Dronten De Gilden / Het Palet (1100) Bestemmingsplan
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
CODE 131103 / 17-12-15
GEMEENTE DRONTEN 131103 / 17-12-15 BESTEMMINGSPLAN DRONTEN - DE GILDEN / HET PALET (1100) TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
1. 1. 1. 2. 1. 3. 2.
PLANBESCHRIJVING
2. 1. 2. 2. 3. 3. 3. 3. 3. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 4. 5.
6. 6. 6. 6.
Huidige situatie De ontwikkeling van Het Palet
BELEID 1. 2. 3. 4.
Algemeen Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeente
MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
M.e.r.-beoordeling Ecologie Cultuurhistorie Archeologie Waterparagraaf Bedrijven en milieuzonering Geluid Bodem Luchtkwaliteit Externe veiligheid Kabels en leidingen
JURIDISCHE PLANOPZET
5. 1. 5. 2. 6.
Aanleiding van het plan Geldende bestemmingsplannen Leeswijzer
blz 1 1 1 2 4 4 5 11 11 11 13 15 19 19 19 21 21 22 23 24 26 27 27 28 29
Algemeen Bestemmingen
29 29
UITVOERBAARHEID
33
1. 2. 3. 4.
Algemeen Maatschappelijke uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Exploitatieplan
33 33 33 34
BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Waterparagraaf De Gilden fase 2 Geluidsberekeningen Ecologische toets Overleg en inspraak
131103
blz 1
1. INLEIDING 1. 1. Aanleiding van het plan Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de woonwijk De Gilden en Het Palet in het westen van Dronten. De woonwijk De Gilden, zijnde het oostelijk deel van het plangebied, is al voor een groot deel gerealiseerd. Incidenteel zijn nog enkele woningen mogelijk. Het westelijk deel (Het Palet) moet nog ingevuld worden. Dit woongebied krijgt flexibele mogelijkheden voor woningbouw. In de mogelijkheden die worden geboden wordt het gebied als het ware in twee delen opgedeeld. Daarover meer in hoofdstuk 2. Voor de oeverwoningen aan de Smederij wordt een afzonderlijke procedure gevoerd. Deze maken geen onderdeel uit van het plan. In figuur 1 is het plan aangegeven, met in lichtblauw de locatie voor de oeverwoningen aan de Smederij. De ligging van het plangebied is in figuur 1 weergegeven. Het doel van het bestemmingsplan is het bieden van een actuele juridischplanologische regeling voor het plangebied. Enerzijds gaat het dus om een conserverende regeling, anderzijds om het mogelijk maken van nieuwe woningbouw. 1. 2. Geldende bestemmingsplannen Momenteel is het gebied geregeld in diverse bestemmingsplannen. Het gaat om het moederplan en diverse uitwerkingsplannen. Het gaat om de volgende plannen: • bestemmingsplan De Gilden / Lage Vaart en reparatie bestemmingsplan Agrarische Onderwijs gemeente Dronten (1010) (vastgesteld op 29 november 2001); • partiële herziening bestemmingsplan De Gilden / Lage Vaart (1080) (vastgesteld op 19 juni 2008); • uitwerkingsplan De Gilden fase 1 (1011) (vastgesteld op 6 september 2005); • uitwerkingsplan Dronten - De Gilden Dijkzone 1 (1016) (vastgesteld op 16 februari 2010); • uitwerkingsplan Dronten - De Gilden Dijkzone 2 (1014) (vastgesteld op 22 februari 2011); • uitwerkingsplan Dronten - De Gilden fase 2 (1013) (vastgesteld op 13 november 2007); • uitwerkingsplan Dronten De Gilden Bastihoven (1015) (vastgesteld op 23 maart 2010); • uitwerkingsplan Dronten - De Gilden Wisentzone (vastgesteld op 17 oktober 2006); • uitwerkingsplan Dronten - De Gilden Waterrand De Smederij (1018) (vastgesteld op 4 juni 2012).
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 2
Figuur 1.
131103
De ligging van het plangebied
Op basis van het voornoemde ‘moederplan’ De Gilden / Lage Vaart en de daarin opgenomen uitwerkingsbestemming “Stadsuitbreiding” zijn de hiervoor genoemde uitwerkingsplannen vastgesteld die de woningbouw in dit gebied reeds mogelijk maken. 1. 3. Leeswijzer In hoofdstuk 2 is een beschrijving gegeven van het plan. Hierbij wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele aspecten van het plan. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een beschrijving gemaakt van het rijks-, provinciaal, regionaal en gemeentelijk beRho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 3
leid dat een relatie heeft met het plangebied en/of de ontwikkeling. In hoofdstuk 4 wordt op de diverse omgevingsaspecten ingegaan. Een juridische beschrijving van het plan is gegeven in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk wordt onder andere ingegaan op de bestemmingen. Tenslotte gaat hoofdstuk 6 in op de uitvoerbaarheid van het plan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. Ook wordt er in dit hoofdstuk aandacht besteed aan de grondexploitatie.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 4
131103
2. PLANBESCHRIJVING 2. 1. Huidige situatie Het plangebied ligt in het westen van Dronten. De Gilden wordt gebouwd ten westen van de woonwijk De Munten.
Figuur 2.
De huidige situatie van het plangebied
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 5
Tussen beide woonwijken liggen een aantal maatschappelijke voorzieningen in de vorm van een school, een gezondheidscentrum, een sporthal en een voorzieningencentrum. In het voorzieningencentrum zijn functies als dienstverlening, detailhandel, kantoren, maatschappelijke functies en horecabedrijven mogelijk. In het noorden, zuiden en westen kent het plangebied een harde begrenzing. In het noorden is dat de Hanzelijn. In het zuiden wordt De Gilden begrensd door het Wisentbos. Tussen het Wisentbos en het plangebied is ook nog een manege gepland. Ten westen van het plangebied ligt de Wisentocht en de Rendiertocht. Aan de andere zijden van deze watergangen ligt agrarisch gebied. Het noordelijk en oostelijk deel van het plangebied is inmiddels bebouwd met woningen. Het gebied kent een mix van woningbouwsegmenten. De meeste woningen in fase 1 zijn gerealiseerd. In fase 2 moeten met name in het laatste deel van deze fase nog woningen gebouwd worden. Het gerealiseerde deel van de wijk is verkaveld op basis van de kavelrichting van de voormalige agrarische gronden. In het plangebied lag een draaipunt van de kavelrichting. Dit draaipunt is goed terug te zien in de huidige verkaveling van de wijk. Zo heeft het zuidelijke deel een oost-west gerichte verkaveling. Het noordelijke deel heeft een noordoost-zuidwest georiënteerde verkaveling. Tussen het noordelijk en zuidelijk deel is een forse waterpartij aangelegd. Deze waterpartij wordt de wateras genoemd. In het zuidwesten van het plangebied liggen nog grote onbebouwde gronden. Deze gronden zijn nu nog agrarisch in gebruik. Het is de bedoeling dat hier ook woningbouw komt. Dit betreft het nieuwe woongebied Het Palet. De huidige situatie van het plangebied is weergegeven in figuur 2. 2. 2. De ontwikkeling van Het Palet Het Palet is als het ware te verdelen in twee deelgebieden. Voor het gebied ten oosten van de Gildemeesterdreef is al een stedenbouwkundige verkaveling gemaakt. Hier worden vooral traditionele woningen gerealiseerd. De mogelijkheden voor niet-woonfuncties, zijn hier beperkt tot de reguliere bedrijven en beroepen aan huis. Het andere deelgebied ligt ten westen van de Gildemeesterdreef. Voor dit gebied is nog geen stedenbouwkundige verkaveling opgesteld. Hier wordt een landschappelijk casco aangelegd waarbinnen ontwikkelingen mogen plaatsvinden. Naast reguliere woningen zijn hier ook bijzondere woonfuncties toegestaan. Bovendien is er functioneel ruimte om aan de woonfunctie ondersteunende functies te realiseren. Hierna worden beide deelgebieden nader omschreven. In figuur 3 is inzichtelijk gemaakt om welke gebieden het gaat: • de gele en blauwe vlakken betreffen het uitbreidingsplan de Gilden dat reeds is ontwikkeld; • het groene vlak betreft de Wisentzone dat eveneens inmiddels is ontwikkeld;
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 6
•
131103
Het Palet wordt nog ontwikkeld en is in de deelgebieden Oost en West te onderscheiden. In het navolgende wordt hier verder op in gegaan.
Figuur 3.
Een weergave van het uitgeefbare gebied van Het Palet
- Het Palet oost ( figuur 4)Dit deelgebied heeft een oppervlakte van circa 12 hectare. Voor dit gebied is een stedenbouwkundige verkaveling uitgewerkt. Het is de bedoeling om deze verkaveling in hoofdlijnen ook op die wijze uit te voeren, evenwel met de mogelijkheid om te variëren met woningtypes (bijvoorbeeld rijenwoningen in plaats van tweeonder-één-kapwoningen). In het oostelijke deel van Het Palet worden reguliere woningen gerealiseerd. Bijzondere woonvormen en combinaties met andere functies vindt hier niet plaats. De indicatieve verkaveling van deelgebied oost is weergegeven in figuur 4. De basis van de uitgewerkte verkaveling wordt gevormd door twee hoven. Rondom de hoven liggen woningen. Er is sprake van twee duidelijke ruimtelijke eenheden. Zo ontstaat er een noordelijk en een zuidelijk hof met omliggende woningen. Zowel in het noordelijke hof als het zuidelijk hof wordt de zuidwesthoek gevormd door een groen erf van ongeveer 120 bij 120 meter. Deze erven zijn geïntegreerd in het stedenbouwkundig plan, maar de verkaveling is vrij gelaten net als het westelijk deel van Het Palet. Bovendien kunnen hier ook combinaties met andere functies plaatsvinden. Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
Figuur 4.
blz 7
De opzet van de verkaveling voor Het Palet oost
De hoven worden ingericht als groene ruimten. Ook langs de randen van dit deelgebied komt groen te liggen. Ook in het midden van Het Palet oost wordt groen aangelegd. Dit groen vormt de scheiding tussen beide hoven met omliggende woningen. - Het Palet west (figuur 5) In het westelijk deel van Het Palet zijn vernieuwende woonvormen mogelijk. Te denken valt aan collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) waar particulieren hun woning en woonomgeving kunnen realiseren.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 8
Figuur 5.
131103
Een weergave van het groene casco in Het Palet west
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 9
Particulieren die door middel van CPO een woongebied willen ontwikkelen kunnen zich laten leiden door een thema. Een voorbeeld hiervan kan zijn het woonconcept gebaseerd op het thema duurzaamheid. Naast een functionele verbreding van het woongebied zijn er ook andere gebouwvormen mogelijk. Bijvoorbeeld ‘meergezinswoningen’ zijn daarbij denkbaar. Voor dit deelgebied is geen stedenbouwkundige verkaveling gemaakt. Er is gekozen om een landschappelijk casco te ontwerpen. Bij het te realiseren landschappelijk casco is rekening gehouden met de mogelijkheden voor vernieuwende woonconcepten. Binnen het casco ontstaan verschillende ruimten of erven. Deze erven zijn door het groen afgeschermd van de omgeving. De erven lenen zich daardoor uitstekend voor een woonvorm met een bepaald thema. In het casco ontstaat zowel grote als kleinere erven. Het casco met de erven daarbinnen is weergegeven in figuur 5. De hoofdopzet van het landschappelijk casco bestaat uit een u-vormig bosvak dat zoveel mogelijk uit één stuk bestaat. Door het bos loopt een breed en gevarieerd pad voor voetgangers, skaters, fietsers en trimmers. Als verbinding van de wijk met het Wisentbos wordt een iets taps lopende boomweide ingericht. Het Uvormige bosvak sluit aan op de ‘groene kamers’ ten oosten van de Gildemeesterdreef. Langs de Wisenttocht wordt maaiveldverlaging toegepast om de hele zone beleefbaar te maken. In deze verlaagde zone worden solitaire bomen geplaatst. De soortkeuze zal hier meer passen bij de polder. Ruigere snelgroeiende soorten die een coulisse zullen vormen voor de bebouwde rand erachter. De Wisenttocht zal daardoor samen met de vervorming een natuurlijker uitstraling krijgen. De keuze voor het landschappelijke casco van heeft alles te maken met de afwerking van de dorpsrand. Een boszone in de wijk sluit goed aan bij het Wisentbos. De meer landelijk zone langs de Wisenttocht sluit aan bij het open agrarische gebied ten westen van de wijk. - Verkeer en parkerenDe Gildemeesterdreef is de hoofdwijkontsluiting en loopt midden door Het Palet. Deze weg krijgt een aantal afslagen de buurten in. In het oostelijk deel van Het Palet komen er reguliere woonstraten die aansluiten op de Gildemeesterdreef. Deze woonstraten zijn gebaseerd op de reeds uitgewerkte stedenbouwkundige verkaveling. In het westelijk deelgebied is de situatie anders. Omdat de verkaveling hier nog niet is uitgewerkt is ook nog niet bekend hoe de woonstraten er uit gaan zien. De woonstraten in dit gebied worden uitgewerkt door de toekomstige bewonersgroepen of door de gemeente, afhankelijk van de gekozen constructie. Het verdient aanbeveling hier wegen en paden te ontwerpen die de bos/parksfeer ver-
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 10
131103
sterken. Omdat er geen sturing is welke gebieden als eerste uitgewerkt worden, wordt er in dit deelgebied tevens een buurtontsluitingsweg aangelegd. Het gaat om een weg die een lus vormt die verspringt ten opzichte van het bos. Aan twee zijden sluit de buurtontsluitingsweg aan op de Gildemeesterdreef. De woonstraten in de verschillende gebieden kunnen gemakkelijk aansluiten op de buurtontsluitingsweg. Bijzondere aandacht moet er komen voor de verschillende overgangen met bestaande wijkdelen. Omdat verschillende partijen ontwerpen aan dit gebied moet er rekening gehouden worden met het totaalbeeld. Met name voor het deel manege/Wisenttocht en de overgang naar de Smederij. Een ander belangrijk punt is de verbinding van de wijk naar het bos. Parkeren wordt gefaciliteerd in de openbare ruimte of gebeurt op eigen terrein. Daar waar er geschakelde woningen komen, wordt er veelal geparkeerd in de openbare ruimte. Bij half geschakelde woningen of vrijstaande woningen zijn er mogelijkheden voor parkeren op eigen terrein. In ieder geval moet worden voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 11
3. BELEID 3. 1. Algemeen Dit hoofdstuk behandelt het beleid dat betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Er wordt ingegaan op het relevante rijks-, provinciaal en gemeentelijk beleid. 3. 2. Rijksbeleid - Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte vervangt verschillende bestaande nota’s zoals de Nota Ruimte, de agenda Landschap en de agenda Vitaal Platteland. Het Rijk laat de ruimtelijke ordening meer over aan gemeenten en provincies en kiest voor een selectieve inzet van rijksbeleid op 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk voor de resultaten. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. - Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) is op 30 december 2011 in werking getreden. Het Barro stelt niet alleen regels omtrent de 13 aangewezen nationale belangen zoals genoemd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, maar stelt ook regels die in bestemmingsplannen moeten worden opgenomen. Het plangebied en/of de ontwikkeling raken geen van deze rijksbelangen. - Ladder voor duurzame verstedelijking In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is ‘de ladder voor duurzame verstedelijking’ geïntroduceerd. De ladder is per 1 oktober 2012 ook als procesvereiste opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Dat betekent dat overheden nieuwe stedelijke ontwikkelingen moeten motiveren met oog voor (trede 1) de onderliggende vraag in de regio, (trede 2) de beschikbare ruimte binnen het bestaande stedelijke gebied en (trede 3) het bouwen buiten bestaand stedelijk gebied. De ladder voor duurzame verstedelijking draagt bij aan een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden, ondersteunt gemeenten en provincies in de vraaggerichte programmering van hun grondgebied en helpt bij het maken van een zorgvuldige afweging van belangen bij ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Na een korte uitleg van de ladder van duurzame verstedelijking wordt onderstaand hieraan toepassing gegeven. Trede 1. Vraag in de regio Trede 1 vraagt de regionale ruimtevraag (kwantitatief én kwalitatief) voor stedelijke ontwikkelingen te bepalen. Dit betreft wonen, werken, detailhandel en overige stedelijke voorzieningen. Het gaat om de ruimtevraag waarin elders in de regio nog niet is voorzien. Eventuele andere initiatieven in de regio, zoals geplande wo-
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 12
131103
ningbouwlocaties, binnenstedelijke herstructurering of leegstand moeten worden meegenomen in de bepaling van de vraag naar nieuwe verstedelijkingsruimte. Kort gezegd gaat het er om of de vraag gelijk is aan de behoefte minus het aanbod (in plannen én in de bestaande voorraad met eenzelfde kwaliteit als de gevraagde kwaliteit). Met de regionale ruimtevraag in beeld kan worden beoordeeld of een voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. Zo ja, dan is trede 2 aan de orde. Trede 2. De beschikbare ruimte binnen het bestaand stedelijke gebied Trede 2 motiveert of de beoogde ontwikkeling plaats kan vinden binnen het bestaand stedelijk gebied. Dit kan door op lege plekken de ruimte ‘in te vullen’, een andere bestemming te geven aan een gebied, door herstructurering van bestaande terreinen of door transformatie van bestaande gebouwen of gebieden. Trede 3. Bouwen buiten bestaand stedelijk gebied In trede 3 gaat het om stedelijke uitleg en wel op een zodanige locatie dat het uitleggebied (in potentie) multimodaal ontsloten is of kan worden. De resterende ruimtevraag, die resulteert uit trede 2 is kwalitatief en kwantitatief. Tot de kwalitatieve aspecten kunnen de eisen aan de bereikbaarheid en de ontsluitingskwaliteit van locaties behoren. Immers binnen het bestaand stedelijk gebied is gezocht naar vergelijkbare kwaliteiten en is het niet gelukt om een geschikt aanbod te vinden. Wetend wat de vraag is en welke kwaliteitseisen op het gebied van multimodaliteit gesteld worden, kan binnen de stedelijke regio gezocht worden naar passende locaties, die multimodaal ontsloten zijn of in de nabije toekomst ontsloten worden. Het resultaat van trede 3 is inzicht waar de resterende ruimtevraag buiten bestaand stedelijk gebied het beste kan worden opgevangen uitgaande van een multimodale ontsluiting. Toepassing ladder van duurzame verstedelijking Alhoewel het plangebied een actualisatie van een bestaand bestemmingsplan betreft (waar reeds mogelijkheden voor woningbouw en andere functies in zijn opgenomen en de infrastructuur en verkaveling voor een groot deel al gerealiseerd zijn) zijn de mogelijkheden voor nieuwe woningen en andere functies in het plangebied volgens de ladder te beschouwen als een stedelijke ontwikkeling. Om deze reden wordt onderstaand toepassing gegeven aan de ladder van duurzame verstedelijking. Voor Dronten is er in regioverband gekeken naar de woningbouwbehoefte. Dit is uitgewerkt in de Structuurvisie, in de woonvisie en in het woningbouwprogramma van de gemeente. Uit deze beleidsstukken komt naar voren dat de woningbouwprognoses worden getemporiseerd en dat deze (in regionaal verband) zijn afgestemd op de geprognotiseerde vraag (zie ook paragraaf 3.4). Voor de bedrijfsmatige functies in het plangebied geldt dat deze alleen in samenhang met het wonen zijn toegestaan. Wat voor de woonfunctie geldt in relatie tot de ladder, geldt dus ook voor de andersoortige functies in het plangebied. Vervolgens komt trede 2 in beeld. In dat kader kan worden gemeld dat het volledige plangebied binnen bestaand stedelijk gebied valt. Er wordt daarmee voldaan aan de ladder van duurzame verstedelijking.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 13
- Conclusie rijksbeleid Er zijn geen rijksbelangen uit het Barro in het geding. Bovendien wordt voldaan aan de ladder duurzame verstedelijking. 3. 3. Provinciaal beleid - Omgevingsplan Flevoland 2006 In het Omgevingsplan Flevoland (vastgesteld door Provinciale Staten op 2 november 2006) is het omgevingsbeleid van de provincie Flevoland voor de periode 2006-2015 neergelegd, met een doorkijk naar 2030. Het Omgevingsplan is een bundeling van de vier wettelijke plannen op provinciaal niveau: Streekplan, Milieubeleidsplan, Waterhuishoudingsplan en Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP). Dronten valt onder de stedelijke hoofdstructuur in de provincie en heeft als kern langs een ontwikkelingsas een opvangtaak voor de woningbehoefte. De kern Dronten heeft hiermee een verzorgingsfunctie voor het omliggende gebied. In het Omgevingsplan streeft de provincie naar een voortgaande groei in Flevoland zodanig dat inwonertal, verbindingen, voorzieningenniveau, werkgelegenheid en inkomensvorming goed op elkaar zijn afgestemd. Diverse voorzieningen in wijken zijn medebepalend voor de leefbaarheid in stadswijken en woonkernen. Voor de sociale ontwikkeling van Flevoland wil de provincie bevorderen dat er een voorzieningenpatroon wordt gecreëerd en in stand wordt gehouden. Het voorzieningenpatroon moet naar omvang, samenhang en ruimtelijke spreiding aansluiten bij de behoeften van de bevolking en bijdragen aan een goed woon- en leefklimaat. - Beleidsregel locatiebeleid stedelijk gebied 2011 Op 23 augustus 2011 hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland de beleidsregels 'locatiebeleid stedelijk gebied 2011' vastgesteld. In het Omgevingsplan wordt met betrekking tot het provinciale locatiebeleid voor het stedelijk gebied gestreefd naar een voldoende gedifferentieerd aanbod van werklocaties in Flevoland, zodat er voor ieder bedrijf en instelling een geschikte locatie gevonden kan worden. Met dit locatiebeleid streeft de provincie naar een zodanige vestiging van bedrijven, kantoren en voorzieningen, dat een optimale bijdrage wordt geleverd aan de vitaliteit van steden en dorpen. Hiermee draagt het bij aan het provinciale verstedelijkingsbeleid dat gericht is op versterking van de bestaande steden en dorpen. De nadruk van verdere stedelijke ontwikkelingen ligt op Almere en Lelystad. Dronten heeft vanwege haar ligging aan één van de ontwikkelingsassen een (kleinere) opvangtaak. De vestigingsmogelijkheden worden ingegeven door binnen een aantal provinciale locatietypen een juiste balans te vinden in vier doelstellingen: 1. Versterking van de economische ontwikkeling van Flevoland; 2. Beheersing van de mobiliteit door een goede bereikbaarheid per openbaar vervoer en fiets; 3. Efficiënt gebruik van infrastructuur en vervoermiddelen;
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 14
131103
4. Verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid, waarbij het parkeerbeleid een belangrijk ondersteunend instrument is. De provincie geeft in deze beleidsregel aan welke typen werklocaties worden onderscheiden en welke vestigingsvoorwaarden (kantorenomvang, bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid) daaraan worden verbonden. De gemeenten zijn vervolgens verantwoordelijk voor de concrete aanwijzing en uitwerking van de verschillende typen werklocaties. Het deel van het plangebied dat is bestemd als ‘Woongebied - 2’ is te scharen onder de categorie ‘gemengde woonwerkmilieus’. Volgens de provincie zijn deze geschikt voor individuele of clusters van bedrijven, kantoren en voorzieningen in combinatie met de woonfunctie. Deze milieus zijn bedoeld voor kleinschalige werkfuncties met een lokale betekenis, zodat milieuhinder en mobiliteit voor de directe omgeving zoveel mogelijk worden beperkt. In het plangebied zijn de mogelijkheden voor niet-woonfuncties alleen mogelijk in samenhang met het wonen. Losstaande werkfuncties zijn dus niet mogelijk. Bovendien betreffen het mogelijkheden die ook al in het voorgaande bestemmingsplan waren toegestaan. De uitgangspunten voor een gemengd woonwerkmilieu zijn hierna aan het bestemmingsplan getoetst. Ten aanzien van de kantorenomvang geldt: • dat op kavelniveau 100% kantoorhoudendheid is toegestaan, onder de voorwaarde dat hiervoor maximaal 25% van het bebouwde gebied binnen het aangewezen woonwerkmilieu wordt gebruikt; in het plangebied zijn geen losstaande kantoren toegestaan, er is alleen dienstverlening toegestaan in samenhang met het wonen. • dat het individuele kantoorpand een maximum omvang van 1500 m2 bvo heeft om (milieu en verkeer) hinder voor de directe omgeving zoveel mogelijk te voorkomen. van individuele kantoorpanden is in het plangebied geen sprake. Ten aanzien van de bereikbaarheid geldt: • dat geclusterde werkfuncties zoveel mogelijk in de directe nabijheid van een (gemeentelijke) hoofdontsluitingsweg gelegen zijn om overlast voor de omgeving tegen te gaan; in hoofdstuk 2 is de ontsluitingsstructuur omschreven. Hieruit is op te maken dat de kavels goed bereikbaar zijn. • dat er een goede fietsontsluiting is, die de woongebieden en de werkgebieden rechtstreeks met elkaar verbindt; in het plangebied is sprake van een goede fietsontsluiting • dat het parkeren op eigen terrein danwel op gedeelde parkeerterreinen plaatsvindt, om te voorkomen dat het parkeren wordt afgewenteld op de omgeving. de gemeente ziet hier op toe bij de verdere inrichting van het plangebied. het bestemmingsplan bevat tevens parkeernormen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
•
blz 15
dat een mobiliteitstoets wordt uitgevoerd zoals bedoeld in de regionale Nota Mobiliteit. bij de aanleg van de (hoofd)infrastructuur is/wordt rekening gehouden met de verkeersaantrekkende werking in het plangebied. Bovendien komen de mogelijkheden voort uit bestaande rechten uit het vorige bestemmingsplan.
Ten aanzien van de leefbaarheid geldt: • dat er door middel van milieuzonering sprake moet zijn van een goede milieuhygiënische inpassing van bedrijven. Bedrijven die voorkomen in de (milieu)categorieën 4 en 5 van de VNG-bedrijvenstaat zijn uitgesloten. er zijn alleen bedrijven in categorie 1 en 2 in samenhang met het wonen toegestaan. - Conclusie provinciaal beleid Het plangebied valt binnen het bestaand stedelijk gebied. Aan de verschillende bestemmingsplanonderdelen is in het omgevingsplan, vanwege het abstractieniveau van dit plan, verder geen specifieke aandacht geschonken. Verder zijn de mogelijkheden in het plangebied niet in strijd met de ‘Beleidsregel locatiebeleid stedelijk gebied’. 3. 4. Gemeente - Structuurvisie Dronten 2030 Op 29 november 2012 heeft de gemeenteraad van Dronten de Structuurvisie Dronten 2030 vastgesteld. In de periode tot 2030 groeit Dronten door als stedelijke hoofdkern, met een regionale verzorgingsfunctie. Die centrumfunctie wordt mede versterkt door de verbeterde bereikbaarheid via de N307 en de Hanzelijn. De gemeente groeit, met een vooralsnog getemporiseerd woningbouwprogramma, door naar 46.000 inwoners in 2020 en 50.000 inwoners in 2030. In de komende jaren worden de meeste woningen gebouwd in de plaats Dronten zelf. Daar wordt voorzien in het grootste aanbod aan bedrijventerreinen en werkgelegenheid. Gezien de huidige economische situatie wordt de woningbouwprognose in Dronten getemporiseerd. Dat houdt in dat de gewenste woningbouwproductie over een grotere tijd wordt uitgesmeerd. Dit leidt er toe dat de groeiprognose van Dronten pas later wordt gehaald. Het temporiseren van de woningbouwproductie gebeurt in drie stappen: 1. het afbouwen van woningbouwaantallen waarover reeds besluitvorming heeft plaatsgevonden. Hieronder valt onder andere De Gilden / Het Palet; 2. realisering van woningbouw op locaties die reeds in voorbereiding zijn; 3. eventueel na 2020 woningbouw op nieuwe locaties. Dronten geeft in haar ruimtelijke visie ruimte aan MKB-vriendelijk beleid, flexibel wonen met werk aan huis en revitalisering van verouderde bedrijventerreinen. Bedrijfsruimten worden bij voorkeur gesitueerd aan de rand van woonwijken met
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 16
131103
centra voor ZZP-ers om een wijk aanzicht te geven. Ook in het westelijk deel van Het Palet kan gedacht worden aan wonen gecombineerd met werken. Tenslotte wordt in de visie ook het realiseren van een aantrekkelijke landschappelijke overgang De Gilden / Het Palet en de openheid van het agrarisch gebied genoemd. Hieraan wordt invulling gegeven door het landschappelijk raamwerk. - Actualisatie woningbouwprogramma 2010-2020 en Woonvisie Ruimte voor wonen De gemeente Dronten heeft een belangrijke groeiambitie. Aan die ambitie wordt vastgehouden en de gemeente wil daarvoor de nodige inspanningen leveren. Een realistisch programma staat echter voorop. Op basis van recente inzichten over marktherstel, de groeiprognose voor Dronten en de daaruit voortkomende woningbehoefte, wordt uitgegaan van een programma dat voldoende realiteitszin heeft. De groeiambitie is op basis van diverse prognoses bijgesteld naar 43.000 inwoners in 2020.
Voor de gemeente als totaal betekent dit voor de periode tot 2020 een woningbehoefte van gemiddeld circa 200 woningen per jaar. Het accent ligt op de kern Dronten. De gemeente verwacht dat door het voorzieningenniveau, de werkgelegenheid en de aanwezigheid van het station, de groei zich hier het sterkst manifesteert. Daarmee wordt aangesloten op het eerdere Woonwensenonderzoek. In de huidige situatie met een vraaggestuurde markt is een programmering met prijssegmenten en percentages, niet meer realistisch. Ook de komende tijd is er nog onzekerheid over de vraag en dat maakt dat (traditioneel) programmeren zijn doel voorbij schiet. Er is nu vooral behoefte aan flexibiliteit in de programmering: meer vrijheid in aantallen en categorieën maar ook in locaties, om zo goed mogelijk te kunnen inspelen op schommelingen in de markt. Daarom wordt voorgesteld om de eerdere aangehouden bandbreedte naar prijssegmenten los te laten. De beoogde (vraaggestuurde) ontwikkeling van bijvoorbeeld het Palet sluit hier goed op aan. Een uitzondering geldt voor het sociale segment. Over de totale planperiode is in de kern Dronten sprake van een tekort aan plancapaciteit van 345 woningen. Het gemeentelijke programma gaat voor plangebied uit van 294 woningen. Het is mogelijk om de in de Gilden gereserveerde appartementenlocaties om te zetten naar grondgebonden woningen. Dit zou een extra plancapaciteit opleveren van globaal 100 woningen. In het Palet ligt het accent in de vraag op grondgebonden eengezinswoningen. Kansrijke locaties zijn ruim opgezet, kindvriendelijk in een groene setting en met Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 17
goede parkeermogelijkheden bij de woning. Ook wil de gemeente inzetten op nieuwe trens en ontwikkelingen in de markt. Het Palet biedt die mogelijkheden.
Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheden voor de geraamde behoefte. - Welstandsnota 2013 De gemeente Dronten heeft welstandsbeleid geformuleerd in de Welstandsnota 2013. Daarmee wil zij aan burgers duidelijkheid geven over de koers die de gemeente vaart met haar welstandstoezicht. Het belangrijkste onderdeel van de Welstandnota 2013 bestaat uit de welstandscriteria. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in de algemene- en de sneltoetscriteria. Tevens is er onderscheid in beeldbepalende- en niet beeldbepalende locaties. De welstandscriteria zijn hierop afgestemd. De Gilden fase 1, deel 1 en 2 en de Wisentzone vallen in het deelgebied 'Recente woningbouw’. Voor de rest van het plangebied is een beeldkwaliteitsplan opgesteld of moet deze nog opgesteld worden. Het beeldkwaliteitsplan vormt dan het welstandskader voor het gebied. - Groenbeleidsplan Het Groenbeleidsplan 2006-2015 (2006) geeft een visie voor het openbaar groen in de kernen van de gemeente Dronten. Het plan biedt een kader voor toekomstige keuzes in het groen. Het algemene beleidsdoel voor het gemeentelijke groen is het behoud en de ontwikkeling van aantrekkelijk en karakteristiek openbaar groen dat duurzaam bijdraagt aan een wervend woon- en werkmilieu. - Stedelijk Waterplan gemeente Dronten Het Stedelijk Waterplan gemeente Dronten (2006) biedt een visie op het watersysteem van de kernen in de gemeente. Deze visie wordt in het plan vertaald naar een maatregelenpakket voor de periode 2007-2016. De gemeente tracht hiermee de waterkwaliteit en de ecologische waarden te verbeteren en de beleving en het recreatief gebruik van het water op te waarderen. Het waterplan dient als toet-
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 18
131103
singskader voor ruimtelijke ingrepen. In het waterplan zijn de volgende concrete maatregelen opgenomen: • herinrichten van verschillende oevers van de watergangen om de belevingswaarde te vergroten; • maatregelen nemen die de negatieve invloeden op de waterkwaliteit en daarmee de ecologische potentie wegnemen; • inrichten van nieuwe watersystemen baseren op de huidige inzichten in waterbeheer (wateroverlastnormeringen die rekening houden met klimaatveranderingen); • watergangen en kunstwerken zodanig aanpassen, dat het vasthouden van extra water mogelijk is ter voorkoming van het te vaak optreden van wateroverlast in het stedelijk gebied of op andere plaatsen in de polder; • maatregelen nemen die recreatief gebruik van het water (beter) mogelijk maken. Binnen het bestemmingsplan is rekening gehouden met de maatregelen voortvloeiend uit het waterplan. In paragraaf 4.5 wordt dit nader omschreven. - Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan 2004 (GVVP) is het beleidsuitgangspunt ‘Duurzaam Veilig’ (1997) opgenomen. Het plan heeft tot doel de verkeersveiligheid te bevorderen en tegelijkertijd een goede bereikbaarheid voor alle verkeersdeelnemers binnen de gemeente Dronten te bewerkstelligen met daarbij het beperken van verkeershinder. Het GVVP geeft uitvoering aan de principes van Duurzaam Veilig (verblijfsgebieden hebben een maximumsnelheid van 30 km/u). Met uitzondering van de Gildemeesterdreef wordt het plangebied ingericht als 30 km per uur gebied. Voor de inrichting van gebieden geeft het GVVP de volgende parkeernormen: Aantal parkeerplaatsen bij woning op eigen erf exclusief garage 2 1 geen
Aantal parkeerplaatsen te realiseren in de openbare ruimte 0,25 0,8 1,8
In De Gilden en Het Palet wordt uitgegaan van deze parkeernormen. Voor het gehele plangebied wordt de norm van 1,8 parkeerplaats per woning gehanteerd. - Conclusie gemeentelijk beleid Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is rekening gehouden met de verschillende gemeentelijke beleidsdocumenten. Daar waar nodig is het gemeentelijk beleid in dit bestemmingsplan vertaald. Daarmee voldoet dit bestemmingsplan aan het gemeentelijk beleid.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 19
4. MILIEU- EN OMGEVINGSASPECTEN Voor het plangebied en omgeving kunnen (wettelijke) belemmeringen en/of voorwaarden een rol spelen. Het uitgangspunt voor het bestemmingsplan is dat er een goede omgevingssituatie ontstaat. In de volgende paragrafen zijn de randvoorwaarden die voortvloeien uit de milieu- en omgevingsaspecten beschreven. 4. 1. M.e.r.-beoordeling - Normstelling en beleid In bijlage C en D van het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of merbeoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast moet het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, nagaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen: • de kenmerken van de projecten; • de plaats van de projecten; • de kenmerken van de potentiële effecten. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In bijlage D van het Besluit m.e.r. zijn stedelijke ontwikkelingsprojecten genoemd (D11). Voor woningbouw geldt een drempelwaarde van 2.000 woningen in een aaneengesloten gebied. In het plangebied is nog ruimte voor de ontwikkeling van circa 575 woningen. Gelet op de kenmerken van het plan (zoals het kleinschalige karakter in vergelijking met de plandrempels uit het Besluit m.e.r.), de plaats van het plan en de kenmerken van de potentiële effecten treden geen belangrijke negatieve milieugevolgen op. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in dit hoofdstuk zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen mer-procedure of mer-beoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r. - Conclusie Voor dit bestemmingsplan is geen sprake van een m.e.r.-beoordelingsplicht. 4. 2. Ecologie - Normstelling en beleid Bij elk ruimtelijk plan moet, met het oog op beschermenswaardige natuurwaarden, rekening worden gehouden met de regelgeving op het gebied van gebiedsbescherming en soortenbescherming.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 20
131103
Gebiedsbescherming De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet. Als ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot aantasting van de natuurwaarden binnen deze gebieden, moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS). Ten aanzien van ontwikkelingen binnen de EHS geldt het ‘nee, tenzij-principe’. Soortenbescherming Op grond van de Flora- en faunawet geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn zijn deze voorwaarden zeer streng. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Gebiedsbescherming Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied is het gebied ‘Ketelmeer & Vossemeer’. Dit gebied ligt op een afstand van ruim 5,5 kilometer vanaf het plangebied. Dit gebied maakt ook deel uit van de EHS. Gezien de aard van de ingreep en de relatief grote afstand wordt er geen negatief effect op dit gebied verwacht. Verder maakt het Wisentbos, ten zuiden van het plangebied, deel uit van de EHS. Het plangebied ligt niet binnen de EHS. Binnen de EHS geldt het ‘nee, tenzijbeleid’. Buiten de EHS geldt dit beleid niet. Het is ook niet waarschijnlijk dat de woningbouw een negatief effect veroorzaakt voor de EHS. Conclusie Ten aanzien van het aspect gebiedsbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. Soortenbescherming Als gevolg van de bouw van de woningen worden geen sloten gedempt, bomen gekapt of gebouwen gesloopt. Deze werkzaamheden hebben doorgaans een risico tot het verstoren van soorten. Het plangebied is momenteel in gebruik als intensief beheerde weidegrond. Het plangebied wordt daarom als ernstig verstoord aangemerkt en is daardoor niet een aantrekkelijk leefgebied voor (beschermde) soorten. Ten aanzien van de nieuwe ontwikkeling lijkt het dan ook niet waarschijnlijk dat er negatieve invloed op (beschermde) soorten optreedt. Om dit te kunnen bevestigen is een ecologisch onderzoek uitgevoerd (zie bijlage 3). Naar aanleiding van dit onderzoek is geconstateerd dat in het plangebied (naar alle waarschijnlijkheid) een groot aantal plant- en diersoorten voorkomen die bescherming genieten middels de Flora en faunawet. Op basis van de geschetste ontwikkelingen in het gebied is er geen reden te veronderstellen dat de Flora en faunawet een juridische basis geeft waardoor het bestemmingsplan niet uitgevoerd kan worden. Van veel beschermde soorten is het
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 21
zelfs duidelijk dat zij door de ontwikkelingen in het gebied juist meer kansen krijgen zich te ontwikkelen of te vestigen. Duidelijk is ook dat bepaalde ontwikkelingen/werkzaamheden in het gebied wellicht wel een ontheffing Flora en faunawet vragen. Er is echter geen aanleiding gevonden waarom deze ontheffing (onder voorwaarden) niet verkregen kan worden. Conclusie Ten aanzien van het aspect soortenbescherming zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 3. Cultuurhistorie - Normstelling en beleid Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening moet in bestemmingsplannen aandacht worden besteed aan cultuurhistorie. Cultuurhistorisch waardevolle elementen moeten in het bestemmingsplan worden beschermd. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan In het plangebied zijn geen cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig. Dit aspect heeft dan ook geen consequenties voor het plangebied. De landschappelijke inpassing van het plangebied wordt afgestemd op de omgeving. - Conclusie Ten aanzien van het aspect cultuurhistorie zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 4. Archeologie - Normstelling en beleid Voor de bescherming van archeologische en cultuurhistorische waarden is de Monumentenwet van toepassing. De kern van de Monumentenwet is dat, wanneer de bodem wordt verstoord, archeologische resten intact moeten blijven (in situ). Wanneer dit niet mogelijk is, worden archeologische resten opgegraven en elders bewaard (ex situ). Op welke plaatsen archeologisch onderzoek aan de orde is, wordt op grond van gemeentelijk of provinciaal beleid bepaald. Voor archeologische terreinen, rijksmonumenten en beschermde dorps- en stadsgezichten die wettelijk zijn beschermd op grond van de Monumentenwet hoeft voor het bestemmingsplan geen aanvullende regeling te worden getroffen. De gemeente Dronten heeft een eigen archeologisch beleidsadvieskaart opgesteld. Op de kaart is per gebied aangegeven bij welke ingrepen archeologisch onderzoek nodig is.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 22
131103
- Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Volgens het archeologiebeleid van de gemeente Dronten ligt het plangebied in een archeologievrij gebied. Archeologisch onderzoek is dan ook niet nodig. - Conclusie Ten aanzien van het aspect archeologie zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 5. Waterparagraaf - Normstelling en beleid Van groot belang voor de ruimtelijke ordeningspraktijk is de wettelijk verplichte ‘watertoets’. De watertoets wordt gezien als een procesinstrument dat moet waarborgen dat de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen voor de waterhuishouding meer expliciet worden afgewogen. Belangrijk onderdeel van de watertoets is het vroegtijdig afstemmen van ontwikkelingen met de betrokken waterbeheerder. Het plangebied valt in het werkgebied van het waterschap Zuiderzeeland. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Als gevolg van de ontwikkeling van Het Palet neemt het verharde oppervlak in het plangebied toe. Omdat voor Het Palet wordt uitgegaan van flexibele bestemmingen is op dit moment lastig te bepalen hoeveel verharding er exact bijkomt. Bij de uitbreiding van De Gilden fase 2 is er een waterparagraaf opgesteld (zie bijlage 1). De verhardingstoename die destijds aan Het Palet is toegekend, komt nog steeds overeen met de huidige ideeën. Destijds is al voorzien dat er in Het Palet minder mogelijkheden zijn voor het maken van nieuw oppervlaktewater. Daarom is er vooral in het noordelijk deel veel water gecreëerd. In het noordelijk deel gaat het om 3 hectare oppervlaktewater, waarvan de wateras het grootste oppervlak is. De wateras heeft een belangrijke functie voor de waterberging van het gehele plangebied van De Gilden. In Het Palet is gerekend met nog 1 hectare waterberging. In tabel 1 van de watertoets in bijlage 1 is te zien dat er dan voldoende water is in De Gilden om de peilstijging in het oppervlaktewater beperkt te houden tot 0,50 meter bij een regenbui die gemiddeld eens per 100 jaar voorkomt. Met een drooglegging in normale situaties van 1,30 meter blijft er dan nog een drooglegging van 0,80 meter over. Dit is voldoende. Waar het water in Het Palet komt, moet nog nader worden uitgewerkt. In ieder geval is al bekend dat er een droge sloot komt langs de Gildemeesterdreef. De Wistentocht maakt geen deel uit van het watersysteem van De Gilden. Het verlagen van de oever daar, telt dus niet mee in de waterberging in het plangebied. De wegen van de reeds bestaande bebouwing zijn aangelegd met doorlatende klinkers. Het regenwater van de daken en de wegen wordt afgevoerd naar de zandcunetten onder de wegen. Vanuit de zandcunetten infiltreert het regenwater
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 23
naar het grondwater, waardoor het vertraagd wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. De zandcunetten hebben een filterende werking. Slechts bij hoge grondwaterstanden wordt het hemelwater vanuit de zandcunetten via een drain afgevoerd naar het nabijgelegen oppervlaktewater. Het oppervlaktewater in De Gilden staat in open verbinding met het oppervlaktewater in de wijk De Munten. Aan de oostkant van De Munten watert het water vervolgens via een stuw af naar de Lage Vaart. Het plangebied raakt geen gronden die voor het waterschap van belang zijn, zoals waterkeringen. - Conclusie Ten aanzien van het aspect water zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 6. Bedrijven en milieuzonering - Normstelling en beleid In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en gevoelige functies (waaronder woningen) noodzakelijk. Bij deze afstemming kan gebruik worden gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’ (2009). Een richtafstand wordt beschouwd als de afstand waarbij onaanvaardbare milieuhinder als gevolg van bedrijfsactiviteiten redelijkerwijs kan worden uitgesloten. In geval van een gemengd gebied kan worden gewerkt met een verkleinde richtafstand. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Ten oosten van het plangebied liggen een school, een gezondheidscentrum, een sporthal en een voorzieningencentrum. De school valt volgens de VNG-brochure in milieucategorie 2, het gezondheidscentrum in categorie 1 en de sporthal in 3.1. In het voorzieningencentrum zijn voorzieningen tot maximaal categorie 2 toegestaan. De sporthal valt dus in de hoogste categorie. De VNG adviseert hiervoor een afstand van 50 meter ten opzichte van woningen. Aan deze afstand wordt voldaan. Ten zuiden van het plangebied, aan de Wisentweg, is een manege planologisch mogelijk gemaakt. Een manege valt in milieucategorie 3.1, waarvoor de VNG een afstand van 50 meter adviseert. Bij het mogelijk maken van de manege is rekening gehouden met de aanleg van De Gilden. Tussen de manege en de woonwijk is namelijk rekening gehouden met een buffer van 50 meter, gebaseerd het aspect geur (mest). De manege gaat echter geen paarden gaat stallen en er wordt geen mest opgeslagen. Voor de overige aspecten (stof en geluid) geldt een afstand van 30 meter. Daarom is het ook nog eens zo dat de manege kan worden aangemerkt als een lichter bedrijf en kan de grootste afstand worden verlaagd naar 30 meter.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 24
131103
In Het Palet west zelf worden uitsluitend kleinschalige bedrijfsactiviteiten uit milieucategorie 1 en 2 mogelijk gemaakt. Het gaat om functies die ondergeschikt zijn aan de woonfunctie. Dit zijn activiteiten die in een gemengd gebied, als Het Palet west goed samengaan met woningen. In de rest van het plangebied zijn er geen andere functies dan woningen toegestaan. - Conclusie Ten aanzien van het aspect bedrijven en milieuzonering zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 7. Geluid - Normstelling en beleid Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die ‘in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken’, een geluidzone. Bij de ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het plangebied ligt binnen de geluidszone van de Wisentweg en de Gildemeesterdreef. Voor deze wegen zijn geluidsberekeningen uitgevoerd (zie bijlage 2). De berekeningen zijn uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2012. De verkeersintensiteiten voor de Wisentweg (telling 2013) zijn afkomstig van de gemeente Dronten. Bij de gegevens worden door de gemeente enkele kanttekeningen geplaatst. Uit de tellingen blijkt dat op deze weg zeker niet meer dan 1.000 mvt/etmaal zitten. Dit is dan ook als worst case intensiteit aangehouden. Van de Gildemeesterdreef zijn nog geen gegevens bekend, vandaar dat de intensiteit van de Gildepenningdreef (telling 2008) zijn gebruikt. De intensiteit op de Gildemeesterdreef is altijd lager dan op de Gildepenningdreef. Aangenomen is dat de intensiteit op de Gildemeesterdreef de helft lager ligt. De intensiteit op de Gildepenningdreef tussen de Wisentweg en de West (maatgevende wegvak) bedroeg in 2008 8.500 mvt/etmaal. Voor de extrapolatie naar het maatgevende jaar 2024 is uitgegaan van 1% autonome groei per jaar. Dit betekent 9.950 mvt/etmaal, wat leidt tot een intensiteit van circa 5.000 op de Gildemeesterdreef. De wegdekverharding op de verschillende wegen bestaat uit asfalt. Voor de voertuigverdeling van het verkeer op de Gildemeesterdreef is uitgegaan van een standaard verdeling op een wijkverzamelweg en op de Wisentweg van een standaard verdeling van het verkeer op een landelijke ontsluitingsweg. Voor beide wegen zijn contourberekeningen uitgevoerd aangezien niet bekend is waar de geluidsgevoelige functies exact komen. Hierbij is de ligging van de 48 dB contour (voorkeursgrenswaarde) en 63 dB contour (uiterste grenswaarde) bepaald.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 25
Uit de berekeningen blijkt dat de 48 dB contour ten gevolge van het verkeer op de Gildemeesterdreef op een afstand van 44 meter uit de as van de weg ligt. Wanneer binnen deze afstand uit de as van de weg wordt gebouwd dienen maatregelen afgewogen te worden. Wanneer blijkt dat maatregelen niet mogelijk, doelmatig en/of gewenst zijn dient een hogere waarde te worden vastgesteld. De 63 dB contour (de uiterste grenswaarde) ligt op een afstand van 4 meter uit de as van de weg. Binnen deze afstand uit de as van Gildemeesterdreef is het realiseren van geluidsgevoelige functies niet mogelijk. De Gildemeesterdreef is een bestaande weg. Het aanleggen van stiller asfalt is hier niet doelmatig. Het aanleggen van geluidsschermen is niet wenselijk in het kader van de stedenbouwkundige structuur. Daarom worden er hogere waarden aangevraagd. Voor het aanvragen van de hogere waarden zijn inschattingen gemaakt hoeveel woningen er een hogere geluidsbelasting ondervinden. Tussen de Gildemeesterdreef en het woongebied ligt nog een groenzone. Daar kunnen geen woningen worden gebouwd. Daarom is gekeken vanaf welke afstand er woningen gebouwd kunnen worden. Er is hierbij onderscheid gemaakt in de volgende drie gebieden waarbinnen een hogere geluidbelasting dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB is te verwachten: 1. Het Palet oost, met uitzondering van de twee erven in het zuidwesten van beide hoven: deze woningen kunnen op een afstand van 14 meter vanaf de as van de weg worden gebouwd; 2. Het Palet west: deze woningen kunnen op een afstand van 22 meter vanaf de as van de weg worden gebouwd; 3. De twee groene erven in het zuidwesten van de hoven: deze woningen kunnen op een afstand van gemiddeld 32 meter vanaf de as van de weg worden gebouwd. Voor deze minimale afstanden waarop woningen gebouwd kunnen worden, is de geluidbelasting bepaald als gevolg van het wegverkeer op de Gildemeesterdreef. Hieronder wordt per gebied weergegeven wat de maximale geluidsbelasting is op de grens van de woonbestemmingen: 1. Het Palet oost, met uitzondering van de twee erven in het zuidwesten van beide hoven: op een afstand van 14 m uit de as van de weg bedraagt de maximale geluidsbelasting 55 dB; 2. Het Palet west: op een afstand van 22 m uit de as van de weg bedraagt de maximale geluidsbelasting 52 dB; 3. De twee groene erven in het zuidwesten van de hoven: op een afstand van 32m uit de as van de weg bedraagt de maximale geluidsbelasting 50 dB. Vervolgens is bepaald hoeveel woningen er maximaal in deze gebieden gebouwd kunnen worden. Uitgangspunt daarbij is dat alleen voor de eerstelijnsbebouwing een hogere waarde nodig is. Woningbouw achter de eerstelijnsbebouwing zal als gevolg van afscherming door de eerstelijnsbebouwing en door de grotere afstand tot de weg een lagere geluidbelasting ondervinden. Verder is uitgegaan van een woningbreedte van 5,4 meter.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 26
131103
Het betreft hier dus een worst-case benadering wat betreft het aantal te realiseren woningen, de situering van de woningen en de gehanteerde verkeersintensiteiten. Er dient dan een hogere grenswaarde aangevraagd te worden voor de volgende aantallen woningen: 1. Het Palet oost, met uitzondering van de twee erven in het zuidwesten van beide hoven: maximaal 50 woningen; 2. Het Palet west: 70 woningen; 3. de twee groene erven in het zuidwesten van de hoven: 30 woningen. Het vaststellen van hogere grenswaarden heeft tot gevolg dat aandacht nodig is voor de geluidwering van de gevels. Het bouwbesluit stelt eisen aan de karakteristieke geluidwering van de gevels. Uitgaande van de hogere geluidbelasting als gevolg van dit plan, is een karakteristieke geluidwering van de gevels van de woningen van 22 tot 27 dB nodig. Een waarde van 20 dB geldt als wettelijke minimum eis. Om aan de zwaarste eis (worst-case situatie) van 27 dB te voldoen worden geen uitzonderlijke maatregelen voorzien ten opzichte van standaard bouwelementen. Bij een standaard bouwwijze van gevels en dak in combinatie met gedempte ventilatieroosters kan aan de gestelde eisen worden voldaan. Een en ander dient uiteraard in het kader van de bouwaanvraag nader beoordeeld te worden. De 48 dB contour ten gevolge van het verkeer op de Wisentweg ligt op een maatgevende afstand van 32 meter uit de as van de weg. Het gebied waar de nieuwe geluidsgevoelige functies gerealiseerd kunnen worden ligt op grotere afstand. Dit betekent dat in het gebied de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet overschreden wordt en sprake zal zijn van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. - Conclusie – Ten aanzien van het aspect geluid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 8. Bodem - Normstelling en beleid – Met het oog op een goede ruimtelijke ordening, moet in geval van ruimtelijke ontwikkelingen worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd. In geval van verontreinigingen is de Wet bodembescherming van toepassing. In de wet is geregeld dat als ter plaatse van een plangebied ernstige verontreinigingen worden aangetroffen, er sprake is van een saneringsgeval. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan – Uit de gemeentelijke Bodemkwaliteitskaart blijkt dat de bodemkwaliteit in het plangebied voldoet aan de achtergrondwaarde. De grond is daarmee vrij toepas-
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 27
baar binnen het plangebied. Ook worden op basis van deze bodemkwaliteitsklasse geen bodemverontreinigingen in het plangebied verwacht. - Conclusie Ten aanzien van het aspect bodem zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 9. Luchtkwaliteit - Normstelling en beleid In hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) van belang. Projecten die slechts in zeer beperkte mate bijdragen aan de luchtverontreiniging, zijn op grond van het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) daarbij vrijgesteld van toetsing aan de grenswaarden. Op grond van de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn (onder andere) de volgende projecten vrijgesteld van toetsing: • woningbouwprojecten met minder dan 1.500 woningen; • kantoorlocaties met een vloeroppervlak van minder dan 100.000 m2; • projecten die minder dan 3% van de (toekomstige) grenswaarde voor stikstofdioxide of fijnstof bijdragen. Dit komt overeen met 1,2 µg/m3. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het gaat in totaal om circa 575 woningen. Dit valt onder de regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen). Nader onderzoek is dan ook niet vereist. - Conclusie Ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 10. Externe veiligheid - Normstelling en beleid Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s die ontstaan voor de omgeving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Sinds een aantal jaren is er wetgeving over ‘externe veiligheid’ om de burger niet onnodig aan te hoge risico’s bloot te stellen. De normen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Het externe veiligheidsbeleid heeft vorm gekregen in de risicobenadering. Er wordt getoetst aan twee verschillende normen: het plaatsgebonden risico (PR) ) en het groepsrisico (GR) ).
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 28
131103
- Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Het plangebied ligt niet binnen de invloedzone van risicovolle inrichtingen en gasleidingen. Wel ligt het plangebied ten zuiden van de Hanzelijn. Hierover worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Alleen het noordelijk deel van de wijk valt binnen de invloed zone van de Hanzelijn. Dit deel van de wijk betreft een reeds bestaande wijk. Er zijn geen ontwikkelingen voorzien binnen de invloedzone. Hierdoor neemt het groepsrisico niet toe. Tot aan de wettelijke vastlegging van het Basisnet Spoor in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en het Besluit Transport Externe Veiligheid (Btev) is het basisnet Spoor tijdelijk vastgelegd in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Voor toetsing van het GR mag de gemeente vooruitlopen op het definitieve Btev, mits men expliciet maakt dat daarmee vooruitgelopen wordt op de vaststelling van het Btev. Hierdoor is het nu niet meer nodig de dichtheid van het groepsrisico te berekenen als een plangebied op een grotere afstand dan 200 meter van een transportroute ligt (artikelen 6 en 7 van het concept-Btev). Uit artikel 6 blijkt dat bij ruimtelijke ontwikkelingen op een afstand van meer dan 200 meter van de transportroute uitsluitend gekeken hoeft te worden naar mogelijkheden van rampbestrijding en de mogelijkheden voor personen om zich in veiligheid te brengen bij een (dreigende) ramp of zwaar ongeval (zelfredzaamheid). In kader hiervan is de regionale brandweer om advies gevraagd. - Conclusie Ten aanzien van het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan. 4. 11. Kabels en leidingen - Normstelling en beleid In (de omgeving van) het plangebied kunnen kabels en leidingen aanwezig zijn die beperkingen opleggen voor de bouwmogelijkheden in het plangebied. Hierbij valt te denken aan hoogspanningsverbindingen, waterleidingen en straalpaden. - Toetsing en uitgangspunten voor het bestemmingsplan Ten zuiden van het plangebied ligt een straalverbinding. De straalverbinding raakt een klein hoekje van het uiterste zuidwestelijke deel van het plangebied. Voor het grootste deel betreft dit de bestemmingen ‘Groen’ en ‘Water’ en voor een zeer klein deel de bestemming ‘Woongebied - 2’. Binnen het straalpad mogen gebouwen niet hoger dan 18 meter worden. Het bestemmingsplan maakt in dit hoekje geen gebouwen hoger dan 18 meter mogelijk. Het bestemmingsplan vormt dan ook geen belemmering voor het straalpad. Er zijn geen hoogspanningsleidingen of hoofdgastransportleidingen aanwezig in of nabij het plangebied. - Conclusie Ten aanzien van het aspect kabels en leidingen zijn er geen belemmeringen voor dit bestemmingsplan.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
5.
blz 29
JURIDISCHE PLANOPZET
5. 1. Algemeen In voorgaande hoofdstukken zijn de uitgangspunten voor de ruimtelijke situatie in het plangebied aangegeven. Deze uitgangspunten zijn getoetst aan de milieu- en omgevingsaspecten en het beleid. In dit hoofdstuk worden de bestemmingen en de bijbehorende regels beschreven. Het bestemmingsplan voldoet aan alle vereisten die zijn opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Inherent hieraan is de toepassing van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012. De SVBP maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. De SVBP 2012 is toegespitst op de regels die voorschrijven hoe bestemmingsplannen conform de Wro en het Bro moeten worden gemaakt. De SVBP geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog. De regels van dit bestemmingsplan zijn opgesteld conform deze standaarden. Het bestemmingsplan regelt de gebruiks- en bebouwingsbepalingen van de gronden in het plangebied. De juridische regeling is vervat in een verbeelding en bijbehorende regels. Op de verbeelding zijn de verschillende bestemmingen vastgelegd, in de regels (per bestemming) de bouw- en gebruiksmogelijkheden. Het Bro bepaalt dat een bestemmingsplan vergezeld gaat van een toelichting. Deze toelichting heeft echter geen juridische status, maar is wel belangrijk als het gaat om de onderbouwing van hetgeen in het bestemmingsplan is geregeld en om de uitleg daarvan. 5. 2. Bestemmingen In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van de bestemming die in dit plan voorkomt. - Groen Het landschappelijk casco en ander structuurbepalend groen heeft deze bestemming gekregen. Het is van belang dat deze gronden ook vooral groen blijven. Ter behoud van het groen mogen op deze gronden geen gebouwen worden gebouwd. Uitzondering hierop wordt gevormd door de groenzone ten noorden van de drijvende woningen en het rijtje woningen ten oosten daarvan. In deze groenzone zijn bijgebouwen ten behoeve van deze woningen toegestaan. Dit is op de verbeelding aangeduid. - Verkeer - Verblijf De wegen in het plangebied hebben naast een verkeersfunctie ook duidelijk een verblijfsfunctie. Daarom vallen alle wegen onder deze bestemming. Om de ver-
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 30
131103
keersfunctie niet te hinderen mogen in deze bestemming geen gebouwen worden gebouwd. - Water Belangrijke watergangen en waterpartijen vallen onder deze bestemming. Kleinere watergangen en waterpartijen zijn in de andere bestemmingen ook toegestaan en zijn daarom niet specifiek bestemd. Er zijn er geen gebouwen toegestaan in deze bestemming. - Wonen De bestaande woningen zijn binnen deze bestemming geregeld. De woningen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. De maximale maatvoering voor de woningen is op de verbeelding weergegeven. Bovendien is een afstand ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrens geregeld. Naast woningen zijn er ook bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen toegestaan. Bij een aantal woningen aan de wateras zijn geen bijgebouwen toegestaan. Op deze locatie is daarom een aanduiding op de verbeelding opgenomen.
Figuur 6.
Schematische weergave situering erfbebouwing
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 31
Voor de oppervlakte, hoogten en wijze van plaatsing zijn in de regels verder diverse voorwaarden opgenomen. De regeling voor erfbebouwing is afgestemd op de regeling die is opgenomen in het (op 1 november 2014) gewijzigde Besluit omgevingsrecht (Bor). Dit houdt in dat de erfbebouwing in principe in het achtererfgebied moet worden gebouwd. Bij achtererfgebied gaat het om de achtererven en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijerven. In figuur 6 is weergegeven waar in verschillende situaties de erfbebouwing gebouwd mag worden. Bij de woningen zijn ook aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven toegestaan. Voor het toestaan van deze beroepen zijn in de regels diverse voorwaarden opgenomen. Wat betreft beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning zijn in de jurisprudentie een aantal criteria ontwikkeld op grond waarvan kan worden bepaald of er al dan niet sprake is van beroep- of bedrijfsmatige activiteiten die strijd met de woonbestemming opleveren. In de gevallen dat wordt voldaan aan de definitie van een ‘aan-huis-verbonden beroep of bedrijf’ en aan de criteria die verwerkt zijn in de gebruiksregels van deze bestemming, levert de uitoefening van de betreffende beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten geen strijd op met de woonbestemming (omdat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft en er sprake is van een ruimtelijke uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is). - Woongebied - 1 In het oostelijk deel van Het Palet kunnen reguliere woningen worden gebouwd. Dit gebied valt onder deze bestemming. Op hoofdlijnen is er voor dit gebied al een verkaveling gemaakt, maar afwijkingen van deze verkaveling zijn ook toegestaan. De plaatsing van de woningen kan daarom flexibel binnen de bestemming plaatsvinden. In deze flexibele woonbestemming kunnen naast woningen ook wegen, groen, water en dergelijke worden gerealiseerd. De gronden binnen deze bestemming moeten dus nog nader worden verkaveld. De maximale maatvoering van de woningen is in de regels opgenomen. Bij de woningen zijn bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen toegestaan. In de regels zijn ten aanzien van de maatvoering en plaatsing van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen diverse regels opgenomen. Bij de woningen zijn net als in de bestemming ‘Wonen’, ook aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven toegestaan. - Woongebied - 2 Het westelijk deel van Het Palet kent ruimere mogelijkheden voor functies naast het wonen. Naast woningen met de gebruikelijke regeling voor aan-huisverbonden beroepen of bedrijven zijn hier in combinatie met het wonen ook bedrijven tot en met milieucategorie 2, dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen, sport- en recreatieve voorzieningen en manege-activiteiten toegestaan. Het gaat om functies in combinatie met de woonfunctie. De woonfunctie blijft dan ook altijd de hoofdfunctie. Voor dit gebied is deze bestemming opgenomen.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 32
131103
Binnen de bestemming zijn zowel grondgebonden als gestapelde woningen toegestaan. De maximale maatvoering van de woningen is in de regels opgenomen. Om er voor te zorgen dat het woongebied niet te dicht bebouwd raakt, is er een minimale afstand tussen hoofdgebouwen opgenomen. Bij de woningen zijn bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen toegestaan. In de regels zijn ten aanzien van de maatvoering en plaatsing van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen diverse regels opgenomen. - Wonen - Woongebouw In het plangebied is een aantal woongebouwen bestemd, een aantal daarvan aan de wateras en een aantal elders in het plangebied. De woongebouwen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. De maximale maatvoering voor de woningen is op de verbeelding weergegeven.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 33
6. UITVOERBAARHEID 6. 1. Algemeen Bij de uitvoering van een plan kan in zijn algemeenheid onderscheid worden gemaakt tussen de maatschappelijk en de economische uitvoerbaarheid. Bij het eerste gaat het er om hoe de verwezenlijking door de maatschappij (overheid en burgers samen) wordt gedragen. Bij de economische uitvoerbaarheid gaat het om de kosten en andere economische aspecten die met de verwezenlijking van het plan samenhangen. Tevens is in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) geregeld dat in het kader van een bestemmingsplan de grondexploitatieregeling van toepassing is. 6. 2. Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan doorloopt de in de Wro vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop burgers en belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken. Hieronder volgt een nadere toelichting. - Overleg en inspraak Omdat de gemeente participatie van burgers en belangenorganisaties belangrijk vindt biedt de gemeente deze partijen de mogelijkheid reacties op het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. In dit kader is het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage gelegd en is het plan opgestuurd naar de overlegpartners. De resultaten hiervan zijn opgenomen in bijlage 4. Daar waar aangegeven, is het bestemmingsplan aangepast aan de betreffende reacties. - Ontwerpbestemmingsplan De resultaten van overleg en inspraak zijn, zoals hiervoor is aangegeven, verwerkt in het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerpbestemmingsplan is vervolgens zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kon een ieder zijn zienswijze kenbaar maken. Hiervan is geen gebruik gemaakt. - Vaststelling bestemmingsplan Het bestemmingsplan is op 17 december 2015 gewijzigd vastgesteld vanwege een aantal ambtelijke wijzingen die in het raadsbesluit zijn verantwoord. Na de vaststelling wordt het bestemmingsplan nogmaals zes weken ter inzage gelegd. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Raad van State. 6. 3. Economische uitvoerbaarheid De gronden waarop nieuwbouw wordt gebouwd, zijn of komen in eigendom van de gemeente. De gemeente heeft een grondexploitatie vastgesteld waaruit een positief resultaat blijkt. De gemeente heeft hiervoor geld in de begroting gereserveerd. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid voldoende aangetoond.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 34
131103
6. 4. Exploitatieplan Door middel van de grondexploitatieregeling in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten. Hierbij valt te denken aan kosten voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor het bestemmingsplan. Daarnaast hebben gemeenten sturingsmogelijkheden, omdat in het geval van grondexploitatie door derden, diverse eisen en regels gesteld kunnen worden. Het bestemmingsplan voorziet in de bouw van meerdere woningen. Dit valt onder de bouwplannen zoals bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. In de Wro is opgenomen dat voor dergelijke bouwplannen, in verband met het kostenverhaal van de gemeente, in beginsel een exploitatieplan vastgesteld moet worden. Van het vaststellen van een exploitatieplan kan worden afgezien als voornoemde kosten ‘anderszins verzekerd’ zijn, bijvoorbeeld door overeenkomsten, en het stellen van eisen en een fasering niet noodzakelijk worden geacht. De gemeente heeft of krijgt de gronden in het plangebied in eigendom. De gemeente zal de kosten die zij maakt met betrekking tot de planontwikkeling verhalen door middel van de gronduitgifte. ===
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
BIJLAGE 1
Memo Aan Van Datum Kopie Onze referentie
: : : : :
Gemeente Dronten Ir. M.A.J. Swinkels 7 maart 2007 Waterschap Zuiderzeeland /M/MSw/Amst
Betreft
:
Concept waterparagraaf De Gilden – Het Noordelijk Deel
1. Algemeen Aan de westzijde van de gemeente Dronten wordt de woonwijk de Gilden gerealiseerd. De Gilden is aan de oostzijde begrensd door de woonwijk De Munten. De twee woonwijken zijn van elkaar gescheiden door de Gildenpenningdreef. Omdat de uitbreiding van bestaand bebouwd gebied gevolgen heeft voor de inrichting van het watersysteem en de waterketen, is het proces van de watertoets gevolgd. In figuur 1 is de ligging van de Gilden weergegeven. De woonwijk De Gilden wordt in fasen aangelegd. Voor de eerste fase (‘Gilden 1A’ en ‘Gilden 1B’ in figuur 1) en voor de Wisentzone is het proces van de watertoets reeds doorlopen. De bouw van de eerste fase is eind 2005/ begin 2006 van start gegaan. Deze waterparagraaf betreft de aanleg van het Noordelijk Deel (zie figuur 1). Voor het overige gebied in de Gilden wordt de watertoets doorlopen wanneer de inrichtingsplannen meer vorm hebben. In de figuren in deze waterparagraaf is de ondergrond voor het deelgebied ‘Gilden overig’ een proefverkaveling.
Figuur 1. Overzichtskaarten De Munten en De Gilden
2. Vigerend beleid Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat landelijk in de belangstelling. Thema’s zoals "water in de stad" en "water als ordenend principe" zijn als speerpunten aangegeven in het landelijk beleid beschreven in de Vierde Nota Waterhuishouding (ministerie van V&W), de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw (WB21), de Handreiking Watertoets (ministerie van VROM), het Omgevingsplan Flevoland (Provincie Flevoland), het Waterbeheersplan (Waterschap Zuiderzeeland) en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW).
7 maart 2007
/M/MSw/Amst
1
Op Europees niveau wordt gewerkt aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW streeft naar duurzame en robuuste watersystemen. Basisprincipes van het nationaal (WB21) en Europees (KRW) beleid zijn: meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd en standstill situatie (géén verdere achteruitgang in de huidige (2000) chemische en ecologische waterkwaliteit). Dit is geconcludeerd in de twee drietrapsstrategieën voor: • waterkwantiteit (vasthouden, bergen, afvoeren); • waterkwaliteit (schoonhouden, scheiden, zuiveren). Het realiseren van de genoemde doelen en uitgangspunten van het vigerende waterbeleid is een gezamenlijke opgave. Dit is afgesproken in het NBW (juni 2003) door de ondertekening van het Rijk, de provincies in het samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW). In het Waterplan Dronten heeft de gemeente Dronten zijn visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. De waterhuishoudkundige inrichtingsmaatregelen voor De Gilden zijn op hoofdlijnen beschreven door vertaling van het genoemde vigerend waterbeleid naar het gewenste waterbeheer. 3. Watersysteem In de huidige situatie is ter plaatse van het Noordelijk Deel sprake van agrarisch gebied met kavelsloten. De kavelsloten zijn gedimensioneerd op een afvoer van 1,5 l/s/ha. De grondwaterstanden staan gemiddeld 1,0 tot 1,3 m beneden maaiveld. De watersystemen van De Gilden en De Munten staan met elkaar in open verbinding via twee duikers onder de Gildenpenningdreef. In het ontwerp peilbesluit Dronten-West wordt voorgesteld flexibel peilbeheer toe te passen in De Gilden en De Munten met een flexibel peil variërend van NAP -5,80 tot -6,05 m. De (beweegbare) stuw naar de Lage Vaart heeft een vaste drempel met een hoogte van NAP -5,80 m. Tijdens droge perioden kan het oppervlaktewaterpeil uitzakken tot NAP -6,05 m. In figuur 2 is de afwatering van De Gilden en De Munten weergegeven. De afwatering van De Munten en De Gilden vindt onder normale omstandigheden plaats aan de oostkant van het gebied via de stuw naar de Lage Vaart. De maximale afvoer vanuit het gebied naar de Lage Vaart bedraagt 1,5 l/s/ha. De specifieke afvoer vanuit het plangebied neemt dus niet toe ten opzichte van de huidige situatie.
Stuw naar Lage Vaart Duiker Keerschot Wadi
Figuur 2a. Aan- en afvoersituatie 7 maart 2007na aanleg Noordelijk Deel
Stuw naar Lage Vaart Duiker Keerschot Wadi
Figuur 2b. Aan- en afvoersituatie na aanleg Gilden totaal
/M/MSw/Amst
2
Bij aanleg van het Noordelijk Deel worden betreffende het oppervlaktewater, ten opzichte van de eerste fase en de Wisentzone van De Gilden, een wadi en twee watergangen aangelegd. In de figuren 1 en 2 zijn de ligging van de wadi en deze watergangen te zien. In het zuiden van het plangebied van het Noordelijk Deel komt een brede watergang (hier loopt nu nog een kavelsloot) en daarnaast wordt een watergang langs de oostgrens aangelegd. Na aanleg van het Noordelijk Deel (figuur 2a) blijft nog één kavelsloot van het huidige watersysteem in gebruik om doodlopende einden in het watersysteem in deze bouwfase te voorkómen. Het betreft de verbindende sloot tussen de Wisentzone en het Noordelijk Deel (oriëntatie: noord – zuid). Aan de westkant van het plangebied bevindt zich een noodoverlaat. De hoogte van de noodoverlaat bedraagt NAP -5,0 m. In extreme situaties kan het waterpeil in De Gilden en De Munten stijgen tot NAP -5,0 m waarna het over de noodoverlaat naar de Wisenttocht stroomt. (deze situatie komt bij een T=100 bui niet voor, zie ‘Waterberging’). In principe wordt in het gebied geen water ingelaten, het peil kan tijdens droge perioden uitzakken tot NAP -6,05 m. Het water in de Lage Vaart is van mindere kwaliteit dan het water in het plangebied zelf. 4. Waterberging Door de aanleg van de woonwijk De Gilden neemt het verhard oppervlak toe ten opzichte van de huidige situatie. Het gevolg hiervan is dat neerslag versneld wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Om te grote peilstijgingen en daarmee gepaard gaande oppervlaktewateroverlast te voorkomen is het van belang dat niet alleen in de eindsituatie, maar ook in de verschillende tussenfasen van aanleg, voldoende waterberging in het gebied beschikbaar is. Daarnaast kan voldoende berging in het watersysteem voorkomen dat eventuele wateroverlast wordt afgewenteld op de omgeving. In figuur 3 is in geel aangegeven welke fasen de ontwikkeling van het plangebied doorloopt. Aangezien de watersystemen van de Gilden en de Munten met elkaar in open verbinding staan kunnen deze gebieden, wanneer het om waterberging gaat, als één systeem worden beschouwd.
Figuur 3a. Situatie na aanleg Munten en Gilden – fase 1
Figuur 3b. Situatie na aanleg Munten en Gilden – fase 1 en Wisentzone
Figuur 3c. Situatie na aanleg Munten en Gilden – fase 1, Figuur 3d. Situatie na aanleg Munten en Gilden Wisentzone en Noordelijk Deel
7 maart 2007
/M/MSw/Amst
3
Om de peilstijgingen te bepalen is gebruik gemaakt van de compensatienorm waterberging van Flevoland voor verhard gebied (725 m3/ha). In tabel 1 zijn de berekende peilstijgingen in het gehele watersysteem na realisatie van iedere bouwfase gegeven (bij een T=100 bui). In deze tabel zijn tevens de totale hoeveelheden verhard, onverhard en open water oppervlak aangegeven (cumulatief). In bijlage 1 is deze oppervlakteverdeling per deelgebied opgenomen. In de tabel is te zien dat de maximale peilstijging bij een T=100 bui na aanleg van het Noordelijk Deel 0,50 m bedraagt. Onder normale omstandigheden is de drooglegging in De Gilden 1,30 m. Bij een peilstijging van 0,50 m is nog altijd een drooglegging van 0,80 m gewaarborgd. De noodoverlaat naar de Wisenttocht aan de westkant van het plangebied zal in deze situatie niet overstorten. Tabel 1. Peilstijging bij T=100 bui voor de verschillende fasen van aanleg van De Gilden Situatie Munten Munten + Gilden t/m ontwikkeling fase 1 (fig 3a) Munten + Gilden t/m ontwikkeling Wisentzone (fig 3b) Munten + Gilden t/m ontwikkeling Noordelijk Deel (fig 3c) Munten + Gilden eindsituatie (fig 3d)
Onverhard opp (ha)
Verhard opp (ha)
Open water opp (ha)
Totaal opp (ha)
Peilstijging T=100 (m)
Volume (m3)
56
42
6
103
0.55
30305
75
56
7
138
0.56
40484
80
59
7
147
0.58
43036
97
73
10
181
0.50
52780
117
86
12
214
0.52
62060
In de tabel is tevens te zien dat ook in de andere aanlegfasen van De Gilden voldoende open water in het gebied aanwezig is om een drooglegging van 0,7 m te waarborgen. Opgemerkt wordt dat de peilstijgingen in werkelijkheid nog wat kleiner zullen zijn doordat hemelwater vertraagd wordt afgevoerd via onder andere zandcunetten onder de wegen (zie ‘afkoppelen en riolering’). 5. Afkoppelen en riolering In het Noordelijk Deel wordt een DWA-stelsel aangelegd voor de afvoer van vuilwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. In het Noordelijk Deel wordt geen HWA-riool aangelegd. De wegen worden met doorlatende klinkers aangelegd en het hemelwater van de daken en de wegen wordt afgevoerd naar zandcunetten onder de wegen. Vanuit de zandcunetten infiltreert het hemelwater naar het grondwater, waardoor het vertraagd wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. De zandcunetten hebben een filterende werking. De dimensies van de zandcunetten zijn gebaseerd op een T=2+10% bui. Slechts bij hoge grondwaterstanden wordt het hemelwater vanuit de zandcunetten via een drain afgevoerd naar het nabijgelegen oppervlaktewater. Ter plaatse van de wadi kan het water eveneens infiltreren naar het grondwater. Het laagste punt van de wadi bedraagt circa NAP -5,0 m en de gemiddeld hoogste grondwaterstand bedraagt circa NAP -5,45 m. Dit betekent dat er minimaal 0,45 m ruimte in het bodemprofiel beschikbaar is, waardoor altijd infiltratie mogelijk is. De afwatering van de wadi naar het oppervlaktewater vindt plaats in oostelijke richting.
7 maart 2007
/M/MSw/Amst
4
6. Veiligheid (inundatie) Uit het Omgevingsplan Flevoland 2006 blijkt dat delen van het Noordelijk Deel bij onveranderd grondgebruik en onveranderde inrichting in potentieel inundatiegebied zijn gelegen (kans op inundatie in 2050). Door aanleg van het Noordelijk Deel verdwijnt deze kans op inundatie binnen het plangebied (zie ‘Waterberging’). Aanleg van het Noordelijk Deel heeft dan ook een positief effect op de interne veiligheid in het plangebied. Het effect van aanleg van De Gilden op de externe veiligheid wordt in het eerder genoemde ontwerp peilbesluit Dronten-West beschouwd als onderdeel van de waterhuishoudkundige belangenafweging. 7. Waterkwaliteit Ten einde de kwaliteit van het afstromende hemelwater te verbeteren zal moeten worden voorkomen dat verontreinigingen in het water terecht komen. Het is van belang in de bouw duurzame, niet-uitlogende materialen toe te passen. Verontreinigingen kunnen ook via de verharding in het water terecht komen (bijvoorbeeld door het wassen van auto’s op straat en chemische onkruidbestrijding). Daarom verdient het de aanbeveling om naast deze zogenaamde bronmaatregelen tevens maatregelen te nemen om te voorkomen dat verontreinigingen via de verharding in het water kunnen belanden. De filterende werking van de wegcunetten heeft een positieve invloed op de kwaliteit van het afstromende hemelwater. 8. Watergangen en oevers De noordelijke oever van de grote waterpartij ten zuiden van het Noordelijk Deel wordt ingericht met een talud van 1:3 à 1:4 en een plasberm van circa 1,0 m breed. De zuidelijke oever van deze waterpartij wordt ingericht met een harde beschoeiing. De bodem van de waterpartij ligt op NAP -7,3 m, evenals de bodemhoogte van de watergangen van het waterschap. Hiermee is de waterdiepte van deze waterpartij circa 1,5 m. De breedte op de waterlijn bedraagt circa 35 m. Het onderhoud van watergangen en oevers (baggeren, maaien en afvoeren) wordt afgestemd op de functie van de watergang zoals omschreven in het Waterplan Dronten (gebruiks- en/ of belevingswater). De wadi en de bermen zullen een grasbekleding krijgen. De breedte van de wadi bedraagt 15 m en de diepte varieert van 1,0 tot 1,5 m.
7 maart 2007
/M/MSw/Amst
5
Bijlage 1
Oppervlakteverdeling per deelgebied De Gilden en De Munten
Gebied
Onverhard opp (ha)
Verhard opp (ha)
Open water opp (ha)
Totaal opp (ha)
% open water
De Munten
56
42
6
103
5.3
De Gilden 1A
11
8
0
19
2.1
De Gilden 1B
8
6
1
16
8.2
De Gilden Wisentzone
5
4
0
9
1.8
De Gilden Noordelijk Deel
17
13
3
34
9.2
De Gilden overig
19
13
1
34
4.3
De Gilden totaal
61
44
6
111
5.8
117
86
12
214
5.6
Totaal
7 maart 2007
/M/MSw/Amst
1
BIJLAGE 2
De Gilden Dronten
131103
Ontvanger
:
Waarneemhoogte [m]
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.83 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 15.16 0.23 4.04 1.55
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
1.5
32.82 32.83 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
52.20 49.79 43.13 5 53 48
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 1
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Wisentweg
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 2.00 : 0.84 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 91.08 91.08 91.08 80 -2.00 3 Middelzware Motorvoert... 6.42 6.42 6.42 80 -2.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.50 2.50 2.50 80 -2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.03 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
0.00 0.00 13.88 0.18 3.77 1.23
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 5.68 0.03 0.08 0.22
1000.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 66.82 62.88 58.98 59.61 55.66 51.76 58.25 54.30 50.40 0.00 0.00 0.00 68.06 64.11 60.21 ----
: : : : : :
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
24.40 24.41 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
49.00 45.06 41.16 2 50 48
3.62 3.70 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
67.17 64.77 58.10 5 68 63
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 2
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.62 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.75 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
0.00 0.00 11.47 0.11 2.29 0.77
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 13.43 0.16 3.22 1.13
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
14.00 14.02 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
58.55 56.15 49.48 5 59 54
22.00 22.01 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
55.24 52.83 46.17 5 56 51
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 3
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.82 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 15.05 0.23 3.99 1.52
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
: : : :
32.00 32.01 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
52.39 49.99 43.32 5 53 48
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 4
De Gilden Dronten
131103
Ontvanger
:
Waarneemhoogte [m]
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.86 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 16.21 0.29 3.59 0.95
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
4.5
41.61 41.78 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
52.14 49.74 43.07 5 53 48
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 5
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Wisentweg
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 2.00 : 0.87 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 91.08 91.08 91.08 80 -2.00 3 Middelzware Motorvoert... 6.42 6.42 6.42 80 -2.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.50 2.50 2.50 80 -2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.00 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
0.00 0.00 14.75 0.21 3.36 0.71
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 5.90 0.03 0.00 0.10
1000.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 66.82 62.88 58.98 59.61 55.66 51.76 58.25 54.30 50.40 0.00 0.00 0.00 68.06 64.11 60.21 ----
: : : : : :
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
29.62 29.86 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
49.02 45.08 41.18 2 50 48
1.02 3.89 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
67.15 64.74 58.08 5 68 63
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 6
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.62 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.75 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
0.00 0.00 11.61 0.11 1.96 0.37
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 13.49 0.16 2.67 0.55
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
14.00 14.49 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
59.13 56.73 50.06 5 60 55
22.00 22.32 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
56.32 53.91 47.25 5 57 52
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 7
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.82 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 15.08 0.23 3.23 0.76
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
: : : :
32.00 32.22 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
53.88 51.48 44.81 5 55 50
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 8
De Gilden Dronten
131103
Ontvanger
:
Waarneemhoogte [m]
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.87 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 16.49 0.30 3.53 0.68
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
7.5
44.01 44.52 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
52.18 49.78 43.11 5 53 48
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 9
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Wisentweg
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 2.00 : 0.88 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 91.08 91.08 91.08 80 -2.00 3 Middelzware Motorvoert... 6.42 6.42 6.42 80 -2.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.50 2.50 2.50 80 -2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.00 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
0.00 0.00 15.04 0.23 3.32 0.50
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 8.34 0.06 0.00 0.11
1000.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 66.82 62.88 58.98 59.61 55.66 51.76 58.25 54.30 50.40 0.00 0.00 0.00 68.06 64.11 60.21 ----
: : : : : :
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
31.22 31.94 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
48.96 45.02 41.12 2 50 48
1.00 6.82 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
64.67 62.27 55.60 5 66 61
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 10
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.62 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.75 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
0.00 0.00 11.91 0.12 1.95 0.25
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 13.62 0.17 2.61 0.37
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
14.00 15.54 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
58.95 56.55 49.88 5 60 55
22.00 23.01 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
56.42 54.01 47.35 5 57 52
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 11
De Gilden Dronten
131103
Rijlijn
: Gildemeesterdreef
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: 0.00 : 3.00 : 0.82 : 0.00 : 127 : 0 - Referentiewegdek
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.46 93.46 93.46 50 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 5.08 5.08 5.08 50 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 1.46 1.46 1.46 50 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V2.00
0.00 0.00 15.15 0.23 3.13 0.51
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art.110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
: : : :
32.00 32.70 0.00 0.00
: : : :
5000.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond 0.00 0.00 71.78 69.38 65.64 63.23 63.18 60.78 0.00 0.00 73.18 70.78 ---
: : : : : :
E_nacht 0.00 62.71 56.57 54.11 0.00 64.11 --
54.16 51.76 45.09 5 55 50
10/3/2013 3:30:11 PM, blz. 12
BIJLAGE 3
Rapport Lelystad, maart 2015 J. Reinhold
Beschermde flora en fauna binnen het bestemmingsplangebied De Gilden – Het Palet
1
Landschap verbindt Landschapsbeheer Flevoland streeft naar ontwikkeling, beheer en behoud van een ecologisch waardevol landschap met een streekeigen karakter, zowel in het landelijk als stedelijk gebied. Samen met bewoners, overheden en agrariërs zoekt Landschapsbeheer naar kansen voor natuur en landschap.
Burgerparticipatie Landschapsbeheer stimuleert betrokkenheid van bewoners bij de natuur en het landschap in de eigen leefomgeving. Samen verantwoordelijk voor de inrichting en het beheer van de eigen ‘achtertuin’.
Het werk van Landschapsbeheer Flevoland is onder te verdelen in vier werkvelden :
Soortenbeheer In het Flevolandse landschap horen tal van plant- en diersoorten. De (tijdelijke) aanvullende maatregelen die Landschapsbeheer uitvoert, dragen bij aan het realiseren van een zelf functionerend ecosysteem.
Cultuurhistorie en Aardkunde De geschiedenis van Flevoland heeft mens en landschap bepaald. Om de eigen leefomgeving goed te begrijpen speelt kennis van het ontstaan van het gebied een belangrijke rol.
Landschap Singels, laanbomen, bermen, dijken, dorpsbossen, weilanden, akkers, stedelijk groen en groot open water zijn dragers van het landschap. Beheer, behoud en ontwikkeling van deze landschapselementen dragen bij aan de beleving van ons landschap.
Titel Auteur Rapportnummer Datum
: Beschermde flora en fauna binnen het bestemmingsplangebied De Gilden – Het Palet : J. Reinhold : LBF-2015-003 : maart 2015
Landschapsbeheer Flevoland Botter 14-03 8232 JP Lelystad t: 0320-294939 e:
[email protected] www.landschapbeheer.net
2
Inhoud Inhoud 1. Inleiding
1 2
2. Methoden
5
3. Resultaten Steenmarter Kleine modderkruiper Alpenwatersalamander Daslook Gele helmbloem Rietorchis Wilde marjolein Boommarter Bittervoorn Bever Gewone dwergvleermuis Laatvlieger Meervleermuis Ruige dwergvleermuis Rosse vleermuis Tweekleurige vleermuis Watervleermuis Jaarrond beschermde nesten van vogels Broedende vogels
6 11 11 12 12 13 13 14 14 14 15 15 16 16 17 17 18 18 19 19
4. Conclusie
20
5. Geraadpleegde literatuur en websites
21
1
1. Inleiding Voor elk gebied in Nederland geldt een bestemmingsplan. In een bestemmingsplan dient o.a. aandacht te zijn voor het effect op de natuurwaarden van de locatie, het effect van de ontwikkeling op de natuurwaarden van de omgeving en het effect van de omgeving op de nieuwe ontwikkeling. Dit rapport beschrijft de effecten op de beschermde flora en faunasoorten, zoals die vastgelegd zijn in de Flora- en faunawet (Ffwet), binnen het bestemmingsplangebied De Gilden – Het Palet. Bestemmingsplan De Gilden – Het Palet (vrij naar concept bestemmingsplan) Het bestemmingsplan De Gilden-Het Palet heeft betrekking op de woonwijk De Gilden en Het Palet in het westen van Dronten. De woonwijk De Gilden, zijnde het oostelijk deel van het plangebied, is al voor een groot deel gerealiseerd. Incidenteel zijn nog enkele woningen mogelijk. Het westelijk deel (Het Palet) moet nog ingevuld worden. Dit woongebied krijgt flexibele mogelijkheden voor woningbouw.
. Figuur 1. De ligging van het plangebied
2
Figuur 2. De huidige situatie van het plangebied Het gebied bestaat dus in de huidige situatie voor een deel uit gerealiseerde woningbouw met bijbehorende wegen en met watergangen. Het andere deel bestaat uit agrarisch gebied met bijbehorende gedimensioneerde watergangen als kavelsloten en tochten.
3
Beschermde Flora en Fauna Om het bestemmingsplan vast te kunnen stellen moet duidelijk zijn of de wijziging van het bestemmingsplan juridisch haalbaar lijkt. Er mogen geen juridische onmogelijkheden zijn alvorens het plan vast te stellen. Bekeken moet worden of er reden is om aan te nemen dat de Flora en faunawet dit bestemmingsplan niet kan toelaten. M.a.w. heeft het bestemmingsplan zo’n grote invloed op de (populaties van) beschermde soorten dat een ontheffing Flora en faunawet onwaarschijnlijk lijkt? De Ffwet kent drie beschermingscategorieën: 1. Soorten die wel beschermd zijn maar waarvoor vooral het zorgvuldigheidsprincipe geldend is: er moet zorgvuldig met de soort worden omgegaan. Deze worden ‘Tabel 1 soorten’ genoemd. 2. Soorten die strikter beschermd zijn. Bij het beheer of een ruimtelijke ontwikkeling dient toestemming verkregen te worden van het Ministerie van EZ. Dit kan via een ontheffing Ffwet of door te handelen conform een door het Ministerie van EZ goedgekeurde gedragscode. Dit zijn de ‘Tabel 2 soorten’. 3. Soorten die strikt beschermd zijn. Bij het beheer kan nog gewerkt worden middels een goedgekeurde gedragscode maar bij een ruimtelijke ontwikkeling is een ontheffing Ffwet vaak noodzakelijk: de ‘Tabel 3 soorten’. Om te bepalen of het bestemmingsplan vanuit de Flora en faunawet op onoverkomelijke bezwaren stuit, zal bepaald moeten worden of de ontwikkelingen in het bestemmingsplan aanleiding zijn om voor een of meerdere Tabel 2 of 3 soorten geen ontheffing Ffwet af te geven. Dit zou betekenen dat de populaties van de beschermde soorten door de ontwikkeling in het bestemmingsplan zo onder druk komen dat zij (regionaal) uitsterven. Onderscheid is gemaakt in verschillende gebieden: Het onbebouwde gebied (huidige situatie) Het bebouwde gebied (huidige situatie) De eindsituatie met volledig bebouwd gebied (toekomst) Per gebied en tijdvak is bepaald welke beschermde soorten in het gebied voorkomen of naar verwachting voor (kunnen) komen. Tevens is een analyse gemaakt welke effecten op de populaties beschermde soorten verwacht worden als het bestemmingsplan uitgevoerd wordt. Landschapsbeheer Flevoland is gevraagd deze analyse uit te voeren vanwege haar ruime ervaring met beschermde soorten in Flevoland. Van de meeste soorten heeft zij ervaring met de verspreiding van de soort in Flevoland en de aantalsontwikkeling van veel soorten (zie literatuurlijst)
4
2. Methoden In 2007 heeft Landschapsbeheer Flevoland een onderzoek uitgevoerd naar de aanwezigheid van beschermde soorten in Flevoland (Heemskerk et al, 2007). Dit heeft geresulteerd in een lijst van 60 Tabel 2 en 3 soorten. Deze lijst is naar aanleiding van nieuwe vondsten nog bijgewerkt. Daarmee ontstaat een overzichtelijke lijst met de belangrijkste beschermde soorten die in Flevoland voorkomen en is een goede basis voor deze rapportage. Op 9 maart 2015 is een veldbezoek gebracht aan het gebied. Op basis van de bekende verspreiding in Flevoland, habitatvoorkeuren van de soort en de huidige en toekomstige inrichting van het gebied is een inschatting gemaakt of de verschillende Flevolandse beschermde soorten al dan niet voor kunnen komen. Alleen als er een duidelijke veldwaarneming aan ten grondslag ligt, is in tabel A aangegeven dat de soort zeker voorkomt. Onderscheid is gemaakt in het gebied dat nu nog een agrarisch gebruik heeft (tabel A) en het gebied dat stedelijk gebruik kent (tabel B). Indien het huidige agrarische gebied verder omgezet wordt in stedelijk gebied dan zal ook tabel B voor stedelijk gebied geldend worden voor dit gebied.
5
3. Resultaten Een groot aantal beschermde soorten komt (mogelijk) voor in bestemmingsplangebied. Dat geldt voor zowel het huidige agrarische gebied als voor het (toekomstige) bebouwde gebied. Voor het merendeel betreft het Tabel 1 soorten: soorten die geen juridisch risico vormen voor de vaststelling van het bestemmingsplan. Het aantal Tabel 2 en 3 soorten is veel beperkter. Voor deze soorten zal voor de uitvoer van ruimtelijke ontwikkelingen al snel een ontheffing Ffwet of gebruik van een gedragscode noodzakelijk zijn. Per soort(groep) die (mogelijk) aanwezig is in het gebied, is een analyse gemaakt of de uitvoer van het bestemmingsplan grote schade aan de populatie aan kan richten. M.a.w. of de schade aan de populatie zo groot is dat het verkrijgen van een ontheffing Ffwet onwaarschijnlijk is. Tabel A: Planten en dieren die in Flevoland voorkomen en die beschreven staan in de tabellen 1,2 en 3 van de Flora en faunawet (Heemskerk et al, 2007), en de aanwezigheid hiervan in het agrarische deel van het bestemmingsplangebied. Planten en dieren met * zijn nader beschreven. voorkomen in studiegebied Nederlandse naam Wetenschappelijke naam zeker mogelijk niet Tabel 1 soorten, voorkomend in Flevoland Zoogdieren Microtus agrestis Aardmuis X Apodemus sylvaticus Bosmuis X Micromys minutus Dwergmuis X Mustela putorius Bunzing X Sorex minutus Dwergspitsmuis X Erinaceus europaeus Egel X Sorex araneus Gewone bosspitsmuis X Lepus europaeus Haas X Mustela erminea Hermelijn X Crocidura russula Huisspitsmuis X Oryctolagus cuniculus Konijn X Talpa europaea Mol X Capreolus capreolus Ree X Clethrionomys glareolus Rosse woelmuis X Sorex coronatus Tweekleurige spitsmuis X Microtus arvensis Veldmuis X Vulpes vulpes Vos X Mustela nivalis Wezel X Arvicola Woelrat amphibius/scherman X Amfibieën Rana temporaria Bruine kikker X Bufo bufo Gewone pad X Pelophylax kl. esculentus Bastaardkikker X Lissotriton vulgaris Kleine watersalamander X Pelophylax ridibundus Meerkikker X Slakken Wijngaardslak (introductie) Helix pornatia X Planten Lathyrus tuberosus Aardaker X Epipactis helleborine Brede wespenorchis X Caltha palustris Dotterbloem X Ornithogalum umbellatum Gewone vogelmelk X Campanula rotundifolia Grasklokje X 6
Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Dipsacus fullonum Grote kaardenbol Vinca minor Kleine maagdenpalm Primula elatior Slanke sleutelbloem Butomus umbellatus Zwanenbloem Tabel 2 soorten, voorkomend in Flevoland Zoogdieren Dama dama Damhert Cervus elephus Edelhert Sciurus vulgaris Eekhoorn Martes foina Steenmarter* Vissen Cobitis taenia Kleine modderkruiper* Cottus gobio Rivierdonderpad Amfibieën Triturus alpestris Alpenwatersalamander* Planten Ophrys apifera Bijenorchis Dactylorhiza majalis majalis Brede orchis Allium ursinum Daslook * Pseudofumaria lutea Gele helmbloem * Dactylorhiza maculata Gevlekte orchis Listera ovata Grote keverorchis Epipactis palustris Moeraswespenorchis Dactylorhiza majalis Rietorchis * preatermissa Parnassia palustris Parnassia Drosera rotundifolia Ronde zonnedauw Asplenium scolopendrium Tongvaren Dactylorhiza incarnata Vleeskleurige orchis Menyanthes trifoliata Waterdrieblad Plantanthera bifolia Welriekende nachtorchis Origanum vulgare Wilde marjolein* Tabel 3 soorten (bijlage IV HR/1 AmvB Zoogdieren Meles meles Das Martes martes Boommarter * Neomys fodiens Waterspitsmuis Reptielen Anguis fragilis Hazelworm Natrix natrix Ringslang Vissen Rhodeus cericeus Bittervoorn* Bijlage IV HR Zoogdieren Castor fiber Bever* Nyctalus leisleri (bosvleermuis) Myotis nattererii Franjestaart Pipistrellus pipistrellus Gewone dwergvleermuis* Gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus 7
voorkomen in studiegebied zeker mogelijk niet X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X
X X X X X
Nederlandse naam Laatvlieger* Meervleermuis* Otter Ruige dwergvleermuis* Rosse vleermuis* Tweekleurige vleermuis * Watervleermuis* Amfibieën Rugstreeppad Reptielen Zandhagedis Libellen gevlekte witsnuitlibel noordse winterjuffer Planten Drijvende waterweegbree
Wetenschappelijke naam Eptesicus serotinus Myotis dasycneme Lutra lutra Pipistrellus nauthusii Nyctalus noctula Verspertillio murinus Myotis daubentonii
voorkomen in studiegebied zeker mogelijk niet X X X X X X X
Bufo calamita
X
Lacerta agilis
X
Leucorhinia pectoralis Sympecma paedisca
X X
Luronium natans
X
Vaste verblijfplaatsen vogels* Broedende vogels in broedseizoen*
X X
8
Tabel B: Planten en dieren die in Flevoland voorkomen en die beschreven staan in de tabellen 1,2 en 3 van de Flora en faunawet (Heemskerk et al, 2007), en de aanwezigheid hiervan in het huidige en toekomstige bebouwde deel van bestemmingsplangebied. Planten en dieren met * zijn nader beschreven. voorkomen in studiegebied Nederlandse naam Wetenschappelijke naam zeker mogelijk niet Tabel 1 soorten, voorkomend in Flevoland Zoogdieren Microtus agrestis Aardmuis X Apodemus sylvaticus Bosmuis X Micromys minutus Dwergmuis X Mustela putorius Bunzing X Sorex minutus Dwergspitsmuis X Erinaceus europaeus Egel X Sorex araneus Gewone bosspitsmuis X Lepus europaeus Haas X Mustela erminea Hermelijn X Crocidura russula Huisspitsmuis X Oryctolagus cuniculus Konijn X Talpa europaea Mol X Capreolus capreolus Ree X Clethrionomys glareolus Rosse woelmuis X Sorex coronatus Tweekleurige spitsmuis X Microtus arvensis Veldmuis X Vulpes vulpes Vos X Mustela nivalis Wezel X Arvicola Woelrat amphibius/scherman X Amfibieën Rana temporaria Bruine kikker X Bufo bufo Gewone pad X Pelophylax kl. esculentus Bastaardkikker X Lissotriton vulgaris Kleine watersalamander X Pelophylax ridibundus Meerkikker X Slakken Wijngaardslak (introductie) Helix pornatia X Planten Lathyrus tuberosus Aardaker X Epipactis helleborine Brede wespenorchis X Caltha palustris Dotterbloem X Ornithogalum umbellatum Gewone vogelmelk X Campanula rotundifolia Grasklokje X Dipsacus fullonum Grote kaardenbol X Vinca minor Kleine maagdenpalm X Primula elatior Slanke sleutelbloem X Butomus umbellatus Zwanenbloem X Tabel 2 soorten, voorkomend in Flevoland Zoogdieren Dama dama Damhert X Cervus elephus Edelhert X Sciurus vulgaris Eekhoorn X Martes foina Steenmarter* X 9
Nederlandse naam Vissen Kleine modderkruiper* Rivierdonderpad Amfibieën Alpenwatersalamander* Planten Bijenorchis Brede orchis Daslook * Gele helmbloem * Gevlekte orchis Grote keverorchis Moeraswespenorchis
Wetenschappelijke naam Cobitis taenia Cottus gobio
voorkomen in studiegebied zeker mogelijk niet X X
Triturus alpestris
X
Ophrys apifera Dactylorhiza majalis majalis Allium ursinum Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata Listera ovata Epipactis palustris Dactylorhiza majalis Rietorchis preatermissa Parnassia palustris Parnassia Drosera rotundifolia Ronde zonnedauw Asplenium scolopendrium Tongvaren Dactylorhiza incarnata Vleeskleurige orchis Menyanthes trifoliata Waterdrieblad Plantanthera bifolia Welriekende nachtorchis Origanum vulgare Wilde marjolein Tabel 3 soorten (bijlage IV HR/1 AmvB Zoogdieren Meles meles Das Martes martes Boommarter * Neomys fodiens Waterspitsmuis Reptielen Anguis fragilis Hazelworm Natrix natrix Ringslang Vissen Rhodeus cericeus Bittervoorn* Bijlage IV HR Zoogdieren Castor fiber Bever* Nyctalus leisleri (bosvleermuis) Myotis nattererii Franjestaart Pipistrellus pipistrellus Gewone dwergvleermuis* Gewone grootoorvleermuis Plecotus auritus Eptesicus serotinus Laatvlieger* Myotis dasycneme Meervleermuis* Lutra lutra Otter Pipistrellus nauthusii Ruige dwergvleermuis* Nyctalus noctula Rosse vleermuis* Verspertillio murinus Tweekleurige vleermuis* Myotis daubentonii Watervleermuis* Amfibieën Bufo calamita Rugstreeppad 10
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X
Nederlandse naam Reptielen Zandhagedis Libellen gevlekte witsnuitlibel noordse winterjuffer Planten Drijvende waterweegbree
Wetenschappelijke naam
voorkomen in studiegebied zeker mogelijk niet
Lacerta agilis
X
Leucorhinia pectoralis Sympecma paedisca
X X
Luronium natans
X
Vaste verblijfplaatsen vogels* Broedende vogels in broedseizoen*
X X
Steenmarter Algemeen De steenmarter is een marterachtige die zich in Nederland van oost naar west uitbreidt. In Flevoland zijn de meeste steenmarters nu te vinden in de Noordoostpolder, maar ook rond Dronten zijn de eerste waarnemingen bekend. De soort leeft op de grens stad-agrarisch gebied waarbij de bebouwing dienst doet als verblijfplaats en het agrarisch gebied en de stadsranden het jachtgebied vormen. Agrarisch gebied Het huidige agrarisch gebied kan dienst doen als jachtgebied van de steenmarter. Met name de kavelgrenzen bieden vaak voldoende dekking om op zoek te gaan naar muizen en vogels. Het huidige agrarisch gebied vormt voor de steenmarter niet een bijzonder rijk jachtgebied. Daarvoor is het te open en biedt het te weinig voedsel. Verlies van dit gebied zal voor de populatie weinig grote gevolgen hebben voor de steenmarter. Bebouwd gebied (huidig en toekomstig) Groene wijken en wijken aan de buitenzijde van het dorp bieden de steenmarter de beste kansen om zich te vestigen en voort te planten. Hoewel er nog geen waarnemingen bekend zijn binnen dit bestemmingsplangebied is het zeer waarschijnlijk dat de steenmarter zich op termijn gaat vestigen in deze woonwijk. De steenmarter en de Ffwet Het verlies van het agrarisch jachtgebied voor de steenmarter is niet zodanig groot dat de steenmarterpopulatie in de regio Dronten daar grote gevolgen van kan ondervinden. Daarnaast komt er voor de soort interessant jachtgebied voor terug in de vorm van openbaar groen in de woonwijk. Het aantal mogelijkheden voor een verblijfplaats neemt door de woningbouw toe. Het is daarmee onwaarschijnlijk dat de ontwikkelingen in het gebied niet door kunnen gaan omdat het leefgebied van de steenmarter teveel aangetast wordt. Kleine modderkruiper Algemeen De kleine modderkruiper is een vissoort die in zwak stromende wateren voorkomt. Op Europees niveau is de vis vrij zeldzaam. In Nederland komt de soort algemeen voor, zo ook in Flevoland (Beelen et al, 2012). De soort is minder gebonden aan modder dan de naam suggereert: bodems met een dunne modderlaag hebben de voorkeur. Over het algemeen zijn de wateren waarin zij voorkomen minimaal 50 cm diep. 11
Agrarisch gebied In het agrarisch gebied vormen de tochten aan de buitenzijde van het gebied de beste kansen voor de kleine modderkruiper. Het gevangen dier op 9 maart is gevangen in een van de nieuw gegraven tochten in het gebied. Kavelsloten met een waterdiepte minder dan 50 cm zijn voor de kleine modderkruiper niet interessant. Bebouwd gebied (huidig en toekomstig) In het huidige bebouwde gebied en rond het agrarisch gebied zijn grotere waterpartijen aangelegd om de uitbreiding van het ‘stenen’ areaal door de komst van de bebouwing te compenseren. Deze watergangen zijn interessant voor de kleine modderkruiper: de modderlaag is nog gering en de diepte bedraagt meer dan 50 cm. De kleine modderkruiper en de Ffwet De omvorming van het agrarische gebied naar bebouwd gebied heeft als effect dat het areaal oppervlakte water toeneemt. Daarnaast zijn deze wateren dieper dan de huidige sloten in het agrarisch gebied. De ontwikkeling van de bebouwing heeft daarom eerder een positief effect op de populatie kleine modderkruipers dan een negatief effect. Er zijn tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan daarom geen onoverkomelijke bezwaren vanuit de Ffwet. Wel dient tijdens de uitvoer van werkzaamheden aan de watergang rekening gehouden te worden met het voorkomen van de vissoort. Alpenwatersalamander Algemeen De alpenwatersalamander is in Flevoland strikt gebonden aan bebouwd gebied. Eieren worden afgezet in tuinvijvers en de volwassen dieren leven binnen de tuinen en in het nabij gelegen openbare groen. Agrarisch gebied In het agrarisch gebied zal deze soort, gezien zijn verspreidingsbeeld in Flevoland, op dit moment niet voorkomen. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Dieren bereiken het bebouwde gebied door actieve verplaatsing van mensen. Reden dat de dieren nu strikt gebonden zijn aan bebouwd gebied met bijbehorende tuinvijvers. De alpenwatersalamander en de Ffwet Ontwikkelingen in het agrarisch gebied hebben geen gevolgen voor de alpenwatersalamander omdat het dier daar nu niks te zoeken heeft. Uitbreiden van het bebouwde deel is alleen maar gunstig voor deze beschermde soort. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient tijdens werkzaamheden aan kleine waterpartijen rekening gehouden te worden met het mogelijk voorkomen van de soort. Daslook Algemeen Deze stinzeplant wordt door veel mensen gewaardeerd vanwege zijn mooie bloei in het voorjaar. In goed beschaduwde, voedselrijke bodem kan de soort zich goed handhaven en uitbreiden. De bloemknollen worden door mensen dan ook graag geplant waarna verwildering optreedt. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied is op dit moment ongeschikt voor deze soort. Beschaduwde delen komen niet voor.
12
Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Bij een verdere ontwikkeling van het bebouwde deel, zeker in combinatie met opgaand openbaar groen, neemt de kans op vestiging van deze plant sterk toe. Het daslook en de Ffwet Ontwikkelingen in het agrarisch gebied hebben geen gevolgen voor het daslook omdat de plant daar nu niet voor kan komen. Uitbreiden van het bebouwde deel is alleen maar gunstig voor deze beschermde soort. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient tijdens werkzaamheden nabij bosschages rekening gehouden te worden met het mogelijk voorkomen van de soort. Gele helmbloem Algemeen Deze plant wordt door veel mensen gewaardeerd vanwege zijn mooie bloei. In een steenrijke omgeving (nabij trottoirtegels of stenen kademuur) kan de soort zich goed handhaven en uitbreiden. Uitbreiding vindt plaats nadat mensen deze soort in hun tuin hebben geplant. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied is op dit moment ongeschikt voor deze soort. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Bij een verdere ontwikkeling van het bebouwde deel van het bestemmingsplangebied neemt de kans op vestiging van deze plant toe. De gele helmbloem en de Ffwet Ontwikkelingen in het agrarische gebied hebben geen gevolgen voor de gele helmbloem omdat de plant daar nu niet voor kan komen. Uitbreiden van het bebouwde deel is alleen maar gunstig voor deze beschermde soort. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Rietorchis Algemeen Deze orchidee groeit op de overgang land-water. Een zandige bodem in combinatie met redelijk intensief maaibeheer zijn dan belangrijke voorwaarden voor de vestiging van de soort. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied is op dit moment ongeschikt voor deze soort. Het huidige beheer en de aanwezige grondsoort zorgen ervoor dat de soort nu niet voorkomt. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Bij een verdere ontwikkeling van het bebouwde deel, zeker als delen opgehoogd worden met zand neemt de kans op vestiging van deze plant op de overgang rietkraag-grasland nabij watergangen toe. De rietorchis en de Ffwet Ontwikkelingen in het agrarische gebied hebben geen gevolgen voor de rietorchis omdat de plant daar nu niet voor kan komen. Uitbreiden van het bebouwde deel is alleen maar gunstig voor deze beschermde soort. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient tijdens werkzaamheden nabij watergangen rekening gehouden te worden met het mogelijk voorkomen van de soort.
13
Wilde marjolein Algemeen Deze plant wordt door veel mensen gewaardeerd vanwege zijn mooie bloei. Op zandige bodems kan de soort zich goed handhaven en uitbreiden. Uitbreiding vindt plaats nadat mensen deze soort in hun tuin hebben geplant. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied is op dit moment ongeschikt voor deze soort. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Bij een verdere ontwikkeling van het bebouwde neemt de kans op vestiging van deze plant toe. De wilde marjolein de Ffwet Ontwikkelingen in het agrarisch gebied hebben geen gevolgen voor de wilde marjolein omdat de plant daar nu niet voor kan komen. Uitbreiden van het bebouwde deel is alleen maar gunstig voor deze beschermde soort. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan Boommarter Algemeen De boommarter is een marterachtige die vrij sterk gebonden is aan bos. De soort eet vooral bosvogels en muizen. Voortplanting vindt plaats in holle bomen of andere beschutte plekken in het bos. In Flevoland lijkt de soort sinds halverwege de jaren 90 toe te nemen. In de meeste grote boscomplexen van Flevoland zijn nu waarnemingen van boommarters. Ook het Wisentbos kent waarnemingen van boommarter. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied vormt voor de boommarter wellicht marginaal jachtgebied. Verlies van dit jachtgebied zal weinig invloed hebben op de Flevolandse populatie of de populatie in de directe omgeving van Dronten. Bebouwd gebied (huidig en toekomstig) Het bebouwde gebied zal weinig interessant zijn voor de boommarter. Over het algemeen zijn de dieren zo schuw dat zij stedelijk gebied mijden. De boommarter en de Ffwet Het verlies aan potentieel jachtgebied door de omvorming van agrarisch gebied richting bebouwd gebied zal voor de boommarterpopulatie geen gevolgen hebben. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Bittervoorn Algemeen De bittervoorn komt in Flevoland voor in waterplantenrijke wateren die dieper zijn dan 50 cm. Eieren worden afgezet in zoetwatermossels die op de bodem van het water leven. Agrarisch gebied In de kavelsloten van het agrarisch gebied zal deze soort gezien zijn eisen ten aanzien van waterplanten en waterdiepte op dit moment niet voorkomen. In de tochten rondom dit gebied zijn de kansen voor deze soort wel aanwezig. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Dieren bereiken het bebouwde gebied via andere watergangen of door actieve verplaatsing van mensen. Het watermilieu in bebouwd gebied is in Flevoland vaak rijker aan waterplanten dan in bijvoorbeeld de tochten en vaarten. 14
De bittervoorn en de Ffwet Ontwikkelingen in het agrarische gebied hebben geen gevolgen voor de bittervoorn omdat het leefgebied van het dier daar niet aanwezig is. Uitbreiden van het bebouwde deel is alleen maar gunstig voor deze beschermde soort omdat het ook betekent dat het areaal aan oppervlakte water en het areaal dieper water toeneemt. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient tijdens werkzaamheden aan waterpartijen rekening gehouden te worden met het mogelijk voorkomen van de soort. Bever Algemeen De bever is in Oostelijk en Zuidelijk Flevoland een vrij algemene verschijning. Dit watergebonden dier kent een populatiegrootte van ongeveer 150 (sub)adulten (Reinhold & Smeets, 2014). ’s Winters eet het dier vooral boombast, ’s zomer eet de bever vooral riet en lisdodde. Burchten worden in de oevers van watergangen gebouwd. De locatie wordt vaak gekenmerkt door minimaal 50 cm waterdiepte in de watergang én veel houtige beplanting langs de oever. Gefoerageerd wordt tot enkele kilometers van een burcht. Agrarisch gebied De kavelsloten in het agrarisch gebied zijn weinig interessant voor de bever. Hij vindt hier weinig voedsel en de waterdiepte is beperkt. De tochten aan de rand van het gebied zijn wel interessant voor de bever. Deze watergangen staat in verbinding met de Lage Vaart in het Wisentbos alwaar een burcht gelegen is: de tochten zijn dus goed bereikbaar voor een bever. Bebouwd gebied (huidig en toekomstig) De watergangen in het bebouwde gebied zijn van voldoende diepgang voor de bever. Bomen aan de waterkant zijn echter schaars zodat een langdurige vestiging van de bever onwaarschijnlijk lijkt. De waarnemingen van een aanwezige bever op 25 februari 2015 en de sporen op 9 maart 2015 moeten dan ook gezien worden als een dier dat tijdelijk in een foerageergebied aanwezig is, en op termijn weer teruggaat naar zijn verblijfplaats in de Lage Vaart. Afhankelijk van de boomontwikkeling langs de waterkant biedt het bestemmingsplangebied op termijn wel goede kansen voor blijvende vestiging van de soort. De bever en de Ffwet Zowel het agrarisch gebied als bebouwde gebied vormen voor de bever op dit moment marginaal leefgebied. Ontwikkelingen in het gebied zullen daarom geen invloed hebben op Flevolandse populatie. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke bezwaren hebben tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Als het aantal bomen dat langs de waterkant voorkomt zich verder kan ontwikkelen zal het gebied interessanter worden voor de bever. Bij werkzaamheden aan de watergangen zal dan rekening gehouden moeten worden met dit dier. Gewone dwergvleermuis Algemeen De gewone dwergvleermuis is de meest algemene vleermuissoort van Flevoland. In elk dorp en stad komt de soort algemeen voor. De dieren huizen vooral in de spouwmuren en zijn dus sterk afhankelijk van bebouwing. Jagen doen de dieren op insecten tot enkele kilometers van de verblijfplaatsen. Het jachtgebied bestaat bij voorkeur uit half open landschap in combinatie met water. Omdat dit type landschap vaak aan de rand van dorp en stad te vinden is, zijn verblijfplaatsen van deze vleermuis vaak meer aan de rand van een stad te vinden dan in het centrum. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied is niet het optimale jachtgebied van deze vleermuissoort, maar in combinatie met de randen van het Wisentbos en de bebouwing zal de soort er zeker voorkomen. Verlies van dit 15
jachtgebied zal gezien de actieradius van de gewone dwergvleermuis en de kwaliteit van het jachtgebied geen cruciale rol betekenen voor de populatie. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Met de uitbreiding van de bebouwing neemt het aantal potentiele verblijfplaatsen voor deze soort toe. Ook de uitbreiding van de het oppervlaktewater en het half open landschap (parken) biedt beter foerageer kansen dan in het huidige agrarische gebied. De gewone dwergvleermuis en de Ffwet Het verlies van het jachtgebied in het agrarisch gebied zal voor de populatie van de gewone dwergvleermuis geen gevolgen hebben. Zeker als gerealiseerd wordt dat op termijn meer jachtgebied gerealiseerd wordt: half open landschap met meer open water. Ook het aantal potentiele verblijfplaatsen voor de soort neemt toe. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen voor de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient gerealiseerd te worden dat gedurende de bestemminsplanperiode wijzigingen aan de bebouwing (dakkapellen, aanbouw, sloop, na-isolatie e.d.) wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen. Laatvlieger Algemeen De laatvlieger is in Oostelijk Flevoland een vrij schaarse soort. In veel dorpen en steden komt de soort wel voor maar in duidelijk lager dichtheden dan de gewone dwergvleermuis. Deze soort verblijft overdag in spouwmuren en onder dakpannen. Jagen doet het dier vooral in het buitengebied met een voorkeur voor lijnvormige structuren en nabij lantaarnpalen. Ook open agrarisch gebied wordt wel benut als jachtgebied. De actieradius tussen verblijfplaats en jachtgebied bedraagt meerdere kilometers. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied kan een rol spelen als jachtgebied voor de laatvlieger maar vormt zeker geen centrale rol. Het is te klein en weinig optimaal. Verlies van dit jachtgebied zal geen grote invloed hebben op de Flevolandse of Drontense populatie. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Met de komst van meer bebouwing neemt het aantal potentiele verblijfplaatsen toe. Het jachtgebied in de bebouwde kom speelt een minder belangrijke rol als bij de gewone dwergvleermuis zodat de ontwikkeling van extra bebouwing het verlies aan jachtgebied in het agrarisch gebied minder compenseert. De laatvlieger en de Ffwet Het verlies aan jachtgebied zal voor de populatie laatvliegers in Flevoland en Dronten geen effect hebben: daarvoor is het te klein en te marginaal in kwaliteit. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen voor de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient gerealiseerd te worden dat gedurende de bestemminsplanperiode wijzigingen aan de bebouwing (dakkapellen, aanbouw, sloop, na-isolatie e.d.) wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen. Meervleermuis Algemeen De meervleermuis komt in Nederland vooral voor in de waterrijke provincies. Nederland vormt het belangrijkste reproductiegebied van West-Europa waardoor Nederland dus een grote verantwoordelijkheid heeft voor de soort. De soort huist in spouwmuren en jaagt boven groot open water (vaarten) en gras- en akkerland. De actieradius van mannelijke dieren is 7-15 km, die van vrouwtjes bedraagt meer dan 20 km van de verblijfplaats.
16
Agrarisch gebied Het agrarisch gebied zal wellicht een mogelijkheid bieden voor een enkel jagend dier, maar gezien het feit dat groot water niet grenst aan dit gebied is de kans hierop klein. Als jachtgebied is dit gebied zeer marginaal. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) De bebouwing biedt de meervleermuis kansen om zich te vestigen. De grotere waterpartijen in het gebied zouden jachtgebied kunnen vormen waar de dieren gedurende korte tijd jagen. De meervleermuis en de Ffwet Het omzetten van de het agrarische gebied richting bebouwd gebied heeft geen gevolgen voor de populatie meervleermuizen in Dronten en omgeving: daarvoor is het te klein en te marginaal. De bebouwing biedt vooral extra kansen voor vestiging van de meervleermuis. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan Wel dient gerealiseerd te worden dat gedurende de bestemminsplanperiode wijzigingen aan de bebouwing (dakkapellen, aanbouw, sloop, na-isolatie e.d.) wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen. Ruige dwergvleermuis Algemeen De ruige dwergvleermuis is een vrij algemene vleermuissoort in Flevoland. In de zomerperiode betreft het waarschijnlijk vooral mannelijke dieren. Tijdens de voor-en najaarstrek zijn ook vrouwelijke dieren aanwezig. De ruige dwergvleermuis bewoont vooral holten en scheuren van bomen, maar kan ook in bebouwing gevonden worden. Het dier jaagt graag in half open landschap gecombineerd met open water, maar wordt ook ver van het vaste land boven open water jagend waargenomen. Open agrarisch gebied is niet zijn favoriete jachtgebied. Agrarisch gebied Binnen het agrarisch gebied kan deze vrij algemene vleermuissoort jagend voorkomen al zullen de aantallen gering zijn. Het jachtgebied is niet optimaal. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Het randen van het bebouwde gebied kunnen dienen als jachtgebied, zeker als er grotere waterpartijen aanwezig zijn. De bebouwing zelf is als verblijfplaats minder interessant maar kan wel voor enkele dieren een verblijfplaats opleveren. De ruige dwergvleermuis en de Ffwet De ontwikkeling van het bestemmingsplan is eerder gunstig voor de ruige dwergvleermuis dan ongunstig. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan Wel dient gerealiseerd te worden dat gedurende de bestemminsplanperiode wijzigingen aan de bebouwing (dakkapellen, aanbouw, sloop, na-isolatie e.d.) of de kap van bomen wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen. Rosse vleermuis Algemeen De rosse vleermuis is een typische boombewoner. Overdag gebruikt de soort holle bomen als verblijfplaats. In Flevoland lijkt de soort langzaam toe te nemen (evenals het aantal holle bomen). Jagen doet het dier op grote hoogte boven het landschap. Vooral direct na het uitvliegen worden gebieden rond het bos benut als jachtgebied met een voorkeur voor waterrijke gebieden. De rosse vleermuis kent een grote actieradius: meer dan 20 km.
17
Agrarisch gebied Het agrarisch gebied kan jachtgebied zijn voor de rosse vleermuis, zeker omdat het naast het Wisentbos gelegen is, waar rosse vleermuizen potentieel kunnen verblijven. Het agrarisch deel van het bestemminsplangebied zal geen grote rol spelen voor de Flevolandse of Drontense populatie. Daarvoor is het te klein en te marginaal. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Het bebouwde deel van het bestemmingsplangebied speelt geen belangrijke rol in het leven van de rosse vleermuis. In bepaalde situaties zou het gebied tijdelijk benut kunnen worden als jachtgebied. De rosse vleermuis en de Ffwet Het ontwikkelingen in het bestemmingsplangebied hebben geen invloed op het functioneren van de populatie rosse vleermuizen in Flevoland en Dronten. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Tweekleurige vleermuis Algemeen De tweekleurige vleermuis is een vleermuissoort in opkomst. Het aantal waarnemingen in Nederland (en Flevoland) neemt de laatste 25 jaar toe. Het aantal gevonden verblijfplaatsen in Nederland is heel beperkt, maar in Dronten is de soort wel vastgesteld. De soort jaagt graag boven vochtige, open gebieden en huist overdag in spouwmuren of onder het dak. De actieradius van het dier bedraagt meer dan 5 km vanaf de verblijfplaats. Agrarisch gebied Het agrarisch gebied zou incidenteel gebruikt kunnen worden als jachtgebied, maar vormt geen optimaal jachtgebied. Voor de bestaande populatie zal verlies van dit gebied geen gevolgen hebben. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) Door de uitbreiding van het aantal huizen neemt het aantal potentiele verblijfplaatsen toe. De tweekleurige vleermuis en de Ffwet Het omzetten van de het agrarische gebied richting bebouwd gebied heeft geen gevolgen voor de populatie tweekleurige vleermuizen in Dronten en omgeving: daarvoor is het te klein en te marginaal. De bebouwing biedt vooral extra kansen voor vestiging van de tweekleurige vleermuis. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen tegen de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan Wel dient gerealiseerd te worden dat gedurende de bestemminsplanperiode wijzigingen aan de bebouwing (dakkapellen, aanbouw, sloop, na-isolatie e.d.) wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen. Watervleermuis Algemeen De watervleermuis leeft overdag in holle bomen en jaagt ’s nacht boven open water. In vergelijking met de meervleermuis jaagt de watervleermuis vooral boven de kleinere wateren als vijvers, tochten e.d. Agrarisch gebied De kavelsloten in het agrarisch gebied zijn te smal als jachtgebied voor een jagende watervleermuis. De tochten aan de rand van het gebied zijn wel geschikt als jachtgebied. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) De uitbreiding van het oppervlaktewater in het bestemmingsplangebied kan gunstig zijn voor de watervleermuis. De watervleermuis houdt van weinig verlichte jachtgebieden en vliegroutes om deze jachtgebieden te bereiken. Onduidelijk is of het open water in de bebouwing op termijn bereikbaar wordt voor de watervleermuis 18
De watervleermuis en de Ffwet De ontwikkelingen in het bestemmingsplangebied lijken weinig invloed te hebben op de geschiktheid van het leefgebied van deze vleermuissoort. De Ffwet zal dus geen onoverkomelijke belemmering vormen voor de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan Jaarrond beschermde nesten van vogels Algemeen Nesten van bepaalde vogelsoorten zijn jaarrond beschermd. Ook als de vogel op dat moment geen gebruik maakt van het nest mag het nest door werkzaamheden of door ruimtelijke ontwikkelingen zijn functionaliteit niet verliezen. Voorbeelden hiervan zijn nesten van buizerd, havik, huismus en gierzwaluw. Agrarisch gebied In het huidige agrarisch gebied zijn weinig mogelijkheden voor de vestiging van vogelsoorten met een jaarrond beschermd nest. Bebouwd gebied (huidige en toekomstig) In het huidige bebouwde gebied en in de bebouwing die in de toekomst ontwikkeld wordt ontstaan kansen voor vestiging van vogels met een jaarrond beschermd nest. De huismus is de meest waarschijnlijke soort. Afhankelijk van de bouwstijl ontstaan er ook kansen voor gierzwaluw. Het zijn vogelsoorten die sterk gebonden zijn aan de stedelijke omgeving. Verder ontwikkeling van het bestemmingsplangebied zal daarom eerder gunstig dan ongunstig uitpakken voor deze vogelsoorten. Jaarrond beschermde nesten en de Ffwet Gezien het ontbreken van jaarrond beschermde nesten in het agrarische gebied en een verwachte toename aan nestmogelijkheden in het bebouwde gebied zal de Ffwet geen onoverkomelijke belemmering vormen voor de ontwikkelingen zoals beschreven in het bestemmingsplan. Wel dient gerealiseerd te worden dat gedurende de bestemminsplanperiode wijzigingen aan de bebouwing (dakkapellen, aanbouw, sloop e.d.) wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen.
Broedende vogels Algemeen Broedende vogels mogen tijdens de uitvoer van werkzaamheden nooit verstoord worden aldus de Ffwet. Hiervoor is ook geen ontheffing mogelijk. Broedende vogels en de Ffwet Ontwikkelingen in het bestemmingsplan gebied dienen rekening te houden met broedende vogels. Er is echter geen sprake van onoverkomelijke belemmeringen vanuit de Ffwet want buiten de periode dat de vogels broeden, kan altijd gewerkt worden.
19
4. Conclusie Binnen het bestemmingsplan De Gilden – Het Palet komen (naar alle waarschijnlijkheid) een groot aantal plant- en diersoorten voor die bescherming genieten middels de Flora en faunawet. Op basis van de geschetste ontwikkelingen in het gebied is er geen reden te veronderstellen dat de Flora en faunawet een juridische basis geeft waardoor het bestemmingsplan niet uitgevoerd kan worden. Van veel beschermde soorten is het zelfs duidelijk dat zij door de ontwikkelingen in het gebied juist meer kansen krijgen zich te ontwikkelen of te vestigen. Duidelijk is ook dat bepaalde ontwikkelingen/werkzaamheden in het gebied wellicht wel een ontheffing Ffwet vragen: er is echter geen aanleiding gevonden waarom deze ontheffing (onder voorwaarden) niet verkregen kan worden.
20
5. Geraadpleegde literatuur en websites Beelen, P., T. Kombrink, J. Kroon, P. Ponsteen, J. Reinhold, R. Stam & S. Vleeming. 2012. Visatlas Flevoland. – boek samenwerkende partijen. Heemskerk, R., J. Reinhold. A. van der Veen & M. van Leeuwen, 2007. Beschermde planten en dieren van Flevoland. – uitgave Landschapsbeheer Flevoland 132p. Reinhold, J., 2005a. De ringslang in Flevoland. –RAVON 7\(3); 80-82 Reinhold, J. & R. Heemskerk, 2014. Monitoren rugstreeppad Almere-Poort. Rapport Landschapsbeheer LBF-2014-016 Reinhold, J & B. Smeets., 2014. 15 jaar Bevermonitoring Flevoland: 26 jaar bevers in Flevoland. – rapport Landschapsbeheer LBF 2014-015 Reinhold, J., 2013. Otters dwalen door de polder. – de Grauwe Gans 29\(3): 6-7 Reinhold, J., A-J Haarsma , J.R. Regelink & H. J. G. A. Limpens, 2007. Vleermuizen in Flevoland: een beschermde diergroep in beeld gebracht: eindrapportage. –rapport LBF 2007. Reinhold, J. & G. ter Woord, 2009, Ringslangen en Flevolandse kanalen. RAVON 11\ (1/2): 3-5 Rijsewijk, A. C van, W. Bosman en R. Zollinger , 2005. Gebiedsdekkend onderzoek naar het voorkomen van de rugstreeppad (Bufo calamita) in de provincie Flevoland 31p www.waarneming.nl
21
BIJLAGE 4
REACTIENOTA Bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
april 2015
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1.
Inleiding
pag. 3
2.
Vooroverleg artikel 3.1.1 Bro
pag. 4
3.
Inspraak
pag. 6
Bijlagen - Kopieën vooroverlegreacties
Reactienota bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
Pagina 2
1. INLEIDING
Het voorontwerp bestemmingsplan heeft het traject van vooroverleg conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) doorlopen. In deze reactienota wordt ingegaan op de reacties die ontvangen zijn. Het bestemmingsplan zal waar nodig worden aangepast naar aanleiding van de opmerkingen die in deze nota gemaakt zijn. De nota zelf zal als bijlage worden opgenomen bij het plan, welke vervolgens als ontwerp bestemmingsplan ter inzage zal worden gelegd. In het navolgende worden de ontvangen reacties samengevat en voorzien van gemeentelijk commentaar.
Reactienota bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
Pagina 3
2. VOOROVERLEG
In het kader van het vooroverleg zoals bedoeld in artikel 3.1.1 Bro, is het voorontwerp bestemmingsplan toegezonden aan: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Provincie Flevoland, afdeling Ruimte, Wonen en Natuur (RWN); Waterschap Zuiderzeeland; Brandweer Flevoland, afdeling Risicobeheersing; Het Rijksvastgoedbedrijf (RVOB); Oost Flevoland Woondiensten (OFW); Liander (netbeheerder gas & elektra).
Hieronder is een samenvatting gegeven van de ontvangen vooroverlegreacties met daarbij de gemeentelijke beantwoording. Van de instanties genoemd onder 3 t/m 6 is geen reactie ontvangen. 1. Provincie Flevoland De provincie benoemt een drietal aspecten in hun vooroverlegreactie: 1. Ladder voor duurzame verstedelijking Het is goed dat hier in de toelichting aandacht aan besteed wordt, aangezien het een planontwikkeling betreft, die nog nooit ‘beladderd’ is. Uit de toelichting wordt opgemaakt dat hier in het moederplan een uitwerkingsverplichting voor was opgenomen, klopt dat? Voor de motivatie lijkt het wenselijk om bij de eerste 2 treden meer onderbouwing te leveren. Bij trede 1 is het van belang inzicht te geven in de cijfers en de onderbouwing daarvan van de Structuurvisie. Een enkele verwijzing naar een Structuurvisie is onvoldoende onderbouwing voor trede 1. Er is daadwerkelijk cijfermatige onderbouwing (kwalitatief/kwantitatief) nodig die de onderhavige planontwikkeling rechtvaardigen. 2. Ecologie Er is geen ecologisch onderzoek bijgevoegd. Op dit punt wordt dus een voorbehoud gemaakt. Daarbij kan tevens worden stilgestaan bij de aanwezigheid van het Wisentbos (EHS-gebied). 3. Locatiebeleid Binnen de bestemming ‘Woongebied-2’ zijn ook bedrijfsmatige activiteiten toegestaan (categorie 1 en 2 VNG-lijst, zoals aangegeven in bijlage 2 van dit plan). Geconstateerd wordt dat het toestaan van deze activiteiten in dit plangebied op gespannen voet staat met het provinciaal locatiebeleid. Daarnaast wordt opgemerkt dat ook op dit deel van de planontwikkeling de Lvdv van toepassing is. Reactie: 1. Voor het plangebied is momenteel een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsplicht van toepassing. De vigerende bestemming is ‘Stadsuitbreiding’. Hierop volgend zijn een reeks uitwerkingsplannen opgesteld. Dit zal in het ontwerp bestemmingsplan nader worden toegelicht in paragraaf 1.2. In paragraaf 3.2 zal nader worden ingegaan op trede 1 van de Ladder voor duurzame verstedelijking.
Reactienota bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
Pagina 4
2. Landschapsbeheer Flevoland is verzocht om een ecologische toets uit te voeren voor het (nog te ontwikkelen deel van) het plangebied. Deze toets is aan het bestemmingsplan toegevoegd. 3. Recent is de provinciale RO Visie Werklocaties ter inzage gelegd. Hierin is sprake van twee typen werklocaties: de formele en informele werklocaties. Hier zal in het ontwerp bestemmingsplan nader op worden ingegaan. 2. Waterschap Zuiderzeeland Enerzijds bevat het bestemmingsplan een conserverende regeling voor het reeds grotendeels gerealiseerde deel De Gilden. Anderzijds bevat het plan een regeling voor Het Palet om nieuwe woningbouw mogelijk te maken. Met betrekking tot het gedeelte Het Palet heeft het Waterschap het volgende op te merken: Voor het gebied ten westen van de Gildemeesterdreef is geen stedenbouwkundige verkaveling opgesteld en mogen binnen een landschappelijk casco vernieuwende woonvormen worden ontwikkeld. De toename van het verhard oppervlak is hierdoor niet exact te bepalen. Desondanks wordt verondersteld dat de verhardingstoename overeen zal komen met de situatie zoals was gepland ten tijde van de memo die als bijlage 1 in de toelichting van dit plan is opgenomen. Conform deze memo voorziet De Gilden en Het Palet samen in watersysteem met een oppervlakte van 6 hectare. Hiervan voorziet Het Palet in een watersysteem met een oppervlakte van 1 hectare. Binnen het plangebied is nu een watersysteem aanwezig dat voorziet in voldoende oppervlaktewater en berging. Met het uitwerken van Het Palet zal het watersysteem worden uitgebreid. Het Waterschap voorziet daarin geen belemmeringen op basis dit bestemmingsplan. Wel wenst het Waterschap betrokken te blijven bij de verdere vormgeving en uitwerking van het watersysteem binnen Het Palet. Reactie: Zodra zich concrete nieuwe ontwikkelingen voordoen in het plangedeelte Het Palet, zal ook het Waterschap hierbij tijdig betrokken worden door de gemeente Dronten.
Reactienota bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
Pagina 5
3.
INSPRAAK Het voorontwerp bestemmingsplan heeft vanaf 23 oktober 2014 tot en met 3 december 2014 ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er geen inspraakreacties ingediend.
Reactienota bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
Pagina 6
BIJLAGEN Kopieën vooroverlegreacties
Reactienota bestemmingsplan Dronten – De Gilden/ Het Palet (1100)
Pagina 7
WATERSCHAP DATUM
BEHANDELD
3 december 2014
C. van der Heijden DIRECT
DOOR
ZUIDERZEE LAND
NUMMER
06-46 91 98 81
UW WATERSCHAP
Gemeente Dronten Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling De heer E. Heidoorn Postbus 100 8250 AC DRONTEN
GEMEENTE DRONTEN INGEKOMEN - 4 DEC 2014 REG.NR. ROUTING KOPIE AAN
Geachte heer Heidoorn, ONDERWERP
voorontwerp bestemmingsplan 'Dronten - De Gilden/Het Palet ( 1 1 0 0 ) ' ONS KENMERK
PPAWP-T/2014/371287 ONS ZAAKNUMMER
198959
In het kader van het ambtelijk vooroverleg, als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening, hebben wij van u het voorontwerp bestemmingsplan 'Dronten - De Gilden/Het Palet (1100)' ontvangen. Via deze brief geven wij een reactie op het plan. Algemeen Het voorliggend voorontwerp bestemmingsplan heeft betrekking op de woonwijk De Gilden en Het Palet in het westen van het stedelijk gebied van Dronten. Ten behoeve van De Gilden, thans voor een groot deel gerealiseerd, voorziet voorliggend bestemmingsplan in een actuele juridisch-planologische regeling voor het plangebied dat van conserverende aard is.
UW B R I E F VAN
15 oktober 2014 UW KENMERK
Ten behoeve van Het Palet, voorziet voorliggend bestemmingsplan in een actuele juridisch-planologische regeling teneinde nieuwe woningbouw binnen het plangebied mogelijk te maken. Met betrekking tot Het Palet hebben wij nog de volgende op- en/of aanmerkingen:
VERZONDEN
0 3 E C . 20K
Inhoudelijk Het Palet Het Palet kan worden opgedeeld in twee deelgebieden; Oost en West. Behoudens voor het deelgebied Oost (ten oosten van de Gildenmeesterdreef) is voor het deelgebied West (ten westen van de Gildenmeesterdreef) geen stedenbouwkundige verkaveling opgesteld. Binnen deelgebied West mogen, binnen een landschappelijk aan te leggen casco, ontwikkelingen plaatsvinden waarbij vernieuwende woonvormen mogelijk worden gemaakt (bijvoorbeeld door middel van collectief particulier opdrachtgeverschap). Het mogelijk maken van vernieuwende woonvormen binnen deelgebied West betekent dat de toename van verhard oppervlak niet exact te bepalen is. Desondanks wordt verondersteld dat de verhardingstoename binnen de huidige ontwikkelingen overeenkomt met de verhardingstoename, zoals dat destijds bij het opstellen van de in de bijlage van de toelichting van voorliggend bestemmingsplan opgenomen memo (waterparagraaf De Gilden - Het Noordelijk Deel, d.d. 7 maart 2007) aan Het Palet is toegekend.
ADRES
WATERSCHAPSHUIS
Postbus 229 - 8200 AE Lelystad Lindelaan 20 - 8224 KT Lelystad www.zuiderzeeland.nl
T (0320) 274 9 1 1
[email protected] 1/2
Watersysteem Conform de voornoemde memo, waarin het waterschap een inhoudelijke bijdrage heeft geleverd, voorziet het totale gebied De Gilden, inclusief Het Palet, in een watersysteem met een oppervlakte van in totaal 6 hectare. Van de 6 hectare voorziet Het Palet in een watersysteem met een oppervlakte van 1 hectare. De vormgeving van het watersysteem binnen Het Palet moet, mede in het kader van de ontwikkelingen binnen deelgebied West, nog nader worden uitgewerkt. Conclusie Binnen het gehele plangebied is thans een watersysteem aanwezig dat op dit moment voorziet in voldoende oppervlaktewater en berging. Met het uitwerken van Het Palet zal het watersysteem plaatselijk worden uitgebreid. Het waterschap voorziet dan ook geen belemmeringen ten aanzien van het aspect waterkwantiteit c.q. berging binnen het plangebied conform voorliggend bestemmingsplan. Betrokkenheid bij verdere vormgeving/uitwerking Het waterschap wenst vanuit haar rol als waterbeheerder, en vooruitlopend op de bij het waterschap te doorlopen procedures, graag betrokken te blijven bij de verdere vormgeving/uitwerking van het watersysteem binnen Het Palet. Wij vertrouwen erop u voldoende te hebben geïnformeerd. Voor vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met de heer C. van der Heijden via de e-mail: c,vanderheiiden(Ş)zui derzeeland.nl of telefoonnummer: 06-46 91 98 8 1 . Hoogachtend, het college van Di jkgraaf en Heemraden, namens di t college, de teammanager Waterprocedures,
ì I
3
mevrouw i ng. J.P. Borneman.
ONS KENMERK
PPAWP-W/2014/371287
2/2
INHOUDSOPGAVE REGELS HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS
1
Artikel 1 Artikel 2
1 5
Begrippen Wijze van meten
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9
Groen Verkeer - Verblijf Water Wonen Woongebied - 1 Woongebied - 2 Wonen - Woongebouw
6 6 8 9 10 13 16 19
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS
20
Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14
20 21 22 23 24
Antidubbeltelregel Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Overige regels
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
25
Artikel 15 Artikel 16
25 26
Overgangsrecht Slotregel
BIJLAGEN BIJ REGELS Bijlage 1
Bedrijvenlijst
REGELS
131103
blz 1
HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1
Begrippen
1.1 plan: het bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100) met identificatienummer NL.IMRO.0303.1100-VA01 van de gemeente Dronten; 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 aan- of uitbouw: een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw; 1.4 aan-huis-verbonden beroep of bedrijf: een beroep of bedrijf, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.5 aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.6 aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.7 achtererfgebied: erf aan de achterkant en niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1,00 m van de voorkant, van het hoofdgebouw; 1.8 agrarisch bedrijf: een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; 1.9 bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde; 1.10 bebouwingspercentage: een in het plan aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; 1.11 (beperkt) kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden; 1.12 bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 2
131103
1.13 bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 1.14 bijgebouw: een vrijstaand afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden, op hetzelfde bouwperceel gelegen, gebouw; 1.15 bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 1.16 bouwgrens: de grens van een bouwvlak; 1.17 bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten (met inbegrip van de gronden bestemd als 'Tuin'); 1.18 bouwperceelgrens: een grens van een bouwperceel; 1.19 bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.20 bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.21 dak: iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 1.22 detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.23 dienstverlening: werkzaamheden die bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden; 1.24 erotisch getinte vermaaksfunctie: een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 3
1.25 gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.26 geluidszoneringsplichtige inrichting: een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld; 1.27 hoofdgebouw: een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is; 1.28 horecabedrijf: een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie; 1.29 internetwinkel: detailhandel waarbij (potentiële) koper enkel en alleen via internet de aangeboden goederen kan bekijken en aankopen, en waarbij de te verhandelen goederen op het perceel waarop het bedrijf is gevestigd mogen worden opgeslagen en waarvandaan deze, indien er sprake is van opslag op het perceel, worden verzonden aan de koper; 1.30 kap: een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt; 1.31 maatschappelijke voorzieningen: educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; 1.32 manege-activiteiten: bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur of het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen); 1.33 nutsvoorzieningen: voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie; 1.34 overkapping: een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand;
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 4
131103
1.35 pand: de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is; 1.36 peil: a. indien op het land wordt gebouwd: 1. voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter bouwhoogte van de hoofdingang; 2. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein; b. indien in op of over het water wordt gebouwd: het gemiddelde waterpeil; 1.37 productiegebonden detailhandel: detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie; 1.38 prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.39 rijstrook: een strook van de rijbaan van een weg, welke voldoende plaats biedt aan een enkele rij rijdende motorvoertuigen op meer dan drie wielen, of, indien door middel van markering een bredere strook als rijstrook is aangegeven, die strook; 1.40 risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; 1.41 seksinrichting: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; 1.42 vuurwerkbedrijf: een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen; 1.43 woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijke huishouding; 1.44 woonschip: een zich in het water bevindend, hoofdzakelijk niet voor varen bedoeld object.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
Artikel 2
blz 5
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelgrens; 2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3 de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.4 de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; bij een lessenaarskap wordt de goothoogte bepaald door de hoogte van de goot aan de lage zijde van de kap; 2.5 de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.6 de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, entreeportalen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1,50 m wordt overschreden.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 6
131103
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 3.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen; b. speelvoorzieningen; c. waterlopen en waterpartijen; d. paden; e. bijgebouwen bij woningen, ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'; met daaraan ondergeschikt: f. een gebouw ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen; g. nutsvoorzieningen; h. ontsluitingswegen; i. verblijfs- en parkeervoorzieningen; met de daarbijbehorende: j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten. 3.2
Bouwregels
3.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. als gebouw mogen uitsluitend bijgebouwen behorende bij de aangrenzende hoofdgebouwen, jongerenontmoetingsplaatsen en een gebouw ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van een gebouw ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats zal ten hoogste 3,00 m bedragen; c. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van een jongerenontmoetingsplaats zal ten hoogste 15 m² bedragen; d. de bijgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'; e. per hoofdgebouw zal ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd; f. de oppervlakte van een bijgebouw zal ten hoogste 35 m² bedragen; g. de bouwhoogte van een bijgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen; h. er zal ten hoogste één gebouw ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen worden gebouwd; i. de bouwhoogte van het gebouw ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen zal ten hoogste 4,00 m bedragen; j. de oppervlakte van het gebouw ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen zal ten hoogste 300 m² bedragen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
3.2.2
blz 7
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van kunstobjecten en speelvoorzieningen zal ten hoogste 6,00 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 8
131103
Artikel 4 4.1
Verkeer - Verblijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. (woon)straten en pleinen; b. paden; c. parkeervoorzieningen; d. groenvoorzieningen; e. nutsvoorzieningen; f. waterlopen en waterpartijen; met de daarbijbehorende: g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2
Bouwregels
4.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 6,00 m bedragen. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 4.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het aanleggen van wegen en straten met meer dan twee rijstroken.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 9
Artikel 5 5.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterlopen en waterpartijen; b. oevers en wallen; c. bermen en beplanting; en daaraan ondergeschikt: d. nutsvoorzieningen; e. groenvoorzieningen; met de daarbijbehorende: f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder kunstobjecten, bruggen, duikers en/of dammen. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de doorvaarthoogte van bruggen zal ten minste 0,50 m bedragen; b. de bouwhoogte van kunstobjecten zal ten hoogste 6,00 m bedragen; c. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede waterhuishouding; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 5.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: het gebruik als ligplaats voor woonschepen.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 10
131103
Artikel 6 6.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven; en daaraan ondergeschikt: b. nutsvoorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; e. waterlopen en waterpartijen; met de daarbijbehorende: f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2
Bouwregels
6.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw zullen uitsluitend grondgebonden woningen worden gebouwd; b. er zal uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. een hoofdgebouw zal in de naar de weg gekeerde bouwgrens dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd; d. de afstand van een hoofdgebouw of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste: 1. 2,50 m bedragen, indien het een vrijstaand hoofdgebouw betreft dan wel het aantal aaneen gebouwde hoofdgebouwen ten hoogste twee bedraagt, tenzij de bestaande afstand kleiner is in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt; 2. 1,00 m bedragen, indien het aantal aaneen gebouwde hoofdgebouwen meer dan twee bedraagt, tenzij de bestaande afstand kleiner is in welk geval de bestaande afstand als minimum geldt; e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten minste de in de aanduiding 'minimum goothoogte (m) aangegeven goothoogte bedragen, f. de goot- en/of bouwhoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste de in de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen, tenzij de bestaande goothoogte meer bedraagt, in welk geval de goothoogte ten hoogste de in de aanduiding aangegeven bouwhoogte mag bedragen. 6.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen uitgesloten', mogen geen bijgebouwen worden gebouwd;
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 11
b. aan- en uitbouwen, niet bedoeld erkers, en de bijgebouwen zullen in het achtererfgebied worden gebouwd, tenzij het bestaande gebouwen betreft, in welk geval de bestaande situering en oppervlakte bepalend is; c. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen, de aan- en uitbouwen en de overkappingen per woning zal ten hoogste 60 m² bedragen, mits ten minste 50% van de oppervlakte van het achtererfgebied onbebouwd blijft; d. de goothoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen; e. in afwijking van het bepaalde onder b mogen, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'bijgebouwen', bijgebouwen en overkappingen buiten het achtererfgebied worden gebouwd, mits: 1. de hoogte van een bijgebouw of overkapping ten hoogste 3,00 m zal bedragen; 2. het bepaalde in sublid c onverminderd van toepassing blijft. 6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen. 6.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 6.4
Afwijken van de bouwregels
6.4.1 Afwijking Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van: a. het bepaalde in lid 6.2.1 sub e in die zin dat een grotere goothoogte wordt gerealiseerd tot maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw; b. het bepaalde in lid 6.2.2 sub b in die zin dat bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen buiten het achtererfgebied worden gebouwd, mits: 1. er sprake is van minimaal één naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw; 2. niet wordt gebouwd op 1 m vanaf de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan; 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan: het straat- en bebouwingsbeeld; de woonsituatie; de verkeersveiligheid;
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 12
131103
c. het bepaalde in lid 6.2.1 sub c in die zin dat het hoofdgebouw achter de naar de weg gekeerde bouwgrens dan wel het verlengde daarvan, wordt gebouwd; d. het bepaalde in lid 6.2.1 sub d onder 1 in die zin dat afstand tot de zijdelingse bouwperceelsgrens wordt verkleind tot maximaal 1,00 m. 6.4.2 Voorwaarden Een afwijking als bedoeld in lid 6.4.1 kan plaatsvinden mits het bouwkundige en/of functionele onderscheid ten opzichte van het hoofdgebouw behouden blijft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, aan de woonsituatie en/of aan het straat- en bebouwingsbeeld. 6.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gedeelten van de woning voor het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven, indien: 1. meer dan 40% van de vloeroppervlakte, doch maximaal 60 m² van de (bedrijfs)woning en/of de bijbehorende bouwwerken, voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten wordt gebruikt; 2. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door de (hoofd)bewoner(s) van het pand, met daarnaast maximaal één externe werknemer ter plekke werkzaam; 3. er als gevolg van de activiteit afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter en de woonkwaliteit van de directe omgeving; 4. de activiteiten vergunnings- dan wel meldingsplichtig zijn op grond van milieuwetgeving; 5. er sprake is van reclame-uitingen, met uitzondering van hetgeen volgens de Algemene plaatselijke verordening is toegestaan; 6. er sprake is van horeca-activiteiten, een kappersbedrijf of detailhandel, met uitzondering van een internetwinkel; 7. er sprake is van zodanige verkeersaantrekkende activiteiten die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen noodzakelijk maken; 8. er onvoldoende parkeerruimte op het perceel aanwezig is voor zowel het gebruik van het perceel ten behoeve van de reguliere bewoners als het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; 9. of, wanneer niet aan het gestelde onder 8 kan worden voldaan, niet voldoende aannemelijk kan worden gemaakt dat de parkeercapaciteit in de directe omgeving voldoende is om de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van de aanwezigheid van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf op te vangen; 10. er buitenopslag ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf op het perceel plaatsvindt, met uitzondering van de stalling van maximaal twee bedrijfsvoertuigen; b. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 13
Artikel 7 7.1
Woongebied - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven; met de daarbijbehorende: b. nutsvoorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. speelvoorzieningen; e. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; f. waterlopen en waterpartijen; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 7.2
Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw zullen uitsluitend grondgebonden en gestapelde woningen worden gebouwd; b. de afstand tussen een hoofdgebouw of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens zal ten minste: 1. 2,50 m bedragen, indien het een vrijstaand hoofdgebouw betreft dan wel het aantal aaneen gebouwde hoofdgebouwen ten hoogste twee bedraagt; 2. 1,00 m bedragen, indien het aantal aaneen gebouwde hoofdgebouwen meer dan twee bedraagt; c. de afstand van de naar de weg gekeerde gevel van grondgebonden woningen tot de naar de weg gekeerde perceelgrens zal ten minste 3,00 m en ten hoogste 6,00 m bedragen; d. de bouwhoogte van grondgebonden woningen zal ten hoogste 10,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van gestapelde woningen zal ten hoogste 13,00 m bedragen. 7.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen, de aan- en uitbouwen en de overkappingen per woning zal ten hoogste 60 m² bedragen, mits ten minste 50% van de oppervlakte van het achtererfgebied onbebouwd blijft; b. de goothoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 14
131103
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 6,00 m bedragen. 7.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 7.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden en bouwwerken in die zin dat afgeweken wordt van de parkeernorm van minimaal 1,8 parkeerplaats per woning; b. het gebruik van gedeelten van de woning voor het uitoefenen van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven, indien: 1. meer dan 40% van de vloeroppervlakte, doch maximaal 60 m² van de (bedrijfs)woning en/of de bijbehorende bouwwerken, voor beroeps- en/of bedrijfsmatige activiteiten wordt gebruikt; 2. het beroep of bedrijf niet wordt uitgeoefend door de (hoofd)bewoner(s) van het pand, met daarnaast maximaal één externe werknemer ter plekke werkzaam; 3. er als gevolg van de activiteit afbreuk wordt gedaan aan het woonkarakter en de woonkwaliteit van de directe omgeving; 4. de activiteiten vergunnings- dan wel meldingsplichtig zijn op grond van milieuwetgeving; 5. er sprake is van reclame-uitingen, met uitzondering van hetgeen volgens de Algemene plaatselijke verordening is toegestaan; 6. er sprake is van horeca-activiteiten, een kappersbedrijf of detailhandel, met uitzondering van een internetwinkel; 7. er is sprake is van zodanige verkeersaantrekkende activiteiten die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen noodzakelijk maken; 8. er onvoldoende parkeerruimte op het perceel aanwezig is voor zowel het gebruik van het perceel ten behoeve van de reguliere bewoners als het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf; 9. of, wanneer niet aan het gestelde onder 8 kan worden voldaan, niet voldoende aannemelijk kan worden gemaakt dat de parkeercapaciteit in de directe omgeving voldoende is om de toename van de parkeerbehoefte als gevolg van de aanwezigheid van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf op te vangen; Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 15
10. er buitenopslag ten behoeve van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf op het perceel plaatsvindt, met uitzondering van de stalling van maximaal twee bedrijfsvoertuigen; c. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 16
131103
Artikel 8 8.1
Woongebied - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Woongebied - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor: 1. de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven; 2. bedrijven die zijn genoemd in de bijlage 1 opgenomen bedrijvenlijst onder de categorieën 1 en 2, of die naar aard en invloed op de omgeving hiermee vergelijkbaar zijn; 3. dienstverlening; 4. maatschappelijke voorzieningen; 5. sport- en recreatieve voorzieningen; 6. manege-activiteiten of activiteiten die naar aard en invloed op de omgeving hiermee vergelijkbaar zijn; met de daarbijbehorende: b. nutsvoorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. verkeers- en verblijfsvoorzieningen; e. speelvoorzieningen; f. waterlopen en waterpartijen; g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 8.2
Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: a. als hoofdgebouw zullen uitsluitend grondgebonden en gestapelde woningen worden gebouwd; b. de onderlinge afstand tussen de naar de weg gekeerde gevels van hoofdgebouwen of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen zal ten minste 15,00 m bedragen; c. de oppervlakte van een hoofdgebouw zal bij grondgebonden woningen ten hoogste 35% van de oppervlakte van het bouwperceel bedragen; d. de bouwhoogte van grondgebonden woningen zal ten hoogste 10,00 m bedragen; e. de bouwhoogte van gestapelde woningen zal ten hoogste 13,00 m bedragen. 8.2.2 Bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen Voor het bouwen van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen, de aan- en uitbouwen en de overkappingen per woning zal ten hoogste 60 m² bedragen, mits ten minste 50% van de oppervlakte van het achtererfgebied onbebouwd blijft; b. de goothoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 17
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 6,00 m bedragen. 8.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. 8.4
Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Afwijking Met omgevingsvergunning kan worden aangegeven van het bepaalde: a. in lid 8.2.1 sub b en toestaan dat de onderlinge afstand tussen hoofdgebouwen of een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen wordt verkleind, mits dit vanuit de stedenbouwkundige opzet van het gebied aanvaardbaar is; b. in lid 8.2.1 sub c en toestaan dat de oppervlakte van het hoofdgebouw wordt vergroot, mits dit vanuit de stedenbouwkundige opzet van het gebied aanvaardbaar is. 8.4.2 Voorwaarden Een afwijking als bedoeld in lid 8.4.1 kan plaatsvinden mits het bouwkundige en/of functionele onderscheid ten opzichte van het hoofdgebouw behouden blijft en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, aan de woonsituatie en/of aan het straat- en bebouwingsbeeld. 8.5
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven; b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel en horeca, voorzover niet ten dienste van en ondergeschikt aan de in lid 8.1 sub a toegelaten functies; d. het gebruik van gedeelten van de woning voor het uitoefenen van de in lid 8.1 sub a toegelaten functies , indien: Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 18
131103
1. de maximum vloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de woning; 2. de maximum bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 60 m² bedraagt; 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt; e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een agrarisch bedrijf; f. het gebruik van de gronden en bouwwerken in die zin dat afgeweken wordt van de parkeernorm van minimaal 1,8 parkeerplaats per woning; g. het aanleggen van wegen en woonstraten met een breedte die per rijstrook minder is dan 3,00 m; h. het gebruik van een woning door meer dan één huishouden. 8.6
Afwijken van de gebruiksregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.5 sub b in die zin dat in combinatie met het wonen tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting kunnen hebben.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 19
Artikel 9 9.1
Wonen - Woongebouw
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - Woongebouw' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; met daaraan ondergeschikt: b. verkeers- en verblijfsdoeleinden; c. groenvoorzieningen; d. parkeervoorzieningen; e. water; met de daarbijbehorende: f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 9.2
Bouwregels
9.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. als gebouw mogen uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd; b. er zal uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; c. ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' zal de goot-en bouwhoogte van een woongebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven goot- en bouwhoogte bedragen; d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' zal de bouwhoogte van een woongebouw ten hoogste de in de aanduiding aangegeven bouwhoogte bedragen. 9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 m zal bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen. 9.3
Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. een goede woonsituatie; b. de verkeersveiligheid; c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 20
131103
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS Artikel 10
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 21
Artikel 11 11.1
Algemene gebruiksregels
Gebruik van onbebouwde gronden
11.1.1 Strijdig gebruik Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend: a. onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken voor: 1. de uitstalling, opslag, stand- of ligplaats van kampeerwagens, toer- of stacaravans en tenten; 2. de opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; 3. het opslaan van gebruiksklare of gebruiksonklare voer-, vaar- of vliegtuigen of onderdelen hiervan; 4. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; 5. prostitutiedoeleinden. 11.1.2 Uitzonderingen Het bepaalde in lid 11.1.1 is niet van toepassing voor zover het betreft: a. het tijdelijk opslaan van materialen en werktuigen, welke nodig zijn voor de realisering of de handhaving van de in het plan aangewezen bestemmingen; b. het opslaan of storten van afval- of meststoffen, voor zover noodzakelijk voor het normale onderhoud van tuinen en andere open terreinen. 11.2
Gebruik van bouwwerken
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemming, wordt in ieder geval gerekend de gebouwen te gebruiken voor detailhandelsdoeleinden en als seksinrichting.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 22
Artikel 12
131103
Algemene afwijkingsregels
Met omgevingsvergunning kan worden aangegeven van: a. de regels in die zin dat regels inzake goothoogte, bouwhoogte en oppervlakte van gebouwen mogen worden overgeschreden met ten hoogste 10%; b. de regels in die zin dat regels inzake de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden overschreden met niet meer dan 20%; c. de regels ten behoeve van geringe afwijkingen van het beloop van een weg, groenstroken of begrenzing van bestemmingen, indien bij definitieve uitmeting en verkaveling blijkt dat deze geringe afwijkingen vanwege het belang van een juiste verwerkelijking van het plan gewenst of noodzakelijk zijn, mits de afwijkingen ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 4,00 m bedragen.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
Artikel 13
blz 23
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemmingen 'Groen', 'Verkeer - Verblijf'. 'Water' en 'Wonen - Woongebouw' worden gewijzigd in de bestemming 'Wonen', alsmede de situering en de vorm van de aangegeven bestemmingsvlakken 'Groen', 'Verkeer - Verblijf' en 'Water' worden gewijzigd , mits: a. deze wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied'; b. er voldoende parkeergelegenheid wordt gerealiseerd; c. de betreffende woningen op een adequate wijze worden ontsloten; d. stedenbouwkundige aansluiting wordt gezocht met de bestaande bebouwde omgeving; e. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming 'Wonen' voor de betreffende gronden de regels van artikel 6 van toepassing zijn.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 24
131103
Artikel 14 14.1
Overige regels
Voldoende parkeergelegenheid
a. Een bouwwerk, waarvan een behoefte aan parkeergelegenheid wordt verwacht, kan niet worden gebouwd of gebruikt wanneer op het bouwperceel of in de omgeving daarvan niet in voldoende parkeergelegenheid is voorzien en in stand wordt gehouden. b. Bij een omgevingsvergunning wordt aan de hand van op dat moment van toepassing zijnde beleidsregels bepaald of er sprake is van voldoende parkeergelegenheid. c. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en worden toegestaan dat in minder dan voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
131103
blz 25
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 15 15.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van sublid a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%; c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 15.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
Rho Adviseurs B.V.
blz 26
Artikel 16
131103
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100) van de gemeente Dronten Behorend bij het besluit van ... 2015.
Rho Adviseurs B.V.
Bestemmingsplan Dronten - De Gilden / Het Palet (1100)
BIJLAGE 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
01
01
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
016
0142
0162
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw 2 1. plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. < 500 m 2. plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o.>= 500 m 2 KI-stations
02
02
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN BOSBOUW
020
021, 022, 024
Bosbouwbedrijven
05
03
VISSERIJ- EN VISTEELTBEDRIJVEN
0501.1 0501.2 0502
0311 0312 032
Zeevisserijbedrijven Binnenvisserijbedrijven Vis- en schaaldierkwekerijen: 1. oester-, mossel- en schelpenteeltbedrijven 2. visteeltbedrijven
11
06
AARDOLIE- EN AARDGASWINNING
111
061, 062 061 062 062
Aardolie- en aardgaswinning: 1. aardoliewinputten 2. aardgaswinning inclusief gasbehandeling.instrumenten: < 100.000.000 N m³/d 3. aardgaswinning inclusief gasbehandeling instrumenten: >= 100.000.000 N m³/d
15
10, 11
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101, 102
Slachterijen en overige vleesverwerking: 1. slachterijen en pluimveeslachterijen 2. vetsmelterijen 3. bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval 2 4. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m 5. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m 2 2 6. vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m 5. loonslachterijen Visverwerkingsbedrijven: 1. drogen 2. conserveren 3. roken 2 4. verwerken anderszins: p.o. > 1000 m 5. verwerken anderszins: p.o.<= 1000 m 2 2 6. verwerken anderszins: p.o. <= 300 m Aardappelproducten fabrieken 1. vervaardiging van aardappelproducten 2. vervaardiging van snacks met p.o. < 2000 m 2 Groente- en fruitconservenfabrieken: 1. jam 2. groente algemeen 3. met koolsoorten 4. met drogerijen 5. met uienconservering (zoutinleggerij) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Margarinefabrieken: 1. p.c. < 250.000 t/j 2. p.c. >= 250.000 t/j Zuivelproductenfabrieken: 1. gedroogde producten p.c. >= 1,5 t/u 2. geconcentreerde producten, verdampingscapaciteit >=20 t/u 3. melkproductenfabrieken v.c. < 55.000 t/j 4. melkproductenfabrieken v.c. >= 55.000 t/j 5. overige zuivelproductenfabrieken
101
152
1531
1532, 1533
1541
1542
1543
1551
101, 102 102
1031
1032, 1039
104101
104102
1042
1051
blz. 1
CAT
2 3.1 2
3.1
3.2 3.1 3.2 3.1
4.1 5.1 5.2
3.2 5.2 4.2 3.2 3.1 3.1 3.1 5.2 4.1 4.2 4.2 3.2 3.1 4.2 3.1 3.2 3.2 3.2 4.2 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 4.1 4.2 5.1 5.1 3.2 4.2 4.2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
1552
1052
1561
1061
blz. 2
OMSCHRIJVING
CAT 2
1593 t/m 1595 1596 1597 1598
1102 t/m 1104 1105 1106 1107
1. consumptie-ijsfabrieken p.o. > 200 m 2 2. consumptie-ijsfabrieken p.o. <= 200 m Meelfabrieken: 1. p.c. < 500 t/u 2. p.c. >= 500 t/u Grutterswarenfabrieken Zetmeelfabrieken: 1. p.c. < 10 t/u 2. p.c. >= 10 t/u Veevoederfabrieken: 1. destructiebedrijven 2. beender-, veren-, vis- en vleesmeelfabriek 3. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap.<10 t/u water 4. drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder cap.>=10 t/u water 5. mengvoeder, p.c. < 100 t/u 6. mengvoeder, p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1. v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 2. v.c.>= 7500 kg meel/week Banket-, biscuit- en koekfabrieken Suikerfabrieken: 1. v.c. < 2.500 t/j 2. v.c. >= 2.500 t/j Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 2 1. cacao- en chocoladefabrieken: p.o. >2.000 m 2. cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m 2 2 3. cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m 4. Suikerwerkfabrieken met suiker branden 2 5. Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden p.o. > 200 m 6. Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden p.o. <= 200 m 2 Deegwarenfabrieken Koffiebranderijen en theepakkerijen: 1. koffiebranderijen 2. theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden Vervaardiging van overige voedingsmiddelen Bakkerijgrondstoffenfabrieken Soep- en soeparomafabrieken: 1. zonder poederdrogen 2. met poederdrogen Destilleerderijen en likeurstokerijen Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 1. p.c. < 5.000 t/j 2. p.c. >= 5.000 t/j Vervaardiging van wijn, cider, e.d. Bierbrouwerijen Mouterijen Mineraalwater- en frisdrankfabrieken
16
12
VERWERKING VAN TABAK
160 17
120 13
Tabaksverwerkende industrie VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
4.1
171 172
131 132
3.2
1562
1571
1572 1581
1582 1583
1584
1585 1586
1587 1589 1589.1 1589.2
1591 1592
1062
1091
1092 1071
1072 1081
10821
1073 1083
108401 1089
110101 110102
173 174, 175 1751 176, 177
133 139 1393 139, 143
Bewerken en spinnen van textielvezels Weven van textiel: 1. aantal weefgetouwen < 50 2. aantal weefgetouwen >= 50 Textielveredelingsbedrijven Vervaardiging van textielwaren Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
18
14
VERVAARDIGING VAN KLEDING: BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181 182 183
141
Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (exclusief van leer) Bereiden en verven van bont, vervaardiging van artikelen van bont
142, 151
3.2 2 4.1 4.2 4.1 4.1 4.2 5.2 5.2 4.2 5.2 4.1 4.2 4.1 2 3.2 3.2 5.1 5.2 5.1 3.2 2 4.2 3.2 2 3.1 5.1 3.2 4.1 4.1 4.1 4.1 4.2 4.2 4.1 4.2 2 4.2 4.2 3.2
3.2 4.2 3.1 3.1 4.1 3.1
3.1 2 3.1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
19
15
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCLUSIEF KLEDING)
191 192 193
151, 152 151 152
Lederfabrieken Lederwarenfabrieken (exclusief kleding en schoeisel) Schoenenfabrieken
20
16
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.1 2010.2
16101 16102
Houtzagerijen Houtconserveringsbedrijven: 1. met creosootolie 2. met zoutoplossingen Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 1. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 2. Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m 2 Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
202 203, 204, 205 203, 204, 205 205
1621 162
21
17
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2111 2112
1711 1712
Vervaardiging van pulp Papier- en kartonfabrieken: 1. p.c. < 3 t/u 2. p.c. 3 - 15 t/u 3. p.c. >= 15 t/u Papier- en kartonwarenfabrieken Golfkartonfabrieken: 1. p.c. < 3 t/u 2. p.c. >= 3 t/u
212 2121.2
162902
172 17212
22
58
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
221 2221 2222 2222.6 2223
581 1811 1812 18129 1814
2224 2225 223
1813 1814 182
Uitgeverijen (kantoren) Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen Grafische afwerking Binderijen Grafische reproductie en zetten Overige grafische activiteiten Reproductiebedrijven opgenomen media
23
19
AARDOLIE- EN STEENKOOLVERWERKINGSINDUSTRIE BEWERKING SPLIJT- EN KWEEKSTOFFEN
231 2320.1 2320.2
191 19201 19202
Cokesfabrieken Aardolieraffinaderijen Smeeroliën- en vettenfabrieken Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie Aardolieproductenfabrieken niet eerder genoemd.
24
20
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2411
2011
Vervaardiging van industriële gassen: 1. luchtscheidingsinstallatie v.c. >= 10 t/d lucht 2. overige gassenfabrieken, niet explosief 3. overige gassenfabrieken, explosief Kleur- en verfstoffenfabrieken Anorganische chemische grondstoffenfabrieken: 1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 2. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Organische chemische grondstoffenfabrieken: 1. niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn" 2. vallend onder "post-Seveso-richtlijn" Methanolfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synthetisch): 1. p.c. < 50.000 t/j 2. p.c. >= 50.000 t/j Kunstmeststoffenfabrieken Kunstharsenfabrieken e.d.
2412 2413
2414.1
2414.2
2415 2416
2012
20141
20149
2015 2016
blz. 3
CAT
4.2 3.1 3.1
3.2 4.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
4.1 3.1 4.1 4.2 3.2 3.2 4.1
1 3.2 3.2 2 1 2 2 2 1
5.3 6 3.2 4.2 4.2
5.2 5.1 5.1 4.1 4.2 5.3 4.2 5.3 4.1 4.2 4.2 5.1 5.1 5.2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 242
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
2464 2466
205902 205903
247
2060
Landbouwchemicaliënfabrieken: 1. fabricage 2. formulering en afvullen Verf,- lak- en vernisfabrieken Farmaceutische grondstoffenfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j Farmaceutische productenfabrieken: 1. formulering en afvullen geneesmiddelen 2. verbandmiddelenfabrieken Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken Parfumerie- en cosmeticafabrieken Kruit-, vuurwerk- en springstoffenfabrieken Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 1. zonder dierlijke grondstoffen 2. met dierlijke grondstoffen Fotochemische productenfabrieken Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken Overige chemische productenfabrieken n.e.g. Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken
25
22
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2511 2512
221101 221102
Rubberbandenfabrieken Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 1. vloeroppervlakte < 100 m² 2. vloeroppervlakte > 100 m² Rubber-artikelenfabrieken Kunststofverwerkende bedrijven: 1. zonder fenolharsen 2. met fenolharsen 3. productie van verpakkingsmaterialen en assemblage van kunststof bouwmaterialen
243 2441
2442
2451 2452 2461 2462
2513 252
202
203 2110
2120
2041 2042 2051 2052
2219 222
26
23
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
261
231
Glasfabrieken: 1. glas en glasproducten, p.c. < 5.000 t/j 2. glas en glasproducten, p.c. >= 5.000 t/j 3. glaswol en glasvezels, p.c. < 5.000 t/j 4. glaswol en glasvezels, p.c. >= 5.000 t/j Glasbewerkingsbedrijven Aardewerkfabrieken: 1. vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW 2. vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW Baksteen- en baksteenelementenfabrieken Dakpannenfabrieken Cementfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Kalkfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Gipsfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Betonwarenfabrieken: 1. zonder persen, triltafels en bekistingstrillers 2. met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. < 100 t/d 3. met persen, triltafels of bekistingstrillers, p.c. >= 100 t/d Kalkzandsteenfabrieken: 1. p.c. < 100.000 t/j 2. p.c. >= 100.000 t/j Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken Betonmortelcentrales: 1. p.c. < 100 t/u 2. p.c. >= 100 t/u Vervaardiging van producten van beton, (vezel)cement en gips: 1. p.c. < 100 t/d 2. p.c. >= 100 t/d
2615 262, 263
231 232, 234
264
233
2651
2351
2652
2653
2661.1
2661.2
2662 2663, 2664
2665, 2666
235201
235202
23611
23612
2362 2363, 2364
2365, 2369
blz. 4
CAT 5.3 5.1 4.2 4.2 5.1 3.1 2 4.2 4.2 5.3 3.2 5.1 3.2 3.1 4.1 4.2
4.2 3.1 4.1 3.2 4.1 4.2 3.1
3.2 4.2 4.2 5.1 3.1 2 3.2 4.1 4.1 5.1 5.3 4.1 5.3 4.1 5.1 4.1 4.2 5.2 3.2 4.2 3.2 3.2 4.2 3.2 4.2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 267
2681 2682
SBI-CODE 2008 237
2391 2399
OMSCHRIJVING Natuursteenbewerkingsbedrijven: 1. zonder breken, zeven en drogen p.o. > 2.000 m 2 2 2. zonder breken, zeven en drogen p.o. <= 2.000 m 3. met breken, zeven of drogen v.c. < 100.000 t/j 4. met breken, zeven of drogen v.c. >= 100.000 t/j Slijp- en polijstmiddelenfabrieken Bitumineuze materialenfabrieken: 1. p.c. < 100 t/u 2. p.c. >= 100 t/u Isolatiematerialenfabrieken (exclusief glaswol): 1. steenwol p.c. >= 5.000 t/j 2. overige isolatiematerialen Minerale productenfabrieken n.e.g. 1. Asfaltcentrales p.c. < 100 ton/uur 2. Asfaltcentrales p.c.>= 100 ton/uur
27
24
VERVAARDIGING VAN METALEN
271
241
Ruwijzer- en staalfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j IJzerenbuizen- en stalenbuizenfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Non-ferro-metaalfabrieken: 1. p.c. < 1.000 t/j 2. p.c. >= 1.000 t/j Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen en dergelijke: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² IJzer- en staalgieterijen, -smelterijen: 1. p.c. < 4.000 t/j 2. p.c. >= 4.000 t/j Non-ferro-metaalgieterijen, -smelterijen: 1. p.c. < 4.000 t/j 2. p.c >=4.000 t/j
272
273
274
2751, 2752
2753, 2754
245
243
244
2451, 2452
2453, 2454
28
25, 31
VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES EN TRANSPORTMIDDELEN)
281
251, 331
Constructiewerkplaatsen: 1. gesloten gebouw 2. gesloten gebouw, p.o. <200 m 2 3. in open lucht, p.o. < 2.000 m² 4. in open lucht, p.o. >= 2.000 m² Tank- en reservoirbouwbedrijven: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen, en dergelijke Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: 1. algemeen 2. scoperen (opspuiten van zink). 3. thermisch verzinken 4. thermisch vertinnen 5. mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten). 6. anodiseren, eloxeren 7. chemische oppervlaktebehandeling 8. emailleren 9. galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen, en dergelijke). 10. stralen 11. metaalharden 12. lakspuiten en moffelen Overige metaalbewerkende industrie Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200 m 2
2821
2529, 3311
2822, 2830 284
2521, 2530, 3311 255, 331
2851
2561, 3311
2852
2562, 3311
blz. 5
CAT 3.2 3.1 4.2 5.2 3.1 4.2 5.1 4.2 4.1 3.2 4.1 4.2
5.2 6 5.1 5.3 4.2 5.2 4.2 5.2 5.1 5.3 4.2 5.1 4.2 5.1
3.2 3.1 4.1 4.2 4.2 5.1 4.1 4.1 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 3.2 4.2 3.2 3.2 3.2 3.1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 287
SBI-CODE 2008 259, 331
OMSCHRIJVING Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd 2 Overige metaalwarenfabrieken niet eerder genoemd: inpandig p.o. <200 m
29
27, 28, 33
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN
29
27, 28, 33
28, 33
Machine- en apparatenfabrieken inclusief reparatie: 1. p.o. < 2.000 m² 2. p.o. >= 2.000 m² 3. met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW
30
26, 28, 33
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
Kantoormachines- en computerfabrieken inclusief reparatie
31
26, 27, 33
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRONISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
311 312 313 314 315 316 3162
271, 331 271, 273 273 272 274 293 2790
Elektromotoren- en generatorenfabrieken inclusief reparatie Schakel- en installatiemateriaalfabrieken Elektrische draad- en kabelfabrieken Accumulatoren- en batterijenfabrieken Lampenfabrieken Elektrotechnische industrie niet eerder genoemd Koolelektrodenfabrieken
32
26, 33
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN BENODIGDHEDEN
321 t/m 323
261, 263, 264, 331
3210
2612
33
26, 32, 33
blz. 6
CAT 4.1 5.1 3.2 3.1
3.2 4.1 4.2
3.1
4.1 4.1 4.1 3.2 4.2 2 6
3.1 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur, en dergelijke inclusief reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
3.1
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 33
26, 32, 33
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten, e.d. incl. reparatie
34
29
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS
341
291
Autofabrieken en assemblagebedrijven 1. p.o. < 10.000 m² 2. p.o. >= 10.000 m² Carrosseriefabrieken Aanhangwagen- en opleggerfabrieken Auto-onderdelenfabrieken
3420.1 3420.2 343
29201 29202 293
35
30
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCLUSIEF AUTO'S EN AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 1. houten schepen 2. kunststof schepen 3. metalen schepen < 25 m 4. metalen schepen >= 25 m en/of proefdraaien motoren >= 1 MW Scheepssloperijen Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 1. algemeen 2. met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW Vliegtuigbouw- en -reparatiebedrijven: 1. zonder proefdraaien motoren 2. met proefdraaien motoren Rijwiel- en motorrijwielfabrieken Transportmiddelenindustrie niet eerder genoemd
3511 352
353
3831 302, 317
303, 3316
354 355
309 3099
36
31
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN VERVAARDIGING VAN OVERIGE GOEDEREN NIET EERDER GENOEMD.
361
310 9524
1. meubelfabrieken 2. meubelstoffeerderijen b.o.< 200 m 2
2
4.1 4.2 4.1 4.1 3.2
3.1 3.2 4.1 5.1 5.2 3.2 4.2 4.1 5.3 3.2 3.2
3.2 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
blz. 7
OMSCHRIJVING
CAT
362 363 364 365 366 366
321 322 323 324 32991 32999
Fabricage van munten, sieraden, en dergelijke Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen niet eerder genoemd
37
38
VOORBEREIDING TOT RECYCLING
371 372
383201 383202
Metaal- en autoschredders Puinbrekerijen en -malerijen: 1. v.c. < 100.000 t/j 2. v.c. >= 100.000 t/j Rubberregeneratiebedrijven Afvalscheidingsinstallaties
5.1 4.2 5.2 4.2 4.2
40
35
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN ELEKTRICITEIT, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER
40
35
Elektriciteitsproductiebedrijven (vermogen >= 50 MWe): 1. kolengestookt (inclusief meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth 2. oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth 3. gasgestookt (inclusief bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth, in 4. kerncentrales met koeltorens 5. warmtekrachtinstallaties (gas), thermisch vermogen > 75 MWth Bio-energieinstallaties, elektrisch vermogen < 50 MWe: 1. covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 2. vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 1. < 10 MVA 2. 10 - 100 MVA 3. 100 - 200 MVA 4. 200 - 1000 MVA 5. >= 1000 MVA Gasdistributiebedrijven: 1. gascompressorstations, vermogen < 100 MW 2. gascompressorstations, vermogen >= 100 MW 3. gas: reduceer-, compressor-, meet- en reglinstallatie categorie A 4. gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C 5. gasontvang- en -verdeelstations, categorie D Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 1. stadsverwarming 2. blokverwarming Windmolens: 1. wiekdiameter 20 m 2. wiekdiameter 30 m 3. wiekdiameter 50 m
41
36
WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER
41
36
Waterwinning-/ bereidingsbedrijven: 1. met chloorgas 2. bereiding met chloorbleekloog en dergelijke en / of straling Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 1. < 1 MW 2. 1 - 15 MW 3. >= 15 MW
45
2 2 3.1 3.1 2 3.1
5.2 5.1 5.1 6 5.1
3.2 3.2 2 3.1 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 1 2 3.1 3.2 2 3.2 4.1 4.2
5.3 3.1 2 3.2 4.2
41, 42, 43
BOUWNIJVERHEID
41, 42, 43
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2000 m 2
3.2
2
3.1
Bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2000 m
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m 2
3.1
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. < 1000 m 2
2
50
45, 47
HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN, BENZINESERVICESTATIONS
501, 502, 504
451, 452, 453
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
502 5020.4
451 45204
5020.5 503, 504 505
45205 453 473
OMSCHRIJVING (Groot)handel in vrachtauto's (inclusief import en reparatie) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservicestations: 1. met LPG > 1000 m 3/jr 2. met LPG< 1000 m 3/jr 3. zonder LPG
51
46
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
511 5121
461 4621
5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7
4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499
Handelsbemiddeling (kantoren) Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit >= 500 ton per uur. Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levende dieren Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Groothandel in vlees, vleeswaren, zuivelproducten, eieren en spijsoliën Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen Groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in overige consumentenartikelen Groothandel in vuurwerk en munitie: 1. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2. consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 3. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats < 750 kg ( en > 25 kg theatervuurwerk) 4. professioneel vuurwerk, netto expliciet massa per bewaarplaats 750 kg tot 6 ton. 5. munitie Groothandel in vaste brandstoffen: 1. klein, lokaal verzorgingsgebied 2. kolenterminal, opslagoppervlakte >= 2.000 m²
5151.1
5151.2
46711
517
466, 469
Groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 1. vloeistoffen o.c. < 100.000 m³ 2. vloeistoffen o.c. >= 100.000 m³ 3. tot vloeistof verdichte gassen Groothandel in minerale olieproducten (exclusief brandstoffen) Groothandel in metaalertsen: 1. opslagoppervlakte < 2.000 m² 2. opslagoppervlakte >= 2.000 m² Groothandel in metalen en -halffabrikaten Groothandel in hout en bouwmaterialen 1. Algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 2. Algemeen: bebouwde oppervlakte <= 2000 m 2 Zand en grind: 1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 200 m 2 2. algemeen: bebouwde oppervlakte < = 200 m 2 Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur 1. algemeen: bebouwde oppervlakte > 2000 m 2 2. algemeen: bebouwde oppervlakte <= 2000 m 2 Groothandel in chemische producten Groothandel in overige intermediaire goederen Autosloperijen: bebouwde oppervlakte > 1000 m 2 Autosloperijen: bebouwde oppervlakte < = 1000 m 2 2 Overige groothandel in afval en schroot : bebouwde oppervlakte <= 1000 m 2 Overige groothandel in afval en schroot: bebouwde oppervlakte > 1000 m Groothandel in machines en apparaten: 1. machines voor de bouwnijverheid 2. overige Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.)
60
49
VERVOER OVER LAND
6021.1 6022
493
Bus-, tram- en metrostations en -remises Taxibedrijven en taxistandplaatsen
5151.3 5152.1
5152.2 /.3 5154
5153.4
46712
46713 46721
46722, 46723 4673
46735
4674
5155.1 5156 5157
46751 4676 4677
5157.2 /.3 5162
466
blz. 8
CAT 3.2 3.2 1 3.1 2 2 4.1 3.1 2
1 3.1 4.2 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2 2 3.1 5.1 5.3 2 3.1 5.1 4.1 5.1 4.2 3.2 4.2 5.2 3.2 3.1 2 3.2 2 3.1 2 3.2 2 3.2 3.1 3.1 3.2 3.2 3.1 2
3.2 2
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993 6023 6024 6024 603
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
495
Touringcarbedrijven Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m 2 2 Goederenwegvervoersbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. <= 1000 m Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
61, 62
50, 51
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT
61, 62
50, 51
Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
63
52
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER
6311.1
52241
791 5229
Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van zeeschepen: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. >= 2.000 m² 4. granen of meelsoorten, v.c. >= 500 t/u 5. steenkool, opslagopp. >= 2.000 m² 6. olie, LPG, e.d. 7. tankercleaning Laad-, los- en overslagbedrijven ten behoeve van de binnenvaart: 1. containers 2. stukgoederen 3. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte < 2.000 m² 4. ertsen, mineralen, en dergelijke, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 5. granen of meelsoorten v.c. < 500 t/u 6. granen of meelsoorten v.c. >= 500 t/u 7. steenkool, opslagoppervlakte < 2.000 m² 8. steenkool, opslagoppervlakte >= 2.000 m² 9. olie, LPG, en dergelijke 10. tankercleaning Distributiecentra, pak- en koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 1. Autoparkeerterreinen, parkeergarages 2. Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) Overige dienstverlening ten behoeve van het vervoer (kantoren) Luchthavens Helicopterlandplaatsen Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)
64
53
POST EN TELECOMMUNICATIE
641 642 642 642 642
531, 532 61
Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven Zendinstallaties: 1. LG en MG, zendervermogen < 100 kw (bij groter vermogen: onderzoek!) 2. FM en TV
71
77
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN
711 712 713 714
7711 7712, 7739 773 772
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.
72
62
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72 72
62 58, 63
Computerservice- en informatietechnologie-bureaus, en dergelijke Datacentra
74
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
63, 69 t/m 71, 73, 74, 77, 78, 80 t/m 82 812 74203 82991 82992
Overige zakelijke diensverlening: kantoren
6311.2
6312 6321 6321 6322, 6323 6323 6323 623 634
74 747 7481.3 7484.3 7484.4
494
52242
52102, 52109 52109 5221 5222 5223
Reiniging Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor landbouw- en visserijproducten Veilingen voor huisraad, kunst, en dergelijke
blz. 9
CAT 3.2 3.2 3.1 2
1
5.1 4.2 5.3 5.1 5.2 5.3 4.2 4.2 3.2 4.2 5.2 4.2 5.1 4.2 5.1 5.2 4.2 3.1 2 2 3.2 1 6 5.1 1 1
2 1 3.2 1
2 3.1 3.1 2
1 2
1 3.1 2 4.1 1
VNG-bestand categorale bedrijfsindeling 2009 (planologische selectie)
SBI-CODE 1993
SBI-CODE 2008
OMSCHRIJVING
90
37, 38, 39
MILIEUDIENSTVERLENING
9001
3700
RWZI's en gierverwerkingsinrichting, met afdekking voorbezinktanks: 1. < 100.000 i.e. 2. 100.000 - 300.000 i.e. 3. >= 300.000 i.e. Rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven, en dergelijke Gemeentewerven (afval-inzameldepots) Vuiloverslagstations Afvalverwerkingsbedrijven: 1. mestverwerkingskorrelfabrieken 2. kabelbranderijen 3. verwerking radio-actief afval 4. pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 5. oplosmiddelterugwinning 6. afvalverbrandingsinrichtingen thermisch vermogen > 75 MW 7. verwerking fotochemisch en galvano-afval Vuilstortplaatsen Composteerbedrijven: 1. niet belucht v.c. < 5.000 t/j 2. niet belucht v.c. 5.000 tot 20.000 t/j 3. belucht v.c. < 20.000 t/j 4. belucht v.c. > 20.000 t/j 5. GFT in gesloten gebouw
9002.1
381
9002.2
382
93
96
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
9301.2 9301.3 9302 9304 9305
96013 96013 9602 9613, 9604 9609 9609
Wasserijen en strijkinrichtingen Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen Wasverzendinrichtingen Wasseretten, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten Fitnesscentra, badhuizen en saunabaden Dierenasiels en -pensions Persoonlijke dienstverlening niet eerder genoemd, exclusief bordelen, prostituees en sexclubs
Afkortingen: cat. categorie o.c. opslagcapaciteit v.c. verwerkingscapaciteit p.c. productiecapaciteit p.o. productieoppervlak e.d. en dergelijke n.e.g. niet elders genoemd t ton kl klasse u uur d dag w week jr jaar = is gelijk aan < kleiner dan > groter dan
blz. 10
CAT
4.1 4.2 5.1 2 3.1 3.1 4.2 5.1 3.2 6 3.1 3.2 4.2 2 4.2 4.2 5.2 3.2 4.1 4.1
3.1 3.1 2 2 1 1 2 3.2 1
Plangebied Dronten - De Gilden / Het Palet
Enkelbestemmingen G V-VB WA W W-WG
G
WG-1 WG-2
WA
Groen Verkeer - Verblijf Water Wonen Wonen - Woongebouw Woongebied - 1 Woongebied - 2
Gebiedsaanduidingen
7 11
wetgevingzone - wijzigingsgebied
W 7 11
Bouwvlakken
W 7
bouwvlak
11 7 11
Bouwaanduidingen
W V-VB
[bg]
[bg] 7
G
[-bg]
11
bijgebouwen bijgebouwen uitgesloten
7
W
11
[bg]
Maatvoeringen
W
7 11 7
7
11
11 7
G
G
11 7
W
maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden
6
maximum bouwhoogte (m)
7
maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
11
11
7
2
6
11 7
7
7
11
11
minimum goothoogte (m)
W
W
11
[bg] 7
7
11
11
G
WA
7
W
V-VB
11 7
[bg]
W
7
W
11
11
W
7
G
11 7 11
V-VB
7 11
7
[bg]
7 11
W
W
7
11
11
WA
[bg]
7
G
11
7
W
11 7
G W
[bg]
7 11
11
7
7
11
11 7
7
11
7
7
11
11
11
W
G 7
W
7 11
11 7 11
WA
WA
G
7
W G
7
11
11 7
7
WA
11
11
W
7 11
7
V-VB
11
7
G
11
G
7
7
W
7
W
11
11 7
W
11
11
7 7
7 7
11
11
11
11
7 11
7 11
7 11
W
7
7
11
W
7 11
11
7 11
W
7 11
7
V-VB
11
W
7 7
11
7
11
W
V-VB
7
11
11
11
W 7
G
7
11
7
W
7
11
7 11
11
11
7
7
11
7
11
11
W
11
7
7
11
11
G
W WA
7
W
7
11
11
7
W-WG
11
W
7
7 7
11
7
11
7
7
3,5
3,5
11
11
7 11
7
7
11
11
11
G W
11 7 11
G
V-VB
W 7
W
11
G
W 7 7
W
G
11
W-WG 15
W-WG 15
11 7
W-WG 15
WA
11
W
7 11
G
[bg]
V-VB
WA
G
WA 7
W
[-bg]
7
WA
G
7
W
5
WA
G
7
11
9
7
1
11
11
W
5
W W
G
9
W 2
7
7
7
11
11
11 7
WA
W
G
11
Gemeente Dronten Dronten ‐ De Gilden / Het Palet (1100)
W
7
G
2
11
WG-1
W
7
G
11
G
7
G G
11
W 3 11
G
7 11 7
N
Bestemmingsplan
7
11
7 11
W
7
project
13‐11‐03
formaat
1330 x 840 mm
vastgesteld
17‐12‐2015
schaal
1:1000
ontwerp
18‐08‐2015
kaart
1/2
voorontwerp
14‐08‐2014
getekend
PVD
concept
04‐10‐2013
idn
NL.IMRO.0303.1100‐VA01
w www.rho.nl e
[email protected]
W
5
WA
G
Plangebied
G
7
11
9
7
Dronten - De Gilden / Het Palet
7
11
11
W W 2
7
7
7
11
11
11
V-VB
7
WA
W
W
G
11
WA
G
9
W
W
G
Enkelbestemmingen
5
W
7
7
11
G
2
W-WG
11
WG-1
WG-1
W
7
G
11
WG-2
G
7
G
11
W
G
Groen Verkeer - Verblijf Water Wonen Wonen - Woongebouw Woongebied - 1 Woongebied - 2
Gebiedsaanduidingen
3
wetgevingzone - wijzigingsgebied
11
G
7 11
7
7
11
11
WG-2
W
7 11
Bouwvlakken bouwvlak
7 11
Bouwaanduidingen
7 11
[bg]
W
G
[-bg]
bijgebouwen bijgebouwen uitgesloten
3 11
Maatvoeringen
7 11
7
G
11 7
7
11
5
11
9
W
G 7
10
WG-2
WG-2
WG-2
6
maximum bouwhoogte (m)
7
maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
6
W
14 W-WG
maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden
11
11
WG-1
2
minimum goothoogte (m)
W
7
7
11
11
7
G
W
11
7 11
7
G
11
G
V-VB
G
7 11
3
W
11 7 11
7
7
11
11
WG-2 3 11
7
WG-1
11
W
7
7
11
11
3
7 11
11
G
WG-2
7 11
W
3
7 11
11
7 11
G
7 11
WG-1
7 11
WG-2
W 3 11
7 11
G
G WA G V-VB
WA
7 11
7 11 7 11
7 11 7 11
7 11 7
W
6
11
W
W W
7 7
7
W
WA
11
11
W
7 7
11
W
7
11
7
11
7
7
7
11
11
7 11
11
G
11
11
11
11
7 11
G 7 11
WG-1 11 7
11 W G
11
W
Gemeente Dronten
11
G
2
7 7
W
Dronten ‐ De Gilden / Het Palet (1100) N
Bestemmingsplan project
13‐11‐03
formaat
1330 x 840 mm
vastgesteld
17‐12‐2015
schaal
1:1000
ontwerp
18‐08‐2015
kaart
1/2
voorontwerp
14‐08‐2014
getekend
PVD
concept
04‐10‐2013
idn
NL.IMRO.0303.1100‐VA01
w www.rho.nl e
[email protected]