Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
18 april 2002
nr 11
*
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
dertiende jaargang
Internationale Conferentie Recht en Terrorisme Interview met Jan Wouters op pagina 5
4 Vermoeidheidscentrum erkend
Symptomen tellen of luisteren naar verhaal van de patiënt?
Zevenhonderd jaar later
Hoe Vlaams is de Guldensporenslag? Ludo Meyvis
Vanaf de jaren kort na de Belgische onafhankelijkheid werd de Guldensporenslag verheven tot een glorieus evenement uit de vaderlandse geschiedenis. Dat één en ander geromantiseerd werd, zal iedereen met een klein beetje historisch invoelingsvermogen wel willen toegeven. Maar toch, diep in het Vlaamse binnenste leeft nog altijd dat gevoel van trots: “Wij hebben de Fransen verslagen. Vlaanderen de Leeuw!”
6 Verpleegkundigen gezocht
Slecht imago maar broodnodig 7 Dag van de Revalidatie
Aantal patiënten neemt toe
Of zoiets. Want hoe zwaar woog die Vlaamse overwinning eigenlijk? En hoe Vlaams was heel die Guldensporenslag? Was het echt de overwinning van de eenvoudige Vlaamse troepen van de ambachten op de goed getrainde Franse ridders? Was het dus zo’n beetje een overwinning van het volk, van de democratie? Dirk Van den Auweele (Faculteit Rechtsgeleerdheid), Paul Trio (Departement Geschiedenis, K.U.Leuven/KULAK) en Dirk Heirbaut (U.Gent, Geschiedenis) hebben er zo hun twijfels over. Zij zijn de organisatoren van het colloquium 11 juli 1302 - Zevenhonderd jaar later, dat op 11 mei plaatsvindt op de Kortrijkse campus.
8 Studentencongres geneeskunde 9 Tentoonstelling ‘in’ een wereldprimeur
Ski’s, stoelen en strijkijzers
Mythe
“De Guldensporenslag is een heel bijzonder onderdeel van onze geschiedenis. Als veldslag was het niet onbelangrijk, maar het was nu ook geen scharnier in onze wording. Het belangrijke en het interessante voor historici is eigenlijk pas eeuwen later gebeurd, toen de Guldensporenslag larger than life werd. Er is een hele mythologisering gebeurd, waarbij de ware toedracht ondergeschikt werd aan andere bedoelingen.” “Toen België onafhankelijk werd, was Frankrijk nog een
De blozende vechtersbaas rechts is een Vlaming, terwijl de wat vergeelde loser onderaan duidelijk een Fransman is. Generaties groeiden op met nogal triomfalistische ideeën over de Guldensporenslag, zo aandoenlijk geportretteerd in de Historia-reeks “‘s Lands Glorie”.
relatieve vijand. Een veldslag waarin die vijand overwonnen werd, was dus een ideaal aanknopingspunt voor nationale gevoelens. Bovendien was er voor het jonge Belgische staatsdenken geen reden om de Vlaamse factor in de Guldensporenslag te vrezen: een echte Vlaamse beweging was er in de eerste helft van de 19de eeuw nog niet. Een eeuw later, na afloop van de Eerste Wereldoorlog, was die er duidelijk wél. Maar juist die Vlaamse Beweging heeft de Guldensporenslag
10 Titularis Leerstoel Nieuwe Muziek Louis Andriessen:
“Ik maak geen pingpongmuziek” 11 Vormingskrant 16 Topvijf 17 Leven na Leuven
Liesbeth Wyns, producer bij Woestijnvis 18-19 Alumnikrant
vervolg op pagina 3 20 Taaltip
foto: Rob Stevens
22-23 Ad valvas
Gesprek met minister Magda Aelvoet
24 Bibliofielen in Leuven
“Ik ben niet pessimistisch”
24 De Denktank
We stevenen af op een tekort aan verpleegkundigen, zoveel is duidelijk. Minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet neemt alvast maatregelen. En blijft optimistisch: “Als we het beroep aantrekkelijker kunnen maken, zullen jongeren er wel degelijk voor kiezen!” Verder ook een gesprek met iemand op het terrein, Rita Lagae van de Universitaire Ziekenhuizen. Dossier op pagina’s 6-7
IN BEELD
18 april 2002 Campuskrant
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Karla Venken, Wouter Verbeylen
Alma 1 op nieuwe wegen Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected]
Alma 1 test een nieuw concept uit. Sinds 15 april vindt u er maar liefst viér restaurants, ieder met een eigen cachet: u kunt voortaan kiezen tussen de Pasta Bar, Lekker Belgisch, de Suggestie van de Chef, én het kan ook A la Carte. De eerste twee zijn de hele dag open, de laatste twee tijdens de piekuren. Ook de broodjes, de koude schotels en de salad bar ondergingen een grondige facelift. Voeg daar nog de extra inspanningen bij op het vlak van onthaal, de altijd strenge normen qua veiligheid en versheid, een leuk interieur, een nog altijd democratische prijs ... en waar u straks eet, is toch wel duidelijk zeker?
Adreswijzigingen
Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven (t) 016 32 41 84 (f) 016 32 40 14
[email protected] Aan dit nummer werkten mee
Jeroen Bryon, Gert Gielen, Erik Gobin, AnneMie Jaspers, Marcel Kerff, Geert Op De Beeck, Geneviève Ostyn, Magda Pieck, Klaartje Proesmans, Kristien Vermoesen Stuurgroep Campuskrant
Ronny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens, Bernard Boone, Jan De Vuyst, Erik Gobin, Els Heylen, Bernard Himpens, Bert Overlaet, Isabel Penne, Paul Thurman, Myriam Van Acker, Jos Vaesen, Jan Verhaeghe Ontwerp lay-out
Total Design Belgium Vormgeving
Wouter Verbeylen, Rob Stevens Foto’s
Cartoons
Joris Snaet Reclameregie
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 Oplage
foto: Rob Stevens
Jeroen Bryon, Hugo Coosemans, Fabrice Kada, Magda Pieck, Rob Stevens
37.500 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven
Op de planken
Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie. Het volgende nummer verschijnt op 8 mei. Suggesties voor artikels en interviews zijn welkom op het redactieadres.
Verschijningsdata Campuskrant 2002 AB = met alumnibijlage Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
13 30 mei (AB) 22 mei
12 8 mei (woensdag!) 30 april (dinsdag!)
14 20 juni 12 juni
Bijdragen dienen ons de dag van de deadline te bereiken, vóór 12u stipt.
Campuskrant vindt u ook op internet: www.kuleuven.ac.be/ck/
2 CAMPUSKRAN T 18 . 4 .2002
foto: Rob Stevens
Het Leuvense Danscentrum Aike Raes bracht het voorbije weekend 250 dansers naar de Stadsschouwburg, voor drie voorstellingen van de productie PRO ME. Met de mythe van Prometheus als leidraad, werd het een totaalspektakel waarin naast dans ook theater, poëzie, muziek, videokunst en fotografie een plaats kregen. Tijdens de generale repetitie trof onze fotograaf volgende medewerkers van K.U.Leuven op de planken. Johan Vermeersch (UZ Leuven) was met het decor- en lichtontwerp voor PRO Me allerminst aan zijn proefstuk toe. Carine Paulus werkt op het decanaat van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, maakte de videomontage van PRO ME en realiseerde voor het danscentrum ook eerder al captaties van voorstellingen. Robin Verkempinck, docent expressieve en ritmische bewegingsvormen en verbonden aan het Departement Sport- en Bewegingswetenschap van het FLOK, nam als gastdanser de hoofdrol van Prometheus voor zijn rekening. Agnetha Broos is doctoraatstudente van het Departement Communicatiewetenschap, en dansend lid van de productiegroep van Danscentrum Aike Raes. Annemie Verbaeten van de informaticadienst van UZ ook, en zij was solodanseres van PRO ME.
NIEUWS
NIEUWSFLITS
Hoe Vlaams is de Guldensporenslag?
Patiënten internetten vanop ziekbed
In het UZ Gasthuisberg in Leuven komen er eind april internetaansluitingen voor patiënten, zodat ze kunnen mailen en chatten met het thuisfront. (...) ‘Bedoeling is dat we eerst een aantal gemeenschappelijke ruimten van internetaansluitingen en computers voorzien. Daarna volgen wellicht de kamers in de meest recente vleugel en de isoleerkamers, waar patiënten voor langere tijd afgesloten worden van de buitenwereld’, zegt André De Deurwaerder, diensthoofd systeemgroepen van het UZ in Leuven. ‘Of de patiënt de kosten achteraf helemaal of gedeeltelijk kan recupereren van het ziekenfonds of de hospitalisatieverzekering, staat nog niet vast. In de beginfase is het sowieso gratis.’ In Nederlandse ziekenhuizen kunnen artsen al een tijdje bij het bed van de patiënt inloggen om zijn medisch dossier te consulteren. ‘Maar omdat een paswoord gemakkelijk te kraken is en we willen verhinderen dat medische gegevens te grabbel worden gegooid, zullen wij met twee aparte systemen werken, één voor patiënten en één voor dokters.’
vervolg van pagina 1 een beetje links laten liggen, omdat die inmiddels te veel ingekapseld was in de notie ‘België’. Vandaar allicht dat niét de Groeningepoort uitgroeide tot Vlaams symbool, maar wel de IJzertoren. “Het Vlaamse element in de Guldensporenslag is een vreemd iets. Het ging zeker niet om een opstand van wat we nu Vlaanderen noemen tegen de Franse verdrukker. Het ging veeleer om een toevallige coalitie, die vooral bezorgd was om het behoud van het status quo. Het oppergezag was trouwens in handen van Jan van Renesse, een Zeeuw. Het ging in essentie om een feodaal conflict, zeker niet om een nationale of nationalistische strijd. Verder was de Guldensporenslag niet veel meer dan een stadium in de grote Europese tegenstellingen tussen Frankrijk en Duitsland, en tussen Frankrijk en Engeland, die uiteindelijk tot de Honderdjarige Oorlog zou leiden. Dat was een véél belangrijker ontwikkeling dan wat er in Kortrijk gebeurde.”
Belang van Limburg, 3.4.2002
Democratisch?
foto: Rob Stevens
“De Guldensporenslag wordt ook nogal eens voorgesteld als een overwinning van de ‘democratie’, van de lagere sociale klassen. Daar klopt ook al niet veel van. De deelname van de ambachten aan het stadsbestuur was er sowieso toch gekomen - 1302 heeft één en ander hoogstens wat versneld. En het hangt er ook maar van af wat je onder democratisering verstaat. Het is zeker niet zo dat de klassieke machthebbers, de adel en de patriciërs, plots hun plaats afstonden.” “Daarmee willen we het belang van de Guldensporenslag toch ook niet minimaliseren. Het was eerst en vooral een relatief grote veldslag. Als je weet dat Gent in die tijd ongeveer 60.000 inwoners telde, en daarmee de grootste Europese stad was ten noorden van de Alpen, na Parijs, dan mag je van een grote slag spreken als beide partijen ongeveer 8.000 man onder de wapens hadden, met een licht numeriek overwicht voor de Vlamingen. Qua bewapening en ervaring waren de troepen van Filips IV de Schone echter véél sterker. Frankrijk had al sinds ongeveer honderd jaar geen enkele veldslag verloren. En dat lukte die ‘Vlaamse boeren’ nu dus wel. In die zin was de slag toch wel iets unieks.” “Lodewijk van Velthem, die een goeie tien jaar later een gezaghebbend verslag uitbracht over de Guldensporenslag, had het trouwens nogal moeilijk met die samenstelling van de Vlaamse strijdkrachten. Hij beklemtoonde het aandeel van de ridders, terwijl hij voor het nochtans veel relevantere voetvolk geen aandacht had. En daarmee was eigenlijk het begin gemaakt van het vertekend beeld over de Guldensporenslag. We zijn nog wel
Studenten: Onderscheid burgerlijk en industrieel ingenieur behouden
De Leuvense studenten burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur eisen dat bij de hervorming van het hoger onderwijs tot een bachelormastersysteem het bestaande onderscheid in de diploma’s tussen burgerlijk en bio-ingenieurs enerzijds en industrieel ingenieurs anderzijds behouden blijft. De studenten wijzen erop dat de universitair opgeleide burgerlijk en bio-ingenieurs bestemd zijn voor wetenschappelijke en beleidsgerichte functies, terwijl industrieel ingenieurs aan hogescholen eerder een operationele en projectgerichte vorming krijgen. Vervlakking van dit profiel bewijst de arbeidsmarkt geen dienst, menen de Leuvense studenten. Gevreesd wordt dat in de Angelsaksische titulatuur van het toekomstige bachelor-mastersysteem het onderscheid tussen beide diploma’s zal wegvallen. Om dit onderscheid te concretiseren, wordt terzake gepleit voor het gebruik van het woord ‘science’ en voor respectievelijk ‘master of engineering’ en ‘master of science in engineering’.
Jan Breydel en Pieter De Coninck, zoals ‘s Lands Glorie ze afbeeldt.
een eind verwijderd van de romantisering van Conscience en co., maar de basis was er.” “Er is in elk geval meer dan voldoende reden om de Guldensporenslag opnieuw te bestuderen. Er is niet alleen de 700ste verjaardag, maar de laatste grondige studie is intussen alweer behoorlijk gedateerd. Het werk van Verbruggen is zowat vijftig jaar oud, en het vorige standaardwerk, van Funck-Brentano, dateert nog uit de 19de eeuw. Daar is trouwens qua duiding iets niet mee in de haak. Funck-Brentano was een Franse Elzasser, die aanhechting bij Frankrijk beschouwde als een zegen. Hij vond het dus een negatieve ontwikkeling dat die rare Vlaamse boeren in de 14de eeuw al hun krachten verzameld hadden om dat juist niét te laten gebeuren. Als je vertrekt van zo’n ingesteldheid, draag je als historicus natuurlijk bij tot het in stand houden van de mythe. Wij willen die een beetje doorprikken.” • Colloquium ‘11 juli 1302 - Zevenhonderd jaar later’, 11 mei, Universitaire Campus Kulak. De teksten van het colloquium worden uitgegeven in het boek ‘Omtrent 1302’, onder redactie van P. Trio, D. Heirbaut en D. Van den Auweele, uitgeverij Universitaire Pers Leuven, intekenprijs 30 euro (tot 20 april). Informatie over het colloquium: www.kulak.ac.be/1302, informatie over het boek: t (016) 32 53 45 of www.upl.be.
Belga, 11.4.2002
Arenbergpark op snelheid
V.l.n.r.: Paul Trio, Dirk Van den Auweele en Dirk Heirbaut: “De Guldensporenslag wordt nogal eens voorgesteld als een overwinning van de lagere sociale klassen. Daar klopt niet veel van.”
Vandaag is er nog niets te zien op het toekomstig wetenschapspark Arenberg III, maar binnen het jaar is het eerste kantoorgebouw instapklaar. Dat stelt Guido Bammens, van de dienst onroerend patrimonium van de Leuvense universiteit. (...)Het park zal vooral universiteitsgebonden kantoren en bedrijven onderdak bieden. Guido Bammens (...): “Het zijn twee gebouwen van telkens vijfduizend vierkante meter kantoren. We beginnen met de bouw van een gebouw en pas als dat volloopt, start de bouw van het tweede. Volgend jaar, rond deze tijd, zal het eerste gebouw operationeel zijn.” Het wetenschapspark langs de Koning Boudewijnlaan is vijftien hectaren groot. De laan wordt grondig heraangelegd, met een tunnel en rotondes, om het park Arenberg vlot te ontsluiten. Het Nieuwsblad, 12.4.2002
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
3
NIEUWS Symptomen tellen of luisteren naar verhaal van de patiënt?
Vermoeidheidscentrum erkend Gert Gielen
Naar schatting 20.000 Belgen lijden aan het chronischevermoeidheidssydroom (CVS), dat wellicht één van de meest omstreden beschavingsziekten is. Tot nu toe tast de wetenschap in het duister over de oorzaak van de aandoening, en een diagnostische test is er al evenmin. Toch zette het Riziv onlangs het licht op groen voor het opstarten van speciale CVS-referentiecentra.
Anti-stressiva
foto: Rob Stevens
CK: Hoe ziet u CVS na al die jaren? Van Houdenhove: “We hebben het sterke vermoeden dat de klachten van CVSpatiënten gebaseerd zijn op een ontregeld stress-systeem, ten gevolge van langdurige lichamelijke of psychische overbelasting. Daardoor raken niet alleen diverse
stresshormonen uit balans, maar ook andere regelmechanismen zoals het slaapwaak ritme, de centrale pijnverwerking en het immuunsysteem.” “Sommige onderzoekers leggen de oorzaak van CVS vooral bij dit laatste systeem, maar het is waarschijnlijker dat het gaat om een complex samenspel van neuro-endocrino-immunologische verstoringen. Hoewel de precieze aard daarvan nog onopgehelderd is, worden tegenwoordig heel wat interessante onderzoekspistes gevolgd die tot een beter inzicht kunnen leiden in het neurobiologische substraat van CVS. Het is dan ook best mogelijk dat we in de toekomst over medicijnen beschikken die de ontregelingen bij CVS kunnen bijsturen, net zoals antidepressiva dat doen bij depressie. Misschien zou men deze medicijnen antistressiva kunnen noemen (grinnikt). Maar zover zijn we nog niet, en pillen zullen zeker niet alles oplossen, want vermoeidheid is net als pijn een buitengewoon complex en multifactorieel bepaald fenomeen. Ik denk daarom dat een brede kijk op de ziekte, die rekening houdt met zowel lichamelijke als psychosociale aspecten, de beste therapeutische handvatten biedt.” CK: Hoe probeert het nieuwe centrum CVS-patiënten te helpen? Van Houdenhove: “Alle referentiecentra zijn verplicht om de enige therapeutische benadering toe te passen die op dit moment evidence based is, namelijk cognitieve gedragstherapie en graded exercise training, een zeer geleidelijke opbouw van de fysieke conditie en belastbaarheid. De gedragstherapie helpt CVS-patiënten zelfwerkzaam te worden: dat houdt in dat ze, in plaats van passief te wachten op die
“Vermoeidheid is net als pijn een buitengewoon complex fenomeen. Een brede kijk op de ziekte, die rekening houdt met zowel lichamelijke als psychosociale aspecten, biedt de beste therapeutische handvatten. Pillen zullen zeker niet alles oplossen.”
4 CAMPUSKRAN T 18 . 4 .2002
wonderpil, zoveel mogelijk zelf vat proberen te krijgen op de klachten en de gevolgen daarvan voor het dagelijks leven.” “Concreet leren we de patiënten via gesprekken en ‘huiswerkopdrachten’ beter naar hun lichaam te luisteren, hun kwetsbare grenzen te respecteren, hun activiteiten te doseren, en op langere termijn hun levensstijl en levensdoelen op een realistische en pragmatiProfessor Boudewijn Van Houdenhove: dubbel sche wijze aan te passen.” gevoel bij oprichting van nieuw centrum CK: Waarin verschilde uw werk op de psychosomatische revalidatieafdeling van wat het nieuwe centrum doet? verandert niets aan het feit dat het statuut Van Houdenhove: “De therapeutische van CVS als ziekte nog altijd erg onduidebasisfilosofie is zeer gelijklopend, maar lijk is. Sommige wetenschappers wijzen op onze vroegere afdeling bekommerden bijvoorbeeld op de grote overlap tussen we ons speciaal om CVS-patiënten met CVS en andere ‘functionele somatische een traumatische levensgeschiedenis syndromen’, zoals fibromyalgie, multiernstige verwaarlozing of geweld in het pele chemische overgevoeligheid, prikouderlijk gezin bijvoorbeeld. De patiënkelbaredarmsyndroom, enzovoort. ten die we daar opnamen, waren meestal Anderen beweren dan weer dat CVS een fysiek erg geïnvalideerd, hadden belangverzamelterm is voor totaal verschillende rijke persoonlijkheidsstoornissen en aandoeningen. Zij vinden met name dat zaten verstrikt in allerlei bijkomende psy- chronische vermoeidheidsklachten die na chiatrische problemen. Zulke mensen kan een virusinfectie ontstaan, onderscheiden je alleen maar tot zelfwerkzaamheid moeten worden van vermoeidheid als bewegen binnen een holding gevolg van psychische problemen of environment, een therapeutische omgestress. En dan zijn er nog diegenen die ving waarin ze zich veilig voelen en volhouden dat echte CVS of ‘ME’ - myalvoortdurend gesteund weten.” gische encephalomyelitis - een neurologi“Natuurlijk tref je niet bij elke CVSsche ziekte is, misschien wel verwant met patiënt zulke zware geschiedenissen aan. MS. Zolang die babelse discussies niet Ik denk bijvoorbeeld aan het geval van de uitgewoed zijn, kun je in feite niet sprejonge moeder die maandenlang weinig ken van een algemeen erkende ziekte.” slaapt omdat ze een huilbaby heeft, in die CK: Ik veronderstel dat u alles samen toch periode een zware griep krijgt waar ze gelukkig bent met de huidige ontwikkelinslecht van herstelt, en op die manier uitgen? eindelijk in CVS belandt. Dat is het type Van Houdenhove: “Mijn gevoel is dubpatiënten dat we perfect kunnen helpen bel. Dankzij het Riziv-akkoord zijn er nu in een ambulante setting. Maar het valt te een aantal financiële zorgen van de baan, vrezen dat de eerstgenoemde groep tusen dat is hoe dan ook een hele opluchting. sen wal en schip zal vallen. Voor hen blijft Maar pas op, de vleespotten van Egypte er niets anders over dan de klassieke psyzijn niet gearriveerd: met het geld dat we chiatrie, hoewel we uit ervaring weten krijgen, kunnen we CVS-patiënten enkel dat dat meestal geen goede oplossing is. op het spoor zetten van zelfwerkzaamPsychiaters zien immers patiënten met heid en fysieke revalidatie, een meer lichamelijke klachten niet zo graag komen intensieve begeleiding zit er echt niet in. - euh, er zijn natuurlijk uitzonderingen Bovendien frustreert het ons dat we maar (lacht). Maar belangrijker nog is dat CVShonderd patiënten per jaar mogen behanpatiënten hun klachten door en door delen, terwijl we meerdere honderden lichamelijk beleven, en dus vinden dat ze aanvragen per jaar krijgen. Het spijtige niet in de psychiatrie thuishoren.” gevolg hiervan is dat ons huidige team moet worden gedownsized, om het in managerstermen te zeggen. En wat ons Een dubbel gevoel ook zorgen baart, is dat we door de RizivCK: Het bereikte akkoord met het Riziv overeenkomst in een bureaucratisch werd in de kranten aangekondigd als de keurslijf worden gedwongen. Om een ‘erkenning van CVS als ziekte’. Anderhalf voorbeeld te geven: we moeten nu heel jaar geleden plaatste u in een opiniestuk al nauwkeurig het aantal symptomen van de vraagtekens bij een dergelijke uitspraak. patiënt registreren. Ik hoop dat we met Van Houdenhove: “Het oprichten van die hele papierwinkel nog tijd over houreferentiecentra wijst er in ieder geval op den om naar het verhaal van de patiënt te dat het Riziv de klachten van CVSluisteren...” patiënten serieus neemt, en ook erkent dat ze aanleiding kunnen geven tot ern• Meer info: t(016) 33 88 75 of stige beperkingen in het functioneren. Dat is natuurlijk een goede zaak. Maar het www.rizivfgov.be
foto: Rob Stevens
CVS blijft een controversiële aandoening. De meeste patiëntenverenigingen verdedigen vol vuur dat CVS-lijders een ‘echte’ (lees: biologisch veroorzaakte) kwaal hebben, maar er zijn ook nonbelievers die de hele chronischevermoeidheidshype bestempelen als de ‘nieuwe hysterie’. Bij gebrek aan een diagnostische test wordt de diagnose voorlopig gesteld op basis van een cluster van klachten, waarvan de voornaamste zijn: aanhoudende minimaal zes maanden durende - fysieke en mentale vermoeidheid, slaapstoornissen, verspreide spierpijnen, en een gebrekkig herstel na inspanningen. Op 1 april werd een overeenkomst met het Riziv van kracht in verband met de terugbetaling van medische kosten en arbeidsongeschiktheid ten gevolge van CVS. Gelijktijdig werd in Leuven het eerste van vijf Belgische referentiecentra voor CVS geopend. We spraken met psychiater professor Boudewijn Van Houdenhove, die in het centrum mee instaat voor de psychologische screening en begeleiding van de patiënten. Voordien behandelde hij al honderden CVS-patiënten op de psychosomatische revalidatieafdeling van het UZ Pellenberg, die vorig jaar om financiële redenen werd opgeheven. Hij schreef ook twee boeken over de aandoening, Ziek zonder ziekte (1998) en Moe in tijden van stress (2001).
NIEUWS
Internationale conferentie Recht en Terrorisme
Overkoepelende definitie terrorisme nodig Gert Gielen
Het protest tegen het eenzijdige optreden van de VS in Afghanistan bleef al bij al beperkt. Maar in het perspectief van het internationale recht was zo’n actie ongezien en zou ze volgens professor Wouters wel eens grote gevolgen kunnen hebben. “De Amerikanen hebben de aanslagen van 11 september meteen gezien als oorlogsdaden en zijn een ‘war on terrorism’ begonnen. In die context heeft men ook de operatie in Afghanistan aangevat, oorspronkelijk met de bedoeling het terroristische Al-Qaeda-netwerk uit te schakelen, maar uiteindelijk leidde de operatie tot het omverwerpen van het Talibanregime. Dat allemaal onder het banier van zelfverdediging. Internationaalrechtelijk gezien is dat helemaal niet vanzelfsprekend. Het Handvest van de Verenigde Naties laat geen geweld tussen staten toe, tenzij daarvoor een uitdrukkelijke machtiging van de VN-Veiligheidsraad verkregen wordt - wat niet het geval was - óf wanneer dat gebeurt in het kader van het recht op zelfverdediging van een staat wanneer die is aangevallen, totdat de Veiligheidsraad de noodzakelijke maatregelen heeft genomen.” “De Verenigde Staten hebben wel een aantal blijken van solidariteit gezocht, én gekregen, maar in wezen hebben ze de VN buitenspel gezet om zelf de handen vrij te houden. En net dat unilaterale optreden zou een gevaarlijk precedent kunnen zijn in de internationale betrekkingen. Je ziet nu dat premier Sharon het Israëlische optreden op precies dezelfde manier verantwoordt, namelijk als zelfverdediging tegen terroristische netwerken. In december vorig jaar werd eenzelfde rechtvaardiging nog geopperd door India na de aanslag op het parlement daar.
Toen klonk het dat het om terroristische netwerken ging met vestigingen in Pakistan. Ook daar riskeer je dat het ene land een gewapende actie onderneemt tegen een ander land in het kader van de strijd tegen het terrorisme en zich daarbij perfect gewettigd voelt vanuit zijn zelfverdedigingsrecht.” Kleine broer Europa
“Een tweede zaak die we binnen dat luik van het internationaal recht behandelen is wat de Verenigde Naties doen in de strijd tegen terrorisme. Sinds begin jaren ’60 zijn er een twaalftal conventies opgesteld die telkens inspeelden op een opkomende vorm van terrorisme, zoals vliegtuigkapingen of aanslagen op diplomaten. Maar binnen de VN was men nooit in staat om een overkoepelende definitie van terrorisme te formuleren - enkel bepaalde technieken werden veroordeeld. Wat voor de ene terroristen zijn, zijn immers voor de andere vrijheidsstrijders. Nu is men echter in een stroomversnelling terechtgekomen en probeert men tot een globale antiterrorismeconventie te komen die in een overkoepelende definitie zal voorzien. Daarnaast tracht men een nieuw verdrag aan te nemen ter voorkoming van terroristische aanslagen met massavernietigingswapens. Er is met andere woorden behoefte aan een solider internationaal verdragsnetwerk om de strijd tegen het hedendaagse internationaal terrorisme aan te binden.” CK: Houdt het loslaten van die op technieken gebaseerde definitie ook geen gevaar in? Dan kun je alles als terrorisme beschouwen naargelang het je uitkomt. Wouters: “Ja, en daarom is er in Europa ook stilaan protest gerezen tegen de
obsessieve manier waarop de Amerikanen na 11 september zowat alles in het licht van de strijd tegen het internationale terrorisme zijn gaan zien. Maar de schok was daar zo groot, de beelden zijn zo op het netvlies van die natie gebrand, dat dit nog lang zal doorwerken. Het heeft een enorm mobiliserend en eenheidsscheppend effect gehad.” “Het grote gevaar is volgens mij dat men te weinig durft te kijken naar de onderliggende oorzaken, de dieperliggende rancunes en frustraties die de voedingsbodem zijn geweest voor die hele beweging die uiteindelijk tot de aanslagen heeft geleid. De Amerikanen willen dat blijkbaar niet doen, omdat ze zeggen dat niets deze schaal van terrorisme kan rechtvaardigen. In Europa is men meer geneigd om te gaan kijken naar de NoordZuid-problematiek, de frustraties die er zijn in grote stukken van de wereld - met de Amerikaanse oppermacht als symbool. Dat komt nu ook sterk aan de oppervlakte in het Midden-Oosten en ik denk dat de Amerikanen daar nú, meer dan vlak na de aanslagen, gevoelig voor worden, omdat het zo uit de hand loopt. Ze realiseren zich dat de Arabische partners voor niets meer in te spannen zijn - denk maar aan een mogelijke aanval op Irak - tenzij de VS zich engageren in dat Midden-Oosten.” CK: In die soms moeilijke verhouding tussen Europa en Amerika neemt het Verenigd Koninkrijk een speciale positie in. Wouters: “De Britten hebben inderdaad een bijzondere solidariteitsband met Amerika en dat vind ik niet slecht. Europa heeft soms de neiging om zich af te zetten tegen de Amerikanen, maar dan zonder een valabel alternatief te bieden, en dat lijkt me niet gezond. Men is geïrriteerd door de dominantie, het simplisme, de arrogantie van de Amerikanen, maar als het erop aankomt de hete kastanjes uit het vuur te halen, moet men toch toegeven dat Europa het nog niet alleen aankan. Europa zal tegen 2004 wel een Rapid Intervention Force van 60.000 eenheden op poten zetten om naar conflictgebieden te sturen, maar het is nog maar de vraag in hoeverre Europa politiek voldoende rijp is om op eigen kracht, buiten de Navo om, grootschalige en complexe operaties te beginnen. We zijn met vijftien, er gaan heel wat lidstaten bijkomen en op dit gebied geldt nog altijd de unanimiteitsregel.”
foto: Rob Stevens
Noord-Zuid-kloof
“Europa is geïrriteerd door de dominantie, het simplisme, de arrogantie van de Amerikanen, maar als het erop aankomt de hete kastanjes uit het vuur te halen, moet men toegeven dat Europa het alleen niet aankan.”
CK: Het unilaterale optreden van de VS baart u vooral zorgen omdat het de autoriteit van de VN ondergraaft? Wouters: “We zien telkens dat we niet zonder de Verenigde Naties kunnen, het is de instantie die zorgt voor de wereldwijde legitimatie van acties. Amerika treedt tegenwoordig wel meer eigengereid op. Ten tijde van Desert Storm in Irak heeft vader Bush nochtans keurig volgens de regels toestemming gevraagd, maar in Kosovo en ook in Afghanistan werd de Veiligheidsraad buitenspel gezet. Anderzijds beseffen de VS zeer goed dat zij bevriende landen niet te zeer van zich mogen vervreemden door unilateralistisch optreden, wat soms verrassende multilaterale initiatieven oplevert, zoals
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
foto: Rob Stevens
Op 7 en 8 mei organiseren de rechtsfaculteiten van de K.U.Leuven en van de Amerikaanse Northwestern University in het Europees Parlement de conferentie ‘Legal instruments in the fight against terrorism: a Transatlantic dialogue’. Europese en Amerikaanse rechtswetenschappers en beleidsmakers gaan het debat aan over juridische middelen in de strijd tegen het terrorisme. Er zal gediscussieerd worden over de politionele maatregelen die overal werden genomen na 11 september, de inperkingen van de mensenrechten daarbij en de gevolgen van de strijd tegen het terrorisme op het gebied van het internationaal recht. We spraken met één van de gastheren van de conferentie, professor Jan Wouters van het Instituut voor Internationaal Recht.
de recente resoluties van de Veiligheidsraad over het Midden-Oostenconflict.” CK: U noemt de kloof tussen Noord en Zuid de onderliggende voedingsbodem voor tegen het westen gericht massaterrorisme. Bewijzen de protectionistische maatregelen van de VS niet dat de regels van de zogenaamd vrije wereldhandel uiteindelijk bepaald worden door de rijke landen? Wouters: “De protectionistische staalmaatregel was een inconsistente beslissing onder druk van een sterke lobby, maar ik zie dat meer als een valse noot in een evolutie die net de andere richting opgaat. De zogenaamde Uruguay Round, waar de wereldhandel verder geliberaliseerd werd, werd nog gedomineerd door de Westerse industrielanden, maar het gewicht van ontwikkelingslanden in de Wereldhandelsorganisatie wordt steeds groter, en tijdens de Ministeriële Conferentie van Doha in november vorig jaar heeft men met het openen van de Doha Development Round een cruciale stap gezet naar een mutatie van het internationale handelssysteem. Het besef groeit dat we de ontwikkelingslanden enerzijds meer technische bijstand moeten bieden en anderzijds onze markten moeten openstellen voor hun producten. Dat is een proces waar ook de VS aan mee zullen moeten doen. Dat lijkt me trouwens een positief gevolg van 11 september, er is een nieuw soort wilskracht om verder te gaan. Men beseft dat ook de wereldhandel stabiliserend kan werken als zoveel mogelijk landen er volwaardig deel aan kunnen hebben.” CK: Moeten we niet vrezen voor een ‘clash of civilizations’, zoals Samuel Huntington die voorspeld heeft? Wouters: “Ik zou voorzichtig zijn met zulke uitspraken. Huntingtons analyse over mogelijke botsingen der beschavingen is weliswaar zeer belangrijk, maar je mag er niet blind voor zijn dat het in essentie vaak gaat om tegengestelde strategische belangen. Het Palestijnse conflict is uiteindelijk een strijd om grond, meer dan een botsing tussen culturen of godsdiensten. Wel moeten de recente gebeurtenissen ons aanzetten tot een grotere dialoog tussen wereldgodsdiensten en beschavingen en tot meer vooruitziend ingrijpen. Wie was er op de hoogte van het kruitvat in Afghanistan vóór 11 september? We moeten beseffen dat elk militair conflict een spill-over effect, een overloop-effect, kan hebben. Nu wordt onze aandacht pas gevestigd op reële problemen als ze uitbarsten.” • Info over de conferentie vindt u op de website van het Instituut voor Internationaal Recht, www.law.kuleuven.ac.be/iir/, waar u ook een ‘terrorism site’ met actuele literatuur kan raadplegen.
5
DOSSIER UZ
Minister Aelvoet antwoordt
“Ik ben niet pessimistisch.”
Slecht imago moet worden bijgestuurd
Gezocht: verpleegkundigen
Marcel Kerff Geneviève Ostyn
Verpleegkundigen: het aanbod wordt kleiner, de vraag wordt groter. En dat is niet alleen zo in de UZ Leuven, maar ook in alle andere ziekenhuizen in Vlaanderen en in haast heel de wereld. “Het is niet normaal dat een maatschappij niet in staat zou zijn zorg te bieden aan haar eigen patiënten”, aldus Rita Lagae, verpleegkundig directeur van de UZ Leuven. In het artikel hiernaast leest u de visie van de bevoegde minister, Magda Aelvoet.
Slecht imago?
Strijkatelier
Om meer mensen te laten kennismaken met wat het beroep inhoudt, worden onder meer open dagen, reanimatiecursussen voor jongeren, de week ‘Verpleegkunde in de Kijker’ en een jaarlijks congres georganiseerd. Naast een rekruteringsbeleid, voeren de UZ Leuven trouwens ook een actief behoudbeleid. Lagae: “Dat begint bij een goede selectie en een goed onthaal, en gaat verder met loopbaanbegeleiding en functioneringsgesprekken. En we proberen het personeel een aantal voordelen te bieden zoals samenaankoop, crèche, opvang van zieke kinderen, speelpleinwerking en een strijkatelier.” Bijkomende troef van de UZ Leuven is ook de kwaliteit van de opleiding: “Uniek is de samenwerking tussen het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap aan de universiteit, het Departement Verpleegkunde en Vroedkunde van de Katholieke Hogeschool en de Universitaire Ziekenhuizen. En dan is er nog het Bologna-akkoord, waardoor we aan 18-jarigen het perspectief kunnen bieden om een masters degree te halen.” “Hoe het nu verder moet? Wij doen alles wat binnen onze mogelijkheden ligt, maar de problemen in de gezondheidszorg - want die zijn er lang niet alleen wat het aantal verpleegkundigen betreft - kunnen wij niet alleen oplossen. Daarvoor is er een breder maatschappelijk debat en engagement nodig.”
Rita Lagae, verpleegkundig directeur van de UZ Leuven: “We moeten laten zien dat verpleegkunde een aantrekkelijk beroep is.”
foto: Rob Stevens
Welke oplossingen ziet Lagae voor het toenemende tekort aan verpleegkundigen? “Om het beroep aantrekkelijker te maken, werd de taak van de verpleegkundige stelselmatig uitgezuiverd. Zo neemt een aparte dienst het vervoer van patiënten naar onderzoeken voor zijn reke-
ning. Logistieke medewerkers voeren ondersteunende taken uit en wat de basiszorg betreft, wordt de verpleegkundige bijgestaan door verzorgenden. De verpleegkundige kan zich daardoor concentreren op zijn of haar kernopdacht.” Het aanwerven van buitenlandse verpleegkundigen kan volgens Lagae hooguit een tijdelijke, partiële oplossing vormen: “Dat blijkt uit ervaringen in het buitenland. Er komen heel wat moeilijkheden bij kijken: diploma’s die niet gelijkgesteld zijn, het ontbreken van verblijfs- en werkvergunningen, het taalprobleem - in een beroep waar goede communicatie heel erg belangrijk is -, en uiteraard ook de culturele verschillen zorg en ziekte zijn immers erg cultureel bepaald.” Een andere maatregel die vaak geopperd wordt, is het inschakelen van interimbureaus. Lagae: “Ook daarmee moeten we voorzichtig zijn. Per definitie kiezen interimkrachten die diensten en die periodes die overeenkomen met hun wensen, maar dat maakt het net moeilijk voor het eigen personeel. Het is dus nog zoeken naar een geschikte vorm van samenwerking.” De oplossing waar de directie verpleegkunde van de UZ Leuven het meest in gelooft, is het bijsturen van het imago van de verpleegkundigen. “We moeten laten zien dat verpleegkunde een aantrekkelijk beroep is, waarin je professioneel omgaat met patiënten in samenwerking met artsen en andere zorgverstrekkers, waarin je mensen bijstaat en perspectief geeft. Naast communicatieve en technische vaardigheden is er ook heel wat wetenschappelijke bagage nodig om je interventies op te baseren. Het is een beroep waarin je ook als persoon kunt groeien”.
6 CAMPUSKRAN T 18 . 4 .2002
foto: Rob Stevens
Hét probleem is dat er minder mensen zijn die verpleegkunde gaan studeren. In 1999 daalde de instroom in zowat heel Vlaanderen met 30 procent. Ondertussen wordt de vraag naar verpleegkundigen almaar groter. Om heel wat redenen. Lagae: “Recent werd de omkadering van gekwalificeerde verpleegkundigen in de verschillende sectoren van de gezondheidszorg opgetrokken, ook in de ziekenhuizen. Dat was en is ook nodig, onder meer omdat de zorgen zijn geïntensifieerd. Binnen de UZ Leuven werd bovendien een CAO afgesloten waardoor mensen vanaf een zekere leeftijd meer dagen vrij krijgen, en er zijn ook steeds meer mogelijkheden om bijvoorbeeld tijdskrediet of ouderschapsverlof op te nemen. Zulke maatregelen zijn goed voor het personeel, maar ze brengen vervangingen met zich mee. En dan heb je natuurlijk ook de mensen die met pensioen gaan, momenteel zo’n vijftig per jaar.” Specifiek voor de UZ Leuven is de groeiende categorie van verpleegkundigen die meewerken aan wetenschappelijk onderzoek, en van verpleegkundig specialisten, die instaan voor de ontwikkeling van de verpleegkunde: “Dat is een bewuste keuze van de UZ Leuven maar ze creëert tegelijk een spanning omdat deze verpleegkundigen slechts ten dele kunnen worden ingezet voor zorgtaken.”
Het tekort aan verpleegkundigen is het onderwerp van een colloquium dat het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschappen op 7 mei organiseert (zie ook artikel hiernaast). Eén van de sprekers is minister van volksgezondheid Magda Aelvoet. Zij is met plezier ingegaan op de uitnodiging, zegt de minister in een gesprek met Campuskrant, want het probleem ligt haar nauw aan het hart. “Het is inderdaad een bittere vaststelling dat het overal in Europa, en eigenlijk in alle geïndustrialiseerde landen, steeds moeilijker wordt om mensen aan te trekken voor het beroep van verpleegkundige of om ze in het beroep te houden. Ook bij ons wordt het alsmaar duidelijker dat we te maken zullen krijgen met een tekort. Vandaar dat wij, in het akkoord dat in maart 2000 met de ‘non profit’-sector is afgesloten, al een aantal maatregelen hebben genomen die specifiek gericht zijn op verpleegkundigen. Maatregelen die zowel de uitstap willen tegengaan als de instap bevorderen.” “Om de uitstap af te remmen, zijn we terechtgekomen bij een vrij originele piste. Vanaf hun 45ste kunnen verpleegkundigen kiezen uit twee formules. Ofwel minder werken voor hetzelfde loon, ofwel het oude aantal werkuren behouden, maar dan meer verdienen. Een financiële waardering dus voor wie na zijn of haar 45ste voltijds blijft werken. Deze maatregel is vorige zomer ingegaan en we zullen binnenkort weten of dit instrument aanslaat.” “Om meer jongeren warm te maken voor het beroep, hebben we vooral aan twee maatregelen gesleuteld. Aan de ene kant willen we de ‘Sociale Maribel’ inzetten: wie al één of ander zorgberoep had, krijgt de kans om het diploma van verpleegkundige te halen en ondertussen betaald te worden. Dat heeft ertoe geleid dat het aantal studenten niet meer daalt, vooral in de A2-opleiding.” “Daarnaast hebben we de interne mobiliteit willen stimuleren. We hebben naar nieuwe vormen gezocht om mensen met een A2-diploma de zogenaamde ‘gebrevetteerde’ verpleegkundigen - te laten doorstromen naar een A1-niveau. Voor veel mensen is dat echt een unieke kans: nogal eens werd voor een A2-opleiding gekozen om sociale redenen; nu krijgen deze mensen de mogelijkheid om door te stromen naar een hoger niveau.” vervolg op pagina hiernaast
vervolg van pagina hiernaast
Sociale ladder
“We moeten onszelf natuurlijk niets wijsmaken: dat jongeren moeilijker voor verpleegkunde kiezen, heeft veel te maken met het ‘imago’ dat aan het beroep kleeft. In feite moeten we een antwoord durven geven op de vraag welk soort werk wij maatschappelijk belangrijk vinden. Het is een trieste vaststelling dat zorgberoepen en ook bijvoorbeeld het onderwijs - minder hoog worden ingeschat op de maatschappelijke ladder. En dat is contraproductief voor iedereen - we worden allemaal oud en ook wel eens ziek. Een opwaardering is noodzakelijk - in ieders belang. Ik denk daarbij niet alleen aan de financiële kant, maar ook bijvoorbeeld aan soepelere uurregelingen. Verpleegkundigen moeten ook kunnen beschikken over het best mogelijke materiaal, dat het werk kan verlichten. Ik hoor nog te vaak van verpleegkundigen dat er bij investeringen weinig rekening met hun noden wordt gehouden.” “Nu, we moeten een en ander ook wel relativeren: het percentage jongeren dat
kiest voor de opleiding verpleegkunde, is hetzelfde als 25 jaar geleden - alleen is de groep in zijn geheel kleiner geworden. Er is dus wel degelijk een probleem, maar eigenlijk ben ik niet pessimistisch: ik denk dat we met de bekende slingerbeweging te maken hebben. Als we het beroep aantrekkelijker kunnen maken, zullen jongeren er wel degelijk voor kiezen! De universiteiten en de universitaire ziekenhuizen kunnen daarin ook een belangrijke rol spelen. Onder meer op het vlak van de kwalitatieve innovaties. De universitaire ziekenhuizen zijn het best uitgerust en kunnen de weg tonen naar een veraangenaming van het beroep. De associaties in het hoger onderwijs scheppen ook veel mogelijkheden om praktijkgerichte en meer theoretische opleidingen naar elkaar toe te laten groeien.”
foto: Rob Stevens
“Maar er is meer nodig: we moeten het beroep van verpleegkundige ook aantrekkelijk maken voor 18-jarigen die een keuze maken na hun middelbare opleiding. Daarvoor hebben we vorig jaar een informatiecampagne georganiseerd, waarover we maar gedeeltelijk tevreden kunnen zijn. De campagne liep via een internetsite, en we hebben vastgesteld dat de site heel veel is aangeklikt. Maar de effectieve instroom van 18jarigen is nauwelijks gestegen. We werken nu aan een nieuwe campagne, waarbij we vooral mikken op samenwerking tussen scholen voor verpleegkundigen en lokale ziekenhuizen. We hebben daarvoor gekozen omdat uit een enquête bleek dat jongeren het contact met lokale ziekenhuizen heel belangrijk vinden, en dat het een doorslaggevende factor kan zijn bij de uiteindelijke studiekeuze. De nieuwe campagne wil geïnteresseerde jongeren laten kennismaken met de school én met het werkterrein waar ze later zullen terechtkomen.”
Leuvense Dag van de Revalidatie
NIEUWS
Steeds meer patiënten hebben revalidatie nodig Gert Gielen
foto: Rob Stevens
Dat zegt dr. Carlotte Kiekens, organisator van het Leuvense luik van de dag van de Revalidatie, dat op 19 april plaatsheeft in het UZ Pellenberg. Daar worden mensen begeleid na een dwarslaesie, een amputatie, een polytrauma - dat zijn kwetsuren ter hoogte van verschillende ledematen - of een niet-aangeboren hersenletsel, zoals een beroerte of een hersentrauma. Daarnaast kunnen kinderen met hersenverlamming er terecht in het Multidisciplinair Spasticiteitscentrum, is er een programma voor revalidanten van het Multidisciplinair Pijncentrum en een ambulant programma voor patiënten met CVS (het chronischevermoeidheidssyndroom, zie ook artikel op pagina 4 - red.). Kiekens:: “Het eerste doel van revalidatie is een maximaal herstel. Als er geen of onvoldoende herstel optreedt, proberen we de patiënt zo optimaal en zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren met zijn beperkingen, opdat hij opnieuw zijn plaats in de maatschappij kan inne-
men. Dat doen we door hem hulpmiddelen te geven, praktische zaken aan te leren - zoals autorijden, een herscholing te laten volgen, zo nodig advies te geven bij woningaanpassing enzovoort.” “We gaan met de patiënten ook regelmatig naar buiten, bijvoorbeeld boodschappen doen in de stad of in een supermarkt. Hier in het centrum zitten ze tussen hun lotgenoten, en de confrontatie met de ‘valide’ samenleving kan moeilijk zijn. Daarom ook proberen we de revalidant zo snel mogelijk de weekends thuis te laten doorbrengen, zodat hij in zijn eigen omgeving zijn concrete beperkingen ondervindt en daar dan specifiek aan kan werken. Helaas levert die werkwijze soms problemen op omdat we qua bedbezetting bepaalde quota moeten halen - het financieringssysteem is niet altijd even goed afgestemd op revalidatie...” “We proberen de revalidanten ook vrij snel aan sportactiviteiten te laten deelnemen. Daarvoor werken we samen met het Centrum voor Aangepast Sporten en de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie. Sport bevordert de sociale integratie, en uit onderzoek blijkt ook dat een goede fysieke conditie heel belangrijk is voor revalidatiepatiënten. Ten eerste omdat bij de meeste patiënten het risico op cardiovasculaire aandoeningen verhoogd is en ten tweede omdat sport de zelfredzaamheid aanzienlijk verbetert. Iemand die aan rolstoelsport doet, zal van die verworven behendigheid ook in zijn dagelijkse activiteiten de vruchten plukken.” “We werken met een multidisciplinair team aan een individueel revalidatieprogramma. Daarbij is de revalidant zelf een actieve deelnemer. We proberen de doelstellingen van het hele team én van
de patiënt op elkaar af te stemmen. Het heeft bijvoorbeeld geen zin als de ergotherapeut de patiënt leert om zich zelf te wassen als hij vervolgens op de verpleegafdeling of tijdens het weekend thuis gewassen wordt. Daarom wordt er veel overlegd, ook met de familie.” Pijnpunt
Tijdens de dag van de Revalidatie is ook een debat gepland met onder meer vertegenwoordigers van het Ministerie van Sociale Zaken, het Riziv en een patiëntenvereniging, om het pijnpunt van de financiering onder de aandacht te brengen. Kiekens: “Momenteel worden vrijwel alle centra op dezelfde - onafdoende manier gefinancierd, ongeacht het type of de ernst van de pathologie die ze behandelen. Terwijl bepaalde complexe revalidatieproblemen meer arbeidsintensief zijn en een duurdere infrastructuur vereisen. Het zou daarnaast ook logischer zijn om die patiëntenpopulaties te centraliseren in een aantal specifieke centra. De Nationale Federatie van Locomotorische en Neurologische Revalidatiecentra ijvert ook voor een netwerk tussen die specifieke centra en een aantal polyvalente centra - waarbij die laatste dan ook de middelen zouden moeten krijgen om bepaalde
revalidanten in een tweede, vaak ambulante fase verder de nodige zorg en therapie te bieden.” “Sowieso moeten er meer middelen komen. Nog steeds gaat slechts een zeer beperkt deel van het budget van het Riziv naar patiënten met locomotorische en neurologische aandoeningen terwijl het aantal patiënten en hun noden voortdurend toenemen. Dankij de vooruitgang van de geneeskunde stijgt de overlevingskans bij zware neurologische en andere aandoeningen, en bij ongevallen, maar dat betekent ook dat we met zwaardere restletsels worden geconfronteerd. Ook de vergrijzing zorgt voor een toename van het aantal patiënten dat revalidatie nodig heeft. Daar komt nog bij dat ziekenhuizen de laatste jaren de ligduur aanzienlijk hebben beperkt en hun patiënten sneller naar ons verwijzen. Ook daardoor nemen de zorgzwaarte en de therapienoden aanzienlijk toe.” • Leuvense Dag van de Revalidatie, 19 april, 14-18u, UZ Pellenberg. Info:
[email protected].
foto: Rob Stevens
“Patiënten met zware neurologische aandoeningen blijven steeds vaker in leven, door de vergrijzing neemt het aantal beroertes toe en dankzij veiligere auto’s en betere urgentiegeneeskunde overleven ook hoe langer hoe meer mensen een zwaar verkeersongeval vaak met blijvende zware letsels. Die mensen levenskwaliteit bieden wordt een steeds grotere - en duurdere - uitdaging.”
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
7
Eerste symposium LVSO
Duwtje in de rug van studenten-onderzoekers Karla Venken heid om in de vakantie een maand lang een posterpresentatie - zoals gebruikelijk onderzoek te doen, vanaf de derde kandibij medische congressen: met de tekst en datuur kan je dat verderzetten in de loop figuren op posterformaat kunnen bezoekers op eigen tempo abstracts van lopende van het academiejaar. Je studies op die manier combineren met onderzoek vraagt onderzoeken lezen. Zes onderzoekers die inzet maar geeft ook veel voldoening. door een jury van Leuvense professoren Maar het semestersysteem maakt het duivooraf waren geselecteerd, mochten hun delijk minder combineerbaar, hebben wij werk ook mondeling toelichten.” ook verderhelpen.” An Coosemans: “In maart vorig jaar ook zelf ondervonden. Je moet je omwille Na de presentaties kon het publiek namen we met enkele studenten geneesvan examens in januari én juni bijna contielektronisch stemmen, en samen met de kunde deel aan een congres van en voor Posters nu op de cursussen concentreren. We wiljury meer dan duizend euro aan prijzen studenten-onderzoekers in Nederland. Op langere termijn wordt gehoopt op We waren echt wel onder de indruk van networking met andere faculteiten en uni- toekennen. De prijs voor de beste monde- len daaraan verhelpen, en in samenspraak met de faculteit en de universiteit een forhun enthousiasme, en van de goede versiteiten, maar voorlopig is LSVO vooral linge presentatie ging naar Peter Witters, mule vinden waardoor het onderzoek omkadering die ze van hun universiteiten spreekbuis van de medische studenten en die het had over ‘De functionele rol van beter kan worden ingepast in het semesICOSL-ICOS interactie bij effector T-celkrijgen. Dat willen we hier in Vlaanderen pleitbezorger van een beter statuut voor tersysteem.” ook zien gebeuren. We hebben de vereni- de Leuvense student-onderzoeker. De ver- len en anerge T-cellen’. De beste poster• www.kuleuven.ac.be/LVSO presentatie was van Annelies Schurmans ging opgericht om het wetenschappelijk eniging kreeg meteen de steun van de en Geert Vogels, en handelde over onderzoek ruimer bekend te maken onder faculteit en ook professor Bouillon, coörde studenten, en om een brug te vormen dinator onderzoeksbeleid van de universi- ‘Modulatie van encoding en retrieval net(v.l.n.r.) Tom Theys, An Coosemans, Camiel werk door verschillende stimulus types’. Boon, Pieter Vermeersch, Lieven Van der Veken tussen professoren en studenten. De verteit, heeft oren naar hun vragen. Op het Nu wordt het eniging staat nog in haar kinderschoenen, eerste symposium van de LVSO kwam hij en Gabriëlle Speijer, het bestuur van LVSO. even concentreen de medewerkers zijn allemaal studende mogelijkheden inzake voortgezet ren op de exaten geneeskunde: we richten ons nu dus onderzoek toelichten. mens, maar in de in de eerste plaats tot de studenten van Coosemans: “We hadden meer dan vakantie nemen onze faculteit. Maar alle studenten met honderd bezoekers op ons 1st Medical interesse voor wetenschappelijk onderStudent Research Symposium, op 27 maart. de studenten van LVSO de lobbyzoek kunnen bij ons terecht voor informa- Bedoeling was om bekendheid te geven draad weer op. tie over het statuut van student-onderzoe- aan onze vereniging, én aan onderzoek ker, of om studenten-onderzoekers naar van studenten. We hadden het dus ook als Wat zeker op de hun ervaringen te vragen - je vindt een een medisch congres opgevat: via affiches agenda staat, is de weerslag van het adressenlijst op onze website. Studenten in Gasthuisberg en medische faculteiten semestersysteem: die al onderzoek doen en meer willen van andere universiteiten, vroegen we “In onze faculteit weten over wetenschappelijke beurzen, de studenten ons een abstract van hun krijg je na de richting prespecialisatie onderzoek, de onderzoek te bezorgen. De twaalf inzentweede kandidamogelijkheid van een doctoraat tijdens ders kregen tijdens het symposium de tuur de mogelijkeen specialisatie enzovoorts, kunnen we gelegenheid om dat voor te stellen met Midden vorig jaar riepen enkele geneeskundestudenten de Leuvense Vereniging Studenten-Onderzoekers in het leven. LVSO wil de belangen behartigen van de studenten geneeskunde, biomedische wetenschappen en tandheelkunde die onderzoek doen tijdens hun opleiding. Witte raven, die studenten-onderzoekers, en dat geldt vreemd genoeg voor zowat alle Vlaamse universiteiten. Niet zo bij onze noorderburen, waar LVSO de mosterd haalde.
8 CAMPUSKRAN T 18 . 4 .2002
foto: Hugo Coosemans
advertentie
NIEUWS
Tentoonstelling in lichtgewicht-wereldprimeur
Ski’s, stoelen en strijkijzers Kristien Vermoesen
Verslik u niet in uw geprepareerde boterhammetjes met kaas wanneer het logo van de K.U.Leuven u bij de jaarlijkse exodus naar het zuiden blijft achtervolgen. Het is waarschijnlijk gewoon de trailer van ‘Composites-on-Tour’, die vanaf juni met zijn mobiele tentoonstelling over composieten de parkings langs de ‘autoroutes du soleil’ aandoet. Met hun tentoonstelling willen de organisatoren van Composites-on-Tour het grote publiek de wondere wereld van de composieten laten ontdekken. “Mensen beseffen het niet altijd, maar een boel dingen die we dagelijks gebruiken zijn composieten,” vertelt professor Ignace Verpoest (Departement MTM), die aan de basis van dit initiatief ligt. “Tennisrackets, boormachines, of het handvat van je strijkijzer bijvoorbeeld. Daar duw je al eens op om die laatste kreuk uit je broek te krijgen, dus dat moet sterk zijn. Als je gewoon plastic zou gebruiken, zou dat handvat veel dikker moeten zijn. Nu stopt men er vezels in.” “Het principe is zo oud als de Egyptenaren: zij mengden al strovezels bij klei om sterkere bakstenen te krijgen. Tegenwoordig gebruikt men meer hi-tech materialen: men mengt koolstofvezel of glasvezel met allerlei soorten plastic, de zogenaamde ‘matrix’, en verkrijgt zo kunststoffen die even sterk zijn als staal.” “Het probleem is dat ingenieurs die producten ontwikkelen, niet vertrouwd zijn met dit materiaal. Composieten vereisen een andere manier van produceren. Als je een auto maakt uit staal, dan vertrek je van een staalplaat en je perst die. Bij een auto uit composiet neem je een stuk textiel uit glasvezel of koolstofvezel, legt dat in een vorm, giet daar kunststof over, laat het uitharden en klaar. Die materialen hebben totaal andere eigenschappen. Als je met een stalen auto botst, wordt de carrosserie vervormd. Een auto uit composiet zal op een andere manier energie opnemen. Nog iets: een aluminium plaat bijvoorbeeld heeft dezelfde eigenschappen in alle richtingen. Een composiet kan je in één richting vijf keer sterker maken als in een andere richting. Bij ski’s wordt dat gebruikt. Die buigen door in de lengte, maar niet in de breedte: je kan ze niet torderen. Dat zijn allemaal aspecten waar ontwerpers mee moeten leren werken.” “De K.U.Leuven organiseert trouwens een masterprogramma over polymeren en composieten, er zijn regelmatig congressen,... Herman Lemmens en Yves Van den Wyagaert, de assistenten van professor Verpoest die aan dit project werken, zijn net terug van een composieten-beurs in Parijs: “De hele wereld komt daar samen, er waren zeker 20.000 bezoekers.”
levend uitkomen. Tja, misschien was dat materiaal dan toch nog niet zo slecht, vonden ze.” Hoe zit dat dan bij dat botsen? “Neem nu een blikje: als je dat samendrukt, dan vervormt dat slechts op een paar plaatsen. Dat betekent dat het alleen op die plaatsen energie opneemt. Bij composiet absorbeert elk vezeltje een klein stukje energie. En alles samen is dat veel meer dan bij staal. Je ziet nu al dat veel bumpers in composiet gemaakt worden. Het stuk achter de bumper waar de koplampen en de radiator inzitten, is in bijna alle auto’s van composiet. En er zijn al een paar auto’s waarvan de carrosserie bijna volledig uit composiet bestaat. De Renault Espace bijvoorbeeld, of de nieuwe Mini. Dat kan je voelen als je je hand op de carrosserie legt: een stalen carrosserie voelt koud aan, een composiet heeft minder warmtegeleiding. Composiet is competitief, maar alleen bij kleinere reeksen. Als je meer dan 100.000 auto’s per jaar produceert, is staal goedkoper. Composiet zelf is duurder, maar de productiemethode is goedkoper: je hebt niet die gigantische matrijzen nodig om het staal te persen. En het gaat langer mee, een composietauto roest niet.” En hoe zit het met de impact op het milieu? “Er bestaan natuurlijke plastics die je nadien kan hergebruiken, als meststof bijvoorbeeld, zodat de kringloop gesloten wordt. Maar ook bepaalde synthetische composieten zijn volledig recycleerbaar. In principe zijn de matrix en de vezels twee verschillende stoffen. Bij het recycleren zorgt dat al eens voor problemen. Nu hebben ze bij polypropyleen, een plastic, de moleculen zo georiënteerd dat het vezels worden. Ze weven die in een textiel en persen die warm, waardoor een deel van de vezels smelt en zo de matrix wordt rond de andere vezels. Bij het recycleren smelten ze gewoon het materiaal in kleine korreltjes die je opnieuw kan gebruiken. Maar het milieuprobleem gaat verder dan recyclage. Het gaat ook over hoeveel energie je verbruikt bij de aanmaak en het gebruik van een materiaal. Een stalen vrachtwagen weegt 30 percent meer dan een composieten oplegger, en verbruikt dus bij elke kilometer zoveel meer. Dat moet je ook in rekening brengen.”
van composieten het concept fiets volledig is gaan herdenken. Het project, waarvoor de K.U.Leuven samenwerkt met verschillende organisaties en buitenlandse universiteiten, kon rekenen op de steun van de Europese Gemeenschap. In ruil daarvoor belooft de mobiele tentoonstelling de Europese reiziger degelijk te informeren over het hoe, wat, waar en waarom, en dat op een interactieve manier. Yves Van den Wyagaert: “Mensen kunnen bijvoorbeeld zelf een composiet bouwen. De matrix wordt voorgesteld door een soort legoblokjes, de vezels door een soepele staaf die met velcro belegd is. Bezoekers zullen ook aan den lijve het verschil kunnen voelen tussen een composieten velg, die zo’n 14 kg weegt, en een aluminium velg van dezelfde grootte, rond de 32 kg: we hebben een soort fitnessmachine gebouwd waaraan je die velgen kan optrekken.” De tentoonstelling heeft plaats in een trailer die volledig uit composieten gemaakt is door Composittrailer, een bedrijf uit Lokeren. Een wereldprimeur, hebben we ons laten vertellen.
Fitness Botsing
Meer moeite kost het om het grote publiek te overtuigen. “Onlangs liep ik op een beurs van vrachtwagens en trailers in Kortrijk. Naast mij waren een paar truckers tegen elkaar bezig: ‘Een trailer in plastic, dat kàn toch niet stevig zijn’. Ik mengde mij in het gesprek en vertelde dat Formule-1wagens uit hetzelfde materiaal gemaakt worden, dat die piloten daar 300 km per uur mee rijden en dat ze, als ze botsen, er
“We werken hier al twintig jaar op composieten, en ik liep al lang met de gedachte om daarrond iets te doen voor een breed publiek. Uiteindelijk is het dit geworden: een rondreizende tentoonstelling, en daarnaast een designwedstrijd en een tentoonstelling over de rol van composieten in de evolutie van design. Daar staan een paar iconen tussen, zoals de stoel van Charles en Ray Eames. Of een paar prachtige fietsen die aantonen hoe men door het ontstaan
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
9
Europese toernee De mobiele tentoonstelling vertrekt in juni, tijdens de European Conference of Composite Materials in Brugge, voor een rondreis door Europa, om halt te houden op parkeerplaatsen en toeristische trekpleisters langs de snelwegen. De toernee gaat via Nederland, Duitsland en Denemarken naar Zweden, doorkruist vervolgens Groot-Brittannië en reist dan via Frankrijk, Zwitserland, Italië, Spanje en Portugal naar eindbestemming Salamanca, de andere Culturele hoofdstad van Europa 2002. Van september tot oktober is Composites-on-Tour te gast in verschillende Europese wetenschapsmusea. www.compositesontour.be
Formule-1-wagens, waar piloten 300 km per uur mee rijden en waar ze, als ze botsen, levend uitkomen, zijn uit composiet gemaakt. Maar ook fietsen, designmeubelen en helmen.
CULTUUR Titularis Leerstoel Nieuwe Muziek Louis Andriessen:
“Ik maak geen pingpongmuziek” Gert Gielen Sinds 1992 heeft Leuven een leerstoel Nieuwe Muziek. Na het plotse overlijden in 1993 van de eerste titularis, Karel Goeyvaerts, werd de leerstoel achtereenvolgens ingenomen door Henri Pousseur en Michael Finnissy. Sinds 1999 geldt de benoeming nog slechts voor twee jaar, zodat de studenten tijdens hun opleiding de kans krijgen om bij ten minste twee componisten les te volgen. Dit en volgend academiejaar is het de beurt aan een van de belangrijkste Nederlandse componisten, Louis Andriessen (1939), die vooral door zijn projecten met cineast Peter Greenaway ook bij een breder publiek bekendheid geniet. tekst over het onderwerp, die van Lao Tse. Het derde deel heet trouwens ook Tao. Het laatste deel vind ik zelf illustratief voor de manier waarop ik muziek maak. Ik ben namelijk niet zo’n nieuwe-muziekcomponist, ik maak geen pingpongmuziek. In dat deel dus, Dancing on the Box, hoor je een soort duivels orkest en daarin brult aan het slot een kinderkoortje heel vrolijk over wat er gebeurt met je lichaam als je sterft, inclusief de mededeling ‘je niet meer piest, je niet meer poept’. Dat is een vertaling van een tekst die ik vond in een encyclopedie, door een negenjarig jongetje aan een leeftijdgenootje verteld.”
is bijvoorbeeld duidelijk aanwezig bij de beweging. En doordat die dwarsverbincomponisten waar Anne Teresa de dingen werden gelegd, klinkt die muziek Keersmaeker zich mee omringt. Verder ook anders. Je hebt in Nederland bijvoorheb je natuurlijk het Ictus Ensemble en beeld heel wat componisten van nieuwe muziek die tegelijk even goede jazzmusici vroeger al de maximalist music van Wim Mertens.” zijn. Die hoge en lage cultuur zijn met “Er is trouwens één domein waarin je elkaar in contact gekomen in de jaren ’60. Dat komt ook tot uiting in het gebruik van helaas ook in Nederland niets van dat instrumenten, de scheiding tussen vulgai- grensoverschrijdende vindt, en dat is het zingen. Dat is een ernstig achtergebleven re en deftige instrumenten vervaagt. Nu Vulgair gebied waar nog strenge apartheid heerst. CK: Uw vroegere werken werden expliciet kunnen in Nederland ordinaire instruJe hebt operazangers, cabaretzangers, popmenten als saxofoons, gitaren en basgitapolitiek genoemd. Andriessen: “Ja, maar ik vond toen ook al ren heel goed moeilijke muziek spelen. En zangers, jazz-zangers enzovoort en die in diezelfde ensembles vind je ook deftige hebben totaal geen contact, ze luisteren dat politiek niet over de noten gaat, wel niet naar elkaar en leren niet van elkaar. violen, die ook mogen kraken en piepen over de organisatie, bijvoorbeeld van Mijn eigen muziek gaat daar dwars dooren lekker gemeen doen!” ensembles. In de jaren ’60 zijn wij heel heen. Ik wil cabaret- en popzangers kunactief bezig geweest met het oprichten van CK: Ziet u dezelfde muzikale evoluties ook nen gebruiken voor mijn noten en ik proin België? nieuwe ensembles en het creëren van beer dan ook de laatste jaren door wat ik nieuwe mogelijkheden voor musici. En ik Andriessen: “Tot op zekere hoogte wel. schrijf bij te dragen aan het doorbreken Ik ben natuurlijk minder vertrouwd met mag wel zeggen dat dat tot resultaten de situatie hier, maar dat ‘crossing borders’ van de grenzen tussen zangstijlen.” heeft geleid. Er zijn in Nederland wel twintig of dertig ensembles voor nieuwe muziek, zodat die muziek niet langer een Nieuwe Reeks exotisch vogeltje is. Ik geloof dat dat in de Aan Nieuwe Muziek geen gebrek in Leuven. Liefhebbers hebben ongetwijfeld al de omringende landen nog veel meer het weg gevonden naar het Hogenheuvelcollege, waar de concerten van De Nieuwe geval is dan in Nederland, of althans in Reeks plaatsvinden. Dat is een concertcyclus actuele muziek, georganiseerd door stuAmsterdam.” denten musicologie en uitgevoerd door het veelbelovende ensemble Het Collectief. “Dat heeft er ook mee te maken - en Onder meer Schönberg, Cage en Xenakis passeerden al de revue. Het laatste concert ook dat is anders dan in andere landen van deze tweede editie van de Nieuwe Reeks belooft werk van Bartók, Kurtág, Eötvös dat men in Nederland heel erg ging en Tihanyi, en vindt plaats op dinsdag 7 mei om 20u30 (inleiding 19u45). samenwerken met jazz- en popmuzikan• Info en reserveren via (t) 016 20 08 15 of
[email protected] ten. Dat was plots allemaal één bonte
Dag van het boek in Leuven
Klapstuk Bel: The show must go on
In Jérôme Bels nieuwe productie The show must go on staan er op de scène een twintigtal jonge mensen die weinig meer lijken te doen dan dansen, daartoe aangevuurd door een dj. Jérôme Bel: “Ik heb geen decor of kostuums nodig, maar wel mensen. Hoe meer er op de scène staan, hoe beter. Ik kijk graag naar hen. Al deden ze niets gedurende een hele voorstelling, dat zou me niet storen.” Na de voorstelling van vrijdag 26 april kan u een gesprek bijwonen tussen Jérôme Bel en Alain Platel. • 25 en 26 april, 20u30, STUK, Soetezaal Marthaler: Patriotischer Abend, en Klangstafette
Klapstuk haalt begin mei de Zwitser Christoph Marthaler naar Leuven. In 1993 maakte hij voor de Duitse Volksbühne am Rosa LuxemburgPlatz de hilarische voorstelling Murx den Europäer! Murx ihn!
foto: Rob Stevens
CK: Hoe hebt u uw colleges ingevuld? Andriessen: “Ik zit hier blijkbaar omdat ik componist ben, dus geef ik ook les over mijn eigen muziek en de muziek die daar bijkomt. Dat doe ik niet op een schoolse, technische manier, ik heb het nadrukkelijk ook over de disciplines rondom de stukken die ik gemaakt heb. In eerste instantie is dat theater, maar ook beeldende kunst. Die twee gaan zelfs samen in de tweede grote opera die ik gemaakt heb met Peter Greenaway, Writing to Vermeer, waar mijn eerste colleges over gingen. Ik heb het dan ook over de 17de eeuw als historische periode: de revolutie in de Noordelijke Nederlanden, waarbij de Spanjaarden eruit geknikkerd werden. Op dezelfde manier zal mijn eigen nieuwe stuk volgend jaar een aanleiding zijn om het over het Italiaanse futurisme en het symbolisme te hebben. Ik vind dat kunst een beetje royaal, in breed verband behandeld moet worden.” “Dat nieuwe stuk zal ook verwijzen naar Agon, een werk uit 1957 van Stravinsky. Zijn muziek is intussen zo klassiek als Beethoven, maar eigenlijk veel beter. Ik ben helemaal niet zo’n fan van wat men gewoonlijk klassieke muziek noemt. Wat me vooral intrigeert is de dubbelzinnige houding die Stravinsky in die periode aanneemt tegenover het modernisme.” “Een derde luik dat ik dit jaar behandel, is een groot stuk dat ik in de jaren negentig gemaakt heb, Trilogie van de Laatste Dag. Dat gaat over de dood en daarvoor gebruik ik allerlei literaire teksten, onder andere de oudste poëtische
“Zingen is een ernstig achtergebleven gebied waar nog strenge apartheid heerst. Operazangers, cabaretzangers, popzangers, jazzzangers enzovoort luisteren niet naar elkaar en leren niet van elkaar. Mijn eigen muziek gaat daar dwars doorheen.”
Murx ihn! Murx ihn! Murx ihn ab! Ein patriotischer Abend. Marthalers wereld op de scène is een wachtzaal waarin de klok is stilgevallen, elf mannen en vrouwen zitten er roerloos aan tafel. Er is Nederlandse boventiteling, Alain Platel praat na de voorstelling van vrijdag 3 mei met de auteur van dit intussen tot een klassieker uitgegroeide stuk. Klapstuk vond nog meer inspiratie bij Christoph Marthaler, en voert op dezelfde dagen als de voorstelling ‘s mans idee van een Klangstafette uit. Vijftig muzikanten geven één na één als in een echte estafette een muzikale monoloog aan elkaar door. Zo ontstaat een fascinerende ketting van muziek die zich doorheen de stad verplaatst en de stad als het ware inneemt. Niet te missen, en gratis bovendien.
10 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2
Extra UUR KULtUUR
Tijdens de Internationale Dag van het Boek, op dinsdag 23 april, kunt u een extra UUR KULtUUR bijwonen. Johan Van Cauwenberge heeft dan, tijdens de boekenverkoop van de universiteitsbibliotheek, een gesprek met vier boekenverzamelaars: Henri Godts, Bernard de Coen, prof. Vandeplas en Elias Leytens (zie interviews op achterpagina). Het geheel wordt opgeluisterd door het duo Traces (contrabas & saxen). 13-14u, Universiteitshal, Museumzaal, Naamsestraat 22 (i.s.m. VVV Leuven, Llibre23 en Cultuurcentrum Leuven) • Murx den Europäer, 3 en 4 mei, 20u, Brabanthal • Klangstafette, 3 en 4 mei, 15u, vertrek aan STUK
Info en tickets: STUK, Naamsestraat 96, (t) 016 32 03 20,
[email protected], www.stuk.be
Verdere programma Dag van het boek
• 9-17u30, Boekenverkoop van de Universiteitsbibliotheek, Universiteitshal, Museumzaal, Naamsestraat 22 • 16-21u45, Boekenverkoop Llibre23, Openbare Bibliotheek Tweebronnen, Diestsestraat 49 • 20u: Toscane: la dolce vita, Patrick Lateur brengt een literaire ontdekkingsreis, Openbare Bibliotheek Tweebronnen, Diestsestraat 49 • I.s.m. K.U.Leuven, VVV Leuven, Llibre23, Cultuurcentrum Leuven, Openbare Bibliotheek Tweebronnen. Info: Cultuurcoördinatie K.U.Leuven, (t) 016 32 03 41 of VVVLeuven, (t) 016 22 70 99.
NIEUWS KORT
Toeristische wetenschap in beweging Jeroen Bryon “Onze historische steden vormen al jaren hét uithangbord van toeristisch Vlaanderen. Ze trekken jaarlijks miljoenen bezoekers aan. Toerisme van dergelijke omvang is verantwoordelijk voor belangrijke sociale, economische en culturele veranderingen in die steden. Omdat slechts een beperkt aantal Vlaamse onderzoekers met dit onderwerp bezig is, werd het hoog tijd dat we het debat op een hoger, internationaler niveau tilden.”
Dat zegt professor Myriam Jansen-Verbeke van het Instituut voor Sociale en Economische Geografie. Zij was voorzitter van het driedaagse congres The Tourist Historic City: sharing culture for the future, dat in maart plaats had in het hartje van de Brugse binnenstad. Tijdens dat congres, een initiatief van de K.U.Leuven en Toerisme Vlaanderen, bogen tweehonderd wetenschappers en praktijkmensen, afkomstig uit meer dan dertig landen, zich over de conflicten tussen lokale bewoners en (inter)nationale overheden in werelderfgoedsites, de weinig onderzochte link tussen toerisme en mobiliteit, de zin en onzin van evenementen, marketing en management van steden en nieuwe theoretische inzichten en innoverende
methoden en technieken in het toeristisch wetenschappelijk onderzoek. “Tijdens de vele lezingen kwam het multidisciplinaire karakter van ons onderzoek duidelijk naar voren,” aldus JansenVerbeke. “Geografen, planners, sociologen, antropologen, economisten, ingenieurs, architecten en zovele anderen, ze lijken elkaar te vinden in de toeristische wetenschap. Maar we waren het er roerend over eens dat we moeten evolueren van multidisciplinariteit naar interdisciplinariteit. Iedere ‘traditionele’ onderzoekstak werkt nog teveel op zichzelf. Dat moet anders.” “Verder bleek dat het toeristisch onderzoek nood heeft aan definiëring, conceptualisering en
foto: Jeroen Bryon
Inschrijven Trip Trap Eén dezer dagen ligt de uitnodiging voor het personeelsfeest op ieders bureau. Vanaf volgende week woensdag kan u zich dan inschrijven via internet voor een recreatief namiddagje sport en spel, kindervertier, een lekker avondmaal en veel muziek. Om de dag knallend af te sluiten, zorgt Marc Pinte van Radio Donna voor de nodige ambiance tot in de vroege uurtjes. Let op! Van een aantal activiteiten werd het aanvangsuur gewijzigd, met name om de deelnemers van de lange fietstocht en van de balsportcompetities de kans te geven ook het Riddertornooi mee te maken. Surf naar www.kuleuven.ac.be/triptrap voor alle info.
NIEUWS KORT
Vandalisme In elke stad is er wel tuig van de richel dat zich via vandalisme meent te moeten uiten. De laatste maanden is daar ook in Leuven sprake van. Daarbij werden een aantal gebouwen van de universiteit geviseerd, de kantoren van Veto, en zelfs het huis van de rector. Een aantal sinistere slogans doken op, en de woning van rector Oosterlinck werd in de nacht van 24 op 25 maart beschoten met een jachtvuurwapen. Of er verband is tussen al die voorvallen, is onduidelijk, maar de politie laat niets aan het toeval over.
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
15
kwantificering. We moeten ook creatiever zoeken naar nieuwe gegevensbronnen en databanken. Andere prioriteiten? Méér aandacht voor het internationaal comparatief onderzoek en beter afstemmen van het onderwijs op het onderzoek, om er maar twee te noemen.” “Het wordt ook steeds duidelijker dat praktijkmensen veel moeite hebben om wetenschappelijke modellen, concepten en begrippen te vertalen naar de alledaagse realiteit. Voor een toegepaste wetenschap als de onze, is dat misschien wel de grootste uitdaging: het dichten van de kloof tussen wetenschap en praktijk.”
TOPVIJF
En de winnaar is ...
Ludo Meyvis
Campuskrant vraagt in de loop van dit millennium aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun vakgebied was, én wat de belangrijkste lacune is. Japanologie: “Keizerlijke graftumuli”
Pragmalinguïstiek: “Hoe bedoelt u wat?”
Geschiedenis van kerk en theologie: “Historisch-kritisch”
Octrooirecht: “Niet alleen economisch”
Professor Jan Feyen is verbonden aan het Laboratorium voor Bodem en Water van de Faculteit LTBW. Hij is gespecialiseerd in bodemfysica en hydrologie. “De transportvergelijking van Richards, dat is mijn topper. In 1931 gaf hij ons een formule waarmee de waterstroming in variabel poreuze media gedefinieerd wordt. Daarmee beschikten we over een betrouwbare maar toen
Professor Willy Vande Walle is japanoloog. “In mijn domein kan je niet echt spreken van revolutionaire toppers, maar eerder van geleidelijke trendwijzigingen. De westerse japanologie ontstond in de 19de eeuw, en was vooral filologisch en cultuurhistorisch geïnteresseerd.” “Sociaalwetenschappelijke aandacht voor Japan ontbrak, tot in het midden van de 20ste eeuw.
Professor William Van Belle doceert Nederlandse syntaxis en pragmatiek. “Uiteraard zijn de ontwikkelingen in de algemene linguïstiek ook terug te vinden in mijn onderzoeksdomein. Ik specialiseer me in de linguïstische pragmatiek, het derde onderdeel van de taalkunde, naast syntaxis en semantiek. Pragmatiek bestudeert het taalgebruik. Dat houdt heel wat in,
Professor Mathijs Lamberigts is decaan van de Faculteit Godgeleerdheid en specialist in de geschiedenis van kerk en theologie. “Voor mij is het consequent binnenbrengen van de historischkritische methode in de kerkgeschiedenis de grote doorbraak. De oorsprong daarvan kan je situeren bij de Nouvelle Théologie in de jaren 40-50 van de 20ste eeuw, met figuren als Chenu, Lubac en
Professor Geertrui Van Overwalle specialiseert zich in octrooirecht. “Een echte mijlpaal geven in de rechtswetenschap is vaak niet eenvoudig. Als verre voorloper van het huidige octrooisysteem wordt vaak verwezen naar het privilegie dat door de stad Florence werd toegekend aan de uitvinder Brunelleschi in 1421. Het echte startsein werd echter pas gegeven in de beginjaren van
Ruth Benedict gaf daar de aanzet toe, met haar bekende boek The Chrysanthemum and the Sword. Pittig detail: Benedict was een antropologe, en sprak geen woord Japans. In haar boek beschreef ze de Japanse cultuur als een cultuur van schaamte, de westerse als een cultuur van schuld. Het nieuwe van haar aanpak was dat ze de culturele antropologie inzette voor een moderne, hoogontwikkelde samenleving, een lijn die doorgetrokken wordt in de zogenaamde stadsantropologie, vooral met Ronald Dore en zijn City Life in Japan. Pas in de jaren ’70 echter brak die paradigm shift écht door, in de richting van wat we tegenwoordig Japanese Studies noemen, met een duidelijke klemtoon op het hedendaagse Japan, benaderd vanuit diverse wetenschappelijke invalshoeken. De klassieke filologische japanologie bloeit ook nog altijd, denk maar aan een boegbeeld als Donald Keene.” “Lacunes? Ik zou tippen op het onderzoek van de keizerlijke tumuli. Die zijn nog altijd taboe, maar het ligt voor de hand dat er belangrijke grafvondsten gedaan zouden kunnen worden, die ons veel zouden leren over de verwantschap en de afkomst van de politieke elite van het oude Japan. Een tweede lacune zie ik in het probleem van de genetische verwantschap van het Japans. De band met de altaïsche (CentraalAziatische - red.) talen wordt niet betwist, maar duidelijkheid is er nog lang niet. En een derde lacune wordt sinds kort weggewerkt. Het Japan Memory Project digitaliseert honderdduizenden verspreide en praktisch ontoegankelijke handschriften, een werk van meerdere decennia. Als het klaar is, zal het een schatkamer aan filologisch en historisch materiaal ter beschikking stellen van de onderzoeksgemeenschap.”
onder meer regionale en stilistische varianten, maar ook, en dat is de laatste vijftig jaar erg in de belangstelling gekomen, de vraag hoe taal in de interactie functioneert. Iedereen voelt aan dat de expliciete inhoud van wat iemand zegt, maar één factor is die bijdraagt tot de uiteindelijke betekeniscreatie. Interpretatie omvat veel meer. Het is vooral dank zij de input van de taalfilosofie en de filosofische logica dat de linguïstiek zich voor die ruimere vraagstelling is gaan interesseren. Belangrijke namen op dat vlak zijn filosofen als Austin, Searle en Grice. De eerste twee wezen op het belang van speech acts, de derde op de notie conversationele implicatuur. Met dat laatste bedoelen we zogenaamde niet-monotone afleidingen die iemand maakt op basis van wat expliciet gezegd is en die deel uitmaken van de interpretatie. Als je zegt: ‘Ze heeft drie kinderen’, dan wordt er begrepen: ‘... en niét meer’. De pragmalinguïstiek gaat na welke mechanismen tot zulke inferenties leiden, om in het algemeen een antwoord te geven op de vraag: ‘hoe komt iemand tot een correcte interpretatie?’” “Ons onderzoek heeft bijzonder veel nood aan interdisciplinariteit. Het gaat immers om een probleem dat niet alleen linguïstisch te vatten is. We hebben nood aan contact met de cognitieve psychologie, en ook met inzichten uit de artificiële intelligentie. Daar wordt immers gewerkt aan het opstellen van formele regelsystemen om die correcte afleidingen te kunnen maken, die mensen in de dagelijkse omgang aan de lopende band maken. Die samenwerking is echt wel van levensbelang voor de groei van mijn vakgebied.”
Congar in Frankrijk, en Karl Rahner in het Duitse taalgebied. Na Vaticanum II kregen hun ideeën een ruimere verspreiding. Daardoor kon de kerkgeschiedenis bevrijd worden van een ongezond apologetisch dogmatisme. Dat had het verleden vaak vanuit een zekere verdedigingsreflex opgehemeld en dus vertekend. Een typisch voorbeeld daarvan is de 19de-eeuwse visie op de Middeleeuwen als een homogeen-christelijke en ‘dus’ ideale tijd. De historisch-kritische methode heeft geleid tot een zorgvuldiger verwoorden van wat mensen op geloofsvlak beweegt, onder andere rekening houdend met bepaalde sociale, economische en andere ontwikkelingen. De geloofsopvatting van de gewone mens werd bestudeerd vergelijkbaar met wat gebeurde in andere geschiedenisdisciplines, die ook afgestapt zijn van hun uitsluitende aandacht voor koningen en keizers. We hebben eindelijk ook ingezien dat geloofsformuleringen contextueel gebeuren, en dus ook altijd evolueren. De kerkgeschiedenis is door dat alles losgekomen van haar gehoorzame en onkritische dienstbaarheid aan de Kerk als instituut, en is kunnen uitgroeien tot een volwassen tak van geschiedenisbeoefening.” “Die ontwikkeling heeft ook geleid tot een nieuw probleem, of een lacune als je wil. De band tussen de geschiedenis van kerk en theologie en de systematische theologie is er namelijk door afgezwakt, of soms zelfs verbroken. Daardoor kunnen kerkhistorische inzichten soms onvoldoende doordringen tot het theologisch denken. Sommige theologen bestempelen de kerkgeschiedenis daardoor als ‘verontrustend’ of ‘te relativerend’, terwijl een correct begrip van wat er gezegd wordt, juist vaak bevrijdend werkt.”
de Industriële Revolutie, toen de Amerikaanse Grondwet in 1787 verklaarde dat het Congress bevoegd is om octrooien toe te kennen to promote the progress of science and useful arts. Dat zorgde voor een echte doorbraak, spoedig nagevolgd door de meeste andere landen. De VS zijn ook nu nog het enige land ter wereld waar het parlement grondwettelijk de bevoegdheid heeft om uitvinders te stimuleren via octrooien.” “Een recente mijlpaal is de stroomversnelling in octrooien op levend materiaal. Maar het principe is al veel ouder: in 1873 al verwierf Louis Pasteur een Amerikaans octrooi op bepaalde micro-organismen.” “Een octrooi is een balans tussen de belangen van de uitvinder en de samenleving. De uitvinder ontvangt een tijdelijk monopolierecht op zijn vinding. In ruil moet hij de details van zijn vinding openbaar maken, zodat anderen de uitvinding kunnen gebruiken of verbeteren en bijdragen aan industriële vooruitgang. Het toekomstig octrooirecht heeft nood aan een niéuwe soort balans, die niet meer alleen in economische termen is uitgedrukt, maar die ook rekening houdt met de ethische implicaties.” “De tweede uitdaging zit ook in die sfeer. Ook het octrooirecht ontsnapt niet aan de globalisering, waardoor heel wat ontwikkelingslanden ons systeem (moeten) overnemen, ook al vinden ze het zeer onredelijk. Vergeet niet dat het octrooirecht een vrucht is van de Industriële Revolutie, die heel wat landen van de Derde Wereld eigenlijk nooit meegemaakt hebben. Ze zijn gedwongen om een stap over te slaan, en dat botst. Ook op dat vlak is dus een herijking nodig.”
foto’s: Rob Stevens
Hydrologie: “Waterstroming in de bodem”
nog wat deterministische basis om te berekenen hoe water zich gedraagt in de bodem. Samen met kennis uit de fysica, scheikunde en biologie kom je op die manier tot een wiskundig model over het gedrag van water - en natuurlijk ook van wat er in opgelost is of in meegenomen wordt - in de bodem. Voeg daar nog de sterk toegenomen computerkracht bij, de grote precisie in meettechnieken, en het gebruik van waarschijnlijkheidstechnieken, en je krijgt een heel dynamisch instrument dat zowel lokaal als regionaal heel betrouwbare resultaten geeft. Dat is natuurlijk belangrijk voor de milieuzorg, voor berekeningen over de bemestingsnormen in bepaalde gebieden, hoe vervuiling door landbouw- en industriële polluenten zal verlopen en bestreden kan worden, enzovoort.” “De samenleving en de overheid verwachten steeds meer van onze discipline. Men wil voortdurend snellere en meer accurate antwoorden op het vlak van de invloed van veranderingen in klimaat en landgebruik, de invloed van milieuvreemde stoffen op de frequentie van overstromingen, droogte, grondwaterreserves, kwaliteit van bodem en water, enzovoort. Dé uitdaging is dan dat we de capaciteit en het vermogen van ruimtelijk verdeelde hydrologische wiskundige modellen zodanig verbeteren dat ze realistische en aanvaardbare rekeninstrumenten worden. Dat vergt zware inspanningen rond dataverzameling, procesbeschrijving, invoering van neurale netwerken, enzovoort, én een nieuwe bewustwording bij de beleidsverantwoordelijken dat onze simulatieresultaten niét deterministisch interpreteerbaar zijn. Dat laatste is misschien nog het moeilijkste...”
16 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2
LEVEN NA LEUVEN
Producer Liesbeth Wyns
Het geheim van Woestijnvis? Hard werken! Kristien Vermoesen
Als kind maakte ze plakboeken over de Tour de France waarin ze van elke rit een minutieus verslag neerschreef. “Ik zag mezelf wel met een microotje in de hand interviews afnemen aan de aankomstlijn.” Zover is het niet gekomen, maar haar passie voor sport is Liesbeth Wyns nooit meer kwijtgeraakt. Gelukkig maar, want bij Woestijnvis weten ze dat te appreciëren. Ergens langs de steenweg tussen Leuven en Brussel, op een industrieterrein ter hoogte van Zaventem, heeft Woestijnvis een vaste stek gevonden. “Niet te ver van de VRT, zodat onze motard Kamiel de tapes snel naar ginder kan brengen.” Het gebouw van Woestijnvis ligt in de eerste lentezon te schitteren. Het ziet er chique uit, maar dat is blijkbaar ooit anders geweest. “We hadden niks toen we begonnen. Met z’n drieën trokken we naar Burotex om kantoorspullen te kopen. Ik heb nog mee bureaus en kasten in elkaar gestoken.” In ’89 studeert Liesbeth Wyns af als communicatiewetenschapper, en bijna onmiddellijk daarna gaat ze aan de slag bij Videohouse, een bedrijf dat captatiewagens, cameraploegen en montagecellen verhuurt. “Zes jaar heb ik daar gewerkt planning -, maar doordat het bedrijf zo groeide, werd het nooit saai. Het was de periode waarin VTM boomde - zij hadden geen eigen faciliteiten en moesten dus wel beroep doen op anderen: voor hun journaal en voor de captatie van voetbalmatchen, onder andere.” Op een dag krijgt Liesbeth een telefoontje van Wouter Vandenhaute en Jan Huyse: dat ze bij Filmnet een sportzender gaan oprichten en of ze geen zin heeft in de productie. “Ik kende Wouter en Jan van mijn studententijd - ik ging vaak met hen naar het voetbal. Toen ik bij Videohouse werkte, had ik hen af en toe nog eens aan de lijn: zij werkten op de VRTsportredactie en boekten soms ploegen bij ons. Ik ben zot van sport, dus ik moest
niet lang nadenken. Bij Supersport kon ongelooflijk veel, ook al omdat we een vrij klein publiek hadden. Als je bij de VRT een stommiteit begaat, heeft dat een enorme impact - wij mochten meer experimenteren. Het was een heel goede sportredactie, maar het werd snel duidelijk dat de markt in België niet groot genoeg was. Het kanaal is na twee jaar opgedoekt.” Bomalarm
Wouter Vandenhaute, Jan Huyse en Erik Watté liepen toen al rond met de idee om een productiehuis op te richten. Liesbeth stapte mee in het avontuur. “We begonnen met amper tien mensen, en één programma: Man bijt hond, waarvoor een deal gesloten was met de VRT. Om te vermijden dat ze na het journaal kijkers zouden verliezen aan VTM wilden ze een programma dat de overgang vlotter maakte naar het amusement later op de avond. We zijn begonnen in mei ’97. Op 1 september moesten we op antenne.” “Nu wordt voor Man bijt hond nog altijd één reportage op de dag zelf gedraaid, maar in het begin waren dat er twee. Dat vraagt een heel strak schema. De dag van onze allereerste uitzending was er bomalarm bij de VRT, Martine Tanghe heeft toen de studio moeten verlaten. Dat was voor ons een kwartier gewonnen - wat misschien onze redding geweest is, want wij waren aan het stressen om alles klaar te krijgen. Er hebben toen minstens tien mensen van de VRT gebeld om te vragen of wij daar niet voor
iets tussen zaten.” Twee jaar deed Liesbeth de productie voor Man Bijt Hond, daarna werkte ze voor de tweede reeks van de Twaalf Werken van Rob Vanoudenhoven, met als tussendoortjes het WK voetbal in ’98 en Euro 2000, dat uitgezonden werd vanop het dak van Kinepolis. Pas na Mannen op de rand van een zenuwinzinking begon ze bij De laatste show. “Het is prettig om te veranderen. En ik leer nog altijd bij. Neem nu Euro 2000. Om die studio te bouwen moesten we het dak verstevigen, ervoor zorgen dat het voldeed aan de veiligheidsvoorwaarden, genoeg toiletten voorzien,... Ik heb nu het gevoel dat ik kan meepraten als mensen verhalen bovenhalen over hun bouw. Of de uitzending van de Twaalf Werken met Branko Strupar bijvoorbeeld, de Kroaat die in België is komen spelen. We wilden een Belgisch frietkot aan het stadion waar hij vroeger speelde. Begin er maar aan, hè.” “Echt dagelijks gebruik ik mijn opleiding niet, maar het geeft je wel een achtergrond mee, dat merk ik als ik samenwerk met mensen die geen communicatiewetenschappen hebben gedaan. Die weten bijvoorbeeld niet hoe de structuur van de omroepen in Nederland eruit ziet. Het helpt nochtans als je weet hoe privézenders tegenover de openbare omroep staan. Ik ben tevreden over mijn opleiding, al vond ik ze wel aan de theoretische kant. Aan de unief leer je over de verschillende dragers, maar je krijgt nooit pakweg een betacam-recorder te zien. Toen ik bij Videohouse begon, had ik van veel dingen die ik moest plannen nog nooit gehoord. Ondertussen is de opleiding wel bijgestuurd: er werd een mediacentrum opgericht en er zijn een aantal nieuwe vakken bijgekomen.”
“Ik ben communicatiewetenschappen gaan doen omdat ik journalist wilde worden, sportjournalist - als kind volgde ik alle ritten van de Ronde van Frankrijk. Maar dan moet je solliciteren, en dan wordt het allemaal minder evident. Voor het radioprogramma Buitenspel kon ik op zaterdag en zondag reportages gaan draaien. Maar wat zou ik dan voor de rest doen? Schrijven? Ik zag het absoluut niet zitten om als zelfstandige te beginnen. Ik ben dan in de media beginnen werken, altijd met de achterliggende hoop dat ik ooit eens op een sportredactie terecht zou komen. Toen ze me vroegen voor Supersport, was dat wat ik altijd had willen doen. Voor De laatste show stel ik nu al eens een sportgast voor. En ik zit in een omgeving die heel sportminded is. Je moet hier na het weekend van de Ronde van Vlaanderen niet binnenkomen zonder te weten wie gewonnen heeft.” “Bij Woestijnvis werken is voor veel mensen misschien een droom. Maar toen we destijds met zijn drieën tekenden, had ik echt wel mijn twijfels. Het succes is er gekomen met Alles kan beter, de Commissie Wyndaele... Nu keert het succes zich een beetje tegen ons. Maar ik vind dat we degelijke dingen maken. Als je mij zou vragen wat het geheim is van Woestijnvis, dan zou ik zeggen: hard werken. Je moet het maar doen, zoals de ploeg van Man Bijt Hond: om half acht ’s morgens beginnen aan een programma dat na het nieuws op antenne gaat...”
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Mevrouw Eva Martha Verguts, 6de jaars-studente geneeskunde, geboren te Sittard (Nederland) op 27 september 1978 en overleden te Geel op 8 april 2002.
foto: Fabrice Kada
Voix Gras
“Je moet het maar doen, zoals de ploeg van ‘Man bijt hond’: om half acht ‘s morgens beginnen aan een programma dat na het nieuws op antenne gaat...”
Naar goede gewoonte biedt Kura rond deze tijd van het jaar een podium aan jonge getalenteerde theatermakers. Voix Gras heet het driedaagse theaterfestival, en voor deze zesde editie kozen de studenten van kultuurraad voor ‘Speel!Tijd’ als leidmotief. Van 7 tot 9 mei kan u in de Labozaal van STUK terecht voor verschillende theatervoorstellingen, en ook muziek, dans en video. Na elke opvoering kan er gestemd worden door het publiek, en aan het eind van de rit mag het winnende gezelschap een publieksprijs in ontvangst nemen. • Reserveren kan op het STUK-onthaal, elke werkdag van 10-22u30, of telefonisch via (t) 016 32 03 00
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
17
alumnikrant
zeswekelijkse bijlage voor oud-studenten
Alumni in Afrika
Kunstzinnig promotiefeest
Op 23 november vorig jaar stegen vierentwintig Alumni Lovanienses op voor een elfdaagse tocht door Afrikaanse weidsheid en voor avontuurlijke safari’s. Ik was erbij en mag jullie er wat over vertellen.
Meer dan honderd studenten en oud-studenten kwamen naar het promotiefeest dat de Leuvense Kunsthistorici, Archeologen en Musicologen en het Departement Archeologie en Kunstwetenschap op 21 februari hielden, en waarbij een aantal proefschriften in de kijker werden gezet. Studentenkring Alfa zorgde voor de receptie achteraf. Het feest bleek de ideale gelegenheid om studenten en pasafgestudeerden kennis te laten maken met de alumni, en heeft alles om een traditie te worden.
van het karkas op te ruimen. Wilde everzwijnen snuffelen vredig rond in dit apocalyptische landschap - overal schedels en beenderen van andere slachtoffers... En de mens kijkt toe en kan zijn ogen niet geloven. In zijn geboortestreek ziet hij zichzelf, als in een spiegel. Toch leven hier nog oude volksstammen, vertrouwd als ze zijn met de verborgen streken van de wilde dieren. In zijn puberteit maakt de Masaijongen jacht op een leeuw, doodt hem en brengt plechtig de staart van het gedode dier naar de ouders van de toekomstige bruid - zo is de levenscirkel rond. Het Masai-volk is zich bewust van zijn waardigheid. Fier dansen ze voor ons, en verkopen wat armbandjes en kettinkjes. Ze weten wel hoe van ons dollars te verkrijgen, het moderne leven ontgaat hen niet. Kinderen zijn overal hetzelfde. Ze kijken ons wezenloos aan, alsof we van een andere planeet komen. Ze willen wel leren. De verstandigsten mogen in Arusha gaan studeren en zelfs naar het buitenland, als ze nadien de republiek Tanzania maar met hun talenten verrijken. Al is het project van de Yjamaa-dorpen van president Julius Nyerere (1953 - 1985) mislukt, hij heeft zijn volk wel een nieuw bewustzijn gegeven: ‘Vrijheid door Eenheid’. Onze reis gaat ondertussen verder. Sommigen doen een poging om de Kilimanjaro te beklimmen, anderen bezoeken een bananenplantage. We hebben nu contact met een andere stam, de Chaga’s. Zij leven minder traditioneel, en profiteren nog meer van het toerisme. Maar hun ingewortelde gemeenschapsaard hebben we aan den lijve mogen ondervinden: ze laten geen mens - ook geen blanke - alleen als hij
foto: Magda Pieck
Onze reisleider René Brams en touroperator Catriene Abeel hadden de reis goed uitgestippeld. Ook de sfeer ontbrak niet in de groep: we gingen immers naar de wilde dieren kijken! ‘Mhura na Umoja’ - ‘Freedom and Unity’. Met die Tanzaniaanse spreuk trokken we het binnenland in. In het mooie Tarangari National Park, ten zuidoosten van Lake Manyara aan de Tarangire-rivier, maken we in kleine busjes van acht personen jacht op twee leeuwen. We vinden hen in de schaduw van een boom. In de buurt staan een paar olifanten. Ze lijken elkaar te beschermen: de grootste staat vooraan, de kleinste tussen de grote dieren in. In de verte zien we nog impala’s, giraffen, zebra’s en bavianen. Onze ornitoloog, Ivan, haalt zijn verrekijker boven... De eerste dagen word ik vooral getroffen door de tropische regenwolken, die onverwachts een plensende regenbui laten vallen, maar al even vlug de stralende zon de tijd geven om alles te laten opdrogen. Het is het begin van het regenseizoen. In de kleine dorpen valt het ons op dat tussen de schamele hutten overal onafgewerkte stenen huisjes staan. Onze chauffeur vertelt dat de mannen uit werken zijn in de stad, en slechts verder bouwen naarmate ze weer geld hebben. De volgende dagen maken we safari’s in het Serengeti Nationaal Park, het Lake Manyara Nationaal Park, de Ngorongorokrater: eindeloze vlaktes. De giraffen reikhalzen naar de hoge bomen om hun voedsel te verorberen, olifanten kraken dorre struiken, leeuwen springen op een kleine zwakke impala, achtergebleven uit de kudde, en doden hem. Hyena’s staan al klaar om de achtergebleven buit te verslinden. En boven ons azen gieren en arenden om de resten
foto: Magda Pieck
de beklimming van hun hoogste berg niet aankan. De buddy’s begeleiden hen tot ze weer veilig op de grond zijn. We brachten ook een bezoek aan een missiepost, en hadden de gelegenheid de eerste zondag van de advent mee te vieren in een Catholic Church. Volgens onze gidsen is het religieus multicultureel samenleven geen probleem. In dit Oost-Afrikaanse land bracht de geschiedenis moslims, en ‘bloeide’ er een tijdlang slavenhandel; later bracht de koloniale periode het christendom met zijn verdeeldheid. Schepen met hindoes leggen er al eeuwen aan langs de kust van de Indische Oceaan. In dankbaarheid om zo’n grote cultuur en weidse en verscheiden natuur, nemen we op de avond van 2 december afscheid. We keren terug naar onze Europese beschaving. Zullen we er nog kunnen wennen? Magda Pieck
18 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2
alumnikrant zeswekelijkse bijlage voor oud-studenten Koepelnieuws Open universiteit
Wie geïnteresseerd is in het volgen van afstandsonderwijs op universitair niveau is welkom tijdens de ‘open avond’ en de ‘open dag’. De opleidingen gaan van start op 1 september en er kan worden ingeschreven tot en met 24 juli. • 6 juni, 18-21u en 8 juni, 10-15u, studiecentrum Open Universiteit, Kapucijnenvoer 33, Leuven. Info:Dienst Postacademische Vorming, Studiecentrum Open Universiteit, (t) 016 33 21 10 of
[email protected]
Kringnieuws Plantkunde en Dierkunde
De Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde organiseert op maandag 20 mei een familiale uitstap naar Kanne, en familiale verblijven in het Franse Ambleteuse in de vakantieweken 7-14 juli, 15-22 juli en 14-21 augustus. • Meer info en het volledige jaarprogramma op www.kuleuven.ac.be/pdl Geneesheren-Alumni
Op zaterdag 25 mei houden de Geneesheren-Alumni hun algemene ledenvergadering, om 9u. in het auditorium GA2 (Gasthuisberg, O&N). Aansluitend om 10u start een studiedag met als thema ‘Recente adviezen van de Ethische Commissie van de Faculteit Geneeskunde en van de universitaire ziekenhuizen K.U.Leuven’. Gastsprekers zijn prof. Paul Schotsmans, directeur van het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht, en prof. Jos Vermylen, voorzitter van de genoemde ethische commissie. Deelnamekosten: 10 euro voor leden/15 euro voor niet-leden. Accreditering wordt aangevraagd voor Ethiek en Economie. V.Ir.F.L
De Brabantse afdeling van de Vereniging van Ingenieurs van de Facul-
teit LTBW organiseert op zaterdag 4 mei een dagtrip in Noord-WestBrabant, met vertrek in Leuven om 7u45 of aan de carpoolparking E40 Affligem om 8u30. De voormiddag brengt onder meer een bezoek aan een biologisch fruitbedrijf te Oetingen (Gooik), de namiddag een rondrit door het Pajottenland met halte op een melkveebedrijf en brouwerij De Keersmaeker te Kobbegem (Asse). Deelnameprijs : 32 euro leden/ 37 euro niet-leden • Info en inschrijvingen via Dirk Coomans (052 35 51 75). Nieuws van de regionale vriendenkringen op www. agr.kuleuven.ac.be/verenigingen/virfl.htm Leuvense Kunsthistorici, Archeologen en Musicologen
De statutaire jaarvergadering heeft plaats op zondag 28 april, om 11u in Museum ‘Het Toreke’ aan de Grote Markt van Tienen. Na een broodjeslunch worden het museum en de archeologische sites bezocht. Om 15u gaat het richting St.-Germanuskerk voor onder meer een kort concert op het historisch orgel. • Info en inschrijving via
[email protected] .be Archeologen en historici KULAK
Zaterdag 27 april wordt in gebouw A van de Kortrijkse campus een contactdag georganiseerd die de interesse van West-Vlaamse alumni Geschiedenis en/of Archeologie voor het omvangrijke historisch, archeologisch en heemkundig patrimonium van hun provincie wil aanwakkeren. Om 10u opent een boekenbeurs, en nadien volgen lezingen van emeritus Van Doorselaer (“West-Vlaanderen, archeologisch de rijkste provincie van Vlaanderen!”), professor Trio (“ “Amateurisme of professionalisme : het dilemma van historisch onderzoek in onze regio”) en dhr. Luypaert (over vrijwilligerswerk), met aansluitend een open forum en debat. Deelname is gratis. advertentie
• Info via marjan.desmet@ kulak.ac.be, (t)056 24 61 49 of
[email protected], (t)0475 38 3553, of
[email protected] Politica-Oudstudenten
Voor Politica is 2002 het jaar van grondige vernieuwingen. De nieuwsbrief wordt zowel naar inhoud en vormgeving herdacht, de spiksplinternieuwe website under construction is vermoedelijk te raadplegen vanaf juli. Ook nieuw is de weekendreis naar Londen waar, naast een bezoek aan het parlement, De Beers (diamantverwerking) en nog andere interessante plaatsen zullen bezocht worden. Info via politica.alumni De Politeia-conferentie vindt dit jaar plaats op 3 mei om 17u, in het Paleis der Academiën, en handelt over “Politieke Massacommunicatie en Retoriek” of het einde van de ideologische ledenbeweging, de opkomst van ‘life style politics’ en de gevolgen daarvan. Sprekers zijn prof. Pippa Norris (John F. Kennedy School of Government, Harvard University) en prof. John Gray (London School of Economics). U vindt alle informatie over de conferentie op het adres www.politeia-conferentie.be, en ook inschrijven kan on-line. De Politeia-Conferentie is een initiatief van het Overlegcentrum voor Ethiek van de K.U.Leuven, in samenwerking met de VUB, de Universiteit Gent en de Universiteit Antwerpen. Eerste KULAK-Brugge-Lentedag
Zondag 26 mei 2002 wordt een dag voor en door KULAK-alumni, met een academische noot, een vleugje muziek, een snuifje cultuur en de niet te versmaden studentikoze pint. Vraag info en reserveer snel het aantal plaatsen is beperkt - bij Marie-Paule Senecaut (ma & do van 12u30 tot 16u30 op (t)056 246 253) of mail naar
[email protected]. Deelnameprijs: 12 euro leden Kulak Alumni/ 14 euro niet-leden.
Alumni Lovanienses beschikt dankzij de tientallen ingevulde fiches die na elk nummer van Campuskrant worden opgestuurd, over een databank met de gegevens van 130.000 oudstudenten van de K.U.Leuven - dat betekent 85,79%. Campuskrant gaat onder meer in deze databank op zoek naar alumni om te interviewen voor de reeks Leven na Leuven. De gegevens die u invult op deze identificatiefiche worden enkel in het bestand van Alumni Lovanienses opgenomen. Dit bestand wordt beheerd conform de wet op de Privacy.
Identificatiefiche Alumni Lovanienses alumninummer:.................................................................... naam:................................................................................. (meisjesnaam voor gehuwde dames) voornaam:.......................................................................... (officiële voornaam, geen roepnaam) geboortedatum:................................................................... Adresgegevens Alumnus straat + nr:.......................................................................... postcode:...........gemeente:.................................................. landcode:...........land:......................................................... tel:..................................................................................... fax:.................................................................................... e-mail:................................................................................ (geeft toelating om dit e-mailadres op te nemen in het e-adressenbestand op internet) Studiegegevens Alumnus promotiejaar:...................................................................... diploma 1:.......................................................................... diploma 2:.......................................................................... specialisatie 1:.................................................................... specialisatie 2:.................................................................... Huidige werkkring Alumnus firma:................................................................................. straat + nr:.......................................................................... postcode:...............gemeente:.............................................. landcode:...............land:..................................................... telefoon:............................................................................. fax:.................................................................................... e-mail:................................................................................ functie:............................................................................... Bent u bereid om werkzoekende studenten en/of alumni te informeren over uw werkterrein ? Ja 0 Neen 0 Terug te bezorgen aan Alumni Lovanienses vzw, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, (f) 016 32 41 90. U vindt deze fiche ook op de internetpagina’s van Alumni Lovanienses, www.kuleuven.ac.be/alumni/
advertentie
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
19
INFORMATISER ING TA ALT IP
Dit is mijn taal welke ik ook verdedig... Karl Hendrickx
Het is paasvakantie geweest en de zon was van de partij. Tijd dus om de tuin in te trekken en voor nieuwe plantjes te zorgen. En die nieuwe planten haal je uiteraard massaal in een tuincentrum. Op zondagmiddag bevonden wij ons dan ook tussen de geraniums en de pelargoniums in een overdrukke serre. Tussen de rijen kamerplanten en voorjaarsbloeiers stond een groepje mensen geïnteresseerd iets gade te slaan. Het bleek om een grote ronde kooi te gaan met daarin een imposante grijze roodstaartpapegaai. De vogel was zich duidelijk bewust van de aantrekkingskracht die hij op de bezoekers van het tuincentrum uitoefende: hij liet zich de bewonderende blikken rustig welgevallen en op een occasionele scherpe kreet en enkele voor mensen met nekklachten weerzinwekkende draaibewegingen van zijn kop na, zat Coco rustig te genieten in de zon. Dat de papegaai, niet geheel onverwachts, Coco heette, kon je afleiden van het grote bord dat onder de kooi stond: ‘Coco is niet te koop’. Dat Coco echter meer in zijn mars had dan rustig te zitten soezen en af en toe zijn nekpluimen wat te ordenen, bleek uit een tweede bordje dat boven de kooi hing. Er stond op te lezen: ‘Gelieve niet aan de kooi te komen. De firma is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen. Dit is Cocco zijn domein welke hij ook verdedigd.’ De waarheidswaarde van deze uitspraak stond buiten kijf als je de scherpe kromme bek van de papegaai bekeek, maar de kracht van de mededeling ging toch enigszins, hoewel vermoedelijk totaal ongewild, verloren door de formulering. De tekst op het bordje toont immers mooi aan hoe moeilijk sommige mensen de juiste toon (in vaktermen het juiste ‘register’) te pakken kunnen krijgen die past bij de situatie. Het tuincentrum wilde duidelijk een krachtig statement: als je durft een vinger naar onze papegaai uit te steken (letterlijk dan), dan ben je hem kwijt want Coco heeft een scherpe bek en weet die ook te gebruiken. Een krachtig, geschreven, statement: daar hoort formele taal bij, hebben ze gedacht in het tuincentrum. Dus halen ze alle klassiekers boven: ‘gelieve...’, wat doet denken aan lichtjes oubollige brieven van de overheid waarop je moet reageren. Dat het tuincentrum zichzelf niet gewoon ‘winkel’ of ‘zaak’ noemt maar ‘firma’ is een begrijpelijke vorm van imagebuilding: de klant moet weten dat hij hier te maken heeft met een heus bedrijf! ‘Gebeurlijke’ ongevallen: klinkt veel juridischer en dus dreigen-
der dan ‘eventuele’ ongevallen. Net zoals een gestolen auto of portemonnee bij de politie steevast ‘wagen’ (of erger nog: ‘voertuig’) of ‘geldbeugel’ heet. Die puristische reflex zie je vaak bij Vlamingen die in een formele situatie terechtkomen: uit taalonzekerheid gaan ze plots hun dagelijkse taalgebruik, waarvan ze vermoeden dat het sowieso dialectisch is, afzweren. Franse klanken zijn daarbij zeker te mijden en te vervangen door curiosa als ‘gebeurlijk’. Die klinken in alle geval alsof ze Nederlands zijn. En de kers op de taart is natuurlijk het mooie ‘domein, welke hij ook verdedigt’. Het gebruik van ‘welke’ als betrekkelijk voornaamwoord in de plaats van ‘die’, is erg verouderd en hoort alleen thuis in heel formele teksten. Bovendien is het hier fout: bij het onzijdige ‘het domein’ hoort ‘welk’ thuis. In al hun ijver hebben de schrijvers dan nog enkele steekjes laten vallen: ‘aankomen’ (voor ‘aanraken’) is immers een veel informeler woord en valt daardoor een beetje uit de toon en ‘Coco zijn domein’ is spreektalig voor ‘Coco’s domein’. Dat het tuincentrum zo’n formeel register gekozen heeft, is communicatief gezien niet ideaal. In de context van een dagje uit dat opgefleurd wordt door een attractie als een grijze roodstaartpapegaai, hoort een luchtig, vlot taalgebruik thuis, dat niettemin duidelijk waarschuwt voor het gevaar. Maar dat is niet het ergste... De eigenaars van ‘Cocco’ hebben immers een schrijffoutje gemaakt in de naam van hun vogel, dat nog meer opvalt omdat op het bord ernaast wel juist te lezen staat ‘Coco is niet te koop’. De grote Van Dale kent ‘coco’ als synoniem voor ‘papegaai’ maar spelt alleen ‘coco’, uit te spreken als [koo-koo]. Dat Vlamingen het graag hebben over ‘kokkooke kopje krabben’ wil niet zeggen dat hun uitspraak de juiste is en de spelling daaraan aangepast zou moeten worden... En helemaal te bont wordt het natuurlijk als er ‘verdedigd’ gespeld staat in de tegenwoordige tijd. De dtfout, hoe onbenullig ze taalkundig of communicatief ook is, haalt het gewilde formele, dreigende effect van de boodschap helemaal onderuit. De fout op zich is niet onbegrijpelijk. Het woordbeeld ‘verdedigd’ is immers perfect normaal: het is het voltooid deelwoord, dat bij verdedigen maar één lettertje verschilt van de tegenwoordige tijd ‘verdedigt’. Je visuele controle bij het schrijven slaat dus niet zo snel alarm bij ‘dat hij zeker zijn domein verdedigd’ als bij ‘dat hij dat zeker beveeld’. Dat laatste woord kan immers nooit in die vorm voorkomen. Niettemin, de gevolgen zijn er: een geamuseerde lach bij de toeschouwers...
20 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2
LUDIT onder de loep
Studententevredenheid zeer groot Waren wij destijds al blij met warm water, tegenwoordig is een internetaansluiting voor zowat iedere student onmisbaar. Hoeveel studenten er aangesloten zijn op het KotNet, van welke diensten van het informaticacentrum LUDIT ze verder nog gebruik maken en hoe ze die diensten appreciëren, werd via een enquête onderzocht.
Uit een eerdere enquête, in 1998, bleek al dat de K.U.Leuven het zeer goed doet wat haar informaticaondersteuning betreft. Een aantal acties werd ondernomen om tegemoet te komen aan de gesignaleerde knelpunten. Maar de strategie inzake de innovatie van IT-infrastructuur moet blijvend bijgestuurd. Vandaar dat in 2001 een gelijkaardige enquête werd afgenomen. Van de 2.319 aangeschreven studenten, die op toevallige wijze werden geselecteerd uit het studentenbestand, werd door 53 procent een bruikbaar antwoord ingeleverd 32 procent daarvan deed dat via internet. Grootste toename bij KotNet
Bij 96 procent van de respondenten blijkt het KotNet-project zeer goed gekend. Net niet de helft daarvan, 48 procent, heeft een aansluiting op de studentenkamer - in 1998 was dat nog maar 19 procent. Koplopers zijn de studenten uit Toegepaste Wetenschappen en ETEW. Van de jongens beschikt meer dan de helft over een KotNet-aansluiting, de
meisjes hinken nog steeds achterop met 38,3 procent. Tweederde van de KotNetters is aangesloten via de tv-kabel. In 56 procent van die gevallen sluit de student het contract met de kabelmaatschappij af, niet de kotbaas. Amper 10 procent doet het nog via de telefoon - drie jaar geleden was dat de helft van het totale aantal aansluitingen. Pc-klassen blijven nodig
Ruim 58 procent van de studenten maakte het afgelopen academiejaar gebruik van de pc-klassen, een daling met 12 procent die uiteraard verklaard wordt door het feit dat meer studenten thuis of op kot over een pc beschikken. De pc-klassen in de Dekenstraat zijn met 75 procent de meest gebruikte. Opvallend bij de groep pc-klasgebruikers is een verschuiving in de studierichtingen - meer studenten humane wetenschappen, tegenover een merkbare daling bij vooral sociale en toegepaste wetenschappen - en in de gebruikte software. Meer dan 80 pro-
advertentie
cent gebruikt e-mail en surft op het web, maar het gebruik van toepassingssoftware zoals SAS en Matlab is met 6 procent toegenomen, het gebruik van de MS Office-toepassingen met gemiddeld 8 procent. De tevredenheid over de pcklassen is nog toegenomen sinds ’98: 85 procent is tevreden over de snelheid van de internettoegang, drie vierde vindt het softwareaanbod oké, er zijn geen echte problemen op het vlak van de ondersteuning, en het inloggen en de openingsuren vormen al helemaal geen probleem. Helpdesk krijgt meer oproepen
In ’98 was slechts 22 procent van de respondenten op de hoogte van het bestaan van de Helpdesk, nu kent 56 procent deze faciliteit. Het aantal telefonische oproepen steeg spectaculair met 36
procent, tot 48 procent. De oproepen per e-mail daalden dan weer met 18 procent, wat misschien niet écht verwonderlijk is aangezien maar liefst 71 procent van de ondervraagden over een gsm blijkt te beschikken.
langer aan dan meisjes en dat blijft zich nog steeds verder doorzetten. Kijken we naar het soort netwerktoepassingen, dan valt op dat een groot aantal studenten cursusmateriaal raadpleegt via het Web: ETEW staat bovenaan met 85,8 procent, Farmaceutische Wetenschappen onderaan met toch nog steeds 48,3 procent. En dat was vóór de start van het TOLEDOproject... Wat e-mail betreft, blijkt 40 procent van de ondervraagden uitsluitend het K.U.Leuven adres (
[email protected]) te gebruiken. Bijna de helft (49 procent) laat die mail evenwel doorsturen naar een ander adres, of gebruikt enkel een ander adres. Bij deze groep zijn Hotmail en Yahoo de meest gebruikte externe providers, met respectievelijk 67 procent en 18 procent. De beschikbare schijfruimte van 12MB die elke student ter beschikking krijgt op de centrale server blijkt te weinig voor diegenen die eigen websites aanmaken. Hiervan vond 42 procent de toegemeten ruimte onvoldoende.
Langere aansluitingstijden
De gemiddelde respondent die aansluit op het KULeuvenNet, hetzij in de pcklassen, hetzij van op kot, besteedt 42 procent van zijn aansluittijd aan de studie en de overige 58 procent aan ‘recreatie’. Meer dan 86 procent beweert wel dat het netwerk een hulp is bij de studieactiviteiten. In vergelijking met 1998 sluit men gemiddeld langer aan: 52 procent houdt het tijdens een weekdag gemiddeld op twee uur of minder, maar een vijfde sluit langer dan tien uur aan. Jongens sluiten
Steeds beter uitgerust
Verder bleek dat 1.176 respondenten of 96 procent over een pc beschikt (1.107 thuis en 701 op kot). Slechts 3,7 procent hiervan zijn gehuurde pc’s. Toch is 85 procent op de hoogte van het bestaan van de pc-verhuurdienst. Niet alle studenten zitten op kot. Sommigen hebben hun studentenkamer thuis. Bekijken we het aandeel studenten met een pc op de studeerplek, dan komen we aan 71 procent. 54 procent heeft daar
bovendien een internetaansluiting: 44 procent KotNetaansluitingen, 8 procent aansluitingen via een andere provider, en 2 procent gaat bij vriend of vriendin surfen. 62 procent van de studenten kan thuis over een Internetaansluiting beschikken. Wat configuratie betreft, ontbreekt er niet veel meer: 83 procent heeft een Pentium en 13 procent beschikt over een Notebook. Bovendien is 24 procent van de pc’s uitgerust met een cdrom-writer, 21 procent met een Zip-drive en 13 procent met een DVD-lezer. Honger naar meer
Ludit biedt ontegensprekelijk een serieuze meerwaarde voor de hedendaagse student. En om het aanbod nog te verbeteren, eventuele nieuwe diensten te ontwikkelen of bestaande te optimaliseren, werd ook gepeild naar de verdere noden. Goedkopere KotNet-aansluitingen bleek de vaakst geuite wens, de vraag naar verhuur van draagbare pc’s steeg sinds 1998 met 10,3 procent. Een bijdehandse 58 procent vraagt mee-financiering van de universiteit bij de aankoop van pc’s. De wereld is aan de durvers, zeggen wij altijd maar. • De resultaten van deze enquête, gebundeld door Martine Beullens en Anne-Marie De Meyer, vindt u op www.ludit.kuleuven.ac.be/nieuws/40jaar-ppt.html. • Leuvens Universitair Dienstencentrum voor Informatica en Telematica (LUDIT), De Croylaan 52 A, 3001 Heverlee, (t) 016 32 22 15, www.ludit.kuleuven.ac.be
advertentie
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
21
A D VA LVA S http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Vacante mandaten van assisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2001-2002, 17de lijst
De rector van de K.U.Leuven maakt bekend dat de onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren voor één van deze functies, dient u C3-formulieren in te vullen; die kan u aanvragen op de Dienst Academisch Personeel, (t) 016 32 40 88, op het administratief secretariaat van de faculteit of via onze website. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten vóór 2 mei 2002 teruggestuurd worden naar de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmerking te komen, dienen de kandidaten zich tijdens hun universitaire studies bij voorkeur onderscheiden te hebben. Studenten die dit academiejaar hun universitaire studies beëindigen, kunnen solliciteren voor sommige onderstaande mandaten. Inzake haar benoemingen voert de K.U.Leuven een gelijkekansenbeleid. Faculteit Sociale Wetenschappen Kenmerk: 00200217 - 50020599 Project: Facultaire saldi (matching) Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Afdeling C.S.O., vanaf 15 mei 2002 tot 14 mei 2004 Diploma: licentiaat sociologie/politieke/communicatiewetenschappen of licentiaat met bijkomend relevant postgraduaat diploma Opdracht: eerstelijnsondersteuning van de studenten en docenten: helpdesk, informatie en vorming; evaluatie-onderzoek van de ICT onderwijsondersteuning; gebruiksklaar maken van het leerplatform voor studenten van de 1ste kandidatuur; hulp bij begeleiding en ondersteuning bij het aanmaken van tussentijdse testen voor de 1ste kandidatuur.
Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Kenmerk: 00200217 - 50013741 Project: OT/01/18 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Afdeling Didactiek, vanaf 1 september 2002 tot 30 september 2003
Diploma: licentiaat psychologie/pedagogische wetenschappen Opdracht: participatie aan de instrumentontwikkeling en uitvoering van het onderzoek; contacten onderhouden met de partnerinstellingen; uitvoeren en rapporteren van onderzoek en voorbereiden van wetenschappelijke publicaties.
Faculteit Wetenschappen Kenmerk: 00200217 - 50023026 Project: Steunpunt Toerisme en Recreatie Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Afdeling Sociale en Economische Geografie, vanaf heden tot 2004 Diploma: universitaire opleiding; ervaring in dataanalyse en het opzetten van databestanden Opdracht: coördinatie van dataverzameling, dataen netwerkbeheer voor het Steunpunt Toerisme en Recreatie; een belangrijk deel van de opdracht bestaat erin om in het toeristisch werkveld in Vlaanderen een systeem van dataverzameling te operationaliseren. Kenmerk: 00200217 - 50023027 Project: Steunpunt Toerisme en Recreatie Functie: 100% wetenschappelijk medewerker,
Afdeling Sociale en Economische Geografie, vanaf heden tot 2006 Diploma: universitaire opleiding met ervaring in de statistische verwerking van grootschalige databestanden Opdracht: verwerken van toeristische statistieken en deze toegankelijk maken voor de sector (bv. trendanalyse). Kenmerk: 00200217 - 50023028 Project: Steunpunt Toerisme en Recreatie Functie: 100% bursaal, Afdeling Sociale en Economische Geografie, vanaf heden voor 2 jaar, eventueel hernieuwbaar Diploma: universitaire opleiding (bij voorkeur economische) Opdracht: analyse van economische context Toerisme en Recreatie; in eerste instantie dient te worden gezocht naar kengetallen die het mogelijk maken de economische impact te meten op een longitudinale wijze; de mogelijkheden van TAS (Tourism Satellite Account) worden verkend; in tweede instantie worden de ontwikkelingen in de bedrijfsstructuur van toerisme en recreatie bestudeerd. Kenmerk: 00200217 - 50023029 Project: Steunpunt Toerisme en Recreatie Functie: 100% bursaal, Afdeling Sociale en Economische Geografie, vanaf heden voor 2 jaar, eventueel hernieuwbaar Diploma: geschikte universitaire opleiding; kennis van GIS; onderzoekservaring op het studiedomein van toerisme en recreatie strekt tot aanbeveling Opdracht: wetenschappelijk onderzoek m.b.t. ruimtelijke impactstudies in toerisme en recreatie; locatiepatronen en verplaatsingen worden met GIS-toepassingen in beeld gebracht; ISEG/SADL expertise met ruimtelijke analysetechnieken vormt grondslag.
Faculteit Toegepaste Wetenschappen Kenmerk: 00200217 - 50008412 Functie: 100% assistent, Afdeling Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde, vanaf 1 september 2002 voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: burgerlijk ingenieur computerwetenschappen, licentiaat informatica/wiskunde
Opdracht: verzorgen van oefeningen en practica voor de cursussen wiskunde in de kandidaturen burgerlijk ingenieur en/of numerieke analyse en toegepaste wiskunde; voorbereiden doctoraat i.v.m. numerieke analyse of toegepaste wiskunde.
Faculteit Geneeskunde Kenmerk: 00200217 - 50022976 Project: FWO nr. G.0243.98 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker (barema doctor-assistent), Departement Menselijke Erfelijkheid, vanaf heden tot december 2003 Diploma: arts, apotheker, licentiaat biologie/biochemie of bio-ingenieur met doctoraat Opdracht: onderzoek dat gericht is op ontrafeling van fysiologische rol van de fosfomannomutases; momenteel wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een transgeen muismodel voor CDG-la en aan de studie van de expressie van de verschillende PMM genen, met inbegrip van de regulatie van transcriptie; de groep is ook actief in de zoektocht naar nieuwe oorzaken voor CDG, in het kader van een Europees samenwerkingsverband; de taak omvat o.a. de dagelijkse begeleiding van een doctoraatsstudent en een technisch medewerker.
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen Kenmerk: 00200217 - 50023030 Project: GOA/99/09 Functie: 100% bursaal, Labo Klinische Chemie, vanaf 1 september 2002 voor 2 jaar Diploma: apotheker, bio-ingenieur, licentiaat wetenschappen/biomedische wetenschappen, arts Opdracht: toepassing van celbiologische, histologische en biochemische technieken om de leverpathologie in transgene muismodellen van peroxisomale ziekten te onderzoeken.
Doctoraten De rubriek ‘Doctoraten’ is gebaseerd op de databank ‘Agenda K.U.Leuven’ die u vindt onder agenda.kuleuven.be
18 maart: Jake Otonko, Godgeleerdheid, Human Rights, Democracy and Religion. A Clash of Paradigms in the Quest for a Global Ethic and Religious Co-Existence in Nigeria, prom. prof. G. De Schrijver en prof. J. De Tavernier.
17 april: Joeri Aerts, Geneeskunde, Progesterone Induces Apoptosis in Eosinophilic Granulocytes and Induces Tumour Necrosis FactorAlpha / Tumour Necrosis Factor Receptor, prom. prof. P. Vandekerckhove.
15 april: Vincent Jolasa, Godgeleerdheid, Jürgen Habermas’ Communicative Discourse: A Study of Its Formation and Developments. Why Can Theologians Receive It?, prom. prof. G. De Schrijver.
17 april: Karel Van Nieuwenhuyse, Letteren, Een Standaard in Vlaanderen? Vlaams-katholieke krant op zoek naar kwaliteit en politieke invloed 1947-1976, prom. prof. M. Gerard.
advertenties
Hare Majesteit Koningin Fabiola heeft principieel aanvaard op dit concert aanwezig te zijn
Maandag 29 april om 20.00 uur St.-Jan-de-Doperkerk, Groot Begijnhof, Leuven
22 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2
A D VA LVA S
Publicaties
Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek ‘Publicaties’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/publicatie.htm.
Benoemd of onderscheiden Wie een mededeling wil laten opnemen in de rubriek ‘Benoemd of onderscheiden’ van Campuskrant, kan dit door een digitaal formulier in te vullen op het adres www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/benoemd.htm.
Uitgelicht Gevaarlijk beroep: burgemeester Tom De Gendt is medewerker aan de afdeling Publiekrecht, en advocaat bij het Leuvense kantoor Dewallens & partners. “Met mijn boek - ‘De strafrechtelijke aansprakelijkheid van burgemeesters en schepenen na de wet van 4 mei 1999’ (zie hieronder - red.) - heb ik aan de alarmbel willen trekken. We leven nu eenmaal in de ‘eistijd’, en daar dreigen onder meer burgemeesters het slachtoffer van te worden. Er is een bepaalde tendens in de rechtspraak die hen algemeen-strafrechtelijk verantwoordelijk beschouwt voor zaken waar ze in de praktijk moeilijk verantwoordelijkheid voor kùnnen dragen. Een burgemeester kàn niet persoonlijk nagaan of er geen putten in de weg zijn, of wat zijn/haar werknemers precies doen. Toch begint sommige rechtspraak dat te veronderstellen. De wet van 4 mei 1999 maakt
het wel mogelijk dat de burgemeester de gemeente in tussenkomst dagvaardt, dat de gemeente de geldboetes betaalt en er is wel een verplichte verzekering ingevoerd, maar dat zijn eigenlijk vijgen na pasen. Men zou veel beter daarnaast ook preventief werken, zorgen voor een goede omkadering, ook financieel. Om als burgemeester zelf verantwoorde beslissingen te kunnen nemen, moet je nu een specialist zijn in vele takken van het recht, want je loopt het risico een strafblad voorgeschoteld te krijgen. Daar moet de wetgever iets aan doen. Tot nu toe zijn er een handvol veroordelingen geweest, maar als we niet ingrijpen, is het hek van de dam. En als dat gebeurt, wordt het zowat onmogelijk nog normaal te besturen, laat staan hiervoor bekwame kandidaten te vinden.” (lm)
Humane Wetenschappen T. De Gendt, De strafrechtelijke aansprakelijkheid van burgemeesters en schepenen na de wet van 4 mei 1999, ISBN 90-5751-504-0, Brugge, Die Keure, 2001, IX + 97 p., 24 euro. Er zijn reeds burgemeesters en schepenen strafrechtelijk veroordeeld voor daden die zij stelden in het kader van hun ambt. In deze studie resulteren een analyse van enkele casussen en een balans van de argumenten pro en contra de strafrechtelijke aansprakelijkheid die terug te vinden zijn in de doctrine, in een kritische bespreking van de wet van 4 mei 1999. De conclusies kunnen zowel bij besluitvormingsprocedures als bij eventuele strafrechtelijke procedures hun nut bewijzen.
L. Struyven, G. Steurs, A. Peeters en V. Minne, Van aanbieden naar aanbesteden. Marktwerking bij arbeidsbemiddeling en -reïntegratie in Australië, Nederland, Verenigd Koninkrijk en Zweden, ISBN 90-334-5065-8, Leuven/Leusden, Acco, 2002, 296 p., 31 euro. Marktwerking via aanbestedingen in de sector van de arbeidsbemiddeling gaat steeds gepaard met een ingrijpende reorganisatie van bestaande overheidsdiensten. Hoe is die radicale transformatie te verklaren? Ontstaat er daadwerkelijk een markt voor reïntegratiediensten? En welke gevolgen heeft dat voor de werkzoekenden? Dit boek stelt scherp op de factoren die een rol spelen in het overgangsproces van aanbieden naar aanbesteden.
W. Pintens, K. Vanwinckelen, B. Van Der Meersch, Inleiding tot het familiaal vermogensrecht, ISBN 90-5867-199-2, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2002, 995 p., 140 euro. In het eerste deel van dit basiswerk wordt het huwelijksvermogensrecht besproken en in het tweede deel het samenwoningsrecht. Het leerstuk van de schenkingen wordt in een derde deel behandeld. In het vierde deel komt het erfrecht met inbegrip van de testamenten aan bod. In het vijfde deel worden de familiale schikkingen gegroepeerd, waarbij zowel aan de familiaalvermogensrechtelijke als aan de vennootschapsrechtelijke technieken aandacht wordt besteed. E. Put en C. Harline, Verloren schapen, schurftige herders. De helse dagen van bisschop Mathias Hovius 1542-1620, ISBN 90-5826-155-7, Leuven, Davidsfonds, 2002, 287 p., 24,50 euro. 1580. Protestantse troepen bezetten steden en plunderen kerken. Als vijf jaar later het politieke tij is gekeerd, begint het moeizame werk van de katholieke hervorming. Mathias Hovius, aartsbisschop van Mechelen, staat in het brandpunt. Zijn leven bestaat bij de gratie van nonnen, kanunniken, soldaten en geuzen. Deze biografie van Hovius biedt een overrompelend tijdsbeeld, levensecht gereconstrueerd door vertellers met een groot inlevingsvermogen.
M. Van Mol en K. Berghman, Leerwoordenboeken Modern Arabisch - Nederlands v.v., ISBN 90-5460-053-5, Amsterdam, Bulaaq, 2001, 506 en 529 p., 63,50 euro per set. Deze woordenboeken zijn samengesteld volgens de contextuele methode, een benadering die leidt tot zeer precieze resultaten in de vertaling, met veel aandacht voor de context. Alle woorden worden ook volledig beklinkerd weergegeven. Omdat deze boeken zijn opgevat als leerwoordenboek, bevatten ze ook een schat aan bijkomende informatie, gaande van gebruiksaanwijzingen tot culturele gegevens. Bovendien zijn in beide delen meer dan 10.000 voorbeeldzinnen opgenomen.
Onderzoekskalender Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan contact opnemen met Karine Aert van de Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 Leuven, (t) 016 32 40 53, (f) 016 32 41 98,
[email protected].
Doctor Veerle Baekelandt kreeg de tweejaarlijkse prijs van de Belgische Vereniging voor Stereotactische en Functionele Neurochirurgie voor haar onderzoek naar gentherapie voor neurodegeneratieve aandoeningen. Professor Willy Sansen, hoofd van de ESAT-MICAS-divisie, heeft de IEEE Service Award ontvangen als Program Chair van de International Solid-State Circuits Conference 2002 (ISSCC). Hij is de eerste niet-Amerikaanse Program Chair sinds de oprichting in 1953. Professor Thierry Troosters, docent aan de Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie, kreeg de Glaxo Wellcome Clinical Science Award van de Belgische Vereniging voor Pneumologie voor zijn Multicenter studie naar de effecten van respiratoire revalidatie bij patiënten met Chronisch Obstructief Longlijden: de REVALIS studie. Professor Ineke Van Put, verbonden aan het Departement Oosterse Studies, ontving de Academic Award 2002, uitgereikt door de Stichting Vlaanderen-India en de Vlaams-Indische Kamer van Koophandel i.s.m. de Indiase Ambassade, voor haar exemplarische wetenschappelijke activiteiten in diverse Indiase instituten. Doctor Kees van Tilborg werd met de Boymansprijs 2001 van de Nederlandse Katholieke Sportfederatie bekroond voor zijn doctoraatsproefschrift Sedimenten van sentimenten: 75 jaar Academie voor Lichamelijke Opvoeding te Tilburg (1924-1999), waarmee hij in 2000 aan de K.U.Leuven promoveerde tot doctor in de Lichamelijke Opvoeding (promotor: professor Roland Renson).
Uitgelicht Boek Stichtingsbul wint Provinciale Prijs Marc Nelissen van het Universiteitsarchief ontving de ‘Prijs voor Geschiedenis van de Provincie Vlaams-Brabant’ voor zijn boek ‘De stichtingsbul van de Leuvense universiteit 1425-1914’ (zie ook Campuskrant 17/2000). “De vakjury had een heel brede samenstelling,” zegt hij. “De voorzitter was een hoogleraar van de VUB. Verder zat er een archivaris in, een journalist, een hoogleraar van de K.U.Leuven enzovoort. De prijs werd uitgereikt op 17 april in de abdij van Vlierbeek.” “Ik vind de bekroning van mijn boek een erkenning voor het wetenschappelijk werk dat we op
advertentie
18.4.2002 C A M P U S K R A N T
23
het Universiteitsarchief doen. Het feit dat het buiten de universiteit zo gewaardeerd wordt, mag tegenover de ‘binnenwereld’ wel eens even benadrukt worden. En de bekroning straalt natuurlijk ook af op mijn mede-auteurs, de professoren Jan Roegiers en Erik Van Mingroot.” Het gaat om een prijs van 2.500 euro. “Wat ik ermee ga doen? Géén studiereis maken, dat staat al vast. Het klinkt niet wetenschappelijk, ik weet het wel, maar ik ga er eens van genieten. Dat mag toch ook?” (lm)
Ludo Meyvis
Ze bestaan in allerlei edities, mensen die glinsterende oogjes krijgen als ze een mooi boek zien. Bibliofielen heten ze, met een duur woord. Maar eigenlijk zijn het gewoon echte lief-hebbers. Zalige mensen.
Professor em. Armand Vandeplas, bezielende kracht achter de ‘Vrienden van de Bibliotheek’, is niet meer te stuiten. Zodra hij over zijn grote liefde voor het boek begint, brengt het ene verhaal het andere mee. Er treden antiquairs uit Uruguay op, moedwillige rectoren, instortende plafonds. “Ja, een beetje een verzamelaar ben ik wel,” bekent hij schoorvoetend. “Al van kindsbeen af. Ik hou nu eenmaal van het mooi uitgegeven boek. Maar ik verzamel vooral omdat ik vond dat ik mezelf geen deskundige in het strafrecht en de strafvordering mocht noemen vòòr ik zowat alles op dat terrein verzameld had.” Belegging
We vragen even over hoeveel boeken het gaat. “Ik zal je een idee geven. De bibliotheek van de UIA heeft ongeveer 400 boeken over strafrecht. De K.U.Leuven heeft er ongeveer 1.200. Ik heb er 18.000...” We stellen maar geen vragen meer. “Die drang om te verzamelen - en om te doen verzamelen - zat er al in toen ik nog student was. Ik heb zelfs geprobeerd om rector Van Waeyenbergh voor een prikje duizenden Servokroatische boeken te doen kopen, maar hij hapte niet toe. Jammer eigenlijk, want je moet niet wachten tot er vraag komt naar boeken. Dan ben je te laat. Je moet éérst zorgen dat je materiaal in huis hebt, en dan komen de vraag en de specialisten vanzelf wel.” “Boeken koop je niet als belegging, en zeker niet om ze in de kluis te stoppen, ook al kosten ze tienduizend euro - voor incunabelen is dat een koopje tegenwoordig. Ik geniet ervan wanneer ik iets ontdek voor een spotprijs. Onlangs heb ik twee boekjes gekocht uit 1526 over astronomie, voor zowat 30.000 fr. samen. Die boekjes bleken toe te horen aan de zoon van Thomas Morus. Van Morus’ bibliotheek is niets overgebleven, maar uit notities in de marge van die twee werkjes zou je kunnen opmaken dat het gaat om boeken die ook de vader in handen gehad heeft. Is dat 30.000 fr. waard? Veel méér natuurlijk. Kijk, dààr geniet ik van. Het gaat er mij niet om wat de financiële waarde van een boek is. Ja, ik heb mijn verzameling natuurlijk wel laten verzekeren, maar de echte waarde van mijn boeken is veel groter dan dat.” Instortingsgevaar
dan met een collectie die duizend keer groter is? Maar goed, ik voel me nog jong genoeg om me daar niet echt zorgen over te maken. Ik doe voort.” Bibliofiele student
Bij het woord ‘bibliofilie’ denk je allicht aan personen die de vijftig al ruim gepasseerd zijn, en die met een wijntje van een goed jaar graag genoeglijk in een oud getijdenboek mogen snuisteren, verrukt door wéér eens een magistrale initiaal. Elias Leytens echter zit in de tweede licentie Germaanse Filologie en is op een beheerste manier bezeten van Karel Van de Woestijne en Maurice Gilliams. “Niet dat ik àlles van hen heb, hoor. Voor mij zijn de inhoud en de zeggingskracht van een boek nog altijd belangrijker dan de band. De essentie is dat ik mijn hart sneller moet voelen slaan als ik iets lees. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat ik een mooie editie niet zomaar zou laten liggen. Ik dool graag rond in het boekenwereldje, maar ik dweep er niet mee.” Nachtegaal
“Met een studentenbudget kan je in de betere veilingen en antiquariaten niet echt veel doen. Nu heb ik met Van de Woestijne en Gilliams nog een beetje geluk, omdat die nog niet zo duur zijn als pakweg Elsschot. En met het geld van een vakantiejob kan ik me al eens iéts permitteren. Sommige edities kan je al kopen voor een paar tientallen euro, maar als ik bijvoorbeeld een van de eerste publicaties van Gilliams zou vinden voor 500 of zelfs 1.000 euro, zou ik niet lang aarzelen. Desnoods verkoop ik iets, om iets nieuws en mooiers te kunnen kopen.” “Ik ben eigenlijk vrij toevallig in de bibliofilie gerold. In de colleges van professor Brems werd gesproken over Van de Woestijne en Gilliams, en ik had het daar met mijn vader over. Toen bleek dat we thuis al een behoorlijke collectie hadden, afkomstig uit de bibliotheek van de oom van mijn vader. Van het een kwam het ander, en tegenwoordig bezoek ik met mijn vader geregeld een veiling, of ik trek een paar dagen naar Amsterdamse antiquariaten.” “Maurice Gilliams was een vriend van de familie. Mijn grootouders en mijn oom kenden hem goed, mijn vader heeft hem ook een paar keer ontmoet. En ikzelf ben genoemd naar een boek van hem - Elias, of het gevecht met de nachtegalen. Dat helpt natuurlijk bij de motivatie, zeker toen ik vernam dat Gilliams zelf ook een liefhebber van het mooie boek was.” “Heel boeiend wordt het wanneer boeken door de auteur gepersonaliseerd zijn, via opdrachten. Mijn vader heeft nogal wat werken van Gilliams met een opdracht aan iemand van de familie. Dat schept een speciale band.” Op de Internationale Dag van het Boek (23 april) nemen prof. Vandeplas en Elias Leytens in het kader van UUR KULtUUR deel aan een bijzonder gesprek. Meer info op pagina 10.
24 C A M P U S K R A N T 1 8 . 4 . 2 0 0 2
foto’s: Rob Stevens
Boeken verzamelen kan leiden tot praktische problemen: “Op een bepaald moment kon de vloer van mijn huis het gewicht van mijn bibliotheek niet meer dragen. Toen zijn we verhuisd, naar een veel ruimer huis, met betonnen vloeren.” “Nog zoiets: wat gebeurt er met die boeken na mijn dood? Een van mijn kinderen heeft de liefde voor het oude boek wel geërfd, maar wat moet er gebeuren met mijn collectie rond strafrecht? Het zou jammer zijn als die verspreid zou worden. Ik kan ze wel schenken, maar niet elke bibliotheek wil zo’n grote verzameling plaatsgebrek, hè. En mijn bibliotheek is niet bedoeld voor studenten. Weet je hoeveel boeken een goeie rechtsstudent per jaar gebruikt? Twintig. Wat moet de rechtsbibliotheek
DENK TANK
Bibliofielen in Leuven
DE
CULTUUR
• In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Oude Markt 13, Leuven. •
Topvijf “Beste Denktank, geregeld tref ik in Campuskrant de rubriek ‘Topvijf’ aan,” zo schrijft lezer Thomas Farazijn ons. “Daarin vraagt men vijf Leuvense professoren uit de meest diverse disciplines de volgens hen belangrijkste wetenschappelijke doorbraak en de belangrijkste lacune in hun vakgebied. Graag had ik dezelfde vraag ook eens aan De Denktank voorgelegd.”
Geef toe: het is niet simpel dit soort kwesties in de maag gesplitst te krijgen. Maar wie lid van De Denktank wil worden mag uiteraard van geen kleintje vervaard zijn, en dus zullen wij in deze kolommen ons lezerspubliek graag definitief uitsluitsel geven over wat volgens ons de wetenschappelijke top en flop aller tijden zijn. Bij wijze van voorbereiding zijn wij nog eens in het Campuskrant-archief gedoken, om te zien wat onze collega’s zoal in hun wetenschappelijke hitlijst plaatsten. Collega Jan Eggermont (Faculteit Geneeskunde), bijvoorbeeld, situeerde de grote wetenschappelijke doorbraak rond 1974: toen was het immers voor het eerst mogelijk eukaryoot DNA te kloneren, zo lazen wij in Campuskrant nr. 10. Wij van De Denktank vinden dit een zeker te verdedigen en zelfs zeer moeilijk te weerleggen keuze. Bijvoorbeeld omdat wij hier tot onze scha en schande moeten toegeven dat we geen flauw benul hebben van wat eukaryoot DNA nu eigenlijk wel mag wezen. Tijdens de vakanties komt De Denktank immers altijd volgens een beurtrol samen, en het toeval wou natuurlijk dat de afgelopen paasvakantie (toen wij deze vraag in de bus kregen) onze geneeskundige leden net allemaal afwezig waren. Collega Eggermont wees ook op een belangrijke wetenschapslacune: het ontbreken van een deftige uitleg over het fysiologisch substraat van het bewustzijn en emotie. Een mening die wij hier evenmin zullen tegenspreken, laat staan dat wij denken die lacune ooit zelf te kunnen oplossen. Ons eigen vakgebied bevindt zich toevallig immers aan een compleet andere zijde van het wetenschappelijke spectrum, ergens in de buurt van taal en communicatie en van die dingen. Dus lazen wij vol spanning wat een andere collega, Dirk Geeraerts (Algemene Taalwetenschap), als grootste ontdekking aanstipte. Hij bleek vooral onder de indruk van de synchrone bestudering van taal, iets wat de Saussure in zijn structuralistische benadering beklemtoonde, aldus Geeraerts tegen onze redacteur. Oók een ijzersterke selectie, maar laten de linguïstiek en de semiotiek nu toch net wel twee vakken wezen waarop wij destijds toevallig altijd een iets mindere score behaalden - een mens, zelfs al is hij lid van De Denktank, kan immers niet alles weten. Een paar kolommen verderop wees collega Huybrechts, een insectenfysioloog, dan weer op het niet te onderschatten belang van antibacteriële peptiden en de introductie van moleculair-biologische technieken. En dat ging zo maar door in die Campuskrant-Topvijven: collega’s die de oplossing van de paradox van Zweich-Oëberli als dé grootste wetenschappelijke doorbraak aller tijden citeerden, of de preconcilliaire celtheorie. De ontdekking van het Edelhoorn-principe. De dialectiek in Kants moraal. Iemand koos zelfs voor de Stelling van de Twee Rivieren. Allemaal baanbrekende theorieën en historische ontdekkingen waarvan wij het bestaan zelfs nog niet eens vermoed hadden. Lezer Farazijn vroeg ons dus naar wat wij de grootste wetenschappelijke ontdekking en de grootste lacune vinden. Wel, als antwoord op beide vragen kiezen wij telkens voor het zogenaamde Denktank-paradigma, een paradigma dat wij na het lezen van al die artikels zopas helemaal zelf ontdekt hebben. Kort samengevat komt het hierop neer: hoe slim en alwetend u na het bekijken van Blokken met Ben Crabbé ook denkt te zijn, er bestaan toch altijd mensen die nog véél slimmer zijn. Bovendien is de kans dat die veel slimmere hij of zij aan de K.U.Leuven doceert erg groot. De Denktank is er voorlopig nog niet uit of zij om deze ontdekking nu erg blij dan wel bijzonder triest moet zijn, maar wij houden u op de hoogte. Namens De Denktank, Prof. R. Quagebuerhe (hoofd Algemeen-Wetenschappelijke Commissie a.i.) en G. Op de Beeck (secretaris-klerk)