VOORJAARSNOTA 2009
Hoofdstuk 1 Inleiding Hierbij doen wij u de voorjaarsnota 2009 toekomen De voorjaarsnota heeft het karakter van een kadernota waarin de voorstellen voor nieuw beleid en de vervangingsinvesteringen voor het volgende jaar zijn opgenomen. Deze voorjaarsnota is na de financiële kaderbrief, het eerstvolgende beleidsinstrument in de budgetcyclus. De nota biedt daarnaast ook inzicht in de ontwikkelingen van de begroting 2009 en zet vooral het financieel perspectief tot en met 2012 uiteen. In de programmabegroting 2009 hebben wij nog melding gemaakt van het feit dat wij in staat waren gebleken u een sluitende begroting aan te bieden, zonder gebruik te maken van stelposten en de behoedzaamheidreserve. Daarnaast hebben wij de positieve gevolgen van de septembercirculaire 2008 niet gebruikt als structureel dekkingsmiddel. Wel hebben wij geconstateerd dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds sneller afnam dan verwacht. Na vaststelling van de programmabegroting 2009 zijn de economische ontwikkelingen echter snel gegaan en is de Nederlandse economie inmiddels in een recessie beland. De aaneenschakeling van negatieve berichten over de economie evenals de onduidelijke gevolgen voor de gemeenten hebben ons er toe gebracht om voor het begrotingsjaar 2010 geen kaderbrief aan u voor te leggen in de vorm van een raadsvoorstel, maar u te informeren over de stand van zaken en de mogelijke gevolgen voor de gemeente Noordenveld op dat moment. Inmiddels heeft het kabinet een aantal beslissingen genomen welke zijn vervat in een aanvullend beleidsakkoord “samen werken, samen leven”. De vertaling van dit document vindt u terug in hoofdstuk 1a van deze voorjaarsnota. In dit hoofdstuk gaan wij eveneens verder in op de kaders voor de begroting 2010 en volgende jaren. Tevens gaan wij in op de investeringsimpuls in het kader van de actie van de VNG. Daarbij is uitdrukkelijk rekening gehouden met de opmerkingen zoals deze zijn opgenomen in de brief van 17 maart j.l. van de fracties van de Partij van de Arbeid en Gemeentebelangen met betrekking tot de uitvoering van mogelijke investeringsprojecten. Evenals het voorgaande jaar is deze voorjaarsnota gekoppeld aan de eerste managementsrapportages over 2009. De indeling is gebaseerd op de in de begroting opgenomen programma’s. In hoofdstuk 2 gaan wij in op de voortgang van de begroting 2009. De actuele financiële situatie voor 2009 en volgende jaren is gebaseerd op de laatst bekende circulaire, de maartcirculaire gemeentefonds 2009. Wij hebben er voor gekozen geen rekening te houden met de gevolgen van de mei/junicirculaire. Dit zou onherroepelijk leiden tot vertraging van de behandeling van deze nota. Wel zijn er aannames gedaan met betrekking tot de verwachte ontwikkelingen van het gemeentefonds. In hoofdstuk 3 bespreken wij de financiële ontwikkelingen in meerjarenperspectief. In hoofdstuk 4 lichten wij de overige beleidsvoornemens voor 2010 toe. De samenvatting met betrekking tot het besluitvormende gedeelte van de voorjaarsnota is terug te vinden in hoofdstuk 5 terwijl wij in hoofdstuk 6 enkele conclusies aan u voorleggen. Het zal u niet verrassen dat de huidige economische ontwikkelingen ons hebben doen besluiten om ten gunste van de houdbaarheid van de gemeentelijke financiën op de middellange termijn keuzes te maken die sterk afwijken van het vigerend beleid. Tevens is met betrekking tot het investeringsniveau, naast de budgettaire capaciteit, rekening gehouden met de personele capaciteit. Jarenlang worden we bij de jaarstukken geconfronteerd met toename van investeringen
1
die niet binnen de daarvoor gestelde termijn uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast blijkt dat de laatste jaren ook de reguliere budgetten onder druk staan als gevolg van het feit dat de planningen niet worden gehaald. Analyse van de gesignaleerde ontwikkeling leidt er toe dat de conclusie verdedigd kan worden dat een deel van de oorzaak ligt in de capaciteitsplanning van de organisatie. Twee oplossingen liggen dan voor de hand: uitbreiding van de capaciteit dan wel aanpassing van de investeringsplannen. Wij hebben in grote lijnen gekozen voor het laatste en alleen daar, waar formatie-uitbreiding niet uitstelbaar is als gevolg van gewijzigde regelgeving, doen wij u voorstellen tot het beschikbaar stellen van kredieten/budgetten. Ten slotte hebben wij evenals vorig jaar een aantal voornemens opgenomen die een relatie hebben met het bestuursakkoord tussen het kabinet en de VNG. Met nadruk wijzen wij u erop dat het hier gaat om richtinggevende uitspraken die nader uitgewerkt zullen worden als bekend is in hoeverre compensabele maatregelen vanuit het gemeentefonds mag worden verwacht en wat de gevolgen expliciet voor de gemeente Noordenveld zijn. Uitgangspunt daarbij blijft dat de financiële middelen die via de algemene uitkering worden verstrekt een vrije, door het gemeentebestuur bepaalde bestemming hebben. Middelen die via een specifieke uitkering tot ons komen kunnen uitsluitend worden aangewend voor het doel waarvoor zij beschikbaar zijn gesteld.
Wij wensen u tot besluit goede beraadslagingen toe. Roden 12 mei 2009. Burgemeester en wethouders van de gemeente Noordenveld,
J.H. van der Laan, burgemeester
A.H. Doornbos, secretaris
2
VOORJAARSNOTA 2009
Hoofdstuk 1a De recessie en de gevolgen voor de gemeente Noordenveld In dit hoofdstuk willen wij nader ingaan op de gevolgen voor de recessie voor de gemeente Noordenveld. Bij brief van 23 oktober 2008 heeft u van ons een tussenbericht ontvangen naar aanleiding van de septembercirculaire 2008. Op basis van genoemde circulaire is berekend dat een substantieel bedrag als vrij besteedbaar kon worden aangemerkt. Gelet op het incidentele karakter van deze meevaller in relatie tot de onzekere macro-economische ontwikkelingen is voorgesteld en besloten om deze eenmalige baat grotendeels te reserveren en te storten in de reserve grondexploitatie ter versterking van de buffer. De programma begroting 2009 is begin november door u vastgesteld. Daarin hebben wij nog melding gemaakt van het feit dat wij in staat waren gebleken u een sluitende begroting aan te bieden, zonder gebruik te maken van stelposten en de behoedzaamheidreserve. Daarnaast hebben wij de positieve gevolgen van de septembercirculaire 2008 (zie vorige alinea) niet gebruikt als structureel dekkingsmiddel. Wel hebben wij geconstateerd dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds sneller afnam dan verwacht. Na vaststelling van de programmabegroting 2009 zijn de ontwikkelingen echter snel gegaan. Zowel mondiaal als in Nederland. De Nederlandse economie is in de afgelopen periode in een recessie beland en ook de lokale overheden zijn de gevolgen van deze ontwikkelingen gaan merken. Op 6 februari is een verzoek binnengekomen van de VNG om een inventarisatie af te geven van gemeentelijke projecten die op een redelijk eenvoudige wijze versneld uitgevoerd zouden kunnen worden. De gemeente Noordenveld heeft hierop gereageerd door middel van een 21 tal voorstellen tot een bedrag van ruim € 20 miljoen. De mogelijke deelname is afhankelijk van de maatregelen die het kabinet wil treffen ten aanzien van gemeentelijke investeringsimpulsen. Een lijst van projecten is u ter hand gesteld. Halverwege maart bent u door ons per brief op de hoogte gesteld van de mogelijke gevolgen van de economische ontwikkelingen voor de gemeente. De gevolgen voor de OZB inkomsten, de loonen prijsontwikkelingen, dividenduitkeringen, bouwleges, ISD, gemeentefonds en regelgeving zijn voor zover mogelijk in kaart gebracht. De effecten voor het bouwvolume van de gemeenten voor de komende jaren is niet aan de orde gesteld. Hierop willen wij later nog terugkomen. Op 25 maart j.l. is door het kabinet een op het coalitieakkoord aanvullend beleidskader vastgesteld. De kernpunten van dit akkoord zijn de volgende: gerichte stimulering voor vooral 2009 en 2010, met een accent op werkgelegenheid op korte termijn. -
Een begin met herstel van gezonde overheidsfinanciën om de houdbaarheid van de publieke voorzieningen te borgen. En een lange termijn agenda gericht op duurzaamheid en energie, op innovatie en kennis, op stedelijke vernieuwing en wijk aanpak alsmede op de lange termijn houdbaarheid van de collectieve voorzieningen.
3
Welke raakvlakken zijn er met de lokale overheden? A. Stimuleringspakket. Het eerst genoemde stimuleringspakket bestaat uit een viertal onderdelen: arbeidsmarkt, duurzame economie, infrastructuur en liquiditeiten verruiming voor het bedrijfsleven. In dit stimuleringspakket zitten maatregelen die naar alle waarschijnlijkheid rechtsreeks ten goede komen aan de gemeente, bijvoorbeeld de versnelling BLS/ISV en monumenten, schuldhulpverlening, onderhoud scholen en wellicht nog andere onderdelen. In dit stimuleringspakket zijn drie maatregelen aangekondigd die de gemeentelijke financiën raken: 1. gemeente en provincies zullen in 2009 en 2010 naar schatting voor € 1,5 miljard aan eigen stimuleringsmaatregelen uitvoeren. In het bestuurlijk overleg van 1 april j.l. zijn hierover
2. 3.
geen concrete afspraken vastgelegd. In deze jaren mogen de gemeenten een hoger emutekort hebben en is een begrotingstekort ook geaccepteerd. De accressystematiek zal voor 2009 en 2010 niet van toepassing worden verklaard. Wat hier bedoeld wordt is op dit moment nog onduidelijk. Het kabinet zal inzetten op het vermijden van stijging van lokale lasten in beide jaren. Ook hier is nog geen duidelijkheid over. Voor 2009 geldt dat de begrotingen reeds allemaal vastgesteld zijn. Voor 2010 is vooral de reikwijdte van het begrip lokale lasten nog niet duidelijk.
B. Houdbare financiën Vanaf 2011 wordt begonnen met het terugbrengen van het financieringstekort van het rijk met 0,5 bbp per jaar, tenzij de economische groei kleiner is dan 0,5% van het nationale inkomen. In ieder geval wordt vanaf 2011 € 1,8 miljard omgebogen. Dit zijn de extra rentekosten die het gevolg zijn van het oplopen van de staatsschuld als gevolg van het stimuleringspakket en de verslechtering van het huishoudboekje van de staat in 2009 en 2010 als gevolg van de crisis. Ook wordt € 3,2 miljard aan looncompensatie niet uitgekeerd. In 2009 en 2010 wordt er nog additioneel bezuinigd binnen de ministeries vanwege het feit dat de departementen hun bij regeerakkoord afgesproken uitgavenkaders overschrijden. In 2009 gaat het om een ombuiging van € 1,5 miljard en in 2010 van € 3,2 miljard. De maatregelen die het kabinet in petto heeft voor de gemeenten worden in de komende weken vertaald naar concrete activiteiten. De VNG geeft aan dat dit voor de gemeenten nog vervelende financiële gevolgen kan hebben. In het nawoord van deze nota komen wij eventueel nog terug op de laatste ontwikkelingen. C. Regeldruk en administratieve lasten Het kabinet wil versnelde uitvoering van de vermindering van regeldruk. Vooral de regeldruk voor ondernemers moet merkbaar worden verlaagd. Dit moet de flexibiliteit en de veerkracht van bedrijven versterken. Het kabinet noemt als voorbeeld het versnellen en verminderen van vergunningverlening rond bouwprojecten via maatregelen zoals het vaker toestaan van vergunningvrij bouwen, een meer gebiedsgerichte toepassing van bouw- en milieuregelgeving en snellere vergunningverlening. Het kabinet zal zich sterk maken dat ook gemeenten de regeldruk voor bedrijven additioneel verlicht. Daarbij valt te denken aan bijvoorbeeld het afschaffen van vergunningen.
exploitatievergunningen
en
4
het
vereenvoudigen
van
gemeentelijke
D. Het toezichtregime Het kabinet heeft aangegeven dat over de jaren 2009 en 2010 de begrotingen niet sluitend hoeven te zijn en dat er een hoger emu tekort mag ontstaan. De provinciale toezichthouder heeft met betrekking tot de begrotingstekorten nog niet gecommuniceerd met de gemeenten. Onder welke condities een en ander kan worden gerealiseerd is onduidelijk. De effecten voor de meerjarenraming zijn dan ook in nevelen gehuld. Conclusie en aanbevelingen In zijn algemeenheid kan op dit moment de conclusie getrokken worden dat de gemeenten momenteel nog weinig houvast hebben aan de kabinetsmaatregelen. Ook de vertaling van de door het kabinet verwachte bijdrage door de gemeenten in de vorm van investeringsimpulsen is nog onduidelijk. Dit geldt eveneens voor de vorm van compensatie die het kabinet hier tegenover stelt. Ten behoeve van de behandeling van deze voorjaarsnota kunnen voorgestelde beleidsbeslissingen niet worden gebaseerd op concrete maatregelen op rijksniveau. Wel kunnen de signalen die doorklinken gebruikt worden om als richtinggevend kader te dienen voor het nemen van beslissingen. Deze kaders hebben wij voor u hieronder weergegeven. Voorgestelde kaders voor 2010 en volgende jaren Loonontwikkelingen In de eerder aangehaalde brief aan uw raad hebben wij aangegeven dat wij de loonsom 2010 ten opzichte van 2009 met 1,5% hebben verhoogd. Dit hebben wij gedaan op grond van een vermoedelijke stijging van de werkgeverspremie voor de pensioenen. Dit vermoeden is inmiddels bewaarheid. Prijsontwikkeling De ontwikkelingen van het prijsindexcijfer is een indicatie voor de stijging van de gemeentelijke budgetten voor 2010. De inflatie tendeert naar een percentage tussen de 1,0 en 1,5%. Bij ongewijzigd beleid hadden wij u voorgesteld om de budgetten daarom met 1,5% te laten groeien. Gelet op de onzekere situatie voor de periode na 2010 en het besluit van het kabinet om de accessystematiek voor 2009 en 2010 buiten werking te stellen is het raadzaam om voor 2010 de nullijn te hanteren. Belastingen en heffingen Het kabinet heeft aangekondigd in te zetten op het vermijden van stijging van lokale lasten in 2009 en 2010. Wij zijn van mening dat de gemeentelijke autonomie met betrekking tot de belastingen en heffingen niet ter discussie mag komen te staan. Dit betekent wat ons betreft dat voor 2010 onverkort gestreefd zal worden naar kostendekkende tarieven voor rioleringen en afvalverwijdering. De OZB en andere belastingen blijven gekoppeld aan het te verwachten inflatiepercentage. Zoals het er nu naar uitziet kunt u van ons voorstellen verwachten tot verhoging van de belastingen en heffingen van minimaal 1% en maximaal 1,5%. Investeringen De VNG heeft de gemeente geadviseerd om vooral geen besluiten te nemen die onomkeerbaar zijn. Deze uitspraak is gebaseerd op de veronderstelling dat gemeenten na 2010 op een structureel lager inkomsten plafond terecht komen. Investeringen hebben de eigenschap dat het effect daarvan via de rente en afschrijving een lange looptijd kent.
5
Personeel Het advies van de VNG met betrekking tot het nemen van onomkeerbare besluiten heeft ook betrekking op het personeel. Het zal duidelijk zijn dat ten aanzien van de uitbreidingen, gegeven de gewijzigde omstandigheden, terughoudendheid bij de (structurele) invulling ervan zal worden betracht. Concreet te nemen maatregelen Gelet op de bovengeschetste ontwikkelingen willen wij u de volgende concrete voorstellen voorleggen: De loonsomstijging 2010 beperken tot 1,5% als gevolg van toenemende pensioenlasten voor de werkgever. Vanaf 2011 zullen de ontwikkelingen worden aangepast op basis van de nog af te sluiten CAO in 2009. Prijsontwikkeling 2010 bevriezen op het niveau van 2009. Expliciet betekent dit dat de budgetten voor 2009 gelijk zijn aan de budgetten voor 2010. Voorstellen die zijn ingediend met betrekking tot de voorjaarsnota en die leiden tot structurele budgettaire uitzettingen over 2009 en 2010 worden niet gehonoreerd, tenzij de uitzetting gebaseerd is op wet en regelgeving. Wij gaan er van uit dat de budgetbeheerders in staat zijn binnen de huidige begrotingskaders hun taken adequaat te blijven uitvoeren. Dit vereist wellicht een verdere aanscherping van het budgetbeheer. De investeringen beperken tot het maximale plafond van de vrijvallende kapitaallasten. Daarbij wordt voorrang gegeven aan de vervangingsinvestering in het kader van de bedrijfsvoering boven investeringen die op grond van nieuw beleid zijn aangeleverd. Ook daarbij wordt een uitzondering gemaakt voor investeringen die gebaseerd zijn op wet en regelgeving. De berekening van de eenmalige ruimte 2010 te bepalen op 25% (was in vorige jaren bepaald op 50%) van de vrijvallende kapitaallasten. Het surplus wordt eveneens ingezet voor het opvangen van budgettaire ontwikkelingen 2010. Het personeelsbestand bevriezen op het niveau van 1 mei 2009. Taakmutaties die eventueel leiden tot uitbreiding van personeel worden alleen toegestaan gedurende de looptijd van het project. Overige gewenste uitbreiding van personeel wordt gecompenseerd door aanpassingen in de bedrijfsvoering. De personeelsmutaties door afgenomen werkdruk als gevolg van externe factoren worden integraal in kaart gebracht en ingezet voor nader te bepalen doeleinden. Belastingen en heffingen worden per 2010 verhoogd met 1,5% inflatiecorrectie. Uitzondering zijn de afvalstoffenheffingen en de rioolrechten. Deze worden kostendekkend aangeboden. Het eigen vermogen kan voor een deel worden aangewend voor het doen van investeringsimpulsen. Wij laten ons hierin voor een deel leiden door de lijst die op verzoek van de VNG is ingediend en denken daarbij aan impulsen die enerzijds lopen via de lijn van de te actualiseren IHP/onderwijs in combinatie met de ontwikkelingen van multifunctionele accommodaties c.a. en anderzijds via de lijn van investeringsimpulsen met een duurzaam karakter. De in dit onderdeel genoemde investeringsbedragen zijn indicatief. Als gevolg van een snelle inventarisatie ten behoeve van de VNG is er geen mogelijkheid geweest om gefundeerde
6
investeringslasten te berekenen. Daarnaast zal de finale besluitvorming afhankelijk zijn van de mate waarin de gevolgen voor de exploitatie bekend zijn, immers wij hebben als een van de uitgangspunten geformuleerd dat wij voor de komende periode uiterst terughoudend willen zijn met budgetuitzettingen. Daarnaast zullen wij ons maximaal inzetten om middelen van overheidsinstanties en overige externe instellingen te verwerven ten einde de realisatie te bevorderen. Investeringen in het kader van de geactualiseerde IHP/Multifunctionele accommodaties c.a. MFA Veenhuizen Realisatie van een multifunctionele accommodatie in het dorp Veenhuizen waarin opgenomen de openbare basisschool De Vlinderhof, de christelijke basisschool De Veenster, Kinderopvang/peuterspeelzaal Veenhuizen een sportzaal/ruimte voor bewegingsonderwijs en diverse multifunctionele ruimtes ten behoeve van de lokale bevolking. Een multifunctionele accommodatie waarin de hiervoor omschreven organisaties nauw samenwerken in het realiseren van een passend ontwikkelingsaanbod voor kinderen van 2 tot 12 jaar en het aanbieden van voldoende mogelijkheden voor sport, ontspanning en ontwikkeling voor de bevolking van Veenhuizen teneinde een leefbaar woonklimaat te garanderen. 1. Opstellen van een haalbaarheidsonderzoek inhoudelijk en financieel naar de mogelijkheden voor realisatie van een dergelijk centrum 2. Indiening van een verzoek om een bijdrage van de rijksoverheid voor het realiseren van een multifunctionele accommodatie in het kader van een nog vast te stellen subsidieregeling van het rijk voor de realisatie van mfa’s 3. Indiening van een subsidieverzoek bij de provincie Drenthe in het kader van de regeling ILG
Investeringsbedrag Kapitaallasten
€ 3.250.000 (€ 3.000.000 Bouw + € 250.000 Infra) € 282.500
MFA Roderesch Realisatie van een multifunctionele accommodatie in het dorp Roderesch waarin opgenomen de openbare basisschool Steenbergen, de peuterspeelzaal voor de dorpen Alteveer, Langelo, Steenbergen en Roderesch, Buitenschoolse opvang De Kluts een sportzaal/ruimte voor beweginsonderwijs en diverse multifunctionele ruimtes ten behoeve van de bevolking van de dorpen Alteveer, Roderesch en Steenbergen Een multifunctionele accommodatie waarin de hiervoor omschreven organisaties nauw samenwerken in het realiseren van een passend ontwikkelingsaanbod voor kinderen van 2 tot 12 jaar en het aanbieden van voldoende mogelijkheden voor sport, ontspanning en ontwikkeling voor de bevolking van Roderesch, Alteveer en Steenbergen teneinde een leefbaar woonklimaat te garanderen 1. Opstellen van een haalbaarheidsonderzoek inhoudelijk en financieel naar de mogelijkheden voor de realisatie van een dergelijk centrum 2. Indiening van een verzoek om een bijdrage van de rijksoverheid voor het realiseren van een multifunctionele accommodatie in het kader van een nog vast te stellen subsidieregeling van het rijk voor de realisatie van mfa’s 3. Indiening van een subsidieverzoek bij de provincie Drenthe in het kader van de regeling ILG
7
Investeringsbedrag Kapitaallasten
€ 1.025.000 (€ 950.000 Bouw + € 75.000 Infra) € 89.000
MFA Nieuw Roden Het gaat om vervangende nieuwbouw voor de Meester de Vriesschool en de sportzaal. De bestaande school en het gymnastieklokaal zouden verplaatst moeten worden naar de locatie van de huidige sportvelden in Nieuw-Roden. Daarbij zou ook gekeken moeten worden naar een combinatie met kinderopvang en peuterspeelzaal en wellicht buurt en dorpshuisactiviteiten. Realisatie is niet eerder aan de orde dan na verplaatsing van de sportvelden. In het geactualiseerde Huisvestingsplan Onderwijs 2006 is er rekening mee gehouden dat in 2011 een begin wordt gemaakt met de voorbereidingen voor vervangende nieuwbouw die dan in 2012 zijn beslag moet krijgen.
Investeringsbedrag
€ 6.600.000 (€ 6.000.000 Bouw + € 600.000 Infra)
Kapitaallasten
€
576.000
Vervanging gymlokaal Op dit moment heeft de school De Ronerborg een eigen gymnastieklokaal aan het Nijlandspark tot zijn beschikking. Het lokaal is eigendom van en wordt geëxploiteerd door de RSG De Borgen. Voor het bewegingsonderwijs van De Esborg wordt momenteel gebruik gemaakt van de gymnastieklokalen in ’t Hoge Holt en aan de Klimop in Roden. Dit wordt door de scholen als een belemmering ervaren voor het goed kunnen verzorgen van bewegingsonderwijs. Met name voor de school De Esborg is het een probleem omdat een deel van de leerlingen zonder eigen vervoer naar school komt. De verplaatsing naar de gymnastieklokalen is voor de school dan ook een fors probleem. Het gaat om een relatief kwetsbare groep leerlingen die niet allemaal goed in staat zijn de afstand tussen school en gymnastieklokaal zonder begeleiding af te leggen. In de aanloop tot het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is daarom gesproken over de mogelijkheid een eigen gymnastieklokaal te bouwen op het terrein van de beide scholen aan de Burchtlaan. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is hier ook rekening mee gehouden. Een nieuw lokaal zou relatief snel gerealiseerd kunnen worden. Voorwaarde daarbij is wel dat de accommodatie aan het Nijlandspark dan overgedragen wordt aan de gemeente. Dit gebied kan dan worden betrokken bij een herontwikkeling.
Investeringsbedrag € 950.000 (€ 900.000 Bouw + € 50.000 Infra) Kapitaallasten € 82.000
Investeringen met een duurzaam karakter. Duurzame isolatie gebouwen Dit project kan zeer ambtieus opgezet worden. Het voorstel zoals nu in de voorjaarsnota opgenomen, voorziet in een beperkte uitvoering. De uitvoering kan versterkt ingevoerd worden als er extra middelen beschikbaar gesteld worden. In 2006 is gestart met het project Energiebesparing bij gemeentelijke gebouwen door een bedrag van € 40.000 beschikbaar te stellen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: Energiescans bij 12 gemeentelijke gebouwen € 23.000
8
-
Algemene projectkosten € 4.000
-
Opstellen implementatieplan € 7.500 Energieadministratie in GBI € 3.500 Overig € 2.000
Door het uitvoeren van de energiescans is voor de gebouwen ook een energielabel afgegeven. Noordenveld is een van de eerste gemeentes van Drenthe die de vereiste energielabels heeft voor gemeentelijke gebouwen. Ook aan het nieuwe gemeentehuis zal binnenkort een label worden toegekend. De doelstelling van dit project is de realisatie van een energiebesparing van minimaal 10% bij een kwart van de gemeentelijke gebouwen. Om de doelstelling te kunnen realiseren willen we in 2009/ 2010 starten met de realisatie van de energiebesparings voorstellen zoals aangeven in de energiescans. Als gemeente hebben we een voorbeeldfunctie voor de burgers, daarom is het belangrijk dat dit project tot een goed einde wordt gebracht. Er dient eerst nog overleg met Rendo energieadvies plaats te vinden om de energiebesparende voorstellen die in de rapporten worden aangedragen te bespreken. Als het IHP in juni 2009 opnieuw wordt vastgesteld dan zal nog bekeken worden welke gebouwen in aanmerking komen voor energiebesparende maatregelen. Het is niet de bedoeling maatregelen met een terugverdien tijd van 5 jaar uit te voeren bij een gebouw dat tussentijds vervangen wordt. Voorgesteld wordt om in 2009/ 2010 eerst te starten met de Brinkhof en na het vaststellen van het IHP nog een gebouw te selecteren. Bij de Brinkhof kan na het doorvoeren van maatregelen het energielabel van F naar D. Voor deze 2 gebouwen samen wordt een budget aangevraagd van € 60.000. De te nemen maatregelen worden opgenomen in een plan van aanpak door per jaar bij 2 gebouwen de verbeteringen door te voeren. De energiebesparende maatregelen worden op basis van terugverdien tijd (TVT) en de invloed die ze na uitvoering hebben op het energielabel geselecteerd. Maatregelen komen in aanmerking als deze een TVT hebben van 0-5 jaar. TVT 1 jaar: directe uitvoering TVT 0-5 jaar: binnen 3 jaar TVT 5-10 jaar: uitvoering op basis van onderhoudsplanning. Dienstauto’s op aardgas Vanuit de gedachte van duurzaamheid is dit een project wat feitelijk al meegenomen is in de aanbesteding voor dienstauto’s. Gas is schoner dan benzine. Het is meer de vraag of we er nog subsidie voor kunnen krijgen. Uitvoering openbaar verlichtingsplan Het opstellen van een beleidsplan openbare verlichting komt voort uit de wens om aandacht te hebben voor de thema’s energiebesparing en lichthinder. Daarnaast is er de behoefte om
de verlichtingsinstallatie op niveau te brengen en de aanleg en het onderhoud over een langere periode te structureren. Door het vaststellen van het openbare verlichtingsplan zal er een kader gecreëerd worden waarbinnen we aangeven hoe om te gaan met energiebesparende maatregelen en lichthinder. Tevens zullen we de investeringen gebruiken om een technische inhaalslag te maken en daarmee ons verlichtingsinstallatie op niveau te brengen. Gekozen kan worden tussen een minimumvariant (€ 222.000) en een maximumvariant (€ 600.000)
9
Binnenklimaat scholen Uitvoering verbeteringsmaatregelen binnenklimaat scholen op basis van de rapportage van de GGD Drenthe voor zover de te nemen maatregelen voor verantwoordelijkheid van de gemeente komen in het kader van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2009 van de gemeente Noordenveld. Een binnenklimaat van scholen wat voldoet aan de wettelijke voorschriften op het gebied van het binnenklimaat in scholen voor zover de maatregelen onder de verantwoordelijkheid voor huisvesting van scholen van de gemeente vallen. Investeringsbedrag € 850.000
Kapitaallasten
€
93.500
Daarnaast zijn er een aantal investeringen opgevoerd waarop we in het kort nog willen terugkomen. Brandweerkazerne Roden De raming van de kosten voor nieuwbouw van de brandweerkazerne Roden hebben wij in de jaarschijf 2010 ondergebracht bij de vervangingsinvesteringen. Revitalisering werkplaats In het kader van de ontwikkelingen IGS achten wij het momenteel niet raadzaam om de genoemde aanpassingen te realiseren Kader Richtlijn Water opgave De kosten die voortvloeien uit de KRW maatregelen zullen integraal in de begroting worden opgenomen en voor 100% worden gedekt uit de opbrengsten van de brede rioolheffing 2010. Restauratie Esborg Schoolstraat Roden De restauratie moet uitgevoerd worden door de eigenaar van het gebouw. Op dit moment is dat nog de RSG De Borgen. Waterberging In opdracht van de bestuurscommissie Peize, waarin de gemeente vertegenwoordigd is, zijn de inrichtingsplannen Peize en Roden/Norg opgesteld. De plannen voorzien in het inrichten van een grootschalige waterberging resp. het inrichten van een nieuw natuurgebied, zomede een pakket aan toeristisch/recreatieve maatregelen. De totale plankosten zijn begroot op ca. € 35 mln. Wij hebben ingestemd met een financiële bijdrage van maximaal € 695.000 in de plannen (herinrichting Hooiweg, Roderwolde en pakket recreatief-/toeristische maatregelen), beschikbaar te stellen in drie tranches in de jaren 2009, 2010 en 2011. In de begroting van 2009 heeft de raad ingestemd met de eerste tranche van € 250.000; voor de overige jaren wordt nu voorgesteld om het resterende bedrag van € 445.000 in 2010 beschikbaar te stellen. Uiteraard vergen de eventuele investeringen in het kader van IHP/MFA en duurzaamheid de nodige middelen. Wij zijn ons ervan bewust dat niet alles gerealiseerd kan worden. De wijze van dekking hebben wij hieronder weergegeven. De gevolgen van deze maatregelen. Door het sterk verminderen van het aantal investeringen ten laste van de exploitatie, het verlagen van de eenmalige ruimte en het hanteren van de nullijn voor overige exploitatieve uitgaven denken wij 2010 financieel goed door te komen. Een strak geregiseerd budgetbeheer helpt ons daarbij.
10
Om te voldoen aan het uitgangspunt dat de gemeente ook een bijdrage levert aan de door het kabinet gewenste investeringsimpuls willen wij over de periode 2010 tot en met 2012 een beroep doen op ons eigen vermogen. Daarvoor willen wij in de periode 2010 tot en met 2012 een bedrag van 7,5 miljoen euro beschikbaar stellen door de onderstaande maatregelen: a)Het af te romen deel van de algemene reserve waarbij het weerstandsvermogen in stand blijft bedraagt (afgerond): € 1.300.000 b)Het tijdelijk afromen van het weerstandsvermogen tot minimaal € 5 miljoen: c) rente/dividend vrijmaken van de aandelen Essent
€ 1.300.000 € 4.900.000
Totaal
€ 7.500.000
Om bovenstaande te realiseren zal in de exploitatie ruimte gevonden moeten worden door het wegvallen van het dividend Essent van € 230.000. Wij denken hier in te kunnen voorzien door gedurende de jaren 2010 tot en met 2012 een beroep te doen op de bovengenoemde middelen tot een bedrag van in totaal € 690.000 ter dekking van interne personeelskosten. Immers, indien er wordt geïnvesteerd dan komen de personeelslasten die annex zijn aan de investering ten laste van het investeringsproject. Dit betekent dat netto een bedrag van ruim 6,8 miljoen euro beschikbaar is voor het doen van investeringen. Van dit bedrag wordt voorgesteld om in 2009 € 1.350.000 besluitvormend beschikbaar te stellen terwijl voor 2010 een indicatie is opgenomen van een uitname van € 1.700.000. Gelet hierop is nog beschikbaar voor investeringsimpulsen een bedrag van € 3.750.000. Het voordeel van deze methode is dat de exploitatie niet verder belast wordt, en er ruimte blijft, indien noodzakelijk, voor additionele ombuigingen bovenop de inspanningsverplichting om ook na 2012 te voorzien in de eerder genoemde € 230.000. Wij realiseren ons dat met de beschikbare middelen niet alle investeringen gedaan kunnen worden. Vandaar dat wij hierboven enkele denkrichtingen hebben meegegeven ter overweging. Vervolgmaatregelen In 2010 zullen, afhankelijk van de mate waarin de gemeente wordt meegezogen door bezuinigingsmaatregelen vanuit het rijk, passende maatregelen getroffen worden. Daarbij denken wij een twee sporen beleid te ontwikkelen. Het ene spoor betreft een kritische kijk op onze eigen bedrijfsvoering. Het doorlichten van organisatieonderdelen gaan wij daarbij niet uit de weg. Het ander spoor betreft de beoogde effecten van gecoördineerde inkoop. Door een andere benadering van inkoop denken wij een substantiële besparing te kunnen bewerkstelligen. Bij de behandeling van de programmabegroting 2009 hebben wij u toegezegd terug te komen op de ontwikkelingen met betrekking tot de BOR. In 2009 zal de afdeling Openbare Werken en Accommodaties worden doorgelicht. Aandachtspunt is daarbij onder meer het bevorderen van een efficiënte bedrijfsvoering door de mogelijke aanpassing van de bedrijfsprocessen. De uitkomsten van het onderzoek zullen onder meer gebruikt worden voor de verdere implementatie van de BOR. Daarnaast spelen de budgettaire ontwikkelingen momenteel een belangrijke rol, die ten tijde van de besluitvorming rond de begroting 2009 nog niet te voorzien waren. Wel hebben wij een tweetal investeringen
11
opgenomen (investering in groenrenovatie en reconstructie Zevenhuisterweg) die een kwaliteitsimpuls inhouden richting het niveau “standaard met parels”. Na afronding van het onderzoek zullen wij u via de begroting 2010 nadere voorstellen doen toekomen.
12