1
Bang zijn mag!
2
Bang zijn mag! Iedereen is wel eens bang. Angst is een alarm dat afgaat als er gevaar dreigt. Zonder deze waarschuwing zouden we in zeven sloten tegelijk lopen. Deze folder legt in het kort uit hoe angst bij kinderen kan ontstaan en hoe u angst kunt herkennen. Daarnaast geeft de folder tips voor het omgaan met de angstgevoelens van uw kind. Oorzaken van angst De kindertijd brengt veel angsten met zich mee. Maar hoe komt het
dat het ene kind angstiger is dan het andere kind? Naast persoonlijke kenmerken zoals erfelijkheid en temperament kunnen andere
aspecten een rol spelen. Zo kunnen kinderen bang worden doordat: π ze nare dingen meegemaakt hebben.
Een kind is bijvoorbeeld bang voor honden nadat het gebeten is door een hond;
π ze merken dat iemand anders ergens bang voor is. Zo is de kans groot dat een kind bang wordt voor bijvoorbeeld spinnen of de tandarts als de ouder/verzorger het ook is;
π ze nog niet geleerd hebben om bepaalde situaties goed in te
schatten en hoe ze er goed mee om kunnen gaan. Een kind durft
bijvoorbeeld niet te vragen of het mee mag spelen of vindt het eng om een spreekbeurt te houden;
π ze te veel beschermd worden waardoor ze niet de kans krijgen
zelf de wereld te ontdekken. Bijvoorbeeld alleen naar de winkel gaan of bij een vriendje gaan logeren;
π ze ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Een kind is bijvoorbeeld bang om in de steek gelaten te worden na een
ziekenhuisopname, of is na scheiding van de ouders/verzorgers bang dat de andere ouder/verzorger óók zomaar ergens anders gaat wonen.
3
Hoe kunt u angst herkennen? Kinderen zenden signalen uit waardoor u kunt merken dat er iets aan de hand is:
π lichamelijke reacties, bijvoorbeeld buikpijn, wit wegtrekken, huilen, trillen, klamme handen, schrikken, weer in bed gaan plassen;
π neiging om angstige situaties uit de weg te gaan, bijvoorbeeld uitvluchten verzinnen, situaties vermijden, wegrennen;
π veel dromen en niet kunnen of willen slapen; π niet (meer) alleen durven zijn;
π veel met het gebeurde bezig zijn in spel, bijvoorbeeld het naspelen van enge situaties;
π rusteloos, prikkelbaar, snel afgeleid;
π angst proberen te overschreeuwen door stoer gedrag, koppig, driftig of agressief zijn.
Wanneer reden tot zorg? Veel kinderen zijn op een bepaalde leeftijd ergens bang voor (zie het schema). Dit hoort bij de normale ontwikkeling. Maar soms neemt
angst een kind teveel in beslag. Wanneer een kind bepaalde dingen
niet (meer) durft waar leeftijdgenootjes geen problemen mee hebben, kan het zijn dat het vast blijft zitten in een bepaalde angst. Als een kind van negen bijvoorbeeld nog bang is om alleen naar school te gaan, dan is dat geen normale angst meer.
4
Voorbeelden van normale angsten: 0 tot 2 jaar π ouder/verzorger niet in de buurt π harde geluiden π water/toilet π onbekende omgeving/dingen/mensen 2 tot 4 jaar: π ouder/verzorger niet in de buurt π griezels en enge beesten π onweer π donker 4 tot 8 jaar: π ouder/verzorger niet in de buurt π donker π alleen thuis zijn of alleen slapen π spoken en monsters π lichamelijk letsel π andere kinderen 8 tot 12 jaar: π lichamelijk letsel/ziekte π angst voor school π faalangst π pesten π dood π piekeren/’stel-je-voor-dat’ angsten
5
Wat kunt u als ouders/verzorgers doen? Ouders/verzorgers kunnen kinderen helpen hun angsten de baas te worden. Hieronder volgen enkele tips:
π Neem uw kind serieus. Zeg dus niet: “Stel je niet zo aan, doe normaal”. Stel uw kind gerust en toon begrip voor zijn/haar gevoelens.
π Probeer er achter te komen waar uw kind bang voor is.
π Praat erover als de angst is afgenomen en probeer eventueel
de gevoelens van uw kind onder woorden te brengen: “Je vindt
het eng om alleen in het donker te zijn, hè?”. Het uiten van angstgevoelens hoeft niet alleen in woorden, maar kan ook heel goed door tekenen, kleien en schrijven van verhalen.
π Gebruik fantasie of verbeelding om gevoelens te uiten.
Bijvoorbeeld door samen met uw kind enge dingen na te spelen
of boekjes (voor) te lezen over andere kinderen die bang zijn en de angst overwinnen.
π Probeer situaties niet te vermijden, maar laat uw kind stap voor
stap aan de situatie wennen. Bijvoorbeeld eerst alleen kijken bij de tandarts, dan in de stoel zitten zonder behandeling en op
den duur alleen naar de tandarts durven. Geef uw kind na elke behaalde stap een complimentje.
π Laat zien dat de situatie niet eng hoeft te zijn. Bijvoorbeeld het
aaien van een hond: “Kijk, het is een lieve hond, hij kwispelt met zijn staart, nu kan ik hem aaien. Zie je, hij vindt het lekker”.
π Moedig uw kind aan daarna zelf de hond te aaien. Dwing uw kind niet als het echt niet durft.
6
Meer informatie? Heeft u vragen, wilt u een advies of meer informatie over bang zijn, abnormale angst of andere gezondheidsonderwerpen? Neem dan contact op met:
GGD Hollands Noorden Jeugdgezondheidszorg T 088-01 00 555
Bron: GGD Fryslân
GGD Hollands Noorden Hoofdkantoor
Postadres
Alkmaar
1800 GG Alkmaar
Hertog Aalbrechtweg 22 Postbus 9276
T 088-01 00 500 E
[email protected] I www.ggdhn.nl GGD/BZM/21/12-12