaisuuksista: Aallonpituus 775-795 nm Teho 5 mW Luokan 3B laser
E-8
Overheidsinformatie
DU
Verklarende woordenlijst afdrukmateriaal
Alle materiaal waarop wordt afgedrukt, zoals enveloppen, etiketten, transparanten en alle soorten papier. (Papiersoorten zijn briefhoofdpapier, geperforeerd papier, kringlooppapier, bankpost, gekleurd papier, kaarten en voorbedrukt papier.)
bidirectionele communicatie
Door middel van bidirectionele communicatie kan de printer reageren op verzoeken om gegevens van de printer en informatie naar de computer terugsturen, bijvoorbeeld wat voor accessoires er op de printer zijn aangesloten.
bron
In deze gebruikershandleiding betekent ‘papierbron’ de papierlade waar papier of ander afdrukmateriaal zich bevindt.
DIMM (dubbele in-line geheugenmodule)
Een circuitkaart die extra geheugenchips voor de printer bevat.
duplexafdrukaccessoire (ook ‘duplexeenheid’ genoemd)
Een optioneel accessoire dat gebruikt wordt voor automatisch afdrukken aan beide kanten (dubbelzijdig) van een vel papier.
EIO (verbeterde input/output)
Printeraccessoiresleuven die gebruikt worden voor het overbrengen van gegevens tussen de computer en de printer. Modulaire I/O-accessoires (MIO) voor oudere printers en de nieuwe EIO-technologie zijn niet compatibel.
formaat
In deze bedieningshandleiding betekent ‘papierformaat’ de afmetingen van een vel papier of ander afdrukmateriaal.
Help voor het printerstuurprogramma
Scherminstructies met betrekking tot het gebruik van het printerstuurprogramma.
Help voor de printersoftware
Scherminstructies met betrekking tot het gebruik van de printersoftware. Help-schermen die met de Help-knop (of een vraagtekensymbool) in de printersoftware geactiveerd kunnen worden.
DU
Verklarende woordenlijst 1
Mopier
Een HP LaserJet printer die in staat is om meerdere oorspronkelijke afdrukken (of kopieën van een afdruktaak) te maken.
PCL 5e/6
De printerbesturingstaal van HP.
PostScript-emulatie
Zie PS.
printerstuurprogramma
Programmabestanden waardoor een toepassingsprogramma met de printer kan communiceren en gebruik maken van zijn functies.
printersoftware
Alle of een deel van de software die bij de printer wordt geleverd. Bij de printer is een CD verpakt die het toepassingsprogramma bevat waarmee u toegang krijgt tot alle functies van de printer. Als de printer goed is ingesteld, is de juiste software reeds geïnstalleerd.
PS
De PostScript Level 2-emulatie (of Level 1-emulatie voor Windows 3.1x). Een bij de printer geleverde printertaal.
RIP ONCE
Raster Image Processing (Rasterafbeeldingen verwerken). De mogelijkheid om een afbeelding van een pagina te maken en in gecomprimeerde vorm in het geheugen te bewaren.
slepen en neerzetten
De mogelijkheid om een functie grafisch uit te voeren zonder een opdracht te typen. In de Windows 95 Explorer kunt u bijvoorbeeld een bestand kopiëren of verplaatsen door het uit een map te ‘slepen’ en in een andere map ‘neer te zetten’.
toepassingsprogramma
Een computerprogramma of -pakket dat is ontworpen voor verkoop aan de consument.
type
In deze bedieningshandleiding betekent ‘papiertype’ de unieke eigenschappen van papier of ander afdrukmateriaal, zoals ruw, transparant, etiketten enz.
universele lade
Een papierlade die aan vele papierformaten kan worden aangepast.
verstelbare lade
Een papierlade die aan meer dan één formaat afdrukmateriaal kan worden aangepast. Alle in de printer gebruikte laden zijn verstelbaar.
voorbedrukt papier
Papier waarop vooraf ontworpen formulieren gedrukt zijn.
watermerk
Op de achtergrond van een pagina gedrukte tekst.
2
Verklarende woordenlijst
DU
Index Numerisch 1200 dpi B-9 2-plus afdrukken 62 300 dpi B-9 3-gaten geperforeerd oriëntatie 45 600 dpi B-9
A A4/Letter vervangen, instelling B-7 aan/uit-schakelaar, lokaliseren 4 Aangepaste installatie, optie 21, 22 aanpassen werking Lade 1 63, 64 Aantal, instelling B-12 accessoires 6 bestellen 11 controleren installatie 138 installatie verifiëren 137 lokaliseren 6 Achter recto-uitvoerbak gebruiken 33 achtergrondverlichting, uitzetten B-17 Achterste uitvoerbak lokaliseren 4 papierstoringen verhelpen 99 Actieve printerinstellingen 136, 139 adapters bestellen 10 penaansluitingen A-19 Afdruk PS fout-instelling 123 afdrukken 31 als toner bijna op is 80, 81 basistaken 31, 58 benodigdheden, bestellen 8 configuratiepagina 137, 138 dubbelzijdig 41–44 eerste pagina op ander papier 62 enveloppen 47, 51, A-11, A-13 met envelopinvoer 49, 51 uit lade 1 48 verkreukeld A-11 etiketten 53, 54 geavanceerde taken 60 handmatige papierinvoer 64
DU
lettertypenlijst 139 meerdere pagina’s op één vel 62 menustructuur 136 opgeslagen taken 73 oplossen problemen 123 snelheid B-9 speciaal formaat papier 56 special papier 45 uitvoerbakken 33 watermerk 60 zwaar papier 56 afdrukken in kladkwaliteit B-10 afdrukken met duplexeenheid problemen oplossen 102 afdrukken op achtergrond (Macintosh) 128 Afdrukken stopt, probleem oplossen 125 Afdrukkenonderbreking, probleem oplossen 124 afdrukkwaliteit als toner bijna op is 80, 81 problemen 89, 118, A-7 Afdrukmedia, zie papier Afdrukmenu B-12 afdrukproblemen Macintosh 127 problemen met afdrukkwaliteit 118, A-7 afdruksnelheid A-17, B-9 afdruksresolutie B-9 Afdrukstandopties dubbelzijdig afdrukken 44 afdruktaak opslaan 73 afmetingen papier A-3 van printer A-15 afmetingen, papier A-6 apparaten voor massa-opslag bestellen 10 installeren C-8 Auto-doorgaan, instelling B-19
B basisafdruktaken 31, 58 bedieningspaneel berichten 103, 115 instelling 15 lampjes B-17 lokaliseren 4 menu’s B-1–B-27 menustructuur afdrukken
136 problemen oplossen 120 taal 120 toetsen 13 veranderen van de instellingen 15 vergrendeling 28 Bedrijfstemperatuur A-17 Beide zijden, afdrukken met duplexeenheid, zie duplexeenheid benodigdheden 11 beschikbaarheid 11 bestellen 8 papier 8 Berichten, printer 103–115 besparen energie B-17, E-2 papier E-2 toner B-10, E-2 beveiliging, informatie 138 Binding, instelling 44, B-7 Bittransmissie A-18 blanco configuratiepagina, problemen oplossen 122 Blanco venster, problemen oplossen 120 Bovenklep verhelpen van papierstoringen 96 bovenklep lokaliseren 4 bovenste uitvoerbak gebruiken 32 lokaliseren 4 papierstoringen verhelpen 99 Brede A4, instelling B-15 Briefhoofdpapier oriëntatie 45 briefkaarten A-13, A-14 zie ook speciaal formaat papier Bron opslaan geheugen toewijzen C-6 instelling B-18 Bron PCL-lettertype, instelling B-14 buffer, grootte wijzigen C-7
Index
1
C Canadese DOC-voorschriften E-7 Capaciteit EIO-buffer overschreden, bericht 110 Capaciteit parallelle I/O-buffer overschreden, bericht 110 capaciteit, papierladen A-3, A-6 cassette zie tonercassette CD 17 CFG EtherTalk, instelling B-26 CFG Novell, instelling B-25 CFG TCP/IP, instelling B-26 CFG-netwerk, instelling B-25 CFK-gebruik E-2 collator (mopiermodus) 59 Configuratiemenu 103, B-17– B-21 Configuratiepagina 138 afdrukken 137, B-4 problemen oplossen 122 voorbeeld 138 Configuraties huidige van printer B-1 printer 3 van printer controleren 136, 139 Configureren dubbelzijdig afdrukken afdruk-opties 44 Conformiteitsverklaring E-6 Controleer invoereenheid, bericht 104 Courier, instelling B-15 CR na LF, instelling B-16
D Dealers, HP-dealers zoeken, zie pagina viii Diagnose, printer 29 DIMM’s bestellen 9 installeren C-5 lettertypenlijst afdrukken 139 directe papierbaan 33 DLC/LLC setting B-25 Documentatie, bestellen 11 donkere afdrukken, tonerdichtheid instellen B-10 doorgaan met afdrukken als toner bijna op is 80, 81 DOS, escape-tekens invoeren D-3 dropouts, probleem oplossen 118, A-7 dubbelzijdig afdrukken, zie duplexeenheid
2
Index
duplexeenheid afdrukken met 41–44 bestellen 8 opties afdruklayout 44 papieroriëntatie 43 papierspecificaties A-6 papierstoringen verhelpen 100, 102 richtlijnen 42 stofkap 41 Duplexer fout aangesloten, bericht 104 Duplex-instelling 42, B-7
E EconoMode-instelling B-10 EDO DIMM’s, bestellen 9 zie ook DIMM’s EIO-kaarten bestellen 10 installeren C-8 EIO-menu B-25–B-26 EIO-transmissiefout, bericht 110 Elektrische specificaties A-16 energieverbruik, zie stroomverbruik Energy Star E-2 Envelopinvoer afdrukken met 49, 51 bestellen 8 envelopspecificaties 47, 49, A-6, A-11, A-13 laden van 51 plaatsen en verwijderen 50 problemen oplossen 126 verhelpen van papierstoringen 94 Envelopinvoer vullen bericht 109 Envelopinvoerformaat, instelling B-6 Envelopinvoertype, instelling B-6 enveloppen afdrukken 33, 47, 51 afdrukken met envelopinvoer 49, 51 afdrukken uit lade 1 48 marges 47, A-13 parallelle lasnaden A-12 plakstroken of -flappen A-12 regelmatig voorkomende storingen verhelpen 102 richtlijnen 47 specificaties 47, 49, A-11, A-13 storing A-13 verkreukeld 47 Enveloppen met parallelle lasnaden, afdrukken op A-12
escape-reeksen 139, D-3 Escape-reeksen combineren D-3 Escape-tekens invoeren in DOS D-3 voorbeelden D-2 EtherTalk, instelling B-25 Etiketten afdrukken 33, 53, 54 regelmatig voorkomende papierstoringen verhelpen 102 specificaties A-10 extra stuurprogramma’s, verkrijgen 17
F Fabrieksinstellingen herstellen B-27 FastRes 1200 B-9 FCC regulations E-1 Finland, laserverklaring E-8 flappen op enveloppen, afdrukken met A-12 Flashbestand-bewerking mislukt, bericht 104 Flashbestand-systeem is vol, bericht 104 Flash-DIMM's accessoire 6 Flash-DIMM’s bestellen 9 flash-DIMM’s, bestellen zie ook DIMM’s Flash-eenheid storing, bericht 104 fonts interne 139 FontSmart, zie HP FontSmart formaat, papier A-3, A-6 formaatinstellingen 51, 56, 65 Formaatproblemen, problemen oplossen 124 formulier, Service-informatie 146 Foutberichten 103, 115 verhelpen van regelmatig terugkerende berichten 103 Frequente papierstoringen, verhelpen van 102 Fuser-fout, bericht 111 Fusermodus Configuratiemenu, instelling B-8 fysieke afmetingen, van printer A-15
DU
G garantie standaard 141 tonercassette, beperkte 145 geavanceerde afdruktaken 31, 60 gebruikershandleiding, bestellen 11 Gebruikspagina B-5 Geen taken afgedrukt, problemen oplossen 123 Geen toegang menu’s vergrendeld, bericht 15, 105 Geen toegang tot menu’s, bericht 15, 104 gegevens, transmissiesnelheid B-24 geheugen bestellen 9 DIMM’s installeren C-5 grootte I/O-buffer wijzigen C-7 informatie op configuratiepagina 138 installatie apparaat voor massa-opslag C-8 installatie controleren C-5 installeren DIMM’s C-3 opstelling 4 toegewezen aan printertalen B-18 uitbreiding C-8 Geheugen herstellen, instelling B-27 geheugen toewijzen aan printertaal B-18, C-6 geheugen uitbreiden C-8 Geheugen vol opgeslagen data weg, bericht 105 geheugeninstellingen aanpassen C-6 geheugeninstellingen gewijzigd, bericht 105 Geïnstalleerde Personality’s en opties, weergegeven op de configuratiepagina 138 Gekozen taal niet beschikbaar, bericht 105 Gekreukt papier, probleem oplossen 119 gelijkwaardige gewichten van Amerikaans papier A-9 geluidshinder A-17 gemorste toner, probleem oplossen 118 gemorste toner, problemen oplossen A-7 geperforeerd papier met drie gaten 43 oriëntatie 46
DU
gewicht papier A-3 tabel gelijkwaardige gewichten A-9 Gewicht van printer A-15 gewicht, papier A-6 Golven, probleem oplossen 119 Golvend papier, problemen oplossen 118 graphics, vector- D-1 grijze achtergrond, problemen oplossen 118, 119, A-7 grootte-instellingen 35
H Handinvoer bericht 105 instelling B-7 handleidingen, bestellen 11 Handmatig invoeren van papier 64 Harde schijf bestellen 9 installeren C-8 lettertypenlijst afdrukken 139 hardware-garantie 141 Help 24 Help, On-line 24 Help-knop, in printerstuurprogramma 24 Help-schermen 24 Herstel actieve I/O-kanaal, instelling B-27 Herstel alle I/O-kanalen, instelling B-27 Herstelmenu B-27 hinder, geluids- A-17 HP Bronnenbeheer 25 HP Fast InfraRed Receiver info 75 HP FIRST, zie pagina xi HP FontSmart 25, C-8 HP JetAdmin 17, 29 installeren 29 HP JetDirectprinterserverkaart bestellen 10 configuratie van netwerkparameters B-25 HP JetDirect-printserverkaart installeren C-8 HP JetSend 26 HP Klantenservice, zie pagina viii, x HP LaserJet 4050printerserie, configuratie van 3 HP LaserJet-hulpprogramma 28
HP LaserJet-papier, bestellen 8 HP LaserJet-tonercassette bestellen 8 HP Onderhoudsovereenkomst 141 HP Softwarelicentievoorwaarden 147 HP SupportPack 141 HP TonerGauge 79 HP Wereldwijde Verkoop- en Servicekantoren 149–161 HP-dealers, vinden, zie pagina HP-GL/2-opdrachten D-1 HP-UX 29
I I/O buffer, grootte wijzigen C-7 I/O-bufferinstellingen B-23 I/O-kaarten bestellen 10 installeren C-8 I/O-menu B-23–B-24 I/O-timeout, instelling B-23 indexkaarten A-13, A-14 zie ook speciaal formaat papier Informatiemenu B-4 informatiepagina’s, voor oplossen van problemen 136 Infrarood afdrukken met 75 installeren apparaten voor massa-opslag C-8 EIO-kaarten C-8 geheugen C-3, C-5 HP FontSmart 25 HP JetAdmin 18, 29 HP JetSend 26 lettertypen 25 software 17 tonercassette 78 instelling papiersoort- en formaat 57 speciale formaten papier 57, 58 instelling Auto-doorgaan 103 instelling bidirectionele parallelle communicatie B-24 instellingen 58 actieve controleren 136, 139 bedieningspaneel B-1–B-27 invloed op printerberichten 103 intelling papiersoort- en formaat 65 Interface-aansluitingen, problemen oplossen 123
Index
3
interface-accessoires bestellen 10 interne lettertypen 139, B-14 Invoerapparaat-conditie, bericht 106 Invoeren van papier, problemen met 125 Invoerlade verhelpen van papierstoringen 92 invoerladegebieden papierstoringen in envelopinvoer 94 problemen oplossen 126
J JetAdmin, zie HP JetAdmin JetSend, zie HP JetSend
K kaarten A-13, A-14 zie ook speciaal formaat papier kabels, seriële bestellen 10 problemen oplossen 123, 126 soorten A-19 specificaties A-18 uitgangspennen A-20 Kiezen van de stuurprogramma 24 Kiezer, afdrukproblemen 127 kleefmiddel op enveloppen, afdrukken met A-12 klein papier, afdrukken zie ook speciaal formaat papier Klein papier, snelheid B-21 kopieën extra afdrukken 67 Kreukels, probleem oplossen 119 Krullend papier, problemen oplossen A-7 Kwaliteit, print corrigeren problemen 119
L Lade 1 aanpassen werking 63, 64 afdrukken op speciaal papier 45, 48, 53, 54 deselectie 126 enveloppen afdrukken 47 envelopspecificaties A-11, A-13 lokaliseren 4 modusinstellingen 63, 64 papier 34 papieroriëntatie 46 papierspecificaties A-3
4
Index
Lade 1 grootte, instelling B-6 Lade 1 modus, instelling B-6 Lade 1 Modus=Eerste 63 Lade 1 Modus=Papierlade 63 Lade 1 type, instelling B-6 Lade 2 (4050/4050 N) lokaliseren 4 papieroriëntatie 46 papierspecificaties A-4 vullen 35 Lade 2 en 3 (4050 T/4050 TN) bestellen 8 papieroriëntatie 46 papierspecificaties A-4 vullen 37 Lade 2 type, instelling B-7 Lade 3 type, instelling B-7 Lade 4 type, instelling B-7 Lade voor 250 vel bestellen 8 papieroriëntatie 46 papierspecificaties A-4 vullen 37 Lade voor 500 vel (4050/ 4050 N) papierspecificaties A-4 vullen 35 Lade voor 500 vel (4050/ 4050 N) bestellen 8 lokaliseren 4 papieroriëntatie 46 Lade voor 500 vel (optioneel) bestellen 8 vullen 39 Lade x laad bericht 106 Lade x leeg bericht 106 Laden envelopinvoer 51 enveloppen in lade 1 48 lampjes uitzetten (PowerSave) B-17 language, op bedieningspaneel 120 Laser veiligheidsverklaring voor Finland E-8 LaserJet-hulpprogramma, zie HP LaserJethulpprogramma LaserJet-papier, zie HP LaserJet-papier Laserveiligheidsverklaring E-7 Laserverklaring voor Finland E-8 LaserWriter-printerstuurprogramma 28 layoutopties dubbelzijdig afdrukken 44 meerdere pagina’s op één vel afdrukken 62
lettertypen bedieningspaneel B-14 DIMM’s bestellen 9 informatie over 139 installeren en verwijderen 25 instellingen bedieningspaneel B-15 lijst afdrukken van 139 probleem oplossen (Macintosh) 128 soft 139 verwijderen 25 Lezen en vasthouden 69 lezen, taak 69 licentie voor software 147 lichte afdrukken instelling tonerdichtheid B-10 probleem oplossen 118, 119 lijnen, probleem oplossen 118, 119 Logbestand B-4 Logbestand, weergegeven op de configuratiepagina 138 Lokaliseren 6 Losse toner, probleem oplossen 119
M Maateenheid, instelling B-13 Macintosh afdrukproblemen 127 andere PPD selecteren 129 LaserWriter 8-stuurprogramma 28 netwerkkabelset, bestellen 10 PPD’s 28, 129 printerstuuprogramma’s 28 seriële kabel, bestellen 10 software voor 28 stroomdiagram problemen oplossen 128 Marges enveloppen 47, A-13 speciaal formaat papier 57 maximum papierformaat 56, A-3, A-6 Menu’s bedieningspaneel B-1–B-27 Menustructuur B-4 afdrukken 136 Menu-toets 13 MEt B-19 minimum papierformaat 56, A-3, A-6 Minimuminstallatie, optie 21 modelnummer, lokaliseren 5 mopiermodus Zie ook printercollator 59
DU
MS Windows 3.1, 9x, of NT help 24 netwerksoftware 29 software 29 Multi-purpose lade, zie lade 1 multi-purpose papier, bestellen 8
N naam van printer wijzigen 129 negeren van printerinstellingen 22 netwerken afdrukproblemen Macintosh 127 HP JetAdmin 17, 29 I/O-kaarten bestellen 10 oplossen afdrukproblemen 123 problemen oplossen 128 problemen oplossen kabels 123 software voor 17, 29 Niet uitschakelen, bericht 107 nieuwe tonercassette 78, 122, B-21 nieuwste stuurprogramma’s, verkrijgen 17 Normale installatie, optie 21, 22 Novell NetWare 29 Novell, instelling B-25 n-plus afdrukken 62 NVRAM vol controleer instellingen, bericht 114 NVRAM-fout controleer instellingen, bericht 114
O Offline bericht 107 OK na papierstoring, instelling B-21 Omgevingsspecificaties A-16– A-17 omkrullend papier, problemen oplossen 118 onderdelen, lokaliseren 4 Onderhoudsbericht 87 Onderhoudsbericht, instelling B-21 onderhoudskit 11, 87 ondersteuningsovereenkomst 141 Onjuiste lettertypen 124, 125 online Help 24 Online-diensten, zie pagina viii Onverwacht papierformaat bericht 111 Onvoldoende geheugen taak gewist, bericht 107
DU
Onvoldoende geheugen pagina vereenvoudigd, bericht 107 Onvoldoende geheugen, bericht 109 opdrachten, printer D-1 PCL D-6 syntaxis D-2–D-3 opgeslagen taak 73 afdrukken 73 wissen 74 opnieuw inpakken van printer 142 Opnieuw verdelen toner 81 opslaan afdruktaak 73 printerinstelling 60 Tonercassette 78 Optie-toets 13 Optioneel verkrijgbaar optionele duplexeenheid afdrukstandopties 44 Optionele accessoires bestellen 11 controleren installatie 138 installatie controleren 137, 138 problemen oplossen 126 Optionele duplex-eenheid afdrukstand-opties 44 problemen oplossen 126 Optionele duplexeenheid 44 optionele duplexeenheid, zie duplexeenheid Optionele envelopinvoer laden van 51 problemen oplossen 126 Optionele envelopinvoer, zie envelopinvoer optionele lade voor 500 vel, zie lade voor 500 vel (optioneel) optionele toebehoren garantie 141 oriëntatie afdrukken op beide zijden van papier 43 instelling B-13 papier 45, 46 staand of liggend B-13 OS/2-printerstuuprogramma 21 overheidsvoorschriften E-8 ozonproductie E-2
P Pagina te ingewikkeld, bericht 110 Pagina trekt scheef, probleem oplossen 119
Paginabeveiliging, instelling B-19 papier afdrukken naar soort en formaat 65 andere eerste pagina 61 bestellen 8 gelijkwaardige gewichten van Amerikaans papier A-9 gewichtspecificaties A-3, A-6 handmatige invoer 64 HP-merk 8 kaarten A-13, A-14 krullen, problemen oplossen 118, A-7 ondersteunde formaten A-3, A-6 ondersteunde soorten A-7 oriëntatie 45 papiergewichten omrekenen A-9 problemen met 118, A-7 richtlijnen A-7 soort en formaat wijzigen 65 speciaal formaat 33, 58 speciaal formaat papier 56 speciale formaten, afdrukrichtlijnen 57 speciale soorten 45 specificaties A-14 storingen verhelpen 90, 102 storingen, corrigeren 90, 102 veranderen van type en formaat 65 vouwen, probleem oplossen 118 zwaar A-13, A-14 papier met briefhoofd duplexeenheid 43 oriëntatie 46 Papier, instelling B-12 papierbaan, reinigen 86 Papierbaantest B-4 papiergewichten omrekenen A-9 Papierinvoer open, sluit papierinvoer, bericht 104 papierinvoer, problemen met A-7 Papierlade voor 500 vel (optioneel) papieroriëntatie 46 Papierladen aanpassen Lade 1 63, 64 bestellen 8 blokkeren 65 huidige formaatinstelling 138 multi-purpose 34
Index
5
papierstoringen verhelpen 90, 102 problemen oplossen 126 regelmatig voorkomende storingen verhelpen 102 selectie van verkeerde lade 126 verhelpen van papierstoringen 102 verlengstuk 34 vullen 34 Papierladen blokkeren 65 Papierniveau-indicator, lokaliseren 4 papieroriëntatie 46 papierstelknop 40 Papierstoring, bericht 109 papierstoringen 90, 102 duplexeenheid 100, 101 envelopinvoer 94 gebied rondom invoerladen 94 regelmatig voorkomende storingen 102 storingen, verhelpen A-7 uitvoergebieden 99 Papierstoringen, verhelpen van 102 bovenklep 96 plaatsen bij de invoerlade 92 Papierverwerking, menu B-6, B-8 Parallelle geavanceerde functies, instelling B-24 parallelle kabels, bestellen 10 Parallelle poort hoog, instelling B-24 PCL geheugen toewijzen aan C-6 lettertypenlijst afdrukken 139, B-4 opdrachten D-1 syntaxis D-2–D-3 PCL 5e-stuurprogramma’s functie 24 PCL 6-stuurprogramma’s functie 24 PCL Lettertypenummer, instelling B-14 PCL Symbolenset B-15 PCL-geheugen, instelling B-18 penaansluitingen A-19 permanente lettertypen 139, B-14 Personality instelling, configureren 123 Personality, instelling B-17 Personality, zie talen, printer (personality)
6
Index
pitch-/punt-informatie 139 PJL-opdrachten D-1 Poorten problemen oplossen 123 PostScript-emulatie, zie PS PostScript-printerbeschrijvingsbestanden, see PPD’s PowerSave, instelling B-17 PowerSave-modus E-2 PPD’s andere selecteren 129 Macintosh 28 Printer onderhoudskit 11 printer 115 adapters A-19 afmetingen A-15 bedieningspaneel-indeling 15 bedrijfstemperatuur A-17 beheren via netwerk 29 benodigdheden bestellen 11 berichten 89, 103, 115 bestellen 8 configuratie 136, 139 diagnose 29 fouten, oplossen 139 fouten, problemen oplossen 89 functies 2 fysieke afmetingen A-15 geheugen C-1, C-8 Help-software 24 informatiepagina’s 136, 139 instelling opslaan 60 instellingen bedieningspaneel negeren 22 instellingen, actieve 136, 139 layout bedieningspaneel 15 naam wijzigen 129 onderdelen en locatie 4 onderhoud 77–87 kit 87 Opdrachten D-1 opnieuw inpakken 142 PCL-opdrachten D-1 reinigen 83–86 relatieve vochtigheid A-17 specificaties A-15–A-17 status, toegang tot zie ook berichten stuurprogramma’s, Macintosh 28 uitvoerbakken 32, 33 veranderen van de bedieningspaneelinstellingen 15 vervoeren 142 Printerberichten 115
Printerbeschrijvingsbestanden, zie PPD’s Printercollator (mopiermodus 59 Printercollator, pagina 116 Printerfout, bericht 111, 112 printerfuncties 2 Printergeheugen C-1 Printerinformatie, weergegeven op de configuratiepagina 138 Printeronderhoud 77–87 Printeronderhoud nodig bericht 107 printerstuurprogramma extra 21 printerstuurprogramma’s afdrukproblemen Macintosh 127 andere eerste pagina 61 Helpsoftware 24 Macintosh 28 problemen oplossen 123 RIP ONCE 60 selecteren 24 Windows 22 printertaal wisselen 24 Printertalen 24 printertalen (personality) geheugen toewijzen aan B-18 standaard selecteren B-17 stuurprogramma’s 24 Privétaak afdrukken 71 opgeven 71 vrijgeven 71 wissen 72 problemen menu B-9–B-11 problemen met afdrukkwaliteit 118, A-7 problemen oplossen 89, 139 informatiepagina’s gebruiken 136, 139 Macintosh 129 papierstoringen 90, 102 printerberichten 103, 115 regelmatig voorkomende papierstoringen 102 stroomdiagram 120, 128 veel voorkomende papierstoringen 102 problemen oplossen, printerfouten 89, 139 product retourneren 141, 142, 146 Product Stewardship A-16 benodigdheden papier 8 beschikbaarheid 11 energieverbruik A-16, E-2
DU
garantie standaard 141 geheugenuitbreiding C-8 geluidshinder A-17 onderdelen 8, 11 papier specificaties A-14 product retourneren 141, 142, 146 tonercassette 8, 78, 81, 145, E-2 product terugnemen, zie product retourneren Programma voor milieuvriendelijke producten E-2 Programma wordt geladen bericht 107 ProRes 1200 B-9 configureren B-22 PS afdrukken lettertypenlijst 139 geheugen toewijzen aan C-6 lettertypenlijst afdrukken B-4 problemen oplossen foutpagina 123 stuurprogramma’s functie 24 PS-fouten afdrukken, instelling B-16 PS-geheugen, instelling B-19 PS-stuurprogramma’s functie 24 Puntgrootte PCL-lettertype B-15
R Ramdisk, instelling B-20 Ramdiskbestand-bewerking mislukt, bericht 107 Ramdisk-bestandsysteem is vol, bericht 108 Ramdisk-eenheid storing, bericht 108 Ramdiskgrootte, instelling B-20 recycling van gebruikte tonercassettes 78 Regelmatig voorkomende papierstoringen afdrukken, verhelpen 102 reinigen papierbaan 86 printer 83–84 reinigingsblad gebruiken 86 instelling B-11 Reinigingsblad maken, instelling B-11
DU
Reinigingsblad verwerken, instelling B-11 relatieve vochtigheid A-17 Reserve 8 Resolutie, instelling B-9 Resolution Enhancement-technologie (REt), instelling B-10 REt-instelling B-10 retourneren 141, 142, 146 richtlijnen dubbelzijdig afdrukken 42 enveloppen 47, A-11, A-13 etiketten 53, 54, A-10 kaarten 56, A-13, A-14 papier A-7 printer opnieuw inpakken 142 speciaal formaat papier 56– 57 transparanten A-10 RIP ONCE info 60
S Schakelen tussen printertalen 24 scheve pagina, problemen oplossen 118 Schijf is schrijfbeveiligd, bericht 108 Schijfbestand bewerking mislukt, bericht 108 Schijfbestand-systeem is vol, bericht 108 Schijfeenheid storing, bericht 108 Schijffout taakopslag, pagina 116 SDRAM DIMM’s, bestellen 9 zie ook DIMM’s Selecteren-toets 13 serienummer, lokaliseren 5 Seriële adapter, bestellen 10 Seriële interface-connector, lokaliseren 5 Seriële kabels bestellen 10 problemen oplossen 123 soorten A-19 uitgangspennen A-20 service-informatie, zie pagina Service-informatieformulier 146 service-overeenkomst 141 service-vereenkomsten 141 snelheid afdrukken A-17, B-9 datatransmissies B-24 Snelinstellingen 60
Snelkopie afdrukken 67 extra kopieën 67 functie 67 opslaan 67 wissen 68 Snelkopieermenu B-2 snelkopieertaken, menu B-2 Snelkopiëren configuratiemenu B-21 softfonts 139, B-14 software Apple LaserWriter 8-stuurprogramma 28 bij printer 17 Help voor stuurprogramma’s 24 Help-informatie voor stuurprogramma’s 24 HP FontSmart 25 HP JetAdmin 17, 29 HP JetSend 26 HP LaserJethulpprogramma voor Macintosh 28 licentie 147 Macintosh 28 netwerken 17, 29 problemen oplossen afdrukproblemen 123 stuurprogramma’a 28 Windows 29 Solaris 29 soortinstellingen 65 Speciaal formaat papier afdrukken 33, 56 instelling papierformaat 57, 58 marges 57 oriëntatie 46 richtlijnen voor afdrukken 57 specificaties A-3 speciaal papier afdrukken met 45 handmatige invoer 64 Speciaal papier configureren, instelling B-12 specificaties algemeen A-17 elektrisch A-16 envelopinvoer A-11 enveloppen A-11, A-13 etiketten A-10 geluidshinder A-17 kaarten A-13, A-14 papier A-14 printer A-15–A-17 seriële kabel A-18 transparanten A-10 zwaar papier A-13, A-14 staand, oriëntatie B-13
Index
7
standaardinstellingen B-1 herstellen B-27 Start-toets 13 status, zie printerberichten Steeds opnieuw optredende problemen, oplossen 119 Stelknop, papierformaat 40 stofkap duplexeenheid 41 storing enveloppen A-13 Storing invoerapparaat, bericht 113 stroomdiagram, problemen oplossen printerfouten 120, 128 voor Macintosh 128 stroomschema, afdrukproblemen voor Macintosh 127 Stroomverbruik A-16 Stuurprogramma kiezen 24 stuurprogramma’s, printer Helpsoftware 24 Macintosh 28 selectie 24 troubleshooting Macintosh 127 van taal wisselen 24 Windows 22 stuurprogramma’s, printerextra 21 Sun OS 29 syntaxis voor printeropdrachten D-2–D-3
T Taak annuleren, toets B-27 Taak vasthouden 67, 69–72 taakbeheer 67 Taal annuleren, toets 13 Talen schakelen 24 talen, printer (personality) geheugen toewijzen aan B-18 standaard selecteren B-17 stuurprogramma 24 TCP/IP, instelling B-25 TCP/IP-protocol, instelling B-26 Tek/inch PCL-lettertype B-14 Tekens escape- D-3 vervormd 118, 119 terugkerende fouten, problemen oplossen 118 Tijdelijke waarschuwingen, instelling 103, B-19 toebehoren bestellen 8 garantie 141
8
Index
toetsen, bedieningspaneel 13 toner bijna op, doorgaan met afdrukken 80, 81 dichtheid B-10 morsen van 96 problemen oplossen 118, 119, A-7 verbruik E-2 Toner bijna op, bericht 80 Toner bijna op, instelling B-20 toner opnieuw verdelen 80 Tonercassette 78, 81 beperkte garantie 145 bestellen 8 HP TonerGauge opnieuw instellen 79 levensduur 78 nieuw 122 nieuwe B-21 recycling 78 tonerniveau controleren 79 Tonerdichtheid, instelling B-10 transparanten afdrukken 32 regelmatig voorkomende storingen verhelpen 102 specificaties A-10 TrueType-lettertypen 25 type-instellingen B-6, B-7
U uitgangspennen seriële kabels A-20 uitvoerbak 32, 33, 34 uitvoerbak afdrukzijde boven 33 uitvoergebieden papierstoringen verhelpen 99 Uitvoerlade afdrukzijde onder 32 Uitvoerlocaties, problemen oplossen 126 UNIX, zie HP-UX
V Vage afdruk, probleem oplossen 119 van printertaal wisselen B-17 vastgehouden taak afdrukken 69 verwijderen 70 vasthouden, taak 69 VCCI-verklaring, Japan E-7 vector-graphics D-1 veelvoorkomende papierstoringen, verhelpen 102 veiligheidsverklaringen E-7, E-8 verbruik, stroom A-16
Verbruiksartikelen zie ook benodigdheden vergrendeling bedieningspaneel 28 verhelpen regelmatig terugkerende berichten 103 Verhelpen van papierstoringen 90, 102 steeds terugkerende berichten 103 Verkeerd papierformaat in lade, bericht 108 Verkeerde envelopinvoer geïnstalleerd bericht 108 Verkeerde lade, probleem oplossen 126 verkeerde lettertypen 128 Verkeerde printer geselecteerd, probleem oplossen (Macintosh) 128 Verkoop- en servicekantoren 149, 161 verkreukeld papier, problemen oplossen 118 verkreukeld, probleem oplossen A-13 verlengstuk van lade 34 vervoer van de printer 142 Vervormde afdruk, probleem oplossen 124, 125 Vervormde tekens, probleem oplossen 119 vervormde tekens, problemen oplossen 118 verwijderen van lettertypen 25 Vijfhonderd 4 Vochtigheidsspecificaties A-17 voorbedrukt/geperforeerd oriëntatie 45, 46 voorbedrukt/geperforeerd papier dubbelzijdig afdrukken op 43 Voorbeelden configuratiepagina 138 problemen met afdrukkwaliteit 118 Voordelen, printer 2 voorschriften E-1 vouwen, problemen oplossen 118 vullen papierladen 34
W Waarde-toets 13 watermerk, afdrukken 60 Weggevallen informatie problemen oplossen 119
DU
Windows help 24 netwerksoftware 17, 29 software 29 Windows NT 3.51 PCL 5e/ 6-printerstuurprogramma 21 World Wide Web-adressen, zie pagina
Z zwaar papier afdrukken 33, 56 specificaties A-13, A-14
DU
Index
9
10
Index
DU
Copyright© 1999 Hewlett-Packard Co.