Geachte lezer, Hierbij ontvangt u de septemberuitgave van ons nieuwsbulletin in 2007. Wij willen u hiermee graag informeren over een aantal nieuwe ontwikkelingen die voor u van belang kunnen zijn. Mocht u meer informatie
september 2007
Jaargang 11
Aankomende wetgeving: het wetsvoorstel Personenvennootschappen Het wetsvoorstel Personenvennootschappen is in behandeling. Waarschijnlijk wordt de wet op 1 januari 2008 ingevoerd. In het wetsvoorstel is geregeld dat de personenvennootschappen in hun huidige vorm vervallen. Personenvennootschappen zijn een vof, CV en een maatschap. Voor eenmanszaken en BV´s heeft deze wet geen consequenties; voor de huidige vof’s, CV´s en openbare maatschappen (maatschappen die onder een gemeenschappelijke naam actief zijn) wel. Die zullen waarschijnlijk als openbare
vennootschappen aangemerkt worden. De nieuwe indeling van soorten personenvennootschappen bestaat uit: De niet-openbare vennootschap (dit zijn samenwerkingsverbanden, die niet onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treden). De niet-openbare vennootschap is te vergelijken met de huidige stille maatschap. Wel komt er een afgescheiden vermogen. Vervolg artikel op pagina 2
wensen inzake één of meerdere van de in deze uitgave opgenomen artikelen, neemt u dan gerust contact met ons op. U vindt onze adresgegevens op de achterzijde van dit bulletin.
Wij wensen u veel leesplezier.
Kosteloos advies voor ICT Het gebruik van ICT en internet voor contact met de klant en leveranciers is in de meeste bedrijven gebruikelijk. Te denken valt aan track & tracingprogramma’s, digitalisering van het inkoop- en verkoopproces en e-marketing. Door elektronisch gegevens uit te wisselen bespaart men kosten en tijd. Om ondernemers te ondersteunen om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden is er het programma ‘Nederland Digitaal in verbinding’ opgezet. Een adviseur brengt samen met de onder nemer in kaart wat voor hem mogelijk en raadzaam is. Dankzij bijdragen van het ministerie van Economische Zaken is deelname aan dit project gratis. Zie
voor meer informatie www.syntens.nl bij Projecten, Nederland. •
Vervolg artikel van pagina 1 De openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (OV) Deze openbare vennootschap is te vergelijken met de huidige vof en de CV. Daarnaast zal ook de openbare maatschap (de maatschap die wel onder een gemeenschappelijke naam naar buiten treedt) straks een openbare vennootschap zijn. Nieuw is dat de vennootschap blijft bestaan bij het toe- en uittreden van vennoten, tenzij het tegendeel in de overeenkomst is opgenomen. De openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid (OVR) De belangrijkste wijziging in de nieuwe wetgeving is dat de openbare vennoot-
schap ook rechtspersoonlijkheid kan krijgen. De vennoten blijven echter wel hoofdelijk aansprakelijk. Voordeel is dat de vennootschap dan zelf eigenaar kan worden van goederen (zoals bedrijfswagens of een bedrijfspand) en zelf een contract kan afsluiten. Om rechtspersoonlijkheid te krijgen moet de vennootschapsakte in een notariële akte worden opgenomen, inclusief de goederen die tot de vennootschappelijke gemeenschap behoren. In de nieuwe regeling worden alle vennoten (uitgezonderd de commanditaire vennoot) van een openbare vennootschap hoofdelijk aansprakelijk. Dit geldt ook voor de OVR. •
Bijzondere situatie bij bijtelling auto Een uitspraak van de rechter gaf meer duidelijkheid over de autokostenbijtelling in een bijzondere situatie. Het ging hier om een situatie waarbij een werknemer in eerste instantie over een
verklaring ‘geen privégebruik’ beschikt (en dus minder dan 500 kilometer per jaar privé reed) en deze vervolgens weer introk. Het blijkt dat voor de bijtelling van belang is of een auto gedurende het gehele of een gedeelte van het kalenderjaar aan de werknemer ter beschikking is gesteld. In dit geval vond gedurende de eerste twee maanden geen bijtelling plaats en de werknemer kon een kilometeradministratie overleggen waaruit bleek dat hij geen kilometer privé had gereden. De werknemer verzocht de Belastingdienst om de verklaring vanaf begin maart in te trekken. Functiewisseling met onregelmatiger gebruik van de auto (daarom lastiger bij te houden) en verkoop van de privéauto was de reden om meer dan 500 kilometer privé te rijden. De verklaring ‘geen privégebruik’ werd ingetrokken, maar de werknemer kreeg tevens een naheffingsaanslag over de maanden januari en februari. Hiertegen is de werknemer in beroep gegaan, omdat hij vond dat hij in deze maanden geen voordeel van de auto had. Maar de rechtbank oordeelde dat het eventuele voor-
2
Goedkoper procederen Is het een bekend beeld? U wilt naar de rechtbank toestappen om uw gelijk te halen, maar ziet er vanaf omdat de kosten te hoog zullen zijn. Advocaatkosten zijn vaak te hoog (al gauw € 200 per uur). Om het recht beter toegankelijk te maken voor MKBondernemers en burgers wil het kabinet dat er voortaan meer zaken afgehandeld worden door de kantonrechter. Hier kan men namelijk terecht zonder een advocaat in te huren. Bij andere rechters is dit wel verplicht. Als de Eerste en Tweede Kamer met het voorstel instemmen, gaan zaken met een geschat belang tot € 10.000 (dit was € 5.000) én alle conflicten over consumentenaankopen via de kantonrechter lopen. Het is te verwachten dat de steun er zal komen, want Kabinet, Tweede Kamer en allerlei consumentenbelangenorganisaties maken zich al vijftien jaar zorgen over de moeizame toegang van grote groepen burgers tot het rechtssysteem. Vooral voor mensen met middeninkomens, kleine zelfstandigen en MKB’ers is de barrière om naar de rechter te stappen te hoog. •
deel dat de werknemer geniet beoordeeld moet worden aan de hand van de vraag of de auto gedurende het gehele kalenderjaar aan de werknemer ter beschikking is gesteld. Het is niet van belang of de auto daadwerkelijk gedurende het gehele kalenderjaar is gebruikt. Conclusie: als u weet dat later in het jaar de situatie verandert hoeft u geen administratie bij te houden. Let wel: het is dus ook niet mogelijk om bijvoorbeeld gedurende de vakantietijd de verklaring in te trekken om dan meer kilometers privé te rijden. •
Van openbare vennootschap naar besloten vennootschap? Door de nieuwe wet personenvennootschappen zullen dienstverleners en beroepsbeoefenaren die nu nog in een openbare maatschap werken (zoals advocaten, notarissen, accountants, tandartsen en apothekers) gaan samenwerken in een openbare vennootschap met een hoofdelijke aansprakelijkheid.
Dit is een behoorlijke verzwaring van de aansprakelijkheid. Dit kan een reden zijn om de openbare vennootschap om te zetten in een besloten vennootschap. In de nieuwe regeling is het makkelijker om een openbare vennootschap om te zetten in een BV. Een belangrijke reden
Familiebedrijven hebben grote waarde voor economie MKB of het grootbedrijf. De overheid wil een betere focus op familiebedrijven bewerkstelligen om het concurrentievermogen van de Nederlandse economie positief te beïnvloeden.
Familiebedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie. In Nederland zijn 180.000 familiebedrijven verantwoordelijk voor 40% van de werkgelegenheid en 50% van het Bruto Nationaal Product. Dit heeft te maken met de belangrijkste kracht van het familiebedrijf: continuïteit, door de lange termijnvisie en sterke band met het personeel. We spreken over familiebedrijven als een bedrijf aan twee van de drie navolgende criteria voldoet: meer dan 50% van de eigendom is in handen van één familie, één familie heeft beslissende invloed op de bedrijfsstrategie of op opvolgingsbeslissingen en ten minste twee leden van de ondernemingsleiding zijn afkomstig uit één familie. Het familiebedrijf kent een eigen organisatie- en eigendomsstructuur en een problematiek, die niet gelijk is aan het
Op initiatief van de Kamer van Koophandel is de Expertgroep Familiebedrijven opgericht. Die heeft in een notitie aan de overheid 18 aanbevelingen gedaan. Men wil stimulerende maatregelen treffen en barrières wegnemen. Drie van de belangrijke aanbevelingen zijn: • Fiscaal: Afrekenen met de fiscus bij kapitaalonttrekking i.p.v. bij kapitaal overdracht. • Familiebedrijven hebben te kampen met een negatief imago. Meer kennis over het familiebedrijf zal zorgen voor meer waardering. De Expertgroep geeft aanbevelingen om kennis te verzamelen en over te dragen. • Er ontstaat een trend waarbij Corporate Governance (ondernemingsbestuur) steeds meer wordt opgelegd bij ondernemingen. In familiebedrijven is de verhouding onderneming, eigendom en familie echter onlosmakelijk met elkaar verbonden in tegenstelling tot niet-familiebedrijven. Een uniforme regeling zou de flexibiliteit belemmeren. Er mag geen overregulering gaan ontstaan met betrekking tot de bestuurs inrichting van het familiebedrijf. •
om dit te doen is de beperkte aansprakelijkheid voor bestuurders en aandeelhouders in een BV. Het heeft echter wel fiscale gevolgen. Het is raadzaam tijdig te overleggen wat voor u het beste is. •
Last van verontreinigd bedrijfsterrein? De nieuwe Wet bodembescherming is op 1 januari 2006 in werking getreden. U als eigenaar of erfpachter bent verantwoordelijk voor de sanering van uw bedrijfsterrein indien de bodem verontreinigd is. De overheid subsidieert echter en heeft de mogelijkheden hiertoe verruimd. Onder bepaalde voorwaarden kan de eigenaar of erfpachter als MKBbedrijf subsidie krijgen tot 70% van de saneringskosten. De subsidie moet vóór 1 januari 2008 bij het bevoegd gezag (provincie of gemeente) of bij het Bodemcentrum (www.bodemcentrum.nl) worden aangevraagd. Dit Bodemcentrum is een initiatief van VNO-NCW, MKBNederland, Rabobank Nederland en verschillende brancheorganisaties.
In principe is de subsidie overdraagbaar op een nieuwe eigenaar of erfpachter. Als de aanvraag tijdig is ingediend, kan tot 2030 gebruik worden gemaakt van de subsidiemogelijkheid. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
3
Wijziging aanslag DGA m.i.v. 2008 In 2006 heeft toenmalig minister Zalm aangekondigd dat directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) met ingang van 2008 niet meer onder de loonbelasting en premies volksverzekering zullen vallen. Dit alles met als doel de administratieve lasten voor ondernemers te verlichten.
door de houdstermaatschappij aan de DGA. Op dit moment is het vaak zo geregeld dat een DGA met een minderheidsbelang in de werk-BV in zijn eigen houdstermaatschappij de loonbelasting/ premie volksverzekeringen betaalt en dat de werk-BV zorgt voor de afdracht premie werknemersverzekeringen.
Een belangrijke voorwaarde is dat de houdstermaatschappij waaruit de DGA’s hun salaris ontvangen geen andere werknemers in dienst mag hebben. Op basis van een schatting van het looninkomen uit de ‘eigen’ BV wordt door middel van voorlopige aanslagen inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen betaald. Deze situatie is gelijk aan die van een ondernemer met een eenmanszaak.
Vanaf 2006 is dit eigenlijk wettelijk niet meer mogelijk en zou ook de loonbelasting/premie volksverzekeringen door de werk-BV afgedragen behoren te worden. Begin dit jaar is echter een besluit genomen welke de huidige situatie toch goedkeurt tot eind 2007. Vanaf 1 januari 2008 ont-
staat een geheel nieuwe situatie omdat vanaf dat moment de eigen houdstermaatschappij niet meer inhoudingsplichtig is en dus ook geen loonbelasting/premie volksverzekeringen kan inhouden en afdragen. Dientengevolge moet dit wel door de werk-BV ingehouden en afgedragen gaan worden. Dit kan echter leiden tot aanpassingen in managementovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten en/of pensioenovereenkomsten. De staatssecretaris acht het echter niet wenselijk dat dit alles gewijzigd zou moeten worden en bereidt daarom een wetswijziging voor om deze structuren ook na 1 januari 2008 mogelijk te maken. •
Omvang vaststellen De Belastingdienst stuurt de komende periode eerst een brief naar alle DGA’s waarin zij kunnen aangeven of voor hen inderdaad de inhoudingsplicht gaat vervallen. Vervolgens krijgen DGA’s in september of oktober 2007 een brief van de fiscus waarin zij kunnen aangeven voor welk bedrag zij een voorlopige aanslag willen ontvangen. Het vervallen van de inhoudingsplicht kan samenvallen met een al bestaande tegemoetkoming voor DGA’s die hun salaris ontvangen uit een houdstermaatschappij voor werkzaamheden voor de werkmaatschappij van die houdstermaatschappij. Indien de DGA voor zijn werkzaamheden bij de werkmaatschappij aangemerkt wordt als een werknemer voor de werknemersverzekeringen, moet de werkmaatschappij normaliter de loonheffing en de werknemersverzekeringspremies afdragen over het loon van de DGA. Vaak is geregeld dat de DGA een arbeidsovereenkomst heeft met de houdstermaatschappij, welke maatschappij vervolgens weer een managementovereenkomst heeft met de werkmaatschappij. Het loon dat de DGA verdient bij de werkmaatschappij wordt aldus ‘doorbetaald’ (vandaar de term ‘doorbetaaldloonregeling’)
4
Verzoek om steun bestrijding agressie en geweld in detailhandel De Arbeidsinspectie deed onderzoek naar agressie en geweld in de detailhandel. Het onderzoek vond plaats in risicogebieden. Hieruit bleek dat bijna de helft onvoldoende doet aan bestrijding van agressie en geweld. De conclusie van de inspectiedienst was dat winkeliers meer moeten doen. Er wordt door de detailhandel echter jaarlijks al voor ruim 300 miljoen euro geïnvesteerd in preventiemaatregelen. Ook hebben duizenden medewerkers
een cursus "omgaan met agressie" gevolgd. MKB Nederland wil dan ook dat de overheid eveneens ondersteuning biedt. Ze wil dat er een heffingskorting komt voor investeringen in criminaliteitspreventie voor alle ondernemers. De korting zou moeten gelden voor een bepaalde lijst van maatregelen. Al eerder werd om financiële steun van de overheid verzocht. Een motie uit 2004 van kamerlid Van der Vlies waarbij opgeroepen werd om met soortgelijke maatregelen te komen is toentertijd niet aangenomen. •
Incidentele personeelsvoorzieningen ook voor DGA Vanaf 1 januari 2007 geldt dat de vergoedingen en verstrekkingen ter zake van personeelsreizen, personeelsfestiviteiten en dergelijke incidentele personeelsvoorzieningen vrij zijn, mits in redelijkheid. Voorwaarden voor deze faciliteit zijn dat deelname openstaat voor ten minste 75% van de werknemers die behoren tot een organisatorische of functionele eenheid en dat de reis of festiviteit een gezamenlijk karakter draagt. Indien een DGA en zijn fiscale partner de enige werknemers zijn en zij voor ten minste 1/3 van het geplaatste kapitaal aandeelhouders zijn, geldt het vrij zijn van de verstrekking niet. Voor 2006 gold nog een maximum bedrag van € 340, inclusief omzetbelasting, per werknemer indien sprake was van rechtstreekse kosten voor de werknemer. Voor de Rechtbank Breda speelde een casus vallende onder de oude regeling, betreffende een BV, die in 2002 een reis naar IJsland en in 2003 naar Egypte had
georganiseerd. Aan deze reis werd deelgenomen door twee werknemers met partners en de twee DGA’s die door middel van hun holdings het bestuur voerden over de BV. Het geschil ging over de vraag of de vrijstelling ook van toepassing was voor DGA’s die feitelijk niet in dienst waren bij de BV. Over de kwalificatie van de reis als personeelsreis bestond overigens geen verschil van opvatting. Volgens de rechtbank moest de personeelsreis bezien worden voor het concern als geheel. Van belang was dat binnen een concern een voordeel met medeweten van de werkgever was verstrekt door een andere concernmaatschappij dan de werkgever. Er was daarom sprake van loon dat door de werkgever was verstrekt en niet van loon van derden. De DGA’s en de twee werknemers van de BV werkten binnen een concern. Naar het oordeel van de rechtbank was de faciliteit voor personeelsreizen dan ook voor de DGA’s van toepassing. •
Webwinkel rukt op, bedreiging of uitdaging? Het aantal ondernemers groeit, in 2006 was het 5% meer dan het jaar ervoor. Vooral het aantal webwinkels stijgt spectaculair. Ze worden als postorderbedrijven geregistreerd en de groei hiervan was zelfs 43%. De eerste webwinkels ontstonden in de jaren negentig in de VS, Australië en Scandinavië. Het bestellen via postorderbedrijven was men daar al gewend. Ook de Nederlandse consument heeft nu het gemak van inkopen via de computer ontdekt. De webwinkel kan een bedrei-
ging voor de MKB’er zijn, maar ook een uitdaging. Het kan een goede aanvulling zijn op de gewone winkel. Het is een extra etalage van uw bedrijf. Voor circa € 1.500 kunt u al een webwinkel opzetten. Uw bereik wordt groter, maar de concurrentie natuurlijk ook. Belangrijk voordeel is dat het ook als een extra reclamemedium voor uw bestaande winkel kan fungeren. Uw klant kan op het web eerst rustig rondkijken en dan langskomen voor gedegen advies. Zo combineert u de voordelen van webwinkel en detaillist. •
Waardering onderhanden werk gewijzigd Vanaf dit jaar dient onderhanden werk anders te worden gewaardeerd. Tot 2007 was het (op basis van jurisprudentie) toegestaan om de fiscale winstneming uit te stellen totdat een werk was opgeleverd of een opdracht afgerond. Ingaande dit jaar geldt dat onderhanden werk in opdracht van een derde als volgt dient te worden gewaardeerd: het constante gedeelte van de algemene kosten dat toerekenbaar is aan het onderhanden werk, dient ook geactiveerd te worden. Onderhanden werk dient met voortschrijdende winst genomen te worden. Uitstel van winstneming tot oplevering van het werk of afronding van de opdracht is dus niet meer toegestaan. Per einde jaar dient voortaan het onderhanden werk te worden gewaardeerd op het gedeelte van de overeengekomen vergoeding voor het gehele werk of de volledige opdracht, dat aan het onderhanden gedeelte kan worden toegerekend. Bij bijvoorbeeld 50% voortgang van een project moet dus 50% winst worden genomen. Het blijft wel mogelijk om een voorziening te treffen voor eventueel te lijden verlies op een onderhanden werk. Nieuwe waardering zal normaliter voor het eerst plaatsvinden op 31 december 2007. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
5
Betalingskorting op voorlopige aanslag is belast Aan het begin van het jaar worden aan vennootschapsbelastingplichtigen vaak voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd, waarbij de mogelijkheid gegeven wordt de aanslag in een keer of in termijnen te betalen. Wordt de aanslag voor een bepaalde datum in een keer betaald, dan wordt een korting genoten. Op 8 juni 2007 heeft de Hoge Raad, in lijn met de uitspraken van het Hof en de inspecteur, bepaald dat een dergelijke betalingskorting onderdeel uitmaakt van de belastbare winst. In de betreffende zaak werd door de belastingplichtige gesteld dat de korting onderdeel uitmaakt van het te betalen bedrag aan vennootschapsbelasting en omdat vennootschapsbelasting geen deel uitmaakt van de belastbare winst, was de korting niet belast. De rechter oordeelde echter anders. De korting is geen onderdeel van het te betalen bedrag aan vennootschapsbelasting.
Tot 1 december 2006 werden fouten, gemaakt door de adviseur, toegerekend aan de belastingplichtige. Met andere woorden, indien een belastingplichtige gebruik maakte van diensten van een adviseur, kon hij zich, om een boete af te weren, niet beroepen op het feit dat hij geen kennis had van een eventuele fout en dat de fout aan zijn adviseur was te wijten. De rechter ziet de korting als een premie voor snelle betaling en daarom vormt het een bate. De korting behoort dus tot de belastbare winst van de BV. Bij het gebruikmaken van de betalings korting op de voorlopige aanslag, dient de belastingplichtige er dus rekening mee te houden, dat daarmee een extra bate wordt gecreëerd, waarover eventueel vennootschapsbelasting dient te worden betaald. •
Aantonen specificatie vaste onkostenvergoeding verplicht Voor bedragen van vaste onkostenvergoedingen die vrij aan werknemers vergoed mogen worden, bestaat al geruime tijd de verplichting dat deze per kostencategorie naar aard en veronderstelde omvang schriftelijk worden gespecificeerd. Een onderbouwing van de delen waaruit de vergoeding is opgebouwd is dus nodig. Een algemene omschrijving, zoals ‘interne representatiekosten’, schriftelijk vastgelegd met daaraan een bedrag gekoppeld, is dus niet voldoende. De categorie interne representatiekosten moet verder gespecificeerd worden, bijvoorbeeld door aan te geven dat dit
6
Geen boete meer bij foutje van adviseur
om financiële bijdragen voor cadeaus voor collega’s gaat waar men zich rede lijkerwijs niet aan kan onttrekken en welk bedrag hier naar verwachting mee gemoeid zal zijn. De schriftelijke specificatie moet aanwezig zijn voordat de betreffende onkostenvergoeding voor het eerst wordt uitgekeerd. Achteraf een specificatie opstellen is dus niet voldoende. Ook kan de belastinginspecteur eisen dat een steekproefsgewijs onderzoek naar de werkelijk gemaakte kosten wordt ingesteld. Onlangs sprak het Hof Amsterdam zich over een onvoldoende gespecificeerde onkostenvergoeding uit. Als niet wordt voldaan aan
De belastingplichtige kon daardoor ongewild met een boete worden opgezadeld omdat zijn of haar adviseur een fout had gemaakt. Op 1 december 2006 ging de Hoge Raad echter ‘om’ en bepaalde de hoogste rechter dat een fout gemaakt door de adviseur niet zomaar kan worden toegerekend aan de belastingplichtige. Uiteraard dient de belastingplichtige geen weet te hebben van een eventuele verwijtbare fout in bijvoorbeeld een aangifte. Verder is het van belang dat de belastingplichtige de nodige zorg heeft betracht bij de keuze van de adviseur en bij de samenwerking met deze. De bewijslast hiervoor ligt bij de inspecteur. Het gevolg van deze bepaling van de Hoge Raad is, dat ondanks dat er een fout wordt geconstateerd, niet altijd een boete kan worden opgelegd. •
de eis tot specificatie moet de werkgever overtuigend aantonen dat het hier gaat om een vergoeding van werkelijk ten behoeve van de dienstbetrekking gemaakte kosten. Als de werkgever hier niet in slaagt dan is loonheffing verschuldigd over deze vergoeding. Dit gebeurt dan tegen het gebruteerde tabeltarief als de werkgever de loonheffing niet kan of wil verhalen op de betreffende werknemers. Ook wordt in de regel dan een boete opgelegd. •
MKB laat jaarlijks zo’n 80 miljoen euro liggen! Bij sommige bedrijven lopen de niet geïnde vorderingen wel op tot 5% van de omzet. Vaak wordt er niets aan gedaan omdat men denkt dat de incassokosten te hoog zijn. Het betreft dan bijvoorbeeld bedrijven die werken met servicecontracten (installatiebedrijven en ICT-bedrijven maken hier vaak gebruik van). Het gaat dan om kleine vorderingen. Of het betreft bij aannemers een spoedklus bij schade waarvan achteraf de verzekering de schade niet dekt. In al deze gevallen wordt niet de moeite genomen om de kleine bedragen te innen. De laatste tijd is de betalingsmoraal er niet beter op geworden. Als het goed gaat, kopen mensen meer en investeren makkelijker. Dit geldt zowel voor ondernemers als voor particulieren. In tijden dat het minder gaat, kunnen ze hun schulden niet meer afbetalen. Mensen maken over het algemeen steeds makkelijker (grote) schulden en sluiten (hoge) leningen af. Een aantal tips om
problemen met debiteuren te voorkomen zijn: • Wees consequent in het sturen van herinneringen en aanmaningen; wijk niet van uw termijn af. Houd telefonisch contact na het sturen van de herinnering. • Houd een korte betalingstermijn aan (10 of 14 dagen) met eventueel een krediet van 2% bij snelle betaling. • Bevestig eventuele betaalafspraken
schriftelijk. • Houd gegevens van uw debiteur goed bij (NAW-gegevens, telefoon, mail adres). • Laat bij twijfel contant betalen. • Zorg dat uw klantendossiers in orde zijn zodat u alles gereed hebt voor een eventuele rechtszaak. • Loop regelmatig uw achterstallige vorderingen door. 70 à 80% van de vorderingen kan alsnog worden geïncasseerd. •
Vermindering regeldruk voor bedrijven duidelijke vermindering van de regeldruk geven. Problemen waarvan de oplossing in het verschiet ligt of waar aan een oplossing gewerkt wordt zijn onder meer:
Het kabinet heeft voor de periode tot 2011 de doelstelling om de administratieve lasten met 25% te verlagen, de lasten voor het naleven van de regels terug te dringen en de lasten van toezicht op verschillende domeinen met gemiddeld 25% te verminderen. Om de doelen te realiseren werkt het kabinet vanuit een concreet werkprogramma. Het moet voor bedrijven een
• de betaling van auteursrechten: verbetering van toezicht op de beheers organisaties en de mogelijkheid van één factuur i.p.v. meerdere • de informatieverplichting bij Europees aanbesteden. Het is het voornemen in de nieuwe aanbestedingsregelgeving zodanige grenzen aan de ervaringseisen en financiële eisen te stellen dat dit in verhouding staat met de omvang en aard van de opdracht. Hierdoor zullen opdrachten niet alleen toevallen aan grotere bedrijven. Daarnaast worden
aanbestedingsprocedures vereenvoudigd waardoor minder gegevens mogen worden opgevraagd en administratieve lasten dalen • de problematiek rond bevoorrading van binnensteden (venstertijden) • meerdere vergunningaanvragen voor dezelfde activiteit • rapportages en keuringen • de problematiek rond de loonaangifte Ten aanzien van nalevingskosten wordt samen met het bedrijfsleven bepaald waar de kosten onevenredig hoog zijn en wordt een kwantitatieve target voor vermindering gesteld. Ook worden de administratieve lasten voor het bedrijfsleven opnieuw gemeten. •
VOOR MEER INFORMATIE OVER DEZE ARTIKELEN KUNT U CONTACT OPNEMEN MET UW CONTACTPERSOON VIA TEL. (076) 572 09 00.
7
Attentiepunten voor fraude in het MKB Fraude is een mogelijke bedreiging voor elk bedrijf, inclusief het MKB. Het goede nieuws is dat het risico van fraude beheersbaar is. Hieronder een lijstje van eenvoudige en betaalbare maatregelen voor ondernemers en managers van kleine en middelgrote bedrijven om het risico van fraude door medewerkers tegen te gaan. • Geef zelf het goede voorbeeld en behandel uw medewerkers met respect en beloon ze naar behoren. • Ontwikkel een gedragscode die mede werkers nadrukkelijk belemmert om fraude te plegen, in belangenverstren geling te geraken of andere onwettige handelingen te verrichten. Zorg ervoor dat alle werknemers en klanten een exemplaar ontvangen. Bedenk of het niet goed is dat belangrijke medewerkers jaarlijks hun naleving aan deze code bevestigen. Hanteer een duidelijke bedrijfspolicy voor tijd- en kosten rapportage. • Vertrouwen is goed, maar controle is beter. • Ga referenties van nieuwe verkopers na voordat ze het bedrijf mogen vertegen woordigen. • Zorg er voor dat alle betalingen goed gekeurd worden. Laat elektronische betalingen niet door uw boekhouder
Ondersteuning bij ziek personeel Als uw werknemer ziek is, heeft u als werkgever meteen te maken met allerlei regels. Zo moet u sinds de Wet verbetering Poortwachter samen met uw werknemer alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat hij zijn oude werk zo snel mogelijk hervat of ander passend werk binnen uw organisatie (of bij een andere werkgever) gaat doen. De arbodienst kan een groot aantal taken voor u uitvoeren en u adviseren over de arbeidsmogelijkheden. Binnenkort komt het keuzemoment voor u er weer aan: wel of niet doorgaan met de huidige arbodienst of de keuze juist wel of niet aan te sluiten bij een arbodienst. In de meeste gevallen lopen contracten met de arbodienst van 1 januari t/m 31 december met een opzegtermijn van 3 maanden, maar let op: dit is niet altijd het geval.
eren. Neem daar de volgende overwegingen in mee: • Informeert uw arbodienst u voldoende over de arbeidsmogelijkheden (binnen grenzen van de ziekte)? • Informeert uw arbodienst u voldoende over de arbeidsrechtelijke kant van de situatie (plichten van werkgever en werknemer)? • Zijn de interventies voor uw werknemer zodanig dat re-integratie bespoedigd wordt? • Wordt er snel actie ondernomen en hoe is de bereikbaarheid van uw aan spreekpunt? • Is de samenwerking met uw arbodienst goed? • Is de tarifering naar wens?
Nu kunt u dus de huidige diensten evalu-
Indien uw huidige arbodienst niet voldoet, is het nu tijd om te veranderen. U kunt in ieder geval uw huidige dienst alvast pro forma opzeggen. •
autoriseren maar bij voorkeur door uzelf of een medewerker die los staat van de boekhouding. • Bekijk de originele bankafschriften voordat uw boekhouder dat doet. Let op onverwachte bankschulden of vermindering van het saldo. • De aansluiting van uw banksaldo met de
boekhouding mag geen verschillen ver tonen. Laat een financieel deskundige, uw accountant, het werk van de boekhouder regelmatig controleren of doe dat zelf. • Bij een uitbetaling aan een onbekende leverancier of bij onverwachte kosten is het goed te kijken of er geen sprake van fraude kan zijn. •
Deze nieuwsvoorziening is met grote zorg samengesteld. Voor eventuele onvolkomenheden kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden. Druk- en zetfouten voorbehouden.
V O O R M E E R I N F O R M A T I E K U N T U C O N TA C T M E T O N S O P N E M E N
Takkebijsters 13c 4817 BL BREDA T 076 - 572 09 00 F 076 - 581 09 99 E
[email protected] I www.accanthus.nl