Home Sweet Home Pak je Kans De nieuwe aanpak voor toeleiding naar werk van dak- en thuislozen Rotterdam 11 december 2007
Inhoudsopgave Voorwoord............................................................................................................... 5 Leeswijzer................................................................................................................ 6 Deel 1: Het project Home Sweet Home................................................................ 7 1 Ontstaansgeschiedenis Project Home Sweet Home ........................................ 8 2 De partners in het project................................................................................. 9 3 Aanleiding van het project Home Sweet Home ............................................ 10 4 Doelgroep en deelnemers van het project Home Sweet Home ..................... 12 5 Doelstellingen en producten van het project ................................................. 13 6 Behaalde resultaten van het project ............................................................... 13 7 Het vervolg van het project............................................................................ 16 Deel 2: De nieuwe aanpak voor toeleiding naar werk van dak- en thuislozen26 8 De aanpak van Home Sweet Home in vogelvlucht ....................................... 27 8.1 Het traject dat een deelnemer doorloopt ............................................... 27 8.2 De methodische aanpak van Home Sweet Home ................................. 29 8.3 De fases van Home Sweet Home........................................................... 30 8.3.1 De aanmelding ............................................................................... 30 8.3.2 De intake........................................................................................ 30 8.3.3 De start........................................................................................... 31 8.3.4 Het assessment............................................................................... 31 8.3.5 De fase aan de slag ........................................................................ 32 8.3.6 Activering ...................................................................................... 33 8.3.7 Startblok......................................................................................... 34 8.3.8 Scholing ......................................................................................... 35 8.3.9 Terugvalpreventie .......................................................................... 36 8.3.10 Uitstroom ....................................................................................... 36 8.3.11 Wonen............................................................................................ 37 9 De begeleiders van Home Sweet Home ........................................................ 37 9.1.1 De personal coach.......................................................................... 38 9.1.2 De docent ....................................................................................... 38 9.1.3 De werkmeester ............................................................................. 38 9.1.4 Werkbegeleider.............................................................................. 39 9.1.5 Uitstroomcoach.............................................................................. 39 9.1.6 De teamleider................................................................................. 39 9.1.7 De projectleider Home Sweet Home ............................................. 39 2
Deel 3 De verdieping achter de aanpak ............................................................. 41 10 De methodische verantwoording van de aanpak ....................................... 42 10.1 Wanneer is een aanpak methodisch? ..................................................... 42 10.2 Het 8-fasenmodel................................................................................... 44 10.3 De 8 leefgebieden .................................................................................. 47 10.4 Het 8-fasenmodel versus het Home Sweet Home model ...................... 50 10.5 De presentietheorie van Baart................................................................ 52 10.6 De theorie van Home Sweet Home en de presentietheorie ................... 55 10.7 De rol van de HSH medewerker in de methodiek ................................. 56 10.8 Driehoeksgesprekken............................................................................. 65 11 De specifieke rol van de coach in de methodiek ....................................... 66 11.1 De personal coach.................................................................................. 66 11.2 Ervaringen van de Personal Coaches..................................................... 69 11.3 De uitstroomcoach ................................................................................. 71 12 Het belang van aanmelding, assessment en dossiervorming ..................... 72 12.1 Aanmelding en intake ............................................................................ 72 12.2 Het dossier ............................................................................................. 73 12.3 Assesment .............................................................................................. 76 13 Het belang van Startblok nader toegelicht................................................. 78 13.1 Het simulatiebedrijf Startblok................................................................ 78 13.2 Uitstroom uit Startblok .......................................................................... 80 13.3 Overwegingen in de fase Startblok........................................................ 80 13.4 Terugvalpreventie .................................................................................. 81 13.5 Het belang van Startblok?...................................................................... 82 14 Het belang van Motivatie nader toegelicht ................................................ 82 14.1 Motivatie................................................................................................ 83 14.2 Motivatie en de deelnemer..................................................................... 85 14.2.1 Emoties .......................................................................................... 85 14.2.2 Intrinsieke motivatie ...................................................................... 86 14.2.3 Extrinsieke motivatie ..................................................................... 87 14.2.4 De duur van de begeleiding in relatie tot motivatie....................... 87 14.2.5 Regels ............................................................................................ 87 15 Omgaan met de drugsproblematiek van deelnemers ................................. 91 15.1 Drugsbeleid van Home Sweet Home..................................................... 91 15.2 Drugsbeleid op Startblok ....................................................................... 92 16 Wat maakt een nieuwe aanpak succesvol? ................................................ 94 17 Literatuurlijst van waaruit de theorie is ontwikkeld .................................. 98
3
Deel 4 De mappen met formulieren en instrumenten....................................... 99 MAP 1: HULP ..................................................................................................... 101 MAP 2: OPLEIDING EN WERK ....................................................................... 150 MAP 3: KANS..................................................................................................... 180 Hulpmiddelen voor de coach t.b.v de map Opleiding en Werk....................... 181
4
Voorwoord Voor u ligt de nieuwe aanpak voor toeleiding naar werk van dak en thuislozen in Rotterdam. Deze nieuwe aanpak is ontwikkeld door CVD Home Sweet Home en is mede mogelijk gemaakt door financiering van ESF EQUAL, het Europese subsidieprogramma om nieuwe toeleidingsmethodieken te ontwikkelen. In dit document brengen we het relatief jonge veld van arbeidsreïntegratie voor dak- en thuislozen in beeld. Begin 2004 kwam binnen CVD sterk naar voren dat wij erg goed waren in het opvangen en huisvesten van dak- en thuislozen. Echter op het gebied van activering en werk van deze doelgroep bleef het binnen CVD en daarbuiten vaak steken op activering (Sandford, vegen en cowcontaineren), wij waren niet bezig de doelgroep te begeleiden naar werk of te laten uitstromen richting de arbeidsmarkt. Er zijn echter wel dak en thuislozen die gemotiveerd zijn om weer aan de slag te gaan. Zij hebben binnen de bestaande constructies moeite om dit doel te bereiken. De reguliere reïntegratie kan niet goed omgaan met de doelgroep en de bijbehorende problemen en de activering binnen de wereld van dak- en thuislozen is niet gericht op uitstroom richting de arbeidsmarkt. Tevens is er sprake van beleidsveranderingen, te denken valt aan de invoering Wet Werk en Bijstand (WWB), iedereen actief en aan de slag. De werkcomponent van deze wet moet ook ter beschikking staan van de groep dak- en thuislozen. Deze ontwikkelingen maakten dat wij serieus zijn gaan nadenken of er geen mogelijkheden waren om te mogen experimenteren met en het ontwikkelen van een traject om de doelgroep dak- en thuislozen te reïntegreren richting arbeidsmarkt. De ESF Equal regeling bood de gelegenheid om aan de slag te gaan op het gebied van arbeidsreïntegratie van dak- en thuislozen. Er werden partners gezocht waarmee we samen aan de slag konden. Wij wilden de dak- en thuislozen een compleet pakket aanbieden en begeleiding geven op de weg naar werk, weer leren werken en weer leren. Dit alles heeft geresulteerd in deze beschrijving van Home Sweet Home. CVD bedankt alle partners die mee hebben geholpen bij het experimenteren en ontwikkelen van de weg naar werk voor dak- en thuislozen. Ministerie SZW, agentschap ESF Equal, Start Foundation, SOZAWE Rotterdam, Provincie Zuid-Holland, Albeda College, Cliëntenraad CVD, SMES en Roteb hebben gedurende 2,5 jaar op verschillende gebieden bijgedragen aan de tot standkoming en uitvoering van het project. Dit heeft geresulteerd in deze publicatie. We moeten echter niet vergeten alle medewerkers van CVD Home Sweet Home (personal coaches en werkmeesters) en Albeda (docenten), die gedurende het project samen met de deelnemers hard aan de slag zijn gegaan om de weg naar werk te ontdekken, zij hebben het samen mogelijk gemaakt dat methoden zijn ontwikkeld en beschreven. CVD Home Sweet Home 11 december 2007
5
Leeswijzer Dit document is opgebouwd uit 4 delen: 1. Het project Home Sweet Home, waarin wordt beschreven waarom, met wie en hoe CVD een reïntegratiemethodiek voor dak- en thuislozen heeft uitgevoerd. 2. De nieuwe aanpak Home Sweet Home voor toeleiding naar werk voor dak- en thuislozen die in het project is ontwikkeld 3. De verdieping, waarin belangrijke onderdelen van de aanpak specifiek worden uitgelicht en besproken 4. De 3 mappen van de nieuwe reïntegratiemethodiek waarin formulieren en instrumenten zijn opgenomen die onderdeel zijn van de ontwikkelde aanpak.
Dit document staat niet alleen. Het is onderdeel van een reeks van in totaal 4 documenten. De andere 3 documenten vormen een integraal onderdeel van de nieuwe aanpak. Deze 3 andere documenten zijn: 1. Het Transparant Neutraal Confronterend Onderwijs. Dit is de onderwijsaanpak die het Albeda College heeft ontwikkeld voor het onderwijs aan dak- en thuislozen die meedoen in de nieuwe aanpak 2. Train de trainer. Dit is het onderwijs dat het Albeda College heeft ontwikkeld om de personal coaches, werkmeesters en docenten op te leiden die de deelnemers gaan trainen 3. De resultaten die behaald zijn met de Poolse en Tsjechische partners. Het project Home Sweet Home heeft samengewerkt met twee projecten uit Polen en Tsjechië. In dat samenwerkingsverband zijn 7 handzame boekjes opgesteld waarin in zeven stappen, in het Engels, alle aspecten aan de orde komen wanneer een opvanginstelling voor dak- en thuislozen ook toeleidingstrajecten aan haar doelgroep wil gaan aanbieden.
6
Deel 1: Het project Home Sweet Home
In deel 1 wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van het project Home Sweet Home. Aangegeven wordt waarom CVD dit project gestart is, met wie zij heeft samengewerkt, wat de doelstellingen van het project waren, wat de resultaten zijn en welke vervolgstappen genomen kunnen worden.
7
1 Ontstaansgeschiedenis Project Home Sweet Home In de regio Rotterdam zijn circa 4.000 dak en thuislozen. De opvang die CVD biedt aan deze dak- en thuislozen bestaat uit: 1. ondersteuning in de vorm van “Bed, Bad en Brood”; 2. ondersteuning bij medische en psychosociale klachten in samenwerking met de GGZ en GGD en artsen en klinieken in Rotterdam; 3. begeleid wonen in de vorm van ambulante woonbegeleiding ((Z)onder Dak) en Sociale Pensions; 4. sociale activering in de vorm van Onbenutte Kwaliteiten Trajecten; 5. activering in de vorm van o.a. Meubelwerkplaats Sandford, vegen in de buurt en Cow-containeren. Het idee voor Home Sweet Home is ontstaan in 2003. Binnen CVD was er de stellige overtuiging dat een groot aantal van de dak- en thuislozen in de regio Rotterdam goed in staat is èn gemotiveerd is om op de een of andere manier weer aan het werk te gaan. Om hen hierin te ondersteunen is het echter wel noodzakelijk om hiervoor een gerichte ondersteuning te ontwikkelen. Gerichte ondersteuning in het (wederom) verwerven van de benodigde kwalificaties en arbeidsvaardigheden om een arbeidsrelatie aan te gaan, gerichte ondersteuning om te reïntegreren en gerichte ondersteuning in de vorm van een beschermde werkplaats waar dak- en thuislozen werkervaring op kunnen doen. Daarop is besloten om de opvang die CVD biedt, uit te breiden met reïntegratiemethodieken inclusief scholing en inclusief werkplaats in de vorm van: 1. Begeleid Leren, specifiek ontwikkelde lessen en trainingen voor dak- en thuislozen om de benodigde vaardigheden en kennis op te doen om (weer) op een arbeidsplaats te functioneren; 2. Startblok Leren/Werken, een werkplaats binnen het CVD waar dak- en thuislozen beschermd kunnen werken voordat zij op een (leer)werkplaats bij een werkgever gaan functioneren; 3. Begeleid Werken, specifiek ontwikkelde begeleidingsmethodieken om dak- en thuislozen te ondersteunen bij hun reïntegratie. Om deze drie nieuwe onderdelen te ontwikkelen is het project Home Sweet Home opgezet. Binnen het project had CVD de competenties in huis om het programma ‘Begeleid Werken’ te ontwikkelen en om Startblok op te zetten. Om het programma
8
‘Begeleid Leren’ te ontwikkelen is het Albeda College aangetrokken. Daarnaast zijn werkgevers gezocht om leerwerkplaatsen en mogelijk zelfs arbeidsplaatsen te bieden aan dak- en thuisloze deelnemers van het project. Deze werkgevers waren ROTEB een combinatie van gemeentelijke reinigings -en productiebedrijven, SMES Sloop en Demontagebedrijf en CVD zelf. In 2004 is het project voorbereid en is om het project te financieren aansluiting gezocht bij het ESF-EQUAL programma van de Europese Unie om de helft van de projectkosten te financieren. Ook werden de Provincie Zuid-Holland, de gemeente Rotterdam in de vorm van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) en Start Foundation benaderd en bereid gevonden het project mede te financieren. De CVD Cliëntenraad was ook bereidt om als ontwikkelingspartner toe te treden tot het project. Samen met het Albeda College heeft CVD toen besloten om het project ook daadwerkelijk uit te gaan voeren. CVD is hoofdaanvrager van het Equal project Home Sweet Home 2004/EQA/0022. Het project is uitgevoerd in de periode 25 juli 2005 tot en met 31 december 2007.
2 De partners in het project CVD is de initiator en hoofdaanvrager van het project Home Sweet Home. Het CVD vormt samen met externe partners het ‘ontwikkelingspartnerschap’. De partners brengen kennis en mogelijkheden in vanuit hun eigen vakgebied. Hier volgt een kort overzicht van de partners: 1. Albeda College. Het Albeda is een grote scholengemeenschap voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneneducatie in Rotterdam. Tevens ontwikkelt het Albeda leerlijnen voor specifieke doelgroepen. Website www.albeda.nl 2. Provincie Zuid-Holland. De provincie stimuleert, faciliteert en subsidieert projecten die ervoor zorgen dat sociaal kwetsbare groepen meer deel gaan nemen aan de maatschappij. Website www.zuid-holland.nl 3. De Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe) van de gemeente Rotterdam. Deze houdt zich bezig met de reïntegratie van uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Website www.sozawe.rotterdam.nl 4. Start Foundation. Deze stichting is een maatschappelijke investeerder die streeft naar een arbeidsmarkt waar iedereen welkom is. Website www.startfoundation.nl 5. SMES. SMES is een bedrijf dat actief is in het sloop- en grondwerk. SMES is potentieel verstrekker van stage en/of leerwerkplekken voor deelnemers van HSH.
9
6. Roteb. De Roteb een combinatie van reinigings- en productiebedrijven in het Rijnmondgebied en potentieel verstrekker van stage en/of leerwerkplekken voor deelnemers van HSH. Website www.roteb.rotterdam.nl 7. CVD Cliëntenraad, de cliëntenvertegenwoordiging binnen CVD. 8. CVD is een welzijnsorganisatie in Rotterdam op veel gebieden actief onder andere maatschappelijk werk, opvang, vrijwilligerswerk, woonbegeleiding. Voor meer informatie betreffende CVD en CVD Home Sweet Home zie de websites www.cvd.nl en www.cvdhomesweethome.nl. Betreffende de internationale samenwerking met de Poolse en Tsjechische partners zie de website www.home-at-work.org
3 Aanleiding van het project Home Sweet Home Het structurele probleem dat het project Home Sweet Home wil oplossen is dat er in Rotterdam voor dak- en thuislozen geen tot weinig mogelijkheden zijn om via een reïntegratietraject weer aan het arbeidsproces te kunnen deelnemen. Redenen hiervoor zijn dat: 1. Dak- en thuislozen worden gezien als mensen met een te complexe problematiek om aan het arbeidsproces deel te nemen; 2. Er geen specifieke voorzieningen zijn waarin een persoon met een alcohol of verslavingsproblematiek in een organisatie een leerwerkplaats kan vervullen, stage kan lopen of een regulier arbeidscontract kan aangaan. Ad 1: dak- en thuislozen worden gezien als mensen met een te complexe problematiek Veel instanties in Rotterdam hebben intensief contact met dak- en thuislozen. Zij onderkennen dat deze mensen allemaal te kampen hebben met een complexe problematiek. Echter zij weten door hun contacten ook dat er een relatief grote groep dak- en thuislozen is die heel goed in staat is de eigen problematiek beheersbaar te houden, waarin mensen zitten die in hun verleden gewoon aan het werk waren en die nu heel gemotiveerd zijn om weer in een reguliere arbeidsrelatie te functioneren. De contacten die deze instanties hebben met dak- en thuislozen komt voort uit de gestructureerde opvang die in Rotterdam geboden wordt, de zogenaamde Zorg- en Herstel keten van Rotterdam. De zorg- en herstel keten begint bij het op straat opzoeken van mensen, het bieden van nachtopvang, het bieden van pensionfaciliteiten en eindigt
10
pas bij de ondersteuning bij het zelfstandig wonen van voormalig dak- en thuislozen. Deze keten is omgeven met samenwerkingsverbanden met andere instanties zoals zorginstellingen, artsen en psychiatrische hulp en sociaal juridische instanties. Deze zorg - en herstelketen is uiterst belangrijk. De keten is zodanig opgezet dat de dak- en thuislozen er als het ware carrière in kunnen maken, de woonladder. Deze woonladder bestaat uit de volgende fasen: • • •
• •
Fase 1: men neemt slechts ondersteuning op straat af, bijvoorbeeld door het aannemen van voedselpakketten; Fase 2: men maakt ook gebruik van de slaapplaatsen van de Nachtopvang waar Bed, Bad en Brood geboden wordt; Fase 3: men wil nu ook gebruik maken van de woon/pensionmogelijkheden van deze instanties. Dit zijn woonprojecten waar je voorbereid wordt op begeleid wonen, of sociale pensions waar je langdurig blijft wonen (men is dan geen dakloze meer, slechts nog thuisloze); Fase 4: na succesvol bewoner in een doorstroom woonproject geweest te zijn, wil men nu in een begeleid wonen traject komen; Fase 5: na succesvol begeleid gewoond te hebben, wil men nu zelfstandig gaan wonen (men is geen dak- en thuisloze meer).
Eenmaal op dit punt aangekomen kan de dak- en thuisloze niet verder. Dit terwijl hij aantoonbaar zijn problematiek onder controle heeft. Er is een relatief grote groep die dat heeft, die in het verleden gewoon een baan hadden en die nu erg graag weer op de een of andere manier weer op de werkvloer aan de slag willen. Uit eerdere ervaring weet CVD dat mensen die weer dagdelen gaan activeren ergens in de woonketen binnen stromen en van daaruit verder groeien. Zowel activering/werken als wonen heeft een grote invloed op herstel. Ad 2: het ontbreken van voorzieningen van waaruit een dak- en thuisloze kan leren en werken Om werkervaring op te doen op de werkvloer en om weer vaardigheden aan te leren om in een arbeidsrelatie te functioneren zullen de deelnemers van het project de mogelijkheid moeten hebben om in een organisatie ‘proef te draaien’. Hiertoe zal binnen het CVD de werkplaats Startblok Leren/Werken ontwikkeld worden en zullen bij bedrijven en organisaties stageplaatsen, leerwerkplaatsen en reguliere arbeidsplaatsen gezocht worden. Echter de deelnemers van het project zijn allen uitkeringsgerechtigden en hebben veelal een verslavingsproblematiek. Het verzorgen van plaatsen waarin de deelnemers kunnen leren in leerwerkplaatsen, stages om uiteindelijk door te stromen naar een arbeidsplaats zullen ontwikkeld moeten worden. Werkgevers zijn huiverig om
11
individuen met een verslavingsproblematiek een contract, ook niet een leer/werk contract, aan te bieden ook al vinden zij dat zij werkzaamheden hebben die best door iemand met een gecontroleerde problematiek uitgevoerd kan worden en willen zij dat ook aan hem gunnen. Hierdoor is er een patstelling ontstaan voor die dak- en thuislozen die weer in een arbeidsrelatie willen en kunnen functioneren. Voor deze patstelling zal in het project een oplossing gevonden moeten worden.
4 Doelgroep en deelnemers van het project Home Sweet Home Het project richt zich op de ongeveer 4.000 dak- en thuislozen in de regio Rotterdam/Rijnmond die gebruik maken van de diensten van het CvD en de andere opvangorganisaties. De doelgroep zijn die dak- en thuislozen in Rotterdam die: • Intrinsiek gemotiveerd zijn tot begeleid leren en begeleid werken met als doel een betaalde baan; • De capaciteiten bezitten of met behulp van het project kunnen verkrijgen om een arbeidsrelatie aan te gaan. De deelnemers van het project zijn die dak- en thuislozen uit bovengenoemde groep en al opgenomen zijn in een Begeleidingstraject van één van de instanties. Bovendien zijn zij succesvol de screening doorgekomen. Gescreend zal worden op: • Motivatie; • Potentie om zich te kunnen handhaven en te kunnen functioneren in een arbeidsrelatie. Dat wil zeggen: goede omgangsvormen, gecontroleerd drugs/drankgebruik, afwezigheidverzuim van minder dan 20%. Deze potentie zal daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden door deel te nemen aan het project; • Potentie op basis van eerder verworven diploma’s en/of EVC’s om een kwalificatie voor een baan te verwerven. Deze potentie zal daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden door deel te nemen aan het project.
12
5 Doelstellingen en producten van het project De doelstellingen van het project zijn: 1. Het ontwikkelen van de modules ‘Begeleid Leren’ en ‘Begeleid Werken’ die gebaseerd zijn op en verankerd zijn in een filosofie en een toegesneden methodiek, waarbij ook alle bijbehorende instrumenten geleverd worden; 2. Het ontwikkelen van de werkplaats ‘Startblok Leren/Werken’ inclusief werkvoorraad, werkbegeleiders en inrichting; 3. Het implementeren van ‘Begeleid Leren, ‘Startblok Leren/Werken’ en ‘Begeleid Werken’ in CVD en in de Zorg - en Herstelketen in de regio Rotterdam; 4. Het versterken en uitbreiden van de samenwerkingsverbanden van de huidige en de nieuwe partijen in en rond de keten, zoals scholingsinstituten, reïntegratiebedrijven en werkgevers, door het hiertoe opzetten van een systeem en structuur voor de uitwisseling van ervaringen, methodieken, instrumenten en gegevens tussen deze partijen. De volgende producten zullen worden opgeleverd in het project: 1. Een beschreven reïntegratiemethodiek ‘Begeleid Werken’ en ‘Begeleid Leren’ 2. Een volledig geoutilleerde leerwerkplaats ‘Startblok Leren/Werken binnen het CVD 3. Vormingsjaar van het Albeda College voor dak- en thuislozen 4. Train de trainers programma’s voor personal coaches, werkmeester en docenten 5. Handzame handboeken (in het Engels) waarin alle stappen beschreven worden om in een opvanginstelling begeleid leven, begeleid leren en begeleid werken te organiseren.
6 Behaalde resultaten van het project Terugblikkende op de genoemde doelstellingen bij aanvang van het project Home Sweet Home kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Gedurende de looptijd van het project hebben alle betrokken partners gewerkt aan het ontwikkelen van de methodiek Home Sweet Home. Daarbij zijn de bijbehorende instrumenten ontwikkeld en beschreven. De methodiek is beschreven en vastgelegd in Deel 2 en 3 van dit boek. De instrumenten zijn ontwikkeld en verwerkt in een mappen structuur:de map Hulp, de map Opleiding en Werk en de map Kans. Een overdraagbaar product waar iedereen mee aan de slag kan. In Deel 4 van dit boek worden deze mappen met de bijbehorende formulierenset weergegeven.
13
Begeleid leren is volledig verzorgd door het Albeda College en heeft geresulteerd in een specifieke methodiek, Transparant Neutraal Confronterend Onderwijs met het daarbij horende lesprogramma, vormingsjaar ‘’Met een vak naar onderdak’’ en de module ‘’Sport en Spel’’ (zie boek ‘’Met een vak naar onderdak’’). Hiervoor is een apart boek opgesteld. Tevens heeft het Albeda College de cursus ‘’Train de Trainer’’ ontwikkeld en gegeven aan de betrokken docenten, personal coaches en werkmeesters( zie boek ‘’Train de Trainer’’). Gedurende de looptijd is de werkplaats Startblok ontwikkeld en opgezet. Startblok is het simulatiebedrijf binnen het traject Home Sweet Home waar de deelnemers als zij voldoende zijn geactiveerd en in staat zijn meerdere dagen te werken arbeidsvaardigheden aanleren en worden voorbereid op de arbeidsmarkt, stageplaats, leerwerkplek. Er werd een loods gehuurd die ingericht is als bedrijf met de bijbehorende materialen. Werkmeesters hebben de deelnemers begeleid tijdens hun periode in Startblok. Het gehele CVD was gedurende de looptijd de proefkamer waar de deelnemers leerden werken. De werkvoorraad bestaat uit allerhande werkzaamheden binnen CVD op het gebied van: tuinonderhoud, klussen, opknapwerk, schoonmaken etc. Op deze manier kunnen de deelnemers in Startblok hun arbeidsvaardigheden oefenen in een veilige omgeving. Home Sweet Home is onderdeel geworden van de Zorg- en Herstelketen in Rotterdam. De deelnemers komen uit alle organisaties in Rotterdam die zich bezig houden met de doelgroep dak- en thuislozen. Daardoor is het mogelijk dat veel organisaties betrokken raakten bij Home Sweet Home. Verder hebben de personal coaches door hun inzet rondom de deelnemers en hun problemen veel contact met de organisaties binnen de zorg- en herstelketen in Rotterdam. Home Sweet Home is een bekend project waar gedurende de looptijd door belendende organisaties deelnemers worden aangedragen als potentieel deelnemer van Home Sweet Home. Het versterken en uitbreiden van de samenwerkingsverbanden van de huidige en de nieuwe partijen is gedurende de looptijd van het project steeds aan de orde geweest. Enkele opmerkelijke resultaten zijn het vermelden waard. Dak- en thuislozen hebben toegang gekregen tot regulier onderwijs, de deelnemers gaan gewoon naar de reguliere onderwijsonderdelen van Albeda, het vormingsjaar op de locatie Slingeplein en Scholing zonder Drempels, een Albeda locatie met beroepsonderwijs. Voorheen was het niet denkbaar dat de doelgroep dak- en thuislozen op deze locaties onderwijs zou volgen. Als gevolg van de samenwerking met Albeda en CVD Cliëntenraad ontstaan nieuwe
14
initiatieven. Binnen de dagopvang van dak- en thuislozen is het Albeda nu betrokken bij het geven van schrijf- en leescursussen aan de doelgroep. Op het gebied van werkervaringplekken heeft Home Sweet Home de weg voor dak- en thuislozen ook opengebroken. Deelnemers van Home Sweet Home worden beschouwd als deelnemers van een reïntegratietraject en niet zozeer als dak- en thuislozen. Deelnemers zijn o.a. aan de slag gegaan bij Blasio (een luchtkussenverhuurbedrijf), Scrap (hergebruik van afval), VOC schip De Delft, Landschap Onderhoud Rotterdam en de Roteb. De Roteb is zeer geschikt gebleken om werkervaring op te doen voor de deelnemers. De Roteb heeft veel ervaring met doelgroepen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en is bereid gebleken om ook deelnemers van HSH deze kans te beiden. Vooral de grote diversiteit van werkervaringplekken sluit aan bij de deelnemers van HSH. De volgende producten zijn opgeleverd in het project Home Sweet Home: 1. Een beschreven en overdraagbare reïntegratiemethodiek ‘Begeleid Werken’ en ‘Begeleid Leren’. Deze staan beschreven in deel 2 en 3, de ontwikkelde instrumenten en formulierenset zijn hierin opgenomen in deel 4; 2. Een volledig geoutilleerde leerwerkplaats ‘Startblok Leren/Werken binnen het CVD; 3. Vormingsjaar van het Albeda College voor dak- en thuislozen. Methodiek en lesprogramma zijn opgenomen in het boek’’Met een vak naar onderdak’’; 4. Train de trainers programma’s voor personal coaches, werkmeester en docenten. Methodiek en cursusprogramma zijn beschreven in het boek ‘’Train de Trainer’’; 5. Handzame handboeken (in het Engels) waarin alle stappen beschreven worden om in een opvanginstelling begeleid leven, begeleid leren en begeleid werken te organiseren. Deze handboeken zijn geschreven in het internationale samenwerkingsverband Home@Work met de Poolse en Tsjechische partners. Deze handboeken vergelijken de Nederlandse, Poolse en Tsjechische projecten op de volgende onderwerpen: Best Practices, Assisted Living, Assisted Working, Assisted Learning, Monitoring Homelessness, Selection and Assesment, Human Resource Management. Wat betreft de deelnemers van het project in de periode 2005-2007 kunnen de volgende kengetallen weergegeven worden. Deze kengetallen pretenderen niet volledig te zijn maar geven wel een indruk over de bereikte resultaten van de deelnemers gedurende de looptijd van het project. Veel van de bereikte resultaten van de deelnemers zijn niet in getallen uit te drukken. Te denken valt aan verhogen zelfvertrouwen, verbeteren woonsituatie, het hebben van een goede dagbesteding, het hebben van een ander sociaal netwerk, aanhalen van familiecontacten etc.
15
De resultaten in kengetallen gedurende de looptijd van het project: Over de periode 25 juli 2005 tot en met 30 oktober 2007 zijn de volgende resultaten te benoemen: Deelnemers Home Sweet Home: 102 Deelnemers gestart scholing,vormingsonderwijs Albeda: 102 Deelnemers die het vormingsonderwijs afgesloten hebben met certificaat 23 Deelnemers uitgestroomd sociale activering/ vrijwilligerswerk: 5 Deelnemers aangemeld WSW (aanvraagprocedure loopt nog): 5 Deelnemers toekenning WSW plek 1 Deelnemers in Leren/Werken Startblok 43 Deelnemers uitgestroomd werkervaringsplek, stage: 18 Deelnemers uitgestroomd regulier werk: 6 Deelnemers doorgestroomd naar Scholing Zonder Drempels, 16 (waarvan 15 certificaten behaald door 12 deelnemers) Deelnemers naar trajecten verslavingszorg (afkicken) 9
7 Het vervolg van het project Na het uitvoeren van het project is gebleken dat met behulp van de methodiek Home Sweet Home de doelgroep dak- en thuislozen naar een hogere participatiegraad in de samenleving is te brengen. Terugkeren naar de arbeidsmarkt, (sociale) activeringstrajecten, vrijwilligerswerk, scholing, bestendiging van verworven capaciteiten zijn enkele voorbeelden hiervan. De weg naar werk is te bewandelen voor de doelgroep mits zij hierbij op de juiste manier worden ondersteund en begeleid. Hoe nu verder met de ervaringen en ontwikkelde methodiek van HSH. Het vervolg kan op een aantal manieren vorm gegeven worden: De ervaringen, ontwikkelde methodiek en instrumenten zijn beschreven in diverse handboeken, die een duidelijk beeld geven hoe de arbeidsreïntegratie van dak- en thuislozen te organiseren. Op deze wijze is een overdraagbaar product ontstaan wat door betrokken organisaties kan worden toegepast om arbeidsreïntegratie trajecten voor daken thuislozen te organiseren. Disseminatie, het gericht verspreiden van informatie, is gedurende de looptijd van het project steeds aan de orde geweest. Instrumenten die daartoe zijn gebruikt: nieuwsbrieven, actief betrekken ontwikkelingspartners, persaandacht, artikelen, website, conferentie etc.
16
Home Sweet Home is gedurende 2,5 jaar onderdeel geweest van CVD. Door binnen CVD niet alleen de aandacht voor de doelgroep op opvang, huisvesten en basale activering te richten, maar door het uivoeren van Home Sweet Home is de aandacht voor de doelgroep ook komen te liggen op verhoging van de participatiegraad in de samenleving en uitstroom richting arbeidsmarkt. Binnen het CVD is gedurende de looptijd van HSH de aandacht gericht op activering en werk voor de cliënten. Op organisatieniveau zijn alle organisatieonderdelen gericht op (sociale) activering, activering- en werkprojecten gebundeld in een apart organisatieonderdeel, het Domein Werk. De ervaringen en ontwikkelde producten van HSH zullen worden toegepast binnen de staande organisatie van CVD. Home Sweet Home wil verder. Echter om dit mogelijk te maken dienen nieuwe financieringsbronnen gevonden te worden. Sociale Zaken en Werkgelegenheid is als de gemeentelijke dienst op het gebied van dak- en thuislozen en arbeidsreïntegratie de mogelijke opdrachtgever. Specifiek de onderdelen Stedelijke Zorg(verstrekker van WWB uitkeringen voor de doelgroep) en RWI (Regie Werk & Inkomen, uitvoerder van de Werk component van de WWB uitkering).Op basis van de ervaringen en ontwikkelde methodieken van Home Sweet Home is een voorstel tot subsidieverstrekking (aanvraag) ingediend. Deze aanvraag is geworden tot een volledig beschreven reïntegratietraject voor de doelgroep dak- en thuislozen op basis van de ervaring, ontwikkelde methodiek en instrumenten van Home Sweet Home. In de volgende paragraaf De Aanvraag, weergegeven aangevuld met de laatste inzichten. Deze aanvraag kan als voorbeeld dienen voor andere organisaties om de arbeidsreïntegratie voor dak- en thuislozen op de kaart te zetten.
De aanvraag bij SoZaWe van Rotterdam voor het vervolg van HSH De aanvraag die CVD heeft ingediend gaat uit van de aanvraag zoals deze indertijd in 2004 is ingediend bij het ESF-EQUAL programma van de EU. Echter in de aanvraag zijn een aantal wijzigingen aangebracht. HSH wil in het vervolg: • een gestructureerder traject-aanbod, zodat voor de deelnemer direct overzichtelijk is waar hij/zij aan begint en hoe het traject verder verloopt; • de assessment wordt vervangen door een nieuw assessment-instrument: de Personal Assessment Tool (PAT); • het traject zal plaatsvinden binnen een jaar; • de case-load van de PC wordt opgehoogd naar 25 deelnemers. Dit is mogelijk door het aanstellen van de uitstroomcoach, die daarmee werk weghaalt bij de PC.
17
Hieronder volgt een gedeelte van de tekst voor de nieuwe subsidieaanvraag. Indien men de aanvraag legt naast de beschrijving van het ontstaan en het verloop van HSH, valt goed te zien hoe HSH zich door de tijd heeft ontwikkeld en welke veranderingen plaats hebben gevonden. Het doel van de aangebrachte wijzigingen is uiteraard om nog meer succes te behalen bij en met de deelnemers! Doel van de subsidieaanvraag. CVD Home Sweet Home stelt zich ten doel dak- en thuislozen toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Het project is tot en met 31 december 2007 gefinancierd door respectievelijk SoZaWe en ESF-Equal, alsmede door de Provincie Zuid-Holland, Startfoundation en ROC Albeda. De resultaten van het Home Sweet Home zijn gunstig. Het is daarmee ook de wens het project na 31 december 2007 voort te kunnen zetten. Deze subsidieaanvraag heeft tot doel de voortzetting van het project mogelijk te maken. Specificatie van de activiteiten en concrete prestatiemetingen: Doel Iedereen Actief is het motto van het gemeentebestuur en van SoZaWe. Dit motto heeft evenzeer betrekking op de groep dak- en thuislozen. In de afgelopen jaren heeft de gemeente Rotterdam er met succes op ingezet om het merendeel van deze groep onder dak te brengen. Er dient echter meer te zijn dan bed, bad en brood alleen. Ook met de groep dak- en thuislozen zal worden ingezet op een zo zelfstandig mogelijk functioneren, waar mogelijk onafhankelijk van een uitkering. Home Sweet Home stelt zich ten doel om middels arbeidstraining, ondersteunende scholing en intensieve begeleiding met de dakof thuisloze toe te leiden naar werk en, indien dat niet haalbaar is, naar een zo hoog mogelijke graad van participatie aan de samenleving. Werk of participatie kennen daarbij een duurzaam karakter. Doelgroep Home Sweet Home richt zich op de Rotterdamse dak- en thuislozen welke zowel woonachtig zijn in de woonvoorzieningen van het CVD als die van andere opvanginstellingen in Rotterdam, waaronder Leger des Heils en Bouman. De doelgroep heeft een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt en kent vrijwel zonder uitzondering de volgende problematiek: • Verslaving aan drank en/of drugs plus het daaraan verbonden gedragspatroon • Psychiatrische stoornissen en ernstige gedragsproblematiek • Zwakke fysieke gezondheid en geringe belastbaarheid
18
Daarnaast zijn er belemmerende factoren zoals onder meer: • Extreme schulden • Gering sociaal netwerk buiten het dak- en thuislozencircuit of zelfs het geheel ontbreken daarvan • Ontbreken van basale werknemersvaardigheden • Het ontbreken van enig beroepsbeeld en realistisch zicht op mogelijkheden. • Een verstoord dag- en nachtritme. De uitgangspunten. Home Sweet Home hanteert de volgende uitgangspunten: • Iedereen heeft capaciteiten en talenten en kan daarmee bijdragen aan de samenleving. De groep dak- en thuislozen vormt daarop geen uitzondering. • Het streven is de capaciteiten en talenten optimaal te benutten. Home Sweet Home biedt een leer- en werkomgeving aan de deelnemer waarin deze in staat gesteld wordt en uitgedaagd wordt om een zo groot mogelijke vorm van zelfstandig functioneren op het gebied van werk te behalen. Het verrichten van een prestatie gaat het best wanneer de werkzaamheden aansluiten bij die capaciteiten en bij de interesses van de deelnemer. Het leveren van een prestatie en de waardering daarvan leiden tot versterking van zelfbeeld en zelfvertrouwen bij de deelnemer. • Home Sweet Home biedt een realistische werkomgeving aan de deelnemer. Echt werk dat uitgevoerd wordt binnen een setting zoals die ook op de reguliere arbeidsmarkt gebruikelijk is. Deze opzet biedt de deelnemer een goede trainingsomgeving maar vormt in de meeste gevallen ook weer de eerste kennismaking van de deelnemer met de reguliere maatschappij in tegenstelling tot de daklozenwereld. Voor de deelnemer is dit alleen al een belangrijke stap vooruit. • De aanpak is individueel; het met de deelnemer uit te stippelen traject van werk en scholing wordt toegesneden op de capaciteiten en leerbehoeften van de individuele deelnemer en houdt rekening met diens eventuele belemmeringen en maximale belastbaarheid. • De aanpak is integraal. Het functioneren van de deelnemer in een traject gericht op werk of scholing is nauw verbonden met diens gedrag en problematiek van dak- en thuisloosheid of verslaving. Ontwikkeling van de deelnemer in werk en scholing kan niet zonder dat de belemmeringen in gedrag en problematiek worden aangepakt. Home Sweet Home draagt hierin zorg voor individueel casemanagement met inzet van personal coaches en draagt zorg voor nauwe afstemming met andere hulpverlenende instellingen welke bij de deelnemer betrokken zijn.
19
•
De aanpak is intensief. Van de deelnemer wordt een flinke investering in tijd en energie gevraagd. Gestreefd wordt naar een optimaal resultaat binnen beperkte termijn.
Drie fases in Home Sweet Home. De deelnemer bij Home Sweet Home doorloopt drie fases: 1. Toeleiding en Intake 2. Werkervaring en scholing 3. Uitstroom Ad 1. Toeleiding en intake. De deelnemer wordt toegeleid door de Traject Toewijzingscommissie (TTC). Spontane aanmelding is mogelijk, maar de casus van de deelnemer zal altijd worden voorgelegd aan de TTC. In de intakefase worden onder meer de volgende zaken in kaart gebracht: • Motivatie, c.q. bronnen van motivatie voor werk en scholing • Arbeidsverleden • Vooropleiding • Capaciteiten en talenten van de deelnemer. Deze worden middels een assessment in kaart gebracht. • Belastbaarheid, zowel fysiek als psycho-sociaal • Leervermogen • Gedrag en sociale vaardigheden • Beroepswensen en het realiteitsgehalte daarvan Factoren welke belemmerend werken ten aanzien van werk en scholing waaronder onder meer: • Huisvestingsproblematiek • Verslavingsproblematiek • Financiële problematiek Tevens wordt in kaart gebracht welke hulp hierop al wordt geboden en waar afstemming noodzakelijk is. Met iedere deelnemer wordt het Personal Assessment Tool (PAT) toegepast. Het PAT is een gecertificeerd assessementinstrument. De uitkomsten van het PAT bieden inzicht in capaciteiten en mogelijkheden van de deelnemer, maar het PAT biedt tevens de mogelijkheid om psychische belemmeringen en stoornissen zichtbaar te maken. Het PAT levert daarmee belangrijke informatie voor de begeleiding van de deelnemer in het traject en voor het type werkzaamheden dat het beste past bij de deelnemer. Het PAT wordt
20
onder begeleiding van een psycholoog uitgevoerd; de uitkomsten worden tevens met de psycholoog besproken. Op grond van bovenstaande wordt een weging gemaakt of deelname aan Home Sweet Home zinvol en haalbaar is voor de deelnemer. Indien de indicatie positief is wordt met de deelnemer een stappenplan opgesteld waarin onder meer is opgenomen: • Uit te voeren werkzaamheden en de daarin gedurende fase 2 te nemen stappen bij de diverse leer-werkprojecten • Te behalen leerdoelen op het gebied van werknemersvaardigheden en gedrag en, indien van toepassing, vakkennis. • Het gewenste en haalbare uitstroomresultaat. • Aanpak van de belemmeringen en daarbij in te schakelen hulp • Versterking van omgevingsfactoren welke positief kunnen bijdragen aan het functioneren van de deelnemer. Indien de deelnemer niet in staat is tot deelname aan Home Sweet Home zal worden bepaald welke vorm van zinvolle dagbesteding het meest zinvol en haalbaar is voor de betrokken deelnemer en zal een gerichte aanmelding/verwijzing hierop plaats vinden. Na drie maanden dagbesteding wordt gewogen of de deelnemer alsnog in staat is om te starten met de arbeidsmatige activiteiten binnen Home Sweet Home. Indien ook dan blijkt dat de deelnemer niet in staat is om te starten zal nogmaals drie maanden zinvolle dagbesteding worden ingezet waarna opnieuw een weging plaats vindt. Gedurende de intakefase zal voor de deelnemer een indicatie AWBZ aangevraagd worden. De doorlooptijd van deze fase is maximaal 8 weken. Echter, in de wetenschap dat zeker bij deze doelgroep het moment dat de motivatie hoog is optimaal benut moet worden en lange wachttijden leiden tot afbreuk, zal veelal al begonnen worden met inzet op één van de werkprojecten op zeer korte termijn na aanmelding. Ad 2. Werkervaring en scholing. Scholing: Alle deelnemers zullen starten met een training op sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden. Daarin is onder meer opgenomen: • Dagstructurering en op tijd komen • Verantwoordelijkheid nemen en kunnen dragen • Werkopdrachten verwerken • Omgaan met autoriteit
21
• Kritiek geven en kunnen ontvangen • Samenwerken • Omgaan met regels binnen een bedrijf • Weer leren te leren • Op langere termijn leren denken en werken De training duurt vier maanden en vraagt een deelname van één dagdeel per week. Deelname aan de training loopt gelijk op met het opbouwen van de werkervaring. Deze training is samen met ROC Albeda College ontwikkeld. Werkervaring: Iedere deelnemer zal starten binnen werkproject Startblok. Onder begeleiding van een werkmeester worden werkzaamheden verricht welke in het algemeen in het kader staan van onderhoudswerk, waaronder het opknappen van panden, inrichting van panden en van tuinonderhoud. Deelname aan de werkzaamheden is gericht op: • Opbouwen van arbeidsritme en arbeidsdiscipline • Het weer leveren van een prestatie, maar ook het ontvangen van de daaraan verbonden waardering • Verhoging van de belastbaarheid van de deelnemer • Leren werken binnen een gestructureerde omgeving • Het daadwerkelijk samenwerken • Oplossen van werkgerelateerde problemen. Juist voor de deelnemer die in de situatie van dak- en thuisloosheid niet gewend is aan structuur en wiens gedrag vooral gericht is op overleven en eigen lijfsbehoud betekent het werken in een gestructureerde omgeving een grote omslag en vooral ook een behoorlijke opgave. Het risico op uitval of terugval is hier groot. De werkmeester deelt de werkzaamheden zo in dat steeds een goed evenwicht wordt bewaard tussen de belastbaarheid van de deelnemer en de uit te voeren werkzaamheden. De intensiteit van werkzaamheden wordt geleidelijk aan opgebouwd. In de meeste gevallen zal begonnen worden met één dagdeel per week werk. Dit wordt opgebouwd tot 6 dagdelen per week. Na werken in het project Startblok volgt doorplaatsing naar één van de werkbedrijven binnen het CVD. Doelstelling is om het zelfstandig functioneren van de deelnemer in een minder beschermde werkomgeving mogelijk te maken. Het karakter van de werkbedrijven is meer bedrijfsmatig en meer gelijkend op de werkomstandigheden binnen het reguliere bedrijfsleven.
22
Sport Sport is een belangrijk instrument binnen Home Sweet Home. Sport draagt bij aan de verbetering van de fysieke conditie. Sport kent echter ook van zichzelf een activerende werking en draagt bij aan het gevoel van welzijn van de deelnemer. Daarnaast biedt het doen van sportactiviteiten allerlei mogelijkheden om te leren samenwerken en om spelenderwijs de eigen grenzen te verleggen en het zelfvertrouwen te versterken. Deze elementen worden binnen Home Sweet Home ten volle benut. Deelname aan de sport is verplicht en beslaat één dagdeel in de week. Terugvalpreventie In Home Sweet Home is voorjaar 2007 gestart met een pilot met groepsgewijze terugvalpreventie. De methodiek is overgenomen uit de verslavingszorg. In groepsgesprekken met circa 8 deelnemers wordt ingegaan op de ervaring en beleving van de deelnemers in Home Sweet Home. Het groepsdynamisch proces wordt benut om deelnemers elkaar te laten steunen bij tegenslag en moeilijkheden en om de successen van elkaar te versterken. Anders dan binnen de verslavingszorg wordt de methodiek niet toegepast in een klinische setting, maar is juist gekozen om de bijeenkomsten te laten plaats vinden in een informele setting. De terugvalpreventie richt zich erop de bereikte resultaten van de deelnemer in zowel de persoonlijke vooruitgang als de resultaten op werk en scholing te bestendigen. De resultaten zijn tot op heden veelbelovend en geven aanleiding om dit instrument ook in de toekomst in Home Sweet Home breed in te zetten. De sessies vinden één maal per week plaats. Portfolio De laatste twee maanden van deze fase worden benut om met de deelnemer een portfolio samen te stellen. Daarin worden de werkervaring en de (sociale) competenties, voor zover relevant voor de arbeidsmarkt, opgenomen. Het opbouwen van het portfolio wordt door de deelnemer uitgevoerd als eindopdracht van de scholing en wordt derhalve ook door de trainer begeleid. Met het samenstellen van het portfolio wordt van de deelnemer nog eens gevraagd dienst capaciteiten en waarde voor de arbeidsmarkt te definiëren. In het algemeen heeft dit een sterk positief effect op het zelfbeeld en zelfvertrouwen. De doorlooptijd van de fase werkervaring en scholing bedraagt maximaal 6 maanden. Ook hier geldt dat de doorlooptijd zo kort mogelijk is en dat zodra de deelnemer in staat is om de volgende stap te maken deze ook wordt ingezet. Ad 3. Uitstroom. Zodra wordt vastgesteld dat de deelnemer in staat zal zijn om buiten Home Sweet Home te functioneren wordt uitstroombemiddeling ingezet. Uitstroom kan plaats vinden naar:
23
• Sociale Activering of gemeenschapstaak. • Een reïntegratiebedrijf dat de deelnemer begeleidt naar regulier werk • Regulier werk • Werk in WSW-verband. Binnen Home Sweet Home is een coach gespecialiseerd in uitstroom en bemiddeling. In voorkomende gevallen kan het wenselijk zijn om aanvullende scholing op vakbekwaamheid of specifieke beroepsvaardigheden in te zetten. Deze wordt niet door Home Sweet Home zelf aangeboden. Eerste optie daarbij is gebruikmaking van de reeds door SoZaWe ingekochte scholingsmodules. Inzet hiervan zal plaats vinden in overleg met de klantmanager van SoZaWe. Voor niet alle deelnemers zal het haalbaar zijn om daadwerkelijk de volgende stap in de reïntegratieketen te maken. Voor hen zijn de werkzaamheden zoals die in het verband van Home Sweet Home gedaan worden het hoogst haalbare. In die gevallen zal een passende vrijwilligersplek worden gezocht welke minimaal dezelfde werkintensiteit heeft als de werkplek bij Home Sweet Home. Duurzame handhaving van het niveau van functioneren en participatie is daarbij het doel. Personele inzet. De formatie in Home Sweet Home is opgebouwd uit de volgende uitvoerende functies: • Werkmeester. Begeleidt de uitvoerende werkzaamheden op de werkplek. Een werkmeester geeft leiding aan gemiddeld 8 medewerkers per team. • Personal coach. Geeft sturing aan de voortgang in het traject, bewaakt de realisatie van de leerdoelen. Zorgt voor inschakeling van hulp bij aanpak van belemmeringen en voor afstemming tussen de verschillende betrokken organisaties. Verricht zo nodig zelf hulpverlenende activiteiten. Zorgt voor afstemming van de activiteiten binnen het traject met de woonbegeleiders van de deelnemer. • De personal coach heeft een caseload van 25 deelnemers. • Uitstroomcoach. Is specifiek belast met bemiddeling naar werk, reïntegratietraject, sociale activering, gemeenschapstaak of WSW-baan. • Psycholoog. Is verantwoordelijk voor het afnemen van het PAT en voor de verwerking en bespreken van de resultaten daarvan. Samenwerking SoZaWe. Nauwe samenwerking met de klantmanager is van groot belang voor het welslagen van Home Sweet Home. Goede communicatie en snelle doorstroom van informatie omtrent de deelnemer achten wij van groot belang. Wij gaan er van uit dat voor de deelnemer
24
duidelijk moet zijn dat het traject Home Sweet Home door zowel SoZaWe als door CVD gedragen wordt en dat deelname aan het traject voor de deelnemer niet vrijblijvend is. CVD staat daarom ook voor om de samenwerking tussen SoZaWe en CVD ook daadwerkelijk voor de deelnemer zichtbaar en voelbaar te maken. Dit willen wij graag doen in een driemaandelijks voortgangsgesprek dat door de deelnemer, klantmanager van SoZaWe en personal coach van Home Sweet Home wordt gevoerd. In dit gesprek wordt de behaalde voortgang vastgesteld, eventuele belemmeringen en mogelijke oplossing daarvan alsmede de leerdoelen voor de volgende periode van drie maanden vastgesteld. Waar nodig zal er ook binnen deze driemaandelijkse cyclus een nauw contact tussen klantmanager en personal coach zijn waar dit nodig is om acute belemmeringen op te pakken ofwel om direct in te grijpen bij (dreigende) uitval. Bij zonder reden niet meer verschijnen van de deelnemer is het van belang dat de deelnemer direct de gevolgen hiervan ervaart. Snelle toepassing van boeten en maatregelen kan daarbij zorgen voor het ervaren van de deelnemer van de noodzaak om weer te starten. Looptijd van Home Sweet Home Deze aanvraag heeft betrekking op voortzetting van de uitvoering van Home Sweet Home vanaf 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010. Jaarlijks zal aan de hand van een gezamenlijke evaluatie worden beoordeeld of voortzetting van het project zinvol en wenselijk is. Instroom van nieuwe deelnemers zal geleidelijk gedurende een heel kalenderjaar plaats vinden. De laatste deelnemer kan derhalve nog eind 2010 instromen. De maximale bewerkingstijd per deelnemer is één jaar. Uitstroom uit het project zal daarom ook nog gedurende geheel 2011 plaats vinden. De totale looptijd van Home Sweet Home omvat daarmee inclusief uitloop vier jaar. Rapportage CVD Home Sweet Home levert driemaandelijks rapportage op zowel niveau van de individuele deelnemer als op geaggregeerd niveau. De individuele rapportages omvat de beschrijving van de uitgevoerde activiteiten en de ontwikkeling van de deelnemer en een voorzet voor in de volgende periode te realiseren leerdoelen. Rapportages op geaggregeerd niveau omvatten de gegevens over aantallen met betrekking tot instroom, gerealiseerde trajectplannen en doorstroom tussen de verschillende fasen. Daarnaast worden aantallen over uitstroom van deelnemers en de vorm van uitstroom gerapporteerd.
25
Deel 2: De nieuwe aanpak voor toeleiding naar werk van dak- en thuislozen
In dit Deel 2 van het document dat u leest, wordt de nieuw ontwikkelde reïntegratiemethodiek van CVD Home Sweet Home beschreven
26
8 De aanpak van Home Sweet Home in vogelvlucht Dit hoofdstuk geeft een snelle impressie van Home Sweet Home (HSH). In korte paragrafen komen de belangrijkste aspecten van het traject HSH aan bod. Na het doorlezen hebt u een globale indruk van het doel van HSH, de structuur, de functies en de methodische werkwijze. Indien u geïnteresseerd bent in meer informatie over HSH, of een bepaald onderdeel daarvan, dan kunt u de verdieping achter de aanpak, deel 3 van dit boek raadplegen. Daarin vindt u onder andere meer informatie over de methodische werkwijze. De ontwikkelde mappenstructuur en formulieren kunt u vinden in deel 4 van dit boek. HSH werkt intensief samen met externe partners. Een belangrijk onderdeel van HSH betreft het scholingstraject. Alle informatie over het scholingstraject is opgenomen in twee aparte boeken. Het vormingsjaar met de daarbij behorende methodiek is beschreven in het boek: “Met een vak naar onderdak”. De ontwikkelde training voor de begeleiders in het project is beschreven in het boek: “Train de trainer”. Deze beide boeken worden bij dit boek geleverd.
8.1 Het traject dat een deelnemer doorloopt HSH is een experimenteel project dat het mogelijk wil maken een methode te ontwikkelen die arbeidstoeleiding – of de hoogst haalbare constructieve dagbesteding - van dak- en thuislozen mogelijk maakt. De middelen die daarvoor worden ingezet zijn: • een leertraject • een werktraject • langdurige en intensieve begeleiding Uitgangspunt van HSH is: • Iedereen actief • Maximaal haalbare bereiken • Optimale zelfstandigheid • Iedereen heeft en krijgt een kans • Iedereen heeft capaciteiten
27
Via samenwerkingsverbanden met derden, zoals scholen, werkgevers, de sociale dienst en hulpverleningsorganisaties, wordt de deelnemer geholpen met acute problemen en met ontwikkelingsdoelen. Een intensieve samenwerking met de deelnemer wordt gewaarborgd door HSH via een Personal Coach (PC). De PC heeft een – relatief – lage caseload, en trekt voor de duur van het traject intensief samen op met de deelnemer. Een uitgebreid communicatieplan ondersteunt het HSH project. Via diverse middelen worden deelnemers bereikt, onder andere via een website, flyers, persoonlijke benadering, aanmelding door instanties en posters. Ook het traject wordt met communicatiemiddelen ondersteund, zoals slogans, visuele uitvoering van begeleidingsmappen en terminologie. Pak Je Kans
Werk Je Kans Leer Je Kans
Oogst Je Kans
Het standaard traject Het traject dat een deelnemer bij Home Sweet Home kan doorlopen is op de volgende wijze schematisch weer te geven, waarbij moet worden aangegeven dat dit een ideaal typische traject is:
Intake HSH
Activer ing / Werk
Intake Startblok
Startblok (12-24 uur werk)
Stage
Uitstroom
Scholing Scholing
De fase Startblok is een moment waar de deelnemer getraind wordt op arbeidsvaardigheden. Blijkt de deelnemer deze niet op te nemen of vol te kunnen houden, gaat de deelnemer weer terug naar de activeringsfase waar hij/zij weer een kans krijgt zich voor te bereiden op de stap naar Startblok.
28
8.2 De methodische aanpak van Home Sweet Home Methodisch werken behelst zowel de procesmatige kant als de interactie tussen actoren en de onderliggende uitgangspunten. HSH maakt gebruik van het 8-fasenmodel voor wat betreft de dossieropbouw. Het is een methode om gestructureerd en in samenwerking met deelnemers te werken aan haalbare begeleidingsdoelen . HSH maakt geen gebruik van de methodische keuzes van het model, maar gebruikt wel het model zelf. Dit model bestaat uit formulieren vanaf aanmelding tot uitstroom. Het model kent 8 fasen. Binnen deze 8 fasen komen steeds 8 leefgebieden aan bod. De 8 leefgebieden zijn (niet persé in deze volgorde): 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Financiën Huisvesting Sociaal functioneren Psychisch functioneren Zingeving Lichamelijk functioneren Praktisch functioneren Dagbesteding
Bij aanvang van het project HSH is er door de Personal Coaches (PC) geen vastomlijnd plan opgesteld op welke methodische wijze men wilde werken. Immers, het project begon als een experiment. De Personal Coaches werkten binnen de gegeven projectkaders. De methodische keuzen van het eerste uur vallen onder de categorie eclectisch werken. Een eclectische benadering houdt in dat de hulpverlening zich niet beperkt tot één methodiek, maar men kiest iedere keer opnieuw uit diverse methodieken en stelt een eigen pakket samen. Gaandeweg het project werd zichtbaar dat bepaalde werkwijzen steeds weer door de PC gehanteerd werden. Het gaat om een werkwijze die overeenkomsten vertoont met bestaande en beschreven methodieken. Na anderhalf jaar kan geconcludeerd worden dat de PC met succes onderdelen gebruiken uit de presentietheorie en de Transparante Neutrale Confrontatietheorie. Tevens wordt er continu contact onderhouden met het netwerk van de deelnemer. Naast de individuele gesprekken vinden er driehoeksgesprekken plaats met onder andere de begeleiders van het begeleid werken, de begeleiders van begeleid leren en begeleiders van het begeleid wonen.
29
De methodisch aanpak en verdieping daarvan komt uitgebreid aan de orde in deel 3 van dit boek
8.3 De fases van Home Sweet Home Dit onderdeel behandel de verschillende fases zoals ze zich voordoen binnen het traject van de deelnemers van Home Sweet Home.
8.3.1 De aanmelding Een deelnemer kan zichzelf aanmelden of worden aangemeld door derden. Gezien de doelgroep is het noodzakelijk om intensief contact te zoeken met instellingen om HSH bekend te maken. HSH heeft onder andere afspraken gemaakt met de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe). Indien een deelnemer klant is van SoZaWe dan wordt met deze dienst nagegaan of de potentiële deelnemer gerechtigd is om een traject bij HSH te volgen (de deelnemer mag bijvoorbeeld niet bij een ander reïntegratiebedrijf een traject volgen). Bij de aanmelding vindt een eerste selectie plaats. Indien de deelnemer niet onder de doelgroep valt wordt zo goed mogelijk doorverwezen. Valt de deelnemer onder de doelgroep dan wordt direct een afspraak gemaakt op korte termijn – hooguit een week. Tijdens het eerste gesprek – het screenings gesprek – krijgt de klant uitgebreid informatie over het doel en de werkwijze van HSH. Vervolgens wordt de klant enkele vragen gesteld: het betreft enkele harde gegevens en er worden vragen gesteld met als doel de motivatie van de deelnemer te peilen. Als de screening niet tot een contra-indicatie leidt, en de klant wil zich aanmelden voor HSH, dan wordt een afspraak gemaakt voor een intakegesprek.
8.3.2 De intake Voor de intake wordt ruim de tijd genomen. Het gesprek kan 1,5 tot 2 uur duren. In dit gesprek bevraagt een PC de klant over zijn of haar geschiedenis, de huidige situatie en de toekomstplannen. Via het intakeformulier zorgt de PC dat ieder leefgebied van de klant aan bod komt. Er wordt een probleeminventarisatie gemaakt en deze wordt in volgorde van urgentie gezet. De PC creëert een veilige en respectvolle situatie en bejegent de klant als potentiële werknemer. Via gerichte vragen wordt ook gezocht naar de mate van motivatie en aanwezige protectieve factoren. Aan het einde van het gesprek krijgt de klant informatie over het vervolg. De intake wordt besproken in het teamoverleg.
30
8.3.3 De start Als de intake leidt tot plaatsing bij HSH wordt de nieuwe deelnemer uitgenodigd om een contract te tekenen en wordt hij of zij direct in een traject geplaatst. Dit betekent concreet dat de deelnemer direct naar een vorm van scholing kan en mee gaat doen aan activering. Tevens wordt er direct een start gemaakt met het oplossen van de meest urgente problemen: denk hierbij aan het vinden van een slaapplaats, papieren regelen, een uitkering aanvragen. De eerste acties die de deelnemer en de PC ondernemen vinden plaats op grond van de informatie uit het intakegesprek. De PC heeft, zeker in het begin, veel contact met de deelnemer. De PC stemt continu af op de situatie van de deelnemer en eventuele nieuwe informatie en/of gebeurtenissen die leiden tot een herdefiniëring van de problematiek en/of de urgentie waarmee iets moet worden opgepakt. Er wordt zo snel als mogelijk overgegaan tot het maken van een begeleidingsplan, met daarin een duidelijke omschrijving van korte- en lange termijn doelen.
8.3.4 Het assessment Als de deelnemer is gestart bij HSH wordt gevraagd een assessment te doen. Het assessment is gericht op de deelnemer als potentiële werknemer (en is niet sec gericht op de psychosociale problematiek). Het assessment geeft een eerste en tijdelijk antwoord op de vragen: • • • •
wie ben ik wat kan ik wat wil ik wat heb ik nodig
Aan de hand van de uitkomsten van dit assessment formuleert de deelnemer doelen om aan te gaan werken, doelen die nodig zijn om in de toekomst als werknemer te functioneren. Het kan gaan om: vaardigheden aanleren, kwaliteiten beter benutten, realistischer zelfbeeld of toekomstbeeld opbouwen, etc. Deze doelen worden opgenomen in het begeleidingsplan (andere doelen die daarin staan betreffen de persoonlijke levenssfeer) De deelnemer blijft gedurende het hele HSH-traject werken aan zichzelf als ‘werknemer’. Leidraad hierin vormt het opbouwen van een portfolio . Dit assessment is de start van de portfolio. Aan het einde van het traject vertrekt de deelnemer met zijn of haar portfolio, met daarin alle behaalde kwalificaties en diploma’s / certificaten, een overzicht van vaardigheden en kwaliteiten en verder alles wat de deelnemer van belang vind.
31
8.3.5 De fase aan de slag Deelnemers starten met vormingsonderwijs bij de scholengemeenschap Albeda. Tijdens dit vormingsonderwijs wordt gestart met een fase voor activering (1) of wordt een beroepsopleiding gestart (2). Het gehele vormingstraject wordt vervolgd met deelname aan Startblok (3). Startblok is een simulatie - omgeving om in een veilige omgeving te leren hoe je functioneert als werknemer. Onderstaand een korte toelichting: 1.
Activering bestaat uit de volgende onderdelen: • • • • •
2.
Nederlands Kookcursus Computerles Sandford (meubelwerkplaats) Cowcontainer (CVD i.s.m. Roteb) De volgende beroepsopleidingen kunnen worden gevolgd:
• • • • •
Metaalbewerking, schilderen, heftruck, houtbewerking etc; Computeropleiding European Driving Computer License (EDCL); Administratieve opleiding VCA , veiligheids certificaat aannemers Nederlands, Engels etc.
3. Startblok Startblok is een simulatiebedrijf. Binnen Startblok wordt deelnemers de kans geboden om in een werksituatie ervaring op te doen. In Startblok leert men, onder begeleiding, te werken. Arbeidsvaardigheden worden aangeleerd, men leert geen vak maar men leert werken. De activering, de beroepsopleidingen en Startblok kunnen niet los van elkaar gezien worden. De onderdelen worden aan elkaar gekoppeld en op maat aangeboden aan de deelnemer. De onderdelen zijn complementair aan elkaar en sluiten op elkaar aan. Per deelnemer varieert de mate van benodigde activering/begeleid leren/begeleid werken. Gedurende het project zijn er drie modules toegevoegd die de deelnemer naar keuze kan toevoegen aan zijn of haar traject. Het gaat om de module schuldsanering, module terugvalpreventie en de module sollicitatie training.
32
De module schuldsanering is gedurende het project tot stand gekomen in samenwerking met de Rotterdamse kredietbank. Deze bank – die over grote expertise beschikt rond schuldsanering – neemt deelnemers van HSH op in een schuldsaneringtraject. De terugvalpreventie is een module die een aantal bijeenkomsten omvat. Tijdens die bijeenkomsten worden onderwerpen besproken waar verslaafden en ex-verslaafden mee te maken krijgen in de maatschappij, en specifiek in een werknemerssituatie. De module wordt verzorgd door een externe partner. De module sollicitatie training is een module die een aantal bijeenkomsten omvat. Tijdens die bijeenkomsten wordt er training gegeven in solliciteren. Op deze manier werken de deelnemers ook aan het vullen van hun portfolio. Het gehele HSH - traject wordt op maat aangeboden. De ene deelnemer zal starten met twee dagdelen onderwijs, terwijl een andere deelnemer start met vier dagdelen onderwijs en vier dagdelen activering. Op ieder moment van het traject kan de invulling daarvan worden aangepast. Blijkt de gekozen route te zwaar door externe omstandigheden? Dan wordt het verlicht. Is de woonsituatie van de deelnemer verbeterd? Dan kan er misschien meer aan toe worden gevoegd. Tijdens het gehele traject voert de deelnemer gesprekken met de PC alleen, en zijn er driehoeksgesprekken tussen de deelnemer, de PC en een derde (bijvoorbeeld de werkmeester van Startblok, of een leraar van school) Hierna volgt per paragraaf een toelichting op Activering, Startblok, Scholing, Terugvalpreventie, Uitstroom en Wonen.
8.3.6 Activering Activering van deelnemers aan HSH vindt plaats in het reguliere activeringsaanbod van CVD. Twee tot drie dagen per week is de deelnemer actief in de verschillende activiteiten. Dit is een grote verandering in zijn dagelijks leven dat tot dan toe bestond uit het zorgen voor onderdak, geld, eten en drugs. Naast deze activiteiten volgt de deelnemer scholing. De reguliere activiteiten zijn onder andere: • creatieve workshops; • dagdelen werken in CVD Sandford; • werken in het cowcontainer project.
33
Creatieve workshops vinden plaats in de dagopvangcentra. Het betreft bijvoorbeeld computertraining in Word en internet, les in Nederlandse taal, het schrijven van gedichten, het maken van tekeningen op de computer, diverse creatieve vaardigheden oefenen, kookles etc. Deze activiteiten zijn vaak gebaseerd op wensen van de bezoekers aan deze centra. CVD Sandford is een meubelwerkplaats waar creatieve objecten gemaakt worden. Deelnemers werken hier dagdelen van 3 uur. Het werk is plezierig en interessant, er is geen tijdsdruk. Deelnemers ontlenen waardering aan deelname. Zij ontdekken hun capaciteiten, maken mooie en creatieve objecten. Hun zelfachting en zelfwaardering stijgen. Zij werken mee in de verschillende fases van het werkproces. Zij doen ervaring op in het schuren en lakken en spuiten van verf, maar ook in het ophalen en afleveren van objecten. De Cow Container is het voertuig waarop de deelnemer rijdt. Het is een fiets met een afvalbak waarop een koeienkop gemonteerd is. Wanneer je de kop opent dan roept de koe luid “Boe”. Met deze fiets gaat de deelnemer in de winkelstraten in het centrum, op festivalterreinen rond en ruimt zo rondslingerend afval op. Passanten gooien hun afval in de bak. Mensen lopen op hen toe om hun kind afval weg te laten gooien. Deelnemers zijn actief in het maatschappelijke verkeer. Hun zelfachting stijgt door het uitoefenen van deze maatschappelijke rol. Na twee tot drie maanden is de deelnemer doorgaans zover dat hij een volgende stap kan zetten. Hij komt dan terecht in startblok.
8.3.7 Startblok Startblok is gericht op beroeps integratie. Het is een simulatie van echt werk. De sfeer is van een commercieel bedrijf. Het werk hoeft niet interessant te zijn zoals bij CVD Sandford De deelnemers werken vanuit een centrale hal en gaan van daaruit naar klussen. Alle deelnemers hebben uniforme werkkleding aan. Het gaat over op tijd je werk afhebben, omgaan met collega’s en met de leidinggevende. Op tijd komen, werktempo, gedrag en presentatie van jezelf. Een belangrijk aandachtspunt is “omgaan met drugs binnen een werksituatie”. De werkmeester werkt uit het perspectief werkgever – werknemer. Hij schept situaties waarin de werknemer leert omgaan met moeilijke situaties. Startblok kun je vergelijken met een hoge druk pan, je wordt er voorbereid op het ondergaan van moeilijkheden in een werksituatie en hoe je daarmee om kunt gaan.
34
Startblok heeft de focus gericht op sociale vaardigheden op het werk. De aandacht voor professionele vaardigheden komt later in het proces. In dit werk gaat het over op tijd iets af hebben binnen een bepaalde standaard van kwaliteit. De deelname aan startblok duurt drie tot zes maanden. Daarna is er een vervolgstap naar beroepsmatige reïntegratie. Wanneer dit niet haalbaar is, dan gaat men terug naar de eerder beschreven activering. Wanneer men door gaat dan wordt de deelnemer geplaatst in een stage bij een werkgever voor de duur van 6 maanden. Daarbij komt de job coach minimaal 3 x op bezoek in die periode. Deze stage kan leiden tot een baan.
8.3.8 Scholing Het scholingsaanbod voor de HSH - deelnemers is tot stand gekomen in samenwerking met Albeda College. Het Albeda College is een grote scholengemeenschap voor middelbaar beroepsonderwijs en volwasseneducatie in Rotterdam. Het Albeda College werkt samen met diverse partijen in de regio Rotterdam, zoals met het bedrijfsleven, de overheid en kennisinstellingen. Het Albeda college heeft veel ervaring met het ontwerpen en uitvoeren van scholingstrajecten voor mensen die voor het eerst de arbeidsmarkt betreden en/of een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Albeda biedt twee vormen van onderwijs. De ene vorm is een vast lespakket dat iedere deelnemer van HSH bij aanvang volgt. Dit onderwijspakket hoort bij de fase van Activering. De deelnemer krijgt les in Nederlands, maar bijvoorbeeld ook sociale vaardigheden (vormingsonderwijs ‘’Met een vak naar onderdak’’). De andere vorm van onderwijs zijn de beroepsgerichte opleidingen. Albeda biedt diverse cursussen die leiden tot een certificaat of diploma. Met zo’n certificaat wordt de positie op de arbeidsmarkt verstevigd. Het gaat om opleidingen op het gebied van metaalbewerking, computervaardigheden of Nederlandse les (Scholing Zonder Drempels). Het Albeda college heeft ruime ervaring met het lesgeven aan groepen mensen die weinig of geen scholing hebben en een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Albeda heeft een eigen aanpak en werkwijze gevonden om met deze groep mensen aan de slag te gaan. Deze methodische aanpak heet: Transparant Neutraal Confronterend Onderwijs. Ook verzorgt Albeda de cursus ‘Train de Trainer’ voor de Personal Coaches, docenten en werkmeesters van HSH. In deze cursus wordt uitgelegd en geleerd hoe de docenten van Albeda werken. De PC’s leren te werken volgens de ideeën uit de Transparant Neutrale Confronterende methodiek.
35
8.3.9 Terugvalpreventie In Home Sweet Home is voorjaar 2007 gestart met een pilot met groepsgewijze terugvalpreventie. De methodiek is overgenomen uit de verslavingszorg. In groepsgesprekken met deelnemers wordt ingegaan op de ervaring en beleving van de deelnemers in Home Sweet Home. Het groepsdynamisch proces wordt benut om deelnemers elkaar te laten steunen bij tegenslag en moeilijkheden en om de successen van elkaar te versterken. Anders dan binnen de verslavingszorg wordt de methodiek niet toegepast in een klinische setting, maar is juist gekozen om de bijeenkomsten te laten plaats vinden in een informele setting. Er vindt een keer per week een bijeenkomst plaats in de avonduren. Voor deelname kan men zich aanmelden. Deelname is niet verplicht. De bijeenkomst begint met het samen nuttigen van een maaltijd waardoor het ijs voor het verder verloop van de avond reeds gebroken wordt. De preventie wordt geleid door een externe deskundige. De terugvalpreventie richt zich erop de bereikte resultaten van de deelnemer in zowel de persoonlijke vooruitgang als de resultaten op werk en scholing te bestendigen. De volgende onderwerpen kunnen daarbij aan de orde komen: • • • • • • • • • • •
de deelnemers inzicht te geven in het verslavingsgedrag en de effecten daarvan; de deelnemers handvatten aan te reiken om de verslaving beter te reguleren of om niet meer terug te vallen in het verslavingsgedrag; prioriteiten leren stellen; wat heb je bereikt en hoe hou je dat vol; hoe help je elkaar; hoe herken je situaties; hoe blijf je gezond; hoe ga je om met boosheid; als je drugs gebruikt, hoe ga je daarmee om in een werksituatie; hoe blijf je geactiveerd; valkuilen tot gebruik;
De extern deskundige brengt een kort verslag uit naar het team van HSH. De terugvalpreventie wordt door de deelnemers als een belangrijk onderdeel van HSH beschouwt.
8.3.10
Uitstroom
Uitstroom is de laatste fase in het traject. Na Startblok wordt op zoek gegaan naar een stage, werkervaringsplek of indien mogelijk een arbeidsbetrekking. Een aparte melding
36
waard is de toevoeging aan het team van Personal Coaches van de uitstroomcoach. Het bleek op den duur dat het begeleiden van deelnemers die bijna de overstap maken naar de arbeidsmarkt, en de deelnemers in een echte arbeidssituatie, specifieke begeleiding vraagt. Tevens is het nodig dat er vanuit HSH actief acquisitie wordt gevoerd naar werkgevers om stages, werkervaringsplekken en arbeidsplaatsen te creëren voor de specifieke doelgroep van HSH. Het bleek het meest effectief om een aparte functie voor deze taken aan te stellen – de uitstroomcoach. Hij of zij krijgt deelnemers aangeleverd van de PC.
8.3.11
Wonen
HSH is er voor dak- en thuislozen. Maar juist het probleem van het dakloos zijn is nog niet aan bod geweest bij de beschrijving van het traject. Waar wonen de HSH deelnemers? HSH is een reïntegratietraject. In die zin beschikt HSH niet zelf over woonvoorzieningen. Wat HSH wel doet is de deelnemer actief begeleiden. De begeleiding kent een beginfase waarin acute problemen worden aangepakt, en een vervolgfase waarin de meer structurele problematiek wordt aangepakt. De Personal Coach inventariseert de woonsituatie. Indien de deelnemer dak- of thuisloos is, dan zal de PC actie ondernemen om eerst opvang te regelen en/of (permanent) onderdak. De PC werkt daartoe samen met zowel de opvangmogelijkheden van de eigen organisatie waartoe HSH behoort, als ook met externe organisaties en woningcorporaties. Het komt regelmatig voor dat een deelnemer eerst begeleid gaat wonen. In dat geval wordt het begeleid wonen onderdeel van het traject van de deelnemer. De PC houdt contact met de begeleiders van het begeleid wonen.
9 De begeleiders van Home Sweet Home De rol van de begeleiders in de aanpak van Home Sweet Home dient helder en duidelijk te zijn. In navolgende worden de volgende rollen toegelicht. De direct betrokken zijn de personal coach, de docent, de werkmeester, de werkbegeleider en de uitstroomcoach. Daarnaast zijn er ook indirect betrokken, namelijk de teamleider en de manager Home Sweet Home.
37
De direct betrokkenen
9.1.1 De personal coach De Personal Coach (PC) is de spil van HSH. De PC verleent individuele begeleiding aan dak- en thuislozen (met mogelijk psychiatrische- en verslavingsproblematiek) met als doel om de sociale redzaamheid en de maatschappelijke participatie te bevorderen en een sociaal isolement te doorbreken en/of te voorkomen. Dit gebeurt door invulling te geven aan de dagbesteding door (een combinatie van) werk, activiteiten, vrijwilligerswerk en scholing en daarnaast de woonsituatie als ook de financiële situatie van de deelnemer te verbeteren. De PC bouwt intensief aan de (langdurige) relatie met de deelnemer. Onder andere door praktische zaken te regelen met en voor de deelnemer: mee naar de dokter, een bril regelen, brood smeren. Maar ook: een kaart sturen op een verjaardag, langsgaan bij ziekte. De PC activeert, motiveert, enthousiasmeert. Voor de PC is het van belang een groot netwerk op te bouwen, en om creatief te blijven kijken naar alle deelnemers.
9.1.2 De docent De docent geeft les op het Albeda College, de deelnemers gaan naar een reguliere onderwijssetting, deelnemers hechten hier veel waarde aan. Geen speciale omgeving, maar gewoon onderdeel zijn van de maatschappij. De docent geeft les volgens de methodiek Transparant Neutraal Confronterend Onderwijs. Hierin staat niet het aanleren van een vak voorop, maar wordt de methodiek toegepast. Namelijk waar onderwijs doorgaans het doel is, wordt nu de persoonlijke vorming van de deelnemers het doel en het onderwijs een middel. Afstemming tussen docent en personal coach zijn hierin belangrijk, gebeurtenissen op school kunnen de persoonlijke begeleiding beïnvloeden.
9.1.3 De werkmeester De werkmeester is de spil van het werkbedrijf Startblok. De werkmeester begeleidt alle deelnemers die bij Startblok werken. Doel is dat de deelnemer vaardigheden leert die nodig zijn om werkzaamheden te verrichten binnen Startblok. Tevens draagt de werkmeester zorg voor de werkzaamheden, het realiseren van productie - afspraken en het creëren en bewaken van omstandigheden die de activering en/of resocialisatie van deelnemers tot reïntegratie naar regulier werk dienen.
38
9.1.4 Werkbegeleider De werkbegeleider is de inhoudelijke begeleider van de Personal Coaches, de werkmeesters en eventueel stagairs. De werkbegeleider ontwikkelt mede de methodiek, bewaakt de methodiek en bevordert de deskundigheid. De werkbegeleider geeft voortdurend advies voor interventies en aanpak. De werkbegeleider coacht de personeelsleden en is daarin ook het rolmodel voor de medewerkers. Daarnaast onderhoudt de werkbegeleider de contacten tussen de medewerkers van HSH en met externen.
9.1.5 Uitstroomcoach Als de PC en de deelnemer besluiten dat de deelnemer (bijna) klaar is voor het aangaan van een werksituatie buiten HSH, dan komt de uitstroomcoach in beeld. De PC blijft de deelnemer begeleiden op alle leefgebieden, behalve dagbesteding. De uitstroomcoach gaat met de deelnemer de dagbesteding aanpakken. De uitstroomcoach begeleidt de deelnemer naar scholing, stages en/of werkervaringsplaatsen die buiten HSH liggen. Ook wordt de portfolio van de deelnemer afgerond. De uitstroomcoach houdt zich tevens bezig met acquisitie: contacten met het bedrijfsleven worden gezocht en onderhouden evenals organisaties voor vrijwilligerswerk of andere vormen van dagbesteding. De uitstroomcoach is de brug naar de buitenwereld.
De indirect betrokkenen
9.1.6 De teamleider HSH kent een duaal leiderschap van het team. De werkbegeleider is er voor de inhoudelijke kant en de teamleider voor de algemene gang van zaken. De werkbegeleider coördineert en draagt zorg voor de realisatie van de werkzaamheden van het team op basis van werkplannen en het ontwikkelen van methodieken. De teamleider is verantwoordelijk voor de uitvoering en realisatie van het operationele beleid, waarbij productie, continuïteit en veiligheid belangrijke aandachtspunten zijn.
9.1.7 De projectleider Home Sweet Home Deze functie betreft het management van alle betrokken functionarissen. De projectleider legt verantwoording af aan de stuurgroep van het project HSH. De projectleider coördineert en draagt zorg voor de realisatie van de werkzaamheden binnen de HSH als afgeleide van het instellingsbeleid van CVD. De projectleider is verantwoordelijk voor de uitvoering en realisatie van het tactische beleid, stuurt medewerkers aan, coördineert de
39
bedrijfsvoering, bewaakt de financiële doelstellingen en onderhoudt interne en externe contacten.
40
Deel 3 De verdieping achter de aanpak
Na een beschrijving van de nieuwe aanpak van Home Sweet Home in Deel 2 wordt in het Deel 3 meer de diepte in gegaan. Er wordt ingegaan op de gehanteerde en ontwikkelde methodiek in het project Home Sweet Home. Daar komen de volgende onderwerpen aan bod: 8-fasenmodel, presentietheorie, de personal coach, dossier en assessment, startblok, motivatie, drugsbeleid en wat een traject succesvol maakt. Er wordt met het behandelen van deze onderwerpen dieper ingegaan op de specifieke aanpak van Home Sweet Home.
41
10 De methodische verantwoording van de aanpak In het eerste hoofdstuk van de verdieping wordt dieper ingegaan op het begrip methodisch werken en komen het 8-fasenmodel en de presentietheorie aan bod. Deze worden geplaatst binnen het traject dat de deelnemer bij Home Sweet Home doorloopt. Als laatste wordt nogmaals ingezoomd op de vereisten van methodisch werken, en wordt aandacht besteed aan het gebruik van driehoeksgesprekken.
10.1 Wanneer is een aanpak methodisch? HSH is een experimenteel project. Het doel is om een doelgroep die ver verwijderd is van de arbeidsmarkt en/of geen constructieve dagbesteding heeft, toe te leiden naar werk (in de breedste zin van het woord) Niet voor niets wordt deze doelgroep als ‘moeilijk’ bestempeld: niet omdat deze mensen geen capaciteiten hebben, maar omdat het lastig is gebleken de juiste condities te creëren die het mogelijk maken om deze groep mensen te enthousiasmeren, te motiveren en te activeren. Hoe ga je te werk? Ook een experiment moet ergens starten. HSH heeft daarom een kader geschapen waarbinnen gewerkt moet worden. Dit kader behelsde geen methodische keuze: daar moest juist naar gezocht worden. Naast de projectorganisatie als kader, werd besloten het 8-fasenmodel te gebruiken om een volledige en overzichtelijke dossiervorming op te bouwen. Het 8-fasenmodel bevat formulieren en vragen die de PC helpt om gestructureerd te werken en om aan alle leefgebieden van de deelnemer aandacht te besteden. Voor er verder wordt ingegaan op de ontwikkelkant van HSH, eerst een definitie omtrent methodisch werken. Wat is methodisch werken? Een aanpak is methodisch als: 1. Er sprake is van systematiek 2. Er procesmatig wordt gewerkt 3. De hulpverlening doelgericht is. De PC zijn gestart met de eerste deelnemersgroep, en zijn gaan werken vanuit eerdere werkervaring, professionele kennis omtrent methoden, gezond verstand en intuïtie. Door de veelheid aan interventies en werkwijze kan gesteld worden dat de methodische werkwijze van HSH een eclectisch - integratieve wijze van werken is. Een eclectische integratieve benadering beperkt zich niet tot één richting, stroming, theorie of methodiek,
42
maar men kiest elke keer opnieuw uit verschillende stromingen: men stelt dus als het ware telkens opnieuw – al kiezend – zijn werkpakket samen. Dit betekent overigens niet dat eclectisch werken een samenraapsel mag zijn. Deze werkwijze dient systematisch te worden aangepakt en te leiden naar een samenhangend geheel. Het is niet verbazend dat een eclectische werkwijze wordt gekozen. Hoewel de deelnemers met elkaar de overeenkomst hebben dat ze dak- en/of thuisloos zijn en geen dagbesteding hebben, zijn de deelnemers verder zeer divers. Er is een grote variatie in kenmerken: achtergrond, levensloop, vaardigheden, cognitie, werkervaring, scholing, netwerk, enzovoort. Hier vloeit automatisch uit voort dat een hulpverlener moet beschikken over een brede blik, en moet putten uit een breed arsenaal van beïnvloeding - en interventiemogelijkheden. Drie argumenten onderstrepen de voordelen van de eclectische aanpak. 1. Geen enkele hulpverlener is in staat om in één keer een totaaldiagnose te maken; je moet dus verschillende referentiekaders in je diagnose betrekken om vervolgens een keuze te maken uit de meest kansrijke. 2. Alle bestaande theorieën schieten tekort om het menselijke gedrag als geheel te verklaren. 3. Werken vanuit een enkele theorie zou ten nadele kunnen werken van de deelnemer . Per deelnemer werd door de PC bepaald welke aanpak passend was. Als er een probleem ontstond werd gezocht naar een opening. Al vragend werd gezocht naar een aanpak. Is de deelnemer niet gemotiveerd? Werkte het niet om te ondersteunen, uit bed te bellen, complimenten te maken, te bevestigen? Misschien is een confrontatie dan een geschiktere aanpak? De PC baande zich al zoekend een weg, in continu overleg met de collegae, de werkbegeleider en eventueel derden. Gaandeweg werd zichtbaar dat een aantal methodische mogelijkheden steeds weer terugkeerden. Na enige tijd kon gesteld worden dat de methodische werkwijze van HSH uit de volgende elementen bestaat: •
• •
Het 8-fasenmodel dient als structuur om te komen tot zorgvuldige dossiervorming en dient als kwaliteitsinstrument om de mogelijkheden (en beperkingen) van de deelnemer geheel in kaart te brengen; De hulpvraag van de deelnemer is vertrekpunt en bepaalt de aanpak; Een eclectische - integratieve benadering kenmerkt de aanpak van HSH;
43
• • •
Het vertrekpunt van de methodische aanpak van de PC is de aanpak zoals beschreven in de presentietheorie; Diverse elementen uit de Transparante Neutrale Confrontatie theorie worden gebruikt als leermomenten en om impasses te doorbreken; Verder worden elementen toegevoegd uit andere stromingen, indien daarvoor aanleiding bestaat. Deze elementen kenmerken zich altijd door een ‘hier – en nu’ benadering en aanpak. Er wordt alleen gewerkt met zichtbare en/of uitgesproken feiten of interpretaties die de deelnemer laat zien of horen. De PC vertrekt altijd vanuit het ‘hier – en - nu’.
Na deze inleiding op de methodische werkwijze van de PC, is een pas op de plaats nodig. HSH is een reïntegratieproject. De deelnemer wordt begeleid in het vinden van een constructieve dagbesteding. De aandacht van de PC, en van HSH als geheel, ligt bij de deelnemer als potentieel werknemer. Dit betekent dat de PC weliswaar als hulpverlener een relatie aangaat met de deelnemer: maar de PC zal zo snel als mogelijk is de hulpverlening wegzetten naar derden, en zelf de begeleiding concentreren op het leefgebied ‘dagbesteding’. Toch kenmerkt het werk van de PC zich in de beginperiode van de deelnemer als ‘hulpverlener’. De methodische aanpak waarover hierboven gesproken werd behelsd dan ook vooral deze beginperiode. Naarmate de deelnemer vordert in het traject zal de PC zijn of haar rol als hulpverlener langzaam transformeren in een rol van begeleider, van werkbegeleider. In de volgende paragrafen worden achtereenvolgens besproken: het 8-fasenmodel, de presentietheorie en als laatste wordt nogmaals ingezoomd op de vereisten van methodisch werken, en wordt aandacht besteed aan driehoeksgesprekken.
10.2 Het 8-fasenmodel Het 8-fasenmodel is een methode die het NIZW speciaal ontwikkeld heeft voor de maatschappelijke opvang om cliënten individueel te kunnen begeleiden. Het is een methode om gestructureerd en in samenwerking met cliënten te werken aan haalbare begeleidingsdoelen. Het model heeft als doel een belangrijke bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de hulpverlening. Het 8-fasenmodel is een praktisch model om primaire processen te systematiseren. Het model verdeeld het primaire proces onder in 8 fasen. Elke fase heeft zijn eigen doel,
44
werkwijze en formulieren. Het 8-fasenmodel onderscheidt acht leefgebieden. De leefgebieden komen in bijna elke fase van het model terug. Kenmerk van de leefgebieden is dat ze voor iedereen van belang zijn, ook voor mensen die geen cliënt van de maatschappelijke opvang zijn . Het model is uitgebreid getoetst door het NIZW. Gebleken is dat het 8-fasenmodel werkt: dat het bijdraagt aan de verbetering van begeleidingsprocessen bij cliënten in de maatschappelijke opvang. Met name zorgt het voor meer zicht op de cliënt en het begeleidingstraject, meer houvast in het individuele werken en meer doelgerichtheid .
Het model gaat uit van de situatie zoals die gebruikelijk is in de maatschappelijke opvang, namelijk een cliënt, een hulpvraag en een noodzaak om de cliënt op te nemen in een instelling. Home Sweet Home neemt geen cliënten op, in die zin dat HSH geen huisvesting biedt. In de nu volgende beschrijving wordt het model niet exact gepresenteerd zoals het NIZW het model hanteert. Het model is toegeschreven op HSH. De 8 fasen Het model bestaat uit 8 fasen. Iedere fase kent een eigen doel, werkwijze en formulier. Hieronder worden de fasen kort weergegeven: 1. Aanmeldingsfase: Het doel is om te bepalen of de aanmelder in aanmerking komt voor een traject bij HSH. Meestal gebeurt dit telefonisch, maar mensen kunnen ook langskomen. Na een eerste inschatting volgt een uitnodiging voor een screeningsgesprek. In dit gesprek wordt bekeken of er sprake is van ernstige psychiatrische problematiek, illegaliteit, agressieproblematiek en er wordt een eerste screening verricht op aanwezigheid van motivatie. De medewerker van HSH geeft informatie over HSH. Als de screening niet tot
45
afwijzing/doorverwijzing leidt. Na de screening vraagt HSH toestemming aan SoZaWe voor deze aspirant deelnemer om het traject te kunnen volgen. Daarna volgt een intakegesprek met de aspirant deelnemer. 2. Intakefase: Met de potentiële deelnemer wordt uitgebreid gepraat over de huidige situatie, verleden, problemen en verwachtingen. De deelnemer en zorgverlener onderzoeken of ze bij elkaar passen en of het aanbod van HSH aansluit bij de vraag en mogelijkheden van de deelnemer. 3. Opnamefase: De deelnemer wordt toegelaten tot HSH. In een kort tijdsbestek worden een aantal zaken geregeld, zoals: start leer - werktraject, huisvestingsprobleem, andere urgente problemen. De deelnemer krijgt zijn/haar eigen Personal Coach toegewezen (meestal de persoon die de intake voerde). De hulpverlening door andere instellingen wordt, daar waar nodig, zo snel mogelijk op gang gebracht. 4. Analysefase: De situatie van de deelnemer wordt in kaart gebracht aan de hand van de 8 levensgebieden. Deze beschrijving dient een samenwerking tussen deelnemer en PC te zijn. Met behulp van een formulier wordt een persoonsbeschrijving opgesteld die als basis dient voor het latere begeleidingsplan. Observaties van andere onderdelen van HSH (school, werktraject) worden daarin opgenomen. 5. Planningsfase: De deelnemer en de PC stellen samen een begeleidingsplan op. In het plan worden doelen en subdoelen geformuleerd per leefgebied. De doelen worden SMART geformuleerd. Ook wordt een prioriteit aan het doel toegekend. Vervolgens wordt gekeken wie/wat de deelnemer gaat inschakelen om de doelen te bereiken. Het begeleidingsplan is de leidraad en tevens wettelijk verplicht. Vanuit het begeleidingsplan maakt de PC een stappenplan. Dit plan bevat alleen een beschrijving van de doelen op korte termijn. Het stappenplan wordt minimaal een keer per drie maanden vernieuwd, of zoveel als nodig is. 6. Uitvoeringsfase: Deze fase staat geheel in het teken van het begeleidingsplan. Er is één begeleidingsplan. Binnen dit begeleidingsplan wordt op de verschillende leefgebieden in kleine stappen gewerkt. In de praktijk heet dit het stappenplan. De gestelde doelen moeten binnen de gestelde termijn gehaald worden. Belangrijk is dat er afstemming plaatsvindt, zowel intern
46
als extern. Het stappenplan wordt per kwartaal geëvalueerd en bijgesteld. Dat maakt dat het begeleidingsplan regelmatig geactualiseerd wordt. 7. Evaluatiefase: Een evaluatie vindt ieder kwartaal plaats, maar dit kan ook vaker zijn als de deelnemer daarbij gebaat is. De vorm van de evaluatie wordt per deelnemer bekeken. Soms zal het gesprek plaatsvinden met de deelnemer, PC en medewerkers van het leer -werktraject. Ook kunnen externen daarbij betrokken worden; vooral wanneer enkele doelen ook extern zijn belegd. Het resultaat van de evaluatie kan zijn: bijstellen begeleidingsplan, koers wijzigen, doorstroom naar volgende fase, of uitstroom. 8. Uitstroomfase: Dit is het moment dat de deelnemer stopt bij HSH. In het beste geval gebeurt dit omdat de deelnemer het traject geheel heeft afgelegd, en de touwtjes van het opgebouwde leven zelf in handen kan houden. Uitstroom kan ook worden veroorzaakt door de onderkenning dat HSH niet geschikt blijkt, doorverwijzing, door wegblijven van de deelnemer, of door detentie. Dit waren de 8 fasen van het 8-fasenmodel. Nu gaan we verder in op de leefgebieden.
10.3 De 8 leefgebieden Om de levensloop, de huidige situatie en de problemen van de deelnemer in kaart te brengen, wordt een indeling in 8 leefgebieden gehanteerd. Deze 8 leefgebieden komen in elk van de 8 fasen weer terug. Op deze manier wordt er naar uniformiteit en overzichtelijkheid gestreefd. De 8 leefgebieden staan hieronder in willekeurige volgorde beschreven. Voor elk leefgebied is objectieve en subjectieve informatie te geven. Met subjectief wordt gedoeld op de beleving van de deelnemer, met objectief op ‘feiten’: 1. Financiën: Hierbij vormen schulden vaak een groot probleem. Veel deelnemers hebben een uitkering, of hebben helemaal geen inkomen. 2. Huisvesting: Veel deelnemers hebben geen zelfstandige woonruimte, en dat is vaak moeilijk te bereiken. Ook zijn er deelnemers die op straat leven of in de crisisopvang. 3.
Sociaal functioneren:
47
Hier staat het functioneren in relatie tot de directe omgeving centraal. Bij een zwak sociaal netwerk zal die directe omgeving bestaan uit instanties, instellingen en overheidsdiensten. 4. Psychisch functioneren: Dit betreft het geestelijke welbevinden van de deelnemer. Eventuele medicatie valt onder dit gebied. 5. Zingeving: De zin en het doel dat een deelnemer aan zijn leven geeft is onderdeel van de begeleiding. Ook is dit het gebied waar impliciet de motivatie zit: wat maakt het leven nog waardevol voor de deelnemer? 6. Lichamelijk functioneren: Hieronder wordt fysieke gezondheid verstaan, die bij (ex-) daklozen vaak ernstig is aangetast. Daarnaast gaat het om zelfverzorging. 7. Praktisch functioneren: Hier gaat het om de alledaagse handelingen die nodig zijn om te functioneren. Ook taalbeheersing valt hieronder, omdat dit een voorwaarde is voor maatschappelijke participatie. 8. Dagbesteding: Hier gaat het activiteiten waar de deelnemer zijn dag aan besteedt en zijn week mee invult. Het doel is het verkrijgen van een ritme en het opbouwen van sociale contacten en het vinden van (vrijwilligers)werk. Dit moet een positiever zelfbeeld opleveren. De praktijk van het 8-fasenmodel bestaat met name uit het gebruik van de formulieren voor de persoonsbeschrijving en het begeleidingsplan/evaluatieverslag. Er wordt expliciet over afstemming gesproken, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen incidentele ad hoc afstemming en structurele systematische afstemming. Systematische afstemming dient in het 8-fasenmodel een duidelijke plek in te nemen. Het instrument daarvoor is het deelnemersoverleg (intern overleg) en de evaluatie van het begeleidingsplan, waar zorgverleners van binnen en buiten de instelling aan deel kunnen nemen. De PC is de belangrijkste verantwoordelijke voor een goede afstemming.
48
Personal Coach Anchel vertelt: Marcel is een alleenstaande man van 55 jaar. Hij werd in 2005 dakloos doordat hij zijn huis werd uitgezet. Marcel betaalde al geruime tijd geen huur meer en zag het niet meer zitten. Kort daarvoor was hij door zijn vrouw verlaten en hij zag geen uitweg meer. Hij dacht: “Het zal allemaal wel loslopen en vanzelf weer goed komen”. Als klap op de vuurpijl werd hij ontslagen. Door een conflict met zijn werkgever was hij niet meer op zijn werk verschenen. Het gevolg was dat zijn werkgever hem ontsloeg wegens werkweigering. In de zomer van 2006 meldde hij zich bij ‘Havenzicht’ (dag - nachtopvang) en kwam zo in de wereld van dak- en thuislozen terecht. Marcels eerste contact met “Home Sweet Home’ was op 19 september 2006. Vanuit “Home Sweet Home” is hij aan de slag gegaan bij Sandford, de meubelwerkplaats, om zo recente werkervaring op te doen en om actief te blijven in het arbeidsproces. Via de uitstroomcoach van Home Sweet Home kreeg Marcel een stageplek bij Blasio aangeboden. Blasio, onderdeel van CVD, vervaardigt en verhuurt luchtkussens in bijna alle vormen die je maar kunt bedenken. Marcel helpt mee om de kussens te maken en plaatst de kussens bij opdrachtgevers. Maar hij houdt ook een oogje in het zeil als de kinderen op de kussens aan het spelen en springen zijn. Marcel had het er zo naar zijn zin dat zijn motivatie en enthousiasme niet onopgemerkt bleef bij zijn leidinggevende. Toen een andere medewerker Blasio verliet werd er gevraagd of hij interesse zou hebben in een baan van 22 uur per week. Marcel wilde dit maar al te graag. Nu, nog geen jaar later, heeft Marcel een prachtige kamer in een appartementencomplex in Rotterdam Zuid. Een complex waar alleen mensen wonen die ouder dan 50 jaar zijn. Als Marcel er prijs op stelt kan hij nog (extra) begeleiding krijgen maar het gaat goed met hem en hij heeft een goed contact met zijn woonbegeleider. Doordat Marcel bij diverse instanties betalingsachterstanden heeft is hij aangemeld voor ‘Schuldhulpverlening’. Ik heb contact gezocht met een medewerkster van de kredietbank in Rotterdam en zij heeft contact gelegd met de schuldeisers om een akkoord te kunnen bereiken. Hierdoor zou Marcel binnen drie jaar van zijn schulden afzijn. Wat er niet allemaal kan gebeuren in nog geen jaar!
49
10.4 Het 8-fasenmodel versus het Home Sweet Home model Het HSH-traject omvat alle activiteiten en begeleidingsvormen die leiden tot uitstroom. Het 8-fasenmodel is het instrument om de begeleiding te structureren en een dossier op te bouwen. Hoe verhoudt het 8-fasenmodel zich tot het traject? Gaat iedere fase van het model gepaard met een plek in het traject? Voor de overzichtelijkheid zou het prettig zijn als het 8-fasenmodel gelijke tred houdt met onderdelen uit het traject. Dit zou echter geen recht doen aan de deelnemer. Juist de mogelijkheid om ieder traject op maat te snijden bepaalt de kwaliteit van HSH. De workflow van het traject en het 8-fasenmodel kunnen dan ook niet statisch op elkaar worden gelegd. Hoewel HSH geen vaste regels hanteert voor de deelnemers, is HSH zelf wel gehouden aan afspraken en regels over verslaglegging, informatieverzameling en evaluatie. Deze worden onder andere gesteld door de interne kwaliteits- en kwantiteitseisen, wettelijke eisen, daarnaast de ESF- eisen, en afspraken met externe partners zoals de Sociale Dienst. Vaste afspraken ten aanzien van de begeleiding zijn onder andere: • en gedegen begeleidingsplan met SMART omschreven (sub) doelen en stappen; • elke drie maanden trajectverantwoording richting SoZaWe; • minimaal ieder half jaar een evaluatie van het begeleidingsplan en het opstellen van een nieuw plan. Het HSH traject kan lineair worden doorlopen, maar ook kan de deelnemer op verschillende momenten een stap terug doen in het traject, of de afspraken wijzigen. Het 8-fasenmodel is circulair zolang geen sprake is van uitstroom. Het model wordt diverse keren doorlopen: alleen al door het feit dat ieder half jaar een nieuw begeleidingsplan wordt gemaakt. De plek die de deelnemer heeft in het HSH traject, geeft dus geen informatie over de fase waarin de deelnemer zit in het 8-fasenmodel. Dit is ook niet noodzakelijk. Het model is immers een praktische procesmatige aanpak voor de begeleiding en dossiervorming. Op een aantal momenten in het HSH valt wel te bepalen waar de deelnemer zit in het 8fasenmodel
50
Intake HSH
Activer ing
Intake Startblok
Startblok (12-24 uur werk)
Stage
Uitstroom
analyse Intake fase
planning
evaluatie
Uitstroom fase
uitvoering
De aanmelding van de deelnemer zet het 8-fasenmodel in werking: de aanmeldingsfase. Deze fase bestaat uit het feitelijke eerste contact, en de screening. De intakefase omvat het intakegesprek en assessment. Als de intake leidt tot deelname aan HSH dan start de ‘opnamefase’. De deelnemer wordt niet letterlijk opgenomen, maar wordt opgenomen in het traject. In deze fase wordt snel naar oplossingen gezocht voor acute problemen. De deelnemer start het leertraject en wordt geplaatst bij Activering. Na de eerste acute hulp breekt een periode aan waarin de PC en de deelnemer het contact opbouwen. Deze fase is de analysefase. De PC krijgt een beter beeld van de deelnemer en diens situatie. De analyse leidt uiteindelijk naar een begeleidingsplan (de planningsfase) Het kan dat de deelnemer tijdens deze planningsfase in Activering actief is, maar het is evengoed mogelijk dat de deelnemer al bij Startblok zit – bijvoorbeeld als blijkt dat de deelnemer veel werkervaring heeft en goed in staat is tot deelname aan Startblok. Het opstellen van het begeleidingsplan mag geen belemmering vormen voor de voortgang van de deelnemer. Wel is het wenselijk (en wettelijk vastgelegd) dat het begeleidingsplan binnen twee maanden is opgesteld. Op het moment dat de deelnemer bij Startblok begint, komt hij of zij opnieuw in de cyclus van analyse, planning en evaluatie. Bij Startblok wordt namelijk naar de deelnemer gekeken en wordt hij/zij begeleidt in het aanleren van vaardigheden en het uitbouwen van kwaliteiten gerelateerd aan het werknemerschap. De werkmeesters observeren de deelnemer, en maken met de deelnemer stappen die het mogelijk maken om (sub)doelen te behalen (zoals die in het begeleidingsplan staan). Als de deelnemer van Startblok overgaat naar een stage in het werkveld dan zal een evaluatie plaatsvinden van de periode Startblok. Of dit samenvalt met de evaluatie van het begeleidingsplan is niet vastgesteld: het is mogelijk, maar hoeft niet.
51
De uitstroom uit HSH valt natuurlijk wel samen met de uitstroomfase van het 8fasenmodel: voor wat betreft HSH. Indien de staande organisatie met het 8-fasenmodel werkt, en de deelnemer gebruik blijft maken van andere faciliteiten van de organisatie, dan vind er geen uitstroomfase plaats. Personal Coach Anchel vertelt: Vervolg over Marcel: Vorige week vrijdag stond Marcel bij ons voor de deur. Hij had groot nieuws, namelijk een eigen huurhuisje! Zijn woonbegeleider Cees de Hoog had voor hem via Woonnet – Rijnmond gereageerd op een 55+ plus woning. Marcel was een van de gelukkigen. Hij kan aanstaande donderdag het huurcontract ondertekenen. Mits….hij de eerste maand huur direct kan betalen. Het gaat om een bedrag van € 500.00. Ik heb toen contact opgenomen met de kredietbank (waar zijn schuldhulpverlening in behandeling is) en vanuit zijn ‘potje – onvoorziene kosten’ kon er een bedrag ad € 500.00 worden vrijgemaakt. Als het goed is kan Marcel morgen dus zijn nieuwe (zelfstandige) huis in. Tevens is zijn arbeidsovereenkomst omgezet van 22 naar 32 uur. Met zijn salaris o.b.v 22 uur moest hij toch nog een beroep doen op een aanvullende WWB- uitkering. Toen de personeelsconsulent, J.Versloot, daarvan hoorde werden zijn uren uitgebreid naar 32 uur per week. Gelukkig was die mogelijkheid er! Nu heeft Marcel dus binnen een jaar een eigen woning en een full- time baan!
10.5 De presentietheorie van Baart Dit concept is ontwikkeld vanuit het werk van buurtpastores met mensen die geïsoleerd en 'sociaal overbodig' zijn. Andries Baart heeft de theorie in nauwe samenwerking met buurtpastores uitgewerkt. In de presentiebenadering staat de relatie tussen zorgverlener en cliënt voorop. Uit deze relatie blijkt gaandeweg wat de zorgverlener voor de cliënt kan betekenen . Op de presentiewebsite wordt presentiebeoefening beschreven als: ´Een praktijk waarbij de zorggever zich aandachtig en toegewijd op de ander betrekt, zo leert zien wat er bij die ander op het spel staat – van verlangens tot angst – en die in aansluiting dáárbij gaat begrijpen wat er in de desbetreffende situatie gedaan zou kunnen worden en wie hij/zij daarbij voor de ander kan zijn. Wat gedaan kan worden, wordt gedaan. Het betreft een
52
manier van doen, die slechts verwezenlijkt kan worden met gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, met praktische wijsheid en liefdevolle trouw.´ Bijzonder is de volgorde waarin het beschreven handelen zich ontplooit: eerst wordt de betrekking op een specifieke, intense wijze aangegaan, dan pas kan blijken wie de zorgverlener voor de ander kan zijn en om welk verlangen of om welke nood het zal gaan en wat zorg behoeft. De relatie staat dus voorop . Andries Baart geeft in zijn beschrijving van de presentietheorie op vijf clusters de methodische kenmerken. Deze vijf clusters worden hier besproken.
1
Kenmerken cluster Beweging, plaats en tijd
2
Ruimte en begrenzing
3
Aansluiting
4
Afstemming en openheid
5
Betekenis
Strekking De beroepskracht volgt de ander (in plaats van andersom) Uit één stuk werken / integralisme (in plaats van fragmentatie en specialisering) Bij het geleefde zijn (in plaats van bij de bureaucratische schematisering ervan) Het goed van de ander centraal zetten (in plaats van de eigen – goede – bedoeling) De ander is minstens bij één in tel (erkenning en relatie wegen het zwaarst)
Aan de hand van bovenstaand schema worden de clusters hieronder toegelicht, en toegespitst op de werkwijze van de Personal Coach. 1. Beweging, plaats en tijd De PC werkt niet (alleen) vanachter een bureau, maar werkt in het open veld, buiten, komt waar de betrokkene komt. De PC is gemakkelijk te benaderen, aan te klampen en leeft het ritme van de betrokkene: soms langzaam aan, soms haastig omdat iets een urgentie heeft. Het werk is daardoor niet helemaal voorspelbaar. Het contact met de deelnemer is meestal langdurig. 2. Ruimte en begrenzing De PC is niet alleen beschikbaar voor een type probleem of vraag. Openheid, domeinoverschrijding en brede inzetbaarheid: de PC doet wat logisch is. De aandacht en hartelijkheid van de PC is onvoorwaardelijk. De deelnemer hoeft dit niet te verdienen. De deelnemer hoeft niet aan eindeloze voorwaarden te voldoen en kan het niet gemakkelijk verpesten. Want de PC is er, onvoorwaardelijk. De PC werkt (zoveel mogelijk) met de informatie, de gegevens en structuren zoals ze zich voordoen.
53
3. Aansluiting Er wordt nauw aangesloten bij de leefwereld en levensloop van de deelnemer. Niet de jacht op problemen staat centraal, maar het vinden van een bevredigende verhouding tot het leven. De PC en diens acties ogen vaak heel alledaags: alledaagse omgang- en werkvormen, gewone taal, gewone werkplekken en werkrollen, gewone aanleidingen en aangrijpingspunten. Denk niet aan zware hulpverleningsgesprekken, maar eerder aan met elkaar optrekken en daar doorheen ernstige zaken aansnijden. Bijvoorbeeld: tijdens het opruimen van een kamer praten over het mislukken van het vaderschap. 4. Afstemming en openheid In de presentietheorie liggen de doelen niet vast. Binnen HSH is dit wel het geval. Het doel is dagbesteding. Naast dit algemene doel ligt er nog een groot gebied dat de 7 andere leefgebieden omvat. Binnen deze leefgebieden liggen de doelen niet vast. De deelnemer bepaalt een doelrichting. De PC heeft een open agenda die de deelnemer mag invullen. De PC is open in de benadering. Hij pretendeert niet dat je het ‘weet’. Hij laat zich verrassen. Hij schort zijn oordeel op. Hij laat de betekenis die een ander aan zaken toekent goed tot zich door dringen. De sturing van het werk is zonder vaste structuur, zonder veilige regels en is reflectief. Je bent je eigen instrument, je moet het als PC van jezelf hebben. De PC stelt zich open op, flexibel, laat zien wie hij/zij is. 5. Betekenis Vanwege de kenmerken van de presentiebenadering is deze geschikt om contact te zoeken met mensen in de marge van de samenleving. De benadering blijkt vooral betekenisvol voor mensen die maatschappelijk uitgestoten worden, sociaal overbodig heten. De praktische tips die de presentietheorie hanteert geven een helder inzicht in de houding en bejegening die voortvloeit uit het wetenschappelijk onderzoek dat hiernaar gedaan is: • Wees gemakkelijk aanspreekbaar; • Werk niet vanuit een bureau; • Wees gericht op langdurige contacten; • Wees breed inzetbaar in een werkterrein dat niet bij voorbaat afgebakend is; • Deel de leefwereld van de betrokkenen; • Wees hartelijk en informeel in de omgang; • Heb een open agenda; • De deelnemer bepaalt wat belangrijk is en de relatie staat voorop.
54
10.6 De theorie van Home Sweet Home en de presentietheorie Werken volgens de uitgangspunten van de presentietheorie vraagt een ongebonden positie van de zorgverlener. Immers, de relatie staat voorop en het hulpverlenen wordt opgeschort. Dit houdt in dat van te voren niet vast kan staan wat de zorgverlener voor de ander kan betekenen en waarom het zal draaien in de betrekking, er geen beperkende factoren aanwezig mogen zijn zoals streefcijfers, methodieken etc. HSH heeft als gesubsidieerd project wel degelijk te maken met allerlei regels, verantwoordingssystemen, subsidies en andere externe eisen. Dit heeft echter geen invloed gehad op het werken met de principes uit de presentietheorie. Misschien als de keuze voor deze werkwijze van te voren was gekozen, er allerhande bezwaren waren opgeworpen omdat de randvoorwaarden niet aansluiten bij de presentietheorie. Maar de opdracht van HSH was: zoek een werkwijze, een methodiek, die werkt voor deze groep. De Personal Coaches (PC) zijn aan het werk gegaan zonder methodische keuzen vooraf. HSH bood de PC een kader en randvoorwaarden, en de personal coaches kregen daarbinnen de ruimte om te experimenteren. Het verloop van de werkwijze van de PC werd bijgehouden en besproken. Gaandeweg bleek dat de PC de basishouding van de presentietheorie toepast. Het gaat dan vooral om het voorop stellen van de relatie. De PC neemt de tijd om deze relatie op te bouwen en geeft geen oordeel of stelt geen consequentie aan de problemen en de hulpvraag. Wel gaat de PC direct aan de slag om de allergrootste problemen die tot ernstige obstructie leiden, op te lossen of te verminderen. In de praktijk blijkt dat deze aanpak in het voordeel van de relatie werkt. Veel deelnemers hebben een lange geschiedenis in de hulpverlening en/of andere dienstverlening, en zijn het vertrouwen geheel of gedeeltelijk kwijt. Deelnemers zijn vaak achterdochtig en hebben al te vaak meegemaakt dat mensen zich niet aan beloften en afspraken houden. De PC creëert vertrouwen door concreet iets te doen voor de deelnemer en daarmee te tonen dat de PC betrouwbaar is. De PC gaat de relatie aan met een duidelijk doel: de deelnemer op weg helpen naar dagbesteding. Hoewel dit een zeer concreet doel is, en de relatie en het doel van HSH daarmee gedefinieerd is richting de deelnemer, heeft dit geen beperking opgeleverd in de hulpverlening (in de vorm van wantrouwen o.i.d.). Het doel van HSH is glashelder en kent geen dubbele agenda. De aanmelding van de deelnemers verloopt langs vrijwillige weg. Het feit dat HSH ook gewoon zakelijke afspraken maakt met een deelnemer, hebben de PC’s niet als belemmering ervaren, maar juist omgezet naar een hulpmiddel. De PC is vanaf de start duidelijk – en informeert de deelnemer – over de zakelijke kant (contracten maken, doelen halen). De PC geeft hierbij aan dat de omgang met de zakelijke kant een realistische weergave is van de inrichting van de huidige maatschappij,
55
en dat de deelnemer een omgangsvorm zal moeten vinden met deze aspecten. Het aanbieden van een zakelijke kant dient als oefenterrein voor de deelnemer: hij/zij mag fouten maken, bevragen, uitproberen, en dit alles zonder direct ernstige gevolgen en/of sancties. De deelnemer heeft dus een grote mate van speelruimte en de PC is duidelijk in de functie en het doel ervan. Deze situatie creëert een veilige relatie, geeft ruimte voor de deelnemer om zichzelf te zijn en zichzelf te ontdekken. Tevens is het een realistisch aanbod: dit is wat je kunt verwachten in de maatschappij, oefen er maar mee. Een ander voordelig aspect van de zakelijke kant van HSH betreft het verlangen van mensen om voortgang te zien en te ervaren, om iets te behalen en om gezien te worden en gewaardeerd te worden. De deelnemer hoeft de waardering van een PC niet te verdienen, die is er vanaf het eerste contact. Maar dit betekent niet dat een deelnemer die waardering ook kan ontvangen. Dikwijls kan men waardering pas ontvangen als men zelf besluit dat het verdiend is. En dat verdienen hangt weer samen met ‘iets behalen’. HSH geeft de deelnemer volop de gelegenheid ‘iets te halen’. Er zijn tal van opdrachten, examens, diploma’s, deelcertificaten, doelen, etc. die er te behalen zijn. Ieder behaalde mijlpaal zal de deelnemer sterken in het idee dat hij/zij iets waard is, en zal de weg vrij maken om waardering te leren ontvangen. Zie verder ook de uitleg onder de paragraaf ‘Motivatie’. De PC werkt vanuit een kader, en heeft daarbinnen een grote ruimte. Die ruimte zit vooral in creativiteit. Denken buiten gebaande paden, levenswijzen niet opdringen maar uitvinden, oplossingen niet vanuit het eigen perspectief aanbieden maar vanuit de mogelijkheden van de deelnemer. Dit vraagt om een continu proces van ‘wakker worden’, inspireren. En wat vooral helpt is de aanwezigheid van creatieve geesten. Niet iedere PC hoeft een meester te zijn in creativiteit, maar moet er wel voor open staan. Daarnaast is het van belang dat er wel een medewerker rondloopt die voortdurend kan denken buiten de kaders, die als een ongeleid projectiel nieuwe ideeën en oplossingen aandraagt, mensen uitdaagt tot brainstormen en het zoeken van andere typen oplossingen. Andere belangrijke voorwaarden voor de PC om te werken met de presentietheorie is het mogen aangaan van een langdurige relatie en het behouden van een lage caseload. Zie voor meer informatie daarover ook de paragraaf 11.1 ‘de personal coach’.
10.7 De rol van de HSH medewerker in de methodiek Tot nu toe is vooral de procesmatige kant van HSH besproken. De methodische werkwijze van HSH behelst natuurlijk meer dan de optelsom van instrumenten en processen. Welke elementen voegt de medewerker van HSH toe?
56
Alvorens daar op in te zoemen eerst een definitie, want wat wordt precies verstaan onder methodisch werken? Het beroepsprofiel van maatschappelijk werkers zegt daarover: 1. Er is sprake van systematiek 2. Er wordt procesmatig gewerkt 3. De hulpverlening is doelgericht In het basismodel voor methodisch hulpverlenen stelt A. Snellen, methodisch werken is: 1. 2. 3. 4.
een interactioneel gebeuren tussen zorgverlener en cliënt ter oplossing van problemen dat – min of meer – in fasen verloopt vanuit specifieke opvattingen en uitgangspunten.
Deze definitie herbergt de systematiek, procesmatige kant en de doelgerichtheid, en doet tevens recht aan het specifieke van de situatie, namelijk de interactie tussen de cliënt en de zorgverlener (nr. 1). Deze interactie is van wezenlijk belang, en geeft het onderscheid aan tussen het leveren van een ‘product’ of een ‘dienst (verlening)’. Aan nummer 2: ‘het oplossen van problemen’ zitten twee kanten: ten eerste de ontwikkeling van de interactie tussen hulpverlening en cliënt en de ontwikkeling van de cliënt, en ten tweede de ontwikkeling van de probleeminhoudelijke kant. Per punt komt de aanpak van HSH aan de orde. Er wordt gestart met punt 4, en zo terug naar punt 1. Punt 4: specifieke opvattingen en uitgangspunten Uitgangspunt van HSH: • Denk in mogelijkheden, niet vanuit beperkingen • Deelnemer staat centraal • Inspelen op wat de deelnemer wil • Dagbesteding levert een constructieve bijdrage aan de ontwikkeling van een persoon • Iedereen wil waardering • Ieder mens heeft een (onzegbare) wil om onderdeel te zijn van een sociale structuur • Ieder mens heeft een intrinsieke motivatie tot het uiten van, en vorm geven aan, de eigen aanleg en mogelijkheden
57
HSH heeft de volgende doelstellingen: • Help de deelnemer van A naar Beter • Zoek uit wat de hoogst haalbare doelen zijn • Laat de mogelijkheden zien • Wees realistisch, ook in de grenzen en/of beperkingen • Vergroot de zelfredzaamheid • Daar waar het kan de deelnemer re-integreren naar werk of andere vormen van dagbesteding HSH gaat er van uit dat ieder mens die verwikkeld raakt in een problematische situatie, baat kan hebben bij tijdelijke intensieve hulpvormen en een leidende wijze van optreden. Deze aanpak biedt een tijdelijke structuur en houvast, waarna deze – in het juiste tempo – kan worden vervangen door structuur en houvast die de persoon zelf ontwikkeld, of opnieuw in gebruik neemt. In praktische zin gaat HSH er van uit dat: • Verslaving geen reden is tot een ontregeld leven of een leven aan de zelfkant. • Mensen die verslaafd zijn in principe kunnen werken • Deze specifieke groep goed is in ‘cliënt’ zijn, HSH benaderd ze als deelnemer: een nieuwe rol • Iedereen recht heeft op een weg naar werk • De hoogst haalbare vorm van werk bestendigd moet worden. Naast de werkwijze en uitgangspunten van HSH heeft HSH en de deelnemer ook te maken met de partners van HSH. CVD, SoZaWe en scholengemeenschap Albeda hebben een overeenkomst gesloten waarin de taken en verantwoordelijkheden van de partijen zijn benoemd. Daarnaast is er een samenwerking opgezet met werkgevers in Rotterdam. Vooral de ROTEB is een actieve partner. Al deze partners hebben hun werkwijze, cultuur, uitgangspunten etc. De deelnemer krijgt te maken met de overeenkomsten en verschillen van de uitgangspunten en opvattingen. Een aantal opvattingen delen de partners, zoals: iedereen heeft mogelijkheden en recht op een weg naar werk/dagbesteding. Een deelnemer die de verschillen opmerkt en daar iets van vindt (of tegenaan loopt) zorgt voor goede gespreksstof met de PC! HSH heeft met de partners een intensief contact. Kennis en ervaringen worden uitgewisseld. In de samenwerking is het vooral van belang elkaars verschillen te weten en te begrijpen, zodat deze uitmonden in kennisoverdracht.
58
Punt 3: gefaseerd werken De gefaseerde manier van werken van HSH is vastgelegd in het gebruik van het 8fasenmodel en in de fasering van het HSH-traject. De functie en wijze van werken waar het 8-fasenmodel voor staat is te vinden in hoofdstuk 10 paragraaf 2 en 3 In paragraaf 4 wordt het 8-fasenmode gekoppeld aan de werkwijze binnen HSH. Een toelichting op het traject is in hoofdstuk 8 te vinden. De ontwikkelde formulierenset en de wijze waarop de deelnemersdossiers zijn ingericht en worden bijgehouden structureren het gefaseerd werken (zie Deel 4) Punt 2: problemen oplossen Deelnemers van HSH willen een dagbesteding, maar worden gehinderd door (terugkerende) problemen. Het doel van HSH – mensen toe leiden naar de arbeidsmarkt/ dagbesteding– kan alleen behaald worden als deze problemen zodanig wijzigen dat deelname aan dagbesteding een reële optie is. HSH brengt de problemen van de deelnemer in kaart tijdens het intake gesprek. Vervolgens wordt bekeken welke problemen urgent zijn, en welke problemen in een later stadium worden aangepakt. Overigens hoeft een probleem niet per definitie opgelost te worden: sommige problemen zijn eenvoudigweg niet op te lossen. Het is soms al een stap voorwaarts als een probleem verlicht, lichter gemaakt wordt, bijvoorbeeld doordat andere problemen zijn opgelost, of dat men er anders tegenaan kijkt. Een andere kijk op de ernst en mate van problemen betreft de samenhang. Simpel gezegd: een probleem trekt positieve ontwikkelingen naar beneden. Een deelnemer kan best in staat zijn om een tijdje naar school te gaan als er nog geen stabiele woonsituatie is. Dit wordt al lastiger naarmate er meer van de deelnemer verwacht wordt. Op het moment dat de deelnemer vier hele dagen op HSH moet functioneren en bij Startblok aan de slag gaat, is het vrijwel ondoenlijk om dat te volbrengen zonder een vaste woonplek. Op deze wijze zegt het soort probleem, en de mate van een probleem, ook iets over de mogelijkheden en de groei van de deelnemer op andere leefgebieden. Momenteel wordt gewerkt aan het creëren van diverse ‘ladders’. Een ladder geeft de situatie en stadia aan van een persoon op een bepaald gebied, bijvoorbeeld wonen of werk. Er wordt gewerkt aan een woonladder, een werkladder en een welzijnsladder. De verwachting is dat de trede van een ladder (waar de deelnemer staat) een goede indicatie kan geven over de (on)mogelijkheden op de andere ladders. Op die manier is visueel zichtbaar te maken op welke problemen actie moet worden ondernomen.
59
Sam werd 41. Hij kwam langs op HSH en nam taart mee. We feliciteerden hem, maar ik zag dat hij bedrukt was. Later nam ik hem even apart, vroeg wat er was. Hij sloeg helemaal dicht. We rookten wat, ik haalde nog eens thee. Na een tijdje begon hij over zijn dochters. Ik weet dat hij twee dochters heeft die hij niet meer ziet, door zijn zwerfgedrag en verslaving. Sam begon te praten: over hoe hij ze mist, dat hij ze wil zien en spreken, dingen wil uitpraten, wil goedmaken. Ik had hem niet eerder zo serieus horen praten, hij gebruikte ook echt andere woorden, normaal is hij best oppervlakkig. Hij bleef praten. Ik liet hem want ik hoorde ineens veel meer dan de maanden daarvoor. Hij vertelde ook dat zijn dochters zijn enige echte motivatie waren om naar HSH te komen. Hij was bang dood te gaan voordat hij het goed heeft gemaakt: dat drijft hem, dat stuurt hem. Ik begreep al snel dat ik hem niet kon helpen met dit grote doel. Maar wel met alle andere doelen die het misschien in de toekomst mogelijk maken om met zijn dochters te praten. Zo gaan we nu iets doen aan zijn manier van praten, dat hij niet altijd gelijk moet willen krijgen.
Het definiëren van problemen kan tot stand komen door: • de deelnemer die een probleem benoemt • de personal coach die een probleem signaleert • een medewerker van HSH die een probleem signaleert, bijvoorbeeld de werkmeester • een externe relatie van HSH, bijvoorbeeld de contactpersoon bij de sociale dienst Problemen worden omgezet in het stellen van doelen. Het kan gaan om problemen die urgent zijn en direct actie vereisen, bijvoorbeeld een uithuisplaatsing. De PC zal direct actie ondernemen. Deze actiesnelheid zorgt ervoor dat de urgente problemen niet het HSH traject torpederen, en tevens is het ook een manier om krediet op te bouwen bij de deelnemer en ernaartoe te werken dat de deelnemer vertrouwen krijgt in HSH. Doorgaans zal het gaan om langere termijn doelen. In principe komt een doel alleen in het begeleidingsplan als de deelnemer daar mee akkoord gaat. Dit kan inhouden dat iedereen een bepaald probleem ziet maar de deelnemer daar niet mee akkoord gaat. HSH houdt het volgende principe aan: als het probleem niet bedreigend is of escalerende problemen zal veroorzaken, dan volgt de PC de deelnemer in zijn/haar besluit. Zo niet, dan zal de PC ruim de tijd nemen via gesprekken om de deelnemer te laten inzien dat de probleemerkenning voorwaarde is om verder te gaan bij HSH. Het definiëren van problemen vereist ruime aandacht. De beginfase is vaak het meest eenvoudig, doordat de problemen van praktische aard zijn, zich duidelijk aandienen, en
60
een zichtbare belemmering vormen. Is deze fase eenmaal gepasseerd, dan gaat het om meer structurele problemen: gedrag, emoties, denkwijzen die de deelnemer herhaaldelijk in problemen brengt. In de beginfase van het contact tussen de PC en de deelnemer, maakt de PC gebruik van de volgende instrumenten en vaardigheden: 1. Verleiden & verlokken De eerste weken zal de PC zich inzetten om de deelnemer in positieve zin te ‘verleiden & verlokken’. Zoals werkgevers proberen goede werknemers te lokken via doordachte reclamecampagnes, zoals de groenteman zijn klanten probeert te verleiden tot kopen door het aantrekkelijk uitstallen van zijn/haar waren, zo probeert de PC de deelnemer te verleiden om mee te doen aan HSH: om HSH een kans te geven, om de PC een kans te geven, en vooral zichzelf een kans te geven. De PC verlokt de deelnemer tot deelname en inzet door de mogelijkheden die dat biedt levendig voor te stellen, door de haalbaarheid van het streven te onderstrepen, door daadwerkelijk iets te doen voor de deelnemer. Het verleiden & verlokken is een opstap naar een werkelijk contact en een werkelijke kwaliteit van inzet en betrokkenheid. Zoals de groenteman zijn appels laat glimmen, zo laat de PC zowel de deelnemer als HSH glimmen. Of de appel ook daadwerkelijk aan de verwachting voldoet moet blijken bij de eerste echte hap. Zo vergaat het ook de deelnemer en de PC. Het verleiden & verlokken is dan ook geen middel dat gedurende het gehele traject wordt gehanteerd. Het is alleen bedoeld voor de beginfase om de deelnemer binnen te halen. Na de startfase moet de PC het verleiden & verlokken weer verlaten: want het haalt een deelnemer misschien wel binnen, maar het lost uiteindelijk niets op. Maar is de deelnemer is binnen, dan zijn de eerste voorwaarden voor succes gerealiseerd. 2. Veiligheid De PC zal trachten een veilig klimaat te creëren voor de deelnemer. Met de term veiligheid wordt hier niet alleen gedoeld op fysieke veiligheid. Veiligheid verwijst hier naar het brede spectrum van fysieke, emotionele en relationele aspecten die als randvoorwaarden dienen om met mensen een goede relatie op te bouwen. De PC, en in het verlengde daarvan HSH en alle aanverwante onderdelen (zoals de school) trachten een veilig klimaat te creëren door: • • • •
betrokken te zijn op de deelnemer de stemming van de werknemers van HSH is positief en hoopvol een open en oordeelvrije houding, in woord en gebaar het secuur nakomen van afspraken
61
• • • • • • • •
•
het secuur informeren van de deelnemer over alles wat hen aangaat congruent gedrag van zowel de medewerker als van HSH als geheel de PC respecteert de grenzen die de deelnemer aangeeft De deelnemer wordt zoveel als mogelijk, en zoveel als doelmatig en veilig, de keuze mogelijkheid gegeven de PC accepteert de deelnemer onvoorwaardelijk Fysieke afstand en nabijheid wordt zorgvuldig door de PC afgewogen en op de deelnemer afgestemd Goede acties van de deelnemer worden benadrukt Ineffectief gedrag van de deelnemer wordt eerlijk benoemd en gebruikt om de deelnemer te leren kennen en begrijpen en de deelnemer andere opties te presenteren Respect, gelijkwaardigheid en een oordeelvrije houding worden nagestreefd, maar daarbij wordt de realiteit van een situatie niet omzeild of verdoezeld– denk bijvoorbeeld aan de aanwezigheid van een machtsverhouding
3. Normaliseren Een belangrijk onderscheidt dient gemaakt te worden tussen de problemen die bij het ‘normale, alledaagse leven’ horen, en de problemen die voortkomen uit specifieke kenmerken van de deelnemer. De doelgroep van HSH heeft vaak de neiging om alledaagse problemen op te werpen als problemen die alleen hen overkomt. Dat deze problemen een bepaalde zwaarte krijgen, doordat ze zijn verstrengeld met nog meer andere problemen, is te begrijpen. Toch is het belangrijk de alledaagse problemen ook als zodanig te benoemen. Op die wijze worden hevige gevoelens en ideeën genormaliseerd, en ziet de deelnemer dat ook ‘andere’ mensen die alledaagse problemen hebben. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de ondoordringbaarheid van organisaties. Deelnemers denken dikwijls dat zij onbeschoft worden behandeld omdat ze ‘junk’ zijn. Hoewel dit beslist wel eens waar is, is het evengoed vaak niet waar. Een uitleg van een PC die ook wel eens ‘zoiets heeft meegemaakt’ plaatst het probleem in een realistischer en hanteerbaarder context. 4. Concreet bewijs ‘Echt’ iets voor de deelnemer doen: dat is vaak het antwoord van een dak - thuisloze persoon op de vraag: ‘wat kan de hulpverlening voor je doen?’. Met ‘echt’ iets doen wordt gedoeld op het bijstaan en/of oplossen van concrete problemen zoals: een identiteitskaart regelen, mee naar de dokter, onderdak bieden, etc. HSH beschikt over een breed palet aan interne- en externe contacten en samenwerkingsverbanden. Tevens is de PC niet vies van de klussen die het dagelijkse leven met zich mee kunnen brengen, zoals papieren invullen, schoonmaken,
62
boodschappen doen, samen in de rij staan. De PC biedt concrete hulp bieden bij praktische problemen zodra iemand deelnemer is. Op deze manier laat de PC zien dat hij/zij zich serieus inzet voor de deelnemer en dat beloften worden nagekomen. Tevens bieden deze acties situaties aan waarin de PC de deelnemer kan leren kennen. 5. Stappenplan Zoals staat beschreven bij de paragraaf ‘dossiervorming’ wordt er een begeleidingsplan gemaakt met en voor de deelnemer. Dit plan moet minimaal ieder half jaar worden geëvalueerd waarna eventueel een nieuw plan wordt geschreven. Vanuit dit begeleidingsplan wordt er – voor een kortere periode – een stappenplan gemaakt. Dit plan is een kort en krachtig overzicht van de stappen die de deelnemer per kwartaal wil maken en de doelen die daardoor gehaald gaan worden. Het stappenplan omvat kleine, duidelijke stappen. Het gaat in dit plan dus niet om doelen die ver in de toekomst liggen of moeilijk meetbaar zijn – zoals een ingericht huis hebben of beter met mensen omgaan. In het stappenplan staan stappen, zo klein mogelijk en SMART geformuleerd. SMART staat voor: S = Specifiek M = Meetbaar A = Acceptabel R = Reëel T = Tijdgebonden Door de stappen zo klein mogelijk te maken, is de kans op het behalen van succes het grootst. Op die manier creëer je vaker een succesmoment voor de deelnemer, en blijken vooraf gestelde stappen haalbaar. De PC maakt in het stappenplan ook kenbaar welke acties de PC uitvoert. Door zich aan de afspraken te houden, en dit later te evalueren met de deelnemer, laat de PC zien dat hij/zij een betrouwbare metgezel is. Punt 1: de interactie tussen de deelnemer en HSH Over de interactie tussen de deelnemer en de PC/HSH is eigenlijk al veel gezegd onder punt 2, 3 en 4. Hieronder volgt een toelichting op een aspect dat nog niet aan de orde is geweest: de zakelijke kant en de begeleidingskant van de interactie. Daarna nog een korte toelichting op de overige interacties. Onder welke condities komen mensen tot uitzonderlijke prestaties? Hieronder volgt een lijst van gunstige condities van Egbers. Egbers (werkzaam bij Hay management consultants) vond de volgende kenmerken van een 'bevorderend leerklimaat':
63
• • • • • • • • • • •
doelen zijn helder omschreven het systeem staat open voor onderzoek en feedback vergissingen en fouten mogen worden gemaakt en er wordt van geleerd individuele en culturele verschillen worden gerespecteerd gevoelens zijn net zo belangrijk voor leren als ideeën en vaardigheden er is een sfeer van vertrouwen, acceptatie en betrokkenheid de nadruk ligt op samenwerking in plaats van op competitie er is ruimte voor ieders inbreng doelen en werkvormen worden gedeeld taak- en persoonlijke ervaringen worden uitgewisseld er is aandacht en waardering.
Veel elementen uit bovenstaande opsomming waren in de welzijnssector gemeengoed in de jaren tachtig. In de loop van de jaren negentig is de welzijnssector een zakelijker koers gaan varen, met dito terminologie, met als uitgangspunt beheersing en productie. Inmiddels is een nieuwe tendens merkbaar: namelijk het goede uit de ene werk- en denkwijze te combineren met het goede van de andere werk- en denkwijze (een omslag die al gemaakt is onder bedrijfskundigen en organisatieadviseurs) HSH werkt met elementen uit de presentietheorie, terwijl er ook een zakelijk contract wordt gesloten. HSH begeleidt de deelnemer met alle mogelijke methodische middelen die nodig zijn, maar biedt ook een zakelijke, realistische werkomgeving. HSH wil de deelnemer de ruimte en de gereedschappen geven om zichzelf te ontwikkelen, en laat de deelnemer tevens hard aanlopen tegen grenzen van zichzelf en van de samenleving. HSH biedt de deelnemer een vertrouwenspersoon (de PC) die soms voor, soms naast, en soms achter de deelnemer staat: precies daar waar de deelnemer iemand nodig heeft. Aan de andere kant moet de deelnemer omgaan met alle afspraken. De deelnemer verhoudt zich tot alle personen die verbonden zijn aan HSH zoals de school. Én de deelnemer moet zich bewegen in verschillende sociale situaties– net als een werknemer. De zakelijke kant komt vooral goed tot uitdrukking op het moment dat er contracten worden gesloten. Bij aanvang van het traject sluit de deelnemer een contract met HSH, dat ingaat op prestatieverplichtingen. Ook later komen er contracten: bijvoorbeeld met school of op een stageplek. Deze constructie biedt de deelnemer duidelijkheid over de relatie en de verwachtingen en rechten en plichten, en geeft realistisch weer wat de deelnemer als werknemer kan verwachten. De interactie tussen de deelnemer en de PC/HSH kenmerkt zich door niet specifiek een hulpverleningsrelatie te zijn, en ook niet een specifieke werknemers relatie.
64
HSH maakt een combinatie van zakelijke duidelijkheid en doelgerichtheid, met daaraan gekoppeld de menselijke maat en sensitiviteit voor het creëren van een lerende, vertrouwde omgeving.
10.8 Driehoeksgesprekken De deelnemer en de PC voeren ook driehoeksgesprekken. Doorgaans gaat het om gesprekken met de werkmeester van Startblok, en met de mentor van school. Ook kunnen er gesprekken volgen met een woonbegeleider of andere externe partners/betrokkenen. De driehoeksgesprekken zorgen ervoor dat de PC goed op de hoogte blijft van de voortgang, informatie krijgt over de deelnemer, maar ook kan de PC nagaan of de gemaakte afspraken worden uitgevoerd en de deelnemer op de goede plek zit. Belangrijk aspect hiervan is dat er gesprekken plaats vinden tussen professionals en de deelnemer. Er wordt niet over de deelnemer gesproken tussen professionals, maar er wordt met de deelnemer gesproken door professionals. Driehoeksgesprekken zijn een belangrijk instrument wat de medewerkers van HSH veelvuldig gebruiken. In het vormingsjaar van het Albeda worden deze driehoeksgesprekken (deelnemer, docent en personal coach) ook opgenomen op video. In het kader van de gebruikte methodiek (Transparant Neutraal Confronterend Onderwijs) wordt gesproken over video confrontatie gesprekken. Dit biedt de mogelijkheid om het gevoerde gesprek samen met de deelnemer terug te kijken en de deelnemer attent te maken op zijn eigen gedrag en optreden. De video-opnames bieden veel mogelijkheden om leermomenten te benoemen. Belangrijk aspect van deze gesprekken is dat de gemaakte afspraken ook worden opgenomen in het dossier en nagevolgd worden. Het gebruik van het instrument driehoeksgesprek is vrij te bepalen door de deelnemer en PC. Wat echter van groot belang is bij driehoeksgesprekken is dat het instrument niet alleen in negatieve situaties wordt aangewend, maar ingezet wordt om de positieve voortgang in het traject te benadrukken. Bijvoorbeeld de deelnemer gaat van de activeringsfase naar de leren werken fase in het simulatiebedrijf Startblok. Bij deze overgang vindt een driehoeksgesprek plaats tussen deelnemer, werkmeester Startblok en de PC. In dit gesprek wordt het bereiken van de volgende fase goed besproken en de nieuwe afspraken met Startblok worden bevestigd d.m.v. een Startblok contract.
65
Driehoeksgesprekken worden ook nadrukkelijk ingezet in situaties met externe partners, zoals daar zijn SoZaWe, Roteb etc. Door bijvoorbeeld driehoeksgesprekken te organiseren tussen deelnemer, klantmanager SoZaWe en PC worden alle partijen betrokken bij het traject van de deelnemer. De klantmanager SoZaWe, belanghebbende bij het reïntegratietraject van de deelnemers, wordt op deze manier actief betrokken bij het traject op het moment dat zich bijvoorbeeld moeilijkheden voordoen. Net zo belangrijk daarin is het gebruik van het driehoeksgesprek om de (on)mogelijkheden en voortgang van de deelnemer toe te lichten.
11 De specifieke rol van de coach in de methodiek Een belangrijke rol binnen het project Home Sweet Home is die van Personal Coach, afhankelijk van de fase waarin de deelnemer zich bevindt verandert de rol en functie van de Personal Coach. In dit hoofdstuk wordt deze functie door aan de hand van enkele voorbeelden uit de praktijk toegelicht. Aan het eind wordt ingegaan op een specialisme binnen de functie van Personal Coach, zijnde uitstroomcoach.
11.1 De personal coach De PC heeft, lopende het traject van de deelnemer, verschillende ‘functies’: want ook de rol van de PC wordt afgestemd op de deelnemer. Ongeacht de ‘functie’ geldt dat de PC altijd professioneel handelt, waarmee bedoeld wordt dat de PC doordacht en verantwoord handelt. Tijdens de screening en de intake is de PC de zorgverlener die de hulpvraag van de deelnemer verheldert. De PC bevraagt de deelnemer over diens achtergrond, problemen, kwaliteiten en alles wat ter tafel komt. De PC bejegent de deelnemer met respect en een open houding. Tijdens het intakegesprek structureert de PC alleen zodanig dat over ieder leefgebied informatie wordt vergaard. Het intakegesprek heeft als bijzonder kenmerk dat er veel tijd voor wordt gereserveerd, gemiddeld twee uur. De houding, bejegening en aanpak van de PC naar de deelnemer wordt in samenspraak met de deelnemer en het team van de PC besproken en bepaald. Voor de PC is het hoofddoel in de eerste fase: een band opbouwen. Is de band eenmaal ontstaan, en zijn er over en weer kredieten opgebouwd, dan zoekt de PC de ruimte op en kunnen er lastiger onderwerpen worden besproken en/of aangepakt met de deelnemer.
66
Tijdens de intake van Jan rook hij naar alcohol, overduidelijk. Ik heb er niets van gezegd. Hij vertelde veel over zichzelf en zijn familie. Hij had ook gewerkt in de bouw en op de bus. Hij was steeds ontslagen door misverstanden, legde hij me uit. Zijn grootste probleem dat hij niet werkte was dat hij geen huis had, en dat hij niet goed kon communiceren waardoor die misverstanden er kwamen. Toen ik vroeg naar verslaving en alcoholgebruik zei hij dat hij als jonge jongen wel verslaafd was geweest, maar al 15 jaar niet meer. Als eerste doelen spraken we af: onderdak, betere kleding. Hij ging naar school en activering. Was altijd op tijd. Stonk altijd naar alcohol, maar was nooit te dronken. We hebben het gelaten. Hij wilde het er echt niet over hebben. We hebben hard gewerkt aan zijn andere doelen: dingen voor hem bereikt. Hij ging ons vertrouwen. Kwam soms zomaar langs voor koffie. Hij nam een keer taart mee. Pas na een half jaar begon hij er zelf over, over drinken. Toen zijn we er eens goed voor gaan zitten, hij en ik. De PC fungeert als een case manager voor de deelnemer om alle hulp in te schakelen die nodig is, en dat goed te laten verlopen. Afhankelijk van de hulpvraag en de gestelde doelen zet de PC derden in: een psychiater, een crisisopvang, een advocaat, de sociale dienst, etc. De PC houdt in de gaten of gemaakte afspraken worden nagekomen, of onderlinge contacten goed lopen, en of doelen binnen de afgesproken termijn worden gehaald. Afhankelijk van de deelnemer fungeert de PC voor een bepaalde periode als zorgverlener. Problemen op het gebied van het psychosociaal functioneren worden besproken, en de deelnemer kan een beroep op de PC doen als er een crisis is of dreigt. Gaandeweg zal deze rol worden overgenomen door derden en/of afnemen door probleem reductie. Naarmate de deelnemer vordert, zal de rol van de PC opschuiven naar een coachende rol, en dan vooral gericht op de deelnemer als potentiële werknemer. De PC bespreekt de ervaringen en vorderingen, levert hulpmiddelen om het persoonlijke ontwikkelplan uit te voeren en bekijkt met de deelnemer hoe de portfolio kan worden aangevuld. Een faseovergang in het traject kan worden voorgesteld door de PC of de deelnemer. De PC bespreekt dit met het team en de werkmeesters, en eventueel met andere derden die nauw betrokken zijn.
67
Kenmerken van de functie van Personal Coach, opgesteld door de PC’es van HSH • • •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Lage case-load Daardoor is de aandacht die je te besteden hebt per deelnemer aanzienlijk en vaak intensief Van veel markten thuis zijn/een brede kennis hebben of in ieder geval goed weten door te verwijzen (schuldhulpverlening, WSNP, terugvalpreventie, huisvesting, bijzondere bijstand/ urgentie, alles wat met een WWB uitkering te maken heeft, reïntegratie, beroepenkennis/arbeidsmarktkennis, verslavingsproblematiek etc.) Constant schakelen en inleven maar toch ‘professioneel blijven’ ‘Open staan’ voor zaken die niet alledaags zijn Creatief / doortastend zijn Ook jezelf ‘bloot’ kunnen geven / kwetsbaar opstellen (professionele ‘vriendschap’ opbouwen) Inventief, flexibel zijn, goed kunnen improviseren Aan kunnen sluiten bij de deelnemer, contact kunnen maken zonder te veroordelen Out-reachende grondhouding, de deelnemer opzoeken waar hij op dat moment ‘uithangt’ Behalve contact maken met de deelnemer ook contact kunnen maken met zijn netwerk, familie etc. Je niet alleen richten op één specifiek leefgebied (bijvoorbeeld alleen opleiding of werk) maar ook aan de slag gaan met de andere leefgebieden indien nodig. Niet te hoge verwachten hebben/te hoge doelen stellen/niet ‘harder’ dan de deelnemer willen gaan. Sociale vaardigheden voor het motiveren, stimuleren en instrueren van deelnemers en het onderhouden van contact met externe instanties; Empatisch vermogen om de deelnemers te begeleiden en met zowel bekende als onbekende relatiepatronen van de deelnemer om te gaan. Creatief in het vinden van een passende daginvulling voor de deelnemer in de vorm van scholing, vrijwilligerswerk, werk en activiteiten; Pro-actief in het signaleren en bespreken van consequenties van ontwikkelingen; Probleemoplossend vermogen; Ordelijkheid en systematisch werken voor het organiseren en plannen van de werkzaamheden; Bewaakt en ontwikkelt eigen beroepsuitoefening en professie;
68
•
• •
Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen van trajectplannen en het schrijven en bijhouden van rapporten en registratiesystemen en voor het overdragen van informatie; Psychische belasting door de begeleiding van de cliënten met een meervoudige problematiek kunnen dragen. Kunnen omgaan met fysiek geweld en verbale agressie van de deelnemer en hierbij controlerend en corrigerend optreden.
11.2 Ervaringen van de Personal Coaches Aan het woord is Sietske. Zij vertelt wat het werk van een PC voor haar inhoudt: ‘Een baan die niet te vergelijken is met welke andere dan ook! Allereerst wordt dit werk gekenmerkt door het feit dat Home Sweet Home een pilot - project is, en er in den beginne alleen een raamwerk stond. De inhoud, de manier waarop we dit gingen invullen stond nog bijna helemaal open. Dat maakt dit werk interessant, de vrijheid om te onderzoeken wat werkt voor deze doelgroep, en wat niet! Het mooie van deze functie is dat je de ruimte hebt om op alle leefgebieden begeleiding te bieden, uiteraard afhankelijk van de persoon en welke leefgebieden bijzondere aandacht behoeven. Uiteindelijk doel is om de deelnemer op een zo hoog mogelijk plan te trekken op het gebied van werk, opleiding, activering. Ook het hoogst haalbare op dit gebied verschilt per deelnemer. De baan is heel erg afwisselend, juist omdat je met zoveel verschillende factoren te maken hebt in iemands leven. Gezondheid (zowel mentaal als fysiek), verslaving, persoonlijke en culturele achtergronden, eerdere werkervaringen, praktische zaken die geregeld moeten worden in samenwerking met verschillende instanties, wet- en regelgeving. Daarnaast is een belangrijk onderdeel van het werk de deelnemers bewust maken van hun vaardigheden, kwaliteiten, interesses en dromen maar ook hun beperkingen. Deel uitmaken van dit bewustwording- en groeiproces als personal coach, het zelfinzicht van de deelnemer vergroten, de deelnemer stimuleren en motiveren in zijn keuzes en hem zien groeien is een mooie taak om te verrichten. Rode draad in het gehele begeleidingsproces als personal coach is zeker ook de deelnemer bewust maken van zijn keuzemogelijkheden en de gevolgen hiervan, en samen (meer) inzicht verkrijgen in het effect van hun eigen manier van communiceren op hun omgeving. Voor mij persoonlijk een interessante ontdekkingsreis. Een bijzonder leerproces dat voor zowel mij als voor de deelnemer garant staat voor persoonlijke en professionele ontwikkeling en groei. Dat is denk ik een heel waardevol iets.’
69
Een casus ter illustratie van het werk van een PC ‘Ik leerde Hakim net kennen. Hij was altijd vrolijk en lachte problemen weg. Had fantastische verhalen die soms te onwaarschijnlijk leken om waar te zijn. In de loop der tijd, toen ik hem beter leerde kennen en hij mij meer ging vertrouwen, begon hij meer te vertellen over zijn zorgen en problemen. Dit was nog maar het topje van de ijsberg. Ik werd op een gegeven moment uitgenodigd om thee te komen drinken bij zijn (ex-)vrouw thuis, zij vertelde dingen over Hakim die hij zelf niet kon vertellen, onder andere over het bedplassen. Hakim zat er bij en was opgelucht dat het onderwerp out in the open was. Hakim bleek eigenlijk ook een huisvestingsprobleem te hebben. Omdat zijn ex-vrouw hem niet op straat wilde laten slapen kon hij ’s nachts op een matrasje liggen in haar logeerkamer maar dit was een noodgreep, zijn ex had zelf allerlei problemen en was ook bang dat haar sociale dienst uitkering in gevaar kwam omdat ze een ‘logé’ had. Inmiddels heeft Hakim een kamer met begeleiding bij het CVD en staat hij op de wachtlijst voor een woonvorm met 24-uursbegeleiding. Er had nog nooit onderzoek plaatsgevonden naar de verstandelijke capaciteiten van Hakim. Ik heb met hem besproken dat als hier meer duidelijkheid over is hij de juiste begeleiding zou kunnen krijgen op zijn werkplek. Inmiddels is er een WSW-indicatie afgegeven en hiervoor heeft hij psychologisch onderzoek gehad en een IQ test gedaan. Hakim blijkt zwakbegaafd te zijn met een IQ van 61. Hij begint binnenkort met een werkervaringsplaats bij de WSW Roteb totdat er een betaalde WSW-plek voor hem vrijkomt. Om die periode te overbruggen werkt hij nu bij het Landschapsonderhoud Rotterdam als vrijwilliger. Wat betreft het bedplasprobleem: sinds dit bespreekbaar was gemaakt zijn we er mee aan de slag gegaan en is het een onderwerp waar we open en zonder schaamte over kunnen praten. Er lopen nu onderzoeken in het ziekenhuis om te kijken hoe dit probleem verholpen kan worden. Volgende week ga ik met hem mee naar het ziekenhuis voor het gesprek met de arts over de uitslagen n.a.v. de onderzoeken en krijgt hij een kleurboek van mij omdat hij de (best vervelende) onderzoeken zonder morren heeft doorstaan. Toen ik eens bij hem op huisbezoek was zag ik een kleurboek en kleurpotloden liggen; Hakim blijkt dit met veel plezier te doen ter ontspanning in zijn vrije tijd. Het verwarrende met deze cliënt is dat hij zich best slim/goed kan presenteren als het gaat om een 1ste indruk. Hij is op een bepaalde manier ook best ‘slim’ in die zin dat hij altijd overal van alles weet te ‘ritselen’. Ook blijkt uit deze casus hoe lang het duurt voordat hij echt open wordt en je durft te vertrouwen. Heb je dat punt eenmaal bereikt dan ben je ook echt een betrouwbaar persoon voor hem, en kun je echt met hem lezen en schrijven (en kleuren!).’
70
11.3 De uitstroomcoach In het begin van het project HSH bestond het specialisme uitstroomcoach nog niet, alle deelnemers zaten nog in de beginfase van hun traject. Op een gegeven moment waren de eerste deelnemers klaar met aanleren van arbeidsvaardigheden in Startblok en waren zij gereed voor de volgende fase, namelijk de uitstroomfase (stage, werkervaringsplaats, leerwerkplek, solliciteren, vervolgopleiding etc.). De uitstroomcoach heeft toen zijn intrede gedaan. Dit ook om duidelijk te maken richting de deelnemer dat hij/zij aanbeland is in een nieuwe fase in het traject. De uitstroomfase verlangt ook een coach die tijd tot zijn/haar beschikking heeft om aan de slag te gaan met de specifieke vereisten van de uitstroomfase. Als de PC, uitstroomcoach en de deelnemer (driehoeksgesprek) besluiten dat de deelnemer (bijna) klaar is voor het aangaan van een werksituatie buiten HSH, dan komt de uitstroomcoach in beeld. De PC blijft de deelnemer begeleiden op alle leefgebieden, behalve het leefgebied dagbesteding/werk. De uitstroomcoach gaat met de deelnemer het leefgebied dagbesteding/werk aanpakken. De uitstroomcoach begeleidt de deelnemer naar scholing, stages en/of werkervaringsplaatsen die buiten HSH liggen. Ook wordt met de portfolio van de deelnemer aan de slag gegaan. De uitstroomcoach houdt zich tevens bezig met acquisitie: contacten met het bedrijfsleven worden gezocht en onderhouden, evenals organisaties voor vrijwilligerswerk of andere vormen van dagbesteding. De uitstroomcoach is de brug naar de buitenwereld. De uitstroomcoach begeleidt deelnemers die in de Uitstroomfase van HSH zijn beland; dat houdt in dat deze coach specifiek bezig is met: • • • • • •
deelnemers voorbereiden op de uitstroomfase; deelnemers begeleiden met solliciteren; deelnemers bemiddelen naar stages, werkervaringsplaatsen en/of banen; begeleiden deelnemers in scholingstraject Scholing zonder Drempels (mogelijkheid tot beroepgerichte opleidingen binnen het Albeda College); actief op zoek gaan naar nieuwe stageplaatsen en/of werkervaringsplaatsen; verzorgen van job-coaching bij deelnemers die bij een stage of baan geplaatst worden.
71
12 Het belang van aanmelding, assessment en dossiervorming Om het traject van de deelnemer goed te starten is het afnemen van een assessment een goed instrument wat na aanmelding en intake van de deelnemer door de personal coach samen met de deelnemer wordt doorlopen. Om het traject voor de deelnemer als de personal coach en de uitstroomcoach inzichtelijk te houden en te kunnen volgen is er voor een bepaalde dossier opbouw gekozen. Gedurende het project Home Sweet Home is deze dossieropbouw ontwikkeld. Een uitwerking van het dossier en de ontwikkelde formulierenset is weergeven in deel 4 van dit boek.
12.1 Aanmelding en intake Een deelnemer kan via diverse kanalen worden aangemeld. HSH is een laagdrempelig project. Iedere dak- thuisloze kan zich aanmelden, ongeacht of er sprake is van verslaving. Maar niet iedere aanmelder is geschikt voor HSH. Er wordt een afspraak gemaakt voor een eerste screening. Kort daarop volgt een intakegesprek. In dit gesprek wordt ingegaan op zowel de acute problemen als de toekomstvisie van de deelnemer. HSH hanteert het 8-fasenmodel voor de gespreksverslagen. In dit model wordt onderscheidt gemaakt in 8 leefgebieden. Per leefgebied wordt de situatie in kaart gebracht. Doelen en subdoelen worden gedefinieerd. Door middel van het nakomen van de eerste afspraken, toont de deelnemer een vorm van motivatie. Na de intake volgt nog een assessment. De deelnemer wordt vervolgens zo snel mogelijk in een leertraject geplaatst en in het trajectonderdeel Activering. De frequentie van het deelnemen aan het leertraject en de Activering wordt in overleg met de deelnemer bepaald. Het leertraject bestaat uit een opleidingsaanbod dat speciaal voor deze groep is ontwikkeld door het Albeda college te Rotterdam. Geen enkel HSH traject is gelijk: iedere deelnemer maakt zijn eigen traject, afgestemd op zijn of haar mogelijkheden. In de beginfase gaat de PC met de deelnemer snel en slagvaardig aan de slag met problemen die een directe bedreiging vormen voor het volgen van het leer - werktraject. De PC probeert in deze periode een band aan te gaan met de deelnemer, betrouwbaar te zijn. De deelnemer wordt benaderd als een potentiële werknemer, een persoon die zijn mogelijkheden en kansen gaat benutten.
72
Het traject wordt geheel op de persoonlijke situatie, mogelijkheden en beperkingen van de deelnemer afgestemd. Dit betekent concreet dat de ene deelnemer start met 1 dagdeel naar school, terwijl een ander start met 2 dagen naar school en 3 dagen werken. HSH biedt diverse modules die aan het traject kunnen worden toegevoegd. Ook is het mogelijk op ieder gewenst moment om een stapje terug te doen. Zo komt het voor dat een deelnemer die in Startblok zit weer terug gaat naar Activering, bijvoorbeeld omdat de verslaving nog teveel aandacht vraagt, of omdat de druk te hoog is opgelopen.
12.2 Het dossier Verslaglegging van het traject dient ter ondersteuning van het begeleidingstraject. Een gedoseerde vastlegging van gegevens en van het proces bevordert de kwaliteit van de begeleiding, geeft de deelnemer meer inzicht en geeft meer zicht op de deelnemer en het verloop van het traject, bevordert doelgerichtheid, en bevordert inzicht en overzicht. Goede dossiervorming is afhankelijk van twee factoren: 1. Logische opbouw van formulieren en dossier: flexibel in te zetten en dienstbaar aan het proces 2. Goed ontwikkelde schrijfvaardigheid van de PC, onderscheiden van hoofd- en bijzaken, objectief en subjectief, etc. Beide punten vragen continu aandacht en inzet. HSH is voortdurend bezig geweest met het ontwerpen en verbeteren van formulieren. Bij de start is uitgegaan van twee soorten formulieren, namelijk de formulieren van het 8fasenmodel, en de formulieren waarin informatie wordt opgenomen die van belang is voor een externe verantwoording. Vervolgens zijn nieuwe formulieren ontwikkeld in het kader van de methodiekontwikkeling. Zo is er een eerste versie van het assessment gemaakt, die in een later stadium – op basis van de opgedane ervaring – is bijgesteld. Sommige hiaten zijn snel te achterhalen als de formulieren eenmaal in het primaire proces zijn weggezet. Op die hiaten is direct gereageerd met wijziging van de formulieren. Een verdere professionalisering kan vervolgens plaatsvinden na langer gebruik, als ervaring en dataverzameling nieuw inzicht geeft. De schrijfvaardigheid van medewerkers is voor iedere hulpverlener een belangrijke competentie die wordt gevraagd. Het dossier staat in dienst van goede begeleiding, en
73
moet recht doen aan de deelnemer. Basisvaardigheden om te rapporteren zijn dan ook een vereiste. Daarnaast moet aandacht worden geschonken aan de wijze waarop de informatie van derden in het dossier terecht komt. Opgestelde doelen worden mede gerealiseerd door het inschakelen van externe zorgverleners, organisaties, werkgevers, etc. Deze externen kunnen belangrijke extra informatie verschaffen. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat HSH expliciet geen continue uitwisseling van vastgelegde gegevens wil met derden. Gebleken is dat dit leidt tot een eindeloze reeks van berichtgeving, die de administratieve druk doet toenemen, en niks toevoegt aan de begeleiding. Het uitwisselen van schriftelijke informatie dient alleen te gebeuren als het om wezenlijke en/of urgente en/of ernstige informatie gaat. De driemaandelijkse verantwoording richting SoZaWe ten bate van het reïntegratietraject is te bestempelen als een wezenlijke informatie overdracht. Voor het opbouwen van goede contacten en een vruchtbare relatie met derden, is het van belang dat er regelmatig contact is, zonder papieren rompslomp. Een goede samenwerking zal dus zijn beslag krijgen door enige tijd te investeren in het opbouwen van overeenstemming over de samenwerking. Dossier opbouw HSH is gestart met een dossier dat bestond uit de 8-fasenformulieren en enkele gestandaardiseerde formulieren die organisatiebreed gebruikt worden. Na een evaluatie van de instrumenten is er een nieuwe dossiervorming in gebruik genomen. Deze bestaat uit 3 mappen – fysiek van elkaar gescheiden. Deze scheiding van mappen is bedoeld om het proces dat deelnemers doormaken extra zeggingskracht te geven door het zichtbaar te maken. Wat wordt dan zichtbaar gemaakt? HSH is een leer- en werktraject. HSH trekt nauw op met deelnemers, en tracht alle mogelijkheden van de deelnemer voor het voetlicht te krijgen, met als einddoel (vrijwilligers)werk. HSH is geen nieuwe vorm van hulpverlening, en HSH heeft dan dus ook geen cliënten. Problemen in de persoonlijke levenssfeer van de deelnemer worden in de beginfase van het traject door HSH aangepakt, met als doel de deelnemer in staat te stellen het traject te volgen. Vervolgens wordt hulpverlening op psychosociaal gebied uitbesteed. Gaande het traject komt het accent steeds meer te liggen op de deelnemer als potentiële werknemer (en dus niet als cliënt). Anders gezegd: HSH houdt zich eerst bezig met alle 8 leefgebieden, en richt zich gaandeweg steeds meer op het leefgebied ‘Dagbesteding’. De deelnemer wordt vanaf het begin benaderd en bejegend als een potentiële werknemer. Deze groei van de deelnemer wordt zichtbaar gemaakt in het dossier.
74
De deelnemer krijgt 3 mappen. 1. Map Hulp 2. Map Opleiding & Werk 3. Map Kans Als de deelnemer start bij HSH wordt de map Hulp in werking gesteld. In deze map zitten: • formulieren van het 8-fasenmodel • screening en assessment • contracten • verplichte officiële papieren, zoals kopie paspoort, etc Naarmate de meest ontwrichtende problemen zijn opgelost (of hanteerbaar gemaakt) en er hulp is ingezet op de diverse leefgebieden verschuift de aandacht van de PC naar het leefgebied ‘Dagactiviteiten’. Doelen op dat leefgebied worden aangepakt. De PC nodigt de deelnemer uit om te starten met de tweede map Opleiding & Werk. Voor het in gebruik nemen van de tweede map is geen vast moment bepaald, dit is geheel afhankelijk van de deelnemer: ook hier een individuele benadering en geen regels. De map Opleiding & Werk kan het best omschreven worden als een verzameling materiaal dat kan leiden tot een ‘Portfolio’. Het gebruik van een portfolio is ontstaan in de mode- en kunstwereld, maar is tegenwoordig een gebruikelijke presentatiemethode in de arbeidsmarkt en op scholen (van VMBO tot universiteit). In deze map Opleiding & Werk wordt een vervolg gegeven aan het assessment. De deelnemer gaat op zoek naar zijn/haar kwaliteiten, vaardigheden, leerdoelen en prestaties. De PC en de deelnemer hebben diverse instrumenten tot hun beschikking om de deelnemer inzicht te geven en de portfolio op te bouwen. Zo zijn er testen die men via het internet kan doen, geschikt voor deelnemers die gemakkelijk met een computer werken. Voor anderen zijn er spelvormen of formulieren. Er zijn geen verplichte instrumenten. Het is aan de PC en de deelnemer om te bepalen welk instrument geschikt is. Sommige instrumenten zijn ook geschikt voor groepsgewijs gebruik. De Map Kans wordt geopend als de deelnemer uit gaat stromen. Als er sprake is van uitstroom dan komt de deelnemer bij de uitstroomcoach terecht. Deze persoon staat de deelnemer bij om regulier werk te vinden en/of uit te voeren. De map Kans wordt gevuld met materiaal dat de deelnemer zelf aandraagt. Deze map wordt de ‘echte’ Portfolio van de deelnemer. Het is de presentatie van de deelnemer aan de buitenwereld: dit ben ik, dit kan ik, dit wil ik graag. De presentatie is gericht op de werkgever. Het is dus geen dossier met persoonlijke informatie uit de privésfeer, of een overzicht van het verleden. Het is een presentatie van een man of vrouw aan een werkgever.
75
Uiteraard is het zo dat er niet veel deelnemers een baan zullen vinden in een sector die een portfolio vereist. Zo zal er in de bouwsector niet naar worden gevraagd. Dit doet echter niets af aan de waarde ervan. De portfolio maakt voor de deelnemer zelf zichtbaar wat hij/zij kan. Men leert naar zichzelf te kijken, zichzelf te presenteren en de eigen mogelijkheden voor het voetlicht te brengen. Deze vaardigheden zijn ook in een mondelinge sollicitatie nodig; ook bij de eigenaar van een garage. Het is een uitstekende voorbereiding op de sollicitatie. Als de map Kans is gevuld, presenteert de deelnemer zijn resultaat aan het team van HSH. Dit moment luidt het afscheid in, en een nieuwe periode breekt aan.
12.3 Assesment Het assessment is een eerste actie om inzicht te verkrijgen in de deelnemer als werknemer. Dit is dan ook het eerste moment dat de personal coach de deelnemer benaderd als potentiële werknemer. Tijdens het assessment wordt dan ook geen aandacht besteed aan de problematiek van de deelnemer. Indien hulpvragen of problemen ter sprake komen, worden deze op een ander moment besproken. De manier waarop de PC insteekt is: hier zit een potentiële werknemer, en ik wil alles weten over diens competenties en mogelijkheden. Uiteraard kan deze verdeling tussen ‘werknemer’ en ‘cliënt’ niet rigide worden toegepast. Ook informatie uit het assessment kan bijdragen aan de hulpverlening. De uitkomst van het assessment kan nuttig zijn voor het bepalen van doelen in het hulpverleningsplan. Essentieel is dat tijdens het assessment (en later het portfolio) deelnemer en PC beiden de status van het gesprek in het oog houden. Dit geeft de deelnemer een eerste mogelijkheid om niet als ‘cliënt’ in een gesprek te zitten, maar als een man of vrouw, op zoek naar werk. Het doel van het assessment is: • Inzicht in arbeidsverleden • Zelfbeeld van de deelnemer onderzoeken • Motivatie tot leren en veranderen in kaart brengen • Toetsen of doelen realistisch zijn • Bereidheid tot aanpassen zelfbeeld en doelen toetsen
76
Het doel wordt bereikt via het gebruik van de volgende instrumenten: • Een CV schrijven • Inventariseren aanwezige vaardigheden en kwaliteiten • Vragenlijst motivatie • Doelenlijst • Overzicht van randvoorwaarden die deelnemer noemt om de doelen te behalen Het assessment wordt afgenomen na het intakegesprek. Dit gebeurt niet op dezelfde dag, maar een aantal dagen later. In eerste instantie is het assessment onderdeel van de Map Hulp. Het geeft de deelnemer en de PC informatie over, en inzicht in, de deelnemer. Tevens kan de personal coach een link leggen met de doelen die naar voren zijn gekomen tijdens het intakegesprek. Het assessment is het eerste moment dat de personal coach de deelnemer benaderd vanuit een werknemerspositie. Immers, de personal coach gaat niet in op psychosociale problemen of andere zaken uit de persoonlijke levenssfeer. Het assessment richt zich specifiek op kenmerken en mogelijkheden van de deelnemer die direct samenhangen met de arbeidsmarkt. Vandaar dat een kopie van het assessment in tweede instantie wordt opgenomen in de Map Opleiding & Werk. In deze Map wordt de verkregen informatie uit het assessment gebruikt als start van de opbouw van het portfolio. Het assessment wil bijdragen aan: • versterking van het zelfbeeld van de deelnemer • inzicht in de deelnemer ten bate van de deelnemer en de personal coach • onbelichte kanten van de deelnemer naar voren halen • de positieve kant benoemen van vaardigheden of kwaliteiten die als negatief worden gepresenteerd • perspectief bieden op de mogelijkheden Het assessment is onderdeel van de portfolio en kan daar niet los van worden gezien of gebruikt. Het assessment is een momentopname in een continu proces. Indien de deelnemer verbonden blijft aan HSH wordt een ontwikkeling op gang gebracht. In het beste geval zal de deelnemer competenties uitbreiden en verstevigen. In de portfolio wordt de ontwikkeling van de deelnemer gevolgd. Aan het einde van het traject zal – via de portfolio – te zien zijn hoe de deelnemer zich heeft ontwikkeld, welke vaardigheden zijn verstevigd of aangeleerd, welke kwaliteiten boven zijn komen drijven, etc.
77
13 Het belang van Startblok nader toegelicht De trajectfase aan de slag zijn is een opeenvolging van fases waarin de deelnemer reintegreert naar werk. Het bestaat uit de volgende onderdelen: • activiteiten gericht op activeren, Activering en vormingsonderwijs. • je verhouden tot een gesimuleerde werkplek, Startblok • leren van beroepsmatige vaardigheden, Scholing • stages lopen in het gekozen beroepenveld, Uitstroom • zelf herkennen van signalen om terugval te voorkomen,Terugvalpreventie De eerste twee tot drie maanden is een deelnemer van HSH op afspraak bezig met activiteiten in de dagopvangcentra. Daardoor went de deelnemer aan een andere dagvulling dan dat hij daarvoor had. Activiteiten gericht op activeren van de deelnemer zijn al bestaande activiteiten binnen de dagopvangcentra van CVD. Dit aanbod kan telkens wijzigen al naar gelang de wensen en verzoeken van deelnemers. Dit kan gaan over kookcursus, computervaardigheden, creatieve vaardigheden, schoonhouden van de omgeving enz. Tevens wordt in deze fase begonnen met het vormingsonderwijs op het Albeda College. In deze fase wordt gekeken aan de hand van de hoeveelheid activering en scholing wat de belastbaarheid van de deelnemers is. De deelnemer moet aan het eind van deze fase in staat zijn om meerdere dagen van de week actief te zijn zodat hij de overstap kan maken naar het simulatiebedrijf Startblok, waar gestreefd wordt naar uiteindelijk een inzet van drie dagen werken en een dag scholing.
13.1 Het simulatiebedrijf Startblok In het simulatie bedrijf Startblok worden werkomstandigheden zo getrouw mogelijk neergezet. Dit is de start van de beroepsmatige reïntegratie van de deelnemer. De werkmeester handelt van uit het perspectief van een werkgever waardoor de deelnemer een werknemer wordt. De werkmeester schept situaties voor de deelnemer waarin de deelnemer leert om te gaan met moeilijke situaties. De werkmeester neemt deel aan de werkoverleggen van de PC’s waarin de leerpunten van individuele deelnemers besproken worden. De bijdrage van de werkmeester bestaat eruit dat hij deze nieuwe leerpunten in het werkproces kan introduceren waardoor de deelnemer leert. In het beste geval kan men startblok bekijken als een snelkookpan waarin de deelnemer onder hoge druk een hoeveelheid moeilijkheden binnen een werksituatie leert aan te pakken. De focus in dit onderdeel ligt meer op arbeidsvaardigheden en sociale vaardigheden binnen het werkproces dan op de professionele vaardigheden. Of juister gezegd het doel is dat binnen een bepaalde tijd en
78
volgens een bepaalde kwaliteitsstandaard het werk af moet zijn en dat de deelnemer daarbij de juiste arbeidsvaardigheden heeft laten zien. De eerste drempels liggen bij de sociale vaardigheden. De beroepsmatige vaardigheden worden later in het programma meer onderwerp van aandacht. Deelnemers werken maximaal drie dagen per week in Startblok. Zij beginnen doorgaans aan een programma met weinig inspanning en de inspanning wordt opgebouwd naar het einde toe. Op het einde ligt de aandacht op aanleren van arbeidsvaardigheden, de deelnemer moet hierover beschikken als hij kans wil maken op uitstroom. De werkmeester koppelt zijn ervaringen hierover teug naar de personal coach. In een driehoeksgesprek( deelnemer, werkmeester en personal coach) wordt samen bepaald of de deelnemer toe is aan uistroom uit Startblok. Op dat moment doet de uitstroomcoach zijn intrede en gaat samen met de deelnemer de mogelijke uitstroom onderzoeken. Een typische werkdag op Startblok. De deelnemer ( rol van werknemer) gaat in de ochtend naar zijn werk. Hij zal naar zijn werk moeten reizen en op tijd moeten komen (vaardigheden). Startblok is gevestigd op een industrieterrein in Rotterdam Alexander, tussen reguliere bedrijven. Eenmaal op tijd aangekomen op Startblok zal de deelnemer zijn locker openen en zijn werkkleding aantrekken. De werkkleding is uniform en wordt verstrekt door Startblok. Als alle werknemers zijn gearriveerd ontvangen zij van de werkmeester (rol van werkgever) het werkprogramma van die dag. Samen met de werkmeesters wordt de dag verder ingevuld met het werk wat die dag gedaan moet worden. De werknemers worden gedurende de werkdag begeleidt door de werkmeesters die gedurende het werkproces steeds de rol van werkgever op zich nemen en op deze manier arbeidsvaardigheden aanleren bij de werknemers. Aan het eind van de werkdag wordt per werknemer een evaluatie afgenomen, waarin de nadruk ligt op gebeurtenissen van de werkdag en deze worden gekoppeld aan de te leren arbeidsvaardigheden. De werknemer gaat moe en voldaan naar huis na zijn werkkleding te hebben opgeborgen. Tussen drie en zes maanden wordt besloten of een deelnemer klaar is voor de volgende fase van beroepsmatige reïntegratie. Wanneer een deelnemer daar na zes maanden niet klaar voor is zal hij terug gaan naar het activeringsprogramma. Binnen de veilige grenzen van het activeringsprogramma kan de deelnemer zich voorbereiden op een nieuwe poging wanneer hij daar klaar voor is. In de hele periode van HSH volgt de deelnemer lessen op het Albeda College. Wanneer het reguliere ondersteuningsprogramma van leren is afgerond krijgt de deelnemer een lesprogramma gericht op beroepsmatige vaardigheden aangeboden van de uitstroomcoach, meer gericht op werk. Dit leerprogramma bestaat uit een opvolgend aanbod van Scholing Zonder Drempels (Albeda) gericht op beroepsmatige vaardigheden. De deelnemer kan hierin certificaten halen die gerelateerd zijn aan werk op verschillende
79
gebieden. Dit leerprogramma kan overlappen met de volgende fase van beroepsmatige reïntegratie.
13.2 Uitstroom uit Startblok In de laatste fase van de beroepsmatige reïntegratie krijgt de deelnemer stages / werkervaringsplekken aangeboden bij commerciële of semi-commerciële bedrijven. Deze stage duurt maximaal 6 maanden. Er is een contract tussen de deelnemer en het bedrijf en de uitstroomcoach van HSH. Afhankelijk van de inzet van de deelnemer gedurende de stage, kan deze stage leiden tot een aangeboden baan. Wanneer dat het geval is dan kan de beroepsmatige reïntegratie tot een afgerond proces worden beschouwd.
13.3 Overwegingen in de fase Startblok Gedurende het gehele proces is het belangrijk dat de deelnemer zelf herkent wanneer hij risico loopt op terugval op oud of heftiger verslavingsgedrag. Dit onderdeel van het proces is lastiger omdat deelnemers van HSH vaak verslaafd zijn aan alcohol of drugs. Dit is namelijk geen contra-indicatie om aan het programma deel te nemen. Ongeveer 70 % van de bewoners van de nachtopvang of woonvoorzieningen van CVD zijn immers verslaafd en doen hun best dat gedrag te hanteren. Daarom is het geen optie om deze mensen uit te sluiten uit dit HSH programma. Andere reïntegratie programma’s in Rotterdam staan open voor verslaafden wanneer zij met hun gewoonte om drugs of alcohol of medicijnen te gebruiken breken. Veel van de deelnemers in HSH hebben op een bepaald moment in hun leven aan een dergelijk programma meegedaan en zijn daarna terug gevallen in hun gewoonte. CVD ontkent niet dat het uiteindelijk de voorkeur heeft met middelengebruik te stoppen, maar zoekt een weg om de deelnemers die zij in huis hebben zo goed mogelijk te helpen ook op het gebied van weer gaan werken. CVD zal elke actie van een deelnemer ondersteunen om te onderzoeken hoe je zonder middelengebruik kunt leven. De PC’s van HSH zullen altijd acties gericht op het streven naar abstinentie ondersteunen en voorrang geven. Wanneer een deelnemer HSH wil verlaten om deel te nemen aan een afkickprogramma dan zal HSH dat verzoek breed ondersteunen. Voor HSH scoren we de deelnemer dan als succesvol geïntegreerd. Daarmee benadrukken we dat afkicken van drugs een hoger doel is dan het krijgen van een baan. Het gaat CVD en HSH om het welzijn van de deelnemers, dat is leidend! HSH heeft ook veel deelnemers die niet zullen kiezen voor het stoppen van gebruik, simpelweg omdat zij dat al vaak gedaan hebben of dat zij niet willen stoppen. Door hier open over te zijn en geen uitsluitingregels te hebben op dit thema onderscheidt HSH zich
80
van alle andere programma’s. In Nederland komen mensen met een verslaving terecht in activeringsprogramma’s, en niet in reïntegratieprogramma’s. HSH is onderscheidend omdat het willens en wetens zich richt op deze groep met een programma voor beroepsmatige reïntegratie. In Startblok hebben we daarom een beleid opgesteld rondom drugs (zie hoofdstuk 15) Door dit drugbeleid toe te passen binnen Startblok zien we dat deelnemers een weg vinden om met hun drugsgebruik om te gaan(gecontroleerd gebruik). Hiermee hebben de deelnemers een voorwaarde gecreëerd om eventueel succesvol te zijn in de uitstroomfase Je kunt dit programma daarom experimenteel noemen. Er is weinig kennis over of de Nederlandse arbeidsmarkt positief reageert op mensen die openlijk uitkomen voor hun verslavingsgedragsprobleem. Veel bedrijven hebben protocollen die mensen met verslavingsgedrag uitsluiten in het werkproces. Wanneer een werkgever iemand met verslavingsgedrag wel in dienst wil hebben binnen zijn bedrijf, dan is er vervolgens het probleem of de verzekering wel de kosten wil afdekken voor schade gemaakt door werkers die ‘aan de drugs zijn’. Home Sweet Home heeft ervoor gekozen open te zijn over het gebruik van drugs door onze deelnemers naar de alle bedrijven die deelnemers willen plaatsen als stagiair of uiteindelijk in dienst willen nemen. De consequentie daarvan is dat HSH meer problemen tegenkomt bij het reïntegreren van deelnemers vergeleken met een programma dat mensen opneemt zonder drugs gerelateerde problemen.
13.4 Terugvalpreventie Bovendien moet HSH binnen het programma deelnemers voorbereiden op een werk omgeving waarin hun drugsprobleem niet geaccepteerd zal worden. Dat is de reden dat er een programma van terugvalpreventie wordt aangeboden aan de deelnemers. Dit programma focust speciaal op deelnemers die drugs willen blijven gebruiken maar ook ervoor kiezen om te gaan werken bij een baas in een echte werkomgeving. Dit specifieke preventie programma op terugval gaat vooral over hoe je controle kunt houden over je gebruik van middelen, specifiek binnen een werkomgeving en ook meer algemeen in je dagelijks leven. Dit is een belangrijk onderdeel van het HSH project. De werkwijze die in dit programmaonderdeel wordt gebruikt heeft bewezen erg effectief te zijn voor mensen die kiezen voor abstinentie in alle soorten en vormen. We kennen geen situatie waarin deze methode gebruikt wordt met de specifieke bedoeling een situatie zo te beïnvloeden dat gebruik onder controle is of niet uit de hand loopt. Het is daarom ook erg interessant om te bekijken wat de resultaten van dit programma uiteindelijk zijn. En of dit programma uiteindelijk leidt tot acceptabele resultaten.
81
Het programma ‘preventie op terugval’ vormt een onderdeel van de professionele reïntegratie omdat het focust op een heel specifiek thema dat deelnemers onder ogen moeten zien wanneer zij zich weer voegen in het werkend deel van de samenleving. Terugvalpreventie richt zich echter niet uitsluitend op drugsgebruik. De terugvalpreventie richt zich op de bereikte resultaten van de deelnemer in zowel de persoonlijke vooruitgang als de resultaten op werk en scholing, met name om deze te bestendigen
13.5 Het belang van Startblok? Het simulatiebedrijf Startblok is een essentiële fase binnen het traject Home Sweet Home. Met het de fase Startblok is er in het traject HSH een fase gecreëerd waar de deelnemers gericht kunnen werken aan de sociale vaardigheden en werknemersvaardigheden die een potentiële werknemer moet hebben om kans te maken op uitstroom in de vorm van een stage,werkervaringsplek, leerwerkplek of reguliere arbeidsplaats. In Startblok wordt getraind op: dagstructurering en op tijd komen, verantwoordelijkheid nemen en kunnen dragen, werkopdrachten verwerken, omgaan met autoriteit, effectieve communicatie, kritiek geven en kunnen ontvangen, samenwerken, onderhandelen met behoud van relatie, omgaan met regels binnen een bedrijf, weer leren leren en op langere termijn leren denken en werken In een reïntegratie traject zoals Home Sweet Home met een doelgroep die een enorme grote afstand heeft tot de arbeidsmarkt is het oprichten van een simulatiebedrijf zoals Startblok een wezenlijk onderdeel in het traject. Kenmerken Startblok: • Een ‘’echt’’ bedrijf met rollen van werkgever en werknemer • Een veilige oefensituatie voor deelnemers • Voorbereiding op uitstroom • Mogelijkheid om het opnieuw te proberen • Echt werk met de daarbij horende waardering • Weer aan de slag en leren werken • Structuur • Koppeling met het de personal coach en uitstroomcoach •
14 Het belang van Motivatie nader toegelicht Wat beweegt een deelnemer om te willen reïntegreren naar de arbeidsmarkt, de motivatie van de deelnemer speelt daarin een belangrijke rol. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op het begrip motivatie en wordt het geplaatst binnen de context van
82
Home Sweet Home, zowel emoties als intrinsieke –en extrinsiek motivatie komen aan de orde. In het laatste deel van dit hoofdstuk wordt ingegaan op de onderdelen duur van de begeleiding en regels.
14.1 Motivatie Is de cliënt of de deelnemer gemotiveerd genoeg om zijn of haar situatie te veranderen en te verbeteren? Is de deelnemer gemotiveerd genoeg om de geboden hulp toe te staan? Bij bijna iedere vorm van hulpverlening wordt de vraag gesteld of de cliënt wel over de nodige motivatie beschikt. Dikwijls is de vraag ook opgenomen in het intakeformulier en/of het begeleidingsplan. De constatering dat motivatie een belangrijk onderwerp is in de hulpverlening lijkt gerechtvaardigd. Toch is de noodzaak en legitimiteit van de vraag niet vaak aan de orde. Is er dan consensus over de betekenis van motivatie? Weten we allemaal wat dat dan precies inhoudt? Blijkbaar menen we te weten wat er wordt bedoeld als de ene zorgverlener tegen de andere zegt: ‘Hij is echt gemotiveerd.’ Terwijl in de psychologie de aandacht voor motivatie heden ten dagen nihil is, wordt het begrip ruimschoots gehanteerd in de hulpverlening. Ook HSH besteed aandacht aan de motivatie van de deelnemer. Tijdens de screening krijgt de potentiële deelnemer een aantal vragen die erop gericht zijn te achterhalen of de deelnemer enige motivatie heeft. HSH stelt deze vragen, en blijft aandacht geven aan het begrip motivatie, met als doel het aanboren van motivatie en/of het vergroten van de motivatie. Wel of geen motivatie wordt bij de aanmelding zo min mogelijk meegenomen in het oordeel of iemand bij HSH kan komen. De belangrijkste criteria voor deelname betreffen: • • •
geen zeer ernstige psychiatrische aandoening; bij verslaving moet het gebruik in de hand te houden zijn; wat zijn beschermende factoren uit het verleden (bijvoorbeeld een arbeidsverleden hebben)
Als laatste wordt de motivatie meegewogen. Maar afwezigheid van motivatie is geen reden om af te wijzen. Juist de doelgroep dak- en thuislozen zijn vaak gedesillusioneerd (in zichzelf of de hulpverlening o.i.d.) en ervaren weinig motivatie, of beschikken over tijdelijke vormen van motivatie die weer snel afzwakken.
83
Wil je bij deze groep de kans op succes vergroten, dan is het van belang motivatie niet als beoordelingscriterium te gebruiken, maar wel als doel mee te nemen in de begeleiding. Motivatie is voor de HSH - deelnemer zowel vriend als vijand. Motivatie ervaren geeft de deelnemer energie, hoop, uitzicht en doorzettingsvermogen. Maar waar blijft de motivatie als je erachter komt dat je alleen geschikt bent voor lopendebandwerk? Niemand ervaart een intrinsieke motivatie om dat werk zijn verdere leven te doen. En juist binnen de doelgroep van HSH is een hoog percentage deelnemers geschikt voor werk dat een laag opleidingsniveau vraagt. Voor er dieper wordt ingegaan op motivatie eerst een toelichting op het begrip. Motivatie verwijst naar de initiatie, de intensiteit en de standvastigheid van gedrag. Het richt zich op de vraag waarom mensen doen wat ze doen. Motivatie maakt deel uit van een gecompliceerd proces dat bestaat uit: 1. het kiezen van een doel; 2. het ontwerpen van een strategie om het doel te bereiken; 3. het uitvoeren van de geplande actie. In dit proces spelen ook cognitieve en affectieve variabelen een rol. De doelen worden zo gekozen dat zij persoonlijke behoeften bevredigen of voldoen aan eisen die de situatie stelt. Motivatie kent een aanleiding. De motivatie kan voortkomen uit een behoefte, of kan voortkomen uit een eis vanuit de omgeving. De motivatie wordt beïnvloed door het denkvermogen, door de aan- of afwezige emoties, door eerdere ervaringen en door de sociale context. We spreken dikwijls van intrinsieke motivatie (van binnen uit) of extrinsieke motivatie (van buiten af). Mensen verliezen eerder hun extrinsieke motivatie dan de intrinsieke. Dit verklaart onder andere waarom loonsverhoging maar een tijdelijk effect heeft op het functioneren van werknemers. Deelnemers van HSH zijn meestal volledig gericht op directe behoeftebevrediging en/of het organiseren van de eerste levensbehoeften. Achter dit gedrag zit een sterke motivatie om de eigen status quo te bestendigen. Dikwijls lukt het niet meer om over het eigen gedrag heen te kijken en doelen op langere termijn te stellen. Daarvoor zijn een aantal redenen aan te wijzen, bijvoorbeeld:
84
• • • • • • •
Alle energie is gericht op de eerste levensbehoeften; Sterke emotionele schommelingen; Sociale angst; Cognitieve overbelasting; Snel onderhevig aan stress; Weinig of geen zelfrespect; Faalangst.
Bovenstaand lijstje geeft enkele voorbeelden van invloeden op de motivatie – maar is niet uitputtend. Het reikt te ver in dit verband om dieper in te gaan op alle factoren die motivatie beïnvloeden en het uitdiepen van het onderwerp. Wel is het van belang te onderstrepen dat motivatie essentieel is voor de begeleiding van dak- en thuislozen. Het is essentieel dat een deelnemer motivatie heeft. Niet omdat de deelnemer motivatie ‘moet hebben’ bij aanvang van het traject. Motivatie hebben is essentieel, omdat de deelnemer het opnieuw mag gaan aanboren in zichzelf tijdens het traject.
14.2 Motivatie en de deelnemer HSH werkt op diverse wijze aan de motivatie van de deelnemer. Op deze wijze wordt de kans vergroot een ingang te vinden bij de deelnemer. In deze paragraaf wordt ingegaan op emoties, intrinsieke motivatie, extrinsieke motivatie, de duur van de begeleiding in relatie tot motivatie en de invloed van regels op motivatie.
14.2.1
Emoties
Emoties zijn een sterke sturing op motivatie. Een emotie stuurt een persoon aan om iets te veranderen of om juist terug te trekken en/of niets meer te doen. Daarnaast wordt de emotie bepaald door het referentiekader van de persoon: niet het feit kleurt de emotie maar de manier waarop de situatie wordt bekeken. Deelnemers van HSH hebben een rijk verleden met vaak een groot scala aan negatieve gebeurtenissen en dito emoties. Uiteraard verschilt het per persoon, maar algemeen kan gesteld worden dat deelnemers situaties negatief beoordelen en de kans op positieve ontwikkelingen klein achten. HSH neemt de tijd om een band op te bouwen tussen PC en deelnemer die het mogelijk maakt om met de deelnemer te praten over emoties en tevens om er direct op te anticiperen. Doordat de PC bijvoorbeeld meegaat naar de huisarts, de sociale dienst, etc. kan direct worden ingegaan op het gedrag, de interpretatie en de gevoelens van de deelnemer. De PC kan de deelnemer een spiegel
85
voorhouden en/of een andere interpretatie voorleggen die de perceptie van de deelnemer vergroot of verbreedt. Ook de laagdrempeligheid van HSH is een belangrijke factor. Veel deelnemers komen direct naar HSH als zij iets negatiefs meemaken. Vaak komt een deelnemer bij HSH binnen, vol van een emotie n.a.v. een gebeurtenis. De PC heeft dan de mogelijkheid de situatie door te nemen en de perceptie en de mogelijkheden uit te breiden. Omdat emotie een directe invloed heeft op motivatie, is de positieve motivatie van deelnemers vaak als sneeuw voor de zon vertrokken bij de eerste de beste tegenslag – en die laat vaak niet lang op zich wachten. De PC zit – vooral de eerste periode – zo dicht op de deelnemer, dat de PC in staat is de emotie te zien, te bespreken en daarmee de (magere) motivatie niet de das om te doen.
14.2.2
Intrinsieke motivatie
Intrinsieke motivatie komt voort uit diverse aspecten zoals: waarden en normen, vertrouwen, interesse, naastenliefde. Door het leven dat dak- en thuislozen leiden (even los van de aanleiding daartoe) zijn de meeste aspecten hevig en voor lange duur ondermijnt. Zaken als vertrouwen en naastenliefde zijn wel de eerste aspecten die worden ondermijnd (ofwel vanuit het eigen karakter ofwel vanuit vele negatieve ervaringen) en op den duur worden normen verlegd, en raken waarden totaal uit zicht. Tragisch is dat deze aspecten de grootste energiebron zijn, en het leven zin en richting geven. Intrinsieke motivatie stimuleren vereist een omgeving die betrouwbaar is, waar men de ruimte krijgt en waar anderen het goede voorbeeld geven. Uit divers onderzoek blijkt dat intrinsieke motivatie niet kan worden opgewekt via straf en beloning – dit heeft zelfs een averechts effect. HSH creëert een omgeving waarin de deelnemer de kans krijgt de eigen motivatie weer ruimte te geven. De PC bouwt hard aan een band met een deelnemer waarbij de deelnemer betrouwbaarheid ervaart en geeft daarin het goede voorbeeld door zich concreet in te zetten voor de deelnemer (voegt daad bij woord) en de deelnemer als volwaardig te behandelen, uitgaande van respect en van kansen. Door de directe en confronterende aanpak wordt de deelnemer ook getoond dat het eigen gedrag en de houding naar mensen en de samenleving invloed heeft op het resultaat – evenals de interpretatie van de situaties. Een andere aspect, namelijk waarden en normen, wordt weer bespreekbaar gemaakt via het assessment en de portfolio. Via diverse instrumenten (ict, spel, lijsten invullen) wordt de deelnemer uitgenodigd weer na te denken en na te gaan wat hij of zij eigenlijk belangrijk vindt, waarvoor men nog het ‘bed uit komt’. Ook via de scholing komen deze onderwerpen aan bod. Door de variatie van het aanbod (via spelelement, cognitie, praten) is er voor iedere deelnemer wel een moment dat er een ingang gevonden wordt.
86
14.2.3
Extrinsieke motivatie
Voor deelnemers is het vaak onduidelijk dat een slechte ervaring of het verlies van motivatie niet direct hoeft te betekenen dat ‘alles’ slecht is, of dat het toch wel niet goed zal lopen. Vaak zijn deelnemers gevoelig voor extrinsieke motivatie, onder andere omdat dat een directe behoefte bevredigt en het vaak ook een sociale component bevat, bijvoorbeeld sociale acceptatie. Voor deelnemers is het belangrijk dat zij gaan zien en begrijpen dat motivatie hun doelen bepaalt en richting geeft, maar dat niet alles wat men wil bereiken kan ontstaan onder ideale omstandigheden. Zo moet duidelijk worden dat het uitvoeren van productiewerk geen motivatie van binnenuit stimuleert. De deelnemer moet het verband gaan zien tussen het uitvoeren van werk zonder intrinsieke motivatie, en de positieve gevolgen ervan die het mogelijk maakt om dingen te doen die wel de motivatie geven – bijvoorbeeld geld hebben om op een sport te zitten, of om sociale contacten te hebben, om gewaardeerd te worden door mensen, of om toe te werken naar een baan die meer aansluit bij de eigen mogelijkheden, etc.
14.2.4
De duur van de begeleiding in relatie tot motivatie
Een belangrijk middel van HSH is de duur van de begeleiding. Veel reïntegratietrajecten kennen een duur van 6 weken tot drie maanden. Voor de HSH doelgroep lijkt dit ongeschikt, juist omdat het doen herleven van motivatie een langere adem vergt. Motivatie komt te voet en gaat te paard. HSH deelnemers kunnen twee jaar deelnemer zijn. Onderdelen zoals het opbouwen van vertrouwen, het herstellen van de levenssituatie en het herontdekken en aanwakkeren van motivatie vereisen een begeleidingsduur van ten minste een jaar. Overigens verdwijnen de mogelijkheden tot effecten na ongeveer 18 maanden. Een langere begeleidingsduur lijkt dan ook weinig zinvol, maar een kort traject is eveneens niet zinvol. De duur van het traject bepaalt mede het succes.
14.2.5
Regels
Iedere vorm van hulpverlening kent regels. In een samenleving die steeds meer stuurt, juridiseert en beheerst, is het meer regel dan uitzondering dat er veel regels zijn, protocollen, instructies etc. Bij het aanvangen van een nieuw hulpverleningsproject leert de ervaring dat bij iedere nieuwe situatie het project nieuwe regels bedenkt om de situatie in de toekomst te beheersen. Hoewel dit zeer zeker nuttig kan zijn, werkt het op den duur vaak ook tegen, juist door de veelheid aan regels. Regels hebben direct invloed op de relatie tussen mensen (dat was immers ook het doel van de regel) en dus is er een directe invloed op het vertrouwen, de motivatie en de definitie van de relatie.
87
Strenge regels ontmoedigen om wederkerige relaties op te bouwen. Dit is onder andere aangetoond in onderzoeken naar arbeidsproductiviteit en contracten. Hoe minder vertrouwen uit het contract spreekt, hoe slechter de prestatie. Strenge regels hebben dus invloed op het vertrouwen. Strenge regels geven tevens het signaal dat de strengheid blijkbaar nodig is omdat mensen zich niet aan de regels houden. Er wordt dus informatie gegeven over het gedrag van de ander. Blijkbaar houden ‘veel anderen’ zich er niet aan. Waarom zou jij je wel aan de regels houden als je er misschien mee wegkomt? Fatsoenlijk gedrag moet ontstaan in een sfeer van vertrouwen, je kunt mensen er niet toe dwingen. Door uitgebreide of strenge regelgeving ontneem je mensen de mogelijkheid vertrouwen op te bouwen, wat neerkomt op het onmogelijk maken van fatsoen en wat de motivatie ondermijnt. Overigens gaat dit niet op voor iedere regelgeving. Voor bepaalde zaken bestaat er geen intrinsieke motivatie bij mensen, zoals lopende band werk. In dat geval geeft een externe prikkel een motivatie. Maar hierbij zal dan ook geen norm verdwijnen door de externe prikkel. HSH hanteert daarom zo min mogelijk regels binnen het hulpverleningscontact (hier valt de school en startblok niet onder). De regels die er zijn betreffen de Nederlandse wet- en regelgeving en de regels waaraan de instelling gebonden is. Specifieke regels voor HSH zijn niet gemaakt. De PC en de deelnemer hebben de mogelijkheid om een regel af te spreken, maar deze is dan specifiek voor de deelnemer ontworpen – en alleen in samenspraak met de deelnemer. Tijdens het project hebben zich een enkele keer escalaties voorgedaan. Escalaties worden besproken en geanalyseerd om deze in de toekomst te voorkomen. Het is een logisch en gebruikelijk scenario dat de roep om regelgeving oplaait na een vervelende situatie of een escalatie. Toch is het steeds weer gelukt niet over te gaan tot het vaststellen van regels. Gedurende het project zijn er geen regels bijgekomen. De deelnemer aan HSH heeft niet alleen te maken met het hulpverleningstraject, maar ook – en juist – met de begeleiding naar werk. De deelnemer als potentieel werknemer heeft in de praktijk wel degelijk te maken met regels en contracten. Dat is dan ook precies wat HSH nabootst. De deelnemer sluit een contract af met HSH over de begeleiding naar werk. In dit contract wordt vastgelegd hoe de begeleiding naar werk eruit ziet en wat de wederzijdse verplichtingen zijn. Op deze manier wil HSH de deelnemer leren om te gaan met de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit een contract. Ook geeft het afsluiten van een contract de boodschap dat het voornemen van de deelnemer serieus wordt genomen, en dat HSH ook haar verantwoordelijkheden
88
neemt. Het formuleren en afsluiten van contracten is een wezenlijk onderdeel van het voorbereiden op het werknemersschap. De deelnemer heeft dus met HSH een hulpverleningsrelatie waarin geen regels zijn opgenomen, en een relatie gericht op begeleiding naar werk die is vastgelegd in een contract. Een derde situatie waarin de deelnemer zich bevindt tijdens het HSH-traject, zijn ‘derden’. Het gaat om interne of externe voorzieningen en/of organisaties die onderdeel uitmaken van het leven van de deelnemer, bijvoorbeeld de sociale dienst, of een opvanghuis. Bij deze derden gelden de regels zoals die daar zijn vastgesteld. Maar wat nu als een deelnemer een regel overtreedt bij een andere voorziening of organisatie? Als een deelnemer wordt verwijderd uit een woonproject – om wat voor een reden dan ook – betekent dat niet dat hij of zij ook uit HSH wordt verwijderd. HSH gaat door met de deelnemer. HSH zoekt naar contact, oplossingen, bruggetjes. HSH betrekt de deelnemer bij het zoeken en bedenken van oplossingen. Onder andere door de inzet van de werkbegeleider wordt steeds weer gezocht naar nieuwe inzichten en ingangen die helpen om de deelnemer te bereiken, te helpen, en ontstane problemen het hoofd te bieden. Maar hoe dan ook: geen enkele situatie mag leiden tot nieuwe regels die uitsluiten of afsluiten. Dat is met de dak- en thuisloze al genoeg gebeurt.
Een voorbeeld van motivatie opgeschreven door een deelnemer van HSH “Mijn naam is Peter Hersmus, en ik heb een huis via het CVD. Eerst een stukje vooraf. Ik ben 44 jaar, was 5 jaar dakloos, en verslaving liep als een rode draad door mijn leven. Tot 2004 na ernstige fysieke klachten door het buitenbestaan, gaf een neuroloog me te kennen dat het anders moest, of ik zou het deze keer niet overleven. De diagnose was: spondolitus, een aandoening aan de zenuwen waardoor je of in de rolstoel belandt of dood gaat. In CVD Havenzicht (dag-nachtopvang) werd ik ondergebracht, en moest plat blijven liggen, en nooit meer op straat komen. Natuurlijk ben je dan nog niet van de drugs af, maar het begin was er. Via CVD kwam ik aan een uitkering en meldde me aan bij het CVD-Wonen, en kreeg een intake met twee medewerkers. Een goede 5 maanden later was er plaats, en juli 2005 was ik welkom. Omdat drugsgebruik was toegestaan, was het ook nog een doelstelling om met de drugs te stoppen. Mijn verslaving betaalde ik met het maken van freestyle
89
gedichten, en rappen. Ik was al bij ’Pakhuis de Jong’ op tv geweest en bij TV Rijnmond ook met creatieve dingen bezig. Langzaam maar zeker krabbel je op en ging ik weer sporten - en dat deed ik al vanaf mijn 9e levensjaar, ook deed ik een Cios opleiding (centraal instructeursopleiding sport) in Heerenveen. Natuurlijk zijn we een gevolg van onze opvoeding, en ik wil daar niet te veel over kwijt, omdat het nu eenmaal een plek heeft gekregen, bovendien ben ik nu ervaringsdeskundig, en geef presentaties op diverse locaties om de beeldvorming wat betreft daklozen en verslaafden een ander aanzien te geven, maar dat vertel ik later. Het CVD- traject werd door Isolde begeleid, die nu elders werkt. Doelstelling; schulden aanpak, genezing, tandartsen, en naar school om weer te integreren. Ik kreeg een huis samen met iemand, die niet bij me aansloot: hij bleef gebruiken, en dus werd het voor mij ook moeilijker om te stoppen met gebruiken. Ook werden de nodige boetes aangepakt, wat 2 jaar in beslag nam. April 2006 kwam er een woning vrij in de Hugo Molenaarstraat, waar ik nu woon. Via de Sociale dienst kwam ik op Home Sweet Home terecht, en zo kwam ik op school terecht, het Albeda College en volg sociale vaardigheden, en informatica. Ik werk ook bij Locus 010, een cultureel centrum in de Hoogstraat, en doe programmering en andere activiteiten. Ook is inmiddels contact met de familie hersteld, en ga je jezelf langzaam maar zeker beter voelen en ook weer meer in jezelf geloven. Ook was ik weer met hardlopen begonnen, en schreef me in voor de Rotterdam marathon van april. In januari kreeg ik te horen dat men een cursus had bij de GGD-GGZ, onderdeel het basisberaad, om de beeldvorming van daklozen en verslaafden een positieve draai te geven. Men zocht Ambassadeurs die hun ervaringen willen gebruiken om deze om te zetten in ervaringsdeskundigheid, d.m.v. een cursus. Ik begon samen met 16 anderen: het leek wel een afvalrace; het leek wel Idols. Dat had tot resultaat dat er nu nog 6 mensen over zijn die deze functie vervullen. Mijn functie is die van promotie. Na de Rotterdam marathon (in 3.47) nam het CVD het op zich me te ondersteunen op de weg naar New York (de marathon). Dat is het wel zo ongeveer. Henk v.d.Hoek (HSH) is mijn personal coach, die gaat mij ook ondersteunen om dit allemaal te verwezenlijken.” Inmiddels heeft Peter de marathon van New York 2007 gelopen. Samen met zijn uitstroomcoach gaat hij nu bepalen hoe het leefgebied dagbesteding verder wordt ingevuld. Vervolgopleiding, bestendiging vrijwilligerswerk, etc.
90
15 Omgaan met de drugsproblematiek van deelnemers Het gebruik van drugs, in zijn diverse verschijningsvormen, is vaak onderdeel bij een groot aantal deelnemers van het project Home Sweet Home. In dit project is het gebruik van drugs geen contra-indicatie voor deelname. Maar gaan we juist op zoek naar een manier om ermee om te gaan en als drugsgebruik onderdeel van het leven van de deelnemer blijft de hoogst mogelijke vorm van dagbesteding/werk te bereiken en te bestendigen. Home Sweet Home heeft wel een werkwijze bepaald hoe met drugs en drugsgebruik om te gaan binnen het project.
15.1 Drugsbeleid van Home Sweet Home De deelnemers van HSH zijn daklozen, of hebben een geschiedenis van dakloosheid en vaak nauwe relaties met daklozenvoorzieningen en de wereld daar omheen. De procentuele samenstelling van deze doelgroep is dusdanig, dat met enige zekerheid gezegd kan worden dat ruim 70% van de deelnemers aan HSH op een of andere wijze met drugsgebruik te maken heeft, of in een recent verleden hiermee te maken had. Om deze reden is het raadzaam om binnen het traject duidelijk aan te geven wat er van deelnemers wordt verwacht, welke gedragingen wel getolereerd zullen worden etc. Daarnaast moet er consensus zijn over de houding die de samenwerkende partijen ten opzichte van de deelnemer hanteren aangaande dit onderwerp. •
Drugsgebruik op zich is nooit een uitsluitende voorwaarde voor deelnemers aan HSH. • Op de verschillende locaties zijn deelnemers gebonden aan de afspraken die op de gegeven locatie gelden over drugsgebruik (bijv. in de opvang ‘de Hille’ kan gebruikt worden op de gebruikersruimte, maar niet op de toiletten). Op plaatsen waar dit niet kan (school, stageplek etc.) zal gebruik niet getolereerd worden. Zodra deelnemers in conflict komen met op locatie geldende regels zullen de consequenties voor die specifieke locatie nageleefd worden. De uitsluiting van de specifieke locatie betekent geen automatische uitsluiting voor de andere HSH onderdelen of het gehele HSH traject. • Openheid over het soort druggebruik en de hoeveelheid te gebruiken drugs is een voorwaarde die vervuld kan worden omdat gebruik uitgangspunt is. Om te komen tot goede adviezen en begeleiding van de deelnemer zal het juist van belang zijn dat zoveel mogelijk informatie over het drugsgebruik beschikbaar is. Drugsgebruik is een open en bespreekbaar terrein, waarbij eerlijkheid over dit onderwerp eerder tot de aanbeveling strekt dan tot de afwijzing. De Personal Coach streeft ernaar met de deelnemer in gesprek te zijn over diens gebruik van middelen. Niet met het doel te oordelen of op afkicken aan te sturen, maar om de
91
deelnemer bewust te maken van zijn/haar gebruik, de gevolgen ervan en te zoeken naar nieuw gedrag dat de problematiek van de deelnemer doet afnemen. Doelen die de deelnemer wil behalen worden in het begeleidingsplan opgenomen. Indien een deelnemer weinig of geen inzicht geeft in middelengebruik, dan betekent dit geen uitsluiting. De PC zal het onderwerp niet dwingend op tafel leggen maar ook niet schuwen. Als de deelnemer dronken verschijnt op een HSH onderdeel wordt dit wel degelijk benoemd en er wordt later op een nuchter moment op teruggekomen. Door de deelnemer de tijd te geven HSH te gaan vertrouwen en te zien dat hij/zij wordt gerespecteerd, zal voor de deelnemer een klimaat ontstaan waarin het mogelijk wordt om ook de moeilijke onderwerpen te bespreken en eigen gedrag onder ogen te zien. Wel zal de PC uiteindelijk de deelnemer altijd vertellen hoe hij/zij aankijkt tegen het middelengebruik van de deelnemer en de gevolgen die het heeft voor de deelnemer. Het gaat dan niet om de standaard constatering dat ‘het niet goed is’. Het doel van de PC is om inzichtelijk te maken dat het doel dat de deelnemer graag wil behalen, wordt tegengewerkt door bepaald verslavingsgedrag.
15.2 Drugsbeleid op Startblok Startblok neemt binnen het gehele aanbod van HSH onderdelen een bijzondere plek in. HSH moet geen vrijplaats worden voor drugsgebruik, maar wel een plek waar bewust met dit gedrag van de deelnemers zal worden omgegaan en waar “misstappen” behandeld zullen worden als leermoment. Binnen het Startblok zullen een aantal regels met elkaar worden afgesproken in de vorm van een overeenkomst, die door beide partijen (deelnemer en Startblok) worden ondertekend. Binnen Startblok is het van belang dat de deelnemer inzicht krijgt in zijn eigen gedrag en omgang met drugsgebruik. De deelnemer moet in zijn eigen belang en dat van de andere deelnemers zaken bespreekbaar maken. Binnen Startblok heeft hij of zij de ruimte om in het vervolg een passende manier te vinden om drugsgebruik te combineren met maatschappelijk functioneren. Wat hiervoor de passende oplossing is, hangt af van de keuze van de deelnemer. Stoppen? Stiekem? Open en bloot? Of misschien alleen in de privésfeer. De keuze is aan de deelnemer, maar Startblok is de vrijplaats waar de deelnemer uit kan vinden wat je ermee moet en welke gevolgen eraan verbonden zijn. De regel over drugsgebruik binnen Startblok is: Startblok is een onderdeel waar situaties uit het bedrijfsleven -zo natuurgetrouw mogelijkworden nagebootst. Het is de deelnemer van Startblok daarom ten alle tijden verboden zich bezig te houden met, het nuttigen van, het praten over het voorbereiden van alle
92
zaken die met drugsgebruik te maken hebben. Op drugsgebruik en alle zaken daaromheen (ook hosselen en praten) rust een volledig taboe! In volledige tegenspraak met deze zeer duidelijke regel staat echter het feit dat op het overtreden van deze regel geen directe sancties volgen. Er bestaat weliswaar een mogelijkheid om met individuele deelnemers afspraken te maken waar eventuele gevolgen aan zullen kleven. Hiervoor in de plaats wordt “het waarheidsprincipe” gehanteerd. Waarheid is voor veel deelnemers een begrip waar zij van vervreemd zijn. Zelfs als dit op dat moment hun uiteindelijke doel verder doet verwijderen. een voorbeeld: Op het station wordt je regelmatig aangesproken door verslaafden, die wat geld in hun hand hebben. Het verhaal is dat zij €2,60 hebben, maar eigenlijk €3,85 nodig hebben voor een treinkaartje naar Schiedam, of jij ze zou kunnen helpen met 1,25 om naar hun uiteindelijk doel te reizen……..een zieke moeder in Schiedam. Je weet als oplettend mens dat het hier gaat om een verslaafde medemens. Als je hierop reageert met de volgende woorden: ”Als jij mij zegt dat het gaat om geld voor drugs, kun je van mij direct € 2,- krijgen”, dan zul je verbaasd staan over de reacties. In veruit de meeste situaties zal er verontwaardigd gereageerd worden. “Nee echt niet, ik ga het geld gebruiken om naar mijn moeder te gaan”. “Nee meneer, ik gebruik geen drugs”. Etc. Zelfs wanneer je het bedrag daarna nogmaals verhoogd, zal in veel gevallen de reactie hetzelfde blijven. De ontkenning van het drugsgebruik is zo geconditioneerd, dat het uiteindelijke doel (het ontvangen van het geld) voorbij gestreefd wordt door het geconditioneerde gedrag. De verslaafde leeft als het ware in zijn zelf verzonnen waarheid, die belangrijker is geworden dan zijn doel.
Allereerst moeten we dus terug naar de waarheid. Door het waarheidsprincipe bij de deelnemers te introduceren zullen we de deelnemer moeten verleiden weer terug te keren naar de realiteit van de dingen om hen heen en de waarheden die hij onder ogen moet zien. Het waarheidsprincipe is in feite een beetje “corny” op zijn Amerikaans. Toch heeft dit principe bij veel verslavingsprogramma’s zijn absolute waarde bewezen. Door het creëren van een veilige omgeving (weinig tot geen sanctiemaatregelen en veel “open” gesprekken) moet het voor deelnemers mogelijk worden om een reëel beeld van hun verslaving te krijgen. Welke onherroepelijke gevolgen deze verslaving heeft voor hun maatschappelijk functioneren en hun functioneren op werkgebied, kan binnen Startblok geoefend worden. Hoe de deelnemer hier in de toekomst mee om wenst te gaan hangt van zijn eigen inzicht af. Het devies van Startblok zal zijn dat elke deelnemer zoveel mogelijk voor zichzelf een weg uit moet stippelen, die uiteindelijk voor hem de meest
93
acceptabele opening biedt. Startblok is niet meer dan de veilige omgeving, waarbinnen gedragingen getoetst kunnen worden. Het is dan wel belangrijk dat dit gebeurt vanuit een reëel beeld. Om een goed beeld te kunnen krijgen van het verslavingsgedrag en hoe hiermee wordt omgegaan, is de hulp van de deelnemers nodig. Zij zijn bij uitstek de ervaringsdeskundigen die het gedrag en het gebruik het eerst zullen onderkennen. Deelnemers melden zelf dat iemand (of zijzelf) heeft (of hebben) gebruikt tijdens werk, dat heet dan geen “klikken”, maar helpen! Deelnemers wordt uitgelegd dat men daarmee zichzelf en anderen helpt. Het is waarschijnlijk de eerste en de laatste keer dat een deelnemer op veilige wijze hierop geconfronteerd kan worden. In drie tot zes maanden zal men een formule moeten vinden om voor zichzelf een manier te bedenken hoe je in het vervolg met deze materie om kan gaan. Om deze afspraken “hard” te maken wordt bij aanvang van Startblok een officiële overeenkomst op papier gezet met de deelnemer, waarin we de regels over drugsgebruik en “klikken” vast worden gelegd. Door het zo officieel aan te kleden krijgt het eerder betekenis en zal er direct mee gespeeld kunnen worden. Zodra de regels bekend zijn kan de proefspeeltuin een aanvang nemen. We balanceren hiermee direct wel op een moeilijk en mogelijk hellend vlak. Startblok gaat door deze opstelling zuinig om met sancties. Zodra het “klikken” leidt tot schorsen of andere sancties is het met de “leermomenten” gedaan. Deelnemers zullen echter onherroepelijk in de fout gaan en in veel gevallen zal schorsen meer voor de hand liggen dan het voorval te zien als leermoment. Er moet dan ook binnen het team en met de deelnemers veel gepraat worden over de “geschreven”, maar ook de “ongeschreven regels”, die met elkaar gemaakt worden. Waar deelnemers wel echt over de schreef gaan en wat nog acceptabel is als leermoment, zal een levendige discussie opleveren. Een proces dat zeker enige begeleiding zal vergen – vooral bij aanvang van het project.
16 Wat maakt een nieuwe aanpak succesvol? Waarom werkt de ene reïntegratiemethode beter dan de andere? Wat werkt wel en wat niet? TNO onderzocht het aantal mensen in Rotterdam dat via reïntegratie weer aan een baan geholpen is sinds 2004. Dit bleek 16%. Ook cijfers uit andere steden bleken onthutsend
94
laag, vooral ten opzichte van de investeringen. De behaalde successen betreffen doorgaans de werklozen met de minste achterstand tot de arbeidsmarkt. Om succesvol te zijn bij het reïntegreren van moeilijke doelgroepen zijn drie zaken van belang: 1. Een glasheldere omschrijving van het doel van het reïntegratietraject, en een eenduidig standpunt tussen de diverse partners over het doel. 2. Kennis van elkaar en van de deelnemer. 3. Het in kaart brengen van de succesfactoren bij geslaagde reïntegratietrajecten. Ten aanzien van punt 1: Een groot risico betreft de samenwerking tussen de diverse partners. Reïntegratietrajecten vereisen minimaal een samenwerking tussen het reïntegratieproject, de sociale dienst en de werkgevers. De samenwerking loopt vaak uit op een papieren relatie waarbij de klant uit beeld verdwijnt. Ook de papieren afspraken kunnen – ten tijde van het afrekenmoment – leiden tot teleurstelling als blijkt dat doelen en definities divers worden geïnterpreteerd. Een succesvol traject hangt voor een belangrijk deel af van de samenwerking, vooral met de werkgevers en de sociale dienst. Ten aanzien van punt 2: Uit onderzoek van de lokale rekenkamer en van TNO blijkt dat de sociale diensten twee essentiële voorwaarden voor succes ontberen: kennis van de eigen klant en kennis van de lokale arbeidsmarkt. Deze twee voorwaarden tellen natuurlijk ook voor een reïntegratiebedrijf. Zaken als een hoge case-load (zie nummer 3) een papieren werkelijkheid en diverse verwachtingen (zie punt 1) en onvoldoende tijd om kennis te nemen van de samenwerkingspartners zorgt voor een mindere slagingskans. Ten aanzien van punt 3: Er zijn diverse onderzoeken gedaan naar reïntegratietrajecten, maar ook naar zaken als het motiveren van mensen. Er zijn verschillende tools en succesfactoren te destilleren. Het lijkt een open deur: gebruik de succesfactoren. Maar het is een open deur die op papier beleden wordt maar dikwijls niet in de praktijk. Het meest duidelijke en belangrijke voorbeeld daarvan is de case-load. Uit eerder genoemd onderzoek blijkt dat de belangrijkste succesfactor een intensief klantcontact en het bieden van maatwerk is. Onderzoek van TNO naar het project Jobs First toont ook aan dat intensieve begeleiding leidt tot minder depressiviteit, meer zelfvertrouwen en een actievere houding bij de deelnemers. Meer zelfvertrouwen en vertrouwen in het eigen kunnen, vergroot de kans dat zij ook na de begeleiding aan het werk blijven.
95
Het klinkt zo logisch, en dat is het ook. Maar in de praktijk blijkt het lastiger. Het verhogen van de case-load is vaak de eerste stap die genomen wordt om de kosten te verlagen. Maar juist een lage case-load verhoogt het slagingspercentage. Veel contact, betrokkenheid en een grote mate van vertrouwen tussen de personal coach en de deelnemer bieden een uitgangspositie die de deelnemer in staat stelt daadwerkelijk veranderingen door te voeren. Essentieel voor het succes van HSH is dan ook een lage case-load. Specifieke kenmerken van HSH 1. Een uitgebreide, door alle partijen goedgekeurde definitie van het doel van HSH, en een duidelijke omschrijving van de situatie van een deelnemer die HSH beschouwt als geslaagd, alsmede een uitleg over de definitie ‘uitstroom’. 2. Een intensieve samenwerking op alle niveaus met belangrijke externe partners, zoals SoZaWe, werkgevers en opleidingsinstituten. 3. De personal coaches hebben een lage case-load, waardoor aan iedere deelnemer ruim aandacht kan worden besteed. 4. Als de deelnemer instroomt, gaat HSH direct over tot acties om praktische problemen op te lossen. 5. De deelnemer wordt vanaf het begin duidelijkheid verschaft over het doel van HSH en de werkwijze. 6. HSH biedt diverse vormen van begeleiding, zowel op het sociaal-psychologische vlak, als op het gebied van werknemerschap. Door diversiteit aan aanbod worden meer deelnemers bereikt en/of positief geraakt. 7. De begeleiding wordt gefaseerd aangepakt. De fasering biedt overzicht en neemt het hoogst haalbare tempo van de deelnemer aan en wordt afgesloten met zichtbaar behaalde doelen. 8. Mensen hebben diverse manieren van leren. Leermiddelen worden daarom op diverse wijze aangeboden. 9. HSH heeft geen regels (behoudens wet- en regelgeving Nederlands recht) Iedere situatie met deelnemers wordt op zijn eigen merites beoordeelt. (Dit geldt niet voor alle plekken die door de deelnemer bezocht worden; daar geldende regels moeten opgevolgd worden) 10. Deelnemer wordt benaderd als potentieel werknemer, niet als cliënt. 11. HSH beziet per deelnemer het verband tussen problemen en de voorwaarden die er nodig zijn om succes en/of bestendiging van een doel te behalen. Zo kan iemand pas vier dagen werken als er een vaste woonplaats is. (Het verband tussen problemen in het ene leefgebied en het wel of niet behalen van successen op een ander leefgebied wordt verder ontwikkeld via een woonladder, een werkladder en een welzijnsladder).
96
12. Instrumenten die worden gebruikt door werkgevers op de arbeidsmarkt worden ingezet om de deelnemer te coachen, met bijbehorende terminologie en aanpak (bijvoorbeeld het maken van een Portfolio) 13. Bij het formuleren van doelen en het toewerken naar een kwalitatief beter levensniveau wordt het realisme steeds in het oog gehouden. Als iemand vier dagen wil werken is mooi, maar als diegene zeer verslaafd is, dan is een kleiner doel realistischer. 14. De deelnemer heeft de ruimte om een stap terug te doen in het traject, zonder daarvoor bestraft te worden of andere nadelige consequenties te ervaren. 15. Binnen HSH worden doorlopend driehoeksgesprekken gevoerd tussen de diverse partijen. Het betreft gesprekken tussen de deelnemer, de PC en de werkmeester; de deelnemer, de PC en school, etc. De gesprekken worden gevoerd met de deelnemer. 16. Het simulatiebedrijf Startblok biedt de deelnemer de mogelijkheid om in een beschermde omgeving alle aspecten van werken te leren. 17. HSH biedt aandacht aan de persoonlijke verzorging, de omgangsvormen, het omgaan met autoriteit. Het gaat om aspecten die vaak een struikelblok voor daken thuislozen om ergens goed te functioneren.
97
17 Literatuurlijst van waaruit de theorie is ontwikkeld •
HVO/Querido: Methodologische verantwoording onderzoek naar het in kaart brengen van begeleidingsplannen.
•
Prof. dr Geert van der Laan: Opbouwwerk: Markt en professionele principes
•
Ad Snellen: basismodel voor methodisch hulpverlenen in het maatschappelijk werk: 1ste en 2de druk.
•
R.G.Geen: Motivatie, een sociaal-psychologische benadering: Baarn 1999
•
Baart, A.: Een theorie van de presentie. www.lesi.nl
•
Eindrapportage onderzoek: intensieve begeleiding Jobs First succesvol Psychische problemen staan weg naar werk niet in de weg
•
Van Dyck/Emmelkamp; Van der Velden 1989
•
www.cvd.nl
•
Dossier reïntegratie; binnenlands bestuur
•
Home Sweet Home: gepubliceerde stukken in het kader van ESF-EQUAL:door J. de Putter (projectleider HSH) en door D. Binder (werkbegeleider HSH)
Met medewerking van: De deelnemers van Home Sweet Home en alle medewerkers. Met speciale dank aan: Peter Hersmus, Anton Hooghart en Carlo Nelstein.
98
Deel 4 De mappen met formulieren en instrumenten
In Deel 4 vindt u de mappen die gebruikt worden in de nieuwe reintegratie methodiek Home Sweet Home. • Map 1: Hulp • Map 2: Opleiding en Werk • Map 3: Map Kans Als laatste onderdeel een
99
Inleiding mappen: Per deelnemer worden 3 mappen aangemaakt: 1. Map Hulp 2. Map Opleiding en Werk 3. Map Kans Iedere map heeft een aantal tabbladen met inhoudsverdeling, en een aantal formulieren. De formulieren die in de map zitten worden ingevuld: soms door de deelnemers, soms de personal coach, de werkmeester, de docent of allen tegelijk. Ieder map heeft een ander aanvangsmoment. De volgorde van de mappen zoals hierboven, is ook direct de volgorde van ingebruikname. Anders gezegd: als een deelnemer zich meldt wordt de Map Hulp in gebruik genomen; zodra de deelnemer overgaat van activering naar Startblok, dan wordt de Map Opleiding en Werk actief in gebruik genomen. De Map Kans gaat pas open als de deelnemer bij de Uitstroomcoach aanklopt. De mappen kennen een overlap, en ook kan je 2 mappen tegelijk in gebruik hebben. Wel is het de bedoeling dat de Map Hulp al goed op de rit is, en het meeste werk verricht is, voordat de Map Opleiding en Werk van start gaat. De Map Kans start pas als de twee andere mappen zijn gevuld en afgerond.
Wanneer wat in welke map? Iedere map wordt standaard gevuld met formulieren en tabbladen. Bij enkele formulieren zal een korte uitleg staan voor de deelnemer en/of coach. Er zijn ook documenten die niet standaard in de map zitten, maar die mogen uiteraard toegevoegd worden. Denk bijvoorbeeld aan correspondentie met een andere organisatie of een brief van een familielid, of iets dat de deelnemer er graag in wil hebben.
100
MAP 1: HULP
Map Hulp Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Screeningsformulier HSH (opgenomen in dit document) Uitsluitingsformulier Toestemming SoZaWe Deelnemersverklaring (opgenomen in dit document) Intakeverslag (opgenomen in dit document) Assessment (opgenomen in dit document) Kopieën ID, CWI en pasfoto Onderwijsovereenkomst Begeleidingsplan (opgenomen in dit document) Stappenplan (opgenomen in dit document) Trajectplan SoZaWe (opgenomen in dit document) Rapportage Externe informatie Overdracht / exit (opgenomen in dit document)
101
Tabblad 1: Screeningsformulier HSH
1 Screeningsformulier CVD Home Sweet Home
1.1 Achtergrond van de deelnemer Naam: Verblijfplaats: Geboortedatum: Sekse: Telefoonnummer: Mobiel: Burgerlijke staat (partner/kinderen): Religie (praktiserend): Nationaliteit: Sofi-nummer: Identiteitsbewijs: Land van herkomst: •
Schoolopleiding (aantal jaren school)
102
•
Diploma’s van opleiding(en)
•
Cijferlijsten van voorgaande opleiding(en)
•
Werk- en/of stage-ervaringen:
•
Diploma’s land van herkomst:
1.2 Huidige situatie. Dak-thuisloos sinds: Hoe lang woont hij/zij op huidige verblijfplaats? (eventueel) naam en adres van hulpverlener/steunbron: Hoe zijn de financiën voor het dagelijks leven geregeld? Wat doet de aspirant-deelnemer in zijn vrije tijd? Met welke instanties heeft de aspirant-deelnemer contact? Zijn er dingen die op korte termijn veranderen in de leefsituatie?
1.3 Belemmeringen die van belang zijn voor het doen van een opleiding.( gezondheid, verslaving, lichamelijk of psychische beperking).
1.4 Ondersteunend netwerk. Belangrijke contacten die de aspirant-deelnemer kan helpen bij taken en of tegenslag. Beschrijf hoe eventuele steun geregeld is (Wie en soort steun) of niet.
103
1.5 Sterke kanten …………………………………………Naam aspirant-deelnemer. Instructie: Deelnemer vult dit zelf in 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Rotterdam d.d. Handtekening aspirant deelnemer.
1.6 Mening van
............................................................................................ (naam aspirant-
deelnemer) Over deelnemen aan het project (CVD Home Sweet Home)
Over het voor hem/haar te bereiken resultaat:
104
Bijlage voor de screeners. Gescreend wordt op Motivatie Potentie om zich te kunnen handhaven en te kunnen functioneren in een opleiding/arbeidsrelatie. Dat wil zeggen; goede omgangsvormen, gecontroleerd drugs/drankgebruik, afwezigheidverzuim van minder dan 20%. - Deze potentie zal daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden door deel te nemen aan het project. Potentie op basis van eerder verworven diploma’s en of EVC’s (Eerder Verworven Competenties) om een kwalificatie voor een baan te verwerven. Deze potentie zal daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden door deel te nemen aan het project.
105
Tabblad 4: Deelnemersverklaring
Deelnemersverklaring CVD Home Sweet Home toestemming informatie uitwisseling. Ik geef hierbij mijn toestemming voor het inwinnen en uitwisselen van informatie voor het uitvoeren van de hulp- en dienstverlening aan mij door begeleiders, mentoren en maatschappelijk werkers in het kader van het ESF Equal project, CVD Home Sweet Home.
De inhoud van de toestemmingsverklaring bevat 4 onderwerpen: A: geanonimiseerde beleidsinformatie voor de gemeente Rotterdam en Ministerie VWS. B: gegevens over de cliënt met naam en toenaam aan derden in het kader van de begeleiding van de cliënt en het beroepsgeheim van de medewerker. C. verwijzing naar het bieden van verantwoorde zorg volgend op indicatiestelling AWBZ als dat van toepassing is. D. Met het plaatsen van mijn handtekening op deze deelnemersverklaring verklaar ik op de hoogte te zijn van het feit dat de gevolgde cursus een onderdeel is van een middels ESF Equal gesubsidieerd project. Deze informatie is nodig ter verantwoording van de dienstverlening aan subsidiegevers (A en D) en om het begeleidingsplan uit te voeren (B, C). De toestemming tot informatieverwerking dient alleen deze doeleinden. Dit deelnemersformulier wordt aangemaakt bij de start van de CVD Home Sweet Home relatie en wordt door het CVD project Home Sweet Home vervolgens apart bewaard in het aan te leggen cliëntdossier, conform de handleiding dossierbeheer CVD. De CVD Home Sweet Home is verantwoordelijk voor het zorgvuldig beheer van het dossier en de informatie uitwisseling.
A. Ik weet dat geanonimiseerde gegevens verplicht aan de gemeente worden aangeleverd ten behoeve van beleidsinformatie.
106
B. In het kader van de begeleiding geef ik d.m.v. paraaf toestemming om informatie op te vragen bij: Huisarts ------------------------
Gezondheidszorg-----------------------------
Verslavingszorg------- ------
Maatschappelijke Opvang------------------
Werkgever---------------------
Reclassering-----------------------------------
Ziektekostenverzekeraar---
Uitkeringsverstrekkende organisatie----
Familie--------------------------
Anders, nl:……….
Uitgesloten is in ieder geval: …………
Verwijzing naar het bieden van verantwoorde zorg volgend op indicatiestelling AWBZ C. Er is sprake van indicatiestelling AWBZ en daaraan gekoppeld begeleidingsplan. Ja / nee *)
107
Vervolg CVD Informatieuitwisseling D. Doeleinde hier is het voldoen aan de voor het ESF Equal project gelden voorschriften van de administratieve verantwoording en daaraan verbonden onderzoek. Het Inzage en Correctierecht betreffend mijn CVD Home Sweet Home dossier is vastgelegd in CVD Reglement Verwerking Persoonsgegevens. De reikwijdte van het begeleidingsplan is omschreven in het CVD Home Sweet Home Projectplan. Dit CVD Reglement Verwerking Persoonsgegevens en het CVD Home Sweet Home Projectplan zijn ter inzage aanwezig op de CVD Home Sweet Home werkeenheid. Een aanvraag formulier voor inzage is aanwezig op deze werkeenheid. Indien het gaat om medische informatie, afkomstig van mijn behandelaar, heb ik een toestemmingsverklaring ondertekend waarin ik toestemming geef om medische informatie bij mijn behandelaar, dhr./mw...............................................................te ......................................................, op te vragen en informatie aan mijn behandelaar te verstrekken. Deze toestemmingsverklaring maakt onderdeel uit van het dossier dat mijn behandelaar over mij voert. Naam cliënt Geboortedatum Handtekening cliënt
: : :
Naam medewerker CVD : CVD Werkeenheid/business unit ; Handtekening medewerker : Datum van ondertekening : *) voor de volledigheid wordt hier vermeld dat er al dan niet nog een aparte toestemming in het kader van AWBZ geldt.
108
Tabblad 5: Intake
INTAKEFORMULIER HOME SWEET HOME Intakegegevens Datum Naam intaker Aanmeldingsdatum Aanvang trajectdeelname Cliëntgegevens Achternaam client Voornamen voluit Roepnaam Geslacht
M/V
Geboortedatum Geboorteplaats Nationaliteit Verblijfsvergunning Migrant specificatie ivm.
Niet-Westerse allochtoon/ Westerse allochtoon/ Roma of
subsidiegegevens
Sinti/ asielzoeker/ autochtoon * doorhalen wat niet van toepassing is. Opmerking: ook bij een geldige verblijfsvergunning geldt de indeling
Geboorteland moeder Geboorteland vader Godsdienst Burgerlijke staat
Ongehuwd/
gehuwd/
samenwonend/
geregistreerd
partnerschap/ gescheiden/weduwe-weduwenaar Evt. naam echtgenoot Kinderen
J/N
Achternaam
109
Voornamen Roepnaam Geslacht Geboortedatum
110
Contactgegevens Adres,
huidige
verblijfplaats
Deelnemer:
Contactpersoon:
of
verwijzende instantie telefoon mobiel e-mail Postadres
Gemeente
van
Inschrijving
(waar stond deelnemer het laatst ingeschreven)
Klantmanager Sozawe,
Bijstand/ en
ABW/IOAW/IOZW/zwerversuitkering
kantoor SoZaWe Klantmanager
(indien
UWV,
toepassing)
Kantoor
van
WW,Toeslagenwet,wachtgeld/WAO/WIA/ Wajong/AAW/WAZ/Ziektewet
UWV Andere
o
ANW
o
Gesubsidieerd werk
Inkomstenbron
o
AOW
o
Leeft van inkomen ander
o
Alimentatie
o
RvB uitkering
o
Betaalde
o
Studiefinanciering
Arbeid
o
Uitkering Justitie
o
Geen inkomsten
Identiteitsgegevens/ Datasheet Paspoort, ID-kaart, Rijbewijs
No.
SOFI nummer SoZaWe nummer
111
Ziektekostenverzekeringsmaatschappij
J/N
Instantie:
Polisnummer ziekenfonds Huisarts Medicijngebruik
J/N
Specificatie:
(evt.
methadon)
Ziekten waarmee rekening dient te worden gehouden Is deelnemer gehandicapt? Of is er sprake
van
een
vastgestelde
arbeidshandicap? Inschrijfnummer CWI Indicatiestelling GGZ
Antwoord later overnemen van pagina 6!
Bank/Gironummer Woonpas
J/N
Pasfoto’s
J/N
No.
Scholing en werk Deelnemersnummer Albeda Hoogst opleiding
(later invullen)
doorlopen
o
Geen
o
Basisonderwijs
o
Speciaal Basisonderwijs
o
VMBO/Lager beroepsonderwijs
o
MAVO (niveau)
o
HAVO (niveau)
o
VWO (niveau)
o
Middelbaar beroepsonderwijs
o
Hoger Beroepsonderwijs
o
Universitair Onderwijs
Diploma J / N
112
Cursus en trainingen
Certificaat J / N
Werkervaring
( Korte omschrijving)
Aantal jaren
Vrijwilligerswerk (alleen
invullen
door
anderstalige/allochtone
deelnemer) Voertaal Thuis In Nederland sinds: Aantal jaren onderwijs in Nederland
Intakegesprek op leefgebieden HUISVESTING Woongeschiedenis. Geef hier een omschrijving van de woonsituaties van client over de afgelopen 5 jaar. Zelfstandig/ institutioneel/ kraak/ gevangenis Laatste Verblijfplaats (termijn 1
o
maand)?
Eigen regio maar buiten gemeente van vestiging
o
De plaatsgemeente waar de instelling is gevestigd
o
De provincie van instelling maar buiten eigen regio
o
Nederland,
maar
buiten
provincie
van
instelling
113
Huidige woonsituatie
o
Niet van Toepassing
o
Onbekend
o
Rechtstreeks uit het buitenland
o
Zwervend/ dakloos
o
Anders familie
o
Begeleid kamerwonen
o
GGZ institutie
o
Met alleen natuurlijke vader
o
Met Partner/ kinderen
o
Tehuis
o
Alleenstaand
o
Andere institutie (internaat/ gevanenis)
o
Crisisopvang
o
Met alleen natuurlijke moeder
o
Met anderen, groepswonen
o
Met partner, zonder kinderen
o
Zelfstandig
o
Anders,nl.
:
…………………………………….. Bent U tevreden over Uw huidige huisvesting? Eventuele inventarisatie probleem
o
huisvesting.
Ontevredenheid
over
huidige
woonruimte/woonomgeving o
Probl.
Met
huiseigenaar
ivm.
Huurovereenkomst o
Staat
op
straat
en
heeft
acuut
huisvestingsprobleem o
Probl. Door sterk wisselende of ontbrekende eigen woonruimte
o
Uithuiszetting op grond van huurschuld
114
o
Mislukken kamerbewoning
o
Problemen
door
ontslag
uit
andere
instellingen o
Probl. Met het verkrijgen van( andere)
De volgende vragen alleen invullen alleen als er sprake is van dakloosheid of verblijf in de opvang Sinds wanneer bent U dakloos?
Maakt U gebruik van een dag- en of nachtopvang voorziening ?. Hoeveel nachten brengt U per maand door in deze voorziening? Wat ziet U zelf als belangrijkste reden van de dakloosheid? Financiën/
verslaving/
psychiatrisch/ anders? Heeft
U
ondernomen
zelf om
al
stappen
weer
vast
(Bijv.
contact
met
maatschappelijk
werk
of
begeleidingsteam nachtopvang gezocht, opgeven
onderdak te verkrijgen?
voor pensionvoorziening)
Van welke opvangvoorzieningen
(havenzicht/De
maakt U gebruik?
Heils/Pauluskerk/ andere nl. ….
Hille/van
Speyk/Leger
des
Waar slaapt U als U niet in de nachtopvang slaapt? De volgende vragen hebben betrekking op alle huisvestingsproblematiek
115
Zijn er andere hulpverlenende instanties op dit moment voor U stappen aan het ondernemen op het gebied van huisvesting? Zo ja, welke? Heeft U een urgentieverklaring
N / J , indien ja op Basis Waarvan?
met betrekking tot Uw huidige woonsituatie?. Wat verwacht U van HSH op het gebied van huisvesting? Heeft
U
een
hulpvraag
op
huisvestingsgebied?
FINANCIËN Primaire inkomstenbron
€ ………. (uitkering,loon of anders)
Inkomsten
vrijwilligerswerk,
dagactivering, straatmagazine
Netto per Maand € …………
(soort)
Inkomsten uit niet legale activiteit
Netto per maand € ………..
(soort, bedelen etc.)
Netto per maand
Totale Inkomsten € ………………. De volgende vragen hebben betrekking op schuldproblematiek Is
er
sprake
van
een
schuldenlast? Heeft
U
reeds
J / N Zo ja, kunt U een indicatie van de hoogte van de schulden geven?
een
regeling
J / N Zo ja, wat bedraagt de hoogte van de aflossing
getroffen voor deze schulden? Heeft
U
contact
met
een
J / N Zo ja, naam van instelling/contactpersoon
schuldhulpsaneerder?
116
Wilt U hulp bij het oplossen van Uw schulden door HSH? Maakt U gebruik van de diensten
J / N / onbekend
van een inkomensbeheerder of is
persoon vermelden
Indien ja, naam contact
er sprake van een curator of bewindvoerder? Welke
instantie
voert
Uw
Andere
o
Nvt.
(externe)instel.
o
Onbekend
o
Eigen instelling
o
Sociale Dienst
o
Gelieerde
o
inkomensbeheer momenteel uit?
instelling (Stib) Uitgaven
(bedragen of percentages globaal aangeven)
Kosten huur/onderdak? Kosten eten drinken? Kosten
kleding
en
andere
consumptieve goederen? Kosten verslaving
Indien van toepassing
Kosten alimentatie
Indien van toepassing
Schuldaflossing Verzekeringen / ziektekosten
Let op! Vraag gaat verder op volgende pagina.
Evt. andere kosten (reiskosten, auto’s etc. Hieronder
volgt
een
korte
o
inventarisatie van evt. financiële problematiek van de deelnemer
Probl. Met het verwerven van inkomen uit arbeid
o
Problemen met het verkrijgen van een uitkering en/of fin.regeling
o
Problemen met het verkrijgen van inkomsten ivm alimentatie
o
Best.
Probleem a.g.v.
een
daling
van
117
inkomsten o
Best.
Probl.
A.g.v.
een
onverstandig
bestedingspatroon o
Probl.
Als
gevolg
van
schulden
of
schuldsanering Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk………
SOCIAAL FUNCTIONEREN Levensloop/geschiedenis
Probeer hier een kort overzicht te geven van de sociale contacten en geschiedenis van de deelnemer. Waren zijn ouders gescheiden of getrouwd? Hoe was het contact met evt. broers zussen. Vrienden? Verenigingen?Sport?
Huidige situatie Kan
de
Overzicht van huidige relaties en activiteiten. deelnemer
o
Eenzaamheid (Alleen geïsoleerd zijn)
aangeven of hij problemen
o
Problemen in de relatie tussen partners
heeft of heeft gehad in het
o
Problemen ivm. echtscheiding
verleden met de 1 van de
o
Problemen in de relatie tussen ouders/ kinderen
navolgende zaken?
o
Problemen in relatie tot overige familie, buren etc.
o
Problemen met collega’s op het werk
o
Problemen
in
de
omgang
met
maatsch.
Instellingen o
Anders, nl. ………
Heeft cliënt in het verleden
o
Vrouwenhandel/gedwongen prostitutie
(of op dit moment)
te
o
Kindermishandeling
maken gehad met huiselijk
o
Incest(verleden)
geweld of andere zaken
o
Incest(actueel)
die betrekking hebben op
o
Aanranding/Verkrachting
zijn/haar
o
Lichamelijke mishandeling
o
Bedreiging van cliënt door (ex)partner
veiligheid?
persoonlijke
118
Bevindingen
mbt,
o
Seksueel geweld jegens kinderen cliënt
o
Lichamelijke mishandeling van kinderen cliënt
o
Dreiging van ontvoering kinderen cliënt
o
Problemen verband houdend met de verblijfstatus
o
Huiselijk geweld
o
Anders nl. ………
het
Goed/ Matig/ Niet slecht/ Prima/ Redelijk/ Slecht/ Vreselijk
Mate van last van het
Een beetje/ Erg veel/ Helemaal niet/ Nogal/ Tamelijk veel
probleemgebied
probleemgebied Mate
van
hulpbehoefte
Een beetje/ Erg veel/ Helemaal niet/ Nogal/ Tamelijk veel
mbt. het probleemgebied Volgt
er
een
J/N
dienstenaanbod? Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk
PSYCHISCH FUNCTIONEREN Onderstaande vragen hebben betrekking op het psychisch functioneren. Het 2e gedeelte zal betrekking hebben op eventueel middelengebruik van deelnemer. Kunt U aangeven of U
o
Oververmoeidheid/ overspannen
regelmatig last heeft van/
o
Angsten/ Fobieën
of in het verleden last heeft
o
Desoriëntatie/ geheugenverlies
gehad van:
o
Psychotische verschijnselen
o
Gedragsproblemen (agressie/agitatie/onrust)
Gebruikt U medicatie, die
N / J Indien ja, soort medicatie
uw psychisch functioneren en stemmingen beïnvloed? (antidepressiva)
Let op! Vraag gaat verder op volgende pagina
Bent U in het verleden
Zo ja, graag een korte omschrijving van de problematiek
opgenomen
geweest
waarvoor de behandeling was
een
psychiatrisch
in
119
ziekenhuis/ GGZ instelling (evt. ambulant) Staat U op dit moment
N/ J Indien ja, naam van instelling/behandelaar en een
onder
korte omschrijving van de soort behandeling.
behandeling
een
van
psychiater/
psycholoog? Is er sprake van een GGZ
J/N
Check door personal coach
indicatie?
uitgevoerd d.d.:
Wat is volgens deelnemer de
problematiek
Korte omschrijving
van
indicatiestelling? Door wie is de indicatie
Evt. naam instelling en naam indicatiesteller.
gesteld? De volgende vragen hebben betrekking op eventueel middelengebruik en verslaving van de deelnemer Kunt U aangeven of U in
o
Alcohol
het
problemen
o
Soft drugs
heeft gehad met 1 van de
o
Hard drugs
navolgende verslavingen?
o
Medicijnen
o
Gokken
o
Telefoon
o
Eetstoornissen (Boulimia/Anorexia nervosa)
o
Internet/ Gamen
o
Een verslaving van de (ex) partner/kinderen
verleden
Kunt U aangeven in welke
Geef hier aan welke hoeveel tijd er besteed wordt aan
mate U last heeft van Uw
verslaving, belemmering voor andere activiteiten en of
verslaving?
stigmatisering.
Hoeveel geld besteed U
€
aan Uw verslaving per dag?
120
Brengt Uw verslaving U in
Sociaal/ Juridisch/ Financieel evt. aangeven in welke
problemen
mate
op
andere
leefgebieden? Bent U in het verleden of
N / J Indien ja, welke instelling, behandelingswijze
wordt U op dit moment
(ambulant of intern)
behandelt
voor
Uw
verslavingsgedrag? Wilt U zich in de nabije
N / J Nadere Omschrijving svp.
toekomst op laten nemen voor behandeling van Uw verslaving? Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk ZINGEVING
Belangrijke
levens-
of
geloofsovertuiging Consequenties
voor
Denk aan dagen dat deelnemer niet beschikbaar is voor
deelname
HSH
deelname aan activiteiten etc.
aan
activiteiten. Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk
LICHAMELIJK FUNCTIONEREN Heeft U in het verleden
N/J
problemen gehad met Uw
met een van de volgende aandoeningen:
gezondheid?
Indien Ja gelieve aan te geven of dit te maken had
o
Aandoeningen aan de luchtwegen
o
Aandoeningen aan huid
o
Aandoeningen aan spieren of skelet
o
Aandoeningen
aan
het
zenuwstelsel
(neurologisch) o
Aandoeningen aan het maag/darm stelsel
o
Aandoeningen aan (1 van de) zintuigen
o
Anders, nl……..
121
Bent U de afgelopen 5 jaar opgenomen
geweest
N /J Indien Ja reden van de opname
in
een ziekenhuis? Bent U afgekeurd door een ARBO
arts
of
N / J Indien ja reden van afkeuring
andere
keuringsarts voor arbeid of andere activiteiten? Staat U op dit moment onder
behandeling
van
een arts/specialist? Zijn er medische factoren
N / J
waarbij eventueel rekening
activiteiten
Denk hierbij aan arbeid en of sport en spel
gehouden dient te worden in het kader van deelname aan HSH? Gaat
U
met
regelmaat
enige
naar
tandarts?
Eventueel laatste bezoek tandarts vermelden
een
Bent
U
gesaneerd Hoe is de huidige staat van uw gebit? Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk
PRAKTISCH FUNCTIONEREN Heeft Problemen
deelnemer met
1
onderstaande situaties
o
van
Problemen
met
het
structureren
van
dag/
nachtritme o
Probl.
met het verkrijgen of ontbreken van
dagactiv. o
Probl. met het verkrijgen (of ontbr.) van scholing
o
Probl. met het verkrijgen (of ontbr.) van passende arbeid
122
o
Probl.
binnen
of
ontevredenheid
over
arbeidssituatie o
Gebrek aan vaardigheden
o
Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal
o
Problemen
met
de
integratie
in
de
Ned.
Samenleving o
Anders nl. ……
Heeft U in het verleden
N /J Indien ja korte omschrijving van huishoudelijke taken
een
die deelnemer voor zijn rekening nam (koken, strijken,
zelfstandige
huishouding gerund? Of
schoonmaak)
was U verantwoordelijk in een
gezamelijke
huishouding
voor
huishoudelijke taken Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk
DAGBESTEDING Welke dagbesteding heeft
o
Betaald werk
deelnemer op dit moment?
o
Geen
o
Huishouding met zorg voor kinderen/ anderen
o
Niet van toepassing
o
Opleiding (inclusief stage)
o
Vrijwilligerswerk
(zie ook
volgende pagina!)
Heeft U wel eens gewerkt
o
Dagactiviteitencentrum
o
Gesubsidieerd werk (ID-baan, WIW etc)
o
Huishouding zonder zorg voor kinderen/anderen
o
Onbekend
o
Sociale Werkvoorzieningf
o
CVD Sandford
123
bij 1 van de navolgende
o
Cowcontainers
projecten/ activiteiten
o
Nora Storm
o
Straatmagazine
o
Via Kunst
o
Veegproject
o
Anders nl. ……
Hobby’s/vrije tijdsbesteding Bent
U
wel
eens
lid
N / J Indien ja welke club/ vereniging
geweest/of bent U lid van een club/ vereniging Korte omschrijving van wensen deelnemer. Arbeidsdoel/perspectief
Hulpvraag
Nee
Ja, namelijk JURIDISCH
Openstaande Boetes
N / J nl.
Onherroepelijk vonnis
N / J wanneer uit te voeren?
Detentieverleden
N / J nl.
Lopende juridische zaken
N / J nl.
Hulpvraag
N / J nl.
Indruk en voorstel intaker
124
Overwegingen team
Informatie
van
derden
(mits toestemming cliënt)
125
Tabblad 6: Assessment
ASSESSMENT t.b.v. de start bij HSH Doel: -
CV historie motivatie doelen huidige kwaliteiten en vaardigheden - wat heb je nodig?
Dit assessment wordt afgenomen nadat een deelnemer de screening en intake heeft doorlopen. De assessment wordt samen met een personal coach doorgenomen en ingevuld. De assessment is een onderdeel van de portfolio. 126
CV Historie Vul onderstaande CV in. De CV geeft je een overzicht van je werkervaring en andere relevante zaken. Als je klaar bent bij HSH dan maak je een nieuwe CV. Je kan dan al je nieuwe ervaringen en/of certificaten toevoegen! Het is altijd leuk om te zien hoeveel je in een periode hebt behaald en vooruit bent gegaan. De CV in geschikt om naar een werkgever te sturen als je gaat solliciteren. PERSONALIA Naam Adres Woonplaats Postcode Tel. nummer E-mail Geb. datum
: : : : : : :
OPLEIDINGEN ♣ ♣ ♣ CURSUSSEN ☺ ☺ ☺ TALEN Nederlands: Engels: Frans:
goed
127
Marokaans: Turks: Spaans: HOBBY’S ☼ ☼ ☼ COMPETENTIES (voorbeelden) Op basis van mijn ontwikkeltraject bij ….(mijn vorige/ huidige werkgevers/ bij HSH), zijn o.a. de volgende competenties genoemd: Resultaatgerichtheid: Schriftelijke vaardigheid: Doelgericht besturen: als leidraad
Gericht op effectief handelen en het op tijd leveren van afgesproken werk. Schrijft begrijpelijk en correct Nederlands. Formuleren en uitdragen van heldere doelen en deze nemen voor het eigen handelen en het aansturen van
anderen. Durf: behalen, ook als dit
Gaat risico’s aan om een bepaald voordeel te nadelige gevolgen kan hebben voor de eigen positie.
128
WERKERVARING (ook vrijwilligerswerk) Naam werkgever: Functie Werkzaamheden • Naam werkgever: Functie Werkzaamheden • Naam werkgever: Functie Werkzaamheden •
129
Motivatie Je hebt je aangemeld bij HSH, en je ziet het helemaal zitten. Je hebt er zin in! Als je ergens zin in hebt dan noemen we dat ‘gemotiveerd’. Iemand die gemotiveerd is heeft plezier in wat hij/zij doet, en heeft er ook iets voor over om door te zetten als het eventjes wat minder makkelijk gaat. Een werkgever wil graag mensen die gemotiveerd zijn. Dat is logisch, want dan weet je als werkgever dat het werk goed zal gebeuren. Motivatie is voor jou belangrijk, want dan heb je zin om naar HSH of je werkgever te gaan en voel je energie en plezier. Hoe zit het met jouw motivatie? Ben je snel enthousiast of bouw jij je motivatie langzaam op? Blijft je motivatie of ebt die weg? En hoe komt dat dan? Beantwoord de onderstaande vragen. Stel je voor: je bent helemaal vrij van zorgen en je kan alles. Wat voor een werk ga je dan doen? Wat is de belangrijkste reden om voor dat werk te kiezen? Denk eens terug aan werk dat je hebt gedaan (kan ook vrijwilligerswerk zijn), wat zijn je leukste herinneringen aan dat werk? Wat is de reden dat jij die herinnering zo leuk vind? Als je weer gaat werken, hoeveel uur zou je dan willen werken per week? Min… Max… Wat betekent werk voor jou? (meerdere opties mogelijk) Meer inkomen Vrijheid Jezelf ontplooien Gezelligheid Zelfstandigheid Anders, nl… 130
Als je op dit moment werk zou gaan zoeken, welke banen denk je dat geschikt zijn voor jou? (ga ervan uit dat je een woning hebt, en dat je een evt verslaving in de hand kan houden)
Welke banen die geschikt zijn vind je leuk? En waarom? Bespreek de antwoorden met je personal coach.
131
Doelen Je bent net begonnen bij HSH. Misschien heb je al een beetje een idee wat je graag wil doen en bereiken bij HSH en wat je van HSH kan verwachten. Schrijf hier op welke doelen jij nu voor ogen hebt om – samen met HSH – te bereiken. Denk hierbij aan: doelen om iets te leren, om te veranderen, om bij te stellen etc. Het kunnen doelen zijn op het gebied van werken, leren, wonen, relaties, vaardigheden, communicatie, hobby’s enz. enz. Het kunnen kleine en grote doelen zijn.
DOEL 1 DOEL 2 DOEL 3 DOEL 4 DOEL 5 DOEL 6 Zijn je doelen gericht op 1 doel? Bijvoorbeeld werk of wonen? Of heb je allemaal verschillende doelen? Zijn je doelen ‘groot’ en ‘ver weg’ of zijn ze ‘ klein’ en ‘dichtbij’ ? Welk doel vind jij nu de belangrijkste? In een later stadium ga je met deze doelen aan de slag. Je gaat dan opschrijven hoe je de doelen kan halen (zie formulier SMART in de portfolio)
132
Huidige vaardigheden en kwaliteiten Iedereen heeft kwaliteiten en ieder mens heeft vaardigheden geleerd. Ook jij. Het maakt niet uit of je bankdirecteur bent of dakloos, in beide situaties spreek je jouw talenten aan (bijv goed mensen kunnen overtuigen) en leer je nieuwe vaardigheden (bijv hoe maak je een goeie slaapplaats buiten) Kwaliteiten: een kwaliteit heb je van nature. Je bent er altijd al goed in geweest. Vaardigheden: die heb je geleerd, bijvoorbeeld van je ouders of van een vriend(in) je was er dus eerst niet goed in, maar later wel. Ga er eens goed voor zitten. Denk eens terug aan jezelf toen je kind was. Wat kon je toen heel goed, zonder veel moeite? Ik was (en ben nog steeds) heel goed in:
Welke kwaliteiten heb je de laatste jaren gebruikt?
En nu de vaardigheden. Welke vaardigheden kan je bedenken die jij de laatste jaren geleerd hebt en gebruikt hebt? (denk bijvoorbeeld aan hoe je met mensen omgaat, hoe je aan geld en eten komt, hoe je aan een douche komt, etc ) Welke vaardigheden heb je de laatste tijd gebruikt?
133
Als je al eens gewerkt hebt (of vrijwilligerswerk) kan je je nog herinneren welke kwaliteiten en vaardigheden je hebt gebruikt in dat werk? Mijn werk was: De kwaliteiten die ik toen gebruikte waren: De vaardigheden die ik geleerd heb daar zijn:
134
Wat heb je nodig? Je hebt nu nagedacht over je arbeidsverleden en ook over de vraag wat voor een soort werk je graag wil doen. Je hebt je motivatie om te werken en/of te leren opgeschreven, en nagedacht over de doelen die je gaat bereiken. Ook heb je stilgestaan bij de kwaliteiten die je hebt en de vaardigheden die je ook hebt geleerd. Nu is het de bedoeling om al deze informatie eens naast elkaar te leggen. De grote vraag is namelijk: WAT HEB JIJ NODIG OM JE DOELEN TE BEREIKEN? Loop even deze vragen langs: -
Zijn jouw doelen duidelijk omschreven? Zijn je doelen enigszins reëel? (je kan alles als je maar wilt, maar koningin worden is misschien niet haalbaar via HSH… Je hebt een idee wat voor een soort werk je wil (dat kan natuurlijk altijd nog veranderen) Heb je de goede kwaliteiten voor dat werk? Heb je de juiste vaardigheden voor dat werk? Heb je geschikte diploma’s en/of cursussen voor dat werk?
Vul hieronder in wat jij nodig hebt om je doelen te halen. Dit kan van alles zijn, van ‘een multomap voor mijn papieren’ tot ‘een taalcursus’. Het kan ook dat je wel doelen hebt opgeschreven, maar dat je daar niet tevreden over bent. Dan heb je dus ‘hulp nodig om doelen te maken’. Wat je nodig hebt kan dus van alles zijn. Als je opschrijft wat je nodig hebt, betekent dat NIET dat jij je doelen niet meer kan veranderen. Je zit juist op HSH om te ontdekken wat je allemaal kan! Dus misschien verander je een paar doelen wel als je nieuwe kwaliteiten of nieuwe banen hebt ontdekt. Wel geeft deze lijst een opstap, een richting. Samen met je personal coach en de werkmeester ga je regelmatig bespreken hoe het staat met jouw doelen. No Mijn doel is:
Om dit doel te bereiken heb ik nodig:
135
TIPS: 1. Om een doel te bereiken kan het ook zijn dat je niets nodig hebt, maar dat je juist iets moet nalaten…Bijvoorbeeld een gewoonte. Stel dat jouw gewoonte is dat je ’s ochtendsvroeg altijd blowt en dat je daar best slaperig van wordt. Dat is niet handig als je gaat werken. Maar omdat het een gewoonte is ben je er aan gehecht. Dus ga je die gewoonte veranderen voor een andere gewoonte, zodat je wel naar je werk kan. Welke gewoontes heb jij die jouw doelen in de weg zitten? Hoe ga je die gewoontes veranderen? Bedenk leuke nieuwe gewoontes.
136
Tabblad 7: Begeleidingsplan
Begeleidingsplan Naam
Sofinummer
Geboortedatum
Geboorteplaats
Instroomdatum
AWBZ indicaties
Personal coach
in
zorg
bij
(instantie
en
naam
behandelaar) Opgesteld d.d.
Naam
maatschappelijk
werker/hulpverlener Geëvalueerd d.d.
Telefoonnummer
Voorgeschiedenis Eerdere hulpverlening (ambulant) Eerdere opnames Evt. verslavingsproblemen Woonervaring
Werkervaring
137
Huidige situatie Lichamelijke gezondheid Psychische klachten Medicatiegebruik Contactpersonen (familie,sociale relaties) Inkomen Huidig Middelengebruik Soft/Hard drugs Methadon Ja/Nee
Doel van het traject
1 Huisvesting
Doelen
138
Zelfstandig wonen Doorstromen Handhaven huidige huisvesting
2 Financiën
Doelen
Uitkering hebben Loon ontvangen Schulden Aflossen/Saneren Openstaande boetes Goed met geld omgaan Inzicht in financiën Zelfbeheer van geld
139
3 Sociaal functioneren
Doelen
Sociale relaties/ network bevorderen Sociale vaardigheden vergroten Omgang met instanties verbeteren Opvoedingsvaardigheden verbeteren Maatschappelijk
verantwoord
gedrag
vertonen
140
4 Psychisch functioneren
Doelen
Zelfkennis en –inzicht vergroten Zelfvertrouwen
en
zelfwaardering
verhogen Adequate behandeling verslaving Adequate
behandeling
psychische
klachten
5 Juridisch
Doelen
Onherroepelijk vonnis Detentie Lopende zaken
141
6 Lichamelijk functioneren
Doelen
Goede persoonlijke verzorging/hygiene en voeding Adequate zorgbehandeling Dag/Nachtritme herstellen Sporten
7 Praktisch functioneren
Doelen
Goede
zorg
voor
de
omgeving
(huishouden) Verbeteren administratieve vaardigheden Beheersen Nederlandse taal (woord en geschrift)
142
8 Dagbesteding
Doelen
Vrijwilligerswerk Werken Hobby’s uitvoeren Dagritme hebben Activiteiten buitenshuis ondernemen Opleiding/ Cursus volgen Professionele vaardigheden verbeteren Startblok
Voor akkoord getekend
Deelnemer:
Personal Coach:
Paraaf teamleider:
Rotterdam, d.d.
143
Tabblad 8: Stappenplan per kwartaal (SMART)
Stappenplan Naam Geboortedatum Instroomdatum Personal coach Opgesteld d.d. Geëvalueerd d.d.
Op alle leefgebieden wordt dit
Huisvesting, financiën, sociaal
stappenplan samen met de deelnemer
functioneren, psychisch functioneren,
opgesteld.
juridisch, lichamelijk functioneren, praktisch functioneren en dagbesteding
Doelen
Acties
Evaluatie
Gerealiseerde doelen
144
Niet gerealiseerde doelen
Aandachtspunten
Conclusies
Afspraken
Voor akkoord getekend Deelnemer:
Personal Coach:
145
Tabblad 11: Trajectplan t.b.v. SoZaWe)
Trajectplan CVD Home Sweet Home
t.b.v. Sozawe Rotterdam Klantgegevens: Naam: Adres: Geb. Datum: Opdrachtgegevens: Opdrachtgever: Datum aanmelding:
Doel:
Looptijd traject:
Aard van het traject:
Verwacht resultaat: 146
Hulpverleningstraject:
Scholing: . Vervolgtraject: Handtekening Personal Coach Home Sweet Home dd:
Handtekening deelnemer dd:
147
Tabblad 14: Overdracht / Exit Lange Hilleweg 240 3073 BZ Rotterdam
CVD Home Sweet Home
T (010) 4845273 F (010) 4862706 E
[email protected]
Betreft: Afsluitende rapportage : Naam: Sofinummer:
Onderzoek: HERKOMST GEGEVENS EN (ONDERZOEKS)ACTIVITEITEN Aanmelding
:
Dossierstudie
:
Intakegesprek
:
Traject periode
:
Specificatie contactregistraties Telefonisch
:
Individuele gesprekken
:
Huisbezoeken
:
ALGEMENE GEGEVENS Uitkering(en): Fase indeling door de opdrachtgever aangegeven:
Toelichting afsluiting van het traject
Conclusie
Voorstel
148
Traject Home Sweet Home wordt per …… beëindigd.
Rotterdam, Naam : Functie: personal coach Home Sweet Home
149
MAP 2: OPLEIDING EN WERK
Map Opleiding & Werk In deze map verzamel je van alles om jezelf als werknemer te presenteren. Deze map geeft antwoord op de vragen:
WIE BEN IK WAT KAN IK WAT WIL IK WAT HEB IK NODIG? 150
ALGEMEEN
INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN: 1. Kopie assessment 2. CV bij de start 3. Hoofddoelen O&W 4. Hoofddoelen O&W SMART gemaakt 5. Evaluatie SMART doelen 6. Studie en beroepskeuzetest 7. Overzicht kwaliteiten bij de start 8. Overzicht vaardigheden bij de start 9. Overzicht kwaliteiten en valkuilen 10. Vernieuwd overzicht kwaliteiten 11. Vernieuwd overzicht vaardigheden 12. Leerstijlen, Leren doe je zo 13. Behoeftenlijst 14. Hulptesten internet 15. Albeda portfolio 16. Nieuwe CV 151
Formulier 3: Hoofddoelen O&W
Toelichting In je Map Hulp zit jouw begeleidingsplan. Je hebt in dat plan opgeschreven welke doelen jij wilt bereiken in de tijd dat je op HSH bent. Je kan uiteenlopende doelen hebben, bijvoorbeeld huisvesting en sparen voor nieuwe kleren. Ook heb je doelen gemaakt die gaan over opleiding en werk. In deze Map Opleiding & Werk komen alleen alle zaken die te maken hebben met jouw Opleiding en met je werk of stage of vrijwilligerswerk. Zet in dit formulier de doelen die jij in je begeleidingsplan hebt staan op het gebied van Opleiding & Werk. Je hoeft dus geen nieuwe of andere doelen te maken. Je neemt de doelen die je al hebt gemaakt. MIJN HOOFDDOELEN OPLEIDING & WERK ZIJN:
Doel 1
Doel 2
Doel 3
Doel 4
152
Formulier 4: Hoofddoelen O&W SMART gemaakt
Toelichting Je hebt je doelen opgeschreven. Deze doelen zijn misschien nog wat ‘groot’ en het is nog niet duidelijk hoe je ze gaat behalen. Een doel kan je halen als je voor jezelf weet welke stappen je gaat zetten. Ook is het vaak handig om je doel op te knippen in kleine stapjes. Om je doelen concreet te maken is er een truc: en die heet SMART. SMART helpt om je doel te halen! Hier volgt informatie over het SMART opschrijven van je doelen. Vraag je personal coach om uitleg. SMART is een afkorting. De letters staan voor: S = specifiek M = meetbaar A = acceptabel R = reëel T = tijdgebonden Maar wat wordt er dan bedoeld met SMART? Bij iedere letter staat hieronder de uitleg. S = specifiek Wat wil je precies? Wat versta je er precies onder / hoe zie je dit concreet voor je? Wat moet je allemaal kunnen om jouw doel te bereiken? (deelvaardigheden) 153
Wat heeft je tot nu toe tegengehouden dit doel te bereiken? (Vind je het eng en waaróm dan, vind je het ingewikkeld en wát vind je dan ingewikkeld, vind je het moeilijk en wát vind je er dan moeilijk aan? Etc.) M = meetbaar Hoe maak je jouw leerdoel meetbaar voor jezelf? Hoe zul je weten dat je het resultaat bereikt hebt? Wat kan je omgeving dan aan jou merken? (waarneembaar gedrag) Waar, met wie en hoe vaak wil je het resultaat hebben? A = acceptabel Wat is het effect van het bereiken van jouw doel, en alles wat daarmee gepaard gaat, op de groep, op je werk, thuis, etc.? Wat levert het de rest van je PGO-groep op als jij je leerdoel behaalt? Kan jouw leerdoel mogelijkerwijs nadelig uitpakken voor de rest van de groep? Zo ja, op welke manier, en hoe zou je deze nadelen kunnen voorkomen? Wil je het resultaat altijd hebben, en met iedereen? R = reëel Heb je zelf controle over het behalen van je leerdoel? Is het resultaat afhankelijk van anderen? Is het een leerdoel wat je kunt behalen binnen het tijdsbestek wat je in je hoofd hebt? Als je denkt van niet, kun je je leerdoel dan kleiner en haalbaarder maken? T = tijdsgebonden Binnen welke tijd wil je je leerdoel behaald hebben? Denk je dat dit leerdoel reëel haalbaar is binnen de tijd die je jezelf daarvoor stelt? Zo niet, binnen welk tijdsbestek zou dit leerdoel wel haalbaar kunnen zijn? Wat is de eerste stap die je zult zetten om dit resultaat te bereiken? Wanneer? Let op ! Er zijn nog twee belangrijke dingen waar je aan moet denken bij het formuleren van je leerdoel: 154
1. Een leerdoel moet altijd positief geformuleerd zijn. Schrijf dus op wat je WEL wilt i.p.v. wat je NIET wilt. 2. Begin je leerdoel met IK KAN.... en zet hem in het hier en nu. M.a.w. je beschrijft het gewenste resultaat, zoals jij vindt dat het zou moeten zijn: Bijvoorbeeld: Ik kan mijn ideeën duidelijk verwoorden. Ik kan een vergadering voorzitten. Ik kan open staan voor feedback. Aan de slag! Pak je hoofddoelen er weer bij. Ga nu je doelen SMART maken. Doe het per doel. Als je het doel SMART hebt gemaakt, dan ben je SMART bezig met jezelf!
155
MIJN SMART- HOOFDDOELEN AAN HET BEGIN VAN MIJN TRAJECT Mijn doel nummer 1 is: Mijn doel is SMART! S= M= A= R= T=
Mijn doel nummer 2 is: Mijn doel is SMART! S= M= A= R= T=
156
Formulier 5: Evaluatie SMART-doelen
Toelichting EVALUATIE SMART-DOELEN Deze evaluatie doe je wanneer je ook je begeleidingsplan evalueert. Pak je doelen erbij en denk eerst zelf na hoe het gegaan is om te doel te bereiken. Schrijf of typ de antwoorden op van de onderstaande vragen. Probeer alle vragen (kort) te beantwoorden. Als dat niet lukt antwoord dan in ieder geval 5 vragen. -
Heb je je leerdoel behaald?
-
Welke stappen heb je ondernomen om het te halen?
-
Wat vond je moeilijk aan het behalen van je leerdoel, welke obstakels kwam je tegen?
-
Hoe komt het dat je je leerdoel wel hebt kunnen behalen (omstandigheden, motivatie, discipline, planning, formulering doelstelling etc..).
-
Hoe komt het dat je je leerdoelen niet hebt kunnen behalen (omstandigheden, motivatie, discipline, planning, formulering doelstelling etc..)
-
Hoe heb je gemerkt dat je je leerdoel behaald hebt?
-
Heeft je omgeving aan jou gemerkt dat je je leerdoel behaald hebt, en hoe hebben ze dat kunnen merken? (bij omgeving wordt bedoeld: bijvoorbeeld je collega’s of je werkgever of een familielid)
-
Wat had je anders willen of kunnen doen.
-
Is je behaalde of niet behaalde leerdoel belangrijk voor je toekomst?
Ga met jouw antwoorden naar je personal coach en de werkmeester en bespreek hoe zij vinden dat het gegaan is (dit kan je ook bespreken tijdens je functioneringsgesprek) 157
Beslis daarna of je je doel hebt behaald of niet. Als je je doel hebt behaald pak dan de lijst ‘VAARDIGHEDEN ‘erbij (zit in je portfolio) en vul de vaardigheid in die je nu beheerst.
158
MIJN SMART- DOELEN HALVERWEGE MIJN TRAJECT Mijn doel nummer .. is: Mijn doel is SMART! S= M= A= R= T=
Mijn doel nummer .. is: Mijn doel is SMART! S= M= A= R= T=
Evalueer deze doelen op dezelfde manier als je de eerste keer deed. Zet je behaalde resultaten op de lijst ‘VAARDIGHEDEN’. 159
Formulier 6: Testen op het internet
Toelichting Sommige mensen weten niet waar ze goed in zijn, of ze weten niet welk werk ze willen. Om mensen te helpen of op ideeen te brengen zijn er veel testen gemaakt. Je kan op internet veel van die testen vinden. Het zijn meestal korte versies. JE vult ze in en krijgt meteen de uitslag. Het is een leuke manier om op ideeen te komen. Ga naar de site www.carrieretijger.nl en doe de Studie- en Beroepskeuze test. Doe de test en print de grafiek uit waarin de uitslag staat. Lees samen met de personal coach de uitslag door. Vind je dat het klopt? Of helemaal niet? Praktisch Mensen die hoog scoren op praktisch zijn over het algemeen 'doeners'. Ze werken graag buiten of met hun handen. Ze hebben vaak een avontuurlijke instelling. Andere typeringen: onderweg zijn, apparatuur bedienen, zelfstandigheid. Onderzoekend Mensen die hoog scoren op onderzoekend hebben vaak een meer intellectuele inslag. Ze houden ervan dingen te onderzoeken of uit te pluizen. Onderzoekende mensen zijn vaak ergens heel goed in of willen zich graag ergens in specialiseren. Artistiek Mensen die hoog scoren op artistiek zien dingen vaak op een aparte manier, hebben een rijke fantasie, denken niet in vaste patronen en hebben een sterke behoefte om mooie dingen te creëren.
160
Mensgericht Mensen die hoog scoren op mensgerichtheid zijn de meer sociale types. Ze zijn het liefst onder de mensen. Ze vinden het over het algemeen fijn om andere mensen te helpen. Mensgerichte types vind je vaak terug in verzorgende beroepen. Ondernemend Mensen die hoog scoren op ondernemend zijn over het algemeen vrij gedreven. Ze nemen vaak het initiatief en kunnen heel overtuigend zijn. Met een bepaald doel voor ogen weten ze anderen voor zich te winnen of bepaalde zaken gedaan te krijgen. Conventioneel Mensen die hoog scoren op conventioneel zijn over het algemeen vrij netjes en hebben de neiging gestructureerd te werk te gaan. Ze ergeren zich gauw aan chaotische situaties of een rommelige omgeving. In de ogen van anderen hebben ze hun zaakjes altijd op orde. Opdracht: Maak je eigen grafiek (met de computer of met de hand) Geef in de grafiek aan hoe jij jezelf ziet. Dus als je vind dat je heel mensgericht bent, dan wordt dat de hoogste staaf. Laat de grafiek aan anderen zien en vraag of het klopt. Doe de grafiek in je portfolio.
161
Formulier 7: KWALITEITEN
Iedereen heeft kwaliteiten. Een kwaliteit is een eigenschap: iets wat je van nature goed kan, je hoeft er weinig moeite voor te doen. Het is dus niet iets wat je hebt aangeleerd, maar iets wat in jou zit. Afhankelijk van de situatie gebruik jij je kwaliteiten wel of niet. Het is de bedoeling dat je van jezelf kan vertellen wat jou kwaliteiten zijn. Als je die namelijk weet, dan weet je ook waar je succes mee kan hebben, welk werk bij je past, etc etc. Ook voor een sollicitatiegesprek is het belangrijk dat je zelf kan opsommen welke kwaliteiten je hebt. Nog leuker is het als je er een voorbeeld bij kan geven wanneer jij die kwaliteit gebruikt hebt. Tijdens het hele HSH-traject ga je op zoek naar jou kwaliteiten. Misschien weet je er al een aantal, en misschien ontdek je er nog een aantal. Vraag ook anderen (de werkmeester, de personal coach) naar jouw kwaliteiten. De personal coach zal ook met jou een spel doen en vragen stellen aan je om te achterhalen welke kwaliteiten jij bezit.
162
Formulier 7a: Kwaliteiten bij de start van HSH
Mijn kwaliteiten Kwaliteit
Geef een voorbeeld in welke situatie je deze hebt gebruikt of kan gebruiken
Tip: Is het lastig om je eigen kwaliteiten te weten? Je personal coach kan je helpen. Er zijn lijsten en kaarten waar kwaliteiten op staan. Dat kan je helpen om je eigen kwaliteiten weer te herinneren!
163
Formulier 8: VAARDIGHEDEN
Toelichting Een vaardigheid is iets wat jij kan omdat je het hebt aangeleerd. Een vaardigheid is dus niet iets wat je altijd al goed kon, of waar je talent voor hebt. Een vaardigheid is echt iets waar jij je best voor gedaan hebt om het te kunnen. Bijvoorbeeld: als je van nature heel verlegen bent, dan kan het moeilijk zijn om jezelf voor te stellen aan een onbekend iemand. Via je familie of vrienden heb je toch geleerd hoe je dat moet doen. Toen je bij HSH begon had je al heel veel vaardigheden. Denk dan niet alleen aan dingen die je op school en op werk hebt geleerd. Je hebt ook veel geleerd door op straat te zwerven, ziek te zijn, verslaafd te zijn, te stelen, etc etc. Tijdens het HSH traject heb je ook weer vaardigheden aangeleerd. Als je gaat werken en een sollicitatiegesprek moet voeren, dan is het belangrijk dat jij aan je werkgever kan vertellen waar jij goed in bent. Je vertelt dan waar je talent voor hebt, wat je kwaliteiten zijn, en wat je vaardigheden zijn. Tegenwoordig vinden werkgevers het belangrijk dat je dat zelf goed kan vertellen.
164
Formulier 8a: Overzicht Vaardigheden bij de start van HSH
Vaardigheden die ik als kind heb geleerd 1…….. 2…….. 3…….
Vaardigheden die ik leerde toen ik op mezelf ging wonen 1……….. 2……… 3…….. Vaardigheden die ik heb geleerd de afgelopen jaren 1……… 2………. 3………
165
Formulier 9: KWALITEITEN & VALKUILEN
Toelichting Dit formulier kan je invullen als je al ongeveer twee maanden bij HSH bezig bent. Je hebt de lijst KWALITEITEN ingevuld. Maar nu ben je er nog niet. Het leuke van kwaliteiten is namelijk dat je daardoor nog meer van jezelf weet. Als je weet waar je goed in bent, weet je namelijk ook ineens waar je minder goed in bent! En dat is handig, want werkgevers vragen in een sollicitatiegesprek altijd aan je: ‘en waar ben je niet zo goed in,’of ‘wat kan je nog leren.’ Ga met je lijst KWALITEITEN naar je personal coach, en vraag om de onderstaande lijst ook in te vullen. Dit doen jullie met behulp van het spel ‘KERNKWADRANTEN’ Neem voor deze opdracht ruim de tijd. Als je het zorgvuldig invult dan heb je er veel aan. Je personal coach zal je uitleggen wat ‘valkuil’ en ‘uitdaging’ en ‘allergie’ precies betekenen. Het lijkt misschien even lastig, maar als het is uitgelegd zal je zien dat het simpel en leuk is. Veel plezier ermee!
166
KernKwaliteit
Valkuil
Uitdaging
Allergie
167
Formulier 10: Vernieuwd overzicht kwaliteiten
Toelichting Dit formulier kan je invullen voor je naar de uitstroomcoach gaat, of als je al een half jaar bij HSH zit. Aan het begin van je HSH traject heb je een lijst gemaakt van jouw kwaliteiten (die lijst zit ook in deze map) Ondertussen heb je van alles gedaan aan opleiding, werk en aan jezelf. Je weet nu misschien beter wat je kan en niet kan, en waar jouw talenten liggen. Hoog tijd voor een nieuwe lijst met jouw kwaliteiten! Vul in over welke kwaliteiten jij allemaal beschikt MIJN KWALITEITEN ZIJN: No
Kwaliteit
168
Formulier 11: Vernieuwd overzicht vaardigheden Toelichting Dit formulier kan je invullen voor je naar de uitstroomcoach gaat, of als je al een half jaar bij HSH zit. Voor je bij HSH kwam had je al een heleboel vaardigheden. Sommige waren geschikt voor je werk, andere voor je omgang met mensen etc. Toch waren er ook vaardigheden die je nog niet goed onder de knie had, en die je wel wilde leren. Tijdens je HSH traject heb je vast en zeker nieuwe vaardigheden geleerd. En je hebt sommige vaardigheden leren verbeteren. Ook hier geldt: hoog tijd voor een nieuw overzicht! Vaardighedenlijst
Vaardigheden die ik via HSH heb geleerd deze (deze heb je via je leerdoelen behaald)
Omcirkel hoe goed je in vaardigheid bent
1………
heel goed/goed/best goed/matig
2………..
heel goed/goed/best goed/matig
3………..
heel goed/goed/best goed/matig
4………..
heel goed/goed/best goed/matig
5………..
heel goed/goed/best goed/matig
6………..
heel goed/goed/best goed/matig
169
Overzicht van al je andere vaardigheden 1………
heel goed/goed/best goed/matig
2………..
heel goed/goed/best goed/matig
3………..
heel goed/goed/best goed/matig
4………..
heel goed/goed/best goed/matig
5………..
heel goed/goed/best goed/matig
6………..
heel goed/goed/best goed/matig
170
Formulier 12: LEREN DOE IK ZO
Toelichting Iedereen leert. Dat doe je de hele dag door, je hele leven lang. Ook als je niet op school zit en niet werkt leer je. Omdat op een school of in een cursus het lesprogramma voor iedereen hetzelfde is, zou je bijna denken dat iedereen op dezelfde manier leert. Maar dat is absoluut niet waar! Iedereen heeft zijn eigen manier om te leren. Sommige mensen onthouden iets als ze erover lezen. Andere onthouden juist niks als ze lezen. Zij willen graag iets doen, iets uitproberen, en dan onthouden ze hoe iets werkt. Bijvoorbeeld: de ene persoon leest eerst heel aandachtig de gebruiksaanwijzing van een nieuwe boormachine, terwijl de ander de boormachine pakt en aan alle knopjes en hendeltjes gaat zitten om het uit te proberen. Beide manieren zijn goed om de boormachine te leren kennen. Hieronder zie je een cirkel staan. In de cirkel staan 4 fases. Het zijn fases we allemaal doorlopen als we iets leren. Maar, de ene persoon begint in fase 4, de ander in fase 2. Want iedereen leert anders. Het maakt niks uit in welke fase je begint: als je maar leert en er plezier in hebt! Het is handig als jij weet van jezelf hoe jij het beste leert. Dat kan je helpen in je werk en op een cursus. Je weet dan precies hoe je moet zorgen dat je plezier hebt in het leren. En je weet ook welke manieren van leren je heel vervelend vind (en je dus gaat geeuwen..)
171
LEREN DOE IK ZO Beantwoord de onderstaande vragen: 1) Waar stak je in toen je voor de eeste keer naar het Albeda college ging? 2) Waar stak je in toen je voor het eerst kennismaakte met je personal coach? 3) Waar stak je in toen je ging werken/stage lopen? 4) Op welke plek in de cirkel zit jij het beste? (kan ook 2 plekken of alle zijn) 5) Stel dat je een baan krijgt bij een schoonmaakbedrijf, waar steek je dan in? 6) Stel dat je een baan krijgt waar je iets moet doen wat je nog nooit hebt gedaan, en waar je niet veel van af weet, waar steek je dan in? 7) Stel: je wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. Je wilt goed voor de dag komen en je goed voorbereiden. Hoe ga je dat doen? En waar in de cirkel begin jij dan? Leg hier uit op welke manier jij leert. Leg ook uit wat daar de voordelen van zijn, en geef aan welk onderdeel je soms overslaat of verwaarloosd. 172
Formulier 13: Je behoeften
Je hebt al veel gedaan om jezelf te leren kennen in een werksituatie. Je weet je kwaliteiten, je vaardigheden, hoe je leert, en je hebt feedback gekregen van de werkmeester, je personal coach en je collega’s. Nu gaan we een stap verder. Met alles wat je weet kan je over jezelf nadenken en je afvragen waar je behoeften liggen. Iedere behoefte is waardevol. Er is geen goed of slecht. Ieder bedrijf heeft verschillende mensen nodig. Bijvoorbeeld mensen die leiding willen geven, die gezelligheid brengen, etc, etc. Hieronder zie je een lijst met een heleboel verschillende behoeften. Ieder mens is anders, en ook ieder mens in een werksituatie is anders. Als je zelf weet wat je prettig vindt en belangrijk (let op: in een werksituatie. jouw behoeften in je prive kunnen heel anders zijn) dan kan je dat duidelijk maken aan je werkgever en/of werk zoeken dat bij jouw behoeften past. Welke behoefte komt voor jou bovenaan? Wat is er zo belangrijk voor jou in een werksituatie dat het er beslist moet zijn? Is het belangrijkste voor jou dat je een leuke groep mensen om je heen hebt en jij erbij hoort? Of wil je veel vrijheid? Of wil je juist een duidelijke structuur zodat je weet waar je aan toe bent? Kies uit de onderstaande lijst 4 behoeften die jij belangrijk vindt. Het is handig om deze lijst pas door te nemen als je al een tijdje bij HSH bent, want dan heb je al gemerkt wat jij belangrijk vindt met werk. Als je deze lijst leest, en je vindt het moeilijk om van jezelf te zeggen welke behoeften jij hebt, vraag dan eens aan de werkmeester hoe hij je ziet, en ook aan je collega’s. BEHOEFTENLIJST Behoefte aan regelmaat (vaste werktijden en pauzes) Behoefte aan een duidelijke opdracht Behoefte aan veel collega’s Behoefte aan weinig collega’s 173
Behoefte aan een leidinggevende die ik veel zie en die ziet wat ik doe Behoefte aan een leidinggevende die mij zelf laat experimenteren Behoefte aan werken in een groot bedrijf Behoefte om te werken in een klein bedrijf Behoefte om in 1 ding heel goed te zijn Behoefte om van veel verschillende dingen een beetje verstand te hebben Behoefte om te zorgen dat iedereen op de werkvloer goed met elkaar om kan gaan Behoefte om met collega’s na het werk ook contact te hebben Behoefte om zelf werktijd in te delen Behoefte om veel dingen tegelijk te doen Behoefte om 1 ding tegelijk te doen Behoefte om iets te presteren Behoefte om leiding te geven aan mensen Behoefte om te merken dat ik word geaccepteert door mijn collega’s Behoefte om met rust te worden gelaten Maak je eigen behoeftenlijst …….. Binnen een werksituatie heb ik als eerste nodig: …….. Verder heb ik in mijn werk ook behoefte aan: 1. 2. 3. Wat ik absoluut niet nodig heb is: 1. 2. 3. Als ik een cursus volg, of op school zit, heb ik behoefte aan: 1. 2. 3. 174
OPLEIDING
Inhoudsopgave opleiding: -
Doelen Opleiding SMART gemaakt (uit begeleidingsplan) Evaluatie doelen (uit stappenplan) Onderwijsovereenkomst Albeda Diploma’s / certificaten Rapportage Albeda
175
WERK
Inhoudsopgave werk: -
Doelen Werk SMART gemaakt (uit begeleidingsplan) Evaluatie doelen(uit stappenplan) Contract Startblok Rapportage Startblok Contracten Werkervaring plek contract
176
……
CVD Startblok overeenkomst
CVD Home Sweet Home Adres
Lange Hilleweg 240
Postcode, Plaats
3073 BZ Rotterdam
Telefoon
010 – 484 52 73
Personal coach
…………………………………..
CVD Startblok Adres
Mangaanstraat 15
Postcode, plaats
3067 GT Rotterdam
Telefoon
06 – 24470352
De deelnemer Naam
(naam van de deelnemer)
Adres
(adres van de deelnemer)
Postcode, Plaats
(naw gegevens van de deelnemer)
Telefoon
(telefoonnummer van de deelnemer)
Geboortedatum
(geboortedatum van de deelnemer)
In aanmerking nemende: -
dat de arbeidsoriëntatie CVD Startblok deel uitmaakt van het traject CVD Home Sweet Home.
-
dat de te verrichten werkzaamheden gericht dienen te zijn op het opdoen van werkervaring en niet op het realiseren van productie c.q. omzet
-
dat de deelnemer een onkosten- en een reiskostenvergoeding voor deelname aan CVD Startblok ontvangt.
Verklaren het volgende te zijn overeengekomen: Artikel 1 Deelname aan CVD Startblok wordt aangegaan van <startdatum> tot uiterlijk zes maanden na startdatum. Bij aanvang zal er <..> dagen per week worden deelgenomen. Te weten: 0 maandag 0 dinsdag 0 woensdag 0 donderdag In onderling overleg kan het aantal dagen per week en de indeling van de dagen worden aangepast.
177
Arbeidsoriëntatie overeenkomst
Tenzij door de werkmeester anders aangegeven wordt de deelnemer iedere dag om 08:45u verwacht op de Mangaanstraat 15 te Rotterdam. Werktijden zijn van 09:00 – 16:00 uur. Pauzes: 10:15 – 10:30 uur, 12:30 – 13:00 uur en 14.15 – 14:30 uur.
Artikel 2 Binnen CVD Startblok zullen diverse werkzaamheden worden verricht onder begeleiding van werkmeesters. De werkzaamheden evenals de indeling van de werkzaamheden kunnen, afhankelijk van het aanbod van werkzaamheden, van dag tot dag verschillen.
Artikel 3 Tijdens de CVD Startblok wordt alleen Nederlands gesproken!
Artikel 4 De door CVD Startblok verstrekte werkkleding en werkschoenen blijven bij CVD Startblok achter en worden door CVD Startblok gewassen.
Artikel 5 Verbaal- en/of fysiek geweld wordt op geen enkele wijze getolereerd.
Artikel 6 Na de eerste maand vindt een einde proeftijd gesprek plaats. Tijdens dit gesprek zullen de verrichtingen tijdens de proeftijd worden besproken. Indien besloten wordt de arbeidsoriëntatie te continueren, wordt deze gecontinueerd met een maximale duur van 6 maanden en worden de leerdoelen, trajectduur en doorstroming vastgesteld.
178
Gedurende deelname aan CVD Startblok vindt minimaal een maal per twee maanden een voortgangsgesprek plaats met zowel de deelnemer als de werkmeester. Aan het eind van de arbeidsoriëntatie bij CVD Startblok vindt een evaluatiegesprek plaats met de deelnemer, de werkmeester en de jobcoach van CVD Home Sweet Home.
Artikel 7 CVD Home Sweet Home sluit een aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering voor deelnemer af.
Artikel 8 De deelnemer is verplicht de in het bedrijf in het belang van orde, veiligheid en gezondheid en vertrouwelijkheid gegeven regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen. Artikel 9 Voor de deelnemer gelden de in het bedrijf gebruikelijke regels voor werktijden en ziekmeldingen. Deze zijn aan de cliënt bij het sluiten van deze overeenkomst bekendgemaakt. De deelnemer stelt bij ziekte ook de personal coach daarvan in kennis. Ziekmelden doe je voor 08:30 uur! Je doet dat bij de Startblok werkmeester, telefoonnummer 06 – 24 47 03 52 en bij het kantoor van CVD Home Sweet Home, telefoonnummer 010 – 484 52 73. De eerste ziekte dag wordt niet uitbetaald. Ben je daarna aantoonbaar ziek dan worden de opvolgende dagen wel uitbetaald.
Artikel 10 Onafhankelijk van de reden dient de deelnemer minimaal 24 uur van te voren verlof aan te vragen.
Artikel 11 Bij problemen tijdens de arbeidsoriëntatie richt de deelnemer zich in eerste plaats tot de werkmeester. Wordt het probleem niet opgelost, dan wendt de deelnemer zich tot de personal coach. Indien werkmeester, personal coach en deelnemer niet tot een oplossing komen, wordt het probleem voorgelegd aan de teamleider van CVD Home Sweet Home. Deze dienen tot een oplossing te komen.
Artikel 12 De overeenkomst eindigt: indien de deelnemer stopt met het CVD Home Sweet Home traject. indien beide partijen dat wensen en indien een van beide partijen dat wenst, mits de procedure genoemd in artikel 8 is doorlopen en geen voorwaarden gecreëerd kunnen worden waardoor de werkervaringsplaats kan worden voortgezet.
Aldus overeengekomen en in drievoud opgemaakt te Rotterdam op …………………………………. Werkmeester CVD Startblok
Deelnemer CVD Home Sweet Home
naam:
naam:
179
MAP 3: KANS
Map Kans
Inhoud: • Deze map is volledig eigendom van de deelnemer van Home Sweet Home. De deelnemer mag zelf bepalen of hij deze map samenstelt en hoe hij deze samenstelt. Samen met de uitstroomcoach kan hij de inhoud van de map bepalen. Voorbeelden inhoud: Laatste CV (gemaakt in de cursus, Solliciteren doe je zo) Portfolio (samengesteld uit informatie uit de mappen Hulp en Opleiding en Werk) Eindopdracht Vormingsonderwijs Albeda Diploma’s en certificaten Overzicht sollicitatiebrieven
180
Hulpmiddelen voor de coach t.b.v de map Opleiding en Werk
HULPMIDDELEN VOOR DE COACH Inleiding De Map Opleiding&Werk bestaat uit diverse formats en formulieren. De Map kan worden aangevuld met materiaal dat de deelnemer er graag in wil hebben. Zo ontstaat een Map met gegevens die representatief zijn voor de mogelijkheden van de deelnemer binnen de arbeidsmarkt. In feite is de Map een soort portfolio, met dien verstande dat ook een gedeelte van het ontwikkeltraject erin zit. Als de deelnemer de inhoud daadwerkelijk voor een portfolio zou gaan gebruiken dan zal er nog het een en ander uitgehaald worden – maar die beslissing ligt bij de deelnemer. Het ligt niet in de lijn der verwachting dat een groot percentage van de deelnemers een baan zal krijgen waarin het gebruikelijk is met een portfolio aan te komen. Toch wordt deze werkwijze gebruikt om de volgende redenen: 1. Portfolio is doorgedrongen tot een zeer groot gebied van de arbeidsmarkt in Nederland 2. Portfolio wordt gebruikt op bijna alle vormen van scholing (uitgezonderd lagere school) 3. Portfolio is een overzichtelijke manier om een deelnemer overzicht en inzicht te geven in het eigen kunnen 4. Portfolio leert een deelnemer om zichzelf positief en realistisch aan te bevelen 5. De inhoud van de portfolio wordt vaak wel als mondelinge competentie verwacht door werkgevers: zo zal een werkgever in de bouw ook willen dat een werknemer goed kan uitleggen wat hij/zij kan 6. Portfolio gaat over de deelnemer als werknemer en eens niet over het ‘client’ zijn; de deelnemer wordt een mogelijkheid geboden zichzelf ook 181
als werknemer te gaan zien, en de eigen persoon niet alleen als client of hulpbehoevend te zien. In de Map Opleiding&Werk zitten diverse formulieren, die tezamen een beeld geven van de competenties van de deelnemer. De bedoeling is dat de formulieren verspreid over een langere periode worden ingevuld. De inhoud is een ‘pad’ en geen doel op zich (aan het einde van het HSH traject even alle formulieren invullen is niet de bedoeling) Doel is dat de formulieren worden gebruikt en ingevuld. Hoe dat gebeurt, op welke wijze, staat (tot op zekere hoogte) open. De deelnemers van HSH laten zich niet graag in een vast stramien vatten. En dat beoogt HSH ook niet. Juist de persoonlijke aanpak, is de verwachting- zal tot meer succes leiden. De personal coach geeft richting aan de wijze waarop de Map Opleiding&Werk wordt ingevuld. De pc’er kan een inschatting maken op welke wijze die ene deelnemer de Map kan gebruiken en hoe het materiaal kan worden aangeboden. Gezien de behoorlijke verschillen in intellect, aanspreekbaarheid, nuchterheid en het vermogen tot abstraheren en concretiseren van de deelnemers, dienen er diverse manieren te zijn om de deelnemer de Map te laten invullen. En dit alles zodanig dat de Map geïdentificeerd wordt door de deelnemer als een positieve bijdrage, waar men tevreden/trots of positief over is. De inhoud van de formulieren is zodanig gekozen, dat het mogelijk is om op diverse manieren het formulier te presenteren aan de deelnemer, en het invullen op diverse manieren te doen. Bijvoorbeeld: Achterhalen welke vaardigheden iemand al bezit. Als de deelnemer beschikt over een goed zelfbeeld en graag praat, dan kan dit via een gesprek. Als de deelnemer wel beschikt over goede Nederlandse taalvaardigheid, maar te weinig zelfkennis heeft (of niet kan onthouden maar wel snel van begrip; of gewoon knetter stoned is) dan kunnen de kaarten van het Vaardighedenspel worden neergelegd. Dit laatste is ook voor mensen die meer visueel gericht zijn handig. Ook het spelen van het spel kan een optie zijn. In deze Map Hulpmiddelen, zitten allerhand voorbeelden van mogelijkheden die pc’ ers kunnen gebruiken. Ook zit er achtergrond informatie in. De Map kan door iedere pc’er worden aangevuld met nieuwe kennis/mogelijkheden/etc. 182
Hulpmiddelen bij de instrumenten In de Map Opleiding&Werk zitten formulieren die ingevuld moeten worden. Om tot invulling te komen staan diverse hulpmiddelen ter beschikking. De personal coach kan zelf kiezen welke hulpmiddelen geschikt zijn om te gebruiken bij die ene specifieke deelnemer. De hulpmiddelen bestaan uit: 1. Het gebruik van het vaardighedenspel en het spel kernkwadranten. Deze spellen zijn multi-inzetbaar. Geheel afgestemd op de deelnemer en/of de groep kunnen ze gebruikt worden. Het spel kan met 1 deelnemer worden gespeeld maar ook met een hele groep. Als het dus zinnig is voor het groepsproces (en het is veilig genoeg) dan kan de personal coach met de werkmeester een keer het spel spelen. Maar heb je een teruggetrokken deelnemer die niet graag in de groep is dan is het ook prima bruikbaar. Ook de vele variatie mogelijkheden maken de spellen geschikt. Ervaring leert dat het veel gelach oplevert! 2. Het gebruik van testen op internet. Zoals al eerder beschreven is ICT niet meer weg te denken in de werkomgeving. Daarbij vinden veel mensen het ook leuk. Op het net zijn testen te vinden die direct de uitslag geven. De testen zijn vaak verkorte versies van officiële testen, en in die zin dus niet wetenschappelijk verantwoord (daarbij: wie is in een test te vangen..) ze zijn dus ook duidelijk niet bedoeld om al te serieus te nemen. Ze zijn bedoeld om op een leuke manier tot een gesprek te komen met de deelnemer, en daarbij raakt de deelnemer ook bekend met het net, de opmaak van de netpagina’s en het jargon. De testen die de personal coach kiest kunnen worden afgestemd op het niveau van de deelnemer. Overigens: de uitslagen van de testen zijn niet helemaal onzinnig. Ik heb alle testen die ik aanraad ook zelf gedaan, en de uitslagen kwamen overeen met de werkelijkheid. 3. Map met toelichting en uitleg over de formulieren. De formulieren die in de Map Opleiding&Werk komen zijn ontworpen vanuit een bepaald kader en met kennis vanuit andere disciplines. Achtergrondinformatie en toepassingskennis worden opgeschreven en komen in een map die de personal coach kan raadplegen. Hieronder volgt enige tekst die bedoeld is als ondersteuning/uitleg voor de personal coach. 183
Kernkwaliteiten en het kernkwadrant volgens Daniel Ofman Kernkwaliteiten zijn eigenschappen die tot de kern van een persoon behoren. Het zijn de specifieke sterktes die iemand bij uitstek kenmerken. Iedereen heeft een aantal van deze kwaliteiten. Ze zijn zo dominant dat ze kunnen doorslaan en daardoor een zogenaamde valkuil kunnen worden, een dusdanige vervorming van de kwaliteit dat hij doorschiet en daarmee zelfs een zwakte wordt. Iemand met de kernkwaliteit behulpzaamheid kan doorslaan in bemoeizucht, flexibiliteit kan doorslaan in wispelturigheid en daadkracht in drammerigheid. Iedereen heeft kernkwaliteiten en daarmee ook valkuilen. Als iemand anders doorschiet in een bepaalde kwaliteit, kan dat irritatie oproepen. In dat geval heet dat een allergie. De vervelende eigenschap van de ander verbergt echter een kwaliteit in zich, die voor degene die er allergisch voor is een belangrijk ontwikkelpunt kan zijn, de zogenaamde uitdaging. Mensen zijn zich niet altijd bewust van hun kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen. Het kernkwadrant van Daniel Ofman biedt daarvoor uitkomst. Het model is er op gebaseerd dat iemands kernkwaliteit automatisch een uitdaging in zich meedraagt evenals een valkuil een allergie. Voorbeeld: iemand die zeer daadkrachtig is (kernkwaliteit) kan doorslaan door drammerig (valkuil) te worden. Een daadkrachtig persoon kan zich irriteren aan passiviteit van anderen (allergie). Iemand met een wat passieve instelling herbergt echter een belangrijke kernkwaliteit: geduld (uitdaging). Dit kan worden weergegeven in een model.
Aan de hand van dit model kun je je eigen kernkwaliteiten, valkuilen, 184
allergieën en uitdagingen vaststellen. Je kunt daarbij uitgaan van jouw eigen kwaliteiten, maar ook door te starten met datgene waaraan je je bij anderen irriteert. Door het schema te volgen, ontdek je daardoor vanzelf jouw kwaliteiten en valkuilen. Erger je je bijvoorbeeld aan mensen die star zijn, bedenk daarbij dan een kernkwaliteit (ordelijkheid). Dat vormt dan jouw uitdaging. Het tegenovergestelde van ordelijkheid is bijvoorbeeld wispelturigheid. Dat kan dan jouw valkuil zijn. De kernkwaliteit die bij wispelturigheid past is flexibiliteit. Die laatste is dan jouw eigen kernkwaliteit.
Kernkwaliteiten en kernkwadranten "Ieder voordeel heb ze nadeel" (Johan Cruijff) Een goede manier om je sterke en je zwakke punten helder te krijgen, is om je kernkwaliteiten en kernkwadranten in kaart te brengen. Dat is een veelgebruikte, heldere en toegankelijke methode die je ook kunt gebruiken om conflicten met anderen te analyseren. Wat zijn kernkwaliteiten? Kernkwaliteiten zijn volgens bedenker Daniel Ofman de specifieke sterktes die iemand kenmerken. Ze maken je tot wat je bent. Het zijn ook de positieve punten die een ander het eerst over je zal zeggen als hij ernaar gevraagd wordt. Bijvoorbeeld dat je een erg creatief, bijzonder geduldig of zeer besluitvaardig persoon bent. Iedereen heeft wel een aantal van deze kwaliteiten. Kwaliteiten kunnen ook valkuilen zijn Deze kwaliteiten worden een valkuil als je erin doorschiet. Dat is een vervorming van de kwaliteit, de andere kant van de medaille. Je kwaliteit wordt een zwakte. Ben je erg besluitvaardig, dan kun je in de valkuil trappen drammerig te worden. Of: als je doorschiet in je zelfverzekerdheid wordt je arrogant. Valkuilen van een ander: allergieën Zoals iedereen kernkwaliteiten heeft, heeft ook iedereen valkuilen. Als een ander doorschiet in een bepaalde kwaliteit, kan dat bij jou irritatie oproepen. Jouw 185
reactie daarop wordt een allergie genoemd. Zo´n allergie heeft vaak te maken met een kwaliteit van jezelf. Als je erg bescheiden bent, kun je je mateloos storen aan mensen die continu zichzelf op de borst kloppen. Achter allergieën schuilen weer uitdagingen Die vervelende eigenschap van de ander is natuurlijk ook een kwaliteit waarin hij is doorgeschoten. En het mooie is dat juist voor degene die er allergisch voor is, de kwaliteit die achter deze uitdaging ligt een belangrijk ontwikkelpunt kan zijn. Dit wordt dan de uitdaging genoemd. Erger je je regelmatig aan de passiviteit van een ander? Kijk dan welke kwaliteit daarachter zit. Is iemand bijvoorbeeld bedachtzaam, of geduldig en daarin doorgeschoten? Grote kans dat dat nou juist jouw uitdaging, is omdat je zelf soms te drammerig bent. Je kunt dus veel leren van de mensen aan wie je je het meest ergert! Van kernkwaliteit naar kernkwadrant Zo kun je je eigen kernkwaliteiten, valkuilen, allergieën en uitdagingen opstellen. Dat wordt meestal weergegeven in een figuur. Dit figuur noemen we een kernkwadrant. Dit is het kernkwadrant van de kwaliteit 'daadkracht' van Lisa. Zij wordt vaak geprezen omdat ze 'dingen voor elkaar krijgt'. Maar ze krijgt ook wel eens van haar baas te horen dat ze wel eens wat geduldiger mag zijn. "Je collega komt heus wel met een voorstel, als jij haar niet steeds vóór bent!" ____________________
teveel van het goede ->
_____________________
1 Kernkwaliteit
2 Valkuil
Daadkrachtigheid
Drammerigheid
_____________________
______________________
Het negatief tegenovergestelde
het positief tegenovergestelde
daarvan is:
daarvan is:
186
__________________
<- teveel van het goede
____________________
4 Allergie
3 Uitdaging
Passiviteit
Geduld
_________________
____________________
1.
Lisa is ontzettend daadkrachtig. Dat is een kwaliteit.
2. Soms schiet ze daarin door en wordt ze drammerig. Dat is dan haar valkuil. 3.
Haar uitdaging is het tegenovergestelde van de kwaliteit, in dit geval is dat bijvoorbeeld ´geduld´ of ´goed kunnen beschouwen´. Dit is een belangrijk inzicht dat Lisa goed moeten verkennen. Ze moet nadenken over haar eigen ontwikkeling. Hoe ze haar uitdaging benoemt is geen taalkundige kwestie. 'Geduldig' zijn is echt iets anders dan 'afwachtend'.
4.
Aan haar kwaliteit is ook een allergie verbonden, dat is als iemand doorschiet in de kwaliteit die haar uitdaging is, geduld dus. In dit geval is haar allergie passiviteit / geen initiatief nemen.
Stel net als Lisa ook eens een aantal kwadranten op van je kernkwaliteiten. Om op ideeën te komen kun je de rubriek Professionele eigenschappen doorbladeren. Je komt daarin veel competenties tegen die je kunt analyseren als een kernkwadrant. Bij de meeste competenties staat ook beschreven in welke valkuil de kwaliteit kan doorschieten. Je kunt ook de lijst met eigenschappen doornemen achterin het boek van Ofman (zie Aanbevolen boeken onderaan de pagina). Hoe kun je de kernkwadranten voor jezelf opstellen? Je kunt bij verschillende kwadranten 'instappen': Begin met het inventariseren van je sterke punten en werk deze uit via de valkuil, de uitdaging en de allergie, zoals in het voorbeeld. Begin met je uitdagingen, redeneer terug naar je valkuil en herken de kwaliteit die erachter zit. Een mooie methode om te gebruiken als voorbereiding op een functioneringsgesprek? 187
Vraag vrienden, familie of collega´s naar je valkuilen. Ze weten er vast wel een aantal op te noemen. Werk terug van valkuil naar kwaliteit en ontdek vervolgens jouw uitdagingen en allergieën. Stoor je je mateloos aan die collega? Kijk ook eens naar de kwaliteit die erachter zit en wat je ervan kunt leren. Daarmee kun je ook een uitdaging, valkuil en kwaliteit bij jezelf ontdekken. Het is een aanrader om eens samen met je collega´s kernkwadranten op te stellen en openlijk allergieën te bespreken. Zo kun je de samenwerking verbeteren. KERNKWALITEITEN KernKwaliteit
Valkuil
Uitdaging
Allergie
Helder
Afstandelijk
Inlevend
Slijmerig
Flexibel
Wispelturig
Ordelijkheid
Starheid
Daadkracht
Drammerigheid
Geduld
Passiviteit
Behulpzaam
Bemoeizuchtig
Loslaten
Onverschilligheid
Toewijding
Fanatisme
Relativisme
Laissez-faire
Kritisch
Rebels
Respect voor gezag
Ja-knikkers
Relativerend
Onzichtbaar
Overtuigd
Opgeblazen
Moedig
Roekeloosheid
Bedachtzaamheid
Aarzeling
188
Harmonie
Toedekken
Directheid
Conflict
Idealistisch
Fanatisme
Realisme
Berusting
Gestructureerd
Burocratisch
Aanpassing
Inconsistent
Stabiel
Traag
Experimenteel
Onbezonnen
Precies
Pietluttig
Souplesse
Onnauwkeurig
Rationeel
Afstandelijk
Betrokken
Willekeur
Zelfverzekerd
Arrogant
Bescheidenheid
Middelmatigheid
Optimistisch
Naiviteit
Alertheid
Wantrouwen
189
Het formuleren van leerdoelen / SMART “Een doel is slechts belangrijk als idee. Het gaat om het werk dat tot het doel leidt. Dat vervult het leven met zin”.(Karl Gustav Jung) Wat zijn leerdoelen en hoe kun je een leerdoel zo formuleren, dat je achteraf echt een zinnig antwoord kunt geven op de vraag of je je leerdoel gehaald hebt? Een ideaal en een doel zijn niet hetzelfde. Een ideaal is iets algemeens, niet specifiek. Het gaat om uitgedrukte wensen en verlangens. Iets dat men ‘zou willen’. Bijvoorbeeld: “Ik zou ooit nog wel eens een wereldreis willen maken” Een doel, zoals hier beschreven, daarentegen, is als een gewenst resultaat, zeer specifiek en realiseerbaar. Er zijn regels om verstandige, bereikbare resultaten te formuleren. Voorbeelden vind je hieronder. Leerdoelen formuleren: het SMART model Het gedrag dat je als deelnemer aan het einde van het leerproces moet kunnen vertonen, moet vervat zijn in een observeerbare activiteit. De inhoud (dus de leerstof waar het over gaat) moet zo concreet mogelijk worden benoemd. Een leerdoel moet in de tegenwoordige tijd geformuleerd worden, als gewenst resultaat dus. Het gaat hier dus om een beschrijving van een eindpunt van een leertraject. In een leerdoel moet niet dat traject zelf beschreven worden: Niet: Ik ga... Ik wil... Ik zou... Werkwoorden als WETEN, KENNEN, INZIEN, BEGRIJPEN e.d. zijn minder handige werkwoorden. Ze geven geen activiteit aan en het is niet duidelijk wat precies bedoeld wordt, waardoor ze ook minder goed meetbaar / toetsbaar zijn. Wel: Ik kan... Ik heb de vaardigheid om.. We kunnen leerdoelen formuleren aan de hand van het volgende model: SMART 190
S = specifiek M = meetbaar A = acceptabel R = reëel T = tijdgebonden Specifiek (SMART) Als een gewenst resultaat gedetailleerd, volledig en duidelijk is geformuleerd, wordt het realistisch en bereikbaar. Niet: Ik kan goed communiceren binnen de groep. Dit is een te breed leerdoel. Hier valt een groot aantal concrete vaardigheden onder. Wel: Ik kan anderen uit laten praten. Dit is een concrete vaardigheid, dat onder bovenstaand leerdoel kan vallen. Dit is concreet, specifiek en duidelijk waarneembaar (waardoor het beter meetbaar is dan het eerste voorbeeld) De rol van de personal coach ligt hierin, dat hij/zij de deelnemer doorvraagt over wat hij nou precies wil bereiken: Wat bedoel je met ‘goed communiceren’? Wat versta je daar nou precies onder? Wat moet je allemaal kunnen als je goed wilt communiceren? (deelvaardigheden) Wat doe je nu niet goed? Wat kun je nog niet wat je wel zou willen? Wat heeft je tot nu toe tegengehouden? Dit soort vragen leiden veelal tot een concreet en helder leerdoel. Wat wil ik nou eigenlijk ECHT? De laatste vraag ‘Wat heeft je tot nu toe tegengehouden?’ is misschien wel de hamvraag. Het antwoord op deze vraag is vaak de sleutel tot het oplossen van de obstakels die het bereiken van het doel in de weg staan. Want zou een deelnemer zichzelf niet op de één of andere manier hebben tegengehouden of tegengewerkt, dan was hij al dichter bij het doel gekomen, of had hij het al bereikt, net zoals al die andere doelen die hij in zijn leven al bereikt heeft. 191
Belangrijk is ook dat een doel in positieve bewoordingen wordt gevat. Laat een deelnemer beschrijven wat hij wel wil i.p.v. wat hij niet wil: Niet: Ik wil niet te dominant zijn Wel: Ik kan actief naar anderen luisteren Ik kan open staan voor andermans ideeën Vraag je af: Als je niet dominant wil zijn, wat wil je dan wel? Hoe ziet voor jou de ideale situatie, wanneer je dus niet dominant bent, er dan wel uit? Wat doe je dan? Hoe zie je dat voor je? Etc. Meetbaar (SMART) Meetbaar kan op twee manieren geïnterpreteerd worden. Bij meetbaar kunnen we denken aan getallen. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan tijdens elke vergadering drie keer mijn mening geven’. Dit is zeer concreet en zeker meetbaar, vooral voor de deelnemer zelf. Wat nog meer met meetbaar wordt bedoeld is dat het doel door middel van zintuiglijke waarnemingen toetsbaar / meetbaar moet kunnen zijn. Wanneer dit niet mogelijk is, hoe kun je dan ooit weten wanneer jij je doel hebt bereikt? Concreet wil dit zeggen dat het mogelijk moet zijn om iemand anders in specifieke termen te vertellen hoe je het zou weten als je je doel bereikt zou hebben. Hoe doe je dan, wat doe je dan, hoe doe je dat dan? Wat is dan waar te nemen bij jou? (concreet waarneembaar gedrag) Als een deelnemer dit aan een ander kan vertellen, heeft hij een goede maatstaf om zijn vorderingen aan af te meten. Bijvoorbeeld: ‘Ik kan een actieve luisterhouding aannemen’.=> Ik zit rechtop Ik heb een open houding Ik maak oogcontact Ik knik begrijpend Vraag je af: Hoe maak je jouw leerdoel meetbaar voor jezelf? 192
Hoe kan ik zien/horen/voelen (waarnemen) dat jij je doel bereikt hebt? Wat kan je omgeving dan aan jou merken?
Acceptabel (SMART) Wanneer is een leerdoel acceptabel? Een leerdoel is acceptabel als het op diverse vlakken verantwoord is eraan te beginnen. Is een leerdoel ecologisch verantwoord?: Deze eis houdt in dat het leerdoel het welzijn van het totale wezen van de deelnemer moet ondersteunen. Het betekent dat als een deelnemer iets wil veranderen dit effect kan hebben op meerdere deelgebieden van zijn leven. Een ecologisch verantwoord doel mag niemand schade berokkenen. Het moet sociaal en maatschappelijk verantwoord zijn aan het betreffende leerdoel te gaan werken. Bijvoorbeeld: Ik kan meer werk uit handen geven. Ik ga proberen dit te bereiken door wat meer achterover te leunen en zoveel mogelijk aan anderen over te laten. Vraag je af: Wat is het effect van het bereiken van jouw doel, en alles wat daarmee gepaard gaat op je leven? In de groep, op je werk, thuis, etc.? Wat levert het anderen (je werk ) op als jij je leerdoel behaalt? Kan jouw leerdoel mogelijkerwijs nadelig uitpakken voor anderen? Zo ja, op welke manier, en hoe zou je deze nadelen kunnen voorkomen? Wil je het resultaat altijd hebben, en met iedereen?
Reëel (SMART) Een reëel doel ligt zoveel mogelijk binnen het bereik. Als een doel teveel afhangt van de medewerking van anderen, of als het zaken betreft die niet onder de controle liggen van de deelnemer zelf, dan kan hij proberen dit doel als subdoel/nevendoel te stellen. Eerst moet het bijbehorende doel gevonden worden, dat wel binnen de eigen controle en dus binnen handbereik ligt. Hiermee kan de deelnemer die eerder genoemde medewerking eventueel wel krijgen. Bijvoorbeeld: 193
Niet: ‘Ik kan er voor zorgen dat mijn mededeelnemers gemotiveerd raken’. Als personal coach kun je dan vragen: Hoe denk je anderen gemotiveerd te krijgen? Wat kun jij als deelnemer concreet doen om de anderen te motiveren? Wel: ‘Ik kan complimenten geven voor datgene wat anderen goed doen’. Dat de anderen deelnemers hierdoor gemotiveerd raken is dan het sub- of nevendoel. Omdat een leerdoel ook tijdsgebonden moet zijn, is het ook belangrijk dat het reëel is. Daarmee wordt bedoeld: haalbaar binnen het tijdsbestek waarbinnen het leerdoel plaats moet gaan vinden. Ziet een deelnemer bij voorbaat al teveel tegen een leerdoel op, of is hij zelf al sceptisch over het al dan niet behalen van een leerdoel, dan is het essentieel daar als personal coach op in te gaan. Belangrijk is dan dat een dergelijk leerdoel in haalbare brokken wordt gehakt. Tijdsgebonden (SMART) Hierbij gaat het er om dat een leerdoel uiteen wordt gezet in de tijd. Waneer denkt een deelnemer zijn leerdoel behaald te hebben? Meestal is dit aan het einde van een blok. Toch is het goed om deelnemeren hier kritisch over na te laten denken. Vraag je af: Denk je dat dit leerdoel haalbaar / reëel is binnen de tijd die je jezelf daarvoor stelt? Zo niet, hoe kunnen we dit leerdoel opsplitsen zodat het wel haalbaar wordt binnen het aangegeven tijdsbestek? Of: Zo niet, binnen welk tijdsbestek zou dit leerdoel wel haalbaar kunnen zijn? Wat is de eerste concrete stap die je zult zetten om dit resultaat te bereiken? Wanneer?
194
Oefening: formuleer leerdoelen.
Iedere deelnemer schrijft één leerdoel op. Jouw leerdoel beoordeel je eerst zelf aan de hand van het SMART-model. Je kunt dit doen door jezelf de vragen te stellen, zoals geformuleerd bij het SMART-model. Verfijn je leerdoel en houd weer kritisch tegen het licht.
Na een kwartier presenteert iedere deelnemer zijn/haar leerdoel, waarbij de andere deelnemers en de personal coach kritische vragen mogen stellen.
195
Het SMART-model samengevat S = specifiek Wat wil je precies? Wat versta je er precies onder / hoe zie je dit concreet voor je? Wat moet je allemaal kunnen om jouw doel te bereiken? (deelvaardigheden) Wat heeft je tot nu toe tegengehouden dit doel te bereiken? (Vind je het eng en waaróm dan, vind je het ingewikkeld en wát vind je dan ingewikkeld, vind je het moeilijk en wát vind je er dan moeilijk aan? Etc.) M = meetbaar Hoe maak je jouw leerdoel meetbaar voor jezelf? Hoe zul je weten dat je het resultaat bereikt hebt? Wat kan je omgeving dan aan jou merken? (waarneembaar gedrag) Waar, met wie en hoe vaak wil je het resultaat hebben? A = acceptabel Wat is het effect van het bereiken van jouw doel, en alles wat daarmee gepaard gaat, op de groep, op je werk, thuis, etc.? Wat levert het de rest op als jij je leerdoel behaalt? Kan jouw leerdoel mogelijkerwijs nadelig uitpakken voor de rest van de groep? Zo ja, op welke manier, en hoe zou je deze nadelen kunnen voorkomen? Wil je het resultaat altijd hebben, en met iedereen? R = reëel Heb je zelf controle over het behalen van je leerdoel? Is het resultaat afhankelijk van anderen? Is het een leerdoel wat je kunt behalen binnen het tijdsbestek wat je in je hoofd hebt? Als je denkt van niet, kun je je leerdoel dan kleiner en haalbaarder maken? T = tijdsgebonden Binnen welke tijd wil je je leerdoel behaald hebben? Denk je dat dit leerdoel reëel haalbaar is binnen de tijd die je jezelf daarvoor stelt? Zo niet, binnen welk tijdsbestek zou dit leerdoel wel haalbaar kunnen zijn? Wat is de eerste stap die je zult zetten om dit resultaat te bereiken? Wanneer? Let op !!!!! Er zijn nog twee belangrijke dingen waar je aan moet denken bij het formuleren van je leerdoel: 196
1. Een leerdoel moet altijd positief geformuleerd zijn. Schrijf dus op wat je WEL wilt i.p.v. wat je NIET wilt. 2. Begin je leerdoel met IK KAN.... en zet hem in het hier en nu. M.a.w. je beschrijft het gewenste resultaat, zoals jij vindt dat het zou moeten zijn: Bijvoorbeeld: Ik kan mijn ideeën duidelijk verwoorden. Ik kan een vergadering voorzitten. Ik kan open staan voor feedback.
LERENLEREN Hier heb je informatie over hoe mensen leren. Je kan dit laten lezen aan de deelnemer of uitleggen. Deze informatie is bedoeld om uiteindelijk het formulier ‘LEREN DOE IK ZO’ in te vullen uit het Map Opleiding&Werk. 4 leerdomeinen: 1. 2. 3. 4.
Cognitief leren: speelt zich af in je hoofd, intellectuele vaardigheden Interactief leren: de omgang met anderen via ons vermogen om te communiceren en samen te werken. Psychomotorisch leren: leren met je lichaam, beïnvloed door lichamelijke mogelijkheden/vaardigheden. Affectief leren: betreft onze gevoelens die mede bepaald worden door onze normen en waarde.
Wat leren we dan? 1. leren van feiten: 'uit het hoofd' leren, via kennis breiden we ons beeld van de werkelijkheid uit. 2. leren van begrippen: dingen begrijpen, verbanden leggen tussen onderwerpen, een nieuwe samenhang vinden, inzicht, begrip. 3. leren van vaardigheden & ervaringen: iets uit proberen en ervaring opdoen, vallen & opstaan, dit leidt tot bezinning en daar leer je feiten uit, begrippen en vaardigheden en acties/reacties.
197
DE BEZINNER De bezinner kijkt naar zijn ervaringen, stelt waarom vragen, zoekt naar redenen en betekenis van lesstof, zoekt betrokkenheid, observeert en denkt vervolgens erover na vanuit verschillende invalshoeken, wil graag dingen eens goed doornemen. De bezinner spreekt in termen van 'zien' en 'horen'. De bezinner stelt de vraag, "waarom ging dat zo?" Wat vindt de bezinner leuk? ¾ kijken/observeren situatie of groep etc. ¾ denken en praten over activiteit ¾ voorbereiding maken ¾ achtergrond gegevens bestuderen ¾ gegevens verzamelen/onderzoeker ¾ nabespreken activiteit ¾ analyse maken ¾ ideeen uitwisselen zonder tijdsdruk, eigen tempo. Wat vindt de bezinner minder leuk? ¾ op de voorgrond treden ¾ situatie zonder planning ¾ kant en klare instructie krijgen ¾ tijdsdruk ¾ oppervlakkig werk ¾ DE DENKER De denker is een theoreticus die leert door te reflecteren, na te denken en daar abstracte vormen van te maken, zoekt naar feiten en begrippen, gericht op logische samenhang en ontwerpen theoretische modellen op te ordenen. De denker spreekt in termen van 'denken'. De denker stelt de vraag, "wat is het?" Wat vindt de denker leuk? ¾ als leesstof deel is van een model/concept/procedure/systeem/theorie ¾ het leggen van verbanden tussen ideeen en situaties ¾ zoekt logica door onderzoek, vragen, testen ¾ analyseren van ingewikkelde situaties 198
¾ gestructureerde situatie met duidelijk doel ¾ lezen/luisteren over ideeën/concepten die gebaseerd zijn op logica/rede ¾ wil de eis dingen te begrijpen en deel te nemen Wat vindt de denker minder leuk? ¾ ineens iets doen zonder duidelijk doel ¾ situaties met nadruk op emotie/gevoelens ¾ iets doen zonder basis voor beleid, principes, concepten ¾ mix van tegenstrijdige methoden zonder diepgaand onderzoek (vluchtige casus) ¾ oppervlakkige onderwerpen DE DOENER De doener is actief in het experimenteren, wil concrete ervaringen beleven, leert als activist, toetsen en toepassen van practische zaken, gericht op het laten gebeuren van dingen en ervaren. De doener spreekt in termen van 'voelen' De doener stelt de vraag' "wat zou er gebeuren als?" Wat vindt de doener leuk? ¾ nieuwe ervaringen en taken ¾ zelfstandig iets ondernemen ¾ korte, concrete acties waarbij inzet nodig is ¾ spanning, crisis, competitie, afwisselende activiteiten ¾ op de voorgrond treden ¾ ideeen spuien zonder gehinderd te worden door structuren of haalbaarheid ¾ in het diepe springen met een moeilijke taak ¾ met betrokken anderen vraagstukken oplossen Wat vindt de doener minder leuk? ¾ passieve rol, lezen, waarnemen, luisteren. monologen, theorien, uiteenzettingen hoe dingen moeten ¾ afwachten, niet betrokken worden ¾ vage gegevens analyseren/interpreteren ¾ als ze gevraagd wordt wat ze willen/denken te leren en achteraf waarderen wat ze geleerd hebben ¾ alleen denken, schrijven ¾ theoretische stof ¾ herhaling van opdrachten 199
¾ nauwe instructies ¾ zeer gedetailleerd werken DE BESLISSER De beslisser is pragmatisch, kiest een doel/punt, kiest uit abstracte begrippen om iets uit te proberen, wil onderzoeken/uitvinden of iets praktisch is. De beslisser spreekt in termen van 'doen' De beslisser stelt de vraag, "hoe werkt het"? Wat vindt de beslisser leuk? ¾ experimenten/toetsen ¾ aansluiting tussen onderwerp en probleem in de praktijk ¾ technieken aanbieden op praktisch voordeel te halen, bijv. efficiënter werken, tijdsbesparing, verhoging veiligheid ¾ oefenen n.a.v.een voorbeeld/demonstratie/film ¾ geleerde snel in praktijk brengen ¾ richten op practische zaken met duidelijk eindproduct Wat vindt de beslisser minder leuk? ¾ leren zonder directe relatie met de praktijk, het nut niet zien ¾ theorie, te algemeen ¾ geen duidelijke handleiding ¾ als aan leren geen duidelijk voordeel is verbonden LEREN LEREN Dit is een kleine test (niet wetenschappelijk onderbouwd!) Lees de vragen goed door en kruis dan 1 antwoord aan. Als geen een antwoord aansluit kies dan het antwoord wat het beste aansluit. Je kan ook een eigen antwoord formuleren, maar probeer zoveel mogelijk een antwoord te kiezen. 1
Denk even terug aan je lagere school tijd, wat vond je toen het leukste op school? Als je iets moest lezen en daarna vragen beantwoorden of als de juf/meester rekenen uitlegde Als je iets mocht gaan maken en de juf/meester legde het goed uit of als we iets moesten nadoen wat voorgedaan werd Als je ging gymmen of als je iets mocht proberen zonder uitleg 200
Als de juf/meester iets vertelde en je in de groep met elkaar ging napraten Anders nl……………………………………………………………………… ………………………………
1.
Denk weer even terug aan je middelbare-school tijd, wat vond je toen het leukst of wat ging je het makkelijkste af? Het lezen van lesstof/boeken Een test doen met biologie (of ander vak) en erover napraten Als je een opdracht kreeg die je gelijk mocht uitvoeren, vooral als er competitie was Huiswerk goed voorbereiden en met vrienden nog even nabespreken Anders nl……………………………………………………………………… ……………………………..
2.
Wat vond je vroeger thuis het leukst? Als je op je kamer rustig kon lezen of met je vader/moeder een discussie kon voeren, en kijken wie de beste redenaar was Als iemand hielp om je fiets (of iets anders) te leren maken en het lukte daarna zelf (vooral als je daar ook nog voor beloond werd) Als je kon sporten/buiten spelen/ of als je iets nieuws mocht uitproberen waar je nog niks van wist/kon Als je thuis kwam na school en je nog even met iemand kon nababbelen over de dag, of als je mocht helpen iets voor te bereiden Anders nl……………………………………………………………………… ………………………………….
3.
Waar was je vroeger goed in of wat vond je het leukste? Schaken, dammen, lezen, luisteren naar mensen die je slim vond Iets maken, knutselen om dingen te verbeteren of iets maken als je uitleg had gekregen Iets actiefs ondernemen, een wedstrijd spelen, winnen, voor een groep mensen toneel spelen Een toneelstuk of verhaal verzinnen, mensen zitten kijken, met vrienden rondhangen en kletsen
201
5.
Anders nl……………………………………………………………………… ……………………….
Hoe werkte je vroeger aan je tentamens? Door de stof grondig te lezen, desnoods te stampen Proberen je tentamens zo te leren dat je snel klaar was en toch een goed cijfer haalde Droge stof leren was altijd lastig maar onder tijdsdruk ging het soms, maar praktische vakken waren leuker Van de lesstof waren achtergrond gegevens wel leuk en daarna de stof met een vriend(in) nog doorpraten, dan zat het wel in je hoofd Anders nl……………………………………………………………………… ………………………………………
4.
Wat vind je nu stimulerend of leuk in je huidige werk? Het bestuderen van materiaal over nieuwe ontwikkelingen, papieronderzoek doen, het werken volgens een systeem, het analyseren van situaties Het toetsen van mensen of materiaal, het zoeken naar betere/snellere oplossingen of werkwijze, weten dat ik werk voor een duidelijk eindprodukt De actie, het onverwachte, veel op pad zijn, en de afwisseling in het werk Het voorbereiden van taken/projecten, het verzamelen van gegevens en een analyse maken, het denken en praten met anderen over projecten en verbeteringen en ideeën uitwisselen Anders nl……………………………………………………………………… …………………………………..
5.
Wat zeggen anderen (vrienden, collegae) regelmatig tegen jou? Dat je goed nadenkt over zaken, dat je vaak met logische argumenten komt, dat je veel vraagt en antwoorden zoekt Dat je vaak uitzoekt hoe dingen eigenlijk echt werken of in elkaar zitten, dat je praktisch bent Dat je veel durft, altijd bereid om in het diepe te springen Dat je uitzoekt hoe zaken in elkaar zitten, dat je goed observeert of graag ideeën uitwisselt 202
Anders nl……………………………………………………………………… …………………………………..
203
Mensen verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Leren is op te vatten als een proces dat uiteindelijk leidt tot gedragsverandering. In dit proces zijn verschillende fasen te onderscheiden, zoals het verzamelen van informatie, het toetsen van nieuwe inzichten of het nadenken over dingen die je overkomen. De psycholoog Kolb deed onderzoek naar verschillende manieren van leren van mensen en hij onderscheidde er vier, die hij als fasen die van elkaar afhankelijk zijn kon vastleggen. Deze vier leerfasen kunnen worden beschreven in termen van de vaardigheden die bij die fasen horen.
Concreet ervaren ('feeling') Waarnemen en overdenken ('watching') Abstracte begripsvorming ('thinking') Actief experimenteren ('doing')
Deze vier fasen volgen logisch op elkaar: als je iets meemaakt (ervaring) is het belangrijk daarna je ervaringen te overdenken (reflectie) en te veralgemeniseren (begripsvorming). Je kan dan een aanpak bedenken waarmee je een overeenkomstige gebeurtenis tegemoet kan treden (experimenteren). Als je die nieuwe aanpak, dat geleerde gedrag, daadwerkelijk gebruikt doe je weer nieuwe ervaringen op (concrete ervaring) waarover je weer kan nadenken (reflectie), zodat je nieuwe inzichten krijgt (begripsvorming). Op grond van het model is het mogelijk allerlei verschillende leerervaringen te ordenen. Kolb beschreef een ideaal leermodel (dat betekent dat je volgens dat model je leren kunt structureren). De vier fasen herhalen zich volgens Kolb voortdurend in deze volgorde. Dit leermodel valt dan ook te zien als een cyclisch model (beter nog een spiraal, want het niveau stijgt):
204
Het is niet nodig altijd met een concrete ervaring (bovenaan de cirkel) te beginnen. Wel kun je stellen dat je na je geboorte begint met ervaren en dat ervaren mede daarom het natuurlijke begin van het leren is. Maar ook later geldt dit: als je bijvoorbeeld voor het eerst een videorecorder moet bedienen, kun je op diverse manieren proberen uit te vinden hoe het ding werkt. Je kunt allerlei knoppen indrukken (experimenteren) en kijken wat er gebeurt (ervaring en waarschijnlijk ook reflectie). Je kunt ook nadenken over wat je weet over soortgelijke apparaten, bijvoorbeeld over bandrecorders, want die lijken qua bediening op een video (reflectie) en zo een idee krijgen over de bediening (begripsvorming) dat je toetst in de praktijk (experimenteren). Een andere mogelijkheid is dat je iemand vraagt om voor te doen hoe het apparaat bediend moet worden (ervaring), zodat je zelf een beeld over de bediening kan vormen (reflectie, begripsvorming) dat je vervolgens uitprobeert in de praktijk (experimenteren). Het is natuurlijk mogelijk de leerfasen in een andere volgorde te doorlopen of een fase over te slaan. Echter, wanneer fasen worden overgeslagen of te snel doorlopen, daalt het leerrendement. Dat is te begrijpen: ervaring wint aan waarde als je erover nadenkt, inzichten worden pas echt bruikbaar als je ze uitprobeert (experimenteren) en toetst (ervaring, reflectie). 205
Vier leerstijlen In het voorgaande werd gesteld dat men zich het leerproces kan voorstellen als een cyclisch proces van vier fasen die idealiter altijd in dezelfde volgorde (maar niet altijd vanuit hetzelfde beginpunt) worden doorlopen. Mensen hebben echter voorkeuren voor bepaalde fasen uit die cyclus: ze beginnen bij voorkeur in één bepaalde fase of besteden er de meeste tijd aan. Een mathematicus bijvoorbeeld zal veel tijd besteden aan abstracte begripsvorming, terwijl een bedrijfsleider zich eerder zal richten op het in de praktijk toetsen van ideeën.
Leerstijl
Kernwoorden
Doener Wat is er nieuw? Accomoderen Ik ben in voor alles in.
Leert het beste van...
Bezinner Divergeren
Ik wil hier graag even over nadenken
Denker Assimileren
Hoe is dat met elkaar gerelateerd?
directe ervaring, dingen doen nieuwe ervaringen, het oplossen van problemen in het diepe gegooid worden met een uitdagende taak activiteiten waar ze de tijd krijgen/gestimuleerd worden (achteraf) na te denken over acties als de mogelijkheid wordt geboden eerst na te denken en dan pas te doen beslissingen nemen zonder limieten en tijdsduur
gestructureerde situaties met duidelijke doelstellingen (congressen, colleges, boeken) als ze de tijd krijgen om relaties te kunnen leggen met kennis die ze al hebben situaties waar ze intellectueel uitgedaagd worden de kans krijgen vragen te stellen en de basismethodologie, logica etc. te achterhalen theoretische concepten, modellen en systemen
206
Beslisser Convergeren
Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk?
activiteiten waar:
een duidelijk verband is tussen leren en werken ze zich kunnen richten op praktische zaken ze technieken worden getoond met duidelijke praktische voorbeelden ze de kans krijgen dingen uit te proberen en te oefenen onder begeleiding van een expert
Kolb ontdekte dat mensen geneigd zijn vooral die leerfase te ontwikkelen waar ze toch al 'sterk in zijn'. Hij pleitte er voor dat mensen ook aandacht zouden besteden aan manieren van leren waarin ze minder goed zijn. De leercyclus kan dan meer volledig en evenwichtig doorlopen worden, waarbij elke fase de aandacht krijgt die ze verdient. In een groep zorgt de diversiteit van bijdragen van de verschillende groepsleden er meestal voor dat dit het geval is. In opleidingen lag het accent tot voor kort vooral op overdenking en theorievorming (dus: assimilerende leerstijl). Je leert hoe dingen samenhangen en hoe je ze in een theoretisch kader kunt zien. Aan de andere fasen van de leercyclus, experimenteren en ervaren (accomoderende leerstijl) werd meestal minder aandacht besteed. Door het jarenlang moeten werken volgens één bepaalde leerstijl verandert de eigen leerstijl. Daarom hebben veel deelnemeren als gevolg van hun ervaringen op school en universiteit een overdenkende en theoretiserende leerstijl. Allround-leerders zijn mensen die alle vier de leerstijlen beheersen. Het leren beheersen van al deze leerstijlen is nu wat men vaak noemt 'leren te leren'.
Als deze manier iemand aanspreekt is het goed bruikbaar om door te voeren tijdens de begeleiding, bijvoorbeeld door iemand aan te spreken tijdens ongewild gedrag (dat is je pink!)
207