Het uitrollen van Gaia 15-016
Arnhem, 6 maart 2015
Phase to Phase BV Utrechtseweg 310 Postbus 100 6800 AC Arnhem T: 026 352 3700 www.phasetophase.nl
2
15-016
Phase to Phase BV, Arnhem, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Phase to Phase BV is niet aansprakelijk voor enige directe, indirecte, bijkomstige of gevolgschade ontstaan door of bij het gebruik van de informatie of gegevens uit dit document, of door de onmogelijkheid die informatie of gegevens te gebruiken.
3
15-016
INHOUD
1
Inleiding ................................................................................................................................. 4
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Bestanden .............................................................................................................................. 4 Gedistribueerde programmabestanden ................................................................................ 4 Gedistribueerd configuratiebestand ..................................................................................... 4 Individuele configuratiebestanden ......................................................................................... 5 Individuele databestanden ..................................................................................................... 5 Centrale bestanden ................................................................................................................. 5
3
Snelkoppeling ........................................................................................................................ 6
4
Extensies ................................................................................................................................ 6
5
Sleutels ................................................................................................................................... 6
4
1
15-016
INLEIDING
Het uitrollen van Gaia in een groot bedrijf is een klusje waarbij enige kennis van de achtergronden van Gaia nodig is. Dit document geeft aanwijzigingen om de installatie aan te pakken.
2
BESTANDEN
Bij de installatie van Gaia onderscheiden we de volgende zes soorten bestanden: 1. Gedistribueerde programmabestanden 2. Gedistribueerd configuratiebestand 3. Individuele configuratiebestanden 4. Individuele databestanden 5. Centrale bestanden
2.1
Gedistribueerde programmabestanden
De programmabestanden worden geplaatst op de computer van de gebruiker, bij voorkeur in de map C:\Program Files (x86)\Gaia. Het betreft de volgende bestanden: Gaia.exe Vision.mld sx32w.dll d3dx9_39.dll GaiaNL.chm GaiaEN.chm GaiaDE.chm Gridnavigator.chm GaiaHints.xlsx Van de laatste versie zijn deze programmabestanden altijd downloadbaar als zipbestand in www.phasetophase.nl/downloads. Als ervoor gekozen wordt om de programmabestanden niet de distribueren, kunnen ze ook centraal op het netwerk geplaatst worden. We zouden dan kunnen spreken van centrale programmabestanden.
2.2
Gedistribueerd configuratiebestand
Het zelfgemaakte bestand Gaia.cfg wordt ook in de map met programmabestanden gezet. Dit tekstbestandje heeft de volgende inhoud: [Directories] Set=<map op het netwerk waar Gaia.set en Gridnavigator.set staan>
5
2.3
15-016
Individuele configuratiebestanden
De individuele configuratiebestanden worden automatisch door Gaia aangemaakt, gelezen en geschreven. De gebruiker heeft hier geen omkijken naar. Deze bestanden moeten in een persoonlijke beschrijfbare map komen, bijvoorbeeld Documenten\Gaia. Zie ook: snelkoppeling. Het betreft de volgende bestanden: Gaia.ini Gaia_
.ini GaiaViews.ini GaiaReports.ini Gaia.dsk GaiaRibbon.cfg Gridnavigator.ini Als de plaats van deze individuele configuratiebestanden geüniformeerd is, kan deze het beste toegevoegd worden aan de Gaia.cfg: [Directories] Start=<map waar de individuele configuratiebestanden staan> Deze setting overrulet de opgave in de snelkoppeling en heeft als voordeel dat Gaia de configuratiebestanden ook kan vinden als het niet via de snelkoppeling wordt opgestart.
2.4
Individuele databestanden
Individuele databestanden worden via Gaia door de gebruiker geopend en opgeslagen. Hiervoor behoeven niet of nauwelijks voorzieningen te worden getroffen. Het betreft de volgende bestandstypen: Netwerkbestanden (extensie: gnf) Macrobestanden (extensie: gmf)
2.5
Centrale bestanden
Centraal op het netwerk staan enkele bestanden: Types.xlsx of een andere naam: een Excel-bestand met alle componenttypen. De verwijzing naar dit bestand staat in Gaia.set bij componenttypebestand. Gaia.set: een ini-bestand met de Gaia-opties die min of meer voorgeschreven zijn. De verwijzing naar deze map staat in Gaia.cfg. Deze centrale opties zijn met name bestandslokaties, sleutellokatie. Misschien wat opties voor berekeningen. GridNavigator.set: een ini-bestand met de technische Grid navigator-opties, met name de caches op een netwerkschijf. Mededeling.rtf: een document waarin de beheerder mededelingen doet aan gebruikers. De verwijzing naar dit bestand staat in Gaia.set bij bedrijfsinfobestand. Het bijhouden van deze bestanden is een taak van de applicatiebeheerder.
6
3
15-016
SNELKOPPELING
Een menu-item kan worden aangemaakt. De twee belangrijkste eigenschappen zijn: Doel: map van de programmabestanden+Gaia.exe Beginnen in: map van de individuele configuratiebestanden
4
EXTENSIES
De extensies gnf en gmf kunnen geregistreerd worden als Gaia-netwerkbestand resp. Gaiamacrobestand. Gaia gebruikt verder geen items in het register van Windows.
5
SLEUTELS
Voor de sleutels zijn er vier mogelijkheden: Bij gebruik van een Unikey-PC-sleutel is de installatie van een driver niet nodig. De sleutel wordt automatisch gevonden in Gaia, zonder iets in te stellen. Bij gebruik van een SuperPro-PC-sleutel is de installatie van de Sentinel System Driver nodig op de betreffende PC. Deze is downloadbaar in www.phasetophase.nl/downloads . De sleutel wordt automatisch gevonden in Gaia, zonder iets in te stellen. De SuperProNet-netwerksleutel is geïnstalleerd op een server. In de opties van Gaia verwijst men naar de naam of het IP-adres van de server. Via de Gaia.set wordt deze naam centraal ingevuld. De clients communiceren met de sleutelserver via UDP-poort 6001. Deze poort mag niet geblokkeerd worden in tussenliggende firewalls. De Licensing service is geïnstalleerd op een server. In de opties van Gaia verwijst men naar de naam of het IP-adres van de server en de te gebruiken TCP-poort. Via de Gaia.set worden deze gegevens centraal ingevuld.