Het verwijderen van het aangetaste deel van de ellepijp bij de pols

Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen

Het verwijderen van het aangetaste deel van de ellepijp bij de pols

Distale-ulna-resectie



Distale-ulna-resectie

1


2


Inleiding Door reuma heeft u een ontsteking in uw polsgewricht. Ondanks de medicijnen die u neemt is dit ontstekingsproces onvoldoende geremd waardoor het bot en kraakbeen aan het uiteinde van de ellepijp (ulna) beschadigd zijn (figuur 1.). Dit veroorzaakt veel pijn en u kunt uw pols en hand minder goed bewegen en belasten. In overleg met de reumatoloog, de plastisch chirurg en de revalidatiearts hebt u besloten u aan uw pols te laten opereren of u overweegt om dit te laten doen. Bij deze operatie wordt het aangetaste uiteinde van de ellepijp en het weefsel dat ontstoken is, verwijderd. Meestal vermindert hierdoor de pijn in de pols. In deze brochure is de belangrijkste informatie over de operatie, de verdoving en de nabehandeling op een rij gezet, zodat u alles nog eens kunt nalezen.

duim

ellepijp

spaakbeen

Figuur 1. De ellepijp en het spaakbeen

3


Dagbehandeling of opname De operatie kan in dagbehandeling of tijdens een korte opname plaatsvinden. Bij een dagbehandeling wordt u kort voor de ingreep in het ziekenhuis verwacht en meestal gaat u enkele uren na de ingreep weer naar huis. Bij een opname verblijft u enkele dagen in het ziekenhuis. De arts overlegt met u wat in uw geval het beste is.

De verdoving Tijdens deze operatie wordt uw hele arm verdoofd. De anesthesio loog brengt een verdovingsvloeistof in via een prik in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan. Bovendien verdwijnt het gevoel in uw arm en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten geven aan dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt. De arts doet vervolgens een band om uw bovenarm en pompt deze op. Dit is te vergelijken met een bloeddrukmeting. Door het aanbrengen van de band kan het bloed niet meer door uw arm stromen en blijven de bloedvaten leeg. Direct na de operatie verwijdert de arts deze band weer.

De operatie De plastisch chirurg begint de operatie met het maken van een rechte of een L-vormige snee in de huid ter hoogte van de ellepijp. Door het maken van deze snee komt het gewrichtskapsel bloot te liggen. Vervolgens maakt de chirurg het gewrichtskapsel open en schuift deze van het uitstekende deel van de ellepijp af. Daarna wordt het ontstoken weefsel verwijderd en één centimeter van het uiteinde van de ellepijp weggenomen. Hierdoor verdwijnt de

4


wrijving tussen de ellepijp en het spaakbeen. De chirurg sluit daarna het gewrichtskapsel en hecht de wond.

Direct na de operatie Na afloop van de operatie komt u op de uitslaapkamer (recovery). U heeft dan een stevig verband om uw hand. Uw arm ligt op een kussen dat wat hoger ligt dan de rest van uw lichaam om er voor te zorgen dat uw hand niet dik wordt door stuwing. Enkele uren na de operatie mag u, als u zich goed voelt, uit bed met uw arm in een draagband. Als de verdoving uitgewerkt raakt en u pijn krijgt, kunt u om pijnstillers vragen. De arts beslist, afhankelijk van hoe u zich voelt en het tijdstip van de operatie, bij een dagbehandeling wanneer u naar huis mag en bij een korte opname wanneer u naar de afdeling gaat. Complicaties Vlak na de operatie kan uw hand of pols zwellen, dat neemt na verloop van tijd weer langzaam af. Er kan een nabloeding of een infectie optreden, dat gebeurt echter zelden. Hoewel de arts tijdens de operatie heel zorgvuldig te werk gaat, is het mogelijk dat één van de kleine huidzenuwen tijdens de operatie wordt beschadigd. Hierdoor kan in een klein stukje van uw huid gevoelloosheid ontstaan. Dit gaat na verloop van tijd vrijwel altijd weer over.

5


Controle polikliniek Twee weken na de operatie heeft u een controle op de polikliniek Plastische Chirurgie. U krijgt hiervoor een afspraak mee bij het ontslag uit het ziekenhuis. Tijdens het polikliniekbezoek controleert de plastisch chirurg de wond en de functie van uw hand en pols. De verpleegkundige verwijdert tijdens dit bezoek de hechtingen. Mochten er nog complicaties optreden dan kan de arts besluiten om een revalidatiearts of een handtherapeut in te schakelen. Tijdens de controle zal de arts u daarover informeren.

Leefregels Het genezingsproces bestaat uit twee verschillende fasen. Bij elke fase is het belangrijk dat u let op wat u wel en niet mag doen met uw hand. Als u deze ‘regels’ naleeft heeft u de grootste kans op een goed herstel. Fase 1, week 1 t/m 3 na de operatie De eerste twee tot drie weken is het beter uw hand niet te belasten. Dit zal vaak betekenen dat u hulp nodig heeft voor handelingen zoals aankleden, persoonlijke verzorging, het huishouden of werk. Fase 2, vanaf 4 weken na de operatie Vanaf de vierde week na de operatie kunt u uw hand steeds meer gebruiken bij uw dagelijkse bezigheden. Het kan echter nog geruime tijd duren voordat de pijn in de pols afneemt. Het resultaat van de ingreep is meestal niet direct te beoordelen.

6


Meer informatie en vragen Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft of als u meer informatie wilt, dan kunt u bellen met het UMCG Centrum voor Revalidatie. Universitair Medisch Centrum Groningen UMCG Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen Hanzeplein 1, 9713 GZ Groningen Postbus 30.001, 9700 RB Groningen Telefoon (050) 361 14 84 of Plastische Chirurgie, telefoon (050) 361 21 74 Reumatologie, telefoon (050) 361 29 24 E-mail: [email protected] www.revalidatie.umcg.nl Op www.revalidatie.umcg.nl vindt u meer informatie over de behandelingen, behandelwijze en behandelaars van het UMCG Centrum voor Revalidatie. Op de homepage staan links naar nieuws over het centrum en naar YouTube, Facebook en Twitter. Ook vindt u er onder het kopje ‘Volwassenen’ en vervolgens ‘Interessante links’ handige links naar patiëntenverenigingen.

7


Aantekeningen

8

Patiënteninformatie vlc 347/1601

Het verwijderen van het aangetaste deel van de ellepijp bij de pols

Recommend Documents