32 achtergrond
Tekst: Joop Daggers, foto’s: Mischa Keijser/HH, Harry Meijer/HH
Duurzaamheid smoort in gebrek aan kabels
FORUM 13 maart 2008
De productie van elektriciteit is enorm gegroeid. De hoogspanningsnetten zijn allerminst voorbereid op de nieuwe elektriciteitscentrales én op de hausse aan duurzame initiatieven. Uitbreiding van de transportcapaciteit kost zeker tien jaar. Maar wat moeten we tot die tijd met al die stroom?
33
FORUM 13 maart 2008
Elektriciteitsnet kan fors groeiende transportvraag niet aan Duurzame producenten kunnen hun stroom niet kwijt TenneT: net opwaarderen kost miljarden euro’s
H
et zal je maar gebeuren. Weet je via de prachtigste innovaties duurzame stroom op te wekken, kun je er nergens mee naartoe. Hele colonnes glastuinders, eigenaren van windmolens en biomassaverstokers kunnen erover meepraten. Allemaal zien ze mooie kansen om elek triciteit terug te leveren aan het net. Zo kunnen ze bijdragen aan de ambitieuze klimaatdoelen van het kabinet en daar nog leuk aan verdienen ook. Maar dan stuiten ze op een onverwacht probleem: het net is vol. Alle transportcapaciteit is gereserveerd, dus stopt u alstublieft met produceren, luidt de harde boodschap. Achteraan sluiten in de file, zoals op verstopte autosnel wegen nog mogelijk is, is er op het hoogspanningsnet niet bij. Overbelasting dáár kan immers zomaar tot stroomuitval leiden en dan zijn we nog veel verder van huis. Met andere woorden: vol is vol. Eind vorig jaar, toen de tuinders in het Westland met deze mededeling van netbeheerder TenneT geconfronteerd wer den, waren ze met stomheid geslagen. Hoe duurzaam kun je
zijn? Doen de tuinders er met warmtekrachtkoppeling (wkk) niet alles aan om het verbruik van fossiele brandstoffen te verminderen en de energie-efficiency te verhogen? Bij warmtekrachtkoppeling wordt de inkomende brandstof namelijk niet meer alleen gebruikt om de kassen te verwar men, maar ook om stroom op te wekken. En teveel opge wekte stroom leveren de tuinders weer terug aan het net. Dat is lucratief en biedt de glastuinbouw misschien zelfs wel dé sleutel naar een rooskleurige, duurzame toekomst. Toepas sing van warmtekrachtkoppeling is de afgelopen jaren dan ook explosief gegroeid. Het gezamenlijk elektrisch vermo gen van warmtekrachtinstallaties in de glastuinbouw liep tot begin vorig jaar op tot bijna 1.700 megawatt, vergelijkbaar met het vermogen van twee tot drie elektriciteitscentrales. In 2007 kwamen daar nog eens honderden megawatts bij. Maar toen kwam dus die kink in de kabel. Met de zeer waar schijnlijke komst van nieuwe kolen- en gasgestookte cen trales op de Maasvlakte, heeft netbeheerder TenneT nood gedwongen een grens moeten stellen aan de hoeveelheid elektriciteit die kan worden teruggeleverd. Voor nieuwe warmtekrachtcentrales in de regio is teruglevering aan het net nu al niet meer mogelijk. Vanaf het derde kwartaal van 2009 worden ook de bestaande installaties afgekoppeld. So far for de duurzame ambities van het kabinet-Balkenende iv, en de goede bedoelingen van de Westlandse tuinders. Is de netbeheerder niet wettelijk verplicht om alle stroom die aan het net wordt teruggeleverd, te accepteren? Dan zitten niet de tuinders, maar TenneT met het probleem, zou je zeggen. “Nee, zo werkt het toch niet helemaal”, zegt Nel van Dijk, voorzitter van vno-ncw Zuid-Holland en lid
Peter Luijendijk, paprikateler in Kwintsheul
‘Ik zit nu in grote onzekerheid’ “Toen ik eraan begon, had ik een heel ander idee. Nu zit ik toch vooral in grote onzekerheid.” Peter Luijendijk kocht vorig jaar een tuindersbedrijf in het Zuid-Hollandse Kwintsheul. Hij wilde paprika’s telen en daarnaast de via warmtekrachtkoppeling opgewekte elektriciteit verkopen. Toen hij in het voorjaar bij de regionale netbeheerder Westland Infra informeerde naar de mogelijkheden om stroom terug te leveren aan het net, leek er geen vuiltje aan de lucht. Maar op de officiële aanvraag die hij in juni indiende, hoorde hij maar niets. “Eind september kregen we een brief met de mededeling: sorry heren, dit gaat niet door.” Voorlopig zit Luijendijk in een impasse. Aanschaf van zijn installatie heeft hij kunnen uitstellen, maar zijn financiële plaatje ziet er een stuk minder rooskleurig uit. “Voor een tuinder die aan nieuwbouw doet, hoort warmtekrachtkoppeling sinds een jaar of twee tot de standaard bouwuitrusting”, stelt hij. “Je kunt
Foto: Ton Poortvliet
34
er je energiekosten mee drukken. Normaal ben je per vierkante meter 9 à 10 euro aan energie kwijt, dankzij warmtekrachtkoppeling is dat 6 euro. En je pakt de co2 aan, dus je helpt het milieu. Aan alle kanten win je eraan.” De toekomst ziet hij vooralsnog somber in. “Er is beterschap beloofd, maar ik moet het nog zien. Ik
geloof niet dat we eind 2009 kunnen gaan terug leveren. Kijk, de minister heeft natuurlijk ook belang bij de grote energiebedrijven die centrales willen neerzetten; ze durft het nooit aan om de tuinders voorrang te geven.” Congestiemanagement, een nieuw systeem van capaciteitsverdeling van TenneT, moet zich nog bewijzen. “Levert dat genoeg rendement op? Dat is de grote vraag. Alles moet renderen, anders begin je er natuurlijk niet aan. Dat probleem wordt wel heel makkelijk op de ondernemer afgeschoven. Hier heb je het op je bordje, red je er maar mee.” De bouw van zijn bedrijf gaat door, voorlopig zonder warmtekrachtkoppeling. Dit najaar hoopt Luijendijk het in productie te kunnen nemen, om snel daarna zijn eerste paprika’s te verkopen. Wanneer hij de eerste inkomsten uit de verkoop van elektriciteit mag bijschrijven, blijft voorlopig de grote vraag.
FORUM 13 maart 2008
van een werkgroep die de problematiek in het Westland ter hand heeft genomen. “Als TenneT niet berekend is op deze grote toevoer, houdt het gewoon op. In de wet staat dat de netbeheerder ‘al het mogelijke’ moet doen. Meer kun je niet vragen.”
Gesmoord Dat duurzame initiatieven op deze manier wor den gesmoord, kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Dat vindt ook minister Van der Hoeven van Economische Zaken. Gealarmeerd door de situatie heeft zij toegezegd samen met TenneT en toezichthouder DTe naar oplossingen te zoeken. ‘Even’ een paar kabeltjes uitrollen lost voor de korte termijn in ieder geval niets op; dat duurt járen, nog los van alle be zwaarprocedures die dit tot gevolg zou kunnen hebben (zie interview met Ben Voorhorst van TenneT op pagina 36). Kan duurzaam opgewekte stroom intussen dan misschien voorrang krijgen boven de als minder milieuvriendelijk te boek staande elektriciteit uit kolen? Wettelijk kan dat nu niet, want de netbeheerder mag niet discrimineren. Een wetswijziging dan maar? Nel van Dijk: “Daar wil de minister aan werken. Maar we weten hoe lang dat circus in dit land kan duren. En met concept-wetsvoorstellen nemen banken voor grote financieringsafspraken geen genoegen, dus in de tussentijd kan niemand investeren in warmtekrachtinstalla ties. Normaal zitten er rond het eind van het jaar behoorlijk wat investeringen in de portefeuille. Eind 2007 was dat nul komma nul, en nu nog steeds trouwens.” De capaciteitsproblemen in het Westland staan niet op zichzelf. Ook in Noord-Nederland diende zich vorig jaar een stroomcrisis aan. Nieuwe energieprojecten stuitten daar op
Wat is TenneT? TenneT is in Nederland de beheerder van het landelijk transportnet. Dat is niet altijd zo geweest. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw was de Nederlandse energievoorziening in handen van gemeentelijke energiebedrijven. Fusies zorgden ervoor dat in de loop van de tijd provinciale en regionale energiebedrijven ontstonden, die op hun beurt ook weer fuseerden. In 1949 verenigden de regionale energiebedrijven zich in één organisatie, sep nv. De samenwerking richtte zich in eerste instantie
voornamelijk op de onderlinge koppeling. Hierdoor konden centrales op elkaar terugvallen bij storingen. sep kreeg het landelijke koppelnet onder beheer en bepaalde de economisch optimale inzet van de centrales. In 1998 wees de nieuwe Elektriciteitswet TenneT aan als de onafhankelijke beheerder van het landelijk transportnet. Naast TenneT kent Nederland nog tien regionale netbeheerders, zoals bijvoorbeeld delta in Zeeland en Westland Energie Infrastructuur in het Westland.
te krappe bekabeling. Zowel geplande centrales in de Eems haven (Nuon en rwe hebben ver gevorderde plannen) als kleinschalige initiatieven voor groene stroom dreigden stuk te lopen op knelpunten in het hoogspanningsnet. Overleg tussen het ministerie van Economische Zaken, de betrok ken provincies en de netbeheerder leidde tot voorlopige oplossingen, maar voor de langere termijn blijft dringend behoefte aan uitbreiding van het net. e
Cees Dekker, chrysantenteler in Hensbroek
Dekker Chrysanten in Hensbroek, Noord-Holland, was er vroeg bij. “In 1974 waren wij de eerste in Nederland die met warmtekrachtkoppeling aan de slag gingen”, zegt Cees Dekker, algemeen directeur en zoon van de oprichter. Terugleveren van elektriciteit aan het net was er toen nog niet bij. Dat is volgens Dekker pas sinds een kleine tien jaar aan de orde. “Tot die tijd hadden we alle warmte en stroom zelf nodig. Bovendien lagen de elektriciteitsprijzen niet op het niveau van tegenwoordig.” Betere techniek en betere prijzen maken nu dat geen tuinder warmtekrachtkoppeling overslaat. Anders zouden ze 60 procent van de warmte verloren laten gaan, zegt Dekker. “Die kun je nu zinvol benutten in je kassen. En daarnaast lever je 30 procent terug aan het net.” De snelle toename van warmtekrachtkoppeling viel samen met de opkomst van windenergie en plannen voor nieuwe grote centrales. Dekker: “De
Foto: Ton Poortvliet
‘Netbeheerder durfde niet te investeren’
netbeheerder heeft dat veel te laat ingezien en al die tijd geen grote investeringen durven doen. Tot voor kort was het netbeheer nog regionaal geregeld, in Noord-Holland door ContiNuon. In de wetenschap dat de landelijk netbeheerder het vanaf dit jaar zou overnemen, zaten de regio’s
maar wat te wachten. Nu moet TenneT het allemaal oplossen. Volgens mij weten ze nauwelijks waar ze in gestapt zijn.” Anders dan in het Westland verkoopt de net beheerder in Noord-Holland nog geen ‘nee’ aan tuinders. Wel is er volgens Dekker aan de teruglevering een limiet gesteld van 2 megawatt per uur die per aansluiting mag worden teruggeleverd. “En dat terwijl wij hier 6 megawatt hebben staan. Doodzonde vind ik het. Als die limiet er niet was, zou ik direct twee stations aanschaffen om van 2 naar 6 megawatt te kunnen. En veel collega’s mét mij.” Alternatief is dat Dekker voor 300.000 euro zelf een kabel aanlegt naar het verdeelpunt, zes kilometer verderop. “Die mag ik dan betalen, terwijl TenneT het eigendom krijgt. Maar buiten dat is het een investering die zich nooit terugbetaalt.”
35
36
FORUM 13 maart 2008
En dan was er afgelopen maand nog de brandbrief van vnoncw Noordwest-Holland, met daarin het dringende verzoek om het stroomnet in die regio zo snel mogelijk uit te brei den. Anders worden onder anderen de glastuinders in de Wieringermeer de dupe, vrezen de briefschrijvers.
Verstopping Op verschillende fronten wordt gewerkt aan plossingen. Minister Van der Hoeven maakt zich in Den o Haag sterk voor een wetswijziging die duurzame productie van elektriciteit voorrang geeft op het net. Maar daardoor kunnen de investeerders in grote centrales dan weer ge dupeerd worden. TenneT legt intussen de laatste hand aan een nieuw systeem van capaciteitsverdeling: congestiema nagement. Zo’n systeem zou het op sommige momenten financieel aantrekkelijk maken om géén elektriciteit te pro duceren. In geval van dreigende verstopping van het net geeft Ten
‘Transportnet verzwaren duurt tien jaar’ Net als het nationale wegennet schiet ook het elektriciteitsnet schromelijk tekort. De plotselinge toename van het aanbod zorgt voor grote capaciteitsproblemen. “Capaciteitsúitdagingen”, verbetert operationeel directeur Ben Voorhorst van landelijk netbeheerder TenneT. “We zitten met een mismatch.”
Heeft u de explosie van het stroomaanbod niet zien aankomen? “Nee. Het is ons, maar ook het ministerie, sim pelweg overkomen. In de afgelopen jaren is de capaciteitsvraag naar transportvermogen heel sterk gestegen. In twee jaar tijd hebben we contracten gesloten voor 7.000 megawatt aan nieuwe productie. Dat is eenderde van wat we nu in totaal aan productievermogen hebben staan. Dat kun je geen graduele uitbreiding meer noemen.” Waarom gaat het nu ineens zo hard? “Die vraag zult u primair aan de producenten moeten stellen. Maar een belangrijke factor is zeker de verschuiving van een nationale naar een internationale markt. Het zijn veelal gro
te, internationale ondernemingen als e.on, Electrabel, Nuon en rwe die nu in Nederland investeren. Zij kijken in hun zoektocht naar gunstige vestigingslocaties integraal naar de West-Europese markt. Nederland springt daar goed uit, onder meer door de ligging aan de kust en dankzij onze goede gasinfrastructuur. Dat is goed voor ons land, maar leidt nu ook tot tijdelijke tekorten.”
tien tot vijftien jaar. Wie kan voorspellen hoe het er na die tijd uitziet?” “Een ander, nog lastiger probleem is dat áls energiebedrijven eenmaal bekend maken dat ze een finale go hebben, die nieuwe centrale er binnen drie tot vijf jaar staat. Daar zit een grote mismatch: voor het verzwaren van de verbindingen moet je algauw tien jaar rekenen.”
En dan zijn er ook nog al die kleinere, duurzame initiatieven. “Ja, ook voor het midden- en kleinbedrijf geldt dat de omstandigheden momenteel meezit ten. Wat voor de een goed is, is dat voor ande ren ook. Je ziet met name bij de tuinders dat men heel snel dingen van elkaar gaat kopië ren. Als je kansen ziet, moet je die aangrijpen. In hun plaats zou ik dat ook doen.”
En dat kan werkelijk niet sneller? “Jawel, maar in Nederland heb je nu eenmaal te maken met inspraakprocedures. Gelukkig is de overheid bezig om het wat te versnellen. Met de nieuwe rijksprojectenprocedures kan de doorlooptijd ten beste worden verkort naar zes tot acht jaar.”
Maar moet een netbeheerder daarop niet anticiperen? “De overheid wil geen onnodige hoogspan ningsverbindingen bouwen als er nog geen zekerheid is over de komst van een centrale. En terecht. Je moet toch efficiënt zijn met dit soort grote investeringen, daar mag je geen al te grote maatschappelijke risico’s mee nemen. Investeringen in het transportnet moeten vijftig, zestig jaar meegaan. Een centrale wordt een stuk sneller afgeschreven en warm tekrachtinstallaties of windmolens zelfs in
Is het een idee om duurzaam opgewekte elektriciteit voorrang te geven? “Wij mogen bij wet niet discrimineren. Voor ons is elke kilowattuur identiek, ongeacht of hij uit een kerncentrale, een kolencentrale, een windmolen of een warmtekrachtinstal latie komt. Als de overheid besluit om dat te veranderen, zal TenneT daar uitvoering aan geven.” Aan welke oplossingen denkt u zelf? “Ten eerste heb je het over grootschalige uit breiding van het hoogspanningsnet. Denk aan de extra verbinding die nodig is om de
FORUM 13 maart 2008
neT leveranciers de keus om te worden afgeschakeld. Wie het meest biedt, hoeft niet te leveren, terwijl hij wel is ver zekerd van de inkomsten. De uiteindelijke afnemers krijgen immers wel gewoon hun stroom en betalen daar ook voor; TenneT zoekt daartoe een producent buiten het overbelaste gebied, die uiteraard dan wel weer moet worden betaald (bijvoorbeeld uit de vergoeding die wordt opgebracht door de producent die tijdelijk niet hoeft te leveren). De netbeheerder vergelijkt het met het systeem van toerit dosering op de autosnelweg: net als automobilisten worden ook de stroomproducenten beloond als zij op drukke tijden geen beroep doen op de te krappe infrastructuur. Voor de ruim zeventig tuinders die in het Westland wachten op een vergunning om stroom op het net te mogen brengen, kan het systeem uitkomst brengen. Rob van der Valk, ener giedeskundige van lto Glaskracht en adviseur van de wkk Coöperatie Glastuinbouw, moet het allemaal nog zien. Hij
grote ontwikkelingen op energiegebied rond de Eemshaven te verbinden met de elektrici teitsring bij Lelystad. Dat zijn majeure pro jecten. Daar heb je morgen niks aan, maar je moet het wel oppakken.” “Daarnaast werken we aan snelle uitbrei ding van de capaciteit waar we het niet voor hoeven uit te breiden, bijvoorbeeld door het opwaarderen van bestaande lijnen. Dat duurt enkele jaren. Voor de écht korte termijn heb ben we congestiemanagement. Die oplossing hebben we bijvoorbeeld in het Westland voor ogen. Dat systeem maakt het mogelijk om nieuwe producenten wel aan te sluiten. Als er echter te weinig capaciteit is, vragen we die producenten om ons te helpen. Vergelijk het maar met toeritdosering op de snelweg. De vraag luidt simpelweg wie er het meest voor over heeft om de beurt voorbij te laten gaan.” Kunnen tuinders op basis hiervan investeren? “Of het voldoende basis is om een investe ringsbeslissing te kunnen nemen, moet de tuinder zelf beoordelen. Het zal voor iedereen wennen zijn, de afwegingen worden com plexer. Maar het past bij de geliberaliseerde markt. Als iets schaars is, verdeel je het aan de hand van marktmechanismen. Dat moet ondernemers toch aanspreken.” Wanneer begint u met dat congestiemanagement? “Zo snel mogelijk. In april hopen we de uitge
wacht de definitieve plannen van de netbeheerder af. “Als we precies weten hoe het systeem werkt, kunnen we onze analyses maken. Voor ons geldt als absolute voorwaarde dat de ondernemer weer voldoende zekerheid heeft om te kun nen investeren.” y
werkte plannen te presenteren. Als in mei de besluitvorming kan plaatsvinden, kunnen we in juli van start.” Wat doet u om de situatie voor de lange termijn op te lossen? Wij hebben onder de naam Visie2030, die bin nenkort uitkomt, een eigen analyse gemaakt van hoe het net er in de toekomst uit moet zien. We verwachten dat er behoorlijk veel extra capaciteit nodig is en dat we aan uitbrei dingen miljarden euro’s moeten investeren. Het hoeft niet allemaal in één keer, maar het plan ligt er. Op basis daarvan gaan we met het ministerie in discussie. Het zou goed zijn als belangenorganisaties zich in die gesprekken mengen.” Wat hadden we een overzichtelijke wereld, hè, in de tijd van de publieke nutsbedrijven? “Het klopt dat je in een centraal gestuurd land de zaken wat makkelijker kunt afstem men. Maar volgens mij zit zo de wereld niet in elkaar. De geneugten die er nu zijn, bijvoorbeeld dat tuinders geld kunnen ver dienen door elektriciteit te leveren, hebben we te danken aan de vrije markt. Moet u eens kijken hoe glastuinders tegenwoordig met energievraagstukken omgaan en vergelijk dat eens met tien jaar geleden. Gedwongen door de markt komen de beste innovaties tot stand.”
37