1 1. Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.2 2. De overheid moet niet achter de voordeur van...
1. Het zou het beste zijn als maatschappelijke steunsystemen georganiseerd werden door de gemeente.
2. De overheid moet niet achter de voordeur van mensen willen treden. Dat is privégebied en de eigen verantwoordelijkheid van mensen.
3. Kwetsbare burgers zouden automatisch meegenomen moeten worden in mailings van de gemeente als er activiteiten worden georganiseerd.
4. Een maatschappelijk steunsysteem kan het beste geleid worden door ervaringsdeskundigen zelf, niet door professionals.
5. Participatie van kwetsbare burgers komt vanzelf wel, dit heeft geen sturing nodig.
6. Voor verschillende groepen kwetsbaren moeten verschillende methodieken ontwikkeld worden.
7. Wijkgericht werken is een werkwijze die organisatiebreed moet worden uitgerold.
8. Het belangrijkste in participatie is passie en beleving.
9. De gemeenteraad overtuig je niet met cijfers maar met mensen en beleving.
10. Voor kwetsbare burgers kun je alleen maar iets bereiken als je de grenzen van je eigen organisatie mag loslaten.
11. Ervaringsdeskundigen moeten betaald krijgen voor hun deelname aan een goed lopend steunsysteem.
12. Een goed maatschappelijk steunsysteem hoeft niet veel geld te kosten.
13. Professionals werken niet goed samen in steunsystemen voor kwetsbaren omdat ze vaak anders gefinancierd zijn.
14. Georganiseerde bijeenkomsten waar maar weinig kwetsbare mensen op af komen zijn niet rendabel en kunnen beter afgeschaft worden.
15. Bezuinigingen helpen ons om meer gebruik te gaan maken van de mogelijkheden van de buurt.
16. Verschillende financieringsbronnen staan samenwerking en daardoor goede steunsystemen in de weg.
17. Een actieve rol en inzet van zorg en welzijn is noodzakelijk om participatie van kwetsbare burgers te bevorderen.
18. Een actieve rol van wijkbewoners is onmisbaar voor een succesvol steunsysteem.
19. Woningcorporaties zouden bij elk maatschappelijk steunsysteem betrokken moeten zijn.
20. De politie is een belangrijke partij om bij maatschappelijke steunsystemen te betrekken.
21. Vrijwilligers zijn onmisbaar in een goed werkend maatschappelijk steunsysteem.
22. Bij de oprichting van een steunsysteem moet eerst bekeken worden welke partijen er in thuis horen.
23. Bij een goed steunsysteem voor kwetsbare burgers zou de gemeente altijd betrokken moeten zijn.
24. De woningbouwcorporatie is een belangrijke partner voor een goed steunsysteem.
25. De GGz is verantwoordelijk voor goede steunsystemen voor kwetsbare burgers.
26. Voorwaarde voor een goed lopend steunsysteem is dat de doelgroep betrokken is bij de organisatie.
27. GGZ moet preventiever mensen in de wijk benaderen.
28. Kwetsbare burgers moeten meekunnen denken en praten over hun wijk. Hiervoor is een wijkteam het geijkte middel.
29. Het bereiken van kwetsbare burgers is de verantwoordelijkheid van de welzijnsorganisaties.
30. Sleutelfiguren uit de wijk zijn de kartrekkers van de participatie.
31. Professionals, wijkbewoners en mensen met een beperking hebben elkaar keihard nodig om de participatie te verhogen.
32. Zorg- en welzijnsmedewerkers moeten op de hoogte zijn van de mogelijkheden (opleidingen e.d.) van ervaringsdeskundigen.
33. Maatschappelijke steunsystemen beginnen bij ieder van ons.
34. Professionals zouden voldoende kennis moeten hebben van de sociale kaart van de wijk, hiervoor is geen deskundigheidsbevordering nodig.
35. Welzijnswerkers moeten iets meer kennis hebben van de achtergrond van ziektebeelden.
36. Welzijnswerkers moeten geen diagnose kunnen of willen stellen.
37. Om ervaringsdeskundigen gericht in te kunnen zetten is een apart traject nodig.
38. Ook mensen met een verstandelijke beperking zouden als ervaringsdeskundigen ingezet moeten worden in maatschappelijke steunsystemen.
39. Zorginstellingen kunnen zelf veel meer doen om wijkbewoners te betrekken bij hun voorzieningen. Zij dienen daar op aangesproken te worden.
40. Mensen met een beperking moeten meer op de hoogte worden gebracht en gehouden van wat er in de wijk te doen is. Dat is een taak van hun begeleiders.
41. Participatie van kwetsbare mensen is geen nieuwe taak maar een andere invulling van je taak.
42. Mensen met een beperking kunnen geen vrijwilliger worden.
43. Voor mensen met een ernstige psychische beperking ben je totaal afhankelijk van de betrokkenheid van de begeleiding.
44. Alleen speciaal daarvoor opgeleide mensen kunnen omgaan met mensen met een beperking.
45. Kwetsbare burgers goed ondersteunen doe je op gevoel.
46. Vrijwilligers moeten gescreend worden voordat ze mee kunnen doen aan een maatschappelijk steunsysteem.
47. Ervaringsdeskundigen kijken te veel naar wat er fout is gegaan.
48. Mensen met een psychische beperking zouden als ervaringsdeskundigen ingezet moeten worden maar hebben wel een diploma ervarings-deskundigheid nodig.
49. Voor de professional in het maatschappelijk steunsysteem is het belangrijk terug te keren tot zijn mens zijn.
50. In het welzijn van kwetsbare burgers is je kunde belangrijker dan je kennis.
51. Er zijn geen hulpverleners zonder ervaringen.
52. Aandacht voor wijkgerichte steunsystemen moet standaard in de opleiding van alle zorgen welzijns-professionals zitten.
53. Kwetsbare mensen zouden professionals moeten scholen in bejegening en in hun behoeftes.
54. Deskundigheidsbevordering is met name elkaar leren kennen in de wijk van professionals die werken in zorg en welzijn.
55. Ervaringsdeskundigen hebben wel een training voor nodig voordat ze goed kunnen functioneren in een maatschappelijk steunsysteem.
56. Om kwetsbare burgers in te zetten bij een activiteit heb je veel professionals nodig.
57. In de deskundigheids-bevordering aan vrijwilligers en personeelsleden van de wijkcentra dient extra aandacht te komen voor drempel-verlagende activiteiten.
58. Professionals in zorg en welzijn moeten hun zorg voor kwetsbare burgers beter afstemmen.
59. Samenwerking tussen professionals in zorg en welzijn komt de kwetsbare burger ten goede.
60. Kwetsbare mensen kunnen alleen integreren als er een integrale samenwerking tussen zorg en welzijn is.
61. Voorwaarde voor een goed lopend steunsysteem is dat professionals elkaar weten te vinden in de wijk.
62. De hulpverlening is verkokerd.
63. De samenwerking met ervaringsdeskundigen is een verrijking.
64. De samenwerking met vrijwilligers is een verrijking.
65. De samenwerking met ervaringsdeskundigen en vrijwilligers is een verschraling.
66. Veel zorgprofessionals hebben nauwelijks samenwerkingsrelaties met bewonersgroepen, verenigingen etc.
67. Professionals uit de welzijnssector begrijpen niets van professionals uit de zorg.
68. Steunsystemen kunnen zich beter richten op 1 groep kwetsbaren dan op meerdere tegelijk.
69. Kwetsbare mensen op zich zijn geen doelgroep.
70. Met de term kwetsbare burgers is helder wie er bedoeld wordt.
71. De samenleving als geheel is de doelgroep.
72. Het is belangrijk dat niet alleen kwetsbare maar ook andere burgers betrokken worden bij goede maatschappelijke steunsystemen.
73. Een goed maatschappelijk steunsysteem richt zich niet op 1 doelgroep maar op iedere kwetsbare burger die wil deelnemen.
74. Wanneer iemand geen gezond sociaal netwerk heeft behoort hij tot de groep kwetsbare mensen.
75. Bereiken van de kwetsbare mensen is bij maatschappelijke steunsystemen totaal afhankelijk van de inzet van de deelnemende professional.
76. Een speciale pagina in de wijkkrant is een goed middel om kwetsbare mensen in de wijk te informeren en hen ook in beeld te brengen.
77. Kwetsbare mensen, die sociaal eenzaam zijn, zijn moeilijk te bereiken. Daarvoor heb je echt een stevig netwerk nodig in de wijk.
78. Bij alles wat er georganiseerd wordt in de wijk moet er aandacht zijn voor de kwetsbare mensen uit de wijk.
79. Kwetsbare mensen met een psychische beperking zijn moeilijk te bereiken. Dat vraag een lange adem.
80. Mensen met een beperking bereik je niet via de wijkkrant.
81. Met maatschappelijke steunsystemen bereik je alleen assertieve mensen met een beperking.
82. De drempel van een wijkcentrum is veel te hoog voor mensen met een beperking.
83. Mensen met een psychiatrische achtergrond willen liever deelnemen aan de voor hen bekende activiteiten.
84. De drempel van wijkcentra is al laag genoeg.
85. Een persoonlijke uitnodiging en het meegaan met cliënten helpt om hun beeld te verbreden van de mogelijkheden in de wijk.
86. Informatiebijeenkomsten voor wijkbewoners over mensen met psychische beperkingen zullen de participatie van deze doelgroep groter maken.
87. Kwetsbare mensen horen deel te nemen aan onze samenleving.
88. Kwetsbare mensen zitten helemaal niet te wachten op ongevraagde uitnodigingen van zorg en welzijn.
89. Het is per definitie goed als kwetsbare mensen elkaar ontmoeten.
90. Kwetsbare mensen hebben altijd behoefte om elkaar te ontmoeten.
91. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking horen niet thuis in een wijkcentrum.
92. Mensen met een zware verslaving horen niet thuis in een wijkcentrum als ze niets doen aan die verslaving.
93. Dak- en thuislozen horen niet thuis in een wijkcentrum.
94. Iedereen is welkom in een wijkcentrum.
95. Wijkbewoners zijn niet blij met al die gehandicapten in hun wijkcentrum.
96. Mensen met een beperking zijn zielig.
97. Wijkbewoners voelen zich niet betrokken bij mensen met een beperking.
98. Iedereen heeft wel een beperking.
99. Ontmoetingen tussen mensen zal de acceptatie van psychiatrie verbeteren.
100. We hoeven helemaal niet voor de cliënt te zorgen; dat kan hij of zij goed zelf.
101. De GGz heeft de cliënt veel te lang geclaimd; misschien kunnen we wel slechter zonder de cliënt dan dat hij zonder ons kan.
102. Kwetsbare mensen kunnen uitstekend ingezet worden als vrijwilliger in de wijk.
103. Je bereikt de kwetsbare burgers pas echt als ze ook kunnen meedenken en meepraten over hun wijk.
104. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen beter niet bij de organisatie betrokken worden van een maatschappelijk steunsysteem, dat is te moeilijk voor ze.
105. Kwetsbaren moeten zelf initiatief tonen om bij een maatschappelijk steunsysteem aan te sluiten.
106. Deze stellingen moeten bedacht worden door de doelgroep zelf.
107. Er zijn al genoeg steunsystemen, er hoeft niets nieuws georganiseerd te worden.
108. Maatschappelijke steunsystemen bieden een mogelijkheid om te voorkomen dat mensen met een beperking op zwaardere zorg terug moeten vallen.
109. Het uitwerken van een methodiek die je overhandigt aan andere partijen met de boodschap ‘succes!’ is een garantie voor mislukking.
110. De beste manier om te implementeren in andere wijken is een paar enthousiastelingen uit een goed lopend steunsysteem het ‘kunstje’ te laten herhalen.