Noord-Zuid Route
Met dank aan: A. Schuur, A. Radema, C. de Vries, A.P. Stouwie, A.R. Agema, C. Usmany, B. Overzet, A. Wols, A.J. Winters, A.J.M. Roest, A. Schilder, C.G.M. Franken, A. Brunsveld, A.J.G. Wiekeraad, J.W. Finkers, H.J. Stol, J.A. Polderman, E.J.Y. de Haas, H. van Dijken, J. Ellenbroek, J. Smitskamp, J. Stoker, J.G. Fonk, K. Riedstra, L. van der Zwaag, B.J.N.M. Geutjes, A. van Etten, A. Kooi, A.S. Yska, A. Breukhoven, A.J.M. Jansen, B. Luth, C.R. Duijtshoff, A.J.M. Heddes, A.T. de Bruin, B. Lubbers, A.J. van den Heuvel, B. Peul, B. Hofman, F. Lopes, H. Deelstra, J. Bolk, J. Buist, J. Duursma, J. Groot Bronsvoort, J.A.F. Peters, J.M. Ogink, J.P.M. Reins, M. Voording, D.J. van Sluis, H. Westerbeek, I.C.W. Molenaar, H. Arnold, J. Kruiger, J.F.S. de Jong, M.T. Middel, P. Bethlehem, P. Raaff, P. Vegter, R. Koster, S. Smolders, S. Bakker, S.J. Vos, T. Dijkstra, T.L. Driessen, U.F. Dijkstra, W. Kobus, W.K. Stoppels, F. Tukker, L. Drijfhout, C. Peeters, E. de Ruiter-Kortleve, H. Venema, J. Horstman, J.J.L. Rijk, J.K. Zuidema, M.C. Lange, G. Vogelzang, C.W. Weetink, C.W. Tuinstra, D. Alberts, J. Wolthuis, J.N.M. Eeken, K. Hoiting, K. Wierenga, M. de Zwart, M. Gielisse, M. Kamsteeg, M. Rosing, M. van Ommen, M.A. Kossen, M.G.Q.M. Raemakers, M.J.G. Hoevers-Lohui, M.W.J. Venselaar, N. Gerritsen, N. Hake, N. Smeets, N.A. Anthony, P. Postma, P. Bender, P. Klijnstra, P. Potjewijd, P. van der Vorm, P. van Krevel, P.J.M. Poppink, P.J.M. van de Laar, R. den Ouden, R. Cohen, R. IJdel, R. Lennips, R. Simons, R. Stegeman, R. Vermeer, R. Wagenaar, R.G. Singel, R.H.M. Velthuizen, R.J. Cuperus, R.M. Noët, R.P. Scholtens, R.P.H.M. Notermans, R.T. Peenstra, S. Bandsma, S. Tolner, S.H. Stratingh, S.H.M. Veldboer, T. de Boer, T. Martelius, T. Massink, T. Oldenburger, T. van der Kraats, T. Zomerman, T.J. Koegler-Nijhuis, V.B. Pors, W. Franken, W. Geertsma, W. Rijneveld, W. Strobos, W. van der Veer, W. Weits, W. Wopken, W.C.J.M. Nagtzaam, W.H.A. Molema-Schillhorn van Veen, W.J. Biesheuvel, W.J. Jansen, W.M. Steenbergen, W.M. Vrolijk, W.S. Zijlman, M. Achahbar, R.R. Boverhof, A. van den Bos, F.C. Fabrie, G.J. Kats, G.N.B. de Leeuw, J. Buntsma, J.J. Kuipers, K. Hoving, K. Spanier, M. Veltman, P.P. van Elferen, R.H. Haarlem, T. Gosliga, W. Boer, J. Brontsema, N. Tijman, P.C. Spaan, R.A.C. van den Arend, T.H.J. Scholten, V. Gouw, W.H. Ahlers, S. van Houten, E.H.A.J. Bolster, J. Woering, J.A. Balk, J.E. Pieters, J.H. Roose, J.W. de Wit, M. Kraijenoord, M.A.J. Kramp, N. Schuman, P. Hanssen, R. Westenberg, F. van der Vlugt, F.J.M. Pohlmann, J. van den Berg, J. van Leerdam, J.P.M. van den Broek, K. de Groot, L. Kruijer, L. Lucas, L. Meijer, L. Schuurmans, M. Berends, M. Blokzijl, M. de Lange, M.R.G. Baum, P. Brandsma, P.A. de Vries, P.A. Oord, P.F. van der Ploeg, P.F.U. Bos, R. Koll, R. Wilken, R.G. Harkema, R.M. Bosch, R.P.J.Jansen, S. Fokkema, S. Procee, S. van Hoorn, T. Wechgelaar, T. Wouda, T.G.M. de Vent, W. de Jong, W. den Hertog, W. Finke, W. Groenhof, W. Kruiper, W.J. Reinders, W.K. Francke, W.T.G.A. Peters, A. van Eck, B.C. de Wolf, A. van Hulzen, B. Dekker, A.A. Pot, A. Kok, A. olde Bolhaar, B.K. Slim, A.G.M. Schulpen, B. Zanting, C.N. van den Hil, A.J. Smeenk, B. Scholte, M.E. Bekhof, P. Kiemel, G.W.J. Heijmans, A.C. van der Graaf, G.M. Hulsman, J. van de Velde, L.P. Chamberlain , L.T.B. Vogelaar, H. Snel, E. Beekman, G. Siebring, G. Weurding, J.D. van Doorn, D.E. Blum, D.M. Sanders, E. de Groot, E.E. Lycklama a Nijeholt, F. Hofman, G. van der Werff, G.J. Struik, G.J.M. Meulman, H. de Mik, H.G. de Vries, H.R. Wijma, J. Plantinga, J. Spiekhout, J.H. Tournier, K. Boogaart, K. de Smet, L. Brand, L. Steendijk, L.J. Nol, M. Azink, M. Bekker, M. Kruithoff, M. Teering, N. Tuinier Hofman, O. Borisov, P. Jansen, R. Kartosemito, R. Kock, R.A. Mulder, S. Bosma, T. Kramer, D. van der Haag, E.W.G. Achterkamp, F. Hanouwer, F. Wols, F.J.P. Kortenhorst, G. Renkema, H. Caspers, H. Edelenbosch, H.P. Kuiper, J.H. Kok, J.W. Rongen, E. Backhuis, G.J. Becker, H.J. Spierenburg, J. Lamain, M.C.C. Terlouw, G.C. de Jong, J. Gaile, J. Oolders, J.A.G. Cuppen, J.R.M. de Boer, K. Wiffers, K.S. Spanier, G. Steenbergen, G.A.P. de Boer, H. Nijenhuis, I. Vos, J. Dekker, J.B. Bruns, H. Hoving, H.T.P.M. Lagarde, M.R. Wibbelink, S. Zijlstra, S.A. Huitema, W.H. Duijghuisen, Y. van Atteveld, Y.J. Frenks, A. van Vliet, D. van Buren, D.M.B. Jansen, E. Crebas, E. Lanting, E. Reinders, F. Berends, F. Nunumete, F.J. Delhez, F.J. Kemperman, G. de Jonge, G.J.A. Heinen, H. Pauw, J. Braakman, J. Stamhuis, J.G. Buijze, M.C. van den Bosch, P. Bosman, F. Aptroot, G.D.E. Tuitert, J. Zwolsman, K.D. Mellema, P. Dijkstra, P.A. van der Wal, D. Mainz, E. Mastenbroek, F.J. Koerts, J. Hofman,
Noord-Zuid Route
Inhoud
14
de plannen Alida Zwaagstra, Projectmanager Planning Infrastructuur Q Willem Larmoyeur, Coördinator Projectdevelopment en Planning Q Enno Freese, Projectdirecteur Q Jaco van der Quast, Chef Tekenkamers Q Rob Posthuma, Procurement Manager Q Jan Siegers, Projectengineer
de omgeving
40
Eelco Bots, Projectmanager Milieueffectrapportage Q Tanja Koegler, Juridisch Medewerker Q Gerben van Dijk, Communicatieadviseur Q Gerard Becker, Medewerker Grondzaken Q Evert Brals, Kraanmachinist Q Jan Sanderse, Projectmanager
de constructie Turgut Taskiran, Fitter Q Erik Habing, Inkoper Materialen Q Philip Nuruwe, Slijper Q Marcel Stam, Hoofdopzichter Leidingen Noord Q Otto Zwijnen, Constructie & Commissioning Manager Q Evert-Jan Roelofsen, Commissioning Manager Q Piet Goos, Overall Projectmanager Noord-Zuid Route Q Kees Thielen, Lasser Q William Boere, Boormeester Q Gert Liewes, Legger en Sideboom-machinist Q Sadettin Cankor, Fitter Q Evert Reinders, Werkvoorbereider
64
Voorwoord
6
Met een gevoel van trots en vol vertrouwen
Eric Dam
B
ijna 500 kilometer transportleiding aanleggen en twee nieuwe compressorstations bouwen in één van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld. Op een veilige manier voor onze omgeving en voor de medewerkers die voor Gasunie werkzaamheden uitvoeren. Dat vereist grondige voorbereiding, goed materiaal en technisch vakmanschap. Deze mix heeft ervoor gezorgd dat we met een gevoel van trots kunnen terugkijken op ‘fase één’ van de Noord-Zuid Route, waaraan vele honderden collega’s een bijdrage hebben geleverd. De afgelopen jaren hebben al deze bijdragen geleid tot vele indrukken, ervaringen en anekdotes. Vol vertrouwen is in 2005 gestart met het project, wetende dat ons de nodige uitdagingen stonden te wachten. Met vereende krachten zijn we er in geslaagd om aansprekende resultaten te behalen. En bij de eerste oplevering is het nu de hoogste tijd om al deze verhalen en ervaringen te laten vertellen door mensen die het werk hebben verricht. Gasunie opereert nadrukkelijk in de schijnwerpers. Dat maakt het werk er soms niet eenvoudiger op. Publiek en media bouwen wat dat betreft met ons mee – en dus wordt iedere stap opgemerkt. Ook dat is door de jaren een zaak van continue zorg en waakzaamheid voor onze medewerkers. De nieuwste technieken, goede communicatie met de omgeving en loon naar werken maken dat deze netuitbreiding een prachtig visitekaartje voor ons bedrijf is geworden.
wind, van sterke staaltjes en huzarenstukjes. Van creatie en van nauwgezette calculatie achter de tekentafels, van tracéontwikkeling, communicatie met vele overheden, landeigenaren, en andere stakeholders. Van planning en discipline in alle projectdimensies: financieel, technisch, milieu, veiligheid. Zelfs de priesterlijke professie ontbrak niet in dit gigantische bouwproject, waar duizenden professionals bij betrokken zijn geweest. Fase één van de Noord-Zuid Route is nu voltooid, maar van achterover leunen is geen sprake. Ook de komende jaren zullen onze werkzaamheden nog goed zichtbaar zijn. Vele kilometers pijpleiding liggen te wachten om aangelegd te worden en zo een bijdrage te leveren aan een veilige en betrouwbare levering van aardgas. Opdat wij ook in de toekomst kunnen blijven vertrouwen op de beschikbaarheid van gas. Naast onze eigen collega’s dank ik alle medewerkers die vanuit de verschillende onderdelen van de infrastructuurketen een bijdrage hebben geleverd, voor hun fantastische inzet: van toeleveranciers van het materiaal tot de contractors die de projecten in opdracht van Gasunie hebben uitgevoerd. Met vertrouwen kijk ik uit naar het vervolg van dit megaproject. Ik wens een ieder daarbij veel succes. Q
Eric Dam Lid Raad van Bestuur Gasunie
Dit boek bevat vele aansprekende beelden van actie. Duizenden mensdagen in de zichtbare en tastbare wereld van bouw en constructie, van staal en steen, van weer en
Directeur Bouw en Beheer
7
Voorwoord
8
Een uniek project en een nieuw visitekaartje voor Gasunie
I
n Nederland werken we hard aan onze energietoekomst. Ook in de komende decennia willen we verzekerd zijn van voldoende energie. Bovendien willen we verduurzamen. Als schoonste fossiele brandstof is aardgas daarbij belangrijk. Met andere woorden: gas is onze ‘core business’ en dat willen we graag zo houden. Onze ambities mogen er dan ook zijn. Nederland ontwikkelt zich tot gasrotonde van Noordwest-Europa. Als spin in het web van Noord-Europese gasverbindingen bieden we onze nationale en internationale partners volop mogelijkheden om gas op te slaan, te verhandelen en te vervoeren. Naast gas hebben we meer troeven om verder uit te groeien tot een belangrijke energierotonde. Olie blijft van onverminderd belang. Bovendien specialiseren we ons in de exploitatie van duurzame energiebronnen zoals wind en biomassa. Om deze nieuwe energiestromen te ondersteunen en in goede banen te leiden, is state-of-the-art infrastructuur nodig. In dat kader doet Gasunie op dit moment een inspanning van jewelste om onze gastransportcapaciteit te verhogen. Met dit boek vieren we een belangrijke nieuwe stap op weg naar Nederland als modern energieland: het eerste deel van de Noord-Zuid Route is voltooid. Een nieuw visitekaartje voor Gasunie, die ik van harte wil feliciteren met dit mooie resultaat.
Maria van der Hoeven
Vele handen dragen bij aan de aanleg van de Noord-Zuid Route, een leidingennetwerk van 485 kilometer. Ook bij de bouw van het nieuwe compressorstation Scheemda hebben medewerkers van Gasunie laten zien wat ze kunnen. Daarbij is goed samengewerkt met de medewerkers van
mijn ministerie en het Bureau Energieprojecten van het Agentschap NL. Dit boek laat de mensen aan het woord die de Noord-Zuid Route tot iets tastbaars maken. Hun persoonlijke verhalen geven een prachtig inkijkje in hoe wij bouwen aan onze energietoekomst. Dat doen we gezamenlijk, met overtuiging en met enthousiasme. Tijdens mijn ministerschap heb ik ontelbare mensen gesproken die met hart en ziel werken om Nederland een veilige energietoekomst te geven. Dat heeft mij in mijn werk telkens weer geïnspireerd! Laten we niet vergeten dat energie absoluut noodzakelijk is. Extra transportcapaciteit, leveringszekerheid, voorzieningszekerheid: het zijn veelgebruikte termen als we praten over energie en energietransport. Ze klinken nogal abstract. De werkelijkheid is echter anders! De betrouwbare, veilige en betaalbare levering van energie is een belangrijke vereiste om de Nederlandse economie draaiende te houden. Daar hebben we elke dag profijt van. Graag bedank ik de medewerkers van Gasunie voor al hun harde werk. Met de afronding van het eerste deel van de Noord-Zuid Route is een mijlpaal bereikt. We zijn goed op weg. Alle succes toegewenst bij de verdere afronding van dit grootse project! Q
Maria van der Hoeven Minister van Economische Zaken
9
Voorwoord
10
A considerable contribution to Europe’s energy networks
Philip Lowe
A
fully integrated gas market is crucial for the security of energy supplies, sustainability and competitiveness in Europe. Market integration has been a common goal of European energy policy for several years, and the third internal energy market package, adopted in 2009, provides the stable regulatory framework needed to stimulate competition and investment, panEuropean collaboration and the best services for consumers at competitive prices. Gas provides Europe with almost one quarter of its energy. Around 60% of this gas is imported. Our economic growth, climate goals and energy security depend, among other things, on ability to access reliable and diverse gas supplies and to transport gas freely across the whole European market. EU gas market policy aims to ensure that gas can move without hindrance to all consumers, by removing national and regional barriers, providing missing links within the internal market and promoting new import routes from external suppliers. The importance of interconnections and supply diversity cannot be overstated. The EU has recently awarded €1.39 billion to a number of gas pipeline projects within the Energy Recovery Programme. This is on top of the TransEuropean Networks for Energy (TEN-E), which has been supporting gas infrastructure projects since 1997. Gasunie has worked on a number of projects which have received EU support for their contribution towards building an integrated European gas network.
The 500 km North-South project, from Rysum and Oude Statenzijl in the North to Zelzate and ‘s-Gravenvoeren in the south, is a major investment of €1.6 billion in the gas infrastructure of northern Europe. It will play an important role in integrating the northwest European energy market. The North-South project makes a considerable contribution to Europe’s energy networks. The European Union therefore helped to finance the project through the TEN-E programme in 2008 and 2009. The project received €4.7 million for the construction of the River Ems tunnel between Germany and the Netherlands. This is only one of many projects that Gasunie has developed in recent years and that have contributed or will contribute to the integration of the European gas market. I would like to invite Gasunie to continue its efforts to develop new European gas infrastructure projects which will help the European Union provide its citizens with secure, sustainable and competitive energy supplies in the future. Q
Philip Lowe Director General of Competition European Commission
11
feiten & cijfers
12
Tegenwoordig is altijd en overal wel een camera in de buurt. Ook bij Gasunie, en dat levert een aardige impressie op van wat onze collega’s zoal tegenkomen op een normale werkdag.
13
14
Leefden we sinds de ontdekking van aardgas in Slochteren in 1959 tientallen jaren in de waan dat onze Nederlandse gasbel oneindig groot was, de inzichten van nu vertellen ons een iets ander verhaal. Een verhaal met een positieve afloop waaraan Gasunie een flink woordje kan meeschrijven, mede door de uitbreiding van ons netwerk met bijna vijfhonderd kilometer nieuwe gasleidingen van Noord- naar Zuid-Nederland.
de plannen
15
16
Vijfhonderd kilometer erbij Europa vertrouwt op aardgas. Het vorm sinds jaar en dag een stabiele basis voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Deze schoonste fossiele brandstof is onmisbaar in onze samenleving. Ook in de komende decennia zullen miljoenen huishoudens, bedrijven en instellingen in Europa kunnen vertrouwen op de beschikbaarheid van aardgas, mede dankzij de Noord-Zuid Route.
N
ederland en aardgas vormen al decennialang een welvarende combinatie. Gasunie speelt daarin een belangrijke rol met haar wijdvertakte gastransportnetwerk in Nederland en Noord-Duitsland waar jaarlijks meer dan 100 miljard kuub gas doorheen stroomt. Als eerste gastransportbedrijf in Europa met een grensoverschrijdend netwerk komen we tegemoet aan de behoeften van netgebruikers, (potentiële) leveranciers, importeurs, afnemers en beleidsmakers. Dat is cruciaal voor het verbeteren en functioneren van de gasmarkt. De vraag naar gas neemt de komende jaren toe, mede vanwege het feit dat in ons deel van Europa de gasvoorraden aan het slinken zijn terwijl de vraag naar gas blijft stijgen. De capaciteit van het gasnet wordt belangrijker naarmate het gas van verder weg moet komen. De uitbreiding van ons
gasnet met de Noord-Zuid Route zorgt ervoor dat het gas goed kan blijven stromen. Rol van betekenis We halen nog steeds aardgas uit onze Noordwest-Europese gasvelden, maar tegenwoordig ook uit Noorwegen, Rusland en zelfs in vloeibare vorm uit Azië. Een deel daarvan gaat naar klanten binnen de landsgrenzen, een ander deel wordt doorgezet naar onze buurlanden. Een soepel transport over deze grenzen heen biedt uiteraard veel voordelen en mogelijkheden. Het uitgebreide transportnet van Gasunie speelt een belangrijke rol in de voorzieningszekerheid van aardgas. We vervullen een spilfunctie in de Europese energiemarkt door de uitstekende kwaliteit van de infrastructuur, de strategische ligging van het netwerk, de vele aansluitingen op
internationale gasstromen en diverse aanvoerbronnen en niet te vergeten de enorme kennis en kunde van onze medewerkers. Mede dankzij het hoogwaardige gastransportnetwerk van Gasunie kan Nederland als hart van de gasrotonde van Noordwest-Europa een rol van betekenis blijven spelen in de Europese gasmarkt. De toekomst van aardgas Aardgas is belangrijk, ook in de toekomst. Door de ontwikkeling van zon- en windenergie zal de functie van aardgas geleidelijk veranderen. Het aanbod van energie uit deze bronnen is namelijk volledig afhankelijk van het weer en is daardoor variabel. Elektriciteitcentrales die op aardgas werken, zijn snel en gemakkelijk op en af te regelen en kunnen de schommelingen in het aanbod van zon en wind goed
opvangen. De rol van aardgas, en daarmee de vraag naar transportcapaciteit blijft ook in de toekomst groot. De plannen belicht De plannen die aan de Noord-Zuid Route ten grondslag liggen, zijn niet even op één papiertje te schetsen. Daarom vind je in dit hoofdstuk de planmatige aanpak van dit grote project vanuit verschillende hoeken belicht. Gasuniemedewerkers Alida Zwaagstra, Enno Freese, Jaco van der Quast, Jan Siegers, Rob Posthuma en Willem Larmoyeur vertellen hun kant van het verhaal. Een verhaal over legpuzzels en hoofdlijnen, diameters en drukniveaus, ruime broeken, routekaarten, detailkaarten en tracékaarten, elkaars taal leren spreken en magnetische lanceringsystemen. Welkom in de wereld van de gasinfrastructuur. Q
17
18
Projectmanager Planning Infrastructuur Alida Zwaagstra
‘Stukje bij beetje vonden we de oplossing’
19
20
De figuurlijke uitleg van een legpuzzel komt erg in de buurt van wat de Noord-Zuid Route vanaf het begin al is: een complex vraagstuk waarvan de oplossing stukje bij beetje wordt gevonden. Alida Zwaagstra weet er alles van, want ze stond in 2004 als Projectmanager Planning Infrastructuur aan de wieg van dit project.
Hoe ontstond het idee van de Noord-Zuid Route? ‘Het plan van deze netuitbreiding ontstond niet van het ene op het andere moment. Ook bij de beslissing om het project daadwerkelijk uit te voeren, gingen we niet over één nacht ijs. Daar ging een belangrijke ontwikkeling aan vooraf: Gas Transport Services (GTS) signaleerde een stijgende vraag naar extra gascapaciteit, mede door de liberalisering en internationalisering van de gasmarkt. Vaak moesten we ‘nee’ verkopen omdat onze netwerkcapaciteit daar simpelweg niet voor was uitgerust. In 2005 hield GTS een zogenaamde ‘Open Season’, waarmee we de totale behoefte van de shippers hebben vastgesteld. Deze behoefte is omgezet in bindende afspraken met onze klanten, zodat er een vruchtbare voedingsbodem voor de Noord-Zuid Route was.’ Hoe werk je zo’n groot plan uit? ‘Een netuitbreiding op deze grote schaal had Gasunie al jaren niet gedaan, dus we stonden voor grote uitdagingen. Op basis van de gesignaleerde extra marktvraag zijn we in 2004 zijn we begonnen met het schetsen en in kaart brengen van de mogelijkheden om ons gasnet van Noordnaar Zuid-Nederland uit te breiden. Met mijn collega’s Johannes Lesterhuis, Karen van Bloemendaal en Regi Arts stond ik over een kaart van Nederland gebogen om de
mogelijke routes globaal uit te stippelen. We begonnen het rekenen voorzichtig met een capaciteitsvraag van een kwart tot driekwart miljoen m3 gas. Binnen een half jaar groeide dat al uit naar anderhalf miljoen kuub. Eén van de globale rekensommen die we maakten, ging zelfs uit van een capaciteit van twee tot drie miljoen m3.’ En dan pak je een stift en een liniaal? ‘Je trekt natuurlijk niet een simpele lijn van het noorden naar het zuiden. We maken een ruwe inschatting van wat mogelijk is en wat onmogelijk. Daarbij kun je denken aan beperkingen door bestaande bebouwing, infrastructuur en beschermde natuurgebieden. Maar ook de kosten, de planning, de faseerbaarheid en de haalbaarheid van het project zijn op dat moment onderwerpen van gesprek: de totale scope. Je wilt natuurlijk een verantwoorde netuitbreiding, inclusief de benodigde rek voor de nabije en verre toekomst. Mede door de toegenomen vraag bij klanten werd het project al snel omvangrijker. Uiteindelijk hebben we gerekend met een scope die vier keer zo groot was als in het begin.’ Dat klinkt allemaal als een complexe legpuzzel. ‘Ja, dat was het in feite ook. Maar sommige puzzelstukjes lagen er al, en andere stukjes konden we zelf ontwerpen.
Een Open Season blikt zo’n tien jaar vooruit, terwijl ons netwerk veel langer meegaat. Daarbij hebben we rekening gehouden met de afname van binnenlandse productie en de groeiende vraag naar aardgas in de komende decennia. Bovendien is het maatschappelijk belang onderzocht en meegewogen. Het is pittig om de kosten en baten helder tegen elkaar af te wegen. Hoeveel gas heeft Nederland de komende jaren nodig uit het buitenland? Wat zijn de ontwikkelingen in andere landen? Hoeveel groeit de internationale gastransportbehoefte? En wil Nederland de rol van gasrotonde van NoordwestEuropa serieus nemen, dan is een vergroting van de netcapaciteit noodzakelijk. Dit is ook de wens van onze klanten. Een ingewikkelde puzzel, die we in goed overleg met betrokkenen stukje bij beetje hebben opgelost.’ Welke alternatieve routes heb je overwogen? ‘We kwamen na een intensieve studie tot drie mogelijke tracés: ‘Oost’, ‘West’ en ‘Midden’. Die hebben we grondig bekeken en met elkaar vergeleken. Met het projectteam van de afdeling Nieuwbouw en Willem Larmoyeur en zijn team hebben we besproken welke technische mogelijkheden en beperkingen er om de hoek kwamen kijken. De belangrijkste kenmerken hebben we op een rijtje gezet en voor elke variant hebben we de scores op
die punten in een tabel gezet. Zo kregen we in één oogopslag de voor- en nadelen van elke route, en konden we een afgewogen keuze maken.’ Waarom kozen jullie uiteindelijk de middenvariant? ‘Na het wikken en wegen kreeg ‘Midden’, een combinatie van de varianten ‘West’ en ‘Oost’, de voorkeur. Daar waren belangrijke, doorslaggevende redenen voor. In de noordelijke helft van Nederland had de route via het westen geen voorkeur omdat het traject én door het IJsselmeer, én door veengebieden én door dichtbebouwde gebieden zou lopen. Daar kozen we dus voor een oostelijk tracé. Bovendien bleken de kosten van de middenroute laag en de transportcapaciteit het hoogst, mede omdat we een leiding in tegengestelde richting konden gebruiken en daar geen extra leiding hoefden te leggen. Daarnaast was het belangrijk om grote industriegebieden onder Rotterdam te ontsluiten: daar had Gasunie nog geen grote transportleiding om West- en Zuidwest-Nederland te verbinden. Dus buigen we in het midden van Nederland af naar het westen. Zo ontstond de Noord-Zuid Route.’ Q
21
22
‘Het project spreekt enorm tot de verbeelding’ Coördinator Projectdevelopment en Planning Willem Larmoyeur
‘I
k vind de Noord-Zuid Route een prachtig project geworden. Het spreekt enorm tot de verbeelding. Dat zit ‘m wat mij betreft vooral in de omvang ervan en de impact die het heeft op de organisatie. Bovendien heb je bij een onderneming als deze te maken met veel verschillende partijen, en dat maakt de klus heel divers. Zo begon de ontwikkeling van het idee samen met de collega’s van Gas Transport Services, die verantwoordelijk zijn voor het bepalen van de benodigde uitbreiding en de dagelijkse besturing van het net. Nadat de grove schetsen waren getekend, gingen wij aan de slag met de uitwerking op technische details waarbij ook de collega’s van nieuwbouw zijn betrokken. We hebben intensief gekeken naar ons bestaande ijzerwerk en wogen daarbij af welke investeringen het beste passen bij de grove schetsen en de eisen en wensen op de markt.
Het maakt nogal wat uit hoe we ons netwerk technisch uitbreiden: we willen in de toekomst verder kunnen uitbreiden, maar de investering moet passen bij de geboekte transportcapaciteit. Een voorbeeld: de grootste leiding in ons huidige netwerk heeft een diameter van 1.200 millimeter, met een maximale druk van 80 bar. Om optimaal te kunnen voldoen aan de verwachte capaciteitsvraag overwogen we bij de start van het project buizen van 1.300 of 1.400 millimeter doorsnee te gebruiken, die een druk van 100 bar aan zouden kunnen. We hebben uiteindelijk in de eerste plannen toch gekozen voor twee leidingen naast elkaar, met de gebruikelijke druk en diameter. Hiermee konden we ook de verwachte maximale capaciteitsvraag leveren, maar was het daarnaast mogelijk om terug te schakelen naar een enkele leiding. Dit kwam aan de orde toen bij de definitieve boekingen een lagere capaciteit werd vastgelegd dan in de voorlopige contracten. We konden toen eenvoudig een van de twee leidingen schrappen zonder opnieuw te hoeven rekenen.’ Q
‘Het maakt nogal wat uit hoe we ons netwerk technisch uitbreiden’
23
Projectdirecteur Noord-Zuid Route Enno Freese
24
Gas als basis voor vernieuwing en verduurzaming
25
26
Niets is oneindig, ook de aardgasvoorraden in West-Europa niet. Terwijl de binnenlandse productie van het onzichtbare goud afneemt, stijgt juist de vraag ernaar met ongeveer één procent per jaar. Dat leidt op termijn tot een situatie die onhoudbaar is. De enige oplossing is meer aardgas te importeren. Maar daarvoor hebben we een iets ruimere broek nodig: de Noord-Zuid Route.
‘Hoewel de West-Europese aardgasproductie achteruitgaat, is de rol van gas bij lange na nog niet uitgespeeld’, vertelt Enno Freese, Projectdirecteur Noord-Zuid Route. ‘Maar die rol gaat wel veranderen. Op het gebied van duurzame energie dienen zich heel interessante bronnen aan zoals zon en wind. Maar het aanbod zonne- en windenergie is volledig afhankelijk van het weer, dus variabel. Daarom heeft de energievoorziening een stabiele basis nodig, en dat is aardgas. Voor een evenwichtige overgang naar duurzame bronnen is de aanwezigheid van aardgas zelfs een voorwaarde. Het heeft geweldige toekomstmogelijkheden, omdat het in alle ontwikkelingen als verbindend element aanwezig is. Zonne- en windenergie worden steeds belangrijker. Willen we deze duurzame bronnen optimaal benutten, dan moeten we een systeem hebben dat direct op afroep de energiebehoefte aanvult. Omdat gascentrales snel en gemakkelijk op en af te regelen zijn, vervullen zij deze ‘systeemrol’. Gas zorgt ervoor dat er altijd plaats is voor de wind zodra die waait en voor de zon zodra die schijnt. Zo profiteren we optimaal van duurzame energie terwijl we de energievoorziening als geheel betrouwbaar en stabiel houden. Voor die cruciale rol zijn natuurlijk wel hoogwaardige transport- en opslagcapaciteiten nodig. En die heeft Gasunie in huis. Zeker na de realisatie van de Noord-Zuid Route.’
Innovatie Daarmee zijn de pluspunten van gas nog niet op: verduurzaming van het gas zelf is ook goed mogelijk. Zo worden de mogelijkheden van het mengen van gassen steeds meer verkend. Een voorbeeld daarvan is biogas. Enno: ‘Hoe meer biogas we bijmengen in het net, hoe duurzamer het product dat uiteindelijk uit de pijp komt. Dankzij de robuuste gasinfrastructuur kan Nederland zijn gasvoorziening vergroenen. De toekomst heeft bovendien ‘smart grids’ in petto. Dit zijn innovatieve, intelligente netwerken voor lokale elektriciteitsproductie. Deze kunnen inspelen op vraag- en aanbodwisselingen van duurzaam opgewekte elektriciteit. HRe-ketels – een doorbraaktechnologie die nu al beschikbaar is – kunnen een onderdeel van smart grids vormen. Op die manier wordt het gas ook nog eens superefficiënt benut en is een fors hoger rendement mogelijk.’
uitbreiding van het gastransportnetwerk verstevigt onze rol als hart van de gasrotonde van Noordwest-Europa’, aldus Enno. ‘Dit gaat heel verantwoord: we hebben bindende contracten afgesloten met onze klanten. Deze contracten binden ons ook aan harde deadlines. Op 1 oktober 2010 moeten we daadwerkelijk het eerste deel van de Noord-Zuid Route volgens planning opleveren. En dat gaat lukken. Alleen met het compressorstation in Wijngaarden hebben we de bouwplannen moeten aanpassen. Mede als gevolg van lokale weerstand hebben we enige vertraging opgelopen, maar daar hebben we rekening mee gehouden.’ Risico’s beheersen Enno noemt een ander belangrijk thema van het NoordZuid Project: risico’s. Dat begon eigenlijk al tijdens de prille plannen van de netuitbreiding. Het project bleek al snel zó groot te worden, dat er een 25-koppig projectteam voor werd opgericht, met Enno aan het roer. ‘Na mijn eerste taak, het formeren van het kernteam, ben ik in dit project vooral bezig met het beheersen van risico’s.
‘Elk uur van de dag mogen ze me bellen’
Nederland aardgasland Nederland is hard op weg om binnen Noordwest-Europa een logistiek knooppunt te worden voor de opslag en het transport van gasstromen uit uiteenlopende aanvoerrichtingen. De Nederlandse infrastructuur, geografische ligging en kennis en ervaring op het gebied van gas bieden hiervoor een uitstekende uitgangspositie. ‘De benodigde
Mijn collega’s houden me constant op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en gebeurtenissen. Op basis van dagelijkse, wekelijkse en maandelijkse rapportages probeer ik het schip zoveel mogelijk op de vastgelegde koers te houden. Elk uur van de dag mogen ze me bellen om
eventuele risico’s en problemen te bespreken. Dan bepalen we of bijsturen noodzakelijk is. En om te voorkomen dat we een tunnelvisie ontwikkelen, hebben we een extern team van experts gevraagd om regelmatig een thermometer in het project te steken. De buitenwereld heeft andere, soms betere ideeën.’ Steeds mondiger Op weerstand bij de bouwplannen van het compressorstation in Wijngaarden werd geanticipeerd, maar het bleek een lange weg om deze om te buigen. Enno: ‘We wisten natuurlijk dat we met Wijngaarden in het Groene Hart op een gevoelige plek opereren. Onze goede voorbereiding kon de weerstand in eerste instantie niet wegnemen. Door intensief te communiceren met de lokale betrokkenen kregen we uiteindelijk vier van de vijf partijen over de streep, die zelfs een soort ambassadeur van de netuitbreiding werden. Maar één partij bleef volharden in haar standpunt. Daar viel nauwelijks nog mee te praten; dan is het toch wel even moeilijk hoor.’ In dit kader van risico’s zit er voor Enno nog een aantal uitdagingen in de tweede helft van het Noord-Zuid Project. ‘Had je eerder vooral een lange adem nodig voor de levering van pijpleidingen en andere materialen, tegenwoordig hebben de vergunningen de langste doorlooptijd. Iedereen wordt steeds mondiger en je hebt als bedrijf meer vergunningen nodig. Dat is een grote uitdaging, want je moet toch je leveringscontracten nakomen.’ Q
27
feiten & cijfers
28
25-koppig projectteam
125 fte’s per jaar 600 van de 1.600 collega’s werk(t)en mee
40 jaar ervaring met de bouw van leidingen en stations
29
Chef Tekenkamers Jaco van der Quast
30
‘We hebben onszelf op de kaart gezet’
31
De mensen van de tekenkamers hebben een belangrijke rol gehad bij de totstandkoming van de Noord-Zuid Route, vindt Chef Tekenkamers Jaco van der Quast. ‘Met dit project hebben we niet alleen Gasunie en de Noord-Zuid Route op de kaart gezet, maar ook onszelf.’
32
T
oen Jaco in 2007 van het plan hoorde om honderden kilometers leiding van Noord- naar Zuid-Nederland aan te leggen, waren twee dingen voor hem helder. Ten eerste, dit project zou voor zijn afdeling een bijzondere uitdaging worden en ten tweede, hij zou héél snel nieuwe mensen moeten aannemen. Na groen licht voor een project duurt het immers nooit lang voordat de bal bij de tekenkamers in Waddinxveen en Deventer binnenrolt. Zo wil de afdeling Grondzaken weten met welke grondeigenaren moet worden gesproken en willen de projectengineers beschikken over een overzicht van de te realiseren kruisingen met auto-, spoor- en waterwegen.
verricht. Verder meten ze de actuele topografische situatie en maaiveldhoogtes in. Dat is nodig omdat op kantoor vaak flink gerekend moet worden om de leiding langs alle obstakels te leggen. Woningen en gebouwen moeten op veilige afstand blijven, en spoorwegen en wegen moeten op verantwoorde diepte worden gepasseerd. Ook brengen we alle kabels en leidingen van derden in kaart via de
‘Met name aan de oostkant moesten we een ongekende hoeveelheid tekeningen opleveren’
Honderden kaarten Speciaal voor de Noord-Zuid Route moest de afdeling van Jaco worden uitgebreid met 25 medewerkers. In korte tijd tekenden zij het indrukwekkende aantal van 1.100 routekaarten, 300 detailkaarten en 200 tracékaarten. Alles staat op de tekeningen aangegeven. Waar en hoe diep ligt de leiding? Welke elementen moeten worden besteld? Welke grondeigenaren zijn erbij betrokken? ‘Als onze tekeningen eenmaal klaar zijn, gaan de landmeters aan de slag’, vertelt Jaco. ‘Met piketpaaltjes zetten zij het leidingtracé uit, zodat er bodemonderzoek kan worden
database van het Kabels en Leidingen Informatie Centrum (KLIC). Al deze onderzoeken, maar ook overleggen van de collega’s van Grondzaken en Nieuwbouw met grondeigenaren en vergunningverleners, leiden regelmatig tot aanpassing van de tekeningen.’ Opnieuw het veld in Als de projectmanager enige tijd later een seintje geeft dat de bouw gaat starten, trekken de landmeters opnieuw het
veld in. ‘Met piketpaaltjes zetten ze het definitieve tracé uit, evenals nabijgelegen leidingen waarmee de aannemer bij de graafwerkzaamheden rekening moet houden. Ook verrichten ze deformatiemetingen, om kwetsbare gebouwen en infrastructuren te monitoren op verzakking. Als de pijp eenmaal in de sleuf ligt, controleren de landmeters of deze op de juiste plaats en diepte ligt. De leiding wordt daarna exact ingemeten en geregistreerd in onze geografische database.’ Zeer nauwkeurige aanleg Een bijzondere uitdaging was de kruising met de Westerschelde. ‘Daar zijn vanaf beide oevers horizontale boringen toegepast over 1.300 en 1.400 meter. Precies in het midden, in een met damwanden gecreëerd eilandje, moesten beide strengen aan elkaar worden gelast. Het tekenwerk mocht dus absoluut geen afwijkingen hebben.’ Het traject in de Buisleidingenstraat – een leidingencorridor in West-Brabant die de havens van Rotterdam en Antwerpen verbindt – vereiste eveneens een zeer nauwkeurige aanleg. ‘Kleine afwijkingen ten opzichte van de aanvraag zijn niet toegestaan door de stichting die de leidingenstraat beheert. Dat was lastig, omdat je bij een pijp met een diameter van 1 meter 20 altijd wel iets afwijkt. We moesten bovendien dagelijks uitgebreide rapportages verzorgen.’
Van uitvoering naar regie Ook de volumes maken de Noord-Zuid Route bijzonder. ‘Met name aan de oostkant moesten we een ongekende hoeveelheid tekeningen opleveren.’ Om het werk aan te kunnen, is de afdeling uitgebreid met veel (externe) medewerkers. Jaco: ‘Dat is misschien wel de grootste winst van dit project geweest: onze eigen medewerkers hebben zichzelf weten om te vormen van voornamelijk uitvoerende naar regievoerende medewerkers. Ik vind het leuk om te zien dat zij daardoor erg gegroeid zijn. Ons werk blijft vaak op de achtergrond, veel mensen denken bij wijze van spreken dat we bij de Tekenkamers ‘maar wat lijntjes trekken’. Met dit project heeft de afdeling Tekenkamers niet alleen de Noord-Zuid Route op de kaart gezet, letterlijk, maar ook zichzelf.’ Q
33
34
‘
Bij de bouw van compressorstations en bij de grotere contracten heb je meestal te maken met een consortium van bedrijven. Het kost enige tijd en moeite om daar één partij van te smeden die één planning, één kwaliteitsysteem en één veiligheidsbeleid hanteert. Maar gaandeweg leren we elkaars taal goed spreken en profiteren we van elkaars kennis en kunde. Procurement Manager Rob Posthuma
’
35
36
Projectengineer Jan Siegers
Duizenden tekeningen nodig voor één station
37
38
‘Het steeds weer maken van keuzes op basis van functionaliteit en prijs. Dat is eigenlijk waar het engineeringsproces uit bestaat’, zo omschrijft Projectengineer Jan Siegers zijn baan. Samen met zijn team van dertien engineers werkte hij de afgelopen vier jaar aan het ontwerp van de Noord-Zuid Route.
Wat doen jullie als engineer? ‘Wij zijn verantwoordelijk voor het ontwerp van de installaties. Daar horen ook de compressorstations in Scheemda en Wijngaarden bij, inclusief de specificaties van alle materialen. Dat zijn ontwerpen waar we heel lang mee bezig zijn. Er zijn ook kleinere projecten, zoals de zestien regel- en reduceerstations die het gas langs de route sturen. Die ronden we in een jaar of twee af.’ Wat komt er bij het engineeringsproces kijken? ‘Het begint allemaal met een wens van de afdeling Projectdevelopment en Planning. Op basis daarvan maken wij een ‘basic design’. Daarin staat bijvoorbeeld hoe een locatie er op hoofdlijnen gaat uitzien, waarlangs het gas stroomt en met welke spanning de verschillende machines worden aangedreven. Het basisontwerp wordt afgesloten met een HAZOP-studie, een studie naar risico en operaties. Samen met onder meer de beheerder en de opdrachtgever nemen we alle plannen door. Voldoet het aan de eisen en is het veilig, beheersbaar en uitvoerbaar? Het uiteindelijke resultaat vormt de basis voor de projectgoedkeuring.’ En dan? ‘Zodra het project is goedgekeurd, gaan we aan de slag met de specificaties van de machines, want die hebben
soms een behoorlijk lange levertijd. Bij de compressoren moet je rekenen op twee jaar. En dat is ook niet zo vreemd als je bedenkt dat al onze eisen leiden tot een behoorlijk complex geheel. Bij het opstellen van die specificaties kunnen we gelukkig gebruikmaken van de Gasunie Technische Standaard en de ervaring die we hebben opgedaan met het ontwerp van andere stations. Maar elk station is uniek, en daar moet je rekening mee houden. Als wij klaar zijn en de plannen zijn goedgekeurd, kan de Europese aanbesteding van start.’ Wat zijn de verschillen tussen Scheemda en Wijngaarden? ‘Als je kijkt naar de compressoren, hebben we twee verschillende leveranciers. In Scheemda staan drie door Siemens Hengelo geleverde compressoren van 22 megawatt. Wijngaarden krijgt er vier van 10 megawatt, afkomstig van MAN Turbo uit Zürich. Er hoeft in Scheemda maar een schakelmogelijkheid te zijn om het gas vanaf Rysum zo te comprimeren dat het bij het H-gas-systeem in kan. In Wijngaarden ligt dat iets gecompliceerder. Daar komen maar liefst 42 schakelmogelijkheden. Dit station kan ook worden opgedeeld in twee stukken, namelijk van Noord naar Zuid en van West naar Oost. Daar passen meerdere kleinere compressoren beter bij. Daarnaast
zit er bijvoorbeeld ook verschil in de voeding van de compressoren. In Scheemda levert het dichtstbijzijnde elektriciteitstation hoogspanning van 110 kV. In Wijngaarden is dat 50 kV.’ Hoe verloopt zo’n samenwerking met Siemens en MAN Turbo? ‘We hebben maandelijks overleg over de technische voortgang van de benodigde equipment. Als een machine klaar is, doen we een zogenaamde Factory Acceptance Test (FAT), een afnametest in de fabriek. Bij de compressoren kijken we dan bijvoorbeeld of de machine de volgens de specificaties afgesproken hoeveelheid gas tot de goede druk kan brengen.’ Zijn zulke testen spannend? ‘Bij MAN Turbo hadden we een nog niet eerder uitgevoerde test aangevraagd. Onze nieuwe compressoren werken
‘Wij weten waarom dingen zijn zoals ze zijn en kijken of het werkt zoals het bedacht is’ met een magnetisch lageringsysteem, in plaats van met olielagers. Dat betekent dat de assen in de motor en de compressor met behulp van magneten zweven. De tien ton wegende rotor kun je dan zo met één hand draaien. Mocht het systeem falen, dan valt dat hele gewicht in een noodlager en dan mag er natuurlijk niets stuk gaan. Omdat het de eerste keer is dat een 10 megawatt ma-
chine met zo’n hoog vermogen voorzien was van een magnetisch lanceringsysteem, hebben we dat getest. De compressor op vol vermogen laten draaien en dan opeens het magnetisch lageringssysteem uitschakelen. Zeker spannend, maar gelukkig ging het goed.’ Als het ontwerp klaar is en de machines geleverd zijn, kan de bouw eindelijk beginnen? ‘Voor het zover is, moet eerst ook de ‘detail engineering’ klaar zijn. Dat betekent dat al onze plannen tot in detail uitgetekend worden. Hiervoor hebben we de ingenieursbureaus Grontmij Haren en Tebodin ingehuurd. Daar zitten tientallen tekenaars klaar en dat is maar goed ook. Voor één station worden duizenden tekeningen gemaakt. Het is aan onze twee Document Controllers om al die informatie gedurende het project in goede banen te leiden.’ En dan zit jullie werk erop? ‘Wij blijven verantwoordelijk voor de plannen. Als mensen in het veld iets willen of moeten wijzigen, hebben ze onze toestemming nodig. Daarnaast staan wij klaar om vragen te beantwoorden. Iedereen in het team heeft daarin een eigen specialisatiegebied: werktuigbouwkunde, civiel, elektro, instrumentatie, rotating en static equipment. Als alles dan technisch klaar is, assisteren wij bij de inbedrijfstelling. Wij weten waarom dingen zijn zoals ze zijn en kijken of het werkt zoals het bedacht is. Vaak is de praktijk toch net anders dan de simulatie tijdens de FAT en zijn kleine aanpassingen in de software nodig. Stapje voor stapje checken en finetunen we alles. Als dan alles echt goed functioneert, bouwen we wel een feestje. Het is heel bijzonder om te zien dat al die kleine deeltjes een perfect werkend geheel worden.’ Q
39
40
Het is een bijzondere en bewerkelijke omgeving waarin Gasunie werkt. Resten van een wolharige neushoorn uit de ijstijd, een eeuwenoude boomstamkano, Romeins aardewerk: er komt wat boven de grond bij de aanleg van nieuwe gasleidingen. Maar ook dat wat vandaag de dag groeit en bloeit maakt het dagelijkse werk van een gasinfrastructuurbedrijf er niet altijd gemakkelijker op. Wel veel kleurrijker.
de omgeving
41
42
Van rabarbers tot modderkruipers Tussen juridische teksten op papier en beschermde vogels in de wei zit een wereld van verschil. En binnen de contouren van deze wereld verricht Gasunie haar werk. Want zonder duidelijke afspraken op papier en commitment van betrokken partijen gaat er nog geen schop de grond in.
D
aar waar Gasunie de grond in wil met nieuw ijzerwerk, gebeurt ontzettend veel. Er wordt geboord, gegraven, gelast, gereden en gesleept. Maar er wordt ook geïnformeerd, gediscussieerd, gewogen en gemasseerd. En dat allemaal voor, tijdens en na de werkzaamheden in het veld. Een werkomgeving die wordt gevormd door een constant schipperen tussen verschillende partijen met uiteenlopende belangen. Wat is de tijdelijke en de blijvende impact op de natuur? Wat betekent de leidingaanleg voor landeigenaren en aanwonenden? Had een projectontwikkelaar eigenlijk al plannen met dat stuk grond? Hoeveel water mag er aan de grond worden onttrokken? Zitten er beschermde diersoorten in dat bos waar we doorheen moeten? Hoe staat het met de archeologische waarde van dat gebied? Vergunningen en overeenkomsten zijn aan de orde van de dag, en gaan net zo makkelijk hand in hand met een hartelijke samenwerking als met principiële norsigheid.
Een boer wil best een pijpleiding door zijn land, maar hij is ook verknocht aan zijn rabarberveld. En toch maar met kunst- en vliegwerk boren onder een bos door om de natuur zoveel mogelijk te sparen: de oplossingen zijn stuk voor stuk maatwerk.
Vooruitgang gaat soms niet zonder slag of stoot, maar de gulden middenweg ligt doorgaans binnen handbereik. De projectmedewerkers van de Noord-Zuid Route werken daar elke dag hard aan. Tussen landschap en project
Gulden middenweg In dit kluwen van regels, wetten en wensen is het aan de medewerkers van Gasunie om belanghebbenden te informeren, vergunningen en contracten te regelen en eventuele tegenpartijen over de streep te trekken. En dat het liefst op een zo open en prettig mogelijke manier, zodat iedereen na afloop nog steeds met elkaar door één deur kan, de planning van de leidingaanleg niet in het gedrang komt en de kosten binnen de perken blijven. En zo dat de beschermde heikikkers, bittervoorns en kleine modderkruipers na afloop weer verder kunnen gaan met hun rustige leventje in de natuur.
De wijde omgeving waarin Gasunie het Noord-Zuid Project uitvoert, past niet op één A4. Daarom laten we in dit deel van het boek verschillende mensen aan het woord over het raakvlak tussen leidingaanleg en landschap, tussen theorie en praktijk. Eelco Bots, Evert Brals, Gerard Becker, Gerben van Dijk, Jan Sanderse en Tanja Koegler vertellen over de ervaringen tijdens hun werkzaamheden voor de Noord-Zuid Route. Een verhaal over geografisch logische trajecten, twee vergunningen per kilometer, uitkijken voor vrachtwagens, defecte tractors, boomstammen die kano’s blijken en grindbedjes voor tunnelleidingen. Q
43
44
‘
De Noord-Zuid Route was ook voor mij en mijn collega’s een megaproject, ik heb het als een van de hoogtepunten in mijn carrière beleefd. Onze taak was de milieueffectrapportages te maken. In zo’n MER worden de gevolgen voor de omgeving in kaart gebracht. Vanwege de gigantische omvang hebben we de leiding opgedeeld in negen geografisch logische trajecten. Het meest trots ben ik op de tunnel onder de Eems. Gasunie heeft hiermee een goede beurt gemaakt. Projectmanager milieueffectrapportage Eelco Bots, Arcadis
’ 45
46
Juridisch Medewerker Tanja Koegler
Twee vergunningen per kilometer
47
48
Voor elke 500 meter een vergunning. Dat blijkt uit het simpele rekensommetje van het totale project Noord-Zuid Route. Reken maar uit: het gloednieuwe tracé telt zo’n 450 kilometer aan nieuwe pijpleidingen, waarvoor ruwweg 900 vergunningen nodig zijn. Tanja Koegler is één van de collega’s die meewerkt aan deze ‘juridische estafette’ langs het traject.
Elke 500 meter een vergunning, dat klinkt als een heleboel papierwerk. ‘Ja, soms gaat het inderdaad om heel veel papieren. Een kleine vergunningsaanvraag telt misschien een kantje of acht, maar voor meer ingewikkelde aanvragen zijn soms vijftig pagina’s nodig. En de ene vergunning is binnen twaalf weken rond, terwijl de ander je al snel een jaar kost om af te ronden. Maar hoe dan ook: ze zijn nu eenmaal nodig, want zonder vergunning gaat er geen schop de grond in.’ Waarom gaat de ene vergunningsaanvraag sneller dan de andere? ‘Dat ligt aan verschillende dingen. In de eerste plaats de wetgeving die eraan ten grondslag ligt. Daarnaast zijn er altijd juridische schemergebieden, bijvoorbeeld bij de watervergunningen. Op het hele traject Noord-Zuid komen we nogal wat waterwegen tegen, en dan kloppen we dus aan bij de waterschappen. Vaak verschillen de regels en processen per waterschap. En de ene instantie is strenger in de handhaving van de regels dan de andere. Dan gaat er veel tijd zitten in het netjes afstemmen van onze plannen op hun regels. Vaak spelen voor gemeenten en grondeigenaren natuurlijk ook andere belangen op de achtergrond een rol. Logisch, maar lastig. Voor het ongemak
dat we nu eenmaal tijdelijk veroorzaken, willen sommige partijen compensatie. De ene eis is redelijk, en daar komen we probleemloos aan tegemoet. Maar soms zijn ze iets te scheutig op een vergoeding. We proberen altijd alles redelijk en rechtvaardig af te handelen.’ Hoe krijg je alle verschillende neuzen dezelfde kant op? ‘Het is belangrijk dat je je van tevoren goed inleeft in de ander. Waar liggen hun prioriteiten, welke processen en afwegingen spelen er? Als we goed nadenken over andermans belangen die meespelen, werkt dat ook in ons eigen voordeel. We kweken welwillendheid in een spanningsveld van bestemmingsplannen en milieurapporten. En die goodwill is hard nodig, want niet alle vergunningen kennen dezelfde procedures. Waar een bouwvergunning bij het uitblijven van een reactie van een gemeente automatisch wordt verleend, is een vergunning voor grondwateronttrekking bij niet-reageren eigenlijk geweigerd. In theorie moeten we dan opnieuw een aanvraag indienen, met alle tijdverlies van dien. Ik heb de ambtenaren dus hard nodig, en wil ze niet tegen me in het harnas jagen. Soms is het een kwestie van schipperen, en soms moet je behoorlijk op je strepen staan. Een beetje mensenkennis helpt je daarbij flink op weg.’
Jouw toegevoegde waarde zit dus vooral in het bruggen bouwen? ‘Zo kun je het inderdaad zien. Mijn collega’s en ik maken de vertaling tussen de juridische werkelijkheid en de projectwerkelijkheid. Daarin is het belangrijk dat je de diverse belangen van beide partijen goed kunt verwoorden en dat je hier gemakkelijk tussen kunt schakelen. Door op tijd in gesprek te gaan bouw je een relatie op en maak je het bevoegde gezag deelgenoot van je vraagstuk. En daarmee betrek je hem uiteindelijk ook bij de door het projectteam gewenste oplossing.’ Om wat voor vergunningen gaat het eigenlijk? ‘Het gaat in dit project vooral om de bestemmingsplannen, de natuur- en lozingsvergunningen en toestemming om grondwater te onttrekken. Als we een nieuw tracé aanleggen, verstoren we de natuurlijke omgeving tijdelijk, daar kunnen we niet omheen. Maar we houden zoveel mogelijk rekening met lokale kwetsbaarheden: dat varieert van het ontzien van een zeldzame bloemsoort tot het omzeilen van plekken in de grond waar wellicht interessante archeologische vondsten liggen. We schakelen altijd externe specialisten in bij dit soort bijzonderheden. In een enkel geval was de kans op blijvende schade aan de archeologische bron te groot als we ons werk volgens de oorspronkelijke planning zouden uitvoeren. Toen hebben we besloten ruim onder de vindplaats door te boren.’ Ondervind je vaak tegenwerking? ‘Nee, bijna nooit. De samenwerking met andere partijen verloopt meestal prima. Vaak praten we met mensen met wie we al eerder te maken hebben gehad, tijdens de beheersfase van de bestaande leidingen. De aanleg van
de Noord-Zuid Route loopt namelijk vrijwel parallel met de bestaande leidingen. Dit heeft verschillende voordelen: met veel grondeigenaren hebben we al eerder contracten gesloten, we zijn al bekend met de ambtelijke organisatie
‘We werken als een team, en zo voelt dat ook. Dat vind ik een van de leuke aspecten van dit werk’ en de ruimtelijke impact is beperkt(er). Dat maakt het contact en de aanvraag van de nieuwe vergunning vaak ook wat gemakkelijker.’ Hoe kijk je terug op de afgelopen jaren? ‘Met veel plezier: de Noord-Zuid Route is een zeer groot project met één duidelijk doel. En iedereen werkt daar keihard aan. We werken als een team, en zo voelt dat ook. Dat vind ik één van de leuke aspecten van dit werk. Bovendien vind ik dat Gasunie goed is in het vieren van de successen, hoe groot of klein ook. Dat werkt erg motiverend. Hebben we bijvoorbeeld een lastig bestemmingsplan afgerond, dan staan we daar met het team even bij stil, als het kan met een taartje en een kop koffie. Daarvoor is het natuurlijk ook belangrijk dat we elkaar allemaal duidelijk kunnen vertellen waar het op staat. Een prettige combinatie, wat mij betreft.’ Q
49
50
‘Communiceren, communiceren en nog eens communiceren’ Communicatieadviseur Gerben van Dijk
‘O
mwonenden goed en tijdig informeren. Binnen onze communicatieafdeling stelden we bij de voorbereidingen vast dat dit een van de belangrijkste opdrachten zou zijn in het project. We moeten voorkomen dat er onrust ontstaat omdat omwonenden opeens worden geconfronteerd met de leidingaanleg. En waar commotie ontstaat, is het mijn taak om die weg te nemen door te informeren en de dialoog aan te gaan. Kortom, communiceren, communiceren en nog eens communiceren. Daarom organiseren we informatiebijeenkomsten waar we onze plannen bekendmaken. Aan het begin van de werkzaamheden plaatsen we advertenties in de lokale bladen en verspreiden we folders. Ik besteed ook veel aandacht aan een goed contact met de media, want ze zijn een belangrijk middel om mensen te bereiken. Met name de beeldmedia kreeg belangstelling voor dit project. Wanneer er een cameraploeg langskomt, laat ik het liefst de hoofduitvoerder aan het woord. Die heeft de kennis van het lokale werk en kent de omgeving. Samen nemen we van tevoren natuurlijk de mogelijke vragen door en bespreken we welke centrale boodschappen wij kwijt willen.
Voor kinderen uit de buurt hebben we een lespakket ontwikkeld. Daarin vertellen we iets over Gasunie, gastransport en hoe leidingaanleg in z’n werk gaat. De belangrijkste boodschap is: ‘Kijk uit voor vrachtwagens!’ De aanleg brengt zwaar verkeer met zich mee en we willen alles doen om ervoor te zorgen dat ook dit veilig gebeurt. Ik vind het geweldig dat het programma ‘Het Klokhuis’ een reportage kwam maken over het werk van Gasunie en de Noord Zuid Route. De veelzijdigheid maakt het voor mij een bijzondere klus om te doen. Kortom, een prachtig project om voor en over te communiceren.’ Q
‘De veelzijdigheid maakt het voor mij een bijzondere klus om te doen’
51
feiten & cijfers
88 gemeenten betrokken 52
9 milieueffectrapporten gemiddeld 400-500 pagina’s per MER
900 vergunningen van alle grondeigenaren is 90% agrariër
53
Medewerker Grondzaken Gerard Becker
54
‘Elke handtekening is een overwinning’
55
56
Voordat de aannemers aan de slag kunnen met het leggen van de buizen, moet Gasunie toestemming hebben van alle grondeigenaren. Gerard Becker, Medewerker Grondzaken in de regio Groningen, was bij de Noord-Zuid Route een van die ‘handtekeningenjagers’. ‘Elke handtekening beschouw ik als een overwinning.’
praat. ‘Met een simpele handeling had ik het vertrouwen van de man gewonnen. Hij zei meteen: ‘Waar kan ik tekenen?’ Dan kan mijn dag niet meer stuk.’ Minder makkelijk
V
ele werkdagen, avonden en vaak ook weekenden spendeerden Gerard en zijn collega’s aan het verkrijgen van toestemming van grondeigenaren voor het leggen van de leiding door hun eigendommen. Ze moesten alle grondbezitters in kaart brengen, er moest worden overlegd, onderhandeld en ondertekend, en eventuele plooien bij de aanleg werden gladgestreken. De Noord-Zuid Route was voor Gerard een project dat zijn gelijke niet kent: ‘Ik ben er anderhalf jaar mee bezig geweest. Het was een gigaproject. Mooi om te doen, en ik ben blij dat alles gelukt is.’ Vooral vertrouwen Het verkrijgen van de zakelijke rechten was een intensief traject. Met tal van partijen spraken de mensen van
‘Ik vind het belangrijk dat we ons gedragen als goede gast’ Grondzaken: Rijkswaterstaat, ProRail, gemeenten, projectontwikkelaars, natuurorganisaties, particulieren, agrariërs. ‘Daarbij gaat het er vooral om dat je het vertrouwen wint van de grondeigenaren – voor negentig procent zijn dat
overigens boeren. Dat begint al bij de voorlichtingsbijeenkomsten. Dat we deze altijd samen met hun belangenvereniging LTO organiseren, geeft al veel vertrouwen. Daarna gaan we persoonlijk in gesprek. We bespreken het tracé, geven aan dat we onderzoeken gaan uitvoeren. En we bespreken de vergoeding voor de hinder en schade die ze van de werkzaamheden ondervinden.’ Overwinning Vervolgens proberen de medewerkers een handtekening te bemachtigen. ‘De ene persoon gaat meteen akkoord, terwijl je een ander langdurig moet ‘masseren’ voordat hij een recht van opstal afgeeft. Soms ga ik wel zes of zeven keer bij iemand op bezoek’, vertelt Gerard. ‘Zo had één boer het er erg moeilijk mee dat we schade zouden veroorzaken aan de rabarber die hij met veel liefde had geteeld. Bij een ander stukje land had ik te maken met acht erven die ruzie maakten over de boedel. Die moest ik allemaal persoonlijk bij langs, ze weigerden met elkaar te praten. Als het dan toch lukt, ben ik als een kind zo blij. Je kunt mensen niet dwingen te tekenen. Elke handtekening beschouw ik daarom als een overwinning.’ In zijn werk komt Gerards afkomst – hij is opgegroeid op een boerderij – soms goed van pas. Hij vertelt over een boer die een probleem had met zijn tractor. Gerard wist toevallig hoe de trekker werkte en kreeg hem weer aan de
Maar soms gaat het minder makkelijk. In één geval moest er een ‘gedoogplichtprocedure’ worden opgestart. Op de 125 kilometer in Groningen en Drenthe waarvoor Gerard en zijn collega Jan Pol verantwoordelijk waren, is dat niet veel. ‘Als we écht geen overeenstemming kunnen bereiken, zijn we genoodzaakt zo’n procedure te beginnen. Daarbij worden de belangen van beide partijen afgewogen. Meestal houdt het belang van de aardgasvoorziening de voorrang. Gelukkig komen dergelijke procedures of rechtszaken zelden voor. Nee, dat is niet vreemd. Qua vergoedingen is Gasunie gebonden aan afspraken die jaarlijks met LTO worden gemaakt en die zijn heel redelijk. Bovendien stellen we ons flexibel op. Als een grondeigenaar het tracé iets anders wil, bijvoorbeeld omdat hij bouwplannen heeft, dan komen we daar meestal wel uit – in goed overleg met onze tekenkamer en het projectteam.’ Projectontwikkelaars zijn een ander verhaal: ‘Onze vergoeding is maar een klein deel van wat zij kunnen verdienen als er zou worden gebouwd. Vaak proberen zij de aanleg van gasleidingen zoals de Noord-Zuid Route tegen te houden. Maar uiteindelijk vinden we altijd een oplossing. Als ze in de toekomst alsnog toestemming krijgen om te bouwen, vergoedt Gasunie volgens afspraak de exploitatieschade van de grond waarin de leiding is gelegd.’ Verschillende onderzoeken Als alle handtekeningen binnen zijn, kunnen de onderzoeken
van start gaan. Zo vindt er bij nieuwe tracés archeologisch onderzoek plaats. Een explosievenonderzoek moet aan het licht brengen of er onontplofte explosieven liggen. Een cultuurtechnisch onderzoek brengt de bodemopbouw in kaart en met een grondmechanisch onderzoek wordt de stabiliteit van de grond onderzocht. In een geotechnisch onderzoek neemt Gasunie grondwatermonsters om te berekenen hoeveel grondwater moet worden onttrokken, want de leidingen moeten droog worden aangelegd. Belangrijk is ook het ecologisch onderzoek, waarbij beschermde flora en fauna in kaart worden gebracht. Gerard: ‘Tussen 15 maart en 15 juli mag je broedende vogels niet storen. Maar dit is ook de beste periode om te graven, omdat je dan de minste schade veroorzaakt. Op het Noord-Zuidtracé moesten we dus tijdig maatregelen treffen om te voorkomen dat er vogels gingen broeden. In Drenthe hebben we de pijp zelfs verlegd omdat er een dassenburcht was aangetroffen.’ Goede gast Ook houdt Gasunie toezicht op de opstallen. ‘Als er bij de aanleg schade is ontstaan, bijvoorbeeld door verzakking vanwege extra bemaling, kunnen we dat precies nagaan’, vertelt Gerard. ‘Gasunie vergoedt alle schade aan gebouwen en gewassen. Bodemlagen en grondoppervlak brengen we altijd terug in originele staat. Ik vind het belangrijk dat we ons gedragen als goede gast. Dat betekent dus ook dat we altijd even bellen als we bij een grondeigenaar over zijn land willen lopen. Zelf wil je ook niet dat iemand ongevraagd door je tuin loopt. Die houding wordt gewaardeerd. Niets is mooier dan dat je een boer na afloop van het werk hoort zeggen: ‘Kom nog maar eens terug’.’ Q
57
‘
58
Bijzonder kun je mijn vondst zeker noemen. Ik was bij Elst aan het graven toen ik wat ronds omhoogtakelde. Na onderzoek bleek het om een boomstamkano uit het jaar 300 voor Christus te gaan. Zo’n vondst is natuurlijk puur toeval, maar die kans bestaat als je graaft. Kraanmachinist Evert Brals
’ 59
Projectmanager Jan Sanderse
60
‘Zo’n tunnel is nooit eerder geboord’ 61
De Noord-Zuid Route is in alle opzichten een bijzonder project. Maar de tunnel onder de Eems was echt een hoogstandje, meent projectmanager Jan Sanderse. Hij was verantwoordelijk voor de leidingaanleg van Rysum (Duitsland) naar Ommen, inclusief de tunnel.
62 Waarom een tunnel onder de Eems, en niet eromheen? ‘We hebben meerdere tracés onderzocht. Op voorhand dachten we dat een leiding over land het makkelijkst te realiseren zou zijn. Maar de impact op het milieu was te groot. We zouden door enkele natuurgebieden en het havengebied van de Duitse stad Emden moeten. Dat viel alleen op te lossen met een omweg. Andere tracés vielen af als gevolg van uitbreidingsplannen van Emden. Een variant met horizontaal gestuurde boringen, met werkeilanden in de Eems, bleek onhaalbaar omdat we dan een belangrijk gebied voor vogels zouden verstoren. We zijn toen uitgekomen bij deze tunnelvariant.’ Gasunie had toch ook een leiding over de bodem van de Eems kunnen leggen? ‘Hiervoor zouden we geen toestemming hebben gekregen van de overheden. Bovendien: de bodemsituatie in de Eems is niet stabiel. Door de snelle stromingen verplaatsen en verdiepen de geulen zich. Bovendien worden de Eems en de Eemshaven verdiept voor de scheepvaart, en ook dat heeft invloed op de bodemsituatie. Hierdoor zouden risico’s kunnen ontstaan, voor zowel leiding als scheepvaart. Een tunnel bleek de beste optie.’
Maar ook de meest ingewikkelde optie… ‘Het was niet eenvoudig, nee. Nederland en Duitsland verschillen bijvoorbeeld van mening over de ligging van de grens in de Eems, iets dat in het vergunningentraject een complicerende factor was. En omdat we vanaf Duitse zijde werkten – uit risico-overwegingen boorden we vanaf het hoogstgelegen punt – vielen we onder Duits veiligheidsregime. Dat is anders dan het Nederlandse. We hebben daar samen met de Duitse autoriteiten veel energie in gestoken. Met succes. Het is een veilig project geweest.’
‘Ik werk sinds 1991 bij Gasunie maar dit vond ik toch wel een heel speciaal project’
Welke bouwtechnische uitdagingen kwamen jullie tegen? ‘Een tunnel als deze, met een lengte van vier kilometer én een diameter van maar drie meter, is nooit eerder geboord. De aannemer, BAM-combinatie
Eemstunnel, moest zelfs op zoek naar een hiervoor geschikte boormachine, die hij uiteindelijk vond in België. Daarnaast was het een uitdaging om te onderzoeken hoe we de pijpstreng, die al op land was gelast, het best in de tunnel konden krijgen. Trekken over een afstand van vier kilometer bleek onmogelijk: de trekkabel zou de tunnel kunnen beschadigen. Ga je ongecontroleerd duwen, dan knikt zo’n leiding als een rietje. Uiteindelijk hebben we gekozen voor een duwmethode waarbij we de tunnel vol water hebben gezet. In de pijpstreng hebben we een ballastpijp aangebracht. Daardoor ‘zweefde’ het geheel in de met water gevulde tunnel en konden we de pijp er vrij eenvoudig doorheen schuiven. Om de honderd meter zorgden portalen ervoor dat de pijpstreng telkens naar het midden werd uitgericht. Alle berekeningen bleken te kloppen, het was een groot succes!’ Hoe is de ruimte tussen tunnel en leiding opgevuld? ‘De pijp ligt op een grindbedje om voldoende afstand te creëren tussen tunnelwand en pijp, zodat een goede kathodische bescherming (elektrische stroom die corrosie van de leiding voorkomt) is gegarandeerd. We hebben uitvoerig onderzocht welke grindsoort we moesten gebruiken. Bij het induwen mocht de pijp niet te ver
in het grindbedje wegzakken, omdat de afstand tussen pijp en tunnelwand minstens vijf centimeter moet zijn. De overige ruimte is opgevuld met een cementbetonietmengsel, dat een stabiele ligging van de pijp garandeert. Ook dit is uitgebreid onderzocht.’ Wat was voor jou persoonlijk leuk aan dit project? ‘Ik werk sinds 1991 bij Gasunie en daarvoor bij een aannemer in de weg- en waterbouw, maar dit vond ik toch wel een heel speciaal project. Het moest in relatief korte tijd worden gerealiseerd. De einddatum mocht niet naar achteren schuiven. Ik vond het een grote uitdaging om dit project met alle betrokkenen voor elkaar te krijgen. Wat ik ook erg leuk vond, was dat de bewoners van Borgsweer – waar de pijp aan land komt – zich zo positief opstelden. Ze waren zeer geïnteresseerd en betrokken.’ Q
63
64
Voor de buitenwereld wordt Gasunie pas goed zichtbaar op het moment van bouwen. Grote apparaten en machines, bediend door mensen met helmen en felle jassen in een met hekwerk afgezet landschap, vertellen de passerende buitenstaander één ding: hier wordt gewerkt, hier gaan de handen uit de mouwen. Vaak is de constructie pas voltooid als er niets meer te zien is van al die drukte.
de constructie
65
66
Het gereedschap komt tevoorschijn De plannen zijn rond, de handtekeningen zijn gezet en de schetsen zijn in alle details uitgewerkt en goedgekeurd: Gasunie gaat eindelijk de grond in, de constructie begint. De helmen moeten op, de veiligheidsschoenen en werkjassen aan en de tekeningen en metingen worden werkelijkheid, na jaren van grondige voorbereiding.
H
et is hoog tijd geworden om de vrachtwagens, hijskranen, graafmachines en andere werktuigen met grote afmetingen van stal te halen. Toch is het dan geen kwestie van ‘van dik hout zaagt men planken’. Een verfijnd bouwproces gaat van start: eerst wordt de werkstrook tot vijftig meter breed uitgezet en afgerasterd. Dan krijgt de constructieplaats inritten en parkeerplaatsen, wordt de teelaarde afgegraven en langs het tracé bewaard. Ook wordt een dikke zandbaan aangebracht voor de transporten door het terrein, om schade aan de structuur van de bodem te voorkomen. Vervolgens vindt er altijd veldonderzoek plaats om zo zorgvuldig mogelijk om te gaan met archeologische en cultuurhistorische waarden. Het beleid van Gasunie is gericht op de bescherming en het behoud van deze waarden. Niets meer van te merken Staan er geen kwetsbare zaken meer in de weg, dan
verschijnen de buizen ten tonele. Ze worden door grote vrachtwagens uitgereden langs het tracé. Klaar om aan elkaar te worden gelast, waarna ze één grote slang in het veld vormen. Na controle van de lasnaden en de coating wordt de sleuf gegraven, waarbij de ondergrond afzonderlijk van de teelaarde naast het tracé wordt opgeslagen. Vervolgens is het aan de kraanmachinisten om de lange pijp zijn definitieve plek in de grond te geven. Hun draadkranen of sidebooms tillen de tonnen wegende pijp met gemak op. Door de lengte van de streng is deze flexibel genoeg om te buigen. In de sleuf worden de strengen vervolgens aan elkaar gelast. De grond naast het tracé wordt naar zijn oude plek teruggebracht, waarna de bovenlaag wordt hersteld. Ondergronds, wordt de leiding op druk getest, meestal met water, waarna de buis wordt gedroogd. Nadat de leiding is aangesloten op het bestaande transportnet kan hij worden gevuld met
aardgas en is hij klaar voor gebruik. Bovendien is er nu niets meer van te zien, horen, voelen en ruiken. Een ondergronds gelegen aardgastransportleiding heeft in de gebruiksfase nauwelijks tot geen effect op het milieu. De constructie beschreven De enorme bouwwerken van de Noord-Zuid Route zijn eigenlijk met geen pen te beschrijven. Toch wagen enkele collega’s zich er aan. Erik Habing, Evert Reinders, Evert-Jan Roelofsen, Gert Liewes, Kees Thielen, Marcel Stam, Otto Zwijnen, Philip Nuruwe, Piet Goos, Sadettin Cankor, Turgut Taskiran en William Boere vertellen over hun boeiende werk op de bouwplaats. Een verhaal over passen en meten, achtduizend vrachtwagens, slijpen, lassen en fitten, voetbal kijken in de dorpskroeg, een negen-tot-vijfmentaliteit, ontluchten en opvullen, mopperen zonder conflicten, honderd procent vertrouwen en 50 ton wegende sidebooms. Q
67
68
‘
Het gaat niet altijd gemakkelijk, maar het past altijd. Daar zorgen we wel voor. Fitter Turgut Taskiran
’ 69
Inkoper Materialen Erik Habing
70
‘Papa, zijn dat jouw buizen?’
71
72
Tien of twintig kilometer pijpleiding inkopen, dat was best een groot project voor de inkopers van Gasunie. Tot de Noord-Zuid Route kwam. Voor dit tracé is maar liefst 500 kilometer pijpleiding nodig, waarvan de totale kosten zo’n 300 miljoen euro bedragen. Het was aan inkoper Erik Habing om de inkoop en logistiek te regelen.
H
oeveel kilometer pijpleiding hebben we nodig, waar kunnen we de pijpen opslaan, hoeveel kilometer per jaar kunnen we leggen en hoeveel mensen hebben we dan nodig? Jaren voor de daadwerkelijke start van de bouw van de Noord-Zuid Route bogen de inkopers zich al over deze vragen om tot een strategie te komen. Vanuit die strategie werd contact gezocht met potentiële leveranciers. Een Japans bedrijf, tenderen of toch gaan voor de gekwalificeerde leveranciers die je kent? Erik: ‘Japan bleek uiteindelijk niet interessant omdat we de order niet in één keer konden plaatsen. Na heel veel overleg met onze erkende leveranciers hebben we ervoor gekozen in elk geval gebruik te maken van hun diensten. Wij kennen hun sterke en zwakke punten, en misschien nog wel belangrijker: zij kennen Gasunie en onze specificaties. Daarnaast hebben we ook de verplichte Europese aanbesteding uitgeschreven, maar op de productgroep ‘pijp’ is geen enkel bedrijf afgekomen. Dat zou nu zeker anders zijn, maar die aanbesteding liep nog voor de crisis.’
maar door de inkoop te spreiden, beperken we ook de risico’s. Denk bijvoorbeeld aan brand, faillissement of problemen bij de staalleverancier. Als je maar één leverancier hebt, ligt de levering in dat geval helemaal stil. Heb je er drie, dan kunnen de anderen het verlies misschien zelfs wel opvangen.’ In de drie fabrieken liepen tijdens de productie continu Gasunie-inspecteurs om te controleren of de pijpen wel voldeden aan de specificaties. Zo controleerden ze de lassen, diameters, wanddiktes en de chemische samenstelling en testten de sterkte van het staal van duizenden pijpen.
‘Toch geweldig dat we onderdeel mogen zijn van zo’n superproject!’ Manier van leggen
Spreiding van inkoop Zo kwam de opdracht uiteindelijk terecht bij drie leveranciers in het Duitse Ruhrgebied. ‘De orders moeten natuurlijk passen binnen de capaciteit van de leveranciers,
Na de fabricage werden de gecoate pijpen naar de speciaal voor dit project ingerichte opslaglocaties in Delfzijl, Dordrecht en Zevenbergen gebracht. ‘Dat gebeurde veelal per trein. In de fabriekshallen lagen al rails’, vertelt Erik.
Naast de gecoate pijpen werden er ook pijpen ingekocht die nog niet waren gecoat. Die buizen werden naar Maassluis vervoerd, waar het bedrijf Conline de coating verzorgde. ‘De inkoop van niet-gecoate pijpen maakte ons flexibeler, omdat we de coating in een veel later stadium konden bepalen’, legt Erik uit. ‘De sterkte van de coating is namelijk afhankelijk van de manier van leggen. Kun je de pijp gewoon in het zand leggen, dan hoeft de coating minder sterk te zijn dan als je moet boren en de pijp door de grond heen moet trekken. Tijdens de inkoop wisten wij nog niet precies waar geboord moest worden. Dan is het fijn dat je flexibel bent doordat je de coating op een later moment kunt bepalen.’ Achtduizend vrachtwagens Vanaf de opslaglocaties is het aan de aannemers om ervoor te zorgen dat de pijpen op het juiste moment op de aangewezen locaties liggen. ‘250 duizend ton staal, 30 ton per vrachtauto. Dat betekent dus zo’n achtduizend vrachtwagens’, rekent Erik voor. Zelf zag hij de transporten regelmatig voorbijkomen. ‘Dan riep mijn dochtertje enthousiast: ‘Papa, zijn dat jouw buizen?’’ Dan glimlacht hij. ‘We hebben het echt goed gedaan. Het is probleemloos verlopen. Toch geweldig dat we onderdeel mogen zijn van zo’n superproject!’ Q
73
74
‘
Spullen aangeven, slijpen, verwarmen. Ik zorg ervoor dat de lassers hun werk goed kunnen uitvoeren. Slijper Philip Nuruwe
’ 75
‘Ik ben een échte pipeliner’ 76 Hoofdopzichter Leidingen Noord Marcel Stam
’D
at ik als hoofdopzichter een ‘hotelleven’ zou leiden, wist ik jaren geleden al. Dat hoort nu eenmaal bij deze functie, je reist steeds met je werk mee. Daar heb ik absoluut geen problemen mee, want mijn baan is prachtig. Wat dat betreft ben ik een échte ‘pipeliner’: ik wil leidingen zien, liefst zo lang en groot mogelijk. Ik zie de leidingprojecten als een trein die door het landschap rijdt, waarbij het mijn taak is om de wagons in de goede volgorde te houden. De boorploeg moet altijd voor de legploeg uit zijn, en zo werken we van kruising naar kruising. Want dat zijn toch de cruciale punten in je planning. Daarom vind ik het belangrijk dat alle betrokkenen, soms wel twee- tot driehonderd mensen, één team vormen. Of het nu collega’s van Gasunie zijn of onderaannemers zoals Nacap, HAK, Denys en Bohlen & Doyen. Af en toe samen een barbecue of een voetbalwedstrijd op tv kijken in de plaatselijke kroeg doet wonderen.
‘Je hebt ook de taak om de uitstekende naam van Gasunie hoog te houden’
Ik ben eindverantwoordelijk voor de totale coördinatie op een tracé en ben daarom voor iedereen het aanspreekpunt. Maar je kunt als opzichter zelf niet op alle plekken tegelijk zijn. Daarom werk ik met een compact team van vakopzichters, die allemaal hun eigen vakgebied hebben. Met hen werk ik volgens het principe ‘geen bericht is goed bericht’. Ik werk vanuit het veldkantoor, maar probeer niet te veel binnen te zijn en minstens één dag per week op het tracé te zijn. Op die dagen let ik vooral op veiligheid en kwaliteit door te observeren en waar nodig te corrigeren. Je hebt als opzichter ook de verantwoordelijke taak om de uitstekende naam van Gasunie hoog te houden.’ Q
77
78
Constructie & Commissioning Manager Otto Zwijnen
‘Goed overleg is het sleutelwoord’ 79
80
In Scheemda staat sinds kort een van de twee nieuwe compressorstations van Gasunie, prachtig gelegen op locatie De Eeker middenin de landerijen. Hier wordt de transportdruk van het gas uit Rysum en Oude Statenzijl verhoogd, zodat het gas zijn weg kan vervolgen naar het westen en het zuiden. Maar voordat het zover was, moest er heel wat gebeuren. Otto Zwijnen leidde het traject, van constructie tot inbedrijfstelling.
Wat doet een compressorstation? ‘Gas wordt onder druk getransporteerd. Tijdens de reis komt het in aanraking met de leidingwand. Door de wrijving neemt de druk steeds verder af. Ongeveer elke honderd kilometer moeten we daarom de druk weer verhogen en dat doen we in onze compressorstations. De Eeker in Scheemda zorgt ervoor dat het gas dat vanuit Rysum en Oude Statenzijl aankomt, wordt verhoogd van zo’n 50 bar naar 73 bar.’ En daar komt heel wat bij kijken? ‘Ja, absoluut. We hebben een vermogen nodig van 66 megawatt. Dat wordt verdeeld over drie compressoren. Daarnaast is er bijvoorbeeld een gaskoeler om eventueel het gas weer te koelen, er is een 110 kV-aansluiting voor hoogspanning nodig, elektromotoren om de compressoren aan te drijven en systemen voor besturing en bewaking. En al die machines moeten weer ergens in ondergebracht worden en datzelfde geldt natuurlijk ook voor de mensen. Bovendien is er een flink leidingnetwerk nodig voor het transporteren van het gas op de locatie. Hoeveel kilometer leiding er ligt? Alles bij elkaar wel zo’n tien kilometer.’ Zorgt Gasunie daar allemaal zelf voor? ‘De machines en installaties worden gemaakt bij
zorgvuldig geselecteerde leveranciers, waaronder Siemens en AEG. De bouw van het complex hebben we uitbesteed aan het consortium CS Scheemda VOF. Daarin zijn Ballast Nedam, Cofely en A. Hak ondergebracht. Ballast Nedam is verantwoordelijk voor het civieltechnische en bouwkundige deel van het project, Cofely verzorgt de energie en instrumentatie in de gebouwen en A. Hak houdt zich bezig met het werktuigkundige deel, waaronder de gasvoerende leidingen. Wij houden toezicht op een goed verloop van al die werkzaamheden.’ Hoe laat je dat gesmeerd verlopen? ‘Als je tweehonderd mensen tegelijk aan het werk hebt op zo’n klein stukje grond, is goed overleg het sleutelwoord. We hebben elke week een reguliere bouwvergadering met vertegenwoordigers van de VOF. Veiligheid is het eerste thema dat ter tafel komt. Daarna nemen we de gang van zaken door. Hoe vorderen de werkzaamheden, wat staat er op de planning en hebben we de benodigde vergunningen binnen? Daarnaast overleggen wij wekelijks met onze eigen opzichters. Elke ochtend begint met een ‘ochtendgebed’. Dan komen alle opzichters bij elkaar om veiligheid en planning door te nemen en om te kijken hoe de werkzaamheden van de dag het beste op elkaar kunnen worden afgestemd.’
Wat merk je van die veiligheid? ‘Wie op het parkeerterrein bij het compressorstation komt, kan het bijna niet ontgaan: het grote bord dat aangeeft hoeveel dagen er op de locatie wordt gewerkt zonder verzuim door ongelukken. ‘568 dagen en 11 uren’ staat er nu. Veiligheid vraagt om constante aandacht. Nu er spanning op delen van de plant staat bijvoorbeeld, hebben we op die delen de schakelaars van een slot voorzien, zodat er nooit per ongeluk een verkeerde schakelaar omgezet kan worden. Mijn collega Henk van Dijken is de enige die bij de sleutels kan.’ Is alles volgens planning gegaan? ‘Je kunt in zo’n groot traject niet verwachten dat alles volledig volgens planning verloopt, maar we hebben geen grote tegenslagen gehad. Ballast Nedam is in maart 2009 begonnen met het bouwrijp maken van de grond. De officiële eerste steen werd op 21 augustus 2009 gelegd door burgemeester Jonkman Jansen en wethouder Zwiers van Scheemda. 21 juni 2010 was alles ‘technical complete’, precies zoals we wilden. Daarna zijn we verder gegaan met het ‘commissioning-deel’, oftewel de inbedrijfname. Op 1 oktober 2010 is het station officieel in gebruik. Een mooi moment. Met een extra lading voor mij, want dan mag ik met prepensioen.’
Nog even hard werken dus? ‘Dat geldt voor iedereen. We beginnen om een uur of zeven en gaan door tot het werk klaar is. Je redt het hier niet met een negen-tot-vijfmentaliteit. Je moet het echt leuk vinden om dingen te bouwen, want je bent ook veel van huis. Overigens gaat lang niet iedereen na de werkdag naar huis. Zelf zit ik doordeweeks in een bungalow in de buurt.’ Hoe houd je het leuk met elkaar? ‘Op hoogtijdagen waren er zo’n 260 mensen aan het werk op een beperkte oppervlakte van negen hectare. Goede faciliteiten zijn dan belangrijk voor een goede sfeer. Denk aan een kantine, toiletten, kachels om de kleding te drogen, een wasplaats en ga zo maar door. Verder hecht ik eraan dat het thuisfront weet waarmee we hier bezig zijn. Dat als je thuiskomt en je verhaal doet, ze ook weten waar het over gaat. Zo hebben we aan het begin van het traject samen met alle partners in Midwolda gebowld en gegeten. We hebben met de aannemer gebarbecued, zijn uit eten geweest en hebben een open dag georganiseerd. En ook de samenstelling van het team is van belang. Je kunt niet overal verstand van hebben. Dan is het belangrijk dat anderen je kunnen en willen helpen.’ Q
81
82
‘
Als de constructieaannemer de leidingen schoon en droog heeft opgeleverd, zorg ik ervoor dat de 48”-gasleidingen worden ontlucht en opgevuld met gas. Dat doe ik samen met de Commissioningaannemer en de toekomstige beheerders van de gebieden en de installaties. Onze klanten rekenen erop dat het eerste deel van de Noord-Zuid Route op 1 oktober 2010 gasvoerend is. Daar zit geen rek in.’ Commissioning Manager Evert-Jan Roelofsen
’ 83
84
‘Gewoon doen wat er gedaan moet worden’ Overall Projectmanager Noord-Zuid Route Piet Goos
‘S
amen met Projectdirecteur Enno Freese zorg ik voor de afstemming van de negen deelprojecten die de Noord-Zuid Route telt. Ook zaken die de deelprojecten overstijgen, komen bij ons terecht. Wij benaderen zaken op dezelfde manier: niet te formeel, gewoon doen wat er gedaan moet worden. Flexibiliteit en slagvaardigheid zijn onmisbaar bij een complex en uniek project als de Noord-Zuid Route. Dat betekent wel dat we er op moeten letten dat iedereen goed bekend is met wat er gedaan moet worden. Af en toe ontstaan er meningsverschillen over de weg die we moeten volgen. Die moet je niet te lang laten woekeren, het is van belang om snel duidelijkheid te scheppen. Natuurlijk wordt er dan weleens wat gemopperd, maar het heeft nooit tot grote conflicten geleid.
Een flexibele en pragmatische opstelling past het beste bij een project van deze omvang. Je weet namelijk nooit precies wat je allemaal tegenkomt. Met alle belanghebbenden, zoals overheden en omwonenden, waren we voortdurend in overleg om maatwerkoplossingen te vinden. Het compressorstation in Wijngaarden is daar een mooi voorbeeld van. Er was lokaal verzet tegen de locatie waar het station gepland stond. Daar hebben we toen een paar stappen teruggedaan. We hadden een goed doordachte voorkeur voor de locatie, maar je moet belanghebbenden ook meenemen in die keuze. Ik beschouw het als een succes dat we dit station daar toch kunnen realiseren. Dat maakt mijn werk zo mooi: dat we met elkaar een probleem oplossen, hoe groot dat ook is. Het zorgt ervoor dat iedereen enthousiast met hetzelfde doel bezig is, en dat straalt iedereen ook uit.’ Q
‘Je weet nooit precies wat je allemaal tegenkomt’
85
86
‘
Lassen is gewoon ons werk, maar het is natuurlijk wel belangrijk dat wij dat werk goed doen. Lasser Kees Thielen
’ 87
Boormeester William Boere
88
‘We zijn net een hecht voetbalteam’ Op een comfortabele stoel tussen allerlei schermen, metertjes, data en hendels brengt William Boere zijn werkdagen door. Hij is verantwoordelijk voor de gestuurde boringen voor de pijpleidingen onder wegen en wateren door. De boor luistert naar hem en als boormeester houdt hij alles scherp in de gaten.
Hoe werkt zo’n boring? ‘We beginnen met een gestuurde proefboring van de ene naar de andere kant van het traject. De boormachine stuurt deze pijpen één voor één onder de grond. De mannen buiten plaatsen elke keer een buis op de boormachine tot we de overkant hebben bereikt. Ik bedien de boormachine en moet proberen om de boring zo dicht mogelijk langs de vastgestelde coördinaten te sturen. De afstemming tussen binnen en buiten is heel belangrijk. We zijn net een hecht voetbalteam: als er eentje niet functioneert, werkt het niet. We moeten honderd procent op elkaar kunnen vertrouwen.’ Wat als de gestuurde boring aan de overkant is? ‘Dan maakt de boorkop plaats voor een ruimer. Die draaien en trekken we terug naar deze kant. Daardoor
ontstaat er ruimte die gevuld wordt met ‘betoniet’, een mengsel van water en hoogwaardige klei. We gebruiken eerst een ruimer van 36 duim, dan een van 50 duim en tot slot een van 60 duim. Daarna controleren we of het boorgat in goede conditie is. Als dat zo is, trekken we de pijpleiding van 48 duim erdoor.’ Is dat spannend? ‘Tuurlijk. Je bent er een paar weken mee bezig en dan komt het moment waar het allemaal om draait. Er kan altijd wat misgaan. Het boorgat kan bijvoorbeeld ergens instorten, de machine kan kapotgaan of te weinig capaciteit hebben. Mochten zulke problemen ontstaan, dan moeten we daar direct adequaat op reageren. De plek waar ik zit is dan als het ware het crisiscentrum.’ Q
89
‘
90
Aan de rand van een sleuf wordt een aantal stukken pijp aan elkaar gelast. Wij moeten dan op aanwijzing van de fitters met onze meer dan 50 ton wegende sidebooms het nieuwe stuk pijp tot op de millimeter nauwkeurig in de sleuf hangen. Legger en Sideboom-machinist Gert Liewes
’ 91
feiten & cijfers
92
500 kilometer pijpleiding
250 duizend ton staal de lichtste pijp weegt 500 kilo per meter
34.993 lassen 3.920 bochten
59.800 piketpalen
3.227 afsluiters 93
Goedgekeurde scope Noord-Zuid projecten
94
Hoe ver zijn we nu?
Rysum
Afgeronde Noord-Zuid projecten per 1-10-2010
CS-Grijpskerk
Tunneltrace
CS-Scheemda 1 Oude Statenzijl RS-Tripscompagnie Workum Wieringermeer
Flevocentrale CS-Ommen Hattem Esveld
Maasvlakte
1 oktober 2010, een belangrijke datum voor Gasunie: het eerste deel van de Noord-Zuid Route is afgerond. Maar wat is dat eerste deel nu precies? Hoeveel kilometer zit erop, en hoeveel hebben we nog voor de boeg? Een update.
CS-Wijngaarden
RS-Beuningen
MS Botlek CS-Ravenstein
Locatie Odiliapeel
Westerschelde Oost
Afsl. locatie Cambron
De eerste contracten die Gasunie heeft getekend met klanten bevatten een harde deadline: we hebben onszelf verplicht om op 1 oktober 2010 de eerste kuubs aardgas door de nieuwe leidingen te vervoeren. Vandaar dat we precies op deze datum een mijlpaal kunnen zetten in dit langjarige project.
RS-Angerlo
Afsl. locatie Westerschelde West
Melick
ES-Zelzate
In kilometers staan de zaken er zo voor: van de ongeveer 485 kilometer die de Noord-Zuid Route telt, is 275 kilometer gereed. We zijn dus halverwege. Op de kaart hiernaast is de Noord-Zuid Route uitgetekend op de kaart van Nederland. De kleuren geven aan welke delen van het traject klaar zijn en welke tracés zijn goedgekeurd en dus in principe mogen worden aangelegd.
RS-Schinnen
0
10
20
30
40
95
50 Kilometers
Hommelhof
ES-’s Gravenvoeren
ES-Bocholtz
96
‘
Tijdens het leggen geef ik vanaf de pijp aanwijzingen aan de collega-fitters en de sideboom-machinisten. Vooral als er bochten in zitten, valt het niet mee om die tonnen wegende pijp op zijn plek te krijgen. Dat moet je echt samen doen. Fitter Sadettin Cankor
’
97
98
‘
Het bestaande netwerk blijft gewoon in bedrijf wanneer we een nieuwe aansluiting maken. Dat klinkt riskant, maar is het niet. We sluiten alle risico’s bij het lassen uit. Vóór elke aanboring doen we bijvoorbeeld een simulatie, zodat we alles zien en meten wat we tijdens de echte aanboring niet kunnen. Daar komt een complexe logistiek en planning bij kijken, waarin mensen, machines, vergunningen en het weer een rol spelen. Werkvoorbereider Evert Reinders
’
99
Nawoord
100
Klantvraag staat voorop
B
ij de afronding van de eerste fase van dit project is het goed even the big picture voor ogen te halen. De Noord-Zuid Route vindt zijn oorsprong in één belangrijke reden: onze klanten hebben behoefte aan meer capaciteit om in concurrentie hun klanten te kunnen blijven bedienen. Dit is niet alleen een fotogeniek gegeven, zoals uit dit boek meer dan eens blijkt, maar vooraleerst de zakelijke basis onder de hele netuitbreiding. Het Noord-Zuid Project wordt door een enorme groep vaklieden veilig, vakkundig en professioneel gerealiseerd binnen het kader van de eerste Open Season van Gas Transport Services (GTS). Via Open Seasons kunnen we toegang tot en functioneren van een aantrekkelijke, open, unbundlede markt met een enkele gaskwaliteit verbeteren. Ook Open Season 2005 had tot doel concrete klantvragen te identificeren, te bundelen en uiteindelijk zo efficiënt mogelijk te vertalen in infrastructuur die thans wordt gebouwd. Dat wij de Open Season 2005 voorspoedig en succesvol hebben kunnen afwikkelen, is voor een belangrijk deel ook dankzij de goede samenwerking met onze klanten. De ontwikkeling naar een interne Europese markt en de verschuivingen in de aanvoerroutes van gas maken dat we ook in de toekomst hard moeten werken om onze klanten tijdig van voldoende capaciteit te voorzien. De resultaten van de huidige Open Season geven eenduidig aan dat klanten behoefte blijven hebben aan meer capaciteit. Uitbreiding van de infrastructuur blijft hard nodig. Wij zijn er klaar voor! Q
Geert Graaf
Geert Graaf
Directeur GTS
101
102
103
L. Hakvoort, L. Jager, M. Akkermans - Withagen , M.P. Bal, M.W. Roest, E.F. Kross, G. van Dijk, H. Meijer, H.A. Ridder, H.K. Ottema, J.H.K. Kooijman, J.J.J. Kemper, J.W. Messchendorp, L. de Graaf, N. Bosscher, P. de Vries, G. Roefs, G.A. Westmaas, G.J. Bos, H.J. Timmerman, E. Nijboer, H. Hidding, H.H. Koelink, H.H. Speijer, J.A. Diks, J.M. Duifhuizen, A. Derks, A. Timmers, C.P. Jansema, A.H. Jans, A. van der Weide, D. Koning, D.H. Veldman, D.H.F. van der Molen, D.J.M. Jaspers, F.C.M. van den Berg, F.G. Molder, G.H.A. Wemekamp, H. Huijbrechts, H. Molema, H. Schreijer, H. Schreur, K.W. Sanders, M. Visser, P. Goos, P. Postma, P.A. van Wijnen, R. Hund, R. Meijer, R. Nijboer, R.J.P. van Rullen, R.R.J. Toxopeus, S. Slot, T.D. Everts, T.H. Romkema, G. de Jong, H. van der Noord, H. van Doesburg, H.G.P. Hellebrekers, J. Grutter, J. Kuijer, J. Sanderse, M. Bakkum, P.J. Roeloffzen, P.W.van der Werff, D.A. van der Padt, G. Bakker, G. Schäfer, G.J.C. Knoops, H. Koster, H. van der Poel, H.G. van Hierden, H.I. van der Poel, J. Haan, L.J. Dokman, D.C. Usmany, E. Spaan, E.P.J.M. Sebrechts, H. Mink, H.A. de Jong, H.H. Rijks, J. Siegers, J.T.B. Ribberink, J.W. Lagerwey, K.A. van Zalk, L.J. Lambers, L.J.F.M. de Cort, M. Stam, M.J. Lemajnski, M.J.P. Brouwer, M.W.P. Bouwens, O.K. Zwijnen, P.J.G. Verberne, D. Broekhuisen, E. Vogelaar, F. Postma, F.J. Lubbinge, H. Lohuizen, H.N.K. Krul, J. Gerretsen, J. Hofsteenge, J.K. Kleinbekman, K.J. Lok, E. Hagedoorn, E. Schmidt, E. van de Ree, E.J.A. Laning, E.M. Algera, F.J.H. van Essen, G. de Boer, H. Biemolt, H.A. Beld, J. Pol, J. Westra, L.K. Knol, M.C.F. van Rooijen, E.J. Roelofsen, F.T. Seitzinger, H. Elward, H. Reekers-van Limbeek, H. Soppe, H.J. Brink, H.J.S. Kroon, H.W. Pijper, J. Braakman, J. Buijze, J. den Dulk, J. Geuzinge, J. Steenwijk, J. van Niel, J. Verhoeven, J.B. den Heijer, J.H. Karsten, J.J. Dijkhuis, J.L.P. van Oijen, J.P. Bruyn, J.P. van der Burg, K. de Vries, K. Dijkstra,
Colofon
K.J.R. ten Cate, K.S. Boogaart, L. Luth, L.J. van Doorn, L.J.W. Vermeulen, L.M. Schuurmans, M. Dorleijn, M. Haastert, M. Smit,
Deze uitgave verschijnt ter gelegenheid van de oplevering van het eerste deel van de Noord-Zuid Route
B. Borstrok, B. Veldhuizen, A. Zwaagstra, A. van Gerven, B. Breider, C. Paunussa, C.J. van Rhijn, E.A. Bosma, F. Kiestra, G.J. Koeten, H. Sanders, H. Vijfschaft, J. Liebregts, J. Polnaja, J. Tak, J.L. Bos, M.F. Vergeer, P.C. Kesteloo, E.G.M. Dirkson, E.J. Brink,
in opdracht van Gasunie.
F. Sluijter, G.E.G. Heynen, H. de Jonge, H.G. Holtmaat, H.L. Werler, J. de Witte, J. van der Velde, J.B. Lesterhuis, J.B.W. de Haan, Hoofdredactie:
Enno Freese, Hansch van der Velden (Gasunie)
J.M.C. Houterman, P.D. Verkerke, E. Fredriks, G. Bijmolt, R.H. Ridder, D. Hekman Lüchies, D. Veldema, E.H. Schoon, A.H. de Moor,
Eindredactie:
Ron van Duuren, Geeske de Vries (Castel Mediaproducties)
A. Driesprong, A. Marijnissen, B. de Vos, R. Kanhai, G. van der Schaaf, E. Freese, G.H. Hamelink, G.J. Pieneman, H. Hoekstra,
Redactie:
Ron van Duuren, Tryntsje Leijenaar, Rob de Vries (Castel Mediaproducties), Allert van der Hoeven (Westermare)
Coördinatie:
Gerben van Dijk (Gasunie)
H.E. Goudman, H.J. Nijkamp, J. van Leerdam, J.N. Willemsma, J.R. Troost, E.A.W. Stevens, A.H. Maas, A.T. Pruis, I. Kloos, M. Muiser, M.H.G. van der Heijden, A.J. Hudepohl, C.L. Gerritzen, B. Vaarties, A.M. van der List-van Winden, C. Kooij, B. Mulder,
Concept en vormgeving: Wim de Vries (Castel Mediaproducties)
C.W. Bosse, A.M. Elzinga, B.J. ten Hof, A. Blom, A. de Ruiter, A.M. Dam, C. Bijman, A.P. Jansen, A.M. Brandt, A. Stuiver, A. van den
Fotografie:
Ruud Ploeg (portretten), Roelof Bos (corporate foto’s Gasunie), Jan van den Berg,
Hoek, B. Oost, C. van Leeuwen, A.G. van Ballegooij, C. Tuinstra, A. Hofstee, A.L.A. van der Bom, B. Vegter, A.J. Hartemink, C. van
Gerard Bos, Jan Bos, Eelco Bots, Michael van Bragt, Geert Bijmolt, Erick Crebas, Erik
der Tuuk, A. van der Beek, D. Gaibl, G.R. Balentin, J.W. Hofs, J.W.J. Meijer, M. Wiegman, A. Flierman-Bronswij, A. Dijkstra,
Eggens, Ad van Etten, Erik Habing, Natasja Hake, Lourens Hakvoort, Henk Hidding,
C. Brouwer, A. Lenderink, A.K. Kremer, D.M. Triezenberg, F. Post, J.G. Paauw, K.R. van der Woude, M. Poort, M. Rosbergen,
Kasper Hoiting, Kim Keuzink, Eddie Lycklama a Nijeholt, Jacco Pauw, Roel Schepers, Harry Schreur, Marianne Schultinge, Niklas Tuinier Hofman, Sam Veldboer (foto’s Druk:
M. Schultinge, M. Venselaar, M.H.G. de Keijzer, M.T. Dröge, P. Kolthof, R. Terenstra, S. Veldboer, E. Egges, G.J.P. Smiesing,
pagina’s 12-13, 102-103)
J. Kootstra, J. Marquering, J.A.M. van Zon, J.D. Sanderse, J.F.M. Bodewes, J.J.P.H. Hoefsmit, M.M.A.J.P. van Megen, P. Hubers,
Zalsman
P.F. Zandt, R. Takkebos, W.A. Larmoyeur, E.H.M.S. Bumkens, G.A.J. Kogelman, I.W. Eebes, J. Webers, J.A. Everts, J.A. Kools, J.A.M. Klijn Velderman, J.H. Boels, J.K. Bottema, L. Nijland, M. van der Zwaag, M.E. Leidelmeyer, M.H.F. Bruggink, M.K. Kers,
© 2010, Gasunie
P. Havik, P. Spithoven, P. van der Ley, P. van Elswijk, P. Ykema, P.H. Willemsen, P.J. Stehouwer, R. Schepers, R. Bos, R. den Ouden, R. Posthuma, R. ten Klooster, R.F. Zwerver, R.H.J. Pieper, R.J. Wiegersma, R.P.A. de Haan, S. Smolders, S. Snoep, S. van den Berg - Serfhos, S. van Dijk, T. Feenstra, T.A. Koopman, T.T. Sanberg, W. Hematang, W. Jansen, A. Stax, A. Agema , C. van der Tuuk, A.G. Rouwenhorst, S.K. Keric, H. Luining, J. Bolk, A. Kortman, A. Pijnacker Hordijk, A. van den Heuvel, E.A.G. Kuipers, G.H. Venselaar, H. Beekman, J.B. Faber, M.C.M. Spronk, G. Gijsbertsen, C.J. Maton en vele anderen.