Hoogwaterbeschermingsprogramma > Retouradres Postbus 93218 2509 AE Den Haag
Aan het bestuur van de waterschappen
Programmadirectie Hoogwaterbescherming Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postbus 93218 2509 AE Den Haag (070) 351 97 1 6 / (06) 35 11 94 13 Contactpersoon Simone Boogaard Teammanager programmering T 06 51 38 22 73 simone.boogaard ©hoogwaterbescherming.ni
Datum: 15 december 2014 Betreft: voorlopig programmavoorstel Hoogwaterbescherming 2016-2021
Ons kenmerk HWBP 2014/1357 Uw k e n m e r k
Geacht bestuur, Met deze brief doe ik u toekomen het voorlopig programmavoorstel Hoogwaterbescherming (HWBP) 2016-2021, de overwegingen die hierbij een rol hebben gespeeld en de vervolgprocedure.
Bijlage(n) 1. Conceptprogramma 2016 - 2021 2. Redeneerlijn 3. Kansenscan 4. Contactpersonen Deltaprogramma
De minister van Infrastructuur en Milieu (I&M) heeft de plicht om de besturen van de waterschappen te horen op grond van de gewijzigde Waterwet. Bij deze vraag ik u, namens de minister van I&M, om vóór 18 maart 2015 uw bestuurlijke reactie te geven op het voorlopig programmavoorstel, zodat het programma tijdig in 2015 In de Uniecommissie Waterkeringen kan worden besproken, alvorens de stuurgroep HWBP op 20 mei 2015 een definitief advies aan de minister zal vaststellen. In uw bestuurlijke reactie wil ik u verzoeken om op de onderstaande vragen te reageren: 1. Kunt u instemmen met het voorliggende voorlopig programmavoorstel 20162021? 2. Ziet u aanknopingspunten om projecten gecombineerd uit te voeren in bijvoorbeeld projectoverstijgende verkenningen? 3. Bent u voornemens om projecten eerder te starten dan geprogrammeerd en deze voor te financieren? 4. Wat is de reactie van het gebiedsoverleg Deltaprogramma voor uw beheergebied op het voorlopig programmavoorstel? U wordt verzocht het voorlopig programmavoorstel voor uw beheergebied te bespreken in de gebiedsoverleggen van het Deltaprogramma. In de bijlage treft u een lijst met contactpersonen per gebied. Gelieve uw conclusies over samenhang met andere regionale opgaven uit het gebiedsoverleg mee te nemen in uw reactie op bovenstaande vragen. In juni zal de stuurgroep HWBP het voorlopig programmavoorstel 2016-2021 aan de minister aanbieden. Begin juli zal het programma worden besproken in het Nationaal Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma. Daarna zal de programmering als onderdeel van het Deltaprogramma 2015 worden vastgesteld in de ministerraad. Dit voorlopige programmavoorstel wordt ter consultatie aangeboden onder voorbehoud van inpassing in de rijksbegroting en het vrijvallen van middelen uit het HWBP-2.
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een samenwerking van de waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu Pagina 1 van 4
Het voorlopig programmavoorstel Met het voorliggende programmavoorstel is evenals vorig jaar tegemoet gekomen aan het besluit van de stuurgroep om in 2015 en 2016 meer verkenningen te starten om voldoende werkvoorraad voor de jaren 2021 en verder op te bouwen. Bij het opstellen van het voorlopig programmavoorstel is rekening gehouden met een extra werkvoorraad van gemiddeld 20% om te voorkomen dat er in latere jaren onderbesteding zal plaatsvinden.
Programmadirectie Hoogwaterbescherming Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postbus 93218 2509 AE Den Haag (070) 351 97 16 (06) 35 11 94 13
In het voorlopig programmavoorstel zijn de reserveringen voor de Bestuursovereenkomst Maas opgenomen. De programmering van de projecten "bihWêWdë'Maasövë"reèTfRSitïSt"is oridêr Voorl5ëh"öücl"van' rangscfiiRRing op~Ba§is"varr urgentie; tijdens de consultatieperiode stelt Waterschap Peel en Maasvallei hier een onderbouwde methode voor op. In het voorlopig programmavoorstel zijn projecten van Rijkswaterstaat (RWS) opgenomen. Deze worden gefinancierd vanuit het budget rijkskeringen. In dit voorlopig programmavoorstel is rekening gehouden met €100 min. budgetoverschot uit het HWBP-2. Elementen van de redeneerlijn In de stuurgroep van 24 september 2014 is de Programmadirectie HWBP verzocht een redeneerlijn op te stellen als basis voor het programma HWBP 2016-2021 op basis van urgentie. In de opgestelde redeneerlijn wordt rekening gehouden met een budgetoverschot HWBP-2 van €150 min. zoals besloten in de stuurgroep HWBP-2 van 16 september jl. In de bestuurlijke overeenkomst waterveiligheidsbeleid van 17 juni jl. is afgesproken dat 2/3 van het budgetoverschot HWBP-2, €100mln, beschikbaar zal zijn voor waterschapsprojecten (uitvoering binnen het HWBP) en een 1/3 deel, €50mln, beschikbaar zal zijn voor waterveiligheid binnen het Deltafonds bijvoorbeeld voor het eerder starten van RWS projecten binnen het HWBP. De programmadirectie zal hiervoor een programmavoorstel voor RWS projecten doen. Een bedrag van €100mln. op de dijkrekening betekent dat het totale volume van het programma 2016-2021 stijgt met €139mln. Hierin is het projectgebonden aandeel en de 20% extra werkvoorraad verrekend. De stuurgroep heeft, in overeenstemming met de adviezen van CWK en directeurenoverleg, besloten om de voorgestelde redeneerlijn van de programmadirectie te volgen en het op basis daarvan opgestelde voorstel vrij te geven voor consultatie. Het voorstel zoals het nu voorligt doet recht aan het uitgangspunt van programmeren op basis van urgentie en geeft projecten de kans om eerder te starten met de verkenningsfase (T-2 aanpak) om zodoende een vliegende start te maken. Daarnaast ontstaat er voor een merendeel van de projecten die in het programma 2015-2020 zijn opgenomen een versnelling van 1 a 2 jaar. Het voorlopig programmavoorstel bestaat uit de volgende componenten: 1. Oplossen en niet toestaan van (nieuwe) discontinuïteiten in de programmering. De stuurgroep heeft eerder aangegeven deze 'onderbrekingen in de programmering' bij projecten onwenselijk te vinden. 2. Introduceren aanpak slagkracht. Onder slagkracht verstaan we het versnellen van een deel van de verkenningsfase welke start in T-2 (T-2 aanpak). In deze fase wordt bekeken of de beheerder gesteld staat op het gebied van capaciteit en op het gebied van financiële.draagkracht in het kader van het projectgebonden aandeel. Verder hoort in de T-2 aanpak dat er een nadere veiligheidsanalyse wordt uitgevoerd bij voorkeur op basis van de nieuwe normering. De T-2 aanpak kent overeenkomsten met wat binnen HWBP-2 de robuuste analyse wordt genoemd, waarbij binnen een aantal projecten ook een Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een samenwerking van de waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu Pagina 2 van 4
doorkijk gemaakt wordt naar de nieuwe normering. Het doel van een dergelijke versnelling is dat het programma stabieler wordt door het geven van een vliegende start van de projecten (organisatorisch gesteld staan) en door de stabielere scope van de projecten vanwege het nadere veiligheidsonderzoek. Bijkomend voordeel aan de kant van het programma is een betere doorkijk naar toekomstige jaren. Bij de verkenning wordt ook rekening gehouden of het project qua urgentie stand houdt als op basis van VNK de projecten op urgentie worden gerankt. 3. Eerder aflossen van de voorgenomen voorfinanciering met een deel van het budgetoverschot HWBP-2 op basis van de urgentievolgorde (huidig volume vooTgêfihanciëftte^^
Programmadirectie Hoogwaterbescherming Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postbus 93218 2509 AE Den Haag (070) 351 97 16 (06) 35 11 94 13
Het voorlopig programmavoorstel biedt ruimte om te anticiperen op de nieuwe normering (T-2 aanpak) en de uitkomsten van de LRT-4 (financiële ruimte in latere jaren door het aflossen van een deel van de voorfinancieringen). Het aflossen van de voorgenomen voorfinanciering is voor de CWK een belangrijk punt. Ook in het kader van het aflossen van voorfinanciering is het belangrijk te noemen dat dit voorlopige programmavoorstel ter consultatie wordt aangeboden onder voorbehoud van inpassing in de rijksbegroting en het vrijvallen van middelen uit het HWBP-2. Deltaprogramma De uit te voeren projecten in het HWBP zijn veelal de eerste maatregelen van de voorkeursstrategie die in het Deltaprogramma per deelgebied zijn vastgesteld. De conceptprogrammering van de voorgenomen dijkversterkingen wordt daarom jaarlijks besproken in de gebiedsoverleggen Deltaprogramma. Het doel hiervan is meekoppelkansen te identificeren en te bezien welke samenhang er is tussen reguliere dijkversterkingen en andere waterveiligheidsmaatregelen, zoals rivierverruiming. Wij vragen u om dit voorlopig programmavoorstel 2016-2021 in deze consultatieronde te agenderen voor gesprek in het voor u relevante gebiedsoverleg en de conclusies over samenhang met andere regionaal opgaven uit het gebiedsoverleg mee te nemen in uw reactie op bovenstaande vragen. Kansenscan kennis en innovatie Dit najaar is voor de derde maal een kansenscan voor kennis en innovatie binnen het HWBP uitgevoerd. De kansenscan heeft onder meer in beeld gebracht welke kennis en innovaties (mogelijk) kansrijk zijn voor projecten in het HWBP. Zie de kruistabel in de bijlage voor een eerste indicatie van welke innovatie voor welk project in voorlopig programmavoorstel 2016-2021 relevant kan zijn (plus generieke samenvatting van de kansenscan). Wij vragen u om hiervan kennis te nemen en in het plan van aanpak van projecten expliciet te overwegen of deze kennis/innovatie wordt meegenomen in het project. Bij de review van het plan van aanpak wordt ingegaan op onderbouwing waarom een innovatie wel/niet wordt meegenomen in de verkenningsfase. De programmadirectie kan ondersteunen bij deze afwegingen. Op deze manier starten we vroegtijdig, wanneer alle opties nog open zijn, het gesprek over de meerwaarde en inzet van nieuwe kennis en innovatie.
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een samenwerking van de waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu Pagina 3 van 4
Informatiebijeenkomst Op 7 januari 2015 zal er onder leiding van de bestuurlijk portefeuillehouder van de Unie van Waterschappen, de heer mr. J.H. Oosters, een informatiebijeenkomst over het voorlopig programmavoorstel 2016-2021 worden gehouden in het restaurant Zandvoort aan de Eem, Amersfoort. Naast de programmaconsultatie wordt tijdens deze bijeenkomst ook het platform dijkwerkers gelanceerd. U kunt zich opgeven voor deze bijeenkomst via het mailadres: diikwerkerstahooqwaterbescherminq.nl
Programmadirectie Hoogwaterbescherming Koningskade 40 2596 AA Den Haag Postbus 93218 2509 AE Den Haag (070) 351 97 16 (06) 35 11 94 13
Heeft u nog vragen, neemt u dan gerust contact op met de programmadirectie. Wij hopen u te mogen begroeten~op^januari"2015; Hoogachtend,
ir. Erik Kraaij plv. programmadirecteur Hoogwaterbeschermingsprogramma
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een samenwerking van de waterschappen en het ministerie van Infrastructuur en Milieu Pagina 4 van 4
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Legenda
MIRT-fase: Verkenning
•
Voorlopig programmavoorstel 2016 - 2021
MIRT-fase; Planuitwerking
| M I R T - f a s e : Realisatie
Voorlopig programmavoorstel op basis van voorkeurscenario (#1)
2014
201S
2016
2017
2018
2019
2020
2021
105,1
63,3
123,1
203,6
243,4
426,6
21,0
12,7
24,6
40,7
48,7
85,3
M.S 17,7
52,2
151,6
170,1
165,6
447,6
Beschikbaar op de dijkrekening (exclusief P G A 10% en extra werkvoorraad)
37,6
109,2
122,5
119,2
322,3
Saldo benodigd en beschikbaar
-66,7
-11,1
28,5
-33,5
-77,8
21,0
Saldo benodigd teruggerekend naar Rijksbegrotingcijfers (PGA & werkvoorraad)
-48,0
-8,0
20,5
-24,1
-56,0
15,1
2022
2023
2024
2025
447,6
447,6
447,6
447,6
Waterschapsprojecten Totaal benodigd (mcl. extra werkvoorraad) Extra werkvoorraad Beschikbaar financiële ruimte
De aardbevingsgevoelige dijken w o r d e n versneld aangepakt door voorfinanciering vanuit afspraken met EZ. De programmering is ondervoorbehoud van discussie over ILT-oordeel (brief_2014/27616) * * * Voor Zettingsvloeiing is een landelijke verkenning gestart. "••
Projecten zijn in 2014 beschikt; onderuitputting ln 2014 maakte het mogelijk deze voorfinai
aftelossen.
Projectoverstijgen de verken ningen HWBP
Geschatte kosten (indicatief)
2014
2015
2016
2017
PM
33D
WSRL
Programma Piping
2,9
2,5
1,6
1,0
PM
33C
hry^lan
POV W a d d e n z e e
1,9
1,1
33A
HDSR
POV Centraal Holland
Zl 3.S
1,8
PM
ï,2
0,0
0,0
WSRL
POV Macrostabiliteit
5,0
5
Project
PM
Trekker
Naam project
-°
2013
202 3
2019
2021
2022
5,0
De programmering van de projecten binnen de Maasovereenkomst is onder voorbehoud van rangschikking op basis van urgentie; tijdens de consultatleperiode stelt Waterschap Peel en Maasvallei hier een onderbouwde methode voor op. Project Is deels In 2014 beschikt; onderuitputting in 2014 maakte het mogelijk het voargeflruncleide deal eerder lf tt bttMI.
Overzi cht aflossing voorfinanciering # ranking
Project
Beheerder
45
241
Scheldestr.
2014
Naam project
2015
2016
2017
Burghsluis-Schelphoek
2,5 7,0
51
2SK
v&v
Loswal Hattem + Apeldoorns kanaal
53 («7)
2SM
Fryslan
Zandasfalt Noorderhavendam
1,8
62
251
V&V
Eemdijk/Spakenburg
3,1
2018
2019
2018
2019
2018
2019
202
J
2021
0
2021
Dit project in mindering gebracht van de reservering In 2021
Overzicht T-2 F/rjnkmgj
Project
Beheerder
|
Naam project
2014
2016
2015
26
220
WSRL
Culemborg
T-l
28
22C
WSRL
Peerenboom-Genderen
T-l
30
28G
Fryslan
West Hoiwerderpolder - Lauwersm.
T-l
31
05C
Rijnland
IJsseldijk Gouda (fase 2)
T-l
32
16E
WSHD
Zettingsvloeiing V3T
T-2
34
22S
WSRL
Leeuwen - Oude Maasdijk
T.2
35
22K
WSRL
Tiel
T-2
37
240
Scheldestr.
Zuld-Beveland Oost, Oosterscheide
T-2
38
22R
WSRL
W i n s s e n - Drutensche Waarden
43
18D
NZV
Lauwersmeer/Vierhuizer^at
44
06D
HHSK
Capelle/Zuidplas
46
08A
RWS 7N
Drongelens kanaal (P52)
47
12B
RWS W N Z
SVK Holl. IJsselkering (schuif)
48
12A
RWS W N Z
SVK Holl. IJsselkering (dijk + 2 kw)
50
22P
WSRL
Ooij e n Millingen
52
245
Scheldestr.
Zuid-Beveland West, Westerschelde
54
03F
HHNK
Kunstwerken Markermeer {D17 e n D19)
57
28F
Fryslan
Koehool - West Hoiwerderpolder
(•-• L. . v
rP V
fe, •
Voorfi nanciering projecten in 2021 Project
Beheerder
Geschatte koste n (indicatief, inclusief PGA 10%)
2014
Naam project
2015
.'Oiü
2017
2012 1
2021
68 ('8)
15A
WGS
Dalf sen
74 CS)
27A
ZZL
Randmeerdijk Noordocstpolder
83
27B
Z2L
Randmeerdijk Flevopolder
as
14A
WSBD
Geertruidenberg/Amertak
92
17A
H&A
Delfzijl - Chemiepark
99
17B
HSA
Chemlopark — Punt v a n Relde
2,1
108
04A
Delfland
Spuihaven Schiedam
1,0
Wieringer Zeewering (D90)
0,8
Koppelstuk Markermeerdijk
.V, .1
3,1 a
1,2
110
03O
HHNK
111
035
!/ • HHNK
112('8)
22B
WSRL
Jannezand
114
048
Delfland
M e r w e d e h a v e n R'dam
0,5
115
28J
Fryslan
Lemsterhoek
121
20B
RenW
Keersluis de W h a a
1,3 6.8
127
06H
HHSK
Stolwijkersluis
2,0
139
03M
HHNK
Koppelstuk WIJD-Koegraszeedijk
3,5
162
038
HHNK
Koppelstuk WIJD-kunstwerken
5,3
163
20C
RenW
Kunstwerken Vollenhove
0,1
166 CB)
16C
WSHD
Stnjensas
167
25R
vav
Gemaal De Schans
1.5
170
03K
HHNK
Koppelstuk W!JD-dijkvakken
0,2 TOTAAL
Projecten iijn In 2014 beschikt; onderuitputting in 2014 maakte het mogelijk deze voorfinancieringen eerder af te lossen. NB Dit voorlopige programmavoorstel wordt ter consultatie aangeboden onder voorbehoud van Inpassing in de Rijksbegroting en het vrijvaiien van middelen uit het HWBP-2.
55,8
2023
2024
2025
Redeneerlijn programmering HWBP 2016-2021 Samenvatting In de stuurgroep van 24 september 2014 is de programmadirectie HWBP verzocht een redeneerlijn op te stellen bij het programma HWBP 2016-2021 op basis van urgentie (huidige criterium). Voor het door de stuurgroep gekozen scenario waarbij er €100 min extra beschikbaar komt voor waterschapsprojecten door de vrijval van middelen uit het HWBP-2 vanaf 2016 wordt in ieder geval, de door de stuurgroep belangrijk gevonden oplossen van discontinuïteiten ingevuld (d.w.z. in het programma staan 'onderbrekingen in de programmering' bij sommige projecten omdat er in dat desbetreffende jaar onvoldoende middelen meer beschikbaar waren). Daarnaast wordt het criterium slagkracht toegevoegd. Onder slagkracht verstaan we het versnellen van een deel van de verkenningsfase welke start in T-2 (T-2 aanpak). In deze fase wordt bekeken of de beheerder gesteld staat op het gebied van capaciteit en op het gebied van financiële draagkracht in het kader van het projectgebonden aandeel. Verder hoort bij de T-2 aanpak dat er in deze fase een nadere veiligheidsanalyse uitgevoerd bij voorkeur op basis van de nieuwe normering. Het doel van een ^ e r ^ l i j k e - v e r e n e U m g J s J a t J n e t ^ r o g ra m n ^ van de projecten (organisatorisch gesteld staan) en door de stabielere scope van de projecten (nader veiligheidsonderzoek). Bijkomend voordeel aan de kant van het programma is een betere doorkijk naar toekomstige jaren. Daarnaast stelt de programmadirectie voor de extra middelen (gedeeltelijk) aan te wenden voor het eerder aflossen van de voorfinanciering (huidig volume voorgefinancierde projecten eind 2016 is c a . € 120 min.). Dit maakt dat er meer financiële ruimte ontstaat vanaf 2021 wanneer er een substantieel deel van de projecten in de uitvoering gaat en urgente projecten op basis vanuit de LRT-4 kunnen worden opgestart. In deze redeneerlijn staat uitgewerkt hoe het voorlopig programmavoorstel is opgebouwd. Het voorstel biedt ruimte om te anticiperen op de nieuwe normering (T-2 aanpak) en de uitkomsten van de LRT-4 (financiële ruimte in latere jaren door het aflossen van een deel van de voorfinancieringen). Het aflossen van de voorfinanciering is voor de CWK een belangrijk punt. Prioriteren op basis van urgentie Om met de beschikbare middelen een zo groot mogelijke veiligheidswinst te bereiken worden de projecten binnen het HWBP geprioriteerd op basis van urgentie (zie memorie van toelichting waterwet en financieringsregeling). De urgentie van afgekeurde keringen is bepaald aan de hand van de kans op falen (ernst van de aard van de afkeuring) en de gevolgen in termen van schade en slachtoffers. Prioritering op basis van urgentie is leidend, in lijn met de programma's 2014-2019 en 2015-2021. Op deze manier wordt geborgd dat HWBP de goede dingen doet ("hoogste risico eerst"). Dit startpunt is gekozen omdat het eenduidig en objectief, meetbaar en transparant, doelmatig en uitlegbaar is. Het programma is opgezet als een voortrollend programma. Dat wil zeggen dat het programma jaarlijks wordt geactualiseerd. Het voortrollende karakter van het HWBP maakt het mogelijk om op basis van de nieuwe resultaten uit de toetsing (LRT3, LRT3+, LRT4) de volgorde van maatregelen te heroverwegen op basis van prioriteit en daarmee de doelmatigheid van het HWBP te vergroten. Voor het programmeren wordt gebruik gemaakt van een aantal uitgangspunten: -Tempo 2-2-2 De projecten worden geprogrammeerd middels het ritme van twee jaar verkenning, twee jaar planvorming en twee jaar uitvoering. In principe wordt volgens dit ritme geprogrammeerd. Het kan zijn dat projectfases later in de tijd worden gezet, als er in bepaalde jaren te weinig middelen beschikbaar zijn. Dit noemen we discontinuïteit. De stuurgroep heeft aangegeven deze discontinuïteit zoveel als mogelijk te willen oplossen. Ten aanzien van het ritme 2 - 2 - 2 ; hiervan kan de beheerder beargumenteerd afwijken mits dit bestuurlijk wordt vastgesteld tijdens de consultatie of aanmelding. -KOSWAT- ramingen Voor het bepalen van de kosten van projecten wordt uitgegaan van KOSWAT-ramingen tenzij ramingen van de beheerder beschikbaar zijn welke bestuurlijk worden vastgesteld tijdens de consultatie of aanmelding. -/Casree/fsen Voor de programmering wordt gewerkt met het beschikbare budget met bijbehorende kasreeks vanuit de dijkrekening.
Eerdere relevante besluiten van de stuurgroep -Projecten 'bevriezen' ten behoeve van de stabiliteit Om de continuïteit en de stabiliteit van het programma te borgen wordt er iedere programmeringsronde telkens twee jaar 'bevroren' zodat projecten die reeds zijn gestart of binnenkort starten doorgang kunnen vinden voor alle projectfasen. -Voorfinancieringsregeling voor lokale afweging Om individuele afweging over timing van een project mogelijk te houden, binnen de kaders van de financieringsregeling is de mogelijkheid geboden om een project voor te financieren. De aflossing geschiedt vanaf 2 0 2 1 , of zoveel eerder als dit volgt uit de reguliere programmering op basis van urgentie - Extra werkvoorraad voor het zekerstellen van het programma Bij het opstellen van het voorlopig programmavoorstel is rekening gehouden met een extra werkvoorraad van gemiddeld 2 0 % om te voorkomen dat er in latere jaren onderbesteding zal plaatsvinden. Dit betekent dat we voor het beschikbare budget + 2 0 % , projecten programmeren. -De-20%-extra^eFkvoorraad-wordt op-basis-van-urgefltie-toegevoegd-aan-het-programma Onderbesteding kan onder andere voorkomen doordat in de verkenningsfase door nader (grond)onderzoek blijkt dat er geen maatregel nodig is. Ook kan vertraging van het project leiden tot onderuitputting. Werken met een extra werkvoorraad heeft als doel dat 100% besteding van het beschikbare budget gerealiseerd wordt. Dit wordt scherp gemonitord. Indien een overschrijding van de 1 0 0 % dreigt, wordt de mogelijkheid tot een kasschuif onderzocht.
Issues programmering 2016-2021 De redeneerlijn is opgesteld vanwege de volgende issues die aandacht verdienen; 1.
2.
3.
4.
€100 min. komt beschikbaar voor het HWBP uit het budget HWBP-2 De stuurgroep HWBP-2 heeft op 16 september jl. besloten dat er € 150 min. beschikbaar komt vanuit het HWBP-2. Deze middelen komen voor 2/3 ten goede aan het HWBP, deze programma ' s zijn immers communicerende vaten. Zwaartepunt van de opgave beperkt zich tot beperkt aantal beheerders. Indien met de middelen uit het HWBP-2 ook projecten aan het programma worden toegevoegd (op basis van urgentie) zie je dat veelal dezelfde beheerders extra opgaven krijgen ( W G S , WSRL). Prioritering gevoelig voor overstromingskansen en nieuwe normering De gevoeligheidsanalyse met de nieuwe normering laat een verschuiving zien in prioriteit. Vanaf de volgende toetsronde in 2017 (programmering 2019-2024) zal deze verschuiving realiteit worden, maar hierop anticiperen in een eerder programma ligt voor de hand. De stuurgroep zal in het voorjaar 2015 besluiten of vanaf programma 2017 wordt geprioriteerd op basis van de nieuwe normering. Dit kan gevolgen hebben voor de huidige prioriteringsvolgorde met uitzondering van projecten die starten in jaar 2015 en 2016. Scope 's van projecten wijzigen Er is gebleken dat door betere inzichten scope's van projecten kleiner worden of zelfs helemaal verdwijnen. Dit gebeurt voornamelijk na de nadere veiligheidsanalyse.
Voorstellen voor prioriteringmethodieken Naast het prioriteren op basis van urgentie in het programma met de reguliere middelen stellen we voor de uitbreiding van het programma met de vrijval van de middelen uit het HWBP-2 naast urgentie, ook de volgende prioriteringsmethodieken voor. Deze zullen bijdragen aan de stabiliteit van het programma en draagvlak voor de alliantie. 1. Oplossen van discontinuïteiten De stuurgroep heeft aangegeven de discontinuïteiten die in het programma staan, onwenselijk te vinden. Bij het vrijkomen van extra middelen worden discontinuïteiten opgelost.
2. Programmeren op basis van slagkracht Naast het oplossen van de discontinuïteiten kan worden geprogrammeerd op basis van slagkracht. Bij slagkracht wordt eraan gedacht om een deel van de verkenningsfase te versnellen en uit te voeren in T-2 (T-2 aanpak). Het doel van een dergelijke versnelling is dat het programma stabieler wordt door het geven van een vliegende start van de projecten (inzicht in gesteld staan) en door de stabielere scope van de projecten (nader veiligheidsonderzoek). Bijkomend voordeel aan de kant van het programma is een betere doorkijk naar toekomstige jaren. Met de ervaringen uit de eerste twee jaar van het HWBP is duidelijk geworden dat projecten niet altijd gesteld staan om met projecten van start te gaan op het moment dat ze geprogrammeerd staan (t=0) en daarmee veel kostbare tijd verliezen. Verder zien we dat bij eerste fase van een verkenning, onder andere door de nadere veiligheidsanalyse, de oorspronkelijke scope van een project vaak wijzigt. Parallel hieraan weten we ook dat nieuwe normen en LRT-4 mogelijk leiden tot gewijzigde of grotere scopes. De programmadirectie stelt daarom voor om, verplicht, een deel van de verkenningen versnelt uit te voeren en daarmee een T-2 moment te-introduceren. Dit-komt neer op het e e r d e r u i t v o e r e n v a n s p e c i f i e k e o n d e r d e l e n v a n d e v e r k e n n i n g s f a s e (T-2 aanpak genoemd). Bij positieve uitkomst kan het project met grote mate van zekerheid worden opgevoerd voor het jaar T=0. Omdat deze drie onderdelen de grootste invloed hebben op het vervolg van het project bestaat de T-2 aanpak uit een toets op de f i n a n c i ë l e g e s t e l d h e i d (projectgebonden aandeel), de o r g a n i s a t o r i s c h e g e s t e l d h e i d (capaciteit) en een n a d e r e v e i l i g h e i d s a n a l y s e bij voorkeur rekeninghoudend met de nieuwe normering. Binnen het HWBP zal budgetruimte gereserveerd worden om T-2 aanpak te financieren. Hoewel een nadere uitwerking van de spelregels voor een voorschot tbv de T-2 aanpak vereist is geeft onderstaande schematisatie een beeld van de procesgang van deze aanpak. T-2 aanpak in de tiid weergegeven:
I Consul talieperl ode
PvA (reguliere
fT-2)
üitvcering aanpak T-2
verkenningsfase)
3. Inzet op eerdere aflossing in 2016 van voorgefinancierde projecten Bij het huidige programma's 2014-2019 en 2015-2020 kiezen een aantal beheerders ervoor, indien zij op basis van urgentie niet kunnen starten, om voor te financieren. Dit kan verschillende redenen hebben maar over het algemeen geldt dat wachten met het project geen optie is. Vanwege bijvoorbeeld maatschappelijke meerwaarde die verloren gaat of maatschappelijke onrust die ontstaat wanneer een beheerder in korte tijd terugkeert voor nieuwe dijkversterking. Eind 2016 hebben de beheerders naar verwachting voor circa €128,5 min. voorgefinancierd (is naar verwachting voor 2017 beschikt) waarvan € 74,4 min. aan projecten binnen de programma's ( = meest urgent) en €54,1 min. buiten het programma (na 2020 geprogrammeerde projecten). Een deel van de €100 min kan worden aangewend om voorfinancieringen terug te betalen. Argumenten hiervoor zijn: - Door voorgefinancierde projecten eerder dan 2021 uit te betalen, ontstaat in 2021 budgetruimte die besteed kan worden aan nieuwe aanmeldingen vanuit LRT4. Wordt het budget besteed aan het terugbetalen van voorfinanciering kom je pas later toe aan de 'nieuwe urgente projecten'. - Vanaf 2021 is er financiële ruimte nodig voor LRT3 projecten die dan in de uitvoering komen. - Het draagt bij aan lagere maatschappelijke kosten (minder rentelasten). - Het uitvoeren van voorgefinancierde projecten voorkomt maatschappelijke onrust die onwenselijk is voor alle partners. Het past dat een ieder hieraan evenredig bijdraagt (dijkrekening) en dat indien mogelijk de lasten niet voor langere periode alleen bij de beheerder liggen.
Opbouw programma 2016-2021 Alle uitgangspunten en programmeringmethodieken die in deze redeneerlijn zijn toegelicht vormen samen de handleiding om te komen tot het nieuwe programma voor het HWBP. Het zijn in feite bouwblokken waarmee het programma kan worden opgebouwd. De volgorde die hiermee gehanteerd wordt, bepaald hoe het programmascenario er uiteindelijk uitziet. Hieronder staat voor het programmavoorstel met de €100 min. extra middelen het scenario uitgewerkt met een toelichting op welke manier het is opgebouwd. De stuurgroep heeft dit scenario vastgesteld. Bij het opstellen van de programmascenario word de volgende volgorde van handelen aangehouden: 1. Financieel plafond voor de periode 2016-2021 gaat met €100 min. omhoog; Jaarlijkse reservering van €5 min. ten behoeve van de T-2 aanpak; Alle projecten worden aaneengesloten geprogrammeerd, met start conform traplijn dus zonder discontinuïteiten. Traplijn geeft het startjaar aan voor projecten zodanig dat werkpakketten per jaar ontstaan. De —trapttfnis-pntteenri aan het programma 2015-2020 en zorgt voor een opbuuw van het programma met realistische Inzet van middelen. S. Waar mogelijk binnen het programma (zie plaatje 1 t/m X) wordt voorfinanderlng versneld terugbetaald. In het scenario dat ten grondslag ligt aan het voorlopig programmavoorstel zijn de bovenstaande handelingen 3 t/m 5, per project (horizontaal) yltgevoerd. Omdat hetzelfde systeem voor Iedere projectregei wordt aangehouden is dit het scenario op urgentie gestoeld. In dit scenario worden voorfïnancierlngsprojecten in 2016 afgelost, mits ze op basis van urgentie aan de beurt zijn en ze iijn beschikt. Dit scenario leidt tot een kasreeks waarin de €100 min. over meerdere Jaren wordt verdeeld.
Reservering T-2 aanpak Bevroren projecten
Voorfinanciering
Projecten It/m X
Overige Projecten
i
SCENARIO 1: op basis v a n urgentie
I
HWBP Kansenscan kennis en innovatie 2014 Inleiding In de zomer van 2014 is de derde kansenscan van het HWBP gestart. Via verschillende kanalen is een uitvraag gedaan richting marktpartijen, kennisinstellingen en beheerdersom nieuwe kennis, producten procesinnovaties aan te dragen. Het doel hiervan is om kansrijke kennis en innovaties voor projecten/programma vroegtijdig in beeld hebben en benutten (matchmaking vraag en aanbod). Inzet van nieuwe kennis en innovaties draagt eraan bij om het HWBP sneller, goedkoper en beter te kunnen uitvoeren. De twee voorgaande kansenscans hebben onder andere aan de basis gestaan van de doorontwikkeling van kennis en innovaties in de zogenaamde projectoverstijgende verkenningen. Overigens is deze kansenscan niet de enige bron voor nieuwe kennis en innovaties in het HWBP. Het is geen uitputtend overzicht. Er is nog veel meer aanbod, bijvoorbeeld de innovaties in HWBP2.
lapatZ014 Dit jaar zijn er 35 kansen ingediend. Enkele daarvan zijn samengevoegd, waardoor er uiteindelijk 31 beoordeeld zijn (zie groslijst). De input was afkomstig van uiteenlopende marktpartijen en enkele kennisinstellingen. Soms was er al een keringbeheerder bij de innovatie betrokken. De kansenscan blijkt een middel te zijn om vanuit de praktijk te agenderen waar kansen liggen voor verbetering, zowel op het vlak van producten als van proces, in sommige gevallen overstijgt de innovatie de scope van het HWBP, maar grijpt het in op de gehele cyclus van waterveiligheid. Aanpak kansenscan Innovatoren hebben een digitaal intakeformylier ingevuld. Dit formulier gaf hen inzicht in welke elementen van belang zijn voor innovaties in het HWBP en had daarmee ook een communicatieve waarde. De ingediende kansen zijn door de programmadirectie beoordeeld op kansrijkheid, m.a.w.: op de meerwaarde en risico's van nieuwe kennis en innovaties voor het programma. Op deze conclusie(s) is om een second opinion gevraagd aan experts (beheerder, kennis, ENWcoördinator) en zijn de aanbevelingen aangescherpt.
3-
1 Meerwaarde alleen voor specifieke projecten
o
IV (nog) niet oppakken
«
11 Direct toepasbaar ln project
llll Voorbereidend (praktijk) onderzoek nodig
ó Cl
laag
hoog
rendement investeringvoor programma
Generieke conclusies en aanbevelingen voor vervolg De bevindingen zijn per ingediende kans samengevat en vertaald naar adviezen voor het HWBP op programmaniveau, HWBP-projecten, de innovator die het ingediend heeft en soms ook voor derden (zie A4 per kans). Ook zijn er generieke conclusies te trekken voor projecten en/of programmaniveau. 1.
Aandacht voor kennis en innovatie: De kansenscan is een nuttig instrument om de aandacht voor kennis en innovatie in het HWBP vast te houden (communicatieve waarde). Het wordt benut o m signalen uit de praktijk af te geven ('dit kan beter') en helpt om nieuwe ideeën op het netvlies te krijgen. Ook is het een middel om met partners in gesprek te blijven over hoe je kunt zorgen dat kennis en innovaties benut worden (randvoorwaarden). De kansenscan blijft daarom een vast onderdeel in de jaarlijkse cyclus van het HWBP. De programmadirectie benut het instrument om vraag en aanbod op te halen en te makelen tussen aanbieders en gebruikers. Op de website www.hoogwaterbeschermings-programma.nl zal een deel komen waar vraag & aanbod, goede voorbeelden en handreikingen voor kennis en innovatie gemakkelijk te vinden zijn.
2.
Kansrijke innovaties voor proiecten: De kansenscan heeft in beeld gebracht welke innovaties (mogelijk) kansrijk zijn voor projecten in het HWBP. Deze inzichten worden door de programmadirectie gedeeld met de keringbeheerders. Zie de kruistabel (bij programmering 2016-2021) voor een eerste indicatie van welke innovatie voor welk project relevant kan zijn. Bij
Inhoudsopgave HWBP Kansenscan kennis en innovatie 2014
1
Kruistabel - kansen voor projecten HWBP
4
Productinnovaties en nieuwe kennis
7
1. Miramap
8
2. Grachtenelement
9
3. Medinabuis
10
4. Borsteldijk
11
5. Geodetect verticaal zanddicht geotextiel
12
6. DyStaDijk
13
7. DMC (Dike Monitoring and Conditioning)
14
8. Grondwaterstroming meten
15
9. Grof zand fHter barrière
16
10. Waterontspanner
17
11. Overgangen van gras naar constructie
^.-«w^.;:":..-....-
18
12. Brede groene zee- of meerdijk
19
13. Toekomstbestendige dijkbekleding
20
14. Voordelen van voorlanden
21
15. Medusa
22
Kennis
23
16. Verdeling faalkansruimte
23
17. Dijkentester / stresstest
24
Procesinnovaties
25
18. DijkDataService Center (DDSC)
26
19. LiveDijk
27
20. Opportunity Based Asset Management
28
21. Duurzaam G W W
29
22. Procesinterventie
30
23. Compact team
31
24. StabiAlert
32
25. Intelligent Delta Dashboard
33
26. BIM Dataroom
34
27. SUCCESS
35
28. Integrale benadering meerlaagsveiligheid
36
29. Dijkmonitoring Nederland (DMN)
37
30. GIS-applicatie voor ontwerp
38
31. Dataprofeet
39
Groslijst ingediende kansen
40
Tabel 1: welke kansen zijn mogelijk relevant voor projecten HWBP 2015-2020?
E 'E
13 S E Ot
S c
'5 -Q
QJ
s
Beheerde Naam
•«*
n
ronking
S -5
^
O tn 1
ta 1
O
co
r--
TH
1
KM secties
Centraal Holland
1-2-S-11A
1
86,89
X
X
X
X
X
WSRL
Lingewaal-Neerijnen
221
2
6,81
X
X
X
X
X
WSRL
Opijnen-Ophemelt
221
3
6,55
X
X
X
X
X
WSRL
W a a r d e n b u r g - O p i j nen
22Q
4
3,95
X
X
WSRL
Gorinchem
22H
5
3,22
X
X
X
X
X
WSRL
Vuren-Haaften
ITA
6
4,12
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
WSRL
Diefdiik
22F
7
6,S9
WGS
V e c h t - e n Steenendijk
15M
8
13,82
WGS
M a s t e n b r o e k Ussel
15J
9
7,55
WSRL
Wolferen-Sprok
22L
10
3,90
WGS
Zwolle
15E
11
3,19
X
X
WGS
Usselzone Zwolle
151
12
11,79
X
X
WGS
M a s t e n b r o e k Zwarte W a t e r
15L
13
5,40
X
X
HHSK
Gouderak
6C
14
4,77
X
X
X
NZV
Eemshaven-Delfzijl
18A
15
11,84
X
X
X
HHSK
Krimpen/Ouderkerk
6B
16
5,34
X
X
WSRL
N e d e r Betuwe
22D
17
11,91
X
X
X
X
X
WGS
Rondom Kampen
15C
18
18,78
X
X
X
X
X
X
X
X
HHNK
Noordzeekanaal ( D 3 1 t / m D 3 7 |
31
19
25,59
X
X
X
X
X
X
X
X
WSRL
Lingewaard
22M
20
3,70
X
X
X
X
X
HHSK
Capeile/Moordrecht
GA
21
1,26
X
X
HHSK
Restopgave Hollandse Ussel
6F
22
13,36
X
X
WSRL
Werkendam-Giessen
22V
23
4,25
X
X
X
X
WGS
M a s t e n b r o e k Zwarte M e e r
1SK
24
7,12
X
<
<
X
X
X
WGS
Olst-Wijhe
15H
25
13,78
X
X
X
X
WSRL
Culemborg
220
25
2,15
WGS
G e n e m u i d e n - Hasselt
150
27
2,99
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
WSRL
Peerenboom-Genderen
22C
28
2,63
X
X
X
X
X
v&v
Randmeerdijk
25L
29
12,65
X
X
X
X
X
X
Fr/sian
West Holwerderpolder-Lauwersm.
2SG
30
8,75
Rijnland
IJsseldijk G o u d a (fase 2)
05C
31
2,14
X
X
X
X
WSHD
Zettingsvloeiing V3T
16E
32
6,62
V&V
Trajecten Ussel 1
25M
33
9,63
X
X
WSRL
L e e u w e n - O u d e Maasdijk
22S
34
5,27
X
X
WSRL
Tiel
22K
35
4,30
X
X
WRIJ
Pannerden/Loo
21C
36
0,46
X
X
240
37
1,60
X
X
X
X
X
X
X
X
Scheldest Z u l d - B e v e l a n d Oost, O o s t e r s c h e i d e
X
X
X
X
X
X
WSRL
W i n s s e n - Drutensche W a a r d e n
22R
S3
4,79
WSRL
Gameren
22E
39
0,35
Rijnland
IJsseldijk Gouda (urgent d e e l )
05A
40
1,66
HHNK
Wieringermeer(C-kering)
OBE
41
31,98
X
X
X
V&V
Trajecten Ussel 2
25N
42
4,69
X
X
X
NZV
Lauwersmeer/Vierhuizergat
1SD
43
7,86
HHSK
Capelle/Zuidplas
06D
44
2,64
Scheldest Burghsluis-Schelphoek
241
45
1.22
RWS ZN
OSA
46
4,66
RWS WNZ SVK Holl. IJsselkering (schuifl
12B
47
0,23
RWS WNZ SVK H o l l . IJsselkering (dijk + 2 kw)
12A
43
Drongelens kanaal (P52)
X X
X
X
X X X
X
X X X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
(O
s .H
5
fM
#
Ii
g
•5 Projecte
2
is
X
X
Productinnovaties en nieuwe kennis In onderstaande figuur zijn de scores van de verschillende productinnovaties en nieuw kennis die zijn ingediend in deze kansenscan samengevat. Daarna volgt per productinnovatie/kennis een A4 met een beknopte beschrijving van wat het is en wat het doet, de conclusies uit de kansenscan en de adviezen voor vervolg aan verschillende actoren.
Productinnovaties en nieuwe kennis II
1 -
.X
•
+
4
• 1 Miramap
-
2 graf hten et ement
• i Medina
X
atie
] 7 Borsteldijk
• 8 + 27 verticaal geotextiel A9DvStad[JI<
CJ QL
10 D M C
X. 11 grondwateistroming
• 1 7 verdeling faalkamruimte
A
+ 2 0 / 2 2 dijkentester • 2 4 grof zand filter
— 28 watero ntspanner
X
• 29 Overgang Gras-constructie
• i l h r e d e groene dijk
III
IV
35 M e d u s a
Rendement
Toelichting kwadranten:
a.
1
li
Meerwaarde
Direct
alleen voor
t o e p a s b a a r In
specifieke
project
projecten
ia
A 32 toekomstigbestendige dijkbekleding
IV
III
(nog) niet oppakken
Voorbereidend (praktijk) onderzoek
nodig
o_ ni'
ö faag
hoog
rendement investering voor programma
1 33/34 Voordelen van voorlanden
2. Grachtenelement Type innovatie: product Samenvatting door indiener: Het grachtelement is een product van Martens beton. Deze buis wordt met name toegepast als filter- en drainagebuis voor de afgifte van regenwater, om zo grond- en afvalwater te filteren. Deze toepassing kan ook een oplossing zijn voor het probleem Piping. De waterdoorlatende rioolbuizen worden onderling gekoppeld en aan de binnenkant van de dijk in de grond geplaatst. Het water dat zich in de dijk heeft verzameld, kan gewoon doorstromen. Het zand blijft in de dijk achter, het kan namelijk niet wegspoelen via de minuscule openingen van het grove structuur beton. Hierdoor wordt voorkomen dat de dijk verzwakt. Het systeem van grachtelementen is gemaakt van beton en gaat daardoor jaren mee. Ook is het eenvoudig en goedkoop te plaatsen. Om verstopping tegen te gaan kunnen de betonnen elementen van binnenuit gereinigd worden.
Toepassingsgebied HWBP: microstabiliteit, eventueel ook piping (alleen als het ook dieper kan aangelegd worden) Conclusie(s): kwadrant IV o De innovatie bevindt zich nog in een vroege ontwikkelingsfase. Verdere ontwikkeling is nodig om tot mogelijk betere prestaties te komen dan de referentie. • De innovatie werkt als een drain in de teen van de kering, Dit is met name gunstig voor microstabiliteit van de kering. Alleen met een zeer dunne deklaag is de innovatie effectief tegen piping. • Door beperkte toepassingsgebied lijkt het rendement voor het programma vooralsnog beperkt. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: De innovatie is nog niet ver genoeg ontwikkeld om toe te passen in HWBP projecten. Voor programma is het verwachte rendement te laag. Aanbevolen wordt om deze innovatie niet verder binnen het programma te ontwikkelen. b. Projecten: c. Innovator: Definieer het toepassingsgebied van de innovatie. Wanneer het toepassingsgebied duidelijker is, kunnen gericht activiteiten worden opgepakt om de prestatie van de innovatie te vergroten. Binnen de POV piping worden vergelijkbare innovaties ontwikkeld. Aanbevolen wordt om na te gaan welke meerwaarde het grachtenelement heeft ten opzichte van deze innovaties. d. Overigen: Het CIP is een innovatieprogramma van RWS dat helpt om innovaties ook in een pril stadium te helpen ontwikkelen. Programmadirectie brengt de techniek bij CIP onder de aandacht.
4. Borsteldijk Type innovatie: product Samenvatting door indiener: Dijkversterkingen in het water op een slappe bodem zijn lastig realiseerbaar, omdat ophooggrond te weinig draagkracht ondervindt en wegzakt. Dit probleem kan men voorkomen door langzaam en gecontroleerd op te hogen, maar daarvoor is veelal te weinig tijd. Grondverbetering door het verwijderen van slappe veen- en kleilagen en het aanvullen van zand is een beproefde oplossing, maar dit vergt veel grondverzet en kan de stabiliteit van de bestaande dijk in gevaar brengen. Bij een borsteldijk worden er zinkstukken op de waterbodem afgezonken. De zinkstukken worden op een raster van korte palen gefundeerd. De vorm van deze constructie!ijkt op een grote borstel; Als hierop een dijkverbreding wordt gerealiseerd, dan zorgt het geheel van zinkstukken en palen voor stabiliteit en een gelijkmatig verloop van grondvervormingen. Door gecontroleerde samendrukking van de slappe lagen en het drijfvermogen van de zinkstukken zal de stabiliteit tijdens dijkversterking langzaam toenemen totdat er een evenwichtssituatie ontstaat. Toepassingsgebied HWBP: Stabiliteit en Hoogte, groene dijken met slappe bodem en mogelijkheden voor buitendijkse versterking; vooral als je nieuwe kering aanlegt Conclusie(s): kwadrant IV De innovatie bevindt zich nog in een vroege ontwikkelingsfase. Er zijn geen ontwerp/toetsregels en uitbreidbaarheid van oplossing lijkt moeilijk. Verdere ontwikkeling is nodig om tot mogelijk betere prestaties te komen dan de referentie. Het toepassingsgebied is beperkt tot gebieden met een slappe bodem en mogelijkheden voor buitendijkse verzwaring. De kosten liggen niet veel lager dan de referentie waardoor het rendement beperkt is. De meerwaarde ligt vooral in het sneller realiseren van dijkversterkingen. Doorontwikkeling kan de innovatie kansrijk maken voor enkele projecten, niet voor programma. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: De innovatie is nog niet ver genoeg ontwikkeld om toe te passen in HWBP projecten. Voor programma is het verwachte rendement te laag. Aanbevolen wordt om deze innovatie niet verder binnen het programma te ontwikkelen. b. Projecten: c. Innovator: Denk na of het toepassingsgebied niet kan worden vergroot, bijvoorbeeld bij binnendijkse versterkingen. Maak een voorbeeld voor een concrete toepassing locatie waarbij toepassing van de borsteldijk tot een optimalisatie van het ontwerp leidt. d. Overigen: Het CIP is een innovatieprogramma van RWS dat helpt om innovaties ook in een pril stadium te helpen ontwikkelen. Programmadirectie brengt de techniek bij CIP onder de aandacht.
11
6. DyStaDijk Type innovatie: product Samenvatting door indiener: DyStaDijk is het toegankelijk maken, verifiëren en optimaliseren van internationaal geaccepteerde kennis en kunde voor de dynamische stabiliteitsverbetering van dijken met behulp van drains, door een combinatie van terrein- en dijkenkennis, slimme proefbelastingmethoden en flexibele oplossingen. De DyStaDijk aanpak omvat: 1. vaststellen dynamische aspecten die spelen bij de dijkversterkingsopgave(n); 2. verificatie kwetsbaarheid kritische zandpakketten met dynamisch veldtesten (DyStaFit); 3. basisontwerp verwekingsreductie met drains (verschillende configuraties); 4. verificatie effectiviteit drainconfiguraties met veldproeven (aanscherpen verwekingskarakteristiek); 5. vertaling naar dijkversterkingsopgave met behulp van geavanceerde testen, zoals bijv. seismische CPT's en cyclische triaxiaal proeven. DyStaDijk richt zich in eerste instantie op de versterking van de door aardbevingen bedreigde Groningse primaire keringen. De hiermee opgedane kennis en inzicht kan mogelijk ook van nut zijn bij primaire keringen bedreigd door statische zettingsvloeiingen. Toepassingsgebied HWBP: Met name van toepassing in aardbevingsgebied en wellicht voor zettingsvlöëiing (gevoelig voor verweking) Conclusie(s): kwadrant I •
•
De innovatie maakt gebruik van buitenlandse kennis. Hierdoor is het mogelijk de innovatie relatiefsnel toe te kunnen passen in de Nederlandse situatie. Hiervoor moet de innovatie nog wel worden doorontwikkeld. Doorontwikkeling heeft potentie voor individuele projecten. Kosten en snelheid zijn vergelijkbaar met referentie. Zal geen groot rendement voor programma kunnen behalen vanwege beperkt toepassingsgebied.
Aanbevelingen voor vervolg aan: a. b.
c. d.
Programma: Onder de aandacht brengen bij de POV Wadden en bij Landelijke Verkenning Zettingsvloeiing Projecten: De POV Wadden wordt geadviseerd te onderzoeken of de DyStaDijk aanpak kan worden meegenomen. De Landelijke Verkenning zettingsvloeiing wordt geadviseerd om na te gaan of (elementen uit) de DyStaDijk bruikbaar is. Innovator: Overigen: Het toepassingsgebied voor de DyStadijk is breder dan primaire keringen. De programmadirectie zal de DyStadijk bij STOWA agenderen voor toepassing bij regionale keringen.
13
8. Grondwaterstroming meten Type innovatie: product Samenvatting door indiener: Het (vroegtijdig) meten van grondwaterstroming voor een dekkend beeld van de inhomogeniteit rond dijklichamen. De grondwaterstroming is de belangrijkste factor die speelt bij piping problematiek rond dijklichamen. In de huidige situatie is sprake van inschattingen en berekeningen om het risico van piping te bepalen. Lokale inhomogeniteit van de ondergrond (zoals zandbanen) is veelal slecht in beeld, terwijl dit juist de kritieke locaties betreffen. Door meettechnieken voor het meten van grondwaterstromingspatronen en -snelheden in te zetten ontstaat een compleet 3D beeld van de grondwatersituatie. Met dit inzicht wordt de lokale "inhomogenitëirjïïistziclïtbaar en kan gefocust worden op specifiël^'zwakl<ê~plëkl<en' van declijk en kunnen versterkingen doelbewust worden vormgegeven. Het gebruiken van de gegevens in het toetsingsproces zal in de toekomst leiden tot een snellere focus op specifieke zwakke locaties. Om goede metingen (hoogwatersituatie) te bemachtigen is het belangrijk direct na het afkeuren van een dijklichaam te starten met meten. Toepassingsgebied HWBP: piping en macrostabiliteit Conclusie(s) kansenscan: kwadrant l/IV •
«
De innovatie moet nog worden doorontwikkeld. Als de innovatie kan waarmaken dat er een dekkend beeld komt kan dit heel nuttig zijn. Doorontwikkeling heeft potentie voor individuele projecten. Hoewel van toepassing op groot areaal, rendement voor programma beperkt. De innovatie richt zich vooral op beter schematiseren. Dit leidt dit tot optimalisering (verkleining onzekerheden) van ontwerp maar zal niet altijd een significante kostenbesparing en geen versnelling opleveren.
Aanbevelingen voor vervolg aan: a.
Programma: Onder de aandacht brengen bij de POV Macrostabiliteit en projecten met piping. b. Projecten: Aan projecten wordt aanbevolen om te onderzoeken of deze techniek helpt bij het nauwkeuriger in kaart brengen van veiligheids- en/of versterkingsopgave. Bij de review zal onderbouwing worden beoordeeld, ook wanneer de oplossing niet wordt toegepast. c. Innovator: Aanbevolen wordt de techniek verder uit te werken en aan te geven: waarin wijkt de innovatie af van bestaande technieken en wat levert de innovatie concreet op aan besparingen voor dijkversterkingen? d. Overigen: De techniek wordt gebruikt voor het schematiseren ten behoeve van toetsen en ontwerpen en is daarmee breder toepasbaar voor keringbeheerders. Programmadirectie agendeert de techniek bij de STOWA.
15
10. Waterontspanner Type innovatie: product Samenvatting door indiener: Bij hoge rivierwaterstanden spelen mechanisme zoals macro stabiliteit binnenwaarts een belangrijke rol. Bij aanwezigheid van (cultuur historische) bebouwing kan geen steunbermen worden aangelegd. De stabiliteit van de waterkering kan worden verbeterd door het plaatsen van een rij verticale waterontspanningsbronnen aan de teen (polderzijde) van de waterkering. Deze bronnen zijn buizen waarvan de onderzijden zijn voorzien van perforaties. De bronnen zijn afkomstig uit de drinkwaterwereld en daarmee een bewezen techniek. De geperforeerde onderzijden komen in de watervoerende zandlaag onder de klei/veenlaag te staan. De bronnen worden groepsgewijs verbonden met een verzamelleiding waarin het kwelwater terecht komt. De verzamel leid ir^löMrHërRwëlwater via verbind i nplëid ingen en overstöftpïïften op d ë l l ö ö t T D i f is een gesloten systeem die onder een vrij verval (geen pompen) afwatert op de sloot. De te realiseren reductie van de stijghoogte tijdens hoog water wordt bepaald door de hoogte van de drempel in de overstortput. De aanleg van de bronnen kan plaatsvinden met relatief klein materieel. Toepassingsgebied HWBP: piping, macrostabiliteit Conclusie(s): kwadrant II • •
De ontwikkeling van de innovatie is in een ver gevorderd stadium, bij POV piping wordt dit getest (onder de noemer 'kwelkade'). Werking is aangetoond. Rendement voor programma is echter niet groot. Door toepassing van waterontspanner worden de dimensies van de versterking vaak kleiner. In de meeste gevallen blijft echter een maatregel noodzakelijk. Doordat de waterontspanner extra beheer en onderhoud vraagt is de kostenbesparing is beperkt. De innovatie draagt niet bij aan versnelling van de uitvoering.
Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: Onder de aandacht brengen bij de POV Macrostabiliteit en projecten waar piping een rol speelt b. Projecten: Aanbevolen wordt om in de POV Macrostabiliteit na te gaan of en wanneer de waterontspanner meerwaarde heeft als stabiliteit verhogende maatregel. Aan de POV Piping wordt gevraagd de waterontspanner verder te ontwikkelen en de implementatie van de innovatie in projecten te begeleiden (onder andere inventariseren van leerpunten en adviseren naar projecten). Voor projecten waar piping een rol speelt wordt aanbevolen de waterontspanner als volwaardig alternatief mee te nemen in de verkenningsfase. Bij de review zal onderbouwing worden beoordeeld, ook wanneer de oplossing niet wordt toegepast. c. d.
Innovator: Aan de innovator wordt geadviseerd aantoonbaarheid van de maatregel aan te scherpen en voorbeelden van succesvolle toepassingen (nader) uit te werken. Overigen: -
17
12. Brede groene zee- of meerdijk Type innovatie: product Samenvatting door indiener: Een brede groene zee- of meerdijk heeft een met klei en gras bekleed flauw buitentalud dat geleidelijk overgaat in een kwelder of ander voorland. Door het flauwe talud en de extra dikke kleilaag is geen asfalt- of steenbekleding nodig. Een brede groene zee- of meerdijk is veilig en past uitstekend in het Nederlandse kustlandschap. Door de volledig groene bekleding heeft de brede groene dijk meerwaarde voor landschap en natuur en daarmee voor de recreatie-economie. Het flauwe buitentalud zorgt voor een veel natuurlijker overgang van dijk en achterland naar het voorland en kan daarmee versterkend werken op buitendijks Natura 2000 gebied. Hoewel een brede groene dijk meer ruimte in beslag neemt en er meer klei nodig is dan voor een traditionele dijk, tonen voorstudies voor een Groene Dollara"DijkUat~een brede groene dijTbêaUldênd goedkoper kan zijn in aanleg en in onderhoud dan een conventionele dijk met een harde bekleding. Toepassingsgebied HWBP: bij buitendijkse versterking Conclusie(s): kwadrant I •
•
Innovatie is al vrij ver ontwikkeld en zou eigenlijk in de standaard afwegingen bij ontwerp al langs moeten komen. Kwaliteit van de oplossing kan groot zijn, maar mogelijk zijn er nog juridische belemmeringen (i.v.m. buitendijkse oplossing). Vooral in Natura 2000 gebieden vergt dit aandacht. Rendement voor programma is niet al te groot. Er wordt bespaard op bekledingen maar dijkvoet en grondverzet wordt groter. Kostenbesparing is derhalve niet groot en enkel inzetbaar bij groot voorland. Innovatie levert geen versnelling t.o.v. referentie. Doorontwikkeling kan de innovatie kansrijk maken voor enkele projecten, niet voor programma.
Aanbevelingen voor vervolg aan: a.
Programma: Onder de aandacht brengen bij de POV Waddenzee en een mogelijk te starten POV Voorlanden en relevante projecten. b. Projecten: Aan de POV's wordt gevraagd de implementatie van de innovatie in projecten (pilots) te begeleiden (onder andere inventariseren van leerpunten en adviseren naar projecten). Aan de projecten wordt gevraagd om de mogelijkheden te onderzoeken om brede groene zee- of meerdijk te gebruiken voor bepalen versterkingsopgave. Bij de review zal onderbouwing worden beoordeeld, ook wanneer de techniek niet wordt toegepast. c. Innovator: Aan de innovator wordt geadviseerd de juridische belemmeringen op te sporen en te agenderen en (succesvolle) voorbeelden (nader) uit te werken. d. Overigen: -
19
14. Voordelen van voorlanden Type innovatie: product Samenvatting door indiener: Langs dijken liggen buitendijks soms zogenaamde voorlanden: met planten begroeide gebieden die een deel van de tijd onder water kunnen staan. Aan zee zijn dat kwelders en schorren en in het rivierengebied uiterwaarden en grienden. Deze voorlanden blijken een rol te spelen om binnen de dijk droge voeten te houden. Ze dempen namelijk de golfaanval op de dijk, verminderen kwel en geven stabiliteit aan de dijk. De aanwezigheid van een voorland kan dus kosten besparen in dijkverzwaring. Daarnaast zijn voorlanden belangrijke natuurgebieden. Op dit moment worden voorlanden nog niet optimaal meegenomen in de veiligheidsberekeningen en er zijn nog onzekerheden over stabiliteit. Daarnaast willen beheerders graag weten welk beheer het beste werkt voorveiligheid"èn natuur. Door het beantwoorden van deze vragen kunnen de voordelen van voorlanden beter benut worden. Toepassingsgebied HWBP: waar natuurlijke voorlanden aanwezig zijn of aan kunnen worden gelegd Conclusie(s) kansenscan: kwadrant III •
• •
De innovatie bevindt zich nog in ontwikkelingsfase. Voordat de innovatie in de praktijk kan worden toegepast dient de stabiliteit van natuurlijke voorlanden onder extreme omstandigheden te worden aangetoond. De innovatie leidt tot een hogere kwaliteit van de oplossing. De waarde van de waterkering neemt toe. In potentie is het rendement groot als verbetermaatregelen overbodig worden wanneer gebruik kan worden gemaakt van natuurlijke voorlanden. Dit is in potentie mogelijk bij meer- en zeedijken. Rendement wordt lager wanneer voorlanden moeten worden aangelegd en onderhouden.
Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: Onder de aandacht brengen bij de mogelijk te starten POV Voorlanden b. Projecten: Aanbevolen wordt om in de POV voorlanden na te gaan of "voordelen van voorlanden" meerwaarde heeft en zo ja, hoe deze verder te ontwikkelen (samen met innovator). c. Innovator: Aan de innovator wordt geadviseerd om verder uit te werken hoe om te gaan met onzekerheden zoals lange termijn ontwikkelingen en extreme omstandigheden. Hierin dient ook het aspect beheer en onderhoud te worden betrokken. d. Overigen: Er is een relatie met OI2018 / WTI 2017
21
Kennis 16. Verdeling faalkansruimte Type innovatie: kennis Samenvatting door indiener: In het ontwerpinstrumentarium is sprake van beschikbare faalkansruimte. De totale faalkans moet kleiner zijn dan de norm. Vervolgens is een opzet gemaakt voor de verdeling van de kansruimte. Mocht de kans van optreden van een faalmechanisme verwaarloosbaar klein zijn, dan kan de ruimte worden herverdeeld over de andere mechanismen. Herverdeling leidt tot een besparing in kosten maar moet wel goed onderbouwd gebeuren en daartoe wordt een rekenmethode ontwikkeld. Deze innovatie is van toepassing binnen dijkringtrajecten. -Deze tooi biedt de gelegenheid-te-zoeken-naar-een optimale inzetvan-van geld-en-middelen-(ook-— ruimtegebruik) om waterveiligheid te laten voldoen aan de huidige veiligheidsfilosofie. Toepassingsgebied HWBP: waar de standaard faalkansruimte niet passend is Conclusie(s) kansenscan: kwadrant I • Prestatie is relatief hoog, omdat er geen nieuwe kennis wordt ontwikkeld. De innovatie betreft een andere toepassing van bestaande kennis • Rendement voor programma is echter niet erg hoog. Naar verwachting is de standaard faalkansruimte in de meeste gevallen goed genoeg (daarom is het een standaard) en levert optimalisatie van faalkansruimteverdeling weinig op. In de gevallen waar het toepasbaar is, kan er daarentegen met weinig inspanning aanzienlijke kostenbesparing mogelijk zijn. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: Neem een voorbeeld mee in de cursus OI2014 op en geef dit aan projecten mee. b. Projecten: in elk project kan worden nagegaan of een andere verdeling van de faalkansruimte kansen biedt. Zo ja, dan gewoon gaan toepassen. c. Innovator: Probeer de methode aan de hand van een concreet voorbeeld verder te ontwikkelen. d. Overigen: Bepaal in Ol 2018 voor welke situaties een andere faalkansruimteverdeling zinvol is en geef hier handvatten voor. Hiervoor is het verstandig gebruik te maken van het Kennisplatform Risicobenadering
23
Procesinnovaties In onderstaande figuur zijn de scores van de verschillende procesinnovaties die zijn ingediend in deze kansenscan 2014 samengevat. Daarna volgt per procesinnovatie een A4 met een beknopte beschrijving van wat het is en wat het doet, de conclusies uit de kansenscan en de adviezen voor vervolg aan verschillende actoren.
Procesinnovaties
• 4. DDSC A 5 . Uvedijk X6.0bama * 12. Duurzaam GWW • 13. Procesinteruentie +14. Compact team - 1 5 . StabiAlert - 1 6 . Intelligent Delta Dashboard • 18. Dataroom • 21. SUCCES • 23. MLV A 25. Dijkmonitoring Nederland 26. GIS Applicatie
III
30. Dataprofeet
Toelichting kwadranten:
ET
ff
1 Meerwaarde alleen voor specifieke projecten
li Direct toepasbaar in project
ï o
IV (nog) niet oppakken
•B O ro'
a
laag
lil Voorbereidend (praktijk) onderzoek nodig
hoog
r e n d e m e n t investering v o o r p r o g r a m m a
25
19. LiveDijk Type innovatie: data / proces Samenvatting door indiener: LiveDijken zijn bestaande dijken, uitgerust met meetsystemen. Deze meetsystemen meten parameters die actueel inzicht geven in de sterkte van deze dijken. Om deze sterkte te kunnen berekenen wordt eveneens andere data gebruikt die beheerders beschikbaar hebben, zoals de opbouw van de ondergrond, profiel van de kering, etc. Met de aldus verkregen kennis kan de noodzaak voor beheer en/of versterking beter worden bepaald en over een lange termijn. Opgedane kennis zorgt ervoor dat dijken bijvoorbeeld niet onnodig verzwaard worden. Op deze wijze" l<ïnmëlïschMrsê"finalK verschillende plaatsen in Nederland. Toepassingsgebied HWBP: hele programma (zelfs breder) Conclusie(s) kansenscan: kwadrant IV (dichtbij referentie) • Deze innovatie grijpt niet zo zeer in op de technische kant van dijkversterkingen, maar meer op de processen er om heen (totale waterveiligheidscyclus. • Prestatie van deze innovatie niet beter dan referentie. Voor een HWBP-project blijft veel gelijk. Impact van het gebruik van DDSC op HWBP-project lastig te meten. • Rendement vooral voor totale waterveiligheidscyclus (m.n. voor het toetsproces). Voor de versterkingsopgave (incl. B&O) in HWBP weinig kosten- en tijdsbesparing, hooguit verschuiving. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: b. Projecten: Het is aan de individuele keringbeheerders zelf om te bezien of zij deze innovaties willen toepassen. Voor de HWBPprojecten is het van belang om helder te maken wat je nodig hebt, om te kunnen beoordelen welke van al dit soort initiatieven wat oplevert. c. Innovator: de meerwaarde voor de keringbeheerder ligt op het bezien van de totale waterveiligheidscyclus. Individuele gesprekken met de keringbeheerder voor de brede inzet van Livedijk (i.c.m. DDSC) verdient de aanbeveling. Zoek wie de samenhang en regie hierover kan voeren. Een bundeling van initiatieven op het vlak van beter databeheer en informatievoorziening kan de kansrijkheid vergroten. d. Overigen: Eerder dit jaar is het nut en noodzaak van een beter databeheer en informatievoorziening m.b.t. waterkeringen onderschreven in een visie van waterschappen en lenM, gevolgd door een opdracht aan het InformatieHuis Water. STOWA, RWS en waterschappen zijn de aangewezen partijen om de kansrijkheid verder te beoordelen
27
21. Duurzaam GWW Type innovatie: proces Samenvatting door indiener: Duurzaamheid is voor de waterschappen en het Rijk een belangrijk uitgangspunt bij het HWBP. De aanpak Duurzaam GWW is een gezamenlijk door opdrachtgevers en opdrachtnemers afgesproken werkwijze waarop invulling kan worden gegeven aan deze duurzaamheidsambitie. De kern van de Aanpak Duurzaam GWW is het meewegen van duurzaamheidsaspecten vanaf een vroege planfase en het streven naar een optimale balans tussen People, Planet en Profit. Het meewegen van duurzaamheidsaspecten in alle fasen van een project draait om het formuleren, vastleggen en uitvoeren van ambities en deze door te geven naar de volgende projectfase. Wij stellen voor om de aanpak Duurzaam GWW toe te passen op de dijkversterkingsprojecten. We dagen het HWBP om -(ëêrTdee! vanj'lïëfprogramma volgênslfê aanpalTDuurzaam tiWWTiittëvöerén. Daarmee k n j p ï T ' " de dijkversterkingsprojecten een hogere kwaliteit met een meer tevreden omgeving. Toepassingsgebied HWBP: heel programma Conclusie(s) kansenscan: kwadrant IV • Dit idee is lastig te hoordelen als innovatie voor het HWBP, want deze aanpak is al een afspraak tussen de beheerders. • Prestatie van de innovatie ligt lager dan de referentie. Het effect op HWBP-uitvoering is moeilijk te monitoren (indirect, zachte baten, op lange termijn); uitvoering wordt complexer (extra variabelen), maar het eindresultaat misschien kwalitatief beter. • Rendement voor het HWBP niet op het vlak van kosten- en tijdsbesparing dijkversterking. Mogelijk leidt het zelfs tot hogere kosten en langere doorlooptijden. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: b. Projecten: Het is aan de individuele keringbeheerders zelf om te bezien of zij deze aanpak willen toepassen c. Innovator: d. Overigen: het stimuleren van deze werkwijze zou door de Unie van Waterschappen kunnen plaatsvinden.
29
23. Compact team Type innovatie: proces Samenvatting door indiener: Wij zien dit moment een trend ontstaan: de projectteams van de opdrachtgever worden groter en groter, en ook de opdrachtnemer zetten hierdoor grotere teams in. Daarbij ervaren we te veel afstand tussen de IPM-rolhouders en de teams. Ook ervaren we een onbalans tussen inhoud en proces. CM en PB voeren vaak de boventoon terwijl TM en OM het onderspit delven, en het gaat bij een dijkversterking juist om de omgeving en de techniek. Ons idee is om compacte teams te gaan inzetten. Met een integratie van OG en ON om veel efficiënter en effectiever te kunnen samenwerken. Door de traditionele rollen van OG en ON meer naar de achtergrond te plaatsen en door mensen in te zetten op hun kunde en kracht kunnen deze compactere teams sneller tot een beter en goedkoper resultaat k o m e n . ' "" " " Toepassingsgebied HWBP: heel programma, met name complexe projecten (ca. 1/6) Conclusie(s) kansenscan: kwadrant II • Prestatie is relatief hoog t.o.v. referentie, doordat de innovatie vrij eenvoudig te implementeren is (competenties zijn aanwezig, eenvoudig te monitoren). • Rendement vooral voor grote, complexe projecten hoog. In ieder geval tijdbesparing, wellicht ook in kosten. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: Aanbevolen wordt om deze aanpak mee te nemen tijdens een Vakdag procesinnovaties; leren van elkaar en van de praktijk b. Projecten: Neem dit idee mee als een optie om project te versnellen. c. Innovator: aandragen bij de keringbeheerders als mogelijke aanpak, zeker bij de meer complexere projecten d. Overigen: -
31
25. Intelligent Delta Dashboard Type innovatie: proces Samenvatting door indiener: iDD is bedoeld voor ontwerpers, experts en beleidsmakers. Het is een visueel, volledig digitale tooi met de belangrijkste informatie die nodig is om het HWBP en haar doelstellingen tot stand te brengen. Het systeem is web-based, en worden samengebracht op een enkel scherm, zodat de informatie kan worden gecontroleerd in een oogopslag. Hiermee wordt beeldend gemaakt wat, waar en waarom het nodig is. Daardoor wordt de integrale besluitvorming van het HWBP versneld wat een kostenbesparing oplevert. Toepassingsgebied HWBP: proiecten waarbij meerdere belangen worden meegekoppeld Conclusie(s) kansenscan: kwadrant II • De innovatie presteert beter dan de referentie, met name doordat het eenvoudig te implementeren is, maar er zijn al meer van dat soort tools. Effect op HWBP-uitvoering is moeilijk te meten. • Rendement is neutraal. Mogelijk zijn er besparingen in kosten en tijd, maar dit verschilt van project tot project en kan ook de andere kant op werken. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: Aanbevolen wordt om deze aanpak mee te nemen tijdens een Vakdag procesinnovaties; leren van elkaar en van de praktijk b. Projecten: Het is aan de individuele keringbeheerders zelf om te bezien of zij deze innovatie wil toepassen. Wel biedt het perspectief in het kader van kansen voor meekoppelen. c. d.
Innovator: Overigen: -
33
27. SUCCESS Type innovatie: proces Samenvatting door indiener: Waterbeheerders in verschillende functies gebruikten tot nu toe verschillende instrumenten en viewers om bepaalde informatie op te halen of in te zien. Zodoende kon het voorkomen dat tijdens een crisis leden van een crisisteam zich baseerden op verschillende data. Dat leverde discussie en . daarom tijdverlies. SUCCESS gaat voorzien in een reai-time informatievoorziening op maat. SUCCESS is zowel een instrument als een werkwijze. In de oefening Conecto heeft waterschap Groot Salland er al gebruik van gemaakt. SUCCESS ontsluit informatie op basis van de toetsing, actuele waterstanden, verwachte waterstanden. SUCCESS vertaalt deze gegevens naar real time en continue sterkte-inschattingen door gebruik te maken van DAM of REAL (voor bijvoorbeeld piping en macröltlïbilitëit)70ök"irrïtslm^^ basis van de waterstand en sterkte wordt een inschatting gemaakt van de conditionele overstromingskans. Hiermee kan het effect van beheermaatregelen in kaart worden gebracht. Toepassingsgebied HWBP: heel programma Conclusie(s) kansenscan: kwadrant IV • Deze innovatie grijpt niet zo zeer in op de technische kant van dijkversterkingen, maar meer op de processen er om heen (totale waterveiligheidscyclus. • Prestatie van deze innovatie niet beter dan referentie. Voor een HWBP-project blijft veel gelijk. Impact van het gebruik in HWBP-project lastig aantoonbaar. • Rendement vooral voor totale waterveiligheidscyclus (m.n. voor calamiteiten en B&O). Voor de versterkingsopgave (incl. B&O) in HWBP weinig kosten- en tijdsbesparing, hooguit verschuiving. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: b. Projecten: Het is aan de individuele keringbeheerders zelf om te bezien of zij deze innovaties willen toepassen. Voor de HWBPprojecten is het van belang om helder te maken wat je nodig hebt, om te kunnen beoordelen welke van al dit soort initiatieven wat oplevert. c. Innovator: de meerwaarde voor de keringbeheerder ligt op het bezien van de totale waterveiligheidscyclus. Zoek wie de samenhang en regie hierover kan voeren. Een bundeling van initiatieven op het vlak van beter databeheer en informatievoorziening kan de kansrijkheid vergroten. d. Overigen: Eerder dit jaar is het nut en noodzaak van een beter databeheer en informatievoorziening m.b.t. waterkeringen onderschreven in een visie van waterschappen en lenM, gevolgd door een opdracht aan het InformatieHuis Water. STOWA, RWS en waterschappen zijn de aangewezen partijen om de kansrijkheid verder te beoordelen
35
29. Dijkmonitoring Nederland (DMN) Type innovatie: data / proces Samenvatting door indiener: Dijk Monitoring Nederland (DMN): Door het slim en gecombineerd inzetten van meerdere, innovatieve sensor- en monitoringstechnieken voor het inspecteren, toetsen en monitoren van waterkeringen (van 'grof naar fijn', met combinaties van remote en in-situ sensoren), tezamen met hoogwaardig geotechnisch en hydrologisch onderzoek en geavanceerde ICT database oplossingen, worden vanuit één hand integrale, 'tailormade' monitoringsprogramma's ontworpen en uitgevoerd die een accuraat beeld geven van het werkelijke gedrag van waterkeringen onder verschillende omstandigheden en belastingen. Met de resultaten van dergelijke monitoringsprogramma's kunnen waterkeringen scherper getoetst worden (op basis van bewezen sterkte), kunnen " versterkingsopgaven bétëf'gepriönteerd en aanmerkelijk gereduceerd en versneld worden, en kan beheer en onderhoud effectiever en efficiënter worden uitgevoerd. DMN is een samenwerkingsverband tussen InTech Dike Security Systems, ARCADIS, Hansje Brinker, Alert Solutions, Nelen & Schuurmans en het DMC Consortium. InTech en ARCADIS zijn initiatiefnemers van deze innovatieve samenwerking. Waternet heeft zich inmiddels aangesloten als partner bij DMN. DMN richt zich op grootschalige, praktijkgerichte toepassingen van integrale programma's voor inspectie en monitoring van waterkeringen met innovatieve, gevalideerde technieken en vormt als zodanig een logisch vervolg op het IJkdijk ontwikkelingsproject. Toepassingsgebied HWBP: hele programma (zelfs breder) Conclusie(s) kansenscan: kwadrant IVfdichtbij referentie) • Deze innovatie grijpt niet zo zeer in op de technische kant van dijkversterkingen, maar meer op de processen er om heen (totale waterveiligheidscyclus. • Prestatie van deze innovatie niet beter dan referentie. Voor een HWBP-project blijft veel gelijk. Impact van het gebruik in HWBP-project lastig te meten. • Rendement vooral voor totale waterveiligheidscyclus (m.n. voor het toetsproces). Voor de versterkingsopgave (incl. B&O) in HWBP weinig kosten- en tijdsbesparing, hooguit verschuiving. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: b. Projecten: Het is aan de individuele keringbeheerders zelf om te bezien of zij een van de innovaties willen toepassen. Voor de HWBPprojecten is het van belang om helder te maken wat je nodig hebt, om te kunnen beoordelen welke van al dit soort initiatieven wat oplevert. c. Innovator: de meerwaarde voor de keringbeheerder ligt op het bezien van de totale waterveiligheidscyclus. Individuele gesprekken met de keringbeheerder voor de brede inzet van DMN verdient de aanbeveling. Zoek wie de samenhang en regie hierover kan voeren. Een bundeling van initiatieven op het vlak van beter databeheer en informatievoorziening kan de kansrijkheid vergroten. d.
Overigen: Eerder dit jaar is het nut en noodzaak van een beter databeheer en informatievoorziening m.b.t. waterkeringen onderschreven in een visie van waterschappen en lenM, gevolgd door een opdracht aan het InformatieHuis Water. STOWA, RWS en waterschappen zijn de aangewezen partijen om de kansrijkheid verder te beoordelen.
37
31. Dataprofeet Type innovatie: data / proces Samenvatting door indiener: Witteveen+Bos heeft de software-applicatie de 'Dataprofeet' ontwikkeld voor het snel en geautomatiseerd controleren van grote hoeveelheden meetdata op kwaliteit. Goede kwaliteit meetdata is belangrijk voor ingenieurswerk, het is de gewenste invoer voor modellen, systeemanalyses, ontwerpen, beleidsadviezen etc. De Dataprofeet is flexibel en omvat routines specifiek ontwikkeld voor toepassing binnen de water- en deltatechnologiesector. De softwareapplicatie wordt op maat gemaakt voor een technisch meetnet. De Dataprofeet controleert vervolgens de meetreeksen (near)-real-time op afwijkende data en levert kwaliteitslabels aan. Deze kwaliteitslabels maken het mogelijk een selectie te maken van meetgegevens op basis van ~brüikbaar[Tëïd"ërrbetrouwbaarhëid, waarmee u vervolgens zelf aan dëslag"kunt gaan. Voordelen zijn: er ontstaat een database van hoge kwaliteit (>95% bruikbare data), het meetnet functioneert optimaal door optimaal onderhoud en beheer, de aannemer krijgt betaald voor zijn prestatie en de opdrachtgever heeft zich op de werking van aangeschafte assets (zowel het meetsysteem als de gerealiseerde dataset). Toepassingsgebied HWBP: heel programma Conclusie(s) kansenscan: kwadrant IV • Deze innovatie grijpt niet zo zeer in op de technische kant van dijkversterkingen, maar meer op de processen er om heen (totale waterveiligheidscyclus. • De toepassing van de dataprofeet binnen waterveiligheid als tooi is nieuw. Tot op heden is er nog weinig ervaring opgedaan. Ten opzichte van de referentie zorgt deze innovatie niet voor betere prestaties. Het monitoren van de impact op een project of programma zal voornamelijk kwalitatief gebeuren. • Dataprofeet richt zich op diverse processen van een waterkering, niet enkel de versterkingsopgave. Het rendement vooral voor totale waterveiligheidscyclus (LCC). Specifiek voor de HWBP opgave lijkt er sprake te zijn van een beperkte kosten- en tijdsbesparing. Aanbevelingen voor vervolg aan: a. Programma: b. Projecten: Het is aan de individuele keringbeheerders zelf om te bezien of zij een van de innovaties willen toepassen. Voor de HWBPprojecten is het van belang om helder te maken wat je nodig hebt, om te kunnen beoordelen welke van al dit soort initiatieven wat oplevert. c. Innovator: de meerwaarde voor de keringbeheerder ligt op het bezien van de totale waterveiligheidscyclus. Individuele gesprekken met de keringbeheerder voor de brede inzet van Dataprofeet verdient de aanbeveling. Zoek wie de samenhang en regie hierover kan voeren. Een bundeling van initiatieven op het vlak van beter databeheer en informatievoorziening kan de kansrijkheid vergroten. d. Overigen: Eerder dit jaar is het nut en noodzaak van een beter databeheer en informatievoorziening m.b.t. waterkeringen onderschreven in een visie van waterschappen en lenM, gevolgd door een opdracht aan het InformatieHuis Water. STOWA, RWS en waterschappen zijn de aangewezen partijen om de kansrijkheid verder te beoordelen.
39
Gebiedstrekkers Deltaprogramma
Waddengebied:
w.hulshoflWryslan.nl
IJsselmeergebied:
[email protected]
Kust:
[email protected]
Rivieren-Rijn:
marion.iansen(ja) rws.nl
Rivieren-Maas:
[email protected] [email protected]
Rijnmond-Drechtsteden:
[email protected] Zuidwestelijke delta:
[email protected]
[email protected]