Hoofdstuk 1: Inleiding 1.1 De schoonmaaksector EFCI = European Federation of Cleaning Industries Het aantal schoonmaakbedrijven stijgt, net zoals het zakencijfer.
De Belgische schoonmaakmarkt Geschiedenis: Eerste bedrijven opgericht in 1935 tot 1945. Tot de oorlog stopte de groei van de bedrijven. Nadien bij de heropbouw kon ze mee groeien. In de jaren ’60 werd het echt een erkende sector. Ze hadden betere technologieën, machines, producten,… de jaren ’60 hebben ook voor een goed onderbouwd fundament gezorgd. In 1966 oprichting ABSU onderhandeling over werknemersstatuur. 1970-1980 uitbesteding aan sector stijgt 50% Bij éénmaking EU familiebedrijven overgenomen door buitenlandse bedrijven. Einde jaren ’80 crisis besparingen bij de bedrijven, klappen krijgen Halfweg jaren ’90 uitbesteding sector stijgt tot 60%, ook opkomst kwaliteitscertificaten: - ISO 9001 - VCA (Veiligheid Checklist Aannemers) - BeSaCC (Belgian Safety Criteria for Contractors) De 5 grootste bedrijven: - ISS - Laurenty - Euroclean - General Office Maintenance - Cleaning Masters Problemen eigen aan de sector: De sector heeft enkele karakteristieke problemen die te maken hebben met de aard van het werk en de onderwaardering ervan: - De gewenste resultaten van schoonmaak zijn moeilijk te omschrijven. Vuil of proper is een persoonlijk en subjectief gegeven. Het eindresultaat is dus niet eenvoudig meetbaar. -
Schoonmaker worden vaak ondergewaardeerd en gediscrimineerd.
-
Uitvoerend personeel is vaak laag sociaal niveau, ongeschoold, weinig gemotiveerd.
-
Bij schoonmaakbedrijven is er geografisch gezien een enorm uitgestrekt gebied.
-
Er is gebrek aan gekwalificeerde krachten in de staffuncties.
-
Als firma’s moeten bezuinigen, valt schoonmaak als eerste in de klappen
-
De markt wordt ondermijnd door schijnzelfstandigen, schoonmakers die een bedrijf opstarten zonder kennis te hebben van soc. wetgeving en veiligheidsregels.
-
De productiviteit wordt opgevoerd tot niet-realiseerbare cijfers. Er ontstaan problemen door het niet nakomen van de afgesproken kwaliteit.
1.2 Basisbegrippen uit de schoonmaak
Wat is vuil? Wat is proper? Vuil = het aanwezig zijn van ongewenste materie die een storend effect kan hebben op de woon en/of werkomgeving. Schoonmaken = het verplaatsen van deze verstoring naar een plaats waar ze niet meer hindert. De criteria zullen verschillen in een kantoorgebouw, ziekenhuis, voedingsfabriek, … De eisen van de gebruiker in éénzelfde gebouw zullen anders liggen in andere soorten lokalen. Voor het sanitair stelt men hogere eisen dan in gewoon kantoorruimte. Storend vuil: vuil dat op een niet verwachte plaats bevindt. Het is geen synoniem voor zichtbaar of onzichtbaar vuil. - voor de gezondheid - voor het uitzicht ( moet er proper uitzien, minder oog voor detail) - voor de hygiëne (vooral op gevoelige plaatsen) - voor de levensduur van materialen ( stof verwijderen in bvb. technische ateliers) Schadelijke micro-organismen in ziekenhuizen zijn niet zichtbaar. Nochtans dient men op deze plaatsen speciale technieken te gebruiken om zeer grondig reinigen en te ontsmetten.
Storingsgrens of acceptatiegrens: niveau of het vuil stoort of niet.
Het lokaal zal vuil worden door de activiteiten daarin. De kwaliteit van de schoonmaak zal langzaam dalen. Zolang men niet onder de storingsgrens gaat wordt er niet geklaagd. De storingsgrens is wel persoonlijk. De schoonmaak zal zich aan de gebruiker moeten aanpassen. Men houdt rekening met wat als visueel schoon wordt ervaren. Een vloer kan volledig gereinigd zijn maar de opdrachtgever verwacht een vloer dat blinkt. Bij toiletten is de geur een belangrijk criterium.
Type proper Zeer grondig schoon
Grondig schoon Relatief schoon
Representatief schoon Ruw schoon, bezemschoon
Kenmerken Huishoudelijk schoon en zo goed als vrij van levende micro-organismen Intensieve reiniging Optisch schoon, geen overheersende geur of glans. Maakt een opgeruimde indruk Hoogglans en/of fris geurend, fraaie indruk nalatend Acceptabel, maar niet echt schoon. Geen storende voorwerpen of grof vuil
Voorbeelden Operatiekamer, grootkeuken, … Sanitair, patiëntenkamers,… Kantoren, algemene verkeersruimten Showroom, directiekantoren, recepties,… Garage, atelier, terras, trottoir,…
Schoonmaaksysteem Een schoonmaaksysteem is de manier van werken, met hulp van schoonmaakmethodes en voorgeschreven frequenties. Het gaat hier over “hoe hou ik het schoon”.
Schoonmaakmethode Om het gewenste resultaat te bekomen heeft men een schoonmaakmethode nodig, ook moet de frequentie van het aantal keer kuisen vastgelegd worden. Om dit vast te leggen moet men weten wat de gebruiker wil. Een schoonmaakmethode is een voorgeschreven werkwijze om een gewenste schoonmaakkwaliteit te bekomen. Het resultaat van de methodes verschillen.
Frequenties Na het bouwen van een nieuw gebouw is er de “eerste opkuis”. Deze maakt het gebouw gebruiksklaar. De schoonmaakfrequentie is het aantal keer dat een bepaalde schoonmaakmethode wordt uitgevoerd in een bepaalde tijdspanne.
Dagelijks, wekelijks, periodieke werken Wat bedoelt men met dagelijks 5 dagen per week? 7 dagen per week? om geen misverstanden te krijgen een frequentie: - 5/5 = 5 keer op 5 klassieke kantoordagen - 7/7 = 7 keer op 7 weekdagen - 1/5 = 1 keer op 5 werkdagen - 1/10 = 1 keer op 2 kalenderweken - 10/5 = 2 keer op 1 dag Wekelijks = de handeling moet 1/2 … per week aan bod komen Periodiek = lage frequentie, de handeling komt niet snel terug
Systematisch onderhoud Dit heeft als doel om het gewenste reinheidsniveau zo lang mogelijk hoog te houden zonder dat er grote schommelingen in de kwaliteit van de ruimte zitten. Systematisch onderhoud: - meerdere voorgeschreven werkmethoden - meerdere voorgeschreven frequenties - zo lang mogelijk een bepaalde kwaliteit proberen te behouden - proberen in het proces de kosten te besparen !!! Zie pag. 12 bundel 1. voorbeeld lino-vloer!!! De factoren waarmee men bij systematisch onderhoud rekening moet houden zijn: - soort afwerkmateriaal - aard en mate van vervuiling - functie van de ruimte - persoonlijke eisen gebruiker - budget Soort afwerkmateriaal Hard of zacht (tapijt) Glad of ruw (parket, marmer) Waterbestendig of niet Chemische bestendigheid (tegen zuren) Aard en mate van de vervuiling Dit bepaald niet alleen de frequentie maar ook de methodes, het nodige materiaal, producten en de tijd die men nodig zal hebben. Soort vuil Losliggend vuil
Voorbeeld Papier, stof, paperclips
Licht gekleefd vuil Zwaar gekleefd vuil Zwevend vuil
Koffie, tandpasta Kauwgom, kalk, lijm Stof
Beschadigingen
Kras, verkleuring
Organisch vuil afkomstig van mens, plant, dier Anorganisch vuil minerale oorsprong (kalk, roest,…)
Methode Stofwissen, afstoffen, stofzuigen Vochtig afnemen, moppen Schuren, shampoo Speciale stofzuiger in computerruimte Vervangen, schadeclaim
Functie van de ruimte De functie bepaald welk soort vervuiling er kan voorkomen, welk de bezettingsgraad is en welke eisen er worden gesteld. Persoonlijke eisen De klant blijft koning, maar niet alles toegeven!!! Aan elke behandeling hangt een prijs. Budget De persoonlijke eisen en het budget zijn meestal niet in overeenstemming.
Varia (zever datem nog opgeschreven eeft) Voordelen uitbesteding - na bepaalde tijd goedkoper - gemak ( je moet het niet zelf doen) Bedrijven die niet uitbesteden - Ziekenhuizen - Vroegere ministeries Schoonmaak sector in Europa - zakencijfer groeit - elk jaar +6% bedrijven - zeer veel kleine bedrijven - schoonmaaksector belangrijke WG 2.7 miljoen personen in 2002 Problemen eigen aan de sector (zie boven, onderaan wa nieve dinges bij) - gewenste resultaten o moeilijk te omschrijven o persoonlijk en subjectief o niet goed meetbaar - slecht vakimago o schoonmakers ondergewaardeerd en gediscrimineerd - uitvoerend personeel o laag sociaal niveau o niet goed geschoold o weinig gemotiveerd en geïnstrueerd - geografisch zeer uitgestrekt gebied - werktijden hebben geen normaal patroon - productiviteit opgevoerd tot niet realiseerbare cijfers - problemen door het niet nakomen van de afgesproken kwaliteit
Waarom 2 schoonmaaksters en niet 1? Als er 1 niet is, kan de andere het werk overnemen. Zo is het werk toch gedaan. Wat dagelijks schoonmaken - vegen - vuilbak legen - grofvuil verwijderen - deurklinken kuisen - sanitair: grond kuisen - cafetaria Wat wekelijks schoonmaken - vette vingers - stofzuigen - stof afdoen - nat kuisen Wat periodiek schoonmaken - ruiten - grote schoonmaak (plafond ook) Plaatsen die vol liggen met gerief niet kuisen. Vooraf personeel verwittigen.
Water Water is het voornaamste reinigingsmiddel. Het is de bedoeling het vuil in het water te laten oplossen of emulgeren en op die wijze te transporteren naar de afvoer. Belangrijk: water moet het vuil kunnen bereiken, opnemen en vasthouden. Functies van water in reiniging: - bevochtigen oppervlakte en het vuil - omsluiten vuildeeltjes - transport vuildeeltjes - overbrengen van mechanische energie op het te reinigen oppervlakte - overdracht van warmte Water kan verontreinigd zijn met stoffen die de reiniging beïnvloeden: - micro-organismen ( bacteriën, virussen,…) - minerale vervuilingen ( kalk, ijzer,…) - onopgeloste gassen (CO2, zuurstof,…) deze verontreinigingen moeten beperkt worden.
Oppervlaktespanning Wat? elke watermolecule oefent een kracht uit op zijn naaste buur. Als de molecule langs alle kanten is omgeven door andere moleculen worden deze krachten tegen elkaar opgeheven. Aan het oppervlak waar dit niet het geval is, blijft de kracht over die naar de vloeistof toe is gericht. Vb: een druppel zal een bolvorm aannemen Men voegt detergenten of zepen toe om de oppervlaktespanning te verlagen. Het water wordt zo “natter”. Het kan beter tot de meest verborgen oneffenheden doordringen en het vuil laten losweken. Waterhardheid Leidingwater bevat kalk. Hoe meer kalk hoe harder het water. Stoffen die hardheid veroorzaken: calcium, magnesium, ijzerzouten, carbonaten Men spreekt dus van har water als er carbonaten of bicarbonaten in het water zitten. Hardheid wordt uitgedrukt in °dH (Duitse Hardheidsgraden) of °fH (Franse Hardheidsgraden) 1°dH = 10mg CaO 1°dH = 1.8°fH Er is een onderscheid tussen tijdelijke en blijvende hardheid. Tijdelijke veroorzaakt door aanwezige bicarbonaten. (Ca en Mg) Blijvende veroorzaakt door opgeloste calcium, magnesiumionen. Totale hardheid som tijdelijke en blijvende hardheid. Waterhardheid kan verschillende reinigingsproblemen veroorzaken: - kalkaanslag (textiel voelt ruw aan, strepen op gereinigde oppervlakten,…) - kalk of ketelsteen (afzetting op de douchekop, kraan, …) - kalkzeep ( zepen die een verbinding aangaan met calcium of magnesiumionen) Kalkaanslag en kalksteen verwijderen met zuur product. Kalkzeep verwijderen met alkalisch product. pH De pH-waarde (zuurtegraad) is zeer belangrijk in de schoonmaak
Per eenheid wordt het product 10x agressiever. Neutrale producten dienen voor de oppervlaktespanning te beïnvloeden. Zure producten worden gebruikt om anorganische vervuilingen te verwijderen. Vb: kalksteen, roest, cementsluier,… Alkalische producten worden gebruikt om organische vervuilingen te verwijderen. Vb: olie, vet, …
Hoofdstuk 2: Producten Nat reinigen gebeurt meestal met water. Het vuil wordt losgeweekt, opgenomen en samen met het water verwijderd. Om de reinigende eigenschappen van water te verbeteren, voegt men producten toe. Dit om: - de oppervlaktespanning te verlagen - het emulgeervermogen (vuildragend vermogen) te vergroten. Doel van een reinigingsmiddel: - vuil oplossen of emulgeren - transporteren naar niet storende plaats Oplossen = twee stoffen gaan zich mengen, maar veranderen niet. Emulgeren = twee stoffen gaan zich niet volledig vermengen. Afbreken = de stof wordt een andere stof met nieuwe eigenschappen. Als het vuil dient te worden opgelost, gebonden of onveranderd in water opgenomen, zal men water met toevoeging van zeep, detergenten en eventueel oplosmiddelen gebruiken. 2.1 Zure en alkalische reinigers Zure reinigers anorganisch vuil Alkalische reinigers organisch vuil Het vuil wordt in beide gevallen chemisch omgezet in een ander product. Indien het vuil niet oplosbaar, emulgeerbaar of afbreekbaar is in water moet men specifieke oplosmiddelen zoeken. !!! MENG NOOIT ZURE EN ALKALISCHE PRODUCTEN !!! (dit veroorzaakt een thermische reactie die zo sterk kan zijn dat de afvoerbuizen springen. Mengen met chloor, ammoniakhoudende producten is nog gevaarlijker.) 2.2 Zepen Zepen zijn van nature alkalisch. tasten dus op termijn bepaalde materialen aan. Ze verwijderen de beschermende vetlaag van de huid. Ze zijn biologisch afbreekbaar, laten een zeepfilm na. Zeepfilm = kan gebruikt worden als beschermingslaag bij niet-beschermde vloeren, kan geboend worden, is arbeidsintensief om aan te brengen. Zepen kunnen kalkzeep vormen in hard water strepen op de gereinigde oppervlakte komen dan voor. Zeepproducten worden verkocht voor thuisgebruik. Producten voor industrieel gebruik kunnen zepen bevatten. Men beziet deze als gecombineerd reinigings-beschermingsmiddel.
2.3 Detergenten Gemaakt uit synthetische grondstoffen (aardolie). - neutraal - beter oplosbaar in water - reinigen beter - ongevoelig voor hard water - laten minder residu na Er zijn schuimvormers en anti-schuimwerking. Je kan ze combineren met alkalische, zure stoffen en oplosmiddelen Ze zijn niet schadelijk voor de huid of afwerkmaterialen. 2.4 Oplosmiddelen Gemaakt uit natuurlijke of synthetische grondstoffen. - gebruikt als het vuil niet door water verwijdert kan worden - laten geen residu na - zijn giftig en schadelijk voor milieu en gezondheid - tasten soms de te reinigen oppervlakten aan - zijn licht ontvlambaar en brandbaar - sommige zijn mengbaar met water Als men toch niet oplosbare oplosmiddelen wil mengen met water, voegt men emulgatoren toe. 2.5 Biologische toevoegsels (bacteriën, enzymen,…) Gebruikt voor specifieke doeleinden. - hoge kostprijs - werkt alleen op bepaalde temperatuur - heeft een inwerktijd nodig om te werken - gevoelig aan zuren, alkalische producten en oplosmiddelen 2.6 Beschermingsmiddelen Gemaakt uit harsen, wassen, oliën, polymeren Natuurlijke beschermingsmiddelen zijn vrij zacht of vettig. Nemen gemakkelijk afdrukken op. Daarom meestal synthetische beschermingsmiddelen, op basis van polymeren en acrylaten. - minder strepen - minder slijtsporen - minder arbeidsintensief - onderhouden met speciaal onderhoudsproducten Waarom? - bescherming tegen slijtage - vergemakkelijkt het onderhoud - verandert het uitzicht van het oppervlak (hoogglans, matglans,…)
2.7 Gecombineerde reinigings- en beschermingsmiddelen Producten met zowel reinigende en beschermende werking. !!! hoe meer het product zal beschermen, hoe minder het zal reinigen !!!
Zepen Zepen laten een film achter, daarom voegt men zeep toe aan bepaalde synthetische detergenten om schrale vloeren te “voeden”.
Dweilwassen Is een combinatie van beschermingsmiddel en detergent. Gebruikt bij moppen, dweilen of droog. Ze laten een beschermlaagje achter.
Spraywassen Combinatie van beschermingsmiddel en water/oplosmiddel. Direct op de vloer. Minder risico voor vuilophoping. 2.8 Ontsmettingsmiddelen Bestrijden de micro-organismen. Dit in ziekenhuizen, voedingsindustrie, grootkeuken,…
Soorten ontsmetters: -
-
-
-
-
alcoholen: o snelwerkend, effectief, breed werkingsspectrum o voor huid-desinfectie, ontvlekken aldehyden: o lange inwerktijd, goed desinfecterend, onaangename geur, giftig halogenen: o chloor, fluor, jodium o worden geïnactiveerd door licht, temp, organisch materiaal, metalen fenolen: o goede bacteriële eigenschappen o worden inactief door contact met eiwitten, hoge alkaliniteit, slecht afbreekbaar, giftig quats: o oppervlakte actief, desinfecterende werking, reinigend, reukloos, weinig agressief, adaptatie van organismen. o zorgen voor een film omfotere verbindingen: o reinigend, ontsmettends, optreden van resistentie, hoge doseringen, gebruik bij hoge temp.
2.9 Afbijtmiddelen Product om specifieke vervuilingen te verwijderen (verf, cement, kalk,…) wel beschermingskledij dragen (bril, handschoenen, schoenen,…) Zijn meestal zure of alkalische producten 2.10 Ontvlekkingsmiddelen Gebruikt op zeer kleine hoeveelheden specifiek vuil, meestal op basis van oplosmiddelen. 2.11 Ontmossers Gist, schimmeldodende werking. Gebruik in stortbaden, zwembaden, opritten, parkings,… 2.12 Polish Gecombineerd reinigings en beschermingsmiddel voor hout, koper, plastiek 2.13 Kristallisator Zuur product om kalkhoudende stenen weer te doen glanzen, minder poreus maken makkelijker schoon te krijgen. Bij contact met kalk zal er een chemische reactie ontstaan, 2.14 Schuimremmers/schuimvormers Schuimremmers: detergenten die worden toegevoegd zodat een product niet zo schuimen. Schuimvormers: detergenten die worden toegevoegd zodat een product zou schuimen. In sommige reinigingsmethodes vergemakkelijkt dit het reinigen. 2.15 Andere toevoegingen aan schoonmaakproducten Sequestreermiddel: Heeft het vermogen om complexe bindingen aan te gaan. Verdikkingsmiddel: Toevoegingen om een vloeistof dikvloeibaar te maken. Inhibitoren: Deze stoffen remmen de agressiviteit van de zuren of alkalische producten op materialen die hier gevoelig voor zijn. Schuurmiddel: Een middel om een vloeistof een schurend effect te geven. (krijt, mergel, porseleinaarde) Kleurstoffen: Bevordert de herkenbaarheid van een product. Laat toe bepaalde producten ondubbelzinnig met een bepaald soort werken te verbinden. Internationale afspraak in de schoonmaaksector: - blauw = interieur - rood = sanitair - groen = vloer psychologisch effect voor de gewone consument (geel = citroen, paars = lavendel,…) Laat toe de juiste dosering in te schatten.
2.16 Vorm Een gelijkwaardig schoonmaakproduct kan in verschillende vormen beschikbaar zijn. Men kiest de vorm meestal in functie van een gewenst effect. Viscositeit: = de vloeibaarheid, stroperigheid van de vloeistof.
Schuim:
Poeders, korrels, zand
Geïmpregneerd in doekjes en watten:
Vast
Verstuiving
2.17 Keuze van een reinigingsproduct Soort vervuiling: Organisch of anorganisch of ander. De soort zal de gewenste agressiviteit van het product bepalen. (concentratie, pH,…) Bij dagelijkse reiniging neutraal product. Vervuilingsgraad: Hoe groter de hoeveelheden vuil hoe groter het vuildragend vermogen moet zijn. De vervuilingsgraad zal de vorm van het product bepalen. (vloeistof, poeder, gel,…) Afwerkmateriaal: De vervuiling moet snel en efficiënt kunnen verwijderd worden zonder het afwerkmateriaal aan te tasten. Reinigend vermogen: Kies een product dat niet meer reinigend vermogen heeft dan noodzakelijk. Men vermijdt dat men op lange termijn aantasting zou kunnen krijgen van het materiaal of van de gezondheid van de gebruiker. 2.18 Dosering De doseringen van de fabrikant moeten gerespecteerd worden. Overdosering van neutrale producten heeft geen zin. De werking van deze producten is enkel om de oppervlaktespanning te beïnvloeden. Meer gebruiken ≠ beter reinigen Zure en alkalische producten zullen vaak schade aanrichten als ze te geconcentreerd zijn. Bij hoge doseringen bijeffecten (overdadig schuimen, nalaten residu,…) Bij lage doseringen geen optimale werking
Gebruik van doseersystemen: Doseermethode Maatbekers
Dop is de maat
Zakjes met bepaalde dosis
Voordeel Eenvoudig doseerbaar Precies Altijd bij Precies Eenvoudig doseerbaar Juiste dosis Properder
Handpompjes Doseerkop Patronen met directe menging in de fles Een vast doseerstation Tabletten
Handig
Niet kwijtspelen Juiste dosering Juiste dosis Gemakkelijk
Nadeel Ze moeten weten wat, hoeveel Plaatsrovend, gevaar voor kwijt te raken /
Afval Niet hygiënisch Te weinig, teveel Navulfles nodig
Niet mobiel Afval Droog houden duur
Hoofdstuk 3: Herkennen van de te reinigen oppervlakken Belangrijk inschatting van schoonmaakwerkzaamheden Oppervlaktestructuur: De vloer kuisen Gladde vloer gemakkelijk vuil verwijderen Ruwere vloer moeilijker, gebruik van borstels Vuil water verwijderen Gladde vloer vloertrekker Ruwe vloer waterzuiger Porositeit De mate dat het materiaal vocht kan absorberen. Het opnemen van water gebeurt via poriën en kleine gaatjes. Die kleine gaatjes kunnen ook vuil opnemen. Poriën worden opgevuld met wassen of poriënvullers. vullen de gaatjes vormen een film (=onderlaag voor afwerkingslagen) Krasbestendigheid Om gehecht vuil los te maken worden verschillende mechanische hulpmiddelen gebruikt. Het gebruik van: - borstel - schuurpad - vloeibaar schuurmiddel - schraapmesje - … kunnen krassen maken. Sommige krassen zullen direct zichtbaar zijn maar het oppervlak kan ook slechts na vele reinigingsbeurten gaan krassen en dus beschadigen. Chemische samenstelling Verkeerd gebruik van chemische middelen beschadiging. Schoonmaak water, zuren en alkalische producten, oplosmiddelen. Belangrijk resistentie kennen van de afwerkstoffen
3.1
Natuursteen Kalkhoudend Marmer Travertijn Arduin Kalksteen
Niet kalkhoudend Graniet Basalt Kwartsiet Gneis Leisteen
Gesteenten die hoofdzakelijk opgebouwd zijn uit calciumcarbonaat zijn zuurgevoelig. Die uit siliciumdioxide niet. Aantasting door reinigingsmiddelen Kalkhoudend Water Bestand Zuur Niet bestand Alkali Bestand tegen zwakke alkali. Sterke alkali verkleuring Oplosmiddelen Bestand Krasbestendig Meestal goed. Minder tegen schurend effect Opmerkingen Water kan op sommige marmers vlekken veroorzaken. Kleurstoffen kunnen indringen en niet meer verwijdert worden.
Niet kalkhoudend Bestand Bestand Bestand Bestand Meestal goed. Minder tegen schurend effect Zeer sterke zuren kunnen verkleuring veroorzaken. Kleurstoffen kunnen indringen en niet meer verwijdert worden.
Graniet Stollingsgesteente diep ontgonnen, ontstaan door afkoeling. - kleur: wit, grijs, blauw, zwart,… - hard en slijtvast - weinig poreus - bestand tegen water, lichte zuren en alkaliën Marmer Omvormingsgesteente kristallisatie van door druk en temperatuur veranderde afzettingsgesteente. - zeer veel kalk - poreus - hoe witter zachter, hoe zwarter harder - zachte vloer krasgevoelig - polijsten - nooit sterke alkalische of zure producten gebruiken
Travertijn Kalksteen neerslag van kalk uit onverzadigd water in warmtebronnen. - heeft poriën
Blauwe hardsteen (of arduin) Kalksteen met blauwgrijze kleur. - kalksteen - heeft poriën
Onderhoud Dagelijks stofwissen, vlekverwijderen Wekelijks reinigen met gewone vloerreiniger Periodiek machinaal schuren met alkalische vloerreiniger Kristallisatie enkel bij marmer. 3.2 Kunststeen Gebakken kunststeen Gezuiverd klei, geperst en gebakken. Nemen veel water op. Soms worden ze geglazuurd bijna geen water.
Keramische tegels worden gemaakt uit gezuiverd kleimengsel Fijn keramische steen: - dubbel hard gebakken tegel Grof keramische tegel: plavuizen - gemaakt uit fijngemalen rode klei. Kwaliteit is afhankelijk van: - De tegel: verschillen in hardheid, vlakheid, porositeit en slijtvastheid. - De verwerking: een goed gelegde tegel vergemakkelijkt het onderhoud - De voegen: als de voegen niet bestand zijn tegen chemicaliën vloer ook niet.
Niet gebakken kunststeen Diverse mineralen (zand, grind,…) worden vermengd met cement of kunsthars als bindmiddel. Stenen op basis van cement zijn zuurgevoelig. Aantasting door reinigingsmiddelen Gebakken Water Bestand Zuur Bestand Alkali Bestand tegen zwakke alkali. Sterke alkali verkleuring Oplosmiddelen Bestand Krasbestendig Meestal goed. Minder tegen schurend effect Opmerkingen Zeer sterke zuren kunnen verkleuring veroorzaken.
Niet gebakken Bestand Niet bestand Bestand Bestand Meestal goed. Minder tegen schurend effect Kleurstoffen kunnen indringen en niet meer verwijdert worden.
Cementvoegen zijn niet zuurbestendig Kleurstoffen kunnen indringen en niet meer verwijdert worden. Onderhoud: Dagelijks stofwissen, vlekverwijderen Wekelijks reinigen met gewone vloerreiniger Periodiek schuren van de tegel met sterke alkalische reiniger 3.3 PVC en kunstharsen Aantasting door reinigingsmiddelen. PVC en kunsthars Water Bestand (bij waterdichte plaatsing) Zuur Bestand Alkali Bestand Oplosmiddelen Kunnen aangetast worden (acrylaten en polycarbonaten) Krasbestendig Meestal goed Onderhoud: Dagelijks stofwissen, vlekverwijderen Wekelijks reinigen met gewone vloerreiniger Periodiek op niet behandelde vloer gewone vloerreiniger of bij sterk vervuild alkalischer op behandelde vloer reinigen met gewone vloerreiniger
3.4 Rubber Reinigingsmiddelen tasten het oppervlak aan. Is de vervanger van PVC. Aantasting door reinigingsmiddelen. PVC en kunsthars Water Bestand (bij waterdichte plaatsing) Zuur Bestand Alkali Bestand Oplosmiddelen Kunnen aangetast worden Krasbestendigheid Meestal goed 3.5 -
Linoleum heeft altijd jute ondergrond geperst in banen van 2 meter steeds effen kleur specifieke geur hard materiaal poreus
Aantasting door reinigingsmiddelen. PVC en kunsthars Water Bestand (bij waterdichte plaatsing) Zuur Bestand tegen lichte zuren Alkali Niet bestand, veroorzaken verkleuringen Oplosmiddelen Normaal niet bestand Bestand tegen reinigers op basis van terpentijn Krasbestendig Geen harde schuurpads gebruiken Onderhoud: Dagelijks stofwissen, vlekverwijderen Wekelijks reinigen met gewone vloerreiniger Periodiek op niet behandelde vloer gewone vloerreiniger of bij sterk vervuild alkalischer op behandelde vloer reinigen met gewone vloerreiniger Linoleumvloeren altijd in waslagen zetten. poriën dicht maken
3.6 Hout Natuurproduct met vochtkanalen. Zet uit en krimpt. Aantasting door reinigingsmiddelen. Onbehandeld Water
Niet bestand
Zuur
Niet bestand
Natuurlijke wassen of oliën Niet bestand (klamvochtig reinigen kan) Niet bestand
Alkali Oplosmiddelen
Niet bestand Bestand, kleurstoffen dringen diep in Minder goed
Niet bestand Lossen de terpentinewas op Minder goed
Krasbestendig
Gelakt of geverfd Bestand (lakken na plaatsing) Bestand tegen zwakke zuren Niet bestand Niet bestand beperkt
3.7 Kurk Schors van kurkeik. Heeft isolerende eigenschap. Aantasting door reinigingsmiddelen. Onbeschermd Water Bestand (niet waterdicht) Zuur Bestand Alkali Niet bestand Oplosmiddelen Bestand, kleurstoffen dringen diep binnen Krasbestendig Slecht
Beschermd met harslaag Bestand (laklaag na plaatsen) Beperkt bestand Niet bestand Laklaag kan aangetast worden Beperkt
3.8 Verf Gemaakt op verschillende basissen en hebben dus verschillende eigenschappen. Hoogglans is makkelijker te reinigen dan mat. Aantasting door reinigingsmiddelen. Olieverf of acryllak Water Bestand Zuur Bestand tegen zwakke zuren Alkali Niet bestand Oplosmiddelen Niet bestand, lost op Krasbestendig
Niet bestand tegen abrasieven
Latex Beperkt bestand Bestand tegen zwakke zuren Niet bestand Lossen de terpentinewas op Niet bestand tegen abrasieven
Epoxy en polyurethaan Bestand Bestand Bestand Bestand tegen de meeste oplosmiddelen Redelijk tot goed bestand tegen abrasieven
3.9 Metalen Als afwerkmaterialen worden vooral aluminium, roestvrij, koper en chroom gebruikt. Aluminium krijgt een beschermlaag, chroom beschermt andere oppervlakten. Aantasting door reinigingsmiddelen. Aluminium, koper Water Bestand Zuur Niet bestand Alkali Niet bestand Oplosmiddelen Bestand, oplossen van eventuele laklaag Krasbestendig Niet bestand tegen abrasieven
Roestvrij staal en chroom Bestand Bestand tegen sterke zuren Bestand Bestand Niet bestand tegen abrasieven
3.10 Glas Gemaakt uit kwartszand. Aantasting door reinigingsmiddelen. Glas Water Bestand Zuur Niet bestand tegen sterke zuren Alkali Bestand Oplosmiddelen Bestand Krasbestendig Niet bestand tegen abrasieven 3.11 Textiel Natuurlijke of synthetische vezels Aantasting door reinigingsmiddelen. Natuurlijke vezels Water Niet bestand Zuur Beperkt bestand tegen lichte zuren Alkali Niet bestand Oplosmiddelen Bestand Krasbestendig Pluizen door slijtage
Synthetische vezels Bestand Bestand Bestand Niet bestand Pluizen door slijtage
Hoofdstuk 4: Indeling van schoonmaakwerken In de schoonmaaksector maakt men onderscheid tussen interieur, sanitair en vloerreiniging.
4.1 Interieurreiniging Alle schoonmaakwerkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om het kantoor visueel schoon te maken. (meubilair, vuilnisbakken, kantoorapparatuur) Soorten onderhoud: - Specifiek vloeronderhoud: kristalliseren van natuursteenvloeren - Specifiek schoonmaak van muren, wanden en plafonds: dit werk wordt zelden uitgevoerd. Uitz: ziekenhuizen - Specifiek schoonmaak van ruiten en omlijstingen: buitenkant niet, de binnenkant wordt slechts zelden gekuist. - Interieuronderhoud in sanitaire ruimten: de middelen en methodes die worden gebruikt om het sanitair te kuisen zijn specifiek. 4.2 Soorten interieuronderhoud Er zijn 3 soorten: - dagelijks werk - periodieke werken (wekelijks of maandelijks) - speciaal interieuronderhoud Dagelijks onderhoud Verwijderen van vuilnis, ontstoffen, ontvlekken, verwijderen storend en zichtbaar vuil,… Lezen pg. 42-43 Periodiek onderhoud De extra schoonmaakbeurten die geregeld moeten worden uitgevoerd naast het dagelijkse interieuronderhoud. (plinten, onderstellen van stoelen en tafels, omlijstingen, …) Typische periodieke interieurwerken: - stofnetten en spinnenwebben verwijderen - radiatoren, hoge kasten afkuisen met klamvochtig doek Speciale werken Afruimen en schoonmaken van vaatwerk,…
4.3 Sanitairreiniging Lezen pg. 46-50 (is mor dom dusja)
Hoofdstuk 5: schoonmaaktechnieken en nomenclatuur Leest da ook ies wer, dikke zever dant is