newton 1
november 2013
newton
Magazine ter inspiratie van E.ON-relaties
ACM
MIN. EZ
VNO NCW
Het energie-akkoord:
Historisch compromis
9
ECN PBL
NVB
Dorette Corbey ’Energie-akkoord ontbeert impuls tot innovatie”
12 Hoe Nederland slim energie kan besparen
24
Wind op zee Leeuwendeel duurzame ambitie voor wind
newton 2
Newton
Sir Isaac Newton, Brits natuurkundige, wiskundige, filosoof en alchemist (4 januari 1643 - 31 maart 1727). In de wiskunde ontdekte hij onder meer de differentiaalrekening en de integraalrekening (met Leibniz) en het Binomium van Newton. In zijn hoofdwerk Philosophiae Naturalis Principia Mathematica uit 1687 beschreef Newton onder andere de zwaartekracht en de drie wetten van Newton, waardoor hij de grondlegger van de klassieke mechanica werd. Op het gebied van optica schreef
4
hij het standaardwerk Opticks, vond hij de Newtontelescoop uit en ontwikkelde hij een theorie over kleuren, gebaseerd op het prisma, dat van wit licht een zichtbaar spectrum maakt. Door de leden van de Britse Royal Society is Newton in 2005 gekozen als de grootste geleerde in de hele geschiedenis van de wetenschap.
18 3
100 woorden van Wiebe Draijer Voorzitter SER 4 Energieakkoord prestatie van formaat 9 ”Energie-akkoord ontbeert impuls tot innovatie” Interview met Dorette Corbey 12 Hoe Nederland slim energie kan besparen
24
14
Slimme M/V Christiaan van der Meijden over de MILENA
Colofon
16
Newton is een publicatie van E.ON Benelux voor zakelijke relaties.
22
Goede raad bespaart veel geld
Redactie Femmy Bakker Ellen Breugem Edwin Kotylak Jacinta Janmaat
Over de E.ON Store
24
Leeuwendeel duurzame energie voor wind
London Array 18 Mogelijk meer olie en gas in de Noordzee Gasbel of luchtbel? 1 vraag, 5 antwoorden
27
Carwash kiest voor groene bedrijfsvoering 30 Feiten en Fabels over Restwarmte Met Andy van den Dobbelsteen
Contactgegevens E.ON Benelux Postbus 8642 3009 AP Rotterdam www.eon.nl
[email protected]
Tekstbijdragen Jan Bletz, Wilmie Geurtjens, Maarten van der Schaaf, Veronique van de Waal, Pilgrims Productions Vormgeving LVB Networks, Amersfoort Productie Pilgrims Productions Drukwerk Mediacenter, Rotterdam Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van artikelen of beeldmateri-
Fotografie & beeldmateriaal ANP Photo, ECN, Veronique van de Waal, Hollandse Hoogte
aal is toestemming nodig van E.ON Benelux. In de meeste gevallen zal die graag worden verleend. De mening van personen of organisaties in de artikelen vertegenwoordigt niet het standpunt van E.ON Benelux, tenzij nadrukkelijk aangegeven.
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 3
100 woorden van...
Wiebe Draijer
Op naar een schone toekomst
PERSONALIA NAAM Wiebe Draijer FUNCTIE Voorzitter Sociaal-Economische Raad
Nederland heeft op 6 september een markante stap gezet. Ruim veertig organisaties sloten samen met de overheid het Energieakkoord voor duurzame groei. Het legt de basis voor een breed gedragen, robuust en toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid. Het akkoord biedt een langetermijnperspectief,
creëert vertrouwen en vermindert investeringsonzekerheid bij burgers en bedrijven. Het helpt de haperende economie weer op gang met een impuls voor investeringen en werkgelegenheid. Daarnaast worden de lasten voor burgers en bedrijven zoveel mogelijk beperkt. Van dit akkoord gaan we allemaal iets merken en we moeten er allemaal iets voor gaan doen. De komende tijd gaat het erom dat we onze woorden waarmaken.
TITEL
newton 4
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Energieakkoord
Prestatie van formaat Drie dagen na de ondertekening van het Energieakkoord verschenen de eerste scheuren in de muren van Neerlands nieuwe energiegebouw. De duurzaamheidambities en unieke afspraken tussen 40 uiteenlopende belangenorganisaties zijn niet voldoende concreet en binnen de afgesproken kaders onhaalbaar, aldus ECN, het Planbureau voor de Leefomgeving en het Economisch Instituut voor de Bouw. Het zijn niet de eerste de beste partijen die met hun bevindingen de zorgen over haalbaarheid versterken. Vooral de ambitie om 100 PJ aan besparing te realiseren lijkt veel te hoog gegrepen. De onderzoeksinstituten komen met de aangekondigde maatregelen slechts op een reductie van 60 PJ reductie, dat scheelt 40 procent. Vrijdag 6 september was minister Kamp van Economische Zaken nog ‘verheugd over de totstandkoming’ en heerste er een
feeststemming. Vele betrokken partijen stonden met brede glimlach uit te leggen hoe goed het was dat we als Nederland tot een dergelijk akkoord waren gekomen. Na maanden van moeizame onderhandeling onder leiding van de SER waren zelfs gezworen vijanden op het gebied van duurzaamheidsbeleid tot overeenstemming gekomen. Ook energiebedrijf Delta kon de pret niet drukken met haar bericht dat ze de afspraak in het akkoord
over sluiting van haar kolencentrale waarschijnlijk niet nakomt. Delta voelde zich onvoldoende gecompenseerd voor de offers die het zou moeten brengen. De berichtgeving begin september was voor de gemiddelde Nederlander waarschijnlijk warrig. De vele berichten in de media riepen ook bij ingewijden gemengde gevoelens op. Is er nu wel of niet een akkoord? Wat zijn de tegengeluiden over de houdbaarheid van de afspraken en de euforie van SER-voorzitter Wiebe Draijer? Wat zeggen de ontwikkelingen over de kwaliteit van het proces? En natuurlijk, wat kunnen we nu eigenlijk de komende periode van het akkoord verwachten? Waarom een akkoord? Nederland wil consistentie en continuïteit op het gebied van energiebeleid. Er is daarom
newton 5
gekozen voor een aanpak die tot breed maatschappelijk draagvlak moet leiden. Dat was de nadrukkelijke wens van de politiek, die zich daarbij gesteund wist door
“De berichten in de media riepen
gemengde gevoelens op” de meeste direct belanghebbenden ten aanzien van ons energiebeleid. Er waren ook goede redenen voor om het op deze manier te doen. Met buurman Duitsland dit keer niet als voorbeeldige inspiratiebron. We weten dat de succesvolle Energiewende van onze oosterburen ook
schaduwkanten heeft. Het is vooral bijzonder duur. Zo duur zelfs dat de bevolking en industrie langzaam maar zeker in opstand komen. Nederland wilde niet op de koers van Duitsland belanden, en wilde vooral vanaf de start van een nieuw duurzaam energiebeleid zeker zijn dat er in de samenleving draagvlak zou zijn voor de maatregelen. Het Energieakkoord moest ook in ons land snel de groene energieopwekking doen stijgen en de CO2-uitstoot beteugelen. Echter, wel met een rem erop, zodat wij niet in de oververhitte toestand komen die Duitsland nu kenmerkt. Onze rem is dat de jaarlijkse subsidie voor duurzame energie nooit boven de 3,8 miljard euro zal uitkomen. Dat is in Duitsland wel anders. Iedereen die daar groene stroom opwekt, krijgt een vergoeding die ver boven de marktprijs is. Deze subsidie heeft voor een >>
De doelstellingen in het akkoord: 1. Besparing van finale energieverbruik met gemiddeld 1,5 procent per jaar, resulterend in circa 100 PJ besparing per 2020. (Dat komt overeen met in totaal het jaarlijkse gemiddelde elektriciteitsgebruik van 1,5 miljoen huishoudens.) 2. Een groei van het aandeel hernieuwbare energieopwekking van 4 procent in 2013 naar 14 procent in 2020 en 16 procent in 2023. 3. 15.000 nieuwe voltijdsbanen, voor het overgrote deel in periode tot 2018.
newton 6
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
enorme toename van opwekkingscapaciteit gezorgd. Met als extra nadeel dat bij zonnig weer en stevige wind het systeem in Duitsland wordt overbelast, fossiele centrales uit moeten en groene goedkope stroom wordt gedumpt in andere landen. Goed idee dus om in Nederland via brede maatschappelijke discussie samen tot een akkoord te komen. Het akkoord ligt er. Niet zonder slag of stoot. En volgens critici na een te lang en slepend proces, met een uitkomst die weinig specifiek, niet ambitieus, en halfslachtig is.
Greenpeace wil nog meer schone energie
inspiratie
e.on
Prestatie van formaat Nederland wordt nog veel geroemd om haar overleg- en consensuscultuur. Het Energieakkoord mag in dat rijtje van collectieve prestaties niet ontbreken. Het is knap dat de SER de verschillende belangengroepen op één lijn heeft gekregen. Veel deelnemers aan de SER-onderhandelingen vochten elkaar immers jarenlang de tent uit. Kan Nederland nu zonder problemen vooruit op het gebied van energie? Als we de reacties van betrokkenen tijdens de ondertekening moeten geloven, wel. Vrijwel
iedereen voelt zich winnaar en elke partij heeft voldoende basis om in een schonere, duurzame energietoekomst te geloven. Ook al werd direct na ondertekening van het akkoord duidelijk dat de maatregelen onvoldoende zijn om de ambities te halen en er aanvullende inspanningen en investeringen nodig zijn. Kritische geluiden De critici kwamen in augustus, direct na het uitlekken van een ontwerpversie van het akkoord, met scherpe commentaren. Weinig nieuws, zo klonk het, ambities gaan niet ver genoeg, er wordt onvoldoende ingezet op innovatie, de afspraken waren vaag en financieel volkomen onrealistisch. Hoewel alle partijen op papier punten hadden gescoord, moest iedereen ook stevige concessies accepteren. Denk aan de vrijstelling van kolenbelasting in ruil voor de sluiting van 5 kolencentrales. Of wind op zee, toch het troetelkind van de milieubeweging. De uitbreiding naar 6.000 MW op land in 2020 en 4.450 MW op zee in 2023 is een enorme uitdaging. In het akkoord is weliswaar afgesproken dat er elk jaar een vergunning en subsidiebeschikking bijkomt voor een offshore park dat al 4 jaar later moet draaien. Er zal heel wat moeten gebeuren om die snelheid te halen. Het moet in ieder geval veel sneller dan
newton 7
het nu gaat met het Geminipark. Voor dit park werd in 2010 subsidie verleend, het park gaat waarschijnlijk pas in 2016 stroom produceren. Het enthousiasme voor de snelle uitbreiding van windenergie vergt ook aanpassingen in bestuurlijke cultuur en procedures. Op 15 augustus gaf de provincie Noord-Holland een zogenaamde reactieve aanwijzing
“Grote
afstanden tussen droom en realiteit moeten worden
overbrugd”
aan de gemeente Haarlemmermeer, waarmee het de bouw van windturbines op verschillende locaties belemmert. De provincie voert een terughoudend beleid dat erop is gericht het NoordHollands landschap te behouden. Het besluit is een forse streep door de windambities in de regio en een voorbeeld van hoe de dagelijkse bestuurlijke praktijk afwijkt van de plannen en ambities in het akkoord. Ook op dat vlak moeten nog grote afstanden tussen droom en realiteit worden overbrugd.
Draagvlak op lange termijn Los van de praktische bezwaren, de kosten en procedurele verwikkelingen, moet de toekomst ook leren of alle belangenbehartigers in de SER-onderhandelingen hun achterban werkelijk goed hebben vertegenwoordigd en zij hun leden ook consequent aan de afspraken kunnen houden. De vereniging Energie-Nederland zag Delta immers nog voor de ondertekening een voorbehoud maken op de afgesproken sluiting van een kolencentrale. Ook vanuit de milieuhoek klonken al snel signalen dat de strijd voor een nog duurzamere energievoorziening door zal gaan. Natuur & Milieu stelde nadrukkelijk dat na de ondertekening het gesprek over wat er na 2020 allemaal nog meer moet gebeuren opgestart moet worden. Ook GroenLinks noemde het akkoord niet meer dan een eerste stap, omdat het tegengaan van klimaatverandering nog veel meer actie vraagt. Stichting Urgenda mist een ‘man on the moon’-mentaliteit, aldus directeur Marjan Minnesma tijdens haar duurzame troonrede op Duurzame Dinsdag. Het akkoord is volgens haar ’beter iets dan niets, maar de consensus heeft alle lef, ambitie en leiderschap uit het initiatief geslagen.’ De tegenvallende doorrekening van de resultaten en kosten van het Energieakkoord waren voor Vereniging Eigen Huis >>
DE AFSPRAKEN IN HET KORT Het akkoord bestaat uit 10 pijlers, die allemaal acties bevatten die nauw met elkaar samenhangen. Een aantal belangrijke afspraken of acties zijn: • Een revolverend fonds van 600 miljoen euro voor energiebesparing in de bebouwde omgeving. • Het Rijk stelt 400 miljoen beschikbaar voor investeringen in energiebesparing in de sociale huursector in de periode van 2014 tot 2017. • Een expertisecentrum voor maatregelen op het gebied van energieefficiency. • Een plan voor betere benutting van restwarmte. • Wind op Zee moet naar een operationeel vermogen van 4.450 MW in 2023. • Wind op Land moet naar 6.000 MW in 2020. • Biomassa bijstook in kolencentrales wordt gemaximeerd op 25 PJ. • Een net op zee voor aansluiting van windpark aan bestaande netwerk. • Decentrale opwekking wordt gestimuleerd, onder meer door 7,5 ct/ kWh belastingkorting voor opgewekte energie door coöperatie of vereniging. • Alle partijen zetten zich internationaal in voor een goed functionerend Europees systeem voor emissiehandel (ETS). • Fossiele opwekking wordt teruggedrongen, onder meer door sluiting van 3 kolencentrales per 1 januari 2016 en 2 kolencentrales per 1 juli 2017. In ruil daarvoor wordt de elektriciteitsproductie in de kolenbelasting per 1 januari 2016 vrijgesteld. • Een verhoging van de energiebelasting vanaf 2016, die 50/50 door burgers en bedrijven gedragen moet worden. • Transport en mobiliteit moeten CO2-uitstoot met 60 procent verlagen tov 1990 in 2050 en in 2030 daartoe al 17 procent op weg zijn. • De duurzame energiesector moet nieuwe werkgelegenheid opleveren in met name de installatiesector en de bouw. De ambitie is om tussen 2014 en 2020 zo’n 90.000 arbeidsjaren te realiseren. • Nederland wil in de top tien van de wereldwijde Clean Tech Ranking in 2030. Er komen nieuwe middelen voor innovatie en R&D. • Een financieringsprogramma in samenwerking met financiële instellingen als pensioenfondsen, verzekeraars en banken.
newton 8
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Is ACM spelbreker? Inmiddels heeft ook de Autoriteit Consument & Markt (ACM) gereageerd op de afspraak in het Energieakkoord om 5 kolencentrales te gaan sluiten: “Het is nadelig voor de consument en levert weinig milieuvoordeel op.” ,,Wij hebben geconstateerd dat de afspraak van de energiebedrijven om de 5 kolencentrales te sluiten, leidt tot nadelen voor de consument. Door de
zelfs aanleiding om het akkoord niet te ondertekenen. Directeur Rob Mulder wilde namens zijn achterban geen blanco cheque uitschrijven of de deur openzetten voor onvoorspelbare en dure toekomstige aanpassingen in het akkoord die nodig zijn als de ambities opnieuw niet worden gehaald. De toezegging van de SER dat er een commissie komt met vertegenwoordigers van alle
afspraak stijgt de energierekening van consumenten omdat de productiecapaciteit wordt beperkt. Daarbij hebben wij vastgesteld dat de door partijen aangedragen voordelen voor het milieu te beperkt zijn om die nadelen te compenseren”, zegt Henk Don, bestuurslid van de Autoriteit Consument & Markt.
Het akkoord is - ondanks alles - een mijlpaal in de
geschiedenis
,,Het is aan de bij het akkoord betrokken partijen om te bezien welke maatregelen in het belang van het milieu wel mogelijk zijn. Liefst zijn dat ook maatregelen waar de consument beter van wordt.” Voorzitter Hans Alders van Energie-Nederland zijn reactie hierop was dat toezichthouder ACM de voorgenomen sluiting van vijf oudere kolencentrales ten onrechte ‘geïsoleerd’ heeft bekeken, als ‘een afspraak tussen bedrijven’. Niet als een cruciaal onderdeel van een breed nationaal energieakkoord. Volgens Alders is en blijft de energiesector ‘volledig gecommitteerd’ aan het akkoord.
ondertekenaars die de voortgang goed bijhoudt was voor Mulder niet overtuigend genoeg. De industrie, groot pleitbezorger van een stabiel en consistent lange termijn-beleid, reageerde via VNO-NCW positief. Het uitzicht op nieuwe werkgelegenheid is goed, de consistentie biedt een stabiel investeringsklimaat. Innovatiekampioen DSM liet echter via haar directeur Atzo Nicolaï weten dat er te weinig aandacht is besteed aan innovatie, bijvoorbeeld de ontwikkeling van windmolentechnologie of bio-energie. De belangenorganisatie voor de
chemische industrie, VNCI, was ook niet onverdeeld gelukkig. De chemie kan internationaal moeizaam concurreren door de hoge energiekosten en dure grondstoffen. Het akkoord geeft slechts ten dele antwoord op de vraag hoe die problemen moeten worden aangepakt. Het ontbreken van een duidelijke visie op schaliegas helpt daar ook niet bij. Bedrijven in de Verenigde Staten hebben dankzij goedkoop schaliegeld hun concurrentiepositie sterk verbeterd. Juist de chemie wordt door het prijsverschil in schalieen aardgas fors geraakt. In het akkoord is daar niets over afgesproken. Een derde belangrijk bezwaar van de chemische industrie is de inzet van energie-efficiënte en milieuvriendelijke industriële warmtekrachtkoppelingsinstallaties (WKK) niet extra wordt gestimuleerd in industrietakken als chemie, papier en karton en raffinaderijen. Praktijk Elk van de 40 deelnemende partijen aan het SER overleg heeft zijn eigen visie op de waarde en betekenis van het Energieakkoord. De algemene opvatting is dat het een goed uitgangspunt is voor toekomstig beleid, dat op middellange termijn duidelijkheid biedt over beschikbare middelen. Het akkoord is - ondanks - alles in de Nederlandse energiegeschiedenis een mijlpaal. Er moet nog veel
werk worden verzet en nog meer worden overlegd om alle details af te spreken en de mooie intenties van iedereen in echte daden om te zetten. Dat zal ongetwijfeld niet zonder slag of stoot kunnen. Bij energievoorziening gaat het immers over primaire voorzieningen voor een samenleving, het aanjagen van onze economie, over grote investeringen, en natuurlijk kosten voor bedrijven en consumenten. Wiebe Draijer, voorzitter van de SER, blijft ondanks alle commentaren en tegengeluiden vol vertrouwen over de waarde en haalbaarheid: “We realiseren ons dat wat er nu ligt nog niet voldoende is, maar wij zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de resultaten en we doen wat nodig is om dat te realiseren”. De grote vraag is natuurlijk wie hij precies • met ‘we’ bedoelde.
KENNIS KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
newton 99
‘Akkoord ontbeert impuls tot innovatie ’
“Het is opmerkelijk dat 40 partijen in Nederland tot een akkoord zijn gekomen. De politieke partijen hadden dit natuurlijk zelf moeten doen. Zeker omdat alle partijen hebben gezegd dat ze af willen van het zwabberbeleid en willen inzetten op duurzame energievoorziening. Als de politiek het heft in handen had genomen, dan was het proces een stuk sneller gegaan en waren er nog meer belangrijke knopen doorgehakt. Het akkoord is wat mij betreft op een aantal belangrijke punten een flauw compromis. “ Dorette Corbey is voorzitter commissie duurzaamheidsvraagstukken biomassa. Ze is ook directeur van de Adviesraad voor Wetenschap en Technologie en voorzitter van het bestuur van de Nederlandse emissie-autoriteit.
De afspraken blijven vasthouden aan de technologie die zich heeft bewezen en de portfolio van energievoorziening die we op dit moment hebben. De belangrijke vraag hoe we na 2023 verder gaan is niet beantwoord, evenmin als de vraag hoe we innovatie zo bevorderen dat we op echt lange termijn een nieuwe economische impuls geven.” >>
TITEL
newton 10
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
“Energiebedrijven met kolencentrales hebben in de
besprekingen, de wind in ieder geval niet tegen gekregen.’’
Opvallende afwezige Biogas/biovergisting. Het is niet eenvoudig de voordelen daarvan ten opzichte van fossiel gas te benoemen. De potentie om in Nederland tot significante volumes te komen lijkt niet groot. Groen gas wordt niet specifiek genoemd in het akkoord. Dorette Corbey schrijft de route echter zeker nog niet af.
25 petajoule is veel Biomassa vervult de komende jaren een belangrijke rol. Energiebedrijven kunnen tot een maximum van 25 PJ bijstoken in kolencentrales. Dat lijkt weinig op het totaal van 740 PJ die volgens de Vereniging Energie Nederland in 2012 aan elektriciteit is geproduceerd. Op het aandeel stroom uit steenkool is dit echter fors. Tegenstanders van kolencentrales vonden daarom bij de presentatie van het akkoord dat energiebedrijven met name dankzij deze afspraak voordelig wegkomen. Dorette Corbey snapt die kritiek: “Energiebedrijven met kolencentrales hebben de wind mee vanwege de lage CO2-prijs. En ze hebben volgens mij in besprekingen rond het energieakkoord in ieder geval niet de wind tegen gekregen. Het is toch triest dat schonere gascentrales het in feite niet redden tegenover de kolencentrales en op slot gaan. Dit had eigenlijk in het energieakkoord gerepareerd moeten worden. Die CO2-prijsaanpassing gaat er op termijn wel komen. Er ligt een voorstel bij het Europees Parlement om rechten uit de markt te nemen waardoor de prijs zal stijgen. Dat gaat geen revolutie
veroorzaken. Ik verwacht wel dat bedrijven en investeerders meer vertrouwen krijgen en investeringen in efficientie nog beter zullen renderen.” Vijfentwintig PJ aan biomassa betekent een enorme hoeveelheid biomassa. Het vertegenwoordigt op basis van alle voorspellingen maar liefst 25 procent van de verwachte biomassa-import van de gehele EU in 2020. Corbey verwacht geen problemen met deze import, ook al kan de prijs gaan stijgen als andere landen meer gebruik gaan maken van deze reststromen. “Er is nu voldoende biomassa voor handen in de wereld uit bijvoorbeeld reststromen van de bosbouw. Ook alle logistiek komt echt wel voor elkaar. Tot dusver waren investeerders, denk aan partijen in de Rotterdamse haven, ook met investeringen op biomassa huiverig vanwege zwabberend beleid. Het quotum van 25 PJ geeft in ieder geval helderheid.” Er moet wel nog duidelijkheid komen over de duurzaamheidscriteria die gelden voor de bijstook van biomassa. Er mag dan voldoende biomassa zijn voor de bijstook, dit betekent niet dat biomassa primair als grondstof voor elektriciteitsopwekking zou moeten dienen. “Ik ben een voorstander van de cascadering van biomassa. Met andere woorden: we moeten biomassa daar inzetten waar die de meeste waarde oplevert. Bijvoorbeeld in de chemie. In Nederland hebben we een sterke chemie met veelbelovende bio-based technologie en producten. Daar moeten we op termijn met biomassa naar toe. Ik verwacht dat we dit veel breder gaan omarmen de komende jaren en dat het over 5 tot 10 jaar echt ook zonde wordt gevonden als we al die biomassa gaan opstoken in een centrale.” De bijstook voor elektriciteitsopwekking kan zo een opstap zijn voor de biochemie of voor geavanceerde biobrandstoffen.
newton 11
CO2-afvang en -opslag? “Afvang en opslag van CO2 (CCS) kan uit bij een CO2prijs van 30 tot 50 euro per ton. De prijs is nu veel lager. We zien daarom bij steeds meer partijen een houding van laat maar zitten. Door nu op onze handen te zitten, hebben we straks geen technologie als de business case wel rendeert. Europa heeft geld beschikbaar om de ontwikkeling mogelijk te maken. Jammer dat wij er niet meer mee doen. Zeker omdat we CCS volgens het Internationaal Energie Agentschap ook nodig hebben om aan de wereldwijde klimaatdoelstellingen te voldoen.” ‘Natuurlijk hoeven we als Nederland niet op alle fronten en klimaattechnologie in te zetten. CCS past echter wel bij onze maritieme traditie met opslag op zee. Nu investeren in de technologie kan ons op termijn onderscheidende technologie en unieke producten opleveren die exporteerbaar zijn. Daarom ook geloof ik dat wij fors moeten inzetten op off-shore wind. Niet door maar klak-
keloos een paar windmolens neer te zetten. Nee, we moeten vooral nieuwe technologie ontwikkelen die exporteerbaar is. Ik mis daartoe wel de ruimte in het akkoord. Onze regelingen zijn nu vooral een stimulans om in te zetten op bewezen technologie. Om van Nederland ver na 2023 een grote wind off-shore speler te maken, moeten we nu al ruimte laten in aanbestedingen voor onorthodoxe oplossingen, voor nieuwe technologische inzichten, voor nieuwe businessmodellen. Ik sta helemaal achter het experimentele windpark dat we gaan bouwen. En ik hoop dat we snel nog veel meer van dit soort innovaties krijgen. Wat mij betreft gaan we al onze SDE-middelen daar op richten, in plaats van op bewezen • technologie zoals biomassabijstook.”
TITEL
newton 12
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Met het oog op het terugdringen van de CO2-uitstoot en de economische crisis, is het besparen van energie een no brainer. Newton zet de meest voor de hand liggende energiebesparingen voor overheid, bedrijfsleven en burgers op een rijtje.
Hoe Nederland slim ener A
b
Efficiënter energie opwekken
Technologische verbeteringen in de landbouw
Efficiënter verplaatsen
isoleer ramen, muren en daken
De energiesector is zelf goed voor 10 procent van het nationale energieverbruik. De opwekking van energie kan nog een stuk efficiënter. De sector moet daarbij naar de hele keten kijken: van het winnen van brandstof, tot het omzetten van brandstoffen in energie in energiecentrales en het transporteren van energie.
De land- en tuinbouw, en vooral de glastuinbouw, zijn enorme energieverbruikers. vier procent van alle energie wordt gebruikt in deze sector. Betere isolatie van kassen kan het gasverbruik reduceren net als het installeren van warmtekrachtkoppeling (WKK) installaties. Het gebruik van CO2 in kassen kan er bovendien voor zorgen dat het energieverbruik dat nodig is voor ventilatie omlaag kan.
“Minder auto rijden, meer treinen” is een voor de hand liggende manier om minder energie te gebruiken in de transportsector in Nederland (16 procent van het totale Nederlandse energieverbruik). Daarnaast zijn er technologische oplossingen zoals het gebruik van kleinere, lichtere en meer aerodyna mische voertuigen, de inzet van energie-efficiënte banden en zeer efficiënte elektrische voertuigen. Ten slotte kan beleid ook een rol spelen: inderdaad, het verlagen van de maximale snelheid kan ook een stevige vermindering van het energiegebruik betekenen in Nederland.
Zowel bij woningen als bij gebouwen (kantoren, ziekenhuizen, zwembaden) kan veel energie bespaart worden door goed te isoleren, waardoor er zo min mogelijk warmte kan ontsnappen. Door te investeren in dubbel glas en spouwmuur-, gevel- en dakisolatie kan het gasverbruik (en de CO2-uitstoot) flink worden verlaagd. Slimme ventilatie kan ervoor zorgen dat het elektriciteitsverbruik voor koeling in de zomer flink lager is. Isolatie levert de grootste energiebesparing – ook gunstig voor de energierekening. Volgens MilieuCentraal levert een spouwmuur- of dakisolatie al gauw een besparing op van 2.000 kg CO2 en 600 euro per jaar. Daarnaast levert het vervangen van de oude CV-ketel voor een HR-combiketel een fikse besparing op (670 kg CO2 / 210 euro per jaar).
newton 13
profiel De energieverbruiksmanager: het broertje van de slimme meter In de schaduw van de slimme meter,
rgie kan besparen
veroveren energieverbruiksmanagers de Nederlandse meterkast. Deze systemen geven huishoudens en ondernemingen inzicht in hun energieverbruik én werken als katalysator voor het nemen van energiebesparende maatregelen. Er zijn energieverbruiksmanagers in alle soorten en maten: De E-manager
van Nuon
leest het gasen elektriciteitsgebruik af en stuurt het draadloos door naar smartphone, tablet of pc.
Productieprocessen verbeteren
Vervang oude apparaten, gebruik nieuwe bewuster
Ruim baan voor LED-verlichting
De Qbox Mini van Qurrent
meet niet
De zware industrie is de grootste energieverbruiker van Nederland: 37 procent van het Nederlandse energiegebruik wordt besteed aan productieprocessen. Dat blijkt uit een onderzoek van ING naar energiebesparing in Nederland. Industriële bedrijven doen er daarom goed aan hun productieproces onder de loep te nemen. Procesverbeteringen kunnen ervoor zorgen dat het aantal stappen in het productieproces waarbij verhitting of koeling nodig is stevig wordt beperkt. Ook kan restwarmte van onderdelen van het productieproces vaak beter worden benut, ofwel in het eigen productieproces of in het productieproces van een nabij gelegen producent.
Gebouwen staan vol elektrische apparaten: grote machines bij bedrijven, vaatwassers en drogers bij huishoudens. Het vervangen van oude apparaten voor energiezuinige nieuwe apparatuur levert een grote besparing op. Zuinig gebruik helpt ook. Voor bedrijven: Laat machines niet onnodig draaien. Voor huishoudens: laat de was buiten drogen als de zon schijnt en zet de vaatwasser pas aan als ie vol zit. Ten slotte helpt de energiezuinige stand natuurlijk.
In kantoorgebouwen is verlichting verantwoordelijk voor pakweg 60 procent van het totale elektriciteitsverbruik. Door gloeilampen te vervangen door de veel energie-efficiëntere LED-verlichting kan het stroomverbruik van verlichting worden gehalveerd.
eventuele productie uit bijvoorbeeld
alleen het verbruik, maar ook de zonnepanelen en verstuurt daarover informatie web en een app. De i-CARE van EnerGQ doet hetzelfde. Essent ontwikkelde E-Inzicht, zogenaamde slimme stekkers, die niet het totale elektriciteitsverbruik, maar het verbruik van individuele apparaten meet en communiceert via app en web. Toon van Eneco is een programmeerbare thermostaat en energieverbruiksmanager ineen. Het touch screen beeldscherm toont gas- en elektriciteitsverbruik. SWYCS (See What You Can Save) houdt behalve gas- en elektriciteit ook het waterverbruik bij. SWYCS is alleen voor grootverbruikers zoals woningcorporaties en bedrijven. Meer info: www.milieucentraal.nl/ energieverbruiksmanagers
newton 14
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Slimme M/V
Hoog rendement vergassing MILENA
“Voor ECN werk ik aan de ontwikkeling van de biomassavergassingstechnologie MILENA. Met MILENA kunnen we biomassa vergassen met een zeer hoog rendement van pakweg 70 procent. Op laboratoriumschaal werkt het allemaal, nu is het tijd voor de eerste grote demonstratieprojecten. Er liggen vergevorderde plannen voor een testcentrale in Alkmaar, maar de financiering van dat project is nog niet rond. We willen daar sloophout vergassen en daarmee elektriciteit, groen gas of stoom genereren – afhankelijk van de beschikbare subsidieregelingen. Ook moet daar het Expertisecentrum Biomassavergassing verrijzen.”
India “Terwijl het demonstratieproject in Alkmaar vooralsnog vertraagd is vanwege de financiering, zijn we benaderd door de beursgenoteerde Indiase onderneming Thermax. In hartje India wil Thermax restafval van een grote sojaplantage gaan vergassen met behulp van de MILENA-technologie. De laatste hand wordt nu gelegd aan de bouwtekeningen. Zodra dat klaar is gaan we bouwen. Als het allemaal volgens plan verloopt, zijn we in maart 2014 up and running.”
Soja “Na de sojaoogst blijven er allerlei takjes en plantjes over op de plantage. Door dat spul te vergassen maken we stookgas. Dat gas wordt eerst gereinigd – de Nederlandse onderneming Royal Dahlman levert ondersteuning bij de engineering van MILENA en de gasreiniging – vervolgens wordt het gas verbrand in een gasmotor waarmee elektriciteit en warmte wordt opgewekt. De centrale
krijgt een capaciteit van 1 MW. De elektriciteit wordt afgenomen door de sojaproducent. Voor de warmte die we gaan genereren is nog geen bestemming gevonden.”
Uitdagingen “We hebben weinig ervaring met het vergassen van sojaresidu. De grootste technische uitdaging is om brandstof van goede kwaliteit binnen te krijgen. Als er te veel materiaal tussen zit dat niet kan worden vergast, moeten we vaker onderhoud verrichten om het systeem schoon te maken. Hoe minder onderhoud nodig is, hoe meer uren de centrale kan draaien. Dan gaat de kostprijs omlaag. Dat is cruciaal. De Indiërs willen alles zo goedkoop mogelijk. Dat zag je ook tijdens de onderhandelingen.”
Toekomst
“Als de centrale in midden India een succes wordt, wil Thermax de MILENA technologie grootschalig gaan toepassen om elektriciteit op te wekken bij landbouwplantages in heel India. De behoefte op het platteland is groot: als er al een aansluiting is op het Indiase elektriciteitsnetwerk valt deze geregeld uit en het alternatief – elektriciteit opwekken met dieselgeneratoren – is duur en een zware belasting voor het milieu. Voor ECN zou MILENA dus een interessant exportproduct kunnen worden: bij elke installatie waar de technologie wordt gebruikt ontvangt ECN een licentie fee. Niet alleen in India is er vraag naar de vergassingstechnologie. Partijen uit Zuid-Korea en Groot-Brittannië • zijn ook geïnteresseerd.”
newton 15
Naam Christiaan van der Meijden Functie Eigenaar Biomass Energy Engineering Promoveerde op De ontwikkeling van biovergassingstechnologie MILENA Eerste baan Ingenieur bij Stork Ketels Meer informatie www.biomassenergy.nl www.ecn.nl
TITEL
newton newton 16 16KENNIS
KENNISMENSEN mensen ZAKEN
zaken DIALOOG
dialoog INSPIRATIE
inspiratie E.ON
e.on
Het grootste windmolenpark op zee ter wereld
© HH
newton newton 17 17
London Array Het windmolenpark ligt 20 kilometer
London Array zal genoeg windenergie
uit de Britse kust en beslaat een
produceren om bijna een half miljoen
oppervlakte van 245 km2. Fase 1 is nu
huishoudens per jaar van elektriciteit
operationeel en bestaat uit 175 wind-
te voorzien. Fase 2 kan nog eens 870
turbines op een oppervlakte van 90
MW aan capaciteit toevoegen. De part-
km2. Deze 175 windmolens hebben een
ners van het London Array project zijn
gezamenlijke capaciteit van 630 MW.
DONG Energy, E.ON en Masdar.
TITEL
newton 18
KENNIS
mensen
3˚E
30’
30’
zaken
dialoog
inspiratie
4˚
30’
5˚
e.on
6˚
30’
30’
5 8
7
9
A 10
B
C
11
12
14
15
13
16
17
18
16
17
1
2
3
1
2
3
4
5
6
4
5
6
7
8
9
7
8
9
7
10
11
12
10
11
12
10
11
15
13
14
15
13
14
15
13
14
15
18
16
17
18
16
17
18
16
17
18
3
1
2
3
1
2
3
1
2
3
6
4
5
6
4
5
6
4
5
6
4
5
9
7
8
9
7
8
9
7
8
9
7
8
10
11
12
10
11
12
10
13
14
15
13
14
13
10 14 18
6 9 30’
D
E 12
F
G
H 13 16
54˚
30’
J
K
L
8.000 ‘veelbelovende vierkante kilometers
16
53˚
17
18
16
november 2010 in kaart gebracht door het Nederlandse
17
1
2
4 het bedrijf 4 6 5 teruggekaatst. In totaal heeft ongeveer 8.000
5
1
2
3
M
bodemonderzoekbedrijf Fugro. Dat stuurt geluidsgolven
18 18
vierkante kilometer bodem ‘gefotografeerd’ met deze
30’
7 de bodem 9 8 structuren, 3D-techniek. Hieruit blijkt dat erg7
8
lijken op O die van de gebieden in hetPBritse of Noorse deel
Q
van de Noordzee, waar recent gedaan. 10 11 zijn 12 10 vondsten 12 Het is nog onduidelijk hoeveel gas en olie er precies op
14
boven te halen. EBN spreekt desondanks van een ‘veelbe-
52˚
lovend gebied’. Volgens het 16 om Scheveningen 17 18 17 is het 18 mogelijk 16 staatsbedrijf 17 over vijf jaar olie of gas uit het gebied te winnen, maar veel partijen vinden dit een zeer optimistische schatting. EBN
2
3
1
2
Hoek v. Holland
3
wil voor 40 procent mee investeren als een olie- of gas bedrijf 5 aan de slag gaat en meedelen in de winsten. Bij bijna
6
4
5
6 dat ook. alle huidige gasvelden doet de staatsdeelneming
S
7 30’
IJmuiden
11
ontginning wacht en moeilijk het om het naar 13 14 wordt 15 15 hoe13
R
8
N Delfzijl
15
Den Helder
naar beneden en meet op welke manier die worden
1
11
Harlingen
Het noordelijke deel van de Nederlandse Noordzee is sinds
1
Mogelijk meer olie en gas in de Noordzee
55˚ 3
7˚
NEDERLAND
1
newton 19
vraag, 5 antwoorden
Gasbel of luchtbel? Er zijn aanwijzingen dat er nog aanzienlijke olie- en gasvoorraden zijn in het noordelijkste punt van de Nederlandse Noordzee. Dat meldt staatsbedrijf Energie Beheer Nederland (EBN), verantwoordelijk voor de olie- en gaswinning in Nederland. Goed nieuws dus. Of niet?
1/5 JA Berend Scheffers (EBN) De Nederlandse olie- en gassector is nog steeds springlevend. Jaarlijks wordt er ruim een miljard euro geïnvesteerd in de opsporing en productie van aardgas en olie. Dat legt de investeerders en de Nederlandse staat geen windeieren. In 2012 kon Nederland, onder andere via staatsdeelneming EBN, ruim 14,5 miljard euro bijschrijven. Het nieuws dat het Noordelijke gedeelte van de Nederlandse Noordzee ook potentie heeft voor olie- en gaswinning, is voor
ons geen verassing. We winnen al sinds de jaren zeventig olie en gas uit de Noordzee en weten dat in dit gebied nog voldoende te ontdekken valt. In sommige gebieden, zoals dit gebied in de A-, B-, D-, E- en F-blokken, zijn historisch gezien nog weinig opsporingsactiviteiten ontplooid. Dit komt mede door ontbrekende infrastructuur voor het produceren en afvoeren van gas. Het gebied ligt dan ook relatief ver van het vasteland. Gebieden met soortgelijke geologische structuren hebben echter al vaker aangetoond gas of olie te herbergen, zowel in Nederland als bij onze buurlanden. Let wel, er is nog niets aangetoond en het is nog te vroeg om
de loftrompet te steken. De eerste resultaten van het seismisch onderzoek dat wij uitvoeren sterkt ons in onze vermoedens dát er iets te vinden valt. Er zijn opsporingsboringen nodig om zekerheid te krijgen en daarbij horen investeringen van EBN en haar partners. Er is dus nog een lange weg te gaan. Deze weg zien wij hoopvol tegemoet. De lange Nederlandse traditie van gaswinning heeft ons geleerd dat het winnen van aardgas voordelen voor de economie én het milieu oplevert. Het levert aanzienlijke inkomsten op en gas is de schoonste fossiele brandstof. We profiteren daarvan als land en daar mogen we best trots op zijn. >>
‘‘Hoopvol”
newton 20
KENNIS
‘‘Overbodig en schadelijk”
mensen
zaken
dialoog
2/5 NEE Marjan Minnesma (Urgenda): Al zou de Nederlandse schatkist kunnen profiteren van de exploitatie van gas in het Nederlandse deel van de Noordzee, voor Marjan Minnesma (directeur van organisatie Urgenda) is dat geen reden om er verder naar te zoeken. “Goed voor de schatkist? Slecht voor de Nederlandse samenleving, bedoel je! Nog meer gas winnen zou handelen uit kortzichtig eigen belang zijn. Als je kijkt naar wat voor samenleving we het beste kunnen achterlaten voor onze kinderen,
‘‘Laat toch zitten”
3/5 NEE Jan Rotmans (Erasmus Universiteit): Is het goed nieuws dat er wellicht aanzienlijke gasvoorraden in het Nederlandse deel van de Noordzee zijn? Jan Rotmans, professor Transitions and Transition Management aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, vraagt het zich af. Sterker nog: “Is het überhaupt nieuws? Het gaat om een vermoeden; het staat niet vast dat die voorraden er werkelijk zijn, laat staan dat we weten wat de omvang is of hoe makkelijk ze kunnen worden geëxploiteerd.” Hij begrijpt wel dat Energie Beheer Nederland naar buiten treedt met het bericht van de mogelijke vondst. “EBN vertegenwoordigt de partijen in Nederland die verslaafd zijn aan gas. Ze zien in dat we binnen afzienbare
inspiratie
e.on
kleinkinderen en de generaties daarna, laat je het wel na om te proberen dat gas naar boven te halen.” Volgens Minnesma is nóg meer gas overbodig, ja zelfs schadelijk. Immers, zoals zij onlangs in haar zogeheten ‘Duurzame Troonrede’ al zei: “We kunnen binnen twintig jaar volledig overschakelen op duurzame energie. Dus nog voordat de bekende voorraden fossiele brandstoffen uitgeput zijn. Een zoektocht naar nieuwe gasvelden is dus niet nodig omdat we anders zonder energie komen te zitten - niet als we zwaar inzetten op duurzame enegie, in elk geval.” En die energietransitie is hard
nodig volgens haar, vooral om verdere opwarming van de aarde tegen te gaan. “We kunnen nog eenvijfde van onze huidige reserves aan fossiele brandstoffen verstoken, willen we voorkomen dat de aarde een ‘inferno’ wordt. Met andere woorden: viervijfde moet gewoon in de grond blijven. En we moeten er al helemaal geen extra reserves aan willen toevoegen door in de Noordzee op jacht te gaan naar nieuwe velden.”
tijd - een jaar of 20, misschien zelfs minder - het gas in Slochteren zullen hebben opgesoupeerd. Daarom zoeken ze nu hardnekkig of ze geen andere bronnen kunnen aanboren om gas te winnen. Het is echt een patroon: de ene keer dwepen ze met schaliegas, dan weer met gas uit steenkolen of willen ze Nederland tot een ‘gasrotonde’ omtoveren. Nu komen ze dus met gas in de Noordzee op de proppen.” De argumenten om vooral op grootte te boren om nader te onderzoeken of er inderdaad gas is, vindt Rotmans ‘knap geframed’. Alleen snijden ze volgens hem geen hout. “Gas de schoonste fossiele brandstof? Zelfs mijn moeder gelooft dat zo langzamerhand, maar het is klinkklare onzin. Energie uit wind, zon, aardwarmte en sommige biobrandstoffen zijn schoon. Gas draagt, mede door de indirecte effecten en terugkoppelingen, evenveel bij aan de opwarming van het kli-
maat als olie en kolen.” Rotmans kan zich evenmin vinden in het argument dat de exploitatie van Noordzee-gas de Nederlandse schatkist zal spekken. “Daarvoor heb je berekeningen nodig of de gasvelden rendabel kunnen worden ingezet. Die ontbreken. Wat zijn bijvoorbeeld de geschatte kosten van winning en distributie?” En dan heeft Rotmans het nog niet eens gehad over hoe groot de verwachte milieuschade is. “Laat dat gas toch zitten”, besluit Rotmans. “Trap niet in de vertragingstactieken van de gaslobby. Gas is geen transitiebrandstof voor de gaslobby, maar een doel op zich. Kies voor de energietransitie: investeer het geld liever in de verdere ontwikkeling van schone energie in plaats van fossiele brandstoffen. Nederland loopt al zo ver achter als het gaat om schone energie. Laten we niet nog verder achterop raken.”
newton 21
‘‘Positief voor economisch herstel’
‘‘Goed voor het zelfvertrouwen’
4/5 JA René Leegte (VVD): De gas- en olie-infrastructuur in de Noordzee wordt snel ouder. Tegelijkertijd worden er nog steeds nieuwe vondsten gedaan, zijn er vermoedens van nieuwe velden en zijn er veel oude velden waar nog kleine hoeveelheden gas en olie zijn achtergebleven. Om optimaal gebruik te kunnen maken van de huidige infrastructuur zou je niet te lang willen wachten met nieuwe ontwikkelingen. Ook in de rest van de wereld wordt steeds meer olie en gas
5/5 JA Matthijs Baan (Spring Associates): Natuurlijk is het goed nieuws dat Nederland misschien beschikt over extra energievoorraden, zegt Matthijs Baan, medeoprichter en directeur van Spring Associates, een adviesbureau vooral gericht op energie en duurzaamheid. “En natuurlijk moeten we onderzoeken wat de aard en omvang van die voorraden is. Al was het maar omdat ‘weten’ altijd beter is dan ‘niet weten’. Als mensen hongeren we naar kennis; laten we die honger vooral stillen!” Behalve dit filosofische argument, geeft Baan nog enkele andere redenen waarom het vooruitzicht op extra olie maar vooral gas op dit moment aanleiding tot vreugde zou moeten zijn. “Het bericht dat er wellicht extra bodemschatten zijn, kan vertrouwen schenken. Daar is in het huidige economische
gevonden. Onlangs was ik met de Tweede Kamer in Tanzania. Voor de kust van Zanzibar liggen naar verwachting enorme gasvelden. Scherp tekent zich hierbij het geopolitieke dilemma af; grote maatschappijen zullen investeren waar hun mogelijkheden en rendement het hoogst zijn, en Nederland staat niet hoog op het lijstje van investeringscriteria. Wel kan de potentiële opbrengst van nog te ontwikkelen olie- en gasvelden Nederland helpen bij het herstel en groei van de economie.
klimaat behoefte aan.” Misschien wel belangrijker is volgens Baan dat meer eigen gas voor Nederland op de middellange termijn een netto positieve maatschappelijke bijdrage kan leveren – alle geopolitieke, economische en milieu aspecten meegewogen. “Nederland loopt bepaald niet voorop als het gaat om de opwekking van duurzame energie. We moeten helaas onderkennen dat de politieke wil kennelijk reikt tot een energieakkoord waarin wordt gesproken van een schamele 14 procent in 2020. Dat betekent dat we de komende decennia grotendeels afhankelijk zullen blijven van fossiele brandstoffen. Gas valt dan te verkiezen boven minder schone energiebronnen zoals kolen. En gas van eigen bodem valt te verkiezen boven importeren, dat is immers goed voor onze handelsbalans en politieke onafhankelijkheid. Daarnaast is de flexibele productiecapaciteit van gas noodzakelijk voor het integreren van duurzame
capaciteit met een sterk fluctuerend opwekkingspatroon, zoals wind.” “Er zal wel een goede kostenbatenanalyse moeten worden gemaakt voordat men besluit om tot exploitatie over te gaan. Hierbij zal men moeten beoordelen in hoeverre dit gas de plaats kan innemen van andere energiebronnen waarvan de totale maatschappelijke kosten hoger zijn – in Nederland of bij onze exportlanden. Misschien blijkt het straks aantrekkelijker om naar dit gas te boren dan kolen te importeren of schaliegas te gaan winnen. Gas kan er aldus toe bijdragen dat het energieaanbod eerder schoner wordt.” En het argument dan dat nieuw gas juist een transitie naar verduurzaming in de weg zou staan? “Onzin. De energietransitie hangt vooral af van politieke (on)wil. De mogelijke aanwezigheid van ‘nieuwe’ relatief kleine gasvoorraden in de Noordzee is daarbij vergeleken geen significante factor van invloed.” •
TITEL
newton 22
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Goede raad bespaart veel geld In het vierde kwartaal gaat het definitief live: de E.ON Store. Een online platform, dat bedrijven en organisaties laat zien hoeveel energie ze verbruiken én waar ze op kunnen besparen. ‘‘Hier hebben we jaren naar gezocht.’’ Het Nederlands is al een tijdje een nieuwe uitdrukking rijker: “De goedkoopste energie is de energie die je niet gebruikt.” Een waarheid als een koe die geldt voor consumenten, maar natuurlijk ook voor bedrijven en organisaties. Niet gebruiken begint met, hoe soft het ook mag klinken, bewustzijn. Want wie weet hoeveel hij verbruikt en voor welke doeleinden, kan veel beter bedenken waar het minder kan, en hoe. Techniek helpt om dat bewustzijn te ontwikkelen en vervolgens om besparingen te realiseren. Vanuit die gedachte is de E.ON Store voor zakelijke afnemers op poten gezet. Grotere oplossingen voor grotere verbruikers Een ‘winkel’ kun je de E.ON Store ondanks de naam eigenlijk niet noemen. Het is een platform met meerdere functies. Klanten en prospects kunnen er online een quick scan doen en bespaartips krijgen, verdere verdieping vinden met meer gespecificeerde
verbruiksinformatie, en een vrijblijvende offerte aanvragen. Vervolgens biedt de Store wél producten waarmee besparingen gerealiseerd kunnen worden. Door E.ON ingekocht bij de allerbeste producenten, voor een goede prijs en met een stevige garantie. “Het gaat bij deze producten niet om een lampje hier of een zonnepaneel daar, maar om grotere oplossingen voor grotere verbruikers”, zegt accountmanager Twan de Wit. “Je kunt het zo gek niet verzinnen of we hebben het.” In één minuut op weg naar besparing Voor de quick scan vult een bestaande of nieuwe relatie in één minuut slechts een paar gegevens in, zoals de bedrijfsnaam, de grootte en de branche. Bovendien krijgt de klant tips om energie te besparen, gebaseerd op het gemiddelde verbruik in de branche waar de klant actief is. Wie dan meer wil weten, kan verdere vragen beantwoorden over de vijf energieclusters waar de onderneming mee te maken kan hebben. Dat zijn verwarming, koeling, verlichting, mobiliteit, en elektra en gas. Onder die laatste vallen ook monitoring en zonne-energie. Op grond van de geleverde cijfers selecteert het programma zes of zeven producten waar de klant tot maar liefst 15 procent energie kan besparen, en vermeldt ook de verwachte terugverdientijd. De klant kan verschillende keuzes aanvinken en meteen zien wat de gevolgen zijn. Ter plekke adviseren Twan de Wit: “Op die manier is alles wat energie verbruikt zichtbaar met elkaar in verbinding gebracht. De klant heeft inzicht. Toch willen we niet dat hij de genoemde producten zomaar bestelt. Eerst brengen we
newton 23 23
een offerte uit, en daarna komen we op bezoek.” Collega Keith Fletcher, manager Business Development & Innovation, vult aan: “Ter plekke zie je vaak meteen waar inefficiëntie is, zoals bij verlichting. We adviseren dan bij de volgende investeringsronde LED’s aan te schaffen. Je kijkt op welke manier verwarmd en gekoeld wordt. Misschien kun je met betere servers de warmte die bij hun koeling vrijkomt terugbrengen in het gebouw. We kijken of het zinvol is laadpalen voor elektrische auto’s in een bedrijfspand aan te brengen. Zelf verkopen we geen auto’s, maar we kunnen wel uitleggen welke modellen het beste werken. Wil je je eigen energie produceren met zonnepanelen? Die zijn geweldig efficiënt geworden, vooral de Europese. E.ON verkoopt de allerbeste en verzorgt de installatie. Als een bedrijf reservekapitaal heeft rendeert dat vaak beter op het dak dan op de bank. Het kan ook zijn dat besparing via de fiscale weg mogelijk is. Dan raden we een bezoek aan de belastingadviseur aan. We verkopen onze klanten niets dat ze niet nodig hebben.” Echt helpen Twan: “Bij die bezoeken voeren we vaak lange gesprekken. We gebruiken het programma nu al, hoewel het pas in het vierde kwartaal helemaal wordt vrijgegeven. Die gesprekken gaan niet alleen over tarieven, we gaan de klant écht helpen. Zo gebeurt het regelmatig dat een relatie zonnepanelen wil, en wij vervolgens laten zien dat hij waarschijnlijk meer kan besparen door andere verlichting te gebruiken. Pas als we de hele situatie kennen brengen we een definitieve offerte uit. Een totaaloverzicht met tarieven, natuurlijk. Maar we hebben ook
al de juiste leveranciers geselecteerd voor de specifieke situatie. De klant hoeft niets meer te doen. Dat scheelt hem heel veel tijd. Soms vertrouwen klanten het niet helemaal. ‘Jullie willen toch verdienen?’, zeggen ze dan. Ik leg hen uit dat we onze kop niet in het zand willen steken en daarom onze bedrijfsstrategie aan het veranderen zijn. Over vijftien jaar beschikt Nederland over veel zonne- en windenergie, en heeft de klant minder stroom of gas nodig. Maar wél goed advies en de beste producten.” 100 KM voor een schijntje Monitoring “Het begint echter vaak met meten, zodat klanten hun energieverbruik begrijpen en waar krijgen voor hun geld. Voor dagelijkse algemene monitoring kunnen we slimme meters installeren, en dat ook nog verder verfijnen naar verbruik per machine. Zo weet je of je ergens te veel of te weinig verbruikt. Ja, te weinig kan ook! Een verkeerd ampèrage bijvoorbeeld kan je processen minder efficiënt maken.” zegt Keith. “We hebben lang gewerkt aan deze monitoringoplossing, gecombineerd met alle kennis op één plek. Klanten en consultants zijn er blij mee. Unaniem zeggen ze: ‘Hier hebben • we jaren naar gezocht’.”
Een van de producten in de E.ON Store is de achtste generatie laadpaal, die een bedrijf in eigen huis kan plaatsen. Afhankelijk van autotype en rijgedrag, kost honderd kilometer elektrisch rijden dan slechts tussen de vier en vijf Euro. Bovendien zijn wegenbelasting en bijtelling er niet meer bij en zijn ook de onderhoudskosten lager.
TITEL
newton 24
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Leeuwendeel duurzame ambitie voor wind Windenergie neemt het grootste deel van de expansie van duurzame opwekking voor zijn rekening. Het opgesteld windvermogen (gebouwd en in aanbouw) van zo’n 1.000 MW op zee en ruim 2.000 MW op land moet de komende jaren groeien naar 6.000 MW op land en 4.450 MW op zee. Een enorme uitbreiding. Als de windambitie wordt gehaald, draaien alle Nederlandse huishoudens over 10 jaar helemaal op windenergie. Wind op Zee De Europese windenergiesector groeit hard. In 2012 werd bijna 12 GW aan nieuwe capaciteit gebouwd binnen de EU met een investering tussen 13 en 17 miljard euro. Het totaal opgesteld windvermogen op land en zee kwam daarmee op 100 GW. Eind 2011 stond in Europa 4 GW aan
Het verwijt van critici dat het energieakkoord onvoldoende concreet is, geldt niet voor de doelstelling windenergie. De ambitie is glashelder. In 2020 staat in Nederland minstens 6 GW wind op land opgesteld. Dat vergt een uitbreiding van 4 GW ten opzichte van de 2 GW die medio 2011 in Nederland op land stond. Alle turbines samen produceerden toen ruim 3.000 GWh elektriciteit, genoeg voor 850.000 huishoudens. Een moderne windturbine van 5 MW kan op een goede locatie op zee circa 18,5 miljoen GWh per jaar produceren, voldoende voor 5.200 huishoudens. Nederland wil daarnaast naar 4,45 GW wind op zee. Dit betekent een uitbreiding van de capaciteit met 3,5 GW. Het is volgens experts onmogelijk om deze capaciteit voor 2020 gebouwd te hebben. In het akkoord is daarom afgesproken dat de nieuwe capaciteit voor 2020 aanbesteed moet zijn en de bouw in 2023 klaar.
offshore windenergie, waarmee jaarlijks 14.400 GWh aan elektriciteit kan worden opgewekt. De meeste offshore windparken staan in Denemarken en Groot-Brittannië. Alle landen rond de Noordzee zien offshore windenergie als cruciale technologie en speerpunt om de overstap naar een duurzame energieopwekking te maken. Groot-Brittannië wil de komende jaren groeien naar een opgesteld vermogen offshore van 33 GW, Duitsland ambieert 25 GW, Denemarken en België willen minimaal 4 GW opstellen, en Nederland komt daar nu bij met 4,45 GW.
Status wind off shore Nederland heeft 2 windparken op zee. Het Offshore Windpark Egmond aan Zee (OWEZ) staat op 15 kilometer voor de kust van Egmond aan Zee. Het heeft een vermogen van 108 MW en produceert ongeveer 400 GWh per jaar. Het andere park, Prinses Amalia, ligt op 23 kilometer voor de kust van IJmuiden. Het heeft een vermogen van 120 MW met 60 turbines en levert sinds 2008 aan het net. Beide parken samen voorzien ongeveer 255.000 huishoudens >>
newton 25
newton 26
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
van stroom. Nederland werkt al geruime tijd aan de uitbreiding van wind op zee. In 2009 gaf de Rijksoverheid vergunning af voor de bouw van 12 nieuwe windmolenparken. De bouw van drie parken staat in de steigers. Windpark Q10 komt 23 kilometer voor de kust bij Noordwijk en heeft een vermogen van 150 MW. Project Gemini, dat bestaat uit de twee windparken Buitengaat en Zeeenergie, komt 60 kilometer ten noorden van Schiermonnikoog, met een vermogen van 600 MW. Omdat de ambities van de Nederlandse FLOW: Far and Large Offshore kans voor BV NL Windturbines leveren de meeste elektriciteit op
demonstratiepark. Daarmee ontwikkelt het
locaties met veel wind en weinig turbulentie.
technologie en vaardigheden voor economisch
Op zee is gunstiger dan op land. Nederland kan
rendabele far-offshore windenergie.
offshore hoogstens 3.000 MW installeren binnen een afstand van 50 tot 60 km uit de kust. De an-
De eerste stap van FLOW is om een 100-300 MW
dere 3.000 MW moet verder uit de kust worden
far-offshore een demonstratiepark te bouwen
gebouwd (far-offshore) in waterdieptes van
met 20 tot 60 turbines 75 kilometer voor de kust
meer dan 30 meter. Dat heeft flinke gevolgen
van Callantsoog. De combinatie van afstand en
voor funderingen, de installatie en de operatie
diepte is uniek in de wereld. FLOW wil de kosten
van een windpark.
en risico’s van far-offshore windenergie met mi-
overheid verder gaan, werd al voor het energieakkoord gezocht naar nieuwe locaties. Dat is niet eenvoudig, omdat zandbanken die als stevig fundament kunnen dienen voor de verankering van windmolens schaars zijn. Daarnaast is de Noordzee volop in gebruik voor scheepvaart en visserij, militaire oefeningen, zandwinning en olie- en gasboringen. Nederland heeft de afgelopen jaren bijvoorbeeld drie vergunningsaanvragen afgewezen omdat de parken te dicht waren gepland bij een meeuwenkolonie op Texel of een helikopteraanvliegroute onveilig maakten. In het Nationaal Waterplan zijn nu al 2 gebieden aangewezen voor nieuwe parken: Borssele, op minimaal 23 kilometer (12 mijl) voor de kust van Zeeland, en IJmuiden op circa 59 kilometer voor de kust. Daarbij zal het niet blijven. In de Structuurvisie Windenergie op zee komen daar nog locaties bij. Het gaat dan om gebieden voor de Hollandse kust en ten noorden van de Waddeneilanden. De Structuurvisie Windenergie op zee werd op 2 april 2013 aangekondigd en verschijnt naar verwachting begin 2014.
nimaal 20 procent verminderen om zo offshore Het Far and Large Offshore Wind programma
wind ook commercieel interessanter te maken.
(FLOW) wil de Nederlandse overheid helpen die
Het FLOW programma is opgezet door RWE, Ten-
6.000 MW aan offshore windenergie voor elkaar
neT, Ballast Nedam, Van Oord, IHC Merwede, 2-B
te krijgen. FLOW zal onderzoek en ontwikkeling
Energy, XEMC Darwind, ECN en TU Delft.
combineren met een far-offshore FLOW wil de ontwikkeling van far-offshore windenergie versnellen, en de kosten en risico’s verlagen
Bouwuitdagingen Door het gebrek aan voldoende zandbanken direct onder de kust zoeken steeds meer partijen hun heil verder op zee. Met de afstand tot de kust neemt ook de diepte snel toe. De technologie om windmolens in diep water te bouwen staat nog in de kinderschoenen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met een windmolenpaal door waterdruk, golfbeweging aan de oppervlakte en onder water? Is een driepoot verankering beter en hoe moet de installatie gezekerd worden tegen gedeeltelijke verzakking? Het zijn maar een paar basale vragen waar grote engineering-uitdagingen achter schuil gaan. Los van de technologie kent offshore wind nog een andere ‘natuurlijke’ uitdaging. In tegenstelling tot wind op land of zonneenergie moeten ontwikkelaars bij de bouw plannen binnen weather windows. Anders gezegd, het weer heeft grote invloed op de bouw. Omdat de kosten van de investering
newton 27 27
ver voor de baten uitlopen, kan vertraging door slecht weer grote consequenties hebben voor de rentabiliteit van een project. Bouwuitdagingen Het energieakkoord biedt nog weinig handvatten voor een exacte inschatting van kosten en baten. De windsceptici halen meestal het kostenaspect aan om zich af te zetten. Hoe terecht of onterecht de kritiek ook moge zijn, een paar eenvoudige rekensommen maken duidelijk dat windenergie hoe dan ook een stevige aanslag zal doen op de schatkist. Volgens Karel Beckman, hoofdredacteur van EnergyPost.eu hebben de 2.434 MW aan windenergie op land alleen
Windenergie zal hoe dan ook een stevige aanslag doen op de schatkist. al in 2012 324 miljoen euro aan subsidie gekost. Omgerekend naar de 6.000 MW die in 2020 moet draaien, kost dat de overheid meer dan 750 miljoen euro subsidie per jaar voor wind op land. Wind op zee is nog duurder, zelfs als de 40 procent kostenreductie per MW wordt gerealiseerd die in het akkoord staat. De kosten voor de extra 3.500 MW offshore wind en de subsidiering van de stroom die wordt opgewekt, zijn nog onduidelijk. Binnen de industrie gold jaren een ruwe maatstaf van 1 miljard euro voor 400 MW op basis van huidige technologische standaarden. Dit zou dan zo’n 9 miljard investering vergen voor bouw. Daarnaast geeft de overheid een prijsgarantie af om de vele extra risico’s die met wind offshore gepaard gaan te compenseren. De Nederlandse overheid heeft bijvoorbeeld voor het Gemini-wind-
park van 600 MW maximaal 4,2 miljard euro gereserveerd. Het consortium ontvangt 17 eurocent per kWh, minus de groothandelsstroomprijs die rond de 5 eurocent bungelt. Gemini krijgt dus 12 eurocent per kWh. Bij een verwachte jaarproductie van 2,5 TWh kost dat Nederland zo’n 300 miljoen euro per jaar voor 15 jaar. Duur voor de staat, uitgaande van de paar miljard investering, interessante business voor het consortium. 300 miljoen euro per jaar voor 15 jaar op een vermogen van 600 MW, betekent bij gelijkblijvende subsidie van 12 eurocent 1,8 miljard euro per jaar kosten. Krijgt de industrie het voor elkaar om de kosten voor offshore met 40 procent te laten dalen, dan kost dat bij een subsidie van 7 eurocent per kWh altijd nog een miljard euro per jaar. Alleen al voor wind op zee. Tel daar de lopende wind-op-zee subsidies voor Amalia, Q10 en andere parken bovenop dan is dat zo’n 1,5 miljard per jaar. Dit is nog exclusief investeringen in netverzwaring, het befaamde stopcontact op zee of voorziening voor opslag. Beckman komt met subsidie voor de parken en investeringen in het net tot 25 miljard euro voor de komende 15 jaar. Heel veel geld dat volgens vele commentatoren sneller, met minder (financieel) risico en minimaal dezelfde duurzame opbrengst in zonne-energie geïnvesteerd had kunnen • worden.
Meer weten Download: ‘Nationaal Waterplan’ van rijksoverheid
‘Structuurvisie Windenenenergie op zee
Meer info www.flow-offshore.nl www.noordzeeloket.nl www.typhoonoffshore.eu/ projects/gemini
TITEL
newton 28
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Carwash XL kiest voor groene bedrijfsvoering
MILIEUVRIENDELIJK
AUTOWASSEN Autowasstraten zijn er in overvloed, maar duurzaam zijn ze zelden. Carwash XL is een duurzame uitzondering op de regel. Eigenaar Jan Valk kiest bewust voor het gebruik van grondwater, biologisch afbreekbare schoonmaakproducten, zonne-energie en groene stroom. Hij werd naar eigen zeggen ‘geboren op de markt’, waar zijn vader en moeder jarenlang kleding verkochten. Lange tijd leek het er op dat Valk in de voetsporen van zijn ouders zou treden, maar in 2002 gooide de geboren Rotterdammer het roer resoluut om. Valk ging auto’s poetsen. Wat begon als een eenmanszaak met zeven auto’s in de week groeide uit tot Carwash XL, ‘de autopoetsspecialist met ruim 3.000 m2 wasplezier’ en zo’n zevenduizend gepoetste auto’s per jaar. Naast een professioneel autopoetsbedrijf bestaat Carwash XL uit een tankstation met automatische wasstraat en zeven wasboxen in Waddinxveen, een tankstation met twee milieuvriendelijke Roll Overs (zelfbedieningswasstraten), zes wasboxen en acht stofzuigplaatsen in Gouda en een tankstation met één milieuvriendelijke Roll Over, twee wasboxen en stofzuigplaatsen op Rotterdam Airport.
GROOTVERBRUIKER Wie bovenstaande bedrijfsgegevens even op zich laat inwerken kan niet anders dan constateren dat Carwash XL wel een grootverbruiker moet zijn op het gebied van water en energie. “Dat klopt”, zegt Valk. “Daarom hebben we in 2007 bij onze locatie in Waddinxveen een bron geslagen op 130 meter diepte om grondwater op te kunnen pompen. Elk uur kunnen er vijftig auto’s door onze automatische wastunnel die, in het geval de klant voor het meest uitgebreide wasprogramma kiest, maximaal 700 liter water per auto verbruikt. Dat is nogal wat, ja. Ik vind het dan ook belachelijk om daar duur en goed drinkwater aan te verspillen. Vandaar dat we hier grondwater oppompen en filteren tot kalk- en mineraalvrij osmosewater. Zo blijven er geen lelijke kalkdruppels op de wagens achter. Het gefilterde water wordt opgeslagen in twee grote buitentanks van samen 110.000 liter water. Het waswater wordt na gebruik gezuiverd van zand, olie, slib en schoonmaakproducten, waardoor het weer bijna volledig schoon water is. De helft van dit water verdwijnt in het riool, terwijl de andere 50 procent wordt hergebruikt.” MILIEUBEWUST De keuze om grondwater op te pompen was in eerste instantie een economisch besluit. Grondwater is immers goedkoper dan kraanwater en Valk is van huis uit nu eenmaal een echte handelaar. Gaandeweg raakte de Waddinxveense ondernemer werkelijk overtuigd van het belang van een duurzame bedrijfsvoering. “De portemonnee is natuurlijk belangrijk, maar er is meer dan dat. Mensen zijn tegenwoordig veel meer bezig met het milieu en de wereld om hen heen en nemen ook steeds vaker zelf verantwoordelijkheid”, merkt Valk op. “Mijn klanten vinden een groen label bijvoorbeeld erg belangrijk. Ik krijg geregeld de
newton 29 29
CARWASH XL IN CIJFERS 21 MEDEWERKERS 1.200 TANKENDE KLANTEN PER DAG 7.000 GEPOETSTE AUTO’S PER JAAR 80.000 WASKLANTEN PER JAAR 700 LITER WATERVERBRUIK PER WASSTRAATAUTO 50 PROCENT VAN HET WASWATER WORDT GERECYCLED 72 KW TOTAAL STROOM VERBRUIK DROGERS 16,5 KW TOTAAL STROOMVERBRUIK COMPRESSORS 750 KW TOTAALAANSLUITING ENERGIE PER LOCATIE 16.400 KW UUR PER JAAR OPBRENGST ZONNEPANELEN
Jan Valk (r.) met medewerker van Carwash XL.
vraag of wij met milieuvriendelijke, zuurvrije producten werken. Dat doen we inderdaad, want dat vinden wij belangrijk en past bij onze bedrijfsfilosofie. We zien dat ook steeds meer leveranciers voor duurzaam kiezen, zodat je elkaar daarin kunt versterken.” Zijn consumenten eigenlijk bereid om voor een milieubewust gewassen auto te betalen? Valk: “We zouden onze prijzen eigenlijk wat moeten aanpassen, maar gezien de BTW-verhoging en de economische recessie houden we onze prijzen voorlopig nog maar even gelijk. Ons klantenaantal is gelukkig nog hetzelfde als een paar jaar geleden, maar we zien wel dat consumenten vaker een goedkoper wasprogramma kiezen. Maar we maken ons voorlopig geen zorgen. Ook deze crisis zal wel weer overwaaien.” ZONNEPANELEN Een jaar geleden stapte Carwash XL voor zijn totale energievoorziening over naar E.ON. “Ik ben een loyaal mens en stap dus niet snel over naar een andere leverancier. Toch heb ik nu gekozen voor groene stroom van E.ON. Verder heb ik vóór de zomer zonnepanelen laten installeren op het dak van onze bedrijfsruimte in Waddinxveen. Dat was eigenlijk de laatste stap die ik nog wilde zetten voor een
milieuvriendelijk totaalplaatje. En we hadden meteen een prachtige zomer!”, lacht Valk vrolijk. “Op een zonnige dag kunnen we overdag in onze eigen energiebehoefte voorzien. Wat we teveel aan stroom opwekken gaat naar het netwerk en op regenachtige dagen wordt het tekort aangevuld met groene stroom.” VOORLOPER Hoewel Nederland een voorloper is op het gebied van duurzaam ondernemen, is Carwash XL volgens Jan Valk toch nog redelijk uniek in zijn soort. In Nederland zijn er nauwelijks autoschoonmaakbedrijven die net als wij bezig zijn met de combinatie grondwater, biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen, zonne-energie én groene energie. Aan de ene kant is dat jammer, maar aan de andere kant geeft het juist wel een kick om voorop te lopen. En het biedt natuurlijk interessante toekomstkansen voor • ons bedrijf.”
Meer weten www.carwashxl.nl
newton newton 30
KENNIS
Feiten & Fabels
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
Restwarmte spreekt niet zo tot de verbeelding als energie uit bijvoorbeeld zon en wind. De gemiddelde Nederlander weet er dan ook veel minder van, en fabels ontstaan snel. Prof. dr. ir. Andy van den Dobbelsteen van de faculteit Architectuur aan de TU Delft kent ze allemaal en pareert met de feiten.
PERSONALIA NAAM: Prof. dr. ing. Andy van den Dobbelsteen (1968) Functies TU Delft, faculteit Bouwkunde: • Hoofd afdeling Architectural Engineering & Technology Hoogleraar Climate Design & Sustainability • Aangesloten bij het onderzoeks programma Green Building • Innovation Delft Energy Initiative: Thema leider voor de gebouwde omgeving Andy van den Dobbelsteen geeft onderwijs op het gebied van klimaatontwerp en duurzaam bouwen. Met zijn team doet hij onderzoek naar klimaatadaptatie, sluiten van kringlopen en duurzame energiesystemen in de gebouwde omgeving, onder andere via studies die vraag en aanbod naar energie, waaronder restwarmte, inzichtelijk maken. Blogs van Andy van den Dobbelsteen op www.duurzaamgebouwd.nl
Restwarmte WARMTE DE LUCHT INBLAZEN OF KOELWATER LOZEN OP HET OPPERVLAKTEWATER IS SLECHT VOOR HET MILIEU Dat is inderdaad een feit. Je zou het zelfs thermische vervuiling kunnen noemen. Het gekke is dat we wel betalen voor afvalwater en huishoudelijk afval, maar dat afvalwarmte ongestraft mag worden uitgeblazen. Terwijl die ook ons milieu aantast, en met name in de stad verstorend is. Hetzelfde geldt voor koelwater. Dat moet binnen bepaalde temperatuurgrenzen blijven, maar is altijd warmer dan het moederwater waar het op wordt geloosd en heeft daarmee ook invloed op het waterleven. Nog los van het feit dat je indirect energie weggooit.
zulke restwarmte uit openbare en buitengebieden is redelijk onontgonnen terrein.
EEN GROOT DEEL VAN DE HUIDIGE RESTWARMTE GAAT VERLOREN Absoluut waar. Verreweg het grootste deel zelfs. In woningen onder andere via de schoorsteen, ventilatie en slecht geïsoleerde gevels. Je hebt restwarmte van elektrische apparaten, douchewater, riolering zelfs. Elk temperatuurverschil ten opzichte van de omgeving kun je benutten. Je spreekt dan van exergie in plaats van energie.
RESTWARMTE IS EEN WONDERMIDDEL, DAT ELEKTRICITEIT UIT FOSSIELE BRONNEN ER IS NOG HEEL VEEL POTENTI- EN AARDGAS BESPAART ËLE RESTWARMTE UIT ANDERE Het een wondermiddel noemen gaat wat BRONNEN DAN DE INDUSTRIE ver. Het is wel een onderschatte bron. In de Restwarmte wordt doorgaans gezien als afvalwarmte die nutteloos of onwenselijk is. Die kan van de industrie komen, maar ook uit de stad. Airco’s, warmte-absorberende zonnige plekken, apparaten, sportende mensen, noem maar op. Onderzoek naar
bebouwde omgeving is vooral behoefte aan lagere temperaturen, zo tussen 30 en 90 oC, voor o.a. wassen, koken en verwarmen. Die leveren we op dit moment door de verbranding van aardgas of door stadsverwarming. De laatste is dan gekoppeld aan een kracht-
newton 31
centrale op fossiele energie of een afvalverbranding. Aardgas gebruiken voor lagere temperaturen is verschrikkelijk inefficiënt. De vlamtemperatuur in de ketel is 1500 oC, en vervolgens brengt een warmtewisselaar dat terug naar maximaal 100 oC . De meest energetische oplossing is om voor verwarmingssystemen alleen warmte te leveren van lagere temperatuur, zeg 250 oC. Meestal zit restwarmte daar veel dichter bij. Indien nodig kun je het verder verwarmen.
RESTWARMTE IS EEN VORM VAN GREENWASHING, WANT HET IS EEN BIJPRODUCT VAN HET GEBRUIK VAN FOSSIELE BRANDSTOFFEN Op dit moment is het een oplossing voor een niet-duurzaam systeem. Maar natuurlijk moeten we toe naar een systeem waarin we alleen hernieuwbare energie gebruiken. En zelfs dan is het zinvol restwarmte te gebruiken.
RESTWARMTE KOST MEER DAN GEBRUIK VAN RESTWARMTE HET OPBRENGT VANWEGE DE VERLAAGT SUBSTANTIEEL DURE TECHNIEK DE UITSTOOT VAN BROEIKASHet ligt eraan hoe ver je de warmte GASSEN moet transporteren. Warmteterugwinning op woningniveau is al een standaardtechniek en zeer betaalbaar. Vanuit industriegebieden heb je infrastructuur nodig. Bij hoge calorische waarden is transport nog zinvol. Neem de elektriciteitscentrale in Geertruidenberg die warmte vervoert naar Tilburg, meer dan 25 kilometer verderop. Ondanks de afstand is het een rendabele onderneming.
Zeker waar. In een kolencentrale bijvoorbeeld heb je doorgaans niet meer dan veertig procent rendement. Wanneer je de overige zestig procent – dat is restwarmte – nuttig gebruikt, is de vermindering van broeikasgas enorm. De verbranding van aardgas is iets gunstiger met vijftig procent rendement, maar vijftig procent besparing is dan ook nog altijd heel veel. Ander voorbeeld: in steden heb je veel verschillende gebouwen en functies dicht bij elkaar die soms verwarmd worden en soms
gekoeld. Woningen, kantoren, zwembaden, scholen. Wanneer die hun restwarmte slim uitwisselen via kleine temperatuurnetten, kun je energie en CO2-uitstoot mogelijk met dertig tot veertig procent verminderen.
STADSVERWARMING MET RESTWARMTE IS ACHTERHAALD. HUIZEN WORDEN STEEDS BETER GEISOLEERD EN NIEUWE WONINGEN ZULLEN IN DE TOEKOMST ZELFS HUN EIGEN ENERGIE GENEREREN. Op dit moment vind je warmtenetten het meest in nieuwbouw, waar ze het minst nodig zijn. Juist bestaande oude gebouwen die moeilijk te renoveren zijn, hebben warmte van hogere temperaturen nodig. Restwarmte kan die blijven leveren. Als onze gebouwvoorraad in de loop der tijd energetisch verbeterd wordt, kunnen warmtenetten geleidelijk over naar iets laagwaardiger temperaturen. Zoals geleverd door geothermie, zonnecollectoren of opgeslagen warmteoverschotten uit de zomer. In de toekomst zullen ook in de stad steeds vaker warmtenetten nodig zijn voor warmte• uitwisseling bij overschotten en tekorten.
TITEL
newton 32
KENNIS
mensen
zaken
dialoog
inspiratie
e.on
In een oogopslag
de wereld rond
wind in
INDIA Elektriciteit is op het platteland van India sporadisch beschikbaar en is meestal opgewekt door fossiele centrales. Voor India is windenergie nog betrekkelijk nieuw; het heeft positieve effecten op economisch en sociaal gebied en het milieu. Dankzij de bouw van de windturbines ontstaat extra werkgelegenheid en dus ook koopkracht. Tevens draagt het bij aan de verdere economische ontwikkeling van het platteland door stroom te leveren aan gebieden waar dat voorheen nog niet mogelijk of zeer onbetrouwbaar was. Daarnaast is deze schone energie een goede vervanging voor de fossiele energie die voorheen werd gebruikt.