Page 1 'Voor mij is het een plek vol magie' BN/DeStem 10 oktober 2015 zaterdag
2 of 19 DOCUMENTS
Het Financieele Dagblad 10 oktober 2015 zaterdag
Hoe veilig is mijn levensverzekering? SECTION: Werk & Geld; Blz. 12 LENGTH: 1357 woorden AndrÈ de Vos Levensverzekeraars staan er gekleurd op sinds de woekerpolisaffaire. Maar er is geen reden voor paniek: de markt voor levensverzekeringen is groter dan ooit. Anbang, de Chinese koper van levensverzekeraar Vivat (het oude Reaal), stuurde onlangs onverwacht de Nederlandse topman Gerard van Olphen de laan uit. Dat gaf voeding aan de twijfels over de perspectieven van de levensverzekeraar, die er toch al niet florissant voor staat. Het was ook het zoveelste ongunstige bericht uit een branche die al jaren kampt met `tegenwind uit alle richtingen', zoals econoom Arnoud Boot het noemt. De levenssector, deels door de overheid overeind gehouden tijdens de crisis, moet toekomstbestendiger worden, vindt de Nederlandsche Bank (DNB). Het IMF vreest zelfs voor faillissementen als de rente zo laag blijft. Je zou er bang van worden als polishouder. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling, want de financiÎle sector draait op vertrouwen. En ook al is de situatie bij levensverzekeraars niet rooskleurig, voor paniek is geen reden. Waar bij banken per definitie veel minder in kas is dan het saldo van alle rekeninghouders, heeft een levensverzekeraar juist meer in kas dan het totaal. Bovendien kunnen die tegoeden niet zomaar worden opgevraagd. Het gaat om langlopende contracten waarvan voortijdige beÎindiging geld kost. `Een levensverzekeraar is geen bank', zegt Casper de Vries. `Bij een bank kan het snel misgaan bij een bankrun. Problemen bij een levensverzekeraar zijn altijd een langzaam proces, als bij een tanker die uit koers raakt en uiteindelijk op het strand loopt. Dat geeft toezichthouders veel ruimte om in te grijpen.' Sector onder druk Hoogleraar monetaire economie De Vries was voorzitter van de Commissie Verzekeraars, die in maart ook al een somber beeld schetste van de levensverzekeraars. De sector staat onder druk, meldde de commissie. `Maar dat raakt vooralsnog vooral de bedrijven zelf en de mensen die daar werken', zegt hij nu. `De werkgelegenheid zal drastisch minder worden.' De problemen voor de levensverzekeraars begonnen al voor de crisis. Door de woekerpolisaffaire liepen consumenten massaal weg bij de verzekeraars, die hen met ondeugdelijke producten op hoge kosten had-
Page 2 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag den gejaagd. Tot 2008 ging er jaarlijks zo'n €8 mrd ‡ €9 mrd naar levensproducten zoals koopsommen, beleggingsverzekeringen en lijfrentes. Dat is nu nog maar €2 mrd. De rest gaat naar het goedkopere en veiligere banksparen. De door de kredietcrisis veroorzaakte extreem lage rente raakt levensverzekeraars hard doordat toekomstige (gegarandeerde) verplichtingen erg duur worden. Daar komt de sterk gestegen levensverwachting bij, die ervoor zorgt dat verzekeraars langer moeten uitkeren dan berekend. Het zijn dezelfde problemen waar ook pensioenfondsen mee kampen, maar die kunnen de uitkeringen omlaag brengen; dat kunnen verzekeraars niet. De woekerpolissen hebben niet alleen de klanten weggejaagd, maar bedreigen de sector ook met megaclaims. Als die bij de rechter worden gehonoreerd, moeten levensverzekeraars vele miljarden dokken. Dat betekent hun einde. Dan kan zich de rare situatie voordoen dat woekerpolishouders wÈl hun geld krijgen en andere polishouders de dupe zijn. Van de ruim honderd levensverzekeraars die er in 2000 waren, zijn er nog veertig over. Veel kleine verzekeraars zijn verdwenen, hun portefeuille is overgenomen door andere partijen. Zo ging Uw Toekomst naar Brand New Day, St. Yves naar Zwitserleven (Vivat) en werd in juli De Eendragt overgenomen door ASR, voor een symbolisch bedrag. De meeste grote verzekeraars hebben een solvabiliteit van tussen de 200 en 300 procent. Dat oogt veiliger dan het is. Het betekent dat de buffer twee tot drie keer groter is dan het absolute minimum. Bovendien hebben verzekeraars veel vrijheid bij het bepalen van hun solvabiliteit; de rekenmethode is verouderd. In principe moet een solvabiliteit van 100 procent voldoende zijn, maar in werkelijkheid wordt eerder 160 of 170 als ondergrens gezien. Het door de staat verkochte Vivat had een solvabiliteit van 140 procent. Evengoed eiste minister Dijsselbloem dat de nieuwe Chinese eigenaar Anbang €1,3 mrd in de kas zou bijstorten. Betrouwbaarder beeld Volgend jaar wordt nieuwe regelgeving voor de solvabiliteit van kracht Solvency II en dan zal de solvabiliteit van levensverzekeraars ineens een stuk lager worden. `Maar je kunt de solvabiliteit nu en die vanaf 1 januari niet met elkaar vergelijken', aldus een woordvoerder van DNB. `Dat zijn appels en peren. De nieuwe solvabiliteitsberekening geeft een betrouwbaarder beeld, doordat rekening wordt gehouden met de marktwaarde en het risico van bezittingen.' Anders dan bij banken is er voor klanten van levensverzekeraars geen garantieregeling. Voor het geval dat levensverzekeraars in de problemen komen, bestaat sinds 2000 een opvangregeling van het Verbond van Verzekeraars en DNB. Die regeling werd bedacht na het debacle met de kleine levensverzekeraar Vie d'Or, die in 1993 failliet ging. De laatste claims van dat faillissement zijn pas enkele jaren geleden geschikt. De opvangregeling moet een faillissement voorkomen doordat tijdig wordt ingegrepen. Tot nu toe is de regeling nog niet gebruikt, aldus DNB. Bij kleine verzekeraars kan de sector de problemen zelf oplossen. Bij grote verzekeraars zal dat niet lukken. `Als dat tot onoverkomelijke problemen leidt, zal uiteindelijk wel weer de staat ingrijpen, zoals is gebeurd bij de kredietcrisis, met Aegon, ASR en Reaal', vermoedt Arnoud Boot. `Levensverzekeraars zijn zo groot. Uit het oogpunt van financiÎle stabiliteit moeten de belangen van de polishouders veilig worden gesteld. Wat dat precies voor welke polishouders betekent, durf ik niet te zeggen. Dat is een juridisch traject.' DNB en het Verbond van Verzekeraars verzekeren dat polishouders geen risico lopen. Ook Casper de Vries ziet geen gevaar voor polishouders, ondanks de precaire situatie voor veel levensverzekeraars. `Het geld van verzekeraars zit opgesloten in silo's. Wellicht dat daar iets minder in zit dan nodig, en als de rente lang laag blijft, kan dat nog verder tegenvallen. Maar we moeten ook weer niet zo bang zijn voor die langdurig lage rente.' Dus mensen hoeven zich helemaal geen zorgen te maken? `Die uitspraak zult u van mij als wetenschapper natuurlijk nooit horen.' De paradox is dat er voor levensverzekeraars in principe een grotere markt dan ooit ligt. Met het groeiend aantal zelfstandigen en de versobering van pensioenregelingen is er veel behoefte aan goede individuele vermogensproducten. Bank- sparen is weliswaar veilig, maar levert amper rendement op. Bank-
Page 3 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag spaarproducten met beleggingsmogelijkheden zijn er weinig. Kansen dus voor de levensverzekeraars, maar die hebben het vertrouwen van de consument met de woekerpolissen verspeeld. En vernieuwende producten zijn er nauwelijks. Ook dat is een probleem, constateert Casper de Vries. `De sector heeft de laatste jaren te weinig aan innovatie gedaan.' Er zijn in essentie twee soorten levensverzekeringen. 1Verzekeringen waarmee een vermogen wordt opgebouwd dat bij leven wordt uitgekeerd, zoals een lijfrente. En verzekeringen die uitkeren bij overlijden, zoals een overlijdensrisicoverzekering of een uitvaartverzekering. 2De twee soorten verzekeringen verschillen in dynamiek en risico. Bij een periodiek uitkerende lijfrente is het voor de verzekeraar ongunstig als de verzekerde heel oud wordt: het zogeheten langlevenrisico. Dan moet er meer worden uitgekeerd dan waarmee rekening is gehouden. Bij een overlijdensrisicoverzekering is het juist gunstig als iemand heel oud wordt, of in ieder geval ouder dan de einddatum van zijn verzekering: het kortlevenrisico. Voor de verzekerde liggen deze risico's precies andersom. Financieel, althans. Want tegen lang leven heeft niemand bezwaar, tegen voortijdig doodgaan wel, zelfs al is dat goed verzekerd. Op de site van de Nederland- sche Bank staan de solvabiliteitscijfers van alle Nederlandse levensverzekeraars. Een kleine greep uit de stand van eind 2014. Het getal geeft in procentpunten de solvabiliteit weer (minimum: 100).
Trouw 10 oktober 2015 zaterdag
de duurzame 100 SECTION: Special 1; Blz. 38 LENGTH: 675 woorden Met slechts twee plaatsen teruggang is Klaas van Egmond een stabiele factor in de Duurzame 100. In de deelselectie van 'Inspirerende denkers' (groot netwerk, maar minder daadkrachtig en innovatief) stond hij vorig jaar zelfs helemaal bovenaan.
Afgelopen jaar verdiepte Van Egmond zich vooral in de samenhang tussen People, Planet en Profit. Zijn voornaamste conclusie: fysieke duurzaamheid (Planet) is onbereikbaar zonder wezenlijke veranderingen aan de sociaal-culturele (People) en financieel-economische (Profit) kant. Dit jaar was Van Egmond promotor van een proefschrift over duurzaamheid in het werk van Shakespeare. Daarin werd geschetst dat Shakespeare's werk gaat over duurzaamheid aan de hand van een circulair (Aristotelisch) wereldbeeld. In de komedies overheersen de (duurzame) middelpunt-zoekende krachten; in de tragedies de (onduurzame) middelpunt vliedende krachten. Van Egmond die blijvend veel voordrachten geeft, was dit jaar ook dagvoorzitter bij de Sociaal-Economische Raad over de vergroening van het belastingstelsel.
Page 4 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag Klaas van Egmond hoogleraar geowetenschappen Universiteit Utrecht, 1946 Feike Sijbesma bestuursvoorzitter Koninklijke DSM, 1959 Vorig jaar kwam Feike Sijbesma met DSM vooral in de belangstelling door concrete projecten die met innovatieve materialen de ecologische voetafdruk verlagen. Zo opende hij in de Amerikaanse staat Iowa 's werelds eerste cellulose-ethanolfabriek waar jaarlijks meer dan 75 miljoen liter biobrandstof wordt gemaakt van maisafval: dat geeft 85 tot 95 procent minder CO2belasting. In 2015 blijft DSM vanuit een wetenschappelijke basis actief op het gebied van voeding, gezondheid en materialen. Maar ondernemer Sijbesma mengde zich ook in het debat. Hij zette zich met het World Economic Forum in voor het klimaatakkoord dat straks in Parijs moet worden gesloten, via een oproep aan wereldleiders. Sijbesma kreeg 43 bestuursvoorzitters van internationaal opererende bedrijven achter die oproep. Daarnaast deed hij als lid van het 'Wereldbank ‚ ' Carbon Pricing panel' een oproep voor Carbon Pricing, het belasten van het gebruik en de uitstoot van fossiele brandstoffen om duurzame energie te bevorderen. Sommige wetenschappers noemen Jeroen van der Sluijs 'te activistisch' als hij waarschuwt voor het gevaar van bijengif als neonicotinoÔden. Dat deed hij al vroeg Èn hard. Met hetzelfde gemak kan gesteld worden dat de tegendraadse Van der Sluijs misschien voor de troepen uitliep maar helemaal gelijk had. Dit jaar bleek uit een omvangrijke studie van de gezamenlijke Akademies van Wetenschappen in Europa namelijk dat er hard wetenschappelijk bewijs is dat neonicotinoÔden (die als een soort folie om zaden en planten worden aangebracht) al in zeer lage doses grote effecten hebben op organismen waarvoor het gif helemaal niet is bedoeld. De bestrijdingsmiddelen doden niet alleen de plaagdieren, ook de zogenaamde wilde bestuivers lopen schade op. Dat zijn grofweg de helft van alle bestuivende insecten, zoals vlinders, hommels, wilde bijen en zweefvliegen. Ook onder de grond zijn de effecten merkbaar, waardoor het voor de boer zo belangrijke bodemleven wordt aangetast. De neonicotinoÔden zijn in 2013 in de Europese Unie voor twee jaar verboden, omdat ze dodelijk zouden zijn voor door mensen gehouden honingbijen. De jury moet gedacht hebben: tijd om Van der Sluijs met terugwerkende kracht de waardering te geven die hij verdient. Van der Sluijs, onderzoeker op het terrein van de 'Nieuwe Risico's', leidt multidisciplinair onderzoek over duurzaamheidsvraagstukken. Zijn missie is om duurzaamheid te bevorderen door met 'transparant en beleidsrelevant wetenschappelijke onderzoek helderheid te scheppen in onze kennis over controversiÎle duurzaamheidsthema's waar ethiek en wetenschap samen komen'. Dat is een hele mond vol, maar wie denkt aan bijensterfte, klimaatverandering of elektromagnetische velden weet op welke terreinen hij zich senang voelt. Jeroen van der Sluijs universitair hoofddocent 'nieuwe risico's' Universiteit Utrecht, 1965
Trouw
Page 5 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
10 oktober 2015 zaterdag
Is KLM nog te redden? BYLINE: ELISA HERMANIDES SECTION: De Verdieping LENGTH: 1551 woorden De verhitte arbeidsconflicten bij Air France kunnen tot de ondergang leiden van het nuchtere blauw van KLM. Is de nationale trots nog overeind te houden? Of zijn de Fransen echt zo mal dat ze Air France-KLM ten onder laten gaan? Het spel wordt hard gespeeld in de luchtvaart en Air France-KLM is aan de verliezende hand. Is het concern nog te redden? "Je moet bedenken dat er elk jaar een aantal hele KLM-vloten extra in de markt komen", zegt Joop Hofland, vakbondsbestuurder Luchtvaart bij de Unie. Het lukt het Frans-Nederlandse luchtvaartbedrijf maar niet om adequaat te reageren op deze keiharde concurrentie. Op korte vluchten winnen maatschappijen als Ryanair en Easyjet met gemak. Intercontinentaal snoepen maatschappijen uit het Midden-Oosten, die gesubsidieerd zijn met oliedollars, passagiers weg.
Maar Air France-KLM zit ondertussen toch niet stil? Stil niet, maar het blijkt moeilijk om zo'n groot, log concern snel bij te sturen. Allereerst zijn er de arbeidsvoorwaarden. Die zijn in vergelijking tot de concurrentie wel erg goed. KLM heeft ondertussen al een paar stappen gezet. Grondpersoneel, cabinepersoneel en piloten hebben dit jaar hun handtekening gezet onder een versoberde cao. "Voor ons is het al de tweede inlevercao", zegt Annette Groeneveld van de Vereniging Nederlands Cabinepersoneel. "Wij zien wel in dat we het anders verliezen van Ryanair en Easyjet. Maar nu moeten de Fransen een stap zetten." Alle ogen zijn nu dan ook gericht op de onderhandelingen tussen de top van Air France en het Franse personeel. Maar zoals de hele wereld afgelopen maandag heeft kunnen zien, verloopt dat overleg ronduit slecht. Twee personeelsdirecteuren van Air France werden belaagd en letterlijk uitgekleed door woedend personeel. Uit haar contacten met Franse bonden weet Groeneveld dat er bij Air France een veel grotere kloof zit tussen directie en het personeel. "Er heerst wantrouwen tussen de partijen. De leiding is een stuk hiÎrarchischer, alles gaat meer top-down." Oorzaak is het cultuurverschil tussen Nederlanders en Fransen. Of is het niet zo zwart-wit? Nee, volgens hoogleraar Economie Hans Schenk van de Universiteit Utrecht heeft dit alles niets te maken met de Franse cultuur, maar met de manier waarop de arbeidsverhoudingen in Frankrijk geregeld zijn. "Nederlandse bedrijven hebben een ondernemingsraad (OR) die nogal wat mogelijkheden heeft om het de top moeilijk te maken. In het uiterste geval komt een conflict terecht bij de rechter." Zo'n gang naar de Ondernemingskamer wil een directie koste wat het kost voorkomen, zegt Schenk. "Een OR wordt daarom van meet af aan betrokken bij een reorganisatieproces." Volgens Schenk stelt de Franse Conseil d'Entreprise in vergelijking met de Nederlandse OR niets voor. "Die mogen bij wijze van spreken hooguit het bedrijfsfeest organiseren." Ook anders in Nederland: op macroniveau praten werkgevers en werknemers met elkaar in de
Page 6 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag Sociaal-Economische Raad (Ser). "Dat bestaat in Frankrijk niet." En dus is het voor Franse werknemers slikken of stikken. "Staken is het enige machtsmiddel. En dan escaleren de problemen." Was het wel zo'n goed idee voor KLM om in 2003 met Air France te fuseren? Een zelfstandig voortbestaan was lastig geworden voor KLM. De Nederlandse thuismarkt is daarvoor veel te klein. "Vluchten naar Tokio krijg je simpelweg niet vol met alleen Nederlanders", zegt luchtvaarteconoom Eric Pels van de VU. Met andere kleine zelfstandige maatschappijen is het sinds de eeuwwisseling niet al te best gegaan. "SAS is nu een regionale maatschappij en Alitalia stelt niet zo veel meer voor", aldus Hans Heerkens, luchtvaarteconoom aan de Universiteit Twente. De KLM-top van toen zag ook geen toekomst meer in een zelfstandig bestaan en ging op zoek naar een partner. Fusiebesprekingen met Alitalia en British Airways mislukten. Heerkens: "In de combinatie met British Airways was KLM als merk verdwenen. Daarop is het toen afgeketst." Air France had meer begrip voor de Nederlandse wens om KLM te behouden als merk en bedrijf. "Dat neemt echter niet weg dat het geen gelijkwaardige fusie was, het was een overname", zegt Heerkens. De vakbonden zijn het erover eens dat de fusie KLM aanvankelijk veel goed heeft gedaan, omdat de omzet van KLM sindsdien is verdubbeld. Probleem van Air France-KLM is echter dat de groei achterblijft bij de totale groei van de markt. Schenk vindt de fusie niet geslaagd. "85 procent van de fusies van niet-financiÎle bedrijven slaagt er niet in om de aandeelhouderswaarde te vergroten. Air France-KLM is geen uitzondering. De fusieopbrengst werd destijds ingeschat op 500 miljoen. Ik heb toen het parlement al voorgerekend dat dat bedrag niet goed was onderbouwd." Toch ging de fusie door. Schenk: "Een fusie is geen rationeel proces. Bedrijven fuseren omdat concurrenten fuseren, uit vrees dat die te groot worden. Daarom zie je altijd fusie- en overnamegolven." Of een fusie slaagt, heeft ook te maken met de persoonlijke verhoudingen. In het geval van Air France-KLM konden de topmannen Leo van Wijk en Jean-Cyril Spinetta goed met elkaar overweg, zegt Schenk. "Maar terwijl Air France-KLM de fusie aan het doorvoeren was, ging de concurrentie gewoon door. Ryanair en Easyjet waren twaalf jaar geleden al een reden voor de Fransen en de Nederlanders om samen verder te gaan. Nu is het probleem hetzelfde, maar groter." De denkfout die er is gemaakt, is dat schaalvergroting automatisch een beter bedrijf oplevert, zegt Schenk. "Bij het samenvoegen van bedrijven neemt de efficiÎntie bijna altijd af." Kan KLM afgesplitst worden van Air France? In theorie is dat mogelijk, want de bedrijven zijn nog niet in grote mate vervlochten. Zo heeft KLM nog haar eigen boekhouding, eigen top en eigen personeel met eigen arbeidsvoorwaarden. Op het gebied van inkoop en onderhoud doen de bedrijven wel het een en ander samen, zoals het kopen van vliegtuigen. Een zelfstandige toekomst voor KLM lijkt echter onwaarschijnlijk om dezelfde redenen die het bedrijf in 2003 deden besluiten met de Fransen in zee te gaan. Bovendien heeft KLM er zelf niets over te zeggen. "We zijn gekocht, dus we kunnen niet zomaar ons koffertje pakken", zegt Groeneveld. Is er wel een partij die KLM van de Fransen wil kopen? Voor concerns uit Amerika, AziÎ of het Midden-Oosten kan KLM met haar vluchtnetwerk wel aantrekkelijk zijn. "Maar dan moet Air France er wel vanaf willen", zegt Pels. En die kans lijkt klein: KLM draait immers beter en efficiÎnter. De enige reden om het te doen, zou zijn om Air France een financiÎle injectie te geven. Overigens is het de vraag of KLM zo veel beter af is met een andere partner. Heerkens: "Als de Emirates of Singapore Airlines om de hoek komen kijken, is dat voor de nationale trots ook niet zo best." Ook dan zal KLM zich immers moeten conformeren.
Page 7 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag Voorheen had de Nederlandse staat de optie om KLM terug te kopen. Maar die heeft Camiel Eurlings toen hij nog minister van verkeer en waterstaat was opgegeven*. Kan Air France-KLM door fors te bezuinigen de concurrentie wel aan? Nee. De strategie moet drastisch worden gewijzigd. Het bedrijf is al bezig om dochterbedrijf Transavia om te vormen tot een concurrent voor Easyjet en Ryanair, maar hier moet meer vaart achter worden gezet. Verder is het de vraag of de huidige strategie om zo veel mogelijk bestemmingen en aansluitende vluchten aan te bieden, nog hout snijdt, zegt Pels. "Air France-KLM kan ook gebruikmaken van andere maatschappijen. Zij kunnen met de korte vluchten de passagiers aanvoeren, die Air France-KLM vervolgens meeneemt op lange vluchten." Als er geen einde komt aan de negatieve spiraal, bestaat de kans dat de hele groep uiteindelijk door een ander concern wordt opgeslokt. Maar de Franse staat laat Air France-KLM toch niet in buitenlandse handen vallen? Dat is de grote vraag: laat Parijs de nationale luchtvaartmaatschappij bungelen of niet? Vooralsnog roepen alle regeringsvertegenwoordigers in de media dat dit niet gaat gebeuren, maar daarvoor is de nood wellicht ook nog niet hoog genoeg. "De Franse werknemers kunnen niet geloven dat de staat ze laat vallen, als het echt misgaat", zegt Groeneveld. Vreemd is dat volgens haar niet. "Air France is nog veel meer vervlochten met de Franse staat dan KLM met de Nederlandse." Ook Heerkens vindt de hoop van de Fransen niet geheel ongegrond. "Ze hebben nu eenmaal de ervaring dat de Franse staat dat wel doet." Toch is het maar de vraag of Frankrijk echt bijspringt. Staatssteun is immers door Brussel verboden. Aan de andere kant: waar regels zijn, zijn er mogelijkheden om ze te ontduiken. Gevolgen Nederland vreest dat Schiphol er enorm onder zal lijden als KLM ten onder gaat. Maar is dat ook echt zo? In eerste instantie wel, maar Schiphol hoeft er geen blijvende gevolgen van te ondervinden. Amsterdam zal voor toeristen en zakenreizigers aantrekkelijk blijven, zegt Pels. Daarbij is Schiphol een gevestigde luchthaven met goede faciliteiten. Andere maatschappijen kunnen de routes prima overnemen. Heerkens. "Fokker is ten onder gegaan, toen riep iedereen moord en brand. En toch bestaat de BV Nederland nog." 'De Franse werknemers kunnen niet geloven dat de staat ze laat vallen, als het echt misgaat' De denkfout die er is gemaakt, is dat schaalvergroting automatisch een beter bedrijf oplevert
Trouw 10 oktober 2015 zaterdag
Zonnelampje goed voor groene prijs BYLINE: REDACTIE DUURZAAMHEID & NATUUR
Page 8 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag SECTION: Vandaag; Blz. 1 LENGTH: 503 woorden Duurzame 100: Advocaat van Urgenda staat op nummer 2. De staatssecretarissen Dijksma en Mansveld ontbreken. Maurits Groen is de nieuwe nummer ÈÈn van de Duurzame 100 van Trouw. De jury beloont hem voor de ontwikkeling van zonnelampjes waarvan er inmiddels 200.000 zijn verspreid onder vluchtelingen, onder meer in Irak, SyriÎ, Soedan, Congo en de Gaza-strook. Maurits Groen verbindt met zijn lampjes de duurzaamheid met noodhulp.
Juist door de vluchtelingenstroom die het afgelopen jaar is ontstaan, is de behoefte aan zonnelampjes enorm toegenomen. Meer dan een miljard mensen hebben geen toegang tot elektriciteit. De zogeheten 'WakaWaka's' die Groen heeft ontwikkeld, lampjes van twee ons die met een zonnecel worden opgeladen, geven tot tachtig uur licht na ÈÈn dag volle zon. Ze worden volop verkocht in westerse landen. Daar betalen consumenten een aangepaste prijs. Voor elke commercieel verkochte WakaWaka wordt er ÈÈn weggeven voor noodhulp. "Dat kleine pokkedingetje maakt ginds een wereld van verschil", zegt Groen. "Zelfs het verschil tussen leven het dood." Adviseur, activist, ondernemer Maurits Groen staat al zes jaar in de Duurzame 100, waarvan de laatste jaren steevast in de top-10. Hij beweegt zich zowat veertig jaar in het groene wereldje en is door de jury vooral gekozen vanwege zijn brede visie. Ook op het criterium daadkracht scoorde hij hoog. Groen is gisteravond in het Academiegebouw van de Universiteit Utrecht gehuldigd. Vorig jaar stond europarlementariÎr Bas Eickhout op 1. Eickhout zit dit jaar in de jury. Zevenentwintig nieuwe namen telt de zevende editie van de Duurzame 100. De jury koos de 100 van 2015 uit 519 genomineerden. De top-10 is voor de helft vernieuwd. In de zevende Duurzame 100 staat dit jaar advocaat Roger Cox op 2. Hij is de raadsman van Urgenda in de klimaatzaak tegen de staat. Vorig jaar kwam hij binnen op plek 100. De jury prijst hem voor zijn grote rol in de baanbrekende rechtszaak. Op de derde plaats staat duurzaam architect Thomas Rau. De jongste in de lijst is opnieuw de 21-jarige Boyan Slat, de uitvinder/ondernemer die twee miljoen euro inzamelde voor zijn mega-experiment om de oceanen van tapijten drijvend plastic te ontdoen. De jury beloont hem voor zijn daadkracht en innovatie. Bij beide criteria scoort hij hoog, bij innovatie staat hij bovenaan. Slat eindigde op 4. De hoogste nieuwkomer - op 5 - is Eva Gladek, een jonge industrieel ecoloog met een passie voor duurzaamheid. Ze is oprichter van Metabolic, agentschap voor maatschappelijke veranderingen. Opvallend is dat twee staatssecretarissen, Sharon Dijksma van economische zaken en Wilma Mansveld van milieu, ontbreken in de Duurzame 100. Dijksma stond vorig jaar nog op 57. De vorig jaar ingezette trend dat duurzame veteranen langzaamaan uit beeld verdwijnen, zet zich voort. Oud Rabo-topman Herman Wijffels, groen boegbeeld van de eerste uren, is weg uit de Duurzame 100. Wijffels (73) wilde zelf graag ruimte maken voor veelbelovende, duurzame jongeren.
NRC Handelsblad 7 oktober 2015 woensdag
Page 9 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
Moet de staat geld scheppen? Economen komen er niet uit BYLINE: Mark Beunderman SECTION: Economie LENGTH: 972 woorden Geldstelsel Een groep academici plaatst kanttekeningen bij het burgerinitiatief om de macht van banken te breken door hen niet langer naar believen geld te laten scheppen. Door onze redacteur Mark Beunderman Amsterdam. EÈn van de economische debatten van dit moment gaat over iets opmerkelijk basaals: geld. Wie creÎert geld eigenlijk? Volgende week krijgt 'Burgerinitiatief Ons Geld' spreektijd in een hoorzitting in de Tweede Kamer, afgedwongen met 115.000 handtekeningen. De activisten worden gesteund door de De Verleiders, de makers van het succesvolle theaterstuk Door de bank genomen. Zij willen dat geld scheppen een publieke taak wordt. Verreweg het meeste geld wordt nu door commerciÎle banken gecreÎerd. Als zij giraal geld uitlenen, waar geen contant geld op de bankbalans tegenover staat, wordt nieuw geld geboren. Volgens het burgerinitiatief leidt dit tot een instabiel financieel stelsel. Vandaag mengt zich ook een groep academici en experts in de discussie. In een rapport zeggen zij: het k·n, de geldschepping weghalen bij de banken en onderbrengen bij een publieke instantie. Maar daar zijn ook nadelen aan verbonden. Het rapport is van Sustainable Finance Lab, een netwerk van academici die een duurzame financiÎle sector voorstaan. Bekende economen als Herman Wijffels, Arnoud Boot en Arjo Klamer schreven eraan mee. In grote lijnen deelt Sustainable Finance Lab de analyse van het burgerinitiatief. In het rapport staat dat 95 procent van het nieuwe geld in de wereld komt door kredieten die banken verstrekken. Anders dan veel mensen denken komt dus maar een klein deel van nieuw geld van centrale banken die bankbiljetten drukken. De hoeveelheid krediet ten opzichte van de totale economie is in Nederland sinds medio jaren negentig verdubbeld, van 80 procent van het bbp naar 160 procent. Het gaat vooral om hypotheken. Er is zo een ,,manisch-depressieve" economie ontstaan, staat in het rapport. In goede tijden wordt te veel geld gecreÎerd en lopen de schulden op. In slechte tijden is er nauwelijks krediet voor investeringen in de economie. ,,Het is goed dat het burgerinitiatief de discussie is begonnen over geldcreatie", zegt Wijffels, oud-topman van de Rabobank en hoogleraar Duurzaamheid in Utrecht. ,,Het huidige systeem betekent dat je geld in omloop brengt als schuld." Dirk Bezemer, econoom in Groningen en een van de hoofdauteurs, zegt: ,,Nederland staat met zijn hypotheekschuld in de wereldtop. Het maakt het moeilijker om uit recessies te komen." De oplossing van het burgerinitiatief is radicaal: niet de banken maar een publieke instantie gaat beslissen over de geldhoeveelheid, en dan op basis van maatschappelijke overwegingen, geen commerciÎle. Banken blijven bestaan, maar kunnen alleen nog geld uitlenen dat er al is, namelijk waarvoor ze reserves hebben bij de centrale bank. Het burgerinitiatief grijpt terug op ideeÎn van Amerikaanse economen in de jaren dertig. Wat onduidelijk blijft, is hoe zo'n publieke geldschepper er precies uit zou zien. Sustainable Finance Lab somt de nadelen van het voorstel van het burgerinitiatief op. De publieke geldschepper kan onder politieke druk komen te staan, ,,zeker rond verkiezingstijd". Dan kan er j˙ist te veel geld worden gecreÎerd. Niet-bancaire partijen, zoals geldmarktfondsen, kunnen de regels omzeilen en nog steeds geld creÎren. En het is maar de vraag, zegt Bezemer, of een ,,bureaucratische instelling kan voorspellen welke geldgroei nodig is." De auteurs van het rapport trekken uit die nadelen verschillende conclusies. Klaas van Egmond (Universiteit Utrecht) zal volgende week in de Kamer pleiten vÛÛr een publieke geldschepper. ,,Je kunt zo'n instelling
Page 10 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag los zetten van de overheid, net als de rechterlijke macht bijvoorbeeld. Zo ondervang je het bezwaar van politieke beÔnvloeding." Bezemer steunt een alternatief in het rapport: strengere regels in het huidige stelsel. Op commerciÎle geldschepping zijn nu al ,,remmen", staat in het rapport. Banken kunnen niet eindeloos geld scheppen, want ze moeten een minimum aan kapitaal aanhouden. Recentelijk zijn veel regels aangescherpt. Financiers van banken moeten meebetalen als een bank omvalt. Met dit risico in het achterhoofd zullen zij bij de banken aandringen om voorzichtiger te zijn met krediet verstrekken, zo is de gedachte. Dat laatste is een ,,stap in de goede richting", zegt Wijffels. ,,Maar of het in 'goede tijden' de euforie van steeds meer krediet afremt, is maar zeer de vraag. Het overmatig optimisme zit in zo'n periode in het hele systeem." Sustainable Finance Lab stelt maatregelen voor die het systeem ,,robuuster" moeten maken, zoals hogere vermogenseisen aan banken. Volgens Wijffels en Bezemer is aanpak van de hypotheekmarkt het meest urgent. Bezemer: ,,Mensen moeten mÈÈr eigen geld meenemen als ze een hypotheek willen krijgen. Dat zal de vraag naar hypotheken drukken en de schuld doen dalen." Wijffels: ,,Helaas wordt iedereen die dit roept, in Den Haag weggehoond." De economie gedraagt zich manisch-depressief, vinden onderzoekers van het Sustainable Finance Lab Geldschepping door commerciÎle banken gaat als volgt. Op de balans van een bank staan bezittingen (activa) en verplichtingen (passiva). Als de bank een lening verstrekt, is dat een extra bezitting, want daarover ontvangt de bank rente. Aan de verplichtingenkant ontstaat een deposito, van de persoon die de lening is aangegaan. Het uitgeleende geld ontstaat 'uit het niets': er staat geen contant geld tegenover op de bankbalans. Publieke geldschepping gaat heel anders. De overheid, of een andere publieke instelling als de centrale bank, beslist op economische of sociale gronden om de geldhoeveelheid te laten groeien. Het nieuw gecreÎerde geld kan direct onder burgers worden verdeeld of door de overheid worden uitgegeven.
De Groene Amsterdammer October 7, 2015 Jaar 139, Week 41
Op z‚ n Duits; Economie BYLINE: Ewald Engelen LENGTH: 794 words
HIGHLIGHT: Op 18 september werd bekend dat Volkswagen de samenleving op grote schaal had opgelicht. Het automerk - ambassadeur van het Duitse model - had elf miljoen dieselbakken uitgerust met een staaltje elektronica dat er niet om loog. In testsituaties noteerden de wagens verbluffend lage scores op de uitstoot van nitrogeenoxide terwijl in werkelijkheid de uitstoot maar liefst veertig keer hoger was.
Page 11 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag Drie weken later is zowat alles wat erover te zeggen valt wel gezegd. De verwijzing naar Libor is gemaakt. De gebrekkige corporate governance bij Volkswagen is besproken. De doopcelen van de voornaamste betrokkenen zijn gelicht. De vergelijkingen met Enron, Toyota, General Motors en BP zijn gemaakt. Er is gespeculeerd over de consequenties voor Volkswagen, voor Duitsland, de eurozone en zelfs voor het kapitalisme in zijn geheel. Wat echter nauwelijks aan bod is gekomen is de vraag of dat roemruchte Duitse model waar Volkswagen de vaandeldrager van is ¸berhaupt nog bestaat. Eerst een ruwe schets van dat model. Anders dan in de AngloAmerikaanse wereld, waar de relaties tussen ondernemingen en tussen kapitaal en arbeid bestaan uit markttransacties, zijn deze transacties in Duitsland ingebed in sociale vertrouwensrelaties. Daaruit volgt een veel grotere mate van samenwerking tussen arbeid en kapitaal, een veel grotere betrokkenheid van aandeelhouders bij de onderneming en een veel grotere bereidheid tot het uitwisselen van informatie tussen eindafnemer en toeleverancier. En dat leidt, anders dan in de Anglo-Amerikaanse wereld, tot ondernemingen die uitblinken in het verder verfijnen van technologie en die een grote afkeer koesteren van typisch AngloAmerikaanse verschijnselen als massaontslagen, fusies, overnames en excessieve beloningspakketten voor managers. Ziehier de papieren verklaring voor het Duitse industriÎle succes. Het is lariekoek, al heel lang. Sinds het midden van de jaren negentig hebben Duitse banken hun deelnemingen in de Duitse industrie verkocht en zijn de traditionele vervlechtingen van de Duitse industriÎle en financiÎle elite geleidelijk ontrafeld. Daardoor zijn Duitse ondernemingen net als hun Anglo-Amerikaanse concurrenten speelbal geworden van de jacht op kwartaalwinsten om internationale beleggers tevreden te stellen. Iets soortgelijks is op de arbeidsmarkt gebeurd. Het Duitse 'banenwonder' is vrijwel uitsluitend te danken aan het besluit om een markt voor kleine, precaire baantjes te construeren. Ondanks lage werkloosheid, historisch ongekende bedrijfswinsten en een krankzinnig overschot op de handelsbalans heeft de gemiddelde Duitser zijn besteedbaar inkomen nauwelijks zien groeien. De mythe van het Duitse model wordt perfect geÔllustreerd door Volkswagen. Ook al maakt het concern technisch geavanceerde voertuigen, is nog altijd twintig procent van het aandelenkapitaal in handen van de deelstaat, en draaien de draaideuren tussen politiek en onderneming nog altijd soepeltjes, minder bekend is dat het bedrijf zich de laatste vijftien jaar meer is gaan toeleggen op financial engineering. Eind 2014 bestond bijna de helft van de bezittingen op de balans van Volkswagen uit financiÎle producten: 147 miljard euro op een totaal van 351 miljard. Het gaat dan om verhandelbare ('verpakte') autoleningen, leasecontracten, obligaties en aandelen. Daartegenover stonden schulden ter waarde van 144 miljard euro, vooral kortlopende, wat Volkswagen, ondanks een eigen vermogen van negentig miljard euro, uiterst kwetsbaar maakt voor renteverhogingen als de kredietwaardigheidsbureaus hun rating verder verlagen. Oftewel, Volkswagen gebruikt zijn plaatstalen balans, zijn impliciete staatsgarantie ('too big to fail') en zijn politieke connecties om goedkoop te lenen op de interbancaire markt en het geld duur uit te zetten bij klanten, die het vervolgens gebruiken voor de aanschaf van een waardevaste Volkswagen die tevens als onderpand dient. Goldman Sachs zou het Volkswagen niet hebben nagedaan. En er is ook hier een Nederlandse connectie. Op de Amsterdamse Herengracht is Volkswagen International Finance NV gevestigd. Daar wordt met een paar mensen geld opgehaald voor een Luxemburgs moederbedrijf. Uiteraard om fiscale redenen. Op inkomsten in 2014 van pakweg een miljard euro droeg de brievenbusmaatschappij voor zes miljoen euro af aan de Nederlandse schatkist. Vooral door de rentelasten op te pompen. Dat is een effectieve belastingdruk van zes procent, bij een nominaal tarief van 25, en leverde daarmee met 423 miljoen euro een substantiÎle bijdrage aan de winst van de holding. Belastingontwijking, brievenbusmaatschappijen, financial engineering, een bovenbaas met een jaarsalaris van 16,6 miljoen euro en een oprotpremie van een miljoen: sjoemelen met testresultaten past naadloos in dit plaatje van een amorele, zwaar gefinancialiseerde multinational. Het Duitse model is morsdood.
Page 12 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
De Groene Amsterdammer October 7, 2015 Jaar 139, Week 41
Post week 41 LENGTH: 626 words De econoom Dirk Bezemer stelt in zijn column (in De Groene van 1 oktober) het nut van replicatie ter discussie en zet en passant de Vereniging tegen de Kwakzalverij in een verdacht daglicht. Juist bij zaken als geneesmiddelen, maar ook sociaal gedrag, die hij zelf als voorbeelden aanhaalt, is repliceerbaarheid van onderzoek cruciaal. Wat hebben we aan de kennis over de effecten van een geneesmiddel als die alleen voor de testgroep geldt? Dan weten we toch nog steeds niet of het veilig en nuttig is die aan een nieuwe patiÎnt te geven buiten de testgroep. Wat hebben we aan het idee dat vleeseters hufters zouden zijn als dat buiten de testgroep heel anders kan liggen? Dan zegt het toch alleen iets over de testgroep en niet over vleeseters. Repliceerbaarheid maakt de gevonden uitspraken algemener geldig en geeft ze voorspellende waarde voor nieuwe gevallen. Dat is in de praktijk vaak buitengewoon nuttig. Daarnaast is replicatieonderzoek het middel om slecht of frauduleus onderzoek te ontmaskeren. Het excuus dat repliceerbaarheid in sommige wetenschapsgebieden niet haalbaar zou zijn vanwege hun aard reduceert die wetenschappen tot beschrijvingen, vaak ook interessant en nuttig, of tot meningen, ook interessant maar minder nuttig. Zulke wetenschappen zijn dus kennelijk gespeend van voorspellende waarde. Als we Bezemer moeten geloven is dat iets om bij bijvoorbeeld de economische wetenschappen in het achterhoofd te houden. In de huidige wetenschappelijke cultuur wordt aan reproduceerbaarheid veel te weinig aandacht besteed. Dat komt doordat we hijgerig steeds maar nieuwe dingen moeten vinden, omdat we anders geen onderzoeksfinanciering krijgen en niet worden gepubliceerd. Een eerste stap om dit tij te keren zou het opnemen van replicatieonderzoek in de wetenschappelijke literatuur zijn. Desnoods in aparte tijdschriften ter bevestiging of ontkrachting van eerder gedaan onderzoek. Vooral door dat laatste aspect zouden die nog een behoorlijke impactfactor kunnen krijgen. Ik ben het met Bezemer eens dat wetenschap mensenwerk is en in dialoog tot stand komt. Het lijkt me wel beter die dialoog via onderzoek en replicatie daarvan te voeren dan via meningen, vandaar bovenstaande suggestie. Sijbrand de Jong, Nijmegen
NRC Handelsblad 7 oktober 2015 woensdag
Page 13 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
Moet de staat geld scheppen? Economen komen er niet uit BYLINE: Mark Beunderman SECTION: Economie LENGTH: 972 woorden Geldstelsel Een groep academici plaatst kanttekeningen bij het burgerinitiatief om de macht van banken te breken door hen niet langer naar believen geld te laten scheppen. Door onze redacteur Mark Beunderman Amsterdam. EÈn van de economische debatten van dit moment gaat over iets opmerkelijk basaals: geld. Wie creÎert geld eigenlijk? Volgende week krijgt 'Burgerinitiatief Ons Geld' spreektijd in een hoorzitting in de Tweede Kamer, afgedwongen met 115.000 handtekeningen. De activisten worden gesteund door de De Verleiders, de makers van het succesvolle theaterstuk Door de bank genomen. Zij willen dat geld scheppen een publieke taak wordt. Verreweg het meeste geld wordt nu door commerciÎle banken gecreÎerd. Als zij giraal geld uitlenen, waar geen contant geld op de bankbalans tegenover staat, wordt nieuw geld geboren. Volgens het burgerinitiatief leidt dit tot een instabiel financieel stelsel. Vandaag mengt zich ook een groep academici en experts in de discussie. In een rapport zeggen zij: het k·n, de geldschepping weghalen bij de banken en onderbrengen bij een publieke instantie. Maar daar zijn ook nadelen aan verbonden. Het rapport is van Sustainable Finance Lab, een netwerk van academici die een duurzame financiÎle sector voorstaan. Bekende economen als Herman Wijffels, Arnoud Boot en Arjo Klamer schreven eraan mee. In grote lijnen deelt Sustainable Finance Lab de analyse van het burgerinitiatief. In het rapport staat dat 95 procent van het nieuwe geld in de wereld komt door kredieten die banken verstrekken. Anders dan veel mensen denken komt dus maar een klein deel van nieuw geld van centrale banken die bankbiljetten drukken. De hoeveelheid krediet ten opzichte van de totale economie is in Nederland sinds medio jaren negentig verdubbeld, van 80 procent van het bbp naar 160 procent. Het gaat vooral om hypotheken. Er is zo een ,,manisch-depressieve" economie ontstaan, staat in het rapport. In goede tijden wordt te veel geld gecreÎerd en lopen de schulden op. In slechte tijden is er nauwelijks krediet voor investeringen in de economie. ,,Het is goed dat het burgerinitiatief de discussie is begonnen over geldcreatie", zegt Wijffels, oud-topman van de Rabobank en hoogleraar Duurzaamheid in Utrecht. ,,Het huidige systeem betekent dat je geld in omloop brengt als schuld." Dirk Bezemer, econoom in Groningen en een van de hoofdauteurs, zegt: ,,Nederland staat met zijn hypotheekschuld in de wereldtop. Het maakt het moeilijker om uit recessies te komen." De oplossing van het burgerinitiatief is radicaal: niet de banken maar een publieke instantie gaat beslissen over de geldhoeveelheid, en dan op basis van maatschappelijke overwegingen, geen commerciÎle. Banken blijven bestaan, maar kunnen alleen nog geld uitlenen dat er al is, namelijk waarvoor ze reserves hebben bij de centrale bank. Het burgerinitiatief grijpt terug op ideeÎn van Amerikaanse economen in de jaren dertig. Wat onduidelijk blijft, is hoe zo'n publieke geldschepper er precies uit zou zien. Sustainable Finance Lab somt de nadelen van het voorstel van het burgerinitiatief op. De publieke geldschepper kan onder politieke druk komen te staan, ,,zeker rond verkiezingstijd". Dan kan er j˙ist te veel geld worden gecreÎerd. Niet-bancaire partijen, zoals geldmarktfondsen, kunnen de regels omzeilen en nog steeds geld creÎren. En het is maar de vraag, zegt Bezemer, of een ,,bureaucratische instelling kan voorspellen welke geldgroei nodig is." De auteurs van het rapport trekken uit die nadelen verschillende conclusies. Klaas van Egmond (Universiteit Utrecht) zal volgende week in de Kamer pleiten vÛÛr een publieke geldschepper. ,,Je kunt zo'n instelling los zetten van de overheid, net als de rechterlijke macht bijvoorbeeld. Zo ondervang je het bezwaar van
Page 14 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag politieke beÔnvloeding." Bezemer steunt een alternatief in het rapport: strengere regels in het huidige stelsel. Op commerciÎle geldschepping zijn nu al ,,remmen", staat in het rapport. Banken kunnen niet eindeloos geld scheppen, want ze moeten een minimum aan kapitaal aanhouden. Recentelijk zijn veel regels aangescherpt. Financiers van banken moeten meebetalen als een bank omvalt. Met dit risico in het achterhoofd zullen zij bij de banken aandringen om voorzichtiger te zijn met krediet verstrekken, zo is de gedachte. Dat laatste is een ,,stap in de goede richting", zegt Wijffels. ,,Maar of het in 'goede tijden' de euforie van steeds meer krediet afremt, is maar zeer de vraag. Het overmatig optimisme zit in zo'n periode in het hele systeem." Sustainable Finance Lab stelt maatregelen voor die het systeem ,,robuuster" moeten maken, zoals hogere vermogenseisen aan banken. Volgens Wijffels en Bezemer is aanpak van de hypotheekmarkt het meest urgent. Bezemer: ,,Mensen moeten mÈÈr eigen geld meenemen als ze een hypotheek willen krijgen. Dat zal de vraag naar hypotheken drukken en de schuld doen dalen." Wijffels: ,,Helaas wordt iedereen die dit roept, in Den Haag weggehoond." De economie gedraagt zich manisch-depressief, vinden onderzoekers van het Sustainable Finance Lab Geldschepping door commerciÎle banken gaat als volgt. Op de balans van een bank staan bezittingen (activa) en verplichtingen (passiva). Als de bank een lening verstrekt, is dat een extra bezitting, want daarover ontvangt de bank rente. Aan de verplichtingenkant ontstaat een deposito, van de persoon die de lening is aangegaan. Het uitgeleende geld ontstaat 'uit het niets': er staat geen contant geld tegenover op de bankbalans. Publieke geldschepping gaat heel anders. De overheid, of een andere publieke instelling als de centrale bank, beslist op economische of sociale gronden om de geldhoeveelheid te laten groeien. Het nieuw gecreÎerde geld kan direct onder burgers worden verdeeld of door de overheid worden uitgegeven.
De Groene Amsterdammer October 7, 2015 Jaar 139, Week 41
Op z‚ n Duits; Economie
Page 15 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
BYLINE: Ewald Engelen LENGTH: 794 words
HIGHLIGHT: Op 18 september werd bekend dat Volkswagen de samenleving op grote schaal had opgelicht. Het automerk - ambassadeur van het Duitse model - had elf miljoen dieselbakken uitgerust met een staaltje elektronica dat er niet om loog. In testsituaties noteerden de wagens verbluffend lage scores op de uitstoot van nitrogeenoxide terwijl in werkelijkheid de uitstoot maar liefst veertig keer hoger was. Drie weken later is zowat alles wat erover te zeggen valt wel gezegd. De verwijzing naar Libor is gemaakt. De gebrekkige corporate governance bij Volkswagen is besproken. De doopcelen van de voornaamste betrokkenen zijn gelicht. De vergelijkingen met Enron, Toyota, General Motors en BP zijn gemaakt. Er is gespeculeerd over de consequenties voor Volkswagen, voor Duitsland, de eurozone en zelfs voor het kapitalisme in zijn geheel. Wat echter nauwelijks aan bod is gekomen is de vraag of dat roemruchte Duitse model waar Volkswagen de vaandeldrager van is ¸berhaupt nog bestaat. Eerst een ruwe schets van dat model. Anders dan in de AngloAmerikaanse wereld, waar de relaties tussen ondernemingen en tussen kapitaal en arbeid bestaan uit markttransacties, zijn deze transacties in Duitsland ingebed in sociale vertrouwensrelaties. Daaruit volgt een veel grotere mate van samenwerking tussen arbeid en kapitaal, een veel grotere betrokkenheid van aandeelhouders bij de onderneming en een veel grotere bereidheid tot het uitwisselen van informatie tussen eindafnemer en toeleverancier. En dat leidt, anders dan in de Anglo-Amerikaanse wereld, tot ondernemingen die uitblinken in het verder verfijnen van technologie en die een grote afkeer koesteren van typisch AngloAmerikaanse verschijnselen als massaontslagen, fusies, overnames en excessieve beloningspakketten voor managers. Ziehier de papieren verklaring voor het Duitse industriÎle succes. Het is lariekoek, al heel lang. Sinds het midden van de jaren negentig hebben Duitse banken hun deelnemingen in de Duitse industrie verkocht en zijn de traditionele vervlechtingen van de Duitse industriÎle en financiÎle elite geleidelijk ontrafeld. Daardoor zijn Duitse ondernemingen net als hun Anglo-Amerikaanse concurrenten speelbal geworden van de jacht op kwartaalwinsten om internationale beleggers tevreden te stellen. Iets soortgelijks is op de arbeidsmarkt gebeurd. Het Duitse 'banenwonder' is vrijwel uitsluitend te danken aan het besluit om een markt voor kleine, precaire baantjes te construeren. Ondanks lage werkloosheid, historisch ongekende bedrijfswinsten en een krankzinnig overschot op de handelsbalans heeft de gemiddelde Duitser zijn besteedbaar inkomen nauwelijks zien groeien. De mythe van het Duitse model wordt perfect geÔllustreerd door Volkswagen. Ook al maakt het concern technisch geavanceerde voertuigen, is nog altijd twintig procent van het aandelenkapitaal in handen van de deelstaat, en draaien de draaideuren tussen politiek en onderneming nog altijd soepeltjes, minder bekend is dat het bedrijf zich de laatste vijftien jaar meer is gaan toeleggen op financial engineering. Eind 2014 bestond bijna de helft van de bezittingen op de balans van Volkswagen uit financiÎle producten: 147 miljard euro op een totaal van 351 miljard. Het gaat dan om verhandelbare ('verpakte') autoleningen, leasecontracten, obligaties en aandelen. Daartegenover stonden schulden ter waarde van 144 miljard euro, vooral kortlopende, wat Volkswagen, ondanks een eigen vermogen van negentig miljard euro, uiterst kwetsbaar maakt voor renteverhogingen als de kredietwaardigheidsbureaus hun rating verder verlagen. Oftewel, Volkswagen gebruikt zijn plaatstalen balans, zijn impliciete staatsgarantie ('too big to fail') en zijn politieke connecties om goedkoop te lenen op de interbancaire markt en het geld duur uit te zetten bij klanten, die het vervolgens gebruiken voor de aanschaf van een waardevaste Volkswagen die tevens als onderpand dient. Goldman Sachs zou het Volkswagen niet hebben nagedaan. En er is ook hier een Nederlandse connectie. Op de Amsterdamse Herengracht is Volkswagen International Finance NV gevestigd. Daar wordt met een paar mensen geld opgehaald voor een Luxemburgs moederbedrijf. Uiteraard om fiscale redenen. Op inkomsten in 2014 van pakweg een miljard euro droeg de brieven-
Page 16 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag busmaatschappij voor zes miljoen euro af aan de Nederlandse schatkist. Vooral door de rentelasten op te pompen. Dat is een effectieve belastingdruk van zes procent, bij een nominaal tarief van 25, en leverde daarmee met 423 miljoen euro een substantiÎle bijdrage aan de winst van de holding. Belastingontwijking, brievenbusmaatschappijen, financial engineering, een bovenbaas met een jaarsalaris van 16,6 miljoen euro en een oprotpremie van een miljoen: sjoemelen met testresultaten past naadloos in dit plaatje van een amorele, zwaar gefinancialiseerde multinational. Het Duitse model is morsdood.
NRC Handelsblad 6 oktober 2015 dinsdag
Brieven BYLINE: Paul Strijp Lucas Bergkamp Cora Duin Rik van Berkel, Carl Dirks Jonge Democraten Ewoud Jansen Pim Derks
Engelen en de economen Zeven jaar na de crisis is er niet veel veranderd in het denken van de economen, vindt Ewald Engelen (3/10). Om vervolgens uit te weiden over allerlei economen en hun theorieÎn die door de crisis weer in de belangstelling staan. En over het feit dat vrijwel elke zichzelf respecterende econoom via blogs de crisis live van kritisch commentaar voorziet. Ook constateert hij dat het IMF op tal van dossiers tot heel andere standpunten komt dan vroeger. Maar deze waslijst aan ontwikkelingen zou de top van de economische beroepsbeoefenaars nauwelijks beroerd hebben. Engelen laat zich volledig op sleeptouw nemen door zijn tastbare aversie tegen economen en de 'financialisering' van de maatschappij. Zijn oplossing tegen dit kwaad is dat universiteiten 'waarheidssprekers' moeten afleveren die 'onverbiddelijke en nietsontziende kritiek' uiten op de status quo. Die niet dienstbaar zijn aan het grootkapitaal. Met Engelen ben ik het eens dat academici, economen incluis, kritisch moeten kunnen en durven denken. Maar hopelijk accepteert hij ook dat er 'waarheidssprekers' kunnen zijn die iets anders verkondigen dan zijn waarheid. Aan waarheidssprekers die ageren tegen het grootkapitaal is op universiteiten nooit gebrek geweest. Ook niet op de economische faculteiten. De waarheid verkondigen - totalitaire regimes doen het graag. De Sovjet-Unie had er een speciale krant voor. Ewoud Jansen
Econoom
De Telegraaf
Page 17 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag 5 oktober 2015 maandag
`Bank niet meer nodig'; Opkomst van digitale betaaltechnieken grote bedreiging BYLINE: Schoot, Edwin van der SECTION: Financieel; Blz. 19 LENGTH: 567 woorden door Ruben Eg AMSTERDAM - Voor de bank resteert in de toekomst slechts een rol als verschaffer van betaalinfrastructuur. Overleven kan het best als prijsvechter. Dat voorspellen in- en outsiders uit de financiÎle wereld. Het is een hele grote bedreiging voor de traditionele bank , zegt Arnoud Boot, hoogleraar financiÎle markten aan de Universiteit van Amsterdam, over de opkomst van betaaltechnieken als Paypal, Apple Pay, Google Wallet, Adyen, Bunq, bitcoins en zelfs de ovchipkaart. Er is geen enkele reden waarom het betaalsysteem nog per definitie via banken moet lopen. De trend in de financiÎle sector is dat instellingen zich aan strenge regels moeten houden en alle risico's voor goed en veilig betaalverkeer op zich nemen, reageert Don Ginsel, oud-bankier en oprichter van het financiÎle innovatiebedrijf Holland FinTech. Maar ondertussen wordt het verdienmodel van banken afgebroken door nieuwe spelers die meeliften op hun infrastructuur. Veel partijen creÎren een extra laag tussen bank en klant door betaaldiensten over te nemen. Hiermee staat volgens Ginsel het verdienmodel van traditionele banken onder druk, helemaal als zij over twee jaar door nieuwe Europese regels verplicht worden derde partijen toegang te geven tot rekeningen als klanten daar om vragen. Bijvoorbeeld voor een app op de smartphone plant die je betalingen integreert met financial planning. De bank verandert dan van NS in ProRail, van vervoerder tot een bedrijf dat alleen de infrastructuur onderhoudt. Betalen, lenen en sparen kunnen zo door andere partijen overgenomen worden. Maar hier kunnen uiteindelijk ook nieuwe kansen ontstaan voor banken. Boot trekt een vergelijking met de luchtvaart. Grote bedrijven zoals KLM, AirFrance en Lufthansa zijn nooit in staat geweest een goede prijsvechter op te zetten. De bank die er in slaagt te veranderen in een discounter kan overleven. Maar dat zal slechts een enkeling lukken. Ook Gijs Boudewijn, adjunct directeur van Betaalvereniging Nederland, stelt dat de positie voor banken in het gedrang komt als zij nauwelijks tot niet meer zichtbaar zijn voor de klant. Zonder directe betaalrelatie verdwijnt de navelstreng tussen de bank en de particuliere klant, vat hij samen. Via de betaalrelatie verkocht je als bank ook een lening, hypotheek of krediet. De uitdaging is relevant blijven. Dat kun je zelf doen, of door samen te werken met andere partijen. Die samenwerking met technologiebedrijven zal slechts tijdelijk zijn, voorspelt Boot. Consumenten maken op dit moment alleen kleine betalingen over met Paypal, omdat zij de bank voor grote bedragen nog het meest betrouwbaar vinden. Maar zodra Paypal en Apple Pay dit vertrouwen van de klant krijgen, dan zeggen deze bedrijven: `We hebben de bank niet meer nodig'. En als Apple in de toekomst een bankvergunning toch belangrijk vindt dan kunnen ze zo een bankje overnemen. SNS bijvoorbeeld (Dat wordt in 2016 geprivatiseerd, red.). Consultant Tony de Bree is als oud-bankier niet overtuigd dat de financiÎle sector tijdig zal inspelen op de nieuwe situatie. Ondernemerschap zit gewoon niet in de traag werkende banken. Ook is de boodschap van de crisis nog altijd niet echt begrepen aan de top. Men voelt niet in de portemonnee dat er iets moet veranderen. Dat gebeurt pas als klanten gaan overstappen naar nieuwe partijen die nieuwe diensten aanbieden, net zoals ooit in de telecommarkt gebeurde.
Page 18 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
NRC Handelsblad 3 oktober 2015 zaterdag
En nu moet de student een kritisch econoom worden BYLINE: Ewald Engelen SECTION: Opinie & Debat LENGTH: 1644 woorden Zeker, de economische crisis heeft heilige huisjes omver geworpen. Maar de toekomstige econoom wordt nog altijd opgeleid tot hooghartige technocraat - niet tot kritisch econoom, meent Ewald Engelen. Dat moet veranderen. We leven in een Econocratie. Wie het financieel-economische taalspel beheerst, kan de top van de politiek, toezicht, banken en bedrijfsleven bereiken. Maar hebben wij ons wel voldoende rekenschap gegeven van het massieve 'kennisfalen' van de Grote FinanciÎle Crisis? Met kennisfalen bedoel ik het onvermogen van academici, publieke intellectuelen en media om de waarheid tegen de financieel-economische macht te spreken en om te onthullen dat de bankier en zijn bankeconoom, de toezichthouder en zijn beleidseconoom, de politicus en zijn economisch adviseur keizers zonder kleren zijn. VÛÛr de crisis bleken economen te vaak insiders die tegen betaling de theoretische legitimering verzorgden bij beleid dat vooral de belangen van grootbanken diende. Te veel hebben academici uit andere disciplines zich neergelegd bij een arbeidsdeling die onderzoek naar de economie tot het exclusieve domein van de econoom maakte. Te vaak hebben publieke intellectuelen zich laten afschrikken door het numerieke jargon van de econoom. En te vaak ook bleek de pers kortademig, bevangen door een wanhopig gevecht om een slinkende schare kijkers, luisteraars en lezers. Intussen mocht de financiÎle pers aanschuiven bij de groten der aarde in Washington of Davos. Dat doofde maar al te vaak hun kritische vermogens. Zeven jaar na de crisis is er niet veel veranderd. Daarmee wil ik niet suggereren dat er niets is gebeurd. Van alle vergeten economen die sinds de crisis zijn herontdekt, zijn Keynes en Minsky veruit de sociaalwetenschappelijkste. Al even verheugend is de hernieuwde aandacht voor economische geschiedenis. Dat heeft uiteraard alles te maken met de schaal van onze catastrofe, die vergelijkbaar is met de Grote Depressie van de jaren dertig. Zelfde oorzaak, even diep, even lang, en in het geval van Nederland zelfs langer. En dus gaat het werk van Peter Temmin, Barry Eichengreen, Charles Kindleberger, Milton and Rose Friedman, John Kenneth Galbraith en Ben Bernanke er weer in als koek. Cognitieve winst is er ook op internet. Daar floreert de economische blogosphere sinds de crisis. Vrijwel iedere zichzelf respecterende econoom voorziet in een blog ongevraagd de laatste mutaties van de crisis bijna live van kritisch commentaar. Daarmee bewijst hij geÔnteresseerde burgers een dienst die democratisch van onschatbare waarde is. Hulde ook voor het IMF. Ooit verguisd vanwege zijn slagersrol in Latijns-Amerika en Zuidoost-AziÎ, verwijst de eigen onderzoeksafdeling sinds kort het ene na het andere heilige huisje r¸cksichtslos naar de schroothoop der geschiedenis. De aanpak van de Griekse crisis was desastreus, en dat lag aan het economisch fundamentalisme van de Europese Centrale Bank en de Europese Commissie. Ongelijkheid is slecht voor de economische groei. Een te grote financiÎle sector remt economische ontwikkeling. Flexibilisering van
Page 19 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag de arbeidsmarkt beschadigt het verdienvermogen van economieÎn. Zo bezien is het IMF nu al een paar jaren progressiever dan de PvdA. Maar dit alles heeft de academische economiebeoefenaars zelf, die bovenin de kennispiramide de toon van het financieel-economische taalspel bepalen, nauwelijks beroerd. Daar schittert reflectie op de crisis en de eigen rol door afwezigheid. De enige aanwijsbare vernieuwing is de definitieve doorbraak van de gedragseconomie: een al langer bestaande mix van economie en sociale psychologie. De grote aandacht voor emoties, oogkleppen en vuistregels is onmiskenbaar een verrijking van de gedragsaannames van de economie. Tegelijk reproduceert het het individualistische perspectief op de werkelijkheid dat de economie al zo lang parten speelt. Politiek, instituties, sociale normen, ideeÎn - ze komen in het universum van de econoom alleen voor als prikkels die het keuzegedrag van actoren beÔnvloeden. Toegepast op de crisis levert dat een buitenproportionele aandacht op voor hebzucht, kuddegedrag en zelfoverschatting. En verdwijnen zaken als macht, politiek, lobbyen en ongelijkheid uit beeld. Daarmee is ook de pathologie nagenoeg dezelfde gebleven. De vanzelfsprekendheid waarmee economen de eigen conventies voor universele normen houden en inzichten uit andere disciplines als onwetenschappelijk afwijzen. Het gemak waarmee in 2010 aan mijn eigen Alma Mater bezuinigingen zijn afgewenteld op de uitmuntend presterende vakgroep Geschiedenis en Methodologie van de Economie. Het anti-intellectuele ingenieursdom. De geringe belezenheid. De arrogantie, het machismo: zeventig procent van de economen is man. Het gebrek aan zelftwijfel, zelfonderzoek, aan filosofische reflectie op de grondslagen van de eigen discipline. De trotse viering van het eigen isolationisme: geen discipline met minder verwijzingen naar andere disciplines dan de economische. De doofheid voor de terechte klachten van studenten over het bloedeloze karakter van economie als mathÈmatique manquÈe. Zeven jaar na de crisis zijn dat nog altijd de kenmerken. En natuurlijk helpt het overdreven ontzag van de media voor de vermeende expertise van de econoom daar niet bij. Sinds 1980 hebben Nederlandse media volgens LexisNexis zo'n duizend maal het adjectief 'topeconoom' gebruikt. Tot aan de crisis een ruime driehonderd keer, daarna heeft een Nederlandse journalist meer dan zevenhonderd keer een econoom 'top' genoemd. Ter vergelijking: in diezelfde periode overkwam dat maar vijf sociologen, geen politicoloog, geen antropoloog, vijf historici, zes filosofen (waaronder Cruijff) en geen enkele geograaf. Samenlevingen als de onze zijn gedoemd de fouten uit het verleden te herhalen als we niet voldoende intellectuele tegenmacht mobiliseren. Nimmer was de 'financialisering' van ons leven zo groot: pensioen en hypotheek; private equity in kinderopvang, vuilverwerking en grootwinkelbedrijf; vastgoed en derivaten in de semipublieke sector; aandeelhouderswaarde in het grootbedrijf. En nimmer was de financiÎle geletterdheid zo klein. Daarmee bedoel ik niet dat je het fenomeen van rente-op-rente begrijpt, maar dat je een gezond wantrouwen koestert jegens de verkooppraatjes waarmee de bancaire sector ons, onze toezichthouders en onze politici ervan probeert te overtuigen dat de status quo de beste van alle mogelijke werelden is. GeÔnstitutionaliseerde argwaan dus, liefst geschraagd door een forensisch ethos: Waar gaat het geld heen? Wie wordt er rijk van? Wie betaalt het gelag? Hoe wordt het verdiend? Hoe wordt dat verdoezeld? En, vooral, hoe wordt het gelegitimeerd? Wat zijn de metaforen, gelijkenissen en verhalen waarmee hebzucht van zijn politieke angel wordt ontdaan? Wie vertelt die verhalen? Waarom vertellen zij die verhalen? Wat is hun belang? Begrijp me niet verkeerd: het wordt gedaan. Neem de grote journalistieke onderzoeksproducties van NRC Handelsblad, Vrij Nederland en DeGroene Amsterdammer; kijk naar de muckraking van internetplatforms als Follow the Money en De Correspondent; neem de kritische reportages en documentaires van Radar, Zembla, Argos en Nieuwsuur. Maar het is allemaal te incidenteel, graaft vaak niet diep genoeg, en, vooral, het vergeet de structurele, maatschappelijke voorwaarden voor de misstanden die zij aan de kaak stellen, bloot te leggen. Er is een economische orde ontstaan waarin financial engineering profijtelijker is dan het maken van goederen en diensten voor burgers. En het ontstaan van die orde heeft te maken met de erosie van de onderhandelingsmacht van de factor arbeid als gevolg van het politieke besluit, eind jaren zeventig, om grootbedrijven verregaande mobiliteitsprivileges te geven zonder daar maatschappelijke voorwaarden aan te verbinden. D·t blootleggen vereist een andere taakopvatting van media en academici. Voor media: niet
Page 20 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag amuseren, maar informeren; niet verpozen maar aanklagen; niet aanschurken tegen de macht maar de macht unverfroren de waarheid zeggen. Voor academici: niet dienstbaar zijn aan overheid, arbeidsmarkt, grootkapitaal en bespottelijke ranglijstjes, maar aan burgers. Als er namelijk iets is waaraan burgers in het gefinancialiseerde kapitalisme behoefte hebben, is het een constante, onverbiddelijke, nietsontziende kritiek van de status quo. Dat kan alleen als we die kraamkamer van het intellect, de universiteit, transformeren van een technocratenmachine in een instelling waar waarheidssprekers worden gevormd. Foucault zegt over deze waarheidssprekers dat de waarheid van hun uitspraken gewaarborgd is door hun oprechtheid, integriteit en moed. Wat zij uitspreken, wijkt af van de communis opinio en is daarmee gevaarlijk voor henzelf. Vandaar Foucaults nadruk op deugden en karaktervorming: hier sta ik, dit zeg ik, ik kan niet anders. Tegelijk kan de ongemakkelijke waarheid van de waarheidsspreker de gemeenschap behoeden voor collectieve dwalingen. Wat zou het fraai zijn als dat de missie van economieopleidingen was. Niet langer gelobotomiseerde technocraten opleiden die het financieel-economische taalspel voldoende beheersen om toegelaten te worden tot EconocratiÎ. Maar studenten kneden tot waarheidssprekers, die zijn geoefend in het leveren van fundamentele maatschappijkritiek, geÔnformeerd door het emancipatoire inzicht dat de status quo niet aan natuurwetten beantwoordt maar een mensenmaaksel is en dus veranderd kan worden. Wat zeg ik: moet worden. De trotse viering van het eigen isolationisme: geen discipline met minder verwijzingen naar andere disciplines dan de economische Ewald Engelen is hoogleraar FinanciÎle geografie aan de UvA. Dit is een verkorte versie van de Socrateslezing die hij morgen uitspreekt in de Rode Hoed, A'dam. De lezing wordt georganiseerd door het Humanistisch Verbond.
Brabants Dagblad 1 oktober 2015 donderdag
Avans opent een 'duurzaam' centrum BYLINE: DOOR KIRSTEN RIETBERGEN SECTION: Regio LENGTH: 390 woorden Avans Hogeschool heeft een van de grootste onderzoekscentra in Nederland geopend op het gebied van duurzaam ondernemen: het Expertisecentrum Sustainable Business (ESB). Gisteren was de officiÎle start het ChassÈ Theater in Breda met een congres voor zo'n 800 betrokkenen. Het expertisecentrum gaat werken op de scholen in Den Bosch en Breda. Meer dan 50 docenten, 6 lectoren en 19.000 studenten van de hogeschool gaan aan de slag met praktijkgericht onderzoek naar duurzaam ondernemen. Dat gaat verder dan onderwerpen als milieu, CO2uitstoot, energie of verspilling. 'We kijken naar de toekomstbestendigheid van organisaties. Naar samen-
Page 21 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag werking tussen organisaties, de relatie tussen werkgever en werknemer, marketing, ethiek en maatschappelijke waardes.' Daarbij worden meer dan ooit de banden met het bedrijfsleven aangehaald, stelt Edwin Verlangen, directeur van het expertiscentrum. Zo gaat lector Ton van Kollenburg half oktober mee met het Osse bedrijfsleven op handelsreis naar Vietnam, onder meer voor onderzoek naar voedselverspilling. Terug in Nederland gaan studenten daarmee aan de slag. Jheronimus Bosch Ook doen Avans-studenten onderzoek naar de financiÎle stromen van de internationale tentoonstelling Jheronimus Bosch die volgend jaar in het Noordbrabants Museum wordt gehouden. "We gaan de tentoonstelling analyseren en kijken of we er financiÎle en maatschappelijke meerwaarde aan kunnen geven", zegt lector Marleen Janssen Groesbeek. Het is een manier om het onderwijs beter aan te laten sluiten op het bedrijfsleven en het leven van alledag. Studenten kunnen bij wijze van een onderzoeksproject actuele problemen van bedrijven aanpakken. "Maar wij zijn geen verkapt adviesbureau", waarschuwt directeur Verlangen. "Wat we onderzoeken, is in het belang van het onderwijs, en we betrekken daar meerdere partijen bij." Volgens hem wordt het voor ondernemers onder meer makkelijker om met het onderwijs in contact te komen. "Er is een duidelijk loket waar ze met hun vragen en wensen naartoe kunnen." Bijna alle studenten van Avans krijgen met het ESB te maken, want het wordt bij allerlei studies betrokken. "Niemand op school kan straks nog zeggen: 'Duurzaam ondernemen, daar hebben we nog nooit van gehoord.'" 'Niemand kan straks zeggen: Duurzaam ondernemen, daar hebben we nooit van gehoord' (Edwin Verlangen, directeur ESB)
Nederlands Dagblad 26 september 2015 zaterdag
Laat je niet afleiden door al die getallen BYLINE: Arjo Klamer hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit, lector sociale innovatie voor Fontys en wethouder in Hilversum http://nd.nl/opinie SECTION: Opinie LENGTH: 924 woorden Cijfers, hoeveelheden, kwantiteiten bepalen ons leven. Maar het gaat om kwaliteiten, sufferd! Laat je niet afleiden door weinig zeggende getallen. Het idee van een nieuwe economie zoemt rond. Want: de economie zoals hij nu is, raakt verouderd. De nieuwe economie is de economie van delen, van co-creatie. Ik denk dat het inderdaad die richting op gaat. Maar wat in de weg staat is de fixatie op kwantiteiten. Cijfers beheersen het nieuws.
Page 22 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag Een paar voorbeelden. Deze week horen we dat de Nederlandse economie het goed doet. Dankzij een toename in investeringen en consumptiebestedingen groeit de economie niet met 0,1 maar met 0,2 procent. De oosterburen zijn in mineurstemming vanwege het Volkswagen-schandaal. Daardoor dreigt niet alleen de winst van Volkswagen terug te vallen, maar ook wordt er gevreesd voor meer werkloosheid en een lagere economische groei. En Nederlanders willen weten of ze met de laatste miljoenennota erop vooruit of achteruit gaan. Het is alsof kwantiteiten ons leven bepalen. En daarom denkt men dat economie om geld draait, dat geld uiteindelijk alles bepaalt. Daarom sturen overheden op meetbare resultaten en bedrijven op maximale winst. Jesse Klaver De fixatie op kwantiteiten tekent het instrumentalisme van de oude economie. Jesse Klaver, de nieuwe leider van GroenLinks bekritiseerde dit pas nog. Het instrumentalisme noemde hij 'economisme'. Ook goed. Eerder bezetten studenten van de Universiteit van Amsterdam het Maagdenhuis om het rendementsdenken op de universiteit aan de kaak te stellen. In de zorg klagen verzorgers steen en been over managers die hen de maat nemen. Maar wat is het alternatief? uw huis Het alternatief voor het instrumentalistische of economistische denken wordt duidelijk als we dicht bij huis beginnen. Neem uw huis, of flat. U betaalt er ongetwijfeld geld voor in de vorm van huur of hypotheekrente. Bezit u het huis, dan weet u zeer waarschijnlijk de prijs die u er nu voor zou krijgen. U geeft ook geld uit om het te onderhouden en in te richten. Het huis is dus te vatten in kwantiteiten, in geldhoeveelheden. Stel nu de vraag: waar is het huis goed voor? Onderdak zegt u? Veiligheid? En waar zijn die goed voor? Wat is echt belangrijk voor u? Waarom heeft u een huis? Ik geef het antwoord: ik heb een huis omwille van een thuis. Dat thuis deel ik met vrouw en kinderen. Ik heb, denk ik, een goed thuis met veel warmte, steun, en gezelligheid, en met tal van bijzondere herinneringen, goede maar ook wat akelige. Het thuis is belangrijk voor mij, misschien wel het belangrijkste wat ik heb. Het huis gaat dus om een thuis. Maar dat thuis heeft geen prijs. We kunnen het niet kopen, en ook niet verkopen. Het kost veel inspanning, veel geld ook, zoals het geld voor een huis, maar een thuis is niet te kwantificeren. U kunt niet zeggen dat uw thuis 86,7 waard is tegenover de 78 voor mijn thuis. Het thuis is een kwaliteit en is als zodanig niet in een getal te vatten. liefde Wat blijkt? Alles wat wezenlijk is - ons thuis, ons geloof, vriendschappen, gemeenschap, solidariteit, hoop, en het belangrijkste van alles, liefde - is een kwaliteit, met een waarde die kwalitatief is. Een vriendschap kan goed zijn, minder gaan, of voortreffelijk zijn. Het geloof is onwrikbaar, of dreigt te bezwijken onder twijfels. Een gemeenschap is vitaal, krachtig, of armzalig. Een land is machtig, gastvrij, of onderontwikkeld. Door alles te willen kwantificeren, zien we de kwaliteiten gauw over het hoofd. Richten we ons op de kwaliteiten van ons thuis, de stad waar we wonen, de organisatie waarvoor we werken, of het land dat het onze is, dan verandert er veel. Dan gaat het niet meer om 0,1 procent meer groei, maar om dat wat echt belangrijk is, zoals het welzijn van mensen, hun geluk, de gastvrijheid, de onderlinge solidariteit of welke kwaliteit ook. vooral bij bedrijven Het besef dat we willen sturen op kwaliteiten vind ik vooral bij bedrijven. Merkwaardig genoeg zijn het de commerciÎle jongens die zich richten op kwalitatieve doelen en gedragswaarden. Al het gepraat over leiderschap is bedoeld om de aandacht te verschuiven van management naar kwaliteit. Overheden lopen achter, maar ook daar bespeur ik belangstelling voor een kwalitatieve oriÎntatie.
Page 23 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag Het belangrijkste euvel is dat kwaliteiten zo moeilijk vast te pinnen zijn en daarom blijft het bijna ondoenlijk om vast te stellen of ze al dan niet gerealiseerd worden. Nu spreekt de wetenschapper in mij. In de jaren dertig bestond het merendeel van de economische cijfers nog niet. Men had geen flauw idee wat een economische groei was want de maatstaf van het bruto binnenlands product moest nog ontwikkeld worden. Iets dergelijks hebben we nu nodig, iets dat recht doet aan kwaliteiten. Ik ben daarom bezig met de ontwikkeling van een qualitative impact monitor om het sturen op kwaliteiten mogelijk te maken. Stel dat het ons lukt de kwaliteiten die het meest belangrijk voor ons zijn, duidelijk te benoemen en te duiden. Dan is het niet meer nodig afgeleid te worden door weinig zeggende getallen en kunnen we ons richten op al dat werkelijk belangrijk voor ons is. Dit is een verkorte versie van de lezing die Arjo Klamer uitspreekt bij de presentatie van 'Coˆperatief kapitalisme', het boek dat het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie vandaag presenteert. Door alles in cijfers uit te drukken, zien we kwaliteiten over het hoofd. Alles wat wezenlijk is - ons thuis, ons geloof, vriendschappen, solidariteit, hoop en vooral liefde - is niet in getallen uit drukken. Getallen zeggen dus niet zoveel.
Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
`Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' SECTION: Weekend; Blz. 11 LENGTH: 173 woorden Amsterdam De overheid heeft geen eerste recht om KLM te kopen, mocht Air France de Nederlandse tak willen afstoten. Dit concludeert de Volkskrant vrijdag op basis van documenten verkregen via een WOBverzoek. In de aandeelhoudersovereenkomsten die de Nederlandse Staat in 1994 sloot met KLM en later met Air France-KLM heeft de Staat verzuimd een terugkoopoptie te bedingen. Het geplaagde Air France kan hierdoor eenvoudiger de Nederlandse tak verkopen. Hoogleraar Hans Schenk noemde tegen de Volkskrant het niet opnemen van een terugkooprecht een `serieuze gemiste kans' om in het geval van problemen serieuze invloed te krijgen op de toekomst `van dit publieke belang'. Air France-KLM is al jaren verlieslatend en kampt met een hoge schuldenlast. De vliegmaatschappij ondervindt hevige concurrentie van Europese prijsvechters en de opkomst van luchtvaartmaatschappijen uit de Golfstaten. Zowel in Nederland als in Frankrijk wordt momenteel door Air France-KLM onderhandeld met de vakbonden om het hoge kostenniveau terug te dringen. fd LOAD-DATE: 18 September 2015
Page 24 `Overheid heeft geen eerste recht op koop vliegtuigmaatschappij KLM' Het Financieele Dagblad 19 september 2015 zaterdag
LANGUAGE: DUTCH; NEDERLANDS PUBLICATION-TYPE: Krant JOURNAL-CODE: HFD
Copyright 2015 Het Financieele Dagblad B.V. All Rights Reserved
33 of 95 DOCUMENTS
de Volkskrant 18 september 2015 vrijdag
Staat machteloos bij verkoop KLM BYLINE: VAN ONZE VERSLAGGEVERS WILCO DEKKER EN ERIC VAN DEN OUTENAAR SECTION: Economie; Blz. 25 LENGTH: 696 woorden De overheid heeft niet het eerste recht KLM te kopen, mocht Air France de Nederlandse dochter afstoten. Dat blijkt uit documenten die de Volkskrant via een WOB-verzoek kreeg. De KLM staat er helemaal alleen voor, mocht het fusiebedrijf Air France-KLM dieper in financiÎle problemen komen. De Nederlandse staat heeft verzuimd een zogeheten terugkoopoptie af te spreken voor KLM. De overheid heeft daardoor niet het eerste recht KLM te kopen, mocht Air France uit geldzorgen de Nederlandse dochter willen afstoten.
Dat valt af te leiden uit de nieuwe documenten over de verkoop van KLM in 2003, die de Volkskrant met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) heeft gekregen. Hoogleraar Hans Schenk, die al jaren de rol van de overheid bij bedrijven bestudeert, noemt het niet opnemen van een terugkooprecht 'een serieuze gemiste kans'. Door het niet opnemen van een terugkooprecht heeft de staat volgens de Utrechtse econoom de kans laten lopen in het geval van problemen serieuze invloed te krijgen op de toekomst 'van dit publieke belang'. Volgens Schenk, komt dat door de 'beperkte visie op de rol van de overheid in een economie'. Die is vooral beÔnvloed door de gangbare economische opvattingen dat 'we' er slechts voor hoeven te zorgen dat de markt zo veel mogelijk vrij is. De idee is dat ondernemingen er met de bestaande regelgeving dan voor zorgen dat we er niet meer naar om hoeven te kijken, aldus de hoogleraar. Het gaat om de aandeelhoudersovereenkomsten die de staat sinds 1994 heeft gesloten met KLM en later Air France-KLM. Uit de WOB-stukken blijkt dat de staat tot 2003 juist groot belang hechtte aan de mogelijkheid de meerderheid van de aandelen te kunnen verwerven in geval van nood. Bij de (als fusie gepresenteerde)
Page 25
overname van KLM door Air France is een belangrijk optierecht, stammende uit de jaren tachtig echter van de hand gedaan, en na meerdere verlengingen in 2010 uiteindelijk helemaal verdwenen. Er is daarbij geen nieuwe terugkoopoptie in geval van verkoop bedongen. Daarnaast zijn de zogeheten prioriteitsaandelen in 2004 overgedaan aan Air France. Daardoor kan de staat een verkoop van KLM aan bijvoorbeeld een partij uit de Golfstaten alleen nog proberen te vertragen of tegen te werken, bijvoorbeeld via enkele stichtingen die de belangen van de KLM in de gaten moeten houden. Actief optreden door de KLM zelf (deels) terug te kopen, is niet meer mogelijk. Het ministerie van FinanciÎn erkent dat destijds geen afspraken zijn gemaakt over het kopen van KLM door het ministerie van I&M (toen nog V&W), maar herkent zich niet in de term 'terugkopen'. De staat had voor de fusie 15 procent in KLM, en heeft nu nog 6 procent in het Nederlandse deel van het luchtvaartbedrijf. De positie van de staat rond Air France-KLM is van belang, omdat het luchtvaartbedrijf met grote problemen kampt. Het lijdt al jaren verlies en heeft een enorme schuldenlast. Air France-KLM wordt enerzijds belaagd door luxe maatschappijen uit het Midden-Oosten en anderzijds door goedkope prijsvechters. Het concern staat met de rug tegen de muur omdat het zowel luxe vliegtuigen moet aanschaffen, als miljardenbezuinigingen moet doorvoeren om kosten en schuldenlast omlaag te krijgen. Bovendien dreigen de Franse piloten opnieuw te gaan staken. Vorig jaar leidde een langdurige staking tot grote verliezen. De problemen bij KLM kunnen ook de positie van Schiphol schaden, en daarmee de hele Nederlandse economie. Uit een eerder beroep van de Volkskrant op de WOB bleek dit voorjaar dat de garanties die de staat heeft bedongen bij de fusie van KLM met Air France al vanaf 2003 boterzacht waren. Toenmalig minister Camiel Eurlings liet vervolgens bij de verlenging van de garanties in 2010 de meest concrete garantie vallen, waardoor de concerntop KLM-vluchten vanaf Schiphol kan schrappen of overhevelen naar de Parijse luchthaven Charles de Gaulle. Volgens staatssecretaris Mansveld zijn de overgebleven staatsgaranties stevig genoeg en zijn goede afspraken gemaakt met de top van Air France-KLM in Parijs. Het WOB-onderzoek werd gedaan door Marlies de Brouwer. 'Niet opnemen van een terugkooprecht is een serieuze gemiste kans'
de Volkskrant 16 september 2015 woensdag
Gezocht: econoom/intellectueel BYLINE: VAN ONZE VERSLAGGEVER PETER DE WAARD SECTION: Economie; Blz. 29 LENGTH: 754 woorden De hoge druk om te publiceren dwingt economen aan universiteiten zich te specialiseren. 'Ontregelende generalisten' verdwijnen daardoor. Zorgwekkend, vinden drie onderzoekers.
Page 26
Op de economische faculteiten van de universiteiten heerst een anti-intellectueel klimaat. Dat is zorgwekkend, stellen de economen Harry van Dalen, Kees Koedijk en Arjo Klamer vast op grond van een enquÍte onder economen in Nederland. Reden van dit klimaat is de hoge publicatiedruk, die tot specialisatie dwingt. 'Op de universiteiten overheerst de publish-or-perish-cultuur. Ruim 80 procent van de economen ervaart de publicatiedruk als zeer hoog, omdat de verdeling van geld onder meer is gebaseerd op publicaties en citaten.' Daarnaast is er kritiek op het systeem zelf. Liefst 67 procent vindt dat het geld niet gaat naar de economen met de meest originele ideeÎn en 60 procent denkt dat het systeem aanzet tot onethische praktijken. Eenderde van de economen speelt weleens met het idee de universiteit te verlaten vanwege de publicatiedruk. 'Er zijn tekenen dat dit systeem aan het doldraaien is', aldus Harry van Dalen, hoogleraar macro-economie aan de universiteit van Tilburg.
In plaats van specialist zouden academische economen veel meer generalist moeten zijn, aldus de drie onderzoekers, die zich baseren op een enquÍte onder aan de universiteit werkende economen en leden van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde. 'In een cultuur waarin alleen telt wat geteld kan worden, is het slecht toeven voor intellectuelen. Deze ontregelende generalisten die zich niets aantrekken van grenzen en altijd op zoek zijn naar het goede argument vormen een wezenlijk onderdeel van een wetenschappelijke gemeenschap', schrijven de economen in hun verslag, dat vandaag op de economensite Me Judice wordt gepubliceerd. Zij verwijzen daarbij naar een betoog van hoogleraar Kees Schuyt in 2004, die toentertijd een vurig pleidooi hield voor de intellectueel, de denker. Hij waarschuwde dat deze het zou kunnen verliezen van de anti-intellectueel, die ongeÔnteresseerd is in de geschiedenis en filosofie van de eigen discipline en gesprekken mijdt met andersdenkenden. 'Onder anti-intellectuelen zijn intellectuelen voer voor grappen en grollen. Keynes was te veel een intellectueel en dat gold zeker ook voor mensen als de Amerikaan John Kenneth Galbraith en de Nederlander Bob Goudzwaard. Wij hameren meer op het ontwikkelen van het besef dat economie niet alleen een wetenschap is, maar vooral ook een kunst, een kunst om de inzichten die je verwerft toe te passen in beleid', stelt Van Dalen. De onderzoekers hebben geprobeerd vast te stellen wat economen zelf de belangrijkste kwaliteiten van hun beroepsgroep vinden. Daarin zijn grote verschillen te zien tussen de economen op de universiteit en die in de praktijk. Van de in de praktijk werkende economen, bijvoorbeeld die bij het Centraal Planbureau, de ministeries en de pensioenfondsen, vindt liefst 75 procent visie op toekomstige ontwikkelingen de allerbelangrijkste kwaliteit, terwijl voorspellen in academische kringen als fundamenteel onmogelijk en onwaardig wordt gezien. Ook de tweede belangrijke eigenschap volgens economen in de praktijk, economische inzichten simpel maken, accordeert niet met de academische voorkeur voor complexiteit en technisch vernuft. Bij economen op de universiteiten wordt 'goed zijn in empirisch onderzoek' de belangrijkste kwaliteit genoemd, gevolgd door 'het vermogen fondsen te werven' en 'netwerken met prominente wetenschappers'. Van Dalen: 'Over ÈÈn ding zijn economen - in de praktijk en in de academie - het roerend eens: optreden in de media is van ondergeschikt belang om mee te tellen in de wereld. Voor buitenstaanders zal deze uitkomst opvallen. Zij zien per slot van rekening Sylvester Eijffinger, Sweder van Wijnbergen en Ewald Engelen als de economen omdat zij op het scherm hun inzichten delen. Onder economen vallen dergelijke optredens evenwel slecht en roepen ze achterdocht op.' Uit het onderzoek blijkt verder dat slechts ÈÈn op de twintig economen denkt dat in de toekomst nog een Nederlander in navolging van Jan Tinbergen de Nobelprijs voor de Economie kan winnen. Volgens Van Dale, Koedijk en Klamer dreigt 'de verregaande specialisatie gecombineerd met de publicatiedrang en de noodzaak van fondsenwerving academisch onderzoek in toenemende mate te verstikken'.
Page 27
'Waar is de ruimte voor vernieuwende denkers? Is dit niet een goede tijd voor het eerherstel van de intellectueel in de economie?'
de Volkskrant 15 september 2015 dinsdag
Ons Geld BYLINE: BERT WAGENDORP SECTION: Ten Eerste; Blz. 2 LENGTH: 580 woorden Column Bert Wagendorp Morgen hebben leden van de vaste commissie FinanciÎn een rondetafelgesprek met onder anderen acteurtheatermaker George van Houts en de acteurs Pierre Bokma, Tom de Ket, Victor Lˆw en Leopold Witte. Het gaat over de toekomst van ons geldsysteem. Dat lijkt opmerkelijk, en dat is het ook. Over een maand neemt de vaste commissie FinanciÎn het Burgerinitiatief Ons Geld in behandeling, nadat 120 duizend Nederlanders daarop hadden aangedrongen.
Van Houts, Bokma, De Ket, Lˆw en Witte vormen De Verleiders. In hun derde voorstelling, Door de bank genomen, ging het onder meer over de macht van bankiers en het feit dat particuliere banken het scheppen van geld praktisch hebben gemonopoliseerd. En over de kwalijke gevolgen daarvan. Het was een prachtige voorstelling en na afloop was ik ouderwets enthousiast en tevens woedend. Dat de acteurs niet maar wat stonden te spelen maar Ècht verontwaardigd waren, bleek toen Van Houts en de zijnen in samenwerking met de Stichting Ons Geld het Burgerinitiatief startten. Ons Geld werd in 2012 opgericht door de toen 23-jarige Luuk de Waal Malefijt. Wat is het punt? Van al het geld dat in Nederland in omloop is, is 97 procent via hypotheken en leningen gecreÎerd door particuliere banken. Ons geld is schuld aan de bank en d·t is volgens Ons Geld de oorzaak van de huizenbubbel, kredietcrisis, werkloosheid, groeiende ongelijkheid en nog veel meer trieste ellende. Het doel van het Burgerinitiatief: de overheid moet het scheppen van geld naar zich toe trekken, zo de macht van de banken breken en de geldcreatie onder democratisch toezicht brengen. Staatsgeld, vrij van schuld en rente. Het betreft hier geen dagdromerij van een paar maffe Nederlandse acteurs en jonge hemelbestormers. In het Sustainable Finance Lab onder voorzitterschap van voormalig Rabobankier Herman Wijffels pleiten economen van naam en faam ook voor een nieuw en democratischer systeem van geldcreatie. In de Verenigde Staten (American Monetary Institute) en Groot-BrittanniÎ (Positive Money) gebeurt hetzelfde. Op IJsland schreef de econoom Frosti Sigurjonsson dit voorjaar op verzoek van de premier een rapport: Monetary Reform - A better monetary system for Iceland - met minder macht en invloed van de banken.
Page 28
Ik verwacht dat het een heel mooie voorstelling wordt, morgen aan de ronde tafel. Ik zou als Kamerlid niet graag tegenover een boze Bokma zitten of het giftige cynisme van Van Houts over me heen krijgen - ook al weten die jongens veel meer van geld opmaken dan van geld scheppen. Het belang van het Burgerinitiatief is dat we gaan nadenken over ons geldsysteem - dat mag abstract klinken, maar er is geen ander systeem dat onze levens zo sterk beÔnvloedt. Het zou natuurlijk helemaal prachtig zijn als de Kamerleden het initiatief serieus nemen, zich niet voor het karretje van de banken laten spannen en het alternatief onderzoeken. Nederland weer eens een brutaal gidsland - ook bijzonder. Op de site van Follow The Money toonde George van Houts zich niet erg optimistisch. Hij vreest dat de macht en de lobbykracht van de banken te groot zullen blijken: geld scheppen is lucratieve handel. 'Als het niet lukt, dan maar een revolutie. De klinkers uit de straten en op naar de Zuidas!' OkÈ, maar eerst de Kamer. Spekkie voor het bekkie van Jesse Klaver. Kans voor open doel voor de Nieuwe Linksigheid van de PvdA, gefundenes Fressen voor Emile Roemer. 'De klinkers uit de straten en op naar de Zuidas!'
NRC.NEXT 11 september 2015 vrijdag
Onze ideeÎn over geld staan echt niet voor eeuwig vast SECTION: denken LENGTH: 1349 woorden Economie Filosoof Karim Benammar ziet door de huidige ontwikkelingen toekomst in een nieuw economisch systeem. Alleen: hoe verander je het systeem? De angst voor een hernieuwde crisis - een wereldwijd falen van het globale economische systeem - zit nog diep in ons, getuige het succes van Joris Luyendijks Dit kan niet waar zijn. We maken ons kwaad over het gedrag en inkomen van bepaalde bankiers en zoeken naar zondebokken. We vinden het schandalig dat de kwetsbaarste groepen - ouderen, jongeren, zieken, armen - weer de grootste klappen hebben gekregen. Maar welk economisch systeem zouden we juist wel willen voor onszelf en onze samenleving? Omdat verandering op globaal niveau politieke consensus en nieuwe wetgeving vereist, bespreek ik hier stappen die wij als individu of als groep gelijkgestemden kunnen nemen. Wat geldsystemen aantrekkelijk maakt voor mij als filosoof is dat ze op ideeÎn gebaseerd zijn. Geld is een idee. Aandelen, beurzen, verzekeringen, pensioenen, opties en derivaten zijn dat ook. Enerzijds heeft ons globaal economisch systeem voor een ongekende welvaart voor miljarden mensen gezorgd. Anderzijds draagt het bij aan milieuvernietiging, uitbuiting en blijvende armoede. Maar het systeem staat niet voor eeuwig vast; we kunnen het veranderen door nieuwe ideeÎn te bedenken en deze in de praktijk te brengen. Drie fundamentele inzichten over geld en waarde bieden ons drie strategieÎn voor verandering. Eerste inzicht: waarde heeft een dubbele betekenis. We gebruiken het woord 'waarde' zowel voor financiÎle waarde als voor menselijke waarde(n). Deze twee soorten van waarde functioneren met compleet verschillende mechanismen, maar zijn tegelijkertijd hecht met elkaar verbonden. Om een financiÎle waarde te bepa-
Page 29
len hebben we een overeenkomst en een transactie nodig, en minstens twee personen. Ik kan mijn huis voor drie ton te koop zetten, maar het zal dit alleen waard zijn als iemand het voor dit bedrag ook daadwerkelijk koopt. Op alle andere tijden heeft het huis alleen een virtuele, en niet een vaste waarde. Dit geldt ook voor al onze bezittingen, vastgoed en inventarissen; deze hebben altijd een virtuele waarde, behalve op het moment van transactie. Voor menselijke waarden hebben we in principe maar een persoon nodig: ik kan zelf stellen dat ik iets waardevol vind, zoals lekker eten, een elektrische auto, elegante kleding, maar ook vrijheid of zelfontplooiing. Het financiÎle systeem zou onze persoonlijke waarden uit moeten dragen, terwijl het nu vaak zo is dat financiÎle waarden onze persoonlijke waarden dicteren. Hoe zorgen we dat ons economisch systeem aansluit op onze persoonlijke waarden? De simpelste manier is om je persoonlijke consumptie te verbinden met waarden die je belangrijk vindt. Dit wordt steeds makkelijker door certificering van fruit, koffie, cacao, vis, hout, kleding, witgoed enzovoort. Certificering is een mooi idee en een doeltreffend middel - je hoeft het immers niet allemaal zelf uit te zoeken. Je hebt macht als consument, en die kun je gebruiken. Een andere manier om je waarden uit te dragen is crowdfunding. Zoals het Ocean Cleanup project van Boyan Slat, waarbij je bijdraagt aan het op wereldschaal plastic uit de oceanen halen. Welke investeringen en waarden worden door je spaargeld ondersteund? Hier kun je natuurlijk je bank op uitzoeken. Als je wat avontuurlijker bent, kun je kiezen voor nieuwe vormen van peer-to-peer leningen en zelf bepalen welke projecten - en waarden - je wilt ondersteunen. Maar voor de meesten van ons is onze pensioenpot verreweg de grootste spaarpot. Omdat ik een paar jaar in het onderwijs gewerkt heb, investeerde ik tot 2007 in clustermunitie via mijn pensioen bij het ABP - en nu nog steeds in wapens, tabak en steenkolen. Als zelfstandige moet ik mijn eigen oudedagsvoorziening bepalen: in wat voor soort activiteiten en bedrijven zal ik investeren om er later van te kunnen leven? Het uitbreiden van zeggenschap over onze pensioenmiljarden - bijvoorbeeld door vormen van certificering - zou een enorme globale impact hebben. Tweede inzicht: geld wordt meestal gezien als een ruilmiddel en een oppotmiddel. Deze functies heeft het ook, maar in eerste instantie is geld een puntensysteem. Zolang je een waardeenheid hebt en een manier om rekeningen bij te houden, heb je een economisch systeem. De eerste Soemerische kleitabletten van duizenden jaren voor Christus hielden veestapels bij, lang voordat geld bestond. Ons girale geldsysteem, waarin we pinnen en internetbankieren, is overduidelijk een puntensysteem; het geld gaat niet steeds heen en weer, maar wordt aan het einde van de dag verrekend tussen banken. Het werkt ook andersom: airmiles en bonuspunten zijn puntensystemen en dus vormen van geldsystemen. Je hebt fysiek geld niet nodig om een geldsysteem te maken. Tegelijkertijd belet niets je om waardecoupons - wat wij geld noemen - in omloop te brengen. Omdat een geldsysteem in essentie niets anders is dan een puntensysteem kun je het vrij makkelijk met een groep gelijkgestemden opzetten om je waarden in de praktijk brengen. Met complementair geld, dat naast het officiÎle geld bestaat, bevorder je bepaald gedrag. De Gooise gulden die econoom en wethouder Arjo Klamer in Hilversum aan het opzetten is, heeft als doel de lokale economie te stimuleren. Complementaire geldsystemen bevorderen ook lokale economische activiteit, zoals het Sardex puntensysteem voor bedrijven op SardiniÎ. De eenheid van waarde kan ook tijd zijn, zoals tijdsbanken voor het bijhouden van uren wederzijdse hulp. Het wereldwijde compensatiesysteem voor CO2-uitstoot is een creatief geld/puntensysteem - inclusief kinderziekten. Maar hoe kun je zomaar je eigen geldsysteem opzetten? Geld heeft toch gewoon een eigen waarde? Het antwoord hierop vinden we in ons derde inzicht: een economisch systeem berust op vertrouwen. Een munteenheid is alleen maar een meetlat en heeft geen waarde op zich. Een financiÎle waarde wordt uitgedrukt in euro's of dollars zoals een lengte uitgedrukt wordt in meters. Daarom kan alles als geld dienen, zolang er maar vertrouwen bestaat in de omvang van de voorraad. We hebben in de loop van onze geschiedenis onder andere stenen, schelpen, tabak, metaal en papier als geld gebruikt. Zilver en goud lijken een waarde op zich te vertegenwoordigen, maar functioneerden sinds de Oudheid juist door een beperkte voorraad. Toen de wereldvoorraad zilver door de Spaanse mijnen in de Nieuwe Wereld in de 16e eeuw enorm uitdijde, had dit een flinke inflatie tot gevolg. Juist het garanderen van vertrouwen is door recente technologische ontwikkelingen een stuk makkelijker geworden. Online platforms voor het ruilen of verhuren van huizen, auto's en gereedschap functioneren op basis van bevestigde identiteiten, wederzijdse beoordelingen en overzicht van een beheerder, en winnen
Page 30
hiermee het vertrouwen van de gebruiker. Nieuwe technologieÎn als blockchain, dat gebruikt wordt voor Bitcoin, maken volledig transparante systemen mogelijk, waardoor iedereen alle transacties op elk moment kan controleren. Er is geen centraal overzicht meer nodig, en dat is nou juist de rol van overheden, banken en accountants. Door bewust consumeren, crowdfunding en zeggenschap over ons pensioen zorgen we dat ons geld bijdraagt aan onze waarden. Door complementaire geldsystemen te ontwikkelen - en slim gebruik te maken van systemen om vertrouwen te waarborgen - maken we economische activiteit mogelijk dat niet door het huidige systeem word bevorderd. Dit zijn allemaal manieren om financiÎle waarde te scheppen die in dienst staat van onze menselijke waarden. Ondanks onze schrik over de uitwassen van bepaalde financiÎle instrumenten, geloof ik dat onze toekomst juist ligt in het creÎren van en experimenteren met nieuwe financiÎle systemen. Alles kan als geld dienen, zolang er vertrouwen bestaat in de omvang van de voorraad In aanloop naar het 'denkfestival' Brainwash plaatst nrc.next enkele essays van een van de daar sprekende filosofen. Brainwash Festival vindt 24 oktober plaats rondom de Nes in Amsterdam. Info: http://brainwashfestival.nl
70 of 95 DOCUMENTS
De Telegraaf 10 september 2015 donderdag
Opslokgevaar uit buitenland zal toenemen; Meerdere Nederlandse concerns geschikte overnamekandidaat SECTION: Nieuws; Blz. 4 LENGTH: 489 woorden Van een onzer verslaggevers Amsterdam Bouwer Ballast Nedam komt voor een appel en een ei in handen van de Turkse branchegenoot Renaissance. Dreigt een uitverkoop van het Nederlandse bedrijfsleven? Analisten benadrukken dat het zieltogende Ballast Nedam een heel specifiek geval is. Maar ze hebben wel degelijk een lijstje met aantrekkelijke overnamekandidaten die vroeg of laat in het vizier komen van buitenlandse bedrijven of investeringsmaatschappijen. Veel grote Nederlandse concerns die rond de eeuwwisseling juist zelf actief op het overnamepad waren, hebben buitenlandse dochters afgestoten en de schulden afgebouwd. Zo worden jagers prooien. Wat overblijft, is vaak een geschikte overnamekandidaat , aldus David Tailleur, hoofd aandelenonderzoek bij Rabobank. Bedrijven met een gezonde balans, maar sterk afhankelijk van een relatief kleine thuismarkt. Ze hebben geprobeerd voet te krijgen in het buitenland, maar dat is lastig gebleken. Dus zijn de groeimogelijkheden beperkt. Schoolvoorbeeld Tailleur noemt KPN als hÈt schoolvoorbeeld van zo'n bedrijf. Hij somt moeiteloos andere beursfondsen op die wel eens in andere, mogelijk buitenlandse handen kunnen belanden: de ge-
zondheidstak van Philips, beursbank Binck, TomTom, uitzender USG en ook PostNL. Natuurlijk is er ook een spiegelbeeldige lijst van Nederlandse bedrijven die vooralsnog te groot zijn om gemakkelijk te worden opgeslokt: de nieuwe combinatie Ahold/Delhaize, Akzo Nobel, ASML en natuurlijk de beursreuzen Unilever en Royal Dutch Shell. Ook voor middelgrote, niet beursgenoteerde bedrijven neemt de buitenlandse belangstelling toe, zo concludeert de landelijke vereniging van overnamespecialisten DCFA op basis van een enquÍte onder de leden. Duitsland, Groot-BrittanniÎ en Frankrijk gaan aan kop, opvallend is de opmars van Chinese kopers. Ook niet onbelangrijk: de kopers kunnen overnames tegen historisch lage rentepercentages financieren. Resteert de vraag: is het erg voor Nederland? Vinden wij het erg als Heineken ergens in Europa een brouwerij overneemt? stelt analist Gerard Rijk (SNS Securities). Dit past bij de liberale samenleving waar we in zitten. Bankier en DFCA-bestuurslid Marc Borghans denkt er ook zo over. Als een Nederlands bedrijf deel gaat uitmaken van een wereldwijd concern, dan profiteren we mee. Hoogleraar Hans Schenk (Universiteit van Utrecht), gespecialiseerd in fusies en overnames, vindt juist dat we niet te hard moeten applaudisseren voor buitenlandse belangstelling. Als klein landje lopen we het risico op 'filialisering'. Onze overnames in het buitenland zijn een druppel op een gloeiende plaat, omgekeerd niet. Onderzoek toont aan dat buitenlandse partijen die Nederlandse bedrijven overnemen op termijn de onderzoeksactiviteiten niet op peil houden. Voor de economie is dat een probleem, dat tot dusver verscholen is gebleven achter de kredietcrisis.
Forum September 10, 2015
De beste minister van FinanciÎn SECTION: OMSLAG; Blz. 18 LENGTH: 1654 words Wordt het Zalm, Lieftinck, Zijlstra, Duisenberg of Dijsselbloem? Op Prinsjesdag staat de minister van FinanciÎn in de schijnwerpers. Maar wie heeft het eigenlijk het beste gedaan? En wat moet de penningmeester van het kabinet in huis hebben om indruk te maken op ondernemers? Minister van FinanciÎn? De makkelijkste baan ter wereld. Althans, volgens oud-minister Wim Duisenberg. Toen Gerrit Zalm in 1994 de post kreeg toebedeeld, vertelde Duisenberg hem dat hij maar ÈÈn ding goed hoefde te kunnen als minister: 'nee' zeggen. 'De enige keer dat je 'ja' mag antwoorden, is op de vraag: Zei je nee?', aldus Duisenberg. Dat nee zeggen had Duisenberg zelf veelvoudig gedaan tegen zijn eigen PvdAkabinet, dat naar Duisenbergs smaak veel te veel uitgaf. Nee zeggen Of Zalm echt dat advies heeft opgevolgd, is aan interpretatie onderhevig - de invoering van de zogenoemde Zalm-norm, een modernisering van de Zijlstra-norm, maakte het nee zeggen een stuk makkelijker - maar onder ondernemers was hij in elk geval mateloos populair. In de jaarlijkse enquÍte van Forum onder ondernemers over het kabinet, scoorde de bewindsman jaar na jaar de gouden medaille voor populairste minister. In 2004 verklaarde bijna 25 procent van de ondernemers zelfs dat ze Zalm wel zag zitten als minister-president. Zalm was de langstzittende minister van FinanciÎn die Nederland gehad heeft al kun je zeggen dat hij de tijd heeft mee gehad.
Hand op de knip Een goede minister van FinanciÎn moet, kortom, de hand op de knip weten te houden als dat nodig is. Maar dat betekent niet dat hij (of zij) daarmee alleen een thesaurier is die bijhoudt wat de verschillende ministeries uitgeven en ze waar mogelijk waarschuwt voor verkeerde financiÎle beslissingen. Volgens Paul Claes, docent accounting aan de Vrije Universiteit, is de rol van de minister van FinanciÎn eerder vergelijkbaar met die van een cfo in het bedrijfsleven. 'Dus niet alleen die van boekhouder, maar ook van proactieve meedenker', zegt Claes. 'In die zin is het besturen van een land, denk ik, ook niet anders dan het besturen van een multinational in bijvoorbeeld de chemische sector.' Dat betekent dat de minister van FinanciÎn zich bewust is van het dienen van meerdere meesters. 'Maar wel met een eenduidige focus op een financiÎle doelstelling: de middelen inzetten daar waar ze nodig zijn', aldus Claes. Politieke moed Daarnaast moet een goede minister van FinanciÎn ook beschikken over een flinke dosis politieke moed en het inzicht om onder hoge tijdsdruk complexe beslissingen te nemen, stelt Simon Otjes, onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar zijn in de geschiedenis verschillende voorbeelden van te noemen. Bijvoorbeeld de zuivering van het geldwezen door Pieter Lieftinck na de Tweede Wereldoorlog en de bijbehorende vermogensheffing op geld dat oneigenlijk was verdiend tijdens de bezetting. 'Geen populaire beslissing, maar het vereiste moed', zegt Otjes. Jeroen Dijsselbloem, de huidige schatbewaarder, scoort ook goed op die criteria, stelt Otjes. 'In Nederland, maar ook als voorzitter van de Eurogroep heeft hij lastige beslissingen moeten nemen zoals de nationalisatie van SNS en de besluitvorming rond Cyprus.' Met de kennis van nu zijn de beslissingen van de minister van FinanciÎn niet altijd 'ideaal', zegt Otjes, maar er werden wel knopen doorgehakt toen daarom werd gevraagd. Kortom: verantwoordelijkheid nemen in lastige tijden, voegt voormalig Unilever-ceo Antony Burgmans toe, is de kunst als minister van FinanciÎn. Een pessimist 'Voor een politicus is het veel makkelijker om geld uit te geven - voor de functie van FinanciÎn is dus politieke moed en vertrouwen nodig', zegt Burgmans. 'Dat laatste kan hij alleen maar krijgen als hij gerespecteerd wordt door de bevolking. En dat gebeurt wanneer er verstandig met de financiÎn wordt omgegaan.' Rust brengen dus, stelt Abel Slippens. 'Eigenlijk is het een vak, geen functie. Je moet een goede, gedegen financiÎle opleiding hebben gehad.' Een minister van FinanciÎn wordt niet om harde politieke redenen benoemd, anders dan de minister van bijvoorbeeld Binnenlandse Zaken.' Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel ex-ministers van FinanciÎn na hun politieke werk in het bedrijfsleven zijn beland. Slippens ziet ook wel wat in de vergelijking met een cfo in het bedrijfsleven. 'De ceo moet een optimist zijn, de cfo een pessimist, die de rust bewaart en niet teveel geld uitgeeft.' Rust en voorspelbaarheid Wat dat betreft kun je ook geen keihard onderscheid maken tussen landsbelang en ondernemersbelang, zegt Burgmans. 'Natuurlijk, fiscale politiek die het bedrijfsleven stimuleert is gunstig. Dat schept werkgelegenheid en dat zorgt weer voor meer belastingen die naar de staatskas stromen. In die zin lopen de belangen samen. Maar het bedrijfsleven heeft boven alles een hekel aan instabiliteit en wil graag in een rustige, en voorspelbare omgeving werken. Daar zorgt een goede minister van FinanciÎn voor.' Pieter Lieftinck (1945-1952) Aan Pieter Lieftinck de schone taak om Nederland weer op de rails te krijgen na de bevrijding van Nederland. Er is op dat moment veel te veel geld in omloop - volgens NPO Geschiedenis vier keer zoveel als de economie aankan. Om een einde te maken aan alle zwarte oorlogswinsten, wordt in september '45 al het Nederlands papiergeld ongeldig gemaakt en worden alle banktegoeden bevroren. Aan een ieder de taak om al zijn geld naar de bank te brengen en aan te tonen waar het geld vandaan komt. 'Fantastisch', noemt Antony Burgmans de gereformeerde politicus. 'Hij moest een heel geldstelsel hervormen en dat heeft hij heel goed gedaan.' Nederland werd met 'vaste hand' weer op de 'financiÎle rails' gezet, zegt Richard Paping, docent economische geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dat maakte hem niet per se populair bij de gemiddelde Nederlander, maar zijn operatie was wel nodig. Wim Duisenberg (1973-1977) Die straalde op zijn minst uit dat hij wist waar het over ging, zegt oud Sligrotopman Abel Slippens. 'Autoriteit heet dat. Geen draaikont die recht praatte wat krom is. Niet voor niets is hij later president van de ECB geworden.' Duisenberg slaagde erin om binnen het kabinet Den Uyl, 'met zijn toch al niet goedkope plannen', vanaf 1975 een tamelijk succesvol bezuinigingsbeleid af te dwingen, zegt Richard Paping. Duisenberg moest meer dan eens op de rem gaan staan bij zijn collega's. En andersom ging de invoering van de 1-procentsnorm, die de groei van overheidsuitgaven moest remmen, ook niet van harte. Achteraf zou Duisenberg zeggen dat die 1 procent wat hem betreft veel te hoog was. Jelle Zijlstra (1958 - 1963) Econoom Herman Wijffels was nog student toen Zijlstra zijn Miljoenennota presenteerde, maar was desalniettemin behoorlijk onder de indruk van de ARP-politicus. 'Hij stond boven de partijen en had ontzettend scherp zicht op wat er moest gebeuren in de jaren zestig. Niet voor niets is Zijlstra later
premier geworden. Hij liet zich als minister van FinanciÎn veel minder dan de mannen na hem leiden door de omstandigheden uit zijn tijd', zegt Wijffels. En een populaire ook: cabaretier Wim Kan bezong de premier in zijn oudejaarsconference: 'Waar we heen gaan, Jelle zal wel zien', op de melodie van Yellow Submarine van de Beatles. Zijlstra introduceerde in de Miljoenennota van 1960 de Zijlstra-norm, die moest zorgen voor een trendmatig begrotingsbeleid. Onno Ruding (1982-1989) De beste minister van Financien, zegt Richard Paping. 'Hij is er in geslaagd om het spilzieke beleid van het CDA-VVD kabinet Van Agt-Wiegel langzamerhand om te buigen tot een financieel verantwoord beleid. Dat is vervolgens door Wim Kok, volgens mij de tweede beste, voorgezet.' Dat is Antony Burgmans met hem eens. 'De begrotingstekorten waren enorm toen Ruding werd gevraagd door Ruud Lubbers om minister van FinanciÎn te worden, zo'n 8 a 9 procent', zegt Burgmans. 'In twee periodes heeft Ruding het toen keurig voor elkaar gekregen. DaarvÛÛr werd op basis van natuurlijke grondstoffen een feestje georganiseerd, de Dutch disease.' Gerrit Zalm (1994-2007) De langstzittende minister van FinanciÎn, deze 'goedlachse liberaal'. Hij heeft veel gedaan voor het beheersen van de overheidsfinanciÎn, zegt voormalig ceo Peter Elverding (DSM). Die zagen er zo goed uit dat Zalm met gerust hart de koffer met de Miljoennota boven zijn hoofd kon tillen. Met de Zalm-norm zorgde hij ervoor dat inkomsten en uitgaven gescheiden van elkaar werden. Toegegeven, hij had de tijd mee, maar dat doet niks af aan de enorme populariteit van Zalm. Het Historisch Nieuwsblad vroeg 150 historici, journalisten en financieel deskundigen naar hun favoriete minister van FinanciÎn, waarvan 50 van hen op Zalm stemden. Lieftinck volgde op ruime afstand. De Forum-populariteitspoll In twintig jaar Forum heeft Nederland vijf ministers van FinanciÎn voorbij zien komen: Gerrit Zalm, Hans Hoogervorst, Wouter Bos, Jan Kees de Jager en Jeroen Dijsselbloem. In de jaarlijkse nieuwjaarsenquÍte van het opinieblad geven ondernemers het kabinet een rapportcijfer, waarbij opvalt dat de minister van FinanciÎn bijna altijd de populairste is. De enige die hem af en toe voorbij streeft, is de minister-president. Zalm kreeg over de jaren heen gemiddeld een 7,7, met als uitschieter een 8 in 2002. Hoogervorst, slechts een jaar minister van FinanciÎn in 2002-2003, scoorde een 6,5 - 0,4 minder dan lijstaanvoerder Jan Peter Balkenende. Opvolger Wouter Bos was een opvallende uitzondering op de populariteitsregel: in 2008 kreeg hij een 5,3 en was daarmee hekkensluiter. Een jaar later werd hij door ondernemers beloond met een 6,9, maar dat zakte het jaar daarop alweer snel naar een 6,1. Jan Kees de Jager was een stuk populairder bij ondernemers dan Bos met een 7,7 in 2011. Onze huidige minister van FinanciÎn Jeroen Dijsselbloem scoorde in 2014 en 2015 een 6,9 en een 6,6. Magere cijfers, maar hij voerde daarmee het peloton wel aan.
de Volkskrant 9 september 2015 woensdag
Dijsselbloems feestbegroting zonder feest BYLINE: RENS VAN TILBURG
SECTION: Opinie en Debat; Blz. 26 LENGTH: 768 woorden 'Een lastenverlichting zonder een bijbehorende stelselherziening is een gemiste kans.' Nee, ik citeer hier niet uit de bijdrage van Alexander Pechtold aan de Algemene Beschouwingen van volgende week en het is ook niet een collega-columnist die dit kabinet een jansaliementaliteit aanwrijft.
Deze wijze woorden vloeiden een jaar geleden uit de pen van VVD-staatssecretaris van FinanciÎn Eric Wiebes. In zijn brief aan de Tweede Kamer schetste hij de contouren van de volgende Grote Herziening van het belastingstelsel. HÈt project waarmee de hervormers van Rutte II het land zouden tonen nog lang niet te zijn uitgeregeerd. De vorige stelselherziening is alweer bijna vijftien jaar geleden, twee studiecommissies hebben het voorwerk gedaan en hervorming is hard nodig. Wiebes liet weten: 'Ons belastingstelsel werkt sterk verstorend en dat kost banen en economische groei.' Het complexe toeslagencircus 'smeekt om ingrijpen'. Honderdduizend banen wilde het kabinet scheppen door een minder complex en verstorend fiscaal stelsel. Daartoe presenteerde Wiebes een nog vrij bescheiden agenda. Alles dat met woningen, pensioenen en vergroening te maken had, liet hij buiten beschouwing. En Piketty mocht destijds weliswaar zegevieren in de boekhandels en de media, Wiebes hield de vermogensongelijkheid buiten de kabinetsagenda: geen serieuze lastenverschuiving van arbeid naar kapitaal, niets over de erfenisbelasting. Ondanks het vrij overzichtelijke speelveld kwamen de coalitiepartijen VVD en PvdA er niet uit. Toen Wiebes in juni zijn plannen presenteerde, was van de eerdere ambitie dan ook niets meer over. De benodigde 'smeerolie' van 5 miljard euro, ter compensatie van de ergste inkomenseffecten, was gevonden. Dat wel. Die keert het kabinet echter uit zonder daar ook maar ÈÈn enkele hervorming aan te verbinden. Met de oppositie wilde het kabinet nog wel praten over hervormingen, maar die bedankte daar beleefd voor. Zonder smeerolie komt de hervormingsmotor sputterend tot stilstand. Hierdoor moet dit land nog even door met het 'sterk verstorende' belastingstelsel. Geen eenvoud, geen einde aan het rondpompen van geld, niet de hakbijl in het woud van bv'tjes waarmee de vermogenden van dit land hun belastingafdracht minimaliseren, geen einde aan de subsidie op schuld voor bedrijven. En dus geen honderdduizend banen. Dit kabinet kiest even voor zichzelf. Wat je noemt: een gemiste kans. Als euroleider laat Jeroen Dijsselbloem zich erop voorstaan opportunistische politici in andere landen te dwingen de lange termijn in het oog te houden. Snoeien om te groeien, zo doceert hij. Ondertussen verwaarloost de minister zijn eigen tuin. Daar doet hij precies wat hij de eurozondaars verwijt. 5 miljard euro wordt verjubeld voor snelle stemmenwinst. De 700 miljoen euro die daar eind augustus bovenop kwam, gebruiken VVD en PvdA om de eigen achterban te gerieven. De VVD maakt haar deel over naar defensie, de PvdA kiest voor de verzorgingstehuizen en verlenging van het ouderschapsverlof voor vaders. Jonge ouders worden gefÍteerd. De net van hun cliÎntelisme genezen Zuid-Europeanen zien het vertwijfeld aan. Rutte II lapt zo ook de begrotingsafspraken aan zijn laars: zowel de eigen als de Europese begrotingsnormen worden met miljarden overschreden. Nu de economie opkrabbelt, en het dus minder hard nodig is, durft Dijsselbloem het aan om de Europese regels vrijpostig te interpreteren. We komen er ook vast met een Brusselse waarschuwing van af. Maar als het vervolgens economisch even tegenzit, komen we direct in de buurt van de harde grens voor het begrotingstekort van 3 procent. Dan zijn plots weer bezuinigingen nodig, met alle onrust van dien.
Dit kabinet heeft in zijn eerste twee jaar een ongekende hoeveelheid achterstallig onderhoud verricht in de woningmarkt, sociale zekerheid en pensioenen. Voor de volledigheid meld ik erbij dat Rutte II daarnaast eveneens tientallen miljarden zinloze en uiterst schadelijke bezuinigingen en lastenverhogingen over het land uitstortte. De begroting voor 2016 toont dat de koek op is. Van serieus begrotingsbeleid is geen sprake meer. Volgende week presenteert minister Dijsselbloem een feestbegroting. Een gezellig feest zal het niet worden. Het is als het jubileum van twee partners die al lang en breed op elkaar zijn uitgekeken. Er zijn hapjes en de drank zal rijkelijk vloeien, maar dat zal de wanhoop van de echtelieden niet kunnen maskeren. Het is feesten met de moed der wanhoop. Van dit kabinet valt niets meer te verwachten. Rens van Tilburg is econoom 5 miljard euro wordt verjubeld voor snelle stemmenwinst
De Groene Amsterdammer September 9, 2015 Jaar 139, Week 37
Academische lente; Economie BYLINE: Ewald Engelen LENGTH: 748 words
HIGHLIGHT: Als de voortekenen niet bedriegen is de academische lente die zo veelbelovend begon met de bevrijding van het Maagdenhuis in het zomerreces alsnog geruisloos gesneuveld. Ondanks lippendienst bij de opening van het academisch jaar aan Bildung, de intrinsieke waarde van goed onderwijs, kwaliteit boven kwantiteit en meer van dat fraais, heersen de managers nog altijd met ijzeren vuist over het hoger onderwijs. Drie voorbeelden. Jet Bussemaker liet in een interview op 2 september weten tegen gekozen universiteitsbestuurders te zijn omdat 'de processen behoorlijk ingewikkeld zijn'. 'Als je instellingen nou echt om zeep wil helpen, moet je studenten laten kiezen', heette het. Bovendien zijn er in Engeland universiteiten 'waar studenten bijna niets te vertellen hebben en toch heel tevreden zijn'. Ja, hallo zeg, zo lust ik er nog wel een paar. Tevreden onderdanen heb je in Noord-Korea ook. En die processen zijn zo ingewikkeld omdat er professionele bestuurders zitten, niet andersom. Dat is de ijzeren wet van schaalvergroting: hoe groter de organisatie, hoe meer managers, hoe ingewikkelder de processen. En aan de UvA zijn het toch echt de Noorda's, Doops en Van der Toorns van deze wereld die de universiteit de vernieling in hebben geholpen, niet de studenten. Maar het verontrustendst is het verschil dat drie maanden maakt. Van empathische, therapeutische, luisterende minister naar glasharde Verneiner: 'De protesten vonden in een groot deel van het land helemaal geen weerklank.'
Dan UvA's pandjesbaas Hans Amman in een interview met hetzelfde UvA-sufferdje, Folia. Zelfde laken een pak. Op 7 maart mocht ik van Hans nog een deemoedig mailtje ontvangen waarin hij toegaf, ik citeer: 'Een deel van je waarnemingen mbt het universitaire vastgoed' te delen. Na de zomer is Amman weer zijn oude, gestaalde zelf en haalt hij hard uit naar de 'bezetters' van het Maagdenhuis. Die zouden de reputatie van de UvA hebben beschadigd en daarmee verantwoordelijk zijn voor het gedaalde aantal inschrijvingen: 'Ik denk dat de helft van die acht procent terug te voeren is op de reputatieschade die de UvA het afgelopen half jaar heeft opgelopen.' Het is de pesterij van de hergroepering. De cijfers zijn voorlopig, geen hond weet hoe de vlag er in oktober bijhangt wanneer de VSNU met definitieve getallen komt, laat staan dat iemand de precieze effecten van de 'bezettingen' kan becijferen. Waarom zouden de inschrijvingen zonder 'bezettingen' niet nog veel lager hebben kunnen zijn? Treiterig voegt Amman eraan toe dat als dit zo doorgaat er onherroepelijk ontslagen vallen: 'Als de daling van acht procent zich de komende jaren voortzet, dan staan er op termijn aan de UvA driehonderd arbeidsplaatsen op het spel.' En uiteraard vergeet hij te vermelden dat het de krankzinnige vastgoedverplichtingen van de UvA zijn waardoor iedere schommeling in studentenaantallen direct leidt tot massaontslagen. De uni gerund als een private equity-fonds: lekker scherp aan de wind zeilen, hË Hans. Het derde voorbeeld komt uit Groningen. Ook daar reageerden de bovenbazen eerder dit jaar in een open brief allerwelwillendst op de klachten van studenten en personeel. Ja, wij delen uw kritiek dat het er hier en daar wat autocratisch aan toegaat. Ja, wij zijn ons ervan bewust dat wij u fijn exploiteren. Ja, wij beseffen dat wij u lastig vallen met onzinnige protocollen en procedures. En uiteraard zijn wij te allen tijde bereid in alle openheid met u onder het genot van een kopje koffie over deze zaken van gedachten te wisselen. Oftewel, de bekende repressief tolerante riedel waarmee in Nederland de bestuurlijke elite nu al twee decennia elke aanval op haar privileges vanwege opzichtige wanprestaties onschadelijk maakt. Ondertussen staat er aan de Rijksuniversiteit Groningen, pardon: University of Groningen, een vacature uit voor een Hoofd Internationale Strategie en Relaties. U weet wel, zo'n pratend pak met puntschoenen dat met rechte rug en smalend lachje van dat afzichtelijke bestuurdersproza staat uit te braken dat niet dient om te informeren maar slechts om te imponeren en daarmee dezelfde functie heeft als auto, horloge en huis: status suggereren. De taak van de goede man? Ervoor zorgen dat Groningen stijgt op de hitlijst van universiteiten: 'De kandidaat heeft een uitgesproken visie op hoe het internationale profiel en de zichtbaarheid van een top-100 (sic!) universiteit kan worden vergroot.' Uiteraard beurt dit beter dan wat de sukkels krijgen die het eigenlijke werk doen. En dat alles overgoten met een subliem staaltje zelfspot van Groningse makelij. 'Born leaders reach for infinity', stond er groot als slagzin boven. En ik ben Napoleon.
Nederlands Dagblad 5 september 2015 zaterdag
Nieuwe vraagtekens bij peperdure ECB-bazooka 'fataal geloof in goedkoop geld' BYLINE: Ruurd Ubels http://nd.nl/economie beeld ap / Fredrik von Erichsen SECTION: Geen LENGTH: 709 woorden
De Europese Centrale Bank pompt sinds maart elke maand zestig miljard euro in de eurozone. Maar heeft deze kostbare operatie wel nut? 'Het heeft nog niet gebracht wat het had moeten brengen.' Frankfurt De Europese economieÎn groeien niet zoals gehoopt en de inflatie stijgt niet zoals gedacht - dit is in het kort de boodschap van Mario Draghi, president van de Europese Centrale Bank (ECB). Donderdag stelde hij de verwachtingen voor de groei in de eurozone naar beneden bij, tot een magere 1,4 procent. De inflatie dreigt rond nul uit te komen, terwijl de ECB-doelstelling 2 procent is. 'De krachten in de wereldeconomie zijn sterker dan de ECB', reageert Emile Cardon, macrostrateeg bij Rabobank Financial Markets Research. Dat is pijnlijk. Sinds maart stimuleert de centrale bank in Frankfurt de eurozone maandelijks met zestig miljard euro. Tot september 2016 koopt de instelling elke maand (staats)obligaties op van banken in de eurolanden; de 'bazooka' van 1140 miljard euro die hiermee is gemoeid, moet de bedrijvigheid in de eurozone stimuleren. Bovendien daalt zo de rente en wordt het inflatiespook verdreven. Maar dit is de theorie. In werkelijkheid stroomt veel ECB-geld naar de beurzen, waar het nieuwe bubbels creÎert. ongelukkig Rabo-econoom Cardon noemt het 'ongelukkig' dat het stimuleringsprogramma wordt gedwarsboomd door de tegenvallende economische groei in China, het goedkoper worden van grondstoffen en de waardestijging van de euro. 'Dit had de ECB nooit voorzien. Het zorgt ervoor dat het opkoopprogramma nog niet heeft gebracht wat het had moeten brengen.' Harald Benink, hoogleraar Banking and Finance aan Tilburg University, kan zich voorstellen dat mensen het opkoopprogramma 'ongelukkig getimed' noemen. 'Maar als het er niet was geweest, dan waren de problemen in Europa nu nog groter. Dan hadden we nu deflatie gehad.' Toch is Benink geen uitgesproken aanhanger van wat de ECB aan het doen is. 'Ondanks dat we in Europa de wind in de rug hebben - de rente is laag, de koers van de euro is gedaald en energie is een stuk goedkoper geworden - is de economische groei dit jaar nog geen anderhalf procent. Dat is echt onvoldoende om hardnekkige problemen, zoals de hoge werkloosheid, op te lossen.' moderniseren Benink is na de bezorgde woorden van Draghi bevestigd in wat hij begin dit jaar al schreef: de monetaire verruiming van de ECB kan beter worden besteed aan infrastructurele projecten in Europa. 'Ik ben er niet tegen dat de ECB geld in de economie pompt, maar men zou beter obligaties kunnen kopen bij de Europese Investeringsbank, de EIB', legt Benink uit. 'De economieÎn van de eurozone moeten hervormen en moderniseren. Dat kunnen we structureel aanpakken door via de EIB niet alleen te investeren in wegen en bruggen, maar ook in de koppeling van Europese elektriciteitsnetwerken, de ontwikkeling van duurzame energie, het aanleggen van glasvezelnetwerken en het stimuleren van de kennisindustrie. Dan doen we wat Europa Ècht verder helpt.' Ondanks de kritiek denkt Emile Cardon dat de ECB na september 2016 zijn kostbare opkoopprogramma zal verlengen. 'Draghi zei donderdag dat de ECB de wil en de mogelijkheid heeft om te reageren, indien dit nodig is.' Ook Benink denkt dat Draghi een verlenging in petto heeft: 'De ECB moet ervoor zorgen dat de inflatie in het eurogebied op de middellange termijn onder, maar wel dicht bij 2 procent ligt. Daar zitten we nog ver vandaan en het opkoopprogramma helpt die doelstelling dichterbij te brengen.' < Mario Draghi zei donderdag dat de groei in de eurozone vertraagt. In Duitsland is het ECB-opkoopprogramma niet populair. De publieke opinie luidt dat stimulering door de centrale bank sommige eurolanden aanspoort hervormingen uit te stellen. Het online magazine 'Wirschafts-
woche' spuwde donderdag na de persconferentie van Mario Draghi meteen kritiek op het voorlopige effect van het ECB-opkoopprogramma. 'De ECB en zijn fatale geloof in goedkoop geld', staat boven het artikel waarin het magazine de slagkracht hekelt van het peperdure programma. 'Zijn deze miljarden onvoldoende om de problemen het hoofd te bieden? Dan maakt een uitbreiding van het programma de eurozone nog afhankelijker van dit goedkope geld. En dan wordt de weg terug des te moeilijker.'