Het klimaat centraal
Inhoud Voorwoord, Leif Johansson Duurzame brandstoffen – een overzicht Zeven alternatieven – met verschillende vereisten Impact op het klimaat Energie-efficiëntie Efficiënt benutten van land Brandstofpotentieel Zeven alternatieven Voertuigaanpassing Brandstofkosten Brandstofinfrastructuur Een integrale visie en interactie - de sleutels tot succes Gemeenschappelijk overzicht van de scores en een Overzicht van brandstofbeoordeling Verklarende woordenlijst
4–5 6–7 8–9 10 – 11 12 – 13 14 – 15 16 – 17 18 – 19 20 – 21 22 – 23 24 – 25 26 28 – 29 30 – 31
CO2-vrije voertuigen rijden op brandstoffen die geproduceerd worden op basis van hernieuwbare grondstoffen zoals biomassa. Deze grondstoffen voegen geen koolwaterstoffen toe aan het ecosysteem en hebben dus geen impact op het klimaat.
3
Leif Johansson CEO, Volvo Group
4
Klimaatvraagstukken vormen één van de grootste uitdagingen van onze tijd. Dit zijn de vraagstukken die aanzienlijke inspanningen zullen vereisen van bedrijven, overheidsinstanties en individuen. Er zal over nationale grenzen heen en tussen verschillende bedrijfstakken samengewerkt moeten worden. De transportindustrie speelt een cruciale rol bij de ontwikkeling van de maatschappij en haar economie. Het zijn voertuigen die onze wegen bouwen, waterleidingen aanleggen en de fundamenten van onze huizen leggen. Het zijn voertuigen die mensen en goederen vervoeren en die handel drijven en reizen mogelijk maken. Tegelijkertijd weten we dat de transportsector voor een groot deel verantwoordelijk is voor de uitstoot die een impact heeft op het klimaat. Momenteel komt ongeveer 14 procent van alle broeikasgasemissies van verschillende soorten transporten. Sinds 1972 is aandacht voor het milieu één van de hoogste prioriteiten hier bij Volvo en is het vanzelfspreken voor ons om een bijzondere verantwoordelijkheid voor klimaatkwesties te voelen. We aarzelen niet om openlijk te zeggen dat we een deel van het probleem vormen, maar we aarzelen evenmin om te zeggen dat we een deel van de oplossing vormen. Het is dankzij de ontwikkelingen op het gebied van energieefficiëntie, hybride technologie en alternatieve brandstoffen dat we in staat zijn om een dergelijke gedurfde en optimistische uitspraak te doen. De dieselmotor is één van de meest efficiënte energieomzetters waarover de mens vandaag de dag kan beschikken – en één van zijn grootste voordelen is dat hij niet hoeft te draaien op conventionele dieselbrandstof of andere fossiele brandstoffen.
Met behulp van moderne motortechnologie en met behulp van kleine aanpassingen, kunnen we dieselmotoren laten draaien op een lange lijst van duurzame brandstoffen. Wanneer deze gebruikt worden om een voertuig aan te drijven, zorgen deze ervoor dat er geen kooldioxide-emissies bijkomen. Dit geldt ongeacht of de motor in een vrachtwagen, een bus, een wiellader of een boot gemonteerd wordt. Er is een inzet op grote schaal nodig om duurzame brandstoffen te produceren en te distribueren. Verder is er internationale coördinatie tussen producenten en wetgevers nodig, zodat er uniforme brandstofnormen en stabiele lange termijn voorschriften komen. Vrachtwagens en bussen – en klimaatkwesties – stoppen niet bij nationale grenzen. Om tot een succesvolle oplossing te komen van milieuvraagstukken en CO2vrije transporten te realiseren, is er een brede consensus nodig op de hoogste niveaus. In deze brochure worden er een aantal duurzame brandstoffen vergeleken, waarvoor we functionele en CO2-vrije demonstratievoertuigen hebben ontwikkeld, in dit geval vrachtwagens.
De Volvo Groep is er klaar voor. Koolstofdioxidevrije transporten zijn niet langer een utopische droom! 5
Duurzame brandstoffen – een overzicht
6
CO2-vrije voertuigen dragen niet bij aan een verhoging van het broeikaseffect. CO2-vrije voertuigen rijden op brandstoffen die geproduceerd worden op basis van hernieuwbare grondstoffen zoals biomassa. CO2-vrije brandstoffen voegen geen koolstofdioxide toe aan de dampkring. De hoeveelheid koolstofdioxide die vrijkomt bij de verbranding, is gelijk aan de hoeveelheid die de plant, waarop de brandstof is gebaseerd, heeft geabsorbeerd tijdens zijn groei. Het overschakelen op duurzame brandstoffen is dringender dan ooit. Er zijn drie cruciale factoren: • Klimaatveranderingen Ons gebruik van fossiele brandstoffen draagt bij tot de opwarming van de aarde wat op lange termijn zonder twijfel dramatische en onvoorspelbare gevolgen zal hebben voor het leven op aarde. • Stijgende vraag naar energie De snelle economische ontwikkeling in dichtbevolkte landen zoals India en China creëert een stijgende druk op de ruwe oliemarkt, die momenteel ten volle benut wordt op het gebied van productie en raffinage-capaciteit. • Onzekere toegang tot beperkte voorraden De oliereserves en de reserves van andere fossiele brandstoffen zullen uiteindelijk uitgeput raken. De vraag is slechts wanneer. Volgens sommige waarnemers zou de olieproductie zijn piek al bereikt hebben. Op de lange termijn zal de olieprijs stijgen en zal de prijs instabiel worden door geopolitieke factoren.
7
Zeven alternatieven – met verschillende vereisten Waar het duurzame brandstoffen betreft, bestudeert en evalueert de Volvo Groep alle brandstoffen die mogelijk gebruikt kunnen worden voor de producten van de Groep. Op de volgende pagina’s worden verschillende duurzame brandstoffen geëvalueerd, gebaseerd op zeven criteria die als de belangrijkste mogen worden beschouwd: 1. Impact op het klimaat 2. Energie-efficiëntie 3. Efficiënt benutten van land 4. Brandstofpotentieel 5. Voertuigaanpassing 6. Brandstofkosten 7. Brandstofinfrastructuur Voor elk criterium krijgt de brandstof een cijfer op een schaal van vijf punten, waarbij vijf het hoogste cijfer is. De productie wordt bekeken vanuit een Europees perspectief.
Biodiesel
Biodiesel wordt geproduceerd door het veresteren van plantaardige oliën. Koolzaadolie en zonnebloemolie zijn de gebruikelijkste grondstoffen in Europa. Biodiesel kan gemengd worden met conventionele dieselbrandstof. Een andere veelbelovende manier om dieselbrandstof te produceren is door hydrogenatie van plantaardige oliën. Synthetische diesel
Synthetische diesel is een mengsel van synthetisch gegenereerde koolwaterstoffen geproduceerd door de vergassing van biomassa. Synthetische diesel kan probleemloos gemengd worden met conventionele dieselbrandstof. DME – Dimethylether
Dimethylether is een gas dat in vloeibare vorm onder lage druk wordt gehanteerd. DME wordt geproduceerd door het vergassen van biomassa. Methanol/Ethanol
Methanol wordt geproduceerd door de vergassing van biomassa en ethanol door de fermentatie van gewassen met een hoog suiker- of zetmeelgehalte. Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de productie van ethanol uit cellulose. De beoordeling omvat methanol/ethanol met een additief dat de ontsteking verbetert. 8
Grondstof
Biogas
Biogas is een brandstof in gasvorm die hoofdzakelijk uit koolwaterstofhoudend methaan bestaat. Biogas kan gewonnen worden uit afvalwaterzuiveringsinstallaties, vuilnisbelten en andere plaatsen waar er biologisch afbreekbaar materiaal is. Productie is ook mogelijk door de vergassing van biomassa. Biogas vereist een motor met bougies en heeft daarom een lagere energie-efficiëntie. Biogas + Biodiesel
Biogas en biodiesel worden gecombineerd met afzonderlijke tanks en inspuitsystemen. Een vrij klein percentage (10%) biodiesel, of synthetische diesel, wordt gebruikt om compressieontsteking te realiseren. In dit alternatief wordt biogas in een gekoelde, vloeibare vorm gebruikt. Waterstofgas + Biogas
Waterstofgas kan in een lage concentratie gemengd worden met biogas, in dit geval 9% per volume. Hogere concentraties zijn eveneens mogelijk. Waterstofgas kan geproduceerd worden door de vergassing van biomassa of elektrolyse van water met vernieuwbare elektriciteit. Dit alternatief vereist een motor met bougies.
Proces
Brandstof
Verestering
Biodiesel
Tarwe Suikerbieten Stro
Hydrolyse & Gisting
Ethanol
Afvalhout
Vergassing
Waterstof
Koolzaad
Koolzaad-olie
Zonnebloem
Zonne-bloemolie
Gekweekt hout Organisch afval Afvalwater Mest
Dimethylether Anaërobe afbraak
Methanol Synthetische diesel Biogas
Een schema dat beschrijft welke brandstoffen verkregen kunnen worden uit welke grondstoffen.
Verestering is een chemisch proces waarin ruwe plantaardige oliën betere fysieke eigenschappen krijgen, in de eerste plaats een hogere stabiliteit. Gisting is een biologisch proces waarin materiaal dat suiker bevat, wordt afgebroken in ethanol en koolstofdioxide. Wanneer als grondstof cellulose wordt gebruikt, moet er eerst een afbraak tot suiker (hydrolyse) gebeuren met behulp van enzymen of zuren. Vergassing betekent dat organisch materiaal zoals biomassa, omgezet wordt in synthetisch gas dat een mengsel is van waterstofgas en koolmonoxide. Het synthetische gas wordt dan gebruikt om verschillende synthetische brandstofcomponenten te vormen. Anaërobe afbraak is een biologisch proces waarin organisch materiaal afgebroken wordt, hoofdzakelijk in methaan en kooldioxide.
9
Impact op het klimaat Koolstofdioxide-emissies in de hele keten volgens het “van bron tot wiel”-principe.
“Van bron tot wiel” betekent dat er rekening wordt gehouden met alle relevante stadia, met andere woorden, het verbouwen van de grondstof inclusief bemesting, het oogsten van de grondstof en het transport ervan naar de fabriek waar de brandstof geproduceerd wordt, de productie van brandstof, de distributie naar tankstations en het gebruik van de brandstof in voertuigen.
10
De berekeningen zijn gebaseerd op volledig hernieuwbare grondstoffen, maar momenteel zijn er nog fossiele brandstoffen nodig voor de verbouw en productie van hernieuwbare energie. In de toekomst zal het mogelijk zijn om fossiele energie te vervangen door hernieuwbare energie. Dit zal echter resulteren in een lager efficiëntieniveau. De emissies van broeikasgassen worden gerapporteerd als CO2-equivalenten, d.w.z. dat emissies van andere broeikasgassen dan koolstofdioxide omgezet worden in de overeenkomstige hoeveelheid CO2-equivalenten. De vijfgradige schaal toont de reductie van koolstofdioxide-emissies vergeleken met conventionele dieselbrandstof. Niet-fossiele CO2–emissies zijn niet inbegrepen, omdat ze niet leiden tot een netto stijging van koolstofdioxide in de atmosfeer.
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether Methanol/Ethanol Methanol/Ethanol Biogas Biogas +Biodiesel Waterstofgas+Biogas
Vijf van de alternatieven reduceren de impact op het klimaat met meer dan 90%. In het geval van methanol is er vergassing van black liquor vereist om het hoogste cijfer te krijgen. Voor biogas en waterstofgas+biogas, is vergassing van biomassa vereist om het hoogste cijfer te krijgen. Het lagere cijfer is van toepassing als het biogas geproduceerd wordt door anaërobe afbraak van huishoudafval. De resultaten voor ethanol variëren tussen 0 en 75 procent reductie afhankelijk van de productiemethode.
91 – 100% reductie 76 – 90% reductie 51 – 75% reductie 26 – 50% reductie 0 – 25% reductie
Bron: EUCAR/CONCAWE/JRC en AB VOLVO
11
Energie-efficiëntie Het totale energieverbruik voor een brandstof ”van bron tot wiel”.
12
De energie-efficiëntie wordt hier aangegeven op een dalende schaal en wordt uitgedrukt in procenten. Het percentage geeft de hoeveelheid energie aan die de aangedreven wielen van het voertuig bereikt. Bij wijze van vergelijking kunnen we ook noemen dat we met het gebruik van fossiele brandstof vandaag een totaal efficiëntieniveau van ongeveer 35% realiseren. Dit relatief hoog efficiëntieniveau wordt bereikt doordat ruwe olie als een “half-afgewerkt product” beschouwd kan worden en de productie van diesel hierdoor erg energie-efficiënt is. De resultaten kunnen variëren voor dezelfde brandstof, afhankelijk van het gebruikte productieproces.
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether Methanol/Ethanol Methanol/Ethanol Biogas Biogas +Biodiesel Waterstofgas+Biogas
DME en methanol krijgen het hoogste cijfer, op voorwaarde dat ze geproduceerd worden op basis van black liquor van de houtpulpindustrie. Het hoogste cijfer voor synthetische diesel vereist de vergassing van black liquor. Het cijfer voor biogas, biogas+biodiesel en waterstofgas+biogas geldt voor productie met vergassing en anaërobe afbraak. De productie van biogas via vergassing van black liquor is niet inbegrepen in de samenvatting. Het lage cijfer voor ethanol komt door het hoge energieverbruik bij het kweken en bij de brandstofproductie.
Meer dan 22% 20 – 22% 17 – 19% 14 – 16% Minder dan 14%
Bron: EUCAR/CONCAWE/JRC en AB VOLVO
13
Efficiënt benutten van land Door de beperkte beschikbaarheid van landbouwgrond, wordt het efficiënt benutten van deze grond steeds belangrijker.
14
Het efficiënt benutten van land zal steeds be-langrijker worden om aan de groeiende eisen voor de productie van voedsel en brandstof te voldoen.
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether Methanol/Ethanol
De afgelegde afstand per hectare per jaar is een manier om het prestatievermogen van biobrandstof te meten. De opbrengst per hectare voor elke oogst wordt berekend aan de hand van informatie over gemiddelde opbrengsten van landbouwgrond met een goede kwaliteit. De waarderingsschaal geeft aan hoeveel km een zware vrachtwagen per jaar per hectare kan afleggen.
Waterstofgas+Biogas
Op Zweedse omstandigheden zijn verbouwvoorwaarden van toepassing. Verbouwen op andere plaatsen leidt tot verschillende resultaten, maar de verhoudingen zijn min of meer hetzelfde.
DME en methanol, gecombineerd met de vergassing van black liquor, leveren het hoogste cijfer op.
De hoeveelheid brandstof/energie die vereist is voor het oogsten, productie, transport enz. is afgetrokken van de hoeveelheid geproduceerde brandstof. De resultaten kunnen variëren voor dezelfde brandstof, afhankelijk van het gebruikte productieproces.
Methanol/Ethanol Biogas Biogas +Biodiesel
Deze brandstoffen hebben de hoogste oogstopbrengsten, vereisen een laag gebruik van fossiele brandstoffen en hebben een hoge energie-efficiëntie. Synthetische diesel heeft hoge oogstopbrengsten, vereist een laag gebruik van fossiele brandstoffen, maar een lagere energie-efficiëntie en een beperkte selectiviteit in productie. Ethanol krijgt een laag cijfer vanwege een beperkte energie-efficiëntie en in bepaalde gevallen de behoefte aan een grote hoeveelheid fossiele energie.
Meer dan 10 000 km 7 501 – 10 000 km 5 001 – 7 500 km
Biodiesel krijgt het laagste cijfer vanwege een lage gemiddelde oogstopbrengst en het gebruik van een grote hoeveelheid fossiele energie. Biogasproductie via vergassing van black liquor is niet inbegrepen in de samenvatting.
2 500 – 5 000 km Lager dan 2 500 km
Bron: EUCAR/CONCAWE/JRC, Lunds Universitet, EU-project RENEW en AB VOLVO
15
Brandstofpotentieel De hoeveelheid brandstof die geproduceerd kan worden, varieert aanzienlijk tussen de verschillende alternatieven.
18
De hoeveelheid brandstof die geproduceerd kan worden, verschilt aanzienlijk tussen de verschillende alternatieven
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether
Bepaalde processen kunnen een groot aantal verschillende grondstoffen en volledige oogsten gebruiken. Andere zijn beperkt tot delen van inhoud van individuele oogsten. Een algemeen probleem met grondstoffen van landbouwproducten is dat ze concurreren met voedselproductie.
Methanol/Ethanol
Volgens een onderzoek uitgevoerd door EUCAR/CONCAWE/JRC, zal de potentiële beschikbaarheid van afvalhout, gekweekt hout en stro in de EU in 2012 ongeveer 700 TWh (Terawatturen) per jaar bedragen, terwijl het potentieel voor zonnebloemolie en koolzaadolie geschat wordt op ongeveer 80 TWh per jaar. De hoeveelheid fossiele brandstof die vervangen kan worden door biomassa, varieert afhankelijk van het efficiëntieniveau in het productieproces van de brandstof en van het eindgebruik. Het biomassapotentieel in de EU in 2012 is niet toereikend om fossiele brandstoffen te vervangen. Daarom zijn er verdere inspanningen en speciale maatregelen vereist om een groter deel te vervangen. Op lange termijn kan er een aanzienlijke hoeveelheid fossiele brandstoffen vervangen worden als de juiste alternatieven gekozen worden. De invoer van biomassa vanuit gunstigere gebieden (gezien vanuit een verbouwingsperspectief), is eveneens mogelijk.
Biogas +Biodiesel
350-420 TWh 280-349 TWh 210-279 TWh
Methanol/Ethanol Biogas
Waterstofgas+Biogas
350 tot 420 TWh komt overeen met ongeveer 10-12% van de verwachte vraag naar benzine en diesel in de EU in 2015. DME, methanol, biogas, biogas+biodiesel en waterstofgas+biogas krijgen het hoogste cijfer. Synthetische diesel, DME, methanol, en biogas kunnen allemaal geproduceerd worden op basis van volledige oogsten, houtgrondstof, of ander biologisch materiaal. Synthetische diesel heeft een lager efficiëntieniveau en biedt een lager aandeel brandstof dat gebruikt kan worden in voertuigen. Wat biogas betreft, kunnen afvalmateriaal en afvalwater gebruikt worden in de productie. Ethanol kan geproduceerd worden op basis van een aantal grondstoffen, inclusief afvalhout of andere biologische materialen die cellulose bevatten, hoewel het efficiëntieniveau relatief laag is. Biodiesel, dat het laagste cijfer heeft gekregen, wordt geproduceerd op basis van plantaardige oliën zoals koolzaadolie en zonnebloemolie. De beschikbaarheid is beperkt omdat koolzaad slechts om de vier jaar of zes op hetzelfde land verbouwd kan worden. Verder kan alleen de olie in de zaadjes benut worden voor brandstof.
140-209 TWh 70-139 TWh
Bron: EUCAR/CONCAWE/JRC en AB VOLVO
19
Aanpassen van voertuigen Verschillende brandstoffen vereisen verschillende soorten voertuigaanpassingen.
20
Hier wordt een gemeenschappelijke beoordeling gegeven, die uitlegt hoe ingewikkeld het technisch is om voertuigen aan te passen voor de nieuwe brandstoffen. Bij dit criterium wordt ook rekening gehouden met het effect van de brandstof op de efficiëntie van het voertuig op verschillende manieren, zoals het maximum prestatievermogen van de motor, de stijging van het gewicht en het brandstofbereik. Deze laatste parameter kan bijvoorbeeld het laad-vermogen van het voertuig beïnvloeden.
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether Methanol/Ethanol Methanol/Ethanol Biogas Biogas +Biodiesel Waterstofgas+Biogas
De technische gecompliceerdheid omvat factoren die meer ruimte voor de brandstof vereisen en de behoefte aan nieuwe en duurdere componenten. Ze omvat ook de behoefte aan technologie om aan toekomstige emissievereisten te voldoen. Zo vereisen bepaalde brandstoffen een meer geavanceerde emissieregeling dan anderen.
Geschikt voor alle zware toepassingen en vereist geen speciale voertuigaanpassing Geschikt voor de meeste toepassingen en vereist geen dure of uitgebreide voertuigaanpassing Geschikt voor de meeste toepassingen, maar met duurdere of uitgebreide voertuigaanpassing Geschikt voor de helft van alle toepassingen, maar met ingewikkelde, dure of uitgebreide voertuigaanpassing Geschikt voor slechts een beperkt aantal toepassingen met grote, dure en uitgebreide voertuigaanpassing
Biodiesel en synthetische diesel krijgen het hoogste cijfer. Voertuigen die op deze brandstoffen rijden, zijn in wezen vergelijkbaar met conventionele dieselmotoren. Biodiesel vereist echter een hogere service en heeft hogere stikstofmonoxideemissies. De lagere energie-inhoud van DME resulteert in een daling van 50% van het bereik, maar het is nog steeds mogelijk om de brandstof te gebruiken voor langeafstandsvervoer. DME vereist een uniek en geavanceerd brandstofsysteem, maar biedt ook besparingen op het gebied van kosten en gewicht met betrekking tot de demping van het uitlaatgeluidsniveau en de behandeling van uitlaatgassen. De lagere energie-inhoud van ethanol resulteert in een 30 procent korter bereik per brandstoftank. Biogas+biodiesel biedt een maximum prestatievermogen van de motor, maar het bereik wordt met de helft gereduceerd als het gas vloeibaar is. Dit vereist bovendien twee afzonderlijke brandstofsystemen. Biogas en waterstofgas+biogas vereisen een Otto-motor, die het prestatievermogen beperkt. Het gecomprimeerde gas heeft een lage energiedichtheid, die het bereik beperkt tot ongeveer 20 procent. Een complex tanksysteem resulteert in hogere kosten en een hoger gewicht. 21
Brandstofkosten Productiekosten van “bron tot tank”.
22
De beoordeling omvat de kosten van grondstoffen, vaste en variabele kosten in de productieeenheden en kosten voor transport, infrastructuur en energieverbruik in de distributieketen. In het algemeen is het moeilijk om toekomstige kosten te berekenen vanwege de schommelende grondstofprijzen en snelle technologische ontwikkelingen. Door heffingen, andere indirecte kosten, vormen de productiekosten van de brandstof meestal slechts een klein gedeelte van de prijs die de eindgebruiker betaalt.
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether Methanol/Ethanol Methanol/Ethanol Biogas Biogas +Biodiesel Waterstofgas+Biogas
We hebben de kosten hier vergeleken met conventionele dieselbrandstof, heffingen niet meegerekend, tegen de ruwe olieprijs van 70 USD per vat. De vergelijking werd gemaakt per liter dieselequivalent. In andere woorden, er is meer dan een liter van bepaalde vloeistoffen nodig om dezelfde energie-inhoud als een liter diesel te krijgen. De resultaten kunnen variëren voor dezelfde brandstof, afhankelijk van de gebruikte grondstof.
Lager dan op ruwe olie gebaseerde diesel 0 – +19%
DME en methanol krijgen het hoogste cijfer. Wanneer ze geproduceerd worden op basis van black liquor, zijn ze reeds concurrerend op prijsgebied. De productie door vergassing van bosbouwproducten of gekweekt hout is duurder. De kosten van biodiesel liggen zo’n 60 percent hoger dan voor conventionele diesel. Met betrekking tot biogas en waterstofgas+biogas, levert biogas gebaseerd op afvalmaterialen de gunstigste resultaten op, in de eerste plaats dankzij lage grondstofkosten.Voor biogas+biodiesel, is biogas in vloeibare vorm ongeveer 25 procent duurder dan gecomprimeerd biogas. Biogas geproduceerd door de vergassing van black liquor is niet opgenomen in de samenvatting. Synthetische diesel is de duurste brandstof vanwege de hoge investeringskosten en de vrij lage energie-efficiëntie in de productie. In het algemeen is ethanol duur om te produceren. Productie op basis van bosbouwproducten is het duurste proces.
+20 – +59% +60 – +99% +100 – +140%
Bron: EUCAR/CONCAWE/JRC en AB VOLVO
23
Brandstofinfrastructuur Hanteren en verdelen van brandstof.
24
De infrastructuur wordt meestal als de grootste uitdaging voor een alternatieve brandstof beschouwd. Het is een belangrijk criterium voor hoe snel en gemakkelijk een nieuwe brandstof geïntroduceerd en geïntegreerd kan worden in de bestaande infrastructuur. Er mag echter niet vergeten worden dat de infrastructuur voor conventionele brandstoffen eveneens grote investeringen vereist. Op lange termijn is de infrastructuur van onderschikt belang. Dit criterium houdt ook rekening met veiligheid en milieuaspecten voor het hanteren van de brandstof in de infrastructuur.
Biodiesel Synthetische diesel DME – Dimethylether Methanol/Ethanol Methanol/Ethanol Biogas Biogas +Biodiesel Waterstofgas+Biogas
Synthetische diesel krijgt het hoogste cijfer. Synthetische diesel kan gemakkelijk gemengd worden met traditionele diesel zonder de gevestigde normen en specificaties in gevaar te brengen. Biodiesel vereist bepaalde maatregelen vanwege zijn lagere opslagstabiliteit. Methanol en ethanol vereisen corrosiebestendig materiaal, hogere brandveiligheidsmaatregelen, en een afzonderlijke infrastructuur als ze gebruikt worden als zuivere brandstof. Vanwege het hoge gezondheidsrisico moet methanol gehanteerd worden in een volledig gesloten systeem.
Geen veranderingen (vloeibare brandstof) Kleine veranderingen (vloeibare brandstof) Grote veranderingen (vloeibare brandstof) Gas gehanteerd in vloeibare vorm bij lage druk
DME is een gas bij kamertemperatuur en atmosferische druk. In een voertuig is het een vloeistof bij een druk van 5 bar. De infrastructuur van DME lijkt op diegene die gevestigd is voor Liquefied Petroleum Gas (LPG). DME is zwaarder dan lucht en kan zich ophopen in het geval van een lekkage, wat tot brandgevaar leidt. Biogas wordt gehanteerd onder hoge druk (200 bar) en vereist dezelfde ifrastructuur als het huidige systeem voor aardgas. De infrastructuur voor waterstofgas is de duurste en meest gecompliceerde omdat waterstofgas een nog hogere druk vereist dan biogas.
Gas gehanteerd onder hoge druk of in vloeibare vorm bij lage temperaturen 25
Een integrale visie en interactie - de sleutels tot succes Deze brochure benadrukt het belang van een integrale visie en de interactie tussen verschillende spelers bij het analyseren en kiezen van de biobrandstof van de toekomst. Alle duurzame brandstoffen hebben het potentieel om emissies van de transportindustrie die het klimaat beïnvloeden, aanzienlijk te reduceren. Als één van ‘s werelds grootste producenten van zware vrachtwagens, bussen, grondverzetmachines en dieselmotoren wil en kan Volvo zijn verantwoordelijkheid nemen voor klimaatimpactkwesties door motoren te ontwikkelen die op duurzame brandstoffen kunnen draaien. In deze brochure wordt erop gewezen dat alle duurzame brandstoffen voordelen en nadelen hebben. Als producent van voertuigen willen wij ijveren voor een gemeenschappelijke beoordeling bij het kiezen van de brandstof van de toekomst. Bij Volvo hebben wij al laten zien dat we voertuigen kunnen ontwikkelen voor alle duurzame alternatieven die hier besproken zijn, maar de ontwikkeling naar koolstofdioxidevrije transporten zal niet vanzelf gebeuren – en wij kunnen het niet alleen. Om CO2-vrije transporten te realiseren heeft Volvo de actieve medewerking van politici, overheidsinstanties en brandstofproducenten nodig. Er zijn internationale beslissingen van politici en overheidsinstanties op ten minste EU-niveau nodig om uniforme brandstofnormen en stabiele voorschriften op de lange termijn te krijgen. Van de brandstofproducenten hebben we antwoorden nodig over wanneer de productie en distributie van start kan gaan.
26
Eén aspect van duurzame brandstoffen dat niet aan bod is gekomen in deze brochure is de manier waarop de gebruikte oogsten verbouwd worden. We hebben er bewust voor gekozen om dit criterium niet mee te nemen omdat het algemeen is en niet aan een specifieke brandstof gebonden is. Dit betekent niet dat het niet belangrijk is – integendeel zelfs. Of de biomassa voor duurzame brandstoffen wordt verbouwd op een manier die duurzaam is op lange termijn, is erg belangrijk want anders bestaat het risico dat de positieve effecten van de brandstoffen verloren gaan. Verder is het ook belangrijk dat ons gemeenschappelijk belang om CO2-vrije transporten te ontwikkelen, zaken zoals de voedselproductie niet verstoort. De beschikbaarheid van biobrandstoffen is een andere cruciale factor. Zelfs met de snelle ontwikkeling van de huidige productiemiddelen, zal de beschikbaarheid de komende jaren beperkt blijven. De beste en meest logische oplossing op de korte termijn is, om de beschikbare biobrandstoffen te mengen met de huidige fossiele brandstoffen. Met het mengen van brandstoffen kan meteen begonnen worden, het vereist geen uitgebreide technische aanpassingen of een nieuwe infrastructuur en biedt snelle en positieve milieueffecten.
In een langer perspectief zullen verdere inspanningen nodig zijn zoals; de energie-efficiëntie verhogen, het op brede schaal introduceren van hybride technologie en technische vooruitgang in de brandstofproductie. Deze inspanningen zullen een grote impact hebben op de mogelijkheden voor CO2-vrije transporten. De Volvo Groep kan niet met zekerheid zeggen hoeveel koolstofdioxidevrije brandstoffen er beschikbaar zullen zijn of wanneer. Noch wij, noch iemand anders weet dit, maar we voelen dat we reden hebben hem optimistisch te zijn. Uit de geschiedenis van de Volvo Groep is gebleken dat dingen die op een bepaald tijdstip onmogelijk lijken, verschillende jaren later wel degelijk werkelijkheid kunnen worden. Dit is het geval gebleken op andere gebieden die verband houden met het milieu, zoals uitlaatgasregeling, energie-efficiëntie en hybride technologie. Daarom gelooft de Volvo Groep sterk in een gelijkwaardige ontwikkeling op het gebied van CO2-vrije transporten.
27
Gemeenschappelijk overzicht van de cijfers Een tabel die alle cijfers voor de verschillende criteria en brandstoffen toont. Impact op het klimaat
Biodiesel
Synthetische diesel
DME – Dimethylether
Methanol/Ethanol
Methanol/Ethanol
Biogas
Biogas + Biodiesel
Waterstofgas + Biogas
28
Energieefficiëntie
Efficiënt benutten van land
Brandstofpotentieel
Voertuigaanpassing
Brandstofkosten
Brandstofinfrastructuur
Bi og as
*Ontstekingsverbeteraar niet meegerekend
Bi og as
+
Bi og as
Bi og as
Energie-efficiëntie (bron tot wiel)
Index Efficiëntieniveau
+ Bi W od at ie er se st l of ga s+ Bi og as
Bi og as
Et ha no l
M et ha no l
Bi od Sy ie nt se he l tis ch e di D es M Eel Di m et hy le th er
Bi W od at ie er se st l of ga s+ Bi og as
Bi og as
Et ha no l
Klimaatverandering
+ Bi W od at ie er se st l of ga s+ Bi og as
Bi og as
Et ha no l*
Bi od Sy ie nt se he l tis ch e di D es M Eel Di m et hy le th er M et ha no l*
+ Bi W od at ie er se st l of ga s+ Bi og as
Bi og as
Et ha no l
M et ha no l
Typische waarde Co nv en tio di ne es le el Bi Sy od nt ie he se l tis ch e D di M es Eel Di m et hy le th er M et ha no l
Een gedetailleerde samenstelling van de cijfers die de basis vormen van de scores voor elk criterium.
Bi od Sy ie nt se he l tis ch e di D es M Eel Di m et hy le th er
+ Bi W od at ie er se st l of ga s+ Bi og as
Bi og as
Slechtste geval
Bi og as
Et ha no l
Beste geval
M et ha no l
Bi od Sy ie nt se he l tis ch e d D ie M se El Di m et hy le th er
Overzicht brandstofbeoordeling De productie wordt bekeken vanuit een Europees perspectief.
Efficiënt benutten van land Brandstofpotentieel (EU 2012) Brandstofkosten met betrekking tot fossiele diesel
Km / hectare / jaar TWh Kostenstijging
29
Verklarende woordenlijst Anaërobe afbraak
Een biologisch proces waarin organisch materiaal wordt afgebroken, hoofdzakelijk in methaan en koolstofdioxide.
CO2
Koolstofdioxide.
Atmosferische druk
Normale luchtdruk op zeeniveau, ongeveer 1 bar.
CO2-equivalenten
Biomassa
Biologisch materiaal waaruit energie gehaald kan worden.
Een manier van berekenen die verschillende broeikasgassen omzet in de equivalente hoeveelheid koolstofdioxide met hetzelfde broeikaseffect.
Dieselmotor
Een motor waarin de brandstof zelfontbrandt door hoge compressie.
Duurzame brandstoffen
Brandstoffen geproduceerd op basis van hernieuwbare bronnen zoals biomassa, hydro-elektrische energie, windkracht of zonne-energie.
Duurzame elektriciteit
Elektriciteit geproduceerd met vernieuwbare energie, hoofdzakelijk hydro-elektrische energie, biomassa of windkracht.
Elektrolyse
Het opsplitsen van stoffen met behulp van elektrische stroom, in dit geval water opsplitsen in waterstof en zuurstof.
Energie-efficiëntie
In dit geval een maat voor welk aandeel van de gebruikte energie de aangedreven wielen van het voertuig bereikt.
Fossiele brandstoffen
Brandstof voor voertuigen gebaseerd op fossiele energie, hoofdzakelijk olie, kool en aardgas.
Fossiele energie
Niet-vernieuwbare energie uit oudere geologische perioden, hoofdzakelijk olie, kool en aardgas.
Gecomprimeerd biogas
Biogas gecomprimeerd tot ongeveer 200 bar.
Black liquor
Een bijproduct met een hoge energie-inhoud dat voortkomt uit de productie van chemische papierpulp, dat normaal door verbranden in de papierfabriek gerecycled wordt.
Broeikaseffect
De broeikasgassen verhinderen dat straling met lange golven de atmosfeer van de aarde verlaat, wat mee voor hogere temperatuur op het aardoppervlak zorgt.
Broeikasgassen
Gassen die bijdragen aan het broeikaseffect, in dit geval hoofdzakelijk koolstofdioxide van fossiele herkomst.
Bron-tot-wiel
Dit concept betekent dat er rekening werd gehouden met alle relevante stadia, met andere woorden, het verbouwen van de grondstof inclusief bemesting, het oogsten van de grondstof, het vervoer naar de fabriek waar de brandstof geproduceerd wordt, distributie naar tankstations en het gebruik van de brandstof in voertuigen.
Cellulose
30
De overheersende component in de wanden van cellen In planten. Hout bestaat uit ongeveer 4050% cellulose.
Gecomprimeerde ontsteking
De brandstof in de motor wordt ontstoken door compressie in de cilinder.
Gisting
Een biologisch proces waarin materiaal met een suikerinhoud afgebroken wordt in ethanol en koolstofdioxide. Wanneer cellulose de grondstof is, moet er eerst een afbraak (hydrolyse) in suiker gebeuren met behulp van enzymen of zuren.
Hybride technologie
Hydrogenatie
Voortstuwingstechnologie voor voertuigen gebaseerd op twee verschillende energie-omzetters zoals een dieselmotor en een elektrische motor. De remenergie kan opgeslagen worden en teruggestuurd worden naar de elektrisch motor. Behandeling van plantaardige oliën of dierenvet, in de eerste plaats met waterstofgas in een raffinageproces voor de productie van synthetische koolwaterstoffen.
Hydrolyse
Een chemisch proces waarin een molecule wordt afgebroken nadat er een watermolecule werd toegevoegd.
Klimaatimpact
Activiteiten die het klimaat beïnvloeden, in dit geval, hoofdzakelijk broeikasgasemissies.
Koolstofdioxidevrije transporten
CO2-vrije transporten worden uitgevoerd met voertuigen die op brandstoffen rijden, die geproduceerd worden op basis van vernieuwbare grondstoffen zoals biomassa, waardoor er geen koolstofdioxide wordt toegevoegd aan de atmosfeer.
Koolwaterstoffen
Chemische verbindingen van koolstof en watersstof.
Methaan
Het eenvoudigste type koolwaterstof CH4, de belangrijkste componenten van biogas en aardgas.
Ontstekingsverbeteraar
Een brandstofadditief dat de brandstof in staat stelt om te ontsteken door compressie in de dieselmotor.
Otto-motor
Een motor waarin de brandstof ontstoken wordt door een bougie.
Verestering
Een chemisch proces waarin ruwe plantaardige oliën worden omgezet in esters en verbeterde fysieke eigenschappen krijgen, in het bijzonder een hogere stabiliteit.
Vergassing
Een proces waarin organisch materiaal zoals biomassa omgezet wordt in synthetisch gas, een mengsel van waterstofgas en koolstofmonoxide. Het synthetisch gas kan dan gebruikt worden om verschillende synthetische brandstofcomponenten te vormen.
Vergassing van black liquor
Black liquor uit de pulpfabrieken kan vergast worden en gebruikt worden voor het produceren van synthetische voertuigbrandstof zoals methanol, DME, of synthetische diesel. De energie-inhoud van black liquor wordt in de papierfabriek vervangen door de introductie van biomassa van lage kwaliteit, die verbrand wordt.
Vloeibaar biogas
Biogas wordt vloeibaar als het afgekoeld wordt tot ongeveer -165 graden Celsius.
31
Phone +46 31 66 00 00 www.volvo.com
011-949-022, 09-2007 NL
AB Volvo (publ) SE-405 08 Göteborg, Sweden