Het Verlies vormen in textiel Textiele werkvormen voor kinderen, volwassenen en ouderen bij verliesverwerking
Samantha Christoffels Nicky Schippers Dorien Witteman
Inleiding Wij, Samantha, Nicky en Dorien, hebben elk onze scriptie geschreven over textiel en verliesverwerking. Naar aanleiding van deze scripties is dit werkvormenboek ontstaan. Wij hebben met zijn drieën onderzoek gedaan naar wat de meerwaarde is van het inzetten van textiele werkvormen binnen beeldende therapie bij cliënten met verliesverwerking. Ons onderzoek heeft ons inspiratie gegeven voor het maken van dit werkvormenboek. Ons doel is om in textiel nieuw leven te blazen. Vanuit onze eigen ervaring, wat wij gezien hebben in de praktijk en wat blijkt uit de conclusie van ons onderzoek, is dat textiel toch zeker een grote meerwaarde heeft binnen de beeldende therapie. Naar onze mening zou het veel vaker ingezet kunnen worden dan dat nu gebeurd. Wij hebben in onze scriptie ons gericht op drie verschillende doelgroepen binnen verliesverwerking. Samantha heeft de doelgroep ouderen met een CVA (Cerebrovasculair Accident, ook wel een beroerte of herseninfarct/hersenbloeding genoemd) onderzocht. Nicky heeft de doelgroep volwassenen met het verlies van een dierbare onderzocht en Dorien heeft kinderen met het verlies van een ouder onderzocht. Bij alle drie de doelgroepen is een andere manier van werken geïndiceerd. In dit boek wordt hier een hoofdstuk aan gewijd. De opdrachten worden algemeen beschreven. Bij sommige opdrachten staan aandachtspunten omschreven en wat eventuele variaties op de opdracht zijn. Met dit werkvormenboek hopen wij je te inspireren om textiel wat meer binnen de therapie in te gaan zetten of om er misschien zelf mee te gaan werken.
2
Inhoudsopgave Aandachtspunten doelgroepen .................................................................................. 4 Ouderen........................................................................................................................... 4 Volwassenen .................................................................................................................. 5 Kinderen.......................................................................................................................... 6 Technieken ....................................................................................................................... 7 Vilten................................................................................................................................ 7 Vilten in de wasmachine ............................................................................................. 8 Foto’s op zijde ............................................................................................................... 9 Naaien (naaimachine of met de hand), breien, haken .......................................... 9 Waterglas ........................................................................................................................ 9 Opdrachten ..................................................................................................................... 11 Sieraad ........................................................................................................................... 11 Kleed .............................................................................................................................. 12 Fotolijst ......................................................................................................................... 13 Bewaarplek ................................................................................................................... 14 Tas .................................................................................................................................. 15 Knuffel ........................................................................................................................... 16 Kussentje ...................................................................................................................... 17 Afscheidsbrief ............................................................................................................. 18 Zakdoek/ sjaal ............................................................................................................. 19 Hangdecoratie .............................................................................................................. 20 Hoes ............................................................................................................................... 21 Huistrui ......................................................................................................................... 23 Bal ................................................................................................................................... 24 Veilige plek ................................................................................................................... 25 Nawoord .......................................................................................................................... 26 Referentielijst ................................................................................................................ 27
3
Aandachtspunten doelgroepen Ouderen Door Samantha Christoffels Ik heb gekozen voor de doelgroep ouderen met een CVA. Door het krijgen van een CVA kan men verschillende verliezen meemaken. Hierbij kan je denken aan het verlies van gezondheid, werk, hobby’s, sociale contacten, woonsituatie, relatie/gezin, eigen identiteit, zingeving, toekomstperspectief en een doel in het leven. Een CVA kan een blijvende beschadiging in de hersenen veroorzaken. Door deze beschadigingen kan men zowel lichamelijk als geestelijk problemen krijgen. Het is van belang om hier rekening mee te houden bij de therapie. Zo is het bijvoorbeeld als iemand aan zijn linkerzijde verlamd is, belangrijk om het materiaal rechts neer te zetten of als iemand huilbuien/lachbuien heeft, te weten dat dit niet altijd een manier is van het uiten van zijn of haar gevoel. Ik heb in de praktijk ook gewerkt met cliënten met een CVA en verliesverwerking. Ik heb de beeldende therapie altijd individueel aangeboden. Dit omdat de verliezen verschillend kunnen zijn, het persoonlijk is, het voor sommige moeilijk is om zich te concentreren als er meer mensen zijn, het werktempo erg verschillend kan zijn en ikzelf er voor de cliënt ben. Ook hebben sommige cliënten een lichamelijke handicap waardoor zij hulp nodig hebben bij het uitvoeren van handelingen. Dit is gemakkelijker als het individueel aangeboden wordt. Let er hierbij wel op dat je niet het werk van de cliënt overneemt, het is het verlies van de cliënt die hij of zij vormgeeft. Voor het werken met cliënten met een CVA is het belangrijk dat je een rustige en geduldige houding hebt. Door een CVA kan men trager zijn, dus de tijd bieden, eventueel een opdracht in meerdere sessie opdelen en uitlaten praten/laten zoeken naar woorden, is belangrijk. Houdt ook rekening met rolstoelen, rollators, wandelstokken etc., opdat er genoeg ruimte is om te werken. Het is ook belangrijk om rekening te houden met de fase waarin de cliënt zich bevindt in het verwerkingsproces. Bekijk per cliënt en per sessie waar de cliënt zit in zijn of haar verwerkingsproces zit, zodat hierdoor een passende opdracht aangeboden wordt.
4
Volwassenen Door Nicky Schippers Bij de doelgroep volwassenen heb ik gekozen voor het thema rouwverwerking, het verlies van een dierbare. Onder het begrip dierbare kun je denken aan het verlies van een kind, partner, vader, moeder, vriend, vriendin, collega, broer, zus of andere familieleden. Alle oefeningen kunnen bij deze doelgroep individueel of in groepsverband gedaan worden. Dit ligt onder andere aan de gemoedstoestand waarin de cliënt verkeert. Is er behoefte aan individuele aandacht en hulp? Of ligt de behoefte vanuit de cliënt meer bij het samendoen en verwerken? Dit is als therapeut zijnde belangrijk om af te stemmen met je cliënt. Ook zullen sommige opdrachten nog te vroeg zijn om te doen met de cliënt in tegenstelling tot andere opdrachten. Communiceer duidelijk met je cliënt zodat je weet waar hij of zij op dat moment in zijn of haar verwerkingsproces zit. Zo weet je welke opdrachten passend zijn voor dat moment en welke in een later stadium beter zullen werken. Het doel van de oefeningen ligt hoofdzakelijk bij het letterlijk en figuurlijk plaatsen van het verlies. Daarvoor is een zekere ik-sterkte nodig. Dit benoem ik specifiek omdat, wanneer een cliënt heel weinig eigenwaarde heeft, na het overlijden van een dierbare het belangrijk is eerst weer een zekere basis te vormen voor deze persoon zelf en vanuit daar kan gewerkt worden aan de verwerking van het verlies.
5
Kinderen Door Dorien Witteman Mijn scriptie is geschreven voor kinderen die een ouder verloren hebben. Kinderen kunnen op verschillende manieren een ouder verliezen bijvoorbeeld door ziekte, ongeval of zelfdoding. Bij kinderen is het belangrijk rekening te houden met de cognitieve en fysieke vaardigheden/mogelijkheden van het kind welke verschillen per leeftijd. Kinderen (zeker onder de 12 jaar) zijn nog ‘springerig’. Hiermee bedoel ik dat het verlies niet steeds op de voorgrond staat. Het ene moment is het kind nog volop bezig met het verlies van degene die er niet is en het volgende moment is het kind weer aan het spelen. Ook hierbij kan je als therapeut rekening houden door het kind ‘speelruimte’ toe te laten tijdens de therapie. Oudere kinderen vinden het soms juist fijn dat ze een heel uur de tijd hebben om bezig te zijn met het verlies. Een ouder verliezen is een ingrijpende verandering voor een kind omdat het is aangewezen op de ouder. Oudere kinderen die in de puberteit zitten en afstand nemen van hun ouder kunnen soms nog kampen met schuldgevoelens (bijvoorbeeld omdat ze de ouder hebben uitgescholden). De verliezen zoals hier boven genoemd, zijn verschillend. Het kan een verschil maken of het kind was ‘voorbereid’ op de dood van de ouder of niet. Dat kan zorgen dat als het kind in therapie komt, zich deze nog in een andere rouwfase bevindt. In elk boek dat ik las werd het belang van eerlijk zijn tegenover het kind als heel belangrijk ervaren. Kinderen die niet de eerlijke grondslag van het overlijden van hun ouder kennen, worstelen daar nog lang mee omdat ze meestal aanvoelen dat het niet klopt. Het is dus heel belangrijk als therapeut dat je eerlijk bent tegenover het kind, ook als deze misschien vragen stelt die vreemd kunnen overkomen (bijvoorbeeld wie brengt mijn papa nu eten?). De opdrachten in dit werkboek zijn algemeen beschreven, waar nodig zal de therapeut het kleine kind moeten helpen (bijvoorbeeld bij naaien). Bij oudere kinderen volstaat het vaak al als je iets voordoet omdat ze graag zelf dingen willen doen. Verder wil ik nog aanhalen dat bij hele kleine kinderen het belangrijk is om op te letten dat ze niets in hun mond steken of inslikken. Ook bij het gebruik van waterglas moet je extra voorzichtig zijn. Het vilten geeft altijd een resultaat, misschien niet zo sterk als wat het kind zou willen/kan. In dat geval kan er nog altijd gebruik gemaakt worden van de wasmachine methode.
6
Technieken Vilten Materialen - Bak met lauw water - Groene zeep/ olijfzeep - Lontwol - Bubbeltjesplastic - Wastafel - Grote vlakke tafel - Azijn Werkwijze 1. Neem een grote bak met lauw water en vermeng dit water met groene zeep/ olijfzeep. 2. Leg op een vlakke tafel bubbeltjesplastic neer, met de bubbeltjes omhoog. 3. Leg op de helft van het bubbeltjesplastic losse plukken van de lontwol dakpansgewijs neer. De lontwol moet je met de hand uit elkaar trekken en zeker niet knippen want dan beschadig je de vezels die moeten hechten. Je kunt één kleur gebruiken of verschillende kleuren door elkaar. Hoe meer losse plukken je op elkaar neerlegt hoe dikker je uiteindelijke viltlap zal zijn. Hoe dunner je het legt des te meer kans op gaten in je lap. 4. Na het leggen verspreid je met je handen/ sproeier het water met het zeep gelijkmatig over de lossen plukken. De plukken moeten zodanig nat zijn dat alle plukken doordrongen zijn van water maar niet dat de plukken gaan ‘drijven’. 5. Wanneer de losse plukken nat genoeg zijn begin je met beide handen in ronddraaiende bewegingen naar binnen toe te maken. Hierdoor hechten de vezels van de losse plukken aan elkaar. 6. Als je het idee hebt dat het voldoende gehecht is voor de eerste keer, vouw je het vrije gedeelte van de bubbeltjesplastic op het vilt. Het vilt ligt nu dus tussen twee lagen plastic. Vervolgens rol je deze lap op zodat er een rol ontstaat (deze techniek heet wrappen). Deze rol, rol je een paar keer goed over de tafel met beide handen. Tijdens het rollen druk je het water met zeep tussen de lap uit en laat dit in de bak vallen. 7. Rol de wrap weer uit en draai vervolgens de vilten lap voorzichtig om, kijk uit want de lap kan nog kwetsbaar zijn. Gebruik daarom twee handen of doe het samen met een ander. 8. Herhaal stap 4 tot en met 7 tot jouw viltlap het gewenste resultaat heeft, denk hierbij aan dikte, grootte en/of vorm. 9. Als het vilten van de lap klaar is spoel je hem goed uit met water onder de kraan. Een scheutje azijn kan goed helpen om alle zeepresten eruit te krijgen. 10. Laat de viltlap goed drogen, liggend op een vlakke ondergrond. 7
Aandachtspunten - De ruimte waarin je werkt kan nat worden, hou hier rekening mee. - Vilt krimpt altijd, het resultaat wordt altijd kleiner dan hetgeen wat je aan losse plukken neerlegt. Vilten in de wasmachine Materialen - Lontwol - Grote katoenen lap (bijvoorbeeld een oud laken) - Touw - Wasmachine - Wasmiddel (zowel vloeibaar als poedervorm) Werkwijze 1. Leg een katoenen lap neer op een vlakke ondergrond 2. Leg daarop lossen plukken lontwol in de vorm, kleur en formaat zoals jij het wilt. Zorg dat je aan de randjes iets ruimte overlaat voor de volgende stap. 3. Vouw de overgelaten ruimte naar binnen toe op de losse plukken en rol vervolgens de lap helemaal op. Let erbij op dat het laken de buitenkant is, dus dat de plukken in het laken opgerold zijn en er geen losse plukken naar buiten komen. 4. Wikkel het touw om de rol heen. Doe dit niet al te strak maar wel strak genoeg zodat het laken niet losschiet. Maak het touw goed vast. 5. Doe de lap in de wasmachine, vul de rest van de trommel op met was wat ook op 60 graden gewassen mag worden. Doe het wasmiddel erbij en zet de machine aan op een wasprogramma voor 60 graden. 6. Na het programma haal je de rol uit de machine en vouw je hem voorzichtig open, waarschijnlijk moet je even flink trekken omdat de vezels vast kunnen zitten aan het katoen. Leg de lap te drogen neer op een vlakke ondergrond. Aandachtspunten - Je kan eventueel andere materialen bij de losse plukken leggen die ook een open structuur hebben, zoals breigaren/ bollen wol, zijde, kant, organza, voile etc. Experimenteer hiermee, er kan meer dan je denkt.
8
Foto’s op zijde Materialen - Transferpapier - Digitale foto’s - Printer - Chiffonzijde - Strijkbout Werkwijze 1. Kies een digitale foto uit en print deze uit op transferpapier (zie gebruiksaanwijzing op verpakking transferpapier). 2. Laat de foto goed drogen 3. Neem een stuk chiffonzijde en leg de foto in de gewenste positie erop. 4. Strijk over de foto heen (kijk hiervoor ook weer op de gebruiksaanwijzing voor temperatuur en hoe de foto neer te leggen). 5. Haal het papier er voorzichtig af en de foto zit op het zijde. 6. Als je deze foto nog wilt verwerken op vilt: zie hiervoor techniek vilten in de wasmachine. Leg daarbij de zijde met foto, met de afbeelding naar boven, op de lossen plukken (stap 2) en vervolg daarna de rest van de stappen. Naaien (naaimachine of met de hand), breien, haken Wij gaan ervan uit dat deze technieken bij de meeste mensen bekend zij. Daarom zullen we hier ook niet verder op ingaan. Waterglas Materiaal - Lontwol - Plastic - Waterglas Werkwijze 1. Maak een vilten lap met de hand of wasmachine. Naast een vilten lap kan er ook gekozen worden om losse plukken neer te leggen dus geen lap. 2. Leg plastic neer op een vlakke ondergrond en daarop een vilten lap of losse plukken lontwol. 3. Doe het waterglas op de losse plukken of viltlap. Afhankelijk van hoe hard het materiaal gemaakt wilt worden, wordt de hoeveelheid waterglas bepaald. Hoe minder waterglas hoe wolliger het materiaal blijft. 4. Laat het goed drogen op een vlakke ondergrond
9
Aandachtspunten - Je kunt ook de losse plukken door het waterglas heen halen zodat deze helemaal doordrenkt zijn en dan neerleggen in de vorm zoals je het wilt. - Je kunt ook in/ om een vorm heen de losse plukken wol leggen en verharden met waterglas. Let hierbij wel op dat je de vorm eerst bedekt met plastic anders blijft het eraan vastplakken. - Om het drogen sneller te laten verlopen kun je het werkstuk föhnen. - Pas op: je kunt je snijden aan het opgedroogde werkstuk, het kan scherp zijn.
10
Opdrachten Sieraad Doel - Door middel van het sieraad delen van het verlies met mensen om je heen. - Een herinnering maken voor het verlies Materiaal - Vilt - Andere stoffen - Versiering zoals kralen, veren, lovertjes, textielverf etc. - Sluitingen afhankelijk van het sieraad - Naald en draad - Schaar Uitleg Met verschillende materialen wordt er een sieraad gemaakt die bij de cliënt en bij zijn of haar verlies past. Er zijn verschillende soorten sieraden die gemaakt kunnen worden, zoals armband, ketting, ring, broche, oorbellen, haaraccessoire. Overleg met de cliënt wat hij of zij wil. Variatie Vilten om een lichaamsdeel Doel: - Het verwerken van het verlies van een lichaamsfunctie. Als variatie kan er om een lichaamsdeel heen gevilt worden. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een linkarm die verlamd is. Er kan naast het vilten gebruik worden gemaakt van verschillende materialen. Voor de vilttechniek kan je kijken in dit boek bij het hoofdstuk technieken.
11
Kleed Doel - Een plek geven aan het verlies - Het letterlijk en figuurlijk draagbaarder maken van het verlies Materiaal - Stoffen (kunnen bijvoorbeeld ook kledingstukken zijn die in relatie staan tot het verlies) - Vilt - Naald en draad/ naaimachine - Schaar - Versieringen - Foto’s Uitleg Met verschillende materialen wordt er een kleed gemaakt die bij de cliënt en bij zijn of haar verlies past. Overleg met de cliënt hoe en wat hij of zij wil maken. Variaties Er zijn heel veel verschillende soorten kleden die je kunt maken. Denk bijvoorbeeld aan een wandkleed, een sierkleed, een herinneringskleed, een speelgoedkleed, een rouwkleed, een plaid etc.
12
Fotolijst Doel - Speciaal aandacht geven aan het verlies. - Het verlies een plek in jouw leefruimte geven Materiaal - Vilt - Stoffen (zoals kant, katoen, jute, zijde, wol etc.) - Naald en draad - Schaar - Lijm - Textielverf - Versieringen (kralen, stenen, knopen etc.) Uitleg Met vilt en andere materialen wordt een lijst gemaakt op het formaat van de betreffende foto. Deze lijst krijgt invulling door de cliënt zelf. Wat wil hij of zij op de lijst weergeven? Wat vindt de cliënt passend bij de foto van zijn of haar verlies?
13
Bewaarplek Doel - Een centraal punt maken waar alle herinneringen aan het verlies in worden bewaard - Het verlies een plek geven Materiaal - Vilt - Stoffen - Hout - Karton - Waterglas - Versieringen - Schaar - Lijm - Naald en draad - Materiaal voor in de bewaarplek Uitleg Er wordt op eigen wijze aandacht gegeven aan wat je wilt bewaren op één plek wat je doet herinneren aan jouw verlies. Hierbij kun je denken aan foto’s, kleding, speelgoed, lievelingsspullen van.., brieven etc.
14
Tas Doel - Een draagbaar object maken waarop en waarin je je verlies kan verwerken. - Het verlies een plek geven - Het verlies delen met anderen door het bij je te dragen Materiaal - Vilt en andere stoffen - Mogelijk een patroon voor een tas - Schaar - Naald en draad/ naaimachine - Rist - Versieringen - Textielverf - Materiaal die met jouw verlies te maken hebben Uitleg Van de bovenstaande materialen maakt de cliënt een tas. In deze tas en op deze tas kan de cliënt alles stoppen en plaatsen wat hij of zij wil en wat in relatie staat tot het verlies dat deze cliënt heeft geleden. Door de tas bij zich te dragen, draagt de cliënt zijn of haar verlies uit en is er mogelijkheid tot het delen van het verlies met anderen. Variatie - Als de cliënt zelf niet in staat is om een tas te maken door bijvoorbeeld een lichamelijk handicap, kan er ook gebruik worden gemaakt van een bestaande tas.
15
Knuffel Doel - Troost bieden - Geborgenheid en veiligheid bieden Materiaal - Stoffen - Vilt - Schaar - Lijm - Naaibenodigdheden, eventueel naaimachine, - Versiersels (bijvoorbeeld ogen, touw, knopen, afbeeldingen etc.) Uitleg Met verschillende materialen wordt een knuffel gemaakt die bij de cliënt en bij zijn of haar verlies past. De cliënt kan zelf de vorm, keur en grootte bepalen. Variaties Een variatie hierop is troostkleding. Hierbij kiest de cliënt een bovenkledingstuk uit van de overledene, vult dit met zacht materiaal (bijvoorbeeld wol), tot het de vorm van de overledene aanneemt. Het idee is dat de cliënt de overledene dan nog kan knuffelen.
16
Kussentje Doel - Dierbare plek voor het verlies maken - Ondersteunen - Herinnering Materiaal - Vilt en andere stoffen - Vulmateriaal voor het kussen - Naald en draad/ naaimachine - Schaar - Versiering - Foto’s op zijde - Foto’s - Overige materialen Uitleg Met de bovenstaande materialen maakt de cliënt een kussen die voor de cliënt een ondersteunende en veilige functie kan hebben. De cliënt bekleedt en vormt het kussen naar hoe hij of zij zijn verlies een plek wil geven. Variaties - Letterlijke ondersteuning maken voor bijvoorbeeld een verlamd lichaamsdeel - Veiligheid en vertrouwdheid creëren bijvoorbeeld om op het kussen kleding of foto’s of spullen van een overleden dierbare te verwerken
17
Afscheidsbrief Doel - Het verlies een plek geven door middel van hierover te schrijven Materiaal - Papier - Schrijfmateriaal - Transferpapier - Printer - Vilt en andere stoffen - Versiering - Naald en draad/ naaimachine - Schaar - Lijm Uitleg De cliënt schrijft een brief over zijn of haar verlies op stof. In deze brief probeert de cliënt een soort afscheid te nemen van het verlies. Dus als de cliënt bijvoorbeeld een dierbare is verloren probeert hij of zij weer te geven in de brief wat dit verlies met hem of haar doet en alles wat je nog tegen die persoon zou willen zeggen/delen. Ook kan het bijvoorbeeld zijn dat als een cliënt bepaalde lichaamsfuncties/-delen heeft verloren hij of zij hier een brief over schrijft en probeert afscheid te nemen van de verloren lichaamsfunctie/deel. Deze brief kan vervolgens opgeborgen worden in een bewaarplek (zie opdracht bewaarplek) of deze brief kan verbrand worden of verwerkt worden in een doek. Variaties - Mocht de cliënt moeite hebben met taalkundige kwesties kan er ook voor gekozen worden een afscheidstekening te maken
18
Zakdoek/ sjaal Doel - Een draagbaar object maken die je bij je kunt dragen. - Het verlies delen met anderen door het bij je te dragen Materiaal - Vilt en andere stoffen - Schaar - Naald en draad/ naaimachine - Versieringen - Textielverf/Zijdeverf - Materiaal die met jouw verlies te maken hebben Uitleg Met de bovenstaande materialen kan de cliënt een zakdoek/sjaal maken. Dit kan door middel van verschillende technieken, zie hoofdstuk technieken. De cliënt kan dit zelf invullen zoals hij/zij dit wilt.
19
Hangdecoratie Doel - Een plek geven aan het verlies - Het verlies een plek in jouw leefruimte geven - Een symbool geven aan jouw verlies Materiaal - Vilt en andere stoffen - Touw - Naald en draad/ naaimachine - Schaar - Lijm - Versieringen - Hout - Karton - Steen Uitleg Door middel van bovenstaande materialen maakt de cliënt een hanger, welke hij of zij op kan hangen in huis of bijvoorbeeld in de auto. Deze hanger staat symbool voor het verlies die de cliënt heeft geleden.
20
Hoes Doel - Aankleden van een herinneringsboek/-map/-dagboek Materiaal - Vilt - Stoffen (ook mogelijk zijn stoffen van in relatie tot verlies) - Touw - Versieringen Uitleg De cliënt neemt de map of het boek mee, zodat de afmetingen duidelijk zijn. Het is aan de cliënt om te kiezen wat voor soort hoes die wil (of het helemaal open moet kunnen, of als het werkt als omslag, etc.). Als dit eenmaal duidelijk is kan de cliënt een keuze maken tussen stof of vilt (of een combinatie) als basis. Hiervan maakt hij of zij de hoes. Daarop kunnen nog met vilt figuren, landschappen of versieringen gezet worden. Variaties - Het is mogelijk om ook zelf vilt te maken (zie onder kopje techniek). In dit geval is het handig het minimaal dubbel zo groot te maken als het originele boek/map. Dit omdat het vilt dan zeker om het origineel past. De vorm kan dan uitgeknipt worden. - De versieringen kunnen ook geplakt worden als het naaien (te) moeilijk is.
21
Prikbord Doel - Dagelijks even kunnen stilstaan bij het verlies - Overledene een plek geven in het dagelijks leven Materiaal - Vilt - Stoffen (ook mogelijk zijn stoffen van in relatie tot verlies) - Schaar - Lijm - Naaibenodigdheden, eventueel naaimachine - Versieringen Uitleg De cliënt bepaalt de grootte van het prikbord, kleur en vorm. Er kan vilt als basis gebruikt worden (zelfgemaakt of gekocht vilt). Of meerdere lagen stoffen over elkaar (zodat er een dikke basis is). Hierop kunnen versieringen aangebracht worden. Variaties - Als er zelf vilt gemaakt wordt kan daarop ook een foto van het verlies verwerkt worden (zie kopje technieken). - Als basis kan ook een houten schilderslijst gebruikt worden en dan daarop een laag stof. - Indien de cliënt geen punaises wilt gebruiken voor het prikbord kan er ook gekozen worden om linten over het bord heen te trekken en zodat er tussen die linten dingen kunnen blijven hangen.
22
Huistrui Doel - Troost bieden - Geborgenheid en veiligheid bieden Materiaal - Stoffen die in verband staan met het verlies - Naaimachine of naaibenodigdheden - Versieringen - Borduurgaren Uitleg De cliënt kiest een of meerdere kledingstukken (het makkelijkste is als het een bovenkledingstuk is). Als de cliënt voor een kledingstuk kiest dan wordt dat de basis. Daarop kunnen stukken van andere (kleding)stoffen gebruikt worden of kunnen er versieringen aangebracht worden, of kan er worden geborduurd. Als de cliënt meerdere kledingstukken kiest kan dat nog steeds als een basis gebruikt worden of worden er meerdere tot een nieuw gemaakt. Variaties - Een bestaand bovenkledingstuk van bijvoorbeeld de overledene, kan ook gebruikt worden door de maat aan te passen (bijvoorbeeld voor kinderen). - Foto op de huistrui afdrukken.
23
Bal Doel - Het uiten van gevoelens Materiaal - Lontwol - Water - Groene zeep/ olijfzeep - Bak met lauwwarm water - Scherp mes Uitleg De bedoeling van deze opdracht is om een bal te maken van vilt, waarbij de binnenkant van de bal centraal staat voor wat de cliënt innerlijk voelt en de buitenkant staat voor wat de cliënt laat zien aan gevoelens. De cliënt kiest kleuren uit die passen bij het gevoel en kiest ook het formaat uit. De techniek komt redelijk overeen met de vilttechniek die al eerder in dit boek beschreven is. Het verschil is dat er geen lap gemaakt wordt en er hoeft niet gewrapt te worden. Het is de bedoeling om eerst een kleur (of meerdere kleuren) lontwol te kiezen die voor de binnenkant staat. Maak dit plukje lontwol nat met de zeepoplossing en draai er een balletje van. Als het balletje al een beetje stevig aanvoelt, kan het uitgeknepen worden, eventueel nog wat lontwol toevoegen en weer opnieuw natmaken en weer rollen. Dit wordt steeds herhaald, totdat ook zo de buitenste kleur verwerkt is in de bal. Als de bal klaar is, wordt deze ook uitgespoeld met water en eventueel een beetje azijn. Laat het balletje drogen. Als het balletje droog is, kan de bal opgesneden worden. Het ligt aan de cliënt hoe ver hij of zij het open wilt snijden.
24
Veilige plek Doel - Een veilige plek maken voor jezelf Materiaal - Stoffen (kunnen bijvoorbeeld ook kledingstukken zijn die in relatie staan tot het verlies) - Vilt - Naald en draad/ naaimachine - Schaar - Versieringen - Foto’s Uitleg Het is de bedoeling om een veilige plek te maken voor jezelf, waarbij je je dus veilig voelt tijdens het verwerken/een plek geven van het verlies. Er kan met verschillende materialen zo’n plek gemaakt worden die bij de cliënt en bij zijn of haar verlies past. Overleg met de cliënt hoe en wat hij of zij wilt maken.
25
Nawoord Wij hopen je met dit werkvormenboek ideeën en inspiratie te hebben gegeven. De beschreven opdrachten kunnen gebruikt worden zoals in het boek te lezen is, maar je kan er ook een eigen interpretatie aan geven. De opdrachten staan niet in een vaste volgorde. Kijk per sessie wat de behoefte is van de cliënt en zoek daarbij, eventueel samen met de cliënt, een opdracht uit die op dat moment geschikt is. Als ons enthousiasme over textiel ook jou aangestoken heeft, willen wij jou een bijzondere zoektocht toewensen met veel inspiratie. Warme groeten, Samantha, Nicky en Dorien
26
Referentielijst Afbeelding op omslag Ibrounen. Viltkunst. Opgevraagd 20 mei 2011. www.lbrounen.wordpress.com/2010/02/04/hello-world
Literatuur over textiel en technieken Els-Dubelaar, R. van (2005). Dutch felt. Franeker: Zijder Book. Wolf, I. van der (2007). Beeld in zicht I. Breda: Olflo. Wolf, I. van der (2009). Beeld in zicht II. Breda: Olflo.
Websites over textiel en technieken www.bodyflower.nl www.kunstwolf.nl www.tientalenten.nl www.meervilt.nl www.stoffen.net www.kleiendraad.net
27