Wandel ‘ns....
Historische Kilometer Breda
€ 2,50
HANDIG OM TE WETEN In dit gidsje stellen wij het oudste gedeelte van de stad Breda aan u voor. Aan de hand van de routebeschrijving maakt u kennis met de belangrijkste historische bezienswaardigheden. Ook nieuwe monumenten zoals bijvoorbeeld het Chassé Theater maken deel uit van de wandeling. Over sommige gebouwen in deze stad is zoveel te vertellen dat we een deel van de tekst blauw hebben gemaakt. In deze kleur staat de meest relevante informatie. De echte liefhebbers kunnen ook de rest van de tekst lezen. Op deze manier proberen wij de Historische Kilometer voor iedereen zo aantrekkelijk mogelijk te maken. U kunt de route lopen aan de hand van de beschrijving vanaf pagina 5 en het kaartje op de midden-pagina’s. WANDELEN MET EEN VVV-GIDS Iedere laatste zaterdag van de maand en tijdens schoolvakanties kunt u deze of een andere wandeling lopen o.l.v. een VVV-gids. U brengt dan ook een bezoek aan het terrein van het Kasteel van Breda (zie www.vvvbreda.nl).VVV Breda is de enige organisatie die hier rondleidingen mag verzorgen. Groepen kunnen het hele jaar op afspraak wandelen met een gids. Belt u daarvoor even met de VVV Breda 0900-5222444 (€ 0,25 per minuut). Die kan voor u ook koffie met gebak of andere extra’s verzorgen. Bovendien kan de VVV bemiddelen bij tal van andere leuke groepsactiviteiten in Breda. Nog even dit: laat u niet misleiden door de titel van dit boekje. De Historische ‘kilometer’ telt namelijk ± 4 kilometer. BEGINPUNT EN EINDPUNT Het beginpunt van de Historische Kilometer is de VVV Breda in de Willemstraat. Het eindpunt is het Begijnhof waarna u terug kunt lopen naar de VVV of verder kunt naar de binnenstad van Breda.Wij vertrouwen erop dat u op een prettige manier kennis maakt met Breda en wensen u veel wandelplezier! Mocht u een aandenken aan Breda willen meenemen, dan biedt de VVV een ruim assortiment Breda-souvenirs. VVV Breda Willemstraat 17-19 4811 AJ Breda Grote Markt 38 4811 XS Breda Tel: 0900-522 24 44 (€ 0,25 per minuut)
[email protected] www.vvvbreda.nl breda
2
Toerisme Breda Gek op Breda Groepsuitje Breda @vvvbreda vvvbreda
DE WANDELING Deze wandeling voert u, op enkele uitzonderingen na, door wat het oudste deel van Breda genoemd mag worden. Het gaat hier om de historische binnenstad, zoals deze omstreeks 1330 door de Heer van Breda, in opdracht van de Hertog van Brabant, door stenen muren en poorten werd omgeven. Het is voor de duidelijkheid misschien goed om die eerste stadsmuur in gedachte even te volgen, zodat u een betere indruk krijgt van het middeleeuwse Breda, waar u met behulp van dit gidsje doorheen wandelt. Breda was omsloten door een stadsmuur, versterkt met torens en poorten. Die begon bij het Kasteel van Breda en liep vervolgens door langs het water van de Mark, richting Haven, Tolbrugstraat (poort), Markendaalseweg, Karnemelkstraat, Eindstraat (poort), Houtmarkt, Oude Vest,Vlaszak, Veemarktstraat (poort), ten noorden van de Catharinastraat, om tenslotte in het Valkenberg bij het kasteel de ring te sluiten.
TIP Ieder jaar op tweede Pinksterdag viert Breda zijn historische band met de Nassaus met tal van festiviteiten. Zie www.bredanassaustad.nl
3
BREDA GROEIT Een uitbreiding van de stad kwam tot stand onder Hendrik de Derde van Nassau, die vanaf ca. 1535 nieuwe verdedigingswallen liet aanleggen, waaraan nog de hele eeuw gewerkt werd. In 1537 was de hele muur rond het ‘eitje’ gesloopt. Hij verlegde de stadsgrens naar het huidige singelgebied, zodat een driehoekige vorm ontstond, waarvan de Boschstraat, de Ginnekenstraat en de Haagdijk de punten vormden. Tot de zeventiger jaren van de negentiende eeuw was de buitenste gracht tevens de gemeentegrens. Na het slopen van de poorten en vestingwerken en het graven van de tegenwoordige singels, werden de eerste stadsuitbreidingen gerealiseerd op de daarvoor vrijgekomen strook grond, beginnend met de buurt rond het station. Pas na 1927, toen de Belcrumpolder werd geannexeerd, kon de stad verder uit haar nauwe keurslijf groeien. STEEDS GROTER Breda was dus voor die tijd een kleine gemeente, omgeven door veel grotere zoals Princenhage,Teteringen, Ginneken en Bavel. Deze gemeenten werden dan ook de grootste leveranciers van grond: in 1942 Ginneken en Princenhage, in 1961 de Vuchtpolder, Heusdenhout en Ypelaar en in 1976 de Haagse Beemden. Sinds de gemeentelijke herindelingen van 1997 behoren ook Bavel, Ulvenhout, Prinsenbeek en Teteringen tot Breda. Breda, dat in 1927 nog slechts 30.000 inwoners telde, is nu uitgegroeid tot een stad met ruim 170.000 inwoners.
4
START VAN DE WANDELING
DOOR DE WILLEMSTRAAT NAAR HET VALKENBERG EN HET KASTEEL VAN BREDA 1 U verlaat de VVV en gaat rechtsaf de Willemstraat in. Als u nog even achterom kijkt, vangt u nog net een glimp op van het station, dat in 1975 tot stand kwam en momenteel volledig wordt vervangen. Het oude, uit de 19e eeuw daterende gebouwtje, noemden de Bredanaars spottend 'het visitekaartje van de stad', daarmee gaven zij eigenlijk aan dat dit fraaie bouwwerk niet bepaald een representatief stationsgebouw kon worden genoemd voor 'Het Haagje van het Zuiden'. Breda kende overigens in de negentiende eeuw twee stationsgebouwtjes. Het uit 1873 daterende en in deze eeuw nog eens verbouwde oude station, was niet het eerste station van Breda.Twintig jaar eerder was Breda reeds door het zgn. 'Belzenlijntje' verbonden met Antwerpen. Deze lijn had een eigen stationnetje in de buurt van de Etnastraat. De Bredanaars hebben ook een spotnaam bedacht voor hun huidige station, dat naar de architect ir. Bak, het 'bakblik' wordt genoemd. De Willemstraat en omgeving, tot stand gekomen rond 1880, na het slopen van de vestingwallen rond de stad, werd 'de Nieuwe Stad' of ook wel 'het Noorderkwartier' genoemd. Op dit moment ondergaat de spoorzone een gedaanteverwisseling. Er komt een nieuw station voor treinen en bussen. Na aansluiting op de HSL naar Amsterdam krijgt Breda ook een rechtstreekse verbinding met Antwerpen. We beginnen nu echt de wandeling richting de singel. U treft op de hoek met de Academiesingel en de Willemstraat het beeld 'Liefdeszuster van St.Vincent de St. Paul de Chartres' aan. Dit bronzen beeld van Jos van Riemsdijk is een symbolisch beeld voor het religieuze verleden van Breda. De Liefdeszuster geeft de dienstverlening weer, zoals de Gasthuiszusters die eeuwenlang in de praktijk brachten.
5
U steekt de weg over en staat nu op de brug over de singel. Deze singelgracht markeert de plaats waar tot de zeventiger jaren van de negentiende eeuw de binnenste grens van de vestingwerken lag. Breda was van 1530 tot 1870 in dit nauwe keurslijf opgesloten. In deze singelgracht staat aan uw rechterhand de vuurtoren 'The Lighthouse’ van Aldo Rossi. Het idee om professor doctor Rossi een kunstwerk te laten maken voor Breda ontstond in 1985, toen hij exposeerde in de Beyerd (Beyerd, blz. 26). Het duurde echter nog zeven jaar voordat burgemeester Nijpels de vuurtoren onthulde.The Lighthouse heeft een totale hoogte van 18 meter. Als u de brug overgaat, ziet u aan uw linkerhand het Nassau-Baroniemonument. Bij de ingang van stadspark het Valkenberg staat een monument dat u iets vertelt over de wordingsgeschiedenis van de stad Breda, maar vooral over de Heren van de stad uit het Huis van Nassau en de 600-jarige band tussen Breda en het Huis van Nassau. Op 3 juli 1905 werd het NassauBaronie-monument, zoals het officieel heet, met veel feestelijk vertoon door Koningin Wilhelmina onthuld. Het beeld herinnert aan het feit dat in 1404 Graaf Engelbert, de eerste Bredase Nassau en zijn gemalin, Johanna van Polanen, werden ingehuldigd als Heer en Vrouwe van Breda. De ontwerper is de welbekende dr. P.J.H. Cuypers, die o.m. het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam ontwierp. Op dit monument zijn niet alleen de wapenschilden van twintig gemeenten in en rond de Baronie aangebracht maar ook de Leeuw van Nassau die boven alles uittorent met koningskroon, zwaard en wapenschild. In de drie reliëfs is de 'blijde incomste' van Graaf Engelbert en zijn gemalin afgebeeld. De poorters bieden de sleutel van de stad aan.
6
U duikt meteen al in de vroege historie van Breda, als u het pad rechts over het bruggetje neemt en verder door het Valkenberg wandelt. Tot 1812 deed dit park dienst als kasteeltuin voor de Heren van Breda. Het park dankt zijn naam aan een valkenhuis, dat aan de rand ervan stond en van waaruit de kasteelbewoners en hun gasten de valkenjacht bedreven. Het park was van origine een echt bos met hoge bomen. In de zeventiende eeuw verdween dat karakter door de aanleg van een tuin naar Franse stijl. Eén replica van de zeventien beelden staat verderop in het park, in een speciaal aangelegd perkje. Dit perkje is een herinnering aan de Franse stijltuin. Het originele beeld van Hercules is te bezichtigen in het Holland Casino Breda. Bij opgravingen in het park zijn de fundamenten van een middeleeuwse muurtoren en van de stenen muur gevonden, die tot 1537 ‘klein Breda’ omringde. Van twee muurtorens is een klein stukje opgebouwd. HET KASTEEL Vanuit het park, voor de slotgracht, heeft u het mooiste uitzicht op het Kasteel van Breda. In dit kasteel is sinds 1828 de Koninklijke Militaire Academie (KMA) gevestigd. Daarom is dit monument voor individuele bezoekers helaas niet toegankelijk. De VVV organiseert rondwandelingen over het terrein van de KMA onder leiding van een gids. Het uitzicht op één van de belangrijkste monumenten van de stad zal u duidelijk maken waarom Breda zich zo nadrukkelijk Nassaustad
7
noemt. De Heren van Breda, telgen uit het vorstenhuis Oranje-Nassau, hebben hier immers gewoond, hofgehouden, gefeest en hun macht uitgeoefend. In 1198 stond er op de plaats van het huidige kasteel al een burcht en vlakbij die burcht bevond zich het Hof of de Herberghe van Breda. Dit was een aanzienlijk huis, waar belangrijke verwanten, gasten en opperdienaren onderdak vonden. Er is in de loop der eeuwen aan dit kasteel bijna voortdurend gesloopt en gebouwd. In de veertiende eeuw bouwde Jan de Eerste van Polanen een nieuw kasteel met vier hoektorens en een kapel. Daar is nu nauwelijks meer iets van over. Van de verbouwing door Jan IV uit omstreeks 1470 resteert alleen nog het kleine hoektorentje links van het voorgebouw. Dit heeft de naam Nassautoren gekregen en was oorspronkelijk een traptoren bij de naastliggende Rekenkamer van de Nassaus (1462). Het kasteel zoals u het nu ziet, is tot stand gekomen onder Graaf Hendrik de Derde van Nassau en Koning-stadhouder Willem de Derde. Graaf Hendrik van Nassau, opvoeder en raadsman van Keizer Karel de Vijfde, was een rijk en invloedrijk vorst. Hij is voor de stad Breda van grote betekenis geweest, omdat, na de verwoestende brand van 1534, onder zijn leiding de wederopbouw van Breda tot stand kwam. Hij gaf de beroemde architect Thomas Vincidor de Bologna opdracht om van de oncomfortabele burcht een luisterrijk kasteel te maken. Uit die periode, maar dat ziet u zo meteen aan de zuidzijde van het kasteel beter, dateren ook de toegangsgebouwen en het Blokhuis. Van hieruit kijkend naar het hoofdgebouw ziet u dat er later een verdieping bovenop gebouwd is. Dat gebeurde bij de verbouwing van het kasteel in de periode 1826–1828, toen de KMA in het kasteel van Breda werd gehuisvest. Bij deze gelegenheid werd het overgrote deel van de decoratieve ornamenten van het kasteel verwijderd.
8
2 Aan het einde van het park loopt u langs het poortgebouw van het kasteel. Links kijkt u op het Kasteelplein. Dit plein bevindt zich aan de zuidzijde van het kasteel. U heeft zo een mooi uitzicht op de monumentale poort, de zgn. Stadhouderspoort met het wapen van Koning-stadhouder Willem de Vijfde, dat overigens pas later is aangebracht. Achter u ziet u het ruiterstandbeeld van Koning-stadhouder Willem III. Voor dit standbeeld werd onder de burgerij van Breda een inzameling gehouden die f 47.000,-- (€ 21.360,--) opbracht. Voor de oude Nassaustad Breda is de Koning-stadhouder van grote betekenis geweest. Hij voltooide na anderhalve eeuw de verbouwing van het kasteel. Hendrik de Derde van Nassau en zijn (derde) vrouw Mencia de Mendoza hebben veel in Breda vertoefd, maar verbleven dan toch bij voorkeur in de vertrekken boven de overigens al lang geleden gesloopte watermolen op het terrein van het kasteel. Rechts van de poort bevindt zich het zgn. Blokhuis, de ambtswoning van de gouverneur van de KMA.Willem van Oranje woonde daar in een aangrenzende ruimte, maar Prins Maurits prefereerde de watermolen als dagelijks verblijf. Prins Philips Willem (1554–1618), de oudste en roomskatholieke zoon van Willem van Oranje, die vele jaren in Spaanse ballingschap verbleef en in Diest werd begraven, is de eerste Oranje geweest, die met zijn vrouw ook in het kasteel ging wonen. Hij liet het park Valkenberg verfraaien en het kasteel echt als een paleis inrichten. Bij zijn dood in 1618 werden in Breda tweeënveertig dagen achtereen de kerkklokken geluid. Op de plaats van de vensters, links en rechts van de poort, bevonden zich in de zestiende en zeventiende eeuw sierlijke open galerijen. Het muisgrijze gebouw links van de kasteelpoort werd in 1867 als HBS gebouwd en in 2008 grondig gerestaureerd. Het heeft toen de naam Koningin Wilhelminapaviljoen gekregen. Er huist nu een permanente expositie over de historie van het kasteel en zijn bewoners door de eeuwen heen. Het maakt deel uit van het KMA gebouwencomplex en is op dinsdag voor publiek geopend.
9
Meer geschiedenis schuilt er achter de witte pui van het gebouw 'Justinus van Nassau' op de hoek van het Kasteelplein en de Cingelstraat. Het gebouw heeft tot 1 januari 1993 dienst gedaan als volkenkundig museum en is nu een luxe appartementencomplex. Het zou in eerste aanleg gebouwd zijn door de bastaardzoon van Willem de Zwijger, Justinus van Nassau. Onderzoekingen doen veronderstellen dat het tóch ouder is. Het was in 1680 door de overheid gekocht met de bedoeling er de militaire gouverneurs van de stad Breda te huisvesten, maar het heeft in de loop der eeuwen allerlei functies gekend: het deed dienst als gerechtsgebouw, koning Lodewijk Napoleon logeerde er en zijn machtige broer, de keizer van Frankrijk berispte er in 1810 de Bredase roomskatholieke geestelijkheid, omdat deze hem niet met de nodige égards behandelde. Van 1828 tot 1923 deed het gebouw dienst als ambtswoning van de gouverneur van de KMA. Nog even iets over het plein waar u nu staat: De naam van dit plein geeft al aan dat zijn geschiedenis nauw verbonden is met het kasteel van de Heren van Breda. Gevechten rond het kasteel speelden zich vaak op dit plein af. Eén van die gevechten, waarvan nog een tekening is bewaard, de zgn. Furie van Haultepenne, brak uit in 1581, nadat de burgers van Breda tevergeefs hun stad tegen de Spaanse overmacht hadden verdedigd. Het Kasteelplein was ten tijde van Alva ook een executieplaats, waar protestanten nadat ze berecht waren in de Inquisitie, ofwel Bloedraad, de marteldood vonden en in het openbaar verbrand werden. DOOR DE CINGELSTRAAT VIA DE KRAANSTRAAT NAAR DE HAVEN Vanaf het Kasteelplein gaat u rechtdoor de Cingelstraat in. De Cingelstraat loopt over in de Kraanstraat (rechts aanhouden). Wij zeiden het u al, de plek waar u zich bevindt, straalt overal historie uit. Op dit grondgebied bevond zich tot in de zestiende eeuw Het Hof of de Herberghe van de Heren van Breda. Hier lag een groot aantal voorname huizen, waar opperhovelingen woonden en waar gasten van het Hof logeerden. Eén van de voornaamste, in ieder geval ook oudste hofhuizen van Breda, is het Huis van Brecht (± 1490). Het is aan de rechterzijde van de Cingelstraat gelegen en is waarschijnlijk één van de weinige voorname stenen gebouwen, die de grote stadsbrand van 1534 hebben overleefd.
10
Wisselende bestemmingen en functies heeft ook dit huis gekend.Vast staat dat het huis zijn naam dankt aan de man die het liet bouwen, Jonker Godevaart van Brecht. Rijke kooplieden en officieren hebben er gewoond, maar het heeft ook vele jaren dienst gedaan als militair hospitaal. Na de Tweede Wereldoorlog is het Huis van Brecht als onderdeel van de KMA voor allerlei doeleinden gebruikt, zoals legering ten behoeve van de administratieve compagnie en de opslag van uniformen en uitrusting, terwijl ook de kleermaker en de eetzalen van de onderofficieren hier hun plaats vonden. In 1952 werd de tentoonstelling ter gelegenheid van de viering van Breda 700 jaar Oranjestad in het Huis van Brecht ingericht. In 1988 werd een aanvang gemaakt met archeologisch onderzoek dat aan de restauratie, die uiteindelijk ruim twee jaar duurde, vooraf ging. Sinds 24 november 1993, de 165e verjaardag van de Koninklijke Militaire Academie, is in het Huis van Brecht de bibliotheek van de KMA gehuisvest. Deze wandeling gunt u slechts een oppervlakkige blik in het straatje links van u, de Schoolstraat. Die blik, hoe vluchtig ook, zal u duidelijk maken dat er hier niet veel historische verkenning meer mogelijk is. En toch heeft dit smalle straatje zijn eigen grote betekenis gehad in de geschiedenis van Breda. De naam Schoolstraat herinnert er aan, dat de straat tot 1514 voerde naar de toen in de Cingelstraat gevestigde Latijnse School. Bovendien stond hier in de Middeleeuwen een Heilig Geesthuis, een verzorgingshuis voor de armen in de stad. Op de hoek van de Kraanstraat en de Schoolstraat stond de Herberghe van Thorn, eigendom van de abdij van Thorn. Iets verder links in de Schoolstraat bevindt zich de synagoge van de Joodse Gemeente. Het gebouw is in de Tweede Wereldoorlog volledig verwoest en pas in september 1992 in oude glorie hersteld. Na de oorlog werd het pand onder andere gebruikt als fabrieksruimte. Bij de restauratie werden alle historische toevoegingen uit de weg geruimd. Alle oorspronkelijke, wel tot de synagoge behorende delen, zoals funderingen en
11
stukken muur, werden zoveel mogelijk gespaard. De synagoge is momenteel in gebruik door de leden van de Nederlandse Israëlitische Gemeente Breda. Daarnaast wordt de synagoge gebruikt als studiecentrum voor het joodse geloof en als ontmoetingsruimte voor Joden en Christenen. De Sifria, de Joodse Bibliotheek is op woensdagmiddag geopend. HET SPANJAARDSGAT 3 U vervolgt de Kraanstraat en komt bij de Haven en het Spanjaardsgat. Op bijna iedere oude prent van de Bredase Haven ziet u de houten kraan waarmee tot 1864 in de Haven de schepen werden gelost. De naam Kraanstraat duidt op die functie, zoals straatnamen als Visserstraat,Vismarktstraat en Haven al aangeven dat u hier terechtgekomen bent in het havenkwartier van de stad Breda. Voor u ligt het Spanjaardsgat. Graaf Hendrik de Derde, we kunnen in Breda niet om hem heen, bouwde omstreeks 1509 ook deze twee stevige verdedigingstorens, ter versterking van het kasteel. De linkertoren heet 'Granaattoren' en de rechter de 'Duiventoren'. De naam Duiventoren is ontleend aan het feit dat er voor Willem van Oranje postduiven werden gehouden. De beide torens doen nu dienst als kapellen.
Eén misverstand moeten wij u, bij het bekijken van dit overigens toch aanlokkelijk stukje Bredase historie, even uit het hoofd praten. Het hardnekkige verhaal wil namelijk dat hier in 1590 de overval van Adriaan van Bergen met zijn turfschip zou hebben plaatsgevonden. Historici hebben echter aangetoond dat deze twee torens in dit gebeuren geen rol hebben kunnen spelen, omdat er zich hier toen nog geen waterpoort bevond. Het Spanjaardsgat, zoals u
12
er nu naar kijkt, is pas in 1610 uitgegraven teneinde de binnengracht van vers water te kunnen voorzien. Deze heldhaftige en zo vaak bezongen overval van Adriaan van Bergen moet zich noordelijker hebben afgespeeld, namelijk op een plaats, waar in 1940 het monument Het Vosje werd onthuld, bij het huidige sportterrein van de KMA. Daar zijn op die bewuste vastenavond van 1590 de soldaten van Prins Maurits vanonder het turf vandaan gesprongen, nadat het 'wankele oude scheepje' van turfschipper Adriaan van Bergen eenmaal binnen de muren van het kasteel was geloodst. 'Op Gods genade syn sy uyt het schip gesprongen'. 'Onraad, verraad', riepen de Spaanse wachten, maar het was al te laat. De Spaanse bezetters waren totaal verrast en het kasteel kwam na enkele felle gevechten weer in handen van de Staatse troepen. De turfschipper had zijn doel bereikt. 'Hun vlag is van de toren neer', en 'de onze waait in stee', zo zongen de overwinnaars op 4 maart 1590. U gaat nu linksaf.Voor u ziet u de voormalige vishal, nu het overdekte terras van een restaurant. In 1367 is er al sprake van een vismarkt. De schippers van Holland, Zeeland en Vlaanderen kwamen over de rivier de Mark (vele eeuwen lang de voornaamste aanvoerweg) en legden hier aan. De haven, de waag en de vishal (deze dateert uit ca. 1760) en de oude kraan hebben vele eeuwen lang hier het stadsbeeld bepaald. In dit deel van de haven waren tot in de zestiende eeuw scheepstimmerwerven, maar vooral ook bierbrouwerijen gevestigd. Een gedeelte van de bierbrouwerij 'De Witte Leeuw' steekt nog boven de vishal uit. Het is het hoge gebouw, waar nu een restaurant is gevestigd. Het herenhuis ervoor, aan de Haven op nr. 20, is het voormalige Brouwershuis.
13
In 1964 werd de haven gedempt (met één stem meerderheid in de gemeenteraad!) om plaats te maken voor de eerste ondergrondse parkeergarage van Nederland. Gelukkig werd de haven in 2007 weer in ere hersteld waardoor Breda een mooi stukje binnenstad heeft teruggekregen. Onlangs is de Koning Willem Alexanderbrug verhoogd, zodat aan de Prinsenkade een passantenhaven is gerealiseerd voor pleziervaartuigen. VIA DE VISMARKTSTRAAT NAAR DE HAVERMARKT Bij de Vishal gaat u de Vismarktstraat in. Deze straat komt uit op de Havermarkt. Van de plaats waar de vishal (1725) nog aangeeft dat hier vroeger een levendige handel in zeevis werd bedreven, wandelen we door de Vismarktstraat naar de Havermarkt. Deze markt is al ruim vijftig jaar hét uitgaanscentrum van Breda. De naam Havermarkt ten spijt moet worden vastgesteld, dat de granen niet hier, maar op de Grote Markt werden verhandeld. Wel werden hier door de boeren uit de omtrek groenten, eieren en boter aangevoerd en verkocht. In de zeventiende eeuw werd hier ook een leermarkt gehouden. De oude benamingen van dit pleintje: Groenmarkt, Botermarkt en Korenmarkt duiden de vroegere functies iets beter aan. Rond 1490 werd de Havermarkt aangelegd als een verbreding van de Visserstraat.Wie op dit verrukkelijke pleintje in de zomer op een terrasje een pilsje pakt, ontdekt (overigens ook zonder dat pilsje) al heel gauw dat dit plein het mooiste uitzicht biedt op de grote toren van de Grote Kerk. Vanaf deze plek kunt u ook de mooie brede onderbouw van die toren bewonderen. Er is veel te zien op dit pleintje. Links op de hoek van Havermarkt en Reigerstraat ziet u het huis 'De Arent', gebouwd rond ca. 1490. Het heeft nu een zeventiende eeuwse trapgevel en is in 1966 geheel gerestaureerd en verbouwd tot restaurant. Tegenover u op de Havermarkt bevinden zich nog twee panden die uw aandacht verdienen. Havermarkt nummer 5 dateert uit de zestiende en zeventiende eeuw. 'De Vogelstruys' op Havermarkt 21 is een opmerkelijk zeventiende eeuws monument met een hoge, niet symmetrische trapgevel. Ook dit huis heeft in de loop der eeuwen allerlei functies en bestemmingen gehad. Het was in de zeventiende eeuw onder meer refugiéhuis voor de zusters van Catharinadal. Van het beeldje 'De Troubadour', dat aan het eind van de Havermarkt prijkt, zijn vier exemplaren vervaardigd. De andere drie werden onthuld in Diest, Orange en Dillenburg, de zuster-
14
steden van Breda in de in 1963 tot stand gekomen Unie van Oranjesteden. Een stukje verder in de Visserstraat (nr. 31), staat aan de rechterkant een fraai bakstenen huis uit de 17e eeuw met overblijfselen van een zestiende eeuwse gotische woning, de Drie Moren geheten. VIA WINKELGEBIED ’T SAS GAAT U NAAR HET KERKPLEIN EN DE GROTE KERK 4 U loopt een stukje terug richting Havermarkt en gaat naast café Bruxelles winkelgebied ’t Sas in. U neemt vervolgens de uitgang links naar de Torenstraat en steekt deze recht over naar het Kerkplein. In 1969 werden in Breda de Torenfeesten gehouden uit vreugde over de afsluiting van de restauratieperiode van de Grote Toren, die 25 jaar in beslag nam. Al die tijd hebben de Bredanaars, maar zij niet alleen, tegen een toren aangekeken die zijn schoonheid achter een netwerk van steigers verborgen hield. Ook tussen 1995 en 1997 werd de schoonheid van de Grote of Onze Lieve Vrouwe Kerk tijdelijk verborgen gehouden achter steigers. In bijna drie jaar tijd werd de kerk wederom van binnen naar buiten gerestaureerd. De restauratie was onderverdeeld in drie fasen. In de eerste fase stonden onder andere werkzaamheden als het schoonspuiten van de buitenzijde, het repareren van het voegwerk en de glas-in-loodramen en het schilderen van de binnenzijde centraal. In de tweede fase werd de vloerverwarming aangelegd. In deze fase werd ook de toren onder handen genomen. In de derde fase is de rest van de kerk gerestaureerd. Uit onderzoek is vast komen te staan dat de bouw van de kerk in 1410 is begonnen. In de zestiende eeuw is de kerk aan de zuidzijde en aan de noordzijde uitgebreid met enkele kapellen, de huidige consistoriekamer en de kooromgang. De toren kwam in 1509 gereed. In 1468 was daarvoor de eerste steen gelegd, zodat de bouwperiode alles bij elkaar toch wel veertig jaar heeft geduurd. De torenspits brandde in 1694 af. In de jaren daarna
15
g umwe Belcr
ade Markk
P P
H
raat
Spoorst
Academiesingel eg erw
g Slin
KONINKLIJKE MILITAIRE ACADEMIE
el
g
Ni
sin
eu
am Tr
P we
KASTEEL VAN BREDA
rin
P
nk
se e
ad
n aa ell d d Mi
Kraa
de
Visser s
traat
Ha ve n
nka nse Pri dij k
rkt
ANTONIU KATHEDRA
at
Water stra
at
der Ritdraat s
k mar Vee s Jan St
stra Hal
5
H
traat Einds
SEELIGKAZERNE
aat
estr Karr
WINKELCENTRUM DE BARONES
markt at Hout arkt Houstam e Pas g
Karnemelkstra
Markendaalseweg
= HOTEL
St
aat
t
H
Stadserf STADHUIS LUTHERS KERK
Korte Lange Brugstraat Brugstraat
a wstra
P
H
e Ma
nstr
H
8
Catharinas
Grot
e Tor
Haver Reigerstraat markt GROTE of OLV KERK Kerk 4 plein
WINKELGEBIED ‘T SAS
Nieu
g we we
eu
P
at
Schoaot l stra
RONDVAART mark SINGELS VISHAL tstr.
Ni
Ha ag
3
nstra
Vis
Tolbrug straat
2
Cingelstraat
Kasteelplein
at tra
s an en riaBerg d A an v
STADHOUDERS POORT
SPANJAARDSGAT HUIS VAN BRECHT
P
P De gestippelde lijn is de alternatieve route naar de St. Joostkapel
ST. JOOS KAPEL
H
NS Station Breda
s den heij Ter
P
Stationsweg
Stationsplein
traa t
Emmastraat
1
Delpratsingel
l
ge
sin
g eli
sstraat
Willemstraat
Delpratsingel
H
NASSAU BARONIE MONUMENT
Maurit
Se
Soph J.F. Kennedy laan
iastra at
Valkenberg
t
aa
str
aan
h sc
Klo
ost
erl
Bo BEGIJN WAALSE KERK HOF
Kloosterplein t
ud eV es O
nn gel ina sin lm ilhe W
gel Ch
ass é
sin
de
straat
a en
BREDA’S MUSEUM
om Pr
H
ssé
N
P
a Ch
eld env veld onnen
Keize r
Clau
s Prin HOLLAND senla an CASINO CHASSÉ STADSKANTOOR THEATER CINEMA
No
T
t
e Ves
P
P
diu
CENTRALE t AAL BIBLIOTHEEK
Oud
POLITIEBUREAU CENTRUM
Klo
raatBISSCHOPS ktst HUIS M aat ol en str 6 str aa US
P
Cha ssev eld
Beyerd Vlaszak
an
an
7
at
E
PATHÉ BIOSCOOP
sba
erl a
f
GRAPHIC DESIGN MUSEUM Pa
astra
. Ann
WILLEM MERKXTUIN
ost
ak Vlasz
straat
BOWLING BREDA
werd hij herbouwd, onder andere met hout dat door Koning-stadhouder Willem de Derde uit zijn bossen was geschonken. In 1702 kon de haan er weer op worden geplaatst. Het is duidelijk dat de Heren van Breda, met name de Nassaus, een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de wordingsgeschiedenis van de Grote Kerk. Die Heren van Breda liggen er ook begraven. Hun graftomben zijn ware kunsthistorische pronkstukken. Prins Willem van Oranje, die in 1584 in Delft werd vermoord, had in de Grote Kerk onder het prachtige grafmonument van Graaf Engelbert de Tweede een laatste rustplaats gereserveerd.Toen Willem werd doodgeschoten was Breda in Spaanse handen. Daardoor werden zijn stoffelijk overschot en dat van de na hem komende Oranjevorsten voortaan in Delft ter aarde besteld. De van oorsprong katholieke kerk ging na de beeldenstorm van 1566 over in hervormde handen. Er zijn veel bezienswaardigheden in deze kerk: de Prinsenkapel (met 16e eeuwse fresco’s en een schitterend met bladgoud gerestaureerd plafond), de koorbanken, het prachtige koperen traliewerk, de graftombes van de Polanens, Engelbrecht de Eerste, Jan de Vierde en Engelbrecht de Tweede van Nassau, de fraai bewerkte grafschriften ter nagedachtenis aan andere gestorven edelen, het gerestaureerde orgel uit 1715, de grafzerken waar u overheen loopt en niet te vergeten de Prinsenbank, waar traditiegetrouw de Baronnen en de Baronessen van Breda de dienst volgden. Koningin Wilhelmina heeft daar gezeten toen zij in 1945 de bevrijdingsdienst bijwoonde. Nog even enkele feiten en cijfers over deze in onze ogen mooiste toren van Nederland: hij is precies 97 meter en 9 centimeter hoog, de eerste trans (torenomgang) bevindt zich op vijftig meter hoogte en de beiaardier moet minstens twee maal in de week 276 treden bestijgen voordat hij vanuit zijn cabine dartelende klanken over de stad kan uitstrooien.
18
De Grote Kerk wordt nog beperkt gebruikt als bedehuis. Een beheerstichting heeft zich tot doel gesteld dit prachtige gotische monument voor een breder publiek te benutten en toegankelijker te maken.Voor de Hervormden werd het beheer van de Grote Kerk een te kostbare zaak. U loopt vanaf het Kerkplein terug naar de Torenstraat en gaat linksaf. De eerste zijstraat aan uw rechterhand is de Lange Brugstraat. Op de hoek van Torenstraat en Lange Brugstraat bevindt zich nog een zeventiende eeuwse trapgevel uit ca. 1600. Het uithangbord geeft de oude naam 't Schaekbort (vóór 1727 'Het Dambord') van dit pand aan. Let u eens op de mooie muurankers. U vervolgt de Torenstraat die overgaat in de Karrestraat. Opvallende monumenten zijn in deze winkelstraat zo op het eerste gezicht niet te ontdekken. Of misschien toch wel. Het poortje links met de schapenkoppen en met het wapen van Breda vormde vroeger de achteruitgang van de vleeshal op de Grote Markt. Dit gebouw deed tot 1 januari 1995 dienst als onderkomen voor het Breda's Museum. Het poortje dateert uit 1614, steenhouwer Melchior van Herbach maakte het en het zal u straks opvallen dat er enige gelijkenis is met de toegangspoort op de Grote Markt. 5 Op dit punt kunt u kiezen voor een kleine alternatieve route. U kunt een tweetal winkelstraten verderop de St. Joostkapel bezichtigen. Indien u er de voorkeur aangeeft deze kapel niet aan te doen, vervolgt u vanaf hier de route vanaf het * op pag. 20. U loopt de winkelstraat uit (= Eindstraat) tot aan de stoplichten. Hier steekt u over en komt zo in de Ginnekenstraat. In deze straat treft u na ongeveer 100 meter aan de linkerkant de St. Joostkapel aan. Deze kapel, de oudste van Breda, werd in verschillende fasen vanaf ca. 1490 gebouwd, maar er was al rond 1300 sprake van een kapel op deze plaats. De kapel is gewijd aan St. Joost of St. Judocus, patroonheilige tegen besmettelijke ziekten. Het nu verdwenen kerkhof erachter werd in de zeventiende en achttiende eeuw vooral gebruikt voor bijzondere categorieën gestorvenen, zoals armlastigen en zelfmoordenaars.
19
Het kapelletje zelf heeft in die eeuwen en later, ongeveer alle bestemmingen gehad die maar denkbaar zijn, zoals bijvoorbeeld bergplaats voor hooi, schermschool, paardenstal, hovenierswoning, koestal en kazerne.Tot 1945 was het kapelletje in gebruik als woning. In dat jaar werd het geheel gerestaureerde kapelletje weer ingewijd. Aldus werd een belofte ingelost van de bisschop van Breda die inhield dat een Mariakapel zou worden gesticht als Breda voor ernstig oorlogsgeweld zou worden gespaard. De gebrandschilderde ramen van Gisèle Waterschoot van de Fracht vertellen u iets over de gebeurtenissen in de oorlog in Breda en over Maria als beschermheilige van de stad. Na de St. Joostkapel te hebben verlaten, gaat u rechtsaf terug de Ginnekenstraat in. Op de hoek van de Eindstraat met de Karrestraat gaat u rechtsaf de Ridderstraat in. VIA DE RIDDERSTRAAT NAAR DE GROTE MARKT
*
U gaat linksaf de Ridderstraat in.
In de Ridderstraat waant u zich met een beetje verbeelding in de Hall of Fame in Los Angeles.Wandelend over de fraaie koperen gedenktegels moet u maar eens denken aan het volgende verhaal: begin deze eeuw werd het carnavalsfeest door de Katholieke Kerk verboden.Wanneer de Kielegatters, zo heten de Bredanaars tijdens carnaval, vroegen naar de terugkeer van hun carnavalsfeest, was steevast het antwoord: "Met St. Juttemis." Gelukkig konden in 1936 de feestmutsen weer uit de kast gehaald worden. Jaren later ontstond het idee om ieder jaar een gedenktegel voor Prins Carnaval te leggen. De winkeliers uit de Ridderstraat, tijdens carnaval Prinsenstraat, hebben de handen ineengeslagen en dit project gezamenlijk gefinancierd. In 1991, toen het Bredase carnaval 55 jaar bestond, heeft de Stichting ter bevordering van Carnavalsviering (BCV) het opmerkelijke beeldje van St. Juttemis aan de inwoners van Breda geschonken. De Ridderstraat komt uit op de Grote Markt. Om de Grote Markt en haar karakteristieke panden goed te kunnen bekijken, maken we linksom een rondje over de Grote Markt. 'Een Bourgondisch marktplein' zeggen stedenbouwkundigen en kunsthistorici herhalen het. Zij die op dit machtige plein op de inmiddels verbrede terrasjes een drankje drinken, proeven in die benaming iets dat naar het goede leven smaakt. Op dit plein bezoeken de Bredanaars de weekmarkt, zij komen er van een
20
drankje genieten onder de platanen of zij komen er het jazzfestival of carnaval vieren. Voor al die Bredanaars, maar niet alleen voor hen, is de Grote Markt vooral het hart van een mooie, oude stad gebleven. De Grote Markt, het hoogst gelegen punt van de stad, was in vroegere eeuwen ook al in gebruik als marktplaats. Er werden vooral granen verhandeld. De gewone weekmarkten, die nu op dinsdag- en vrijdagochtend worden gehouden, dateren van 1321. En nu we het toch over die markten hebben, al vóór 1694 was het de gewoonte dat het carillon van de Grote Toren speelde tijdens marktdagen. Maar de Grote Markt, waarvan de oudste naam 'De Plaatse' is, was ook wel het toneel van minder plezierige zaken. Er werden ook terechtstellingen voltrokken. Het torentje op het dak van het stadhuis herinnert daar nog aan. In dat torentje hing een klok die werd geluid als op het schavot voor het stadhuis terechtstellingen plaatsvonden.Tijdens het proces dat daaraan vooraf ging, zat de dader opgesloten in het 's Heeren Gevangenhuys in de Molenstraat. In de zeventiende en achttiende eeuw werden voor het eerst doodvonnissen voltrokken op het schavot voor het stadhuis. De lijken werden na de terechtstelling door de 'moosmeier', de man van de stadsreiniging, naar een gebied buiten de stad gebracht. Het beulszwaard van de laatste scherprechter van Breda uit 1692 wordt nog in het Breda's Museum bewaard. Aan uw linkerhand ziet u het pand op nr. 19. Dit heette 'Het Lam' of 'Het wit Lam', voordat Prins Philips Willem in 1614 toestemming gaf om hierin de Vleeshal onder te brengen. Alleen op deze plek mocht vlees worden verkocht. Over het poortje met de twee liggende leeuwen, het wapen van Breda en de schapenkoppen, vervaardigd door de Bredase steenhouwer Melchior van Herbach, hebben wij in de Karrestraat al het één en ander verteld. In 1617 kreeg het kruis en voetbooggilde St. Joris toestemming om de bovenverdieping van het gebouw te gebruiken.Vandaar het bijzonder rijk bewerkte fronton (spitsversiering) met de afbeelding van St. Joris en de draak en de kruisboog boven de poort. De wimpel onder het fronton geeft als jaartal 1772 aan, zodat mag
21
worden aangenomen dat het gebouw in dat jaar van een nieuwe voorgevel is voorzien. Van 1933 tot 1998 was hier het Stedelijk en Bisschoppelijk en later het Breda’s Museum gevestigd. Tegenwoordig huist dit museum in het hoofdgebouw van de voormalige Chassékazerne aan de Keizerstraat. Het bevrijdingsmonument 'Judith' van Niel Steenbergen vlak voor de voormalige Vleeshal, geeft aan dat de Grote Markt voor de Bredanaars ook de plaats is waar zij de meest ellendige en meest vreugdevolle momenten uit de jongste geschiedenis van de stad in hun herinnering bewaren. De algemene evacuatie van de Bredase bevolking op 12 mei 1940 en de feestelijke bevrijdingsparade van de eerste Poolse pantserdivisie op 1 november 1944, nadat de stad op 29 oktober door de Polen was bevrijd, zijn uitersten in die oorlogsherinneringen. Schuin aan de overkant op de Grote Markt vindt u het stadhuis van Breda en tevens de dependance van de VVV. De hoofdingang van het stadhuis bevindt zich boven het bordes, dat bewaakt wordt door twee zandstenen leeuwen. Het stadhuis, zoals dat er nu uitziet, kwam pas in 1767 tot stand. Het zijn eigenlijk vier huizen, die toen door de bouwmeester van Oranje, Philips Willem Schonck, achter één gevel werden verborgen. Het oudste deel is de grote hal. Al in de vijftiende eeuw werd daarnaast ook een zgn. 'Cleyn raedthuys' in gebruik genomen. In 1898 kwam het meest rechtse huis, het 'Liggend Hert' erbij, dat nog steeds een aparte gevel heeft. Ondanks het feit dat het stadhuis slechts beperkt geopend is voor het publiek, willen we u de volgende informatie over de binnenzijde ervan toch niet onthouden. Vrouwe Justitia boven de hoofdingang en het houten beeld achter in de hal geven aan dat in het stadhuis vroeger ook recht gesproken werd. De balie van de vroegere rechtbank, eens staande tegen de achtermuur van de hal, wordt nu in het Breda's Museum bewaard.
22
Links in de hal hangt een grote kopie van het beroemde schilderij van Velazquez 'Las Lanzas', dat de overgave van Breda aan de Spaanse bevelhebber Spinola (1625) in beeld brengt. Het oorspronkelijke schilderij hangt in het Prado te Madrid. Het stadhuis wordt nog gebruikt voor openbare raadsvergaderingen en voor het sluiten van huwelijken. De burgemeester, wethouders en gemeenteambtenaren huizen sinds 1992 in het nieuwe Stadskantoor aan de Claudius Prinsenlaan. Door het poortgebouw rechts van het stadhuis lopen we het Stadserf op. Midden op dit pleintje herinnert het beeldje De Turfschipper van Gerarda Rueb, aan de legendarische overval in 1590 van Adriaan van Bergen met zijn Turfschip (de VVV Breda verkoopt een replica van het beeldje). U loopt via het poortje weer terug naar de Grote Markt en gaat linksaf. De tweede straat links is de St. Janstraat. Hier gaat u in. Op de hoek van de Halstraat / St. Janstraat staan we voor het gebouw met de pilaren: het garnizoenscommando. Vroeger werd het gebouwtje ‘hoofdwacht’ genoemd.Voordat die hoofdwacht daar introk, stond op deze plaats de St. Janskapel met daar weer achter de gebouwen van de Ridderorde van St. Jan. De leden van deze orde verzorgden hier zieken en armen. De straatnaam herinnert aan deze ridders van St. Jan. In de kapel begon de grote stadsbrand van 1534. De St. Janstraat heeft ooit ook de Veterstraat geheten, waarschijnlijk naar de huydvetters of leerlooiers, die in de St. Janstraat hun beroep uitoefenden.
23
Aan uw rechterhand in de St. Janstraat staat de Antonius Kathedraal, een opvallend rijk uitgevoerde waterstaatskerk. Deze kerk is in 1836 gebouwd als eerste katholieke kerk na de schuilkerkenperiode, die officieel gebouwd mocht worden. In 1853 werd het de eerste bisschopskerk (kathedraal) van het nieuwe bisdom in Breda. De zetel van de bisschop van Breda keerde in 2001, na een afwezigheid van 32 jaar, terug naar de Antoniuskerk die daarmee de status van kathedraal opnieuw verwierf. De afgelopen jaren is de kathedraal grondig gerestaureerd. Aan de voorgevel zijn duidelijk de drie soorten antieke zuilen te zien.Van onder naar boven: Dorische, Ionische en Corinthische zuilen. Het beeld boven de ingang stelt ‘de Godsdienst’ voor. Binnen valt direct de schitterende houten preekstoel op. Hierin is in verschillende panelen het leven van H. Antonius uitgebeeld. Even verder bevinden zich restanten of alleen maar herinneringen aan twee zeer voorname hofhuizen, het Huis Ocrum, waarin tot 1994 de Kunstacademie St. Joost was gevestigd en het Huis Hersbeeck, thans pastorie. In 1667 verbleven in beide huizen de Engelse gezanten, die deelnamen aan de Vredesonderhandelingen van Breda. De afgevaardigden van de Raad van State gebruikten het pand (nr. 16) wanneer zij in de stad op dienstreis waren. Ook koning Lodewijk Napoleon heeft er gelogeerd. De erker van dit pand had een controlerende functie. Zo kon de pastoor goed in de gaten houden wie er naar de kerk ging. Het Huis Ocrum (nr. 18) was van 1848 tot 1952 rooms burgerweeshuis. Dat kunt u nog zien aan de kinderkopjes die aan de negentiende eeuwse voorgevel van het academiegebouw zijn aangebracht. De rode kleur van dit huis (na de restauratie aangebracht) zal in de loop der jaren naar grijs-rood verkleuren. 6 Aan het eind van de St. Janstraat gaat u rechtsaf de Molenstraat in. In de Molenstraat ziet u rechts de bibliotheek, ontworpen door architect Herman Hertzberger. Omdat de Molenstraat vrij smal is, heeft de architect ruimte gecreëerd door de bibliotheek schuin oplopende wanden te geven. Op de plaats van de
24
bibliotheek (op de hoek met de Oude Vest) bevond zich vroeger een poort. Boven deze poort bevond zich 's Heeren Gevangenhuys, waar de zwaarst gestraften werden ondergebracht. De plaats is nog met keitjes in het asfalt aangegeven. De asfaltweg is de plaats van de oude stadsgracht. Op de hoek Molenstraat en de Oude Vest gaat u linksaf. Op deze hoek ziet u aan de overkant een voornaam monument uit de geschiedenis van Breda: de Kloosterkazerne. Het is een deel van het vroegere zusterklooster St. Catharinadal, dat hier sinds 1295 gevestigd was. Het huidige gebouw dateert uit 1504. In 1645 werden de zusters Norbertinessen vanuit Breda naar Oosterhout verdreven. Bekendheid kreeg dit complex, omdat het werd ingericht tot Illustere School, een hoger onderwijsinstituut, dat op initiatief van Frederik Hendrik in het leven werd geroepen.Vanwege gebrek aan belangstelling werd de school in 1669 gesloten. In 1814 werden de overgebleven gebouwen definitief ingericht als kazerne. In 2003 is deze kazerne geheel gerestaureerd door Holland Casino Breda. In het Holland Casino is een museumpje ingericht over de geschiedenis van het gebouw (gratis entree aan de voorzijde). Naast de Kloosterkazerne ziet u het Chassé Theater. Dit theater is eveneens ontworpen door
25
Herman Hertzberger, de ontwerper van de bibliotheek. De naam Chassé is van Generaal Chassé, bekend door de Slag bij Waterloo en de verdediging van de Citadel van Antwerpen. Hij ligt in de Bredase wijk Ginneken begraven. Onder het golvende dak bevinden zich drie toneelzalen en drie filmzalen, twee toneeltorens en een grote foyer. Bij de vormgeving van het dak heeft de architect zich laten inspireren door een beeldhouwwerk van een liggende vrouw, genaamd ‘femme couchée qui rêve’ van Alberto Giacometti.Van buiten is het gebouw stemmig wit/grijs met veel groenig glas. Binnen overheerst de kleur rood. Heel knap heeft Hertzberger de kopse kant van het aangrenzende kazerne-gebouw uit de 19e eeuw naar binnen laten komen. Het Chassé Theater en Holland Casino hebben een gezamenlijke entreehal. VIA DE VLASZAK EN DE BOSCHSTRAAT NAAR DE VEEMARKTSTRAAT Als u een klein stukje terugloopt, gaat u rechtsaf de Vlaszak op. Een markant kunstwerk domineert de Vlaszak. Bijna iedere Bredanaar kent het. Over de betekenis ervan wordt nog regelmatig gespeculeerd: een stier, een roestig beeld, zijn maar enkele suggesties. Maar in werkelijkheid stelt het roestbruine, gevlekte werk van staal de 'Binding van Isaäc' voor. Het beeld is 7,5 meter hoog en is gemaakt door de Israëlische kunstenaar Menashe Kadishman. Het werk grijpt terug op het bijbelse verhaal van Abraham die de opdracht krijgt zijn zoon Isaäc te offeren. Op het laatste moment weet een engel Abraham tegen te houden. Een ram die verstrikt is geraakt in het struikgewas wordt vervolgens geofferd. Abraham die zoveel deed in de naam van God, werd hiermee op de proef gesteld. 7 Bij het verkeerslicht gaat u even naar rechts, de Boschstraat in. Op nummer 22 was al vóór 1246 een gasthuis gevestigd, dat tot 1530 buiten en daarna binnen de stadsmuren stond. Het gebouw heette de Beyerd (of beyaert) wat oorspronkelijk ziekenzaal, gemeenschappelijke eetzaal in een gasthuis of passantenhuis betekent. Het instituut heeft verscheidene functies gekend. In eerste instantie was het een gasthuis, waar zieken en armen verzorgd en bijgestaan konden worden. In de zestiende eeuw deed het dienst als pesthuis en heeft het ook nog dienst gedaan als ‘Dolhuis’ (gekkenhuis).Tot 1955 was
26
het een Oude Mannenhuis. Mensen die werden opgenomen in het Gasthuys moesten vaak een aanzienlijke som geld betalen. En zover hun gezondheid het toeliet moesten ze werken in de eigen bakkerij, brouwerij of groentetuin om in hun onderhoud te voorzien. Het gasthuis had weliswaar een eigen brouwerij, maar wie zich aan de drank of aan ‘toeback’ te buiten ging, verbeurde voor zekere tijd zijn maaltijd, zo schreef het strenge reglement voor. Tegenwoordig is hier MOTI, Museum of the Image gevestigd, dat zich richt op beeldcultuur. De moeite waard om te bezoeken! U loopt terug en steekt de Vlaszak over. In het trottoir, maar ook in het gebouw links, ziet u een aanduiding van de vroegere Gasthuispoort. Deze poort ontleende haar naam aan het Gasthuis (nu MOTI).
U komt, links aanhoudend, uit in de Veemarktstraat. De oorspronkelijke naam van deze straat is de Gasthuisstraat. De straat wordt voor het eerst vermeld in een oorkonde in het archief van het klooster St. Catharinadal uit 1340 als Gasthuusstrate. Hiermee is het een van de vroegst vermelde straten in Breda. De naam Veemarkt en later ook Veemarktstraat heeft op den duur de oorspronkelijke naam geheel verdrongen. Van het Bisschopshuis (nr. 46), een beetje achteraf in de Veemarktstraat, ziet u jammer genoeg alleen de voorkant. Alleen aan de achterkant is namelijk het achttiende eeuwse karakter bewaard gebleven. Hier woonde in de zestiende eeuw de thesauriergeneraal van Prins Maurits en de burgemeester van de stad Breda, Godevaert Montens. Het huis werd in 1869 aan het Bisdom verkocht, maar pas in 1872 kreeg de bisschop toestemming om van het grootseminarie Hoeven naar Breda te verhuizen. In de Veemarktstraat loopt u gemakkelijk voorbij aan de Lutherse Kerk, want die ligt verscholen achter een vrij onopvallende poort.
27
Het Lutherse kerkgebouw (nr 11) heeft van oorsprong het karakter van een schuilkerk. In de tijd van de Republiek der Verenigde Nederlanden mochten immers alleen de hervormden als zodanig herkenbare kerkgebouwen beheren. De Lutheranen bouwden dus in 1782 achter het huis, genaamd 'Repos Ailleurs' (rust elders), hun kerk en hielden daar zonder dat het in het oog viel hun samenkomsten. De nog steeds aanwezige wapenspreuk 'Repos Ailleurs' op het nieuwe huis dat de Lutherse Kerk verbergt, heeft nog aanleiding tot verwarring gegeven. Omdat dit ook het devies was van Marnix van St. Aldegonde, de tekstdichter van het Wilhelmus en raadsheer van Willem de Zwijger, heeft enige tijd de indruk bestaan dat deze hier ook zou hebben gewoond. Maar Marnix heeft, zo is aangetoond, op een andere plaats in de stad gelogeerd toen hij met de Prins in Breda vertoefde. De Lutherse kerk is onlangs gerestaureerd en te bezichtigen. U draait zich nu om en loopt terug tot aan de St. Annastraat. U ziet aan de rechterkant op nummer 38 een Jugendstilgevel, die u ook in Wenen zou kunnen aantreffen. Zelfs de kleuren zijn origineel. Het pand hiernaast (nr. 40) heeft een mooie originele houten winkelpui uit de negentiende eeuw. DOOR DE ST. ANNASTRAAT NAAR DE CATHARINASTRAAT EN HET BEGIJNHOF U gaat links de St. Annastraat in. De St. Annastraat, aangelegd in 1518, heet zo sinds 1519. Vóór die tijd werd de straat Korte Nieuwstraat genoemd en er is ook nog sprake geweest van de Hoendermarkt, omdat in deze straat kippen (hoenders) werden verhandeld. De naam St. Annastraat verwijst naar de Annadevotie die rond 1500 op haar hoogtepunt was. De St. Annastraat ontstond waarschijnlijk omdat de Heren van Breda van het Kasteel voor hun paarden en rijtuigen een directe toegang wilden hebben vanuit de Molenpoort naar het Valkenberg. De poort aan uw rechterhand geeft toegang tot de
28
Willem Merkxtuin. In 1984 nam Ir.Willem Merkx afscheid als burgemeester van Breda. Zijn wens om van het braakliggend terrein achter de patriciërshuizen aan de Catharinastraat een fraaie tuin te maken, werd vervuld. Als afscheidscadeau bood de Bredase bevolking haar burgemeester deze fraaie beeldentuin aan.Vanuit de W. Merkxtuin heeft u een mooi uitzicht op de achterkant van de patriciërswoningen in de Catharinastraat. De tuin is tussen 9.00 en 17.00 gratis toegankelijk voor publiek. U vervolgt uw route door de St. Annastraat en u slaat rechtsaf de Catharinastraat in. Links de poort in die toegang geeft tot het Begijnhof. Het Begijnhof, het meest rustieke plekje in de Bredase binnenstad, heeft zijn bestaan, in ieder geval op deze plaats, te danken aan de Heren van Breda. De geschiedenis van het Bredase Begijnhof gaat terug tot 1267. Het Begijnhof heeft tot 1531 dichter bij het Kasteel gelegen, maar in dat jaar schonk Hendrik de Derde van Nassau aan vrome vrouwen dit stuk grond in het Valkenberg, langs wat vroeger de Katerstraat werd genoemd. De grond waarop voorheen het Begijnhof was gelegen, had Hendrik nodig voor de verbouwing van zijn kasteel. De begijnen gingen gebruik maken van de aan de straat gelegen Sint Wendelinuskapel, die net gereed was en van 1530 dateert. In 1590 en opnieuw na 1648 werd de kapel ter beschikking gesteld aan de Waalse gemeente en dat is nog steeds zo. Bij de overgave van de stad aan de Staatse troepen werd de merkwaardige overeenkomst gesloten, dat de begijnen en hun pastoors in deze kerk ook in de toekomst wel mochten worden begraven. Dat is het geval geweest tot de begijnen in 1830 een eigen begraafruimte kregen op de r.k. begraafplaats Zuylen. In de Waalse kerk bevinden zich nog grafzerken van begijnen en
29
pastoors van na 1648. Hun diensten deden ze in een paar verbouwde huisjes, die op het hof tegen de kapel aan lagen. De begijnen kregen weer een eigen kerk in 1836/37. Deze bevindt zich achteraan op het Begijnhof. Bij alle wisselingen van bezetters in de Tachtigjarige Oorlog, bleef het Begijnhof toch bestaan, omdat het de bijzondere bescherming genoot van de Prinsen van Oranje. Die binding bleef bestaan en iedere keer als een lid van het Huis van Oranje de stad bezocht, stonden een ontvangst in het huisje van ‘juffrouw meesteres’ en het eten van de saffraangele begijnenrijst traditioneel op het programma. Met deze traditie is gebroken op Koninginnedag 1981. Het Begijnhof werd meer dan 700 jaar lang bewoond door begijntjes, tot de laatste van hen, zuster Frijters, overleed op Goede Vrijdag 1990. Aan het leven en werken van de begijntjes wordt nog herinnerd in het Begijnhofmuseum op nummer 29. De tuin van het Begijnhof is een kruidentuin. U vindt er honderden soorten kruiden. Rechts vooraan in die kruidentuin vindt u een beeld van Hans Bayens, voorstellend twee begijnen (de VVV Breda verkoopt hiervan een replica). In de jaren 60 van de negentiende eeuw werd het Begijnhof uitgebreid met een tweede hofje. Daar prijkt sinds enkele jaren een beeldje, voorstellend Johanna van Polanen, stichtster van de Wendelinuskapel en echtgenote van graaf Engelbrecht, de eerste ‘Bredase’ Nassau. In 1980 werd het hof voorzien van een nieuw poortgebouw. Daarmee werd de oude situatie die in 1953 was veranderd ongeveer hersteld. Boven de poort in de Catharinastraat en in de gevel van de kerk staan beelden van de schutspatrones van de begijnen, de heilige Catharina met het rad. Catharina is namelijk ‘geradbraakt’, omdat zij niet met keizer Maxentius wilde trouwen. Zij had haar leven aan God gewijd. In het poortgebouw is de Stichting Cultuurbehoud Breda gevestigd met o.a. het Miniaturenkabinet van kunstenares Tine Merkx. U verlaat het Begijnhof (links van u ziet u de Waalse Kerk) en u gaat rechtsaf de Catharinastraat in. In de mooie, maar vooral intieme Waalse Kerk, hadden de officieren en cadetten hun eigen banken. De vader van de dichter Jacques Perk was hier van 1868 tot 1872 Waals predikant. In 1983 werd de geheel gerestaureerde Waalse Kerk weer in gebruik genomen. Ze wordt heden gebruikt voor tentoonstellingen en concerten. Tegenover de Waalse Kerk in het pand Catharinastraat nr. 20
30
logeerden afgevaardigden van de Staten van Holland, Zeeland en West-Friesland. In 1667 waren zij aanwezig bij de onderhandelingen voor de Vrede van Breda, die werden gevoerd in het Kasteel van Breda.Toen de Vrede van Breda was gesloten, werd in de stad een groot feest gehouden en stonden voor dit huis fonteinen opgesteld, waar louter wijn uit spoot. De Catharinastraat heeft ondanks alle vernieuwingen nog steeds een voornaam aanzien.Vroeger heette deze straat Katerstraat. Het woord 'kater' zou ontleend zijn aan 'couter', dat landbouwgrond betekent en hier rond het Hof van de Heren van Breda in royale mate aanwezig was. Sinds de Franse tijd is de naam van de straat officieel veranderd in Catharinastraat. In 1812 veranderden de Franse bezetters de naam in Rue St. Cathérine. Over het bijzonder fraaie, uit 1614 daterende huis, Catharinastraat 9 (het Huis van Wijngaerde), bestond lange tijd, vanwege de initialen in het schilderwerk boven de gevel, het misverstand dat hier de Vrede van Breda zou zijn gesloten. De druiventros en de initialen hebben echter betrekking op de man, die het huis in 1614 liet bouwen: Hendrik van Wijngaerde.
8 Hier eindigt de wandeling 'Historische Kilometer'. U kunt eventueel nog linksaf naar de Grote Markt of rechtsaf het Kasteelplein op. U loopt dit plein over, door het Valkenbergpark richting station en VVV. Wij hopen dat u een plezierige wandeling heeft gehad en dat u ons eventuele op- of aanmerkingen laat weten via telefoonnummer 0900-5222444 (€0,25 per minuut) of via e-mail:
[email protected]. Tot ziens in gastvrij Breda!
31
W a n d e l ‘ n s . . . H i s t o r i s c h e K i l o m e t e r
Historische Kilometer Breda Dit boekje ‘Wandel 'ns... de Historische Kilometer’ is een uitgave van:
www.vvvbreda.nl
breda
Wandelt u ook eens onze Shops & Fun route.
Toerisme Breda Gek op Breda Groepsuitje Breda @vvvbreda
d e
vvvbreda
Uitgave Vormgeving
: VVV Breda 2014 : Ad Vermeulen, Studio 9, Breda
Topografische ondergrond © Gemeente Breda Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Aansprakelijkheid ten aanzien van wijzigingen of onvolledigheden in de vermelding kan niet worden aanvaard.