Het ontwikkelen van het buikcentrum
door het kata Naifanchin
Deze scriptie draag ik op aan Janick Poupée. Een karateleraar en een fijn mens.
Joost Franken Maart 2006
2
Voorwoord Terwijl ik nadacht over een thema voor het schrijven van een scriptie voor het vijfde dan examen kwam ik al vrij snel op het idee dat het moest gaan over het buikcentrum, in het Japans Hara genoemd. Gefascineerd door dit begrip en tegelijkertijd beseffend dat ik er nog niet zoveel van af wist ben ik gaan onderzoeken en schrijven. Dit werk is de vrucht van mijn studie ten aanzien van het ontwikkelen van het buikcentrum door middel van karate en meer expliciet het kata naifanchin. Bij het schrijven van dit werk heb ik gebruik gemaakt van diverse bronnen die achterin de scriptie bij ‘bibliografie’ zijn opgenomen. Hierbij heb ik niet alleen gebruik gemaakt van karatebronnen maar ook van de TCG-literatuur (Traditionele Chinese Geneeskunde). Ik heb na mijn afstuderen aan de International Free University, studierichting klassieke acupunctuur, veel meer inzicht gekregen in zaken die ook in de verschillende Budovormen tot uitdrukking komen. Naast boeken heb ik mijn kennis en ervaring gedeeld en verruimd door allerlei gesprekken met karateka’s. Dit werk is dan ook geen wetenschappelijke studie over het buikcentrum. Alle zaken die ik hierin beschreven heb zijn mijn eigen ideeën en interpretaties van de bronnen die ik geraadpleegd heb. Wat ik nu op papier heb gezet kan ik over vijf jaar anders zien en dat is wat men ontwikkeling noemt. Mocht er onder de lezers iemand zijn die feedback wil geven op dit werkstuk voel jezelf dan uitgenodigd om dit te doen door een mailtje te sturen aan
[email protected]
Daar waar ik in deze scriptie het woord ‘hij’ gebruik, dient de lezer uiteraard ook ‘zij’ te lezen aangezien de beoefening van karate niet alleen voorbehouden is aan mannen.
3
Het begin In de trainingen wordt het woord Hara regelmatig gebruikt en ik moet toegeven dat ik als karateleraar het woord ook regelmatig in de mond heb genomen zonder echt te weten wat het nou precies betekent. Hara is een Japans woord en het wordt meestal vertaald met buik en soms met het woord lef (waarschijnlijk van de Nederlandse vertaling van het Engelse woord ‘guts’ wat zowel lef als ingewanden kan betekenen). Hara wordt in Japan ook veelvuldig gebruikt in metafysische zin. Een mens met ‘hara ga oki’ (een groot hara) wordt beschouwd als een ruimdenkend en grootmoedig mens terwijl een kleinzielig en laf mens betiteld wordt met ‘hara ga chiisai’ (een klein hara). Zo zijn er tal van voorbeelden te vinden waarbij het woord Hara in de Japanse taal gebruikt wordt om bepaalde eigenschappen van mensen mee aan te duiden. Het begrip speelt zelfs zo’n grote rol in het leven van een Japanner dat zijn bewustzijn van dit deel van het lichaam ook heel groot is. Het Hara is voor de Japanner zo’n beetje het centrum van het leven. Zijn wezen, zijn Ik zetelt in het Hara. Dit in schril contrast met de Westerse mens die zijn Ik een plaats geeft in zijn hoofd of soms in zijn hart. Op zich best wel logisch dat wij Westerlingen onze Ik plaatsen in ons hoofd, immers met ons hoofd denken en bevatten we en is het niet Descartes die ooit heeft gezegd: “Ik denk, dus ik besta”? Inderdaad best wel logisch wat die Westerse filosoof ooit bedacht heeft. Tegelijkertijd is het denken ook een bron van veel ellende en frustratie. Negatieve gedachten en allerlei overtuigingen die wij ons in de loop van vele jaren hebben eigen gemaakt vormen een ziektebron of minstens een bron van veel pijn en verdriet. Het plaatsen van je Ik in het hart wordt door sommige Westerlingen ook wel gedaan. Op zich ook wel logisch, immers dit is toch een gebied waar je mee voelt, waar je relaties met andere mensen mee aan gaat. Toch is dit, net als het hoofd, een plaats die ook vaak gepaard gaat met veel pijn en verdriet. Je wordt als mens gekwetst en dat voel je in je hart! Neen, beide plaatsen zijn niet de zetel van de IK. De IK bevindt zich op een plek die onaangetast blijft ook al sta je als mens onder grote druk (zowel fysiek alsook mentaal en emotioneel). Het moet een plek zijn waar je rust vindt, een soort nulpunt waar het leven even stil staat of waar je simpelweg even kunt uitblazen. Waar bevindt zich deze plek? Als je aan de Oosterse mens vraagt waar zijn IK zich bevindt dan wijst hij naar z’n buik. Blijkbaar is de buik dat nulpunt waar de IK z’n rust vindt. Waar de IK als een soort neutrale waarnemer, zonder allerlei gedachten en gevoelens, aanwezig kan zijn. Simpelweg zijn! Eigenlijk best logisch dat de Oosterse mens zijn wezen in de buik plaatst want is niet alle leven ontstaan in het buikgebied? Zijn wij niet allemaal geboren uit de baarmoeder van onze moeder? Tijdens ons ‘leven’ in de baarmoeder waren wij via de navelstreng verbonden met onze levende moeder. Wij ontvingen het leven dus via de navelstreng en deze streng hechtte zich vast aan, jawel, onze navel. Opnieuw het buikgebied dus! Het leven begint dus in de buik en wat grappig eigenlijk om te bedenken dat de Japanse samurai van weleer hun leven op aarde beëindigden door het doorklieven
4
van hun buik (Harakiri). Alsof ze daarmee de ‘draad’ met het leven, de verbinding van hun IK met het aardse leven, verbraken. Ondanks het feit dat ik best wel overtuigd ben vraag ik me tegelijkertijd wel af, waarom nou de buik en waar precies in die buik ligt dan de plaats van het IK? Om hier een antwoord op te krijgen heb ik een kijkje genomen in de literatuur van de Traditionele Oosterse Geneeskunde waar de buik als centrum van het leven ook een belangrijke plaats inneemt.
Samurai net voordat hij Harakiri pleegt
Het leven volgens de Oosterse filosofen Vanuit het Oosters gedachtegoed is de mens, evenals alle andere levende wezens, een energiewezen. Er stroomt energie door ons lichaam en hierdoor kunnen alle cellen, weefsels en organen functioneren. Zonder deze leven-gevende stof is leven simpelweg niet mogelijk. De energie, in het Japans ook wel ki of in het Chinees chi genoemd, stroomt door ons lichaam via een netwerk van energiebanen, meridianen genoemd. Zo lang de energie optimaal door dit netwerk van energiebanen stroomt is er niets aan de hand, je voelt je dan zo gezond als een vis in het water. Echter, op het moment dat de energiedoorstroming geblokkeerd raakt (denk hierbij aan een knik in de tuinslang als je ’s zomers de tuin aan het sproeien bent) is de doorstroming niet meer optimaal en hele gebieden in ons lichaam krijgen dan niet meer voldoende energie. Hierdoor kunnen klachten en zelfs ziekten ontstaan. Een blokkade kan optreden door interne of externe omstandigheden of door een combinatie van beide. Een voorbeeld van een externe omstandigheid is bijvoorbeeld een auto-ongeluk waarbij je een been breekt en tot overmaat van ramp ook nog eens een flinke scheur in je milt oploopt. Dat bij een dergelijk ongeluk verschillende energiebanen geblokkeerd raken moge duidelijk zijn. Een voorbeeld van een interne oorzaak is bijvoorbeeld de manier hoe je gewend bent te denken. Zo heeft een pessimistische levensinstelling een negatieve invloed op de kwaliteit van je immuunsysteem met als gevolg dat je fysieke lichaam eerder vatbaar is voor allerlei virussen en bacteriën. Of de oorzaak voor klachten en/of ziekten nu intern of extern (of een combinatie van beide) ligt maakt eigenlijk niet zoveel uit. De kern van de zaak is dat wij als levende mens energie nodig hebben om te kunnen leven. Waar komt deze energie vandaan?
5
Op de eerste plaats worden wij geboren als nakomeling van onze ouders. Van onze ouders krijgen wij dan ook een pakketje energie mee. Dit pakketje heet ‘Jing’ en het is de erfelijke energie waar wij het de rest van ons leven mee moeten doen. Hoe zuiniger wij met dit pakketje erfelijke energie omgaan hoe langer ons leven hier op aarde kan duren. Naast dit pakketje erfelijke energie, dat tijdens ons leven niet vergroot kan worden, hebben wij dagelijks de mogelijkheid om onze energiereserves aan te vullen door middel van voedsel (materieel en immaterieel) en ademhaling. Ons voedsel is materieel in de vorm van bijvoorbeeld een boterham met kaas en een glas water maar ook immaterieel zoals de dagelijkse gesprekken die we met andere mensen én onszelf voeren. Beiden kunnen ons een heleboel energie opleveren. Tegelijkertijd is het ook mogelijk dat onze dagelijkse leef- en eetgewoonten heel veel energie kosten. De drie energiecentra Binnen de energetische anatomie worden drie belangrijke centra onderscheiden, te weten het hoofdcentrum, het hartcentrum en het buikcentrum. Binnen de taoïstische leer worden deze centra ‘tan tiens’ genoemd wat zoveel als hemelse velden betekent. Deze drie centra zijn onderling met elkaar verbonden door een heel belangrijke Buitengewone meridiaan, te weten de ‘Chong mai’. De ‘Chong mai’ is een Buitengewone meridiaan en is eigenlijk een soort reservoir voor alle gewone meridianen. Het is de eerste energiebaan die in het lichaam van een embryo aangelegd wordt. De ‘Chong mai’ heeft haar oorsprong in het bekkengebied (Bao Zhong). Van daaruit stroomt de energie naar het perineum (het gebied tussen anus en genitaliën) dat in het Chinees Huiyin (Renmai 1) genoemd wordt. Vanuit Huiyin stroomt de energie omhoog langs de voorzijde van de wervelkolom naar de hersenen. Via dit kanaal zijn de hemelse velden ook verbonden met zeven andere Buitengewone meridianen waardoor een soort super-energienetwerk van in totaal acht kanalen ontstaat. Dit super-energienetwerk vormt een soort leverancier voor energie aan het lokale netwerk, de twaalf meridianen die elk verantwoordelijk zijn voor een bepaald orgaan. Hierbij is het belangrijk om op te merken dat een orgaan vanuit Oosters oogpunt bekeken niet alleen een fysieke functie heeft, maar ook een mentale, een emotionele en zelfs een spirituele functie. 3 tan tiens De ‘Chong mai’ verbindt dus alle drie de hemelse velden (tan tiens) met elkaar. Het bovenste tan tien ligt in de hersenen. Het exacte punt vind je door een lijn te trekken die vanaf je neusbrug dwars door je hersenen naar het achterhoofd gaat en een tweede lijn die loopt van je ene oor dwars door de hersenen naar je andere oor. Het kruispunt van deze twee lijnen geeft het bovenste tan tien. Op dit punt dien je een deel van jouw aandacht te vestigen. Het tweede hemelse veld ligt precies achter het midden van het borstbeen tegen de voorzijde van de wervelkolom aan. Het is het hartcentrum. De ‘ik’ in jou die zich in het bovenste tan tien begeeft kijkt vooral terwijl de ‘ik’ in jou die zich in het hemelse veld van het hart bevindt vooral voelt. Dus, terwijl je vanuit het bovenste tan tien de wereld observeert, voel je vanuit het middelste tan tien. Mocht je aanwezigheid zich
6
alleen maar beperken tot deze twee hemelse velden dan wordt je topzwaar van boven met als gevolg een wankel evenwicht. Je zult makkelijk omver geworpen worden door allerlei invloeden van buitenaf. Om dit te voorkomen is het onderste hemelse veld heel belangrijk. Het onderste veld ligt anderhalve duimbreedte onder de navel, ook weer tegen de voorzijde van de wervelkolom. In oude taoïstische kringen staat dit punt bekend als ‘zee van energie’ oftewel Qihai. Het punt ligt midden in het bekkengebied en het vormt het figuurlijke vuur van het leven. Dit is het vuur dat je wil voedt en tevens levert dit vuur de energie om het middelste hemelse veld te verwarmen en het bovenste hemelse veld te verlichten. Als je jouw bewustzijn vestigt op het vuur van het onderste hemelse veld dan zul je een grote kracht vinden. Dit is de kracht van het leven zelf, de oerkracht die in staat is om nieuw leven te genereren en je hele innerlijke koninkrijk te verwarmen en te verlichten. Daar waar het bovenste hemelse veld dat aspect van jou herbergt dat waarneemt en je middelste hemelse veld datgene herbergt dat voelt, zo herbergt het onderste hemelse veld datgene dat is oftewel je ware IK. Het acupunctuurpunt ‘Qihai’ is tevens het openingspunt tot de poort van het leven. De poort van het leven (‘Ming men’) is een acupunctuurpunt dat ligt ter hoogte van de doornuitsteeksel van de tweede lendenwervel. Het hele gebied vanaf ‘Ming men’ naar Huiyin (in het midden van het perineum) tot aan ‘Zhongwan’ (Renmai 12) kan het buikcentrum genoemd worden. Binnen dit buikcentrum ligt ‘Qihai’ als een soort sleutel die toegang geeft tot ‘Ming men’, de poort van het leven die op haar beurt weer toegang geeft tot de belangrijkste bron van energie, de nieren als opslagplaats voor de erfelijke energie (Jing). De plaats van het Hara-punt In de verschillende boeken over Hara worden steevast verschillende uitspraken gedaan over de locatie. De ene bron zegt 3 centimeter onder de navel terwijl het andere boek praat over 5 centimeter onder de navel. Tevens is de vraag of Hara een gebied is dat op de buik ligt of er in. Helaas heb ik hierover weinig duidelijkheid gekregen maar door logisch na te denken én uiteraard te voelen bij mezelf en anderen ben ik tot de volgende conclusie gekomen. Het Hara-punt is te voelen door met een vinger de middellijn van de aangespannen buik af te tasten. Op een punt onder de navel waar de spanning niet aanwezig is (het voelt als een soort putje) ligt de locatie van het Hara-punt. Als de persoon vervolgens diep en volledig uitademt dan kan hij zich gewaarworden van dit ene punt. Het voelt voor de meeste mensen als een soort balletje in de onderbuik.
7
Het Hara is dus een gebied dat gelokaliseerd kan worden tussen ‘Ming men’ (doornuitsteeksel 2de lendenwervel) en ‘Qihai’ (1,5 duimbreedte onder de navel). Het is een soort ballon die tussen deze twee acupunctuurpunten in ligt en deze ballon kan groter en kleiner worden, al naar gelang je aandacht op dit punt toe- of afneemt. Voorts kun je met je voorstellingsvermogen een evenbeeld van jezelf projecteren in deze ballon. In de ballon staat dus een klein mensje rechtop en hij balanceert constant om rechtop te kunnen blijven staan. Aan de bovenzijde wordt het Hara afgedekt door het middenrif en aan de onderzijde bevindt zich het perineum met daarin het acupunctuurpunt Huiyin. Belangrijk bij het voelen van het Hara-punt is dat je het middenrif omlaag brengt door de adem laag te houden (evenals de schouders) en tevens het perineum licht aan te spannen en de anus op te trekken. Hierdoor creëer je een stevig omhulsel waardoor de ‘ballon’ van het Harapunt weerstand gaat ondervinden Het is m.n. deze weerstand die het Hara vervolgens sterker maakt. Het Hara-punt in het karate Menigmaal heb ik in de dojo gestaan en werd tegen mij gezegd dat ik mijn schouders laag moest houden. Ik weet inmiddels dat ik dit ook regelmatig tegen mijn leerlingen zeg en inmiddels weet ik ook dat een mens niet vanuit zijn Hara-punt kan bewegen als hij beweegt met opgetrokken schouders. Het belang van het Hara-punt in de beoefening van karate is heel groot. In het hele karate-onderwijs wordt steevast hard gewerkt om een goed stevig Hara-punt te verkrijgen. Jammer genoeg wordt een en ander meestal niet uitgelegd. Om een goed Hara-punt te ontwikkelen heb je een aantal voorwaarden nodig, zoals:
gehele voeten stevig aan de grond perineum evenwijdig met de grond en licht opgetrokken wervelkolom opgestrekt kruin (Baihui) wijst naar de hemel volheid in het gehele lichaam middenrif en schouders laag en breed mentale aandacht (focus) op de drie Hemelse velden
8
Gehele voeten stevig aan de grond Deze voorwaarde komt in het karate tot uitdrukking in het gebruik van goede basisstanden. Voeten volledig plat op de grond met daarbij de juiste gewichtsverdeling en een juiste positie van de heupen. Hoe vaak zien we niet bij ons zelf of bij anderen de hiel van de grond komen of de voorvoet bewegen voordat er verplaatst wordt? Perineum evenwijdig met de grond en licht opgetrokken De positie van het bekken is ook belangrijk. Sommige karateka’s staan bijvoorbeeld met een holle rug of juist met een bolle rug. In principe is het enige criterium dat je ervoor moet zorgen dat het perineum evenwijdig staat ten opzichte van de grond. Hierbij ontstaat vanzelf een soort afgestreken wervelkolom waarbij de fysiologische hollingen en bollingen van de wervelkolom afgevlakt worden. Denk even aan het mensje dat in de ballon van jouw Hara balanceert. Als de grond waarop hij staat schuin is (achterovergekanteld bekken of voorovergekanteld bekken geeft een hellend perineum) dan zal hij heel veel moeite hebben om zijn evenwicht te behouden. Tevens moet je het perineum lichtjes optrekken om de onderzijde van het Hara-punt te voorzien van een stevige basis. Wervelkolom rechtop Voorts is het heel belangrijk dat de lichaamshouding van de karateka open, rechtop en breed is. Een kronkelende wervelkolom zorgt ervoor dat de stroming in de belangrijke energiebanen in de rug (Dumai en Chong mai) niet optimaal kan verlopen met als gevolg blokkades en dergelijke. Bovendien geeft een ineengedoken lichaamshouding een heel ander gevoel aan de karateka (en aan een toeschouwer) dan een fiere opgestrekte houding. De karateka die zichzelf teveel rechtop zet, waardoor bijvoorbeeld zijn kin omhoog komt, zal juist zwakker worden in het fundament. Hierop dient elke karateka gecorrigeerd te worden aangezien zijn gevoel van zekerheid een schijnzekerheid is daar zijn fundament beduidend zwakker is geworden. Bedenk bovendien dat we in karate veelvuldig bezig zijn met allerlei gevechtstechnieken. Al deze technieken hebben totaal geen waarde zonder een stevig fundament. Denk even aan een karateka die heel hard stoot maar niet sterk op zijn benen staat. Is deze stoot effectief? Kruin (Baihui) wijst naar de hemel Het bovenste punt van de kruin is het acupunctuurpunt Baihui (dumo 20). In gedachten bevestig je een koord aan dit punt en trek je dit koord omhoog. Hierdoor verleng je de wervelkolom vanuit de nek en tevens wordt de kin een klein beetje naar beneden getrokken. Dit laatste is belangrijk om te voorkomen dat de kin omhoog wijst waardoor het Hara-punt meteen een deel van zijn kracht verliest. Het tegenovergestelde kan ook gebeuren, namelijk dat de persoon zijn kin teveel intrekt. Hierdoor ontstaat een te grote kromming in de nek waardoor opnieuw een verzwakking van het fundament zal optreden.
9
Volheid in het gehele lichaam De mens is een energiewezen, zo vertellen de Oosterse filosofen ons. Deze energie stroomt door de verschillende energiebanen en voorziet ons lichaam op die manier van een leven-gevende stof die de Japanners Ki noemen. Deze Ki zorgt voor een volheid in ons hele systeem. Daar waar geen Ki stroomt ontstaat een leegte. Het is belangrijk dat je steeds alert bent om alleen met volheid te bewegen. Let op: volheid is niet hetzelfde als aanspanning. Sterker nog, een aanspanning die te lang duurt zorgt voor een leegte. Volheid is eerder een aanwezigheid, een staat van alertheid en bereidheid tot handelen. Voordat je bijvoorbeeld in Kihon een verdediging maakt voel je een aanwezigheid in beide armen en de rest van je lichaam en daarna komt pas de verdediging. De volheid in het lichaam wordt door mij ook wel eens vertaald in het zinnetje: “voel jezelf als een zonnebloem die met z’n kopje in de zon staat”. Met dit vergelijk zorgt de turgor in de plant ervoor dat deze rechtop blijft staan. Turgor is ook niet hetzelfde als aanspanning. Het is een ontspannen samenspel tussen verschillende krachten en dat gevoel dient bij de karateka ook aanwezig te zijn. Middenrif en schouders laag en breed Zoals al eerder aangegeven vormt het middenrif het plafond van het Hara-punt. Door het middenrif laag te houden geef je de ballon van het Hara-punt een lichte weerstand waardoor zijn kracht alleen maar meer toeneemt (denk hierbij aan het samenspel tussen een binnenband en een buitenband). Voorts dienen de schouders, die energetisch een verbinding hebben met het middenrif, ook laag te blijven. Als je namelijk de schouders optrekt dan verschuift je fysieke zwaartepunt naar boven waardoor je aanwezigheid in het Hara-punt een stuk moeilijker tot onmogelijk is. Mentale aandacht (focus) op de drie Hemelse velden Daar waar je gedachten heengaan stroomt ook de energie naar toe. Dit is een van de energetische wetten die wij als mens vaak tot waarheid zien komen. Als je bijvoorbeeld continu bezig bent met een probleemsituatie dan wordt het probleem alleen maar groter en erger. In plaats daarvan kun je je beter bezighouden met een oplossing en je focus hierop te leggen. In ieder geval dien je als karateka je aandacht optimaal te verdelen over de drie Hemelse velden van het hoofd, het hart en het buikcentrum. De bovengenoemde punten zorgen er dus voor dat de ontwikkeling van het Hara-punt binnen de lessen van het karate-do mogelijk wordt. Ze zijn zo te zeggen voorwaardenscheppend. Zeker niet makkelijk om aan al deze zaken te denken terwijl je stevig zwetend in de dojo bezig bent. Maar zeer de moeite waard om het wel te doen want het versterken van het Hara-punt kan je veel mooie dingen opleveren, diamantjes zo te zeggen.
10
De diamanten van het Hara-punt Het bewegen vanuit het Hara-punt is niet makkelijk, zeker niet als je aan allerlei technische zaken moet denken. Toch is het heel belangrijk om als karateka zoveel mogelijk te bewegen vanuit het Hara-punt. Niet alleen omdat elke techniek simpelweg gedragen moet zijn vanuit het midden (zoals von Dürckheim in zijn boek ‘Hara, het dragende midden van de mens’ pleegt te zeggen) maar vooral ook omdat het schitterende diamantjes oplevert. Overigens moet ik hierbij wel toegeven dat deze diamantjes pas na enige jaren intensief trainen gaan schitteren. Wat zijn nou die diamantjes? Op de eerste plaats zorgt een goed ontwikkeld Hara ervoor dat je als mens goed gecentreerd en geaard op deze aarde rondloopt. We staan als mens in deze maatschappij bloot aan allerlei invloeden: partner, kinderen, vrienden, collega’s, kennissen en uiteraard ook nog familieleden. Daarnaast heeft de overheid met al haar regels en wetten ook nog een bepaalde invloed op ons handelen. Al deze invloeden trekken aan ons, soms heel hard, soms sluimerend zacht. Kunnen wij rechtop blijven staan temidden van de stormen des levens of vallen wij regelmatig op onze neus? Door regelmatig aandacht te besteden aan ons Hara krijgen wij de beschikking over een dragend midden waardoor we overeind blijven. Mochten we om wat voor reden dan ook omvallen dan komen we naar korte tijd weer rechtop te staan onder het mom van ‘the blow that doesn’t kill you, it only makes you stronger’. Dit gezegde is voor een mens met Hara helemaal juist. Een mens zonder Hara (of een slecht ontwikkeld Hara-punt) zal een harde klap van het leven moeilijker weerstaan en heeft veel langer de tijd nodig om weer overeind te kruipen. Dat laatste heb ik aan den lijve ondervonden na een bijna faillissement van mijn praktijk. Ten gevolge van een extreem duur huurpand en een slechte economie kon ik een en ander niet meer bolwerken. Daar de huurbaas van dit dure huurpand mij niet wilde laten vertrekken begonnen er schulden te ontstaan. Een faillissement heb ik nog net kunnen voorkomen maar ik heb er een behoorlijke schuldenlast aan over gehouden. Toch heb ik, dankzij mijn karate en het feit dat ik na 25 jaar karate-training de beschikking heb over een Hara-punt, dit groots avontuur overleeft. Natuurlijk weet ik niet hoe dit avontuur verlopen was als ik nooit karate had beoefend en wanneer mijn Hara-punt niet goed ontwikkeld was. Gezien de reacties van veel mensen om mij heen, mensen die zelf geen karate doen, denk ik toch dat een sterk Hara mij door deze ellendige tijd heen heeft geloodst! Voorts geeft een goed ontwikkeld Hara de mens de beschikking over enorm veel kracht. Hierbij heb ik het niet over spierkracht maar over een sterkere en dieper liggende oerkracht. Een kracht die je fysiek kunt gebruiken maar ook op mentaal-emotioneel gebied. Zo heb ik gemerkt dat zelfs kinderen die gebruik maken van hun Hara bij oefeningen zoals ‘klevend handen’ enorm sterk kunnen zijn en zelfs de kracht van volwassen mensen kunnen weerstaan. ‘Klevende handen’ is een oefeningen waarbij beide karateka’s in bijvoorbeeld Naifanchin dachi tegenover elkaar gaan staan en waarbij ze elkaars handen tegen elkaar plaatsen. Er zit als het ware lijm tussen hun handen en tijdens de oefening mogen de handen niet losgelaten worden. Vervolgens gaan de kinderen elkaar uit balans proberen te duwen waarbij het de bedoeling is om goed te voelen
11
wanneer de ander een krachtinzet geeft en in welke richting. Als je als karateka vanuit je Hara deze oefening doet dan ben je beduidend sterker dan wanneer je deze oefening enkel en alleen vanuit spierkracht doet. Een dergelijke oefening kan iemand laten zien dat hij de beschikking heeft over heel veel kracht als hij deze kracht maar vanuit de juiste plek en op de juiste manier geeft. Het Hara-punt is voor de karateka ook een absoluut rustpunt. Op het moment dat je jezelf focust op je buikcentrum dan verdwijnen alle gedachten als wolkjes voor de zon. Het wordt echt rustig in jezelf en je krijgt hiermee de mogelijkheid om even op adem te komen. Valt het jou ook wel eens op dat veel karateka’s en zeker die karateka’s die werken met en vanuit hun Hara zulke vriendelijke en rustige mensen zijn: mensen die tegelijkertijd ook een krachtige uitstraling hebben. Is dit toeval of is dit het gevolg van jarenlang aandacht geven aan je buikcentrum? Dat rust in jezelf voor een karateka belangrijk is, is eigenlijk een open deur. Hij heeft rust in zichzelf nodig om goed te kunnen focussen tijdens het uitvoeren van een goede karatetechniek. Hij dient de controle te hebben om een goede, krachtige en snel uitgevoerde stoot op tijd te stoppen zodat hij geen letsel bij zijn partner toebrengt. Om op fysiek-technisch niveau dit te kunnen heeft de karateka een goed ontwikkeld Hara nodig. Het equivalent van controle op fysiek-technisch niveau is beheersing op mentaalemotioneel niveau. Beheersing is echter van heel andere koek. Hoe vaak zie je niet dat een karateka wel de beschikking heeft over die fantastische karatetrap die enkele millimeters voor iemands hoofd stopt maar helaas niet beschikt over de beheersing op mentaal-emotioneel niveau. Eén verkeerde opmerking die hem niet bevalt en hij schiet uit z’n slof. Hier is duidelijk nog wat Hara-werk gewenst! Een goed ontwikkeld Hara geeft de persoon namelijk ook de beschikking over beheersing op mentaal-emotioneel niveau. Dit doet mij denken aan een leuke oefening, eigenlijk meer een test om te kijken of iemand werkelijk in z’n Hara is en kan blijven, die hieronder beschreven wordt. De Hara-test op fysiek-technisch niveau Karateka A slaat karateka B met een goed uitgevoerde karatetechniek op zijn borst of buik. Iedere keer dat de klap impact op het lichaam van karateka B maakt accepteert hij deze klap volledig en via de ademhaling laat hij de harde klap naar z’n Hara afzakken. In zijn Hara wordt de klap als het ware omgezet en naar de aarde afgevoerd. De Hara-test op mentaal-emotioneel niveau Karateka A staat in z’n Hara. Karateka B maakt gedurende 10 seconden allerlei vreemde bewegingen waarbij het verboden is om fysiek contact te maken met karateka A. Na 10 seconden gaat karateka B over naar het maken van allerlei geluiden. Opnieuw na 10 seconden komt de echte test: gedurende 30 seconden gaat karateka B allerlei opmerkingen over en naar karateka A maken. Afhankelijk van het niveau van de karateka’s mogen deze opmerkingen mild tot ‘kwetsend’ zijn.
12
Het doel van deze laatste test is dat de karateka in staat is om elke negatieve opmerking die hij naar z’n hoofd geslingerd krijgt via z’n Hara af laat voeren naar de aarde. Net zoals de karateka bij een fysieke aanval rustig en kalm blijft zo dient hij dit ook te blijven bij een mentaal-emotionele aanval. Het Hara-punt is ook een centrum dat alle spanningen in zich kan absorberen waardoor het leven draaglijker en aangenamer wordt. Probeer hiertoe maar eens de volgende oefening. Ga rustig zitten en breng je handen op schouderhoogte. Span nu je handen tot vuistenen span daarna je nek en schouders. Span alle spieren rondom je bovenlijf net zolang aan totdat je gaat trillen. Breng dan je aandacht naar je buik, naar je Hara-punt om precies te zijn, en merk wat er gebeurd met die spanning. Als je deze oefening goed hebt gedaan dan zul je merken dat alle spanning als sneeuw voor de zon verdwijnt! Alle spanning wordt door het Hara-punt opgeslurpt en afgevoerd. Ik bedenk me nu ineens dat ik als fysiotherapeut heel wat mensen heb staan masseren omdat hun nek-schouder zo ontzettend verkrampt was. Ik had deze mensen beter karate kunnen leren zodat ze via hun Hara-punt de spanning in hun systeem zelf af konden laten vloeien. Dit zijn slechts enkele diamantjes maar het zijn wel hele belangrijke. Zeker als je denkt aan onze maatschappij waar jachten en jagen en de 24-uurs economie ons helemaal gek dreigen te maken. Rust in jezelf vinden en jezelf niet gek laten maken zijn dan vaardigheden die juist in een dergelijke maatschappij ontzettend belangrijk zijn. Eigenlijk zouden we het vak ‘karate’ op de basisscholen en middelbare scholen moeten invoeren net zoals Grootmeester Itosu rond 1900 bepleit heeft. Karate als middel om het Hara te ontwikkelen. Wat zou dat schitterend zijn! Hara-ontwikkeling door het kata Naifanchin Stel je eens voor dat we het inderdaad voor elkaar krijgen om karate als vak ingevoerd te krijgen, wat zouden we dan gaan geven en vooral ook hoe? Leuke vraag om over na te denken, toch. Als ik in de karateboeken duik en nalees wat de oude grootmeesters voorgeschoteld kregen was dat met name kata. Zo hebben Grootmeester Mabuni (van de Shito-ryu stijl) en Grootmeester Funakoshi (van de Shotokan stijl) beiden jarenlang alleen het kata Naifanchin bestudeerd voordat zij andere kata mochten leren. Gedurende drie jaar heeft Grootmeester Mabuni het kata Naifanchin van zijn leermeester Itosu onderwezen gekregen. Drie jaar lang alleen bewegen vanuit de basisstand naifanchin dachi. Waarom drie jaar lang dit kata? Een kata dat, laten we nou eerlijk zijn, toch niet echt populair is.
13
Een stukje geschiedenis van het kata Naifanchin Het kata Naifanchin (in de Shotokan stijl Tekki) heeft een ietwat vreemde geschiedenis. Voor zover de geschiedschrijvers het terug hebben kunnen vinden begint de geschiedenis van dit kata bij de Chinese meester Ason (A Tsouen Kia). Deze Quanfa meester onderwees in het Okinawaanse dorpje Kumemura. Kumemura was een soort China-town zoals we het heden ten dage in verschillende grote steden kennen. Er woonden heel veel Chinezen en de Okinawaanse bevolking leerde van hen de Chinese taal en het schrift kennen. Vanuit Kumemura vertrokken veel Okinawanen, na een gedegen voorbereiding, richting China. In deze wijk, die vlakbij het dorpje Naha lag, woonde dus de Chinese Quanfa expert Ason. Hij onderwees zijn stijl onder andere via het kata Naifanchin. Meester Ason was een van de eerste Quanfa meesters die in Kumemura les gaf en via hem is dit kata in de Naha-te stijl terecht gekomen. Kanryo Higaonna heeft dit kata ook nog bestudeerd maar op de een of andere manier is dit kata uit de Naha-te school verdwenen. Het enige dat je nog doet denken aan de Naha-te erfenis is de gelijkenis van naifanchin dachi met sanchin dachi. Tevens is het gebruik van het Hara hetzelfde. Toch is het kata Naifanchin binnen de Naha-te school nooit verder doorgegeven. Dit in tegenstelling tot de Shuri-te school waar dit kata door Grootmeester Itosu wel doorgegeven is. Grootmeester Itosu heeft echter de vorm van het oorspronkelijk kata enigszins aangepast (zoals hij overigens bij zovele kata gedaan heeft) en tevens heeft hij de ‘gevaarlijke’ technieken met haar applicaties eruit verwijderd. De overgebleven drie vormen (oorspronkelijk was Naifanchin één kata met wel honderd technieken) zijn binnen de Shito-ryu stijl, maar ook in de Shotokan en Wado-ryu stijl verder doorgegeven. Het meest opvallende aan het kata Naifanchin is de zijdelingse verplaatsing en de typische voetbewegingen. Het is een vorm waarbij de karateka in ieder geval gebruik moet maken van een beperkte ruimte. Een andere gedachte ten aanzien van de zijdelings bewegingen komt van Bruce D. Clayton die hij in zijn boek “Shotokan’s Secret” beschrijft. Hij brengt de theorie naar voren dat de zijdelingse voetbewegingen met name heel praktisch waren in Shuri-castle om een hooggeplaatste bij een aanval weg te voeren. Hierbij is het belangrijk dat je als bodyguard met je rug naar de hooggeplaatste en met je aangezicht naar de mogelijke daders gericht bent. Wat de juiste interpretatie ook mag zijn is naar mijn mening niet zo verschrikkelijk belangrijk. Wat ik daarentegen wel heel belangrijk vind is de vraag waarom Grootmeester Mabuni maar ook Grootmeester Funakoshi jarenlang alleen dit kata onderwezen kregen. Naar mijn mening heeft dit te maken met het feit dat je met name door dit kata ontzettend goed je Hara kunt trainen. De basispositie Naifanchin dachi lijkt enorm veel op basisposities die in allerlei Chinese gezondheidsoefeningen voorkomen. Het is een basisstand waarbij de voeten iets breder dan schouderbreedte uit elkaar geplaatst worden. Hierdoor ben je optimaal in staat om je voeten goed in contact te brengen met de grond en je perineum goed aan te trekken. Dit laatste is ook in het kata Naifanchin heel belangrijk zodat je de ballon in het Hara-punt niet laat ‘leeglopen’ door een zwak perineum. Nadat je de voeten in de juiste positie hebt gebracht stel je jezelf voor dat je gaat zitten op een krukje dat achter je staat. Hierdoor kunnen de liezen zich ontspannen wat weer belangrijk is voor de energiedoorstroming. Bovendien breng je het Hara-punt hierdoor dichter bij de grond waardoor je meer aarding in je stand krijgt. De wervelkolom strek je vervolgens vanuit het bekken op naar boven
14
zodat de wervelkolom haar fysiologische krommingen afvlakt. In je gedachten maak je de schouders zo breed mogelijk waardoor ontspanning in het bovenlichaam komt. Je mentale aandacht breng je volledig naar je Hara-punt en van hieruit start elke beweging die je in het kata Naifanchin maakt. Het kata Naifanchin doet mij regelmatig denken aan de ‘Ba Duan Jin’ die wij in 1991 bij de assistent leraren opleiding en in 1993 bij de lerarenopleiding van Sensei Kallenbach onderwezen kregen. Eerlijk gezegd snapte ik van die vorm heel weinig en ik weet me nog goed te herinneren dat sensei Kallenbach nadat wij deze vorm uitgevoerd hadden aan onze handen kwam voelen. Waarom? Wat voor mysterieuze krachten konden opgebouwd worden door dit kata? Ik wist het niet! Uiteraard heb ik die vorm gedaan want het hoorde bij de opleiding maar ik snapte er eigenlijk weinig tot niets van. Sterker nog, ik vroeg mezelf (in mezelf) af waartoe deze vorm in een opleiding tot karateleraar thuis hoorde. Nu bijna 15 jaar nadat ik mijn leraarsdiploma behaald heb begrijp ik meer van deze vorm en snap ik ook waarom sensei Kallenbach aan onze handen kwam voelen. Het kata Naifanchin is in ieder geval een uitstekende manier om een karateka in contact te brengen met zijn Hara. Door dit kata veelvuldig op de juiste wijze te laten trainen (en dan niet alleen maar de vorm van allerlei technieken) en de karateka aanverwante oefeningen te laten doen om zijn Hara te trainen zal hij uiteindelijk ook een sterk Hara krijgen. Een sterk Hara met al die schitterende diamantjes en nog meer. Want één diamantje heb ik nog niet genoemd. Misschien wel een van de belangrijkste diamanten van een sterk Hara is dat je als mens 100% jezelf kan zijn. Je staat met beide benen stevig op de grond en je gaat je eigen weg. Jouw weg, ook al wijkt die volledig af van die van je ouders of vrienden. En door een sterk Hara heb je ook het LEF en de MOED om jouw eigen unieke weg te bewandelen!
15
Nawoord Het beoefenen van het kata Naifanchin is één van de beste manieren om het buikcentrum te ontwikkelen. Hierbij is het aannemen van de juiste positie het allerbelangrijkste. Door deze lichaamspositie regelmatig te trainen versterk je jouw Hara met alle positieve gevolgen van dien. Het is niet voor niets dat veel trainers die binnen het bedrijfsleven training geven bepaalde Hara-oefeningen aan hun cursisten geven. Zelf mag ik de NLPopleidingen bij het instituut Educare in Tilburg opluisteren door het geven van dergelijke oefeningen. Steeds bemerk ik bij de cursisten verbazing over het effect dat deze simpele oefeningen kan geven. De verleiding is soms heel groot om niet gewoon karate te gaan geven, immers dat is voor mij toch de meest ultieme manier om je Hara tot ontwikkeling te brengen. Wie weet! Ik heb getracht dit werk kort te houden. Voor andere stylisten geld een norm van maximaal tien bladzijden (inclusief afbeeldingen). Ondanks dit uitgebreide onderwerp waar tientallen boeken over volgeschreven zijn (en dan met 200 tot 300 bladzijden) heb ik deze tien bladzijden niet enorm overschreden. Ik vond het belangrijk om de tekst ook op te luisteren met afbeeldingen daar een plaatje vaak 1000x meer zegt dan woorden. Als ik de afbeeldingen weggelaten had dan zou ik zeker binnen de 10 bladzijden zijn gebleven, maar dan zouden de hersenen van de lezer op sommige momenten teveel aangesproken kunnen zijn geweest waardoor de aandacht voor dat ene belangrijke buikcentrum verminderd zou zijn…..en dat is toch niet de bedoeling, nietwaar. Mijn hartelijke dank gaat uit naar een aantal mensen die hun feedback over dit werkje hebben gegeven, te weten Jan Damen van NLP-instituut Educare, Peter Damen, Carel Janssen en Frank van den Bosch. Tevens wil ik Marc Willekens nog bedanken voor zijn tijd om een aantal foto’s te nemen. Voorts wil ik, zonder hierbij namen te noemen, ook mijn dank uitspreken aan al die mensen die mij in de loop der (karate)jaren geholpen hebben om verder te komen op het pad van de lege hand. Trouwens, zou dat leeg van ‘kara’ misschien ook duiden op dat onderste Hemelse veld? Als je aandacht namelijk gevestigd is op dat onderste Hemelse veld dan ga je jezelf leeg voelen. Leeg niet vanuit een gemis, maar leeg zonder maskers. Eigenlijk volledig heel dus!
16
Bibliografie In willekeurige volgorde heb ik de volgende boeken geraadpleegd en bestudeerd.
Opleidingsmappen International Free University, studierichting klassieke acupunctuur, Eef Jansen Introductie op karate-do, Jan Kallenbach Het Rots en Water perspectief, Freerk Ykema Hara het dragende midden van de mens, von Dürckheim Haraboek, Osho Das Lexikon der Kampfkunste, Werner Lind Shotokan’s secret, Bruce D. Clayton Eight simple qigong exercises for health, Dr. Yang, Jwing-ming Kosmische chi kung, Mantak Chia Tanpenshu, Funakoshi Gichin Karate-do, My way of life, Funakoshi Gichin Handboek voor stadskrijgers, Barefoot doctor La voie de la main nue, Mabuni Kenei Karate-do Shito-ryu (la voie de la Tradition), Nakahashi Hidetoshi Tales of Okinawa’s great masters, Shoshin Nagamine Standing on the shoulders of giants (the Kenwa Mabuni story), Patrick McCarthy The Chinese Art of Healing with Energy, Tzu kuo shih Wonder Meridianen, Guus Martens Vertaling van Kobou Jizai Goshin-jutsu Karate Kenpo, Mabuni Kenwa De weg van Hara, Seigen Yamaoka Denk daar maar eens over na, Krishnamurti Over de grenzen van de psychologie, Osho Ancient Okinawan Martial Arts (deel 1 en 2), Patrick McCarthy Budo, der geistige weg der kampfkunste, Werner Lind Okinawa karate, Werner Lind Bubishi, Patrick McCarthy Moving toward stillness, Dave Lowry Clearing away clouds, Stephen Fabian Zen en de Oosterse martiale kunsten, T. Deshimaru
17