SBR 254
s tichting
ouwr esearch
Het Nieuw Burgerlijk Wetboek en de Bouw
254
©Copyright SBR, Rotterdam
Rapporteurs: mr. G.J. Lantink mr. D.E. van Werven, Instituut voor Bouwrecht, Den Haag
©Copyright SBR, Rotterdam
Het Nieuw Burgerlijk Wetboek· en de Bouw··
Rotterdam, 1991
254 ©Copyright SBR, Rotterdam
De stichting stelt zich ten doel: a.
in de bouwnijverheid produktiviteit en kwaliteit te verhogen en de continuïteit in de werkgelegenheid te bevorderen;
b. de kennis op het terrein van de bouwnijverheid te vergroten en te verspreiden naar en binnen alle organisaties waarmede de stichting een relatie onderhoudt; c.
voorts al hetgeen dat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
De stichting en degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij het verwerkenvolgens de stand van de wetenschap en techniek - van de in deze publikatie vervatte gegevens. Nochtans moet de mogelijkheid dat zich onjuistheden in deze publikatie kunnen bevinden niet warden uitgesloten. Degene die van deze publikatie gebruik maakt aanvaardt daarvoor het risico. De stichting sluit, mede ten behoeve van degenen die aan deze publikatie hebben meegewerkt, iedere aansprakelijkheid uit voor schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van informatie in deze publikatie.
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
Lantink, G.J. Het nieuw burgerlijk wetboek en de bouw/ G.J. Lantink, D.E. van Werven. - Rotterdam : Stichting Bouwresearch. (SBR-publicatie ; 254) ISBN 90-5367-039-4 NUGI833 Trefw.: Burgerlijk Wetboek / bouwrecht ; Nederland.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakfdoor middel van druk, fotokopie, microfilm, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting Bouwresearch. No part of this book may be reproduced in any farm by print, photoprint, microfilm, stored in a database ar retrieval system, or any other means without written permission from the Stichting Bouwresearch.
©Copyright SBR, Rotterdam
INHOUD
2
DEEL I 3
WOORD VOORAF
5
SAMENVATTING
6
INLEIDING
7
2.1
Totstandkoming NBW
2.2
Gefaseerde inwerkingtreding
2.3
Betekenis van de boeken 3, 5 en 6 NBW voor de bouw
2.4
Karakterschets NBW
8 8 8 8 10
2.5
Opzet van deze brochure
10
HET NBW, ENKELE ALGEMENE OPMERKINGEN
OVEREENKOMSTENRECHT INLEIDING
11 12
3.1
Wat is een overeenkomst?
12
3.2 4
Overeenkomsten in de bouw Totstandkoming van overeenkomsten
12 14
4.1
Aanbod en aanvaarding
14
4.1 .1
Hoofdregel
14
4.1 .2
Aanbod of uitnodiging tot het doen van een aanbod?
14
4.1 .3
Hoe lang geldt een aanbod?
14
4.1.4
Een bijzonder geval: het vrijblijvende aanbod
16
4.1.5
Moment van totstandkoming van de overeenkomst
16
4.2
Afgebroken onderhandelingen
18
4.3
Overige eisen voor een geldige overeenkomst
19
4.3.1
Het wilsvereiste
4:3.2 4.3.3 4.3.4
Dwaling Bepaalbaarheid
19 19 21
Inhoud en strekking van de overeenkomst mogen niet in strijd zijn met de wet, de openbare orde of de goede zeden
22
Algemene voorwaarden
22
5
INHOUD VAN DE OVEREENKOMST
24
6
NIET-NAKOMING
4.4
6.2.1
Opschortingsrecht
25 25 25 25
6.2.2
Retentierecht
26
6.1
Inleiding
6.2
Opschorting en retentie
6.3
Vordering tot nakoming
27
6.4
Vordering tot ontbinding
6.5
Vordering tot schadevergoeding
28 30
6.6
Voorrechten
32
Stichting Bouwresearch
3
©Copyright SBR, Rotterdam
HET NIEUW BURGERLIJK WETBOEK EN DE BOUW
7.3.1
Inbreuk op een recht
34 35 35 35 35 35
7.3.2
Strijd met een wettelijke plicht,
36
7.3.3
Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt
36
DEEL II
.VERBINTENISSEN UIT DE WET
7
VERBINTENISSEN UIT DE WET
7.1
Inleiding
7.2
De verbintenis Uit onrechtmatige daad in de bouw
7.3
Wat is een onrechtmatige daad?
7.4
Toerekenbaarheid
37
7.5
Oorzakelijk verband
37
7.6
Risico-aansprakelijkheid
37
7.6.1
Ondergeschikten
38
7.6.2
Niet-ondergeschikten
39
7.6.3
Vertegenwoordigers
39
7.6.4
Gebrekkige zaken
39
7.6.5
Opstallen
40
7.7
Mogelijke vorderingen in geval van onrechtmatige daad
41
7.8
Verbintenissen uit andere bron dan uit overeenkomst of onrechtmatige daad
42
7.8.1
Onverschuldigde betaling
42
7.8.2
Ongerechtvaardigde verrijking
42
DEEL III
REGELS MET BETREKKING TOT BOUWTERREINEN EN BOUWSTOFFEN
44
8
REGELS MET BETREKKING TOT BEHEER EN FINANCIERING VAN ONROERENDE ZAKEN
45
8.1
Eigendom
45
8.2
Mandeligheid
46
8.3
Erfpacht
47
8.4
Erfdienstbaarheid en kwalitatieve verplichting
48 48 49 49
9
8.4.1
Erfdienstbaarheden
8.4.2
Kwalitatieve verplichtingen
8.5
Opstalrecht
8.6
Hypotheek
51
8.7
Derdenbescherming bij verkrijging van registergoederen
53
LEVERING VAN BOUWSTOFFEN EN BEDRIJFSMIDDELEN EN FINANCIERING VAN HET BOUWPROCES
55
9.1
Eigendomsvoorbehöud
55
9.2
Eigendomsoverdracht en cessie tot zekerheid: exit
56
9.3
Bezitloos pandrecht en stil pandrecht
57
9,3.1
Bezitloos pandrecht
57
9.3.2
Stil pandrecht
59
4
©Copyright SBR, Rotterdam
WOORD VOORAF
Met de invoering van het Nieuw Burgerlijk Wetboek op Het aan deze publikatie ten grondslag liggende onder1 januari 1992, in het bijzonder de boeken 3, 5 en 6, zoek werd verricht door Mr. G.J. Lantink en Mr. D.E. zullen er ook op het juridische terrein rondom het tot van Werven van het Instituut voor Bouwrecht te Den stand bregen van bouwprojecten veranderingen optre- Haag. den. ·In het NBW wordt een nieuwe terminologie gebruikt en worden andere uitgangspunten gehanteerd. 'D De commissie: Zo wordt er nog meer nadruk gelegd op de redelijkheid De commissie die het onderzoek heeft begeleid was als en billijkheid bij de uitleg van overeenkomsten en volgt samengesteld: wordt meer bescherming aan de consument geboden. • Dr. Mr. lJ. Goudsmit, voorzitter
Hoewel een apart hoofdstuk betrekking hebbend op de aannemingsovereenkomst nog niet wordt ingevoerd, zijn de overige bepalingen van het NBW wel degelijk van groot belang voor de bouwpartners en degenen die betrokken zijn bij het bouwproces. Dit geldt niet alleen voor contracten, maar ook voor bepalingen die specifiek betrekking hebben op het beheer en fiitanciering van bouwstoffen en de financiering en eigendom van onroerend goed. Er zijn veranderingen ingevoerd in het recht betreffende pand, hypotheek, erfdienstbaarheden en erfpacht. Ook rechtsverhoudingen die uit de wet volgen worden behandeld. Zoals de aansprakelijkheid ontstaan door het plegen van een onrechtmatige daad.
• Mr. S.E. Cozijnsen-Smaal, Stichting Bouwresearch, coördinator • Prof Mr. C.A. Adriaansens, LoeffClaeys Verbeke, Advocaten en notarissen • Mr. HL. van der Beek, Rijksuniversiteit Limburg, faculteit der rechtsgeleerdheid • Mr. Ir. A. de Groot, Elffers & Partners BV Architektenburo • Mr. E. Kwakernaak, oud-notaris Nauta Dutilh • Mr. RJ. Nap, het Nederlands Verbond voor Ondernemers in de Bouwnijverheid, NVOB
Deze publikatie is bestemd voor iedereen in de bouw • Mr. P. van Schravendijk, Boonsu'a & De Groot Advokaten die te maken heeft met het sluiten van contracten en/ of • Ir. lP.W. de Wit, Bouwlogica BV betrokken is bij rechtsverhoudingen daarmee verband houdend. Dat zijn onder andere opdrachtgevers, architecten, adviseurs, aannemers, onderaannemers en leve- . Dr. Mr. J.J. Goudsmit December 1991 ranciers alsook de bouwrechtadviseur.
Stichting Bouwresearch
5
©Copyright SBR, Rotterdam
-HET NIEUW BURGERLIJK WETBOEK EN DE BOUW
SAMENVATTING
Vooraf past de opmerking dat deze brochure met het NBW gemeen heeft, dat zij zich moeilijk laat samenvatten. In de brochure wordt namelijk in hoofdlijnen uiteengezet hoe het NBW in elkaar zit op'voor de bouw belangrijke punten. Dit betekent dat een groot scala aan onderwerpen uit het NBW: besproken wordt. Bij deze bespreking van het NBW wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van aan de bouwpraktijk ontleende voorbeelden. Ook wordt aangegeven, voor zover voor de bouw van belang, waar het NBW afwijkt van het oude BW. De brochure is in drie delen onderverdeeld: In het eerste deel wordt aangegeven hoe in het NBW de onderwerpen geregeld zijn die te maken hebben met overeenkomsten. Daarbij wordt onder meer gekeken naar: hoe een overeenkomst tot stand komt; hoe partijen zich dienen te gedragen tijdens de onderhandelingen voorafgaande aan het sluiten van het contract; wat het betekent indien één partij ziel) bij het sluiten van de overeenkomst duidelijk vergist heeft (dwaling); wat een partij kan doen als haar wederpartij niet presteert en dus niet datgene doet wat partijen zijn overeengekomen. Vanzelfsprekend worden ook de vernieuwingen belicht, die het NBW op het gebied van het contractenrecht brengt.
In het tweede deel wordt ingegaan op een regeling die het NBW geeft voor die situaties waarin twee (of meer) partijen met elkaar te maken krijgen zonder dat er sprake is van een contractuele relatie. Met name zal partij daarbij gekeken worden naar de situatie dat op onrechtmatige wijze schade toebrengt aan een andere partij (aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad).
Ook zullen enkele andere aansprakelijkheidsvormen de revue passeren. Zo wordt bijvoorbeeld de aansprakelijkheid van werkgevers voor hun ondergeschikten besproken. Daarnaast komt ook de door het NBW geïntroduceerde aansprakelijkheid van een principaal voor zijn niet-ondergeschikten (van belang in de relatie tussen hoofdaannemer en onderaannemer) en de, eveneens nieuwe, aansprakelijkheid van een principaal voor zijn vertegenwoordiger (denk aan de relatie tussen de opdrachtgever en de directievoerende architect) aan de orde.
In deel drie wordt tenslotte besproken hoe het beheer en de verkrijging van roerende en onroerende zaken onder het NBW geregeld is, zonder dat daarbij wordt ingegaan op de contractuele aspecten van die materie. Zo wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan de verschillende beheersvormen van onroerende zaken, waarbij het NBW enkele vernieuwingen introduceert. Ook zal gekeken worden naar de regeling die het NBW treft waar het gaat om de levering van roerende zaken. Hierbij is met name van belang de regeling van het eigendomsvoorbehoud en de daaraan verwante problematiek die zich voordoet wanneer een afnemer niet betaalt. Voorts wordt aandacht geschonken aan de zekerheidszowel op roerende als op onroerende zaken rechten gevestigd kunnen worden. Ook op dit terrein brengt het NBW vernieuwingen, nu bijvoorbeeld de alom bekende eigendomsoverdracht tot zekerheid verdwijnt en vervangen wordt door een nieuwe vorm van zekerheids- \ recht.
6
©Copyright SBR, Rotterdam
1
INLEIDING
Op 1 januari 1992 zijn belangrijke delen van het oude- uiteraard de opmerking dat de lezer zich voor meer uit 1838 stammende - Burgerlijk Wetboek (BW) vervan- gedetailleerde informatie tot een jurist zal moeten wengen door een Nieuw BW (NBW). In de aanloop na'ar den. Dat dit "in hoofdlijnen informeren" toch nog heeft deze grootscheepse verandering op juridisch gebied is geleid tot een tamelijk omvangrijke brochure komt omdaaraan, behalve in juridische tijdschriften, nauwelijks dat het niet altijd mogelijk was om het nieuwe recht te aandacht besteed. Dat is ook wel begrijpelijk want de behandelen zonder iets over het oude te zeggen. komst van het NBW is in de eerste plaats van belang Overigens verdient het nog dat SBR zich voor diegenen die zich professioneel met het recht be- eerder al bezighield met dat deel van het NBW dat zighouden. Dat zijn voornamelijk juristen zoals rech- regels geeft over de toepasselijkheid en de inhoud van ters, advocaten, notarissen en bedrijfsjuristen. algemene voorwaarden. Daarvoor wordt verwezen Er komt echter een moment waarop ook de bouw zelf naar de in 1990 verschenen SBR-brochure "Algemene iets gaat merken van het NBW. De op 1 januari 1992 voorwaarden; betekenis voor de bouwpraktijk" (publiinwerkinggetreden delen van het NBW bevatten name- . katie nr. 214). lijk nogal wat regels die ook voor de bouw van belang Daarnaast dient verwezen te worden naar de binnenzijn. kort te verschijnen SBR-brochure "ProduktenaanspraHet leek de Stichting Bouwresearch dan ook goed om kelijkheid", waarin de betekenis van de Wet produktendoor middel van deze brochure de bouw globaal op de aansprakelijkheid voor de bouw bekeken wordt. hoogte te stellen van de voor die bedrijfstak van belang zijnde nieuwe regels. Waar'het in deze brochure gaat om het in hoofdlijnen informeren over die regels past
Stichting Bouwresearch
7
©Copyright SBR, Rotterdam
HET NIEUW BURGERLIJK WETBOEK EN DE BOUW
2
HET NBW, ENKELE ALGEMENE OPMERKINGEN
2.1 Totstandkoming NBW Aan het NBW is lang gewerkt. Al in 1947 namelijk kreeg de Leidse hoogleraar E.M. Meyers de opdracht tot het ontwerpen van het NBW. Die opdracht werd gegeven omdat het oude BW niet meer "up tq date" was. Weliswaar waren in de loop van de jaren een aantal maatschappelijk belangrijke delen van het wetboek zoals over de positie van de getrouwde vrouw, het huurrecht en het arbeidsovereenkomstenrecht gemoderniseerd, maar omvangrijke stukken waren dat niet of nauwelijks. Deze waren ouderwets van taalgebruik en niet verantwoord toe te passen zonder de (meestal uitvoerige) rechtspraak te kennen die in de loop der jaren bij zo'n onderdeel was ontstaan. Uitgangspunt bij het ontwerpen van het NBW is dan ook niet in de eerste plaats geweest om grote wijzigingen aan te brengen in het geldend recht, maar om het geldend recht, zoals dat voor een belangrijk deel volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad, in het wetboek op te nemen. Al werkend aan het NBW, zijn de opstellers echter ook op nieuwe vraagpunten gestuit doordat hier en daar van nieuwe uitgangspunten werd uitgegaan. Natuurlijk konden dat soort nieuwe vragen niet op basis van bestaande rechtspraak worden beantwoord. Is enerzijds het NBW dan ook voor een belangrijk deel te zien als een vastlegging in de wet van door de rechtspraak ontwikkelde regels, anderzijds brengt het op een aantal punten nieuwigheden. . Een ander belangrijk punt, waar met name deregelmatige gebruikers van het NBW mee te maken krijgen is de nieuwe systematische opzet van het wetboek.
2.2 Gefaseerde inwerkingtreding Hierboven werd gezegd dat "het NBW" op 1 januari 1992 in werking is getreden: Dit is niet helemaal juist want de invoering gebeurt - net als de totstandkoming - gefaseerd. Een aantal jaren geleden zijn al de eerste twee boeken van het NBW in werking getreden. In 1970 boek lover Personen- en Familierecht en in 1976 boek 2, Rechtspersonen. De boeken die op 1 januari 1992 in werking zijn getreden zijn de nummers 3 (Vermogensrecht in het algemeen), 5 (Zakelijke rechten) en 6 (Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht) en enkele delen van boek 7 (Bijzondere overeenkomsten), waaronder de regeling van de koopovereenkomst.
Pas later zullen worden ingevoerd boek 4 (Erfrecht) en 8 (Verkeersmiddelen en Vervoer), alsmede de resterende onderdelen van boek 7, onder andere het onderdeel dat de aannemingsovereenkomst regelt. Het NBW zal in totaal uit 8 boeken bestaan. Bij de inwerkingtreding van de boeken 3, 5 en 6 (en een gedeelte van boek 7) speelt overigens· het zogenaamde overgangsrecht een rol. Dit overgangsrecht regelt de gevolgen van het inwerkingtreden van het NBW voor . reeds bestaande rechtsverhoudingen. Immers, het is logisch dat het NBW direct vanaf inwerkingtreding, van toepassing is op nadien onstane rechtsverhoudingen. Maar wat te zeggen van een nog voor de invoering tussen twee partijen gesloten overeenkomst, of een reeds verleend hypotheekrecht? Het overgangsrecht is geregeld in de speciaal daartoe ontworpen Overgangswet. Deze Overgangswet' zal verder niet ter sprake komen in deze brochure. Volstaan wordt hier met het geven van een algemene karakterschets van het overgangsrecht. Het NBW heeft onmiddellijke werking, tenzij de Overgangswet anders bepaalt (in dat laatste geval blijft het oude BW van toepassing). Een ander zeer belangrijk beginsel is dat eenmaal verkregen rechten onder het NBW geëerbiedigd worden (ook al geeft het NBW een totaal andere regeling met betrekking tot de desbetreffende rechten). Dit beginsel zorgt ervoor dat de onmiddellijke werking van het NBW niet tot onvoorziene gevolgen aanleiding geeft. Tot slot wordt het overgangsrecht beheerst door de redelijkheid en billijkheid, die ook in het NBW zelf zo'n belangrijke plaats innemen. Indien het onverkort toepassen van de Overgangswet in strijd met de redelijkheid en billijkheid zou zijn, blijft deze wet buiten toepassing.
2.3 Betekenis van de boeken 3, 5 en 6 NBW voor de bouw De lezer die denkt dat de bouw voorlopig weinig van de inwerkingtreding van het NBW zal merken omdat de regeling van de aannemingsovereenkomst op 1 januari 1992 nog niet ingevoerd is, heeft het echter mis. De boeken 3, 5 en 6 NBW bevatten namelijk veel bepalingen die bij het tot stand brengen van bouwprojecten wel degelijk een belangrijke rol spelen. Dit komt omdat deze boeken van het NBW onder andere regels bevatten
8
©Copyright SBR, Rotterdam