Dagboek Bandol vanaf de wal De reis Noord‐Nederland tot Bandol is ongeveer 1400 kilometer. Met een trailer achter de auto haal je geen gemiddelde snelheden van 120 kilometer en dus doe je er langer over dan twaalf uur. Sommigen, zoals de families Bos, Van der Meer en Feringa, halen in de heuvellandschappen met hun campers topsnelheden van maximaal 50 kilometer per uur, dus doen die er nog vééél langer over. Het mag duidelijk zijn dat de een langer onderweg was dan de ander. En dus moest de een ook eerder weg dan de ander. Zondagochtend moesten we in elk geval present zijn, want dan moest er afgerekend worden voor het eenweekse jeugdzeilkamp dat zich tot nationale training zag gebombardeerd toen er behalve de vijftien noordelijke zeilers ook nog eens 55 randstedelijke zeilers van vooral Braassemermeer in Bandol gingen trainen. En zondagmiddag was de eerste training al. De een vertrok vrijdagochtend al in alle vroegte, de ander vrijdagnacht. Maar allemaal waren ze zaterdagavond rond zeven uur gearriveerd. De meesten zochten vervolgens hun appartementen op, de campers installeerden zich naast de plaatselijke zeilclub op de centrale parkeerplaats.
Pagina 1 van 8
Het begin Zondagochtend was het een gezellige drukte. Op het dakterras van de zeilclub Bandol worden wat zakelijke mededelingen gedaan. De trainers worden voorgesteld, de groepen ingedeeld en daarna worden de boten klaargezet. Vervolgens naar het appartement om om te kleden. De wildste verhalen doen de ronde. Het zal de komende dagen een paar keer flink tekeer gaan, windkracht 7/8 wordt er zelfs voorspeld. Het zal allemaal wel, maar deze zondag begint met een heerlijk lentezonnetje en een temperatuur van 17 graden. De Fransen hebben er zin in want de boulevard stroomt snel vol. De weken daarvoor reikte het kwik tot op z’n hoogst 3‐4 graden. We hebben dus geluk in deze laatste februariweek. Na de middag blijkt de onberekenbaarheid van het februari‐weer. De zon verdwijnt, de wind neemt toe en menigeen is te optimistisch gekleed. Voor de zeilers was een rustige start gepland. Door de bevroren wateren hebben de meesten sinds november geen zeilboot meer onder handen gehad, behalve die enkeling zoals Mick van der Meer die naar het WK Splash in Nieuw‐Zeeland is geweest. De trainers willen dat de zeilers even hun boot opnieuw leren kennen, maar in de loop van de middag neemt de wind stormachtige omvang aan. De zeilers komen dan ook uitgeblust en met stramme spieren aan de kant. Ze zullen weten waar ze aan begonnen zijn. Maandag Het gaat flink tekeer in Bandol. Een enkele Laser‐zeiler durft het water niet op. Maar als even later zelfs de humpiedumpies van de Optimist de woeste golven trotseren, voelen ze zich daar aan de kant gelukkig bezwaard. De middagsessie zijn ze toch van de partij. Het is zwaar. Jelmer Zittema heeft tussen de middag zelfs moeite op de wal overei nd te blijven, zo afgepeigerd is‐ie. Hij besluit bij trainer Wouter Westerhof in de rubber te stappen. Maar in de loop van de middag is er toch wroeging bij hem: had hij achteraf het toch wel gekund? Tussen de middag is er soep voor de zeilers. Even een warme hap. Door Foeny Koning – die de trip naar Bandol namens de noordelijken samen met Hette van der Meer, Kees Hoogstraten en Menno Sappé heeft geregeld – zijn een paar soepkoninginnen gecharterd die de jeugd tussen de middag wat warms voor zetten. De zeilers hebben aan het eind van de dag niets meer te koop. Ze zoeken elkaar vaak nog wel even op in de avonduurtjes, maar ze hadden beter wat vroeger naar bed gekund. Alleen Jelmer van Beek is onvermoeibaar. Hij bereidt zich voor op een laatste poging de Jeugdolympische dagen in Singapore te bereiken. Daartoe zeilt hij momenteel in de Byte. Zoals het Jelmer betaamt laat hij niets aan het toeval over. Voor alles zoekt hij een uitleg. Maar voor een superfanaat kind als hij is, is hij wel heel sociaal.
Pagina 2 van 8
Dinsdag Zon! Een stralende zon staat er boven de baai van Bandol. Dit is fantastisch. Je ziet het ook bij de zeilclub waar iedereen de boten heeft staan. Niet alleen de zon straalt, maar ook de kinderen en de trainers. Iedereen heeft er zin in. Gauw even bij de familie Feringa langs want daar is het vaste koffie‐adres voor iedereen. Buiten hun camper staat een grote pot met koffie en iedereen pikt even een bekertje mee. Het is vaste verzamelplaats aan het worden. De families Bos, Feringa en Van der Meer staan bij elkaar op de parkeerplaats. Vandaag strijken ook zo’n 100 marktkooplui neer op de parkeerplaats. Een groep noorderlingen – Bos, Feringa, Van der Meer ‐ verzorgt de inwendige mens tussen de middag. Normaal gesproken komen de 70 zeilers naar de kant, maar de trainers vragen of de knakworst op het water bezorgd kan worden. Zo verspelen ze zo weinig mogelijk trainingstijd.
De buitentemperatuur van 19 graden en zorgt ervoor dat iedereen op het ereterras dat de Bosjes, Feringaatjes en Vandermeeertjes (het is echt hun dag) bij hun campers hebben aangelegd, belandt. Het is gezellig en de ontboezemingen komen: Yvonne Bleize, ook wel eens mevrouw Gruis, heeft een heuse messenset voor in de keuken gekocht. Gerard zegt niks te vrezen: “Want deze messen zijn al geslepen.”
Pagina 3 van 8
En even later volgt een fraaie onthulling van keukenprinses Bleize. Ze heeft staan koken en vervolgens staan te schelden op het kookapparaat in het appartement. Maar wat bleek? Ze had vergeten de afdekplaatjes eerst weg te nemen. ’s Avonds is er een diner voor Splashes, Lasers en hun ouders. Het is gezellig. Het diner bestaat uit een lekkere rundergoulash met aardappelpuree, een salade en chocoladetaart. Sommige zeilers praten elkaar na en vinden het niet te eten. De familie Hoogstraten trekt zich niks aan van het strenge dieet dat ze volgen. Gezamenlijk zijn ze dertig kilo kwijt. Nu zijn ze even ‘off‐line’.
Woensdag Het is the day after. Het is de dag na het échec van Sven Kramer. De Friezen hadden zich zó verheugd op de tweede gouden medaille van Sven en nu zijn ze diep teleurgesteld. Dat wordt een dagje jennen. Het begint als ’s morgens vroeg als Jelmer Zittema zegt: “Wat een sukkel.” Nee Jelmer: “Wat een Fries.” Zo, die is stil. In de loop van de ochtend proberen een paar Friezen het toch nog: “Die Kemkers is toch een Groninger.” Nee, beste Friezen: "Nu niet als een echte Fries proberen de schuld af te schuiven. Gewoon zelf even bijhouden dat je naar de buitenbaan moet. Zo moeilijk is dat niet.” Weer een paar Friezen stil. Dat is het mooie met ons noorderlingen, we trekken ons dit soort opmerkingen aan. En daar kun je in de onderlinge broedertwist tussen Groningers en Friezen dankbaar gebruik van maken. We kunnen wat dat betreft best nog iets leren van de Randstedelingen. Of toch niet?! ’s Ochtends maken we ook steeds een babbeltje met Cees van den Dool. Papa van Splash‐zeilster Tessa, trainer op Bovenwater en een man die vijf kwartier per uur praat. Hij zit vol met anekdotes. ´´Vroeger had je nog zo´n vent die met vlaggen stond te zwaaien als een schaatser van baan moest wisselen. Dat ging eens geweldig fout, net als met Kemkers nu, en sindsdien hebben we niks meer van die vlaggenisten gehoord.´´
Pagina 4 van 8
Het weer is wat onbestemd. Bewolkt en geen wind, niemand wordt er blij van. Rond een uur of tien breekt het zonnetje door. De kids gaan tot pakweg één uur het water op. Daarna hebben ze een vrije middag. Net alsof dat zeilen geen ‘vrij’ is… De een gaat naar Marseille, de ander naar de Ikea onder de sportzaken: de Decathlon. Daar kun je koopjes scoren. Een dry‐top voor 25 euro, kom er maar eens om. ’s Avonds belandt menigeen in de plaatselijke pizzeria’s.
Donderdag Stralend weer! Er is 19 graden aangekondigd. De stemming neemt alleen maar toe. Enkel blije gezichten zijn er. We moeten vandaag de soep verzorgen en zoeken daartoe onze ‘partner i n soup’ op, Madelon van de groep Braassemermeer. Madelon heeft voorwerk gepleegd en is bij een restaurant op de boulevard langs geweest om te vragen of we daar vijf grote pannen (25 liter) mogen bereiden. Rond half twaalf staan we in een krap bemeten keukentje met drie serieuze koks. Madelon heeft al snel meer ruimte in beslag genomen dan de koks en we zijn snel klaar. De soep wordt in AH‐tassen vervoerd naar de 400 meter verderop gelegen zeilclub. De soep gaat op tot de laatste druppel. De kinderen zijn er gek op. Jan Feringa helpt eens te meer met het uitdelen.
Pagina 5 van 8
’s Middags even op de koffie bij de familie Akkerman‐Koning. Ze zijn het bindmiddel van de noordelijke delegatie. Regelneefjes ook, of beter gezegd: Foeny is een regelnicht. Ze bekommert zich om alles, want nu iedereen uit het Noorden eenmaal in Bandol is, is haar taak niet afgelopen. Samen met Hette van der Meer – en ook Menno Sappé – hebben ze alles perfect voor elkaar. De kids hebben wedstrijdjes. Laila van der Meer – doorgaans ‘kattenkop’ genoemd – troeft iedereen – en dus ook een serie nationale toppers ‐ af. Stoer komt dit hummeltje van het water. “In het vervolg niet weer zo snel, hè”, spreken we haar vermanend toe. Haar oogjes stralen. Laila is wat aparts. Twee turven hoog en geen oorbellen maar schroefjes in de oorlelletjes. Een stoere meid. Menno Sappé, met Wouter Westerhof, de noordelijke inbreng in het trainerskorps, loopt te stralen. ´´Dit kost geen energie´´, zegt hij. ´´Het is zo mooi als je de kinderen ziet genieten.´´ Menno heeft een deel van de Optimistengroep onder zijn hoede. Deze avond is het Optimisten‐diner. Er zijn bijna 100 man present in de bovenzaal van de zeilclub. De familie Gruis‐Bleize maakt het niet meer mee, want ze reizen terug omdat ze zaterdag verplichtingen in Nederland hebben.
Pagina 6 van 8
Vrijdag De dag begint nog wat bewolkt, maar rond de middag weten we waarom de zon een koperen ploert wordt genoemd. De wind neemt in hevigheid toe, de verwachting is dat/ie kan oplopen tot 35 knopen. Het is merkbaar dat het de laatste dag is. De zeilers zijn vermoeid. Alles gaat wat trager. Tom Hoogstraten heeft een handicap, hij heeft zijn hangband uit de boot getrapt tijdens het zeilen. Maar dat maakt Tom doorgaans niks uit. Hij arriveerde in Bandol met twee linker zeilschoentjes. ”Dat is toch logisch met twee linkerhanden. “ Van de Splashes haalt Jelmer Zittema de middagwedstrijdjes niet meer. Hij is helemaal op. Cees van den Dool kijkt naar ‘m en kwalificeert ‘m als een gespierde tuinslang. Van den Dool: “Joh, als ik je een sombrero opzet, dan ben je net een punaise.” En dan jennend: “Het is hier ook wat anders dan het Pikmeer, hè?! Geen rietkragen en zo.” Rond een uur of drie komt iedereen van het water. Gelukkig niet allemaal tegelijk want anders was er meteen een file geweest bij de waterslang waarmee het zout van de boot kan worden gespoeld. Het ging rustig en geleidelijk. Rubberboten gaan uit het water, boten gaan op de trailers en rond een uur of vijf staat de toegangsweg naar de zeilclub afgeladen vol met auto’s en trailers. Het gaat om pakweg 50 auto’s en ze hebben allemaal een trailer achter de auto; de ene trailer vervoert een rubberboot, de andere een serie zeilboten en ook zijn er combinaties met rubber‐ en zeilboten. Mark Schuurmans, de ‘bendeleider’, houdt nog even een toespraakje waarin iedereen bedankt wordt. Het applaus is warm en gemeend.
Pagina 7 van 8
De camperfamilies beginnen direct aan de terugreis net als de familie Hoogstraten. De rest van de noordelijke equipe gaat ’s avonds of ’s nachts en een deel gaat in de loop van zaterdagochtend. Maar eerst gaat dit deel naar de plaatselijke pizzeria. Daar verhaalt Menno Sappé van de eerste keer naar Bandol. “Nu zijn er allemaal ouders mee”, weet hij nog, “maar vier jaar geleden was ik behalve trainer ook nog oppas van de kids.”
De terugreis De meesten komen in de loop van zaterdag aan. “Mick is alweer thuis”, klinkt het bijvoorbeeld van achter uit de auto, “want hij is alweer druk op Hyves.”
Pagina 8 van 8