Meten om te weten
Samen met de armen
Een inkomen om goed te leven
Werken, het beste middel
bladzijde 2
bladzijde 4-5
bladzijde 6-7
bladzijde 9
HET PLAN tegen armoede
'Iedereen heeft het recht op een menswaardig leven.' Deze zin staat in onze grondwet. Toch is één op zeven Belgen arm. In een rijk land als het onze zou dat niet mogen. Daarom maakte de staatssecretaris voor de strijd tegen armoede een plan.
voor een goede gezondheid
In het plan staat wat hij, samen met de Belgische regering, wil doen om de
voor een dak boven je hoofd
armoede op te lossen. Deze krant is een bijlage bij
Je leest erin wat er in het
een job voor iedereen voor genoeg geld om van te leven
voor veel energie
plan tegen armoede staat. Cijfers over armoede ......... 2 De staatssecretaris ........... 3 Samen met de armen ....... 4 Een goed inkomen ............ 6 Gezondheid ....................... 8 Werk voor iedereen .......... 9 Een goede woning ............ 10 Recht op energie ............... 11 Verstaanbare overheid ...... 11
Foto's Wablieft en archief Brandpunt 23
Weetjes ............................. 12
een verstaanbare overheid
2 Feiten en cijfers
Eén op 7 Belgen is arm België is een rijk land. Toch is 1 op 7 Belgen arm. Wat betekent dit? Iemand die moet rondkomen met minder dan 860 euro per maand noemt men ‘arm’. Voor een gezin met 2 volwassenen en 2 kinderen is dat minder dan 1.805 euro per maand. Zeker ouderen en gezinnen met maar één ouder hebben meer kans om in armoede te leven. In België zijn er 1.470.000 armen. Maar armoede gaat over meer dan geld. Arme mensen wonen vaak ook in slechte huizen. Ze hebben vaak niet de juiste opleiding. Daarom vinden ze niet zo snel een goede job. Ze hebben meer problemen met hun gezondheid. En ze voelen zich meer eenzaam dan anderen.
10.000.000 Belgen
De helft van alle alleenstaande Belgen heeft een inkomen van meer dan 1.433 euro
Leven met te weinig geld is een zware last. Je vervreemdt van andere mensen: omdat je het gevoel hebt dat je bekeken wordt, omdat je er met niemand over durft praten, omdat je denkt dat je de enige bent met die problemen, omdat je denkt dat anderen jou toch niet begrijpen, omdat tv en telefoon veel te duur zijn, omdat sociaal contact met anderen moeilijk wordt, omdat een auto niet meer in je budget past, omdat je voor alles en nog wat geld nodig hebt, omdat je jezelf minder waard voelt dan de anderen, omdat je vindt dat je er niet meer bijhoort. Getuige uit een Welzijnsschakel
Sommige mensen hebben meer kans om arm te zijn
Een arme alleenstaande leeft van minder dan 860 euro
137 op 1000 mannen zijn arm 156 op 1000 vrouwen zijn arm 232 op 1000 ouderen zijn arm 137 mannen 156 vrouwen 232 ouderen Foto's Wablieft
42 op 1000 werkenden zijn arm 243 op 1000 zonder werk zijn arm 42
De helft van alle gezinnen met 2 volwassenen en 2 kinderen heeft een inkomen van meer dan 3.009 euro
Een arm gezin met 2 volwassenen en 2 kinderen leeft van minder dan 1.805 euro
1.470.000 armen
243
60 op 1000 met hoge opleiding zijn arm 220 op 1000 met lage opleiding 60 zijn arm 220
102 op 1000 eigenaars zijn arm 284 op 1000 huurders zijn arm
Zonder uitkering zouden 4.100.000 Belgen arm zijn
102 284
720 op 1000 mensen die in een gezin wonen met kinderen en niet werken, leven in armoede.
Vraag:
Meten is weten
En wat met de armsten? Tellen zij ook mee?
De armoedebarometer
De daklozen, zigeuners, mensen zonder papieren? Zitten zij ook in deze cijfers?
In het plan van de staatssecretaris staan veel voorstellen om de armoede te verminderen. Maar hij wil weten of die ook echt helpen. Daarom maakte hij een 'barometer van de armoede'. Daarop kan iedereen lezen hoe groot de armoede in ons land is. Elk jaar kijken de ministers de cijfers op de barometer na. Zo weten ze: - hoeveel mensen een beter inkomen kregen - hoeveel mensen minder schulden hebben - hoeveel mensen in een beter huis wonen - hoeveel mensen beter kunnen zorgen voor hun gezondheid - hoeveel mensen een betere opleiding kregen - hoeveel mensen een betere job kregen - hoeveel mensen beter kunnen lezen en schrijven, enzovoort.
Antwoord: We gaan deze mensen zeker meetellen. We gaan hen vragen wat ze het meest nodig hebben.
Foto archief Brandpunt 23
Om de armoede in ons land op te lossen moet dus veel gebeuren. Alle ministers moeten daarvoor samenwerken. Ze maakten een plan om de armoede in ons land te verminderen.
Armoede gaat over meer dan geld alleen
Gesprek 3
Staatssecretaris voor de strijd tegen armoede
Alle Belgen moeten krijgen waar ze recht op hebben De staatssecretaris voor de strijd tegen armoede in de Belgische regering maakte een plan. Daarmee wil hij zorgen voor minder armoede in België. Wat wil u met uw plan bereiken? De staatssecretaris: Alle Belgen moeten krijgen waar ze recht op hebben. Iedereen heeft recht op genoeg eten, een woning, verwarming, verzorging bij ziekte, de kans op werk, enzovoort. Dat staat in onze grondwet. Jammer genoeg heeft niet iedereen in België dat al. Daar wil ik samen met de regering iets aan doen.
Hoe gaat u achteraf weten of uw plan iets verbeterd heeft? We maakten een soort van meetlat. Wij noemen het een barometer. Daarmee kunnen we de armoede meten. Elk jaar meten we of er verbetering is tegenover het vorige jaar. (Je leest hier meer over op de bladzijde hiernaast.)
Foto archief Brandpunt 23
Gaan de mensen veel merken van uw plan in hun dagelijks leven? Zeker. Ik wil bijvoorbeeld dat de armste mensen meer inkomen
Hebt u nog andere voorbeelden? Ik wil ook iets doen aan het probleem van de kredietkaarten in sommige grote winkels. Daar kan je betalen met een kaart. Je moet dan niet ineens alles betalen. Je mag elke maand afbetalen. Op het eerste gezicht is dat heel aantrekkelijk. Maar op het einde betaal je veel meer! Want je moet ook heel veel intrest betalen. Voor iets van 100 euro betaal je dan soms wel 122 euro. Veel mensen kunnen die hoge intrest niet betalen. Voor ze het weten, zitten ze in de schulden. We willen iets doen aan die hoge intrest. Nog een ander voorbeeld is de hoge prijs voor een deurwaarder. Daar willen we ook iets aan doen. Als iemand een factuur niet betaalt, mag een deurwaarder dat geld komen halen.
De staatssecretaris voor de strijd tegen armoede: "800.000 gezinnen hebben recht op het OMNIO-statuut. Zij zouden dat automatisch moeten krijgen."
Foto Wablieft
Hoe besliste u wat er in uw plan moest staan? Ik luisterde goed naar mensen die in armoede leven. En ik ging praten met de diensten die voor mensen in armoede werken. Zo hoorde ik wat er moest gebeuren. En daarna maakte ik het plan. Maar mijn werk zit er nog niet op. Nu moet het nog uitgevoerd worden.
krijgen. Daarom gaan we de laagste uitkeringen verhogen. Het leefloon is nu 712 euro voor een alleenstaande. Ik wil dat dat bedrag verhoogt. Ook heel belangrijk vind ik het OMNIOstatuut. 147.500 gezinnen met een laag inkomen hebben dat al. Zij krijgen meer geld terug van het ziekenfonds dan mensen met een gewoon inkomen. Zo vermijden we dat ze in de problemen komen door de zorg voor hun gezondheid. 800.000 gezinnen hebben recht op het OMNIOstatuut. Zij zouden dat automatisch moeten krijgen.
De staatssecretaris voor de strijd tegen armoede: "Natuurlijk luister ik goed naar mensen in armoede. Hoe kan je werken aan oplossingen voor hun problemen als je de mensen zelf niet kent?"
Maar die deurwaarder vraagt dan zelf ook veel geld. Daardoor worden de schulden van die mensen natuurlijk nog veel erger. Zo kan een schuld van 100 euro oplopen tot 400 euro. Ik wil niet dat de deurwaarders nog geld vragen als ze schulden komen innen. U zegt dat u veel luistert naar mensen in armoede? Natuurlijk doe ik dat. Hoe kan je werken aan oplossingen voor hun problemen als je de mensen zelf niet kent? Ik kan natuurlijk niet met iedereen apart gaan spreken. Maar in België zijn er veel verenigingen van mensen in armoede. In Vlaanderen zijn dat de ‘Verenigingen waar armen het woord nemen’. Iedereen in armoede kan daar lid van worden. In die verenigingen spreken armen over hun problemen. En ze kunnen ook oplossingen voorstellen. Die mogelijke oplossingen laten ze weten in een verslag aan de regering. Zo leren wij wat ze het meest nodig hebben. En zo kunnen wij zoeken naar echte oplossingen. (Je leest hier meer over op bladzijde 4.) België alleen kan de armoede niet oplossen, zegt u. Ook de Europese Unie (EU) moet helpen. Wat bedoelt u daarmee? Iedereen moet samenwerken in de strijd tegen de armoede. In België lukt dat al goed. Iedereen doet zijn deel van het werk: de verenigingen van
armen, de OCMW’s, de gemeenten, de regeringen van Vlaanderen en België… Daarmee geven we zelfs het goede voorbeeld in Europa. Maar de EU moet ook meehelpen. Daar worden immers heel belangrijke wetten gemaakt. Jammer genoeg gaan die niet zo vaak over de armoede. In 2010 wordt België voor een half jaar voorzitter van de Europese Unie. Dan gaan we zeker zorgen dat er meer gebeurt. De EU kan bijvoorbeeld zorgen dat alle landen van de Unie meer doen voor de daklozen. Zeker voor dakloze vrouwen met kinderen. We willen ook meer weten over armoede bij kinderen. Zo kunnen we daarvoor oplossingen zoeken. En er zijn mensen die al generaties lang in armoede zitten. We willen onderzoeken hoe ze daar uit kunnen geraken. Want dat is heel moeilijk. Eens je erin zit, geraak je er niet gemakkelijk uit. Wanneer zal er geen armoede meer zijn in België? Dat kan ik niet voorspellen. Want armoede is een heel moeilijk probleem om op te lossen. Ik kan wel snel goede oplossingen zoeken voor enkele heel dringende problemen. Wat zou u mensen in armoede aanraden? Durf spreken! Durf vertellen over je problemen. Dat is de eerste stap naar een oplossing.
4
Samen met de armen
Anke en Swa van het Vlaams Netwerk
Wij willen niet alleen praten. Er moet iets veranderen In Vlaanderen zijn er 49 verenigingen waar armen het woord nemen. Daar mogen alle mensen in armoede naartoe komen. Zo blijven ze niet alleen thuis zitten met hun problemen. In de verenigingen bespreken zij wat de overheid doet tegen de armoede. En wat er volgens hen beter kan. Regelmatig komen mensen van alle verenigingen samen in Brussel bij het Vlaams Netwerk. De taak van het Netwerk is om de mening van alle armen aan de overheid te laten weten.
2010 Europees Jaar van de Strijd tegen Armoede 2010 is het Europees jaar van de Strijd tegen Armoede. Kunnen andere landen iets leren van België? Anke: Zeker en vast. België doet het helemaal niet slecht in de strijd tegen de armoede. In weinig landen krijgen verenigingen zoals wij geld van de overheid. Bovendien luistert de overheid echt naar ons. Dat bestaat nergens in Europa. En dat de Belgische staatssecretaris een plan met 59 maatregelen tegen de armoede voorstelt, is ook bijzonder. Veel van de maatregelen komen overeen met wat wij vragen. Dat vinden wij heel goed natuurlijk.
Foto Wablieft
Swa: Het zou goed zijn als ook andere landen met mensen in armoede zouden praten. Er is elk jaar een vergadering met mensen in armoede uit alle landen van Europa. Alle deelnemers kijken daar dan met grote ogen naar de mensen uit België. Wij hebben over alles al op voorhand samen gesproken. Wij zijn goed voorbereid. We weten waarover we spreken en wat we willen. Er komen trouwens vaak mensen van andere landen bij ons op bezoek. Onlangs waren hier nog mensen uit Hongarije. Die wilden zien hoe wij hier werken.
Swa Schijvens is ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting. Hij werkt al zes jaar bij het Vlaams Netwerk van Verenigingen waar Armen het woord Nemen (VWAN).
Waarom viel het zo goed mee? Swa: Voor mijn problemen kreeg ik wel hulp van het OCMW en maatschappelijk werkers, enzovoort. En voor veel mensen helpt dat. Maar mijn problemen werden alleen maar erger. Op den duur was ik dat beu. Vijftien jaar liet ik niemand meer binnen. Zelfs de postbode niet, want die bracht toch alleen maar miserie. In de vereniging pakten ze alles heel anders aan. Ze luisterden echt naar mij. Iedereen heeft altijd tegen mij gezegd: "Je bent niets waard." In de vereniging namen ze mij zoals ik was, met al mijn gebreken erbij. En zo kreeg ik mijn eigenwaarde terug. Vroeger kon ik geen nagel in de muur kloppen. Nu bouw ik zelf kasten. Ik ben heel handig. In de vereniging ontdekte ik dat.
Wat vinden jullie nu het belangrijkste? Anke: In elk geval moeten de uitkeringen naar boven. En iedereen moet een betaalbare woning kunnen vinden. Er moeten meer wijkgezondheidscentra komen. En de regeling van de 'derde betaler' moet er voor iedereen komen. Betaalbaar middelbaar onderwijs is ook een probleem.
Aan welke problemen werkten jullie in de vereniging? Swa: Ik zal een voorbeeld geven. Mijn huurhuis was een krot en ik wilde dat onbewoonbaar laten verklaren. We werkten daar met de vereniging een jaar voor. Dat was heel moeilijk en ingewikkeld. Op één dag deden we eens 36 telefoontjes. Dan pas kregen we de juiste dienst te pakken. In de vereniging schreven we al onze ervaringen op en spraken er samen over. We gingen met die diensten praten om oplossingen te zoeken. Bijvoorbeeld dat je na 2 keer bellen bij de juiste dienst moet komen. We maakten een lijst met oplossingen. En daarmee gingen we naar de pers. Dat was voor mij de eerste keer. Daar hielp de vereniging ook bij.
was onmenselijk. Nu moet de huisbaas een oplossing zoeken voor de huurder. Dus soms lukt het om iets te veranderen. Maar het duurt vaak heel lang. En zeker niet alles lukt.
En leverde het iets op? Swa: Ja, want daarna is een stukje uit de Vlaamse wet over wonen veranderd. Vroeger kon je een krot onbewoonbaar laten verklaren. Maar ondertussen moest je in die woning blijven. En dat duurt zeker een jaar. Dat is veranderd. Nu mag je al verhuizen tijdens het onderzoek. Dat is ook nodig. Mijn kinderen werden gewoon ziek in dat huis. En toch moest ik daar blijven! Dat
Waar hebben jullie het nog over in de verenigingen? Swa: Bijvoorbeeld over de school, werk, inkomen, gezondheid, cultuur, enzovoort. We kiezen elk jaar een thema. En dat bespreken we met elkaar. Daarna gaan we naar de ministers om onze mening te zeggen. Bij die gesprekken gaan er altijd mensen in armoede mee. Zo kunnen zij zelf hun verhaal vertellen.
Foto archief Brandpunt 23
Swa, hoe kwam jij bij een vereniging terecht? Swa: Dat was toevallig. Ik hoorde iemand erover vertellen. Ik zat toen in de problemen. En ik had het gevoel dat niemand echt naar mij luisterde. Ik dacht: “Misschien luisteren ze daar wel naar mij.” En dat was juist. Eigenlijk had ik er al 15 jaar eerder naartoe moeten gaan.
Anke Hintjens werkt er twee jaar. Swa en Anke werken altijd samen. Ze maken persberichten en antwoorden op vragen van journalisten. Ze werken ook aan de website van het Vlaams Netwerk.
Anke: In 2010 is er een Europese Top, samen met mensen in armoede. Daar gaan wij zeker aan meedoen. En elk jaar op 17 oktober organiseren wij de dag van het verzet tegen de armoede. Daar doen alle verenigingen aan mee.
Swa: "Door het werk van onze vereniging veranderde de Vlaamse wet over krotten."
Luistert de overheid naar jullie? Swa: Dat valt mee. Bijvoorbeeld: de overheid wilde eens een premie geven aan mensen die van een krot verhuisden naar een gewone woning. Maar mensen die op een kamer woonden, kregen die premie niet. Toen hebben wij gezegd dat heel veel mensen in armoede op een kamer wonen. En toen hebben ze dat aangepast. Anke: Maar we vragen ook al jaren meer goedkope huurwoningen. En ze zijn er nog altijd niet. We vragen ook al lang om de lage uitkeringen te verhogen. Daarvoor is het moeilijker om naar ons te luisteren. Want dat kost veel geld. Maar wij willen meer dan alleen praten. Wij willen dat er echt iets verandert.
Wil jij ook bij een vereniging? Kijk voor een adres op: www.vlaams-netwerk-armoede.be
Samen met de armen
5
Deskundig in de armoede
Door ons gaan mensen anders naar armoede kijken Ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting werken bij diensten van de Belgische overheid. Zij leren daar aan anderen hoe mensen in armoede overleven. Zij kunnen dat, want zij zijn zelf arm of sociaal uitgesloten (geweest). Het andere personeel leert zo beter begrijpen wat armoede is. Er startte pas een nieuwe groep van 15 ervaringsdeskundigen. Alles samen werken er nu 29 bij de Belgische overheid. Marie Perdaens was de eerste.
Kan iedereen ervaringsdeskundige worden? Neen, je moet een opleiding van vier jaar volgen. Daarin leer je naar het verhaal van je eigen leven te kijken. Iedereen maakt immers dingen mee in zijn jeugd. Vaak wordt over die dingen niet gesproken. Maar je leert er wel mee leven. ‘Overleven’ is het vaak. Want dat kunnen mensen in armoede allemaal heel goed. En dat is ook nodig. Iemand die bijvoorbeeld niet kan lezen en schrijven, zal toch een manier vinden om naar de winkel te gaan en te betalen. Zo bestaan er honderden trucjes. Bijvoorbeeld de schuld van je eigen miserie bij iemand anders leggen. Dan moet je zelf geen oplossing zoeken. Of altijd aan de deur gaan zitten als je ergens bent. Dan kan je heel snel zeggen: "Ik ben hier weg." Maar dat is natuurlijk een soort vlucht. Of bijvoorbeeld tegen de mensen van het OCMW zeggen: "Jullie moeten mijn problemen oplossen." Tijdens de opleiding leer je ook aan anderen uitleggen wat arm of uitgesloten zijn juist betekent. Hoe valt het werk mee? Het is niet altijd gemakkelijk. Niet op alle diensten ben je welkom. Soms vinden ze ons pottenkijkers. Of ze hebben schrik voor verandering. Maar het hangt natuurlijk erg af van waar je terecht komt. Bij een sociale dienst bijvoorbeeld is de kans groter dat ze er open voor staan. Hoe dan ook, ons werk heeft altijd zin. Gewoon al door er te zijn. We zullen niet meteen grootse dingen doen. Maar als wij er zijn, beginnen mensen onbewust toch anders naar armoede te kijken.
Foto's Wablieft
Marie, jij was de eerste ervaringsdeskundige. Was dat gemakkelijk? Marie: Neen, dat was niet gemakkelijk. Ik was zo'n beetje het proefkonijn (lacht). Ik ging werken bij de Dienst Armoedebeleid. Ik moest veel vergaderingen volgen. In het begin kon ik alleen maar luisteren. Stilaan begon ik dan zelf meer werk te krijgen.
Er werken nu 29 ervaringsdeskundigen bij de overheid. Tijdens hun opleiding leerden ze aan anderen uitleggen wat arm zijn juist betekent.
Marie Perdaens: "Ik was een beetje het proefkonijn..."
Hoe kan een ervaringsdeskundige het verschil maken? Kan je daar een voorbeeld van geven? Toen ik hier begon, werkte ik mee aan verbeteringen voor de maximumfactuur. Drie jaar later zag ik het resultaat. Daar ben ik fier op. Een ander geslaagd voorbeeld is de samenwerking met de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsuitkeringen. Zij vroegen zich af hoe ze hun dienst konden verbeteren. Dat wilden ze zelf vragen aan mensen in armoede. Ze gingen eerst praten met een ervaringsdeskundige. Die weet wat armoede is. Daardoor konden ze betere vragen stellen én kregen ze betere antwoorden. Daarmee is alles nog niet opgelost natuurlijk. Want dat vraagt meer tijd. Maar het is toch een stap in de goede richting. Waarom doe je dit werk? Ik wil dat alle mensen krijgen waar ze recht op hebben, zonder dat ze daarom moeten smeken. Ik wil meewerken aan een warmere samenleving. Dat wil ik blijven doen zolang ik kan. Want het is een zware job, zeker weten.
Meer info over de opleiding ervaringsdeskundige: POD Maatschappelijke Integratie Anspachlaan 1, 1000 Brussel Tel. 02/508.85.85
[email protected]
Ik ben Pascale Hannoff en ik ben sinds 2004 ervaringsdeskundige. Eerst werkte ik met een groep moeders in Roeselare. Die kwamen samen om te praten over hun dagelijkse problemen: hun scheiding, de kinderen, betalingen, enzovoort. De bedoeling was om die moeders sterker te maken in hun dagelijks leven. Nu werk ik op de dienst voor pensioenen. Eerst moest ik de dienst leren kennen en zien wat beter kon. Dat leverde veel kleine veranderingen op. Mensen worden nu beter ontvangen. Ze moeten niet te lang wachten. Ze krijgen betere uitleg. De formulieren voor de aanvraag van hun pensioen zijn eenvoudiger. Wie een aanvraag doet, krijgt een kopie. Dat lijkt misschien eenvoudig. Maar daarvoor moest er wel eerst een nieuwe kopiemachine komen! Ik doe dit werk al jaren met plezier omdat ik mensen sterker wil maken. Ze moeten leren zich niet te laten doen. En de diensten mogen mensen niet betuttelen.
Ik ben Patricia De Witte. Ik ben gescheiden en heb vijf kinderen. Vroeger kreeg ik mijn alimentatie van het OCMW. Maar nu ik werk, krijg ik ze niet meer. Ik werk sinds 2006 als ervaringsdeskundige op de dienst DAVO (Dienst Alimentatievorderingen). Bij een scheiding moet de man vaak alimentatie betalen voor zijn kinderen en zijn vrouw. Maar niet alle mannen willen of kunnen betalen. Dan kan de moeder haar geld toch krijgen van de DAVO. Alleen vrouwen met een laag inkomen kunnen dat aanvragen. Maar het inkomen van de moeder zou daar geen rol in mogen spelen! Dat geld is immers voor de kinderen en die hebben daar recht op. Dat probeer ik de DAVO duidelijk te maken. Ze luisteren wel naar mij. Maar toch gaat het allemaal traag. DAVO bestaat nog niet zo lang. Ik hielp er ook een brochure schrijven en brieven in eenvoudige taal. Anders begrijpen de mensen dat niet.
Ik ben Jurgen Missegher en ik ben vijf jaar dakloos geweest. Ik weet wat het is om kou en honger te hebben. Niet zomaar een keertje, maar echt altijd honger. Ik ken nog altijd veel daklozen. Ambtenaren worden die 'zielige verhalen' soms beu. Ik luister naar die verhalen om mensen beter te kunnen helpen. Ik wil niet dat ze hetzelfde moeten meemaken als ik. Ik werkte al in een home en een sociaal restaurant voor daklozen. Ik zat altijd in de leefgroep tussen de mensen. Als ik zag dat iemand geestelijke problemen had, zocht ik hulp. De andere medewerkers hadden daar niet altijd tijd voor. Die werkten vooral op hun kantoor. Binnenkort ga ik misschien in de sociale dienst van een ziekenhuis werken. Maar dat is nog niet zeker.
6 Inkomen
Iedereen verdient een inkomen om goed van te leven Arme gezinnen besteden bijna de helft van hun budget aan voeding, huur, verwarming, verlichting en water. Dit zijn dingen die ze echt nodig hebben. Gezinnen die niet in armoede leven geven hier maar een derde van hun budget aan uit.
Won en 644 Gas 6 eu , wa ro ter,e lektr i citei 1818 t Eten euro 396 4eur o 1222 And 8 euro ere: 2 14 Alle s sam 83 euro en u itgeg even 337 12 eu ro
Huishoudboekje van een gezin met een gewoon inkomen
De prijzen stijgen. Een kilo appelen is vandaag duurder dan vorig jaar. Ook een brood kost meer. Door de hogere prijzen in de winkel kan je minder kopen. Je geld lijkt minder waard. Het raakt immers vlugger op. ro 7 eu 526 teit en trici k e l Won e ter, ro , wa 4 eu Gas 147 euro 2939 ro eu Eten 9680 ro eu 0337 even 1 : e er itgeg u And n e o s sam 017 eur Alle 20
Huishoudboekje van een gezin in armoede
Dit betekent dat gezinnen in armoede ongeveer 10.337 euro besteden aan de dokter, geneesmiddelen, kleding, schoenen, vervoer, telefoon, poetsmiddelen, toestellen voor het huishouden, lichaamsverzorging, meubelen, uitgaan, drank, vakantie, tijdschriften, kranten, boeken, uitstappen, cultuur, sport, verzekeringen, verjaardagen, schoolkosten,… Gezinnen met een gewoon inkomen hebben hier 21.483 euro voor.
De helft van de gezinnen met een laag inkomen vindt dat ze niet genoeg geld hebben om van te leven.
UITSPRAAK "Ik stempelde. Na een tijdje nam ik een job aan. Even later werd ik terug werkloos. Mijn uitkering is gebaseerd op mijn laatste loon. Die job was niet goed betaald. Ik heb in mijn eigen vel gesneden. Volgende keer zal ik wel drie keer nadenken voor ik weer een job aanneem." IN HET PLAN STAAT dat de laagste sociale uitkeringen moeten verhogen.
IN HET PLAN STAAT dat de minimumpensioenen en de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) moeten verhogen.
Twee op drie gezinnen met een laag inkomen maakt zich grote zorgen over zijn pensioen.
De index Als het leven duurder wordt, stijgen ook de lonen en de uitkeringen. Dat komt door de aanpassing aan 'de index'. Dan kan iedereen toch blijven kopen wat hij nodig heeft. De overheid past al sinds 1920 de lonen en uitkeringen aan aan de stijging en de daling van de prijzen. Van 1920 tot nu werd alles maar liefst 15 keer duurder. Om te berekenen hoeveel de prijzen gestegen zijn, kijkt de overheid naar de prijzen van bijna 500 producten en diensten. Dat zijn bijvoorbeeld brood, gas, kledij, huur, de bus, naar de film gaan, verzekeringen, enzovoort. Als de prijzen van al die producten van 100 euro naar 102 euro stijgen, dan zegt men: "de index is gestegen". En dan stijgen de lonen en de uitkeringen ook. De regering wil de aanpassing aan de index zeker houden. Anders zou er nog meer armoede komen in België.
Meer welvaart kost geld Maar vaak is de aanpassing aan de index alleen niet genoeg. Mensen willen nog meer verdienen. Dat hebben ze nodig voor een nieuwe computer of GSM. Ze nemen ook graag enkele korte vakanties. En ze willen vaker op restaurant. Om dat allemaal te kunnen doen, hebben mensen meer geld nodig. Wie werk heeft, kan meer loon eisen. Daar strijden de vakbonden voor. Maar zij willen dat ook de uitkeringen stijgen. Want die zijn te laag, zelfs met de aanpassing aan de index. Na acties van de vakbond, laat de regering sinds 2006 ook de uitkeringen mee met de index stijgen. Het gaat over uitkeringen voor pensioen, invaliditeit, werkloosheid, het leefloon, uitkeringen voor personen met een handicap, enzovoort. Dat gaat stap voor stap. Niet alle uitkeringen kunnen even snel of even hoog stijgen. De overheid wil nu vooral dat de laagste uitkeringen en het kindergeld stijgen.
UITSPRAAK "Terug gaan werken is niet altijd interessant. Men houdt enkel rekening met het brutoloon van de mensen. Maar er zijn ook extra kosten: vervoer, de huur van de sociale woning stijgt en er komen ook belastingen bij." IN HET PLAN STAAT dat het belastingsvrije minimum moet verhogen. Daardoor houden mensen met een laag inkomen meer over om van te leven.
UITSPRAAK van een jonge moeder “Ik zou gaan werken moest ik 1.100 euro verdienen. De crèche kost veel geld.” IN HET PLAN STAAT dat de minimumlonen moeten verhogen.
Foto archief Brandpunt 23
UITSPRAAK van een oudere "Met mijn klein pensioentje kom ik niet rond."
Aanpassing aan de index, ook voor uitkeringen
Het is vaak zo dat je je kind niet kunt opvoeden zoals je wil. Het is moeilijk als er te weinig geld is, of als je iets niet kunt betalen voor de school. Of als je in een vochtig of een te klein huis woont … uit het project ‘Gezin’ van Centrum Kauwenberg - Antwerpen
Inkomen 7
Kinderen
Overheid helpt ouders Kinderen opvoeden is geen gemakkelijke taak. Kinderen opvoeden met te weinig geld maakt het extra moeilijk. Een op 7 Belgische kinderen leeft in armoede. Aan liefde is er meestal geen gebrek. Veel ouders sparen zich het eten uit de mond om hun kinderen te geven wat ze nodig hebben. De overheid wil die ouders helpen. Ze neemt een aantal kosten op zich. Evenveel onderhoudsgeld voor alle kinderen
Na een scheiding moet er vaak onderhoudsgeld betaald worden voor de kinderen. Niet iedereen kan of wil dat doen. Dan kan de partner een voorschot vragen aan de Dienst voor Alimentatievorderingen (DAVO). Meer info over DAVO: op het gratis nummer 0800 12 302.
Bij een scheiding bepaalt de rechter hoeveel onderhoudsgeld de kinderen krijgen. Sommige rechters geven hoge bedragen, andere lage. Dat moet veranderen. Alle kinderen moeten ongeveer evenveel onderhoudsgeld krijgen.
Extra kindergeld Ouders van geplaatste kinderen krijgen steun Elk jaar plaatst de jeugdrechter kinderen. Voor de ouders is dat heel pijnlijk. En het kost vaak ook veel geld. Wie zijn kinderen moet plaatsen, krijgt daarom steun van de overheid.
Vanaf nu wordt het kindergeld geleidelijk hoger. Binnen enkele jaren zouden ouders een hele maand kinderbijslag extra moeten krijgen. Gezinnen met maar één ouder en een laag inkomen krijgen extra steun.
Iedereen dezelfde voordelen De meeste mensen betalen belastingen. Hoeveel belastingen je betaalt, hangt af van je inkomen. Veel mensen mogen eerst kosten van hun inkomen aftrekken. Bijvoorbeeld de kosten voor de opvang van hun kinderen of oudere familieleden (+65), en de kosten voor verbouwingen aan hun huis om energie te besparen. Door deze kosten eerst af te trekken, moeten ze minder belastingen betalen. Zo krijgen ze dus een groot voordeel. Mensen met een laag inkomen betalen meestal geen of heel weinig belastingen. Maar daardoor hebben zij dit voordeel ook niet. Dat is niet rechtvaardig. Want zij zorgen ook voor hun kinderen of oudere familieleden. En ze wonen vaak in een huis dat verbouwd moeten worden. Daarom zal de overheid ervoor zorgen dat ook mensen met een laag inkomen die kosten terug krijgen, zoals iedereen.
Foto archief Brandpunt 23
Dienst DAVO betaalt alimentatie
Schulden zijn een last. Het is iets dat je parten speelt, de hele dag en avond. Het is een zwaarte in je levenskracht. Iets waarvan je moeilijk kan slapen omdat je erover piekert. Hoe is het zover kunnen komen? Kon ik er zelf iets aan doen? Hoe geraak ik eruit? En waarom heb ik weer tegenslag? uit 'Waar is iedereen?' vzw ‘t hope - Roeselare
De strijd tegen schulden Wie te weinig geld heeft om rond te komen, heeft vaak schulden. Dat maakt het moeilijker om uit de armoede te geraken. Het is best om zo weinig mogelijk schulden te maken. En wie schulden heeft, moet beter geholpen worden. Daarom zijn volgende maatregelen nodig. * Grote winkels zoals Carrefour, Mediamarkt en Krefel maken veel reclame voor hun kredietkaart. Daarmee kunnen hun klanten kopen op afbetaling. Ook banken zoals Cofidis of Mevrouw Leemans geven gemakkelijk krediet. Maar achteraf moeten hun klanten dan hoge intresten betalen. Dat moet vooraf duidelijk gezegd worden. Dan zullen mensen beter nadenken voor ze een kredietkaart gebruiken of een lening vragen. * Kansspelen kunnen verslavend werken. Een gokverslaafde kan veel geld verliezen in het casino, aan de geldmachine, de Lotto of spelletjes op tv. Daarom moeten spelers beter beschermd worden. Spelers moeten goed weten dat ze een risico lopen. En mensen die in de problemen geraken, moeten hulp krijgen. * Iemand met te veel schulden kan die niet altijd afbetalen. De rechter duidt dan een ‘schuldbemiddelaar’ aan. Die beheert het inkomen van de persoon met schulden. Hij beslist over het geld. Een deel gaat naar de huur, de verwarming, eten, enzovoort. De rest dient om schulden af te betalen. De persoon met schulden weet vaak echter niet meer hoe ver hij staat. De schuldbemiddelaar moet daarover minstens 1 keer per jaar duidelijke uitleg geven. Hij moet ook 2 keer per jaar zeggen wat hij betaald heeft.
Foto archief Brandpunt 23
* De deurwaarder komt langs als je een factuur niet betaalt. Hij heeft een ‘minnelijke invordering’ bij. Daarmee eist hij dat je betaalt. Veel deurwaarders rekenden zelf hoge kosten aan om langs te komen. Daardoor geraakten mensen nog dieper in de schulden. Door een nieuwe wet moet de deurwaarder nu gratis komen.
Door een nieuwe wet moet de deurwaarder nu gratis komen.
* Voor een zelfstandige is failliet gaan een ramp. Hij verliest niet alleen zijn inkomen. Meestal moet hij ook veel schulden terugbetalen. Daarom krijgt een zelfstandige als hij failliet gaat enkele voordelen. Het eerste jaar blijft hij kinderbijslag trekken en krijgt hij zijn kosten bij ziekte terug. En hij heeft recht op een vergoeding van 847 euro voor een alleenstaande of 1.125 euro voor een gezin. Niet alle zelfstandigen kennen deze voordelen. Dat moet verbeteren.
8 Gezondheid
Jo Bernagie is dokter in een wijkgezondheidscentrum
Wij willen de mensen gezond maken en houden Jo Bernagie is huisdokter. Ze werkt in wijkgezondheidscentrum ’t Spoor in Borgerhout. Voor de patiënten is het gratis.
Wie betaalt u dan? Wij krijgen een vast bedrag per patiënt van het ziekenfonds. Voor weduwen, invaliden, gehandicapten en wezen (mensen met een WIGWstatuut) krijgen we meer. Ook mensen zonder papieren zijn welkom. Wij krijgen daar geen geld voor. Maar zij hebben ook recht op goede zorgen. Onze patiënten mogen zo vaak komen als nodig. Maar ze mogen niet naar een andere dokter. Want dan krijgen
ze niets terug van het ziekenfonds. Dat is eigenlijk een voordeel. Want dan kunnen wij hen beter opvolgen. Zijn de geneesmiddelen gratis? Neen, die moeten ze betalen. Maar we letten erop dat we niet de duurste middelen geven. We sturen ook niemand naar een duur ziekenhuis. Is er nog een verschil met een gewone huisdokter? Ja, wij werken met meerdere mensen samen. Bij onze psycholoog kunnen mensen praten over hun geestelijke problemen. Onze sociaal assistent helpt bijvoorbeeld met de papieren van het ziekenfonds. Of hij gaat praten met het ziekenhuis als iemand zijn voorschot niet kan betalen. Wij proberen mensen ook op andere manieren te helpen. In een vochtig huis bijvoorbeeld word je nu eenmaal gemakkelijk ziek. Dan helpen we mee om een gezonde woning te vinden. Dat helpt veel beter dan een pilletje.
Wijkgezondheidscentrum gezocht? Er zijn wijkgezondheidscentra in Antwerpen, Sint Niklaas, Mechelen, Alken, Genk, Kessel-Lo, Aalst, Gent en Brussel.
Adressen vind je op de website www.vwgc.be.
Waar heb je recht op? Naar de dokter of het ziekenhuis gaan, kost veel geld. Mensen in armoede moeten vaak minder betalen. Hieronder vind je daar meer info over. Vraag aan je ziekenfonds waar je recht op hebt. Forfaitair systeem
In een wijkgezondheidscentrum mogen patiënten altijd gratis naar de dokter.
Foto Wablieft
Wat is een wijkgezondheidscentrum? Jo Bernagie: Wij werken in een wijk waar veel mensen in armoede leven. Iedereen binnen de Ring van 2140 Borgerhout is welkom. Ik werk hier samen met nog een andere dokter, een verpleger, een administratief bediende, een sociaal assistent en een psycholoog. Acht vrijwilligers zorgen voor het onthaal. Wij hebben nu ongeveer 800 patiënten. Die moeten niets betalen.
Wij willen gezonde mensen Jo Bernagie: We helpen mensen om gezond te blijven. Daarvoor werken we samen met organisaties in onze wijk. Zo begon een groep Marokkaanse vrouwen te sporten. Zij wilden dat niet met mannen en vrouwen samen. Er zijn nu aparte uren in de fitnessclub en dat werkt goed. Wij nodigen ook al onze patiënten uit voor een spuit tegen de griep. Of we sturen een brief naar vrouwen om hun borsten te laten onderzoeken. In de buurthuizen en het OCMW gingen we al een paar keer spreken over suikerziekte. We doen mee aan de actie 'Pak je Kans' om te stoppen met roken. Voor kinderen maakten we een spel over gezonde voeding. Want jong geleerd is oud gedaan.
Dit staat in het plan tegen de armoede Er moeten meer wijkgezondheidscentra komen.
Globaal medisch dossier Wie altijd naar dezelfde huisdokter gaat, krijgt meer terug van het ziekenfonds.
Dit moet meer bekend worden.
Derde betaler
Patiënten met weinig geld betalen alleen het bedrag dat het ziekenfonds niet terugbetaalt.
Dit moet vlotter verlopen.
OMNIO-statuut
Patiënten met een laag inkomen krijgen meer geld terug van het ziekenfonds. Zij moeten eerst het OMNIO-statuut aanvragen.
*Mensen met een laag inkomen zouden dit statuut automatisch moeten krijgen. *Ziekenhuizen zouden aan deze mensen geen voorschot meer mogen vragen.
Maximumfactuur (MAF)
Patiënten met een laag inkomen moeten nooit meer dan 450 euro remgeld betalen per jaar.
*De terugbetaling moet vlotter verlopen. *Ziekenhuizen zouden aan deze mensen geen voorschot meer mogen vragen.
Medische kaart
Met deze kaart van het OCMW krijg je gratis verzorging in dringende gevallen. Bij opname in het ziekenhuis moet je bijvoorbeeld geen voorschot betalen (zie ook bladzijde 12).
Niet elk OCMW heeft zo'n kaart. Dat moet verbeteren.
Jo Bernagie met een patiënt Magda Snoeks
Magda Snoeks Maximumfactuur maakt het verschil Mijn man had suikerziekte. Hij moest vaak naar het ziekenhuis. Ze hebben zijn halve voet afgezet. Door zijn slechte gezondheid ging het ook in zijn hoofd mis. Dat kostte allemaal veel geld. Ik heb mijn man negen jaar thuis verzorgd. Dat ging ten koste van mijn eigen gezondheid. Ik kreeg ook suikerziekte. Maar ik had geen geld meer om naar de dokter te gaan. We moesten kiezen: mijn man of ik. Ook voor gezonde voeding had ik niet genoeg geld. En zo werd het altijd erger. Ik moest zelfs geld lenen om het ziekenhuis te betalen. Onze schulden werden altijd groter. Ik heb later vier jaar afbetaald. Eerst was dat 25 euro per maand. Meer kon ik niet betalen. Maar daarna was dat meer, omdat het anders te lang zou duren. Dat waren vele duizenden euro’s. Mijn zoon moest helpen om alles af te betalen. Ik heb nu recht op de ‘maximumfactuur’. Dat maakt een groot verschil. Ik moet nu nog maar 450 euro per jaar betalen. Alles daarboven stort het ziekenfonds terug. Toch is dat nog een probleem. Want ze betalen soms pas na een half jaar. Dan is het nog moeilijk om rond te komen. Ze zouden sneller moeten terugbetalen.
Werk
Werk, het beste middel tegen armoede Het leven is duur. De rekeningen blijven maar komen: voor de huur, voor de verwarming en elektriciteit, voor eten, voor de school… Werken blijft het beste middel om aan de armoede te ontsnappen. Maar niet iedereen vindt zomaar een job. Er bestaan verschillende manieren om mensen aan werk te helpen. Bijvoorbeeld de dienstencheques. Of het statuut 'artikel 60' van het OCMW. Voor mensen zonder papieren loont ook werk als vrijwilliger de moeite. YETER WERKT ALS STRIJKSTER MET DIENSTENCHEQUES
Ik werk in een goede groep
"Als je werk hebt, heb je geld. Dan heb je alles wat je nodig hebt. Ik vind dat elke mens werk moet hebben dat hij aankan. Dan voel je je goed." Hugo, 43 jaar
DANIEL WERKT IN KRINGLOOPWINKEL ALS 'ARTIKEL 60-er'
Ik wil terug vast werk zoeken Daniël Geeraerts werkte vroeger in een fabriek. Daarna had hij een eigen taverne. Nu werkt hij in een kringloopwinkel. Hij beheert de voorraden.
Yeter: “Onze klanten betalen met dienstencheques. Eén dienstencheque kost 7 euro. Voor één zak strijk betalen ze 2 dienstencheques. Vroeger werkte ik als poetsvrouw. Maar dat is te zwaar voor mijn rug. Ik volgde ook een opleiding huishoudhulp. Ik ben blij dat ik nu hier kan werken. Ik doe het al twee jaar en wil hier zo lang mogelijk blijven. Ik werk in een goede groep en ik doe het heel graag. Ik mag ook mijn sjaal ophouden. Dat is belangrijk voor mij. Ik heb een contract van onbepaalde duur. De dienst helpt mij ook met mijn papieren.”
MENSEN ZONDER PAPIEREN WERKEN VRIJWILLIG
Vrijwillig werken om land te leren kennen
Daniël: "Ik heb een ongeluk gehad en was bijna mijn voet kwijt. Ik moest mijn taverne sluiten en kwam bij het OCMW terecht. Nu werk ik in het statuut ‘Artikel 60’ van het OCMW. Daarmee kan ik hier 1,5 jaar werken en geraken mijn papieren terug in orde. In onze kringloopwinkel werken 140 mensen. Als zij iets nodig hebben voor hun werk, sturen ze mij een e-mail. Ik ga dat dan halen in het magazijn. Ik kijk na of er nog voorraad is van papier, pennen, etiketten, werkkledij, handschoenen, drank, enzovoort. Nu kan ik gelukkig al terug stappen en fietsen. Maar het duurt lang voor alles helemaal genezen is. Gelukkig kon ik in de kringloopwinkel beginnen. Want ik heb heel mijn leven gewerkt. En wanneer ik hier gedaan heb, vind ik hopelijk meteen vast werk."
Sonja: "Waarom zou ik werken? Thuis hou ik meer over"
De staatssecretaris: "Werken moet meer opbrengen dan thuis blijven!"
Sonja: "Ik heb een uitkering van 900 euro. Ik kan deeltijds gaan werken. Maar dan blijf ik 900 euro verdienen. En ik krijg dan ook nog een premie van 150 euro. Dit betekent dat ik moet gaan werken voor 2 euro per uur. Daar doe ik het niet voor!"
Iemand met een uitkering heeft soms meer inkomen dan wanneer hij gaat werken. Daar zijn verschillende redenen voor. Sommige lonen zijn erg laag. Daarbij komen nog de kosten voor vervoer, kledij, kinderopvang, enzovoort. Iemand met een uitkering krijgt vaak nog andere voordelen: een telefoonkaart, een lager tarief voor elektriciteit, meer kinderbijslag, enzovoort. Wie gaat werken, verliest deze voordelen. De staatssecretaris wil dat veranderen. "Wie gaat werken, moet zich kunnen verbeteren. Veronderstel dat iemand 1.000 euro heeft met zijn uitkering en voordelen. Die moet minstens 1.250 euro verdienen als hij gaat werken en sommige voordelen kunnen houden."
Foto archief Brandpunt 23
In ons land zijn er 50.000 mensen zonder papieren. Zij hebben het niet gemakkelijk. Ze krijgen heel wat hulp van mensen die het goed met hen menen. Eén van hen vertelt: "Vijf jaar geleden was er een actie van de politie in mijn buurt. Ze zochten een ‘huisjesmelker’. Die vroeg een heel hoge huur voor slechte kamers aan mensen zonder papieren. De huisjesmelker werd opgepakt. Maar de huurders zelf ook. Dat vond ik niet eerlijk. Daarom help ik mensen zonder papieren."
Foto Wablieft
Foto Wablieft
Yeter Harmandar werkt als strijkster bij een strijkdienst. Yeter is in België geboren maar ze is Belgische én Turkse. Aan één zak strijk werkt ze ongeveer 2 uur.
9
"Soms krijgen mensen zonder papieren een tijdelijke vergunning of een arbeidskaart. Dan mogen zij een tijdje werken. Daarna mag dat niet meer. Maar soms blijven zij dat toch doen, vaak ook als vrijwilliger. Ze doen dat om iets bij te verdienen of om onder de mensen te komen. Om papieren te krijgen moeten zij immers aantonen dat zij helemaal thuis zijn in België. Zo ken ik iemand uit Nepal. Hij is al 12 jaar tolk. Hij werkt soms zelfs voor de overheid. Een man uit Iran is klusjesman in een organisatie voor mensen die gefolterd werden. Een vrouwelijke dokter uit Iran helpt in een home voor bejaarden. Al deze mensen zetten zich in voor anderen. Ook al zijn ze 'illegaal' in België. Hopelijk helpt hun werk als vrijwilliger hen om hier te mogen blijven."
10 Wonen
Soms belanden mensen gewoon op straat. En dan? Ann Van Beurden werkt bij de Huurdersbond. “Nogal wat mensen wachten te lang om hun huur te betalen. Want er liggen nog zo veel andere dringende rekeningen", zegt ze. "Maar zo geraken ze in de problemen.”
Er zijn nog wel krotten te huur? Dat is juist. Maar krotten verhuren mag niet! Iedereen kan dat aan de gemeente melden. Dan wordt zo'n krot eerst onderzocht. Zijn er scheuren in de muren of zijn ze vochtig? Is de gasbrander of de elektriciteit gevaarlijk? Enzovoort. De burgemeester mag een krot dan
Het lijkt of er steeds meer dakloze vrouwen bijkomen. Maar het aantal daklozen tellen is niet gemakkelijk. Daarom gaan er meer en betere tellingen komen. Zo wordt het probleem duidelijker. En dan kunnen er ook betere oplossingen komen.
Ann Van Beurden van de Huurdersbond
Hoeveel daklozen zijn er in België?
'onbewoonbaar' verklaren. In dat geval moét de huurder er uit. Maar de fout ligt bij de eigenaar. Dus dan kan je zelfs naar de rechter stappen om het huurgeld terug te krijgen. Dat lukt wel niet altijd. De burgemeester moet ook voor een andere woning zorgen. Waarschijnlijk kom je dan op de wachtlijst voor een sociale woning. En als er nergens plaats is, staat de huurder toch nog op straat. Daardoor huren de meesten dan terug een slechte woning. Ze kunnen wel een premie krijgen. Maar dat is enkel voor woningen onder de 500 euro per maand. Dan is er niet veel keuze natuurlijk.
* In Brussel zijn er 1.771 daklozen. Die werden geteld op 19 november 2008 tussen 23 en 24 uur. Er sliepen 1.509 daklozen in een opvangcentrum, en 262 op straat. * In 2007 hadden in Vlaanderen10.316 daklozen contact met een centrum voor thuislozen. Hoeveel er geen contact zochten, is niet geweten. * In Wallonië waren er in 2004 ongeveer 5.000 daklozen. Dat zijn er nu meer, maar juiste cijfers zijn er niet. Alles samen zouden er meer dan 17.000 daklozen zijn in België. Dat is ongeveer zoveel als het aantal inwoners in bijvoorbeeld Blankenberge. Er komen steeds meer daklozen bij. 1 op 2 daklozen is jonger dan 30 jaar. 1 op 3 is een vrouw. Vroeger waren er dat veel minder. 1 op 3 is tussen 30 en 50 jaar. Vroeger waren er meer +50ers. 1 op 3 is gehuwd. 1 op 5 is gescheiden. 1 op 4 is allochtoon.
Sommige krotten worden verhuurd door 'huisjesmelkers'. Huisjesmelkers buiten mensen uit. Zij verhuren bijvoorbeeld krotten aan mensen zonder papieren. Die moeten dan (duur) betalen per matras. Dat is een schande. En het is tegen de wet. De politie valt soms wel eens binnen in zo'n krot. Iedereen krijgt dan controle. De eigenaars kunnen zware boetes krijgen of moeten zelfs naar de gevangenis. Maar ook de huurders worden dan aangepakt. Die mensen zijn vaak illegaal in ons land. Zij worden opgepakt. De anderen belanden vaak bij een andere huisjesmelker. Want mensen zonder papieren kunnen immers bijna nergens anders terecht.
Meer info op www.vob-vzw.be www.huurdersbond.be
1 op 2 heeft minder dan het leefloon. 1 op 3 heeft een uitkering. 1 op 3 heeft geen inkomen. 1 op 5 krijgt bijstand van het OCMW. 1 op 8 heeft werk. 1 op 2 is laaggeschoold.
Foto archief Brandpunt 23
Hoe komt het dat er zo weinig betaalbare huurwoningen zijn? Wie een huis verhuurt, wil daar iets aan verdienen. Maar er komt ook altijd veel bij kijken. Er is het onderhoud van het huis, problemen met de huurder, de regels van de overheid… Veel eigenaars zien dat niet meer zitten. Ze verhuren niet meer. Daardoor zijn er steeds minder huurwoningen en worden de huurprijzen nog hoger.
Foto Wablieft
Wat kan een huurder dan doen? De meeste mensen gaan naar het OCMW. Die helpen een plan maken om alles af te betalen. Ondertussen moeten ze natuurlijk een andere woning zoeken. In België zijn er echter te weinig goedkope woningen. Voor een sociale woning zijn er lange wachtlijsten. Sommige OCMW's hebben een noodwoning. Daar kunnen mensen tijdelijk terecht. Maar ook die zitten overal vol. Eigenlijk zou elke gemeente geld moeten hebben om mensen te helpen die op straat staan.
Foto's Wablieft
Wat gebeurt er als je je huur niet betaalt? Ann: Mensen in een sociale woning krijgen soms nog hulp van een sociaal assistent. Die stelt mee een plan op om alles op tijd te betalen. De meeste andere eigenaars willen zo snel mogelijk hun geld. Krijgen ze hun geld niet? Dan zetten ze mensen soms gewoon op straat. Het slot van de deur wordt veranderd. En de huurder kan niet meer binnen. Dat is wel tegen de wet! De eigenaar moet eerst naar de vrederechter. Die stelt dan voor om de niet betaalde huur in stukken terug te betalen. Maar dat gaat niet altijd. Niet iedereen kan 2 of 3 maanden huur betalen. De rechter kan dan beslissen dat de huurder uit de woning moet. Ook dan staat hij dus op straat. En hij moet de huur toch nog betalen. Daar komen de kosten van het gerecht nog eens bij. Dat is soms veel geld!
Uit je huis gezet worden, is zo al een ramp. En dan de woorden op de brieven die je daarvoor krijgt. Je wordt dan 'gesommeerd om de woning te ontruimen”… Dat klinkt echt kwetsend. Daar moet iets aan gedaan worden. Maria, 56 jaar
Het gerecht
Energie
Werkgroep energie en armoede
Recht op energie! Mieke Clymans, Paul Rosiers, Patricia Stepman en Ferdinand Van Baelen werken al tien jaar samen in de werkgroep 'energie en armoede'. ampère ook nog wegnemen. Er zijn zo 308 commissies in Vlaanderen. Soms kiezen ze de kant van de mensen in armoede. Maar soms ook niet. Het hangt af van je gemeente of je geluk hebt of niet.
Welke problemen zie je vaak? Paul: Vaak kunnen mensen hun factuur niet op tijd betalen. Of ze verstaan hun factuur en de brieven van hun leverancier niet. Bij een verhuis moeten alle papieren goed in orde zijn. Als dat niet lukt, kan je worden afgesloten. Patricia: Een leverancier kan je laten vallen. Dan kan je nog moeilijk ergens anders terecht. Je komt dan bij de netbeheerder.
Heb je als afnemer van energie dan geen rechten? Mieke: Toch wel. Zo krijgt iedereen meer dan 100 kWh gratis elektriciteit. En dat is goed. Er bestaat ook de 'sociale maximumprijs' voor mensen met een leefloon of een handicap, bejaarden met een laag inkomen enzovoort. Zij moeten minder betalen. Vanaf 1 juli 2009 krijgen ze dit voordeel zelfs automatisch. Ze moeten het niet meer aanvragen. Als dat in orde komt, zullen we heel blij zijn. Een ander voordeel is dat deze mensen 'beschermde klanten' zijn. De kosten voor de aanmaningen die zij krijgen, moeten ze niet betalen. Dat kan soms oplopen tot honderden euro’s. Ze krijgen ook 150 euro als ze een 'zuinige' ijskast kopen. Dat is allemaal goed. Maar werklozen, langdurig zieken met een laag inkomen, en mensen in schuldbemiddeling krijgen dat lage tarief niet meer. De slogan van jullie werkgroep is : 'Recht op energie'? Wat betekent dat voor jullie? Patricia: Iedereen zou meer gratis elektriciteit moeten krijgen. Wie dan toch meer verbruikt, moet dan maar bij betalen.
Foto Wablieft
Krijg je dan zeker elektriciteit? Patricia: Zolang je betaalt wel. Anders krijg je een budgetmeter. Dan moet je vooraf een kaart opladen om elektriciteit te krijgen. Dat is wel een goede manier om zuinig te zijn. Eind 2007 hadden 34.300 mensen in Vlaanderen een budgetmeter. De leveranciers zouden er meer willen. Maar vaak laten mensen hen niet meer binnen. Als je de kaart niet meer kunt opladen, mogen ze je afsluiten. Je krijgt dan nog 10 ampère. Vroeger was dat 6 ampère. Dat is nu al beter, maar nog altijd niet genoeg. Met 10 ampère doe je geen kookwas. Paul: Sommige mensen kunnen zelfs hun kaart niet opladen. Dan beslist een commissie of ze die laatste 10
Ferdinand Van Baelen uit Mol, Paul Rosiers uit Borgerhout, Patricia Stepman uit Aalst en Mieke Clymans uit Turnhout werken al tien jaar in de werkgroep 'energie en armoede'. "Ik leefde twee jaar zonder elektriciteit", vertelt Paul. "Koken kon ik daardoor niet. Ik leefde van boterhammen.”
Een gratis advocaat voor mensen in armoede Lies Heugebaert werkt bij Recht-Op vzw. Dat is een vereniging waar armen het woord nemen in Antwerpen. Zij helpt gezinnen als ze te maken krijgen met het gerecht. Bijvoorbeeld als ze hun rekeningen niet kunnen betalen. Of als ze problemen hebben met hun huisbaas of als er iets misloopt met de kinderen. Niet veel mensen in armoede stappen zelf naar een advocaat of de rechter als ze een probleem hebben. Hoe komt dat? Lies: Er is veel wantrouwen. Nogal wat mensen hadden slechte ervaringen met het gerecht. Ze geloven niet meer in een goede afloop. "De rechter kiest toch de kant van de sterkste", denken ze. Of ze durven hun verhaal niet vertellen. "Als ik zeg dat mijn huis ongezond is, geraak ik misschien mijn kinderen kwijt", vrezen ze. Zo’n vaart loopt het meestal niet. Maar die schrik zit er toch in. De grootste schrik om naar een advocaat of rechter te stappen, zijn echter de kosten. Mensen in armoede kunnen toch een 'pro deo' advocaat vragen? Dat is juist. Een 'pro deo' advocaat moet je niet betalen. Je kan aan elke advocaat vragen om pro deo te werken. Soms doen zij dat, soms niet. Je kan het ook vragen aan het 'Bureau voor Juridische Bijstand' in het gerechtsgebouw. Vroeger heette dat het 'pro deo-bureau'. Daar krijg je altijd een gratis advocaat. Die kan je niet zelf kiezen. Het is meestal wel iemand die goed weet waar je zaak over gaat. Zijn er nog andere manieren om de kosten onder controle te houden? Je kan de rechter om kostenvermindering vragen. Hij houdt er dan rekening mee dat je niet veel geld hebt. Te weinig mensen weten dit. Maar daar wil de overheid iets aan doen. Ze gaan ervoor zorgen dat meer mensen dit weten. Mensen in armoede krijgen vaak gedwongen met het gerecht te maken. Kunnen ze dan ergens terecht voor hulp? Iedereen kan met al zijn vragen terecht bij een Wetswinkel, een Justitiehuis, een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk, of bij het OCMW. Deze diensten kunnen ook helpen om een advocaat te zoeken. Soms helpen ze zelfs een brief schrijven. Meestal werken deze diensten helemaal gratis. Ook dat weten te weinig mensen. Deze
Foto Wablieft
Wat doen jullie in de werkgroep? Ferdinand: Wij voeren actie en praten met politici. We willen dat de elektriciteit niet zomaar kan worden afgesloten. We geven mensen informatie en helpen bij problemen.
11
Lies Heugebaert werkt bij Recht-Op vzw. Zij helpt gezinnen als ze te maken krijgen met het gerecht. diensten gaan meer geld krijgen van de overheid. Dat is goed. Want dan zullen meer mensen weten dat het gerecht niet altijd in hun nadeel werkt. Mensen klagen wel eens dat ze 'van het kastje naar de muur' worden gestuurd. Ik begrijp die mensen. Het is natuurlijk goed dat er zoveel diensten zijn. Maar ze hebben elk hun eigen regels, plichten, voorwaarden… Het is niet altijd gemakkelijk om meteen de juiste dienst te vinden. En eens je die gevonden hebt, moet je daar ook nog eens enkele keren je verhaal doen. Dat kan vervelend zijn. Maar volgens het plan van de overheid komt er in de toekomst '1 loket'. Daar kan je dan voor alles terecht. Gaat er ook iets gebeuren aan de moeilijke taal van advocaten en rechters? Ik hoop het wel. Want de taal van veel rechters en advocaten is gewoon te moeilijk. Dat is voor iedereen zo en dat schrikt mensen af. 'Ze zullen mij wel dom vinden als ik het niet versta', denken velen. Er zijn plannen om te werken aan ‘eenvoudige taal’ en minder papieren. Maar dat is nog een werk van lange adem. Er gaan ervaringsdeskundigen in de armoede werken in de Justitiehuizen bijvoorbeeld. Dat is al een stap in de goede richting.
Alle info over het gerecht en adressen: www.just.fgov.be
12
Weetjes
Kinderen zoeken zelf oplossingen
Op het internet vind je een schat aan informatie. Maar niet iedereen kan zomaar op het internet. Veel mensen hebben geen computer. Of ze kunnen geen abonnement op internet betalen. Toch heeft iedereen recht op informatie. Daarom moet het internet goedkoper worden. En er moeten in alle wijken plaatsen komen waar iedereen gratis een computer mag gebruiken. Daar kunnen ze ook leren hoe ze er mee moeten werken. Een gebruiker vertelt het zo: "Vroeger dacht ik dat ik nooit een pc zou kunnen bedienen. Het zag er zo moeilijk uit. Voor de eerste computerles had ik schrik om niet te kunnen volgen. Maar het viel heel goed mee. Ik ben blij dat mijn nieuwsgierigheid het uiteindelijk haalde."
Unicef helpt kinderen in 156 landen. De organisatie wil meer weten over kinderen en armoede. Daarom gaat ze praten met minstens 50 Belgische kinderen. Samen met de Koning Boudewijnstichting onderzoekt ze wat het betekent voor een kind om arm te zijn. Hoe (over)leven ze? Worden ze gepest of uitgesloten omdat ze arm zijn? En hoe voelen ze zich daarbij? Welke oplossingen zien zij zelf voor de armoede? De kinderen gaan hun oplossingen zelf aan de politici vertellen. Dan kunnen die ervoor zorgen dat kinderen niet meer in armoede moeten leven.
Foto De Post
Foto Wablieft
Foto archief Brandpunt 23
Een computer voor iedereen
AUB Postbode
Een prijs voor de strijd tegen armoede
Heb je een ‘AUB Postbode’ voor het raam hangen? Dan stopt de postbode bij je thuis. Je kan van hem of haar zegels kopen. Je kan een rekening betalen of een aangetekende brief versturen. Maar volgens het plan tegen armoede zou de postbode nog meer kunnen doen. Hij of zij kan mensen met een laag inkomen bijvoorbeeld meer vertellen over goedkope stookolie of andere premies. Dan kent iedereen zijn rechten beter.
Drie personen of organisaties krijgen een prijs voor de strijd tegen armoede. De prijs gaat naar een persoon of organisatie die probeert iets te doen aan de armoede. De winnaars krijgen 10.000 euro en een trofee. Vind je dat je zelf de prijs verdient? Of ken je iemand die de prijs zou moeten winnen? Stuur dan een brief naar: POD Maatschappelijke Integratie, Anspachlaan1, 1000 Brussel. Of stuur een e-mail naar
[email protected]. Je kan ook bellen naar 02/508.85.85 of surfen naar www.mi-is.be. Daar vind je alle informatie over de prijs en de voorwaarden om deel te nemen.
Gratis naar dokter met medische kaart
Foto Pierre Pardon
Pierre Pardon is secretaris van het OCMW in Watermaal-Bosvoorde. Zijn OCMW geeft aan 80 families een medische kaart voor de dokter, het ziekenhuis of de apotheker. Pierre Pardon: "Alleen mensen die het echt nodig hebben, krijgen de kaart. Met de kaart moeten ze zelf niets betalen. Ze moeten ze gewoon tonen aan de dokter of apotheker. De factuur gaat dan naar het OCMW en wij betalen.
Pierre Pardon van het OCMW
Wij zorgen ook voor alle papieren en voor de terugbetaling door het ziekenfonds. Dat is voor iedereen handig. De dokter, de apotheker of het ziekenhuis zijn zeker dat ze hun geld krijgen. Ook dat is een voordeel. Want mensen met een laag inkomen kunnen de hoge rekeningen vaak niet betalen. In onze gemeente is de medische kaart onmisbaar. Ook OCMW’s in andere gemeenten geven een medische kaart. Elk OCMW beslist er zelf over. In het plan tegen armoede staat dat alle mensen in armoede een kaart moeten krijgen."
Klachten over leveranciers van energie Sinds 1 juli 2003 is de markt van aardgas en elektriciteit ‘vrij’. Je kan nu een contract afsluiten bij de leverancier die je zelf kiest. Dat heeft het niet altijd gemakkelijker gemaakt. In 2007 waren er 5.600 klachten over leveranciers. Met klachten over de afrekening bel je best eerst naar de klantendienst van de leverancier. Is je probleem dan niet opgelost? Stuur je klacht dan naar deze dienst van de overheid: FOD Economie, Algemene Directie Controle en Bemiddeling, WTC III, Simon Bolivarlaan 30,1000 Brussel. Of bel naar: 02/ 27.75.11. Je kan er ook terecht met klachten over misleidende reclame, betwisting van afgesloten contracten en het niet toekennen van het sociaal maximumtarief.
Wist je dat? Wist je dat in het plan tegen armoede staat: - dat het OMNIO-statuut automatisch moet worden toegekend? - dat het sociaal energietarief automatisch moet worden toegekend? - dat mensen met OMNIO-statuut extra voordelen moeten krijgen bij de NMBS? - dat het sociaal telefoontarief automatisch moet worden toegekend? - dat de dienst Davo je kan helpen als je problemen hebt met je alimentatie? - dat het OCMW van je gemeente je kan helpen bij problemen met kredieten? - dat je steun kan krijgen van de overheid als je kinderen geplaatst zijn? - dat je recht hebt op enkele voordelen als je failliet gaat? - dat je het groen nummer 0800/35.777 kan bellen als je in de problemen geraakt door kansspelen?
Heb je nog vragen over het plan tegen armoede? Bel naar: 02/508.85.85. Of stuur een e-mail naar:
[email protected]