HISTORIE21: Gedeeld Verleden, Gedeelde Toekomst In de afgelopen jaren is regelmatig gebleken dat kennis en informatie over de verschillende achtergronden van burgers in de samenleving steeds opnieuw moet worden ontsloten. Telkens weer blijkt de noodzaak de verhalen en getuigenissen over ons gezamenlijke verleden over het voetlicht te brengen. Dat geldt zeker voor de koloniale aspecten van de vaderlandse geschiedenis. Evenzo geldt dit voor de postkoloniale geschiedenis: de historie van gemigreerde bevolkingsgroepen uit de voormalige overzeese gebiedsdelen. Juist in het jaar 2015 dat een markering in de gezamenlijke historie van ons land is: Dan is het 70 jaar geleden dat Nederland werd bevrijd en de Japanners in Nederlands-Indië capituleerden. Daarmee begon een nieuw hoofdstuk in de koloniale geschiedenis van Nederland. Na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 verlieten verschillende bevolkingsgroepen de nieuwe staat Indonesië: Indische Nederlanders en in 1951 kwamen op 21 maart de eerste Molukse KNIL-soldaten aan in Nederland voor wat men toen nog dacht een tijdelijk verblijf. Als enige museale instelling in Nederland beschikt stg. Moluks Historisch Museum (MHM) over een bijzondere fysieke en digitale collectie die een belangrijk deel van de postkoloniale geschiedenis van Nederland illustreert. Sinds de sluiting van het fysieke museum in Utrecht in 2012 blijkt het bestaansrecht van een Molukse erfgoedinstelling desondanks bewezen. De collectie wordt nog steeds aangevuld en uitgebreid door giften en schenkingen en programma’s van MHM, onder andere in de verschillende Molukse wijken in Nederland, maar ook in samenwerking met andere culturele instellingen, theaters en podia, worden druk bezocht. Een van die programma’s is HISTORIE21 waarin storytelling centraal staat en dat door bewoners van een gemeente zelf worden voorbereid en ingevuld. Zij worden daarbij begeleid door producers, redacteuren en historici. Het getal 21 markeert de eerste en laatste datum (21 maart respectievelijk 21 juni 1951) van de aankomst van Molukkers in Nederland. In 2014 is HISTORIE21 al succesvol uitgevoerd in Lunteren, Appingedam en Wierden. In HISTORIE21 staan persoonlijke verhalen over de eigen woonplaats, vaak ook opgediept door ervaren presentatoren en verslaggevers, centraal. Want terugblikken is ook het nuanceren van plaatselijke gebeurtenissen of omstandigheden. De verhalen zijn niet exclusief van Molukkers. Juist de andere plaatsgenoten van een stad of dorp schuiven aan voor HISTORIE21. Samen bezoeken ze locaties in hun gemeente die illustratief waren voor de jaren van de wederopbouw, het tijdelijk verblijf van Molukkers en waar ze elkaars collega’s en klasgenoten waren of lid waren van een plaatselijke vereniging. In Appingedam was dat in een voormalige fabriek, in Wierden onder meer in een voetbalkantine en in Lunteren in het hart van de Molukse wijk. Fotomateriaal en filmbeelden uit de collectie van het Moluks Historisch Museum illustreren de persoonlijke verhalen. Die collectie wordt aangevuld met en met persoonlijke foto’s uit eigen albums en plakboeken van de bezoekers zelf. Burgemeesters, de locoburgemeester van Ede en verschillende wethouders in drie gemeenten waren eensluidend in hun reacties na afloop van HISTORIE21 op 21 juni 2014: “We willen nu jaarlijks een HISTORIE21 want zo wordt op een voor onze inwoners boeiende manier de gemeentelijke historie verder ingekleurd. De kennis van de Molukse bewoners over het naoorlogse verleden is van belang voor de toekomst van onze gemeenten."
1
Lunteren: voetballen met Molukkers voor de liefde van je leven
In 2014 was het 50 jaar geleden dat de eerste Molukse bewoners hun intrek namen in de Molukse wijk in Lunteren en daarmee deel gingen uitmaken van de Lunterse samenleving. De meeste Molukkers in Lunteren kwamen uit woonoorden zoals het Ambonezenkamp de Biezen bij Barneveld. Het gebouw van stichting Ana Upu was voor HISTORIE21 omgetoverd tot sportcafé, compleet met elftalfoto's en shirts van verschillende voetbalverenigingen, trofeeën, vaantjes en andere sportattributen. Ex-voetballers van de v.v. Lunteren, DTS uit Ede en het Molukse Bintang Timur spraken elkaar weer eens na jaren. Zo verruilde Dick Mulder ooit v.v. Lunteren voor Bintang Timur. Natuurlijk speelde hij graag met de technisch onderlegde Molukse voetballers. Mulder had echter een veel belangrijker argument om de beladen overstap te maken: "Ik had een oogje op de zus van een van de Molukse voetballers. Het duurde wel even voordat het iets werd. We zijn overigens nog steeds gelukkig getrouwd!" Later maakte Dick Mulder de overstap naar het betaalde voetbal bij Vitesse. Molukkers voetballen en volleyballen graag. De aloude onderlinge wedstrijden en zelf georganiseerde toernooien tussen woonoorden en later tussen de wijken zijn legendarisch. Bijna de hele lokale gemeenschap is er dan bij betrokken want er moet gekookt worden voor honderden voetballers en hun fanatieke aanhang. Natuurlijk vloeide de drank rijkelijk en leidde een arbitrale beslissing nog wel eens tot een stevige vechtpartij. En het was voor een voetballer uit pak 'm beet Wormerveer niet eenvoudig om een pela uit bijvoorbeeld Krimpen aan den IJssel als opponent te treffen. Mag je die dan als verdediger niet stevig aanpakken omdat het de onderlinge verwantschap zou schaden? Ook Lunteren kende in de zomer van 1970 een groot Moluks voetbaltoernooi met elftallen uit heel Nederland die speciaal voor dat toernooi werden samengesteld. Die gelegenheidsteams waren al weken in voorbereiding, een aantal begeleid door oudere Molukse mannen (oom-ooms) die, indien noodzakelijk, hun gezag als voormalige KNILmilitairen gebruikten om de opstelling van het elftal naar hun hand te zetten. Badminton en verschillende vechtsporten behoren inmiddels ook tot de historie van de Molukse sportcultuur in Nederland. In Lunteren bleek dat een individuele sport zoals turnen het begin te zijn van de kennismaking van Lunteranen met ranke en atletische Molukse tieners. Tijdens de Sportverhalentafel schoof een aantal toenmalige Molukse talenten van de plaatselijke turnvereniging Exalto aan: Ciska Suitela, Jomi Manuputty en Chella Manuputty. Chelly vertelde over haar deelname aan de Nederlandse kampioenschappen in 1982: “We gingen met z’n allen in een camper samen met trainster Marijke Moraal en andere meisjes. Dat was ongewoon voor die tijd!” Ciska Suitela liet zien dat je het turnen eigenlijk nooit verleert: ze maakte na afloop van de Sportverhalentafel een soepele salto op het podium waarbij ze wel werd vastgehouden aan de broekriem. Als vanzelfsprekend door haar toenmalige trainster Marijke Moraal.
Dick Mulder, staand tweede van rechts, bij het Moluks elftal Bintang Timur
2
Appingedam: het Molukse vertrouwen in de dokter
Appingedam was de eerste Nederlandse gemeente waar een speciaal voor Molukkers gebouwde woonwijk gereed kwam. In 1959-1960 arriveerden hier de eerste Molukkers. Zij kwamen uit woonoorden Finsterwolde en de Carel Coenraadpolder waar ook Joodse Nederlanders gevangen gehouden werden tijdens de Duitse bezetting. De historie van Molukkers in het noordoosten van Nederland is op diverse manieren zichtbaar. Tijdens de Tafel van Historie21 in Appingedam bood collectiebeheerder Nanneke Wigard van het MHM ook digitale informatie aan uit de collectie: "We hebben maar een beperkte hoeveelheid foto’s en ander archiefmateriaal in de collectie over bijvoorbeeld Appingedam maar ik ben ervan overtuigd dat de inwoners veel meer nog thuis hebben." Die oproep werd begrepen want ze ontving tijdens HISTORIE21 al wat "nieuw" materiaal. De Molukse aspecten van de historie Appingedam worden nu onderdeel van een erfgoedsafari die je met je smartphone of tablet kunt maken door de straten in de omgeving van de Adamistraat. Dat vertelde Eelco Bruinsma die verbonden is aan Erfgoed Eemsdelta en Mobiliteit. Zij maken daarvoor een speciale app: “Het is geweldig dat het kerkje van de Molukkers nu een rijksmonument is geworden. Al die verhalen van Molukkers uit de afgelopen zestig jaar maken het erfgoed meer dan relevant.” Het Ambonnezenbosje in de Carel Coenraadpolder markeert tot op de dag van vandaag de gezamenlijke geschiedenis van het noordoosten van Nederland. Speciaal voor HISTORIE21 kwamen ook twee zussen uit een Groningse boerenfamilie die zich over de Molukse kampbewoners in Finsterwolde ontfermden: "We hadden net de oorlog achter de rug en onze ouders trokken zich het lot aan van deze bewoners van het kamp. Dus wij brachten hen extra eten en andere lekkernijen. Ik vond het als jong meisje in die jaren vijftig al beschamend hoe die Molukkers daar opgesloten in een kamp zaten." De schrijfsters Martine Letterie en Karlijn Stoffels publiceerden daarover de roman Dwars door de storm en ook zij waren te gast. De auteurs deden daarvoor zelfs research in de Molukken. Karlijn Stoffels is een dochter van wijlen advocaat Stoffels die in de afgelopen decennia regelmatig Molukse belangen behartigde. Zij meldde collectiebeheerder Nanneke Wigard van het Moluks Historisch Museum zich te willen inspannen om het archief van haar vader aan het museum ter beschikking te stellen. Sterke sportverhalen en het leed van een Moluks voetbaltalent De historische overwinning om het kampioenschap van de amateurvoetballers van Appingedam op het altijd lastige Nieuw-Buinen werd o.l.v. sportverslaggever Henk Kok uitgebreid besproken aan de Sportverhalentafel. De beslissende goals van de watervlugge Molukse aanvaller Wim Fambrene waren ontluisterend voor de club uit Nieuw-Buinen: een aantal van hen was bij hun 20 voorsprong alvast naar huis gegaan om het kampioensfeest en de huldiging voor te bereiden. Tevergeefs, het werd via Fambrene uiteindelijk 2-3 voor Appingedam en zo werd Fambrene de held van de Damsters. Hij vertelde ook over de pijnlijke affaire met de KNVB in 1970: "Als 15jarige kwam ik in aanmerking voor het Nederlands Elftal. Dat jeugdelftal zou op Wembley in Londen een interland spelen tegen Engeland. Ik zou meegaan totdat iemand van de KNVB constateerde dat ik geen Nederlands paspoort had. Nee, we waren op dat moment als Molukkers statenloos. Geen paspoort betekende dus geen interland. En zo viel een jongensdroom in duigen." Appingedam-Medan-Appingedam Sinds de komst van Molukkers naar Nederland is een deel van hen weer teruggekeerd naar de Molukken of remigreerden zij naar een ander deel van Indonesië. De familie Tauran maakte die stap ook aan het einde van de jaren zestig. Vader Frans Tauran werkte op dat moment als lasser bij de Brons Motorenmachinefabriek in Appingedam. Hij wilde terug om op zoek te gaan naar zijn
3
familie. Tijdens de Verhalentafel in de oude Brons-fabriek, dat inmiddels een museum is, vertelde zijn dochter over die moeilijke jaren en de zware beslissing om toch maar weer terug te keren naar Nederland: "In 1973 wilden we terug. Dat was niet eenvoudig maar mede door de hulp van Brons is het ons gelukt en kon mijn vader bovendien weer aan de slag gaan bij zijn voormalige werkgever." Ook kinderen van Molukse oud-werknemers van de kabelfabriek NKF vertelden over hun vaders en hun collega's. Noes Jempormiasse volgde de voetsporen van zijn vader en ging ook werken bij de NKF: "Mij is altijd de discipline bijgebleven van deze werknemers, van mijn vader en de andere oom-ooms. Dat hoorde ik ook van hun Nederlandse collega's. Ze spraken nauwelijks op het werk. Want je kwam om te werken en niet om te kletsen."
Samen met burgemeester Pot en wethouder Usmany luisterden veel belangstellenden bijna ademloos naar voormalig huisarts Jan Boringa die nog altijd geliefd is bij de Molukse Damsters. Hij vertelde onder meer over zijn huisbezoeken in de Adamistraat waar de Molukse gezinnen woonden: "Het was nooit een consult op huisnummer 14 maar kamar 14. Ik ben al die jaren nog nooit boven in een slaapkamer geweest bij iemand die ziek was. Die was altijd keurig beneden in de woonkamer. Half jaren tachtig voelden veel Molukse voormalige KNIL-soldaten ineens de naweeën van de vermeende mishandeling door Japanners tijdens de oorlog. Ze zouden toen met bamboestokken zijn geslagen. Dus dagelijks kwamen de mannen bij mij met de mededeling: "Dokter, ik sakit kaki", dus dat ze nog steeds pijn voelden en steevast wijzend op hun benen waarop ze zouden zijn geslagen. Opvallend, die plotselinge klachten maar dat had natuurlijk te maken met een nieuwe financiële regeling vanaf het jaar 1986 waarbij de Molukse ex-KNILsoldaten moesten aantonen dat ze mishandeld waren tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Ik vond de regelgeving echter zo belachelijk van de Nederlandse overheid dat ik uiteindelijk maar verklaringen opmaakte dat het inderdaad was gebeurd tijdens de oorlog." Aan het einde van HISTORIE21 in de speciale tent bij het rijksmonument de Molukse Kerk van Appingedam werd voor de deelnemers in Wierden en Lunteren door de talloze bezoekers het Gronings volkslied gezongen. In het Gronings dialect en natuurlijk met Molukse charme: meerstemmig.
4
Molukse gemeenschap en Wierden horen bij elkaar
Sinds 1966 namen verschillende Molukse gezinnen hun intrek in de Molukse wijk in Wierden. Zij kwamen onder andere uit het voormalig concentratiekamp Kamp Vught en het woonoord de Vossenbos bij Wierden. De Molukse en Nederlandse vrijwilligers in Wierden hebben zich maandenlang voorbereid op HISTORIE21. Met klinkend resultaat, gebaseerd op uitstekende research, een groot lokaal netwerk en kennis van de plaatselijke verhoudingen. Wim Manuhutu was de moderator en het programma werd gevolgd door een peloton aan deelnemers op de fiets waaronder wethouder Theo de Putter die vanaf de start al uitermate enthousiast was over de sfeer en de onderlinge betrokkenheid van de Wierdenaren. Voorafgegaan door een bakfiets met luidspreker ging de stoet niet onopgemerkt door Wierden. De Wierdense Molukse wijk maakt al meer dan 50 jaar deel uit van de lokale gemeenschap. En dat was te merken aan de herinneringen die werden opgehaald: divers en kleurrijk, vanuit zowel het Moluks als Nederlands perspectief. De gesprekken gingen over memorabele gebeurtenissen met letterlijk een lach en een traan. Op de sportvelden van Juventa ’12 bijvoorbeeld. In de sportkantine werden onder leiding van Eddy Zoëy en sportjournaliste Fardau Wagenaar (Tubantia) herinneringen opgehaald door de Molukse en andere Wierdense sporthelden van weleer. Die elkaar soms danig op de zenuwen werkten. Zo verhaalde Herman Minkjan, oud-speler van WVV Wierden: “Ze (de Molukkers) waren snel als kwikzilver. We werden snel voorbijgelopen en dat wekte irritatie op en dus werden er wel eens schoppen uitgedeeld. En dan waren ze snel aangebrand, dat uitte zich door het gebruik van Molukse scheldwoorden.” Zijn clubmaat Joop Manusama vult aan: Zoals tjoekie mai! En als de trainer dan vroeg wat het betekende dan zei ik Goedemorgen.” De eerste jaren in Wierden waren moeilijk voor de Molukkers. Het was een harde tijd, ook voor de kinderen. In de Sjaloomschool namen voormalige leerkrachten en oud-leerlingen weer letterlijk plaats in de schoolbankjes. Martin Hiemstra was onderwijzer op de Sjaloomschool. Hij herinnerde zich nog dat hij het al snel afleerde om Molukse ouders op het gedrag van hun kinderen aan te spreken: “Dan kwamen diezelfde kinderen de volgende dag met een kaalgeschoren hoofd naar school!” De taal was een belangrijk gespreksonderwerp tijdens HISTORIE21. De kinderen begrepen nauwelijks Nederlands, de onderwijzers spraken geen Maleis. Martin Hiemstra: ”Ik kwam in de klas en zei tegen de Molukse leerlingen dat zij mij Maleis moesten leren en ik ze Nederlands ging leren. Daar is nog wel wat van blijven hangen na 50 jaar. Ik ken de Maleise versie van een Sinterklaasliedje Zie ginds komt de kapal…” Hiemstra zong vervolgens de versie moeiteloos weg. Burgemeester Henk Robben van Wierden vatte het aan het einde van de dag mooi samen: “Wat ik vandaag geleerd heb is dat de Molukse samenleving een vast onderdeel is van de Wierdense samenleving. Wierden zonder Molukkers kan niet, Molukkers zonder Wierden kan ook niet meer. Als ik de Molukse samenleving moet typeren dan is dat met begrippen als creativiteit, betrokkenheid en bewogenheid met hun eigen geschiedenis en bewogenheid met de Wierdense samenleving.” HISTORIE21 werd in Wierden afgesloten door een concert van Harmonie Sint Jan. Het jaarlijkse Vijverconcert dat traditioneel bij het stadhuis wordt opgevoerd, vond voor deze gelegenheid in de Molukse wijk plaats. Voor de jonge muzikanten was er een extra tifaworkshop door toppercussionist Nippy Noya en het concert werd geopend met een speciaal arrangement van de grote hit van Massada: Arumbai.
5