SUBSIDIEVOORWAARDEN van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) d.d. 1 januari 2010
Hoofdstuk I Algemene bepalingen Artikel 1 1.
2.
Via het door haar in het leven geroepen Wetenschappelijk College Fysiotherapie (WCF) houdt het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) zich onder meer bezig met het stimuleren en initiëren van wetenschappelijk onderzoek ter onderbouwing van het fysiotherapeutisch handelen. De in dit document beschreven subsidievoorwaarden zijn van toepassing op alle subsidieaanvragen en op alle Subsidies verstrekt door het KNGF. Daarnaast zijn de Richtlijnen van toepassing. Hierbij wordt verstaan onder: Bottom up onderzoek
onderzoek verricht met subsidie op aanvraag van een instelling of natuurlijk persoon;
Instelling:
universiteiten, aan universiteiten gelieerde (onderzoeks)instituten, universitair medische centra, overige instellingen en instituten;
Instellingsgebonden subsidie:
een subsidie verstrekt aan of te verstrekken aan een instelling;
KNGF
Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie;
Onderzoek:
wetenschappelijk onderzoek ter onderbouwing van fysiotherapeutisch handelen en overige projecten waarvoor op grond van de bepalingen in de richtlijnen subsidie kan worden aangevraagd;
Persoonsgebonden subsidie:
een aan een natuurlijke persoon te verstrekken of verstrekte subsidie;
Procedure:
de door KNGF vastgestelde werkwijze voor het indienen, beoordelen en selecteren van subsidieaanvragen, voor de monitoring en voortgangsbewaking van de onderzoeken en evaluatie daarvan;
Projectleider: Richtlijnen
inhoudelijk eindverantwoordelijke; de algemene richtlijnen persoonsgebonden subsidies WCF en/ of de Richtlijnen Instellingsgebonden Projectsubsidie WCF en/ of de Algemene richtlijnen Top-
down onderzoek WCF, welke periodiek door het WCF worden vastgesteld; Subsidie:
een (voorlopige) financiële bijdrage in de kosten van een onderzoek;
Subsidieaanvrager:
een rechtspersoon of een natuurlijk persoon die een subsidieaanvraag bij het KNGF indient;
Subsidieontvanger:
de rechtspersoon of natuurlijk persoon die een subsidietoekenning van KNGF heeft ontvangen;
Top-down onderzoek:
een onderzoek van een instelling op uitnodiging van het KNGF;
WCF
Wetenschappelijk College Fysiotherapie, handelend namens KNGF;
Hoofdstuk Il Het aanvragen van een Subsidie Artikel 2 1. 2. 3. 4.
5.
De Subsidie wordt slechts op aanvraag verleend. Subsidieaanvragers dienen gebruik te maken van de door KNGF aangegeven aanvraagprocedure. Aanvragen dienen uiterlijk op de op het aanvraagformulier of in de Richtlijnen genoemde sluitingsdatum door KNGF te zijn ontvangen. Aanvragen voor Persoonsgebonden subsidie dienen te zijn ondertekend door de beoogde Subsidieontvanger. Aanvragen voor Instellingsgebonden subsidie dienen te zijn ondertekend door de Projectleider en de wettelijke of statutaire vertegenwoordiger van de rechtspersoon. Subsidieaanvragers ontvangen uiterlijk binnen drie weken na indiening van hun aanvraag een ontvangstbevestiging van hun aanvraag en worden daarbij geïnformeerd over het tijdpad.
Artikel 3 1.
2.
Bij de aanvraag door een privaatrechtelijke rechtspersoon worden op eerste verzoek van het WCF tevens overgelegd: a. een afschrift van de oprichtingsakte of de statuten; b. een afschrift waaruit de inschrijving van de subsidieaanvrager in het geldende openbare register blijkt; c. indien de aanvraag is ondertekend door een of meer andere personen dan de personen die op grond van de statuten bevoegd zijn de Instelling te vertegenwoordigen: een afschrift van de volmacht op grond waarvan de aanvraag door die andere persoon of personen is ondertekend. Voor zover de Subsidieaanvrager voor dezelfde begrote uitgaven Subsidie of een andere financiële bijdrage heeft aangevraagd bij een of meer andere organisaties, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
2
Artikel 4 1. 2. 3. 4.
De subsidieaanvraag omvat een projectvoorstel alsmede een projectbegroting. De begroting geeft inzicht in de baten en lasten van het Onderzoek. De begroting is voorzien van een toelichting per post. Als de liquiditeitsbehoefte niet regelmatig is gespreid over de looptijd van het Onderzoek, wordt bij de aanvraag een liquiditeitsprognose verstrekt. De liquiditeitsprognose geeft per kalendermaand inzicht in het verloop van de liquiditeitsbehoefte van de activiteiten. De Subsidieaanvrager doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het WCF van omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de beslissing over (de hoogte van) de Subsidie. Daarbij worden relevante stukken overgelegd.
Hoofdstuk III Subsidieverlening en bevoorschotting Artikel 5 1. 2.
3.
4.
Een aanvraag voor Persoonsgebonden subsidie wordt getoetst aan de criteria die zijn opgenomen in de Algemene Richtlijnen Persoonsgebonden subsidies WCF, zoals die zijn vastgesteld voor de betreffende periode. Een aanvraag voor Instellingsgebonden subsidie en Subsidie voor Top-down onderzoek wordt getoetst aan de volgende criteria: a. Het onderwerp dient een relatie hebben met de onderzoeksagenda fysiotherapie van het WCF. b. De projectleider draagt wetenschappelijke eindverantwoordelijkheid voor het Onderzoek. c. De projectleider dient aantoonbare ervaring met wetenschappelijk onderzoek te hebben en is gepromoveerd. d. De onderzoeksinstelling dient over de benodigde infrastructuur te beschikken om het onderzoek mogelijk te maken. e. Toegekende subsidies staan vast voor een bepaalde periode waarin in principe geen aanspraak kan worden gemaakt op extra gelden bij wijzigingen, zoals CAOverhogingen voor universiteiten en ziekenhuizen. f. Indien voor de uitvoering van het projectvoorstel een definitieve akkoordverklaring van de Medisch Ethische Commissie of Dier Experimenten Commissie is vereist, dient het WCF alvorens het Onderzoek kan starten, een afschrift van deze verklaring te hebben ontvangen. Betalingen gaan pas van start, als de genoemde akkoordverklaring(en) in bezit is/zijn van het WCF. Om in aanmerking te komen voor Subsidie voor Top-down onderzoek dient de aanvraag daarnaast te voldoen aan de volgende criteria: a. De aanvragende Instelling is uitgenodigd door het WCF voor het indienen van een projectplan. b. Het onderwerp komt overeen met het onderzoeksthema waarvoor de Instelling een uitnodiging heeft ontvangen. Voor een inhoudelijke beoordeling van een projectvoorstel bij de Subsidieaanvraag kan het WCF zich voorts baseren op het oordeel van onafhankelijke referenten, waarvoor de Subsidieaanvrager suggesties kan doen. Referenten dienen deskundig te zijn op het vakgebied, maar mogen geen persoonlijk belang hebben bij het projectvoorstel. Er vindt geen terugkoppeling van referentenoordelen plaats naar de Subsisideaanvrager. Het WCF besluit ten aanzien van het al dan niet honoreren van een subsidieaanvraag.
3
5. 6.
7. 8. 9.
10.
11. 12.
13.
14.
15. 16.
17.
Uiterlijk binnen drie weken na de sluitingsdatum ontvangt de Subsidieaanvrager een bevestigingsbrief, waarin tevens de termijn over de besluitvorming van de definitieve aanvraag wordt vermeld. Indien het besluit een toezegging inhoudt, wordt het bedrag vermeld dat ten hoogste als Subsidie wordt verleend. Aan het verlenen van een Subsidie kunnen nadere voorwaarden worden verbonden. Het subsidiebedrag is altijd inclusief eventuele verschuldigde omzetbelasting. Subsidie wordt voorts slechts toegezegd indien de Subsidieaanvrager naar het oordeel van het WCF aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële middelen met inbegrip van Subsidie redelijk en voldoende zullen zijn om de voorgenomen activiteiten uit te voeren. Aan het toezeggen van een Subsidie of voorschotten kunnen geen rechten worden ontleend, noch bij de subsidievaststelling noch bij een volgende subsidieaanvraag. Uiterlijk twee maanden nadat een aanvraag is gehonoreerd, dient het Onderzoek van start te zijn gegaan. Indien een verklaring is vereist, zoals bedoeld in artikel 5 lid 7, dient deze verklaring binnen de in dit lid genoemde termijn van twee maanden te zijn ontvangen. Van de werkelijke startdatum dient aan het WCF schriftelijk bericht te worden gezonden. De toezegging vervalt indien het Onderzoek niet binnen de termijn van twee maanden na toekenning is gestart. In bijzondere gevallen kan deze termijn worden verlengd met schriftelijke goedkeuring van het WCF. In dat geval moet binnen voornoemde termijn aannemelijk zijn gemaakt dat er omstandigheden zijn waardoor een start binnen twee maanden onmogelijk is. Indien voor de uitvoering van het Onderzoek een vergunning is vereist, dient het WCF, alvorens de bevoorschotting van het Onderzoek kan starten, een afschrift van deze vergunning te hebben ontvangen. Indien voor de uitvoering van het Onderzoek een definitieve akkoordverklaring van een erkende medisch-ethische toetsingscommissie, de CCMO, een dierexperimentencommissie of de Commissie WBO, Wet Bevolkingsonderzoek, is vereist, dient het WCF, alvorens het Onderzoek kan starten, en daarmee ook de bevoorschotting kan aanvangen, een afschrift van deze verklaring te hebben ontvangen. Subsidieaanvragers dienen de volgende codes te onderschrijven en te volgen: - gedragscode Biosecurity en de code Openheid Dierproeven. Gedurende de looptijd van deze subsidievoorwaarden kunnen nieuwe codes van toepassing worden verklaard. Het niet onderschrijven en volgen van deze codes kan leiden tot een terugbetalingsverplichting van de Subsidie. Nadat een aanvraag is gehonoreerd en is voldaan aan de eventueel nader gestelde voorwaarden én nadat het WCF schriftelijk bericht heeft ontvangen van de werkelijke startdatum, zal het WCF voorschotten verstrekken tot een maximum van het goedgekeurde budget. Ten aanzien van Top-down onderzoek bedraagt dit voorschot maximaal het in de Richtlijnen vastgesteld percentage van de toegezegde Subsidie. De hoogte en het tempo van de bevoorschotting worden door het WCF vastgesteld, hiervan wordt schriftelijke mededeling gedaan aan de Subsidieaanvrager. De bevoorschotting wordt gecontinueerd op basis van de ontvangst en goedkeuring van de in artikel 6 lid 3, bedoelde voortgangsrapportage. Als de voortgang onvoldoende is, kan de bevoorschotting (tijdelijk) worden stopgezet. Eventueel wordt het voorschotbedrag aangepast als de rapportage daartoe aanleiding geeft. Begrotingswijzigingen dienen op voorstel van de Subsidieontvanger schriftelijk en gemotiveerd bij het WCF te worden ingediend. Pas na ontvangst van een schriftelijke instemming gelden de daarbij behorende gewijzigde begrotingsbedragen.
4
Hoofdstuk IV Verplichtingen van de Subsidieontvanger Artikel 6 1.
2. 3.
4.
5.
6.
De Subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het goede verloop van het Onderzoek en de verantwoording daarvan. Het WCF ziet toe op de uitvoering van Onderzoeken (inhoudelijk en procesmatig). De Projectleider is contactpersoon van het WCF. De Projectleider zorgt voor de uitvoering van alle verplichtingen die de Subsidieontvanger in het kader van de Subsidie tegenover KNGF aangaat en hij is bevoegd de Subsidieaanvrager in het kader van het Onderzoek te vertegenwoordigen. De Subsidieontvanger is gehouden alle relevante gedragscodes na te leven. De Subsidieontvanger doet verslag van het Onderzoek door middel van voortgangsverslagen. Vanaf de startdatum van het Onderzoek dient op eerste verzoek van het WCF een tussentijdse rapportage te worden ingediend. Hiervoor stelt WCF een formulier c.q. een elektronisch format beschikbaar. De Subsidieontvanger kan worden uitgenodigd een presentatie te verzorgen. Wanneer voortgangsverslagen daartoe aanleiding geven, kan WCF een onderzoek ter plaatse uitvoeren om nader geïnformeerd te worden over de voortgang van het Onderzoek. Binnen vier maanden na de einddatum van het Onderzoek wordt een eindrapport ingediend bij het WCF. Hiervoor stelt WCF een formulier c.q. een elektronisch format beschikbaar. De eindrapportage dient duidelijk inzicht te verschaffen in de bereikte resultaten en in de aard, duur en omvang van het Onderzoek waarvoor een Subsidie is verleend. In het verslag worden de bereikte resultaten en de verrichte activiteiten vergeleken met de in het projectplan voorgenomen activiteiten. In verband met het belang dat WCF eraan hecht dat anderen kennis kunnen nemen van de door WCF gefinancierde Onderzoeken, dient de Subsidieontvanger het Onderzoek aan te melden bij de meest aangewezen databank of op andere wijze openbaar te maken (open source). Binnen zes maanden na afronding van het Onderzoek wordt een artikel aan een wetenschappelijk tijdschrift aangeboden. In dit artikel moeten resultaten en achtergronden van het onderzoek beschreven zijn die voor fysiotherapeuten van belang zijn. Een Nederlandstalige samenvatting van het artikel wordt aangeboden aan het Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie. De Subsidieontvanger stemt ermee in dat gegevens uit de projectaanvraagformulieren, voortgangsverslagen en eindrapporten door KNGF worden opgenomen in openbare projectoverzichten.
Artikel 7 De Subsidieontvanger vrijwaart KNGF voor aanspraken van derden ter zake van alle schade die zij lijden ten gevolge van de door of vanwege de Subsidieaanvrager of Subsidieontvanger verrichte activiteiten en de daarmee samenhangende door of vanwege de Subsidieaanvrager of Subsidieontvanger verspreide publicaties. Artikel 8 De Subsidieontvanger zorgt ervoor dat de Subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor deze wordt verleend. De Subsidieontvanger zorgt er voorts voor dat: a. de administratie op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd; b. van alle ontvangsten en uitgaven deugdelijke bewijsstukken, waaruit de aard en de omvang van de geleverde goederen of van verrichte diensten duidelijk blijken, aanwezig zijn.
5
Artikel 9 Baten en lasten van een Onderzoek die door middel van interne doorberekeningen worden toegerekend, worden bepaald op bedrijfseconomische en maatschappelijk aanvaardbare grondslagen. Voor zover hierin lasten zijn begrepen van materiële vaste activa, worden deze lasten op basis van verkrijgingsprijzen van die activa berekend. Vergoedingen die de Subsidieontvanger ten laste van het Onderzoek betaalt aan derden, vanwege geleverde diensten of goederen zijn niet hoger dan bedrijfseconomisch verantwoord en maatschappelijk gangbaar. De Subsidieontvanger die aan derden goederen levert, dan wel diensten verricht in het kader van de uitvoering van het Onderzoek, brengt daarvoor een vergoeding in rekening die ten minste kostendekkend is. Artikel 10 1. 2.
3.
De Subsidieontvanger verstrekt aan de door WCF aangewezen personen op hun verzoek alle bescheiden en inlichtingen die noodzakelijk zijn voor een juiste vervulling van hun taak. De bescheiden worden op één adres getoond en de inlichtingen, op verzoek, schriftelijk verstrekt. Indien de Subsidieontvanger slechts kan voldoen aan deze verplichting door inbreuk te maken op het recht van enig persoon op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer,verstrekt de Subsidieontvanger de verlangde gegevens op zodanige wijze dat deze niet tot personen herleidbaar zijn. Ook anderszins wordt zoveel mogelijk medewerking verleend teneinde de door WCF aangewezen personen in staat te stellen hun taak op een juiste wijze te vervullen.
Artikel 11 De Subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan WCF van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de Subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd. Zo dienen voornemens tot wijziging van de doelstelling, de vraagstelling en het plan van aanpak van een Onderzoek vooraf ter goedkeuring aan WCF te worden voorgelegd.
Hoofdstuk V Afrekening Artikel 12 1.
2.
Binnen vier maanden na afloop van de activiteiten dient de Subsidieontvanger een verantwoording in. De verantwoording bestaat uit: a. het eindrapport, bedoeld in artikel 6 lid 4; b. voor zover het een Instellingsgebonden Subsidie betreft: een subsidiedeclaratie; c. indien de verantwoording is ondertekend door een of meer andere personen die op grond van de statuten bevoegd zijn de Subsidieontvanger te vertegenwoordigen: een afschrift van de volmacht op grond waarvan de verantwoording door die andere persoon of personen is ondertekend. De subsidiedeclaratie geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de aanwending en de besteding van de Subsidie door de Subsidieontvanger en geeft de nodige informatie om de Subsidie vast te stellen. Belangrijke verschillen tussen begroting en realisatie moeten worden toegelicht. De
6
declaratie sluit aan op de indeling van de bij de toekenning gehanteerde en vastgestelde begroting. Artikel 13 1.
2. 3.
Het WCF kan als voorwaarde voor het toezeggen van de Subsidie verlangen dat het jaar volgend op de afronding van het Onderzoek de Subsidieontvanger van een Instellingsgebonden Subsidie zorg draagt voor opname van het Onderzoek in een aparte bijlage van de jaarrekening en een accountantsverklaring te verlangen. Ten behoeve van de controle door de accountant wordt verwezen naar bijgevoegd protocol, bijlage 1. Indien de accountant geen verklaring van geen bezwaar afgeeft ten behoeve van een Onderzoek, kan WCF overgaan tot het terugvorderen van (delen van) de Subsidie. De Subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens WCF in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de Subsidie.
Artikel 14 Binnen drie maanden na ontvangst van de onder artikel 14 lid 1 genoemde jaarrekening wordt de Subsidie vastgesteld door WCF. Voor zover de Subsidie nog niet volledig is voldaan volgt betaling van het resterende bedrag na aftrek van het voorschot.
Hoofdstuk VI Slotbepalingen Artikel 15 1. 2.
3.
Indien het Onderzoek niet volgens het goedgekeurde projectvoorstel verloopt of niet tijdig is aangevangen (artikel 5 lid 10) is WCF gerechtigd tussentijds de financiering te beëindigen en de reeds verstrekte Subsidie terug te vorderen. Indien door of namens de Subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt of indien de in deze bepalingen vervatte voorschriften die WCF aan het verlenen van de Subsidie heeft verbonden niet zijn nageleefd, kan WCF de toezegging wijzigen dan wel intrekken, het verstrekken van voorschotten opschorten of de Subsidie lager vaststellen. Dit kan ook plaatsvinden naar aanleiding van de uitkomsten van een accountantscontrole bij de Instelling waar het Onderzoek is uitgevoerd. WCF kan van de gestelde bepalingen in de leden 1 en 2 afwijken indien daar dringende redenen voor zijn of indien een strikte toepassing van deze bepalingen naar haar oordeel tot kennelijke onbillijkheden zou leiden.
Artikel 16 Binnen zes weken na de dag waarop een toekenningsbesluit of subsidievaststellingbesluit bekend is gemaakt, kan bezwaar tegen het besluit worden gemaakt bij het bestuur van het KNGF door de Subsidieaanvrager. Artikel 17 Deze subsidievoorwaarden zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2010.
7