Historisch Brouwleerpad Hoegaarden
Jules Delmotte alias Juul Pruus aan het stuur, daarnaast Mil Swellen alias Mil Van Laene. Minerva 1934
“Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland”
Het historisch brouwleerpad brengt je langs een paar geschiedkundige bakens van het rijke Hoegaardse brouwverleden. Het is onmogelijk om volledig te zijn, daarvoor is de geschiedenis te omvangrijk. Slechts een beperkt aantal van de 39 vroegere brouwerijen hebben een infobord gekregen. Het brouwleerpad is niet in chronologische volgorde opgebouwd. Het pad leidt je langs de brouwerijen van alle tijden. Een overzichtelijke tijdstabel vind je achteraan. De inhoud van het brouwleerpad is gebaseerd op de manuscripten van Albert Guilluy. Het brouwleerpad wil de individuele wandelaar een beeld geven van het bierverleden in al zijn dimensies. Hoe komt het dat Hoegaarden zo’n rijke brouwgeschiedenis heeft? Welke gevolgen had dit op economisch en politiek vlak voor Hoegaarden ? We maken kennis met een stukje cultureel erfgoed in onze kleine landelijke gemeente. Tijdens deze wandeling kan je de sfeer opsnuiven van de rijke brouwcultuur die er hier altijd is geweest. En mocht je dorst hebben, kan je altijd een ‘bierstop’ houden aan één van onze authentieke cafés.
Het brouwleerpad begint aan de beek (Brouwerij Loriersstraat).
1
Vruchtbare landbouwgrond, de aanwezigheid van de beek en van de vele bronnetjes waren van fundamenteel belang voor onze brouwgeschiedenis. Reeds van het begin van de 14de eeuw werd in Hoegaarden bier gebrouwen. Naast water is graan een ander belangrijk ingrediënt van het bier. Het brouwen gebeurde meestal in boerderijen, bij de boer-brouwers, in een apart gebouwtje. De grote bloeiperiode van het Hoegaards bier was tussen 1750 en 1794. Rond 1760 waren er in totaal in Hoegaarden 39 brouwerijen en ook enkele mouterijen, want de meeste boeren moutten zelf.
Als we de huurbrouwers meetellen, waren er in de 18de eeuw zelfs 110 brouwers - op een inwonersaantal van 2000. Huurbrouwers hadden zelf geen brouwerij, maar mochten in een andere brouwerij gaan brouwen. Het grote gebouw tegenover de beek is de voormalige Brouwerij Loriers.
2
Brouwerij Loriers
De familie Loriers was de belangrijkste brouwersfamilie. Zij brouwden sinds 1832, eerst als huurbrouwer bij een andere boer-brouwer. Vanaf 1837 werd er ambachtelijk in een eigen brouwerij gebrouwen. Pas in 1930 was de brouwtoren klaar en werd het brouwproces gemoderniseerd. Het brouwen gebeurde industrieel en verticaal. De inhoud van de kookketel was 41.250 liter. In 1960 werd de brouwerij overgenomen door Artois (nu AB Inbev). In 1972 werd ze gesloten. Nu is de brouwerij herbestemd tot woongelegenheid.
In de brouwtoren Loriers werden nog 22 andere biersoorten gebrouwen. In 1931 zag de Hoegaardse Das het daglicht, een amberkleurig bier dat tot onlangs door AB Inbev werd gebrouwen. Loriers had ook een (jenever)stokerij en een afdeling waters en limonades. Al wat geen bier was, werd in de fabriek Hougardia in de Stoopkensstraat gefabriceerd.
Brouwzaal met accijnzentafeltje in Brouwerij Loriers
We steken het kruispunt over en komen in de Stoopkensstraat. In de Stoopkensstraat ter hoogte van huisnummer 10 bevond zich de brouwerij van Gustaaf Cipers . Het Kouterhof (huisnummer 24) was vroeger de oude brouwerij Dumont. Links ervan, tussen Café Brem en taverne Kouterhof werd de kleine brouwerij van Louis Vanhagendoren uitgebaat.
Brouwerij Dumont
5
Brouwerij Gustaaf Cipers
Brouwerij Louis Vanhagendoren
De Stoopkensstraat, waar de beek in 1919 werd overwelfd, heette vroeger de Beekstraat. Water is er in deze straat overvloedig aanwezig, zowel in de beek als in talrijke bronnetjes. Het was de hoogstraat van de Hoegaardse brouwers. De echte ‘witte’ van Hoegaarden wordt er na 7 eeuwen nog steeds gebrouwen: eerst door Pierre Celis en nu door AB Inbev. Het Kouterhof (huisnummer 24) was vroeger de oude brouwerij Dumont (18de eeuw)
De huidige brouwerij Hoegaarden is niet meer toegankelijk voor het grote publiek. In het bezoekerscentrum ’t Wit Gebrouw kom je echter alles te weten over het brouwproces van ons wereldberoemde witbier.
‘t wit gebrouw
Tot 1957 vulden de brouwerijen niet af in flessen, maar wel in vaatjes, waar dan een stoop van afgetapt werd. Een stoop is een aarden bierkruik, die het bier langer koel houdt. Landbouwers namen de bierstoop mee naar het veld en staken hem in de grond om het bier nog frisser te houden. De naam van de Stoopkensstraat verwijst naar de stoop.
6
Vanaf 1925 startte in de Stoopkensstraat nr. 46 Hougardia, een limonadefabriek en stokerij van sterke dranken. De familie Loriers verhuisde de fabricatie van alle dranken die geen bier waren van Brouwerij Loriers naar de Hougardia. In 1978 kocht Pierre Celis de gebouwen en vestigde er brouwerij De Kluis. In 1985 verwoestte een brand grote delen van de brouwerij en werd ze door het huidige AB Inbev overgenomen.
Limonadefabriek Hougardia met daarnaast alcoholstokerij (hoog gebouw)
Limonadefabriek Hougardia
Aan de overkant van de straat, ter hoogte van huisnummer 53, stond de brouwerij van Ferdinand Van Hagendoren en later van Jules Van Hagendoren. Al deze brouwerijen ontstonden in de 18de eeuw, de gouden brouwtijd. Brouwerij Ferdinand Vanhagendoren
Brouwerij Oscar Vanhagendoren
Tegenover de brouwerij van Ferdinand Van Hagendoren (later van Jules) was de eerste eigen brouwerij van Loriers. Voordien was hij huurbrouwer op de hoek van de Tiensestraat en de Vroentestraat. Loriers brouwde hier van 1837 tot 1885. Hij woonde te Outgaarden waar hij burgemeester was. Ter hoogte van huisnr 79 bevond zich brouwerij Oscar Vanhagendoren, afgebroken in 1993.(Nu flatgebouw, “Hoegaardenhof”) Zijn brouwketel bevatte 2260 liter.
9
‘t Paenhuys. (Stoopkensstraat 82) Zo werden vroeger alle brouwerijen genoemd. Paenen betekent brouwen. Paenheren zijn brouwers. Dit Paenhuys was eigendom van brouwer Alexander Nijs (18de eeuw). Op de moutzolder werd het graan gekiemd en gedroogd (= geëest, op den ast). Mout is een belangrijke grondstof bij het bierbrouwen. Mout is gekiemde en daarna gedroogde gerst. Tijdens het kiemen worden in elke graankorrel enzymen geactiveerd. Deze zetten het zetmeel reeds gedeeltelijk om in suiker. Tijdens het gisten wordt die suiker omgezet in alcohol en CO2. Brouwen is eerst versuikeren en dan gisten. Onder dit Paenhuys borrelen nog steeds verschillende bronnetjes. Tegenwoordig zijn een aantal verenigingen gevestigd in dit gebouw, waaronder de Hoegaardse wijn- en biergilde. De geschiedenis herhaalt zich: er wordt opnieuw aan huurbrouwen gedaan.
Brouwerij ‘t Paenhuys
De fiscaal gunstige ligging speelde een belangrijke rol in de brouwgeschiedenis. Hoegaarden was tot 1794 een Luikse enclave binnen Brabant. De Hoegaardiers leefden in een ‘vrije heerlijkheid’. Zij konden vrij handel voeren zowel in Brabant als in Luik, zonder tolrechten of accijnzen te betalen. Het bier werd uitgevoerd met paard en kar. Een transport naar Antwerpen vergde in die tijd 4 dagen.
Even voorbij ’t Paenhuys brouwde Arnold Cipers. Na zijn dood zette zijn 11 weduwe de zaak verder. Hun zoon Felicien volgde op. Cipers woonde in de hoeve Cruysbloc (gelegen kruispunt Tiensestraat – Tommestraat). Felicien Cipers en Louis Tomsin ijverden steeds om de beste ‘Oghet’ te brouwen en gingen daarom elkaars bieren proeven. Brouwerij Cipers sloot de deuren in 1940. De brouwerij werd omgebouwd tot 3 garages.
Brouwerij Cipers
We vervolgen de tocht langs de Stoopkensstraat. Zowat de hele bevolking van Hoegaarden leefde in de 18de eeuw van het bier brouwen en de bijhorende ambachten (kuipers, timmerlieden, ketelmakers, mulders, zeeldraaiers, ..). Ook de landbouw, nodig voor het brouwen, zorgde voor een grote tewerkstelling. In 1789 brak de Franse revolutie uit en Hoegaarden verloor haar voorrechten als belastingvrije Luikse enclave. De inlijving bij Brabant bracht de teloorgang van de biernijverheid mee. Reeds in 1560 verenigden de Hoegaardse brouwers zich in de biergilde ‘Die Edele orde van den Moutstock’. Deze gilde moest de kwaliteit van het bier bewaken en de fiscale belangen van de brouwers verdedigen. In de glorietijd van de 18e eeuw was er een protectionistisch beleid om de kwaliteit van het bier (en de macht van de brouwers) te beschermen. Het recht om te brouwen ging over van vader op zoon. Wie geen brouwerszoon was, kon met een brouwersdochter trouwen. De schepenen van Hoegaarden kwamen in die tijd altijd uit de grote brouwersfamilies. In de Stoopkensstraat nr. 113 bevond zich in volgorde brouwerij Coenegras – Brasseur – Ladeuze. Deze brouwerij werd gebouwd in 12 de gouden jaren, rond 1750 door de familie Coenegras en bezit nog een authentieke brouwerijschouw. Na de eerste wereldoorlog werd de brouwersfamilie opgevolgd door brouwer Victor Brasseur en later door diens schoonbroer Ladeuze.
bierbekers van Brasseur & Ladeuze
Brouwerij Coenegras
10
12
ri ds tr aa t
t
Do e
K
21
lstra at
23 Tom 22 mest raat
26
13
.A st
K
ve l a
a tra s r
24 25 Pastorij str aat
27
t
Tiensestra at
ke St 5 oo p
4 3
t aa r t nts
t
erij Lo w r ou r B
a ra st
o em r t Do H.
t aa str nt mo
1
29 28 th ui s
Ga s
ie
t ra a t s r
Du
2
raa
8
at a r
6 ns st
7
11 9 opkenss Sto t
Ernest O
la ar
K
le
in
O
ve r
Kloost
17 Vro ent est ra 15 at 16
18
enla an
straat Vroente
Beuk
ers t r a at
14
Oury str
aat
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. Stationsstra 28. at 19 29.
20
Start brouwleerpad Brouwerij Loriers Brouwerij Gustaaf Cipers Brouwerij Louis Vanhagendoren Brouwerij Dumont (nu Kouterhof) Hougardia, limonadefabriek Eerste eigen brouwerij van Loriers Brouwerij Jules Vanhagendoren Brouwerij ‘t Paenhuys Brouwerij Oscar Vanhagendoren Brouwerij Felicien Cipers Brouwerij Coenegras Brouwerij In Den Enghel Brouwerij Dotremont Eerste brouwerij van Pierre Celis Brouwerij Tomsin Brouwerij Paters Beggaarden Brouwerij Carolus Van Nerum Brouwerij Collart Brouwerij De Grote Molen Het Nieuwhuys De Cruysblokhoeve Brouwerij Vandermolen Herenwoning brouwer Carolus Van Nerum (pastorij) Sint-Gorgoniuskerk Het Arendsnest Paradijshoeve Brouwerij Brasseur Brouwerij Pot
(voormalige) brouwerij (voormalige) brouwerij (zonder infobord)
Op het kruispunt wandelen we 20 m naar links richting Tienen. De leegstaande hoeve gelegen aan het einde van Tiensestraat ter hoogte van huisnummer 82, was brouwerij In Den Enghel, daterend uit 1727. Er is nog steeds een engel te zien, uitgebeiteld in een witte steen en ingemetseld op de oorspronkelijke plaats. Brouwerij Den Engel
We wandelen terug naar het kruispunt en steken over. Aan de andere overkant van het kruispunt, Tiensestraat nr.105 (wit hoekhuis) was de brouwerij-hoeve van de familie Dotremont, Den ‘Duc’, waar Philippe Loriers in 1832 begon te brouwen als huurbrouwer (tot 1837). Na de Franse revolutie (eind 18de eeuw) vielen alle (fiscale) voorrechten weg voor de brouwers. Eén voor één verdwenen de brouwerijen. Na de eerste wereldoorlog waren er nog slechts 4 : Brasseur, Cipers, Loriers en Tomsin. Ter hoogte van Vroentestraat nr.5 stond de voormalige brouwerij van Louis Tomsin; hij was de laatste brouwer en stopte ermee in 16 1957. Vanaf 1923 had Hoegaarden elektriciteit en Tomsin beschikte over zijn eigen elektrisch gedreven molen om zijn mout en andere granen te malen. De melkventer Pierre Celis had in zijn jonge jaren geholpen bij Tomsin en begon begin jaren ’60 te experimenteren in een koperen wasketel. In 1966 was de Witte van Hoegaarden herboren. De woning in de Vroentestraat met huisnummer 1 is de woning van Pierre Celis, de man die in 1966 Hoegaarden zijn witbier teruggaf.
Brouwerij Tomsin
Celis verhuisde in 1978 naar Brouwerij de Kluis in de Stoopkensstraat, waar nu nog steeds het witbier wordt gebrouwen. In 1986 werd zijn brouwerij na een hevige brand overgenomen door de multinational Interbrew, nu AB Inbev. Pierre Celis aan de roerkuip
Rond 1450 kwamen de paters Beggaarden, dit zijn mannelijke 17 begijnen, naar Hoegaarden. Zij startten in 1460 met een eigen brouwerij en hadden ook een eigen molen op de Gete, de Kleine Molen. Na de Franse Revolutie werden de paters in 1795 uit hun klooster verdreven. Later zouden de zusters van het Heilig Hart dit klooster in hun bezit nemen.
Brouwerij de Beggaarden
Waar de Vroentestraat naar rechts draait, stroomt de beek de Grote Gete in. We draaien met de Gete mee naar rechts en vervolgen de wandeling. Ter hoogte van de huisnummers 81 – 85 in de Vroentestraat werd in 1724 de grote Sint-Cornelishoeve, de boerderij-brouwerij van Ca18 rolus Van Nerum, gebouwd. Nu staan op deze plaats enkele burgerhuizen. Carolus Van Nerum was de belangrijkste paenheer en was een zeer invloedrijke gezagsdrager (schepen). Hij woonde in de Pastorijstraat (huidige pastorij).
Brouwerij Van Nerum
Aan de overkant van de vroeger de Zwaluwhoeve. Sieur Anthoen Collart Meyer.
brug, waar er nu een winkel is, was Er werd in 1765 gebrouwen door
De Grote Molen van Hoegaarden in de Ernest Oury20 straat, op de Grote Gete, is nu een wooncomplex. Molens waren belangrijk voor brouwers, omdat het mout moest gemalen worden. De Grote Molen werd reeds gebouwd in 1249 en heeft een lange geschiedenis achter de rug. Hij is nog in het bezit geweest van de paters van de Abdij van het Park in Leuven. De Grote Molen was in de 18de eeuw ook een brouwerij.
wooncomplex ‘in de Grote Molen’
Op het einde van de straat wandelen we naar rechts. We bevinden ons in de Ernest Ourystraat. We lopen door tot op het einde van de straat. Het Nieuwhuys, Ernest Ourystraat 2, is waarschijnlijk het oudste huis van Hoegaarden. Oorspronkelijk was het een pachthof met 21 stallingen en koetshuis. Op de resten werd in de 17de eeuw na een brand een ‘nieuw huys’ gebouwd. Vroeger was het een cabaret, waar doortrekkende troepen en reizigers het nodige vertier, bier en andere vormen van amusement vonden. In de kelder is er een GalloRomeinse waterput. Nu is het een café met een eigen huisbrouwerij (op nr 16).
‘t Nieuwhuys
We steken het kruispunt over richting Tommestraat De Cruysblokhoeve is de woonst van een oud brouwersgeslacht Cipers, waarvan de brouwerij in de Stoopkensstraat lag. De hoeve 22 stamt uit de 18de eeuw en is een mooi voorbeeld van de welstand van de boerbrouwers van Hoegaarden. Ook de schepenen waren in die tijd allemaal welstellende brouwers. De Cruysblockhoeve had een strategische ligging. “Block” = perceel grond gelegen op een kruispunt van de Romeinse heirbaan Tienen-Nijvel en de Middeleeuwse weg Helecine-Meldert. Langs de muur van de hoeve wandelen we verder en draaien rechts de Pastorijstraat in. De Refugie van de Elf Duysent Maeghden op de hoek van de Pastorijstraat en de 23 Tommestraat is een voorbeeld van een imposante Brabantse vierkantshoeve van de rijke families van boerbrouwers-schepengeslachten. Deze hoeve met duiventil werd in 1739 gebouwd door schepen-brouwer Bernardus Vandermolen. Hij installeerde er een brouwerij die in 1748 werd ingehuldigd. Let op de prachtige steen boven de inrijpoort.
Brouwerij Vandermolen
Carolus Van Nerum, schepen en brouwer, bouwde in 1747 de herenwoning in de Pastorijstraat. Op de verdieping van de poort is een 24 duiventil, wat een bewijs is van de macht van deze rijke brouwersfamilie in de 18de eeuw. Het gebouw is de huidige pastorij. In de tuin die uitkomt in de Doelstraat staat een gloriëtte, een speelhuis of pronkgebouw waarin de brouwers bijeenkwamen. De brouwerij van Carolus van Nerum was in de Vroentestraat. Alleen de honorabele ingezetenen genoten vertrouwen van de Oostenrijkse bewindvoerders en ze kregen daarom het uitzonderlijk voorrecht duiven te mogen houden. Duiven waren van groot militair belang. In oorlogstijden waren zij de enige snelle en betrouwbare boodschappers voor verre afstanden.
De Sint-Gorgoniuskerk, gebouwd tussen 1754 en 1759, is de belangrijkste getuige van de pracht en praal van de brouwers in de 25 18de eeuw. Het moest een prestigegebouw worden om de rijkdom van de Hoegaardse boer-brouwers te benadrukken. De periode van de bouw van de kerk was de meest glorierijke periode van de brouwers. De 18de eeuw was voor Hoegaarden de gouden eeuw.
Sint Gorgoniuskerk
Naast het Kapittelhuis bevindt zich de hoeve Arendsnest. Deze majestueuze hoeve behoorde toe aan de rijke familie Sweerts, een historisch invloedrijk brouwersgeslacht in de glorierijke 18de eeuw, tijdens het Oostenrijkse regime, dat zo gunstig was voor de Hoegaardse brouwers.
In 1765 werd de inhoud van de ketels en kuipen van alle Hoegaardse brouwerijen geregistreerd. Er werden niet minder dan 39 brouwerijen gemeten, het grootste aantal dat Hoegaarden ooit gehad heeft. Guilliam Janssens, Jacobus Delgré, E.H. Pastoor van Overlaar, Nicolaes Van der Molen, Everard Dumont, Weduwe Bernard Vandermolen, Jean-Baptist Dumont, Jan Babtist Van Ex den Jongen, Servaes Nijs, Jacobus Philippus Cypers, Sieur Hendrick Coenegras, Weduwe Hendrik Nijs, Weduwe Marcelis Geerts, Weduwe Jan Doutremont, Weduwe Louis Doutremont, Peeter Calu, Bernaert Prinsmel, Bartholomeus Bukens, Jan Babtist Van Ex de ouden, Jacobus Doutremont, Sieur Servaes Sweerts, Sieur Hendrick Struys, Weduwe Carolus Van Nerum, Francis Van Autgaerden, Sieur Hubertus Sweerts, Sieur Anthoen Collart Meyer, Anthoen Stockmans, Peeter Taverniers, Jouf die weduwe Jan Francis Schepers, Francis Labours, Jouf die weduwe Nijs, Sieur Jacobus Nijs, Gilbert Tossyn, Anthoen Loos, Lamber Dems, Sieur Servaes Sweerts, Servaes Van Hagendoren, Christian Groetaers, Sieur Hendrick Struys.
Bierkar
1318
Er zou reeds een brouwerij in werking geweest zijn.
1460
Broeders Beggaarden startten hun eigen brouwerij in Mariadal of Val Virginal
16e E tot 1794
Hoegaarden leefde in de ‘Vrije Heerlijkheid’, met de fiscale voordelen voor de brouwers. Keizer Karel (16e E) verklaarde de brouwers van Hoegaarden vrij van toltarieven. Hoegaarden kon als Luikse enclave in Brabant vrij han- del drijven. Hoegaarden was een belastingsparadijs voor de brou- wers.
infobord 9
1560 : Na de troonsafstand van Keizer Karel verenigden brouwers zich in de biergilde ‘De edele orde van de Moutstock’, met de bedoeling hun (fiscale) belangen te vrijwaren.
1789 1794
1740-1794 : Glorietijd van de rijke brouwerselite. Er waren toen 39 brouwerijen en 110 huurbrouwers (op een inwo- nersaantal van 2000). De brouwers zwaaiden de scepter op politiek en zelfs godsdienstig vlak. Zij bouwden majestueuze vierkantshoeven en de impo sante brouwerskerk (1759) Franse revolutie. Hoegaarden werd ingelijfd bij Brabant. Dit betekende het einde van het Oostenrijks bewind. Voor de Hoegaardse brouwers was dit het einde van de fiscale voorrechten en het begin van de teloorgang van de brouwnijverheid. Bij het begin van de eerste wereldoorlog waren er nog 8 brouwers.
1918
Na de eerste wereldoorlog bleven er nog 4 brouwers over: Cipers, Loriers, Tomsin en Brasseur.
1957
Tomsin, de laatste Hoegaardse brouwer stopte ermee. De Hoegaardiers moesten het doen zonder hun vertrouwde witbier. infobord 8
1966
Pierre Celis begon opnieuw te brouwen. infobord 8
1979
Pierre Celis verhuisde naar brouwerij De Kluis. infobord 3
1986
De brouwerij van Pierre Celis werd overgenomen door een multinational, eerst Interbrew, daarna Inbev.
2005
De Hoegaardse biergilde startte met brouwen in ‘t Paenhuys in de Stoopkensstraat. infobord 5
2006
Taverne ’t Nieuwhuis startte met brouwen. infobord 12
© Cultuurdienst Hoegaarden
1914
V.U. Marleen Lefevre, gemeenteplein 1, Hoegaarden
Historische mijlpalen in de Hoegaardse brouwgeschiedenis